1 minute read
6 Woorden met wr
Met wrok in haar stem zei de oudste kip: ‘Wij hebben al vele jaren voor onze baas moeten wroeten en eieren leggen. Die wrede man met twee wratten op zijn neus wringt onze nek om. Hoe we ook wriemelen, hij wrijft ons in met zout en peper en bakt ons in de pan. Hij heeft geen medelijden met ons. Dat maakt ons wrevelig. Mijn oude gewrichten doen er pijn van. We zullen ons wreken. Onze wraak zal zoet zijn. We binden die man vast op een heel klein wrak op volle zee. Hij krijgt enkel wat zure of wrange appelen te eten. Hoe hij ook probeert te wrikken, hij blijft vastzitten. Wat zal hij dan spijt of wroeging hebben!’
gewricht, gewrichten wraak wrak, wrakken wrang, wrange wrat, wratten, wratje wreed, wrede wrevel, wrevelig wroeging wrok
wreken wriemelen wrijven wrikken wringen wroeten wreek wriemel wrijf wrik wring wroet hij wreekt zich hij wriemelt hij wrijft hij wrikt hij wringt hij wroet hij wreekte zich hij wriemelde hij wreef hij wrikte hij wrong hij wroette gewroken gewriemeld gewreven gewrikt gewrongen gewroet