Nederlands 5/6
Literaire competentie
lezersprofiel: Instapbevraging/Uitstapbevraging Voor 5: Onderstaande bevraging dient als inspiratie bij het schrijven van je lezersprofiel. Ook kan ze je helpen om dit schooljaar boeken op jouw maat te kiezen en te verwerken. V~~r 6: Wellicht heb je de afgelopen jaren een evolutie doorgemaakt? '" Kruis bij elk onderdeel
een stelling aan waarin jij je het meest kan vinden. Daarna kijk je tot
welk niveau je jezelf als lezer op dit moment kan rekenen.
A. Mijn houding tegenover lezen
1. Eigenlijk hou ik niet (zo) van lezen, enkel als het echt moet. 2. Ik heb mijn tegenzin tegen lezen overwonnen en lees met niet al te veel moeite de verplichte schoollectuur. 3. Ik vind lezen niet vervelend, maar het boek mag niet al te dik zijn. 4. Lezen ligt me wei, ongeacht de dikte van het boek. 5. Ik lees echt graag, ook complexe boeken ga it< niet uit de weg. 6. Literatuur is voor mij min of meer dagelijkse kost; ik ben (een beetje) een boekenfreak.
B. Mijn boekkeuze 1. Ik lees het Iiefst geen al te dikke jeugdboeken en boeken waarin veel gebeurt. De hoofdpersoon moet van mijn eigen leeftijd zijn. Ais jongen verkies ik avontuurlijke (oorlogs)boeken, als meisje boeken over problemen. 2. Jeugdliteratuur spreek me zeker nog aan, maar boeken met volwassenen in de hoofdrol kunnen ook. Het is belangrijk dat ik me goed met de hoofdpersoon kan identificeren. 3. Ik interesseer me vooral voor de inhoudeJijke kant van de boeken: ze moeten over maatschappelijke of psychologische problemen gaan. 4. 'Echte' volwassenenboeken spreken me aan. Ik heb oog voor hoe de schrijver vertelt: stijl en opbouw mogen best wat ongewoon zijn. 5. Ik kan complexe boeken lezen, zowel moderne als oudere werken. Ik lees boeken niet meer enkel om de gebeurtenissen erin, maar ook omdat anderen ze bijzonder vinden. 6. Ik ga graag mijn eigen(zinnige) gang en verken met plezier de boekenwereld. Ik hou ook van boeken die tussen de regels door naar andere boeken verwijzen.
Nederlands 5/6
c.
Literaire competentie
Mijn verwerking van het boek
1. Eens ik een boek gelezen heb, voel ik niet zo'n grote behoefte om er verder over na te den ken of er met anderen over te praten. 2. Een boek mag niet te verwarrend zijn, anders' haak ik af wat de verwerking betreft. 3. Ik heb ontdekt dat boeken iets vertellen over de wereld om me heen, dat ze me helpen de wereld beter te begrijpen en eigen ideeen te vormen. Ik vind het ook leuk om over boeken te discussieren. 4. Ik heb geleerd zelf een oordeel te vormen over het boek op basis van allerlei argumenten. Bovendien lukt het me zelf om het thema vast te stellen. Wat ik nog niet zo goed kan, is het boek binnen de literatuur plaatsen (romansoort, cultuurhistorische context, auteursinfo). 5. De verschillende betekenislagen in boeken onderscheiden, vormt geen probleem. Ook kan ik boeken in een cultuurhistorische context plaatsen, of wi! daar tenminste zelf onderzoek naar verrichten met behulp van secundaire literatuur (bronnen die over het boek handelen). Ik kan ook behoorlijk met anderen van ideeen wisselen over gelezen werken. 6. Ik leg allerlei verbanden tussen de gelezen boeken, andere media en/of kennis op heel andere gebieden. Omdat ik al veel gelezen heb, zie ik ook dwarsverbanden met andere werken. Soms kan ik nog Ins wat van mijn leerkracht Nederlands leren ...
Typering lezersprofiel Kijk welk antwoord (1-6) je het vaakst gegeven hebt en duid het in onderstaande tabel aan. Je profiel als lezer en daarmee samengaand je literaire competentie worden nu duidelijk.
lezersprofiel belevend lezer (niveau 1)
literaire competentie zeer beperkt
2
herkennend lezer (niveau 2)
beperkt
3
reflecterend lezer (niveau 3)
noch beperkt noch uitgebreid
4
interpreterend lezer (niveau 4)
enigszins uitgebreid
5
letterkundig lezer (niveau 5)
uitgebreid
6
academisch lezer (niveau 6)
zeer uitgebreid
Antwoord 1