Programmaboekje Opera Trionfo Owen Wingrave

Page 1

oper a in t w ee a k tes

opera trionfo

& nieuw ensemble DIRIGENT  Ed Spanjaard  regisseur  Floris Visser



Benjamin Britten Lowestoft, Suffolk, 22 november 1913 – Aldeburgh, Suffolk, 4 december 1976

Owen Wingrave Opera in twee aktes (nieuwe versie voor een ensemble met 15 musici van David Matthews)

Libretto van Myfanwy Piper, naar het gelijknamige ­verhaal (1893) van Henry James Première als televisiefilm 16 mei 1971 BBC Televisie Theaterpremière 10 mei 1973 Royal Opera, Londen Muzikale leiding Ed Spanjaard Regie Floris Visser Decor en kostuums Gary McCann Lichtontwerp Alex Brok Rolverdeling Owen Wingrave  Karel Ludvik Spencer Coyle  Vitali Rozynko Lechmere  Mark Omvlee Miss Wingrave  Francis van Broekhuizen Mrs. Coyle  Bauwien van der Meer Mrs. Julian  Alexandra Schoeny Kate Julian  Anna Traub General Sir Philip Wingrave  Bernard Loonen The Ghost of Colonel Wingrave  Bernard Loonen The Ghost of Young Wingrave  Sven Gee Nieuw Amsterdams Kinderkoor Musici Nieuw Ensemble


voorstellingen Owen wingr ave

opera in twee aktes van

wo 9 januari 2013, 20.15 uur Kampen Stadsgehoorzaal (try-out) vr 11 januari 2013, 20.15 uur Haarlem Stadsschouwburg (première) ma 14 januari 2013, 20.15 uur Groningen Stadsschouwburg do 17 januari 2013, 20.15 uur Den Haag Koninklijke Schouwburg Deze voorstelling wordt gedirigeerd door Cameron Burns do 31 januari 2013, 20.15 uur Heerenveen Posthuis Theater za 2 februari 2013, 20.15 uur Arnhem Stadsschouwburg zo 17 februari 2013, 19.30 uur Theater Heerlen wo 20 februari 2013, 20.15 uur Amsterdam Muziekgebouw aan ’t IJ zo 24 februari 2013, 16.30 uur Rotterdamse Schouwburg wo 20 maart 2013, 20.00 uur Stadsschouwburg Utrecht


Inhoud 5 6 9 14 22 36

Voorwoord Rolverdeling en tableau de la troupe Synopsis Benjamin Brittens Owen Wingrave BiografieĂŤn Opera Trionfo



voorwoord Het vervult ons met trots dat wij het Britten-jaar mogen openen met de eerste scenische uitvoering in Nederland van Owen Wingrave. De opera is een van Benjamin Brittens persoonlijkste stukken. Evenals de hoofdpersoon was Britten een overtuigd pacifist. De première van Owen Wingrave, als televisiefilm voor de BBC, maakte vele reacties los, zowel positieve als negatieve. Het was immers 1971, en voor- en tegenstanders van de Vietnamoorlog stonden elkaar naar het leven. De opera werd afgedaan als eendimensionale antioorlogspropaganda. Dat oordeel kleefde nog lang aan dit ontroerende meesterwerk. Jarenlang was Owen Wingrave zelden te zien. De laatste tijd krijgt de opera een betere pers. Dat is mede te danken aan David Matthews, die in Brittens geest de orkestpartij terugbracht naar een ensemble van vijftien musici. De kleinere bezetting komt het drama ten goede, zeker met het Nieuw Ensemble in de orkestbak en chef-dirigent Ed Spanjaard, een droomequipe waar we voor de vierde keer mee samenwerken. Owen Wingrave wordt nu gewaardeerd als een universeel verhaal over een eenling die niet doet wat zijn omgeving verwacht, maar zijn hart en geweten volgt. De jonge regisseur Floris Visser, van wie we nog veel gaan horen, brengt het pakkend tot leven in het prachtdecor van Gary McCann. Ook Opera Trionfo zoekt eigenwijs een zelfstandige koers. We presenteren geen beproefd repertoire voor een makkelijk succes, maar liever premières van vergeten parels, met jonge zangers. We zijn blij dat ook u, met uw theaterbezoek, het avontuur aandurft. Wij wensen u een inspirerende voorstelling. Jeanne Companjen

5


rolverdeling Owen Wingrave  Karel Ludvik (laatste erfgenaam der Wingraves) Spencer Coyle  Vitali Rozynko (hoofd van de militaire academie) Lechmere  Mark Omvlee (student aan de militaire academie) Miss Wingrave  Francis van Broekhuizen (Owens tante) Mrs. Coyle  Bauwien van der Meer (vrouw van Spencer Coyle) Mrs. Julian  Alexandra Schoeny (oorlogsweduwe) Kate Julian  Anna Traub (haar dochter en verloofde van Owen) General Sir Philip Wingrave  Bernard Loonen (Owens grootvader) The Ghost of Colonel Wingrave  Bernard Loonen (Owens voorvader) The Ghost of Young Wingrave  Sven Gee (zijn zoon) Nieuw Amsterdams Kinderkoor

6


Tableau de la Troupe Muzikale leiding  Ed Spanjaard Regie  Floris Visser Decor en kostuums  Gary McCann Lichtontwerp  Alex Brok Directeur  Jeanne Companjen Productie  Joanne de Roest, Eliane Baudet (stagiair) Regieassistente, boventiteling op tour  Anne Slothouwer Technische productie  Prem Scholte Albers Inspiciënt  Prem Scholte Albers, Bas Standaar (na 20/2) Voorstellingsleider  Saskia Waaijer Orkestinspiciënt en reistechnicus  Jeroen Blokker Vertaling libretto, boventiteling  Jurjen Stekelenburg Decoratelier  Maarten Steen, Alex Hoffrichter Transport decor  Pieter Smit Trucking Kostuumatelier  Margot Koudstaal, Diny Beck Kap en grime  Jan Ruedisueli Assistent-dirigent  Cameron Burns (dirigent op 17/1) Repetitor  Brian Masuda Reistechnicus  Jaap Kamps Publiciteit  Dimitri van der Werf Nieuw ensemble

