COLOFON Titel Opdrachtgever Leidend ambtenaar
Natuurbeheerplan Hof De Bist Stad Antwerpen Gerben Cosemans
Status Datum
Definitief september 2016
Studiebureau Projectleiding Auteur GIS Vormgeving Inventarisatie
Buiting Advies B.V. Ralph de Jong Ralph de Jong, Eric Verkaik Tim Lemmerlijn, Ralph de Jong Esther Nijhuis Elmar Prins, Eric Verkaik
Afbeelding omslag: blik op kasteel Hof De Bist vanaf het centrale grasland.
NATUURBEHEERPLAN HOF DE BIST SEPTEMBER 2016
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
1
INHOUDSOPGAVE DEEL 1 STUDIE 1
INLEIDING
8
1.1 1.2 1.3
AANLEIDING DOEL OPBOUW EN LEESWIJZER
8 8 9
2
VERKENNING
12
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.4.1 2.5.4.2 2.5.4.3 2.5.4.4 2.6 2.6.1 2.6.1.1 2.6.1.2 2.6.1.3 2.6.1.4 2.6.1.5 2.6.1.6 2.6.1.7 2.6.1.8 2.6.1.9 2.6.2 2.6.3 2.6.4
IDENTIFICATIE EIGENDOM, ZAKELIJKE EN PERSOONLIJKE RECHTEN KADASTRAAL OVERZICHT MET VERMELDING VAN OPPERVLAKTEN GRONDLASTEN (ERFDIENSTBAARHEDEN) SITUERING EN INDELING VAN HET PLANGEBIED SITUERING INDELING STATUUT VAN WEGEN EN WATERLOPEN STATUUT VAN DE WEGEN STATUUT VAN DE WATERLOPEN RUIMTELIJKE ORDENING GEWESTPLAN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROVINCIE ANTWERPEN STRATEGISCH RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ANTWERPEN GROENPLAN ANTWERPEN MOBILITEITSPLAN VEN EN IVON NATURA2000 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART BESCHRIJVING VAN HET ABIOTISCHE MILIEU GEOLOGISCHE OPBOUW EN BODEM RELIËF BODEM HYDROGRAFIE EN GRONDWATER OPPERVLAKTEWATER GRONDWATER OVERSTROMING EN WATEROVERLAST WATERBERGING BESCHRIJVING VAN HET BIOTISCH MILIEU BOS BESTANDSKAART BESTANDSBESCHRIJVING BOOMSOORTENSAMENSTELLING DENDROMETRISCHE GEGEVENS POTENTIEEL NATUURLIJKE VEGETATIE OPEN PLEKKEN PLANTEN MET HOGE NATUURWAARDE PROBLEEMSOORTEN VERGELIJKING MET BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART SOLITAIRE BOMEN EN BOOMGROEPEN HEESTERS EN TUINPLANTEN KORTE VEGETATIE
12 12 12 14 14 14 14 18 18 18 20 20 20 20 20 22 22 22 22 22 24 26 26 28 28 30 30 30 32 34 36 36 36 36 38 40 40 41 41 41 42 42 42 44
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
2
2.6.4.1 2.6.4.2 2.6.4.3 2.6.5 2.7 2.7.1 2.7.2 2.7.3 2.7.4 2.7.5
INTENSIEF BEHEERD GRASLAND RUIGTE EXTENSIEF BEHEERD GRASLAND FAUNA CULTUURHISTORIE, ERFGOED EN MONUMENTEN ALGEMENE CULTUURHISTORISCHE BESPREKING HISTORISCHE KAARTANALYSE VAN HET LANDSCHAP BESCHERMINGSBESLUITEN ELEMENTEN MET ERFGOEDWAARDE GEVOERD BEHEER IN HET VERLEDEN
44 44 44 46 48 48 50 54 54 56
3
FUNCTIES EN FUNCTIONEREN
58
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.2.1 3.1.2.2 3.1.2.3 3.1.2.4 3.1.2.5 3.1.3 3.1.3.1 3.1.3.2 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.1.1 3.3.1.2 3.3.1.3 3.3.1.4 3.3.1.5 3.3.2 3.3.2.1 3.3.2.2 3.3.2.3 3.3.3 3.3.4 3.3.4.1 3.3.4.2 3.3.5 3.3.5.1 3.3.5.2 3.3.5.3 3.3.5.4 3.3.5.5 3.4
BESCHRIJVING VAN DE ECOLOGISCHE FUNCTIE ECOLOGISCHE STERKTEN EN ZWAKTEN BEDREIGINGEN VAN DE ECOLOGISCHE FUNCTIE ONGEWENSTE SOORTEN BOSOPBOUW BERGING VAN HEMELWATER BETREDING BUITEN DE PADEN UITVAL VAN BOMEN ECOLOGICHE POTENTIES VERSTERKING VAN DE KWELZONE ECOLOGISCH BOSBEHEER BESCHRIJVING VAN DE ECONOMISCHE FUNCTIE ECONOMISCHE STERKTEN EN ZWAKTEN ECONOMISCHE POTENTIES BEDREIGINGEN VAN DE ECONOMISCHE FUNCTIE BESCHRIJVING VAN DE SOCIALE FUNCTIE GEBRUIKSFUNCTIES EN VOORZIENINGEN RECREATIE EN RUST EVENEMENTEN SPORT EN SPEL HORECA, CULTUURCENTRUM EN ANDERE BOUWWERKEN LANDSCHAP BEREIKBAARHEID EN TOEGANKELIJKHEID TOEGANGSPUNTEN TOT HET PARK INFRASTRUCTUUR TOEGANG BUITEN DE PADEN STERKTEN EN ZWAKTEN VAN DE SOCIALE FUNCTIE POTENTIES VAN DE SOCIALE FUNCTIE TOEGANKELIJKHEID ESTHETIEK BEDREIGINGEN VAN EN DOOR DE SOCIALE FUNCTIE BEPERKING IN RELATIE TOT WATERHUISHOUDING BEDREIGINGEN VAN EN DOOR DE TOEGANKELIJKHEID VEILIGHEID BEDREIGING VAN DE BEELDKWALITEIT STAPELING VAN FUNCTIES HET FUNCTIONEREN VAN HOF DE BIST: PERSPECTIEF
59 59 59 59 60 60 60 61 61 61 61 62 62 62 62 64 64 64 64 64 66 66 66 66 68 70 70 71 71 71 72 72 72 72 73 73 73
4
GLOBAAL KADER
74
4.1 4.2 4.3
DOELSTELLING OP HOOFDLIJNEN AMBITIENIVEAU NATUURSTREEFBEELDEN
74 74 74
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
3
5
INVENTARIS
76
5.1 5.2
INVENTARISATIES BEHEEREENHEDEN
76 76
6
VISIE
82
6.1 6.1.1 6.1.2 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.3.4
INSTANDHOUDING EN ONTWIKKELING CONSERVEREN ANTICIPEREN FUNCTIES EN FUNCTIONEREN GEEN EXCLUSIVITEIT DRAAGRACHT ONDERLINGE SAMENHANG ZONERING CULTUURHISTORISCHE ZONE LANDSCHAPPELIJK-RECREATIEVE ZONE NATUURLIJKE ZONE SAMENHANG EN OVERGANG
82 82 82 83 83 83 83 84 84 84 86 86
7
BEHEERDOELSTELLINGEN
88
7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.2.1 7.1.2.2 7.1.2.3 7.2 7.2.1 7.2.1.1 7.2.1.2 7.2.1.3 7.2.2 7.2.2.1 7.2.2.2 7.2.3 7.2.3.1 7.2.3.2 7.2.4 7.2.4.1 7.2.4.2 7.3 7.3.1 7.3.2 7.4 7.4.1 7.4.1.1 7.4.1.2 7.4.1.3 7.4.1.4 7.4.1.5 7.4.2 7.4.2.1 7.4.2.2 7.4.2.3 7.4.2.4
LANDSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN INPASSING IN HET OMGEVENDE LANDSCHAP HET INTERNE LANDSCHAP BOSKAMERS COULISSEN LANDSCHAPPELIJKE RELATIES DOELEN VOOR DE ECOLOGISCHE FUNCTIE DOELEN VOOR NATUURWAARDEN NATUURWAARDEN IN DE HISTORISCHE ZONE NATUURWAARDEN IN DE LANDSCHAPPELIJK-RECREATIEVE ZONE NATUURWAARDEN IN DE NATUURLIJKE ZONE NATUURSTREEFBEELDEN VOEDSELRIJKE, SOORTENRIJKE RUIGTES LANGS WATERLOPEN EN BOSZONES EIKEN-BEUKENBOSSEN OP ZURE BODEMS SPECIFIEKE DOELEN VOOR DE BOSBESTANDEN BOSBALANS: KWANTITATIEVE INSTANDHOUDING DUURZAAM BEHOUD EN ONTWIKKELING VAN KWALITEIT DOELEN MET BETREKKING DE WATERHUISHOUDING WATERKWANTITEIT WATERKWALITEIT DOELEN VOOR DE ECONOMISCHE FUNCTIE NATUURLIJKE PRODUCTEN OVERIGE DOELEN DOELEN VOOR DE SOCIALE FUNCTIE OPENSTELLING TOEGANGSPUNTEN INFRASTRUCTUUR BRUGGEN BETREDEN BUITEN PADEN PARKEREN PARKMEUBILAIR VERLICHTING BANKEN VUILBAKKEN HEKWERKEN
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
88 88 88 88 92 92 94 94 94 94 94 96 96 98 100 100 100 101 101 102 102 102 102 104 104 104 106 108 108 108 109 109 110 110 112
4
7.4.2.5 7.4.3 7.4.3.1 7.4.3.2 7.4.3.3 7.4.3.4 7.4.4 7.4.5 7.5 7.6
DRINKWATERVOORZIENING ZONES VOOR SPECIFIEKE GEBRUIK SPEELZONES EVENEMENTENZONE SPORTZONE SIERTUIN EN PLAATSING VAN KUNST VEILIGHEID ESTHETIEK DOELEN VOOR HET GEBOUWENPATRIMONIUM SAMENVATTING DOELSITUATIE
8
MAATREGELENSET
8.1 8.1.1 8.1.1.1 8.1.1.2 8.1.1.3 8.1.1.4 8.1.1.5 8.1.1.6 8.1.1.7 8.1.2 8.1.2.1 8.1.2.2 8.1.2.3 8.1.3 8.1.4 8.1.4.1 8.1.4.2 8.1.4.3 8.1.5 8.1.5.1 8.1.5.2 8.1.6 8.1.7 8.1.7.1 8.1.7.2 8.1.7.3 8.1.7.4 8.1.7.5 8.1.7.6 8.1.8 8.1.8.1 8.1.8.2 8.1.8.3 8.2 8.2.1 8.2.1.1 8.2.1.2 8.2.1.3 8.2.1.4 8.2.1.5 8.2.2 8.2.2.1
TERUGKERENDE MAATREGELEN BEHEER VAN BOS, BOMEN EN STRUIKEN SELECTIEF DUNNEN KROONLAAG SELECTIEF BEHEER STRUIKLAAG VERSTERKEN TRANSPARANTIE BOSZONES VISUELE BOOMCONTROLE JEUGDBEGELEIDINGSSNOEI ONDERHOUDSSNOEI BEHEER RISICOBOMEN BEHEER VAN SIERBEPLANTING VERWIJDEREN ONKRUID INBOETEN SIERBEPLANTING SCHEREN HAGEN BESTRIJDING ONGEWENSTE SOORTEN BEHEER VAN GRASLAND EN RUIGTE REGULIER MAAIBEHEER GAZON MAAIBEHEER VAN GAZON MET BLOEMBOLLEN BEHEER NATUURLIJK GRASLAND EN RUIGTE BEHEER OPPERVLAKTEWATERSYSTEEM BEHEER BESCHOEIING ONDERHOUD DUIKERS FAUNABEHEER BEHEER VAN PARKINRICHTING ONDERHOUD PADEN EN VERHARDING ONDERHOUD BRUGGEN ONDERHOUD HEKWERK ONDERHOUD RECREATIEF MEUBILAIR ONDERHOUD KUNSTWERKEN ONDERHOUD GEBOUWEN EN BOUWWERKEN ALGEMENE ONDERHOUDSMAATREGELEN LEGEN VUILBAKKEN VERWIJDEREN ZWERFAFVAL VERWIJDEREN BLAD- EN VRUCHTVAL EENMALIGE MAATREGELEN EENMALIGE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN DE WATERHUISHOUDING AANBRENGEN DRAINAGE VOORTUIN HERAANLEG CENTRALE GRASLAND AANBRENGEN DRAINAGE KORFBALVELD EN SPORTVELD SCHONEN WATERBODEM VERGROTEN WATERBERGENDE CAPACITEIT EENMALIGE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN DE INFRASTRUCTUUR HERAANLEG ENTREEZONE ISABELLALEI
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
112 114 114 115 116 116 117 117 117 117
122
Buiting Advies BV
122 122 122 126 127 127 128 129 130 130 130 130 132 132 134 134 134 135 135 135 136 136 137 137 137 138 138 138 139 139 139 139 140 140 140 140 141 143 144 145 146 146
5
8.2.2.2 8.2.2.3 8.2.2.4 8.2.3 8.2.3.1 8.2.3.2 8.2.3.3 8.2.3.4 8.2.3.5 8.2.4 8.2.4.1 8.2.4.2 8.2.4.3 8.2.4.4 8.2.5 8.2.5.1 8.2.5.2 8.2.5.3 8.2.5.4 8.2.5.5 8.2.5.6 8.2.6 8.2.6.1 8.2.6.2 8.3
HERZIENING INFRASTRUCTUUR IN EN ROND KWELZONE AANPASSING TOEGANKELIJKHEID ENTREEZONES HERZIENING BRUGGEN EENMALIGE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN SPORT- EN SPEELVOORZIENINGEN HERAANLEG SPEELPLAATS JONGE JEUGD HERAANLEG SPEELPLAATS OUDERE JEUGD INRICHTING SPEELBOS HERAANLEG FIT-O-METER AANLEG CALISTHENICS EENMALIGE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN PARKMEUBILAIR AANLEG VERLICHTING VOORTUIN AANLEG DRINKFONTEINTJES AANLEG DRINKWATERVOORZIENING EVENEMENTENTERREIN PLAATSEN EN VERWIJDEREN HEKWERKEN EENMALIGE MAATREGELEN IN BOS EN BEPLANTING BOSVERJONGING AANPLANT TEN BEHOEVE VAN VERDICHTING BOSZONES AANPLANT SOLITAIRE BOMEN VERWIJDEREN SOLITAIRE BOMEN AANPLANT BEELDBEPALENDE STRUIKEN AANPLANT ZICHTBLOKKERENDE STRUIKEN GRONDWERKEN REALISEREN FLAUWE OEVERZONE VERWIJDEREN GRONDWAL IN EVENEMENTENWEIDE OVERZICHT MAATREGELEN
146 148 148 149 149 150 151 152 153 153 153 154 154 154 156 156 158 158 159 160 160 162 162 162 162
9
BEHEERPLANNING
9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.2 9.2.1 9.2.2 9.2.3
RUIMTELIJKE PLANNING VAKKEN EN AFDELINGEN MAATREGELEN PER AFDELING ONTWERPOPGAVEN PLANNING IN DE TIJD WERKBLOKKEN PLANNING VAN TERUGKERENDE MAATREGELEN PLANNING VAN EENMALIGE MAATREGELEN
10
OPVOLGING
10.1 10.2 10.3
PERIODIEKE EVALUATIE TUSSENTIJDSE ACTUALISATIE EINDEVALUATIE
190 191 191
11
LITERATUUROVERZICHT
193
12
OVERZICHT KAARTEN EN AFBEELDINGEN
194
164 164 164 164 182 184 184 184 184
190
BIJLAGEN BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6 BIJLAGE 7 BIJLAGE 8
INVENTARSISATIE UITGEBRIED BOSBEHEERPLAN FAUNA IN HOF DE BIST RAPPORT ONROEREND ERFGOED RESULTATEN VAN HET PARTICIPATIETRAJECT NATUURSTREEFBEELDEN TOEGANKELIJKHEIDSREGELING KENMERKENDE SOORTEN VAN LANDGOEDEREN EN BUITENPLAATSEN OPENBAAR ONDERZOEK
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
6
Afbeelding1, detail van Natuurbeheerplan Hof de De ringdreef Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
7
1
INLEIDING
1.1
AANLEIDING
Stad Antwerpen is rijk aan parken en groengebieden. De huidige inrichting van diverse parken dateert uit de tweede helft van de 19e eeuw, in meer of mindere mate aangepast aan de tegenwoordige tijd. Ook district Ekeren kent dergelijke kenmerkende parken, waarvan Hof De Bist een fraai voorbeeld is. Toenemende vraag naar ruimte voor bebouwing en bedrijvigheid maakt dat de druk op het openbare groengebied groter wordt. Sport- en recreatieverenigingen hebben hun intrek genomen in de parken, wegens gebrek aan alternatieven worden evenementen in parken gesitueerd, maar ook de externe invloeden op het functioneren van het groen nemen toe. Deze multifunctionaliteit onderschrijft het draagvlak voor de instandhouding van deze bijzondere groengebieden. De keerzijde is dat, net als in andere parken, ook in Hof De Bist verschillende functies en belangen strijdig met elkaar kunnen zijn. Waarden als ecologie, cultuurhistorie en beeldkwaliteit kunnen geleidelijk afnemen onder invloed van intensief gebruik, (her)inrichting en beheer. Om het samenspel van inrichting, beheer en gebruik in Hof De Bist in goede banen te leiden en de toekomst van Hof De Bist duurzaam te garanderen, heeft het bestuur van district Ekeren voorliggend natuurbeheerplan op laten stellen.
1.2
DOEL
Doel van het plan is het formuleren van overeengekomen keuzes voor het toekomstige beheer van het park. Hieronder worden niet alleen de dagelijkse beheermaatregelen verstaan, maar ook eventuele ontwikkelingen en het gebruik van het park voor uiteenlopende doelen. Op basis van het natuurbeheerplan moet het parkbeheer op doelmatige wijze uitgevoerd kunnen worden. Zowel het doel als de effecten van maatregelen en beslissingen moeten steeds getoetst kunnen worden aan in dit plan gemaakte keuzes en richtlijnen. Daarnaast heeft het plan een duidelijke communicatieve functie. Voor omwonenden en overige belanghebbenden geeft het plan inzicht in het ‘hoe en waarom’ van bepaalde ingrepen in het terrein. Maar bovenal fungeert het plan als een document waarin de belangen van de verschillende betrokken en gezaghebbende instanties samenkomen. Deze belangen zijn zo verweven dat een consensus is bereikt over de ingeslagen weg en de daarmee samenhangende mogelijkheden en beperkingen. Het proces waarin deze consensus is bereikt is dan ook een minstens zo belangrijk doel als het uiteindelijke rapport dat hieruit voortvloeit. Al met al biedt voorliggend natuurbeheerplan een kader en handleiding voor een planmatige, breed gedragen aanpak van instandhouding, beheer en ontwikkeling van het fraaie park Hof De Bist.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
8
1.3
OPBOUW EN LEESWIJZER
Elk beheerplan -zo ook het voorliggende- komt tot stand door de beantwoording van drie fundamentele vragen: wat hebben we, wat willen we en hoe bereiken we dat? DEEL 1: STUDIE In deel 1 van voorliggend plan wordt antwoord gegeven op de vraag “wat hebben we?”. Dit vormt het beschrijvende gedeelte van het plan. De hoofdstukken die onder dit deel vallen zijn gebaseerd op de actuele situatie van het moment waarop het plan werd opgesteld en moeten derhalve als momentopname worden beschouwd. We vangen in hoofdstuk 2 aan met een verkenning van het plangebied, waarbij de formele aspecten van het plangebied aan de orde komen, gevolgd door een beschrijving van onder meer de abiotische, biotische en cultuurhistorische kenmerken. Aansluitend wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de functievervulling van het park. Aan de hand van de ecologische, economische en sociale functie wordt ingegaan op de verschillende belangen die een rol spelen in het park en de voorzieningen die daarvoor zijn aangebracht. Behalve een algemene beschrijving per hoofdfunctie, wordt beschreven wat daarvan de bedreigingen en potenties zijn zoals die tijdens de studie naar voren zijn gekomen. In hoofdstuk 4 wordt het globaal kader beschreven. Het globaal kader geeft een beknopte weergave van de randvoorwaarden waarbinnen in het verdere plan de visie en het beheerplan zijn opgesteld. Daarbij is aandacht voor een algemene doelstelling, natuurdoelstellingen en het ambitieniveau dat de eigenaar voor ogen heeft. Deel 1 wordt afgesloten met de beschrijving van de inventaris in hoofdstuk 5. Daarbij wordt, in aanvulling op de algemene beschrijving van hoofdstuk 2, een beschrijving gegeven van de beheereenheden in het park conform de standaard indeling van Stad Antwerpen. DEEL 2: VISIE De vraag “wat willen we?” wordt beantwoord in deel 2 van het plan. In dit deel wordt in hoofdstuk 6 de globale visie geformuleerd voor het park. Alle te maken beslissingen zullen gedurende de looptijd van het plan geworteld zijn in en getoetst kunnen worden aan deze formulering. Een nadere uitwerking van de visie wordt in hoofdstuk 7 gegeven, waarin de beheerdoelstellingen aan bod komen. DEEL 3: BEHEERPLAN Deel 3 geeft uiteindelijk invulling aan de vraag “hoe willen we dat bereiken?”. De in deel 1 geformuleerde beheereenheden en in deel 2 geformuleerde beheerdoelstellingen vormen hiervoor de basis. In deel 3 worden de feitelijke maatregelen beschreven. Het totaal aan maatregelen -de maatregelenset- kan worden gezien als de gereedschapskist van de beheerder, zowel het doel als de uitvoeringsrichtlijnen worden hier per maatregel toegelicht. Waar en wanneer de maatregelen ingezet worden wordt aangegeven in hoofdstuk 9: de maatregelenplanning. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de ruimtelijke planning van het beheer en de planning van de maatregelen in de tijd gedurende de looptijd van dit plan. Tot slot wordt in hoofdstuk 10 ingegaan op de opvolging van de beheermaatregelen in relatie tot de beheerdoelen. Een goede opvolging is immers onmisbaar om de effectiviteit van de maatregelen te toetsen en zo nodig tijdig te kunnen bijsturen. Overzichten van gebruikte bronnen en van toegevoegde kaarten zijn toegevoegd in respectievelijk hoofdstuk 11 en 12. Bij dit plan behorende bijlagen zijn achter dit rapport bijgevoegd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
9
DEEL 1 STUDIE
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
10
F198L F198k
F232a
F230k
F228f
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV Afbeelding 2, kadastraal overzicht (bron: CadGIS, Federale Overheidsdienst FinanciĂŤn, peildatum 01-01-2015)
11
2
VERKENNING
Het hoofdstuk verkenning verschaft inzicht in het plangebied en alle aspecten daarvan die relevant zijn voor het Natuurbeheerplan. Naast een algemene beschrijving van het park, wordt een nadere toelichting gegeven op verschillende thema’s en aspecten die een rol spelen in de instandhouding en het beheer van Hof De Bist.
2.1
IDENTIFICATIE
2.1.1
EIGENDOM, ZAKELIJKE EN PERSOONLIJKE RECHTEN
Het plangebied is in eigendom bij Stad Antwerpen, district Ekeren. Voorts gelden de volgende rechten op (een gedeelte van) het plangebied:
Recht van opstal op een perceel grond met een oppervlakte van 13,07m2, gesloten tussen het Autonoom Gemeentebedrijf voor Vastgoed- En StadsProjecten Antwerpen (AG VESPA) en de vennootschap IMEA. De overeenkomst betreft de plaatsing van een distributiecabine voor de bevoorrading in energie van het grondgebied van Stad Antwerpen door IMEA of haar rechtsopvolgers of rechtsverkrijgers. De overeenkomst heeft een looptijd van 50 jaren en is ondertekend op 27 januari 2014 Cafetaria/restaurant Hof De Bist is in erfpacht gegeven aan het Autonoom Gemeentebedrijf voor Vastgoed- En StadsProjecten Antwerpen (AG VESPA), volgens akte van 10 september 2010.
2.1.2
KADASTRAAL OVERZICHT MET VERMELDING VAN OPPERVLAKTEN
Het plangebied omvat in totaal 22 kadastrale percelen, waarvan één perceel gedeeltelijk. Afbeelding 2 toont de begrenzing en ligging van de percelen binnen de blauw gemarkeerde grenzen van het plangebied. Tabel 1 geeft de bijbehorende oppervlakte weer. TABEL 1, KADASTRAAL OVERZICHT 2 KADASTRAAL PERCEEL OPPERVLAKTE (m ) 11364F0194 4.904,174745 11364F0195/B 7.554,075249 11364F0195/C 2.880,346925 11364F0196/C 4.317,571788 11364F0196/E 2.207,989806 11364F0197 *18.164,296334 11364F0198/K 121,953362 11364F0198/L 111,252996 11364F0198/M 7.204,984362 11364F0199 7.882,315799 11364F0201 6.263,493806 11364F0202 12.710,461394 11364F0202/2 7.049,388024 11364F0203 9.768,183765 11364F0228/F 51,901214 11364F0228/G 893,087935 11364F0230/H 64.480,817334 11364F0230/K 18,590463 11364F0232/A 259,089385 11364F0235 4.798,670039 11364F0236 5.204,833025 11364F0237/B 12.717,421557 TOTAAL *179.564,899307
TYPE Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel Privatief perceel
STATUS Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd Gekadastreerd
OPMERKING
Gedeeltelijk binnen plangebied Betreft clubhuis korfbal Betreft clubhuis korfbal
Betreft voormalige volière bij brasserie Betreft brasserie Hof De Bist
Betreft kasteel Hof De Bist
* Weergegeven oppervlakte van perceel F0197 betreft de volledige oppervlakte van het perceel volgens opgave van de Federale Overheidsdienst Financiën. Slechts een deel van dit perceel behoort tot het plangebied. De weergegeven plangrens is niet exact.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
12
Natuurbeheerplan Hofvan De het Bist,plangebied Stad Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV Afbeelding 3, situering binnen district Ekeren
13
De gegevens weergegeven in afbeelding 2 en tabel 1 zijn overgenomen uit de applicatie CadGIS van de Federale overheidsdienst Financiën, laatste fiscale versie 01-01-2015. Als gevolg van onder meer de geografische projectie en verloop van perceelsgrenzen, kunnen kleine verschillen optreden tussen de kadastrale oppervlakten en de topografische grenzen en oppervlakten als weergegeven in de overige plankaarten in dit beheerplan.
2.1.3
GRONDLASTEN (ERFDIENSTBAARHEDEN)
Er werden geen erfdienstbaarheden vastgesteld.
2.2
SITUERING EN INDELING VAN HET PLANGEBIED
2.2.1
SITUERING
Afbeelding 3 toont de situering van het plangebied ten opzichte van de grenzen van district Ekeren. Hoewel Ekeren één van de groenere districten is van Antwerpen, wordt het grootste deel van de openbare groene ruimte gedomineerd door functionele landbouwgronden. Samen met het nabijgelegen Veltwijckpark onderscheidt Hof De Bist zich hiervan door de inrichting die niet op functie maar in eerste instantie op schoonheid en recreatie is gericht. Hof De Bist ligt centraal binnen het district aan de Veltwijcklaan. Ten opzichte van het overige grootschalig groen van Ekeren ligt het park vrij geïsoleerd. Het terrein wordt bijna geheel omgeven door bebouwing en daarbij behorende tuinen. Hof De Bist wordt in het zuiden en zuidoosten begrensd door de Veltwijcklaan, die het centrum van Ekeren verbindt met de hoofdverbindingsweg in het oosten van het district. De bebouwing aan de Marcel de Backerstraat en in het verlengde daarvan de Isabellalei vormen de oostgrens van het park. De westgrens wordt afgebakend door een waterloop die nabij de Veltwijcklaan onder de grond verdwijnt. In het noorden grenst het park aan een verzameling van percelen met diverse functies op gebied van sport en recreatie. Ook een terrein van de Groendienst maakt onderdeel uit van dit cluster.
2.2.2
INDELING
Hof De Bist is te typeren als een openbaar park, ontworpen en aangelegd in landschapstijl. Het middengedeelte van het park wordt ingenomen door grasland met een markant groen eiland in het centrum. Ook in het noorden van het park bevinden zich enkele graslandjes. Aan de zuidwestelijke rand van het centrale grasland bevindt zich kasteel Hof De Bist, dat het functionele centrum van het park vormt. Aansluitend aan de zuidwestgevel van het kasteel bevindt zich een formele tuin. In het zuiden van het park bevindt zich een voormalige hoeve die thans een horecafunctie (brasserie) vervult. Naast de hoeve bevindt zich een parking die van het park wordt afgescheiden door een oude gemetselde muur. De overige ruimte tussen de graslanden en bebouwing wordt ingenomen door opgaand bos. Het bos heeft in de nabijheid van het kasteel kenmerken van de landschapsstijl met strategisch geplaatste bomen, waaronder exoten, verder naar het oosten en noorden vertoont het bos minder van deze stijlkenmerken. Direct ten noorden van het kasteel bevindt zich een slingerende vijverpartij die wordt gevoed vanuit een waterloopje dat aan de oostzijde in het park ontspringt. De vijverpartij watert af op een twee waterloopje dat de oostzijde van het park afbakent.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
14
Afbeelding 4, basiskaart Hof De Stad Bist Antwerpen/Ekeren Natuurbeheerplan Hof De Bist,
Buiting Advies BV
15
Vanuit de kasteelomgeving vertrekken verschillende paden die met ronde lijnen het park ontsluiten. Kenmerkend daarin zijn de drie aan elkaar gekoppelde lussen. De eerste lus omvat de formele tuin ten zuiden van het kasteel. De tweede en grootste lus ligt aan de andere zijde van het kasteel en omvat het centrale grasland. Aansluitend daarop is een derde lus aanwezig die het bos in het oosten van het park ontsluit. Deze laatste lus is voorzien van een laanbeplanting en draagt de toepasselijke naam ’ringdreef’. De oorspronkelijke toegang tot het park bevindt zich een de zuidwestzijde van het park. Hoewel deze toegang nog altijd aanwezig is en de allure van hoofdingang heeft, betreden de meeste parkbezoekers het park aan de zuidzijde, vanaf de parking of vanuit de brasserie. Ook kan het park via een bescheiden toegang aan de oostzijde worden betreden. Aan de noordzijde van het park zijn diverse gebruiksfuncties in het landschap ingepast. Zo bevindt zich hier een clubhuis van de Chiro, een locatie van de Groendienst, schuttersvereniging Drij Akers, een korfbalvereniging een hondenloopzone en meerdere sportvelden. De korfbalvereniging en de hondenloopzone zijn gelegen binnen het plangebied waarop dit beheerplan van toepassing is. De overige voorzieningen sluiten daarop aan. Een basiskaart van het plangebied is als afbeelding 4 opgenomen. Tabel 2 toont een globale oppervlakteverdeling van de verschillende terreintypen in het plangebied.
TABEL 2, GLOBALE INDELING PARK HOF DE BIST TERREINTYPE HOEVEELHEID EENHEID 2 Bos 101.529 m 2 Korte vegetatie 52.326 m 2 Overige beplanting 656 m 2 Oppervlaktewater* 7.057 m 2 Bebouwing 1.133 m 2 Verharding (inclusief halfverharding) 11.038 m 2 TOTALE OPPERVLAKTE 173.739 m * Door de flauwe taluds van enkele waterpartijen kan de exacte oppervlakte van het oppervlaktewater variëren onder invloed van de waterstand. De weergegeven oppervlakte van dit terreintype moet daarom als indicatief worden beschouwd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
16
Afbeelding 5, uitsnede uit Atlas van Buurtwegen1841. Bron: Geopunt.be (indicatieve contour Hof De Bist in wit)
Afbeelding 6, uitsnede uit Atlas van Buurtwegen1841, detailkaart deelgebied 25. Bron: Geopunt.be (indicatieve contour Hof De Bist in wit)
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
17
2.3
STATUUT VAN WEGEN EN WATERLOPEN
2.3.1
STATUUT VAN DE WEGEN
OPENBARE WEGEN Binnen het plangebeid bevinden zich geen openbare wegen aanwezig. BUURTWEGEN Het plangebied is geheel gelegen in deelgebied 25 van de Atlas van Buurtwegen 1841 (zie afbeeldingen 5 en 6). Binnen het plangebied zijn geen buurtwegen aangeduid. Wel wordt het plangebied aan de zuidzijde begrensd door chemin no 2; de huidige Veltwijcklaan. Deze weg biedt toegang tot de parking binnen het plangebied. BOS- EN DIENSTWEGEN Alle binnen het plangebied gelegen wegen en paden hebben de status van bosweg of dienstweg.
2.3.2
STATUUT VAN DE WATERLOPEN
Binnen de grenzen van het plangebied Hof De Bist zijn in de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA) geen waterlopen weergegeven. De dichtstbijzijnde waterloop betreft de Donkse Beek (geklasseerd, tweede categorie, te beheren door de provincie) die op enkele honderden meters afstand ten zuiden en oosten van het plangebied loopt. Meer gegevens over het oppervlaktewater in en om het plangebied zijn opgenomen in paragraaf 2.5.4.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
18
Afbeelding 7, bestemmingen volgens het gewestplan. Bron: Geopunt.be
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
19
2.4
RUIMTELIJKE ORDENING
2.4.1
GEWESTPLAN
In het Gewestplan Antwerpen heeft het plangebied twee hoofdbestemmingen: Het noordwestelijk deel van het park de hoofdbestemming ‘gebieden voor dagrecreatie’, op afbeelding 7 aangeduid met een gele kleur Het zuidoostelijk deel van het park heeft de hoofdbestemming ‘parkgebieden’, aangegeven met een lichtgroene kleur. Omliggende gebieden om het park hebben de hoofdbestemming ‘woongebieden’, aangegeven in rood.
2.4.2
RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN
Hof De Bist is niet binnen een RUP gelegen. Ten zuidwesten van het park beginnen het RUP grootstedelijk gebied Antwerpen en het RUP Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren.
2.4.3
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), is van kracht sinds 1997 en vormt een kader voor het ruimtelijke beleid. Het plan stelt dat de open ruimte maximaal moet worden beschermd en steden moeten worden geherwaardeerd. Het plan is gedeeltelijk herzien in de periodes 2003-2004 en 2008-2011, waarmee ook de looptijd van het plan is verlengd. Er wordt gewerkt aan een opvolger, het Beleidsplan Ruimte. Meer informatie over het RSV is beschikbaar op de website van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (www.rsv.vlaanderen.be). In het Ruimtelijk Structuurplan worden vier structuurbepalende componenten onderscheiden in Vlaanderen: stedelijke gebieden en netwerken buitengebied gebieden voor economische activiteit lijninfrastructuur. Hof De Bist zelf wordt niet genoemd in het Structuurplan. Wel wordt aangegeven dat Antwerpen grootstedelijk gebied is. Een grootstedelijk gebied heeft potenties op internationaal en Vlaams niveau om de groei inzake woongelegenheid, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten op te vangen. Antwerpen behoort ook tot de Vlaamse Ruit, het stedelijk kerngebied tussen Antwerpen, Brussel, Gent en Leuven dat van internationaal economisch belang is voor Vlaanderen.
2.4.4
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROVINCIE ANTWERPEN
Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA) werd goedgekeurd in 2001 en geeft een langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van de provincie. Ook vormt het een referentiekader voor de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. Het RSPA bestaat uit een informatief, richtinggevend en bindend gedeelte. Hof De Bist maakt deel uit van de in het structuurplan aangeduide deelruimte Grootstad Antwerpen. Meer informatie hierover is beschikbaar via de website van Provincie Antwerpen (www.provant.be).
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
20
Natuurbeheerplan Bist, Antwerpen/Ekeren Afbeelding 8, gebieden vanHof hetDe VEN enStad IVON. (Bron: Geopunt.be) Buiting Advies BV
21
2.4.5
STRATEGISCH RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ANTWERPEN
Net als het ruimtelijk structuurplan van de provincie bestaat dit plan, het sRSA uit 2006, uit een informatief, richtinggevend en bindend gedeelte. Het informatieve gedeelte beschrijft de bestaande ruimtelijke structuur, aan de hand van verschillende beelden over de stad, zoals Antwerpen als waterstad of Antwerpen als Megastad. In het richtinggevend deel wordt het toekomstige ruimtelijke beleid van de gemeente voorgesteld en het bindende deel bevat afspraken om de voorgestelde visie te realiseren en is bindend voor het stadsbestuur.
2.4.6
GROENPLAN ANTWERPEN
Het Groenplan Antwerpen bepaalt de rol die het groen kan spelen binnen het Antwerpse grondgebied. Het wordt gebruikt als kader voor ruimtelijke uitvoeringsplannen en andere stadsontwikkelingsprojecten. Het geeft aan wat de minimale groene randvoorwaarden zijn om tot een duurzaam groen-blauw netwerk te komen. In de eerste fase van het planproces zijn als onderdeel van het Groenplan verschillende analysenota’s opgemaakt. In de analysenota ‘Ecologie’ is Hof De Bist aangewezen als ecologisch kerngebied. Het gebied maakt geen deel uit van een ecologisch waardevol complex of ecologische verbinding. De analysenota ‘Milieu’ gaat onder meer in op de luchtkwaliteit. Deze studie wijst uit dat het noordelijke deel van Hof de Bist behoort tot de 15% van het Antwerpse groen dat buiten de overschrijdingszone fijnstof (PM10) is gelegen. Het zuidelijke deel draagt bij aan een (beperkte) filtering van fijnstof uit de lucht. De analysenota ‘Historiek’ bestempelt het plangebied als een gebied met een zeer hoge historische beeldwaarde maar een matig historisch beheer. Het hof is gekenmerkt als relictenzone; een gebied met een grote dichtheid aan ankerplaatsen waar de connectiviteit tussen waardevolle landschapselementen belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering. Daarbij worden de recreatiedruk en onaangepast beheer geformuleerd als knelpunten voor het historisch groen. In de analysenota ‘Gebruiksfunctie’ wordt Hof De Bist als park en sportterrein gerekend tot openbaar toegankelijk groen. Het park vervult binnen de stad de functie van zowel, buurtgroen, als wijkgroen als stadsdeelgroen.
2.4.7
MOBILITEITSPLAN
In het mobiliteitsplan ‘Antwerpen 2020/2025/2030 Actief & Bereikbaar’ zijn geen wegen benoemd die gelegen zijn binnen het plangebied. De Veltwijcklaan ten zuiden van Hof De Bist is in het mobiliteitsplan geclassificeerd als Wijkweg. Wijkwegen ontsluiten locale bestemmingen en vormen de verbinding naar hogere hiërarchieën van wegen.
2.4.8
VEN EN IVON
Hof De Bist ligt niet binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en maakt ook geen onderdeel uit van het Integraal Verwevings- en ondersteunend Netwerk uit (IVON). Het dichtst bijzijnde VEN gebied betreft het gebied ‘De Oude Landen en Bospolder’, gelegen op ongeveer een kilometer afstand ten zuidwesten van Hof De Bist (zie afbeelding 8).
2.4.9
NATURA2000
Het terrein is in het kader van de Europese richtlijn Natura2000 niet begrensd als Habitat- of Vogelrichtlijngebied. De dichtstbijzijnde Natura2000 gebieden betreffen de ‘Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen’ (BE2100017), op meer dan twee kilometer afstand gelegen van Hof De Bist en de gebieden ‘Schorren en Polders van de Beneden-Schelde’ (BE2301336) en ‘Kuifeend en Blokkersdijk’ (BE2300222) beiden gelegen op meer dan 3 kilometer van Hof De Bist. Externe werking op deze gebieden als gevolg van gebruik en beheer van Hof De Bist wordt niet verwacht.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
22
Biologisch minder waardevol Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch waardevol Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch zeer waardevol
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV Afbeelding 9, biologische waarderingskaart (BWK2). (Bron: Geopunt.be).
23
2.4.10 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART De biologische waarderingskaart (BWK2) toont de begrenzing van gebieden met biologische waarde en de vegetatiekundige eenheden die aan deze waardering ten grondslag liggen, Een uitsnede uit de BWK2 is als afbeelding 9 opgenomen. Het grootste deel van het plangebied is gewaardeerd als complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle gebieden. De karteringseenheden die hierin genoemd zijn betreffen, ‘kasteelpark’, ‘eiken-berkenbos’, ‘zuur beukenbos’, ‘(recent gegraven of vergraven) eutroof water’, ‘bermen’, ‘perceelsranden met mesofiel hooiland’, ‘houtkant met gemengd loofhout’, ‘opslag van allerlei aard’, ‘soortenrijk permanent cultuurgrasland’ en ‘moerasspirearuigte’. Een klein lijnvormig element ten noordoosten van het korfbalveld en de hondenloopzone is gewaardeerd als biologisch waardevol en kent de karteringseenheid ‘bomenrij met dominantie van els’. Twee kleinere gebieden zijn aangewezen als biologisch zeer waardevol. Dit betreft een oppervlakte bos in het noordoosten van het park. Hierin is de karteringseenheid ‘nitrofiel alluviaal elzenbos’ vermeld Het tweede gebiedje betreft een lijnvormig beplantingselement in het noordwesten van het park, waarin de karteringseenheid ‘houtkant met gemengd loofhout’ is benoemd. Direct ten zuiden van het plangebied is ook de Veltwijcklaan op de BWK2 vermeld. Deze zone is benoemd als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen, waarin de karteringseenheden ‘weg’ en ‘bomenrij’ worden onderscheiden.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
24
Afbeelding 10, detailweergave vanBist, digitaal De hoogteverschillen binnen Natuurbeheerplan Hof De Stad hoogtemodel. Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV het plangebied zijn beperkt.
25
2.5
BESCHRIJVING VAN HET ABIOTISCHE MILIEU
2.5.1
GEOLOGISCHE OPBOUW EN BODEM
Binnen het plangebied is in het verleden (1922) een bodemboring uitgevoerd (Boring kb7d15eB131) tot een diepte van 30 meter. De bovenste afzetting in het plangebied blijken kleiige polderafzettingen van WaaslandAntwerpen, uit het quartair. Deze laag ligt op een diepte van 0-3 meter. Hieronder liggen oudere tertiaire afzettingen. Van 3-19 meter de zandige top van de afzetting Lillo. Daaronder van 19-22 meter de afzetting zand van Kattendijk en/of de onderste zandlaag van Lillo. Tot slot van 22-30 meter zanden van Berchem en/of Voort.
Afbeelding 11, digitaal hoogtemodel van het omringende landschap. De oranje lijn toont een transect corresponderend met het daaronder weergegeven hoogteprofiel. De rode punt markeert de locatie van Hof De Bist, waarvan in het hoogteprofiel de hoogte (m TAW) is weergegeven. Tevens zijn de waterlopen weergegeven. (Bron: Geopunt.be).
Uit de gegevens blijkt verder dat de ondergrond vooral uit zand bestaat, met een bijmenging van kwarts, schelpen en schelpfragmenten. Op een diepte van 7-9 meter is een laag aanwezig waarin de hoofdgrondsoort bestaat uit klei, met een bijmenging van schelpfragmenten. Zoals uit de bodembeschrijvingen blijkt zijn de bodems nat en bevindt het grondwater zich niet diep in de ondergrond. Met name in de winter bevindt het grondwater zich boven of net onder het maaiveld, zie ook paragraaf 3.2.3.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
26
Hof De Bist
Afbeelding 12, bodemclassificatie. Gegevens afkomstig van Geopunt.be
Afbeelding 13, uitsnede uit de bodemkaart. Gegevens afkomstig van Geopunt.be Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
27
2.5.2
RELIËF
Ten noordoosten van Hof De Bist liggen de hogere zandgronden van de Brabantse Wal, met een hoogte van circa 25-30 meter ten opzichte van TAW. In het zuidwesten ligt de Scheldevallei waarin de terreinhoogten tussen de 4 en 6 meter +TAW liggen. Hof De Bist ligt aan de voet van de Brabantse Wal. Een dwarsdoorsnede van het landschap rond Hof De Bist Hof (zie afbeelding 11) wijst uit dat het park zich precies bevindt in een laagte onder aan de zuidwest helling van de Brabantse Wal. In het terrein uit zich dit onder meer in de aanwezigheid van kwelverschijnselen. Binnen het terrein van Hof De Bist is beperkte variatie in hoogte aanwezig (zie afbeelding 10). De terreinhoogte variëren van circa 4 tot 6,5 meter +TAW. Het laagst gelegen is het zuidelijk deel en het terrein aan de westkant nabij de vijver. Het hoogst gelegen zijn de randen van het plangebied in het noorden, westen en oosten.
2.5.3
BODEM
Hof De Bist ligt op de overgang van bodems met een textuur van zand, kustduinen en lemig zand naar licht zandleem, klei en zware klei (zie afbeelding 12). Uit de bodemkaart (afbeelding 13) blijkt dat binnen het plangebied de volgende eenheden aanwezig zijn: OT. Sterk vergraven grond. Hier is het bodemprofiel door het vergraven gewijzigd of vernietigd. Deze eenheid komt over een groot oppervlak in het zuidoostelijk deel van het plangebied voor. Sepz. Net ten zuiden van het plangebied is de eenheid Sepz aanwezig. Het betreft hier een natte, lemige zandbodem zonder profiel. De bodem is nat, sterk gleyig, met reductiehorizont. Dit zijn bodems met winterwaterstand nabij het maaiveld en zomerwaterstanden rond de 100 centimeter diepte. sPfp. Zeer natte, lichte zandleembodem zonder profiel. Zand is op geringe diepte aanwezig (ondieper dan 75 cm). De bodem is zeer nat, zeer sterk gleyig met reductiehorizont. Dit zijn zogeheten grondwatergronden, die overstroomd zijn in de winter en nog nat zijn in de zomer. Deze eenheid komt in het noordwesten van het plangebied voor, waarin zich ook de kwelzone bevindt. In een deel van deze eenheid is een hoeveelheid gebiedsvreemd materiaal aangetroffen, waaronder puin en resten van bouwwerken. De herkomst en samenstelling hiervan is niet bekend. Zcmb. Een matig droge zandbodem met dikke antropogene humus A horizont. Dergelijke bodems zijn nooit overdreven nat, zelfs niet tijdens het voorjaar, maar kunnen in de zomer aan watergebrek lijden. Dit type komt in het uiterste noordwesten van het plangebied voor. Zdmb. Matig natte zandbodem met dikke antropogene humus A horizont. In het plangebied zijn enkele kleine oppervlakte aanwezig in het noorden en oosten van het plangebied. Op hoofdlijnen komt de contour van de het bodemtype sPfp overeen met de contour van het effectief overstromingsgevoelige gebied als beschreven in paragraaf 3.2.3.3. Dit deel van het plangebied is grotendeels ingericht als extensief beheerd grasland, wat overeenstemt met de beschrijving van de bodemkaart voor dit bodemtype. Hoewel gelegen in een (volgens de bodemkaart) sterk vergraven deel van het plangebied, wordt de tuin ten zuiden van het kasteel goeddeels omsloten door de zeer natte beekvalleigrond van het type Sepz. Het is aannemelijk dat de kenmerken die bij dit bodemtype horen ook –gedeeltelijk- voorkomen in het vergraven deel van het plangebied ten zuiden van het kasteel. Dit biedt een plausibele verklaring voor de natte omstandigheden waarmee de tuin periodiek te kampen heeft.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
28
Afbeelding 14, oppervlaktewater Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
29
2.5.4
HYDROGRAFIE EN GRONDWATER
Hoewel niet altijd op de voorgrond, speelt water In Hof De Bist een grote rol. De verwijzing in het toponiem van de directe omgeving en de parknaam zelf (bist, bies) hangt zeer waarschijnlijk samen met de natte omstandigheden van het terrein waarin het park is aangelegd. Het water dat bovengronds en ondergronds van de Brabantse Wal richting de Schelde stroomt draagt bij aan de identiteit van het park (vijverpartij) en de kwaliteit van de groeiplaats (o.a. kwelwater), maar zorgt ook voor conflicten tussen terreingesteldheid en gebruiksfuncties (tuin, evenementen).
2.5.4.1 OPPERVLAKTEWATER In de Vlaamse hydrografische atlas (VHA) is een groot aantal beken opgenomen die op hoofdlijnen vanaf de Brabantse Wal in zuidwestelijke richting stromen. De Donkse Beek, geklasseerd als waterloop van de tweede categorie, passeert het plangebied op circa 300 meter afstand. In en om het plangebied bevinden zich enkele kleinere watergangen (afbeelding 14) die niet zijn opgenomen in de VHA. De westzijde van het park wordt door één daarvan begrensd. De oever aan de parkzijde en de helft van de waterbodem vallen binnen de scoop van dit beheerplan. In het westen van het plangebied bevindt zich een langgerekte vijverpartij gevoed door de waterloopjes in het park. In het noorden van het park bevinden zich twee geïsoleerde poelen die door grond- en hemelwater worden gevoed. Onder invloed daarvan zijn omvang en diepte van deze poelen variabel. De oevers van de vijver zijn voorzien van een houten beschoeiing, in het overige oppervlaktewater in het plangebied is geen oeverversterking aangebracht.
2.5.4.2 GRONDWATER In het plangebied zelf bevinden zich geen meetpunten voor grondwaterstanden. Wel bevinden zich enkele meetpunten in de nabijheid daarvan (zie afbeelding 15). De maaiveldhoogten van de meetpunten komen op hoofdlijnen overeen met die in het plangebied, zij het dat de laagste delen van Hof De Bist enkele decimeters lager liggen dan de omliggende meetpunten. Van de meetpunten zijn de volgende gegevens bekend: TABEL 3, GRONDWATERGEGEVENS PER MEETPUNT GEGEVENS PER MEETPUNT 237 Hoogte maaiveld
MEETPUNT HK01 HK02
238
4,56
4,04
5,55
4,46
5-9-2013-
23-3-2012-
23-3-2012-
5-11-1984-
15-10-2003-
31-8-2015
31-8-2015
31-8-2015
31-8-2015
15-10-2006
15-3-2006
Laagst gemeten peil (m - maaiveld)
2,18
1,21
1,48
1,11
1,40
1,12
Hoogst gemeten peil (m - maaiveld)
1,00
0,75
0,86
0,40
0,21
0,78
Gemidd. peil meetperiode (m - maaiveld)
1,53
1,01
1,14
0,70
1,00
0,96
Laagst gemeten peil (m + taw)
3,83
3,65
3,08
2,93
4,15
3,34
Hoogst gemeten peil (m + taw)
5,01
4,11
3,70
3,64
5,34
3,68
Gemidd. peil in meetperiode (m + taw) Maximaal gemeten fluctuatie (m + taw) Trend gedurende meetperiode Opmerking
4,86
75
5-9-2013-
Meetperiode
6,01
3
4,48
3,85
3,41
3,34
4,55
3,50
+0,53/-0,65
+0,26/-0,20
+0,29/-0,33
+0,30/-0,41
+0,80/-0,40
+0,18/-0,16
Dalend Meetreeks is onderbroken
Licht dalend
Stabiel
Stabiel
Stabiel Licht dalend Deze meetpunten zijn in 2006 vervallen
De gemeten grondwaterstanden van de meetpunten rond het plangebied laten zien dat er sprake is van een beperkte fluctuatie in het grondwaterpeil. Gedurende de gebruikte meetperioden is bij enkele meetpunten een dalende trend te zien. De andere punten vertonen een meer stabiel beeld. De meetperioden zijn, met uitzondering van meetpunt 3, echter dermate kort dat op basis van deze trends geen betrouwbare conclusies getrokken kunnen worden.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
30
meetpunt grondwater
237
238 3
75
HK01
Afbeelding 15, water en overstroming. Bron:Antwerpen/Ekeren Geopunt.be Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad
Buiting Advies BV
HK02
31
2.5.4.3 OVERSTROMING EN WATEROVERLAST Afbeelding 15 toont de mogelijk en effectief overstromingsgevoelige gebieden in en rond het plangebied. Het noordelijke deel van het plangebied is hierop aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig. Het risico op de mogelijk overstroming ligt bij de waterlopen (beken) in en rond het plangebied (Geopunt.be). Uit een vergelijking van de watertoets uit 2011 met die uit 2006 blijkt in die periode een duidelijke toename van de omvang van het mogelijk overstromingsgevoelige gebied, met name ten zuiden van het plangebied en in mindere mate in het noordelijk deel van het plangebied, maar tevens een afname van het effectief overstromingsgevoelige gebied. De watertoets uit 2014 laat ten opzichte van 2011 geen significante verschillen zien. Wat de oorzaak is van de toename van het mogelijk overstromingsgevoelige gebied is niet duidelijk. Dit kan liggen in aanpassingen van de wijze waarop gemodelleerd is, maar kan ook worden veroorzaakt door veranderde grondwaterstanden, aangepast peil van oppervlaktewater of grotere (piek)afvoeren van de betreffende waterlopen. De inventaris van recent overstroomde gebieden (Geopunt.be) toont in en direct rond het plangebied geen recente overstromingen. Toch is er wel degelijk sprake van water dat gedurende een zekere periode in het jaar boven het maaiveld staat. Dit betreft onder meer het open grasland (kwelzone) in het noorden van het park dat door stijgend grondwater periodiek zeer drassig of zelfs ondergelopen is. Meer problematisch is het periodiek onderlopen van een deel van het centrale grasland in het park (afbeelding 17). Dit betreft vooral het deel tussen het kasteel en het groene eiland midden in het centrale grasland. Gedurende de winterperiode komt het regelmatig voor dat op de grasmat water blijft staan. Hoewel de grasmat zich na de wateroverlast steeds herstelt, gaat dit ten koste van de beeldkwaliteit. Ook blijft het gras nog lang drassig, wat de functievervulling van het grasland als evenemententerrein bemoeilijkt. De wateroverlast op deze plaats lijkt de afgelopen tien jaren toe te nemen (mondelinge mededeling P. Leyn, 2015). Wateroverlast doet zich behalve op de evenementenweide voor in de tuin ten zuiden van het kasteel. Hier zijn de omstandigheden soms dermate nat, dat geen of slechts aangepast beheer kan worden uitgevoerd. Een studie naar de neerslagcijfers gemeten in het meetstation Hoogerheide, ten noorden van Antwerpen, toont in de periode 1951 tot en met 2014 jaarlijkse neerslaghoeveelheden die fluctueren van 491mm tot 1.192mm (zie afbeelding 16). De cijfers tonen over deze hele periode een trend met en lichte stijging. Wanneer uitsluitend de neerslagcijfers van de laatste tien jaar worden beschouwd, toont de trendlijn echter een daling. Een duidelijke relatie tussen neerslag en de toegenomen wateroverlast in het plangebied is derhalve niet zichtbaar.
1940
1960
1980
2000
2020
2004
2008
2012
2016
Afbeelding 16, neerslaggegevens (millimeter/jaar) in de periode 1951-2014 en 2005-2014. Bron: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
32
Afbeelding 17, wateroverlast evenementenweide. Op de achtergrond de achterzijde van brasserie Hof De Bist. Natuurbeheerplan Hofop DedeBist, Stad Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV
33
Evenmin kan een directe relatie worden aangetoond tussen de wateroverlast en de grondwaterstand. Uit meetgegevens (zie vorige paragraaf) blijkt dat het grondwaterpeil weliswaar periodiek hoog staat, maar nergens zo hoog staat dat dit boven het maaiveld zal uitkomen, ook niet wanneer rekening wordt gehouden met de lage ligging van het parkdeel waar sprake is wateroverlast. Wel is het aannemelijk dat bij hoge grondwaterstanden, in combinatie met een verzadigde bovengrond, bijvoorbeeld bij veel neerslag, hemelwater slecht kan worden afgevoerd en daardoor tijdelijk natte omstandigheden optreden. Een aanwijzing naar de oorzaak van de wateroverlast kan wellicht worden gevonden in de tijd. Het moment waarop de wateroverlast zich eerst manifesteerde en begon toe te nemen, komt immers vrijwel overeen met het moment waarop het centrale grasland in gebruik is genomen als evenementenweide. Frequent gebruik voor evenementen zorgt voor een aanzienlijke toename van betreding van het grasland. Mogelijke effecten hiervan zijn verdichting van de bovenste bodemlaag en daling van de maaiveldhoogte. De evenementenweide heeft een iets holle ligging met het laagste punt net ten zuiden van het groene eiland. Het water verzamelt zich in dit lage gedeelte en kan vervolgens, zeker bij een hoge grondwaterstand en verzadigd maaiveld slechts langzaam wegzakken. In het voorjaar van 2015 is –in eerste instantie als voorlopige maatregel- een kolk geplaatst in het laagste deel van het evenemententerrein. Stagnerend water wordt via de kolk ondergronds afgeleid naar de slingervijver. Na aanleg van deze voorziening is heen stagnerend water meer op het maaiveld blijven staan, zelfs niet na hevige regenval.
2.5.4.4 WATERBERGING Stad Antwerpen zoekt locaties voor berging en infiltratie van hemelwater dat wordt opgevangen in de aanliggende woongebieden. Park Hof De Bist valt binnen het zoekgebied daarvoor. Binnen het park worden meerdere opties vergeleken om de mogelijkheden voor waterberging meer in detail te kunnen uitwerken. Gezien de hoge grondwaterstanden, wordt ruimte voor waterberging vooral gezocht in oppervlaktewater of oppervlakte die bij grote hoeveelheden neerslag tijdelijk kan overstromen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
34
Afbeelding 18, begrenzing Hof van De bosbestanden Natuurbeheerplan Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
35
2.6
BESCHRIJVING VAN HET BIOTISCH MILIEU
2.6.1
BOS
Het plangebied omvat ruim 11 hectare bos en is daarmee het sterkst vertegenwoordigde terreintype van het plangebied. In het algemeen kan het bos worden getypeerd als parkbos met plaatselijk stijlkenmerken uit de Engelse Landschapsstijl.
2.6.1.1 BESTANDSKAART In juli 2015 zijn de bosbouwkundige gegevens verzameld die nodig zijn voor het opstellen van het beheerplan. Op basis van deze inventarisatie en de uitgevoerde vegetatieopnamen is een indeling gemaakt in bosbestanden (zie afbeelding 18). In totaal werden vijf bestanden onderscheiden. Bij de indeling is eenheid in beheer als uitgangspunt genomen. Hierbij zijn delen samengevoegd waarvan te verwachten is dat ze in de toekomst op dezelfde wijze kunnen worden beheerd.
2.6.1.2 BESTANDSBESCHRIJVING De gezamenlijke oppervlakte van de bosbestanden bedraagt 11,3 hectare. Binnen de bosbestanden bevinden zich enkele elementen zoals paden en oppervlaktewater die feitelijk niet als bos in de inventaris zijn opgenomen. Dit betreft echter kleine oppervlakten, waarboven het kronendak van het omringende bos zich heeft gesloten. Deze elementen hebben feitelijk geen effect op het functioneren van het bos, noch op het beheer daarvan en zijn in het kader van dit onderdeel van het beheerplan dan ook als integraal onderdeel van het bosbestand beschouwd. De bestanden bestaan uit hooghout, waarbij verschillende loofboomsoorten vaak stamsgewijs gemengd aanwezig zijn. In de bestanden domineren de soorten zomereik, beuk en Amerikaanse eik. Maar ook een aantal andere loofboomsoorten komt voor. Alleen bestand 1b betreft duidelijk ander bos. Dit bestand bestaat uit voormalig elzen hakhout waar al langere tijd niet meer is ingegrepen en wordt gedomineerd door zwarte elzen. In al de bestanden is een dichte gesloten kronendak aanwezig, met een sluitingsgraad groter dan 75%. Onder deze boomlaag komt vaak een struiklaag voor. In het elzenbos bestaat deze uit een dichte laag bramen, in de andere bestanden komen enkele andere soorten voor. Op veel plekken is rododendron algemeen aanwezig. Een middenetage, tussen boom- en struiklaag ontbreekt veelal in het bos. Alleen bestand 1e heeft een meer gevarieerde structuur en leeftijdsopbouw. Hier is tussen de struiken en hogere bomen een tweede boomlaag aanwezig, met daarin onder meer haagbeuk. Tabel 4 toont enkele karakteristieken van het bos per bosbestand. Tabel 5 geeft inzicht in de verdeling van de leeftijdsklassen. TABEL 4 OVERZICHT BESTANDSOPNAMEN BESTAND HOOFDBOOMSOORT Bestand a Amerikaanse eik/ Beuk Bestand b Zwarte Els Bestand c Beuk/ Zomereik Bestand d Zomereik Bestand e Haagbeuk/ Beuk
OPPERVLAKTE (ha) 2,1865 0,9132 1,2544 3,5319 3,4331
LEEFTIJDSKLASSE 61-80 21-40 101-120 61-80 Ongelijkjarig
TABEL 5, OVERZICHT LEEFTIJDSKLASSEN LEEFTIJDSKLASSE OPPERVLAKTE (ha) 21-40 0,9132 61-80 5,7184 101-120 1,2544 Ongelijkjarig 3,4331
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
BESTANDSTYPE LOOFHOUT LOOFHOUT LOOFHOUT LOOFHOUT LOOFHOUT
SLUITINGSGRAAD >75% >75% >75% >75% >75%
PERCENTAGE 8,07 50,52 11,08 30,33
Buiting Advies BV
36
Afbeelding 19, gevarieerdeHof vegetatie de kwelzone. Natuurbeheerplan De Bist,inStad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
37
2.6.1.3 BOOMSOORTENSAMENSTELLING Hieronder zijn samenvattende gegevens van de bosbouwopnames beschreven. De gegevens zijn gebaseerd op de 5 bosbouwopnames die in 2015 werden uitgevoerd. Een meer gedetailleerde rapportage van de bosbouwen vegetatieopnamen is als bijlage 1 bijgevoegd. De opnamelocaties zijn weergegeven in afbeelding 18. ZAAILINGEN Alle individuen lager dan 2 meter zijn tot zaailingen gerekend. Uit opnamen blijkt dat vooral kleine zaailingen aanwezig zijn, maar grote zaailingen schaars zijn (tabel 6). Alleen in het structuurrijkere bestand 1e stonden enkele hogere zaailingen van beuk. In het dichte bos, al dan niet onder invloed van gebruik en beheer, groeien zaailingen blijkbaar niet makkelijk groter. Er zijn vooral zaailingen van schaduwverdragende boomsoorten gevonden. Van lichtminnende soorten zoals eik en berk, vonden we geen zaailingen in de steekproefcirkels. TABEL 6, AANTAL ZAAILINGEN PER SOORT EN HOOGTEKLASSE HOOGTE (centimeter) BOOMSOORT Amerikaanse eik Noorse esdoorn Beuk 0-49 Tamme kastanje Gewone esdoorn Hulst 150-199 Beuk
STAMTAL (n/ha) 4064 3632 762 387 196 191 191
VERSPREIDING Verspreid Verspreid Verspreid Verspreid Verspreid Verspreid Verspreid
STRUIKLAAG Tot de struiklaag behoren, conform de methodiek van het uitgebreide bosbeheerplan, alle bomen met een hoogte van meer dan 2 meter en een omtrek kleiner dan 20 centimeter. Hier valt vooral op dat de aantallen laag zijn (tabel 7). TABEL 7, AANTAL BOMEN IN DE STRUIKLAAG, PER HOOGTEKLASSE HOOGTE (centimeter) BOOMSOORT Beuk 200-400 Haagbeuk Lijsterbes 400-600 Haagbeuk
STAMTAL (n/ha) 239 191 48 95
VERSPREIDING Verspreid Verspreid Verspreid Verspreid
BOOMLAAG In de proefvlakken werden alleen loofboomsoorten aangetroffen. Naar volume en grondvlak zijn het vooral de soorten zomereik, beuk en Amerikaanse eik die in het bos domineren (tabel 8). TABEL 8, AANTAL BOMEN IN BOOMLAAG BOOMSOORT STAMTAL (n/ha) Zomereik 68
GRONDVLAK (m2/ha) 6,9
VOLUME (m3/ha)
Beuk
17
6,0
Amerikaanse eik
18
5,5
Zwarte els
38
2,0
Haagbeuk
51
1,9
Noorse esdoorn
3
0,8
92 76 64 17 18 10
Ruwe berk Linde
4 12
0,7 0,5
6 4
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
38
Afbeelding 20, potentieel natuurlijke vegetatie per bosbestand Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
39
2.6.1.4 DENDROMETRISCHE GEGEVENS In het bos is een gemiddeld houtvolume van 286 kubieke meter per hectare aanwezig (tabel 9). Met name in de bestanden met oudere beuken en eiken, bestanden a en c, is een heel groot volume hout aanwezig. In het elzenbos, bestand b, staan veel bomen, maar deze zijn nog dun. Het houtvolume is hier relatief laag. Dood hout is in het bos vooral aanwezig als liggend dood hout. Staand dood hout komt maar heel beperkt voor. Het aanwezige liggende dode hout is veelal dun. Zeer dik dood hout werd slechts in één bestand gevonden als weergegeven in de tabellen 9 en 10. TABEL 9, DENDROMETRISCHE GEGEVENS LEVEND BESTAND STAMTAL (n/ha)) Bestand a 138 Bestand b 560 Bestand c 88 Bestand d 108 Bestand e 314 Bos totaal 211
GRONDVLAK (m2/ha) 37,3 26,6 36,6 17,7 17,3 24,17
VOLUME (m3/ha) 434 227 417 245 202 286
TABEL 10, LIGGEND DOOD HOUT PER OMTREKKLASSE OMTREKKLASSE STUKS PER HECTARE <5 Dun (20-59 cm) 5-100 Geen Dik (60-119 cm) 1-10 11-30 Geen Zeer dik ( > 120 cm) 1-3
STAAND DOOD HOUT STAMTAL GRONDVLAK VOLUME (n/ha)) (m2/ha) (m3/ha)
10 3
5,91 1,79
59,4 18,02
AANTAL BESTANDEN 2 3 2 2 1 4 1
2.6.1.5 POTENTIEEL NATUURLIJKE VEGETATIE Op basis van vegetatieopnamen die in de bosbestanden werden gemaakt is een kaart met de PNV opgesteld. De vegetatiekundige identificatie van de opnamen gebeurde met het programma BosProg (versie 3.50-2.20), waarbij per opname een bostype werd toegekend op basis van de gegevens van de bosinventarisaties van het Vlaams Gewest (2001). Hierbij werden de gegevens van de kruidlaag gebruikt. Voor de oudere bossen gedomineerd door beuk en Amerikaanse eik, bestanden 1a en 1b, is Amerikaanse vogelkers berken-eikenbos de natuurlijke vegetatie. Voor de overige bestanden vormt eiken-haagbeukenbos de natuurlijke vegetatie. Met name in bestand 1e komt de actuele vegetatie al goed overeen met de potentieel natuurlijke vegetatie. In dit bestand komt haagbeuk, beuk, zomereik en linde voor. In het elzenbos, bestand 1b, is de potentieel natuurlijke vegetatie vochtig eiken-haagbeukenbos. De actuele en potentieel natuurlijke vegetatie verschillen daar dus sterk. Elzenbroekbos groeit normaal op nattere standplaatsen dan vochtig eiken-haagbeukenbos en de gegevens duiden er dan ook op dat de huidige standplaats te droog is voor elzenbroekbos. TABEL 11, VERGELIJKING ACTUELE EN POTENTIËLE VEGETATIE BOSBESTANDEN BESTAND PNV OP BASIS VAN TYPOLOGIE VLAAMS GEWEST Bestand a Amerikaanse vogelkers berken-eikenbos Bestand b Vochtig eiken-haagbeukenbos Bestand c Amerikaanse vogelkers berken-eikenbos Bestand d Vochtig eiken-haagbeukenbos Bestand e Vochtig eiken-haagbeukenbos
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
ACTUELE VEGETATIE Amerikaanse eiken - beukenbos Elzenbroekbos Beukenbos met zomereik Zomereik Beuken-haagbeukenbos
40
2.6.1.6 OPEN PLEKKEN Oppervlakten in het bos met een kroonsluiting van minder dan 50%, ten minste voor de helft omsloten door bos en een oppervlakte kleiner dan 3 hectare worden gerekend tot open plekken in het bos, voor zover deze een zuiver natuurbeheer krijgen. De meeste open ruimte in het park voldoet aan de voorwaarde ten aanzien van oppervlakte en omsluiting door bos, maar wordt beheerd als gazon, sportveld of tuin en niet als natuur. Slechts enkele terreindelen kunnen conform deze definitie als open plek worden beschouwd. RINGDREEF De ringdreef, gelegen in bestand d, is een smalle strook, ingeplant met laanbomen, waaronder een vegetatie van ruigtekruiden en grassen groeit, beschreven in paragraaf 2.6.4.2. Vanwege de beperkte breedte van deze open plek en vooral het vooruitzicht dat de nog jonge laanbomen voor een toenemende mate van kroonsluiting zullen zorgen, is deze open plek als integraal deel van bestand d beschouwd. NOORDOEVER Een aan de noordelijke oever van de slingervijver, aan drie zijden omsloten door bestand e, vinden we een open plek. Deze open plek vormt een gradiĂŤnt tussen het bos en de vijver. De vegetatie is omschreven in paragraaf 2.6.4.2 KWELZONE De kwelzone, ingeklemd tussen bosbestanden a en b, is nagenoeg geheel omsloten door bos. De vegetatie in deze open plek wordt nader beschreven in paragraaf 2.6.4.3. Vanwege de bijzondere waarden van deze open plek en het feit dat hiervoor een apart natuurstreefbeeld wordt geformuleerd anders dan bos (zie paragraaf 4.3 en 7.2.2), is deze open plek niet als bosbestand opgenomen.
2.6.1.7 PLANTEN MET HOGE NATUURWAARDE In het domein werden enkele oud-bos indicatoren aangetroffen, namelijk groot heksenkruid, hulst, ijle zegge, knopig helmkruid en hazelaar. Rode lijst soorten of beschermde plantensoorten werden niet gevonden.
2.6.1.8 PROBLEEMSOORTEN Behalve waardvolle soorten zijn ook soorten aangetroffen die in negatieve zin (kunnen) bijdragen aan het bossysteem en daardoor als ongewenste soort of aandachtssoort beoordeel zijn. Dit betreft: AMERIKAANSE VOGELKERS (PRUNUS SEROTINA) Verspreid over nagenoeg het hele plangebied werden individuen van Amerikaanse vogelkers aangetroffen. De Amerikaanse vogelkers heeft een grote zaadproductie, gemakkelijke zaadverspreiding, een hoge groeisnelheid, stelt weinig eisen aan de bodem en het zaad blijft lang kiemkrachtig. Ook groeit de plant erg gemakkelijk weer uit als deze is afgezet. Dit alles maakt dat de soort zich enorm kan uitbreiden, waarbij een grote schaduwdruk wordt veroorzaakt die de kruidlaag onderdrukt. Deze soort wordt als ongewenst beschouwd. AMERIKAANSE EIK (QUERCUS RUBRA) Amerikaanse eik komt op vele plaatsen in het plangebied voor en opvallend veel als zaailing in de kruidlaag (zie tabel 6). De boom vormt een brede en dichte kroon, waardoor hij onder bosomstandigheden andere boomsoorten verdringt en geen ondergroei toelaat. De bladeren verteren niet goed waardoor vaak een arme flora en fauna aanwezig is onder Amerikaanse eik. Omdat deze soort tegelijkertijd past binnen de stijl van een historisch park als Hof De Bist, wordt de soort niet als ongewenst maar wel als aandachtssoort beschouwd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
41
JAPANSE DUIZENDKNOOP Plaatselijk komt Japanse duizendknoop voor, met name in bestand 1d. Deze plant sterft in de winter af, maar vormt wortelstokken waaruit de plant in het voorjaar weer uitloopt. De soort groeit zowel op zand-, klei- als veenbodems en verdraagt droge en natte standplaatsen. De plant woekert sterk waarbij stukjes stengel en wortel gemakkelijk uitgroeien tot een nieuwe plant. De soort verdringt hierbij veel andere struiksoorten en kruiden en kent in onze omgeving weinig natuurlijke vijanden. Al deze eigenschappen maken deze zeer ongewenste en lastig te bestrijden probleemsoort.
2.6.1.9 VERGELIJKING MET BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Op de Biologische waarderingskaart wordt een groot deel van het terrein gekarteerd als kasteelpark, zuur beukenbos, eiken-berkenbos en eutroof water. Dit deel wordt gewaardeerd als een complex van biologische waardevolle en zeer waardevolle elementen. Daarnaast zijn kleinere stukjes soortenrijk permanent cultuurgrasland, moerasspirea-ruigte en opslag van allerlei aard aanwezig. Ook deze eenheden worden gewaardeerd als biologisch waardevol tot zeer waardevol. In het noordelijk deel van het plangebied ligt een klein stukje nitrofiel alluviaal elzenbos en ligt een houtkant met gemengd loofhout. Beide stukjes worden gewaardeerd als biologisch zeer waardevol. De sportvelden en omgeving in het westen van het plangebied worden als biologisch minder waardevol gekarteerd. Hier is recreatiegebied en soortenarm permanent cultuurgrasland aanwezig. De huidige vegetatie past grotendeels goed binnen de beschrijving van de waarderingskaart. Alleen de waardering van het elzenbroekbos als biologisch zeer waardevol lijkt niet helemaal passend. Het aanwezige elzenbos is sterk verdroogd. Zoals in paragraaf 2.6.2.1 aangegeven duidt de aanwezige kruidlaag erop dat de huidige standplaats voor elzenbroekbos niet (langer) nat genoeg is.
2.6.2
SOLITAIRE BOMEN EN BOOMGROEPEN
Behalve bomen in bosverband bevinden zich enkele solitaire bomen en boomgroepen in het plangebied. Een solitaire boom maakt geen onderdeel uit van een beplantingsvak en ondervindt geen of nauwelijks concurrentie om licht en kroonruimte van omringende bomen. De kroon van een solitaire boom heeft zich veelal gedurende lange tijd vrij kunnen ontwikkelen. Een boomgroep betreft een klein aantal bomen die als groep dezelfde kenmerken vertonen als een solitaire boom. De bomen in een boomgroep vormen gezamenlijk ĂŠĂŠn kroon. Solitaire bomen en bomgroepen staan in de regel in gazon of zijn onderplant met sierbeplanting. Deze elementen komen in Hof De Bist voor in de directe omgeving van het kasteel en in het centrale grasland.
2.6.3
HEESTERS EN TUINPLANTEN
Heesters en tuinplanten vinden we in Hof De Bist hoofdzakelijk in de voortuin van het kasteel. Als onderdeel van het tuinontwerp zijn stroken beplanting in de tuin opgenomen waarin afwisselend vaste planten, heesters en hagen groeien. Daarnaast zijn de randzones van de bosvakken in en rond de voortuin ingericht als vaste planten-borders die de bosvakken betrekken bij de inrichting van de tuin. Behalve in de voortuin vinden we ook vaste planten als ondergroei van de bospercelen in de entreezone aan de Veltwijcklaan. Heesters elders in het park, waaronder een flink aandeel rododendrons, worden beschouwd als integraal onderdeel van de bosvakken waarvan ze deel uitmaken.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
42
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
43
2.6.4
KORTE VEGETATIE
2.6.4.1 INTENSIEF BEHEERD GRASLAND Hof De Bist kent enkele vlakken met verschillende soorten korte vegetatie, die als kamers in het bos zijn gesitueerd. Op de meeste locaties vinden we intensief beheerd grasland met vooral een esthetische en/of gebruiksfunctie. Dit type grasland komt voor in de tuin, het centrale grasland en het grasland in het noorden van het park, grenzend aan de korfbalvereniging. Ook het sportveld van de korfbalvereniging zelf en het hondenloopveld ten noorden daarvan kunnen tot dit type grasland worden gerekend. Hier komen vooral algemene grassoorten voor.
2.6.4.2 RUIGTE Een minder intensief beheerde vorm van grasland vinden we onder de bomen van de ringdreef. Hoewel de eerste meter vanaf het pad kort gemaaid is, groeit daarachter een hogere, meer ruige vegetatie van grassen en kruiden. Hier vinden we algemene soorten als gestreepte witbol, grote brandnetel, wilgenroosje, ridderzuring en kruipende brandnetel. Een vergelijkbare, iets meer verruigde vegetatie vinden we aan de noordoever van de vijver, omsloten door bestand e. Grenzend aan het achterliggende opgaande bos vormt dit een mooi overgangsmilieu als zoomvegetatie.
2.6.4.3 EXTENSIEF BEHEERD GRASLAND Het meest natuurlijke grasland bevindt zich tot slot in de kwelzone in het noorden van het terrein, ten zuiden van het kunstgrasveld. Dit perceel bevat bijzondere en mooi ontwikkelde vegetaties met vrij hoge natuurwaarden. Hierin komen de volgende vegetatietypen voor: Matig voedselrijk vochtig grasland met soorten als reukgras, witbol, struisgras, veldzuring, kruipende boterbloem en smalle weegbree; Natte strooiselruigte met onder meer grote kattenstaart (veel jonge exemplaren), moerasspirea en grote wederik; Een relatief soortenarme vorm van dotterbloemhooiland (veldrushooiland) met soorten als veldrus, echte koekoeksbloem en kale jonker; Rietvegetatie met rietzegge (grote zeggeverbond). Dit graslandje biedt mogelijkheden om het bij verdere verschraling de vegetatie verder door te laten ontwikkelen. Ook liggen er kansen in het uitbreiden van het gebied in zuidwestelijke richting, waar volgens de bodemkaart een vergelijkbare grondslag gevonden wordt. In de huidige vorm heeft vooral dit perceel een grote aantrekkingkracht op vlinders. Hoewel veelal algemene soorten, zijn vlinders hier talrijk aanwezig.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
44
Afbeelding 21, dikke dode Hof bomen dragen bijAntwerpen/Ekeren aan de biodiversiteit door o.a.Advies nestgelegenheid voor holenbroeders. Natuurbeheerplan De Bist, Stad Buiting BV
45
2.6.5
FAUNA
In het park komen algemene zoogdieren als rode eekhoorn, konijn en egel voor (www.waarnemingen.be). Verder vormt het park een goed leefgebied voor verschillende vogelsoorten. Op de website www.waarnemingen.be worden voor het gebied De Bist, wat voor een groot deel met Hof De Bist overlapt, 25 soorten genoemd. Hieronder zijn soorten die gebonden zijn aan open water, als wilde eend, waterhoen en blauwe reiger. Eenmaal werd boven de vijver zelfs een visdief waargenomen. Verder worden vooral soorten gezien die zijn gebonden aan bomen, bos en struweel. Waargenomen zijn onder meer boomklever, boomkruiper, grote bonte specht, kleine bonte specht, groene specht, zanglijster, zwartkop en vink. Er zijn waarnemingen gedaan van sperwers waarvan vermoed werd dat deze op zoek waren naar een geschikte nestlocatie. Tijdens de inventarisatie die in het kader van voorliggend plan werd uitgevoerd is deze waarneming bekrachtigd. Hier werd een broedgeval van sperwer aangetroffen in dezelfde omgeving. Een overzicht van waargenomen fauna is als bijlage 2 aan dit plan toegevoegd. In het centrum van het plangebied is vermoedelijk een oude dassenburcht aangetroffen. Het betreft een vrij groot complex met talrijke ovale pijpen, maar zonder sporen van recente bewoning. Gezien de geïsoleerde ligging van het park ligt herpopulatie niet in de lijn der verwachtingen. Een grote biodiversiteit wordt in de regel als een pluspunt beschouwd. Van enkele soorten wordt de aanwezigheid echter niet per definitie als wenselijk ervaren. Een goed voorbeeld hiervoor zijn ganzen. Hoewel deze vogels een geschikt leefgebied vinden in het park, kunnen ze bij grotere aantallen ongewenste effecten hebben op de kwaliteit van het park. Behalve ganzen hebben sinds enkele jaren ook halsbandparkieten hun intrek genomen in het park, vermoedelijk afkomstig uit een kolonie in het nabijgelegen Veltwijckpark. Ontsnapte en losgelaten kooivogels hebben in Europa op enkele plaatsen een min of meer permanente populatie weten te vormen. Soms sterven deze weer uit, maar ontstaan elders weer nieuwe, vooral in Zuidoost-Engeland, Nederland, België en Duitsland. Stadsparken en tuinen zijn daarbij veruit favoriet. Tijdens de veldbezoeken is van deze soort nestgedrag waargenomen. Deze holenbroeders bouwen hun nest veelal in een solitaire boom, meestal in een spechtennest op flinke hoogte, maar ook nestkasten worden gebruikt. In Groot-Brittannië lijkt de halsbandparkiet te concurreren met kauwtjes, spechten en uilen om beschikbare broedholten, terwijl daarvan op andere plaatsen slechts in geringe mate sprake is. De halsbandparkiet wordt geacht in dit deel van Europa voor een deel afhankelijk te zijn van bijvoedering; zonder die hulp zouden ze de voedselschaarste in de winter niet overleven. Desalniettemin lijkt de halsbandparkiet zich op steeds meer locaties in Vlaanderen te vestigen (bron: www.vogelbescherming.be en www.vogelbescherming.nl).
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
46
Afbeelding 22, uitsnede uitHof de Carte desStad Pays-Bas, Fricx 1712 ( bron:Buiting Geopunt.be). Natuurbeheerplan De Bist, Antwerpen/Ekeren Advies BV
47
2.7
CULTUURHISTORIE, ERFGOED EN MONUMENTEN
2.7.1
ALGEMENE CULTUURHISTORISCHE BESPREKING
Ongeveer honderddertig jaar geleden, waarschijnlijk in 1873, liet Jonker Emiel Edward Guyot- Villers, later burgemeester van gemeente Ekeren (1884 –1894), een kasteel bouwen in het domein ‘Bist’. Het toponiem Bist of Biest is afgeleid van bies en wijst daarmee op een plaats waar biezen groeiden. Jonker Emiel Guyot, de eerste eigenaar van het kasteel, werd geboren te Antwerpen op 17 augustus 1814. Hij huwde op 8 januari 1861 te Antwerpen met Eulalia Catharina Maria Villers. Zij vestigden zich te Ekeren op het kasteel 'De Bist' dat naar hen 'Hof van Guyot' genoemd werd. Na hun overlijden komt het kasteel uiteindelijk in handen van M. Goossens en Juffrouw Elisa Rombouts. In 1968 kocht het Gemeentebestuur van Ekeren het hof en het park aan van de kinderen Goossens. Na een grondige studie vormt de gemeente het park vanaf 1972 om tot openbaar park, waarbij het kasteel als kunstcentrum wordt ingericht, met daaromheen een manifestatieplein geschikt voor toneel, tentoonstellingen, concerten en feesten. Het park werd hierbij aangelegd als tuin, waarbij de oorspronkelijke vorm en lijnen onveranderd bleven. Enkel voor het kasteel werd later een 'schild' aangelegd met twee bloemcirkels. Een destijds aanwezige Griekse ruïne werd omwille van de veiligheid afgebroken. In 2008 is een nieuw ontwerp gemaakt voor de kasteeltuin. De formele inrichting is vervangen voor een moderner ontwerp met golvend padenpatroon. Hiermee is aansluiting verkregen met de landschappelijke inrichting van de rest van het park waarbij desalniettemin de meer formele functie van kasteeltuin behouden is gebleven. De tuin is kort hierna conform ontwerp heringericht. In 2012 werd het kasteel omgevormd tot cultuurcentrum. Het centrum biedt onder de naam 252cc plaats aan onder meer een tentoonstellingszolder en een kleine zaal.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
48
1771-1778 (Ferraris)
1846-1854 (Vandermaelen)
1912 (Cremers)
1914 (onbekend)
1943 (Seghers)
1967 (Ratinckx)
Afbeelding 23, collage van historische kaartbeelden. Bron: Stadsarchief Antwerpen (Felixarchief.be) en Geopunt.be.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
49
2.7.2
HISTORISCHE KAARTANALYSE VAN HET LANDSCHAP
Fricx maakte in 1712 de Carte des Pays-Bas op. Op deze kaart (zie afbeelding 22) zijn onder andere de locatie van Ekeren, de loop van de Donkse beek en enkele doorgaande wegen ingetekend. In de nabijheid van het huidige, maar toen nog niet aangelegde Hof De Bist het toponiem â&#x20AC;&#x2DC;Veltwyckâ&#x20AC;&#x2122;. Vermoedelijk verwijzend naar het destijds al aanwezige kasteel Veltwijck, dat ongeveer een kilometer ten zuidwesten van Hof De Bist is gelegen. Het huidige Hof De Bist is gelegen in een gebied dat in de periode 1771-1778 door Ferraris is gekarteerd als een kleinschalig, halfopen landschap (zie afbeelding 23). Het landschap bestond uit kleine landbouwpercelen, zowel akkerland als weiland, omzoomd door hagen of singels. Daarnaast tekende Ferraris ook percelen in die vermoedelijk uit bos, beplanting of ander opgaande begroeiing bestonden. Aan de zuidzijde van het terrein, langs de weg richting Ekeren is enige bebouwing aanwezig, op de locatie van de huidige brasserie Hof De Bist. Aan het gebied is het toponiem Hooge Bist toegekend. Even ten westen hiervan langs de huidige Veltwijcklaan vinden we het toponiem Leege Bist. Mogelijk zijn deze namen gebiedsaanduidingen, maar een andere mogelijkheid is dat ze verwijzen naar de lintbebouwing die destijds al aanwezig was. De term Bist, als verwijzing naar biest of bies, doet vermoeden dat deze omgeving in de periode van Ferraris al natte terreinomstandigheden kende. De door Ferraris zuidelijk van het plangebied ingetekende Donksche Veltwyck Beke (de huidige Donkse beek) en de Landsche Beke lijken direct ten zuiden of iets ten oosten van het plangebied te ontspringen. Dit versterkt het vermoeden dat reeds in die periode sprake was van een vochtig of nat gebied. Uit de Vandermaelen kaart blijkt dat het terrein van het huidige Hof De Bist in de periode 1846-1854 nog steeds in een agrarisch landschap ligt. De kleinschalige perceeltjes op het terrein, omzoomd door hagen zijn hier echter minder herkenbaar. Wel is er centraal in het terrein een aaneengesloten strook vegetatie ingetekend. Geprojecteerd op de huidige situatie, betreft dit het deel van Hof De Bist gelegen tussen enerzijds de watergang die de westzijde van het park begrenst en anderzijds de watergang die vanaf de Marcel de Backerstraat aan de noordoostzijde van het park het park inloopt en uitmondt in de vijverpartij. Niet zeker is wat de betekenis is van de door Vandermaele gebruikte aanduiding van deze zone. Mogelijk verwijst dit naar grasland, maar gezien de ligging kan ook een natte ruigere vegetatie bedoeld zijn. Momenteel is deze zone goeddeels bebost. De bebouwing in en rond het plangebied lijkt in deze periode nauwelijks veranderd sinds de opmaak van de Ferrariskaart. De kaart van Cremers uit 1912 toont de ligging van het kasteel, gelegen in het toenmalige Hof Emile Guyot. Het kasteel is waarschijnlijk in 1873 door Jonker Emiel Edward Guyot- Villers gebouwd. Of het omliggende hof in dezelfde tijd is aangelegd of enige tijd later is niet bekend. De tekening van het hof toont slingerende paden, kenmerkend voor de in die periode veel toegepaste landschapsstijl. In het zuiden van het hof, aan de toenmalige Hofstraat (tegenwoordig Veltwijcklaan) is een regelmatig patroon ingetekend, verwijzend naar de moestuin. De muur die de moestuin van de rest van het hof scheidde is nog altijd in het park aanwezig. Tegen de zuidzijde van de muur stonden in die periode serres. De serres zijn inmiddels verdwenen en de moestuin zelf is thans ingericht als openbare parking.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
50
1979-1990
2014 Afbeelding 24, vergelijking luchtfotoâ&#x20AC;&#x2122;s uit de periode 1979-1990 en 2014. Bron: Geopunt.be. Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
51
Opvallend is dat de ingetekende contour van het hof op deze kaart afwijkt van de huidige begrenzing van het park. Volgens de kaart van Cremers wordt het hof in het noordwesten globaal begrensd door het huidige waterloopje en de vijverpartij. De percelen van Hof De Bist ten noorden daarvan zijn in die tijd niet als deel van het hof ingetekend. Het is mogelijk dat dit agrarische percelen betrof die wel tot het domein behoorden. Ook de vijverpartij zelf is hier nog niet in beeld. Uitgaande van de kaart van 1967 van Ratinckx blijft deze situatie nagenoeg ongewijzigd tot in de tweede helft van de 20e eeuw. Het beheerplan dat in 2005 voor het plangebied werd geschreven, vermeldt echter de aanwezigheid van een boomgaard op de locatie van de huidige sportvelden. Op basis daarvan kan worden aangenomen dat ook die percelen al sinds langere tijd tot Hof De Bist gerekend worden. Een bron voor deze gegevens is in het oude beheerplan niet opgegeven. Op de kaart van Cremers is ook goed te zien dat in die periode behalve Hof Emile Guyot ook tal van andere buitenplaatsen en landgoederen zijn ontstaan. In de directe omgeving zijn dat onder meer Chateau Veldwyck, Moretus Plantin, Villa Albert, Chateau de Donck en Chateau de Terborgt. Allen zijn in de kenmerkende landschapsstijl vormgegeven. Daarnaast is ook meer bebouwing in het tussenliggende landschap zichtbaar dan op de kaart van zestig jaar eerder. Op de kaart uit 1914 zijn de buitenplaatsen en landgoederen minder gedetailleerd ingetekend. Wel is hierop te zien dat het terrein rond het hof dat op de kaart van Cremers als ongedeeld open gebied is weergegeven, ook in die periode nog vrij kleinschalig verkaveld was. Verschillende kavelgrenzen vertonen nog altijd overeenkomsten met de grenzen als weergegeven op de Ferrariskaart. De kaarten uit 1943 (Seghers) en 1967 (Ratinckx) tonen nog steeds de zelfde contour van het plangebied als in 1912. In het gebied eromheen wordt in die periode een toenemende verstedelijking zichtbaar. Op de kaart van 1967 lijkt het park ten oosten van Hof De Bist (aan de overzijde van de kapelsesteenweg) reeds te zijn verdwenen. Op de luchtfoto van 1979-1990 is een parkachtig landschap met bos, gazons en sportvelden te zien, omgeven door woonwijken (afbeelding 24). De inrichting in deze periode lijkt sterk op de huidige inrichting. Een opvallend verschil is de tuin aan de zuidwestzijde van het kasteel. Op de luchtfoto uit 1979-1990 is hier een rechthoekige padenstructuur zichtbaar. Uit luchtfoto’s van 2009-2014 is te zien dat hier later een tuin met paden in een ovale vorm werd aangelegd. Een ander markant verschil tussen beide luchtfoto’s is de vegetatie in het noordelijke deel van het park. Waar in de periode 1979-1990 veel open ruimte en jonge (regelmatige) aanplant is te zien, toont de foto uit 2014 een meer begroeid terrein. Ten opzichte van de historische kaarten laten de luchtfoto’s zien dat het park is uitgebreid met verschillende bospercelen en graslandjes aan de noordwestzijde van het park.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
52
Afbeelding 25, uitsnede uit het GEO-portaal van Onroerend Erfgoed (https://geo.onroerenderfgoed.be).
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
53
2.7.3
BESCHERMINGSBESLUITEN
De Inventaris Onroerend Erfgoed (zie ook afbeelding 25) vermeldt binnen de grenzen van het plangebied het volgende beschermde erfgoed: KASTEEL HOF DE BIST OF HOF VAN GUYOT (ID: 11400) Dit bouwkundig relict, gesitueerd Veltwijcklaan 252 Antwerpen, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Een nadere beschrijving van het object is opgenomen in bijlage 3. Voor gebouwen uit de vastgestelde inventaris gelden er binnen het onroerend erfgoedbeleid, stedenbouwkundig, woon- en energieprestatiebeleid de volgende vier uitzonderingsmaatregelen, met als doel dit bouwkundig erfgoed zoveel mogelijk te vrijwaren:
Voor gebouwen uit de vastgestelde lijst mag worden afgeweken van bepaalde normen rond energieprestatie en binnenklimaat, als dat nodig is om de erfgoedwaarde van de geveldelen van het pand, zichtbaar vanaf de openbare weg, in stand te houden Zonevreemde gebouwen uit de vastgestelde lijst kunnen gemakkelijker een nieuwe functie krijgen. Zo kan een leegstaande hoeve bijvoorbeeld een woonfunctie krijgen, ook al ligt hij in agrarisch gebied. Voor het afbreken van een gebouw uit de vastgestelde lijst is een stedenbouwkundige vergunning nodig. De aanvrager van de sloopvergunning moet een extra exemplaar van het dossier met bijkomend fotomateriaal indienen. De gemeente kan de sloopvergunning alleen uitreiken, nadat zij advies heeft gevraagd over de erfgoedwaarden van het gebouw. Bij gebouwen in de inventaris wordt sociale huisvesting door renovatie gestimuleerd.
2.7.4
ELEMENTEN MET ERFGOEDWAARDE
Het plangebied bevat meerdere elementen met cultuurhistorische waarde, al dan niet formeel vastgelegd in een beschermingsbesluit. Behalve enkele afgebakende objecten, valt hier ook het ontwerp van het park als geheel onder. Hieronder worden de elementen besproken. KASTEEL Kasteel Hof De Bist is bekend onder adres Veltwijcklaan 252. Het betreft een kasteel in neoclassicistisch stijl, gebouwd in 1873, bestaande uit twee bouwlagen met een leien dak en een hoge kelderverdieping. Aan de noordoostzijde bevindt zich een bordestrap en een bordes met smeedijzeren balustrade. Het kasteel vormt van oudsher het functionele en esthetische middelpunt van het park. Tegenwoordig is het kasteel in gebruik als cultureel centrum. Een gedetailleerdere beschrijving van het kasteel is gegeven in het rapport van het Agentschap voor Onroerend Erfgoed, in dit plan opgenomen als bijlage 3. BRASSERIE HOF DE BIST De voormalige hoeve waarin heden ten dage Brasserie Hof de Bist is gevestigd, is bekend onder adres Veltwijcklaan 254-258. De hoeve -vermoedelijk gebouwd in het midden van de achttiende eeuw of zelfs nog daarvoor- is ouder dan kasteel Hof De Bist. Na de bouw van kasteel werd de hoeve gebruikt als koetshuis, koetsierswoning en stallingen. In 1974, na aankoop van het kasteel door de gemeente, werd de hoeve omgevormd tot restaurant. Achter de hoeve bevindt zich een achthoekig gebouwtje: een voormalige volière. TUINMUUR Ten westen van de voormalige hoeve bevindt zich een oude tuinmuur. De gemetselde en onbepleisterde muur diende in het verleden als scheiding tussen het hof en de moestuin. Tegen de muur, uitgevend op het zuiden bevonden zich in die periode serres. Momenteel dient de muur als afscheiding tussen het park en de openbare parking.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
54
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
55
ONTWERP VAN HET PARK Behalve specifieke elementen, vertegenwoordigt ook het ontwerp van het park als geheel cultuurhistorische waarde. Het park is ontworpen en aangelegd in landschapsstijl. Deze stijl was populair in de aanlegperiode van het park en kan op historische kaarten worden herkend in diverse andere parken in de omgeving van Hof De Bist. Slingerende paden, beplantingsvakken met onregelmatige, ronde vormen, een slingervijver, zichtlijnen over water en graslanden en strategisch geplaatste solitaire bomen en boomgroepen zijn daarvan kenmerkende elementen. Binnen de landschapsstijl werd een sterk geromantiseerd beeld van een natuurlijke omgeving gecreĂŤerd, waarin esthetische kwaliteit, verrassing en status belangrijker waren dan functionaliteit. Veel parken die in deze stijl zijn aangelegd zijn naar binnen gericht: de open ruimte is veelal in het centrum van het park gesitueerd, omgeven door een randzone met dichtere beplanting. Hiermee werd de nauwkeurig ontworpen beleving binnen het park versterkt en beschermd tegen visuele invloeden van buitenaf. Deze kenmerken zijn ook in Hof de Bist duidelijk aanwezig, waarmee het park kan worden beschouwd als een weergave van een specifiek tijdsbeeld, waarvan veel andere voorbeelden in de omgeving reeds zijn verdwenen. Over de gedetailleerde inrichting van het park in de aanlegfase is weinig bekend, maar de lay-out van het park is op hoofdlijnen vermoedelijk weinig veranderd in de loop der jaren.
2.7.5
GEVOERD BEHEER IN HET VERLEDEN
Het beheer in de voorafgaande beheerperiode was gericht op de instandhouding van het domein en daarbinnen de versterking van ecologische en recreatieve functie. Daarnaast was ook het versterken van de esthetische en culturele waarde in relatie tot het kasteel een belangrijk criterium waarop de concrete beheermaatregelen werden getoetst. Werken volgens de principes van het Harmonsich Park en Groenbeheer was steeds een algemeen uitgangspunt. Concrete beheermaatregelen zijn gebaseerd op het realiseren van genoemde doelstellingen en het wegnemen van storende factoren daarin. Onder de laatste categorie valt onder meer het terugdringen van ongewenste (pest)soorten als Amerikaanse vogelkers en Japanse duizendknoop, het terugdringen van dominante boomsoorten ter verhoging van de diversiteit en het verwijderen van risicovolle situaties zoals dood hout boven paden. In het verleden zijn meerdere maatregelen getroffen met betrekking tot de inrichting van het park, zoals het vervangen van laanbeplanting, het afsluiten van paden of het aanbrengen en aanpassen van voorzieningen. Volgens mondelinge mededeling van de beheerder zijn deze ingrepen weliswaar weloverwogen uitgevoerd, maar ontbrak een planmatige aanpak en overkoepelende visie. De beheerdoelstellingen in het voorgaande beheerplan zijn erg algemeen en geven dan ook weinig handvat voor het nemen van concrete beheerbeslissingen. Desalniettemin is het beheer deskundig uitgevoerd en verkeert het park daardoor in een vrij goede staat van instandhouding. De getroffen maatregelen zijn overwegend effectief gebleken en hebben een goede aanzet gegeven tot het ingangzetten van de gewenste ontwikkelingen zoals die in het beheerplan uit 2015 zijn beschreven.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
56
Afbeelding 26, zichtlijnen: het tussen open en gesloten terreintypen draagt park. Natuurbeheerplan Hof samenspel De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV bij aan de esthetische kwaliteit van het57
3
FUNCTIES EN FUNCTIONEREN
In voorgaande hoofdstukken is inzicht gegeven in de context en inrichting van het park en de terreintypen die daarin voorkomen. Dit alles biedt het decor waarin tal van gebruiksvormen zijn ondergebracht. Het ontwerp en de inrichting van het park met de bijbehorende cultuurhistorische, esthetische, recreatieve en ecologische waarden, zijn van invloed op het karakter, de kansen en de beperkingen van de ingepaste functies. Dit maakt dat er een sterke samenhang tussen inrichting en functioneren bestaat, evenals tussen de verschillende functies onderling. Een goed voorbeeld hiervan kan worden gevonden in het samenspel van open en gesloten terreintypen. De verdeling van open en gesloten terrein is nauwkeurig ontworpen volgens een kenmerkend stijlbeeld uit het eind van de 19e eeuw. Hierdoor is een veelheid van zichtrelaties ontstaan (zie afbeelding 26). Deze zichtrelaties binnen het park en juist het ontbreken van zichtrelaties tussen het park en haar omgeving geven het gebied een bijzondere belevingswaarde. Het is ook onder andere deze combinatie van open en gesloten terrein die ten grondslag ligt aan het voorkomen van vele soorten planten en dieren ĂŠn die een geschikt decor biedt voor een veelheid aan gebruiksvormen die het park haar sociaal-maatschappelijke waarde geeft in Ekeren. Inrichting, gebruik en functievervulling zijn dus sterk met elkaar verweven. Voor Hof De Bist resulteert dit in de bijzondere situatie van een park dat vrij intensief wordt gebruikt wordt door uiteenlopende doelgroepen maar door een relatief sobere en strategische inrichting (buiten evenementen om) een grote mate van rust te bieden heeft aan haar bezoekers. Deze sterke verweving brengt met zich mee dat bij beslissingen en ingrepen steeds alle zijden van de driehoek inrichting-beheer-gebruik in onderlinge samenhang moeten worden beschouwd. Wanneer we het plangebied als geheel beschouwen, kan worden geconcludeerd dat het park op hoofdlijnen in goede staat verkeert. Er is geen sprake van zwaar achterstallig onderhoud, of bedreigingen voor de duurzame instandhouding. Dat laat onverlet dat er wel degelijk knelpunten voorkomen binnen het beheer en het algemene functioneren van het park. Onder knelpunten verstaan we die aspecten van het park die een belemmering vormen voor beheer en instandhouding en op termijn mogelijk kunnen zorgen voor een achteruitgang van de ruimtelijke kwaliteit en de functionaliteit van het park. Daarnaast kunnen knelpunten betrekking hebben op aspecten die weliswaar geen ernstige bedreiging vormen, maar er wel voor kunnen zorgen dat de functies van het park niet optimaal tot uiting komen. Daartegenover staat dat ook de potenties van het park nog niet ten volle zijn benut en er kansen liggen voor het versterken of reguleren van verschillende functies van het park. In onderstaande paragrafen worden in het licht van het bovenstaande de drie hoofdfuncties van het park nader beschreven en wordt ingegaan op knelpunten en kansen. Deze vormen input voor de visie die later in dit plan wordt besproken.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
58
3.1
BESCHRIJVING VAN DE ECOLOGISCHE FUNCTIE
De borging, waardering en kenmerken van de ecologische functie zijn in algemene zin reeds beschreven in respectievelijk paragraaf 2.4 en 2.6 van dit rapport. In onderstaande paragrafen wordt de ecologische functie nader onder de loep genomen.
3.1.1
ECOLOGISCHE STERKTEN EN ZWAKTEN
Hoewel we hier spreken over een stadspark, is de ecologische functie van Hof De Bist relatief sterk aanwezig. Het park kent een grote variatie aan terreintypen, variërend van hoge opgaande bossen tot lage kruidenrijke vegetaties en van matig vochtige tot natte, periodiek ondergelopen terreindelen. Deze afwisseling biedt gunstige omstandigheden voor een grote biodiversiteit. Zowel planten als dieren zijn in tal van soorten in het park aanwezig. De goede, maar niet te intensieve ontsluiting van het park maakt dat veel van deze soorten goed zijn waar te nemen. De ecologische en sociale functie van het park kennen dan ook een sterke relatie. Bezien van uit de ecologische functie is een opvallend onderdeel van het park te vinden in de kwelzone in het noorden van het park. Gunstige abiotische omstandigheden en gericht beheer hebben op deze locatie geleid tot vrij hoge natuurwaarden. Park Hof De Bist is van oorsprong een ontworpen en aangelegde groene omgeving, primair gericht op beeldkwaliteit. Gelegen in een stedelijke omgeving heeft het park te maken met sterke antropogene invloeden. De ruimte voor spontane, natuurlijke processen is daardoor beperkt. De ecologische functie beperkt zich dan ook vooral tot natuurwaarden en minder tot natuurlijkheid. Daarnaast is in het verleden slechts in beperkte mate planmatig beheer uitgevoerd gericht op het optimaliseren van de ecologische functie. Dit maakt dat op dit vlak (nog) niet alle kansen zijn benut.
3.1.2
BEDREIGINGEN VAN DE ECOLOGISCHE FUNCTIE
3.1.2.1 ONGEWENSTE SOORTEN Naast vele soorten inheemse planten en dieren die een positieve bijdrage leveren aan de natuurwaarden van het park, komen ook enkele soorten voor waarvan de aanwezigheid minder op prijs wordt gesteld. Dit betreft soorten die: niet van inheemse komaf zijn, wegens grote concurrentiekracht en snelle verspreiding de biodiversiteit negatief beïnvloeden en/of door overbevolking een te sterke invloed hebben op de biodiversiteit en beeldkwaliteit van het park. Bij de soortgroep planten betreft dit in Hof De Bist met name de soorten Japanse duizendknoop en Amerikaanse vogelkers. Beide soorten zijn in staat om zich, elk op hun eigen wijze, snel te vermenigvuldigen en een grote concurrentie uit te oefenen op de andere soorten. Zonder intensief ingrijpen zal in en rond het park de soortendiversiteit afnemen en de vegetatiestructuur in negatieve zin worden beïnvloed. Bij de fauna zijn vooral watervogels en halsbandparkieten aandachtspunten. De oevers van de vijverpartij staan sterk onder invloed van watervogels als eenden en ganzen. Door intensieve betreding en bemesting is de oeverzone zowel esthetisch als botanisch weinig waardevol. Recentelijk heeft de (niet –inheemse) halsbandparkiet zijn intrede in het park gedaan, waarschijnlijk vanuit het nabijgelegen Veltwijckpark. Deze soort concurreert op gebied van nestgelegenheid (boomholten) met andere holenbroedende vogels en vleermuizen. Op daadwerkelijke negatieve effecten van deze soort op inheemse fauna is nog geen concreet zicht, maar dit dient voor de toekomst zeker als aandachtspunt te worden beschouwd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
59
3.1.2.2 BOSOPBOUW Hof De Bist kent -vanzelfsprekend- geen natuurlijk bos. De soortensamenstelling, leeftijdsspreiding en bosstructuur kunnen dan ook niet worden vergeleken met bos dat op natuurlijke wijze is ontwikkeld en dat hoeft ook niet. Maar ook voor een parkbos zijn deze themaâ&#x20AC;&#x2122;s wel degelijk relevant en tevens een punt van aandacht in de bospercelen van Hof De Bist. EĂŠn van de aandachtspunten betreft de bosstructuur. De stand van de bomen in verschillende bospercelen is vrij dicht, zeker in verhouding tot de leeftijd (en dikte) van de bomen. In het verleden is in het beheer onvoldoende gestuurd op ruimte in het kronendak. Hierdoor hebben de bomen kleine kronen ontwikkeld. De omvang van de kronen wordt beperkt door concurrentie van nevenstaande bomen en de levende takken zitten hoog aan de stam doordat door lichtgebrek de onderste levende takken steeds zijn afgestorven en vervolgens afgevallen. De relatief kleine bladmassa komt niet ten goede aan de veerkracht van de bomen. Een ander nadelig effect hiervan is dat de dichte stand leidt tot een flinke beperking van het zonlicht dat de bosbodem bereikt. De ontwikkeling van een waardevolle en gevarieerde kruid- en struiklaag wordt hierdoor bemoeilijkt. Een ander aandachtspunt betreft de leeftijdsspreiding van de bosbestanden. In enkele bospercelen zijn de bomen van vrij hoge leeftijd en is sprake van een homogene leeftijdsopbouw. Op termijn zullen de bomen daardoor ook min of meer gelijktijdig in verval raken en afsterven. De ingroei van nieuwe bomen van de gewenste soorten en voldoende kwaliteit die de huidige dominante generatie kunnen opvolgen is beperkt. Wanneer op termijn de vervalfase intreedt zal dat een flinke terugslag van het hele bosperceel betekenen. Duurzame instandhouding van bos met voldoende beeldkwaliteit is daardoor onvoldoende veiliggesteld.
3.1.2.3 BERGING VAN HEMELWATER Aquafin zoekt locaties voor berging en infiltratie van hemelwater dat wordt opgevangen in de aanliggende woongebieden. Park Hof De Bist valt binnen het zoekgebied daarvoor. In een voorlopige uitwerking hiervan is bepaald dat bijna voldoende bergingscapaciteit kan worden in het huidige oppervlaktewater, met dien verstande dat (zeer sporadische) overstroming van parkdelen bij grote hoeveelheden neerslag niet kan worden uitgesloten . De kwelzone is van grote botanische waarde. De vegetatie daarin hangt ten minste gedeeltelijk samen met de waterkwaliteit en kwantiteit. Daarnaast is het bosperceeltje ten zuiden van deze kwelzone aangewezen als habitat (ruigte-elzenbos) op de Natura2000 habitatkaart. Tot slot bevinden zich in het park vele oude beuken die meer nog dn andere soorten zeer gevoelig zijn voor het met water verzadigen van de doorwortelbare zone. De gevolgen van de waterbergingsfunctie kunnen op basis van de huidige beschikbare informatie niet goed worden overzien. Er is een kans dat aanpassingen aan de waterhuishouding de ecologische waarde en potentie in negatieve zin beĂŻnvloed, daar de waterkwaliteit van hemelwater afwijkt van het huidige kwelwater. Toevoer van grote hoeveelheden hemelwater kan ertoe leiden dat het aan de oppervlakte treden van kwelwater ter plaatse wordt onderdrukt. Nader onderoek en een goede monitoring moet hierin meer inzicht verschaffen.
3.1.2.4 BETREDING BUITEN DE PADEN Enkele delen van het bos worden ook buiten de paden met wisselende intensiteit betreden door parkbezoekers. Intensieve betreding leidt tot het ontstaan van nieuwe paden of vlaktegewijs verdwijnen van vegetatie op de bosbodem. Afhankelijk van de draagkracht van de bodem bestaat tevens de kans op bodemverdichting. Niet alleen bemoeilijkt dit regeneratie van de kruid- en struiklaag, ook de zuurstofopname door boomwortels neemt hierdoor af waardoor wortels kunnen afsterven en bomen vitaliteits en stabiliteitsproblemen kunnen krijgen. Er zijn in Hof De Bist onvoldoende gegevens bekend om een relatie tussen betreding en boomvitaliteit aan te tonen, maar de effecten op de ondergroei zijn wel degelijk waar te nemen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
60
3.1.2.5 UITVAL VAN BOMEN In specifieke delen van het plangebied zijn in de afgelopen jaren diverse dominante bomen uitgevallen. Deze zijn gestorven of wegens slechte vitaliteit en daarbij horend veiligheidrisico preventief verwijderd. Het sterven van bomen is in eerste instantie vooral een vanzelfsprekend onderdeel van de natuurlijke ontwikkeling van bos en beplanting. Wanneer er echter geen opvolgende generatie bomen aanwezig is, leidt dit tot snelle afname van de kwaliteit van de beplanting (zie ook paragraaf 3.1.2.2) en is het park op zeker moment ‘terug bij af’ in haar ontwikkeling. Een voorbeeld hiervan is het groene eiland in het centrale grasland. Op basis van een verkennend onderzoek is het vermoeden uitgesproken dat de bomensterfte hier niet samenhangt met de in dit eiland ondergebrachte speelplaats, maar mogelijk het gevolg is van voedseltekorten. Ook in de waterhuishouding kan mogelijk een ooraak worden gevonden. Oude bomen zijn niet altijd meer in staat adequaat te reageren op wijzigingen in de grondwaterstand. Mogelijk speelt het stagnerend water op het centrale grasland (onder meer de evenementenweide) in de directe omgeving van deze bomen een rol.
3.1.3
ECOLOGICHE POTENTIES
Behalve bedreigingen zijn er ook zeker kansen voor de ecologische functie. Deze worden gevonden in zowel het versterken van bestaande als het ontwikkelen van nieuwe natuurwaarden.
3.1.3.1 VERSTERKING VAN DE KWELZONE Beheer van de kwelzone in het noorden van het park wordt al geruime tijd afgestemd op de botanische waarde van het gebied en de daarmee samenhangende aanwezigheid van vele soorten dagvlinders, libellen en andere fauna. Op basis van de vegetatietypen en waargenomen soorten in dit gebied werd de verwachting uitgesproken dat de natuurwaarde van dit deelgebied nog verder kan toenemen zolang het huidige beheer consequent wordt voortgezet. Naast kwalitatieve versterking liggen er ook kansen voor kwantitatieve versterking door het uitbreiden van deze natuurzone in zuidwestelijke richting. Hierbij kan worden gedacht aan ecologisch beheer van het aangrenzende bosperceel met elzen, het toepassen van verschralingsbeheer in (een deel van) het sportveld ten zuidwesten daarvan (zuidelijk van het korfbalveld) of zelfs het creëren van een open corridor tussen beide deelgebieden met open vegetatie.
3.1.3.2 ECOLOGISCH BOSBEHEER Door gericht beheer is de natuurwaarde van verschillende bospercelen te versterken. Met een combinatie van eenmalige en periodieke maatregelen kunnen aspecten als de kruid- en struiklaag, boomsoortensamenstelling en bosstructuur worden beïnvloed ten gunste van biodiversiteit en natuurlijke processen. Daarbij moet evenwel rekening worden gehouden met het feit dat dergelijke aspecten gepaard gaan met een langere ontwikkeltijd en tevens beperkingen kennen onder invloed van de andere parkfuncties.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
61
3.2
BESCHRIJVING VAN DE ECONOMISCHE FUNCTIE
3.2.1
ECONOMISCHE STERKTEN EN ZWAKTEN
Hof De Bist vervult primair een sociaal-maatschappelijke functie door een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van Ekeren op tal van gebieden, als beschreven in voorgaande hoofdstukken. Daarnaast heeft Hof De Bist een intrinsieke waarde, op vlak van ecologie, landschap en niet in de laatste plaats erfgoed. Van een economische functie is slechts indirect sprake. Zo wijzen tal van studies uit dat de aanwezigheid van groen in de directe leefomgeving een positief effect heeft op de volksgezondheid en daling van de zorgkosten. Ook heeft groen in de regel een waardevermeerderend effect op huizen en ander vastgoed. Het kwantificeren van deze waarde is echter zeer moeilijk. Ook is het moeilijk te bepalen hoe met het parkbeheer kan worden gestuurd op het vervullen van deze economische functie, anders dan de instandhouding van het park en het openstellen ervan voor publiek. Een andere bijdrage die Hof De Bist mogelijk levert aan de economie van Ekeren kan worden gevonden in de aantrekkende werking van het park op publiek. Het park op zichzelf, maar zeker ook de evenementen die daarin worden gehouden en het cultureel centrum dat in het kasteel is gevestigd, trekken publiek van Ekeren en daarbuiten. Hoewel ook deze zaken zelf geen economisch oogmerk hebben, zorgen ze mogelijk voor meer toeloop bij de lokale winkels en horeca. Met de beschikbare kennis is het echter niet mogelijk deze vermoedelijke bijdrage vast te stellen en te kwantificeren. Bij het beheer van het park komen natuurlijke producten vrij zoals hout en biomassa die in theorie een zekere (beperkte) waarde vertegenwoordigen. Vellen, opwerken en afvoeren van bomen die -ten behoeve van landschappelijke of ecologische beheerdoelstellingen of met het oog op veiligheid- verwijderd worden, gaat in Hof De Bist echter gepaard met hoge kosten. Bij deze werkzaamheden dient bijzonder voorzichtig gewerkt te worden om schade aan voorzieningen en blijvende bomen te voorkomen. Dit vraagt om de inzet van aangepast materieel en intensieve werkmethoden en bij werkzaamheden in de parkrand met verkeersmaatregelen. Daarnaast komt per werkgang steeds een relatief kleine hoeveelheid stamhout vrij, waarvan, afhankelijk van de parkzone, een deel in het park kan achterblijven. De economische waarde van de natuurlijke producten is daardoor verwaarloosbaar.
3.2.2
ECONOMISCHE POTENTIES
Gelet op de aard van het park zijn er geen voor de hand liggende mogelijkheden om de economische functie van het park te versterken zonder dat dit ten kosten gaat van de publieke functie of de intrinsieke waarde van Hof De Bist.
3.2.3
BEDREIGINGEN VAN DE ECONOMISCHE FUNCTIE
Doordat Hof De Bist zelf niet beschikt over voldoende sterke economische dragers, is het park in haar voortbestaan afhankelijk van de financiĂŤle middelen die het bestuur daarvoor beschikbaar stelt. Dit maakt het park in zekere zin kwetsbaar waar het gaat om de duurzame instandhouding van het park en haar kwaliteiten.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
62
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Afbeelding 27, enkele voorzieningen in Stad park Antwerpen/Ekeren Hof De Bist
Buiting Advies BV
63
3.3
BESCHRIJVING VAN DE SOCIALE FUNCTIE
Hof De Bist is van groot sociaal-maatschappelijk belang voor bewoners van de directe omgeving van het park, maar ook voor bewoners van de ruimere omgeving en van buiten Ekeren. In de navolgende paragrafen wordt de sociale functie nader uiteengezet.
3.3.1
GEBRUIKSFUNCTIES EN VOORZIENINGEN
In het park Hof De Bist worden op een relatief kleine oppervlaktes veel functies vervuld. Enkele functies zijn impliciet verbonden aan de aard van het park, maar voor diverse functies zijn specifieke voorzieningen in het park aangebracht (zie afbeeldingen 27 en 30). De meeste parkbezoekers maken bij het bezoek gebruik van de parking aan de zuidzijde van het park.
3.3.1.1 RECREATIE EN RUST Voor recreatie en verpozen is in het park ruime gelegenheid op de wandelpaden en op de grasvelden. De meeste paden zijn voorzien van een halfverharding (porfier). Plaatselijk zijn de paden voorzien van een kantopsluiting (ecolat en betonbanden). Ook enkele onverharde paden komen voor. Ten behoeven van de recreant zijn bankjes geplaatst, soms gecombineerd met een vuilbak. Het toegepaste meubilair is conform de richtlijnen die de Antwerpse straatmeubilaris voorschrijft. Bij de entrees tot het park is het parkreglement op een paneel weergegeven. Een extra informatiepaneel is geplaatst nabij de vijver en geeft de parkbezoeker informatie over de nadelige gevolgen van het voeren van eenden en ganzen. Voor de hondenbezitters is in het park een hondenloopzone ingericht.
3.3.1.2 EVENEMENTEN Het zuidelijke deel van het centrale grasland wordt gebruikt als evenementenweide. Voor het plaatsen van een podium is ruimte gereserveerd voor het kasteel. Ten behoeve van evenementen is een aansluitkast geplaatst nabij de podiumlocatie.
3.3.1.3 SPORT EN SPEL Voor sport en spel is veel gelegenheid in het park. De grasvelden lenen zich voor ongefaciliteerde activiteiten. Ook wordt het bos gebruikt voor activiteiten van de Chiro en andere jeugdverenigingen. Daarnaast omvat het park een korfbalveld met clubhuis en eenvoudige parking in het noorden van het terrein. Om een veilige wandeling tussen de parking in het zuiden en het korfbalveld in het noorden te creĂŤren, is het betreffende wandelpad in 2015 voorzien van verlichting. Hiervan profiteren tevens de bezoekers van het Chirogebouw en de schutterijvereniging de Drij Akers. Er zijn twee speelgelegenheden aanwezig. Zo is een speeltuin gesitueerd kort bij de oude hoeve: Brasserie Hof De Bist en is een speelplek gecreĂŤerd in het groene eiland te midden van het centrale grasland. Tot slot is een fit-o-meter in het park aangelegd, bestaande uit een gemarkeerde looproute die langs diverse toestellen leidt waarop oefeningen kunnen worden gedaan. De toestellen zijn elk voorzien van een informatiepaneel met instructies.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
64
Afbeelding 28, toegankelijkheid enBist, ontsluiting Natuurbeheerplan Hof De Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
65
3.3.1.4 HORECA, CULTUURCENTRUM EN ANDERE BOUWWERKEN Ook de gebouwen in het park bieden faciliteiten aan de parkbezoeker. Zo is de hoeve in het zuiden van het park als horecagelegenheid ingericht. In het kasteel is het cultuurhuis 252cc gevestigd. Dit centrum biedt ruimte aan culturele activiteiten en tentoonstellingen en verhuurt zalen voor vergaderingen of andere passende activiteiten. Ten zuiden van het kasteel bevindt zich een sanitairgebouw dat voorziet in een heren-, dames- en invalidentoilet. Opening en sluiting van dit gebouw gebeurt geautomatiseerd. Het gebouw is functioneel vormgegeven en de inpassing in het landschap vraagt om wat aandacht. Op drie locaties zijn prieeltjes in het park opgenomen die bezoekers een schuilmogelijkheid bieden tegen regen en zon. De staat waarin de prieeltjes verkeren is matig en vraagt om onderhoud.
3.3.1.5 LANDSCHAP Behalve voor activiteiten en functies in het park, is Hof De Bist ook een groen decor voor de woningen en overige voorzieningen rondom het park. Hof De Bist levert een waardevolle uitstraling aan het bebouwde landschap van Ekeren in de directe omgeving.
3.3.2
BEREIKBAARHEID EN TOEGANKELIJKHEID
3.3.2.1 TOEGANGSPUNTEN TOT HET PARK Het park is toegankelijk via drie ingangen (zie afbeelding 28). De hoofdingang tot het park bevindt zich aan de Veltwijcklaan in het meest zuidelijke deel van het park. Deze toegang is voorzien van een gesmeed dubbel hekwerk en verharding van kasseien. De tweede en meest gebruikte toegang bevindt zich eveneens aan de Veltwijcklaan, bij de parking net ten westen van Brasserie Hof De Bist, die vanaf twee toeritten kan worden bereikt. Vanaf de parking leidt een doorgang door de oude kwekerijmuur naar het park. De derde toegang bevindt zich aan de Isabellalei ten oosten van het park. Dit betreft een onopvallende, informele toegang die via een smal onverhard bospaadje naar de hoofdinfrastructuur van het park leidt. Naast bovenbeschreven toegangspunten kan het park ook via twee punten in het noorden van het terrein worden betreden. Beide toegangen zijn gelegen in het verlengde van twee zijstraatjes van de straat Bist. Omdat dit beide privéwegen betreft, wordt de toegang vanaf daar tot het park met een hekwerk gereguleerd. Beide toegangen worden dan ook niet als officieel toegangspunt beschouwd. Buiten genoemde toegangspunten is het park vrijwel niet toegankelijk. Vrijwel overal is het park omgeven door een permanent hekwerk, dat op diverse plaatsen aansluit op hekwerken of andere vormen van erfafscheiding van aanpalende privédomeinen. Slechts aan de westzijde van het park ontbreekt een hekwerk. Hier wordt het park begrensd door een waterloopje dat het park scheidt van direct aanpalende privétuinen. Vanuit enkele tuinen is middels een plank of vlonder een overgang over de waterloop gecreëerd waardoor het park rechtstreeks vanuit deze tuinen kan worden betreden. Dit is echter geen gewenste situatie en wordt derhalve niet toegestaan. Doordat slechts weinig toegangspunten aanwezig zijn, heeft het park een vrij introvert karakter met een sterke beleving van rust doordat het contact met de ruimte en gebruiksvormen buiten het park beperkt is.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
66
Natuurbeheerplan Hof park: De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren BV Afbeelding 29, bruggen in het beide bruggen zijn in het kader Buiting van eenAdvies kunstproject voorzien van een opvallende kleur. 67
3.3.2.2 INFRASTRUCTUUR Het park bevat in totaal circa 2.720 meter pad. Daarvan is 2.111 meter verhard met porfier of andere verharding en is 344 meter onverhard. In totaal is tot slot 265 meter aan padlengte aanwezig dat niet fysiek is ingericht, maar wel als pad is bedoeld. Zogenaamde olifantenpaadjes zijn hierbij niet meegerekend. Het niet fysiek ingerichte traject door de kwelzone in het noorden van het park is delen van het jaar slecht of niet begaanbaar als gevolg van natte omstandigheden. De parking is op de rijvlakken voorzien van gesloten asfaltverharding. De parkeervakken en voetgangerszones zijn verhard met elementenverharding (kasseien). Kasseienverharding vinden we tevens terug rondom de brasserie en het kasteel en bij de hoofdentree aan de Veltwijcklaan. De parking en andere vlaktegewijze verhardingen zijn niet meegerekend in de bovenbeschreven padlengte. In het recente verleden zijn enkele paden afgesloten en verwijderd om meer rust en aaneengesloten groen in het park te creëren. Een voorbeeld hiervan is het voormalige pad dat vanaf de kasteeltuin door het bos ten westen van de vijverpartij voerde en ter hoogte van het Chirogebouw weer aansloot op de bestaande infrastructuur. Om betreding te voorkomen zijn deze paden tijdelijk afgezet met een zogenoemd houten hekwerk van kastanje staken, onderling verbonden met draad. Deze paden zijn inmiddels onherkenbaar en onbegaanbaar geworden en zijn dan ook niet als infrastructuur meegerekend. Drie maal kruisen de paden de slingervijver, twee maal over een brug (zie afbeelding 29). Op de derde locatie loopt het water door een duiker onder het pad. Eén van bruggen is voorzien van betonnen liggers die zijn vervaardigd in de vorm van boomstammen. Ook de posten aan begin en eind van de brugleuningen zijn op deze wijze vormgegeven. Deze details geven de brug een follie-achtige aanblik. Deze vormgeving kan als typerend worden beschouwd en wordt ook in andere vergelijkbare terreinen aangetroffen. De andere brug is eenvoudiger van aard. De brugleuningen zelf bestaan uit een eenvoudige ijzeren constructie, voorzien van gepoedercoat gaas, wat in contrast staat tot de eerder beschreven vormgeving. De twee bruggen, weergegeven in afbeelding 29, verkeren in een matige staat van onderhoud. Van één van de bruggen is het brugdek versleten. In het verleden zijn beide bruggen, inclusief brughoofden, in het kader van een kunstproject voorzien van een monochrome laag verf (respectievelijk oranje en blauw). Deze verf is inmiddels gedeeltelijk afgesleten en begroeid met alg. De aanblik van de bruggen in hun totaliteit doet afbreuk aan de beeldkwaliteit van het park.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
68
Afbeelding 30, voorzieningen Natuurbeheerplan Hofen Defaciliteiten. Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
69
3.3.2.3 TOEGANG BUITEN DE PADEN Delen van het park worden ook buiten de paden betreden. In eerste plaats betreft dit de grasvelden. Gebruik van deze velden voor sport, spel en andere vormen van recreatie wordt hier beschouwd als bestendig gebruik. De grasvelden zijn hiervoor in principe voldoende draagkrachtig. Gebruik van een deel van het grasland als evenementenweide heeft door verdichting mogelijk bijgedragen tot stagnatie van water op het maaiveld. De draagkracht van het terrein is hier vermoedelijk niet toereikend voor dit intensieve gebruik. Hoewel dit in de huidige situatie formeel niet is toegestaan (zie parkreglement afbeelding 27) worden ook delen van het bos buiten de paden betreden. Zo maakt de Chiro met enige regelmaat gebruik van de bosbestanden binnen de ringdreef in het oosten van het park. Mogelijk draagt dit gebruik bij een de afwezigheid van een goed ontwikkelde struik en kruidlaag onder de bomen, maar dit kan niet met zekerheid worden vastgesteld. Een ander bosperceel dat regelmatig wordt betreden is het groene eiland in het centrale grasland. Hierin zijn speelvoorzieningen aangebracht voor de wat oudere jeugd. Tijdens hun spel wordt de bodem van dit bosje intensief betreden. In het recente verleden zijn diverse bomen uit dit bosje verwijderd wegens vitaliteitsproblemen die tot gevaarlijke situaties leidden. Of de afnemende vitaliteit van deze bomen samenhangt met de intensieve betreding van de bodem kan niet worden vastgesteld. De hoge leeftijd in combinatie met hoge en wisselende grondwaterstanden kunnen hier ook een belangrijke rol in spelen. In afwachting op een meer permanente oplossing is een (tijdelijk) Frans hekwerk is aangebracht rondom de boszone ten noorden van de brasserie. De kortste weg tussen de brasserie en de beide speelplaatsen loopt door dit beplantingsvak dat dan ook frequent werd betreden. Ook werd dit beplantingsvak zelf als speelplaats benut. Om overmatige betreding, wortelschade en bodemverdichting in het beplantingsvak te voorkomen, is een hekwerk geplaatst zodat over bestaande paden moet worden omgelopen om de speelplaatsen te bereiken.
