18 minute read
Het ondernemersbloed van Ben Van den Zegel
Ben Van den Zegel over Le CirQ, de Jachthoorn, Versmarkt en het sterke merk Hoogstraten
Ondernemen is continu wakker blijven en vooruit denken
HORECA Ben Van den Zegel (47) is ondernemer pur sang. Begonnen in de electronicasector zette hij gaandeweg zijn bakens uit in de horecawereld. “Een ondernemer vandaag moet van alle markten thuis zijn. In dat gevarieerde takenpakket en die verantwoordelijkheid vind ik de juiste stimulans,” zegt hij. Ben ontvangt ons in zijn huis op de Achteraard. Samen met zijn vrouw Sofie, de altijd aanwezige sterke factor achter de schermen, overlopen we zijn professionele leven.
Duitsland
Ik heb tot mijn zevende in Kalmthout gewoond. Na de scheiding van mijn ouders is mijn moeder terug naar Hoogstraten komen wonen samen met mijn zes jaar oudere zus. Ik herinner me nog dat ik toen in de gemeenteschool zowat het enige kind van gescheiden ouders was. Na twee jaar is mijn moeder hertrouwd met Jan Matthyssen, die altijd een tweede vader voor mij is geweest.
Kort nadien verhuisden we naar Duitsland waar Jan diplomaat was aan de Belgische ambassade. Mijn zus en ik gingen er naar de Belgische Militaire School. De lagere school heb ik in Troisdorf gedaan, de eerste twee jaar van mijn middelbaar in Bensberg. Duitsland was toen nog niet herenigd, de hoofdstad was toen nog steeds Bonn waar ook de ambassade was.
Later had ik de keuze om naar de Internationale School in Berlijn te gaan of naar het internaat van het Klein Seminarie in Hoogstraten. Ik heb toen voor Hoogstraten gekozen. Het was de periode van de hereniging van Duitsland en het vallen van de Muur. Een bijzondere gebeurtenis toch wel die we daar vanop de eerste rij meemaakten. Ook al zat ik in Hoogstraten, mijn vrije dagen en vakanties bracht ik zoveel mogelijk door in Berlijn.
Na mijn middelbaar begon ik aan architectuurstudies. Na twee jaar zag ik in dat dit toch niet de juiste keuze was voor mij. Voor mijn ouders was deze breuk met mijn opleiding een schok. Dat hadden zij zeker niet zien aankomen, hun verwachtingen waren wel enigszins anders. Maar uiteindelijk lieten ze me toch mijn eigen gang gaan. Voor en na deed ik toen al heel wat klusjes, vooral in de horeca, maar ook bij kartonfabriek Van der Windt in Hoogstraten waar ik ’s nachts een tijdlang karton heb gelegd. Ook bij Mediam Telecom in Wortel werkte ik een jaar.
Gsm-hype
Na mijn eerste jaar werkervaring ben ik voor mezelf begonnen. Een kozijn van me was geldschieter, waar ik hem nog altijd dankbaar voor ben. Het waren wel bewogen tijden toen. Het begon met electronica zoals camcorders, autoradio’s, dan kwamen de gsm’s. Dat werd een echte hype, die maakte dat ik op heel korte tijd wel wat kon bereiken. Iedereen moest toen een gsm hebben. Dit was nog voor de euro er was, zelfs van het internet was er nog geen sprake. Er waren toen grote prijsverschillen in de markt, ik deed aan import en export van die toestellen over heel de wereld. Er werkten vier Duitsers en één Italiaan commercieel voor mij en zo hebben wij over heel de wereld gsm’s verscheept.
Op dat ogenblik had ik in België 76% van de exportmarkt in die toestellen in handen, vooral Nokia, Motorola, Ericsson, Alcatel, Samsung. Dat ging om een omzet van een kleine 50 miljoen euro. Mijn grootste exportmarkten waren toen Groot-Brittannië en Italië. Ik kocht veel stock aan in Duitsland, het kwam goed uit dat ik die taal machtig was. Door de snelheid in de afhandeling van de goederen die binnen en buiten gingen, kon ik de concurrentie een stap voor zijn. Als er een grote levering binnenkwam, werden die nog dezelfde dag of nacht verdeeld en getransporteerd. Zo was ik de concurrentie altijd wel een dag voor.
De invoering van de euro betekende dat de prijsverschillen in de exportmarkt wegvielen. Tegelijkertijd kwamen er internetplatformen van aan- en verkopers, de tussenpersonen vielen hierdoor weg en de marges die we hadden op de toestellen werden minder interessant. Hierdoor werden de risico’s te groot zodat ik met deze handel gestopt ben.
Avontuur
Het ondernemerschap sprak me toch wel aan, ook al zit het niet direct in mijn DNA. Mijn natuurlijke vader was leerkracht aan het GITOK in Kalmthout en mijn moeder was de gastvrouw van een diplomaat, later topambassadeur.
Ik meen dat de scheiding van mijn ouders mij gesterkt heeft. Ik heb er zelf in elk geval geen nadelen van ondervonden. Integendeel, de opvoeding die ik meekreeg in twee uiteenlopende gezinnen heeft mij heel veel extra’s opgeleverd. Mijn vader was een avonturier, een natuurmens, een durver. Hij leerde me jagen en stropen, vissen op zee… Als cadeau voor mijn communie kreeg ik op mijn twaalfde jaar een tweeloop jachtgeweer met van die cartouches.
En aan de andere kant was er de wereld van de diplomatie, beleefd zijn, handjes schudden. Kortom zeer uiteenlopende zaken die mij gevormd hebben en waarvan ik de goede dingen heb meegedragen. Langs de ene kant het avontuur durven aangaan, en aan de andere kant het inzicht.
Als ik terugkijk, mag ik zeggen dat ik zeer liefdevol omringd ben geweest door mijn ouders, familieleden en vrienden. Mijn ouders stonden altijd langs de twee kanten paraat en hebben het beste in mij naar boven gebracht. Het maakte dat ik een grote mate van zelfstandigheid bezit, en daar ben ik best blij om.
Le CirQ
De volgende episode was de opstart van Le CirQ in december 2007, samen met een vriend. Het eerste jaar zijn we gestart als kleine discotheek in het danstheater waar Yves Hoskens mee begonnen was. Maar na veel verliezen geleden te hebben ben ik alleen verder gegaan. Het concept moest veranderen, en wel dringend, of we dreigden failliet te gaan.
Ik begon daarom met de organisatie van privéfeesten, trouwfeesten, babyborrels,… en dat liep als een trein. Het eerste jaar was een overgangsjaar, vanaf het tweede jaar zat de agenda elk weekend vol. In die tijd startten we ook de after-works op donderdag. Ook dat bleek een schot in de roos, zodat de zaak van donderdag tot zondag op volle capaciteit draaide.
Er bestaan geen plannen om Le CirQ af te breken
In die periode waren er al geruchten over een mogelijke afbraak van de CirQ. Dat is eigenlijk een constante geweest tot vandaag toe. Maar voor alle duidelijkheid: er bestaan geen plannen om Le CirQ af te breken. Zolang mensen blijven feesten zullen we de zaal niet afbreken. Johan Michielsen, die ook eigenaar is van de gebouwen van de Jachthoorn en de Versmarkt, deelt die visie. Wij komen trouwens goed overeen. Johan is geen projectontwikkelaar, het is niet zijn core-business. Die ligt bij hem op een totaal ander vlak.
Eigenlijk is dit mijn favoriete bezigheid: een idee uitwerken, iets creëren en tot een goed eind brengen. Ik heb al enkele keren kunnen bewijzen dat zoiets me goed ligt. Bij de opstart van Le CirQ begon ik nog een ander bedrijf. Ik zag dat reclame maken voor Le CirQ in de traditionele reclamebladen niet altijd optimaal was, dat de boodschap niet altijd overkwam zoals ik dat wenste. Samen met iemand die goed thuis was in electronica begon ik daarom met Promobiel, een bedrijf in ledschermen.
Tijdens de corona-periode hebben we daar wat zwaar zweer gekend, ondertussen heb ik Triledgy – zo heet de firma nu - met m’n huidige vennoot en toeverlaat Reinaart Moorkens terug op de rails gekregen. In België zitten we vooral op events en dergelijke. We zijn marktleider die grote LEDschermen en LCD’s leveren op cyclo-crossen, maar ook op het EK en WK voetbal zijn we aanwezig. In Nederland hebben we een aparte vennootschap met iemand die ons vertegenwoordigt. Daar doen we heel veel mobiele reclame voor grote merken op de weg.
De Jachthoorn
Nadat de exploitatie van Le CirQ op de rails zat bleek dat Marc en Chris van frituur ‘Roma’ wilden stoppen. Ik heb dan het handelsfonds overgenomen bij de verkoop van het pand. Een nieuw verhaal kon beginnen. Maarten Aerts, een achterkozijn en ondertussen medepartner in crime, had zich ingekocht om de frituur uit te baten. Ook Gert Ruts stelde zich kandidaat om mee in de frituur te gaan werken.
Bij het draaiende houden van de frituur merkten we al snel dat de tijden flink veranderd waren. Frituren en heel de horeca zijn vandaag de dag ‘verwit’. Als je dan een kleine onderneming met personeel echt rendabel wil laten draaien, wordt het toch wel moeilijker. Maar er deed zich opnieuw een opportuniteit voor. Hans van den Broeck ondervond met ‘de oude Jachthoorn’ dezelfde moeilijkheden in een veranderende markt. Maar ik zag nog wel een toekomst door de activiteiten te verruimen en onkosten te centraliseren. De Nieuwe Jachthoorn kwam tot stand.
Terwijl we aan het bouwen waren, hebben we de plannen nog verder uitgewerkt. De samenwerking met Johan Michielsen was een droom. Al doende kwamen we overeen om geen appartementen te bouwen, maar hotelkamers. Ik voelde dat er vraag naar was. Zo hebben we momenteel 15 hotelkamers, 1 studio en 1 appartement ter beschikking.
Waar ik uiteindelijk naar streef, is een vorm van efficiëntie. Met de bouw van de nieuwe Jachthoorn hebben we de keuken centraal geplaatst, zodat zelfs de frituur kan ingeschakeld worden bij grote drukte in het restaurant. Heel het gebouw is erg functioneel en doordacht gezet, en dat is de grote kracht van het verhaal. Komt daar nog bij dat we heel veel zaken in eigen beheer doen. Maarten is van opleiding een beenhouwer, hij koopt het vlees aan dat hij ter plaatse bewerkt en verzorgt de catering in Le CirQ samen met Eddy. Seppe, ook vennoot, brandt onze koffie zelf en dagelijks gaan we naar de vroegmarkt. Mijn vrouw Sofie, een manusje van alles, houdt het hotel scherp in de gaten en doet de loonadministratie.
De dag van vandaag kan je alleen nog succes boeken als je efficiënt werkt met een topteam van personeel, wat we ook hebben. Ondernemen is continu wakker blijven en vooruitdenken. Je begint iets, maar het kan zijn dat je idee continu moet worden bijgestuurd.
Versmarkt
De Versmarkt is voorlopig het laatste deel van het verhaal. Toen Joost en Lutgard Müesen stopten met hun bakkerij, hebben wij het pand overgenomen. Aanvankelijk planden we op die locatie een beenhouwerij om Maarten zijn jongensdroom te verwezenlijken, en dat zag Maarten wel zitten. En Joost voegde er nog aan toe dat we dan misschien best ook nog wat brood konden aanbieden van een koude bakker. Dat leek ons geen slecht idee…
We hebben dat onderzocht en de plannen bijgestuurd. Na veel overwegingen meenden we dat we beter de werkplaats van de bakkerij van Joost verder zouden laten draaien om als warme bakker verder te gaan. Zo is bakker Dellafaille in het verhaal gekomen. Zij konden zich wel vinden in dit idee. De plannen werden in die mate aangepast dat we de uitbating op de hoek van de Vrijheid/Gravin Elisabethlaan zouden laten doorgaan. En de uitwerking samen met Johan Michielsen was een gekende zaak.
Hierdoor kwam ik van dichtbij in contact met de bakkerstiel en geloof me, ik kan nog steeds niet begrijpen hoe die warme bakker zijn brood kan aanbieden voor 2,90 euro. Dat gaat van de bloemleverancier die de zakken bloem moet binnen dragen, tot het nachtbakken, de investeringen, het snijden en de winkelbediende die het moet verkopen… Ik heb hierdoor een enorm respect gekregen voor alle warme bakkers hier in Hoogstraten. Het is een harde stiel, waarin hard gewerkt moet worden. Ik denk dat velen dit onderschatten. Gelukkig hebben we daar ook weer de juiste mensen voor gevonden, 2 toffe gasten die al in verschillende bakkerijen gewerkt hebben en een extra opleiding van bakker Dellafaille kregen.
Balans
Als je jong bent moet je oude vrienden hebben, want daar kan je veel van leren, en als je oud bent moet je jonge vrienden hebben, want die houden je jong. Ik probeer die balans in evenwicht te houden.
Je moet proberen om iets te bereiken in het leven. Dat kan van alles zijn, als mens, als ondernemer, als kunstenaar,… Te veel mensen lijken te zoeken naar het waarom, naar de zin van het leven. Maar bestaat dat wel: de zin van het leven? Ik geloof dat je maar beter het beste ervan moet maken en vooral ‘zin hebben in het leven.’ Ook wat het werken betreft. Dat wordt meer en meer voorgesteld als iets dat je maar beter kan mijden, dat je vooral niet te veel moet doen. Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Ik werk veel, heel veel, maar het werk dat ik doe, doe ik erg graag. Ik hoop echt tot mijn tachtigste te werken. Mijn grote voorbeeld is Karl Lanslots, die op z’n 58ste nog zelfstandige is geworden en op z’n 78 is gestopt. Heerlijk toch.
Het moet vreselijk zijn om een job te doen die je niet graag doet!
Er is toch niks mis mee om te werken, terwijl het voor velen lijkt te gaan om zo weinig mogelijk te werken. Maar daardoor zijn ze precies allemaal bezig met dingen waar ze zich net ongelukkiger mee voelen. Het moet vreselijk zijn om een job te doen die je niet graag doet! Ik denk echt dat er voor iedereen een gepaste job is. Ook mensen met een beperking kunnen echt wel een meerwaarde zijn in je onderneming. In de Jachthoorn werken wij mee aan dergelijk project van het Gielsbos tot ieders grote tevredenheid.
Wat me wel blijft verbazen is de negativiteit van sommige mensen rond nieuwe initiatieven of startende ondernemingen. We leven in een maatschappij waar spijtig genoeg meer en meer verzuring en minder verdraagzaamheid heerst. Sommige mensen vinden er blijkbaar genot in om alles af te kraken. We kennen dit van tijdens de opstart van de Jachthoorn. Mails en mails en mails of sociale media (en dan dikwijls anoniem) dat alles slecht was. Het lijkt wel dat we hier in de Noorderkempen daar meer last van hebben dan elders. En ik heb al op vele plaatsen in de wereld gewoond. Ikzelf puur net meer energie en geluk in de goede dingen te zien en mensen daarmee te complimenteren, en mee na te de denken over hoe ze dingen nog beter zouden kunnen doen. Men zou elk nieuw initiatief moeten omhelzen.
Groot verhaal
Met de opstart van Le CirQ heb ik dat ook moeten ervaren, er waren toen geruchten dat dit pand vervloekt was. Je krijgt dan berichtjes binnen die ik hier niet durf voorlezen. Veel afgunst, naijver, je houdt dit niet voor mogelijk. En kijk waar we nu staan met alle zaken…
Het is verdraaid moeilijk om een zaak op te starten, je moet leren van je fouten, de tijd krijgen om te groeien en bij te sturen om de financiële risico’s in een continu veranderende wereld onder controle te houden. Het zijn net die kleine ondernemingen die ervoor zorgen dat we variëteit krijgen… De lokale markt is ontzettend belangrijk voor heel ons sociaal weefsel. We mogen niet te afhankelijk worden van de supergrote bedrijven die meer en meer bepalen welke eentonigheid er op ons bord komt te liggen.
In de corona-periode leek het alsof wij goed konden overleven met de overheidssubsidies, maar zo eenvoudig was het niet. Nog tijdens onze eerste maand moesten wij van vandaag op morgen de deuren sluiten. Alles afgelopen. Er kwam geen enkele euro nog binnen. Die eerste maand kostte ons € 140.000 aan openstaande facturen, personeel, etc… Wij kregen toen € 4.000 steun van de overheid, maak dus zelf maar de rekening. En dan spreek ik nog niet over de doorlopende vaste kosten. Mensen vergeten snel, maar we zijn hier nog steeds bijkomende leningen voor aan het afbetalen.
Potentieel
Hoogstraten is een sterk merk. Het heeft zoveel troeven en volgens mij nog een geweldig potentieel. Hoogstraten is altijd bruisend gebleven in vergelijking met bijvoorbeeld Turnhout, waar men toch af te rekenen heeft met heel wat problemen. Door haar landelijke ligging heeft Hoogstraten zoveel te bieden, het is hier goed wonen, winkelen, schoollopen… maar alles kan altijd beter. Het idee van een stadsplein, wat mogelijk was bij de afbraak van de Tram, heb ik altijd ondersteund. Ik vond het jammer dat deze plannen niet door zijn gegaan, al begrijp ik wel dat zoiets realiseren voor een stad niet vanzelfsprekend is.
Maar het had naar mijn mening een groot deel van praktische problemen kunnen oplossen voor evenementen en de kermis. Het was een unieke kans waar je als stadsbestuur mee kan scoren voor de volgende driehonderd jaar. Zo’n marktplein in het hart van de stad is qua visibiliteit een ongelooflijke meerwaarde. Op een gegeven ogenblik moet je toch iets durven creëren, de stap zetten en daar mag heel wat geld tegenover staan. Schrijf het uiteindelijk af over 30, 40 desnoods 100 jaar, dat kost dan toch geen geld!? Kijk naar Antwerpen, hoe die stad, wijk na wijk, wordt aangepakt. Waar ze wel het lef hebben om een soort Central Park te creëren aan de Leopold De Waelplaats. Het vergt natuurlijk wel wat durf en lef. Hier was de privémarkt sneller met de aankoop van De Tram, maar ook hen is het gegund.
Over het verkeersvrij maken van de Vrijheid is al heel wat geschreven. Wat mij betreft ligt een deel van de oplossing toch vooral in het creëren van een ring rond Hoogstraten. Anders ga je het doorgaand verkeer nooit wegkrijgen. Maar let op met het verkeersvrij maken van de Vrijheid. Men stelt dat vaak nogal idealistisch voor, maar je moet toch ook het economisch aspect hiervan bekijken. Stel dat er dan nog een aantal winkels zouden verdwijnen, of een aantal horecazaken? Gaat men dan nog komen wandelen over de Vrijheid? En het is nu al niet makkelijk voor sommigen in de retail en de horeca, neem dat van mij aan.
Veranderen
Op dit ogenblik heeft Hoogstraten nog een aanzuigfunctie bij de omliggende gemeenten. Als men vlug een hapje wil gaan eten is er bij ons altijd wel iets open. Laat die gezelligheid nu net een grote troef zijn voor Hoogstraten. Ik hoop dat dit nog lang mag blijven. Loop maar eens op de Meir in Antwerpen na acht uur ’s avonds – dan is het daar doods, verlaten, je krijgt daar echt geen goed gevoel. Willen we dat in Hoogstraten? Hier is er nog een sociale controle van bewoners, uitbaters, fietsers,.. Ik denk dat Hoogstraten echt nog niet klaar is voor een exclusieve voetgangerszone. Hier moet je toch omzichtig mee omspringen. Ik geef het voorbeeld van Zwijndrecht, waar men twintig jaar geleden ook ging experimenteren. Heel het dorp werd opengegooid en heraangelegd, klap op de vuurpijl was dat de aannemer ook nog eens failliet ging zodat de werken extra lang duurden. Wat was het gevolg? De meeste ondernemingen gingen toen failliet...
Maar ik zie nog van alles veranderen. Ik denk dat we tussen dit en tien jaar niet meer zelf met de auto rijden. Velen denken van niet, maar ik dit zou wel eens sneller kunnen komen dan verwacht. De zelfrijdende auto is geen science-fiction. Je kan nu al van thuis uit een auto bestellen die je naar een bepaalde locatie of restaurant brengt. Als je dan klaar bent, duw je op de knop en de auto komt je terug oppikken. Op tien jaar tijd kan er veel veranderen. Twintig jaar geleden hadden we nog geen internet – nu bepaalt dat een groot stuk van ons maatschappelijk, economisch en sociaal leven. Het heeft er alle schijn van dat het AI-verhaal ook ons leven drastisch zal veranderen.
Memorabel
Bij het afsluiten van ons gesprek vertelt Ben nog enkele memorabele momenten uit zijn jonge leven. “Wij waren aanwezig toen Duitsland werd herenigd. Wij woonden toen in Berlijn en ik heb nog zelf stukken uit de muur gekapt.”
Of hoe hij als jonge snaak eind jaren negentig tijdens een avondje stappen in Belgrado in contact kwam met een Vlaamse dochter van krijgsheer Arkan tijdens de woelige oorlogsjaren in Servië. “Niet alleen mijn vader-ambassadeur was hier niet van op de hoogte, ook de Belgische Staatsveiligheid viel volledig uit de lucht. Of tijdens de tsunami in december 2004 toen wij in Bangkok woonden. Wij zijn met het ambassadepersoneel de slachtoffers gaan helpen op de vlieghaven van Bangkok. In heel die regio waren naar schatting 230.000 doden gevallen, wat dit tot de grootste natuurramp maakte uit moderne geschiedenis.”
Ook memorabel is een gemiste afspraak met president Obama. “Dat was toen we in Washington woonden. Zelf was ik toen druk bezig met de opstart van Le CirQ en kon me onmogelijk vrijmaken. Mijn ouders werden uitgenodigd op het Witte Huis bij de president. Later kwam er wel een bezoek aan het Witte Huis, zonder president. Toch wel spijt dat ik dat gemist heb.” (pm)