Fluit  Harrie Starreveld Hobo  Ernest Rombout, Hans Wolters (17/2, 20/2) Klarinet  Anna voor de Wind Fagot/contrafagot  Desirée van Vliet Hoorn  Fokke van Heel, Petra Botma (24/2, 20/3) Trompet  Ad Welleman, Raymond Rook (24/2, 20/3) Trombone  Koen Kaptijn Piano  John Snijders, Pauline Post (14/1, 17/1, 31/1) Slagwerk  Herman Halewijn, Fredrike de Winter Eerste viool  Angel Gimeno (11/1, 31/1, 2/2, 24/2, 20/3) Tinta von Altenstadt (14/1, 17 /1, 17/2, 20/2) Tweede viool  Justyna Briefjes (14/1, 17/1, 31/1, 17/2, 20/2, 24/2, 20/3), Tinta von Altenstadt (11/1, 2/2) Altviool  Frank Brakkee Cello  Jeroen den Herder Contrabas  Dario Calderone 7


8


Synopsis Eerste akte

Scène 1  Op de militaire academie in Londen geeft Spencer Coyle de adelborst Owen Wingrave en zijn vriend Lechmere les in strategie en tactiek. Owen laat weten dat hij de oorlog verafschuwt en wil afzien van een militaire loopbaan. Daarmee gaat hij in tegen de wil en verwachtingen van zijn familie. Al eeuwen dienen alle mannelijke erfgenamen in het leger. Coyle raadt Owen aan om zich anders op te stellen, omdat hij anders bij zijn familie in ongenade zal vallen. Owen houdt echter stand en vraagt zijn mentor het nieuws over te brengen aan zijn gevreesde tante, Miss Wingrave. Als Owen is vertrokken, vraagt Coyle zich af hoe het met Owen zal aflopen. Scène 2  In Hyde Park staat Owen stil bij zijn minachting voor de oorlog. Gelijktijdig geeft zijn tante, Miss Wingrave, in haar appartement in Baker Street, lucht aan haar woede en ongeloof dat Owen zijn familieplicht verzaakt. Zij geeft Coyle opdracht haar neef terug te sturen naar het landgoed van de familie: Paramore. Daar zullen ze zijn verzet breken. Scène 3  Lechmere, Coyle en Mrs. Coyle praten in de militaire academie over Owens vreemde pacifistische ideeën. Het echtpaar vraagt Lechmere om zijn vriend op andere gedachten te brengen. Owen hoort hen toevallig spreken en benadrukt dat hij niet zal veranderen. Coyle laat Owen weten dat zijn tante hem heeft opgedragen om terug te keren naar Paramore. Owen vertelt Lechmere over zijn grootvaders liefde voor de oorlog, hoe zijn vader sneuvelde in de strijd en zijn moeder stierf van verdriet in het kraambed gelijktijdig met zijn doodgeboren broer. Scène 4  Op Paramore bespreekt Miss Wingrave het nieuws over Owen met de oorlogsweduwe Mrs. Julian en haar dochter Kate, die met Owen is verloofd. Ze zijn vastberaden om hem te laten luisteren naar het 9


voorvaderlijke huis. Ze verlaten bewust de grote hal waar alle portretten van de Wingraves hangen. Zo wordt Owen bij zijn aankomst niet begroet door zijn familie of geliefden, maar enkel door de stilzwijgende schilderijen. Een voor een betreden Mrs. Julian, Kate en Miss Wingrave de ontvangsthal en uiten hun minachting voor Owens ideeën. Owen wil uitleg geven, maar vindt geen enkele steun. Dan verschijnt zijn grootvader General Sir Philip Wingrave. Scène 5  Tijdens de week die volgt wordt Owen vanwege zijn beslissing om geen militair te worden voortdurend aangevallen door Sir Philip, Kate, Mrs. Julian en Miss Wingrave. Scène 6  De Coyles en Lechmere komen ook aan op Paramore. Ze zijn geschokt over de manier waarop Owen door zijn familie wordt behandeld. Mrs. Coyle vreest het huis en haar bewoners; ze is bang dat het er spookt. Coyle beaamt dat er inderdaad geesten rondwaren op het landgoed. Het zou hier gaan om Colonel Wingrave en zijn zoon, die samen vereeuwigd zijn op het grote portret in de hal. Owen begroet de Coyles en Lechmere hartelijk, desondanks proberen ook zij hem opnieuw op andere gedachten te brengen. Scène 7  De familieleden en hun gasten schuiven aan voor het diner. Sir Philip en Miss Wingrave eisen dat Owen zich voegt naar de familietraditie. Mrs. Coyle probeert Owen te verdedigen en brengt ter tafel dat Owen gewetensbezwaren heeft. De Wingraves, Kate en Mrs. Julian bespotten hem om zijn ‘gewetensbezwaren’. Owen staat woedend op en verklaart dat hij van oorlog zelfs een strafbaar feit zou willen maken.

10


TWEEDE AKTE Proloog  Een verteller zingt een ballade over een vroegere episode uit de familiegeschiedenis van de Wingraves. Een kleine jongen weigerde te vechten, nadat hij door een vriendje was uitgedaagd. Zijn vader, Colonel Wingrave, nam de jongen mee naar zijn kamer en sloeg hem in een ongecontroleerde woedeaanval dood. Kort daarna werd de vader in diezelfde kamer dood gevonden; hij was op een mysterieuze manier aan zijn eind gekomen. Owen en Coyle bespreken de tragische legende na het diner. Scène 1  De familie en de gasten komen samen in de salon. Kate accepteert Owens overtuigingen nog steeds niet. Mrs. Coyle spreekt Kate aan op haar loyaliteit jegens haar verloofde. Sir Philip verschijnt een laatste maal en wil Owen onder vier ogen spreken. Het gezelschap tracht het gesprek, dat achter gesloten deuren plaatsvindt, te volgen. Na zijn gesprek laat Owen weten dat hij onterfd is. Mrs. Julian barst in huilen uit nu het beoogde huwelijk tussen Owen en haar dochter Kate nutteloos is geworden. Zowel zijn erfenis als hun sociale status is voorgoed verloren. Lechmere maakt van de gelegenheid gebruik om met Kate te flirten en wordt door haar aangemoedigd. Ze daagt hem uit om wel een echte soldaat te zijn en moed te tonen door in de vervloekte kamer te slapen. Coyle grijpt in en stuurt Lechmere naar bed. Miss Wingrave verklaart dat de ‘deserteur’ geen onderdeel meer uitmaakt van de familie en wenst iedereen goede nacht. Owen blijft alleen achter in de voorvaderlijke hal. Hij verklaart dat hij zich gesterkt voelt in zijn keuze, omdat hij kracht heeft gevonden in vrede en niet in oorlog. Kate komt terug en treurt om Owens beslissing. Beiden dromen over hun gezamenlijk verleden. Elke hoop op verzoening wordt de bodem ingeslagen als ze hem tot tweemaal toe een lafaard 11


12


noemt. Ze daagt ook hem uit om een nacht door te brengen in de vervloekte kamer. Owen weigert. Terwijl Lechmere stiekem meeluistert blijft Kate Owen bespotten. Owen stemt uiteindelijk toe en vraagt Kate om hem in de kamer op te sluiten. Scène 2  In hun slaapkamer bespreken de Coyles de pijnlijke gebeurtenissen van de voorbije dag. Niet in staat om te slapen, klopt Lechmere aan en vertelt hoe Kate ook Owen uitdaagde om in de vervloekte kamer te slapen. Mrs. Coyle is diep ongerust en vraagt haar echtgenoot om te gaan kijken. Dan horen ze Kate gillen vanuit de kamer. De familieleden en de gasten haasten zich naar de deur. Als ze de kamer binnengaan, vinden ze Owen levenloos op de vloer. De verteller zingt opnieuw de ballade over de onwrikbare Wingrave-jongen.

13


Benjamin Brittens owen wingrave In 1967 kreeg Benjamin Britten van de BBC het verzoek om speciaal voor televisie een opera te schrijven. Britten nam de opdracht aan. De BBC had namelijk net zijn opera Billy Bud overtuigend verfilmd, met scenische details die in het theater niet te realiseren zijn. Daardoor was Brittens interesse gewekt om de mogelijkheden van televisie verder te verkennen. Hij had bovendien al een onderwerp voor een nieuwe opera in gedachten: Owen Wingrave. Een kort verhaal van Henry James, dat hij in 1962 had gelezen tijdens het voltooien van zijn War Requiem. Net als de gedichten van Wilfred Owen, die Britten voor zijn Requiem op muziek had gezet, is het verhaal een statement tegen de waanzin van oorlog. Een jongeman zweert geweld af en staakt zijn militaire opleiding. Hij breekt met de traditie van zijn adellijke familie, waarin de mannen strijden en sneuvelen voor god en vaderland. Op het familielandgoed Paramore krijgt hij weerstand van zijn familieleden, van zijn verloofde Kate en, wat hem fataal wordt, van de geesten van zijn voorouders. Owen Wingrave staat in de traditie van de gothic novels, waarin het bovennatuurlijke een grote rol speelt. Britten was zelf een ‘agressief ’ pacifist en had tijdens de Tweede Wereldoorlog dienst geweigerd. Na het internationale succes van het War Requiem had Rusland de Praagse lente in de kiem gesmoord. De VS hadden nog steeds geen uitweg gevonden uit de slopende Vietnamoorlog. Alle reden voor Britten om een opera te schrijven waarin nog een keer krachtig stelling wordt genomen tegen oorlog en geweld. Het libretto voor zijn nieuwe opera vertrouwde Britten toe aan Myfanwy Piper. Een voor de hand liggende keuze. Met haar had hij in 1954 al eerder een verhaal van Henry James omgewerkt tot een succesvolle opera: The Turn of the Screw. 14


15


16


Het was hun opzet om de nieuwe opera zo goed mogelijk op het medium televisie af te stemmen. Ze kwamen tot het inzicht dat een televisiekijker dichter op de handeling zit dan een theaterbezoeker. Britten liet in een interview weten dat ze om die reden een sterke ‘drive forward’ noodzakelijk vonden, zowel in het verhaal als in de muziek. Piper nam haar taak serieus en verdiepte zich in de ontstaansgeschiedenis van het verhaal. Henry James was aan Owen Wingrave begonnen na het lezen van de memoires van Marcelin Marbot, een Franse officier die tijdens de Napoleontische oorlogen actief was geweest. James stond perplex van de tradities binnen Franse militaire families, waarin ‘heldenmoed’ en ‘eer’ golden als overerfbare deugden, ondanks het bloedvergieten dat er mee gepaard ging. Hij bedacht dat verzet tegen je familie en zelfopoffering niet minder moedig zijn en voelde zich geroepen daar een verhaal aan te wijden. Owen Wingrave verscheen voor het eerst in 1892, in het kerstnummer van het populaire tijdschrift The Graphic. In 1907 maakte hij er een toneelversie van: de eenakter The saloon. Piper hield niet alleen het verhaal en het toneel­ stuk tegen het licht, maar ook de memoires die de inspiratiebron vormden, naast studies over oorlogs­ voering en ooggetuigenverslagen van muiterijen in India. Zo kon zij zich optimaal inleven in de gedachtewereld van een Britse negentiende-eeuwse pacifist. In overleg met Britten breidde Piper het verhaal uit om de opera de nodige ‘drive forward’ te geven. Zij bedacht zelf de eerste scène in de militaire academie waarin Owen les krijgt over de Slag bij Austerlitz. Zo kreeg Owens standpunt een voorgeschiedenis. Piper kwam ook op de effectieve scène waarin Owen aankomt op het landgoed Paramore en zijn familie hem negeert, zodat hij moet luisteren naar het huis en via de familieportretten naar zijn voorouders. Ook gaf 17


zij meer psychologische diepgang aan de rol van Kate, waar Henry James in haar ogen een karikatuur van had gemaakt. Anders kon je moeilijk begrijpen dat Owen verliefd op haar was geworden. Piper leverde Britten een effectief libretto inclusief specifiek voor televisie geschreven scènes. In de proloog komen met close-ups één voor één tien familieportretten in beeld. Britten schreef er muziek bij, die slim is toegesneden op de montages in de film. Bij elk portret vullen de strijkers het akkoord dat ze spelen aan met een extra noot uit de chromatische toonladder. Het mondt bij het laatste portret, van Owens vader, uit in een climax: een dissonant akkoord van elf noten in dubbel fortissimo. Het is een van de vele muzikale vondsten in Brittens rijkgeschakeerde partituur. Opvallend is ook de manier waarop Britten het landhuis en de familiegeesten tot leven wekt, met muziek voor slagwerk, harp en piano, waarin Balinese gamelan doorklinkt. Muziek die pakkend zowel de spookachtige sfeer als het onbuigzame militarisme van de Wingrave-familie karakteriseert. Voor de film dirigeerde Britten zelf het English Chamber Orchestra. Hij liet de rollen vertolken door zangers met wie hij al jaren succesvol had samengewerkt, zoals zijn levenspartner Peter Pears, Benjamin Luxon, Janet Baker en Jennifer Vyvyan. De film kwam in 1971 op televisie en was in elf landen te zien, waaronder Nederland. De opera kreeg een kritisch onthaal. Sommige critici zagen in Owen Wingrave platte antioorlogs­ propaganda. Anderen vonden het verhaal inconsistent en stoorden zich bijvoorbeeld aan de agressieve opstelling van de pacifistische Owen. Britten bleef niettemin pal achter zijn opera staan en wilde het stuk met enkele aanpassingen geschikt maken voor het theater. Dat lukte uiteindelijk niet. Hij werd in 18


19


20


beslag genomen door zijn nieuwe opera Death in Venice. Bovendien speelde zijn zwakke gezondheid hem parten. De opera beleefde in ongewijzigde vorm zijn theaterpremière op 10 mei 1973 aan de Londense Royal Opera. Een productie waaraan Ed Spanjaard als repetitor heeft meegewerkt. Ook bij die gelegenheid kreeg de opera zuinige recensies. Met het gevolg dat het stuk jarenlang vrijwel nooit te zien is geweest. Sinds enkele jaren keert het tij. In 2001 maakte Channel Four van Owen Wingrave opnieuw een televisiefilm, die enthousiast is ontvangen. De dirigent Richard Hickox kreeg veel lof voor de eerste plaatopname na Brittens eigen versie. David Matthews, jarenlang Brittens assistent, arrangeerde de orkestpartij voor een ensemble van vijftien musici, zoals Britten in de jaren veertig drie opera’s had geïnstrumenteerd voor The English Opera Group. Matthews’ versie bleek in meerdere theaters succesvol. Ook Opera Trionfo presenteert de opera in de nieuwe herinstrumentatie. Owen Wingrave lijkt beter begrepen te worden. Critici beseffen dat de opera meer is dan een stellingname tegen oorlog. Het stuk wordt nu gewaardeerd als een universeel verhaal over een jongen die zich niet conformeert aan zijn omgeving, maar zijn hart en geweten probeert te volgen. Owen Wingrave geldt inmiddels terecht als een volwaardige Britten-opera.

21


Biografieën Ed Spanjaard is sinds 1982 vaste dirigent van het Nieuw Ensemble, een post die hij tot 2012 ook bij het Limburgs Symfonieorkest heeft bekleed. Daarnaast is hij regelmatig gastdirigent bij het Koninklijk Concertgebouworkest, de Nederlandse radio-orkesten en het Nederlands Kamerkoor. Ed Spanjaard heeft als operadirigent en op het terrein van de hedendaagse en klassieke muziek een grote reputatie. Spanjaard leidde vrijwel alle Nederlandse orkesten en vervulde in talloze landen gastdirecties. Onlangs dirigeerde hij bijvoorbeeld het Dallas Symphony Orchestra.

In Nederland leidde hij operaproducties bij De Neder­­landse Opera (Rigoletto), Het Brabants Orkest en het Residentie Orkest (Aïda), Opera Trionfo (opera’s van Poulenc, Honegger en Martinů) en Opera Zuid (La Bohème, Jenůfa en Der Rosenkavalier). ­Onlangs voltooide hij zijn veelgeprezen Ring-cyclus bij de Nationale Reisopera met Götterdämmerung. Ook in het buitenland dirigeert hij operaproducties, zoals Debussy’s Pelléas et Mélisande voor de opera van Lyon. Als gastdirigent werkte hij o.a. samen met Ensemble InterContemporain in Parijs, Ensemble Modern, Klangforum Wien en het Nederlands ­K amerkoor. Met het Nieuw Ensemble bracht hij talloze werken in première, waaronder de Chinese kameropera’s Wol­ vendorp en The Death of Oedipus, Robert Heppeners Een Ziel van Hout, Franco Donatoni’s Alfred, Alfred en Micha Hamels Snow White. In 2002 leidde Spanjaard het debuut van het Atlas Ensemble tijdens de Berliner Festspiele. In april 2010 maakte hij met het Nieuw Ensemble een tournee door China. Ed Spanjaard heeft vele cd’s opgenomen. Zijn opnames met het Nederlands Kamerkoor van werken van Rudolf Escher en Ton De Leeuw zijn bekroond 22


met een Edison. Op dvd is hij met het NE te zien in een documentaire van Frank Scheffer over Boulez’ Eclat. Ed Spanjaard werd in 1948 in Haarlem geboren en kreeg zijn opleiding in Amsterdam en Londen. Hij assisteerde Bernard Haitink, Georg Solti en Herbert von Karajan en was staflid van de opera in Glyndebourne en de Royal Opera Covent Garden in Londen.  edspanjaard.nl Ed Spanjaard over Owen Wingrave “Britten schreef Owen Wingrave in 1970 als televisie­ opera voor de BBC. Enkele jaren daarna bracht Covent Garden als eerste operahuis Owen Wingrave op de planken. Ik was daar als repetitor aangesteld en kreeg – tot mijn grote opwinding – van nabij te maken met zangers van wie enkelen het muziekleven in Engeland al twintig, dertig jaar mede hadden bepaald: de aimabele Pears, voor wie Britten zo ongeveer al zijn tenor­partijen had gecomponeerd, goed bij stem, met alleen een wat warrig geheugen voor tekst. En Jennifer Vyvyan, met klare voordracht en feilloze rolbeheersing die, tot ieders ontsteltenis, nog voor de première overwacht overleed. Britten kwam alleen naar een voorstelling. Hij was al ernstig ziek en boog na afloop vanuit zijn loge, in een roodfluwelen colbert. Oorspronkelijk is de orkestbezetting voor deze opera voor een tamelijk volledig symfonieorkest. Enkele jaren geleden maakte David Matthews een versie voor vijftien instrumentalisten, precies zoals Britten in de veertiger jaren drie van zijn opera’s voor The English Opera Group had geïnstrumenteerd. Opera Trionfo en het Nieuw Ensemble zullen voor de vierde keer samenwerken. Het karige cultuurpolitieke klimaat van deze tijd heeft één voordeel: we konden bij de audities uit voortreffelijke jonge zangers kiezen, omdat het werk voor ‘losse’ musici steeds schaarser wordt. We gaan dan ook muzikaal gewapend deze bijzondere anti-oorlogs opera aan.” 23


