Een uitgave van De Wever voor alle medewerkers, vrijwilligers en cliĂŤnten
JAARGANG 7 - NUMMER 23 - OKTOBER 2014
#23
Spanningsveld veiligheid en gebruikersgemak Een lach verzacht Verder columns, een echte Tilburger en films
IN
Bijzondere ontmoetingen De Verenigde Naties heeft 1 oktober uitgeroepen tot Internationale Dag van de Ouderen. De Nationale Ouderendag is elk jaar op de eerste vrijdag van oktober. Op deze dag vervullen vrijwilligers wensen van ouderen. ‘Een onvergetelijke dag voor jong en oud’ is het motto. Binnen De Wever gaat dit niet ongemerkt voorbij, we verwennen ‘onze ouderen’ begin oktober. Iets lekkers bij de koffie, een gezellig optreden van een artiest. Gezelligheid en ontmoeting, daar draait het om. Dat je niet alleen de eerste dagen van oktober een oudere kunt ‘ontmoeten’ ervaart de redactie bij elke uitgave van De Weef. We streven ernaar om in ieder nummer een van ‘onze ouderen’ aan het woord te laten. En elke keer vertellen we elkaar hoe leuk, mooi en bijzonder deze gesprekken zijn. De ontvangst is altijd warm en iedere oudere vertelt graag over zijn of haar leven, over het verblijf in een zorgcentrum. Alle ouderen hebben een bijzonder verhaal te vertellen over hun leven. Dat dacht ook Hans Rube. In samenwerking met De Wever bundelde hij verhalen van veertien bewoners. Verhalen over Tilburg in de oorlog, over onbaatzuchtige liefde voor een dementerende partner, over het leven in een woonzorgcentrum. Ze zijn zeer de moeite waard om te lezen. En inspireren je ook eens tijd te nemen voor een echte ontmoeting met een oudere.
DEZE WEEF LEEST U
Een cadeautje
03
Leven in vrijheid
05
Je hoeft het niet alleen te doen
07
Mijn netwerk moet groot en divers zijn
08
‘Je bent een echte Tilburger als…’
10
Spanningsveld veiligheid en gemak 13 Een lach verzacht
16
Opleiden 18 En verder Column miMakker Loeloe 12 Net als in de film
13
Geknipt voor u
17
Column Julius Roorda
20
Vooropgesteld Op de coverfoto staat mevrouw Van Hees. Zij woont in De Kievitshorst. Naast haar verzorgende John de Jong. De foto is gemaakt door Marianne van Beurden. Zij is vrijwilligster en maakt sinds 2011 foto’s tijdens activiteiten in het woonzorgcentrum. Ze fotografeert ook buiten De Kievitshorst, voor een fotoshoot kun je altijd bij haar terecht.
Colofon
Redactie Inga de Bruijn, Dienie Joosten, Ingeborg Pijnenburg, Troeke van Rijswijk en Johan Zelissen Fotografie Dienie Joosten en Johan Zelissen Ontwerp / opmaak: Johan Zelissen/ De Wever Communicatie Druk DekoVerdivas Speciale dank aan allen die zich lieten interviewen, fotograferen of ons op een ander manier hielpen. De Wever © oktober 2014
02
Meedoen met De Weef? Heb je een idee of onderwerp voor de volgende Weef? Stuur een mail naar de redactie: deweef@dewever.nl
Een cadeautje DOOR JOHAN ZELISSEN
OP EEN ZONNIGE MIDDAG IN SEPTEMBER HEB IK EEN AFSPRAAK MET VERONIQUE VERWIJMEREN. IK TREF HAAR NIET VER VAN DE BINNENSTAD, OP DE PRACHTIGE LOCATIE VAN NOTRE DAME. VERONIQUE IS 53 JAAR EN WERKT AL 32 JAAR MET MENSEN MET DEMENTIE. OP DIT MOMENT IS ZE ZOCO EN GVP’ER.
Veronique heeft met Natascha van Spaandonk om aandacht gevraagd voor de opleiding tot GVP’er en de betekenis daarvan voor de ouderenzorg. De opleiding leidt je op tot Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie. Je vergaart kennis over diverse psychogeriatrische (aandoeningen die gepaard gaan met beperkingen van de geestelijke vermogens op hogere leeftijd) en gerontopsychiatrische (psychische stoornissen die
na het 65ste levensjaar optreden) gedragsbeelden. Je leert je cliënten te benaderen en verzorgen op een manier die aansluit bij hun behoefte. Daarnaast ontwikkel je de vaardigheden om familieleden en collega’s te adviseren en ondersteunen. Veronique: ‘De traditionele opleiding is gebaseerd op wat iemand niet kan en dat was de leidraad in de verzorging
03
ván en omgang mét de cliënt. Dat iemand eet op gezette tijden is daarbij belangrijker dan wanneer iemand wil eten. Dat kan er toe leiden dat cliënt, nog niet uitgegeten, in zijn rolstoel wordt weggereden van tafel, gewoon omdat de tijd ‘op’ is. Of twee verzorgende die druk met elkaar aan het kletsen zijn terwijl ze op de automatische piloot een mevrouw wassen. Alle aandacht voor elkaar maar niet voor mevrouw. Dat kan toch niet?
‘VERANDERING ROEPT ALTIJD WEERSTAND OP’ Omdat ik me graag blijf ontwikkelen ben ik in 2013 met de opleiding tot GVP’er gestart. Het doel: belevingsgericht werken dat tot een grote verbetering van de zorg leidt. Door in gesprek te gaan met familie en collega’s verzamel je zoveel mogelijk informatie over de bewoner. Dit kost tijd maar is bijzonder waardevol want je komt niet alleen achter de beperkingen van de bewoner maar ook wat deze nog wel kan of wil. Op dat laatste komt de focus te liggen. Tijdens deze ‘verdieping’ kan het bijvoorbeeld voorkomen dat de familie van een bewoner vertelt over een traumatische gebeurtenis uit zijn of haar jeugd. Een fictief voorbeeld. Het dagelijkse gevecht omdat iemand niet wil douchen krijgt een ander karakter
als bekend is dat hij twintig jaar geleden na een uitwijkmanoeuvre met zijn auto in het kanaal terechtkwam en bijna verdronk. Door zijn zeer beperkt spraakvermogen kan de man zijn verhaal niet meer vertellen en wat hem rest is protest. Wie we voorheen zouden typeren als een vervelende cliënt blijkt na kleine aanpassingen in zijn wasschema een hele lieve, zachtaardige man. Dit soort informatie kun je gebruiken en delen met collega’s.’ De opleiding tot GVP’er is kostbaar en daarna volgt een traject in Notre Dame waarin de boel op zijn kop moet. Hoe krijg je De Wever mee? Veronique: ‘Natuurlijk zie je beren op de weg als je je buiten de gebaande paden. moet begeven. Verandering roept altijd weerstand op maar als je het goed kunt uitleggen krijg je de mensen echt wel mee. De studie is pittig en de dynamiek van ons werk in de zorg maakt het vrijmaken van extra tijd en de onderlinge afstemming tot een uitdaging. Echter deze nieuwe manier van werken is het waard omdat het rendement zo groot is. Nu we veel beter weten met wie we te maken hebben, kunnen we de zorg per persoon aanpassen. Kijken naar de goede dingen van mensen en het herkennen en activeren van zijn of haar mogelijkheden, zorgt voor een prettige, energieke sfeer. De omgang met cliënten is veel gemakkelijker en persoonlijker waardoor je veel meer bevrediging uit je werk haalt. De interactie is onbetaalbaar. Als je dan de juiste snaar weet te raken voelt de warme, positieve feedback van de cliënt echt als een cadeautje’.
Thuiszorg is zorg die er bij iedereen anders uitziet Voor elke zorgvraag kunt u bij ons aankloppen. Voor hulp bij het douchen of het uitzetten van uw medicijnen. Ook als u complexere zorg of verpleging nodig hebt kunnen wij u helpen. We vinden samen met u voor elke zorgvraag een passende oplossing zodat u zelfstandig kunt blijven wonen in uw vertrouwde omgeving. De zorg van De Wever Thuis is maatwerk. Met onze wijkteams zijn we in staat de zorg dicht bij u te regelen. Loop gerust binnen bij een van onze woonzorgcentra of steunpunten óf bel Bureau Zorgadvies 0800 3 39 38 37
04
Leven in Vrijheid Bij De Wever verblijven cliënten die door hun psychische aandoening zichzelf en mogelijk anderen in gevaar brengen. Het liefst wil iedereen dat voorkomen, maar de maatregelen die daar voor nodig zijn beperken de cliënt in zijn vrijheid. Een aantal woonzorg- en behandelcentra hebben een BOPZ-afdeling (BOPZ staat voor Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen) voor cliënten met dementie of een hersenbeschadiging. Het verblijf op zo’n afdeling is al een beperking van de vrijheid. In de visie van De Wever is in principe geen plaats voor die vrijheidbeperkende maatregelen. Dat is onder meer vastgelegd in de Strategische Nota, in het BOPZ-beleid en in de visie op dementie. Het is erg moeilijk om dit in de praktijk vorm te geven. Vaak zijn er vraagstukken waarbij het creëren van veiligheid en het bieden van vrijheid tegenover elkaar staan. Verzorgenden hebben hier dagelijks mee te maken. Daarnaast is niet ieders rol altijd duidelijk omschreven. Bovendien zijn we als organisatie soms genegen in te vullen wat goed voor iemand is. We moeten meer met de bewoner samen kijken wat zijn of haar behoefte is. Een projectgroep onder aanvoering van projectleider Inge Kroot gaat zich bezighouden met vrijheidbeperking. Ze sluit zich aan bij het landelijk project In voor Beter van Vilans. De projectgroep gaat alle initiatieven op het gebied van het terugdringen van vrijheidbeperking binnen De Wever inventariseren. Een stuurgroep geeft sturing aan de projectgroep. De voortgang kun je volgen op intranet. Daar kun je ook reageren, je mening geven en meedenken. Zodat leven in vrijheid binnen De Wever binnenkort gewoon vanzelfsprekend is.
05
Veertien portretten van bewoners Hans Rube, oud-journalist van het Brabants Dagblad, interviewde in opdracht van De Wever veertien ouderen die ieder in één van de woonzorgcentra van De Wever verblijven. Ze hebben allemaal een bijzonder verhaal te vertellen over hun leven. Bijvoorbeeld over Tilburg tijdens de oorlog, over onbaatzuchtige liefde voor een dementerende partner, tot de onvermijdelijke dood gaat volgen. Of over wat het betekent om samen naar een zorgcentrum te moeten verhuizen. Nog een ding hebben ze gemeen: de bewoners beseffen dat ze zonder de extra zorg die ze nu in de laatste fase van hun leven ontvangen niet zelfstandig zouden kunnen leven. Sommigen vrezen de gevolgen voor hun woonsituatie als de politiek wil bezuinigen op de ouderenzorg. ‘Alleen had ik het niet gered’, zegt één van hen over de noodzaak van ‘bejaardenzorg’. Ook dat aspect willen we laten zien met dit boeket bijzondere portretten, waarin bewoners openhartig vertellen over hun leven. Onze bewoners hebben het boek ter gelegenheid van de Nationale Ouderendag cadeau gehad. HET BOEK IS VOOR € 9,95 TE KOOP BIJ DE BOEKHANDELS GIANOTTEN-MUTSAERS EN LIVIUS IN TILBURG.
Uw persoonlijke glossy Bewoners van De Kievitshorst die lijden aan dementie hebben sinds kort de mogelijkheid een eigen glossy te laten maken. Bureau G&D ontwikkelde het format voor een PG-Magazine en De Kievitshorst was graag bereid aan een pilot deel te nemen. PG staat voor persoonsgericht. Het magazine bestaat uit acht pagina’s met vooral veel foto’s. Natuurlijk staan alle dierbaren in het blad, maar ook hobby’s en belangrijke plekken krijgen aandacht. De bedoeling is dat het blad familie en zorgmedewerkers aanknopingspunten biedt voor een gesprek. De foto’s stimuleren de herinneringen en zorgen daardoor soms voor emotionele momenten. Naast het blad krijgt de bewoner een ‘eigen website’. Die bevat niet alleen foto’s maar ook bewegend beeld en geluid, zodat er te genieten valt van bijvoorbeeld favoriete sportprestaties en muziek. Door de informatie in het PG-magazine en op de website kunnen de medewerkers bovendien hun zorg en de activiteiten nog beter afstemmen op de bewoner.
06
ZE ONTMOETEN ELKAAR OP HET SPREEKUUR. ZE, DAT ZIJN MARGA VAN DER ROEST, ZORGCOÖRDINATOR BIJ PADUA, EN JOOST VAN HEIJST, BEDRIJFSARTS VAN DE WEVER. IN HUN GESPREK KOMEN ZE ER SNEL ACHTER DAT ZE BEIDEN MET HETZELFDE IDEE RONDLOPEN. EN MET TWEEËN WILLEN ZE DAT NU GAAN VORMGEVEN.
DOOR DIENIE JOOSTEN FOTO MICHEL GROLLÉ
Je hoeft het niet alleen te doen Joost constateert dat hij als bedrijfsarts bij een ‘vrouwenbedrijf’ als De Wever regelmatig te maken krijgt met vrouwen die borstkanker hebben. Marga is herstellende van borstkanker als ze op zijn spreekuur komt. Ze is klaar met haar behandelingen en heeft tijdens die behandelperiode gemerkt dat ze niet de enige binnen onze organisatie is die borstkanker heeft of heeft gehad. Of zal krijgen want, hoe vervelend dat ook klinkt, één op de acht vrouwen krijgt in haar leven te maken met de ziekte. ‘Ik vertel Joost dat ik graag iets zou willen doen met mijn ervaringen’, zegt Marga. ‘Dat ik graag zou praten met collega’s die hetzelfde meemaken. Ervaringen delen, elkaar steunen.’ ‘Het idee dat het mogelijk moet zijn een soort netwerk op te richten binnen De Wever voor vrouwen met borstkanker, speelde ook al een tijdje in mijn hoofd,’ vult Joost aan. ‘Kanker beschouwen we steeds meer als een chronische ziekte. Het idee dat je gedurende je behandeling niet kunt werken is inmiddels achterhaald. Je kunt best, als je er lichamelijk toe in staat bent, op sommige dagen tussen de chemotherapieën iets doen. Je blijft betrokken en voelt je even nuttig, geen zieke.
Daar heb ik het over tijdens mijn spreekuur.’ Marga gaat verder. ‘Wij, vrouwen met borstkanker, hebben veel vragen. Hoe vertel ik het mijn collega’s, de bewoners, mijn leidinggevende? En wat vertel ik? Hoe ga ik om met collega’s die vaak vragen naar mijn gezondheid en hoe met hen die het nooit vragen? Hoe bouw ik weer een normaal leven op? Wat kun je nog wel, wat lukt niet meer? Aan wie kun je die vragen beter stellen dan aan ervaringsdeskundigen.’ Marga wil de kracht die ze voelt delen met andere vrouwen. Elkaar steunen, niet in een hoekje blijven zitten, energie omzetten in daden. Dat levert een positieve bijdrage aan haar verwerking. Spreekt het idee voor een netwerk je aan, wil je erover meedenken, je bij het netwerk aansluiten, mail dan naar Marga, m.v.d.roest@dewever.nl. Of heb het erover met Joost. Marga heeft meegewerkt aan het fotoboek ‘IK’ over vrouwen met borstkanker. Een boek vol vrouwen met een krachtige uitstraling. Bovenstaande foto komt uit het boek.
07
Mijn netwerk moet groot en divers zijn TROEKE VAN RIJSWIJK IN GESPREK MET ERGOTHERAPEUT FRANK VAN BUUREN
Ergotherapeut is een paramedisch beroep gericht op het handelen van mensen: hoe kan iemand met beperkingen zo zelfstandig mogelijk functioneren en hoe kunnen hulpverleners iemand zo goed mogelijk helpen en begeleiden? De ergotherapeut oefent niet alleen met een cliënt maar zorgt er ook voor dat de omgeving van de cliënt zodanig wordt aangepast dat hij of zij optimaal kan functioneren. ‘Het is eigenlijk heel simpel,’ zegt Frank van Buuren, ergotherapeut bij De Wever, ‘iemand kan iets niet meer wat hij vroeger wel kon. Ik ga dan naar die persoon toe en vraag hem wat hij nog graag zou willen. Het antwoord kan dan zijn: ik wil weer naar de supermarkt kunnen lopen om boodschappen te doen. De volgende stap is dat ik ga kijken hoe het komt dat de cliënt dat niet meer kan. Ik ga dus op zoek naar oorzaken. Zo’n oorzaak kan zijn dat het hart niet meer goed functioneert zodat de cliënt onvoldoende conditie heeft om de weg naar de supermarkt af te leggen. Of er is een andere lichamelijke oorzaak zoals gewrichten die versleten zijn zodat het lopen heel moeilijk wordt. Maar het kan ook zijn dat de cliënt steeds vaker in de war is en niet meer uit de voeten kan met het boodschappenlijstje of onderweg naar de winkel de weg kwijt raakt. Ik inventariseer dus de problemen en zoek vanuit de wens van de cliënt naar oplossingen. Die oplossingen zijn dan ook net zo gevarieerd als de oorzaken. Ik kan bijvoorbeeld een rollator, een rolstoel of een scootmobiel adviseren en een rol spelen in de aanvraag of aanschaf daarvan. Maar het kan ook dat ik iemand aanraad een computer te gaan gebruiken om online boodschappen te doen. Of ik leer hem door herkenningspunten weer zijn weg te vinden. Ik kan mensen ook in contact brengen met een organisatie die ze leert een pc te gebruiken of een vrijwilliger regelt om ze te vergezellen. In alle gevallen een oplossing op maat.’ Frank gaat verder: ‘Het is niet altijd even duidelijk tot wat de cliënt nog zelfstandig in staat is. Soms moet ik dan ook
08
heel precies observeren tijdens een bezoek aan huis. Ik kijk of hij nog koffie kan zetten en serveren, mijn vragen begrijpen en beantwoorden en hoe hij zich beweegt door zijn leefruimte. Mensen moeten soms ook geholpen worden met het nemen van drempels. Letterlijk, maar ook figuurlijk. Durven toegeven dat je iets niet meer kunt of het inroepen van hulp of een hulpmiddel kan heel erg confronterend en lastig zijn. Iets wat je moet verwerken. Daarbij biedt de ergotherapeut ook ondersteuning. Hij kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de cliënt een scootmobiel op proef krijgt
om eraan te wennen en de voordelen ervan te ervaren. Het komt ook voor dat iemand wordt doorverwezen naar een psycholoog of naar ContourdeTwern voor een vrijwilliger die de cliënt kan bijstaan. Ik heb heel veel contacten nodig om dingen mogelijk te maken. Mijn netwerk moet groot en divers zijn. Ik moet ook de weg weten in de wereld van de financiën, weten wanneer iemand in aanmerking komt voor bijzondere bijstand of als er een motiverende brief moet komen voor bepaalde fondsen. Communicatielijnen zijn dus belangrijk en die bewaak ik ook. Ik heb periodiek contact met de gemeente, zorgverzekeraars en leveranciers van hulpmiddelen. Het is belangrijk dat mensen weten dat er heel veel mogelijk is. Er kan, ook vanuit de thuissituatie van de cliënt, heel veel aangevraagd en geregeld worden. Het is van het grootste belang dat de verwijzers zoals thuiszorgteams, medebehandelaars, wijkverpleging en huisartsen op de hoogte zijn van wat de ergotherapeut precies doet.’ Frank is altijd bezig te bezien met welke ingrepen de cliënt dát kan blijven doen wat hij wíl doen, hij adviseert bij de
werkwijzen om iemand goed te verzorgen, en screent omgevingsrisico’s. Het is zijn doel om de praktische zelfstandigheid van de cliënt te verhogen. Dat doet hij in de verschillende woonzorgcentra maar ook steeds meer gewoon bij de mensen thuis. De verwijzer neemt contact op met de ergotherapeut en deze bekijkt wat er nodig is. Soms is dat iets heel praktisch zoals een sta-op-stoel, toiletbeugels, of ’n zitje in de douche. De ergotherapeut stelt de indicatie en dan kan het heel snel gaan, bijvoorbeeld via een leenservice. ‘De ergotherapeut die de aanvraag doet zorgt dat dat op een correcte manier gebeurt,’ benadrukt Frank, ‘soms worden aanvragen afgekeurd omdat ze onvolledig zijn en dat is jammer. De ergotherapeut kan ervoor zorgen dat de juiste spullen op de juiste plek komen en er is dan gelukkig nog steeds een hele grote kans dat het vergoed wordt. Vooral mensen in de thuiszorgteams moeten er soms nog aan wennen dat er zoveel mogelijk is.’ Het is Franks overtuiging dat een belangrijke ontwikkeling van deze tijd is dat de mensen steeds meer de regie over hun eigen bestaan willen behouden. Dat geldt ook in toenemende mate voor de ouderen. Dat betekent dat we meer hulpmiddelen nodig zullen hebben om zo lang mogelijk in onze thuissituatie te kunnen blijven maar ook dat we ons minder passief zullen moeten gedragen, ook als het om het organiseren van onze hulp en begeleiding gaat. Er is een mentaliteitsverandering nodig om, ook wanneer het moeilijk wordt, ons niet afhankelijk op te stellen maar mee te blijven denken en tijdens ons leven al actief rekening te houden met onze oude dag. ‘De zorgverzekeraar vergoedt tien uur per jaar ergotherapie thuis. Dat is niet erg veel voor een vaak complexe problematiek. Kijk bijvoorbeeld naar de ziekte van Parkinson. Binnen het Parkinsonnet zijn ze dan ook al druk bezig om meer geld ter beschikking te krijgen. En het werk van de therapeut zou ook wel wat efficiënter georganiseerd mogen worden. Want wanneer je, net als ik, altijd onderweg bent en praktisch leeft vanuit je auto, zou je toch eigenlijk de beschikking moeten hebben over een laptop zodat je permanent in contact staat met je cliënten en je netwerk,’ zegt Frank. En terwijl hij alweer opstaat om weg te gaan voegt hij daar nog aan toe: ‘Je moet als ergotherapeut buiten de grenzen kunnen en durven kijken. De beste therapeut van de cliënt kan ook een ander zijn dan de ergotherapeut. Zéér gedegen observatie is misschien wel het allerbelangrijkste....’
09
‘Je bent een echte Tilburger als…’ DOOR INGEBORG PIJNENBURG
De heer Jos Erkeland is geboren en getogen in Tilburg. Zijn wiegje, in 1919, stond in de Boomstraat, naast de schoenmaker. Op de Noordhoekring, waar nu de brandweer is gevestigd, was vroeger een wollenstoffenfabriek, opgericht door M. Aelen in 1870. Als klein kind speelde de heer Erkeland - zeg maar Joske - daar met het afval van de spinnerij. In 1928 werd daarnaast een textielschool gebouwd (vanaf dit schooljaar komt in het nog steeds bestaande gebouw de havo-afdeling van het Odulphuslyceum). Jos weet dat nog goed, hij was elf jaar toen in 1930 de Textielschool klaar was. Toen hij veertien was volgde hij er zijn opleiding en ging hij ‘de textiel in’, zoals vele Tilburgers deden. ’In die tijd was dat gewoon zo, en dat deed je dan ook’, zegt hij, ‘studeren was iets voor de fabrikantzonen’. Op zijn vijftiende zat hij in de ploegendienst, maar blijkbaar mocht dat toen ook al niet op zo’n jonge leeftijd. Bij een controle stopte ze hem in een kamgarenkist tot de controleurs weer weg waren. Later beleefde hij als werknemer fijne tijden in het duvelhok, de plek waar ruwe wol werd ontward, schoongemaakt en met smoutolie behandeld. Omdat dit werk bekend stond als ‘duivelen’ en omdat de arbeiders er nogal smerig uitzagen, noemde iedereen hen ook wel ‘duvels’.
IJSKOUD EN DONKER WAREN DE WINTERS EN ’S ZOMERS ZAG HIJ ER HET NOORDERLICHT. 10
De oorlogstijd brak aan en inmiddels was hij getrouwd en woonde met zijn vrouw en twee kinderen aan de Lange Nieuwstraat. Op een dag moest hij zich melden bij de ‘afdeling Bevolking’, tegenover de Heikese kerk. Hij werd ‘goedgekeurd’ en als dwangarbeider per trein naar Duitsland afgevoerd om te werken in een gieterij, ‘een fabriek zo groot als Tilburg toen was’, volgens Jos. Na een half jaar mocht hij met ‘vakantie’ naar Tilburg maar hij meldde zich niet om terug te gaan naar Duitsland. Op een ochtend - hij was net pap aan het warm maken voor zijn jongste zoon stonden mannen met geweren bij zijn voor- en achterdeur. Hij moest weer mee, eerst naar de Willem-II-kazerne om van daaruit, via Berlijn en Denemarken, in het noorden van Noorwegen terecht te komen om hout te hakken en stenen te breken voor de Atlantikwall. IJskoud en donker waren de winters en ’s zomers zag hij er het noorderlicht. Ze werden bevrijd door Noorse soldaten die in het neutrale Zweden gestationeerd waren. In de trein op weg naar huis ontmoette hij Tilburgse vrouwen die vertelden over de bombardementen en vernielingen in hun stad. De werkplaats van de NS was ook getroffen en Jos vreesde voor zijn huis in de Lange Nieuwstraat, dicht bij deze werkplaats. Gelukkig was zijn huis niet getroffen. Hij wordt emotioneel. ‘Toen stonden mijn vrouw en ik ineens na drie jaar tegenover elkaar in de gang, minutenlang. We wisten beiden niets te zeggen, keken elkaar alleen maar aan’. Het leven ging door. Na een aantal weken begon Jos weer met werken, deze keer in de Vormenfabriek in Tilburg. Deze fabriek bestaat nog steeds en heeft zich nu vooral gespecialiseerd in rubbervormen voor de chocolade- en snoepgoedindustrie. Hij maakte destijds petroleumstelletjes tot er in
één week tijd drie mannen waren die hun vingers kwijtraakten in de stanserij. Hij moest op kantoor komen waar hij een baan kreeg aangeboden op deze afdeling, maar hij bedankte. Jos ging terug de textielindustrie in, werken in de wollenstoffenfabriek van Frans Mutsaers, waar zijn vader vroeger ook had gewerkt. Hij kreeg samen met zijn vrouw nog drie kinderen en had toen vier zonen en één dochter. Een auto was in die tijd nog een bezienswaardigheid en het was maar heel gewoon dat de mensen bij elkaar onaangekondigd achterom binnen kwamen. De stad veranderde snel en de gemeente wilde het huis in de Lange Nieuwstraat van hen kopen. Ze wilden de Besterdring doortrekken richting spoor en daar moest hun huis voor wijken. Ze kochten een huis in de Tafelberg-
straat. ‘Dat was de eerste keer dat ik met sleutels in mijn broekzak liep,’ aldus Jos, ‘want het was toen nog niet de gewoonte om je huis af te sluiten.’ Hier heeft het echtpaar 27 jaar gewoond, net zo lang als in de Lange Nieuwstraat. Vervolgens verhuisden ze naar de Noordhoekring, naar ‘Residentie de Noordhoek’. Daar overleed, na 58 jaar huwelijk, zijn vrouw en woonde hij er lange tijd alleen. Sinds kort woont Jos in Reyshoeve. Dat is wel wennen, van de drukke binnenstad naar een buitenwijk maar… je bent een echte Tilburger als je in de textielindustrie hebt gewerkt. En zelfs het wonen in de Reeshof brengt herinneringen naar boven bij Jos. Hij woont nu op de voormalige vloeivelden, waar de Tilburgse textielindustrie voorheen afvalwater loosde.
DE HEER JOS ERKELAND
Ben of ken jij ook een echte Tilburger? Wij zijn op zoek naar je. Wil je met ons je liefde voor de stad delen? Neem dan contact op met de redactie en wie weet lees je volgende keer jouw verhaal in De Weef.
11
COLUMN MIMAKKER LOELOE
Waterballet Het is hartje zomer. Wanneer ik de afdeling opkom zie ik de warmte in de gezichten van de bewoners. Er komt een mevrouw uit de badkamer, ze is in bad geweest. Het heeft haar goed zichtbaar goed gedaan, een verkwikkend bad. Op dat moment herinner ik mij de opname van een man van 45 jaar, even oud als ik. Met kinderen in dezelfde leeftijd als de mijne. Onze kennismaking raakte mij diep. Hij kreeg veel medicatie, waardoor hij alleen nog maar op bed kon liggen. Er werd besloten de medicatie af te bouwen. We wilden zien welke man er tevoorschijn zou komen. Al snel zagen we een levendige persoonlijkheid, die ongeremd en sterk bleek, maar intens kon genieten. Zo was hij gek op water. Onder de douche of in bad. Het was vaak een heel avontuur, maar wat heb ik genoten van zijn plezier. Je moest hem in alles een stapje voor zijn, dan kon je hem goed begeleiden. Liet je het aan hem over, dan werd de verzorging een puinhoop en kreeg je met een beetje geluk de douchesproeier op je gericht. Zo heb ik mijzelf ook ooit drijfnat laten spuiten door hem en we schaterden het samen uit. We hadden ons eigen waterballet midden in de zomer. Hij ging ook in het snoezelbad. Dat was een feest. Hij stapte er zelf zo in en dreef dan languit in het bad. Alleen zijn gezicht kwam boven het water uit. Hij sprak zelden, maar in bad riep hij ‘Bubbelen!’ en dat betekende dat je het bubbelsysteem aan moest zetten. Stil lag hij dan te genieten van de geluiden en de bubbels. Het zijn herinneringen die mij altijd zijn bijgebleven. Ik koester ze. Ze maken het werken in de zorg tot wat het is. Een zwaar, maar prachtig beroep.
Uit eten voor senioren in het woonzorgcentrum in uw wijk Is boodschappen doen en koken te zwaar of vindt u het gewoon gezelliger met anderen te eten? Loop dan eens binnen bij één van de seniorenrestaurants van De Wever. U kunt er samen met leeftijdgenoten een warme maaltijd gebruiken. U bent van harte welkom op onderstaande locaties.
De Bijsterstede Energieplein 54 T 013 549 61 00
De Kievitshorst Beneluxlaan 101 T 013 531 21 00
De Heikant Brücknerlaan 120 T 013 458 11 00
Koningsvoorde Generaal Smutslaan 208 T 013 547 95 00
Den Herdgang Berlagehof 60 T 013 583 18 00
Padua Paus Adriaanstraat 60 T 013 540 86 00
Mater Misericordiae Kloosterstraat 10 T 013 549 21 11
Reyshoeve Gendringenlaan 15 T 013 578 57 85
Joannes Zwijsen Burg. Brokxlaan 1407 T 013 549 26 00
Satijnhof Wethouderslaan 9 T 013 583 28 00
Meer informatie over openingstijden en locaties vindt u op onze webiste: www.dewever.nl.
12
Net als in de film On Golden Pond
Dinsdag 18 november - 20.00 uur - De Hazelaar
De film On Golden Pond verscheen in 1981 met Henry Fonda, Katherine Hepburn en Jane Fonda in de hoofdrollen. De film gaat over een bejaard echtpaar, Norman en Ethel Taylor, die in hun zomerhuisje aan een meer verblijven. Ze krijgen bezoek van hun dochter Chelsea met haar verloofde. Zij is met hem op weg naar Europa en wil graag dat haar ouders op de zoon van haar aanstaande passen die zomer. Als ze terugkomen van hun reis merkt Chelsea dat haar vader en stiefzoon een band hebben die zij nooit met haar vader heeft gehad, maar waar ze altijd naar heeft verlangd. Een klassieke film die nog steeds boeit. Henry Fonda won een Oscar voor zijn rol in deze film.
Cloud 9
Dinsdag 20 januari - 20.00 uur - De Hazelaar Hoe verliefd kan een vrouw van midden zestig zijn? Inge, gelukkig getrouwd met Werner, valt als een blok voor de 76-jarige Karl en voelt zich weer een jong giechelend meisje. Ze was er niet op uit. Het gebeurde gewoon. Eerst die steelse blikken en die magische aantrekkingskracht en even later die opgewonden passie, spanning, sex. Inge is de zestig gepasseerd en dertig jaar gelukkig getrouwd. Toch voelt ze zich als herboren puber aangetrokken tot de oudere Karl. En hij tot haar. Is deze man het waard om haar huwelijk op het spel te zetten? Inge confronteert haar man met dit voor hem vernietigende nieuws en het gevolg is een heftige en verdrietige ruzie. Wanneer de eerste rookpluimen zijn opgetrokken en de gemoederen enigszins zijn bedaard, lijkt Werner zich in eerste instantie in zijn lot te schikken.
Iris
Dinsdag 17 maart - 20.00 uur - De Hazelaar Iris is een bijzonder indringende film, het verhaal van de Britse schrijfster Iris Murdoch en haar partner John Bayley. De film laat ons zowel het begin van de relatie zien, toen Murdoch een sterke, mooie, intelligente vrouw was die haar relatie domineerde, als wel het einde, waar Murdoch aan Alzheimer lijdt en een schim is van de persoon die ze vroeger was. In Iris is plaats voor de tragische waarheid, de film laat zien hoe een ziekte een paar dat veel van elkaar houdt kan verscheuren. Alzheimer laat niets over van de persoonlijkheid van Iris. De intelligente, sterke vrouw verandert in een zielig vogeltje, een vrouw die bescherming nodig heeft van haar partner John Bayley. En Bayley houdt van Iris, maar haar afhankelijkheid is soms gekmakend en ze is gewoon niet meer de vrouw van wie hij oorspronkelijk hield. De film laat zien hoeveel moeite hij moet doen om voor haar te blijven zorgen. En hoe hij dat bijna niet meer volhoudt, omdat ook hij ouder wordt.
13
Spanningsveld tussen veiligheid en gebruikersgemak Het gesprek met Evelyn Bongers vindt plaats twee dagen na de zondvloed van maandagmorgen 27 juli. Een grote hoeveelheid regen zorgt die ochtend voor een stroomuitval van bijna twee uur. Door een soort miscommunicatie tussen het noodaggregaat en de servers valt het netwerk van De Wever uit. Dat gebeurt abrupt en dat is, net als voor een gewone computer, niet goed voor het netwerk. Zomaar weer aanzetten kan dan niet, het kost meer dan 24 uur om alles weer te herstellen. En net die maandag zijn er al problemen genoeg. De meeste printers zijn in het weekend ervoor door een update uitgevallen. Ze zullen ze één voor één handmatig opnieuw moeten opstarten. ‘Zware dagen voor mijn dienst’, zegt Evelyn. Zij is hoofd Informatisering en Automatisering. ‘We werken dan met man en macht om alles weer op de rails te zetten met als hoogste prioriteit het Elektronisch Zorgdossier.’
DOOR DIENIE JOOSTEN
14
Hij doet het niet Bij I&A werken acht medewerkers. Bart, Caroline, en Peter zijn daarvan waarschijnlijk het meest bekend. Als je de servicedesk belt, zal een van die drie zorgen dat ‘hij het weer doet’. Arie en Clint zijn de systeembeheerders, Jacques is programmamanager. Nico zorgt dat alle gegevens die managers nodig hebben in het ManagementInformatieSysteem komen. Evelyn is hoofd van de dienst. ‘We zijn niet met veel mensen en zijn daardoor afhankelijk van de ondersteuning door de leveranciers van de verschillende programma’s (of met een ander woord applicaties). Applicaties die binnen De Wever allemaal een beheerder hebben. Deze applicatiebeheerders komen in de nieuwe organisatiestructuur onder I&A. Het is belangrijk dat zij goed kunnen samenwerken en elkaar snel kunnen vinden om af te stemmen.’ Er is binnen het netwerk meer samenhang tussen alle programma’s dan je zou denken. Ze halen informatie bij elkaar, communiceren als het ware. De gegevens én de functie van een nieuwe medewerker gaan in PSS (Personeels Salaris Systeem). Je functie in PSS bepaalt welke programma’s voor jou toegankelijk zijn, of je in het elektronisch zorgdossier mag. Ook wordt vanuit PSS automatisch je account aangemaakt of gewijzigd. Het roosterprogramma haalt het aantal uren van je contract op en stuurt je gewerkte uren door naar de salarisadministratie, weer terug naar PSS dus.
‘We moeten ervoor zorgen dat alles technisch goed functioneert’, zegt Evelyn. ‘Zodat iedere medewerker bij de informatie kan die hij of zij nodig heeft om goed te kunnen werken. We moeten altijd over grenzen kijken, de samenhang zien en bewaken’. Een andere belangrijke zorg van I&A is informatiebeveiliging en privacy. ‘Wij werken binnen De Wever met cliëntgegevens, die zijn privacygevoelig. Die mogen niet op straat komen liggen. Je moet dat technisch beveiligen, dat doen we ook. Er zijn officiële richtlijnen voor en we hebben een beveiligingsbeleid dat erop gericht is risico’s te vermijden. Door het inbouwen van zware spamfilters bijvoorbeeld. Maar daarnaast is het onze taak medewerkers ervan bewust te maken dat het belangrijk is geen cliëntgegevens te laten slingeren. Dat je de computer af moet sluiten als je je werkplek verlaat. We gaan in de toekomst naar een portaal waar alle programma’s samenkomen. Met dat vooruitzicht werken we al met sterke wachtwoorden. Je wachtwoord moet je zien als een sleutel van een huis, die bewaar je zorgvuldig en geef je niet aan een collega.’ I&A heeft eigenlijk steeds te maken met een spanningsveld tussen veiligheid en gebruikersgemak. Dat spanningsveld is er ook met betrekking tot tablets en wifi. ‘Ik krijg vaak vragen, over tablets, waarom er niet overal wifi is. Maar zo simpel als dat thuis lijkt, is het binnen
zo’n grote organisatie als De Wever niet. Op de eerste plaats zijn het flinke investeringen, daar moet geld voor zijn. Een draadloos netwerk, nodig voor wifi én het werken met tablets is kostbaar. Het moet overal toegankelijk zijn en er komt flink wat beveiliging bij kijken. Medische informatie en privacygevoelige gegevens vragen om een goede afscherming. Het is geen kwestie van zomaar even aanleggen. Daarnaast moeten we uitsluiten dat wifi conflicteert met draadloze netwerken van bewoners.’ Met betrekking tot het gebruik van tablets is binnen De Wever op twee locaties onderzoek gedaan. Draagt het bij aan een betere zorgverlening, is er meerwaarde voor de cliënten, hoe kun je ze inzetten. Dat zijn vragen die spelen. Volgens Evelyn zijn de eerste ervaringen positief, je kunt het zorgdossier bijwerken bij de cliënt. Meteen vertellen en overleggen wat je in het dossier vastlegt.
passend bij de zorg- en dienstverlening. En rekening houdend met de ontwikkelingen in de zorg. Het realiseren van wifi in de restaurants zal een eerste stap zijn, een punt waar internet toegankelijk is voor onze cliënten en hun gasten.’
Caress. Samen met de applicatiebeheerder treffen we voorbereidingen voor een portaal, mijnCaress. Iedereen kan op termijn zijn eigen portaal zelf inrichten om van daar uit makkelijk te kunnen werken. En we gaan verder met de uitrol van tablets’.
Waar is I&A nu mee bezig? Het printerproject is net afgesloten. Binnen de hele Wever zijn de printers vervangen. Er is daarvoor onderzoek gedaan naar het gebruik en dat heeft geleid tot het terugbrengen van het aantal printers van 150 naar 80. Begin van het jaar heeft de dienst op een aantal locaties de infrastructuur van het netwerk vervangen, dat wil zeggen nieuwe kabels en nieuwe switches (apparaten die zorgen dat informatie op de juiste plaats terecht komt) aangelegd. De komende maanden gaan ze nog aan de slag met het moderniseren van verouderde werkplekken.
‘Het ligt het meest voor de hand dat we wifi gefaseerd gaan aanleggen,
‘Daarnaast zijn er werkzaamheden aan het elektronisch zorgdossier,
Wat brengt de toekomst ‘Het is voor mij wel duidelijk dat in de toekomst de cliënten toegang moeten krijgen tot hun eigen dossier,’ zegt Evelyn. ‘En we werken aan de toegankelijkheid van de personeelsdossiers voor medewerkers en een digitale salarisstrook. Vanuit thuis inloggen is ook een onderwerp. Dat kunnen een aantal medewerkers al, maar dat kan niet zomaar, daar zijn licenties voor nodig, we moeten voor elke gebruiker en elk apparaat betalen. Dat weet niet iedereen. In de nabije toekomst speelt de ´digitale´ inrichting van de nieuwe organisatiestructuur. Als verantwoordelijkheden gaan verschuiven heeft dat gevolgen. Ook voor de computerprogramma’s die De Wever gebruikt.´
EVELYN BONGERS HOOFD INFORMATISERING EN AUTOMATISERING
15
Een lach verzacht Lachen… heerlijk. Het geeft een goed gevoel, je wordt er blij van. Een half woord of een bepaalde blik is vaak genoeg om te weten wat de ander bedoelt. Lachen schept een band, je bent dan even ‘samen’. Maar wat als je partner, ouder, vriend of vriendin lijdt aan dementie en het ‘samen’ stilaan verdwijnt? Het DOT (Dementie Ondersteunings- en Trainingscentrum) heeft dit met het project ‘Humor en Dementie’ opgepakt en doet onderzoek. DOOR INGA DE BRUIJN
Iedereen heeft gevoel voor humor. De een wat meer dan de ander en ook het soort humor verschilt. Humoristisch zijn en humor begrijpen begint al in de kinderjaren bij de cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling. Naarmate het taalbegrip toeneemt, verandert de humor. Deze wordt subtieler en ook sarcastischer. Dat laatste is ’n manier om een negatieve situatie op ‘n humoristisch manier te verwerken.
CORRIE AARTS, PROJECTMANAGER DOT
Projectmanager van DOT is Corrie Aarts. Enthousiast vertelt zij over het project ‘Humor en Dementie’ dat erop gericht is mantelzorgers handvatten aan te reiken voor het gebruik van humor. ‘Ruim drie jaar geleden hebben we dit onderwerp opgepakt. Eerst hebben we literatuuronderzoek gedaan over humor bij mensen met dementie en hun mantelzorgers. Vervolgens onderzochten studenten Toegepaste Psychologie van Fontys Hogeschool het gebruik van humor onder mantelzorgers. Ze ontdekten dat zowel mensen met dementie als hun mantelzorgers wel humor gebruiken maar zich daar niet bewust van zijn. Bij dagverzorging Dennenheuvel onderzocht een student van Tilburg University of mensen met dementie anders reageren op humor dan mensen zonder dementie door middel van het vertonen van home-videofilmpjes. Het bleek dat er geen sprake is van anders reageren, maar de reactie is trager. Mensen met dementie hebben meer tijd nodig om humor te begrijpen. Humor doet een beroep op je woordenschat en juist het taalbegrip vermindert als je lijdt aan dementie. Aan de hand van deze kennis hebben we een workshop ontwikkeld waarin we mensen ‘leren’ bewust gebruik te maken van humor. Daarnaast hebben we aandacht voor de vorm van de humor. Subtiele woordgrappen kunnen echt te moeilijk zijn, het gaat erom de grap te vereenvoudigen zonder kinderachtig te worden.
Diagnose Alzheimer Inga: ‘Ruim 45 jaar hartsvriendinnen. Vanaf onze puberteit veel lief en leed gedeeld, maar vooral plezier gemaakt en gelachen, heel veel gelachen. Een woord, knik of blik was genoeg om ergens het komische van in te zien. En eerlijk is eerlijk dit leidde wel eens tot opgetrokken wenkbrauwen of lichte irritatie bij anderen in ons gezelschap. En dan is daar de diagnose Alzheimer. Schrik, boosheid en verdriet. Maar de positieve aard van m’n vriendin zorgt ervoor dat ze er het beste van wil maken zolang dat nog kan. Het is nog steeds gezellig als we elkaar zien. Maar toch… er verandert iets, soms subtiel, soms duidelijker. Tijdens onze twee maandelijkse avondjes met oud klasgenoten valt het vooral op. Ze heeft niet meer het hoogste woord. Ze zit erbij. Het geklets van negen vrouwen, vaak tegelijk, gaat te snel, is te verwarrend. Natuurlijk wordt onze vriendin er zoveel mogelijk bij betrokken. Ze krijgt extra ‘uitleg’, ’n samenvatting over wat er wordt gezegd. Ze geeft er dan haar eigen draai aan. Op zulke momenten vraag ik me af of ze deze avondjes eigenlijk nog wel leuk vindt. Ik breng haar naar huis. Onderweg in de auto kramen we ‘n hoop onzin uit. De grappen zijn minder subtiel, de opmerkingen minder cryptisch, want anders snapt ze die niet meer. Maar lachen doen we, veel, heel veel, tot tranen toe. Als ik mijn vriendin thuis afzet, draait ze zich nog even om en zegt: ‘Wat hebben we toch veel gelachen, het was weer ‘n gezellige avond.’ Dan rij ik naar huis, glimlachend, want het was gezellig, toch nog ‘n beetje zoals vanouds.’
16
Geknipt voor u De leukste kapsalon van Tilburg bevindt zich in Reyshoeve en De Hazelaar. In juli 2014 vond de verkiezing plaats en eindigde Kapsalon M&A op de eerste plaats. De M is Mary Gillis, de A staat voor Anja Alblas. Mary opende achttien jaar geleden haar eerste kapsalon in De Hazelaar. ‘Het was meteen een succes,’ zegt Mary. ‘En na De Hazelaar volgden al snel een salon bij Reyshoeve en een in Hilvarenbeek.’ De kapsters van M&A zijn vakmensen die regelmatig cursussen volgen om op de hoogte te blijven van de laatste mode. ‘We kunnen zelfs motieven scheren in een herenkapsel’. Maar bovenal zijn ze zeer gastvrij, staan niet alleen met de schaar en krulspelden klaar maar ook met een kopje koffie of thee. En die gastvrijheid en gezelligheid bezorgden de salon de titel ‘Leukste Kapsalon van Tilburg’. Mary vertelt dat ze in het najaar ook mee zullen dingen naar de titel ‘Leukste kapsalon van Nederland’.
DOT HEEFT ALS ONDERDEEL VAN HET PROJECT ‘HUMOR EN DEMENTIE’ TWEE GRAPPIGE KAARTEN UITGEBRACHT
Als we humor bewust gebruiken, naar boven halen, blijkt dat er beslist nog humor aanwezig is.’ ‘Het is voor het gebruiken van humor wel belangrijk dat mantelzorgers de ziekte accepteren. Daardoor zullen ze een humoristisch situatie beter kunnen gebruiken. Aan de andere kant helpt humor ook bij de acceptatie van veranderingen, de luchtigere manier van omgaan met de situatie relativeert en helpt het samen leuker te hebben.’
De leuke kapsalons van De Wever Kapsalon Dorris bij Den Herdgang en Joannes Zwijsen Kapsalon Carin in De Heikant Swaans Haarmode in Satijnhof Kapsalon Padua in Padua Kapsalon Liesbeth in Koningsvoorde En de kapsalons in Bijsterstede, Kievitshorst, Mater Misericordiae. Ze zijn er niet alleen voor de bewoners, iedere Tilburger kan terecht in deze kapsalons.
Naast workshops over humor en dementie is er door Ilse Blom van TU Delft een spel ontwikkeld voor de mantelzorger. Corrie vertelt dat het spel laagdrempelig is, en dat je het heel de dag kunt spelen. Het spel is interactief, je kunt het alleen gebruiken of met anderen. Inmiddels is er vanuit het hele land ook belangstelling van professionals voor dit project. Voor DOT een extra reden om te komen tot een boek over alle opgedane kennis eventueel in combinatie met workshop en spel. Het DOT verzorgt lezingen en op dit moment zijn ze een spel aan het ontwikkelen voor mantelzorgers en professionals om het gevoel voor en gebruik van humor te versterken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Corrie Aarts, projectmanager DOT.
DE KAPSTERS VAN M&A
17
DE WEVER VERZORGT PER JAAR DUIZEND OPLEIDINGEN, SAMEN GOED VOOR ZO’N VIJFDUIZEND DEELNEMERS. MAAR HEBBEN DEZE OPLEIDINGEN HET GEWENSTE EFFECT? MERKEN ONZE CLIËNTEN HET RESULTAAT VAN AL DIE INSPANNINGEN? TIJDENS EEN AUDIT VAN PREZO (KEURMERK IN DE ZORG) IN 2012 IS VASTGESTELD DAT DE WEVER RUIM VOLDOENDE OPLEIDT MAAR DAT HET OPLEIDEN NIET VOLDOENDE VERANKERD IS. ER ZIJN GEEN STRUCTURELE METINGEN VAN HET RESULTAAT EN WE BENUTTEN DE KENNIS EN KUNDE VAN DE OPLEIDINGSADVISEUR NIET TEN VOLLE. WERK AAN DE WINKEL DUS. HET PROJECT ‘RESULTAATGERICHT OPLEIDEN’ DEED AFGELOPEN JAAR ONDERZOEK EN TESTTE EEN NIEUW INSTRUMENT, EEN CHECKLIST, OM EFFECTIEVERE OPLEIDINGEN TE ONTWIKKELEN EN OM DE RESULTATEN VAN OPLEIDEN TE METEN. DOOR DIENIE JOOSTEN
Opleiden met gewenst effect ‘Onze opleidingsinspanningen moeten gericht zijn op resultaten die relevant zijn voor onze bewoners. Daarom meten we nu constant de leereffecten en zorgen dat trainingen, cursussen en opleidingen onderdeel zijn van een leertraject. Een wisselwerking tussen de deelnemer, de trainer/opleider en leidinggevende is daarbij van belang,’ zegt Rianne van de Bogaard, opleidingsadviseur. Ingrid Goossens, ook opleidingsadviseur, valt haar bij. ‘We hebben de training Into D’mentia gebruikt als pilot. Die training bestaat uit een bezoek aan de simulator, een individueel nagesprek en een groepsbijeenkomst. Al deze elementen maken de tot dan toe gebruikte basistraining psychogeriatrie meer ervarings- en praktijkgericht.’ De uitkomst van de pilot leidt tot enthousiasme. De trainer
OPLEIDINGSADVISEURS VAN DE WEVER RIANNE VAN DE BOGAARD (L) EN INGRID GOOSSENS (R)
18
is tevreden met de waardevolle inzichten en de tips uit de evaluatie, de leidinggevenden zijn zich bewuster van hun taak en zien de positieve ontwikkelingen bij de deelnemers, de deelnemerstevredenheid is hoog. ‘Natuurlijk is kennisoverdracht belangrijk, maar je moet de kans krijgen hetgeen je geleerd hebt in de praktijk te brengen. Kennis heeft herhaling nodig om te beklijven’, zegt Rianne. ‘Je bent er niet met het toetsen van de theorie, dat is ‘n eenmalig gebeuren. We denken te vaak dat de toepassing van kennis vanzelf gebeurt, dat er geen oefening en coaching voor nodig is.’ Dat pleit voor een cultuuromslag in het denken over opleiden. De gewenste lijn gaat uit van een cliëntvraag, ‘n vraag
CheCklist trainen met optimaal leerresultaat TRAINER
TRAINEE/DEElNEmER
lEIDINGGEVENDE / ORGANISATIE
VOOR DE TRAINING
VOOR DE TRAINING
VOOR DE TRAINING
TIJDENS DE TRAINING
TIJDENS DE TRAINING
TIJDENS DE TRAINING
NA DE TRAINING
NA DE TRAINING
NA DE TRAINING
Deze checklist kun je gebruiken als hulpmiddel bij het ontwerpen van een nieuwe training of bij de evaluatie van een bestaande training of leertraject Checklist optimaal leerresultaat.indd 1
om een nieuwe werkwijze of een leervraag. Dan komen het formuleren van de leerdoelen, de inhoud en het kiezen van werkvormen. In de daaruit volgende opleiding doet een medewerker kennis en vaardigheden op. Er volgt een theorietoets en daarna komt de toepassing van het geleerde in de praktijk met ondersteuning van de leidinggevende. Als de verworven kennis of het ‘nieuwe’ gedrag leidt tot een hogere klanttevredenheid, is het doel bereikt. Persoonlijk OntwikkelingsPlan is de toekomst ‘Er zijn binnen De Wever veel verplichte opleidingen, zoals medicatietoediening en BHV (bedrijfshulpverlening),’ geeft Ingrid aan. ‘Verplegenden en verzorgenden moeten hun vaardigheden bijhouden om bevoegd te blijven. Via het Opleidingsplein kunnen medewerkers zien hoe het met hun bevoegdheden staat. Gelukkig kunnen we het theoretisch gedeelte van de vaardigheden nu aanbieden in de vorm van e-learning. Zo krijgen we meer tijd voor de praktijk. Het is trouwens fantastisch hoe goed medewerkers omgaan met de mogelijkheid tot e-learning. Er is een hele inhaalslag gemaakt,’ zegt Ingrid. ‘Het zou heel mooi zijn als in de toekomst iedere medewerker een Persoonlijk OntwikkelingsPlan heeft waarin staat
25-08-14 10:09
aangegeven hoe de medewerker zich wil ontwikkelen en hoe hij of zij de gestelde doelen wil bereiken. Zodat we wat opleiden betreft uitgaan van de (leer)vraag van de medewerker. Uiteraard altijd met het uitgangspunt dat we de medewerkers goed toerusten voor een optimale zorg- en dienstverlening aan onze bewoner/cliënt’.
‘JE BENT ER NIET MET HET TOETSEN VAN DE THEORIE’ Overigens is een opleiding of cursus niet altijd het antwoord op een vraag van een leidinggevende. Ingrid geeft aan dat opleidingsadviseurs uitstekend kunnen analyseren wat het probleem achter een vraag is. ‘Leidinggevenden mogen meer gebruik maken van die kennis en kunde. Als iets niet goed loopt op een afdeling kan de oplossing best eens iets anders zijn dan opleiden. Soms kom je uit op teambuilding of een ander werkwijze.’ Er is nog genoeg te leren. Zeker in de toekomst, als medewerkers andere verantwoordelijkheden krijgen in de zorg voor de bewoner.
19
COLUMN JULIUS ROORDA, RAAD VAN BESTUUR
Het effect van Lean Onlangs was ik met een aantal collega’s op een inspiratiebijeenkomst over Lean in de zorg. De bijeenkomst was georganiseerd door het Zorgnetwerk en vond plaats in het ElisabethTweeSteden Ziekenhuis en het Instituut Verbeeten. Lean in de zorg is een manier van werken waarbij alles en iedereen zich richt op een betere zorg- en dienstverlening en op het voorkomen van verspilling bij het uitvoeren van de werkzaamheden. Verspilling op het gebied van middelen en tijd. Door zo te werken verbetert de kwaliteit van dienstverlening en dalen de kosten. Lean werken komt niet vanuit het management, Lean werken doet iedereen. Immers als medewerker zie jij als geen ander hoe iets slimmer en/of beter kan. Je geeft dat aan en samen met je team beslis je of het de moeite van het proberen waard is. Dat klinkt erg theoretisch, maar uit de bijeenkomst bleek juist dat Lean een erg praktische methode van werken is. Ik ben meegegaan naar de polikliniek oogheelkunde. Daar waren verbeteringen doorgevoerd met betrekking tot een aantal terugkomende werkzaamheden. Een voor mij herkenbaar voorbeeld daarvan was de controle van de koelkast. Op het bord was te zien of en door wie die week deze controle was uitgevoerd. Lean werkt met borden waarop de verbetervoorstellen staan, maar ook de successen. Het delen van succes is belangrijk en werkt inspirerend. Binnen De Wever zijn al een aantal locaties bezig met de Lean-methodiek. Enkele afdelingen binnen De Hazelaar werken met verbeterborden en ook Padua is gestart. Het is bij uitstek een methode waarbij de inbreng van de werkvloer groot is en ik hoop dat het meer navolging krijgt binnen De Wever. Met als resultaat een hogere klanttevredenheid en door de betrokkenheid van de medewerkers ook een hogere medewerkerstevredenheid.
De Wever Wonen - voor een veilig en beschermd gevoel U hebt recht op thuiszorg maar vindt het moeilijk om thuis te blijven wonen. Bijvoorbeeld omdat de kinderen wat verder weg wonen en niet in staat zijn u op elk moment te ondersteunen. Of omdat u het geen prettig idee vindt, zo alleen in huis. Misschien voelt u zich eenzaam en mist u mensen om u heen? In dat geval is een appartement huren in een woonzorgcentrum van De Wever een goede oplossing. U woont dan tussen mensen, in een veilige en beschermde omgeving. U betaalt huur en servicekosten en u kunt, tegen betaling, gebruik maken van alle diensten en activiteiten van het woonzorgcentrum. Uw recht op thuiszorg garandeert dat u zorg krijgt van De Wever Thuis. Voor meer informatie kunt u mailen naar wonen@dewever.nl of contact opnemen met Bureau Zorgadvies van De Wever. T 0800 3 39 38 37
Wonen met zorg In een veilige omgeving en van alle gemakken voorzien.