6
6 Meten en metend rekenen LES 8 Soortelijk gewicht
Doelen
1 De kinderen kunnen het verband tussen volume en gewicht verwoorden. 2 De kinderen kunnen de relatie tussen de volumematen en gewichten verwoorden. 3 De kinderen kunnen verwoorden dat 1 l zuiver water een volume van 1 dm³ en een gewicht van 1 kg heeft. 4 De kinderen kunnen eenvoudige en relevante herleidingen uitvoeren. 5 De kinderen kunnen de betekenis van ‘soortelijk gewicht’ verwoorden. 6 De kinderen kunnen het soortelijk gewicht van stoffen van een lijst aflezen. 7 De kinderen kunnen het soortelijk gewicht van een bepaalde stof bepalen en er berekeningen mee uitvoeren.
Eindtermen en leerplandoelen
Nummer van doel
ET
GO!
OVSG
1
2.6 2.7
2
VVKBaO
3.2.25 3.2.35
a
WI-ME.OBJ.3.15 WI-ME.OBJ.3.22
MR55 MR65
2.6 2.10
3.2.25 3.2.26
WI-ME.OBJ.3.22
MR55 MR65
3
2.6
3.2.25 3.2.35
WI-ME.OBJ.3.22
MR55 MR65
4
2.2 2.6 2.7
3.2.08 3.2.09 3.2.11 3.2.23 3.2.24
WI-ME.OBJ.3.1.13 WI-ME.OBJ.3.19.1 WI-ME.OBJ.3.21.3 WI-ME.OBJ.3.21.5
MR28v MR51 MR54 MR62
5
-
3.2.35
-
MR89ga
6
4.3
3.2.35
-
MR89ga
7
4.1 4.2 4.3
3.2.35 3.2.36 3.4.01 3.4.02 3.4.03
WI-ME.OBJ.3.14
MR56 MR58 MR65 MR87
Leermiddelen
- werkboek Target 6 p. 13 - scheurblok Target 6 p. 6 - MAB-materiaal: 1 dm³ - (blokken uit) verschillende stoffen: hout, beton, piepschuim, kurk, bloem, suikerklontjes, zand, aarde, klei, melk … - weegschalen - kladblad - zakrekenmachine (ZRM)
Wat ging vooraf?
T5 L18 MMR Relatie, inhoud, gewicht en volume
Wat volgt?
T6 L20 MMR Soortelijk gewicht: toepassingen
Waar vind je het in het Rakkertje?
MMR – Soortelijk gewicht
33
1
INSTAP onderwijsleergesprek
1 dm³ blokken uit verschillende stoffen: piepschuim, hout, beton, zand, suiker…
Raadsel Wat is het zwaarst: een kilogram pluimen of een kilogram stenen? Laat de leerlingen vlug antwoorden. Leerlingen die te snel antwoorden zullen 1 kg stenen zeggen. Laat hen inzien dat je niet te snel mag antwoorden. 1 kg pluimen en 1 kg stenen wegen evenveel, maar het volume zal anders zijn!
2
2.1 Herhaling soortelijk gewicht water
KERN onderwijsleergesprek
Toon 1 dm³. Wat is dit? Een kubieke decimeter. Ik heb 1 dm³ beton en 1 dm³ piepschuim. Weegt dit evenveel? Laat de leerlingen antwoorden en argumenteren. Laat hen eventueel schattend wegen met de voorwerpen in elke hand. Besluit dat elke stof z’n eigen gewicht heeft. Heb je een kubieke dm die je kunt vullen, vul die dan met voor de hand liggende materialen, bv. zand en watten en laat die effectief wegen.
Bekijk samen de lijst. Laat de leerlingen het soortelijk gewicht van water markeren. Bespreek welke stoffen drijven op en welke stoffen zinken in water.
Herhaal. Elke soort stof heeft z’n eigen gewicht. Dit noemen we het gewicht van de soort of het soortelijk gewicht. Vorige keer hebben we een dm³ gevuld met water. Herinneren jullie je dit? Hoeveel water kon in 1 dm³? Eén liter. We hebben de dm³ water ook op de weegschaal gezet. Hoeveel weegt 1 dm³ water? Eén dm³ water weegt 1 kg. Dit is het soortelijk gewicht van water. Het soortelijk gewicht wordt uitgedrukt in kg per dm³ of kg/dm³. 1 dm³ water = 1 kg water
groepswerk 1 dm³ waar je stoffen in kunt doen melk, zout, suikerklontjes, klei, aarde, zand, grind, kurken, weegschalen
6
2.2 Het soortelijk gewicht van stoffen Verdeel de klas in groepen. Voorzie op enkele tafels weegschalen en verschillende (grond)stoffen.
We zullen het soortelijk gewicht van enkele stoffen bepalen. Bij elke tafel staat een bepaalde stof. Neem van deze stof precies 1 dm³ en weeg dit. Noteer het resultaat op een kladblad.
Meten en metend rekenen LES 8 Soortelijk gewicht
soortelijk gewicht piepschuim kurk dennenhout berkenhout eikenhout benzine stookolie boter olijfolie ijs
De leerlingen lezen het soortelijk gewicht af uit de tabel. Ze rangschikken de namen van de stoffen van licht naar zwaar.
1
0,03 0,24 0,54 0,66 0,7 0,72 0,81 0,86 0,92 0,92
kg/dm3
rubber zuiver water (bij 4 °C) melk zeewater baksteen zand klontjessuiker steenkool keukenzout beton
0,93 1 1,03 1,03 1,45 1,6 1,6 1,6 2,15 2,4
glas arduin marmer aluminium diamant ijzer koper zilver lood goud
2,52 2,6 2,7 2,75 3,52 7,8 8,9 10,5 11,35 19,2
Zoek de stoffen op in de tabel. Rangschik van licht naar zwaar. steenkool
beton
boter
kurk
marmer
1,6 kg/dm3 _______
2,4 kg/dm3 _______
0,86 kg/dm3 _______
0,24 kg/dm3 _______
2,7 kg/dm3 _______
kurk boter steenkool beton marmer _______________ < ______________ < ______________< ______________< ______________
2
• Herhaal: 1 dm³ is 1 liter water. • De leerlingen gebruiken de verhoudingstabel. Laat hen de pijlen tekenen en de bijhorende bewerking noteren.
Lees goed en bereken.
Tip 1 dm3 = 1 liter
We zijn met het gezin een weekend aan de kust. Mijn broer Kobe rent als eerste naar de zee en vult een emmer met zeewater.
V
Hoeveel weegt 10 liter zeewater?
B
10 liter = 10 dm3 _______________________________________________ x 10
A 3
• Herhaal de formule voor de volumeberekening van een balk: l x b x h. • De leerlingen gebruiken de verhoudingstabel. Laat hen de pijlen tekenen en de bijhorende bewerking noteren.
gewicht
1,03 kg ________________
10,3 kg ________________
volume
1 dm3 ________________
10 dm3 ________________ x 10
OK _______________________________________________________________________ 10 liter zeewater weegt 10,3 kg.
Lees goed en bereken het volume en het gewicht. V
Hoeveel weegt deze eikenhouten plank?
B
dm3 x 8 x 2 x 1 = 16 dm3 volume plank: 1 ________________________________________ x 16
volume
1 dm3 __________________
11,2 kg __________________
m
0,7 kg __________________
8d
gewicht
OK ________________________________________________ Deze eikenhouten plank weegt 11,2 kg.
m
1d
A
16 dm3 __________________ x 16
13
34
2 dm
6
kladblad werkboek p. 13
Laat de leerlingen dit uitvoeren. Bespreek nadien op het bord. Stel een lijst samen.
na water komen hebben een groter / zwaarder soortelijk gewicht en zinken in water.
Je kunt dit ook klassikaal doen of in een circuit met doorschuifsysteem. Bespreek. Dit is het soortelijk gewicht van enkele stoffen. Hebben wij dit nauwkeurig kunnen wegen? Neen. Wetenschappers hebben de stoffen in labo’s zeer correct gewogen en hebben van heel veel stoffen het soortelijk gewicht bepaald. Hiervan bestaat een officiële lijst.
Toon dit aan met enkele stoffen in de realiteit, bv. gooi kurk in water, zand in water … en koppel dit eventueel aan een les techniek.
2.3 Herhaling volumematen: herleidingen Tijdens de winter wordt wel eens een ijssculpturenfestival gehouden. Daarvoor halen ze grote blokken ijs uit het Noorden. Hoeveel weegt een ijsblok van 2 m³? Wat moeten we daarvoor eerst berekenen? Hoeveel dm³ in 2 m³ zit. We zullen herleiden.
onderwijsleergesprek MAB-materiaal ZRM
De leerlingen nemen hun werkboek. Bekijk samen de lijst op pagina 13.
Zien jullie het soortelijk gewicht staan van zuiver water? Laat hen dit markeren. Wat staat erbij? 1. Dit wil zeggen dat 1 dm³ water 1 kg weegt. Het getal drukt dus het gewicht uit in kilogram van 1 dm³ van die stof.
Herhaal aan de hand van enkele oefeningen de volumematen. Maak relevante herleidingen. Gebruik hiervoor de tabel. Laat hen verwoorden: we schrijven de eenheid van het maatgetal steeds rechts in de kolom van de maateenheid.
Bespreek enkele soortelijke gewichten van stoffen.
Toon eerst concreet materiaal. Hoeveel cm³ kunnen in 1 dm³? Bouw op met MAB-materiaal. Bouw daarna de tabel op.
Je merkt dat sommige stoffen een soortelijk gewicht hebben dat groter / zwaarder is dan dat van water. Andere stoffen hebben dan weer een kleiner / lichter soortelijk gewicht dan water. Wat betekent dit?
1 dm³ = 1 000 cm³ dm³
m³
Bespreek met de leerlingen. De stoffen die een kleiner soortelijk gewicht hebben dan water drijven. Stoffen met een groter soortelijk gewicht dan water zinken. Vergelijk met realistische voorbeelden die de leerlingen herkennen: - IJsblokjes in een glas water drijven. Dus de grote ijsbergen aan de Noordpool drijven ook. - Olie drijft op het water, dus bij een olieramp blijft de olie op het oppervlak van de zee drijven. Dit is een ramp voor de vogels, maar zo kan men wel enkele technieken gebruiken om de olie op te ruimen. - Een omgevallen boomstam drijft op een rivier. - Een gouden ring zinkt als je hem in het water laat vallen. - Wat gebeurt er als je zout toevoegt aan water?
1 2
35
0
2 m³ = 2 000 dm³ 25 cm³ = 0,025 dm³
0
0
0
0
0 0,7 dm³ = 700 cm³ 840 dm³ = 0,84 m³
We keren nu terug naar ons probleem. Hoeveel weegt een ijsblok van 2 m³? 2 m³ = 2 000 dm³ Werk in een verhoudingstabel. Noteer steeds eerst het soortelijk gewicht. soortelijk gewicht
x 2 000
gewicht
0,92 kg
1 840 kg
volume
1 dm³
2 000 dm³
x 2 000
Bereken dan via de verhouding met pijlen.
2.4 Oefenen in het werkboek individueel werk werkboek p. 13 ZRM
Laat de leerlingen zelf enkele conclusies trekken uit de lijst. Alle stoffen die voor water staan, hebben een kleiner / lichter soortelijk gewicht en drijven dus op water. Alle stoffen die
cm³
Overloop de oefeningen in het werkboek. Gebruik daarvoor de tips naast het werkblad. De leerlingen maken de oefeningen individueel. Ze mogen hun zakrekenmachine gebruiken. Ga rond en help waar nodig. Verbeter klassikaal of individueel.
3
AFSLUITER spel stoffen kladblad
Spel: van licht naar zwaar
Merk op dat de leerlingen moeten nadenken over welke stof het best zou drijven op water en welke stoffen er zullen zinken.
Zet de stoffen op een demotafel. Nummer de stoffen. Verdeel de klas in twee of meer groepen. De groepen noteren de nummers van de stoffen van licht naar zwaar volgens hun soortelijk gewicht. Controleer daarna met de lijst. De groep die de volgorde juist heeft wint.
RemediĂŤring Differentiatie en gebruiken. Laat hen de formule voor volume opzoeken. orthodidactische tips Laat de leerlingen hun formuleschrift 3
Soortelijk gewicht is in kg/dm uitgedrukt. Laat hen alle gegevens eerst naar dm omzetten met de tabellen. Daarmee kunnen ze dan goed de gegevens in de formule inpassen. Uitrekenen kunnen ze met hun zakrekenmachine. Help de leerlingen de tabel volumematen en inhoudsmaten te gebruiken. Markeer telkens de maateenheden in de opgaven. Leer dan goed het schema invullen. Als de pijlen met hun functie juist zijn, kunnen ze terug met hun zakrekenmachine uitrekenen. Verrijking De leerlingen werken verder in hun scheurblok. De leerlingen kunnen ook eens aanvullen of de stoffen drijven of zinken.
Multimedia
Extra oefenaanbod op Kweetet.be!
Koppeling Target 8
T8 MMR8 Relatie inhoud, gewicht en volume en soortelijk gewicht
36