‘Een veelbelovende aanwinst voor de Nederlandse opera­ wereld.’ Met deze woorden werd de jonge operaregisseur Floris Visser geprezen om zijn enscenering van Händels Agrippina. Floris Visser volgde een regie- en acteursopleiding aan de Toneelacademie Maastricht en studeerde zang aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij regisseert in binnen- en buitenland succesvolle voorstellingen van opera en (muziek)theater. Dit seizoen is hij benoemd tot Cul­ tural Professor aan de TU Delft. Tijdens zijn studies al was hij als acteur werkzaam voor onder andere het Onafhankelijk Toneel en gaf hij les aan het Haagse Conservatorium. Hij werkte ook als regie-assistent, onder anderen voor Willy Decker bij De Nederlandse Opera. Als acteur speelde hij Othello (Shakespeare), Alceste (in Molière’s Mensenhater), Creon (in Sofocles’ Antigone) en diverse rollen in Schnitzlers Reigen. Hij was verantwoordelijk voor regie en spel in de muziektheatervoorstellingen Rupert, eine Geschichte en Händel. Hij regisseerde Le groupe des six en Faust met Ensemble Electra. Als regisseur zette hij verschillende succesvolle productie op zijn naam: Le nozze di Figaro in Theater Carré (in het kader van de verjaardagen van Koningin Beatrix en Prinses Margriet) en Menotti’s The Tele­ phone en Poulencs La voix humaine , in de pers geprezen als ‘een prachtige voorstelling’. Verder regisseerde hij Händels Agrippina (te zien tijdens het Händel Festival in Den Haag en in Modena), Rossini’s Il signor Bruschino (in o.a. het Amsterdamse Concertgebouw en Berlijn), volgens de Volkskrant ‘een spannende enscenering’ en volgens de NRC ‘een geanimeerde en ironische enscenering’ die leidde tot een ‘plezierige en stijlvolle voorstelling’ en La clemenza di Tito (voor Den Haag en het Anghiari festival te Italië), volgens Opera Magazine ‘een indrukwekkende productie’. 24


Jos Thie stond hij bij als dramaturg in de uiterst succesvolle voorstellingreeks van Glucks Orfeo ed Euridice op Paleis Soestdijk. Voor het 25-jarige jubileum van De Nederlandse Opera werkte hij Schnittke’s Life with an Idiot om tot een muziektheatervoorstelling. Onlangs ensceneerde hij Bachs Matthäus-Passion en Bizets Carmen. Toekomstige producties zijn Mozarts Le nozze di Figaro, Puccini’s La bohème in Theater Osnabrück en Glucks Orphée et Euridice voor de Nationale Reisopera.  florisvisser.nl Floris Visser over Owen Wingrave “‘He will listen to the house ...’ met dit dreigement ontvangt Jane Wingrave haar neef Owen in hun voorvaderlijk huis Paramore. De Wingraves zijn een militair geslacht en sneuvelen al drie eeuwen lang voor God, koning en vaderland. In hun wereld is het ondenkbaar dat de enige erfgenaam niet in de voetsporen treedt van zijn voorvaderen. Het grote thematische onderwerp is een baanbrekende oproep van pacifisme vanuit het negentiende-eeuwse Britse imperium. Daar stond juist de pre-Socratische grondstelling dat ‘oorlog de vader van alle dingen is’ hoog in het vaandel. De novelle van Henry James biedt een blik in een typisch Britse aristocratische familie, waar tradities en een strikte scheiding der klassen je toekomst bepalen. En uiteraard bevolken ook geesten ons gotische verhaal. Eerst was er de onnatuurlijke daad van een vader die zijn kind doodsloeg en toen een jongen die zijn reeds geschreven lot trotseerde. Beide geschiedenissen kennen een even tragische afloop. De opera is een aanklacht tegen de oorlog vol van bovennatuurlijke elementen en onnatuurlijke wreedheden. Het landhuis wordt tot een slagveld en de familieleden vormen de strijdende partijen. De dramatische ironie wil dat Owen die weigert soldaat te worden uiteindelijk toch de gevallen held van Paramore is. Of zoals Henry James schreef in zijn notitieboek: ‘He must die, of course, be slain, as it were on his own battlefield ...’” 25


De Noord-Ierse ontwerper Gary McCann volgde zijn opleiding aan Nottingham Trent University. In Ierland en Engeland, maar ook internationaal werkt hij intensief als ontwerper voor theater, opera, televisie en evenementen. Zijn werk is tentoongesteld in het Victoria and Albert Museum te Londen. Recente opdrachten zijn: Die Fledermaus (Nationale Opera van Noorwegen), The Pitmen Painters (Live Theatre, National Theatre, Duchess Theatre, West End and Samuel J. Friedman Theatre, Broadway), Three Days in May (West End, tournee door de UK), 33 Variations (Volkstheater, Wenen), La voix humaine, L’heure espagnole (Nationale Reisopera), The Girl in the Yellow Dress (Market Theatre in Johannesburg, Grahamstown Festival, Stadtheater Stockholm), Someone Who’ll Watch over Me, The Odd Cou­ ple, The Seafarer en Moonlight and Magnolias (Perth Theatre), Così fan tutte (Schönbrunn Festival, Wenen) Norma (Nationale Opera van Moldavië), Fidelio (Garsington Opera), Guys and Dolls (Bielefeld Theater), Rossini’s La pietra del paragone (Opera Trionfo), Così fan tutte (Royal Academy of Music), The Little Prince (Lyric Theatre, Belfast), The Government Inspector, The Witch (R.A.D.A.). Toekomstige opdrachten zijn: Der fliegende Holländer (Opera van Jekaterinenburg), Il barbiere di Siviglia (Nationale Reisopera) en Imeneo (Royal College of Music, Londen).  garymccann.com

26


De lichtontwerper Alex Brok stu­deer­de theatertechniek aan de Amsterdam­se Hogeschool voor de Kunsten. Daarna ging hij met een onderzoeksbeurs naar de VS. Aan Stanford University gaf hij les en was hij actief in verschillende theaterproducties. In San Mateo werkte hij met Michael Ramsaur aan verschillende musicals. Bij de San Francisco Opera verzorgde hij het lichtontwerp van o.a. A Streetcar Named Desire en Arabella. Zijn ontwerp voor de theatervoorstelling When the Shark Bites werd uitgekozen voor de Praagse Quadriënnale van 1999, de wereldtentoonstelling voor theatervormgevers. Na zijn terugkeer naar Nederland was Brok werkzaam als licht- en videoontwerper in talloze opera-, toneel-en dansproducties in binnen- en buitenland. Hij ontwierp het licht voor Janačeks Sluwe vosje (Bregenzer festspiele) en Carmen (Companions Opera). Bij de Dutch National Opera Academy werkt hij aan meerdere projecten en coachingstrajecten. Met regisseur Floris Visser werkte hij samen aan La clemenza di Tito, Il signor Bruschino en Carmen. Momenteel werkt hij aan To be or not to be, met Rieks Swarte en regisseur Matthijs Rümke. In zijn nieuwe samenwerking binnen 28 minutes probeert hij de i­ nterdependentie tussen muziek en visuele vormgeving verder uit te diepen.

27


De bariton Karel Martin Ludvik komt uit Montreal. Daar volgde hij zijn zangstudie aan de McGill University, waar hij zijn bachelorgraad behaalde. Met een beurs van de Deutsche Akade­ mische Austauschdienst ver­t rok hij naar Augsburg voor een masteropleiding. Vervolgens kwam hij in Amsterdam bij de Dutch National Opera Academy terecht, onder de hoede van Margreet Honig. Ook nam hij deel aan projecten van de Opera­studio Nederland en de prestigieuze Académie du Festival d’Aix en Provence. Voor masterclasses klopte hij aan bij onder anderen Thomas Hampson, Birgitte Fassbaender, Julia Hamari, Ryland Davies, Helmut Deutsch en Rudolf Jansen. Momenteel krijgt hij coaching van Margreet Honig en Tom Krause. Karel Ludvik profileert zich in opera’s, concertrepertoire en liederen. Hij voelt hij zich thuis in repertoire van de renaissance tot nu. Ludvik zong bekende rollen als Don Giovanni, Graaf Almaviva, Papageno en onlangs Escamillo, maar was ook te horen in minder bekende opera’s van Telemann, Charpentier, Turnage en Zimmermann. Ook werkte hij mee aan wereldpremières; hij vertolkte de titelrol in Andrew Svoboda’s monodrama Martin Streda en in Peter-Jan Wagemans opera Andreas Weent. Ludvik werkte samen met bekende dirigenten als Hartmut Haenchen, Richard Egarr en Reinbert de Leeuw en was te gast bij De Nederlandse Opera, de Operadagen Rotterdam, het Augsburg Mozart Festival, de Opernfestspiele van Heidenheim, Dag in de branding en de ZaterdagMatinee. karelludvik.com De Russisch-Amerikaanse bariton Vitali Rozynko was recent succesvol met rollen als Escamillo bij de Opéra Royal de Wallonie (december 2010) , Giacomo in Giovanna d’Arco in Rotterdam en als Salvatore in Menotti’s Saint of Bleecker Street, een productie met 28


de dirigent Richard Hickox – de cdopname op het label Chandos kreeg een Grammy-­nominatie. Positief opgemerkt werd Rozynko als Schaunard in Puccini’s La Bohème aan de Boston Lyric Opera en bij het Boston Symphony Orchestra, waar hij optrad bij Seiji Ozawa’s 25-jarige jubileum als chef-dirigent. Ook met andere prominente dirigenten werkte Vitali samen, onder wie Colin Davis, Leon Botstein, Kenneth Montgomery en Reinbert de Leeuw. Rozynko trad op in vele operatheaters, in de VS en Europa. Ook in concertrepertoire laat hij van zich horen. Met het Orchestre National d’Île de France zong hij Bernsteins Mis, met het Jerusalem Symphony Orchestra Zemlimsky’s Lyrische Symfonie. Verder vertolkte hij de Christuspartij in Bachs J­ ohannes-Passion (Spanje) en nam hij deel aan een Europese tournee met ­Hasses I pellegrini del sepolcro del Nostro Signore. Vitali R ­ ozynko was te horen in prominente concertzalen en festivals zoals het Amsterdamse Concertgebouw, de Londense Wigmore Hall en het Ravinia Festival. Na zijn VWO, een propedeusejaar aan de Kleinkunst Academie en een jaar Schoolmuziek studeerde de tenor Mark Omvlee (1977) in 2003 af als student van Hein Meens aan het Conservatorium van Amsterdam. Sindsdien werd hij gecoacht door Gemma Visser, Marcel Reijans en Miranda van Kralingen. Nog voor zijn afstuderen werd Mark aangenomen bij het jeugdoperagezelschap Xynix Opera (tegenwoordig Holland Opera), waarvoor hij door heel Nederland diverse rollen zong, in barokopera’s en recent repertoire. Hij was ook te horen bij andere gezelschappen en in het Grachtenfestival en de ZaterdagMatinee. In 2006 debuteerde 29


Omvlee bij Opera Zuid in de titelrol van Stravinsky’s Mavra. Als vast lid van het solistenensemble zong hij tenorrollen in Le nozze di Figaro, Der Rosenkavalier, Barbe Bleue, Die Zauberflöte en andere opera’s. Zijn carrière als concertzanger komt niet in de verdrukking. Zo stond onlangs Mahlers Das Lied von der Erde op het programma en stukken als de Saint Nicolas Cantata van Britten. Als oratoriumzanger heeft hij vele malen werken van Bach gezongen en breidt hij zijn repertoire gestaag uit, ook met ­composities uit latere stijlperiodes. solotenor.nl Francis van Broekhuizen studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam bij Kevin Smith en aan de Dutch National Opera Academy, waar ze zong in Die Zauberflöte (Mozart), Satyricon (Maderna), De twee weduwen (Smetana) en La vie parisienne (Offenbach). Beide studies sloot zij met onderscheiding af. Na het behalen van de derde prijs in het Cristina Deutekom Concours werd zij ensemblelid van Opera Zuid. Veel succes had zij in de titelrol van Puccini’s Suor Angelica in een productie van Opera Zuid onder leiding van Ed Spanjaard. Francis van Broekhuizen werkte ook samen met andere gezelschappen. Bij Opera Spanga zong zij de titelrol in Strauss’ Elektra en Leporella in Donna Giovanna (een alternatieve versie van Mozarts Don Giovanni), bij Opera Animous in Phaëton van Lully, bij Opera Trionfo in de Nederlandse première van Honeggers Les aventures du roi Pausole en bij Opera Studio Nederland in Boesmans Reigen, die ook in de Parijse Opera Bastille te zien was. Francis van Broekhuizen treedt ook met orkesten op: zij was de hoofdgast in het muziekspektakel Ali Baba en de tach­ tig muzikanten, met Ali B en Holland Symfonia. Daarnaast geeft zij liederenrecitals, met haar duopartner 30


