10 minute read
Maria Van Aelst en Frans Brosens, NSB Meerle - Hoogstraten
“Zeg niet dat het hier niet meer kan gebeuren!”
Maria Van Aelst en Frans Brosens, zijn niet alleen een echtpaar, ze zijn ook respectievelijk voorzitter en secretaris van de NSB Meerle-Hoogstraten (Nationale Strijdersbond van België). De zorg voor de gedachtenis en de herdenkingen van de beide wereldoorlogen zijn hen met de paplepel ingegeven. Hun beider vaders, gesteund door hun echtgenotes, Frans Van Aelst en Joke Vermonden en Ambroos (Broske) Brosens en Anna Bastijns, stonden mee aan de wieg van de huidige vereniging en zijn er penningmeester en voorzitter van geweest. Tenminste van de NSB zoals we die nu kennen.
Nog één graf
Frans doet het verhaal van de oud-strijders in ons dorp: “Na de eerste wereldoorlog, in 1919, werd het verbond VOS (Vlaamse Oud-Strijderbond) opgericht. Voor de gesneuvelden van Meerle kwam er naast de kerk een monument met daarop hun namen. Uit ons dorp zijn heel wat mannen ten strijde getrokken, waaronder 18 vrijwilligers. Er prijken ook 18 namen van gesneuvelden op het grafmonument van 1914-1918.
De oud-strijders kwamen jaarlijks bijeen op 11 november. Zij woonden een eucharistieviering bij en gingen dan in groep naar het monument, waar een bloemenkrans werd neergelegd. De burgemeester hield een korte toespraak en de fanfare speelde het Belgisch volkslied en de Vlaamse leeuw. Nadien luisterden de aanwezigen naar het Te Velde. Met een kort gebed eindigde deze viering.
Oud-soldaat Engelbert Aerts was de voorzitter. Ook alle oud-soldaten met hun echtgenoten woonden deze viering bij, evenals vele inwoners van Meerle samen met de kinderen van de lagere school en de leerkrachten. Nadien was er een feestmaal in hun lokaal “In de Bombardon“, bij Adriaan Van de Heyning. Maar de oud-strijders werden ook echt oud, de één na de ander verliet deze wereld. Zij werden begraven achter het grafmonument op het oude kerkhof. De laatste oud-strijder van WO I was Jules Van de Heyning. Hij overleed in 1982 op negentigjarige leeftijd.”
“Op dit ogenblik is er nog één graf over,” vult Maria aan, “dat van Jan Vermonden, mijn grootvader van langs moederszijde. Hij overleed in 1939. Het oorspronkelijke houten kruis, dat door de familie zelf geplaatst werd, was vergaan. De gemeente heeft er toen een zwart smeedijzeren kruis geplaatst, dat ooit van het Meerse kerkhof afkomstig was en in het magazijn bewaard werd.
Erepark
In 1947 werd de KNSB (Katholieke Nationale Strijdersbond) opgericht, later omgevormd tot NSB. De initiatiefnemers waren Constant Van Den Heyning als voorzitter en verder nog Albert De Roover, Hubert Claes, Maurits Gladinez en Frans Van Aelst (vlaggendrager). De vereniging regelde destijds de erkenningen voor de oud-strijders en de vergoedingen en tegemoetkomingen voor invaliditeit voor de oorlogsslachtoffers.
En er kwam ook een nieuwe vlag. Ook vele oud-strijders uit Hoogstraten sloten zich aan omdat de NSB daar niet van wal geraakte. In de statuten staat dat een lid uit Hoogstraten mag zetelen in het bestuur. Nadien nam Peer Van Aelst de leiding over. Later traden nog Karel Adriaensen en Jos Marijnissen als voorzitter aan.
Het gemeentebestuur bleef niet achter. Op het nieuwe kerkhof kwam een oorlogsmonument voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Daar werden op het erepark ook de oud-strijders, de oud-soldaten en de weerstanders begraven samen met hun echtgenotes. Maria: “Dat laatste is een verdienste van Arnold Van Aperen, die de vereniging altijd goed gezind geweest is en bijgestaan heeft. Op het erepark begraven worden, wil immers zeggen dat de graven nooit ontruimd zullen worden.”
Persoonlijk
Na Jos Marijnissen traden Maria en Frans aan. Ze werkten al langer mee achter de schermen. Gust van Aelst, broer van Maria, en Karel Govaerts van Hoogstraten vervolledigen het bestuur. Wat de vereniging nu vooral doet? Maria: “Het belangrijkste is de herdenking op 11 november aan de beide monumenten. We proberen daar altijd de Meerlese mensen en de verenigingen bij te betrekken.”
“En de families van de oud-strijders ook natuurlijk,” zegt Frans, “die gaat Maria elk jaar persoonlijk uitnodigen. Dat werkt veel beter dan een kaartje of een mail of een bericht in het parochieblad. Veel NSB-afdelingen kijken met verwondering naar hoeveel mensen bij ons de herdenkingen komen bijwonen. De gemeente zorgt steeds voor de bloemenkransen en draagt de kosten voor de kleine ontvangst die wij de aanwezigen aanbieden. In november kan een warme koffie deugd doen na een plechtigheid in open lucht!
Daarnaast vertegenwoordigen wij Meerle en Hoogstraten op vele herdenkingen in heel het land. Deze tijd (september-oktober) zijn dat er heel wat, dan wordt op veel plaatsen de bevrijding van 1944 herdacht. We zijn daar steeds met onze twee vlaggen. We geven ook aandacht aan de uitvaartplechtigheden van de echtgenotes van onze oud-strijders. Oud-strijders zelf zijn er niet meer, de laatste was Jan Huybrechts, die was 102. Nu blijven er nog enkele echtgenotes over. De 100ste verjaardag van Marie Mertens, de weduwe van Jan, hebben we uiteraard niet vergeten!”
Niet vanzelfsprekend
Het koppel komt op voor het belang van vrede. Onze jeugd lijkt zich daar minder van bewust. “Ja, die liggen van die oorlogen niet meer wakker hé. Die zijn er niet mee opgegroeid zoals wij. Onze ouders hebben het meegemaakt en wij hebben er altijd over horen vertellen.
Jongens van bij ons
Een kleine honderd jongemannen uit Meerle dienden tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Belgisch leger. Negentien jongemannen kwamen tijdens de ’Grote Oorlog’ om het !even. Een twintigtal Meerlenaren werden, zoals dat indertijd zo mooi omschreven werd, ’in bevolen dienst’ gewond. Minstens vier van hen zouden kort na de oorlog bezwijken aan opgelopen verwondingen of aan een aan het front opgelopen ziekte.
De meesten van de Meerlese gesneuvelden waren ongehuwd, enkelen waren wel gehuwd en hadden kinderen. Veel van hen waren boerenzonen of arbeiders, er waren evenwel ook bedienden, een zoon van de burgemeester en zelfs een priester/leraar onder de Meerlese gesneuvelden. Velen hadden voor het uitbreken van de oorlog wellicht nooit verder gereisd dan Antwerpen of Breda, maar enkelen van hen zouden ver van huis, in het zuiden van Frankrijk of Noord-Duitsland overlijden. Sommigen hebben zelfs geen gekend graf en zijn officieel vermist gebleven, wat het rouwproces van hen die achterbleven zeker niet gemakkelijker heeft gemaakt.
De dood van deze jongemannen liet een pijnlijke leegte na in Meerle. Wat bleef was de herinnering, die een houvast en wellicht ook troost bood na een vernietigend conflict dat zovele menselijke relaties had kapotgemaakt. Maar deze herinnering verloor in de loop der jaren veel van haar kracht en in feite zijn we vandaag de dag vergeten wie deze jongemannen waren. De steeds meer vervagende foto’s, een paar brieven en de namen op het oorlogsmonument zijn vaak de enige tastbare herinnering geworden die er nog van hen rest. Opdat u niet zou vergeten dat achter elke naam op het oorlogsmonument in Meerle een mens en een verhaal, sterker nog, een tragedie schuilt...
