1 minute read
B. Kringloop van het water C. Koolstofkringloop .............................................................................................................
3,8 mld jaar geleden al was er de Aarde, een atmosfeer, een oceaansysteem en ontstond er leven op Aarde. Bijna 4 mld jaar lang hebben die 4 sferen naar evenwicht gestreefd. Na crisissen zoals een ijsaarde of een inslag van een meteoriet heeft de Aarde zich altijd hersteld. Het ecosysteem Aarde is een zelfregulerend systeem.
B. Kringloop van het water
HYDROLOGISCHE CYCLUS
Fig. 2.2.4
Vul op bovenstaande schets de verschillende fasen van de kringloop van het water in. Maak gebruik van de volgende termen.
verdamping, infiltratie, evapotranspiratie (verdamping uit de bodem + transpiratie door de planten), grondwaterstroom, oppervlakte-afvoer, condensatie
Geef voorbeelden van water: in de geosfeer: ……………………………………………………………………………………… in de atmosfeer: …………………………………………………………………………………….. in de biosfeer: ………………………………………………………………………………………..
Het element koolstof C is na H, He, en O het meest voorkomende element in het heelal. In de atmosfeer vinden we C terug onder de vorm van CO2 en CH4 . CO2 is een broeikasgas en fungeert als de natuurlijke thermostaat van de aarde.
C. Kringloop van koolstof
Koolstof beweging Fotosynthese Erosie en transport Menselijke activiteit
Fig. 2.2.5
De geologische koolstofcyclus: over een tijdschaal van miljoenen jaren.
1. a. CO2 in de atmosfeer heeft met water een zwak zuur gevormd. Dit reageert lang zaam met de silicaatgesteenten, vb. CaSiO3, in de aardkorst en vormt kalksteen. Deze wordt door erosie meegevoerd naar de oceanen. b. Daar bezinkt het als kalksteenlaag. c. C komt terug in de atmosfeer als CO2 bij vulkaanuitbarstingen.
de loop van miljoenen jaren opgeslagen als steenkool, aardolie en aardgas. Dit is een opslag van koolstof in de aardkorst.
De biologisch/fysische koolstofcyclus: over een korte tijdschaal ( 0 - 1000den jaren)
3. a. Planten nemen ……………… op uit de lucht en dankzij de ……..……………… worden er energierijke koolstofverbindingen gemaakt (……………. en ……..……) Planten zijn producenten. Producenten worden opgegeten door ……………………., die op hun beurt als voedsel dienen voor de ………………….. . Voor de opruiming van organisch materiaal zorgen de …………………….... . b. Zo komt CO2 terug in de atmosfeer.
4. Ademhaling: elke schakel in de voedselketen neemt bij de ademhaling …………….... op en geeft ……………… af aan de atmosfeer.
5. Zeewater wisselt CO2 uit met de atmosfeer
Duid de nummers 1 tot 5 van de koolstofuitwisseling aan op de bovenstaande tekening.