Femke de Graaf, is als zangpedagoge actief en geeft masterclasses aan amateurzangers. Zij werkte ook mee aan het Teleacprogramma Knoop in je zakdoek. francisvanbroekhuizen.nl De Nederlandse sopraan Bauwien van der Meer studeerde aan het Koninklijk Conservatorium bij Sasja Hunnego, die haar nog steeds coacht. Daarnaast volgt ze lessen bij Gemma Visser. Haar master’s degree haalde ze aan de Dutch National Opera Academy. Daar zong ze de titelrol in Händels Alcina , onder leiding van Richard Egarr. Voor deelname aan de postmasteropleiding van het VocaalLAB kreeg Bauwien een beurs van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Als freelancer zingt zij nog regelmatig bij dat ensemble, zoals onlangs in de succesvolle productie van Xenakis’ Oresteia. Ter ere van de zeventigste verjaardag van Louis Andriessen zong Bauwien van der Meer in De Staat, met het Nederlands Blazers Ensemble in het kader van de BBC Proms (2009). In het Holland Festival 2011 vertolkte zij de titelrol in The Cricket Recovers van Richard Ayers. Schönbergs Pierrot Lunaire voerde ze onlangs uit met Ensemble 88. Bauwien van der Meer werkte met veel orkesten en ensembles als het Nieuw Ensemble, Ensemble Modern, ASKO | Schönberg, Slagwerk Den Haag, het Ives Ensemble, het Residentie Orkest, het Doelen Ensemble en het Nieuw Amsterdams Peil. Zij werkte samen met dirigenten als Frank Ollu, Reinbert de Leeuw, Titus Engel, Béni Csillag, Etienne Siebens, Lucas Vis, Richard Egarr en Alego Pérez. Bauwien van der Meer is ook vast lid van het Eisler Trio. bauwienvandermeer.nl

31


De Amerikaanse sopraan Alexandra Schoeny verkrijgt in snel tempo erkenning voor haar kristalheldere stem en overtuigende expressie. Zij behaalde een master in opera aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag (2011), en daaraan voorafgaand een master of music (2009) aan de Royal Academy of Music in Londen, waar ze de Clifton Prize ontving voor het eindigen als eerste van haar klas. In 2007 behaalde zij een bachelor of music aan de Northwestern University (VS). Als jong kunstenares nam zij in Engeland deel aan het Britten-Pears Young Artist Programme, en aan projecten van de English National Opera, Opera Works en het Aspen Opera Theater Center (VS). Momenteel studeert zij bij Diane Forlano. In 2011 trad zij met succes op als Sofia in Il signor Bruschino (Rossini), onder leiding van Richard Egarr, in voorstellingen in het Concertgebouw Amsterdam en het Konzerthaus Berlin. In 2012 debuteerde zij bij de Cincinnati Opera (VS) als Nella in Gianni Schicchi (Puccini). Ook in 2012 debuteert zij in het Festival d’Aix-en-Provence als Clarina in La cambiale di matrimonio (Rossini) en als Frasquita (Carmen) in Delft. Ze keert terug naar de Cincinnati Opera in 2013 en zingt Zerlina (Don Giovanni), Marie-Celeste (Galileo Galilei van Phillip Glass) en hogepriesteres (Aida). alexandraschoeny.com De mezzosopraan Anna Traub is geboren en getogen in het Zwitserse Basel. Haar studie zangpedagogiek aan de Musikhochschule Luzern bij Prof. Barbara Locher, sloot ze in 2006 af met een onderscheiding en een subsidieprijs van de Maria en Walter Strebi Erni Stichting voor de meest veelbelovende afgestudeerden. 32


Vervolgens verhuisde ze naar Nederland en studeerde bij Pierre Mak aan het Conservatorium van Amsterdam. Momenteel wordt zij gecoacht door Gemma Visser en Ira Siff. Haar repertoire omvat een kleurrijk spectrum aan operarollen en een grote bandbreedte aan kamermuziek, liederen en oratoria. Daarmee is zij regelmatig op de internationale podia te beluisteren. Zo zong zij onder meer gelijk na het afronden van haar studie Orlando in de gelijknamige opera van Händel met het Combattimento Consort Amsterdam en Jan Willem de Vriend. Voor Opera Trionfo vertolkte zij in 2011 met groot succes de rol van Clarice in Rossini’s La pietra del paragone. Haar roldebut als Carmen in november 2012 werd door publiek en pers ‘adembenemend’ en ‘weergaloos’ genoemd. annatraub.com De tenor Bernard Loonen studeerde aan het Haagse Conservatorium bij Meinard Kraak. Met William Christie’s ensemble Les Arts Florissants werkte hij van 1988 tot 1992 regelmatig mee aan cd-opnames en optredens in Europa, Noord Amerika en Japan. In rollen als Ferrando, Belmonte, Rinuccio, Tamino en Arnalta was hij op het operatoneel te zien in Nederland en de opera­ huizen van Antwerpen, Lausanne, Buenos Aires, Lyon, Montpellier, Zürich en Seoul. Ook trad hij op in de festivals van Aix-en-Provence, Innsbruck en Massachusetts. In Nederland zong hij met vele orkesten en met het Nieuw Ensemble, de Volharding, het Combattimento Consort en de Nederlandse Bachvereniging. Hij werkte met dirigenten als Ed Spanjaard, Kenneth Montgomery, Arnold Östman, Jos van Veldhoven, Paul McCreesh en René Jacobs. Als concertzanger vertolkt hij een breed repertoire van Monteverdi tot Tippett. Bernard Loonen heeft veel werken van Britten gezongen: onder andere Peter Grimes, Curlew River, War Requiem, Saint Nicolas 33