De namen van de gesneuvelden op het monument 1914-1918 in Meerle:
Adriaensen Jozef - Geb. 1894 - Gesneuveld in Moorslede in 1918
Aerts Petrus - Geb.1892 - Gesneuveld in Bellem in 1918
Braspenning Frans - Broeder Van Barmhartigheid, Broeder Anselmus, Geb. 1880 - Gesneuveld in Diksmuide in 1915
Broekmans Frans - Geb. 1892 - Gewond en overleden in Bellem in 1918
Faes Petrus - Geb. 1884 - Vermist in Stuivenskerke In 1914
Havermans Lodewijk - Geb. 1894 - Overleden aan de gevolgen van diverse verwondingen in De Panne in 1918
Jansen Jozef - Geb. 1878 - Overleden aan de gevolgen van gifgas in Meerle in 1923
Meeuwesen Adriaan - Geb. 1892 - Overleden in Faverges (F) aan de ziekte van de Ijzergrachten in 1919
Michielsen Louis - Geb. 1889 - Gesneuveld in Lo-Reninge in 1915
Raes Willem - Geb. 1883 - Overleden (vermoedelijk Spaanse griep) in Adinkerke in 1918
Van Gils Adriaan - Geb. 1895 - Gesneuveld in Adinkerke in 1915
Van Gils Albert - Geb. 1887 - Overleden in krijgsgevangenschap in Theessen (D) In 1918
Van Gils Jozef - Geb. 1886 - Gesneuveld in Reninge in 1915
Van Nueten Jozef - Geb. 1888 - Gesneuveld in Hansbeke in 1918
Van Tongerloo ‘John’ Frans Willem - Geb. 1892 - Gesneuveld in Ramskapelle in 1914
Verbunt Jan - Geb. 1887 - Gesneuveld in Moorslede in 1918
Verheyen Jozef - geb. 1886 - Overleden aan de gevolgen van gifgas in Meerle in 1923
Zegers Alfons - geb. 1892 - Overleden aan de gevolgen van diverse verwondingen in Dinard (Fr) in 1916
(Bron - Jan Huybrechts in een lezing in Meerle nav 100 jaar einde van WO I).
Dat het niet meer leeft bij de jongste generatie is ook omdat we ondertussen al heel lang in vrede leven. Zij hebben nooit moeten horen ‘eet uw bord leeg, ge moest de oorlog eens meemaken’. Ook de school in Meerle heeft bij de herdenkingen afgehaakt. We begrijpen dat, het is een vrije dag voor leerlingen en leerkrachten. Nochtans blijven wij het nodig vinden de mensen die voor die vrede gevochten hebben te blijven herdenken, hen het respect geven dat ze verdienen. En dat de vrede niet vanzelfsprekend is, zien we al anderhalf jaar op een dagreis van hier, in Oekraïne. Zeg niet dat het hier niet meer kan gebeuren!” (jaf)
Op zoek naar Meersel-Dreefse slachtoffers
1914-1918
Jozef, Adriaan en Albert VAN GILS hebben een herdenkingsplakkaat onderaan het H. Hart beeld in het Mariapark van Meersel-Dreef.
Een beetje een bijzonder geval is Alfons VERBAETEN geboren 1898 in Meerle. Dodelijk gewond door een geweerkogel en granaatscherven bezweek hij in het militair hospitaal te Hoogstade op 21.09.1916. Daar werd hij begraven op de militaire begraafplaats. Maar zijn naam komt niet voor op het monument in Meerle. In Meersel Dreef wonen nogal wat Verbaetens, en een van hen zocht Alfons zijn graf op in de Westhoek (zie foto). Zijn naam blijkt op het monument in Minderhout te staan.
1940 - 1945
De tweede wereldoorlog ligt minder dan een eeuw achter ons. Enige jaren geleden kwam er een Engels sprekende man in Meersel-Dreef, die alle plekken aandeed waar zijn grootvader tijdens de tweede wereldoorlog was geweest. Jammer genoeg is de identiteit en de contactgegevens van de kleinzoon verloren gegaan in een PC-crash. Mogelijk staat de grootvader van de Dreefse bezoeker op de groepsfoto van Canadese soldaten getrokken tijdens de tweede wereldoorlog voor café ‘In ’t Hof van Holland’ van P. Jochems-Noyens, maar zekerheid is hierover niet. Het is een tijdsdocument dat slechts nog voor enkelen onder ons een levende herinnering is, het gebouw zelf is nog duidelijk herkenbaar aanwezig in het straatbeeld, ondanks verbouwingen.
De wereld van SJAH