1 minute read

Mijn wadden plek

TEKST: DANIËLMULDER

Verliefd, getrouwd, een bezinningsplek, afscheid van een dierbare of dat ene vakantiemoment; veel mensen hebben in het waddengebied een plek die ze koesteren. Voor INEKE NOORDHOFF is dat het Sijpkens-bankje bij de Westpolder. ‘De ruigte van de wildernis en de cultuurdrift van de mens ontmoeten elkaar hier.’

Op de rafelige rand van een Groningse kwelder bij de Westpolder staat een houten bankje. Het ruikt er zilt. Het slib is er zwart en glibberig. Je hoort vooral meeuwen en scholeksters roepen, soms blaat een schaap in de verte. Dit bankje, het Sijpkens-bankje genaamd, is dé plek in het waddengebied voor landschapshistoricus en schrijver Ineke Noordhoff (1955). ‘Hier sta je met je voeten - ik zou wel laarzen aantrekken - op de bodem van de Waddenzee.’

Het Sijpkens-bankje bereik je via een buitendijks wandelpad, dat begint in de oksel van de Westpolder, daar waar de kust van Groningen overgaat in de dijk van het Lauwersmeer. ‘Het bankje is vernoemd naar Klaas Sijpkens. Hij speelt een grote rol in mijn boek Schaduwkust, waarin ik aan de hand van vier generaties Sijpkens vertel hoe boeren de Waddenzee terugdringen en het kustlandschap naar hun hand zetten. Het bijzondere van het Groningse kweldergebied is dat het particulier bezit is, er zijn maar liefst tachtig verschillende eigenaren. En Klaas Sijpkens heeft op zijn kavel dat bankje neergezet.’

Een paar keer per jaar bezoekt Noordhoff deze plek. ‘Met de dijk in de rug, een ruim 8 meter hoge, groene muur van gras, kijk je uit over de immense ruimte van de Waddenzee. Je ziet zelfs Schiermonnikoog liggen. Het is een ruig landschap dat door de zee is gemaakt, maar je ziet ook rechte geulen en palenrijtjes waar boeren ooit hebben geprobeerd om het land in te polderen. De ruigte van de wildernis en de cultuurdrift van de mens ontmoeten elkaar

This article is from: