1 minute read

Waddenleven

Next Article
Lucht

Lucht

In de serie Waddenleven staat altijd een verrassende groep dieren of planten centraal. Deze keer, vanwege het thema dijken: BRAKKE BEWONERS

TEKST: KOEN MOONS

Lekker brak

De dijk is niet alleen de grens tussen land en water, maar ook tussen zoet en zout. De meeste planten en dieren zijn toegerust op zoet óf zout water. Maar sommige dieren weten prima te switchen tussen hoge en lage zoutgehaltes of zijn juist liefhebbers van de overgang: het brakke water.

Rustig wennen

De DRIEDOORNIGE STEKELBAARS is vooral bekend van zijn veelvuldig bestudeerde voortplantingsgedrag. Dat voortplanten kan hij in zoet, zout en brak water. Sommige populaties blijven hun hele leven in zoet of zout, andere trekken voor de voortplanting speciaal van de zoute zee naar zoetere binnenwateren en ook weer terug. Dat vraagt een bijzondere omschakeling in de water- en zouthuishouding van hun lichaam. Daarom is het van levensbelang dat het stekelbaarsje wel even rustig kan wennen in een brakke overgangszone langs de kust.

1 De BRAKWATERGRONDEL vindt alles best, schommelingen in temperatuur en zoutgehalte deren hem niet. Dat maakt ‘m zeer geschikt voor de grens van zoute en zoete wateren. Je vindt brakwatergrondels dan ook veel in kweldergeulen en poeltjes en sloten aan beide zijden van de dijk.

2 De doorschijnende BRAKWATERSTEURGARNAAL hangt geregeld rond bij gemalen waar zoet water in zee wordt geloosd. Maar in nog veel grotere aantallen bevolken ze sloten en kanalen waar wat zout water binnenstroomt, bijvoorbeeld door kwelwater dat onder de dijk doorkomt.

3 De SNAVELRUPPIA is een van de planten die prima gedijt op een zoet-zoutovergang. De zeldzame plant groeit geheel onderwater, ook de bestuiving van de bloemen gebeurt onder de waterlijn. Hij groeit in kwelderkreken, maar ook in slootjes aan de andere kant van de dijk.

4 De OPROLLER of brakwateroprolpissebed heeft kieuwen om onderwater te kunnen ademen. Eigenlijk niet eens zo bijzonder, want ook landpissebedden hebben een soort kieuwen waarmee ze alleen in vochtige omstandigheden kunnen ademen. De oproller kan daarbij ook nog tegen een snufje zout.

5 Je ziet ze op het wad en in plassen ver in het binnenland, maar het liefst nog zoekt de LEPELAAR zijn voedsel in brakke wateren op de Waddeneilanden. Daar weet de vogel met zijn gevoelige snavel zijn maaltje van steurgarnalen, stekelbaarsjes en andere brakwaterbewoners feilloos te vinden.

6 De Zuiderzee was ooit het domein van de BRAKWATERKOKKEL. Tegenwoordig is de soort zeldzamer, maar nog wel te vinden bij Texel en Schiermonnikoog, aan beide zijden van de dijk. Hij kan tegen lage én heel hoge zoutgehalten. In het wild wordt hij in zout water echter door de ‘gewone’ kokkel verdrongen.

MEER WETEN OVER DIEREN EN PLANTEN IN HET WADDENGEBIED?

De Wadwaaier van de Waddenvereniging geeft veel informatie.

Te koop in onze webwinkel: www.wijsmetdewaddenzee.nl.

This article is from: