dentista magazine voor het tandheelkundig team
2018 | 2
Thema: Ergonomie
Mondspiegels:
Flexie en reflectie Praktische en klinische toepassing
Rubberdam Ergonomisch werken met de loepbril
Hand- en polsklachten: rol van de handtherapeut
Gehoorbescherming bij tandartsen
De draad is volledig gecoat en heeft een afgeronde punt. Aangenaam en veilig in gebruik.
98% 98% van de draad is voorzien van filamenten. Volledig tot aan het handvat, voor een effectieve reiniging.
De flexibele hals op de kleinste maten zorgt voor een optimaal bereik.
Het ergonomische handvat zorgt voor een goede grip.
9 van de 10 Zweedse mondhygiĂŤnisten adviseren TePe interdentale ragers. Vraag een sample aan en ontdek waarom.
AD17119NL
www.tepe.com
dentista| Colofon Tandarts
Mondhygiënist
Assistent
dentista| Redactioneel
Praktijkmanager
Tandarts
Mondhygiënist
Assistent
Praktijkmanager
Dentista is een uitgave van Dentista Media en
Ab iove principium*
verschijnt 3 keer per jaar.
Redactie Ilko Alink, Joan Koele, Lies Ligtvoet
dentista Redactieadres
Dentista Media, Diamantstraat 8/502, 2200 Herentals, België Contact: Ilko Alink, ilko@dentista-magazine.be, Tandarts
Mondhygiënist
S
Assistent
+31(0)55-5223154
dentista
tilstaan is achteruitgaan. Maar wat is vooruitgang en hoe voelen we ons daarbij? Holt een mens -in dit geval een tandarts- zichzelf niet soms voorbij ten koste van eigen welbevinden en gezondheid? Praktijkmanager Tandarts Mondhygiënist
Een Dentista nummer over onderwerpen die er in het leven en de tandheelkunde wezenlijk toe doen. Dat is het doel dat wij elkaar gesteld hebben. Dus niet over scannen, DSD, L-PRF, toys for boys of exotische tandheelkunde maar over hoe aanpassing en toepassing van essentiële zaken en principes een wereld van verschil maken en meer vooruitgang kunnen betekenen, voor jou, je praktijk en je patiënt, dan dure high-tech.
Internet www.dentista-magazine.be Twitter: @dentistamag
Aan dit nummer werkten mee Jacqueline Bos-Huizer, Philippe Van Audenhove, Florine Bolderman, Stephane Browet, David Gerdolle, Olivia Putman, Els Tijskens, Marjolein Wind, Antoinette Swagerman - van Zutphen, Geert de Keersmaeker, Anna Berends van Loenen,
We houden onszelf de (mond) spiegel voor en zoeken naar het juiste beeld. Want beter zien is, zoals horen, een mensenrecht waarover dient gewaakt. We vinden de tandarts als bedreigde soort, alleen in zijn vijandig bio toop... verstoord door geluidsoverlast en watersnood, verplicht tot rare kronkels op krukjes die nek en schouders, rug en perineum kraken. Dus snellen we te hulp met licht en zicht, met extra handen, met dam en met muziek, want die verzacht de zeden... en de pijn van het bestaan.
MegabiteandCo Brussels.
Vormgeving LDB Production, Levin den Boer
Abonneren Dentista wordt in gecontroleerde verspreiding toegezonden aan tandartspraktijken in Vlaanderen. Een vast abonnement kost € 42,50 per jaar. Voor abonneren: www.dentista-magazine.be
Adreswijzigingen Per e-mail: info@dentista-magazine.be. Vermeld zowel uw oude als nieuwe adres.
Wij wensen je veel leesplezier toe,
Adverteren Joan Koele, joan@dentista-magazine.be,
Jacqueline Bos-Huizer en Philippe Van Audenhove Gasthoofdredacteuren
+31(0)6 – 477 859 78
Marketing
info@bbo-ergo.com en philippe@vanaudenhove.eu
Ilko Alink, ilko@dentista-magazine.be, +31(0)6 – 267 060 67
Druk Bariet ten Brink BV, Meppel
dentista
Tandarts
Mondhygiënist
Assistent
Praktijkmanager
©2013-2016 Dentista Media. Niets in deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Dentista Media of andere auteursrechthebbenden. Dentista Media kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de juistheid en volledig-
dentista
heid van alle in deze uitgave opgenomen teksten en beelden. Tandarts
Mondhygiënist
Assistent
Praktijkmanager
*Latijns spreekwoord. Vertaling: Alles begint bij Jupiter. Betekenis: Laten we met het belangrijkste beginnen.
dentista
3
Assist
dentista| Inhoud Tandarts
Tandarts
dentista 2
dentista
MondhygiĂŤnist
Assistent
Praktijkmanager
MondhygiĂŤnist
Assistent
Praktijkmanager
14 22
30
26
28
40
Inhoud
MONDSPIEGELS
8
FLEXIE EN REFLECTIE
RUBBERDAM 14
PRAKTISCHE EN KLINISCHE TOEPASSING
DE LOEPBRIL 22
BIJ GOED GEBRUIK GOED VOOR JE HOUDING
GEHOORBESCHERMING 28
GEERT DE KEERSMAEKER
ERGONOMISCHE ERVARINGEN 30
ELS TIJSKENS
DE TOETS, DE KAM, DE BARST, DE PLAYLIST 32
OLIVIA PUTMAN
HAND- EN POLSKLACHTEN 36
DE ROL VAN DE HANDTHERAPEUT
GEHOORBESCHADIGING DOOR ULTRASOON? 42
ONDERZOEK
EEN EFFICIËNTE SOLLICITATIEPROCEDURE 45
ZO DOE JE HET!
En verder Productnieuws 6 Team 26 Design in beeld 40
dentista
Tandarts
Mondhygiënist
Assistent
Praktijkmanager
MET LOTTAGO ALTIJD EEN HAND VRIJ VOOR UW SPIEGEL
L
ottago is een universele kaakondersteuning die zowel op de grote afzuigbuis als op de kleine speekselafzuiger past. Met Lottago heeft u een hand vrij voor de spiegel, omdat uw patiënt de afzuiger fixeert. Met de handige connector kunt u tussendoor uw 11 mm afzuiger blijven gebruiken. De kaakondersteuning is flexibel te plaatsen en eenvoudig van links naar rechts te verwisselen. Lottago is geproduceerd uit veilig, biocompatibel materiaal en vele malen herbruikbaar; 100% autoclaveerbaar. Er zijn 2 verpakkingsvarianten: LOTTAGO startset [2x Lottago / 2 connectors] LOTTAGO 4-pack [4x Lottago]. TIP: Lottago combineert uitstekend met Yirro-plus mondspiegel; zo werkt u niet alleen indirect maar ook blijft de spiegel vrij van spetters.
KAAKONDERSTEUNING MET GEÏNTEGREERDE AFZUIGING
Informatie: DHM Dental - Tel. +31(0)26 737 0367 - www.dhm-dental.com
AXIOM MULTI LEVEL: RESPECT VOOR DE BIOLOGIE EN OPTIMAAL VERSCHROEVEN
D
e trend in implantologie gaat steeds meer naar verschroefde constructies. Anthogyr lanceert met de inLink connectie een volledig nieuwe manier van verschroeven: divergenties kunnen makkelijk worden opgevangen, gehoekte schroefkanalen zorgen voor een ideale toegang, schroeven worden verwerkt in de gefreesde structuur voor meer eenvoud en zekerheid. Deze innovatie kan gebruikt worden met de klassieke Axiom Bone Level implantaten en de nieuwe Axiom Tissue Level implantaten. In beide gevallen is er sprake
van een “platform switch” en zorgt het “tissue favoured design” van de hals van het implantaat of het abutment voor een stabiele O-ring van zacht weefsel. Zo kunnen we de biologie goed ondersteunen en zorgen voor langdurig behoud van harde en zachte weefsels. De kracht zit in de eenvoud! Info: Anthogyr Benelux – Tel. (09) 32 17 308 – www.anthogyr.nl
ERGONOMISCH VERANTWOORD POLIJSTEN
Y
oung Dental is leverancier van polijstsystemen en wegwerp Prophy contrahoeken, met tientallen jaren expertise en ervaring op dit gebied. De nieuwste generatie van contrahoeken heeft een bijzonder smal ontwerp en een kleine, ronde kop. Het polijsten van tanden is daarom veel aangenamer voor patiënten en de tandarts bereikt plaatsen die voorheen nauwelijks bereikbaar waren. De DPA’s zijn beschikbaar in een
rechte versie of met een ergonomische hoek van 17 graden om spiervermoeidheid te verminderen. Het ergonomische, trillingsarme handstuk beschermt de hand en gewrichten. Voor de profylactische series Young Dental en Zooby zijn aantrekkelijke starterkits beschikbaar: bij aankoop van drie dozen Young Wegwerp Prophy contrahoeken, ontvangt u gratis een Young Proxeo handstuk. Klanten die een pak Zooby wegwerp Prophy contrahoeken kopen, ontvangen ditzelfde handstuk. Praktijken kunnen de producten ook gratis testen. Als u geïnteresseerd bent, ontvangt u een handstuk te leen en een monsterpakket van Young of Zooby DPA’s.
De starterkit van Young Dental
6
PRODUCTNIEUWS
dentista
De Zooby starterkit
De polijstcups zijn gemaakt van het speciale rubber van het bedrijf dat zich precies aanpast aan de contouren van de tand. Dit vermijdt spatten en zorgt voor een optimaal resultaat. Young Prophy Cups en de bijbehorende polijstpasta’s worden momenteel ook aangeboden. Informatie: www.youngdental.eu.
ANATOMICAL WEDGES
TABBED MATRICES
SMART WEDGEGUARDS
• Voorspelbare contactpunten • Uitstekende gingivale afdichting • Minder afwerking nodig
• Kameleoneffect voor natuurlijke kleuren • Plakt niet aan instrumenten
MANY SITUATIONS ONE SOLUTION
• Snelle en eenvoudige polijstbaarheid
• Alle etsmethoden, alle indicaties • Actieve vochtbeheersing, actieve spreiding binnen de caviteit en actieve tubulipenetratie • Bevat geen HEMA, TGDMA of bisphenol
• Het ongeëvenaarde bulkvulmateriaal: • Laagste krimpstress • Uitstekende hechting • Uniek zelfnivellerend karakter
Flexie en reflectie… Er is geen instrument dat we als tandheelkundigen méér gebruiken dan de mondspiegel, maar toch wordt er nauwelijks over geschreven, gepraat of nagedacht. Gezien het visuele aspect van ons werk zo bepalend is voor de kwaliteit van diagnose en zorg die we leveren, loont het de beschikbare optische hulpmiddelen te optimaliseren en dan beginnen we het best bij onze spiegeltjes. Kleine wijzigingen in werkwijze of instrumenten kunnen immers zonder grote investeringen enorm verschil maken in comfort en kwaliteit.
Jacqueline Bos-Huizer en Philippe Van Audenhove
H
et lijkt in de nevelen der tijd verloren gegaan te zijn wie ooit als eerste een mondspiegeltje gebruikt heeft maar het lijkt me waarschijnlijk dat het pas na het ontstaan van de kwikspiegels in de 19de eeuw is dat men intra-orale toepassingen heeft kunnen overwegen.
Wiens nek moet buigen? Iemand heeft destijds ‘ons’ mondspiegeltje ontworpen en uitgevonden en het is in al die tijd niet noemenswaardig veranderd. Uiteraard is het spiegelende laagje achterop het glas intussen aluminium geworden in plaats van een nikkel-kwik amalgaam. Maar de algemene vorm van het instrument is gebleven. Elk instrument dat wij gebruiken heeft twee aspecten. Een werkzaam aspect (waar dient het voor) en een ergonomisch aspect (hoe goed is het te gebruiken). Een mondspiegel had oorspronkelijk een dubbel werkzaam aspect: spiegelen om vlakken zichtbaar te maken die niet rechtstreeks te zien zijn én wang of tong opzij houden om zicht op of toegang tot delen van de mondholte te kunnen krijgen zonder je nek teveel te moeten buigen. Het ergonomische aspect werd bepaald door die twee taken: daardoor werd de hoek bepaald die het spiegeltje met het heft moest hebben. Onze tandheelkunde is geëvolueerd. Voor een mondonderzoek zijn de beide werkza-
8
me aspecten van het mondspiegeltje wel nog van toepassing maar bij restauratief of chirurgisch werk niet meer. Eens de rubberdam geïnstalleerd, dient onze mondspiegel enkel voor het spiegelen en moet de hoek van spiegel met heft vrij kunnen worden om ideaal zicht en ergonomisch comfort te geven. Idem bij bijvoorbeeld apicale chirurgie. Spiegeltjes met flexibele nek zijn gelukkig in de dentale handel te koop. Je kan ze individualiseren zodat je er ‘maakt’ voor onderkaak en bovenkaak, want herhaald sterk buigen geeft op termijn wel breuk (afbeelding 1 en 2). Zo zet je je mondspiegeltje helemaal naar je hand. Ze geven een enorm voordeel voor schouder, nek en arm van de behandelaar én betere zichtbaarheid op het werkveld voor de assistent (afbeelding 3-6).
Spiegelbeeld, vertel eens even Een spiegeltje van glas met achterop een spiegellaagje geeft ons altijd dubbel beeld: de reflectie op het glas plus die op het metaallaagje. Dat kan dus beter en zo’n 20 jaar geleden zal het merendeel van de tandartsen de rhodiumfrontspiegels wel ontdekt hebben. Die geven helderder en enkel beeld en zijn gemakkelijk in onderhoud. Vaatwasmiddel mag worden gebruikt om ze te reinigen maar ze verliezen wel helderheid door herhaald steriliseren (afbeelding 7 en 8).
dentista
1
2
3
afbeelding 1. Hahnenkratt SE-flex spiegeltje aangepast voor bovenkaak. ©Ph. Van Audenhove
afbeelding 2. Hahnenkratt SE-flex spiegeltje aangepast voor onderkaak. ©Ph. Van Audenhove
afbeelding 3 en 4. ‘Traditionele’ armpositie bij gebruik van de mondspiegel bij werken in de bovenkaak. ©Ph. Van Audenhove
5
6
afbeelding 5 en 6. Ontspannen, neutrale armpositie bij gebruik van een voorgebogen SE-Flex Hahnenkratt spiegeltje bij werken in de bovenkaak. ©Ph. Van Audenhove
7
afbeelding 7. Glasspiegeltje met reflecterende onderlaag. ©Ph. Van Audenhove
Maar er is beter. Spiegels gemaakt uit di-electrische lagen geven een spectaculair helderder beeld. Ze worden high-tech vervaardigd door opdamping van een complexe structuur van lagen Tantaliumpentoxide Ta2O5 en siliciumdioxide SiO2. Daarvan komen meerdere lagen in variërende oriëntatie en dikte op elkaar (fabrieksgeheim) wat een ultraheldere reflectie geeft. Ze zijn dan wel weer delicater in onderhoud omdat kalkresidu uit water er in brandt bij sterilisatie. Naspoelen dus met gedemineraliseerd water alvorens te steriliseren (afbeelding 9).
4
8
afbeelding 8. Rhodiumfront spiegel. ©Ph. Van Audenhove
Het verschil in beeldhelderheid is hoogst merkwaardig! Ze bestaan sinds kort ook in een volkomen naadloze versie in glasvezelversterkte vatting wat hygiënisch gezien een grote vooruitgang is. Alleen jammer dat ze vooralsnog niet met buigbare nek gemaakt worden.
Op naar het spiegelpaleis In de zoektocht naar beter zicht bij het tandartsenwerk werden ook vergrotende mondspiegeltjes ontwikkeld. Ze zijn ten onrechte nooit een echt een succes geworden. Voor wie optische vergroting zoekt
9
10
afbeelding 9. Rhodiumfront spiegel vs. Relax FS Ultra Hahnenkratt spiegel. Het verschil in helderheid is opmerkelijk. ©Ph. Van Audenhove
afbeelding 10. Normaal (links) vs. vergrotend SEflex Hahnenkratt Rhodium-frontspiegeltje (rechts). Onder een loepbril is het een welkome extra vergroting. ©Ph. Van Audenhove
dentista
9
11
12
afbeelding 11. Normaal (rechts) vs. vergrotend SEflex Hahnenkratt Rhodium-frontspiegeltje (links). Onder operatiemicroscoop blijft de vergroting, maar is de beeldvervorming meer uitgesproken en eerder storend. ©Ph. Van Audenhove
maar niet veel wenst te investeren zijn ze zeker een oplossing. Ook onder een loep bril geven ze dat comfortabele stapje extra. Onder microscoop krijg je er meer beeldvervorming door die ontstaat omdat je de spiegel vaak verder van de tand houdt (afbeelding 10 en 11).
Fog and mirrors …in tegenstelling tot ‘smoke and mirrors’ helaas geen illusie. In vroeger tijden had de tandartsinstallatie een vlammetje waarboven het spiegeltje kon worden voorverwarmd om aandampen in de mond te voorkomen. Geen idee waarom dat werd afgeschaft want aandampende spiegeltjes zijn dagelijks tandartsenleed, tezamen met mist van roterende instrumenten die zich op de spiegeltjes zet. Daar zijn dus door de jaren heen oplossingen voor bedacht waarvan de efficiëntste voorzeker de stoelassistent is. Die kan de spiegel continu droogblazen (zie de washed-field techniek verder in dit artikel), maar niet iedereen kan zich de luxe van four-handed werken permitteren. Welbekend is de roterende spiegel (elektrisch aangedreven) die alle druppeltjes wegslingert. Goed bedacht maar om verschillende redenen niet ideaal. (dik, lawaaierig, duur, valt stil bij contact met wang, tong, of rubberdam, geeft een trillend beeld en elk krasje wordt een cirkeltje). De Clasen-Uno aspiratiecanule met ingebouwde spiegel is een budgetvriendelijk alternatief. Hij kan met succes de spiegel min of meer vrij houden maar heeft als nadeel dat hij alle water en debris juist over de spiegel zuigt en dat de spiegel zelden juist daar moet staan waar de canule is. Werken hiermee kan enkel, mits grondig aanpassen van je routine een mogelijkheid is. (afbeelding 12).
10
afbeelding 12. Clasen-Uno canule. ©Ph. Van Audenhove
En toen kwam de Yirro-plus. Simpel, bedrijfszeker, geluidsarm en efficiënt. Een di-elektrisch spiegeltje met regelbare pers lucht-aansluiting waardoor een continue luchtstroom de spiegel droogblaast. Eenvoudig monteerbaar aan de installatie. Een must voor de praktijk. Probleem opgelost. Wachten is het nu enkel nog op di-elektrische Yirro-plus spiegeltjes met buigbare nek. Dat zou het beste van beide werelden zijn.
Spiegeltje, spiegeltje in mijn hand Er is geen maatregel in de tandheelkundige ergonomie, die zo onderschat wordt als het werken met een spiegel. Waar tandheelkundigen/mondzorgkundigen veelal op zoek zijn naar hulpmiddelen om het ergonomisch werken mogelijk te maken, wordt deze meest basale stap nogal eens vergeten. Zolang er niet op de spiegel gekeken wordt, zal ergonomisch werken een droom blijven, het is gewoonweg niet mogelijk. Een spiegel is nodig voor al die locaties die vanuit een neutrale lichaamshouding bij een goede plaatsing van de patiënt niet in beeld gebracht kunnen worden. Bij het werken met indirect zicht zijn twee aspecten van belang: 1. Het kunnen werken met indirect zicht: indien een tandheelkundige zich hier niet vertrouwd mee voelt, is training noodzakelijk. Deze maatregel heeft een hele hoge prioriteit in het totale scala van ergonomische maatregelen. Door meer met de spiegel te werken, verbetert de werkhouding en vermindert de fysieke belasting direct. Het trainen van het werken met indirect zicht, kan bij aanvang het best gedaan worden bij relatief gemakkelijke handelingen zoals het uitvoeren van een controle of het polijsten van het gebit; 2. Het mogelijk maken om met een spiegel
dentista
te werken op alle gewenste locaties in de mond zowel voor solo-werkers als voor four-handed werkers. Vooral solo-werkers ervaren het vaak als lastig om met een spiegel te werken. Wanneer tevens afzuiging nodig is, komen zij een hand te kort voor het vasthouden van de spiegel. Maar ook tandartsen die met assistentie werken ervaren ongemakken bij het werken met de spiegel; waar plaats je de spiegel en hoe houd je hem schoon? Hieronder volgt een beschrijving van practice-based maatregelen die het werken met een spiegel mogelijk maken. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen solo-werkers en four-handed dentistry. Werken met spiegel binnen four-handed dentistry Wanneer met vier handen gewerkt wordt, is er de mogelijkheid om te werken met de zogenaamde ‘washed-field’ techniek. Hierbij kan de behandelaar met indirect zicht ongestoord boren, omdat de assistent met de meerfunctiespuit de spiegel van de behandelaar droogblaast en/of schoonspoelt. Het zicht is daardoor rustig en helder, en de behandelaar komt niet meer in de verleiding om het werkveld even met direct zicht te bekijken met ongunstige werkhoudingen ten gevolg (afbeelding 13).
13
afbeelding 13. Ongunstige werkhouding bij werken met direct zicht
Bij het werken met washed-field zijn er spelregels om ervoor te zorgen dat alle instrumenten een plek kunnen krijgen in de mond. De spelregels zijn als volgt (afbeelding 14): 1. Eerst plaatst de assistent de afzuiger in de mond; 2. Dan plaatst de tandarts de spiegel in de mond; 3. Vervolgens plaatst de assistent de meerfunctiespuit, het is de bedoeling dat de
lucht/waterstroom zoveel mogelijk parallel is aan het oppervlak van de spiegel. Het is niet nodig om hier haaks op te staan; 4. Tot slot plaatst de tandarts de boor.
14
afbeelding 14. Werken met washed-field ©Ph. Van Audenhove
Op deze manier ontstaat een kort moment van goede voorbereiding alvorens te werk te gaan. Uiteraard is een check van de lichaamshouding hierbij ook van belang. Als de assistent niet gewend is aan deze techniek, kan dit bij aanvang inspannend en vermoeiend zijn. Het voordeel voor de tandarts lijkt een nadeel voor de assistent te geven. Dat mag natuurlijk niet het geval zijn. Ook hiervoor geldt dat een leercurve doorlopen moet worden om het werken met washed-field eigen te maken. Overigens is deze techniek alleen mogelijk indien de meerfunctiespuit onder handbereik van de assistent aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld door bevestiging van een eigen meerfunctiespuit voor de assistent aan de afzuigunit. Of een meerfunctiespuit bevestigd aan de assistent zijde van de zweepunit. Werken met spiegel voor solo-werkers én four-handed dentistry Allereerst is er een aspect van het spiegelgebruik dat niet uit het oog mag worden verloren. De spiegel wordt ook vaak gebruikt om de tong cq wang af te houden. Hierbij moet doorgaans veel kracht geleverd worden. In het four-handed werken wordt dit gedaan door de tandarts en/of door de assistente met de afzuiger. In het solo-werken wordt dit door de behandelaar zelf gedaan, en is de spiegel die een tong of wang moet afhouden, doorgaans niet meer beschikbaar om op te kijken. Het leveren van deze krachten kan voorkomen worden door te werken met mondspreiders. Dit is een hele eenvoudige manier en scheelt veel belasting van de handen en armen. Er zijn diverse in de praktijk goed bruikbare
dentista
11
mogelijkheden hiervoor beschikbaar, denk aan het werken met rubberdam of bijvoorbeeld de OptraGate mondspreider (afbeelding 15).
15
afbeelding 15. Werken met mondspreider Optragate
Werken met spiegel voor solo-werkers Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden die hun effect hebben bewezen in de praktijk. Voor elke mogelijkheid geldt, probeer het op een rustig moment uit, bijvoorbeeld bij die patiënt die hier graag even aan meewerkt, of nog prettiger met een collega of familielid in de stoel. Dit geeft de rust die nodig is om een nieuwe maatregel uit te proberen zonder het gevoel te hebben de patiënt tekort te doen. Kleine afzuiger in mondhoek Voor het werken met ultrasoon, is een goed werkbare oplossing om de kleine afzuiger in de mond te hangen. Daarnaast is het van belang kritisch te kijken naar de afstelling van de hoeveelheid water van de ultrasone reiniger: te weinig water geeft onvoldoende koeling, maar teveel water bemoeilijkt het werken met de spiegel. Stel de hoeveelheid waterafgifte zo in dat er niet meer wa-
tertoevoer is dan noodzakelijk. In de praktijk kun je grotendeels gemakkelijk werken op deze wijze, waarbij je soms, wanneer je ziet dat de mond volloopt, de grote afzuiger erbij pakt om een moment extra af te zuigen. Kost dat extra tijd? Ja, dat kost een klein beetje extra tijd. De winst zit hem in hoe je je voelt aan het einde van je werkdag. Isolite Het Isolite systeem is vergelijkbaar met het werken onder rubberdam, maar voorziet tevens in afzuiging en verlichting in de mond. De Isolite is gemakkelijk in de mond van de patiënt te plaatsen. De patiënt krijgt een bijtblok in de linker of rechter zijde van de mond, en het rubber lapje komt in de mond en is voorzien van openingen voor de afzuiging. De verlichting in de mond geeft enorm veel comfort voor de tandheelkundige. Voor het werken met Isolite moet een voorziening worden aangebracht aan de afzuigunit.
Houd jezelf een spiegel voor Zoek je oplossingen in allerlei hulpmiddelen en maatregelen voor beter zicht en ergonomie? Bedenk je eens hoe vaak je daadwerkelijk op je spiegel kijkt. Naast de kwaliteit van de spiegel, de buigbaarheid van de schacht en het scheppen van voorwaarden om werken met de spiegel mogelijk te maken, is veelal training nodig om optimaal spiegelgebruik te bereiken. Start aanvankelijk in eenvoudige situaties, zoals men bij pianospelen ook niet direct met Bach begint. En naarmate de vaardigheden uitbreiden, zal je nek minder buigen.
Jacqueline Bos-Huizer,
Philippe Van Audenhove is algemeen
bedrijfsoefentherapeut en ergonomisch
tandarts, M.Sc. KULeuven 1982. Samen
adviseur, richtte in 2005 BBO-ergo
met zijn dochter Rebecca runt hij Tand-
op. BBO-ergo verzorgt ergonomisch
artsenpraktijk Van Audenhove in Dessel
onderzoek, participeert in
(B). Hij werkt van bij de start met fulltime
wetenschappelijk onderzoek, verzorgt ergonomische training
stoelassistentie four handed, sinds 1990 met loepenbril, sinds
op de werkplek en begeleidt bij het inrichten of aanpassen
2003 met operatiemicroscoop. Kwaliteit en ergonomie zijn voor
van werkplekken voor tandartsen, medische specialisten
hem hoofdzaak. Hij startte mee de allereerste opleidingen voor
en dierenartsen. Jacqueline spreekt (inter)nationaal over
tandartsassistenten in België. Als medestichter van ESMD
tandheelkundige ergonomie voor alle specialismen van de
(European Society of Microscope Dentistry), waarvan hij 7 jaar
tandheelkunde en de mondzorg. Jacqueline’s missie is mensen
President was en momenteel Treasurer, organiseerde hij 5 inter-
een gezonde werkwijze aan te leren. Vanuit haar achtergrond
nationale congressen in verschillende Europese steden.
als oefentherapeut is ze in staat om een comfortabele, gezonde
philippe@vanaudenhove.eu
en efficiënte manier van werken aan den lijve te laten ervaren. info@bbo-ergo.com
12
dentista
by DHM-dental
UHR
Ultra Hoge Reflectie
Extra Protectie Coating
ultiem helder zicht
noSPOT technology
noSPOT technologie
User Centered Design
Airflow Optie
“... in de moderne tandheelkunde met hoog nivo vergroting, draait alles om zicht ... een schone spiegel is onmisbaar: voor de juiste ergonomie, voor de kwaliteit van je werk, voor je patient, voor je comfort ... het Yirro systeem biedt een uitgekiende oplossing ...” Mark Friedman, Friedman Dentistry, Encino, CA - USA
rhodium vs UHR reflectie
“... het zekeren van het beeld bij microscooptandheelkunde is een groot probleem. Het is prima dat de assistent de spiegel schoonblaast, maar ‘t beïnvloedt wel de afzuiging van de patiënt. Met de Yirro-spiegel blijft mijn blikveld scherp en kan ik me beter concentreren op de procedure. De heldere spiegel is een ‘must-have’ ... “ Kousuke Itou, microdentist, Fukuyama, Japan “... sinds ik de Yirro mondspiegel gebruik, hoef ik bij indirect werk niet langer aldoor mijn spiegel schoon te vegen - ik houd helder zicht op mijn werk en ben sneller klaar dan voorheen. Behandelen in de bovenkaak is nu geen extra belasting meer ...” Saskia Uilenberg te Renkum, NL - algemeen tandarts
zonder airflow vs met airflow
www.dhm-dental.com
Pompen of verzuipen….
Of ‘gewoonweg’ rubberdam?! Het gebruik van rubberdam is niet zo wijdverbreid als men zou verwachten. In dit artikel belichten de schrijvers niet alleen de essentiële criteria voor voorspelbaar isoleren, zij bespreken ook een isolatiestrategie volgens een stap-voor-stap procedure. Hiermee zouden tandartsen de meest voorkomende hindernissen kunnen vermijden en het isoleren, zelfs in extreem moeilijke klinische situaties, kunnen optimaliseren.
Stephane Browet en David Gerdolle
I
14
soleren kan besmetting door vocht, bacteriën, speeksel en bloed in het operatiegebied voorkomen. De alternatieven voor een rubberdam isoleren slechts gedeeltelijk en geven onvoldoende retractie van weke delen. Dit artikel belicht de praktische en klinische toepassing van een rubberdam. Speciale aandacht wordt besteed aan een duidelijk protocol en duidelijke strategie en de rol van vergroting. Omdat isoleren bij diepere caviteiten moeilijker is - het venijn zit in de details - is het, vooral in dit verband, de hoge vergrotingsfactor die isoleren vergemakkelijkt. Of het gebruik van een rubberdam bij restauratieve tandheelkunde wetenschappelijk onderbouwd is, valt buiten het bestek van dit artikel. (Int J Esth Dent 2017;12;172-185)
Als we kijken naar de belangrijkste obstakels die systematisch verhinderen dat tandartsen een rubberdam gebruiken, zien we dat veel drempels gerelateerd zijn aan communicatie, tijd, geld en vooroordelen, die op zich allemaal weer nauw gerelateerd aan elkaar zijn (Figuur 1).
Na meer dan 20 jaar rubberdam gebruikt te hebben in de klinische praktijk, stellen de schrijvers dat er drie essentiële zaken zijn die zorgen voor succesvol isoleren: het materiaal, de strategie en de techniek. Over het geheel genomen moet gestreefd worden naar vereenvoudiging van techniek en werkwijze om verzekerd te zijn van een beter voorspelbare uitkomst.
Materiaal
1
Rubberdam Ondanks het feit dat een groeiend aantal tandartsen een latexvrije rubberdam gebruikt, hebben de latex versies nog steeds de beste eigenschappen voor voorspelbaar isoleren. Voor zowel een latex als een latexvrije rub-
dentista
berdam heeft zwaarder materiaal de voorkeur, het geeft de beste retractie van de zachte weefsels en papilla. Een dunne rubberdam is interproximaal eenvoudiger aan te brengen maar scheurt sneller. Hij laat zich onder spanning makkelijker wegtrekken van het cervicale gebied. Dunnere versies, zoals medium of dun, moeten alleen gebruikt worden voor het isoleren van slechts één tand. Lichtblauw rubberdammateriaal vergroot de helderheid van het operatiegebied aanmerkelijk, hetgeen ook op de foto’s duidelijk zichtbaar is. Gaatjestang De gaatjestang moet een perfect gaatje kunnen leveren. Daarom dient een onbeschadigde gaatjestang te worden gebruikt. De gaatjestang moet altijd gebruikt worden met de pin centraal boven de perforatie, terwijl men stevig drukt om tenslotte de rubberdam over de pin te trekken om zo het gaatje tot stand te brengen. Frame Het frame wordt bij voorkeur bovenop de rubberdam geplaatst (aan tandartszijde) zodat het beschikbaar blijft om floss ligaturen aan te bevestigen en onder spanning te houden (Figuur 2a en b). U-vormige, metalen frames zijn zeer efficiënt. Ze kunnen op de normale wijze of omgekeerd gebruikt worden, al naar gelang de nood aan verankering van ligaturen.
2a
2b
Figuur 2a en b. Spanning op de ligaturen. Wanneer het metalen U-vormige frame opzettelijk ondersteboven geplaatst wordt, biedt dit bevestigingspunten voor ligaturen voor extra gingivale retractie in apicale richting.
Klemmen Er is geen klemkit die voldoet aan alle criteria voor de grote verscheidenheid aan situaties in de praktijk. Specifieke klemmen hebben nut in bepaalde situaties. De belangrijkste delen van een klem zijn de boog, de bevestigingspunten en de laterale (en mogelijk anterieure) zijkanten. De klemboog geeft vooral stijfheid en moet bij voorkeur dik en breed zijn. De klempunten moeten houvast vinden onder de grootste contourlijn en de tand op vier punten raken. De laterale zijkanten van de klem maken het mogelijk de klem in de rubberdam te bevestigen (aan tandartszijde), terwijl de anterieure zijkanten de rubberdam uitspreiden om te voorkomen dat hij verstrikt raakt tussen de klempunten en de tand. Ook klemmen zonder zijkanten kunnen in de rubberdam vastgemaakt worden met de boog aan tandartszijde, terwijl de tang de klem vasthoudt aan de zijde van de patiënt. Zo kan de rubberdam als een parachute omhoog gehouden worden tijdens het plaatsen van de klem. De meest distale klem weerstaat de tractie van de rubberdam richting het frame. Elders in het geïsoleerde kwadrant kunnen extra klemmen lokaal gingivale retractie bieden. Tang Dit instrument moet snel en veilig een klem kunnen plaatsen zonder dat de klem mesiodistaal in de tang kan draaien. De ideale tang moet nog uitgevonden worden. Flossdraad In de eerste plaats wordt flossdraad gebruikt om de rubberdam tussen de tanden door te trekken. Een floss ligatuur helpt om de rubberdam te stabiliseren in de sulcus, Deze inversie van de rubberdam in de sulcus maakt fundamenteel deel uit van de isoleerprocedure. Gewaxte, ronde floss met een grote diameter is ideaal om door de proximale contacten te gaan. Vooraf moeten de contactpunten alleen met floss getest worden. Als de flossdraad er doorheen gaat, dan zal de zware rubberdam daar ook doorheen kunnen. Zoniet, dan moeten de proximale vlakken gladder gemaakt of gescheiden worden. Het is niet nodig een smeermiddel te gebruiken, een kleine laag speeksel volstaat om de rubberdam glad over de oppervlakten te laten gaan. De doorgang moet stukje bij beetje gaan, zoals een vel papier door een printer gevoerd wordt. Flossdraad met een grote diameter moet door het proximale gebied
dentista
15
3a
3b
3c
3d
3e
Figuur 3. Een voorbeeld van een proximale doorgang tussen twee premolaren. Als de rubberdam onder buccopalatale spanning geplaatst wordt, ziet de tandarts welk tandoppervlak het minst bedekt is (in dit geval de eerste premolaar). Flossdraad met een grote diameter wordt geleidelijk tussen de twee tanden geschoven met voortdurende druk op het occlusale oppervlak en dan tegen het distale oppervlak van de eerste premolaar. Op deze manier drukt men de tand naar mesiaal en opent men contact zodat een enkele dikte rubberdam er doorheen geleid kan worden (a en b). De rubberdam moet stukje bij beetje langs het contactpunt gaan, net zoals een vel papier door de printer gevoerd wordt (c en d). Deze beweging moet waarschijnlijk meerdere malen herhaald worden om geheel voorbij het contactpunt te raken (e).
gaan, beginnend bij een vrij occlusaal of incisaal oppervlak. Daarna moet de floss draad naar beneden getrokken worden langs het corresponderende vrije oppervlak. Op deze manier kan de tandarts de beoogde tand scheiden van het buurelement en er steeds eenzelfde dikte rubberdam door laten gaan. Vaak moet deze procedure herhaald worden totdat het hele rubberdambrugje tussen beide perforaties onder het contactpunt gebracht is. Tussen deze herhaalde handelingen in moet de flossdraad horizontaal tussen de interdentale ruimte uit getrokken worden, om te vermijden dat de rubberdam weer vanuit
het contactpunt omhoog komt (Figuur 3). Voor eenvoudige ligaturen heeft dunner gewaxt flossdraad de voorkeur. Een plattere, ongewaxte Teflon flossdraad is ideaal voor dubbele ligaturen, omdat het een glad glijden van de twee lussen mogelijk maakt terwijl de knoop rond de tand aangetrokken wordt. Dubbele zelf spannende ligaturen geven meer gingivale retractie dan de enkele ligaturen. Retractiedraad Retractiedraden zorgen voor verticale retractie (apicaal). Deze worden meestal toe-
4
Figuur 4. Het gebruik van gingivale retractiedraad. Een enkele ligatuur wordt standaard geplaatst op de hoektand om de rubberdam in de sulcus te plaatsen. De rand van de distale caviteit blijft echter op hetzelfde niveau van de rubberdam, waardoor het verwijderen van de composiet bemoeilijkt wordt. Een ongeïmpregneerde retractiedraad wordt in de sulcus geplaatst en drukt de rubberdam mee naar apicaal. De diameter van de retractiedraad maakt bovendien horizontale retractie mogelijk, waardoor de rubberdam van de rand van de caviteit weggehouden wordt.
5
Figuur 5. Het gebruik van Teflon tape. Voorafgaand aan elke preparatie komen enkelvoudige ligaturen op de buurelementen om ervoor te zorgen dat de rubberdam in de sulcus belandt. (teeth 23, 25, 27). In dit geval krijgen de te behandelen tanden (24 en 26) een dubbele ligatuur voor nog meer gingivale retractie. Teflon tape wordt aangebracht na verwijdering van de oude restauraties. De banden Teflon worden gevouwen om meervoudige diktes te creëren en bovenop de dubbele ligaturen in de sulcus geplaatst om maximale horizontal en verticale weefselretractie te verkrijgen zodat cariës efficiënt verwijderd kan worden. Vergeleken met retractiedraad, is Teflon tape flexibeler in gebruik, omdat het geplaatst kan worden in verschillende diktes en lagen met een enkel stuk tape.
gevoegd als een extra retractiemiddel, na het vastleggen van de ligatuur. De te kiezen diameter is afhankelijk van de sulculaire anatomie en de mate van de gewenste retractie (Figuur 4). Teflon tape (polytetrafluoroethyleen- PTFE) PTFE wordt op veel manieren gebruikt in de tandheelkunde, vooral als tape. Het heeft buitengewone anti-kleef eigenschappen, omdat het in zo goed als geen oplosmiddel oplosbaar is en het kan tot 260°C in de autoclaaf. Tijdens het isoleren kan men er extra gingivale retractie mee bewerkstel-
ligen, zowel verticaal als horizontaal. De mechanische eigenschappen maken vouwen en nogmaals vouwen van meerdere lagen tape mogelijk, terwijl het volume en de richting van de retractie gemoduleerd wordt. Daarom prefereerden de schrijvers in veel gevallen Teflon tape boven retractiedraad. Teflon is hydrofobisch en niet poreus, in tegenstelling tot retractiedraad. (Figuur 5) Teflon wordt geplaatst nadat de rubberdam in de sulcus gestopt is. Als er een ligatuur nodig is, wordt Teflon bovenop de ligatuur geplaatst. Dit helpt ook tegen mogelijke gingivale bloeding, alleen maar door druk uit te oefenen op de weefsels. Perforaties De diameter en de positie van de perforatie is essentieel om een afsluiting in het operatiegebied te bewerkstelligen. Gewoonlijk vereist de tand die distaal de klem houdt de grootste perforatie. Dit perforatiegaatje moet voldoende opgerekt kunnen worden om langs de boog en/of de laterale zijkanten van de klem te gaan (afhankelijk van de gebruikte techniek). Voor alle andere elementen die geïsoleerd moeten worden, raden de schrijvers een zo klein mogelijke diameter van het perforatiegat aan. Dit vergemakkelijkt een strakkere cervicale positie dichtbij de wortel, terwijl de afstand tussen twee gaatjes vergroot en dat helpt de interdentale papillae te bedekken. In het algemeen kan het gebruik van een sjabloon helpen om de algehele positie van de perforaties te bepalen. Desondanks moet deze standaard situatie erg vaak gewijzigd worden. Om de juiste ruimte tussen de perforaties zo voorspelbaar mogelijk te krijgen, worden referentiepunten genomen bij het cervicale gebied en niet op de punten van de tandknobbels of snijranden (Figuur 6). In het kort: het plaatsen van de rubberdam in de sulcus is essentieel. Eerst moet het latex in de sulcus geplaatst worden, hetgeen op verschillende manieren bewerkstelligd kan worden. Hoe dan ook, ligaturen, retractiedraden of Teflon tape worden altijd als tweede geplaatst, bovenop het latex. Indien ligaturen, retractiedraden of Teflon tape vóór het plaatsen van de rubberdam geplaatst worden, zou de sulcus al bezet zijn en zou de rubberdamplaatsing niet meer mogelijk zijn.
dentista
17
6a
6b
6c
6d
6e
Figuur 6. Perforaties met de juiste ruimte. Tand 16 moet behandeld worden. Pre-operatieve radiografie laat distaal een beperkte inter-radiculaire afstand zien, terwijl er aan mesiale zijde meer ruimte bedekt moet worden (a). Een standaard sjabloon toont de standaard ruimte (b en c). De uiteindelijke perforatieplek wordt in relatie daarmee bepaald met de informatie uit radiografische opnames en klinische beschouwing van de mond (d). Hier is door de gedraaide eerste molaar en een grote mesiale holte zelfs nog meer ruimte ontstaan tussen tand 15 en 16, terwijl tussen tand 16 en 17 (d en e) een normale afstand zit.
Strategie en techniek In het posterieure gebied: de combinatie van rubberdam en matrix In het posterieure gebied kan de combinatie van efficiĂŤnt isoleren met matrixplaatsing een hele uitdaging zijn, vooral in complexe en diepe caviteiten (Figuur 7).
18
In anterieure en cervicale gebieden: de combinatie van rubberdam en extra klemmen. In het anterieure gebied, speciaal wanneer toegang tot het cervicale gebied is vereist, zijn de isoleerstrategie en de overeenkomstige gingivale retractietechniek doorslaggevend voor een positief resultaat (Figuur 8 en 9).
dentista
7a
7b
7c
7e
7f
7d
7g
Figuur 7. Rubberdam, matrix en subgingivale distale cariës. Tand 47 met diepe subgingivale distale cariës (a).Vitale tand. Een conventionele benadering zou kroonverlenging zijn, endodontische behandeling, opbouw en kroon. Wij volgen een minder invasief en goedkoper pad, met kortere behandelingstijd: een gekleefde keramische restauratie met distale randelevatie. De vierde kwadrant wordt geïsoleerd, waarbij men ervoor moet zorgen een zo nauw mogelijke klem te kiezen (Ivory 2A), zodat de vier punten stevig gestabiliseerd kunnen worden op cervicaal niveau en het distale gebied vrijkomt. Het naar voren stekende profiel van de gekozen klem moet ook enigszins horizontaal zijn om een betere toegang te verkrijgen tot het aangetaste distale oppervlak (b en c). Cariës wordt verwijderd. De extreem diepe cervicale cariës laat niet toe nauwkeurig af te drukken of een indirecte restauratie juist aan te passen. Daarom wordt de distale rand naar coronaal verplaatst met behulp van composietmateriaal. Het matrixen van een dergelijke caviteit is delicaat door de aanwezigheid van de klem. Het gebruik van een matrixsysteem als AutoMatrix (Dentsply) kan overwogen worden. Daartoe moet de klem moet licht geopend worden om de matrixband tussen tussen de klem en de tandcontour te laten gaan. Risicovol. Een andere optie is om de AutoMatrix eerst te plaatsen en pas daarna de rubberdam erover te plaatsen. Maar cariës verwijderen met de matrixband ter plaatse is niet evident en bij deze techniek sluit de rubberdam niet aan op het worteloppervlak. In deze gevallen gaat onze voorkeur uit naar een matrixhouder na rubberdam plaatsing. Dat zou geen belemmering voor de klem moeten zijn en het straktrekken ervan zorgt voor een tractie tegen de distale caviteitencontour (d en e). Een postoperatieve radiografische opname toont goede aanpassing van het composietmateriaal. Klinisch gezien is de distale rand nu naar coronaal verplaatst tot een ietwat subgingivale positie. afdrukname en bonding van de keramische restauratie zijn eenvoudig in deze omstandigheden, als je het juiste protocol volgt (f). Een postoperatieve radiografische opname toont de juiste pasvorm en profiel (g).
