3 minute read

Bokpalen in ons landschap

Bokpalen in onslandschapBetekenisvol erfgoed met natuurwaarden

Joke Colijn

Advertisement

In de voormalige Oostbloklanden zie je ze nog overal: twee lange houten palen in A-vorm langs wegen en paden, met bovenaan porseleinen isolatoren om elektriciteit via draden naar dorpen en steden te brengen. Maar ook in sommige steden in Zuid-Europa is het een wirwar van draden boven straten en langs huizen, want behalve elektriciteit wordt ook de telefoonaansluiting door draden aan bokpalen aangevoerd en naar binnen gebracht. d

De NVWK staat voor natuur, landschap en milieu. In Nederland zijn de bokpalen bijna overal verdwenen. Alleen in het Reeuwijkse buitengebied én in de Krimpenerwaard kennen we ze nog. Stoere bokpalen dragen nog steeds het bovengrondse elektriciteitsnetwerk dat 100 jaar geleden vooruitgang bracht en eenzame boerderijen verbond met de buitenwereld. Ze hóren in het eeuwenoude landschap met de lintbebouwing. Ook al zijn de karrensporen waarlangs ze stonden tegenwoordig geasfalteerd, de bokpalen die zijn gebleven zijn in die zin zowel cultureel als industrieel erfgoed. Erfgoed wordt sinds jaar en dag vastgelegd in woord en beeld door de diverse historische verenigingen uit de oorspronkelijke kernen, en waar mogelijk bewaard. Sinds de elf kernen zijn samengevoegd tot de gemeente Krimpenerwaard, hebben de historische verenigingen zich geschaard onder het samenwerkingsverband SCHOK: Stichting Cultureel Historisch Overleg Krimpenerwaard. De bokpalen doen anno 2022 nog prima dienst en vertellen het verhaal van de ontwikkeling van onze polders, maar ze staan nog steeds niet in de Erfgoed Nota van de gemeente Krimpenerwaard. Bokpalen zouden de erfenis zijn van een achtergebleven gebied, dus vond de coalitie in 2017: weg met deze visuele bewijzen! Een veel gehoord argument om het elektriciteitsnet ondergronds te brengen is verder dat het bovengrondse netwerk storingsgevoeliger is. Dat waag ik te betwijfelen uit persoonlijke ervaring, en Stedin erkent dit ook (zie verderop). Wij ervaren in de kern Stolwijk met ondergrondse kabels meerdere malen per jaar storingen, die soms meer dan een uur duren. Mijn zoon woont in het buitengebied en heeft dan nergens last van; hij heeft zeker niet meer storingen dan wij. Bovendien zijn bovengrondse storingen vaak sneller verholpen dan wanneer eerst gegraven moet worden. Kortom: geen onnodige gêne, bokpalen zijn charmante bewijzen van onze levende historie en daar mogen we trots op zijn!

Onlangs trok Rinus Anker, lid van de NVWK en bevlogen natuurliefhebber, bij ons aan de bel. Nota bene op Hemelvaartsdag werden de bokpalen aan de Kerkweg in Berkenwoude omver gehaald! Rinus was vooral aangeslagen vanwege het natuurbelang van de bokpalen: ‘zijn’ grutto’s gebruiken de bokpalen langs de wegen in de Berkenwoudse polders als uitkijkposten om hun pullen te waarschuwen voor predatoren. En vogels verzamelen zich op de lijnen voor de trek. Hoe moest dat nu verder? Rinus hield ons via e-mail regelmatig op de hoogte van zijn grote zorg over verdwijnen van de bokpalen – die wij al langer delen. Leen Verschoor van de werkgroep Ruimtelijke Ordening (RO) zocht contact met Stedin. Het kostte veel moeite voordat hij enig antwoord kreeg, maar uiteindelijk kwam per e-mail onder andere deze reactie binnen: ‘Ik kan u zeggen dat zover ik kan nagaan er op dit moment geen voornemens van Stedin zijn om binnen afzienbare tijd over te gaan naar vervanging van het genoemde bovengronds Net.’ Het Kontakt berichtte in 2018: Stedin beheert in het Groene Hart zo’n 130 kilometer bovengronds elektriciteitsnet op houten palen. Het liefst vervangt de netbeheerder dit netwerk door ondergrondse kabels. Toch kleven hier flinke nadelen aan. De Lange: “Probleem is dat je in dit gebied te maken hebt met veengrond. Vocht en zuur tasten de kabels aan waardoor er regelmatig storingen ontstaan. Net zo vaak als met een bovengronds netwerk. Je moet kabels ook eerder vervangen omdat ze niet zo lang meegaan. Een heel andere situatie dan bijvoorbeeld in Den Haag waar de kabels soms tientallen

Boerenzwaluwen verzamelen zich op de electriciteitsdraden, foto: Dirk-Jan Saaltink

This article is from: