7 minute read

“Ik wilde gewoon dun zijn”

“IK KON NIET GOED MEER HET VERSCHIL BEPALEN TUSSEN WAT IK MOOI VOND EN WAT VERSTANDIG WAS. HET WAS EEN FYSIEKE, MAAR OOK MENTALE STRIJD. IK WAS LICHAMELIJK UITGEPUT, MAAR MIJN GEEST GING DOOR.”

“Je hoeft niet met weinig eten en veel sporten door te gaan. Je wordt er niet gelukkig van. Het leven is zoveel meer dan alleen je gewicht en deze obsessie. Je leeft pas écht weer als je jouw eetstoornis achter je kunt laten of ermee om leert te gaan. Het is spannend en je komt er niet zomaar, maar het is de weg naar geluk.” Met deze bemoediging zou Anieke (22) haar jongere zelf, in gevecht tegen anorexia, toe willen spreken. Samen met moeder Marjan (54) deelt ze haar verhaal over een leergierig en gelukkig meisje waarvan het leven een plotselinge wending krijgt. Door een nare gebeurtenis weet ze niet goed meer wie ze is en probeert ze grip op haar leven te krijgen door weinig te eten en veel te sporten.

Advertisement

“Veel meiden zijn rond hun vijftiende met hun gewicht bezig”, begint Marjan het verhaal. “Anieke wilde graag gezond eten. Dat vonden mijn man en ik prima. Op een gegeven moment leek het uit de hand te lopen. Dan wilde zij bijvoorbeeld liever niet dat ik het vlees in boter bakte. We zagen dat ze minder at en probeerden haar met gezond voedsel te stimuleren om meer te eten. Een taartje geven had geen zin.” Dat lukte maar deels: Anieke ontwikkelt een eetstoornis. Marjan: “Op een gegeven moment kwam ze naar me toe en vroeg: ‘denk je dat ik anorexia heb?’ ‘Ja’, zei ik. Ik zag haar veranderen in een somber, teruggetrokken meisje. Zo kende ik haar niet.”

Grote Broers

Als kind is Anieke gelukkig met haar ouders en drie grote broers aan haar zij. Ze vertelt: “Ik ben opgegroeid in een heel liefdevol gezin. Er werd weleens geplaagd, maar nooit gepest. Gebeurde er buiten de deur iets met mij? Dan stonden mijn broers voor me klaar. Niemand mocht aan hun kleine zusje komen.” Marjan vult aan: “Anieke vroeg niet veel aandacht en was gezellig aanwezig. Ze had veel vriendinnetjes en op school kon ze gemakkelijk meekomen. Een brede interesse maakte dat ze van alles deed en zich breed ontwikkelde.” Leergierig is Anieke nog steeds: “Ik studeer nu personeelwetenschappen, maar vind zóveel leuk. Het liefst word ik rechercheur én interieurstyliste en zo kan ik nog tien beroepen opnoemen. Maar als ik ergens voor ga, ga ik er ook helemaal voor.”

DUN WORDEN de ene dag 1200 calorieën at, wilde ik er de volgende dag bijvoorbeeld vijftig minder eten en meer sporten dan de dag daarvoor. Tot ik op de 700 calorieën per dag zat. Ik raakte in een sleur waarin ik constant nadacht over eten en bewegen. Ruimte en energie voor andere dingen had ik niet meer. Op een gegeven moment wilde ik ook gewoon dun zijn. Dat stond voor mij gelijk aan mooi zijn. Ik kon niet goed meer het verschil bepalen tussen wat ik mooi vond en wat verstandig was. Het was een fysieke, maar ook mentale strijd. Ik was lichamelijk uitgeput, maar mijn geest ging door. Het stemmetje in mijn hoofd werd steeds sterker: ‘je moet dun worden’. Als het lukte om af te vallen, was ik trots. Dat was het enige waar ik trots op kon zijn, want er was geen ruimte om andere doelen te bereiken.”

Dat dit ook haar valkuil kan zijn, blijkt in haar tienertijd. Door een nare gebeurtenis waarover ze liever niet vertelt, raakt ze de grip op haar identiteit kwijt.

VRIENDSCHAP

Ze weet niet goed wat ze wil en wie ze is. Anieke zoekt houvast. “Door gezond te eten en bij te houden wat ik at, kreeg ik grip op mijn leven. Ik had een app waarin ik mijn calorieën bijhield. Als ik

“Het is ellendig om je kind achteruit te zien gaan. Je staat erbij en kijkt ernaar. Het beïnvloedde ons gezinsleven behoorlijk. Allemaal maakten we ons zorgen. We hebben veel voor Anieke gebeden. We wisten: God is erbij. Daar hadden we veel steun aan”, vertelt Marjan. Ze heeft zich gisteren voorbereid op het interview door herinneringen uit deze tijd op te schrijven. Ze haalt het tevoorschijn en vertelt hoe ze Anieke zag: “Zwak, energieloos, somber, vreugdeloos, ongeconcentreerd, uitgeput. Voorheen straalde ze altijd. Als ze ergens plezier in had, begonnen haar ogen al te lachen. Ik snapte haar niet, maar ik was er. Dat wil ik aan iedere ouder van een kind met een eetstoornis meegeven: blijf er altijd voor je kind. Het is moeilijk en het kan lang duren, maar er is hoop. Het was ook voor mij een moeilijke tijd, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat het te zwaar werd. Mijn man Jaap was voor mij een stabiele factor. Als mijn emoties overliepen, kon ik bij hem terecht.” Anieke: “Mijn vader, broers en schoonzussen waren lief. Ze reageerden allemaal hetzelfde: ‘we houden toch van je!’ Ik kreeg het gevoel dat ik door hen werd gewaardeerd. Mijn vriendinnen zijn de liefste die je kunt hebben. Toen ik hen geen vriendschap kon bieden, gaven zij mij die wel. Dat is een offer, waar ik hen zo dankbaar voor ben.”

Zwarte Vlekken

“Ik had geen hongergevoel meer, werd steeds rustelozer, had zere botten tijdens het fietsen naar mijn werk en kreeg telkens zwarte vlekken voor mijn ogen”, vertelt Anieke. “Overdag at ik een paar crackers en ’s avonds wat groenten. Ik kon lastig in slaap komen. Na een tijd wilde ik me zo graag beter voelen. Ik wilde niet meer aan het stemmetje toegeven. Het begon langzaam in mijn hoofd te dagen dat ik een ander doel in mijn leven kon krijgen. Ik dacht: misschien kan mijn leven toch wat worden, ook al ben ik niet dun. Op wilskracht probeerde ik mijn nieuwe doel na te jagen: mezelf beter voelen. Het was rot om toe te geven dat ik ongezond leefde, terwijl ik mijn trots haalde uit het dunner worden. Ook zocht ik iets om naartoe te werken. Ik wilde graag weer een opleiding volgen.”

Strijd

Na een doorverwijzing van de huisarts, heeft Anieke gesprekken met een psycholoog en diëtiste. Met veel wilskracht zet ze kleine stapjes op weg naar herstel. Marjan: “Elk pondje was een strijd. Iedere keer dat Anieke op de weegschaal stond, moest ze tien keer slikken. Als ouders stimuleerden we haar proces. We probeerden telkens weer de positieve kanten te belichten: ‘wat fijn dat je bent aangekomen en zo gezond eet!’ Ze bleef gezond eten, daar is niets mis mee. Als het maar genoeg is.” Als Anieke twintig is, trekt ze samen met een vriendin in een gezellig appartement. Anieke: “Het ging veel beter met me. Toch stak mijn eetstoornis nog regelmatig de kop op. Ik moest sporten van mezelf en ik was constant bezig met mijn eten. Ook had ik nog ondergewicht. Ik meldde me aan bij De Hoop voor hulp.”

Stoppen Met Sporten

Anieke: “Door hulpverleners Annelies en Arjen kreeg ik zoveel inzicht in mijn gedachtenpatronen. Ik kan nu veel beter bepalen of mijn gedachten realistisch zijn. Ook werd ik opnieuw gekoppeld aan een diëtiste. Van haar moest ik mijn eetschema bijhouden. Dat vond ik wel spannend, omdat ik het eerder deed met het doel om meer af te vallen. Ook wilde ik minder sporten. Arjen gaf aan dat het beter was om helemaal te stoppen. Dat vond ik heel erg.” “Je was een beetje boos”, vult Marjan lachend aan. Anieke: “Ja, ik heb geprobeerd een compromis te sluiten. Om bijvoorbeeld één keer per week te sporten. Maar hiermee kon ik mijn patroon niet doorbreken. Ik moest ervaren: mijn leven gaat door, ook als ik niet sport. Uiteindelijk heb ik het wekenlang volgehouden om niet te sporten.” Ik mocht ook alleen wandelen als ik er echt zin in had. Zo zei Arjen tegen mij: ‘Kijk eens naar buiten. Niemand is zo gek om te wandelen in de regen. Dat is niet leuk. Dus dan wandel je vandaag niet.’” Anieke lacht. “Met humor kon ik mijn gedachtenpatronen veranderen.” Marjan reageert: “Ik vind het heel knap hoe jij het gedaan hebt. Het is echt een gevecht om eruit te komen.”

Broodje Kroket

Marjan vertelt dat het belangrijk is dat je iemand betrekt in de strijd tegen anorexia. “Zoek een buddy met wie je alles kunt bespreken. Dat kreeg Anieke ook als advies. Iedere avond belden we even en vertelde Anieke hoe het die dag ging. Ze vertelde altijd alles eerlijk. Soms twijfelde ze of ze wilde sporten, maar gaf ook toe dat het dan een compensatie was voor de extra kwark die ze had gegeten. Dan kwam ze zelf tot de conclusie dat bewegen een uitvlucht was.” Anieke: “Nog steeds vind ik het moeilijk om aan te komen. Ik heb nu periode dat ik met anorexia kampte, was niet fijn, maar wat een zegen is het leven dat ik nu heb. Ik ervaar zoveel dankbaarheid naar God. Ik voel me nu ook niet meer zo somber. Soms denk ik: hoe kan het dat ik niks fijn vond? Kijk naar buiten, alles is zo mooi! Ik hoef mezelf niet meer constant te bewijzen. Ik heb geleerd dat ik mag vertrouwen op God en de toekomst op me af mag laten komen.”

BETERE TOEKOMST een gezond gewicht en weeg mezelf bewust bijna nooit. Bepaalde dingen vind ik nog lastig om te eten. Zo kreeg ik gisteren chocolade. Dan weet ik: ik ga het wel eten, maar het wordt een strijd. Een broodje kroket vind ik het lekkerste dat er is, maar ik durf het nog niet te eten. Als ik een etentje heb, vind ik dat ook lastig, maar ga ik wel gezellig mee.”

Vertrouwen

“Alleen had ik mijn anorexia niet onder controle kunnen krijgen. God was er in die periode en heeft zoveel in mijn leven geleid”, getuigt Anieke. “Ik ben dankbaar voor hoe mijn leven nu is. De

Marjan hoopt dat meer mensen die zegen ervaren. “Door Anieke’s verhaal heen willen we vertellen dat er hoop is op een betere toekomst. Zoek hulp als je een eetstoornis bij jezelf herkent. Het helpt je om er los van te komen en maakt je leven mooier. Of wees een zegen voor je naaste. We verwachten dat we op vrienden kunnen rekenen, maar soms moeten we ook een vriend zijn.”

This article is from: