PO Millingerwaard

Page 1

Millingerwaard - 1


Inleiding Wij hebben, mede vanwege Keri’s en Lotta’s liefde voor paarden gekozen voor de grote grazers van de Millingerwaard als onderwerp voor ons PO. Het leek ons sowieso leuk om wat met de dieren daar te doen, omdat dat ons veel meer aansprak dan de planten e.d. We wilden eerst onderzoek gaan doen over het bijvoeren van de dieren, maar dit bleek een heet morele zaak en dus erg moeilijk te onderzoeken op basis van feiten. Daarom hebben we gekozen voor een meer feitelijk onderzoek, namelijk waarom ze nou juist voor de Koniks en de Galloways gekozen hebben. Daarom is onze hoofdvraag: Waarom is er in de Millingerwaard gekozen voor Gallowayrunderen en Konikpaarden? Daarbij hebben we de volgende deelvragen bedacht, waarmee wij deze hoofdvraag beantwoord hebben: Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen Galloways en Koniks en hun soortgenoten? Wat is de invloed van het gedrag (eten, lopen, poepen etc.) van de Galloways en Koniks op het landschap in de Millingerwaard? Wat zijn de voordelen en nadelen van de Galloways en Koniks voor de Millingerwaard? Biedt de Millingerwaard genoeg aan de Konikpaarden en Galloways om te overleven? We hopen dat we de deelvragen, onder andere met behulp van ons uitje naar de Millingerwaard goed kunnen beantwoorden en daarmee een duidelijk antwoord kunnen geven op de hoofdvraag.

2 - Millingerwaard


Inhoud Inleiding 2 Plan van Aanpak 4 Deelvraag 1 – Galloway Deelvraag 1 – Konik Deelvraag 2 – Galloway Deelvraag 2 – Konik Deelvraag 3 – Galloway Deelvraag 3 – Konik Deelvraag 4 – Galloway

6 12 16 20 24 26 28

Deelvraag 4 – Konik

30

Interview 32 Hoofdvraag - conclusie

36

Evaluatie Karlijn 38 Evaluatie Inge 39 Evaluatie Keri 40 Evaluatie Lotta 41 Afsluiting 42 Bronvermelding 44 Bijlage 1: Verslag Millingerwaard Bijlage 2: Verslag college 1 Bijlage 3: Verslag college 2

46 48 50

Millingerwaard - 3


Plan van Aanpak

Plan van aanpak Naam leerling: Inge van Manen, Lotta Andriesse, Keri Lambermont, Karlijn Keizer Klas: 5c en 5e Cursus: Vak: Biologie Naam docent: Annemarie Bruinen Titel van de praktische opdracht: Ecologie, het Rivierlandschap Sbu: 20 Invullen door de leerling WAAR en WANNEER?

Begindatum: 22-03-2011 Inleveren plan van aanpak: 20-04-2011 (eventueel) Inleveren tussenproduct: (eventueel) Voortgangsgesprek: 19-04-2011 Inleveren eindproduct en/of presenteren: 30-05-2011

ONDERWERP

Onderwerp: Grote grazers in de Millingerwaard De onderzoeksvraag: Waarom is in de Millingerwaard gekozen voor Galloways en Konikpaarden en niet voor andere soorten? Deelvragen: 1 Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen Konikpaarden en Galloways en hun soortgenoten? 2 Wat is de invloed van het gedrag (eten, lopen, poepen etc.) van de Konikpaarden en Galloways op het landschap in de Millingerwaard? 3 Bieden Konikpaarden en Galloways voordelen/ nadelen voor de Millingerwaard? 4 Biedt de Millingerwaard genoeg aan de Konikpaarden en Galloways om te overleven? Hypothese: In de Millingerwaard is gekozen voor Galloways en Konikpaarden, omdat ze niet agressief zijn en een goed zelfhandhavingmechanisme hebben.

VORM en PRESENTATIE

MOTIVERING

Presentatievorm: Schriftelijke presentatie Doelgroep: Mensen die ge誰nteresseerd zijn in de grote grazers van de Millingerwaard. Waarom dit onderwerp? Keri en Lotta houden beide heel erg van paarden in het bijzonder en het lijkt ons allemaal heel leuk om protocollen te maken voor het vergelijken van de tamme paarden en koeien, die wij kennen, met de wilde paarden en koeien, die daar lopen, en zijn erg nieuwsgierig naar de uitkomst! Wat weet je al van het onderwerp? We wisten dat Konikpaarden het dichtste bij het oerras komt, dat Galloways geen horens hebben en dat Galloways gemiddeld 1,20 meter hoog worden.

4 - Millingerwaard

Opmerking docent


ICT

Hoe maak je gebruik van de computer? Opzoeken van informatie en het verwerken van informatie, die we gevonden hebben en de dingen die we onderzocht hebben.

Sbu

Week nr:

Wie:

3

17

Karlijn en Keri Lotta en Inge

Afmaken wat voor de vakantie niet gelukt is en eventueel vooruit werken. Als je je voor de rest aan de planning houdt hoef je in de vakantie niets te doen.

18

Iedereen

3 aan deelvraag 1 en 2 werken door een protocol van ongeveer een uur te maken van paarden of koeien in de buurt. werken aan deelvraag 4 door de flora en fauna van de Millingerwaard te onderzoeken (theoretisch).

19

Karlijn en Keri

8 Week 20: Iedereen treft de laatste voorbereidingen voor het uitje en natuurlijk het uitje zelf. In Millingerwaard maken we allemaal foto’s van de paarden, de koeien en het gebied zelf. Inge en Lotta onderzoeken de begroeiing van het gebied e.d. en letten op algemene dingen. Karlijn en Keri maken protocollen van de koeien en paarden (als dit niet lukt, doen we dit een andere keer in een ander natuurgebied.)

20

Iedereen

21

Iedereen

FASEN VAN ONDERZOEK Activiteiten: en Taakverdeling: TIJDSPLANNING Deelvraag 1: Konikpaarden: Keri Galloways: Karlijn Deelvraag 2: Konikpaarden: Keri Galloways: Karlijn Deelvraag 3: Konikpaarden: Lotta Galloways: Inge Deelvraag 4: Konikpaarden: Lotta Galloways: Inge Planning: werken aan deelvraag 1 werken aan deelvraag 2

INZET VAN DERDEN en HULPMIDDELEN

We combineren de informatie die we in Millingerwaard met de informatie die we al hadden van internet en uit boeken en beantwoorden hiermee de deelvragen en de hoofdvraag. Karlijn en Keri vergelijken vooral de twee protocollen die ze elk hebben gemaakt.

4/5

Laatste details: lay-out en inleveren schriftelijke presentatie.

2/3

Lotta en Inge

Karlijn en Keri

22

Iedereen

Totaal: 20-22 voor iedereen We nemen contact op met de beheerders van de Galloways en de Konikpaarden en eigenaren van tamme paarden en koeien.

Millingerwaard - 5


Deelvraag 1 - Galloways Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen Galloways en hun soortgenoten? In Nederland zijn verschillende grote natuurgebieden, waar niet kunstmatig ingegrepen wordt en de natuur gewoon haar gang kan gaan. Vroeger werden de natuurgebieden in Nederland intact gehouden door Oerossen en Wisenten, maar tegenwoordig worden er andere grazers ingezet. De drie rundrassen, die ingezet worden zijn Schotse Hooglanders, Heckrunderen en Galloways, maar waarom is er in de Millingerwaard juist voor de Galloways gekozen? Waarom niet voor een van de andere soorten? Kenmerken Galloways Uiterlijk Om te weten wat de verschillen zijn tussen Galloway runderen en hun soortgenoten moeten we eerst weten, wat de kenmerken zijn van Galloways. Allereerst de uiterlijke kenmerken; Gallowayrunderen hebben een ruige vacht van lang haar met een golvende structuur. Door deze ruwe vacht zijn de runderen erg goed bestand tegen slecht weer en strenge winters. Hun vacht is zwart gekleurd, maar de kalfjes hebben vaak nog een wat lichter gekleurde vacht. De runderen zijn niet erg groot en hebben korte benen. De koeien hebben een schofthoogte van 120 cm en de stieren van 130 cm. Het gewicht van de koeien is 450-590 kg en van de stieren 500-800 kg. Een belangrijk kenmerk van de Galloways is dat ze geen horens hebben. De runderen zijn echter niet onthoornd, ze zijn zo gefokt. Zo kunnen ze namelijk geen mensen verwonden, wat vroeger al als voordeel werd gezien door de mensen, die het vee bijeen moesten drijven. 6 - Millingerwaard

Gedrag De Galloways stammen af van het Keltische vee uit Schotland. Het is erg handig voor in natuurgebieden, dat deze runderen tegen erg veel bestand zijn. Ze hebben weinig zorg nodig, ook niet bij strenge winters of zware weersomstandigheden. Bovendien zijn ze totaal niet agressief. Ze zullen mensen nooit zelf benaderen, maar als een mens een bedreiging lijkt de vormen voor de kalveren, kunnen de moeders wĂŠl agressief worden. Galloway runderen worden in Nederland ingezet voor de begrazing van natuurgebieden. Tijdens ons bezoek aan de Millingerwaard bleek, dat de runderen leven in groepen van een stuk of 30 runderen. Ze reageerden totaal niet op ons bezoek. We zijn op een meter of tien afstand gebleven en de beesten gingen gewoon verder met herkauwen. Er waren enkele kalfjes, die elk naast hun moeder lagen.


Millingerwaard - 7


Schotse Hooglanders Uiterlijk Schotse Hooglanders hebben een vacht, die qua structuur erg lijkt op die van de Galloways. De haren zijn echter iets langer, maar iets minder ruw. De vacht van de Schotse runderen bestaat uit twee lagen: een zomerlaag en een winterlaag. In de zomer heeft de vacht maar een laag en in de winter groeit er een tweede laag bij. Bovendien kan de vacht van Schotse Hooglanders veel meer verschillende kleuren hebben: van roodbruin tot bijna zwart. De meest voorkomende vachtkleur is de roodbruine kleur. Een ander belangrijk kenmerk van de Schotse Hooglanders is hun horens, die heel groot en naar boven gericht zijn. De Galloways vallen een stuk minder op dan deze runderen, omdat ze een neutralere kleur hebben en geen horens. Schotse Hooglanders zijn ongeveer even zwaar als Galloways; de vrouwtjes worden ongeveer 500 en de mannetjes ongeveer 800 kg. Ze worden een jaar of 18 oud. Gedrag Ook deze runderen hebben weinig zorg nodig en door hun dubbele vacht doorstaan ze de strenge winters ook zonder enig probleem. Ook deze runderen zijn totaal niet agressief, ze grazen onverstoord door als er mensen in de buurt komen. Zelfs bij een agressieve benadering zullen zij eerder vluchten dan vechten. Wat dat betreft lijken ze dus erg op de Galloway runderen. Vandaar dat ook deze runderen veel ingezet worden in natuurgebieden in Nederland voor begrazing. Wel zien ze er wat angstaanjagender uit door hun grote horens, wat bezoekers van de parken af kan schrikken. Ook kunnen ze gevaarlijk zijn door hun onvoorzichtigheid. Een dier is niet echt gewend aan mensen en houdt er dus geen rekening mee, dat ze in de buurt kunnen zijn. Hierdoor kunnen ze per ongeluk toch mensen ernstig verwonden als ze zich omdraaien o.i.d. 8 - Millingerwaard


Heckrund Uiterlijk De Heckrunderen zijn gefokt met het doel om de Oeros weer terug te krijgen. Dit fokken is echter in zo’n korte tijd gebeurd, dat het niet helemaal is gelukt. De runderen lijken namelijk minder op Oerossen dan bijvoorbeeld Spaanse vechtrunderen. Toch lijken ze wel op de Oerossen. Zo hebben de Heckrunderen een bruine tot zwarte kleur en een vrij gladde vacht. In de winter kan een Heckrund wel 30% van zijn lichaamsgewicht verliezen. Dit kan ervoor zorgen, dat mensen denken dat de runderen bijgevoed moeten worden, terwijl dit lang niet altijd het geval is. De koeien zijn zo’n 140 cm hoog en de stieren 190 cm, wat vrij groot is voor de runderen, die nu leven, maar wel zo’n 20 à 30 cm kleiner dan de grote oeros. Qua uiterlijk lijken de Heckrunderen dus niet erg op de kleine ruwharige Galloways. Gedrag Heckrunderen kunnen in bijna alle gebieden overleven zonder dat ze extra zorg nodig hebben. Ze kunnen in deze gebieden ook het hele jaar door zonder zorg verblijven, net als Galloways en Schotse Hooglanders. Ook grazen deze runderen erg snel, waardoor de natuurgebieden erg goed kort gehouden worden. Een verschil met Galloways en Schotse Hooglanders is, dat ze niet goed om kunnen gaan met mensen. Ze kunnen agressief worden en ze aanvallen. Hierdoor kunnen ze niet ingezet worden in gebieden waar ook mensen komen. In de Oostvaarderplassen, waar de Heckrunderen leven, worden ze niet bijgevoerd en als ze sterven, worden de kadavers niet weggehaald. Dit levert veel discussie op.

Millingerwaard - 9


Dansk skovrace (Deens bosras) Uiterlijk Het Deens bosras is kort geleden gefokt uit verschillende Deense rassen en enkele andere rassen die goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed bestand zijn tegen extreem weer. Een van deze rassen was de Schotse Hooglander. De runderen hebben een roodbruine met witte vacht. Ze zijn vrij groot. Blijkbaar wordt het als iets belangrijks gezien, wanneer runderen weinig zorg nodig hebben. Qua uiterlijk verschillen ze erg van Galloways en ze zijn een stuk minder bekend. Gedrag Deze runderen worden ingezet voor het onderhouden van natuurgebieden net als de rassen waaruit ze gefokt zijn. Ze hebben veel dezelfde eigenschappen als de bekende runderen voor de natuurgebieden in Nederland. Oeros Uiterlijk Het is niet zeker hoe groot de Oeros precies is geweest. Vroeger beweerden ze op basis van skeletvondsten, dat de stieren een schofthoogte van wel 2 m konden hebben. Tegenwoordig denken ze op basis van een gevonden opperarmbeen, dat ze maar 160180 cm hoog waren en de koeien zelfs maar 150 cm. Veel informatie over de oeros is gebaseerd op grotschilderingen. Volgens deze schilderingen waren de stieren zwart gekleurd en de koeien roodbruin. De grote horens van deze runderen waren naar voren gericht. Gedrag De Oeros leefde op heel veel verschillende soorten gebieden; van bossen tot moerassen, en konden dus erg veel hebben. Toch werd de laatste groep Oerossen in Polen wel bijgevoerd. De Oeros is in AziĂŤ en Afrika uitgestorven door de jacht. De laatste Oerossen in Polen en Rusland stierven uit door ziekten en dergelijke. 10 - Millingerwaard


Kortom: • Schotse Hooglanders lijken qua gedrag het meeste op de Galloways: ze zijn allebei niet agressief tegenover mensen (enkele uitzonderingen zijn er natuurlijk wel). Qua uiterlijk verschillen ze wel: ze hebben een andere kleur vacht en Galloways hebben in tegenstelling tot de Schotse Hooglanders geen horens en zijn dus minder gevaarlijk. • Schotse Hooglanders, Galloways en Heckrunderen zijn de drie rassen die ingezet worden voor het begrazen van natuurgebieden: Heckrunderen in gebieden zonder mensen vanwege hun agressie tegenover mensen en Schotse Hooglanders en Galloways in gebieden met mensen. • De Oeros kon zich het beste in de natuur redden, dus moeten de rassen zo dicht mogelijk bij dit beest staan. De Heckrunderen zijn gefokt met het doel om heel dicht bij dit ras te komen, maar dit is niet helemaal gelukt en ze zijn niet geschikt voor gebieden als de Millingerwaard.

Millingerwaard - 11


Deelvraag 1 - Konik Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen Koniks en hun soortgenoten? Koniks Herkomst Het Konikpaard lijkt het meest op het oerpaard te Tarpan. Deze is echter in de 19e eeuw uitgestorven. (1870) Deze Tarpanpaarden leefden in Polen. Doordat het vlees van deze paarden veel werd gegeten en ze veel werden gevangen om ze te temmen, zijn deze uiteindelijk uitgestorven. Veel van de gevangen paarden werden gekruist met de paarden, die de mensen al hadden. Daarom waren er dus nog wel veel paarden met Tarpan genen. Van de Tarpan is een afbeelding en vele beschrijvingen bewaard gebleven. Aan de hand hiervan is men toen begonnen met het terugfokken van het Tarpan paard. Dit heeft met gedaan door alle paarden, die nog op de Tarpan leken hiervoor te gebruiken. Deze half Tarpan paarden werken in het Pools Konik genoemd, ofwel klein paardje. Via stichting Tarpan zijn de paarden uiteindelijk in Nederland terecht gekomen. Uiterlijk Op het eerste gezicht lijken alle Konikpaarden op elkaar. Allemaal een licht bruin lijf, met zwarte benen en zwarte manen en staart. Graasgewoonten In de zomer is er natuurlijk vol op gras te eten, maar in de winter groeit het gras niet meer en moeten ze ergens anders hun kostje vandaan halen. Dit doen ze 12 - Millingerwaard

dan bij struiken, bomen en zelfs ook riet, maar ook bepaalde wortels van waterplanten worden gegeten. Deze worden eerst met de hoeven uitgegraven en vervolgens opgegeten. Eventueel worden de Koniks bijgevoerd in de winter. Een kudde Koniks leven in een kudde. Dit betekent, dat hier een bepaalde rangorde bestaat. Bij paarden is dit echter geen absolute rangorde (ieder paard heeft een vast positie). Paarden in een groep hebben allemaal een individuele dominatierelatie. Zo kan paard 1 onder paard 2 staan en paard 3 weer onder paard 2, maar wel boven paard 1. Een belangrijk verschil bij de Koniks is waarschijnlijk survival of the fittest, hier is het sterkste mannetje de baas.


Paard Herkomst De paarden, die we nu hebben zijn vaak heel ver doorgefokt voor verschillende doeleinden. Het oudste paarden ras (dus niet oerpaard) is de Arabier. Deze leefde vroeger in de woestijn en kon goed lange afstanden lopen zonder veel water nodig te hebben. Dit zie je nu nog terug in het doeleind voor dit paard. Vaak worden deze paarden in gezet bij Endurance (lange afstanden rijden). Er zijn heel veel verschillende rassen te onderscheiden. Grofweg kan je deze indelen in warmbloed, koudbloed en barok. Uiterlijk Een groot verschil tussen de andere paarden en de Koniks in het uiterlijk is, dat er heel veel andere kleuren zijn. Dit komt ook doordat er heel veel verschillende soorten paarden zijn. Als we iets specifieker gaan kijken, bijvoorbeeld naar de Haflinger, dan zien we, dat deze bijna allemaal de zelfde kleur hebben. Wel kun je goed zien, dat de paarden in de bouw veranderingen hebben begaan. We nemen als voorbeeld een typisch dressuurpaard genaamd Boogie Woogie (Gribaldi x Ferro x Roemer). Kenners weten, dat dit paard echt voor dressuur gefokt is gezien waar ze vanaf stamt. Ze is veel meer “berg op�gebouwd dan de Konik (Ze heeft meer gewicht op de achterkant naar verhouding; dit is gunstig voor de dressuur).

in de winter de wei in gaan en hun buik vol eten van hooi, zie je, dat paarden toch best aan struiken willen knabbelen. Als er bijvoorbeeld wilgenbomen langs de weide staan en er is een tak van deze bomen in de wei gevallen, wordt deze helemaal gevild. Ook de bladeren van de wilg worden wel afgegeten, dus deze gewoonten zijn ze toch niet verleerd na het fokken. Ook de medische kennis voor planten hebben ze nog, bijvoorbeeld Jacobskruiskruid. Dit is zeer giftig voor paarden (en ook voor andere grazers). Als ze genoeg te eten hebben zullen ze dit ook niet op eten. Een ander voorbeeld is de katjes wilg, deze wilg heeft een pijnstillende werking. Als een paard pijn heeft en deze boom is tot zijn beschikking zou hij hier zeker van eten.

Wat ook opvalt, is, dat de paarden, die we nu in een manege zien vaak wel een bles, een kol, of een sneb hebben. Meestal hebben ze ook wel een of meerdere witte voetjes. Bij de Koniks zien we dit helemaal niet. Graasgewoonten Ook deze paarden eten in de zomer voornamelijk gras. In de winter komt hier waarschijnlijk wat meer hooi of kuilgras voor in de plaats. Ze zullen minder snel aan struiken of riet beginnen, omdat dit natuurlijk niet boven lekker sappig gras gaat. Alleen als ze Millingerwaard - 13


Andere rassen, die gebruikt worden voor begrazing Bij het mailen van een aantal natuurbeheerders met de vraag waarom er voor Koniks is gekozen en niet voor andere rassen kwamen ze met het antwoord, dat Koniks rustige paarden zijn die zich zelf goed kunnen redden. Dit was ook onze hypothese, maar zijn er dan geen ander rassen die aan deze criteria voldoen? Als voorbeeld nemen we de Shetlander; deze wordt ook als grazer ingezet in natuurgebieden. In deze gebieden lopen ook mensen. De shetlander zou dus ook aan deze criteria moeten voldoen.

Kortom: • De Koniks staan dichter bij het oerras dan andere paardenrassen (in het bijzonder de Shetlander en de IJslander, die verder erg op ze lijken qua gedrag). • De Konik heeft verschillen in bouw en beweging met een dressuurpaard. • De Konik hoeft niet naar de hoefsmid en andere rassen wel. (De IJslander hoeft ook niet zo vaak naar de hoefsmid.)

De Shetlanders lopen bijvoorbeeld in natuurgebied ‘de lage duintjes’. Ook op de Shetlandeilanden kwamen deze pony’s in het wild voor. Een ander voorbeeld is de IJslander. Ook deze paarden worden ingezet voor de begrazing, bijvoorbeeld in natuurgebied Kampina. Het kan echter ook andersom bekeken worden: als er in Nederland te veel Konikpaarden zijn worden deze geslacht, maar in Polen worden deze dieren gewoon gebruikt al rijpaard. De Nederlandse regering wil echter, dat deze paarden uitsluitend gebruikt worden voor begrazing. Op deze vraag wat de reden hiervoor is wist de gids, die ons rondleidde in de Millingerwaard, gelukkig een antwoord. Koniks staan echt dichter bij de natuur. Dit is ook te herkennen aan de zebrastrepen, die sommige paarden nog op hun benen hebben. Tevens vertelde hij, dat IJslanders nog wel eens naar de hoefsmid moeten en Koniks niet. Bij Shetlanders ging het vooral om praktische redenen: Shetlanders zijn gewoon “ettertjes” en je zou hier constant achter aan moeten om ze te vangen. Deze zien een hek namelijk als uitdaging om er wel uit te komen. Vandaar dat er dus gekozen is voor de Konik. In een interview met Fokko Erhard bleek echter dat er een andere reden was, maar hierover later meer. 14 - Millingerwaard

• De Konik breekt niet uit, zoals een Shetlander wel vaak doet.


Millingerwaard - 15


Deelvraag 2 - Galloway Wat is de invloed van het gedrag (eten, lopen, poepen etc.) van de Galloways op het landschap in de Millingerwaard? De Millingerwaard is een erg groot natuurgebied en er leven heel veel verschillende soorten dieren en planten. De grote grazers, die zijn ingezet in de Millingerwaard: de Galloways en de Koniks hebben verschillende doelen. Ze snoeien de begroeiing, ze bemesten de grond en ze maken paden. Bovendien is het erg handig dat deze dieren geheel zelfstandig kunnen leven en het hele jaar door dus geen zorg nodig hebben. Hieronder de verschillende gevolgen van de aanwezigheid van de Galloways in de Millingerwaard: • Hun belangrijkste taak is het kort houden van het gras, de struiken en de bomen. Als er geen grote grazers zouden zijn in de Millingerwaard, zou het binnen tien jaar een dichtgegroeid bos zijn. Dit komt, omdat de bodem er erg voedselrijk is, waardoor de bomen erg snel groeien. Door het grazen bepalen de grote grazers ook hoe het gebied eruit ziet. Als ze veel grazen op een plek, is het daar weinig begroeit, als ze dit niet doen, kunnen de planten volledig hun gang gaan, aangezien verder niet ingegrepen wordt door mensen. Bovendien kunnen de runderen, volgens het interview met Fokko Erhart, sommige giftige of andere ongewenste planten uit het gebeid verdrijven door ze op te eten. • Een andere taak van de grote grazers is het verspreiden van zaden. Dit is niet de meest belan16 - Millingerwaard

grijke taak, maar door het rondlopen gebeurt het vanzelf. De zaden, die op de grond terecht zijn gekomen blijven tijdens lopen namelijk onder de hoeven van de beesten plakken. Omdat de verschillende plantensoorten op deze manier goed over het gebied verspreid worden, is de biodiversiteit in alle delen van het gebied erg groot. Ze kunnen echter ook een de biodiversiteit verkleinen. Als ze namelijk op planten gaan liggen of erg veel van deze planten eten, kan een soort ook verdwijnen • De poep van de Galloways is een van de dingen die ervoor zorgt, dat grond in de Millingerwaard erg vruchtbaar is, waardoor de planten erg snel groeien, veranderen en zich snel ontwikkelen. Omdat de Galloways in alle soorten landschappen binnen de Millingerwaard leven, wordt de grond ook over de hele Millingerwaard goed bemest. • Het rondlopen van de koeien en stieren heeft naast het verspreiden van zaden en mest ook een gevolg, dat nog veel meer voor de hand ligt. Door het lopen maken ze de begroeiing op sommige plekken namelijk kapot. Hierdoor komen er paden in het landschap. Hier kunnen dan andere dieren lopen, maar ook mensen. Tijdens ons bezoek aan de Millingerwaard hebben we ook een protocol willen maken om het gedrag van de dieren te onderzoeken. Dit is hier ter plekke niet gelukt, maar met behulp van Inges opnames hebben we toch een protocol gemaakt van vijf verschillende koeien.


Tijd(s)\Rund 0-10 10-20 20-30 30-40 40-50 50-60 60-70 70-80 80-90 90-100 100-110 110-120 120-130 130-140 140-150 150-170 170-180 180-190 190-200 200-210 210-220 220-230 230-240 240-250 250-260 260-270 270-280 280-290 290-300 300-310 310-320 320-330 330-340 340-350 350-360 360-370 370-380 380-390 390-400 400-410 410-420

1 Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li Li Li Li Li + herk Li + herk Li + herk Li Li Li + herk Li + herk Geen info Li + herk Li Li + herk Li Li Li Li Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Geen info Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li

2 Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li Li Li Li + herk Li + herk Li Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Geen info Lig + herk Li Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li Geen info Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li

Li Herk Kij

= liggen = herkauwen = kijken

Sta Lo Va

3 Li + herk Li + va Li Li Li Li Li Li Li Li Li Li Li Li + kij Li + kij Geen info Li Li Li Li Li Li Li Li Li Li Li Li Geen info Li Li Li Li Li Li Li Li Li + kij Li Li Li

4 Wa + lo Wa + lo Wa + sta Wa + sta Wa + sta Wa + sta Wa + sta Wa + sta Wa + sta Wa + sta Wa + sta Wa + sta + va Lo wa uit Sta Sta Geen info Sta Sta Sta Sta Sta Sta Sta Sta Sta + dr Lo Sta Sta Geen info Sta Sta Sta Sta Lo Sta + kij Geen info Lo Sta Geen info Geen info Geen info

= staan Li ga = lopen Wa = vacht likken/krabben Lo wa uit

5 Geen info Lo Sta Sta + kij Sta Sta + va Sta + va Sta Sta Geen info Sta + va Sta + va Sta Sta + kij Li ga Geen info Li Li Li Li Li Geen info Li Li Li Li Li Li Geen info Li Li + herk Li + herk Li + herk Li + herk Li + kij Geen info Li Li Geen info Li + kij Geen info = gaan liggen = in het water zijn = het water uit lopen

Millingerwaard - 17


Een aantal zaken, die uit de protocol blijken over het gedrag van de Galloways zijn: • De Galloways reageren niet op onze aanwezigheid. De Galloways, die al lagen, bleven rustig liggen. Ook de Galloways, die stonden, kwamen niet op ons af. De runderen keken niet eens naar ons, ze gingen gewoon verder met herkauwen en luieren. • De plek waar we de runderen aantroffen was bij het water en het zand; een plek met weinig begroeiing naast de bomen. Dit was dus een slechte plek om te grazen voor de koeien, dus waarom waren ze er dan? Er bleek dat koeien deze plek gebruiken om te herkauwen en lekker te luieren. • De beesten zijn totaal niet bang voor het water. Één rund ging zelfs het water in en bleef hier lange tijd staan. Ook de andere runderen leken totaal niet bang voor het water te zijn. • Het meest opvallend is, dat de runderen over het algemeen niet actief zijn. Ze zijn heel lang met dezelfde activiteit bezig en liggen en staan lang stil op dezelfde plaats.

18 - Millingerwaard

Later op onze excursie hebben we nog een kudde Galloways gezien, maar deze konden ons waarschijnlijk niet zien, ze stonden erg ver weg. Deze Galloways stonden in het hoge gras op een heuvel te grazen. Ons viel op, dat het een vrij grote kudde was, maar ze wel erg ver uit elkaar stonden. De koeien stonden wel een meter of 15 à 20 uit elkaar. Blijkbaar gebruiken de koeien dit landschap wel alleen om te grazen. Deze koeien waren namelijk allemaal aan het grazen; er was niet één koe, die op de grond lag. Blijkbaar hebben de koeien verschillende plaatsen voor verschillende activiteiten. In het grote veld, waar veel te eten is, grazen ze alleen maar. Het zandlandschap gebruiken ze om te luieren en te herkauwen. Op hun route van de ene naar de andere plek verspreiden ze de zaden. We hebben geen informatie over het poepen van de koeien. We hebben ze dit niet zien doen, maar vermoeden, dat ze dit gewoon overal doen en de mest dus goed verspreid is.


Kortom: • Galloways zijn net als de paarden bedoeld voor het openhouden van het landschap, het bemesten van de grond en het verspreiden van de zaden. • Door het grazen kunnen sommige plantensoorten en diersoorten verdwijnen, waardoor de biodiversiteit kan verminderen. • De runderen grazen vooral in de dichtbegroeide gebieden en aan het water rusten ze uit en herkauwen ze, dit bleek uit onze protocol van de runderen in de Millingerwaard.

Millingerwaard - 19


Deelvraag 2 - Konik Wat is de invloed van het gedrag (eten, lopen, poepen etc.) van de Koniks op het landschap in de Millingerwaard? Koniks zijn zeer belangrijk voor de Millingerwaard. Dit komt vooral door hun eetgedrag. Door het eten van verschillende planten houden ze het landschap mooi open. Ze eten voornamelijk kort gras, het gras wordt dus kort gehouden en er vind geen verdere successie plaats. Het landschap groeit niet helemaal dicht met bomen en struiken. Ze bakenen hun territorium af met vruchtbare latrines. Dit zorgt weer voor vruchtbare grond voor de planten. Een ander bijzonder aspect is dat de Koniks de zandduinen beweeglijker houden, doordat ze het helmgras, wat er op staat, afknabbelen. Het zand wordt hier door niet vast gelegd. Toen wij er waren stond er echter behoorlijk wat helmgras op deze duinen. Dit kwam, doordat er achter de steenfabriek een stuk met nieuwe grond lag. In deze nieuwe grond zitten veel meer voedingsstoffen, waardoor het gras daar veel malser is. De Koniks zijn daar toen langer blijven eten en hebben minder van het helmgras gegeten, vertelde onze gids. Zo wordt dus door de Koniks be誰nvloed of de duinen beweeglijk blijven of niet.

20 - Millingerwaard

Planten Koniks lusten of eten niet alle planten, die in het gras groeien. Zo krijgen deze planten de ruimte om te groeien, doordat ze niet opgegeten worden. Het komt natuurlijk ook voor, dat ze bijzondere planten opeten. In de Loowaard was goed te zien, dat de Koniks bepaalde planten als distels, brandnetels en zuring niet opeten. Deze planten overwoekerde dan ook een groot deel van het gebied. Koniks helpen bij het verspreiden van de zaden doordat deze in hun hoeven (met modder) blijven kleven en ergens anders weer worden neergelegd. Waarnemingen in de millingerwaard Er was op een bepaalde plek achter de steenfabriek duidelijk een lijn (langs het pad) waar de Koniks hun territorium hadden afgebakend met latrines (ofwel, enorme hopen poep). De Koniks waren aan het grazen in groepjes. Een aantal lagen helemaal languit in de zon. Ze hadden zich verspreid over een heel veld. Toen er een haas aan kwam gerend renden er een paar weg van de schrik.


Waarnemingen in de Loowaard* Tijd/Konik 0.2 0.4 1 1.2 1.4 2 2.2 2.4 3 3.2 3.4

1 L L L K G G G G L L L

2 G L K K K G G G L K L

3 L L G K K K G G G K L

4 K L G G G G G L L K L

5 L L K G G G G G L K L

4 4.2 4.4 5 5.2 5.4 6 6.2 6.4 7 G Li

G L K G G G G G L L

G K L G G G G G G G L K

K G L G G G G G G G

L G K L K L G G L G Kr

L L L G G G G G G G

= grazen = liggen

= lopen = kijken

*Wat is de loowaard: Deze tekst is letterlijk gekopieerd van : http://www.bduboeken.nl/uploaded/FILES/BDUboekenPdf/Land%20naast%20de%20Rivier%20 inkijk.pdf en dient ter informatie voor degenen die niet weten wat de Loowaard is.

= krabben

Rijn en benedenstrooms van het veer naar Huissen. De eigenaren zijn Staatsbosbeheer, Terca Baksteen b.v. en zandzuigbedrijf Moorslag b.v. Het beheer is in handen van Staatsbosbeheer en FREE Nature. De oppervlakte van de Loowaard bedraagt 96 hectare.

Het gebied de Loowaard ligt aan de oostkant van de Neder-Rijn, om precies te zijn aan het Pannerdensch Kanaal, vlak bij het dorp Loo in de gemeente Duiven. Bovenstrooms van de monding van de Oude Millingerwaard - 21


Niet alle in de legenda genoemde elementen kwamen voor. Mede doordat ik vijf paarden uit de kudde heb genomen, die het dichts bij mij stonden en ik het makkelijkst kon observeren. Ik heb alle elementen wel gezien, maar niet bij de vijf paarden, die ik op dat moment aan het observeren was. In het begin van de waarneming liepen er mensen met honden langs. De paarden werden hier onrustig van en begonnen zich met z’n alle te verplaatsen naar rechts ten opzichte van waar ik zat. Het ene paard bleef iets langer staan eten voordat het mee liep met de kudde dan het andere paard. Ook werd vaak tussen het lopen door even gepauzeerd om weer een hap gras te nemen of weer even om zich heen te kijken. Aan het einde van mijn observatie waren de meeste paarden rustig aan het eten. Ik heb volwassen paarden waargenomen. Deze waren iets makkelijker uit elkaar te houden dan de veulentjes. Ook trokken de veulens regelmatig even een sprintje. Als je dan even niet oplette, was je ze kwijt. Dat is erg lastig, als je tegelijkertijd ook moet schijven op een protocol.

die van de andere veulens en zijn hoofd was veel grover gebouwd. Zijn benen waren niet helemaal zwart, maar meer donker met een aantal lichte strepen er op. Wat er opviel aan het landschap in de Loowaard was, dat je duidelijk kon zien waar de Koniks gegeten hadden. Hier was het gras kaler, maar stonden enorm veel distels, brandnetels en zuring. Dit wordt dus niet gegeten door de Koniks en overwoekerde het gebied deels. Ook kon je door een geul, overwoekerd met distels en andere planten, duidelijk een paadje zien. De Koniks gebruiken kennelijk steeds de zelfde weg door de geul heen. De plas waar de Koniks uit konden drinken lag helemaal droog. Wel werd het zand aan de rand van de plas gebruikt als zandscrub. Een aantal paarden ging erin liggen rollen. Er stonden ook een heleboel afrasteringpalen zonder prikkeldraad. Deze werden gebruikt om tegen aan te schuren. Kortom: • Koniks zorgen voor open houden van het landschap door het eten van kort gras.

Verdere waarnemingen De kudde bestond ongeveer uit zeventien paarden. Hiervan waren zes veulentjes.

• Koniks zorgen voor de verspreiding van zaden van planten.

De paarden stonden verspreid te grazen. Meestal wel met z’n tweeën of drieën bij elkaar. Ook waren ze best nieuwsgierig; een aantal kwam richting mij lopen en bleef een poos naar mij kijken.

• Koniks zorgen er voor dan planten als distels makkelijk kunnen groeien, want die eten ze niet. • Koniks zorgen voor paadjes, voor andere dieren, maar ook voor mensen.

De veulentjes hebben een andere kleur vacht dan de volwassen Koniks. Ze waren meer pallomino gekleurd met witte benen, in plaats van muisgrijs met zwarte benen. Ik denk, dat dit kwam omdat de veulens nog hun veulenvacht hadden. Er was een veulen, die deze vacht al deel verloren had. Bij dit veulen vielen nog een aantal dingen op: zijn hals was veel dikker dan

• Koniks zorgen voor vruchtbare latrines.

22 - Millingerwaard


Millingerwaard - 23


Deelvraag 3 - Galloway Voordelen De Galloway heeft veel voordelen voor de Millingerwaard. Hun mest bijvoorbeeld trekt weidevogels aan. Sommige van deze weidevogels zijn erg zeldzaam geworden in Nederland en de koeien zorgen er dus voor, dat uitsterven tegengegaan wordt binnen de Millingerwaard. Vooral vogelliefhebbers zijn erg blij met dit gevolg van de aanwezigheid van de runderen.

In de bronstijd gaan de stieren de strijd met elkaar aan en vechten soms hevig met elkaar. De stieren, die dit niet meer aankunnen, mijden de vechtende stieren en gaan in een gebied staan waar geen andere runderen zijn, die ze aan kunnen vallen. Zo vindt er een natuurlijke spreiding van de runderen plaats. Ook kan hun agressie in de vorm van schoppen tegen de grond weer zorgen voor extra verspreiding van de zaden.

De mest van de Galloways heeft nog een tweede gevolg, dat natuurlijk nog belangrijker is. De mest van de runderen zorgen er namelijk voor, dat het hele gebied bemest wordt. De mest is bovendien heel erg vruchtbaar, waardoor de planten in het gebied allemaal erg goed kunnen groeien. Ook eet de Galloway verdord gras en onkruid, wat door andere dieren zoals reeĂŤn niet gegeten wordt. Op dit gebied zijn ze dus nuttiger dan andere grazers. Hierdoor ontstaat er geen wild landschap. Galloways eten soms ook waterplanten, waardoor het water schoon blijft, wat met het vele water in de Millingerwaard natuurlijk een belangrijk punt is. Ook het feit dat ze dit water drinken zorgt ervoor dat ze het water schoon houden. Door het lopen van de runderen ontstaan er ook paadjes tussen de planten door, waardoor bezoekers overal in de Millingerwaard kunnen lopen. Bovendien verspreiden de runderen net als de paarden door het lopen de zaden van planten, waardoor er een grotere biodiversiteit onder te planten ontstaat. De zaden van de planten blijven onder de hoeven van de runderen plakken en worden hierdoor verspreid.

24 - Millingerwaard

Nadelen De Galloways hebben ook nadelen voor de planten in de Millingerwaard. Doordat de runderen erop gaan liggen of de planten opeten kunnen de soms zeldzame planten doodgaan en soms zelfs verdwijnen uit het gebied, dit is nadelig voor de biodiversiteit. Het is verder net als bij de paarden nadelig, dat ze sommige zeldzame plantensoorten opeten. Ook kunnen sommige soorten habitats verdwijnen, waardoor sommige diersoorten uit het gebied kunnen verdwijnen. Ook dit geldt ook voor de paarden. De biodiversiteit kan dus in zijn algemeen verslechteren. Tijdens de periode waarin de runderen paren (mei en juni) is de aanwezigheid van de stieren een aanslag op het landschap. Het gebeurt regelmatig, dat ze hele struiken op hun horens nemen om elkaar en de vrouwtjes te imponeren. Ook woelen ze in de grond en schoppen ze het zand op. Het landschap kan hierdoor worden aangetast en er kunnen planten stuk gaan.


Kortom: • De mest van Galloways trekt sommige weidevogels aan, waardoor deze meer voorkomen in het gebied, wat goed is voor de biodiversiteit van de dieren. • Slecht voor de biodiversiteit is het grazen, ze eten sommige planten zo veel, dat ze verdwijnen en door het grazen kunnen op sommige plekken ook geen diersoorten meer leven, omdat hun habitats uit het gebied verdwenen zijn. Ook verdwijnen sommige plantensoorten doordat ze stuk gaan, als de runderen erop gaan liggen. • Net als de paarden maken ze paadjes vrij en verspreiden ze de zaden onder hun hoeven. Ook bemesten zij het landschap, wat gunstig is, omdat hun mest heel vruchtbaar is. • Tijdens de bronstijd vindt natuurlijke verspreiding van de runderen plaats, omdat sommige niet bij de vechtende stieren in de buurt willen komen. Ook worden sommige planten dan vernield door agressie en het imponeren van de stieren.

Millingerwaard - 25


Deelvraag 3 - Konik Wat zijn de voordelen en nadelen van de Koniks voor de Millingerwaard? Voordelen De Konikpaarden zijn volgens Fokko Erhart een jaar of dertig geleden losgelaten in de Nederlandse natuur. Ze konden volledig hun gang gaan en er werd totaal niet ingegrepen. Hierdoor heeft Survival of the fittest plaatsgevonden. Dit heeft als prettig gevolg, dat er nu krachtige paarden over zijn gebleven. Dit betekent, dat ze niet of in ieder geval erg weinig verzorgd hoeven worden. Ook als een paard kreupel is of een ander natuurlijke verwonding heeft, wordt er volgens Fokko niet ingegrepen. Alleen bij kunstmatige verwondingen wordt er ingegrepen. Op dit gebied hebben ze dus helemaal of nauwelijks nadelen, want ze zijn hierdoor erg goedkoop. Met de bezuinigingen van 40% op de natuur is dit misschien zelfs wel het grootste voordeel van de Koniks. Een ander voordeel is, dat een Konik dicht bij het oerras ligt en dus totaal geen manegepaard is. Er zijn vaak rechtszaken en discussies over het bijvoeren van de Koniks. Mensen vinden het zielig als de paarden door overstromingen e.d. soms wat minder te eten hebben. Dit kan echter in de meeste gevallen helemaal geen kwaad, want de beesten kunnen zich prima zelfstandig redden in het wild. Hierdoor winnen ze volgens Fokko ook vaak rechtszaken over dit soort gebeurtenissen. Een ander voordeel van het loslaten van de Koniks in het natuurgebied is dat ze zeer rustig zijn. Ze zullen nooit zonder reden aanvallen. Wanneer je zelf 26 - Millingerwaard

agressief doet is de kans op een trap terug groot, maar dit geldt voor alle dieren. Net als de Galloways verspreiden ook de Koniks zaden, doordat deze onder hun hoeven en in hun staart en vacht blijven kleven en maken ook zij paden vrij, door hun looproutes en hun grazen. Zo dragen ook zij bij aan een grote biodiversiteit en een goede bereikbaarheid van verschillende delen van het gebied voor mensen en dieren. Ook dragen ze bij aan de bemesting, net als de runderen. Bovendien is een voordeel van de paarden in combinatie met de koeien is volgens ons interview, dat de koeien eerst het lange gras eten en de paarden daarna het korte gras. Dit heet faciliteren. Bovendien zijn de paarden en koeien natuurlijk belangrijk voor het openhouden van het landschap. Als er te veel bos is in de uiterwaarden, kan er namelijk erg hoog water komen, omdat de rivier niet goed kan stromen en dus niet goed bij de zee kan komen.


Nadelen Wat Keri opviel toen ze de protocol van de Koniks ging maken, was, dat er op sommige plekken haast alleen nog brandnetels, zurig en distels stonden. Blijkbaar aten de paarden deze niet. Hierdoor kunnen deze soorten niet goed in de hand gehouden worden zonder ingrijpen van de mens. De planten kunnen gewoon hun gang gaan en kunnen zo hele gebieden overwoekeren. Dit is slecht voor de biodiversiteit, want waar de ene plant staat, kan de andere natuurlijk niet staan en er zijn dus bijna alleen maar dezelfde soorten op sommige plekken; de soorten, die door de paarden niet gegeten worden.

Kortom: • Door survival of the fittest zijn de Konikpaarden heel krachtige beesten en er hoeft zelfs bij verwondingen bijna niet ingegrepen te worden door mensen. • Koniks liggen dicht bij het oerras en zijn echte wilde paarden, waardoor bij rechtszaken de beesten ook echt gezien worden als wild en de rechtszaken dus vaak door de paardenhouders gewonnen worden. • Als ze niet bij zouden voeren, dan zou er echter

Ook kunnen sommige soorten verdwijnen door het grazen van de paarden. Als de paarden sneller grazen dan de soort zich voortplant, dan kan een soort verdwijnen in het gebied. Ook dit is natuurlijk slecht voor de biodiversiteit. Ook sommige diersoorten kunnen verdwijnen. Als een bepaald soort habitat verdwijnt uit het gebied door het grazen van de paarden, dan kan een diersoort die alleen maar op die plek kan leven, niet meer leven in het gebied. Hierdoor vermindert ook de biodiversiteit van de dieren. Een nadeel is de discussies, die de paarden kunnen veroorzaken. Mensen vergelijken ze met manegepaarden en hebben medelijden met ze. Zoals we al

wel vanzelf een natuurlijk evenwicht komen, door sterfte door voedselgebrek. Uiteindelijk is het aantal paarden vanzelf zo gunstig mogelijk. • Net als de koeien verspreiden de Koniks zaden onder hun hoeven en in hun staart en vacht, maken ze paden vrij en heeft hun grazen invloed op de biodiversiteit van de dieren én de planten. • De paarden houden het landschap goed open en hebben erg weinig zorg nodig, wat gunstig is bij de bezuinigingen.

hebben gezegd is dit echter onterecht en worden rechtszaken hierover ook vaak door de aanklagers verloren. Doordat mensen ze voor schattig en ongevaarlijk aanzien kan het ook een enkele keer voorkomen, dat de dieren zich bedreigd voelen en mensen verwonden.

Millingerwaard - 27


Deelvraag 4 - Galloway Biedt de Millingerwaard genoeg aan de Galloways om te overleven? Zoals bij de Koniks al behandeld is, kunnen er in de Millingerwaard ongeveer honderd dieren lopen zonder dat deze moeten worden bijgevoerd. De Galloways kunnen dus op dit moment hun voedselbehoefte voorzien worden, net als de Koniks. Er geldt bij deze dieren dezelfde voorwaarde: als er in de winter te weinig voedsel is door sneeuw en overstroming voor de hoeveelheid dieren, dan moeten deze bijgevoerd worden. Momenteel biedt de Millingerwaard op dit gebied dus genoeg voor de Galloways, want er wordt niet bijgevoerd. Als we naar het klimaat kijken (niet specifiek in de Millingerwaard, maar in heel Nederland) dan ligt de gemiddelde temperratuur in de zomer een stuk hoger dan de optimale leef temperatuur van de Galloways. (namelijk 5 graden Celsius). De Millingerwaard moet dus voldoende verkoeling en beschutting hebben voor de koeien. Er zijn in de Millingerwaard veel stukken bos en genoeg water (de rivier) voor de koeien om verkoeling te zoeken. Ondanks het grote temperatuurverschil moeten de koeien hier voldoende beschutting en verkoeling kunnen vinden voor in de zomer. In de winter is de temperatuur helemaal fijn, want de winters zijn koud en daar kunnen de koeien erg goed tegen, beter dan de warme temperaturen in de zomer. Als we naar de voedselbehoeften van de Galloway kijken, zien we, dat deze vooral langer gras eet. In de Millingerwaard moet dus voldoende lang gras aan28 - Millingerwaard

wezig zijn. Wij hebben in de Millingerwaard naar onze mening voldoende stukken land gezien, waar redelijk lang gras groeide. De Galloways moeten dus voldoende lang gras kunnen eten. Ze eten ook wel eens wat jonge twijgen of zelfs boombast. Dit is zeker in de Millingerwaard aanwezig. Er is een heleboel bos, dus genoeg boombast. De bomen kunnen in principe overal groeien, dus er zullen voldoende jonge twijgen aanwezig zijn. Omdat de Oeros veel eerder is uitgestorven dan de Tarpan, staan de Galloways ook verder van de natuur af dan de Koniks. De Galloways zijn ook verder doorgefokt en stammen dus nog verder af van de Oeros. Ze hebben dan ook meer zorg nodig. Geheel zonder zorg van mensen bij de geboortes bijvoorbeeld kunnen ze niet. Deze gaan bij de koeien nog veel vaker mis dan bij de paarden. Ook hebben de koeien nog veel vaker last van bijvoorbeeld uierontsteking bleek in het interview. De koeien kunnen dus niet geheel zonder hulp van mensen in de Millingerwaard rondlopen. De Millingerwaard biedt dus niet helemaal genoeg voor hen als het om de geboortes gaat.


Kortom: • Net als bij de paarden is er een voedseltekort bij meer dan honderd dieren en dan moet er in de Millingerwaard bijgevoerd worden. • De optimale temperatuur van een Galloway is 5 graden, dus de koude winters zijn helemaal geen probleem voor ze en er is genoeg beschutting aanwezig voor in de zomers. • De runderen zijn verder doorgefokt dan de paarden, waardoor ze net iets minder zelfstandig zijn en bijvoorbeeld vaker problemen hebben met bevallingen e.d.

Millingerwaard - 29


Deelvraag 4 - Konik Biedt de Millingerwaard genoeg aan de Koniks om te overleven? Allereerst is het verplicht om de dieren bij te voeren, als het nodig is. Dit was de afgelopen twee jaar inderdaad nodig. Om het hele jaar door zelfstandig te kunnen overleven is er per beest 2 à 3 hectare land nodig. Als je het water niet meerekent, is er in de Millingerwaard 300 ha voor de dieren. Dit is genoeg voor ongeveer honderd dieren. Een tijdje geleden is door Rijkswaterstaat besloten dat het park te vol groeide. Daarom zijn de grazers ingezet om het park opener te houden. Toen ze net ingezet waren, waren er ongeveer 140 paarden en evenveel koeien. Het park werd inderdaad goed opengehouden, maar in de winter was er niet genoeg voedsel voor alle dieren. Dit kwam, omdat ze niet goed bij de planten konden door de sneeuwval en door de hoge waterstand. Door het hoge water lag namelijk nog maar een klein deel boven water en was er dus nog maar weinig voedsel beschikbaar voor de grazers. Er wordt wel altijd gekeken wat het beste moment is om bij te voeren, dit is vaak als er sneeuw over het gras heen ligt. Nu er weer wat minder beesten zijn (66 Koniks en 48 Galloways) is alles beter in evenwicht. Er wordt wel genoeg gegraasd, maar in de winters blijft er toch nog genoeg voedsel over voor alle dieren, waardoor niet bijgevoerd hoeft te worden. Dit alles betekent eigenlijk, dat de Millingerwaard niet genoeg biedt, omdat er in de winters soms gewoon te veel dieren zijn voor de hoeveelheid voedsel. Zonder bijvoeren zouden er dieren sterven, dan kan je niet van genoeg spreken. Bij een compleet natuurlijke situatie is dit echter ook het geval en ze hebben weinig keuze. Bij 30 - Millingerwaard

minder dan honderd paarden biedt de Millingerwaard nog genoeg, maar bij een groter aantal dieren niet meer. Over het bijvoeren zijn echter de meningen verdeeld. Een groot Konik liefhebber Klaas Wiersma vind dit toen wij hem vroegen naar zijn mening over het bijvoeren: ‘ Ik vind dat volstrekt onnodig. Mensen zijn niet meer gewend, dat dieren doodgaan, maar, als er elk jaar tientallen veulentjes en kalfjes rondlopen, dan moeten er evenveel dieren doodgaan. Het grappige is, dat de Konikpaarden minder veulens krijgen als ze merken dat hun bestaan zwaarder wordt (minder eten), maar zo lang dat niet zo is, jongt het maar aan’. Veel mensen zijn het hiermee eens en vinden, dat er niet bij te voeren een natuurlijk evenwicht moet komen. Het is inderdaad zo, dat door het bijvoeren de populatie Konikpaarden doorgroeit. Het is echter niet echt een mooi visite kaartje als er in de winter Koniks doodgaan van de honger. Het ziet er niet echt leuk uit en mensen kunnen hiertegen gaan protesteren. Het is nu juist wel de bedoeling, dat mensen met plezier de natuurgebieden als de Millingerwaard blijven bezoeken.


Kortom: • Het is verplicht de dieren bij te voeren, als ze niet genoeg voedsel hebben. Dit is vooral in de winter bij veel sneeuw en hoog water, als er niet genoeg voedsel is voor de hoeveelheid dieren het geval. Er zijn te veel dieren, bij meer dan ongeveer honderd dieren. • Momenteel zijn er minder dan honderd dieren, dus nu biedt de Millingerwaard genoeg voor de dieren zonder bij te voeren. • Sommige mensen vinden, dat er niet bijgevoerd moet worden en er op die manier een natuurlijk evenwicht moet komen door sterfte door voedseltekort.

Millingerwaard - 31


Interview

met

Fokko Erhart

Waarom is er gekozen voor Konikpaarden? Er is in de Millingerwaard gekozen voor Konikpaarden, omdat ze graag het wilde paard, de Tarpan, terug wilden fokken. in 1923 is hier al een Poolse professor mee bezig geweest. Deze heeft de kleur en het uiterlijk van de paarden teruggefokt. In Polen echter staan deze paarden op stal, worden ze bereden of aangespannen. Er zijn dan ook stamboekvoorschriften waar een Konik aan moet voldoen. De Koniks, die in Nederland leven zijn vaak te licht van kleur. Volgens de

Waarom is er niet gekozen voor IJslanders in de Millingerwaard? Misschien dat IJslanders ook wel in de vrije natuur zouden kunnen leven. Er zijn verhalen van mensen die hun IJslanders ook nooit bekappen, maar dit is eerder een uitzondering dan regel. De Konik kan dus goed in de vrije natuur rondlopen en er is weinig werk aan.

voorschriften moet een Konik muisgrijs zijn. Nederland heeft de Konikpaarden gekocht en losgelaten in de natuur. Dit hield in, dat de paarden zelf hun partner konden kiezen en survival of the fittest op ging. Nu na 30 jaar leven ze vrij in de natuur en hebben ze in principe niets meer van onderhoud nodig. Het heeft ook een de praktische reden dat er in Nederland meer natuurgebieden zijn waar Koniks lopen, dus als je een Koniks in je gebied wil hebben, heb je genoeg genendiversiteit en kan je uit een ander gebied wel een paar paarden halen.

Een voordeel van een Konik is dat het duidelijk geen manegepaard is. Dit is bijvoorbeeld handig bij de rechtszaak over de Klomperwaard. Paarden stonden daar gevangen op een eilandje, omdat het water te hoog was geworden. Ze maakten het prima, maar mensen vonden het zielig en uiteindelijk leidde dat tot een rechtszaak. Omdat het Konikpaarden waren, kon de rechter toen ook uitleggen, dat het wilde paarden zijn en dat ze zichzelf goed kunnen redden.

Wat gebeurt er als een paard kreupel is? Als een paard kreupel is, wordt er in eerste instantie niets aan gedaan. Natuurlijk worden de paarden wel in de gaten gehouden, maar er wordt niet ingegrepen. Meestal wordt het paard dan ook vanzelf weer beter. Als de situatie alleen maar slechter wordt, wordt er gekozen om afscheid van dat paard te nemen. Als een dier echter op een kunstmatige oorzaak verwond is, bijvoorbeeld doordat het vast heeft gezeten in het prikkeldraad, wordt het dier hiervoor behandeld en mag het gewoon blijven leven.

32 - Millingerwaard

Wat zijn voor- en nadelen van de Konikpaarden en Galloways in de Millingerwaard?

Een ander voordeel van de grote grazers, is, dat ze weinig onderhoud nodig hebben. Zeker met de 40% bezuinigingen in de toekomst is dit een pluspunt. Je hebt er weinig werk aan en hoeft er dan ook weinig geld in te steken. Nog een voordeel van de grote grazers is, dat ze helpen met het verspreiden van plantensoorten. De zaadjes van planten blijven in de hoeven van de beesten kleven en worden zo over het gebied verspreid. Een nadeel, dat genoemd kan worden, is bijvoorbeeld de koeien in het kolenbranderbos. Er stond destijds geen hek meer om het bos heen. Er liepen toen zo’n 100 koeien. Deze gingen vanaf een uur of vier met


z’n allen in het bos liggen. Dat was voor de plantengroei daar niet zo gunstig. De natuurbeheerders van die bijzondere plantjes waren daar dan ook absoluut niet blij mee. Toen is dus besloten om er een hek om heen te zetten. Het hek is nu aan twee kanten weer open, dus ze kunnen er weer doorheen lopen. Dit doen ze dan ook wel eens. Een ander voorbeeld, dat als een nadeel en een voordeel kan worden opgevat, is het voorbeeld van een bijzonder plantje (het plantje was naamloos in het gesprek). Hier waren mensen heel blij mee, maar ze vreesden voor de koeien. Er moest toen een hek omheen vonden ze. Anderen waren het hier niet mee eens, aangezien iedereen net bezig was geweest al het hekwerk er weg te halen, dus er kwam geen hek. Met als gevolg, dat er inderdaad een koe langskwam en het plantje op at. Hiermee was de plant niet helemaal verdwenen, want het had zich nog wel kunnen voortplanten door zaadjes. Het jaar erna stonden er dus al wat meer van die plantjes. De koeien zagen dit nog steeds als hapje, maar de zaadjes van de planten bleven in de hoeven van de dieren zitten en zo werd het plantje over het hele gebied verspreid. Dat is dus een voordeel en een nadeel. Een ander nadeel, dat nog genoemd kan worden, maar zeker niet opweegt tegen alle voordelen is, dat er natuurlijk wel een aantal soorten zijn verdwenen. Bijvoorbeeld de grutto, deze vogel kwam eerst wel voor in de Millingerwaard en leefde in de graslanden, die door de boer werden gemaaid. Toen echter de grote grazers er los werden gelaten werd het weiland niet meer netjes gemaaid en veranderde het grasland. Dit heeft er voor gezorgd, dat de grutto verdween uit de Millingerwaard. Deze vogel komt nog wel op andere plekken in Nederland voor. Het voordeel van de koeien in combinatie met de paarden is dat de koeien het oude lange gras op eten.

De paarden eten daarna weer het korte gras Met een duur woord heet dit faciliteren. Kortom; er gebeuren door de Koniks en Galloways dingen, die niet onder controle zijn, maar dit leidt meestal weer tot nieuwe (positieve) dingen. Bied de Millingerwaard genoeg aan de Koniks en Galloways om te kunnen overleven (ofwel: moeten ze worden bijgevoerd of niet)? Het bijvoeren is, als het nodig is, verplicht. Per dier is er ongeveer 2 à 3 hectare nodig om zonder bijvoeren het hele jaar te kunnen overleven. De Millingerwaard bestaat uit ongeveer 400 ha. Daarvan is er ongeveer 100 ha water. Er blijft dus 300 ha over: genoeg voor ongeveer 100 beesten. De afgelopen twee jaar is er bijgevoerd in de Millingerwaard. Dit komt, omdat Rijkswaterstaat had besloten dat het te vol groeide. De grote grazers werden ingezet om het opener te houden. Er liepen toen z’n 140 koeien en ongeveer hetzelfde aantal paarden. Het gras werd inderdaad allemaal opgegeten, maar in de winter moest er worden bijgevoerd. Vooral door de vele sneeuwval en de hoge waterstand. Als het water hoog staat, is er nog maar een klein strookje over waar de dieren kunnen lopen. Dit is dan veel te weinig voor dezelfde hoeveelheid dieren. Er wordt dan wel gekeken naar het beste moment om bij te voeren. Dat is wanneer de dieren het zwaarst hebben, dus als al het gras onder een laag sneeuw verborgen zit. Bij lage aantallen dieren is het niet nodig om bij te voeren. De afgelopen twee jaar was het voor het eerst sinds achttien jaar dat er moest worden bijgevoerd. Er liepen op 1 mei 2011 zesenzestig Koniks en achtenveertig Galloways, dus honderdvierenveertig dieren. Het is nu dan ook niet nodig om bij te voeren. Millingerwaard - 33


Heeft de vachtkleur iets te maken met de keuze voor de Galloways? Nee. Is er behalve dat de Galloways geen hoorns hebben nog een andere reden voor het kiezen van de Galloway? In 1627 overleden de laatste Oerossen. Het rund is daardoor al veel verder doorgefokt dan de Konik. Ze kunnen zich zelf dan ook minder goed handhaven dan de Konik en zijn veel minder goed aangepast. Dit valt bijvoorbeeld op in het feit dat Galloways nog veel vaker geboorteproblemen of uierontsteking hebben. Het Heckrund kan zich zelf wel redden, maar deze soort is erg agressief. Galloways (en Schotse Hooglanders) zijn gefokt op rustige dieren. De keuze is op de Galloways gevallen, omdat ze zwart zijn zonder horens en op de Veluwe liepen al Schotse Hooglanders, in de Millingerwaard dan maar Galloways. De optimale leef temperatuur van een Galloway is 5 graden. Een winter met -10 is voor hen dan ook geen probleem, maar als het in de zomer 25 graden is hebben ze daar al veel meer moeite mee. Je ziet wel steeds meer bruinere Galloways, een aanpassing? Hebben de Koniks en Galloways wel eens een aanvaring met elkaar? Nee. Er is wel eens onderzoek hiernaar gedaan, maar daar kwam niets uit. De Konik loopt van A naar B en de Galloway van C naar D. Ze laten elkaar daarbij gewoon met rust. Het gebeurt wel eens, dat veulentjes achter de kalfjes aan gaan rennen (koetjes pesten!), maar meer dan ook niet.

34 - Millingerwaard


Millingerwaard - 35


Hoofdvraag - conclusie Galloways Uit onze eerste deelvraag bleek al snel, dat de Schotse Hooglanders en de Heckrunderen de grootste concurrenten zijn voor de Galloways. We hebben daarom gekeken, wat de Galloways hebben, dat de Schotse Hooglanders en de Heckrunderen niet hebben. De Heckrunderen vielen al snel af, want deze bleken erg agressief te zijn tegenover mensen. Dit past natuurlijk niet in een gebied zoals de Millingerwaard, waar ook mensen mogen komen. De Galloways zijn er juist

een heel geschikt dier, omdat het ook niet nodig is om in te grijpen in de meeste gevallen.

op gefokt, dat ze niet agressief zijn en ze zijn dus erg geschikt voor in een gebied met mensen.

van de landschappen, die er binnen de Millingerwaard zijn en komen dus ook overal met de zaden onder hun voetzolen. Ze gebruiken de verschillende landschappen ook op verschillende manieren: de dichtbegroeide delen voor het grazen en de weinig begroeide delen voor het uitrusten en herkauwen.

De Schotse Hooglanders bleken qua gedrag heel erg op de Galloways te lijken, maar qua uiterlijk helemaal niet. De Schotse Hooglanders hebben erg grote horens en een andere vachtkleur. We dachten dat de kleur van de vacht misschien te maken zou kunnen hebben met de keuze voor Galloways, maar zowel de gids van de Millingerwaard als Fokko Erhart zeiden, dat dit niet het geval was. Wel zei de gids van de Millingerwaard, dat de Schotse Hooglanders ongewild mensen konden verwonden met hun grote horens. Ze zijn niet agressief, maar het blijft een dier en ze zijn dus niet gewend aan mensen, dus puur uit onvoorzichtigheid kunnen ze toch mensen verwonden met hun horens. De belangrijkste reden voor het kiezen van de Galloways is volgens de gids en Fokko, dat ze zich zo goed kunnen redden. Ze hebben weinig zorg nodig, wat goed koop is en dat is handig met de bezuinigingen van 40 %, die gaan komen. Ze kunnen zelfs de strenge winters doorkomen, want hun optimale leeftemperatuur is 5 graden. Het is in een gebied, waar mensen zo min mogelijk in moeten grijpen dus 36 - Millingerwaard

Bovendien bleek bij de tweede deelvraag, dat de Galloways heel veel gevolgen hebben, die gunstig zijn voor de Millingerwaard. Ze verspreiden zaden en zorgen hiermee voor de biodiversiteit, ze bemesten de bodem en misschien wel het belangrijkste: ze houden het landschap open, dat zonder de grazers een dichtgegroeid bos zou zijn. Ze leven in meerdere

De dieren hoeven momenteel niet bijgevoerd te worden, maar als de hoeveelheid dieren in de Millingerwaard toeneemt tot meer dan honderd, dan moet dit wel gedaan worden. Sommige mensen zijn het hier niet mee eens, maar als ze dit niet doen sterven er wel dieren. Hierdoor ontstaat uiteindelijk wel een natuurlijk evenwicht, waarbij elk dier genoeg voedsel heeft. Verder moet er soms ook geholpen worden bijvallingen. Over het algemeen hoeven de runderen bijna niet verzorgd te worden, dus dat scheelt wel, maar de Millingerwaard biedt de runderen niet 100% genoeg om helemaal zelfstandig te leven.


Koniks Aan de hand van het interview met Fokko Erhard zijn we er achter gekomen, dat er is gekozen voor de Koniks, omdat ze graag een soort die op de Tarpan leek wilden. Dit is natuurlijk wel erg kort door de bocht. Daarom gaan we ook nog een conclusie vormen aan de hand van onze deelvragen. Een opsomming van de gevonden voordelen van de Koniks: • Koniks staan veel dichter bij het oerpaard staan dan andere paarden rassen. Ze hebben veel minder verzorging nodig dan andere rassen. Voor al op het gebied van hoefverzorging. Dit hebben ze praktisch niet nodig. Alleen IJslanders hebben niet altijd hoefverzorging nodig. • Koniks zijn rustige dieren en niet agressief naar mensen. De meesten ander paarden rassen zijn ook niet agressief. Alleen de shetlander is vaak nieuwsgieriger en baldadiger. • Koniks zijn belangrijk om het landschap open te houden. Dit doen ze door kort gras te eten. Als dit niet gebeurt, wordt alles bos en dat belemmert de doorstroom van de rivier. Andere paardenrassen zouden echter ook kort gras eten. • De Koniks lopen over “paadjes” doordat ze vaak de zelfde weg bewandelen. Hierdoor houden ze het landschap begaanbaar voor andere dieren en voor mensen. Dit doen andere paarden rassen echter ook. • De Koniks helpen bij het verspreiden van zaden, doordat deze met modder in hun hoeven blijven kleven. Bij ander paarden rassen zou dit echter het zelfde gaan.

• Koniks bakenen hun territorium af met vruchtbare latrines. Paarden in de wei hebben echter ook bepaalde plekken waar ze poepen. • De Koniks houden de duinen bewegelijk door het eten van helmgras. Andere paarden soorten zouden hoogstwaarschijnlijk ook van het helmgras gegeten hebben, aangezien we nergens hebben kunnen vinden, dat alleen Koniks helmgras eten. • De combinatie paarden en koeien werkt erg goed voor het open houden van het gebied doordat ze allebei van verschillende lengtes gras houden. Er staat echter nergens vermeld welke combinatie van soorten paarden en koeien dit moet zijn. Het gaat hier dus niet specifiek over de Konik. • Een Konik paard is duidelijk “wild”in de volksmond. Er is dus een duidelijk verschil tussen een Konik en een manege paard. Dit geeft voordelen bij bijvoorbeeld rechtszaken. Hierbij kan dan makkelijk aangetoond worden dat men hier te maken heeft met een wild paard.

Aan de hand van onze vragen zouden we dus kunnen zeggen dat er is gekozen voor Koniks omdat deze minder verzorging nodig hebben dan andere soorten paarden. Ze kunnen zich geheel zelf redden zonder hulp van de mens. Andere rassen zouden dit nog niet kunnen. Ze hebben dus nog wel veterinaire verzorging nodig. Door het kiezen voor Koniks is voor het volk duidelijk gekozen voor een wild paard. Zo is er minder de neiging te denken dat de paarden tam zijn en dus aaibaar. Er is nu duidelijk een scheiding tussen tam en wild en niet half wild, omdat het paard hier in een natuurgebied loopt en de buurman er niet zo een in de tuin heeft staan. Millingerwaard - 37


Evaluatie Karlijn Ik vond de PO erg leuk, vooral omdat er ook een uitje aan gekoppeld was. Hierdoor kon je ook alles wat je onderzocht had in het echt zien en is het afwisselend werk om de PO te maken. Wat jammer was, is, dat we in de Millingerwaard weinig tijd hebben gehad om de protocollen van de Koniks en de Galloways te maken. Gelukkig hebben we dit slim op weten te lossen met de filmopnames van Inge. Hierdoor kon ik thuis de protocol alsnog kunnen maken. Keri heeft het opgelost door alsnog een protocol te maken en wel van de Konikpaarden, die achter haar huis staan. Wat ook erg fijn was was het goede contact met het groepje van Yvanka. Niet iedereen kon mee toen we de paarden en de koeien gingen zoeken, dus ik had met haar afgesproken, dat ik foto’s zou maken met haar camera, zodat we deze allebei konden gebruiken. We zijn onze afspraken allebei netjes nagekomen. Lotta was helaas afwezig op de dag van het uitje, maar zij en Inge hoefden gelukkig niet veel te doen. Inge heeft erg goed opgelet tijdens de rondleiding en de colleges en heeft hier vast veel informatie uit kunnen halen. Hierdoor hebben we ondanks alles toch alles kunnen doen wat we wilden. We hebben wel een klein beetje afgeweken van het Plan van Aanpak, maar hier hebben we bewust voor gekozen. De beslissing om de 1e deelvraag te splitsen hebben we terug weer teruggedraaid, omdat dit tijdens het werken toch niet handig bleek. Ook hebben we per beest niet twee protocollen gemaakt, maar slechts één. Toen we alle informatie hadden over de verschillen tussen Galloways en Koniks en hun soortgenoten, hebben we besloten, dat het niet meer nodig was nog een protocol van een tam paarden- of rundras te maken. We hebben dus slecht van de wilde Galloways en Koniks protocollen gemaakt, maar dan wel van meerdere dieren. 38 - Millingerwaard

Deze protocollen leverden wel wat nieuwe informatie, maar bevestigden wel dat een tweede protocol niet nodig was. Ook hebben we een klein beetje afgeweken van de vooraf bedachte planning. Het bleek in de periode rondom de vakantie erg druk, dus het meeste werk is toch rondom het uitje naar de Millingerwaard gebeurd. We hebben alles echter wel prima op tijd afgekregen en we hebben alles goed van elkaar kunnen controleren door contact via de werkplaats en via de mail. Onze taakverdeling leek erg goed en dat was deze ook. Keri, Inge en ik hebben ons er goed aan de taakverdeling gehouden en hebben elkaars werk ook netjes gecontroleerd op eventuele fouten. Dit verliep erg goed en het contact maken verliep ook erg soepel, ze waren actief met het PO bezig en reageerde snel op mails. Dit is denk ik een van de redenen, dat alles goed volgens plan liep we niet hebben hoeven haasten. Helaas werd Inge de laatste paar dagen ziek, waardoor wij haar werk alsnog af moesten maken. Toen we zagen hoeveel dit was, viel dit tegen. Ze had nog maar erg weinig op papier staan, dus Keri en ik hebben de deelvragen bijna volledig moeten maken. Ik ben wel blij dat Keri dit heel goed oppikte en bereid was te helpen. Ik heb het gevoel dat Inge in de les wel gewerkt heeft, ze zei tegen me dat er met TeleTop iets fout is gegaan, waardoor ze zo weinig heeft. Ik vind het wel een beetje raar, dat ze zo weinig resultaat heeft gehaald aan al die lessen werken. Ik vind het ook erg jammer, dat Lotta zo weinig heeft bijgedragen aan het PO. We hadden een duidelijke taakverdeling, waar Keri en Ik ons in ieder geval goed aan gehouden hebben. De verdeling was absoluut eerlijk, dus daar kan het niet aan gelegen hebben. Ook was ze er niet bij het uitje, wat misschien wel uitgemaakt kan hebben, maar ze heeft erg weinig moeite gedaan om haar werk in te halen.


Tot op het allerlaatste moment was er nog helemaal niets gebeurd. Wij voelden ons er verantwoordelijk voor, dat het werk wel gedaan werd. Daarom hebben wij een groot deel van het werk van Lotta overgenomen, zodat het zeker af zou komen. Lotta heeft zondagmidadg nog wel een groot deel van haar deelvragen gestuurd en daar hebben we zeker

wat aan gehad, ik ben dus blij dat ze uiteindelijk toch nog iets gedaan heeft. Ik ben heel erg blij, dat Keri dit net zo belangrijk vond als ik en ook haar bijdrage heeft geleverd hierbij. Dit is de reden waarom het PO uiteindelijk toch nog, zonder haasten, goed geslaagd is!

Evaluatie Inge

De rest van het PO was ook ruim op tijd af. Lotta heeft er jammer genoeg weinig aan gedaan, waardoor Karlijn en Keri ook haar deelvragen hebben moeten doen. Ik heb uiteindelijk ook erg weinig kunnen doen doordat ik ziek was en ik baal er dan ook erg van dat ook mijn gedeelte door Karlijn en Keri gedaan moest worden.

Het PO is volgens mij wel goed gegaan. Het was jammer dat ik de laatste dagen ziek was, waardoor de rest veel meer heeft moeten doen. Dit maakte het voor mij wel heel jammer, want het bleek ook dat er een probleem met TeleTop was en dat hierdoor bijna al mijn bestanden niet op waren geslagen. Ik wil daarom de anderen, vooral Karlijn en Keri, bedanken dat ze het op hebben gelost. Het uitje naar de Millingerwaard was ook erg leuk. Ik heb er erg veel geleerd over het gebied en ik heb er mooie foto’s en filmopnamen kunnen maken. Het was ook geweldig dat mevrouw Menheere ons nog meenam in haar auto om langs de dijk Konikpaarden te gaan zoeken. Ook de colleges in de Radboud Universiteit waren erg interessant en leerzaam. Soms raakte ik mijn concentratie kwijt, maar dit lag meer aan mij als aan de colleges. Ook het verwerken van deze colleges ging erg goed, en dit was ruim op tijd af.

Omdat Lotta er niet bij was op het uitje naar de Millingerwaard, hebben we helaas ook hier haar gedeelte moeten doen. Gelukkig was dit niet veel, waardoor ik Karlijn erg heb kunnen helpen met mijn filmbeelden van de Galloways. Ik baal er erg van dat mijn bijdrage aan het PO uiteindelijk vrij klein is geweest en ik ben blij dat ondanks dit alles het PO toch goed is gegaan en we een goed werkstuk af hebben kunnen leveren. Uiteindelijk heb ik met Karlijn af kunnen spreken dat ik toch nog een stuk van deelvraag 3 kon doen, waardoor zij iets minder hoefde te doen en ik toch nog iets heb gedaan. Dit maakte het voor mij wel beter, maar toch blijf ik het jammer vinden dat ik zo weinig bij heb kunnen dragen. Millingerwaard - 39


Evaluatie Keri Ik vond de opdracht voor ons PO erg leuk. Zelf ben ik een groot paardenfan en van het “tamme�paard weet ik dan ook al het een en ander af. Van het wilde paard ofwel de Konik, behalve dat ze in de natuurgebieden worden ingezet als grazers, nog niets. Ik vond het leuk om dit allemaal uit te zoeken! Het uitje naar de Millingerwaard vond ik erg leuk. Het is even iets heel anders dan school en toch erg leerzaam! Helaas heb ik daar geen Koniks kunnen zien. Karlijn en Inge hebben deze wel gezien. Het stukje over de waarnemingen over de Koniks in de Millingerwaard heb ik dan ook aan hun gevraagd. Omdat het toch nodig was om nog de Koniks te bezoeken, ben ik naar de Loowaard gegaan. Dit natuurgebied wordt ook begraast door Koniks en Galloways. De Koniks waren makkelijk te vinden en ik heb ze hier goed kunnen observeren. Van het plan van aanpak zijn we iets afgeweken, zoals Karlijn al zei. Ik was tevreden met deze afwijkingen. Ook hebben we nog een interview toegevoegd met Fokko Erhard. In eerste instantie was het niet de bedoeling dat dit een interview werd, maar hij gaf ons informatie voor het beantwoorden van onze hoofdvraag, die we niet konden onderverdelen in een van de deelvragen. De informatie die we wel konden gebruiken is ook in de deelvragen verwerkt. Het interview heeft niet helemaal de opzet van een interview. Dit komt omdat ik er dus niet vanuit ging dat het een interview werd en het dus niet heb opgenomen om het vervolgens helemaal uit te typen. Ik heb wel veel van wat er is gezegd opgeschreven. Alleen heb ik zelf nog een heleboel vragen gesteld aan de hand van wat hij vertelde. Ik had 40 - Millingerwaard

alleen de tijd niet om deze ook te noteren. Vandaar dat het aantal vragen gering lijkt. Ik vond het jammer dat we eigenlijk in een heel andere richting zijn gaan zoeken voor het beantwoorden van de hoofdvraag. Aan de andere kant was dit ook heel erg leerzaam, we moeten dus de volgende keer eerst iets verder kijken, voordat we de deelvragen gaan formuleren. Ondanks dit heb ik wel veel van dit PO geleerd. Ik vond de samenwerking met Karlijn en goed verlopen, we vulden elkaar goed aan en de afspraken werden na gekomen. Helaas verliep de communicatie met Lotta niet zo goed. Wij wilden graag alles op tijd afhebben en zij ging meer voor een last-minute planning. Hierdoor is haar bijdrage wat gering, want wij hadden al een hoop gedaan. Waar zij niets aan kan doen, maar toch zorgt voor een mindere bijdrage is het feit dat ze er niet bij was op de excursie. Hierdoor kon zij niet helpen bij het maken van de verslagen over de colleges en het uitje zelf. Dit scheelt natuurlijk ook weer in tijd. Inge was op de dag voor dat we het moesten inleveren ziek. Dit is natuurlijk erg vervelend. Ze mailde dat ze zich te slecht voelde om iets aan het PO te kunnen doen, dus ik stelde voor dat ze haar stukjes zou mailen en dat ik het dan verder af zou maken. Ik had alleen verwacht dat ze al bijna klaar was met haar stukjes en niet dat ze nog zo ongeveer moest beginnen. Ik heb toen met Karlijn haar deelvragen verdeeld. Het was alleen wel lastig om te maken omdat ik me geconcentreerd had op de Koniks. Ik moest dus nog allerlei informatie over Galloways gaan zoeken en vragen aan Karlijn. Ik hoorde later van Inge dat er iets verkeerd was gegaan met het opslaan op TeleTop. Ze zou dus wel iets verder zijn geweest dan wij nu konden zien dat ze nu was. Dat maakte het werk echter niet minder voor ons.


Met het uiteindelijke resultaat ben ik tevreden. Ik denk dat we uiteindelijk een kwalitatief goed verslag hebben kunnen afleveren. Ik vind ook dat we op de deelvragen een goed antwoord hebben kunnen geven. Ik ben het alleen niet eens met de hoeveelheid tijd die we er in hebben gestoken, daar zitten behoorlijk grote verschillen in.

Evaluatie Lotta Ik vond het project, jammer genoeg, niet zo goed gaan. We hadden wel een goede planning en taakverdeling gemaakt, maar vervolgens heb ik veel moeite gehad ook daadwerkelijk te beginnen. Ik ben een aantal keer gaan zitten met de bedoeling aan mijn deel te werken maar uiteindelijk had ik ’s avonds nog steeds niets gedaan. Tijdens de excursie was ik ziek, dus deze kon ik niet bijwonen. Dit was erg jammer. Over de communicatie heb ik niet zoveel meegekregen, maar dit komt vooral omdat ik zelf nauwelijks op mails heb geantwoord. Ik heb mijn teksten ook niet op tijd ingeleverd(niet op de tijden die we hadden afgesproken). De volgende keer zou ik iets eerder aan de bel moeten trekken en bijvoorbeeld mijn ouders vragen me te helpen of de docent. Ik vind het jammer dat het van mijn kant gegaan is zoals het gegaan is, en dat Keri en Karlijn zo veel extra hebben moeten doen.

Millingerwaard - 41


Afsluiting Wij hebben met veel plezier aan het PO gewerkt en zijn blij dat we een heel helder antwoord op onze hoofdvraag hebben kunnen geven. Mede dankzij het interview met Fokko Erhart en de vragen, die we tijdens de rondleiding hebben kunnen stellen. Extra dank dus aan Fokko Erhart en onze gids tijdens de rondleiding in de Millingerwaard. Hieronder een lijstje met de uiteindelijke taakverdeling die naar onze menging niet voor iedereen even gunstig was: Algemeen verslag Inleiding Karlijn Deelvraag 1 Karlijn (Galloways) en Keri (Koniks) Deelvraag 2 Karlijn (Galloways) en Keri (Koniks) Deelvraag 3 Inge & Keri & Keri(Galloways) en Karlijn & Lotta & Keri(Koniks) Deelvraag 4 Inge & Karlijn & Keri(Galloways) en Karlijn & Lotta(Koniks) Hoofdvraag Karlijn (Galloways) en Keri (Koniks) Afsluiting Karlijn Verslag Millingerwaard Keri Verslag college 1 Inge Verslag college 2 Karlijn Evaluatie iedereen Tijdens het uitje Foto’s maken Inge en Karlijn Filmen Inge Vragen stellen Inge, Keri en Karlijn Extra Interview Lay out verslag

42 - Millingerwaard

Keri (voeren) en Inge (klein beetje uitwerken) Karlijn


Millingerwaard - 43


Bronvermelding Wikipedia de vrije encyclopedie (2010), Galloways (runderras), Geraadpleegd op 11 mei 2011, http:// nl.wikipedia.org/wiki/Galloway_(runderras)

Millingerwaard.info (2011), De Millingerwaard, Geraadpleegd op 24 mei 2011, http://www.mil onbekend(2009),

Wikipedia de vrij encyclopedie (2011), Heckrund, Geraadpleegd op 11 mei 2011, http://nl.wikipedia. org/wiki/Heckrund

Onbekend (2009), Het Galloway Rund, Geraadpleegd op 8 mei 2011, http://www.dierenplaza.nl/het_galloway_rund.html

Wikipedia de vrije encyclopedie (2011), Oeros, Geraadpleegd op 11 mei2011, http://nl.wikipedia.org/

Landgoed Kasteel Rivieren (2011), De Galloways, Geraadpleegd op 8 mei 2011

wiki/Oeros

http://www.landgoedrivieren.nl/rivieren/joomla/index.php/agrarisch-bedrijf/galloways.html

Wikipedia de vrije encyclopedie (2011), Schotse hooglander (rund), Geraadpleegd op 11 mei 2011, http://nl.wikipedia.org/wiki/Schotse_hooglander_ (rund) Wikipedia, de vrije encyclopedie (2011), Lakenvelder (rund), Geraadpleegd op 11 mei 2011, http:// nl.wikipedia.org/wiki/Lakenvelder_(rund) Theo Jordaan (2007), Koeien en Runderen, Geraadpleegd op 17 mei 2011, http://www. zoekenvindalles.nl/frames2.php?url=http://www. zoekenvindalles.nl/idee/Galloway-%7C-RunderenHuisdieren/949 Natuurmonumenten (2011), Schots vee bekend als natuurbeheerders in Nederland, Geraadpleeg op 24 mei 2011 , http://www.buitensport-schotland.nl/ natuur/runderen.php Info_Lisa (2010), Heck rund, Bos taurus, een grote grazer, Geraadpleegd op 24 mei 2011, http://dieren-natuur.infonu.nl/dieren/63684-heckrund-bostaurus-een-grote-grazer.html 44 - Millingerwaard

Felius, M. (1996) , Galloways, Geraadpleegd op 8 mei 2011 http://www.hobokensepolder.be/HobokensePolder/ galloway.html Onbekend, Website ark – rund (onbekend), Geraadpleegd op 8 mei 2011, http://www.ark.eu/ark/natuurontwikkeling/natuurlijke-processen/natuurlijke-begrazing/rund Beekers, B. (2008). Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard, geraadpleegd op 29 mei 2011, http://www.geldersepoort.net/ publicaties/grazers.pdf  Vulink, T. (onbekend). Tref grote grazers af en toe met ramp. Geraadpleegd op 29 mei 2011, http://gymnasiumarnhem.teletop.nl/tt/sga/courses/10vaksite_ bio_5.nsf/3da52a41e9c7de04c1257893006ac 5b2/$file/5%200910%205%20grote%20grazers%20VK%20april%202010.pdf?OpenElement


Janssen, C. (2009). Omgekeerde babyboom nekt kudde. Geraadpleegd op 29 mei 2011, http://gymnasiumarnhem.teletop.nl/tt/sga/ courses/10vaksite_bio_5.nsf/3da52a41e9c7de 04c1257893006ac5b2/$file/5%200809%20 ecologie%20begrazing%20konikpaardenVOK-20090321-05005002.pdf?OpenElement  WNF (onbekend). Natuurlijke begrazing Geraadpleegd op 29 mei 2011, http://gymnasiumarnhem.teletop.nl/tt/sga/ courses/10vaksite_bio_5.nsf/3da52a41e9c7de04 c1257893006ac5b2/$file/5%200809%205%20 ecologie%20artikel%20natuurlijke%20begrazing. pdf?OpenElement Wieringe, K (onbekend), Konikpaarden in Nederland, Geraadpleegd op 18 april 2011 , http://www.konikpaarden.nl Onbekend (2011), Lauwersmeer Koerier, Geraadpleegd op 18 mei 2011 , http://www.lauwersmeerkoerier.nl Onbekend (2011), Dier en Natuur artikelen: informatie van Huisdieren tot dieren, Geraadpleegd op 18 mei 2011 , http://dier-en-natuur.infonu.nl Nijpels, E. (1998), natuurlijke begrazing Fokkinga, A. en Felius, M. (2001), Koeien: Een wonderbaarlijke reis door de wereld van het rund, Bussum: THOTH Fokko Erhart

Millingerwaard - 45


Verslag Millingerwaard Op donderdag 19 mei zijn we naar de Millingerwaard geweest. Goed voorbereid en bewapend met fotoen filmcamera’s kwamen we aan. Vol goede moed begonnen we aan de rondleiding, ondertussen rondkijkend of we ergens een Konik of een Galloway zagen. Al na een paar meter gelopen te hebben kregen we een hoop informatie over de plassen in de Millingerwaard. Deze plassen zijn ontstaan door de afgravingen van klei. Die klei werd gebruikt door de steenfabrieken om stenen van te bakken. Na nog wat verder te zijn gelopen kwamen we bij een bocht in de weg. Langs de kant stonden heel veel grote planten van maar één soort. Dit was een exoot, die goed bezig was dat gedeelte te overwoekeren. Hier werd ons ook het dilemma van wel of niet ingrijpen in de natuur verteld: laten we de natuur zijn gang gaan? Of moeten we in sommige gevallen ingrijpen en het ecosysteem verstoren? Na weer een stukje verder gelopen te hebben konden we aan een boomstam de knaagsporen van een bever zien. Er werd wat verteld over de bever en wat voor een soort bomen deze vooral omknaagt. De gids vertelde, dat de bever vooral aan zacht hout knaagt, maar soms de uitdaging aangaat met een Eik. Ook over de dikte van de bomen werd verteld. De bevers kunnen enorm dikke stammen omknagen, hier is hij dan een paar nachten meebezig. De bever knaagt deze boomstammen om, omdat hij de schors van de boom eet. Als de boom rechtop staat kan hij er niet goed bij. Ook gebruikt hij de boomstammen om een burcht van te maken. De ingang van de burcht zit altijd onder water. Als het water heel hoog komt te staan dan bouwt hij soms een burcht op een burcht. 46 - Millingerwaard

In de winter steekt hij heel veel takken van bomen in de grond bij zijn burcht (dus onder water). Deze stokken gebruikt hij als voedselvoorraad in de winter, als er ijs ligt en hij kan niet meer van zijn hol naar boven komen, kan hij toch overleven door de takken uit de grond te halen voor de schors. Toen we weer verder liepen hebben we ook een beverburcht in het echt gezien (een enorme hoop takken). Deze was niet meer bewoond. Hierna konden we aan de overkant van een plas de populatie van zwarte sternen zien. Deze broedden oorspronkelijk op krabbenscheer, maar omdat het water vervuild was, was er geen krabbenscheer meer en kon de stern niet meer broeden. Daarom lagen er in het water “vlotten” waarop de stern kan broeden. Aan de andere kant van het pad was een hele grote diepe plas. In deze plas was ook het zand afgegraven en de plas had een diepte van wel 28m. Op dit pad was ook een grote “kale strook” te zien. Hier groeide minder bomen en als ze groeiden waren ze een stuk lager dan alle bomen er om heen. Deze strook is door de mens gemaakt omdat vroeger eens in de zoveel tijd het kruiend ijs alle vegetatie omduwde. Nu hebben we geen last meer van het ijs en groeit het bos dus veel te veel door, wat de doorstroom van de rivier belemmerd. Het is dan ook de bedoeling van de grote grazers om het landschap opener te houden. Ook een opmerkelijk aspect op dit pad is een boom waar knaagsporen van een bever te zien waren, alleen zaten deze knaagsporen welk 3 meter boven de grond! Dit komt door het hoge water, als het water hoog staat dan kan de bever wel zo hoog komen. Na dit allemaal gehoord te hebben liepen we een stuk verder, om vervolgens van het pad af te slaan richt-


ing de theetuin. Juist op dat moment werd het geluid van een koe door een aantal leerlingen vernomen en werd er besloten richting het geluid te lopen, omdat wij graag koeien wilden zien. Zo moesten we nog een heel stuk verder lopen en kwamen we uit bij het kolenbranderbos. Dit is een bos wat oorspronkelijk in de uiterwaarden voorkomt. Nu zie je er vooral wilgen, maar een wilg is een pionier. Dus dat was wel bijzonder om te zien. Om dit bos zat een hek met prikkeldraad om te voorkomen, dat de koeien alle planten in het bos zouden plattrappen, wat in de winter wel gebeurd was. Nadat we langs het bos waren gelopen kwamen we uit op een fietspad langs de rivier. Daar vonden we een boom waar we ruim omheen moesten lopen, omdat de eikenprocessierups er leefde. Deze dieren zorgen voor hele nare brandplekken op je huid. Hierna zagen we dan toch eindelijk de Galloways! De koeien lagen met hun kalfjes lekker op het strand en ook de stieren lagen lekker te luieren. Één Galloway was zelfs een stukje het water ingelopen. De Galloways bleven rustig zitten alsof er niets aan de hand was, toen wij langskwamen. Nadat we de runderen goed hadden bekeken en onze vragen hadden gesteld over de Galloways en Koniks liepen we verder langs het fietspad. We gingen nu een pad op richting de theetuin. We bewandelden een pad, dat meer leek op een kleine dijk. Onze gids vertelde, dat er in dit landschap meer van deze kleine dijkjes lagen; vooral richting de steenfabrieken. Het zijn overblijfselen van spoorlijnen naar de steenfabriek. Deze voerde de klei naar de steenfabriek toe. Na over deze oude spoorlijn te zijn gelopen kwamen we weer op een fietspad. Het fietspad was echter steeds moeilijker te onderscheiden van zijn omgeving, gezien de laag zand die er op lag. We kwamen uit bij de rivierduinen. Er werd ons

verteld dat dit de hoogste rivierduinen waren van Nederland. De duinen werden bij elkaar gehouden door helmgras, net als bij de zee! Met dit helmgras werden ook onderzoeken gedaan. Er werd ons uitgelegd, dat er onderzoek werd gedaan, omdat de paarden normaalgesproken veel van dit helmgras opaten, waardoor de duinen “beweeglijker” bleven. Omdat er een hoop nieuwe grond op een andere plek van het gebied was gestort, bleven de paarden echter daar eten. Dit komt, omdat de grond, die wordt gestort vaak overbemest is en het gras daar de veel malser is. Na de rivierduinen gingen we weer op weg richting Kekerdom, enigszins teleurgesteld, omdat er nog geen Koniks op ons netvlies waren gevallen. Op de terugweg zagen we nog een enorm dikke boom waar een bever zijn tanden aan had gevijld. Hij was echter aan de modder op de boom te zien niet verder gegaan. Volgens de gids zou hij hier ooit nog wel weer verder mee gaan. Hij vertelde, dat een bever wel eens aan een boom begonnen was en pas anderhalf jaar later weer verder ging en de boom omknaagde. Dit was zo ongeveer het einde van de zeer interessante rondleiding, maar we hadden nog steeds geen Koniks gezien. Gelukkig was mevrouw Menheere de redder in nood! Ze stelde voor om met haar auto langs de dijk te rijden op zoek naar de paarden en de runderen. Deze bleken heel veel verder op te staan, maar het was de moeite waard: we hebben toch nog beeldmateriaal van de Koniks!

Millingerwaard - 47


Verslag College 1 Dierenecologie in de praktijk - Door Jan Kuper De basis van de wetenschap is nieuwsgierigheid. Er zijn twee drijfveren om te weten: weten om het weten (fundamenteel) en weten om het doen (toegepast). Bij dierecologie wordt het weten vooral gebruikt om toe te passen. De dierecologie bestudeert, hoe dieren zich aan hebben gepast aan hun omgeving.

en met sappige worteltjes. De kevers stimuleren de zandverstuiving.

Grauwe klauwier De grauwe klauwier eet grote insecten en kleine gewervelden (muis, hagedis). Hij eet erg veel verschillende organismen, dus waarom sterft hij dan uit? Dit komt, doordat er op het piekmoment te weinig insecten zijn, waardoor er te weinig voedsel is. Daarom sterft de grauwe klauwier langs de hele Europese kust uit. Alleen in Noord-Denemarken is hij nog stabiel. Sinds 1960 zijn de Nederlandse duinen vergrast door de vermesting. Hierdoor is er veel minder biodiversiteit. Ook in Denemarken, waar de grauwe klauwier nog veel meer voorkomt dan in Nederland, raken de duinen vergrast. Hierdoor krijgt de klauwier minder prooien. Zijn belangrijkste prooien zijn in Denemarken de kleine junikever, de zandhagedis en de wrattenbijter. Waar zijn de insecten en hoe komen ze terug? Antwoord door goed te kijken: Kleine junikever De kleine junikever is een bladsprietkever. De larve eet helmgras, dat voorkomt in de duinen. De larve groeit in twee jaar op, maar in dynamische duinen kan dit in één jaar. De meeste larven worden gevonden in gereactiveerde duinen, bij 40% vegetatiebedekking 48 - Millingerwaard

Antwoord door te experimenteren: Kalkgraslanden en vlinders Kalkgraslanden zijn voedselarme graslanden. De hellingen liggen ver boven het grondwater en het is er warm en droog. Er zijn veel microhabitats. Door de bemesting komt er echter voedsel in de grond, waardoor de planten, die typisch zijn voor de voedselarme bodem er niet meer voor kunnen komen. Rond 1900 werden de kalkgraslanden, die toen 500 Ha besloegen, begrazen volgens het potstalsysteem. Hierbij aten de schapen buiten op de graslanden, maar hun mest kwam ’s avonds terecht in de stal. Hierdoor nam het areaal sterk af, dus werden de kalkgraslanden kleiner, nog maar 25 Ha. De gebieden worden verwaarloost en vergrasten. Door inspoeling en depositie vindt er eutrofiëring plaats, waardoor de grond voedselrijker wordt en er veel meer planten komen. Tegenwoordig laat men de kalkgraslanden opnieuw begrazen maar nu continu en het hele jaar door. Hierdoor herstelt de flora zich weer , maar de fauna nog niet. De vlinders kunnen niet ver vliegen en hebben weinig eitjes, maar één tot twee generaties per jaar. Er zijn waarschijnlijk veel schapen in de herfst, als er


rupsen zijn. Het experiment zegt dat de nesten het grazen niet overleven: bij geen begrazing is er geen probleem, maar bij lichtere en zwaardere begrazing zijn er 2 tot 5 van de 7 vlinders verdwenen. Aanbevelingen voor het begrazen zijn: begrazing in mei/juni en gefaseerd begrazen. Aan de eerste aanbeveling kleeft het nadeel dat er geen bloemen zijn voor de vlinders. De tweede aanbeveling kan wel werken. Een deel van de schapen kan dan per keer op een stuk land zijn en zo kan de flora en hierdoor de fauna blijven bestaan.

Millingerwaard - 49


Verslag College 2 Experimentele Plantenecologie - Door Erik Visser Na het college over dierenecologie kregen we een college over plantenecologie van Erik Visser. De plantenecologie behandelt hoe planten reageren op hun abiotische omgeving. Hij vertelt ons over het landschap in de Millingerwaard. Het landschap in Nederland is een rivierenlandschap en zo ook bij de Millingerwaard. Er is veel ruimte voor de natuur en deze natuur wordt vooral bepaald door de rivier en de wind. Er is hier heel veel biodiversiteit. Er wordt bi-

beurt er tijdens een overstroming en welke factoren zijn er van belang? De factoren, die veranderen, zijn: licht, hoeveelheid zuurstof en andere gassen, bodemconditie en stroming/uitspoeling.

jna niet ingegrepen in het landschap. Het enige wat is gedaan is het inzetten van de grote grazers: Gallowayrunderen en Konikpaarden.

voor planten en micro-organismen. Er komen hierdoor toxische stoffen in het water terecht.

De overstromingen in sommige periodes van het jaar hebben een grote invloed op de plantengroei in de Millingerwaard. De overstromingen kunnen stress veroorzaken. In sommige gevallen hebben overstromingen echter wel een positief effect: Op Bali zijn er rijstvelden, die in sommige perioden van het jaar helemaal overstroomt worden. De rijstplanten, die daar leven kunnen hier tegen, maar het onkruid niet. Op deze manier wordt dus op natuurlijke wijze het onkruid verdelgd. Er zijn verschillende zichtbare gevolgen van overstromingen: Het grasland verdwijnt en er ontstaat zonering. Dit is een onmiddellijk effect: het verdwijnen van biomassa. De zonering ontstaat door de verschillen in tolerantie van de planten. Als een gebied overstroomt, verdwijnen planten die hier tegen kunnen niet en de andere planten wel. Hierdoor ontstaan verschillende banen met een bepaalde begroeiing rondom het water. De vraag is: Hoe komt dit verschil in tolerantie? Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst antwoord hebben op de volgende vraag: Wat ge50 - Millingerwaard

• Gasdiffusie: onder water zijn er 10.000 keer minder diffusiegassen dan in de lucht. Dit zorgt voor ophoping van CO2 en een tekort aan O2

• Lichtcondities: door het slib in het water verschillen de lichtcondities met die boven water. Kwalitatief gekeken wordt er relatief veel rood licht geabsorbeerd en kwantitatief gezien wordt er door het slib minder licht doorgelaten. Hoe dieper je komt, hoe minder sterk het licht is. • Uitspoeling: Door de stroming kunnen planten kapot gaan en meegevoerd worden. Ook kan zand meekomen met de stroming, waardoor verzanding plaatsvindt. Hierdoor wordt de vegetatie dan vernietigd. De volgende belangrijke vraag is wat er binnen de plant verandert. Dit is vooral de gassamenstelling: de gehaltes van zuurstof, koolstofdi0xide en ethyleen veranderen. Ethyleen is een plantenhormoon. Door de omstandigheden hoopt het plantenhormoon zich op. Het zuurstofgehalte kan worden gemeten met elektrodes die door het midden van de stengels gestoken worden. De volgende vraag is: Welke mechanismen helpen


een plant om in deze omstandigheden te overleven? Hier heeft een plant twee mechanismen voor: • Tolerance: aanpassen op metabolisch niveau • Avoidance: aanpassen op anatomisch niveau Bij ademhaling zonder zuurstof ontstaat bij planten fermentatie. Dit is te vergelijken met vergisting, maar dan bij planten.

boven het wateroppervlak uit. Op deze manier kunnen de bladeren als een soort snorkel gebruikt worden. Onder water vindt wel fotosynthese plaats, anders kan de plant niet overleven. Bij deze fotosynthese komt zuurstof vrij en dat is precies wat nodig is. Ook dit is een systeem van de plant dat hem helpt onder water in leven te blijven.

Door avoidance wordt een tekort van bepaalde gassen zoals zuurstof voorkomen. Er zijn drie vormen van avoidance:

Het laatste wat we geleerd hebben is de invloed van licht op de overlevingskans van planten. Uit de grafiek van een aantal metingen bleek, dat er bij meer licht een grotere overlevingskans is. Dit is logisch, omdat

• Aerenchym: dit is weefsel dat grote luchtholtes vormt. Deze holtes zijn bedoeld voor het vervoer van lucht van en naar stengels en wortels. Hoe verder je van de plant af gaat in de wortels, hoe minder zuurstof er is. In de worteltoppen is er dus de minste zuurstof aanwezig. Dit is een probleem omdat in de worteltoppen juist de celdeling plaatsvindt, die zorgt voor de groei van de plant. Omdat deze groei slecht of niet plaats kan vinden door het zuurstofgebrek zal een plant sterven. Je hebt twee soorten Aerenchym: lysigeen: de holtes ontstaan uit afgestorven cellen en schizogeen: de holtes ontstaan uit samengetrokken cellen.

er dan ook meer fotosynthese plaats vindt. Opvallend is, dat er ook meer verschil is tussen de overlevingskansen op verschillende dieptes bij meer licht. Bij minder licht liggen deze waarden dichter bij elkaar. Ook worden de dikte van het blad, de buitencelwanden en de cuticula minder en de chloroplast4en gaan zo dicht mogelijk bij het water met de CO2 zitten.

• Adventieve wortelvorming: er kunnen dikke wortels groeien uit de stengels, de adventieve wortels. Deze wortels hebben veel zuurstofholtes, zodat er veel zuurstof door vervoerd kan worden. Soms groeien deze wortels tot boven het wateroppervlak, zodat daar zuurstof vandaan gehaald kan worden. • Stengelstrekking: bij stengelstrekking worden de bladeren van een plant heel langwerpig. Ze houden hierbij dezelfde grootte, maar komen Millingerwaard - 51



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.