8a
8b
8c
dentista
Figuur 8. Rubberdam en veneers in een eenvoudige situatie. Voor deze klinische situatie in de onderkaak werd rubberdam geplaatst nadat een groot gedeelte van de preparatie al uitgevoerd was, maar met een dubbel doel: goed isoleren gedurende IDS (immediate dentin sealing) en voor een nauwkeurige afwerking van de preparaties (a). Het werkt makkelijker indien een klem vermeden kan worden. Met dit in gedachten worden eenvoudige ligaturen geplaatst en onder spanning gezet door ze aan het frame te bevestigen (b). Bij de bonding werd een vergelijkbare techniek gebruikt (c).
19
Verwijzingen 1. Raskin A, Setcos JC, Vreven J, Wilson NH. Influence of the isola-
9a
9b
9c
9d
tion method on the 10-year clinical behavior of posterior resin composite restorations. Clin Oral Investig 2000;4: 148–152. 2. Mathias P, Rocha V, Saraiva L, Cavalcanti AN, Azevedo JF, Paulillo LA. Intraoral environment conditions and their influence on marginal leakage in composite resin restorations. Acta Odontol Latinoam 2010;23: 105–110. 3. Kameyama A, Asami M, Noro A, Abo H, Hirai Y, Tsunoda M. The effects of three dry-field techniques on intraoral temperature and relative humidity. J Am Dent Assoc 2011;142: 274–280. 4. Heintze SD, Rousson V. Clinical effectiveness of direct class II restorations – a meta-analysis. J Adhes Dent 2012;14: 407–431.
9e
5. Cajazeira MR, De Sabóia TM, Maia LC. Influence of the operatory field isolation technique on tooth-colored direct dental restorations. Am J Dent 2014;27: 155–159. 6. D audt E, Lopes GC, Vieira LC. Does operatory field isolation influence the performance of direct adhesive restorations? J Adhes Dent 2013;15: 27–32. 7. Saraiva LO, Aguiar TR, Costa L, Cavalcanti AN, Giannini M, Mathias P. Influence of intraoral temperature and relative humidity on the dentin bond strength: an in situ study. J Esthet Restor Dent 2015;27: 92–99. 8. Mala S, Lynch CD, Burke FM, Dummer PM. Attitudes of final year dental students to the use of rubber dam. Int Endod J 2009;42: 632–638. 9. Stewardson DA, McHugh ES. Patients’ attitudes to rubberdam. Int Endod J 2002;35: 812–819.
Figuur 9. Rubberdam en veneer in een complexe situatie. Voor een enkele veneerbonding op tand 11, is voor een vlinder klem (Hu-Friedy 212) gekozen vanwege zijn goede stabiliteit. Deze klem kan de rubberdam achter de meest apicale restauratiegrens duwen.(a). Ter hoogte van de punten, raakt het latex het worteloppervlak nog niet, dus is er risico op lekkage gedurende de procedure. Om dit op te lossen moet begonnen worden met een enkele ligatuur rond de klem. Wrijving brengt de rubberdam steeds dichter naar het worteloppervlak en verbetert de zichtbaarheid (b). Duidelijk zicht op de buccale preparatiegrens maakt het mogelijk de rand na bonding nauwkeurig glad te krijgen (c). Wanneer de rubberdam verwijderd wordt, is de weefselretractie zichtbaar (d). Postoperatieve beoordeling na 2 weken toont dat de druk op het gezonde weefsel niet tot schade heeft geleid (e). [Ceramist: Patrick Schnider, Oral Design Montreux]
Conclusie
Stephane Browet, DMD Private Practice, Brussels, Belgium David Gerdolle, DMD, MSc Private Practice, Montreux, Switzerland
Dit is een beknopte versie van het artikel dat eerder verscheen in het International Journal of Esthetic Dentistry (2017;12;172-185).
20
De klinische benadering die in dit artikel gepresenteerd wordt, met verschillende klinische voorbeelden, toont de essentiële elementen die nodig zijn voor een bevredigende isoleertechniek, zelfs in uitdagende situaties. De gekozen materialen, de manier van werken en de beschreven technieken zijn allemaal even belangrijk. Veel stappen in de isoleertechniek vereisen visuele bevestiging. Dit is gemakkelijker te bewerkstelligen met apparatuur zoals een loep of een operatiemicroscoop. De klinische foto’s laten duidelijk zien dat veel van de tandheelkundige handelingen tijdens
het isoleren nauwkeurigheid en controle vereisen. Als basisprincipe geldt dat tandartsen moeten streven naar eenvoudige procedures die door veel tandartsen uitgevoerd en herhaald kunnen worden, in plaats van ingewikkelde procedures die alleen maar door een enkeling uitgevoerd kunnen worden. Wij geloven dat de hier gepresenteerde techniek een logische benadering biedt en de tandarts in staat stelt om beter voorspelbaar te werken bij de uitdagingen die het isoleren met zich meebrengt.
dentista
Zeer laag onderhoud Extreem sterk
to t 1+
1
• Hygiëne & Sterilisatie Experts • Röntgen & Stralings Experts • Snelle & Persoonlijke Service
Cr
ei
nd
G
ed
ia
ok
ra
t
ti
s!
!
G
1
20
18
• Behandel Stoelen & Dental Equipment • Praktijk Ontwerp & Bouwbegeleiding • Onderhoud — KEW — RI&E
LARIX Dental Concepts | De Hammen 26, 5371 MK Ravenstein | www.larixdc.nl | 0486 41 21 20
info@larixdc.nl
bij goed gebruik goed voor je houding
Ergonomisch werken met de loepbril In de literatuur en in de tandheelkundige praktijk wordt de loepbril beschouwd als een ergonomische interventie.1 Desalniettemin is het percentage klachten aan het bewegingsapparaat alarmerend hoog, met percentages tot 96 procent.4 In dit artikel wordt onderzocht hoe de loepbril gebruikt dient te worden om een bijdrage te leveren aan het verminderen hiervan. Florine Bolderman MSc en Jacqueline Bos-Huizer
H
et dragen van een loepbril heeft verschillende voordelen, zoals ergonomie en een verminderde fysieke belasting van diverse lichaamsdelen. Maar ook zijn er nadelen, zoals aanschafkosten, de gewenningsperiode, communicatie met de patiënt en de effecten van ongunstig aangemeten loepbrillen. Goede kennis en voorbereiding vergroten de kans op een positief effect op de behandeling en behandelaar.
De afgelopen jaren is het gebruik van loepbrillen in de tandheelkundige praktijk meer en meer gebruikelijk geworden. Binnen specialisaties als endodontologie en parodontologie behoort het tot de standaarduitrusting voor kwalitatief hoogwaardig werk. Het allergrootste voordeel van een loepbril is ‘ergonomie’ of ‘een betere houding zoals beschreven in diverse studies over vergroting in de mondzorgkunde.1,2 Ruim 93 procent van de gebruikers benoemt dit als grootste voordeel.2 Dit is opmerkelijk, want een loepbril dient in eerste instantie een visueel doel: het vergroten en daarmee verbeteren van het zicht tijdens het werk. Het voordeel van een verbeterde houding is hierbij een welkom extra voordeel voor de gebruiker. Desondanks krijgt tot 96 procent4 van de tandheelkundige professionalste maken met klachten van het bewegingsapparaat
22
als gevolg van een verkeerde houding tijdens het werk. De vraag dient zich dus aan hoe men optimaal ergonomisch kan werken met gebruik van een loepbril, waarbij het gaat om een neutrale werkhouding met behoud van optimaal zicht.
Ergonomische voordelen Uit verschillende wetenschappelijke publicaties blijken meerdere ergonomische voordelen van het werken met de loepbril. Gebruikers behouden een meer neutrale gebalanceerde houding in nek, rug, schouders, bovenarmen, heupen en benen1. Een ander onderzoek beschrijft dat het effect van het gebruik van de loepbril op de lichaamshouding het grootst is wanneer deze vroeg tijdens de opleiding geïmplementeerd wordt, bij voorkeur in het eerste jaar van het klinisch onderwijs.5 Studenten in dit onderzoek ervaren een loepbril als comfortabel (86%) en acceptabel qua gewicht (67%). Alle deelnemers aan het onderzoek noemden verbetering van de houding van hoofd, nek en romp. Dit komt overeen met onderzoek4 waarin deelnemers aangaven minder pijnklachten te ervaren in nek, schouder en rug bij gebruik van een loepbril.
Ergonomische nadelen Zowel uit onderzoek als de praktijk blij-
dentista
ken ook negatieve ergonomische aspecten van het werken met een loepbril. Nadat de tandheelkundige de beslissing genomen heeft om een loepbril aan te schaffen2, moet hij wennen aan het werken met vergroting.6 Dit blijkt een barrière te zijn om voor vergroting te kiezen. Het zicht buiten het werk- en focusgbied is immers beperkt. Dat vergt aanpassing, tijd en gewenning. Ook de assistent moet de werkwijze aanpassen: zij moet er rekening mee houden om de instrumenten aan te reiken in het focusgebied van de loep, zodat deze voor de loepdrager goed te zien zijn zonder dat deze zich steeds moet aanpassen van vergroot naar niet-vergroot zicht. Een mondhygiënist werkt vaak zonder assistent en moet daarom zorgen dat de instrumenten binnen handbereik en in het zicht klaarliggen, zodat hij tijdens het werk de ogen niet hoeft af te wenden van werkveld naar instrumententray. Een goede werkvoorbereiding is dan essentieel. Het zorgt dat de tandheelkundige sneller went aan het werken met vergroting en maakt de werkwijze efficiënter. Een andere mogelijke barrière om voor het werken met vergroting te kiezen is het gevoel minder contact met de patiënt te hebben6. Dit komt doordat de loepbril non-verbale communicatie lijkt te belemmeren. Signalen waarop normaliter geanticipeerd wordt, zoals pijn, angst of ongemak bij de patiënt zijn niet meer goed waar te nemen. Een oplettende assistent kan daarvoor de oplossing zijn. Belangrijker is het om de patiënt duidelijk uit te leggen waarom vergroting gebruikt wordt en wat de voordelen hiervan voor hem zelf zijn. Tenslotte kan de behandelaar tijdens de behandeling regelmatig vragen of de patiënt pijn of last heeft, om het gebrek aan overzicht te compenseren. Uiteindelijk is er één echt potentieel nadeel van het werken met een loepbril: de gebruiker kan een weliswaar meer neutrale maar ook meer statische werkhouding ontwikkelen. Waar het tandheelkundige beroep toch al wordt gekenmerkt door een hoge statische belasting , kan het werken met vergroting leiden tot een nog statischer werkhouding waarvan de effecten op de fysieke belasting nog niet onderzocht zijn. Loepbrillen behoren een gebalanceerde werkhouding te ondersteunen in plaats van de gebruiker te dwingen de
werkhouding ongunstig aan te passen7 (zie afbeelding 1). Dit gevaar bestaat als de focusafstand van de loepbril niet goed is aangemeten voor de individuele gebruiker. Dit zou de positieve effecten van vergroting op de werkhouding teniet doen, of zelfs kunnen leiden tot het ontwikkelen van nieuwe klachten aan het bewegingsapparaat. Het statische effect van de loepbril is echter nog niet grondig onderzocht.
Afbeelding 1. Niet correct aangemeten loepbril en ongunstig geplaatste patiënt veroorzaken hoge fysieke belasting voor de tandarts.
In de praktijk Het werken met een loepbril blijkt verschillende ergonomische risico’s met zich mee te brengen. Dit geeft aan hoe complex een neutrale werkhouding en ergonomie in de mondzorgpraktijk zijn. Een oplossing daarvoor is niet eenvoudig. Het werken met een loepbril kan bijdragen aan een vermindering van klachten aan het bewegingsapparaat, door de gebruiker te ondersteunen bij het werken vanuit een neutrale houding en daarmee de belasting op diverse lichaamsdelen te verminderen. Daarvoor is tevens voldoende spierkracht nodig om de romp te stabiliseren en rechtop te kunnen zitten gedurende de werkdag. Regelmatige training van de betreffende rompspieren helpt hierbij. Minstens zo belangrijk is dat men zich bewust is van de werkhouding en weet hoe een ergonomische werkhouding aangenomen wordt danwel tijdig aanpast. De volgende stap is om zowel patiënt als instrumenten zodanig te positioneren zodat de behandelaar comfortabel kan werken met behoud van een neutrale werkhouding. Werken met vergroting is veelal
dentista
23
individuele kenmerken van de gebruiker, zodat de ergonomie en een loepbril een aantrekkelijke combinatie kunnen worden.
Conclusie
Afbeelding 2. Ergonomisch aangemeten loepbril, optimaal gebruik van de werkplek en werkorganisatie faciliteren een gezonde werkhouding voor tandarts en assistent.
essentieel om optimaal zicht en een neutrale houding te combineren.
Kiezen Voor het kiezen van de juiste loepbril geldt een aantal aanbevelingen.5,6 Kies een loepbril waarvan de inclinatiehoek op maat wordt aangemeten om de nekbuiging tot een minimum te beperken. In de dagelijkse praktijk is de verleiding aanwezig om de nek zodanig te buigen dat direct zich kan worden verkregen op het element. Bij een correct aangemeten loepbril is dit niet meer nodig, omdat de inclinatiehoek en de focusafstand aanpast worden aan de neutrale werkhouding van de gebruiker. De houding van de nek zal dan positief beïnvloed worden. Overigens verdient het de aanbeveling om, voordat men met vergroting gaat werken, eerst een neutrale werkhouding aan te leren en pas daarna het werken met een loepbril hier op af te stemmen.6 Florine Bolderman is bewegingswetenschapper en heeft gewerkt als ergonomisch adviseur voor BBO-ergo.
Jacqueline Bos-Huizer is oprichter van BBO-ergo, bedrijfsoefentherapeut en ergonomisch adviseur, gespecialiseerd in tandheelkundige ergonomie, veterinaire ergonomie en ergonomie voor medisch specialisten.
24
Het gebruik van een loepbril heeft voordelen, zoals ergonomie en verminderde belasting van diverse lichaamsdelen. Het kent ook nadelen: afgezien van de kosten zijn dat de gewenningsperiode, beperkingen in de communicatie met de patiënt en het risico van onjuist aangemeten loepbrillen. Het gezondheidsprobleem in het tandheelkundig beroep wordt veroorzaakt door meerdere factoren, daardoor is ook de oplossing niet eenvoudig. Wat betreft het gebruik van loepbrillen, is de aanbeveling om loepbrillen al tijdens de opleiding te integreren in de praktijk en studenten te trainen in het werken ermee. Kies voor een loepbril die optimaal kan worden aangepast aan de individuele eigenschappen van de gebruiker en die een neutrale werkhouding ondersteunt. Tot slot, een loepbril is niet de gouden oplossing voor perfecte ergonomie en werkhouding. Toch kan een loepbril een effectieve ergonomische investering zijn. De voorwaarde hiervoor is dat er een ergonomische inrichting en organisatie van de werkplek en werkwijze is en deze gecombineerd wordt met kennis en toepassing van een optimale werkhouding (zie afbeelding 2).
Om druk op nek en schouders te verminderen verdient het aanbeveling een lichtgewicht model loepbril te kiezen. Een ander advies dat in gedachten gehouden moet worden: meer vergroting is niet per se beter. Met name jongere behandelaars zijn in staat uitstekend zicht op het werkgebied te verkrijgen met een minder sterke vergroting. Sterkere vergroting gaat gepaard met verminderde scherpte-diepte (de afstand waarbinnen je goed scherp ziet) en minder lichtsterkte. De keuze voor het type loepbril hangt af van de hiervoor beschreven factoren, in samenhang met de wensen en
dentista
Literatuur 1. Branson BG, Cadbury-Amyot C, Holt LA, Keselyak NT, Mitchell TV, Williams KB. Effect of Magnification lenses on student operator posture. Journal of Dental Education. 2004, 68 (3): 384-389. 2. McHaney Congdon L, Tolle SL, Darby M. Magnification Loupes in U.S. entry-level dental hygiene programs – occupational health and safety. The Journal of Dental Hygiene. 2012 86(3): 215-222. 3. James T, Gilmour ASM. Magnification loupes in modern dental practice: an update. Dent Update. 2010. 37: 633-636. 4. Hayes MJ, Smith D, Cockrell D. An international review of musculoskeletal disorders in the dental hygiene profession. Int. Dent. J. 2010. 60: 343-352. 5. Maillet JP, Millar AM, Burke JM, Maillet MA, Maillet WA, Neish NR. Effects of magnification loupes on dental hygiene students posture. Journal of Dental Education. 2008. 72(1) 32-443 6. Sunnell S, Rucker L. Surgical magnification in dental hygiene practice. Int J Dental hygiene 2. 2004. 26-35. 7. Hayes MJ, Taylor JA, Smith DR. Predictors of work-related musculoskeletal disorders among dental hygienists. Int J of dental hygiene. 2012. 10: 265-269.
INNOVATIE NIEUWE inLink
Simeda® CAD-CAM restauratie
®
CONNECTIE
inLink® abutment
NIEUW IMPLANTAAT Axiom® TL, Tissue Level Axiom® BL, Bone Level
DE KRACHT VAN EEN INNOVATIEF CONCEPT Eenvoudig en optimaal verschroeven op implantaten dankzij het Axiom® Multi Level gamma. De behandelaar heeft de keuzevrijheid tussen Axiom® Bone Level en Axiom® Tissue Level implantaten om eenzelfde prothetisch platform te creëren. De unieke, gepatenteerde InLink® connectie zit verwerkt in de CAD-CAM® gefreesde restauratie, voor meer comfort, veiligheid en esthetiek.
ANTHOGYR BENELUX Kortrijksesteenweg 62 9830 Sint Martens Latem - Belgique (+32) 93217308 info.bnl@anthogyr.com
www.axiom-multilevel.com
Centrale Ziekenboeg, onde Tandheelkundige Dienst, D Specialisatie: Algemene militaire
Op de foto (v.l.n.r.)
tandheelkunde, parodontologie,
Daniela Knippel, Loes de Boer, Nare Sukiasyan (voor), Antoinette Swagerman-van Zutphen (achter), Angelique Graauw-Reggers, Joran Aalders, Sabina Hoes (voor), Lianne Schwering (achter), Anita van Andel, Liesbeth Boersma, Annemieke van der Weerd-Verweij, Kathelijn Voet, Tjitske Hemstra, Yessica Lijtsman Piernbaum, Jackelien Bartels-Rijks, Joyce de Wit.
endodontologie.
Aantal stoelen: 11
Patiënten: Ongeveer 5.500 militairen, het grootste deel van de Koninklijke Marine. Ook buitenlandse militairen maken gebruik van de praktijk.
Medewerkers: 6 militair tandartsen (één parodontoloog, twee endodontologen), 1 praktijkmanager, 2 mondhygiënisten, 3 preventieassistenten, 10 tandartsassistenten.
26
Team “De Defensie Tandheelkundige Dienst (DTD) is twee jaar geleden opgericht en is een samensmelting van de tandheelkundige diensten van Luchtmacht, Landmacht en Marine. De DTD wordt aangestuurd door een commandant en zijn staf en bestaat uit 7 regio’s, waarvan de regio Den Helder er één is. We hebben een tandarts-regiomanager en een praktijkmana-
TEAM IN BEELD
dentista
ger die de leiding hebben over het team,” vertelt kapitein-luitenant ter zee Kathelijn Voet die zelf regiomanager in Den Helder is en tandarts-endodontoloog NVvE. “Onze groep bestaat uit relatief jonge medewerkers en bijna alleen maar vrouwen. Het team heeft veel verschillende persoonlijkheden, is dynamisch en flexibel.”
Communicatie “In Den Helder zijn de meeste mensen behoorlijk direct, dus dat zijn wij op de werkvloer ook. Als er wat is, wordt dat zoveel mogelijk meteen uitgesproken. In het dagelijkse ochtendoverleg bespreken we wat er die dag speelt en zo is iedereen weer op de hoogte. We noemen het ook wel het ochtendgebed. Verder hebben de tandartsen wekelijks een klinisch overleg om bijzondere casuïstiek te bespreken en overleggen de assistenten
vier keer per jaar met elkaar. Iedere twee maanden hebben we een teamoverleg waar alle medewerkers bij zijn en tussentijdse updates volgen via de mail. Omdat we met alle specialisten onder één dak zitten zijn de lijntjes kort en dat is heel prettig. Dan zijn er ook nog overleggen tussen de verschillende regio’s van de DTD. Bijvoorbeeld tussen de regiomanagers, de praktijkmanagers en de specialisten.”
Pand “We zitten in een groot gezondheidscentrum op de marinehaven van Den Helder, waar alle schepen op loopafstand liggen. Het pand is ruim opgezet en heeft een mooi uitzicht, maar gebouwd in de jaren 70 is het inmiddels behoorlijk verouderd. Gelukkig komt er binnenkort een nieuw gebouw.”
dentista
Foto: © Levin den Boer
erdeel van Defensie Den Helder Opmerkelijk “Als Defensie Tandheelkundige Dienst moeten we altijd paraat staan om te helpen bij nationale en internationale crises. Zo is er onlangs een tandheelkundig team meegegaan met Zr. Ms. Karel Doorman, die werd ingezet om noodhulp te verlenen op Sint Maarten na de passage van orkaan Irma. Ook bij de MH17 ramp zijn er tandartsen van de DTD ingezet om te helpen bij identificatie van de slachtoffers.”
Goed geregeld “Wij hanteren voor onze patiënten de Dental Fitness classificatie. Hiermee kun je in één oogopslag zien hoe de mondgezondheid van de militair is en of hij of zij geschikt is om op uitzending/oefening te gaan.”
TEAM IN BEELD
27
Gehoorbescherming bij tandartsen Al vanaf het begin van mijn bijna dertigjarige carrière ben ik bezig met ergonomie en allerlei methodes die ons beroep plezieriger (kunnen) maken. Bijvoorbeeld de juiste positie van een instrument, betere producten, meer met beide handen en symmetrisch werken en zo weinig mogelijk spierspanning creëren. Het boeit me nog elke dag en regelmatig probeer ik ook iets nieuws uit. Telkens vraag ik mij deze drie dingen af: Welke factoren in de tandheelkunde verhogen de druk in ons werk? Hoe kunnen we de funfactor verhogen en de druk verminderen? Hoe maken we het voor onze patiënt en voor onszelf een aangenaam tandartsbezoek? Geert de Keersmaeker
Gehoorschade vermijden, een hype Iedereen kent het wel: het gevoel van ontlading als je de airconditioning uitzet, of uit een ruimte komt met luide muziek. Steeds meer zien we op openbare plaatsen dat mensen oordopjes in alle soorten en kleuren gebruiken. De wetenschap vertelt ons dat het trommelvlies functioneert zoals de snaren van een gitaar; hoe meer je het gebruikt, hoe sneller het verslijt. Plotse beschadigingen hebben meestal levenslange gevolgen zoals oorsuizen of tinnitus. Na mijn persoonlijke bezoek aan de KNO-arts was bij mij de alarmbel afgegaan. Wellicht veel te laat. De testresultaten waren dramatisch: bijna doof voor alle hoge frequenties. Op de markt was voor onze beroepsgroep weinig praktisch te vinden qua preventie van gehoorschade, dus ben ik zelf aan de slag gegaan. Dit met een ‘oorboog’ (afbeelding 1) en op maat gemaakte silicone oordoppen die alle hoge frequenties uitzuiveren, maar wel het contact met de patiënt behouden. De oordoppen verbond ik met behulp van Unifast-kunsthars en contact-
28
lijm (een niet al te stabiele constructie). En uiteindelijk, om vlot aan en uit te doen, gebruik ik vitamine E-olie. Wat volgens de wetenschap ook voor een versteviging van het trommelvlies zorgt (afbeelding 2). Twee jaar geleden ben ik van dit oude ‘systeem’ overgeschakeld naar het Variphone-systeem (afbeelding 3 en 4), eveneens op maat gemaakt en bevestigd aan de loepbril. Beide systemen hebben voor-en nadelen en er is altijd een gewenningsperiode van een tweetal maanden nodig. Daarna merk je pas de voordelen: • Betere focus op het werk • Minder vermoeid op het einde van de werkdag • Gehoorschade vermijden (Speekselzuigers en airrotors kunnen tot 105dB produceren!)
Conclusie Zelf ben ik zeer overtuigd van de voordelen. Zeker als men dit toepast in een groepspraktijk waar reeds veel afleiding aanwezig is. Uiteraard moet een vlotte communicatie met de patiënt steeds mogelijk blijven.
dentista
1
2
3
4
Best zet je de dopjes pas in als de speekselzuiger en/of rubberdam geplaatst is. De boogconstructie zorgt zelfs voor een optimale hoofdpositie ten opzichte van de patiënt. Klinkt dit voor jou ook als een goede oplossing? Dan zijn er wel een aantal criteria die in acht genomen dienen te worden: • Hygiëne: kruisbesmetting vermijden door goed-te-reinigen materiaal (titanium boog?) • Ergonomie: eenvoudig en vlot aan en uit (stabiel tijdens het werk) • Gehoor: uitzuivering van vooral de hoge,
monotone geluiden waarbij communicatie met de patiënt niet verloren mag gaan • Constructie: licht, niet spanning verhogend met zachte op-maat-gemaakte oordopjes • Bij boogconstructie: ideale werkpositie van het hoofd respecteren. Als er meer interesse van collega’s komt, kunnen we in de toekomst samen misschien een product ontwikkelen dat volledig bij ons beroep past! Wie weet komt er misschien zelfs een oplossing met muziek (bluetooth).
dentista
Geert de Keersmaeker is tandarts in Lennik, België.
29
Els Tijskens
Ergonomische ervaringen
A
ls jonge algemene tandarts dacht ik de zaken redelijk onder controle te hebben, een occasionele torticollis en chronische lage rugklachten daargelaten. Ik sleet mijn praktijkuren op een krukje, geleverd, samen met mijn eerste installatie, door een degelijk Duits merk. De benaming ‘ergonomisch’ was zowat het enige ergonomische aspect aan dit meubelstuk. Het ding vertoonde enkel rechte hoeken en cirkels, en had iets weg van het krukje dat nu nog steeds gebruikt wordt door collega tandarts P. Laymobil (zie afbeelding). Toen ik dan de stille Kempen verliet om terug te keren naar mijn geboorte- en universiteitsstad, en een nieuwe praktijk moest inrichten, maakte ik van de gelegenheid gebruik om de inrichting echt ergonomisch te maken. Aandachtspunten waren: een werkblad met ruimte voor de benen, mobiele kasten, voldoende plaats achter het hoofdeinde van de patiëntenstoel en circulatie. Als kers op de taart schaft ik mij een zadelstoeltje aan, wat voor instant verdwijnen van het lage-rug-ongemak zorgde. Ik leerde het stoeltje kennen op een rugcursus, waar het werd voorgesteld samen met een kantelende zadelstoel. Wegens afglijden van de tweede, koos ik voor de eerste: hij
30
volgde al mijn bewegingen, en het leek of ik vleugels kreeg. Wist ik veel dat je lage rug dan in hyperlordose gaat. Wat later, op mijn veertigste, schafte ik een echt ergonomische installatie aan: Deense dog met zweeparmen. Een revelatie. Ik kon de wereld aan, ging endo’s doen bij een collega - zonder zweepsysteem - en 3 weken later knapte er iets in mijn nek. Op de cursus rugklachten had ik geleerd dat paniek uit den boze is, dus ik liet de bijhorende spierstijfheid wegwerken door mijn kinesitherapeute, en werkte verder. Een zestal maanden later begon de pijn toch door te wegen, en raadpleegde ik mijn huisarts. Na de nodige beeldvorming, verwees hij mij linea recta naar de neurochirurg, met als diagnose discushernia met uitvalsverschijnselen, en als voorgestelde therapie discectomie. Na enige vertraging, mede doordat ik wel eens wou zien of het euvel misschien vanzelf weer zou verbeteren (het was immers toch ook vanzelf gekomen, en wie laat er graag aan zijn nekwervels sleutelen?), mede door de wachtlijst voor CT-scan gecombineerd met myelografie, was ik zo ver heen dat ik blij was dat íemand me überhaupt wou opereren. Ondertussen
dentista
verdiende ook de farmasector zijn brood aan mij, paardenmiddelen leverend tegen de pijn. Niet veel later ving mijn zoon de studie diergeneeskunde aan. Professor J. Goffin voorzag me van een discusprothese tussen C6 en C7 via esthetisch verantwoorde incisie, gevolgd door volledig herstel en veroverde hiermee een plaats tussen de belangrijke mannen in mijn leven. Na dit medisch intermezzo schafte ik me een microscoop aan, van een degelijk Duits merk, stortte me op de tweedelijns-endodontie en ging hierdoor uiteindelijk meer werken dan ooit tevoren. Na een wild breiweekend gaf mijn rechterschouder forfait: inklemming van de supraspinatus - bekende tandartsenkwaal. Anderhalf jaar, een viertal injecties, veel kine en 1 frozen shoulder later, was de schouder weer OK. Gelukkig moest ik nooit het werk onderbreken, met dank aan het zweepsysteem. De trui in kwestie raakte nimmer af. De endopraktijk kabbelde verder, ik ging ook een jaartje lesgeven aan tandartsassistenten, en was vijf jaar klachtenvrij. Ondertussen bouwde ik mijn algemene praktijk volledig af, maar bleef wel kinderen behandelen - een passie. Om
symmetrieredenen begon ook de linkerschouder te sputteren - ditmaal duidelijk werkgerelateerd - en had nog meer tijd nodig om te genezen. Hier kan ik vermelden dat wie met microscoop wil werken, baat heeft bij 1 of 2 armsteunen. Ook een pluim voor mijn kinesitherapeute is hier op haar plaats. Op een mooie zomerdag in 2013 begonnen mijn lumbale facetgewrichten te protesteren, eerst acuut, dan chronisch, maar steeds meer. Voor mij ligt hier een link met het zadelstoeltje, waar ik ondertussen al 15 jaar op rondreed. Met de juiste diagnose mocht ik meteen naar de pijnkliniek: de pijn door facetarthrose is nutteloos en kan verholpen worden door denervatie of verschroeien van de betreffende bezenuwing. Na deze wonderlijk simpele, weliswaar symptomatische behandeling had ik een ernstig gesprek met mezelf. Wou ik wel mijn resterende beroepsjaren slijten met twee uur durende endo-sessies die steeds zwaarder vielen? Ik besloot om de klassieke tweedelijnsendo - lees: meestal op molaren - te verminderen en enkel nog de kinderen te behandelen, inclusief de traumata en de endoproblemen. Het zadelstoeltje werd vervangen door de kantelende variant. Zo dwong mijn rug mij
om keuzes te maken - keuzes waardoor er een last van mij afviel, ik vrolijker en gelukkiger werd. Als resultaat heb ik nu een meer dan ooit boeiende, gevarieerde doorverwijspraktijk. De expertise die ik opdeed in de endodontie, zowel qua anesthesietechnieken en pijncontrole, isolatietechniek, radiologie, prepareren, laat mij toe om kinderen beter te kunnen behandelen. Met rubberdam en microscoop. Zo valt alles in de plooi. Daarnaast ga ik nu drie voormiddagen per week CBCT-verslagen maken in UZLeuven op de dienst Orale Beeldvorming. Een 3D-venster op orale pathologie. Dit jaar nam ik nog een uitdaging aan: Medische Beeldvorming doceren aan de opleiding Mondzorgkunde. Een keuze waardoor mijn agenda weerom volzet is. Als je mij vraagt wat nodig is om het werk als tandarts op lange termijn het hoofd te bieden: een microscoop, een goede huisarts, een goede neurochirurg en een goede kinesitherapeut, in wisselende volgorde, afhankelijk van de situatie. Verder helpen een stevige dosis humor, zelfrelativering en ironie, op hun beurt in wisselende volgorde, en een liefdevolle omgeving. Naar het schijnt wil sporten ook helpen.
Ik ben er van overtuigd dat het onmogelijk is een ergonomische houding aan te nemen en dan ook nog te zien wat er zich in de mond/tand van de patiënt afspeelt, zonder vergroting. Wat betreft de loupes, meen ik dat zij je weer in een vaste positie dwingen en dus op hun beurt voor problemen zullen zorgen. Een microscoop dringt zich dus op, is bovendien een uitstekend middel tegen bore out, en is even zo nuttig bij algemene tandheelkunde als bij endodontie. Zonder scope zal ik niet werken. Gelukkig bracht mijn vader ons de beginselen van de microscopie bij vanaf peuterleeftijd. Hij toonde ons daphnia, volvox, pantoffeldier en andere bewoners van stilstaand water. Volledig in de geest van Anthony van Leeuwenhoek: neem gewoon het eerste wat onder je hand komt, vergroot het en een wereld gaat open. Bedankt, Papa!
Els Tijskens, Endodontologie - Kindertandheelkunde – Traumata, Consulent Centrum voor dentomaxillofaciale beeldvorming, UZ Leuven en Fellow of the International Academy for Dental Traumatology
dentista
31
‘De toets, de kam, de barst en… de playlist!’ Olivia Putman
Z
ullen we het eens over iets anders hebben dan tanden, patiënten, innovatieve producten of flashy apparatuur? Ik leg graag even de link tussen ergonomie in de tandheelkunde en het bespelen van een muziekinstrument. Er zijn dan ook meerdere gelijkenissen. Het is namelijk zo dat er pas een mooi stuk muziek kan ontstaan als alle factoren kloppen, als bepaalde belangrijke elementen met elkaar in evenwicht zijn. Net zoals een muzikant er moet voor zorgen dat hij niet eindigt met enkel “4’33” stilte” (John Cage) op zijn repertoire, hebben wij als tandarts de verantwoordelijkheid ons ‘publiek’ op een efficiënte en duurzame manier te kunnen blijven verzorgen, liefst tot aan ons pensioen. En dat mét plezier. Het klinkt als muziek in de oren maar zo evident is het niet. We willen immers allemaal zonder te veel kleerscheuren of laat ons zeggen peesscheuren die eindmeet halen. Hoe komt het dan dat zo veel collega’s die opera niet uitzingen? Of toch niet zonder pijnlijke dissonanten?
Concert Toen wij zo een 20-tal jaren geleden afstudeerden als tandarts -dat mag dan nog in de vorige eeuw zijn, het is nog geen eeuw geleden- beperkte het ergonomisch luik in onze opleiding zich tot het bekijken van de meest hilarische foto’s van onder fantoomkoppen gebogen studenten (wijzelf), zich van geen enkel kwaad bewust. We konden er eens goed om lachen. Maar... wat moesten we er mee? Daar kregen we geen antwoord op. We zwaaiden af en het concert kon beginnen. Als snel bleek dat we een zwaar beroep hadden gekozen. Stress, rugpijn, nekklachten, pfff, nog stress. Niet bepaald de meest gedroomde symfonie. Maar... zoals je het
32
gat in je cultuur kunt vullen met een prachtig boek of concert, kun je dat hiaat uit je opleiding toedichten met kennis en training. Zo waren er de cursussen ergonomie van Jacqueline Bos en Jan Berghmans, de boeken en voordrachten van Dorothé Voet, het boek ‘dancing hands’, en zo veel meer. Een enorme verrijking.
Fine-tunen Al gauw kun je merken dat bepaalde veranderingen aan je praktijkvoering, je houding, die van de patiënt, je organisatie,... een groot verschil maken in de beleving van je dagelijks werk. Het is daarbij niet de grootte van de investering die telt, wel hoe je ermee omgaat. Een wortelkanaalbehandeling uitvoeren op de duurste Sirona-unit met een PROergo microscoop, beide verkeerd gepositioneerd, is als krampachtig Paganini spelen op een Stradivarius. Je houdt het niet vol. Je kunt je praktijk ‘fine-tunen’ net als een instrument. Je gaat naar een vioolbouwer en zegt, kun je me een betere klank maken? Mogelijks vervangt hij één of meerdere snaren door een ander merk, hij kan de toets herpositioneren, de kam wat verschuiven, een barst dichtmaken... en deze kleine ingrepen kunnen een hemelsbreed verschil betekenen voor de klank van je instrument. Zo is dat ook in de praktijk. Een andere instelling van je tandartsstoeltje, een breder heft voor je instrumenten, de juiste positionering van je patiënt, een reorganisatie van je schuiven, .... het zijn kleine zaken die de werk-ergonomie enorm verbeteren. Daarenboven kan een duurzame investering ook zijn effect hebben. Zo zal een perfect getunede, dure strijkstok een groot
dentista
dentista
33
® Distributed by ICX Implants B.V.
Het FAIRE Premium Implantaat P
MAXIMALE KWALITEIT, FAIRE PRIJZEN, TRANSPARANTIE!
®
Better dentistry by design Unieke XP®technologie voor een langer vlijmscherpe snijrand zonder nood te hebben aan slijpen
TANDHEELKUNDIGE EXPERTISES TANDARTS (M/V) Heeft u ambities voor een carrière in de sector van tandheelkundige expertises? Dan bent u de tandarts (M/V) die we zoeken voor de overname van onze praktijk gespecialiseerd in tandheelkundige expertises!
Excellentie
Boodtlaan 10 · 1796 BE De Koog · Tel.: 0222 - 76 90 11 E-mail: info@icx-implants.nl · Web: www.icx-implants.nl
25 Jaar of handgemaakte
WIJ OVERTUIGEN AL 14 JAAR MET STABIELE PRIJZEN VOOR EEN PREMIUM DUITS/ZWITSERS IMPLANTAATSYSTEEM!
Een langdurige medewerking met opleiding door de zaakvoerder behoort tot de mogelijkheden. Contactpersoon: Dhr. Michel Salden (alle werkdagen behalve vrijdagnamiddag) Tel: 0032 475 59 35 56 E-mail: kantoor.salden@skynet.be
www.am-eagle.org info@ydnt.eu
verschil betekenen voor het vioolspel, net zoals een correct afgestelde loupebril de kwaliteit van je tandheelkundig werk kan bevorderen. Meer zelfs, het maakt het spelen of werken veel aangenamer!
Podium stress Verder weten we allemaal hoezeer angst en stress bij een patiënt ook stress kan veroorzaken bij de zorgverlener. Wel, denk je dat een patiënt onze stress en ongemakken niet voelt? Wishful thinking! Ga eens luisteren naar de finalisten van de koningin Elisabethwedstrijd. Natuurlijk gaat het hier over een bijna bovenmenselijke prestatie waar we niet de minste commentaar zouden mogen bij hebben, maar... na zo een zware beproeving van preselectie, halve finale, afzondering, intens studeren, podiumstress én na het opgelegde werk een concerto van Shostakovich glamoureus tot het einde volbrengen: bij sommigen zie je, hoor je en voél je de vermoeidheid. Je luistert gespannen verder maar je merkt het wel. Zo gaat het ook met onze patiënt. Wees maar zeker dat het hem niet ontgaat als je gestrest bent of pijn hebt.
Take care of yourself Nu vinden we bij muzikanten en in het bijzonder componisten zulke creatieve geesten dat zelfs voor de meest gehavende muzikant nog muziek werd gecomponeerd. Zo schreef Ravel een pianoconcerto voor linkerhand voor een pianist wiens rechterhand werd geamputeerd tijdens WO 1. Andere bekende pianisten kenden een timeout door focale dystonie (muziekkramp). Je vindt behoorlijk wat pianomuziek terug voor linkerhand. Maar laat ons even heel eerlijk zijn, endo voor linkerhand? Dat betekent dat we uiterst spaarzaam moeten zijn met ons lichaam en dat we alles wat kan helpen ter preventie van fysische en psychische overbelasting moeten proberen te implementeren. Take care of yourself!
Houding En bij het schrijven van dit artikel merk ik groeiende dankbaarheid voor mijn pianolerares, die van in het begin hamerde op houding. Muziek komt later, zei ze.... dat komt vanzelf. Tot vervelens toe want ik wou natuurlijk liedjes spelen en niet voortdurend met de stand van mijn pols bezig zijn. Ze wist echter heel goed waar ze over sprak en nog steeds kan ik spelen zonder enig ongemak. Mijn houding? Ik
ben me er niet van bewust, het gaat vanzelf. Zo hoop ik dat de opleiding tandheelkunde intussen werd aangevuld met een stevige brok ergonomie en dat studenten meer kunnen dan alleen maar lachen met Youtube-filmpjes van ergonomisch blunderende collega’s. Nog een toemaatje: hoe kunnen we met minder inspanningen meer muziek maken? Juist, we spelen een quatre-mains. Daarvoor citeer ik nogmaals het werk ‘dancing hands’ van Skovsgaard. Het is niet alleen efficiënter, maar ook fijner met 2. Als je praktijkorganisatie het toelaat, is four-handed dentistry zeker een aanrader.
Playlist Tenslotte -en hier dwalen we misschien af van de ergonomie pur sang- kan ik niet voldoende benadrukken dat wat je laat horen van muziek in de praktijkruimte, en zelfs in de wachtzaal- een verregaande invloed heeft op het welbevinden van je patiënt en jezelf. Laat ons zeggen dat het de moeite loont even veel aandacht te schenken aan een goede playlist als aan de inrichting van je praktijk. Wat is er zaliger om te kunnen werken aan een grote composietvulling onder rubberdam, zonder zuigers, terwijl je mag luisteren naar heerlijk rustige muziek van Agnes Obel, Zee Avi, Dire Straits, Cohen, Bach, Chopin, Schubert en zoveel meer. Hmm... zo hou ik het misschien wel vol tot aan mijn pensioen.
dentista
Olivia Putman is algemeen tandarts bij tandzorg Leuvensepoort in Diest. Ze heeft piano en cello gestudeerd aan de muziekschool in Kortrijk, is momenteel lid van het Leuvens Alumni Orkest en speelt daarnaast regelmatig in een strijkkwartet.
35
de rol van de handtherapeut
Hand- en polsklachten Handen en polsen zijn onmisbaar voor behandelaars in de tandheelkunde. Door intensief gebruik ondervinden tandartsen en mondhygiënisten echter veel klachten. Aan de hand van veelvoorkomende praktijkvoorbeelden laten we zien wat handtherapie kan betekenen in dit soort gevallen. Marjolein Wind
afbeelding 1
D
e anatomie van onze handen en polsen is zeer fijn en complex. Op een klein oppervlak komen diverse anatomische structuren samen, zoals gewrichten met kraakbeen en verbindende kapsels en ligamenten, bloedvaten en zenuwen, pezen en spieren, zowel in de hand als in de onderarm. Allemaal samenwerkend in nauwkeurige balans en precisie. In staat om zowel delicate, fijn motorische handelingen te kunnen verrichten, als ook krachtige stabiele grepen te kunnen maken. Een verstoring, als gevolg van een trauma of overbelasting, leidt al gauw tot functieverlies. Omdat we zo afhankelijk zijn van onze handen, zijn de gevolgen van een versto-
36
ring meteen merkbaar. Deze kunnen leiden tot beperkingen in de uitvoer van dagelijkse activiteiten waaronder uitvoer van werk. Hoewel hand- en polsklachten voor iedereen als erg hinderlijk worden ervaren, zijn er specifieke beroepen waarbij een grote mate van afhankelijkheid van een onverstoorde handfunctie bestaat. Hierbij kun je denken aan musici, kunstenaars, chirurgen en mensen met een ‘hands-on’ beroep zoals een timmerman. Maar natuurlijk ook tandartsen en mondhygiënisten.
Casuïstiek Casus 1 Vrouw, 26 jaar, rechtshandig, werkt full-
dentista
afbeelding 2
time als mondhygiënist in loondienst. Heeft sinds drie maanden klachten aan beide duimen welke niet afnemen. Klachten manifesteren zich op het werk, maar ook als ze thuis activiteiten uitvoert zoals snijden, schrijven en smartphone gebruik. Ze werkt haar contractuele uren, thans geen aanpassingen. Tijdens haar opleiding heeft ze ook korte episodes van vergelijkbare klachten gehad die vanzelf over gingen. Tijdens observeren is er hypermobiliteit te zien van alle vingergewrichten, met een opvallende afwijkende stand van beide duimen met overstrekking enerzijds en hyperflexie anderzijds. Dit is vooral te zien wanneer ze instrumenten hanteert. Mevrouw werd door haar huisarts naar ons verwezen voor advies en handtherapeutische begeleiding. Casus 2 Man, 46 jaar, rechtshandig, tandarts en praktijkhouder, normaliter fulltime, nu vijf uur minder per week vanwege een polsfractuur links die hij zes maanden geleden opliep na een val op zijn uitgestrekte hand. Huidige klachten: ervaart een instabiel gevoel, heeft minder kracht en voelt geregeld clicks in de pols. Daarnaast treden er tintelingen op tijdens statische belasting, zoals fixeren en kracht zetten. Tijdens observaties beweegt meneer zijn pols in een voorkeursstand naar de ulnaire (pink)zijde. Hij draagt een polsbrace tijdens werkzaamheden als tandarts, maar ook thuis preventief tijdens belastende activiteiten zoals tillen en tuinieren. Hij werd via zijn verzekeringsarts van Movir verwezen naar BBO-ergo, die hem vervolgens verwees naar ons gezien de specifieke aandacht voor zijn polsklachten.
Handtherapie Een handtherapeut is een ergotherapeut of fysiotherapeut die zich volledig heeft gespecialiseerd in de behandeling van aandoeningen van hand, pols en onderarm door middel van cursussen en scholing. Patiënten worden vooral verwezen door huisartsen, plastisch chirurgen, orthopeden, traumatologen, maar ook door bedrijfs- of verzekeringsartsen. In de laatste twee gevallen omdat er specifieke arbeidsgerelateerde vragen zijn ten aanzien van mogelijkheden tot (deels) hervatten van werkzaamheden gezien de vaak aanwezige (gedeeltelijke) langdurige arbeidsongeschiktheid. Handtherapeutische intake Tijdens de intake wordt in kaart gebracht hoe de klachten zijn ontstaan en hoe lang deze aanwezig zijn, welke bewegingen provocerend zijn en wat er al is geprobeerd om klachten te verminderen. Daarnaast worden er metingen gedaan, zoals de knijpkracht en de beweeglijkheid van de gewrichten. Ook wordt een pijnscore en een score op activiteiten niveau uitgevraagd. Aansluitend wordt er specifiek hand- en polsonderzoek gedaan ter diagnostiek. Om een beter beeld te krijgen van de werk gerelateerde problemen wordt soms een werkbezoek gedaan om te observeren wat er gebeurt tijdens de uitvoer van werkzaamheden. Zo kan er meteen ‘handson’ worden geadviseerd. Vaak zijn observaties van grepen en handelingen binnen de handtherapeutische setting ook zinvol en voldoende. Behandeling casus 1 In geval van casus 1 was te zien dat me-
dentista
37
vrouw moeite had beide duimen te stabiliseren tijdens het hanteren van instrumentarium. De behandeling heeft bestaan uit het verschaffen van inzicht in provocerende bewegingspatronen, verbeteren van de actieve stabiliteit en coördinatie door het maken van een mooie ‘duimboog’ (afbeelding 1), het verbeteren van kracht en belastbaarheid en het geven van ergonomische adviezen in relatie tot werk, maar ook gericht op andere situaties waarbij ze klachten heeft. Ze was al van plan een andere set instrumenten aan te schaffen, maar heeft dit hierna versneld gedaan op basis van adviezen die we hebben gegeven. In haar geval was het advies te kiezen voor een set met licht verdikte handgrepen. Hierdoor merkte ze enige verbetering. Om te beoordelen of mevrouw baat zou hebben bij het dragen van een ondersteuning, hebben we custom-made spalken van thermoplastisch materiaal gemaakt. Omdat dit goed beviel heeft ze uiteindelijk in samenspraak met de orthopedisch instrumentmaker silver ring splints gekregen (afbeelding 2). Het resultaat van de behandeling is dat mevrouw zich beter bewust is van het effect van de stand van haar duimen op de klachten en dat ze haar duimen beter kan stabiliseren. Ze past gegeven ergonomische adviezen toe en draagt naar eigen inzicht spalken. Dit in combinatie met de nieuwe set instrumenten, maakt dat ze haar werk nu kan doen met afname van klachten.
afbeelding 3a
afbeelding 3b
Marjolein Wind MSc. is Ergotherapeut/ Handtherapeut CHT-NL bij Hand & Pols Centrum Amsterdam www.hpc-a.nl
38
Behandeling casus 2 Bij casus 2 bleek na de intake en handtherapeutisch onderzoek aanvullende diagnostiek gewenst naar de clicks in de pols, mogelijke instabiliteitsklachten en tintelingen. Een polsvideo in het AMC bevestigde scapholunaire laxiteit, wat zoveel inhoud als teveel ligamentaire soepelheid tussen twee handwortelbeentjes: het os scaphoid en het os lunatum. In dit specifieke geval zonder standsverandering ten opzicht van elkaar. Het EMG (elektromyogram) toonde geen compressie neuropathie aan. Op advies van de handchirurg geen indicatie voor chirurgie, maar wel voor conservatieve behandeling door middel van handtherapie. Deze heeft bestaan uit het geven van uitleg over het letsel en het effect van bepaalde posities van de pols op de klachten. Aansluitend heeft meneer het polscoördinatie programma doorlopen, waarbij volgens een opbouw wordt aangeleerd de pols in de meest optimale, neutrale stand
te houden tijdens alle dagelijkse activiteiten (afbeelding 3). Ook werd tijdens een werkbezoek geobserveerd welke specifieke werk gerelateerde polsposities provocerend waren en anders zouden kunnen worden uitgevoerd. Doel hierbij was om teveel polsflexie en –extensie te voorkomen. Na afronding van de behandeling is bij meneer een verbeterde bewustwording ontstaan over hoe zo optimaal mogelijk om te gaan met deze klachten, waardoor ze zo min mogelijk aanwezig zijn. Door gebruik te maken van andere pols posities zijn de tintelingen verdwenen. Hij heeft zijn polsbrace nauwelijks meer nodig en heeft zijn werkzaamheden op kunnen bouwen naar normale uren.
Conclusie Hand- en polsklachten komen veel voor bij tandartsen en mondhygiënisten. Zoals in casus 2 te lezen was, kan er sprake zijn van een (oud) trauma met als gevolg aanhoudende klachten, waardoor werkzaamheden minder goed uit te voeren zijn. In de meeste gevallen behandelen we klachten vergelijkbaar met casus 1. Een oorzaak kan zijn dat er in aanleg onderliggende hypermobiliteit of instabiliteit bestaat, maar dit hoeft niet direct klachten te geven. Echter, als er eenmaal klachten zijn ontstaan, zijn het repeterende karakter in combinatie met hoog werktempo door een volle agenda factoren die maken dat klachten moeilijk verdwijnen. Vaak is deze groep mensen gebaat bij specifieke diagnostiek en oefentherapie met focus op bewustwording en aanleren adequate bewegingspatronen. Daarnaast is het van belang dat er veel aandacht is voor ergonomische adviezen en adviezen betreft belasting/ belastbaarheid. Tot slot is het realiseren van aanpassingen aan zowel de werkplek als het instrumentarium een belangrijk onderdeel, evenals de zoektocht naar een eventuele ondersteuning in de vorm van een brace of een spalk. Mocht je klachten hebben aan hand, pols en/of onderarm, dan kan het de moeite waard zijn om naar deze klachten te laten kijken door een gespecialiseerde handtherapeut bij jou in de buurt. Grote kans dat je geholpen kunt worden. Op de site van de Nederlandse Vereniging voor Handtherapie, www.handtherapie.com, vind je een overzicht van gecertificeerde en niet gecertificeerde handtherapeuten onder ‘zoek uw handtherapeut’.
dentista
WHITENING LIVE-TEST Probeer Opalescence Go gratis bij de Dentex op stand nr. 5936
Ultradent Products Nederland
© 2018 Ultradent Products, Inc. All Rights Reserved.
Foto’s: © www.davidkaba.be
40
DESIGN IN BEELD
dentista
Design in Beeld Praktijk: MegabiteandCo Brussels Eigenaren: Jan Berghmans, Koen Ackx, Vincent Bielen en Eline Jalon Website:www.megabiteandco.be Architect: Goedele Deriemaeker Website: www.deriemaeker.be
D
e praktijk die reeds bestond sedert 1983, en waar interdisciplinaire en specialistische tandheelkunde wordt aangeboden, barstte stilaan uit haar voegen op de oude locatie. Beide toenmalige partners Jan Berghmans (endodontologie) en Stephane Browet (esthetische tandheelkunde) togen op zoek naar een locatie waarin minstens vier behandelkamers, uitgerust met operatiemicroscoop en al wat daarbij hoort, konden worden ondergebracht.
Vraag van de opdrachtgever Beide opdrachtgevers traden vaak op als cursusgever. Daarom diende de nieuwe praktijk ook onderdak te bieden aan een afgescheiden ruimte waar cursisten op groot scherm de beelden van de camera van operatiemicroscoop kunnen volgen tijdens live demo behandelingen. De praktijk moest clean, ruim en helder zijn en hygiënisch en ergonomisch werk toelaten.
Invulling architect Omdat het om een 100 jaar oud pand ging dat voor de aankoop nog gediend had als kunstgalerij, met onder andere een centraal gelegen liftkoker en traphal, was het een hele uitdaging voor de architecte om aan de wensen van de bouwheren tegemoet te komen. Een eerste stap in de goede richting was het idee van strikte afscheiding van de
dentista
verschillende functie, per verdieping. Zo kwamen op de gelijkvloerse verdieping enkel niet-klinische functies (inkom, balie, ontvangstruimte, kleedkamer annex sanitair en keuken staff). Op de eerste verdieping werd de kliniek ondergebracht met behandelkamers en sterilisatie en op de tweede verdieping de cursusruimte en toebehoren. Daarnaast werd op de klinische verdieping tabula rasa gemaakt van de bestaande indeling: in plaats van bestaande ruimten vol te stouwen met meubilair werden de ruimten gecreëerd aan de hand van meubilair en apparatuur, als eilanden in de ruimte rond de centrale positie van de behandelaar aan de behandelstoel. Desondanks slaagde de architect er in voor visuele afscherming te zorgen op de klinische verdieping zonder toegevingen te doen aan de verleiding om alles met deuren af te sluiten; tandartsen en assistentes kunnen overal vrij in en uit zonder deuren te moeten openen.
Reacties Patiënten appreciëren erg de zorg voor hygiëne en vinden het prettig dat in de ontvangstruimte niets verwijst naar een tandheelkundige praktijk. Er is overal veel lichtinval en twee van de drie vrije gevels kijken uit op een tuin. Er wordt gedacht aan de aanschaf van terrasmeubilair zodat patiënten op zomerse dagen van de tuin kunnen genieten en de staff er eveneens zou kunnen lunchen.
Uitbreiding Ondertussen werd een tweede praktijk ingericht volgens de zelfde principes, waarbij het concept nog verder werd verfijnd, en staat een derde in de steigers. Eens de eigenaars het ergonomisch concept onder de knie hadden werd reproduceren makkelijk.
DESIGN IN BEELD
41
Gehoorbeschadiging door ultrasoon? Veel mondhygiënisten werken vaak met een ultrasone scaler. Antoinette Swagerman onderzocht of veelvuldig gebruik van ultrasone apparatuur bij hen leidt tot gehoorschade.
Antoinette Swagerman – van Zutphen
I
n de huidige praktijk is de ultrasone scaler een onmisbaar instrument geworden. Verschillende merken en tips zijn verkrijgbaar. Veel mondhygiënisten maken gebruik van het instrument, dat als lichter qua bediening wordt ervaren en hardnekkig tandsteen en aanslag makkelijker verwijdert. Na het ultrasoon reinigen wordt het werk nagelopen met handinstrumenten. Ultrasone scalers hebben naast een aantal voordelen ook nadelen. Een daarvan is het geproduceerde geluid.
Heeft ultrasoon geluid een negatief effect op het gehoor? Om op deze vraag antwoord de krijgen zijn 41 mondhygiënisten getest door middel van een audiogram, afgenomen door gediplomeerde audiciens met gevalideerde audiometers op het Najaarscongres 2011 van de Nederlandse Vereniging voor Mondhygiënisten (NVM). Deelnemers vulden een enquête in die gekoppeld werd aan de uitslag van het audiogram. Inclusiecriteria waren: leeftijd tussen de 20 en 65 jaar, zowel mannen als vrouwen, geen afwijkingen aan het gehoor hebben, regelmatig werkzaam met ultrasoon. Exclusiecriteria waren: mondhygiënisten die onder behandeling zijn bij de KNO-arts voor gehoorafwijkingen, mondhygiënisten met een gehoorapparaat, leeftijd < 20 jaar en > 65 jaar. Mondhygiënisten werden willekeurig aangesproken, maar vrije aanmelding was ook mogelijk. Data is vergeleken met gegevens uit de Nederlandse populatie. De uitslagen van de hoortesten zijn vergeleken en getoetst met de verschuiving van de gemiddelde gehoordrempel bij het ouder worden. De deelnemers moesten aangeven of ze een piep of brom hoorden. Hierdoor werd
42
het hele frequentie bereik tussen x en y (125 8000Hz) en tussen -10 en 70dB gemeten. De scan werd in random volgorde in drievoud uitgevoerd, zodat er een juiste uitslag uitkwam. De metingen vonden de gehele dag plaats. Beide testen zijn in identieke ruimtes afgenomen qua ligging, grootte en achtergrondgeluiden. Mondhygiënisten werden willekeurig in kamer 1 of 2 geplaatst. Het afnemen van de test ging in beide kamers hetzelfde. De gehoorgang werd gecontroleerd en er werd uitleg gegeven. Bij het horen van een piep of een brom, moest een knop ingedrukt worden. Deelnemers zaten met de rug naar het apparaat toe, zodat de bewegingen van de audicien niet zichtbaar waren voor de deelnemers. Om een goede en sluitende test te krijgen moesten deelnemers driemaal op hetzelfde frequentiebereik en op het zelfde geluidsniveau aangeven dat ze geluid hoorden. De frequenties en dB werden willekeurig afgespeeld, zodat er een objectief en vaststaande uitslag naar voren kwam. Hierdoor konden de deelnemers geen manipulatie uitvoeren. De test werd beschreven via een audiogram (afbeelding 1). Het rechteroor is met een rondje aangegeven, het linkeroor met een sterretje. Aan het einde werd de uitslag aan de enquête vastgeniet en de uitslag werd met de desbetreffende deelnemers doorgenomen.
Resultaten Het uiteindelijke aantal deelnemers kwam op 41. Dit is 9.7 procent van de aantal bezoekers van het NVM-najaarscongres. De leeftijd ligt tussen de 21 en 61 jaar met een gemiddelde van 33,8 jaar. De deelnemende mondhygiënisten werken gemiddeld 27 uur per week, (spreiding: -3.4 uur, +3.6 uur) verdeeld over 3.8 dagen per week,
dentista
aantal deelnemers (N) niet altijd overeen met het aantal deelnemers in die leeftijdscategorie. <30 jaar heeft N=15. Door het aantal frequentieverlies resultaten bij elkaar op te tellen kom je op 18. Dit betekent dat er een aantal deelnemers is met bijvoorbeeld een verlies op 400Hz van Afbeelding 1. Audiogram dat gebruikt is bij de hoortesten het linkeroor, maar ook tijdens het najaarscongres. met verlies op 6000Hz van het rechteroor. Dit (spreiding: -1.8, +1.2) Ze behandelen ge- is los van elkaar aangegeven. Het meeste middeld 7.9 patiënten per dag, (spreiding verlies zit op 6000Hz. Dit betekent dat het -5.9, +8.1) en werken gemiddeld 9.8 jaar frequentiebereik kleiner wordt op 6000Hz, (spreiding: -7.8, +15.2) met een ultrasoon maar dit valt binnen de verschuiving van systeem. 13 mondhygiënisten schatten de de gehoordrempel. kans op gehoorbeschadiging groot in, 25 In de studie is frequentievermindevan de 41 mondhygiënisten maken zich ring waargenomen tussen de 4000Hz en soms zorgen over het oplopen van gehoor- 6000Hz. Dit valt binnen de marges van de beschadiging, slechts 5 deelnemers maken verschuiving van de gehoordrempel. Bij zich daar nooit zorgen om. Tien mondhygi- een dergelijk audiogram spreken we van ënisten werken meer dan 20 jaar, twee 15- een lawaaidip. Er zijn geen specifieke re20 jaar, zes 10-15 jaar, acht 5-10 jaar, zeven sultaten van 3000Hz omdat de audiogram 3-5 jaar en acht korter dan 3 jaar. alleen 2000Hz of 4000Hz aangaf. Onderstaande tabel geeft de resultaten van De berekening in het verlies van decibelfrequentiebereik verlies weer. bereik is tot stand gekomen door van elke De horizontale lijn geeft de leeftijd van de deelnemer het verlies in decibelbereik op deelnemers weer. De verticale lijn het ver- 1000Hz, 2000Hz en 4000Hz bij elkaar op te tellen en te delen door drie. lies in frequentiebereik. Als de uitkomst vijfendertig dB of hoger is, Sommige deelnemers hebben op meerdere dan is er sprake van gehoorverlies. Daarfrequentiegebieden een verlies. Dit verlies onder is er wel sprake van gehoorverlies, is in de tabel verwerkt, hierdoor komt het die door de persoon als hinderlijk kan worLeeftijd in jaren ➡
30-35 jaar
35-40 jaar
40-45 jaar
45-50 jaar
50-55 jaar
60-65 jaar
N=15
N=11
N=1
N=6
N=4
N=2
N=2
➡
Verlies in frequentiebereik
< 30 jaar
2000Hz, linker- en rechter oor
1
1
2
2000Hz, rechteroor
1
1
1
2000‐4000HZ, linker- en rechter oor
1
2000Hz, linkeroor
1
1
4000Hz, linker- en rechteroor
2
1
1
4000 Hz, linkeroor
1
4000Hz, rechteroor
1
Dalende lijn na 4000Hz, linker- en rechteroor
2
6000 Hz, linker- en rechteroor
3
1
2
2
6000Hz, linkeroor
2
3
1
1
6000Hz, rechteroor
1
1
1
>8000Hz, linker- en rechteroor
1
1
1
1
> 8000 Hz, linkeroor
1
> 8000 Hz, rechteroor
1
1
Geen bijzonderheden
5
3
1
dentista
43
Gemiddeld verlies
Gemiddeld verlies per deelnemer
➡
Leeftijd
per deelnemer
op 1000Hz, 2000Hz , 4000Hz
op 6000Hz
< 30 (N=15)
Linkeroor
8,84 (3,00 -18,24)
8,3 (0,0 - 25,0)
Rechteroor
8,64 (1,6 - 21,6)
8,3 (0,0 - 20,0)
30-35 ( N=11)
Linkeroor
11,96 (1,6 -23,3)
11,90 (0,0 - 30,0) 9,5 (0,0 - 35,0)
Rechteroor
12,38 (3,3 -28,3)
35-40 (N=1)
Linkeroor
18,3
45
Rechteroor
5
5
40-45 (N=6)
Linkeroor
12,75 (1,6 - 18,3)
11,6 (0, 0 - 20,0)
Rechteroor
11,08 (0.0 - 18,3)
17,5 (5,0 - 35,0)
45-50 (N=4)
Linkeroor
13,7 (6.6 - 21,6)
20,0 (10,0 - 25,0)
Rechteroor
11,22 (8.3 - 15.0)
22,5 (10,0 - 30,0)
50-55 (N=2)
Linkeroor
17,5 (15,0 - 20,0)
12,5 (5,0 - 20,0)
Rechteroor
13,3 (5,0 - 20,0)
10,0 (5,0 - 15,0)
60-65 (N=2)
Linkeroor
16,6 (11,6 - 21,6)
20,0 (15,0 - 25,0)
Rechteroor
20,8 (18,3 - 23,3)
27,5 (15,0 - 40,0)
den ervaren. Het verlies en het gemiddelde bij de deelnemers van 6000dB is ook berekend op dezelfde wijze zoals hierboven beschreven. De tabel hiernaast geeft het gemiddelde verlies in decibelbereik en de spreidingsbreedte weer. Vergelijkend met de verschuiving van de gemiddelde gehoordrempel hebben mondhygiënisten meer verlies van dB; er is een stijging van de geluidsniveaudrempel. Dit is niet statistisch getoetst, omdat er geen cijfers voorhanden waren uit de vergelijkingsgroep. Het gaat om gemiddeld 5,0 dB per leeftijdscategorie (±2), vergeleken met gegevens uit de algemene bevolking.
Conclusie
Antoinette Swagerman – van Zutphen, mondhygiëniste BHs. Werkzaam bij het Nederlandse ministerie van Defensie. Zij schreef dit artikel naar aanleiding van haar afstudeerthesis (2012).
Ondanks dat fabrikanten apparatuur maken die een geluidsniveau onder de 80dB produceren, hebben mondhygiënisten meer kans op gehoorbeschadiging dan de controlegroep. De schade ligt niet in de hoogte van het frequentiebereik, maar in het decibelverlies. De uitkomsten van het frequentiebereik vallen binnen de waardes bij het ouder worden en laten het meeste verlies zien bij 6000hZ.
De gehoordrempel is wel verminderd. Hierdoor moeten mondhygiënisten meer decibellen tot zich krijgen om het geluid waar te nemen. Ondanks dat heeft maar 1 mondhygiëniste een waarde van 45dB verlies, wat gehoorbeschadiging betekent. Het onderzoek van Dunning Wilson et al (2002), concludeert dat er geen schade bij 2000Hz, 4000Hz, 6000Hz en 8000 Hz is, maar wel schade bij 3000Hz vermoed wordt. Het artikel laat hetzelfde beeld als mijn onderzoek zien qua frequentiebereik. Bovenstaand onderzoek gaat niet in op het verminderde waarnemen van het aantal decibels. Op de vraag is het veelvuldig werken met ultrasone geluiden schadelijk voor het gehoor van mondhygiënisten? kan geen passend en waterdicht antwoord gegeven worden, omdat gehoorbeschadiging vanaf 80dB meer dan 8 uur per dag en 40 jaar aanwezig moet zijn om beschadiging te ontwikkelen. Er zijn geen mondhygiënisten die daar aan voldoen en daardoor gehoorbeschadiging ontwikkelen. De schade die bij mondhygiënisten aangetoond is kan niet aan het gebruik van de ultrasoon worden toegewezen. Deze conclusie, samen met de achtergrondinformatie over geluiden en gehoorbeschadiging bij tandartsen, laat zien dat er meer onderzoek gedaan moet worden om zekerheid te verkrijgen. Het verlies kan door andere oorzaken en gewoontes ontstaan, daarom is longitudinaal onderzoek, waarbij de gehoorontwikkeling van een groep mondhygiënisten en een vergelijkbare groep uit de algehele populatie worden gevolgd gewenst. Naar aanleiding van de audiograms blijkt dat er niet met zekerheid te zeggen is dat mondhygiënisten door het veelvuldig werken met ultrasone geluiden meer schade aan het gehoor krijgen. Omdat de audiograms vergeleken zijn met de verschuiving van de gemiddelde gehoordrempel met het toenemen van de leeftijd, kan ik geen uitspraken doen over significante verschillen.
Tips • Voorkomen is beter dan genezen • Gebruikt gehoorbescherming met juist filter tijdens het werken met ultrasoon. • Werk afwisselend met ultrasoon en hand instrumenten. • Geef de oren ‘rust’
Zo doe je het!
Een efficiënte sollicitatieprocedure Het gebeurt ons allemaal. We hebben een assistent die opstapt, met pensioen gaat, zwanger wordt of de praktijkorganisatie verandert dusdanig dat je een nieuwe assistent nodig hebt. Hoe pak je dit aan? Hoe ga je zoeken en hoe zal je vinden? Anna Berends van Loenen
I
edereen wil een schaap met vijf poten, maar dat is een utopie. Kijk realistisch welke kwaliteiten en vaardigheden de nieuwe assistent moet hebben en welke je graag zou willen. Kortom maak een prioriteitenlijstje. Een functieprofiel kan hierbij heel handig zijn. Misschien heb je deze nog en hoef je het functieprofiel van een tandartsassistent alleen maar te actualiseren, maar misschien moet je er eentje maken. Let hierbij niet alleen op het kennisniveau en de vaardigheden van de assistent, bijvoorbeeld heeft de assistent een erkend diploma, maar ook op de zachte kant. Is de assistent een teamspeler of kan deze flexibel in shifts werken. Laat dit profiel aan een collega lezen. Wellicht heeft deze nog nuttige aanvullingen of prioriteiten, die je kunnen helpen het zoekprofiel aan te scherpen. Ook het bepalen van uren, duur van het contract, arbeidsvoorwaarden en dergelijken zijn in deze fase niet onbelangrijk.
Waar ga ik zoeken? Zoeken kan op verschillende plaatsen. Kijk allereerst naar je eigen personeelsbestand. Misschien is er iemand die wil doorgroeien of andere taken of uren wil hebben, waardoor je misschien geen vacature meer hoeft uit te zetten, of eentje die makkelijker in te vullen is. Door eerst binnen je eigen personeelsbestand te kijken
maak je optimaal gebruik van de talenten van jouw medewerkers en houd je goede werknemers in huis. Je voorkomt hiermee ook dat mensen ‘vastroesten’. Zit er geen geschikte kandidaat tussen je personeel, dan weten je werknemers vast wel iemand die bij jouw praktijk past. Denk aan oud stagiaires of collega’s bij een andere praktijk. Natuurlijk kun je ook een advertentie zetten op je eigen website, Facebook, vacaturewebsite of in de krant. Zorg dan wel voor een wervelende tekst die mensen aanspreekt, maar die tegelijkertijd ook specifiek genoeg is zodat je niet overladen wordt door teveel brieven die onvoldoende aansluiten bij de praktijk. Beschrijf niet alleen wat je zoekt, maar ook wat je biedt. Bijvoorbeeld: ‘Een professionele praktijk met een hecht team en oog voor innovatie’. Mocht je dit teveel gedoe vinden of hier graag hulp bij willen hebben, dan zijn er nog diverse werving en selectiebureaus die je graag tegen betaling dit proces uit handen willen nemen. Je kunt ook van verschillende kanalen tegelijkertijd gebruik maken. En draai het ook eens om; waar gaan je sollicitanten op zoek naar werk? Verplaats je in de doelgroep; hoe kun je deze kandidaten het beste bereiken?
dentista
45
functie en dus niet over geloof of gezondheid. Probeer niet iemand te zoeken die precies past in het functieprofiel. Natuurlijk zoek je iemand die zo goed mogelijk past, maar het biedt wellicht meer mogelijkheden om gebruik te maken van het talent van de medewerker. Wat wil hij of zij leren en hoe kun je hem of haar daarbij zo goed mogelijk begeleiden?
Hoe voer ik het gesprek?
Wie nodig ik uit? Alle CV’s en brieven leg je naast je wensenen prioriteitenlijstje. Aan de hand daarvan kijk je waar de overeenkomsten en de verschillen liggen. Uiteraard nodig je degene uit die de meeste overeenkomsten heeft. Echter, een keertje een outsider is ook best een goed idee. Soms zegt jouw onderbuikgevoel dat een sollicitant een uitnodiging verdient. Luister hier dan ook naar. Vraag desnoods een collega om mee te kijken. Het is wel zo vriendelijk om alle anderen die niet worden uitgenodigd een mailtje te sturen met de afwijzing en ze te bedanken voor de sollicitatie. Wacht niet te lang met het uitnodigen van kandidaten. Voor je het weet heeft de concurrent ze al weggekaapt.
Hoe bereid ik het gesprek voor? Maak allereerst een planning. Wanneer voer je de gesprekken en wie zijn erbij aanwezig. Voert de praktijkmanager de gesprekken, of zit de tandarts eigenaar of misschien een collega assistent er ook bij? Anna Berends van Loenen is eigenaar van www.qanz.nl en trainer op het gebied van praktijkmanagement, organisatie en communicatie. Daarnaast is zij auteur van de boeken Praktijkmanagement talent, Teammanagement talent en Handboek voor de Balie Assistent.
46
Eén van de belangrijkste en vaak ook één van de lastigste onderdelen van de voorbereiding, is het bedenken van goede vragen. Zorg ervoor dat je scherp op het netvlies hebt aan welke eisen en wensen de nieuwe medewerker moet voldoen. Pas op: Er zijn ook vragen die je niet mag stellen om discriminatie tegen te gaan. Je mag alleen vragen stellen die relevant zijn voor de
Stel de kandidaat op haar gemak. Let op hoe je gaat zitten; liever niet tegenover de kandidaat, maar schuin naast hem of haar. Maak af en toe een grapje om de spanning te doorbreken. Sommige sollicitanten zijn namelijk erg nerveus. Wanneer je samenvat, laat je merken dat je goed luistert. Een kandidaat voelt zich daardoor meer op z’n gemak. Ook word je vaak beloond met extra informatie. Mensen reageren namelijk op een samenvatting door meer te vertellen. Als iets niet duidelijk is, vraag dan door. Je moet weten wat voor een vlees je in de kuip hebt, dus wees niet bang om te vragen. Stel open-, maar ook eenduidige vragen. Let wel op: Jij moet de kandidaat niet alleen geschikt vinden, maar de kandidaat moet zich op haar gemak voelen in de praktijk, anders wordt de samenwerking op lange termijn niets.
Hoe kies ik de juiste kandidaat? Neem een sollicitant alleen aan wanneer je er zeker van bent dat zij aan de functie-eisen voldoet en bij de praktijkcultuur past. Als een kandidaat veel ervaring heeft met bepaalde werkzaamheden, hoeft zij dit niet per definitie goed te kunnen. Vraag door! Hoe pakte zij dingen aan? Waarvoor kreeg zij complimenten? Wat voor klachten kreeg zij? Draai het ook om. Een kandidaat met weinig ervaring kan een uitstekende nieuwe medewerker zijn. Geef iemand de kans het tegendeel te bewijzen. Vraag vooral door op motivatie. Waarom wil zij dit werk gaan doen? Hoe denkt zij de ervaringsachterstand te kunnen compenseren? Als je de beelden die je hebt van een kandidaat wil laten toetsen of een scherper beeld wil hebben van de competenties van een kandidaat, laat hem dan een dagje meelopen. Een foute keuze kost veel meer geld en levert veel frustraties op!
dentista
MASTERCLASS ESTHETISCHE TANDHEELKUNDE ACADEMIAE AESTHETICA De rode draad van de opleiding Masterclass Esthetische Tandheelkunde is : Behandelen vanuit een goede architectuur (Digital Smile Design), zo minimaal invasief mogelijk (less is more) en werken in teamverband.
Programma 8 Masterclasses
Bel voor meer informatie met +31 55-3121050
www.academiae-aesthetica.be