3 minute read

Vrije val steenuilen 2021

vinden bij ruimtelijke ontwikkelingen (sloop, renovatie, nieuwbouw etc.). Er wordt dan gevraagd wat wij weten over de eventuele aanwezigheid (verblijf- of broedplaatsen) van uilen, op bepaalde locaties óf in de omgeving ervan. Als broed- of verblijflocaties verloren gaan, en er dus verplicht gecompenseerd of gemitigeerd moet worden, is het heel erg belangrijk wat er aan vervangend aanbod voor broed- en verblijfplaatsen is rondom de locatie die verloren gaat. In principe werken wij aan deze onderzoeken mee, met een duidelijke voorwaarde: de informatie is vertrouwelijk en mag niet openbaar gemaakt worden, bijvoorbeeld in rapportages. Afhankelijk van de locatie, de verstoringsgevoeligheid van betreffende uilen en rekening houdend met de privacy van de kasthouders nemen we contact op met betreffende kasthouders, om toestemming te vragen om de informatie door te zetten in Bovenstaande illustreert dus hoe we indirect (broed- en verblijflocaties van) uilen beschermen. Alleen is dit passief: we reageren op vragen die aan ons gesteld worden. Soms gebeurt ook het omgekeerde: wij krijgen via-via te horen van voorgenomen werkzaamheden op locaties waarvan we weten dat er uilen voorkomen. In dat geval brengen we dit actief onder de aandacht van de initiatiefnemer van de betreffende werkzaamheden, om daarmee de uilen zo optimaal mogelijk te beschermen. Hiervoor werken we steeds meer samen met de werkgroep Ruimtelijke Ordening. Deze samenwerking is pas recent en kan verder geoptimaliseerd worden. D

Vrije val steenuilen 2021 Triest en historisch dieptepunt

Advertisement

Stefan van der Heijden, coördinator uilenwerkgroep

Het is in het staartje van mei als ik dit schrijf. De controles zijn afgerond van alle steenuilkasten die bij de uilenwerkgroep bekend zijn. Dit leverde een toch wel onthutsende uitslag op: 1 broedgeval en op 2 locaties activiteit zonder dat er gebroed wordt in de kasten. Totaal 3 territoria. Dit is een uniek, historisch dieptepunt. De afgelopen jaren schommelde het aantal bij ons bekende territoria tussen 8 en 10; met hierbij 6 – 9 broedgevallen. In 2020 kenden we 7 broedgevallen/territoria, nu dus 1 broedgeval. Een afname van 6…. D

Het seizoen is nog niet voorbij. Het broedseizoen voor de steenuil is wel op zijn hoogtepunt. Steenuilen kennen een vrij vaste broedperiode en hebben in de regel altijd één legsel. De kans dat er nog een nieuw broedgeval in 2021 zal komen is praktisch nul. Dat het seizoen nog niet voorbij is betekent alleen dat er soms later in een seizoen nog informatie binnen druppelt over broedgevallen of een bezet territorium. Gezien de historie van afgelopen jaren is de verwachting dat dat hooguit een enkel geval kan zijn. Het is dus een illusie dat dit jaar nog in de buurt van het gemiddelde van afgelopen jaren zal komen. In het verleden, en ook nu naar aanleiding van deze teleurstellende resultaten, rees regelmatig de vraag of de steenuil ooit uit de Krimpenerwaard zal verdwijnen. We kunnen uiteraard niet in de toekomst kijken, maar deze zorg leeft echt binnen de uilenwerkgroep en ook daarbuiten. Wanneer je de trend over een veel langere periode bekijkt en dit seizoen in ogenschouw neemt is de kans reëler dan ooit.

We gaan binnen de uilenwerkgroep dit jaar (opnieuw) bekijken of er nog mogelijkheden zijn om het tij te keren. We moeten daarbij de oorzaak van de teruggang door de jaren heen en de oorzaak van de spectaculaire vrije val 2020 – 2021 weten om daar iets mee te kunnen. Deels zijn er al oorzaken bekend of verondersteld: •Het verdwijnen van de ‘traditionele’ (rommelige) boerenerven. •De toename (hoewel dit een aanname is - hier moeten we ons eens goed in verdiepen) van de bosuilen. De combinatie van bosuil – steenuil is over het algemeen in de Krimpenerwaard een slechte. •Afname van biodiversiteit in het algemeen. •De relatief strenge winter begin 2021. En dan met name het langdurige sneeuwdek dat er in die periode lag. •Het koude, natte voorjaar en daarmee de invloed op het voedselaanbod.

Er is dus huiswerk voor de uilenwerkgroep te doen. We gaan over de zorgelijke stand in gesprek met uilenwerkgroepen in ZuidHolland en gaan ook bij STONE (de landelijke ‘club’ voor steenuilen) aankloppen. We maken ons hard om te voorkomen dat er op een gegeven moment geen steenuilen meer in de Krimpenerwaard te vinden zijn. D

Een jonge steenuil tijdens het ringen in Lekkerkerk in 2018. Gaan dit ringen en dit beeld in de toekomst verdwijnen?

This article is from: