![](https://assets.isu.pub/document-structure/230509081456-e72fa6a79e3841e572c5d0334a208113/v1/9253f0b6d3b8a00259ded58d939e2d9a.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
2 minute read
2 Feedbacksystemen bij planten
Planten zijn goed in staat zich aante passen aan eenveranderende omgeving.Dat is nodig,want ze kunnen niet zomaarweglopen als erietsverandert.Met behulpvan receptoren,nemen ze veranderingenindeomgeving waar: bv.licht,temperatuur,voedingsstoffen ofdroogte. Als één ofmeerdere factoren sterkveranderen,dan past de plant zijn intern milieu aan.Dit proces noemen we homeostase.
Feedbacksystemen zijn essentieel om aan homeostasete doen.Een feedbacksysteem bij planten is eenvoudigerdan bij dieren.Planten hebben geen zenuwstelsel.De conductoren in planten zijn dus enkel hormonalesignalen en geen zenuwimpulsen.Gezien een plant geen hersenen heeft,is erdus ookgeencontrolecentrum
Hierdoorbestaat een feedbacksysteem bij planten slechts uit drieverschillende onderdelen:
Receptoren vangen prikkels op. Conductoren geven signalen door. Effectoren reageren op de ontvangen signalen.
Prikkel
Prikkel Receptor Controlecentrum
Effector
Via conductoren: Zenuwstelsel Hormoonstelsel Reactie
Prikkel Planten reageren traag op prikkels. Dat komt omdat de reactie veroorzaakt wordt door chemische stoffen (nl. hormonen) en niet door elektrische impulsen (zoals in een zenuwstelsel). De hormonen in planten werken anders in vergelijking met dierlijke organismen. Ze zijn veel minder specifiek; eenzelfde hormoon kan een grote verscheidenheid aan reacties in de plant veroorzaken. Er zijn ook geen specifieke organen (zoals bv. de pancreas of de teelballen bij dierlijke organismen) waarin hormonen aangemaakt worden.
WIST-JE-DAT
Auxine, een plantenhormoon, verplaatst zich in de plant aan een gemiddelde snelheid van 1 cm per uur. Dit is zeer traag in vergelijking met een elektrische impuls die er slechts een fractie van een seconde over doet om de hersenen van een dierlijk organisme te bereiken.
Er zijn twee types reacties bij planten: tropie en nastie.
Bij een tropie bepaalt de richting van de prikkel de richting van de reactie. Een plant reageert bijvoorbeeld op licht door er naartoe te groeien en op een tak door er omheen te draaien.
Bij een nastie is de richting van de prikkel niet van belang. De plant reageert bijvoorbeeld op een verandering in temperatuur of op een aanraking. Een voorbeeld hiervan is het kruidje-roer-mijniet. Als men een blad van deze plant aanraakt, trekt het volledige blad samen, ongeacht waar het werd aangeraakt.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230509081456-e72fa6a79e3841e572c5d0334a208113/v1/195db27d9feef5c130f35c16950613ba.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230509081456-e72fa6a79e3841e572c5d0334a208113/v1/3960921131233c29a6b3837bdbb8e3af.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Afhankelijk van het type prikkel gebruikt men een specifiek voorvoegsel, zowel bij tropieën als nastieën.
TYPE PRIKKEL VOORVOEGSEL licht gravi- fotozwaartekracht thermoaanraking / druk temperatuur thigmowater hydro-
Zo is fototropie een gerichte beweging van de plant naar het licht toe, bv. een kamerplant die richting het raam groeit. Bij fotonastie reageert de plant op licht, maar niet in de richting van het licht, bv. het openen van bloemen of bladeren overdag en het sluiten ervan tijdens de nacht.
• Vul in: wat is de prikkel? Wat is de reactie?
• Kruis aan: is het een tropie of nastie? Over welke soort tropie of nastie gaat het voorbeeld?
PRIKKELREACTIE TROPIE/ NASTIE SOORT TROPIE/ NASTIE
Bladeren van een plant sluiten als de omgevingstemperatuur te laag wordt.
Receptoren in de wortels van de plant kunnen de zwaartekracht waarnemen. Hierdoor groeien de wortels naar beneden en niet naar boven.
De sluitcellen van de huidmondjes sluiten omdat er weinig water in de omgeving aanwezig is.
De wortels van een plant groeien richting nattere delen van de bodem.
Als het donker is sluiten de bloemen van vele planten.
De blaadjes van het kruidjeroer-mij-niet sluiten als ze aangeraakt worden.
Door ranken die rond andere structuren kunnen wikkelen, groeien klimplanten snel naar boven.
tropie nastie fotogravithermothigmohydro- tropie nastie fotogravithermothigmohydro- tropie nastie fotogravithermothigmohydro- tropie nastie fotogravithermothigmohydro- tropie nastie fotogravithermothigmohydro- tropie nastie fotogravithermothigmohydro- tropie nastie fotogravithermothigmohydro-