Cantata, Les illuminations, de Serenade, de Canticles en diverse liederen. Op het programma voor 2013 staan onder andere Die Zauberflöte met het Nederlands Blazers Ensemble, de Matthäus-Passion met Reinbert de Leeuw, de Johannes-Passion met La Capilla Real in Madrid en een reeks concerten met de Five Canticles van Britten. bernardloonen.org Het Nieuw Ensemble is een toonaangevend ensemble voor hedendaagse muziek. Met tokkelinstrumenten als karakteristiek hart heeft de groep een eigen repertoire opgebouwd van ongeveer vijfhonderd in opdracht geschreven stukken. Geprezen om zijn baan­brekend werk op het gebied van programmering en repertoirevernieuwing onderneemt het NE een grote diversiteit aan activiteiten. Chef-dirigent is Ed Spanjaard. In 1998 werden het Nieuw Ensemble en artistiek leider Joël Bons onderscheiden met de Prins Bernhard Cultuurfonds Muziekprijs vanwege de ‘uitgesproken avontuurlijke en speelse programmering die letterlijk en figuurlijk als grensoverschrijdend kan worden betiteld’. Het ensemble introduceerde een groot aantal niet-westerse componisten. In premièreprogramma’s stonden het Midden-Oosten en Midden- en ZuidAmerika centraal. Groot succes oogstten de concertseries Nieuwe Muziek uit China in 1991 en 1992. Als vervolg daarop bracht het Nieuw Ensemble opera’s in première van Chinese componisten als Guo Wenjing, Xu Shuya en Qu Xiaosong. In 1997, 2008, 2010 en 2011 ging het ensemble op tournee naar China. Het Nieuw Ensemble werkte nauw samen met componisten als Boulez, Carter, Donatoni, Ferneyhough, Kagel, Ton de Leeuw, Ligeti, Kurtág en Loevendie. De groep initieerde thematische festivals zoals Complexity? (1991), Regels & Spel (1995), Improvisaties (1996), het 34


Tokkelfestival (1998) met westerse- en niet-westerse muziek, Het Verfijnde Oor (2002-3) over stemmingen en microtonen, Bezielde Tijd (2004-5) over ritme, Open Music (2005-6) over ‘computer aided composition’ en Orientations (2006-7) over westerse en nietwesterse instrumenten. Op cd is het NE te beluisteren met muziek van o.a. Carter, Donatoni, Ferneyhough, Gerhard, Kagel en Chinese componisten. Met Frank Scheffer maakte het NE een documentaire over Boulez’ Eclat en met Eline Flipse De Oogst van de Stilte over Chinese componisten. Uit de samenwerking met vele niet-westerse componisten en musici ontstond in 2002 het Atlas Ensemble. nieuw-ensemble.nl Het Nieuw Amsterdams Kinderkoor (NAK) is een klassieke zangopleiding met de specialisatie opera en is toegankelijk voor kinderen vanaf vier jaar die graag zingen. Sinds de oprichting in 2000 zingt het NAK gerenommeerd kinderkoorrepertoire, zoals Bachs Matthäus-Passion, Orffs Carmina Burana en Brittens Missa Brevis en A Ceremony of Carols. Het koor werkte ook mee aan diverse opera’s: Humperdincks Hänsel und Gretel, Philip Glass’ The Witches of Venice en Brittens Golden Vanity en Little Sweep. Het NAK viel al verschillende malen in de prijzen. Het won in 2001 de eerste prijs van het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt (België). Zowel in 2010 als in 2012 kreeg het koor de Zilveren ­Diploma tijdens het International Cantemus Festival Nyíregyháza te Hongarije. Het kinderkoor is regelmatig te horen en te zien op radio en televisie (op het Jeugdjournaal, bij de AVRO en de NPS op Radio 4, en in de KROprogramma’s De Wandeling en Profiel). nieuwamsterdamskinderkoor.nl 35


Opera Trionfo Opera Trionfo werd in 1998 door Jeanne Companjen opgericht. Dit gezelschap brengt kleinschalig, flexibel muziektheater als reisproductie. Het stelt jonge vocalisten in de gelegenheid podiumervaring op te doen op professioneel niveau. Met een voorkeur voor origineel en vaak niet eerder in Nederland uitgevoerd repertoire, voegt Opera Trionfo een belangrijke dimensie toe aan het gangbare opera-aanbod in Nederland. Bestuur

vacant, voorzitter Drs. F.X.M. Hilhorst, vice-voorzitter en penningmeester Mw. J. ten Doesschate-Timmerman, secretaris Bubo Damen, lid Alge m een directeur

Jeanne Companjen com itĂŠ vAN a aNBEVELING

Ir. E.P. de Groot, strategy & management Boer en Kroon Jan Bouws, regisseur Meinard Kraak, zanger Mw. M.W.P. Berendse, directeur Kunst en Zaken Drs. C.H. Boer, voorzitter bestuur Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera A.G.F. Boersma, oud-voorzitter Amsterdamse Kunstraad Mr. J.E.W. van Eeghen Max van Egmond, zanger Margreet Honig, zangpedagoge Ruud van der Meer, zanger Dr. A.H.G. Rinnooy Kan, voorzitter SER Ed Spanjaard, dirigent Mr. Th. van Grafhorst, notaris

36


Personen en instellingen die Oper a Trionfo steunen en steunden

Fonds Podiumkunsten KF Heinfonds Het Kersjes Fonds VSB Fonds SNS Reaal Fonds Prins Bernhard Fonds Bank Nederlandse Gemeenten Stichting Mundo Crastino Meliori J.C. Ruigrok stichting Kattendijke/Drucker Stichting Stichting Norma een aantal particuliere begunstigers op initiatief van Stichting ‘De Musketiers’. Met bijzondere dank aan de Vrienden van Opera Trionfo. adres

Opera Trionfo Bronsteeweg 68 2101 AE Heemstede telefoon 023 529 0008 info@operatrionfo.nl www.operatrionfo.nl colofon

Samenstelling/redactie programmaboekje Dimitri van der Werf, Jeanne Companjen Grafische Vormgeving De Boer & van Teylingen, Den Haag



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.