Tinneke Beeckman
© Johan Jacobs
Column
Tinneke Beeckman is filosofe en schrijfster.
Afscheid, een onmisbaar moment “Ik ben opgelucht dat mijn vader al vier jaar geleden in het rusthuis is overleden”, zei een vriendin tijdens de covid-19-pandemie aan de telefoon. “Hij moet dit tenminste niet meer meemaken.” Op die wrange ontboezeming wist ik even niet wat zeggen.
beperken. Natuurlijk waren er voorzorgsmaatregelen nodig om de pandemie in te dijken. Maar de richtlijnen uitgevaardigd door politici - op advies van virologen en experts - hielden weinig rekening met de psychische gevolgen van die maatregelen.
Deze samenleving heeft de voorbije decennia buitengewone technische en rationele vooruitgang gemaakt. Met indrukwekkende resultaten: langere levensduur, minder kindersterfte, hogere levenskwaliteit door remedies voor allerlei ongemakken. Toch heeft diezelfde samenleving het nog altijd moeilijk om met ziekte, lijden en dood om te gaan. De focus op het maakbare, behandelbare, controleerbare heeft ook een keerzijde: de omgang met het onverwachte, onvoorziene, oncontroleerbare is op de achtergrond geraakt.
Gedurende enkele maanden hebben mensen amper of geen afscheid kunnen nemen van stervende familieleden. Dat is een pijnlijke ervaring, want de laatste contacten en uitwisselingen zijn cruciaal. Niet alleen tussen mensen die goede, liefdevolle relaties hebben. Ook bij moeilijke relaties is het afscheid een onmisbaar moment. Soms worden toenaderingen mogelijk, omdat alle betrokkenen beseffen dat de tijd dringt. Zo’n afscheid maakt het rouwproces draaglijker.
Voor veel mensen zijn sterfelijkheid, dood en rouw al in rustige tijden moeilijk bespreekbaar. De voorbije jaren hebben praktijken zoals euthanasie het levenseinde meer op de voorgrond gebracht. Patiënten hebben meer zelfbeschikkingsrecht. Ze kunnen het afscheid bewust regelen, omringd door familie en geliefden. Het gemis is er niet minder om, de dood niet minder ongrijpbaar. Maar voor de overlevenden valt het rouwproces minder zwaar; ze lijden minder schuldgevoelens (omdat ze er niet bij waren), twijfels (over wat de persoon zou gewild of gedaan hebben) of berouw (dat ze nog iets hadden kunnen zeggen of doen).
In die periode van de lockdown werden begrafenissen zeer beperkt gehouden. Veiligheidsvoorschriften waren ook hier noodzakelijk. Maar opnieuw ging er weinig aandacht naar de impact van de regels. Alsof er geen taal meer is om te spreken over wat aan de cijfers, de statistieken en de verordeningen ontsnapt. Tijdens een begrafenisceremonie ontstaat er een innige verbondenheid tussen de aanwezigen, die samen afscheid nemen van de geliefde. Nadien volgt een maaltijd, een ander belangrijk symbolisch moment: het verbindt de overlevenden, die zonder de overledene verder moeten.
De families van mensen die tijdens de coronacrisis overleden, hadden minder geluk. Want zoals het deze samenleving betaamt, kwamen er meteen strenge regels, gericht op fysiek welzijn en overleven. De nadruk lag op de middelen om risico’s op besmetting te
58
| deMens.nu Magazine
Intussen is er een tweede coronagolf gekomen. Tot nu toe gelukkig met veel minder doden. Misschien volgt over enkele maanden nog een golf. Uit die voorbije maanden vallen alvast lessen te trekken: dat psychisch lijden geen bijkomstigheid is, naast fysiek lijden. Beide vormen van lijden verdienen aandacht en zorg.