Verrekijker Opstap 3 - Kijker 3

Page 1

KIJKER 3

Waarom ruiken dieren

3

Geurtje

Veel dieren hebben een geur die mensen een beetje vies vinden. Geiten en bokken ruik je al van een afstand. Denk maar aan een kinderboerderij.

Functie

Dierengeuren hebben een functie. Zo kunnen dieren hun territorium duidelijk afbakenen. Op die manier vertellen ze aan eventuele concurrenten dat ze uit de buurt moeten blijven. Geuren spelen ook een rol bij het veroveren van een vrouwtje of mannetje. De dieren kunnen ruiken of ze zich tot elkaar aangetrokken voelen. Geuren vormen ook een herkenning voor dieren van dezelfde soort.

Hoe kan ik beter luisteren?

Wat werkt bij mij? ❑ Ik lig neer met mijn ogen gesloten. ❑ Ik probeer niet te luisteren naar geluiden in de klas. ❑ Een idee of vraag noteer ik kort in mijn kladschrift.

ier Mijn huisd

Schrijf zelf nog een luistertip:

educatieve uitgaven

Naam ___________________________________  Klas ________

uit Waarom bijt de hond mijn sloffen kapot?, Martine en Caroline Laffon, Uitgeverij Holland

zo vreemd?


Les 2  Ik kan informatie opzoeken in een tekst.

De hond Wat je moet weten voordat je een hond adopteert De hond is een kuddedier dat het gewend is om in een groep te leven. Hij heeft je aanwezigheid en veel liefde nodig. Hem adopteren geeft jou een zware taak.

1 ‘De hond is een kuddedier.’ Wat wil die zin zeggen? Noteer.

Een hond leeft normaal in _________________.

de kudde de groep gewend gewoon adopteren in huis nemen

Hij leeft gemiddeld twaalf jaar. Als je nu tien jaar oud bent, zul je dan genoeg tijd voor hem hebben wanneer je achttien bent? Dan is hij ongeveer op driekwart van zijn leven.

2 Hoe lang leeft een hond gemiddeld? Markeer met groen. Een hond blijft niet klein. Sommige rassen kunnen meer dan veertig kilo wegen wanneer ze een jaar oud zijn (reuzenrashond). Zul je nog genoeg van hem houden wanneer hij groot geworden is en hij zijn zachte babyhaar verloren heeft? Hij moet minimaal drie keer per dag worden uitgelaten om zijn behoefte te doen en om zijn poten te strekken. Zul je er altijd zin in hebben om zowel in de winter als in de zomer, in alle weersomstandigheden, met hem naar buiten te gaan?

3 Hoeveel keer per dag moet je een hond minstens uitlaten? Markeer met blauw.

verloren kwijt, het is weg minimaal drie drie of meer uitlaten met je huisdier naar buiten gaan

Hij kan zichzelf niet opvoeden. Heb jij, vooral tijdens de eerste maanden, genoeg tijd om hem goede manieren te leren?

En als laatste, heb je eraan gedacht wat je met hem doet in de vakantieperiode?

4 Lees de laatste zin. Zoek in je groepje naar één oplossing. uit Ik verzorg mijn hond, Jean Cuvelier, NBD Biblion 2

Les 2


De kat A a n het beg in e poes van een vriend heeft een nest D va m oed er en zi jn n zi jn le ve n he eft het katj e zi jn b roers en z usse n jongen gekregen. Ik kan er een krijgen. nodig. Op welke leeftijd kan ik hem meenemen?

Het katje leert door het contact met zijn moeder, broers en zussen dingen die een groot deel van zijn karakter bepalen. Als je wilt dat je katje een gezonde volwassen kat wordt, dan moet je hem ten minste acht weken bij zijn moeder laten.

5 Hoelang moet een katje ten minste bij zijn moeder blijven? Markeer met groen.

Waar zijn de snorharen voor? Snorharen maken het mogelijk om obstakels te vinden, obstakels te herkennen in het donker, te praten met soortgenoten en te jagen met een goed resultaat. Als de kat vlakbij de prooi is, dan geven de snorharen hem, zelfs voor hij die te pakken heeft, informatie over de juiste plek waar hij zijn hoektanden moet zetten om snel te kunnen doden.

6 Snorharen helpen de kat bij het vangen van een prooi. Kruis aan: wat doen ze?

❑Z e vertellen waar de prooi zit. ❑Z e vertellen hoe de kat de prooi moet bijten met zijn hoektanden. ❑Z e vertellen welke prooi er in de buurt is.

Ik heb per ongeluk de snorharen van mijn kat afgeknipt. Zullen ze weer aangroeien? Wees gerust, er komen andere in de plaats. Maar zolang ze nog niet aangegroeid zijn, zal je kat problemen hebben om zich ’s nachts te bewegen en te jagen. De muizen zullen er blij mee zijn.

7 Markeer de zin die vertelt wat er gebeurt als een kat zijn snorharen verliest, met blauw. uit Ik verzorg mijn kat, Jean Cuvelier, NBD Biblion

het contact samenzijn, bij elkaar zijn het karakter wie en hoe je bent het obstakel iets dat in de weg staat vlakbij dichtbij de prooi dier waarop gejaagd wordt Les 2

3


s i u m g r e w d e n De klei De tarwevelden golven zachtjes in de zomerhitte. Op een halve meter boven de grond hangt een plantaardig bolletje tussen de stengels. Het is een nestje, gemaakt door moeder dwergmuis. Om het nest te bouwen heeft het vrouwtje enkele stengels naar elkaar toe getrokken. Ze heeft de blaadjes in repen geknaagd en tot een warrige bol gevlochten, zonder ze los te maken van de stengel. Zo is het nest stevig opgehangen. Ze heeft de binnenkant bekleed met gras en bloemblaadjes. _____________________

8 Noteer bij elke groene pijl het meest passende woord. uitzicht - familie - woning _____________________

Dwergmuis

M IS MIJN WET ENS CHA PPE LIJK E NAA micromys minutus. IK BEH OOR TOT DE KLA SSE VAN ik eet de zoogdieren. Ik ben een knaagdier en zaden en planten. MIJN GRO OTT E: de Ik ben vanaf het puntje van mijn neus tot mijn en lang cm onderkant van mijn rug 5 tot 8 staart is 5 tot 7 cm lang. MIJN GEW ICHT : weeg ik Ik weeg 5 tot 11 gram. Bij mijn geboorte amper 0,7 gram. : MIJN BIJZ OND ERE KEN MER KEN Ik heb pa. Euro van Ik ben het kleinste knaagdier zo net bijna is t kleine oortjes, maar mijn staar rug mijn op pels e lang als mijn lijf. De geelachtig wit. is buik wordt in de winter rossig. Mijn

9 Omkring het juiste antwoord. Hoeveel weegt een dwergmuis bij de geboorte?

2 gram 0,7 gram 0,1 gram

10 Omkring het juiste woord in deze zinnen.

De dwergmuis is het grootste / kleinste knaagdier van Europa. De dwergmuis is een hoefdier / knaagdier / schelpdier.

_____________________ de hitte warmte plantaardig gemaakt van planten warrig door elkaar, ziet er slordig uit 4

Les 2

uit Zo worden kleine dieren groot op het platteland, Colette Barbé-Julien, Deltas


Naam   Konijn

Het konijn

Gemiddelde levensduur   5 tot 8 jaar (soms zelfs 14 jaar) Aantal baby’s per worp   4 tot 10 kleine konijntjes Kenmerken   korte voorpoten, lange achterpoten, grote oren Familie   behoort tot de haasachtigen Voedsel   planten, gras, hooi, groenteresten Gewicht   anderhalve kg tot twee kg

Belangrijke weetjes • Een konijn is zindelijk. Dat wil zeggen dat het op een vaste plaats zijn behoefte doet. Zijn uitwerpselen noemen we keutels. Het konijn eet soms zijn eigen keutels op. Dat is heel gezond voor zijn darmen.

11 Hoe noemen we het wanneer konijnen op dezelfde plaats hun behoefte doen? Markeer het met blauw in de tekst. 12 Hoe noemen we de uitwerpselen van een konijn? Markeer het met geel in de tekst. • Konijnen kunnen met hun ogen open slapen. • Alle leden van de konijnenfamilie hebben een eigen naam. –– Een mannetjeskonijn heet een ram. –– Een vrouwtjeskonijn heet een voedster. –– Een babykonijn noemen we een lamprei.

13 Wat is er speciaal bij slapende konijnen? Markeer het met rood in de tekst. 14 Hoe heet een babykonijntje? Omkring het in de tekst. • De tanden van konijnen groeien hun hele leven verder. Dat is goed, want met al hun geknaag zou er anders niet veel meer overblijven van hun tanden. • Een konijn maakt soms een vreugdesprong in de lucht. Dat doet hij door met zijn vier poten tegelijk in de lucht te springen en een halve draai te maken. Dat noemen we een ‘binky’.

15 Wat is een binky? Markeer het met groen in de tekst.

Les 2

5


Les 3  Ik kan informatie verzamelen vooraleer ik start met schrijven. 1 Hoeveel huisdieren zijn er in onze klas? Turf en noteer. hond

kat

konijn

________

________

________

________

2 Maak een staafdiagram met de info uit vraag 1. 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

__________________

__________________

__________________

__________________

konijn

kat

hond

0

3 Welk besluit kun je trekken na dit onderzoek? Bespreek in je groepje. –– Welk huisdier hebben we het meeste in onze klas? ________________________ –– Niemand in onze klas heeft een ______________________________ als huisdier.

6

Les 3


Les 4  Ik kan verkleinwoorden herkennen en maken. 10

1 Lees deze zinnen. Markeer de verkleinwoorden met geel. Het eekhoorntje behoort net als het hamstertje tot de knaagdieren. Zijn eten verzamelt hij in de herfst. Hij verstopt het in een holletje onder de grond of in een verlaten nestje in een boompje. Daar ligt dan zijn voorraadje voor de hele winter.

2 Noteer de verkleinwoorden uit oefening 1 in de juiste kolom. + je

+ tje

+ pje

+ etje

________________

________________

________________

________________

________________

________________

________________

________________

________________

________________

________________

________________

3 Zoek bij elk woord het verkleinwoord. Markeer ze met dezelfde kleur. beest konijn

putje

oor

bolletje klauwtje

klauw

bol

oortje

konijntje

beestje

put

4 Welk woord in de rij is geen verkleinwoord? Omkring. kindje kastanje vrouwtje klasje

____________________________________________________

boekje torentje bloempje meisje

Les 4

7


Les 5  Ik kan informatie opzoeken, aanduiden en vergelijken. 1 Hoe zoek je informatie op? Noteer. We kunnen informatie of weetjes over dieren vinden op verschillende manieren. Zo kunnen we iets opzoeken: –– _________________________________________________ –– _________________________________________________ –– _________________________________________________ –– _________________________________________________

2 Hoe vind je een antwoord op je vraag? Bekijk de teksten op de volgende pagina’s en vul de tabel in. Deze kinderen hebben elk een vraag over hun huisdier. Kun jij hen helpen met het zoeken naar een antwoord op hun vraag?

Wie?

Welk huisdier?

Vraag?

Ken je het antwoord al?

Merel

hond

Hoe leer ik mijn hond luisteren?

ja – nee

Hasan

egel

Waarom maken de egels in mijn tuin ’s nachts zoveel lawaai?

ja – nee

gerbil

Ik zoek een vriendje voor mijn muis. Welk vriendje kan ik bij mijn muis in hetzelfde hok stoppen?

ja – nee

Ella

8

Les 5

In welke tekst ga je op zoek?

In welke tekst vond je het antwoord?


1 Leer hem luisteren als je hem roept. Zodra hij buiten is, rent je hond alle kanten op. Dat is normaal, hij leeft zich uit. Maar weet hij ook dat hij naar jou moet terugkomen als je hem roept? Als je je hond leert luisteren wanneer je hem roept, dan zal je hem heel wat stommiteiten besparen: een dier in de natuur verstoren, iemand op het strand lastigvallen, vechten met een andere hond, of zelfs de straat oversteken als er auto’s rijden. Aan het werk dus, als je hem af en toe een beetje vrij wil laten! Dan zul je hem niet steeds aan de lijn moeten houden.

3 Een hond die niet luistert, doet domme dingen. Onderstreep twee stommiteiten in de tekst.

EN! D J I M R E V E T

Loop niet ach ter hem aan . Dan zet je h em enkel aa n tot vluchten !

Het heeft geen zin je op te winden! Je hond zal je reactie niet begrijpen. En je loopt het risico om zijn vertrouwen kwijt te raken voor de volgende keer.

Haal de beve len die je hem g eeft niet door elk aar. Dat brengt he m in de war. Eén be vel per keer!

Wees precies! Gebruik steeds dezelfde woorden om je hond naar jou te laten komen. Hij zal sneller leren!

uit Onze Wereld Wapiti, maandblad nr. 238 juli

4 Verbind het gedrag van het baasje met het gedrag van de hond.

Precies zijn.  •

•  Je hond zal vluchten.

Je opwinden.  •

•  Je hond zal sneller leren.

Achter de hond aan lopen.  •

•  Je hond zal in de war zijn.

Veel bevelen tegelijk geven.  •

•  Je hond raakt het vertrouwen kwijt.

de stommiteit

iets doms Les 5

9


2 Een gerbil of renmuis Mannetje of wijfje? Vanaf drie maanden kun je het geslacht herkennen. Gerbils kunnen zich voortplanten vanaf twee maanden. Ze kunnen tot zes worpen van acht kleintjes krijgen per jaar! Let dus op wanneer je een mannetje en een vrouwtje samen in een hok zet: de kans op een uitgebreid gezin is erg groot!

5 Reken uit.

Dat zijn ______________ baby’s op één jaar.

6 Kruis aan. Een ‘uitgebreid gezin’ wil zeggen:

❑ een groot gezin ❑ een klein gezin

Tem hem Laat hem je hand ruiken en leer hem dan om er een zonnebloempitje, zijn favoriete snoepje, te komen halen. Als je rustig blijft en genoeg geduld hebt, dan zal hij uiteindelijk op je hand kruipen. Zomaar!

7 Het kan lang duren om een gerbil uit je hand te laten eten. Markeer hoe dit in de tekst gezegd wordt.

Vriendjes? Ja maar ... Zoek je een vriendje voor hem? Gerbils leven graag in groep. Maar om hun gebied te verdedigen kunnen ze elkaar zelfs doodbijten. Zeker vrouwtjes. Neem daarom twee babymannetjes en laat ze niet samenhokken met andere knaagdieren.

8 Kruis aan wie samen in een hok mag. 10

Les 5

❑ een gerbil en een konijn ❑ twee mannetjesgerbils ❑ een mannetje en een vrouwtje ❑ twee vrouwtjesgerbils ❑ een gerbil en een rat

voortplanten kinderen maken favoriet wat je het leukst vindt


uit Onze wereld Wapiti, maandblad nr. 260 mei Les 5

11


3 Dagelijks dierennieuws _____________________________ Donderdag 20 november 2018

Luide egels

W

etenschappers hebben ontdekt waarom egels ’s avonds zoveel lawaai maken. Ze maken dan hun avondwandeling en doen dit niet bepaald stil en rustig. Ze gaan luidruchtig op zoek naar insecten in tuinen en planten.

Een beetje lawaai maken kan geen kwaad. Er zijn immers maar weinig vijanden die zin hebben in zo’n stekelig hapje. Wanneer je een egel aanraakt, dan rolt hij zich op tot een bolletje terwijl zijn 6000 stekels naar omhoog gaan. Enkel een das, een hond of een oehoe durven hem aanvallen.

9 Kruis het juiste antwoord aan. Egels maken lawaai omdat …

❑ ze bang zijn. ❑ ze het koud hebben. ❑ ze honger hebben.

10 Markeer met geel. Wat doet een egel als er gevaar dreigt?

11 Onderstreep de dieren die een egel durven aanvallen.

luidruchtig 12

Les 5

met veel lawaai


Les 6  Ik kan spreken over mijn huisdier of lievelingsdier. VOOR HET SPREKEN

Ik kan vertellen over mijn huisdier of lievelingsdier.

1 Ik denk na over mijn spreekopdracht. WIE?

Mijn huisdier of lievelingsdier is een _____________________________________.

WAT?

Waarover wil ik iets vertellen? Noteer het in vijf woorden.

_________________

_________________

_________________

_________________

_________________

2 Waarop let ik tijdens het spreken? Wat vind je nog moeilijk als je voor de klas moet spreken? Kies twee vakjes en kleur ze groen. Probeer er tijdens de spreekopdracht speciaal aan te denken! Ik spreek verstaanbaar.

Ik spreek luid genoeg.

Ik kijk mijn publiek aan.

Ik geef antwoord in een volledige zin.

Ik spreek traag en duidelijk.

Ik durf iets over mezelf vertellen.

NA HET SPREKEN Ik vond mijn spreekoefening _________________________________________. Is het gelukt om aandacht te geven aan één van de groene vakjes tijdens het spreken? Markeer de meest passende zin. Ja, ik heb erop gelet tijdens het spreken. Neen, ik heb niet gedacht aan mijn groene vakjes tijdens het spreken. Ik weet het eigenlijk niet meer.

Les 6

13


Les 7  Ik kan informatie verzamelen. Ik werk samen met _______________________________________________.

UITZICHT ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________

SPECIALE WEETJES ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________

14

Les 7

________________


ETEN ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________

_________

WIE HEEFT DIT ALS HUISDIER? ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________ ___________________________

Les 7

15


Les 8  Ik weet dat bijvoeglijke naamwoorden meer informatie geven over het zelfstandig naamwoord.

10

1 Omkring in de kolom links de bijvoeglijke naamwoorden en onderstreep de zelfstandige naamwoorden. Vervang daarna in de kolom rechts het bijvoeglijk naamwoord door een ander bijvoeglijk naamwoord. de brave hond

de _________________ hond

een vieze muis

een _________________ muis

de oude kat de __________________ kat het saaie weetje

het ____________________ weetje

de luide egel de ___________________ egel

2 Schrijf de woorden op de juiste trap. Kijk naar het voorbeeld. gek  -  gekker  -  gekst het gekste boek een gekker verhaal een gek idee kleinst  -  klein  -  kleiner de _____________e vogel een _____________ dier een _____________ beest vreemder  -  vreemdst  -  vreemd de _____________e naam een _____________ geluid een _____________ nest 16

Les 8


Les 9  Ik kan informatie opzoeken. Waarom: omdat we onze hond niet kunnen meenemen op reis Voor wie: alle dierenliefhebbers DIERENASIEL - GENT

Gezocht: vrijwilligers om de honden uit te laten Wanneer: elke dag mogelijk (honden ten laatste één uur voor sluitingstijd terug binnenbrengen) Waar: Citadelpark, Gent Waarom: Je leert andere mensen kennen. De honden krijgen beweging. Je leert het dierenasiel beter kennen. Voor wie: alle dierenliefhebbers DIERENBABYSIT - ANTWERPEN

Gezocht: vrijwilligers om op hond te passen Wanneer: tijdens de vakantie de vrijwilliger Waar: Meir Antwerpen de liefhebber

iemand die gratis wil werken iemand die ergens van houdt

1 Waar is het dierenasiel? Noteer. _______________________________________________________________________

2 Voor wie is deze oproep bedoeld? Noteer. _______________________________________________________________________

3 Wanneer kun je met de honden gaan wandelen? Noteer. _______________________________________________________________

4 Omkring hieronder de verklaring die het beste past bij deze oefening.

asiel

(het; o; meervoud: asielen)

1 toevluchtsoord 2 inrichting voor verzorging van dieren 3 verlof of verblijf: politiek asiel vragen in het buitenland

uit Van Dale woordenboek

Les 9

17


!!! VERDWENEN !!! Mijn katje van 6 maanden oud is weggelopen! Ze luistert naar de naam ‘Pitoe’. Heb je haar gezien? Bel 999 000 111. Of breng ze naar Perenstraat 333, Appelgem.

5 Waar kun je deze tekst tegenkomen? Noteer. ______________________________________________________________________

6 Dit tekstje geeft een antwoord op vier vragen. Noteer het cijfer van elke vraag op de juiste plaats naast de tekst.

18

(1) Hoe heet de poes?

(2) Wat kun je doen als je de poes vindt?

(3) Wat is er gebeurd?

(4) Hoe oud is de poes?

Les 9


Huis nodig?

Sommige dieren hebben geen huis nodig. Denk maar aan de dieren in jouw tuin. Kun je een paar dieren opsommen die in de tuin of een park leven? ___________________

___________________

___________________

Ook de slak heeft eigenlijk geen huis nodig. Want die heeft zijn huis gewoon altijd bij zich. Behalve een naaktslak natuurlijk. Een slak behoort tot de familie van de

weekdieren. De meeste slakken leven eigenlijk in de zee. De slakken die op het land leven, in de tuin dus, zoeken dan ook graag vochtige plekjes. Zoals tussen dode bladeren, onder stenen of onder een stapeltje hout. Ze eten vooral planten, tot ergernis van de tuinman!

Zelf hebben ze ook een paar vijanden. Vogels, kikkers, hagedissen en slangen lusten wel graag een slakje.

7 Waar kun je deze tekst tegenkomen? Noteer. ______________________________________________________________________

8 Markeer in de tekst de woorden die je een antwoord geven op deze vragen:

- Wat eten slakken? Markeer met rood.

- Wie zijn de vijanden van de slak? Markeer met groen.

- Leven alle slakken op het land? Markeer met blauw.

Les 9

19


9   Straks bekijk je deze filmpjes. Kun jij al raden waarover de filmpjes zullen gaan? Noteer het kort in woorden in de spreekballon.

Ik denk dat het filmpje zal gaan over _________________________ _________________________ _________________________ _________________________

Ik denk dat het filmpje zal gaan over _________________________ _________________________ _________________________ _________________________

20

Les 9


Ik denk dat het filmpje zal gaan over _________________________ _________________________ _________________________ _________________________

Ik denk dat het filmpje zal gaan over _________________________ _________________________ _________________________ _________________________

Les 9

21


Les 10  Ik kan een interview voorbereiden. 1 Vul aan. Ik neem een interview af van __________________________________________. Zijn/haar lievelingsdier is _____________________________________________.

2 Wat wil ik te weten komen over dit dier?

_____________________

3 Ik noteer mijn vijf vragen voor het interview. 1 ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ 2 ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ 3 ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ 4 ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ 5 ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________

22

Les 10


Les 12  Ik weet wie of wat iets doet in een zin. 13

1 Lees de zinnen. Markeer met groen wie of wat iets doet in de zin (het onderwerp). Insecten

ruiken met hun voelsprieten.

Een vleeseter

voedt zich vooral met vlees.

In dat donkere bos loopt

een grote vos.

2 Lees de zinnen. Markeer met groen over wie of wat iets wordt gezegd (het onderwerp). Markeer met blauw wat er gezegd wordt over het onderwerp. Een jonge dwergmuis De egel

weegt 5 tot 11 gram.

heeft geen stekels bij de geboorte.

De bij verzamelt nectar bij de bloemen. Uit de cocon groeit een vlinder.

3 Vul de zinnen aan met een passend onderwerp. de bij – een ree – een konijn – padden In maart leggen ________________________ hun eieren in de vijver. ________________________________ houdt van gras, haver en maïs. Met de haren op haar poten vervoert ___________________________ stuifmeel. Tijdens de winter vindt ___________________________ moeilijk eten.

4 Lees het onderwerp en vul de zin aan. De kleine egel __________________________________________________________ Twee vlinders __________________________________________________________

Les 12

23


Informatie

zender spreker schrijver iemand die veel weet over dieren

boodschap informatie in weetjesboeken, tijdschriften, internet

ontvanger luisteraar lezer iemand op zoek naar informatie

bedoeling Ik wil de luisteraar of lezer iets te weten laten komen over dieren

Informatieve teksten We leren iets bij. De informatie is altijd waar. We vinden dit in informatieve boeken, het internet, dierentijdschriften … niet: Dit vergeet ik rkennen. leinwoorden he –– Ik kan verk delen: staat uit twee –– Een zin be erp). doet (onderw ts ie at w of ie w –– ordt gezegd. t onderwerp w he er ov er at w rmatie –– rden meer info oo w am na ke t bijvoelij –– Ik weet da amwoorden. lfstandige na geven over ze

Ik ka n tu rve n.

of huisdier ver mijn o n e k re Ik kan sp dier. lievelings at rustig. –– Ik pra oeg. t luid gen a ra p Ik zin. –– en in een rd o o tw n na ertellen. –– Ik ka mezelf v r e v o ts rf ie –– Ik du

Eerste druk 2019/293 - Bestelnummer 60 1021 613 ISBN 978 90 4863 565 8 - KB D/2019/0147/249 - NUR 191 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge © Copyright die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325

9 789048 635658


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.