3.3.3
STERKTEN EN ZWAKTEN VAN DE SOCIALE FUNCTIE
De multifunctionaliteit van het park kan tegelijkertijd als sterkte en als zwakte worden getypeerd. Het park biedt onderkomen aan vele functies en is daarom van groot scoiaal-maatschappelijk belang; het biedt een groene omgeving voor uiteenlopende doelgroepen. Tegelijkertijd maakt deze multifunctionaliteit dat de groene omgeving moet worden gedeeld en beheer en instandhouding niet optimaal op ĂŠĂŠn doel of functie kan worden afgestemd. Compromissen zijn daardoor onvermijdelijk.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
70
3.3.4
POTENTIES VAN DE SOCIALE FUNCTIE
3.3.4.1 TOEGANKELIJKHEID Op gebied van toegankelijkheid zijn er meerdere mogelijk voor het versterken van de sociale functie. Zo kan de beleving van de fraaie kwelzone worden verbeterd door het aanbrengen van geschikte voorzieningen die betreding van dit gebied ook onder nattere omstandigheden mogelijk maakt. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een vlonder- of roosterpad. Een juist evenwicht moet evenwel worden gevonden in het behartigen van de recreatieve én de ecologische functie. Eveneens ten aanzien van de toegankelijkheid kan de entree aan de oostzijde van het park beter zichtbaar en aantrekkelijker worden gemaakt door enkele eenvoudige aanpassingen aan de inrichting. Hiermee worden omwonenden ook vanaf die zijde van het park uitgenodigd tot een parkbezoek. De centrale parking functioneert goed in de ontsluiting van het park. De plaatsing in de voormalige moestuin maakt dat de parking visueel gescheiden blijft van het park en dat de historisch waardevolle tuinmuur een functioneel element in het park blijft. Deze functie kan worden versterkt door zo veel mogelijk parkbezoekers gebruik te laten maken van deze parking zodat het aantal autobewegingen in het park kan worden geminimaliseerd. De reeds aangelegde verlichting van de parking naar de noordelijk gelegen recreatieterreinen is daarin een waardevolle bijdrage.
3.3.4.2 ESTHETIEK Ten aanzien van de beeldkwaliteit van het park zijn er op verschillende punten verbeteringen mogelijk. Een relatief weinig ingrijpende aanpassing met hoog rendement op dit vlak kan worden gevonden in het versterken van de zichtlijnen binnen het park. Door belemmerende begroeiing terug te nemen en vooral het eindpunt van een zichtlijn aan te kleden met bijvoorbeeld bloeiende struiken, een solitaire boom en/of een kunstwerk, worden zichtlijnen bewuster beleefd en krijgen ze een prominentere plaats in de parkbeleving. Ook de twee bruggen in het park kunnen een sterke bijdrage leveren aan de esthetische waarde van het park. Beide bruggen, maar met name de ‘blauwe’ brug kunnen in het park dienst doen als follie, passend binnen de stijl waarin het park is aangelegd. Tot slot liggen er kansen in de directe omgeving van het kasteel. Door hier meer nadruk te leggen op fraaie bosbeelden, markante bomen en opvallende begroeiing, wordt het kasteel nog meer ‘op een voetstuk geplaatst’ en wordt een duidelijker onderscheid gemaakt tussen de directe kasteelomgeving en het achterliggende bos. Variatie in bosbeelden wordt doorgaans immers hoog gewaardeerd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
71
3.3.5
BEDREIGINGEN VAN EN DOOR DE SOCIALE FUNCTIE
3.3.5.1 BEPERKING IN RELATIE TOT WATERHUISHOUDING Delen van het plangebied zijn periodiek slecht toegankelijk. Zo kent de evenementenweide delen van het jaar zeer natte omstandigheden met water dat op het maaiveld blijft staan. Deze omstandigheden kunnen een belemmering vormen voor de evenementen. Anderzijds zijn het vermoedelijk juist de evenementen die bijdragen aan het ontstaan van de natte omstandigheden door verdichting en verzakking van het maaiveld. Ook de formele tuin aan de zuidwestzijde van het kasteel kent delen van het jaar zeer natte omstandigheden. Op deze locatie hebben deze omstandigheden echter geen direct gevolg voor de toegankelijkheid voor parkbezoekers doordat de paden in goede staat verkeren en voorzien zijn van halfverharding. Wel bemoeilijken deze omstandigheden onderhoud en beheer van het gazon, waardoor de tuin niet altijd in ‘optima forma’ verkeert. Tot slot leggen natte omstandigheden ook beperkingen op aan de toegankelijkheid van de kwelzone (zie ook paragraaf 3.3.4.1). Hoge waterstanden maken het gebied delen van het jaar onbegaanbaar wat ten koste gaat van de beleving van dit waardevolle gebied. De natte omstandigheden zijn hier onlosmakelijk verbonden met de natuurwaarden en moeten beschouwd worden als vast gegeven. De beperking moet dan ook worden gezocht in de wijze waarop het gebied is ontsloten.
3.3.5.2 BEDREIGINGEN VAN EN DOOR DE TOEGANKELIJKHEID Rechtstreekse toegang tot verschillende terreinen ten noorden van het park, zoals de locatie van de groendienst, schuttersvereniging, Chiro en korfbal, is vanuit het noorden uitsluitend mogelijk via privéwegen. Omdat gebruik van deze privéwegen wordt voorkomen, zijn deze faciliteiten in de regel alleen door het park te bereiken, wat in potentie leidt tot (ongewenste) bewegingen van gemotoriseerd verkeer door het park. Er is een vanzelfsprekende en wenselijke relatie tussen de brasserie en de beide speelplaatsen in het park. De kortste route van de brasserie naar de speelplaatsen loopt direct door het bosperceel ten noorden van de brasserie. Hier bevindt zich echter geen pad. Ook wordt dit bosperceel zelf gebruikt als speellocatie. Het bos heeft daardoor ter plaatse te maken met een overmatige betreding wat ongunstig is voor de vegetatie en vitaliteit van de bomen. Het houten hekwerk dat in dit kader rond het bosperceel is geplaatst komt niet ten goede aan de beeldkwaliteit. De inofficiële parkentree aan de oostzijde van het park leidt bezoekers tussen bomen door het hof in. Regelmatige betreding van de wortels leidt op termijn mogelijk tot wortelschade en bodemverdichting met afnemende vitaliteit van de bomen tot gevolg.
3.3.5.3 VEILIGHEID De eigenaar/beheerder is bij opengestelde terreinen verantwoordelijk voor de veiligheid van bezoekers en gebruikers in en rond het terrein. Bij risico’s die de veiligheid in het geding brengen dienen dan ook adequate maatregelen getroffen te worden. Veel bomen in het park kennen een hoge leftijd. Daarnaast staan de bomen vaak erg dicht bij elkaar waardoor zij elkaar sterk beconcurreren op gebied van licht en ruimte. Beide factoren zorgen samen voor het afsterven van takken en kroondelen in de bomen. Wanneer deze bomen nabij paden, wegen, voorzieningen of gebouwen staan, vormt dit dood hout een veiligheidsrisico voor mens en materiaal. Met het ouder worden van het park zal dit risico geleidelijk verder toenemen en vraagt vaker om ingrijpen van de beheerder.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
72
3.3.5.4 BEDREIGING VAN DE BEELDKWALITEIT De bruggen verkeren in een matige staat van onderhoud en zijn als gevolg van vormgeving en versleten verflaag van een lage beeldkwaliteit. EĂŠn van de bruggen heeft een slecht brugdek. Ze dragen momenteel in negatieve zin bij aan de belevingswaarde van het park. Met name het bos binnen de ringdreef wordt gebruikt als speellocatie door de Chiro maar waarschijnlijk ook door anderen. Hoewel niet met zekerheid vast te stellen, wordt vermoed dat dit gebruik bijdraagt aan de afwezigheid van een goed ontwikkelde struik- en kruidlaag en natuurlijke opslag van boomvormers. Naast de beperkingen voor de ecologische functie van het bos, heeft dit een negatief effect op de beeldkwaliteit van het bos.
3.3.5.5 STAPELING VAN FUNCTIES De vele gebruiksfuncties die in en rond het park zijn gevestigd leggen druk op de beleving van rust, natuurwaarden, landschappelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde van Hof De Bist. Dit uit zich onder meer in bewegingen van gemotoriseerd vervoer door het park, tijdelijke opslag van materiaal voor evenementen, periodiek grote hoeveelheden parkbezoekers maar ook de invloed van licht en geluid op de rest van het park. In aanmerking nemende dat het hier een historisch park betreft, vormt deze stapeling van functies een potentiĂŤle bron van aantastingen van de kernkwaliteiten van te park.
3.4
HET FUNCTIONEREN VAN HOF DE BIST: PERSPECTIEF
Samengevat kan worden gesteld dat park Hof De Bist en het daarin gelegen kasteel op hoofdlijnen goed functioneren. De combinatie van ontwerp en inrichting van het park met de vele gebruiksvormen die daarin en eromheen plaatsvinden levert desalniettemin een aantal conflicten op. Ook de specifieke terreingesteldheid is hierop van invloed. Anderzijds zijn het waarschijnlijk juist die vele gebruiksvormen die ten grondslag liggen aan het behoud van het park. De waarde die het park voor vele doelgroepen heeft, zal zeer zeker hebben bijgedragen aan het feit dat Hof De Bist niet zoals andere parken in de omgeving is herbestemd voor bijvoorbeeld woningbouw of bedrijvigheid. Inrichting en gebruik zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en moeten ook voor de toekomst als zodanig worden beschouwd. Met dat gegeven is het een belangrijke functie van het natuurbeheerplan om voor de knelpunten oplossingen aan te dragen of ten minste verzachtende maatregelen te formuleren zodat de duurzame instandhouding van het park kan worden gegarandeerd. Naast de knelpunten zijn er ook tal van kansen die naast instandhouding ook een versterking van het park kunnen opleveren. In deel 2 van dit plan wordt dit perspectief verder uitgewerkt in ambities en beheerdoelstellingen voor de komende beheerperiode.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
73
4
GLOBAAL KADER
4.1
DOELSTELLING OP HOOFDLIJNEN
Hof De Bist is vóór alles een historisch en groen park dat intensief gebruikt kan worden, altijd en door iedereen. Binnen dat kader moet elk gebruik en elke voorziening in en rond het park worden afgestemd op de draagkracht van het park. Daarbij is zowel de draagkracht van het park als geheel als van de specifieke locatie van belang. Te allen tijde moet worden voorkomen dat de duurzame instandhouding van het park met haar erfgoed, natuurwaarden en functievervulling voor het brede publiek in gevaar komt. De doelstellingen worden in deel 2 van dit plan nader uitgewerkt in een beheervisie en beheerdoelstellingen.
4.2
AMBITIENIVEAU
Binnen de systematiek van het Natuurbeheerplan worden 4 typen terreinen onderscheiden: type 1: terreinen waar de basisnatuurkwaliteit nagestreefd wordt; type 2: terreinen waar minimaal een verhoogde natuurkwaliteit nagestreefd wordt; type 3: terreinen met de hoogste natuurkwaliteit; type 4: terreinen van type 3 waar de beheerder ook een lange termijn-engagement aangaat (langer dan het engagement voor de periode van één beheerplan), kunnen in aanmerking komen om erkend te worden als natuurreservaat. Stad Antwerpen hanteert voor Hof De Bist ambitieniveau 2. De keuze voor een verhoogde natuurkwaliteit impliceert conform de standaard van het Natuurbeheerplan dat op ten minste 25% van de oppervlakte ten minste één natuurstreefbeeld wordt gerealiseerd.
4.3
NATUURSTREEFBEELDEN
De ecologische functie maakt integraal deel uit van de doelstellingen die voor het beheer van Hof De Bist leidend zijn (die verder hoofdstuk 6 en 7). Wel is het zo dat deze functie niet overal in het park even sterk tot uiting komt. Dit heeft te maken met de spreiding van andere parkfuncties binnen de oppervlakte en de invloed die de verschillende functie op elkaar hebben. Op bijna 40% van de oppervlakte van Hof De Bist zijn de condities geschikt voor een kansrijke instandhouding en ontwikkeling van natuurstreefbeelden. Dit wil overigens niet zeggen dat elders in het park geen aandacht is voor de ecologische functie. Het gebruiksvormen en de karakteristieken van een historisch die ook behouden moeten blijven maken echter dat de realisatie van goed ontwikkelde natuurtypen hier minder kansrijk en minder wenselijk is. Binnen het plangebied wordt ingezet op de instandhouding en ontwikkeling van de volgende natuurstreefbeelden:
Natura 2000 code: 9120 – Eiken-Beukenbossen op zure bodems (Atlantische zuurminnende beukenbossen met ilex en soms ook taxus in de ondergroei).
Natura 2000 code: 6430 – Voedselrijke, soortenrijke ruigtes langs waterlopen en boszomen (Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland en van de montane en alpine zones)
Een toelichting op de natuurstreefbeelden die in Hof De Bist worden gerealiseerd en de locaties in het park waarop dat van toepassing is, wordt gegeven in paragraaf 7.2.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
74
Afbeelding 31, detail van het het korfbalveld Natuurbeheerplan Hofpad Denabij Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
75
5
INVENTARIS
5.1
INVENTARISATIES
Afgezien van de in hoofdstuk 2 besproken inventarisaties naar vegetatie en dendrometrische gegevens, zijn in het plangebied geen aanvullende inventarisaties uitgevoerd in het kader van voorliggend beheerplan. De resultaten van deze inventarisaties zijn verwerkt en worden besproken in paragraaf 2.6
5.2
BEHEEREENHEDEN
Op basis van specifieke terreinkenmerken kan het plangebied worden onderverdeeld in beheereenheden. Hierbij is gebruik gemaakt van de standaardindeling die Stad Antwerpen hiervoor heeft ontwikkeld. Een overzicht van de voorkomende beheereenheden is weergegeven in onderstaande tabellen, waarbij per eenheid de hoeveelheid (respectievelijk oppervlakte, lengte en aantal) is vermeld. De ruimtelijke verdeling van de beheereenheden in het park is weergegeven in afbeelding 32.
TABEL 12, BEHEEREENHEDEN VLAKKEN HOOFDCATEGORIE CATEGORIE Gazon (Zone met bloembollen) (Niet ingericht pad) Gras Sportveld Ruw gras/zoom Hondenloopzone Kruidige beplanting Vaste planten Houtige beplanting Heesters Haag groenblijvend Haag Haag bladverliezend Openbaar bos Openbaar bos Watervlak Waterpartij Waterloop Zand/aarde Halfverhard Verharding/paden Elementenverharding Homogene verharding Brug Gebouw
HOEVEELHEID 2 26.418 m 2 (590 m ) 2 (311 m ) 2 15.072 m 2 13.494 m 2 168 m 2 462 m 2 405 m 2 88 m 2 120 m 2 96.521 m 2 3.240 m 2 3.818 m 2 816 m 2 6.650 m 2 2.868 m 2 447 m 2 (54 m ) 2 1.164 m
TABEL 13, BEHEEREENHEDEN LIJNEN HOOFDCATEGORIE CATEGORIE Afsluitingen Permanent hekwerk Tijdelijk hekwerk Vijverboord Vijverboord Duikers Duikers
HOEVEELHEID 1 1.558 m 1 682 m 1 451 m 1 83 m
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
OPMERKING Differentiatie, geprojecteerd op hoofdcategorie gras. Oppervlakte betreft een dubbeltelling.
Betreft onverharde paden Betreft kasseienverharding Betreft asfaltverharding Oppervlakte betreft een dubbeltelling. Betreft alle soorten bebouwing
OPMERKING
Betreft totale lengte duikers (in totaal 6 stuks)
Buiting Advies BV
76
TABEL 14, PUNTEN HOOFDCATEGORIE
Parkmeubilair
Bomen
CATEGORIE Banken Infoborden Reddingsboei Fietsenstalling Spelgelegenheid Vuilbak Lichtpunt Aansluitkast Kunstwerk Solitaire boom
HOEVEELHEID 14 stuks 8 stuks 3 stuks 1 stuks 10 stuks 10 stuks 32 stuks 1 stuks 7 stuks 161 stuks
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
OPMERKING
Locatie geschikt voor ca 30 fietsen
Ten behoeve van evenementenzone Betreft solitaire bomen en bomen in boomgroepen
Buiting Advies BV
77
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
78
Afbeelding 32, Inventaris
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
79
DEEL 2 VISIE
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
80
Natuurbeheerplan Stad Antwerpen/Ekeren Afbeelding 33, aanzicht vanHof de De tuinBist, en de zuidgevel van het kasteel Buiting Advies BV
81
6
VISIE
De visie beschrijft het streefbeeld voor het beheer van Hof De Bist. Hoewel de looptijd van dit beheerplan een periode van 24 jaar beslaat, beperkt de visie zich niet tot deze periode. Met voorliggende visie wordt een rode draad geboden voor de langere termijn. Daarmee beoogt de visie continuïteit en planmatigheid te creëren in de instandhouding, het beheer en het gebruik van het park. Maar behalve voor de toekomst heeft de visie ook een duidelijke functie in het heden. Het bakent de mogelijkheden en wensen af waarbinnen maatregelen en functies moeten worden gekozen en ingepast. De visie vormt zo ook een toetsingskader voor de wijze waarop wordt omgegaan met zowel geplande als onvoorziene ontwikkelingen en omstandigheden. Met het globaal kader in hoofdstuk vier is een eerste aanzet gegeven voor de langetermijnvisie. In onderstaande paragrafen wordt de visie verder gedetailleerd zodat het een bruikbaar instrument wordt voor beleidsmakers en beheerders evenals een communicatiedocument richting omwonenden en gebruikers van Hof De Bist. Aan de basis van de visie staat de studie van het plangebied en de knelpunten en kansen die daaruit voortvloeiden, als beschreven in deel 1 van dit rapport. Daarnaast is waardevolle inbreng verkregen van belanghebbenden en geïnteresseerden die tijdens een participatieavond1 gelegenheid hebben gekregen meningen, ervaringen en wensen kenbaar te maken ten aanzien van het gebruik, de inrichting en het beheer van het park. Hof De Bist is een openbaar park voor inwoners en bezoekers van binnen en buiten Ekeren. De inbreng van omwonenden en parkgebruikers heeft daarom, binnen het kader van juridische en financiële mogelijkheden, steeds meegewogen bij het maken van overwegingen en keuzes.
6.1
INSTANDHOUDING EN ONTWIKKELING
6.1.1
CONSERVEREN
Een primair doel voor de langer termijn is kwalitatief en kwantitatief behoud van het cultuur- en natuurhistorisch erfgoed van en in het plangebied. En dit betreft zeker, maar niet alleen de wettelijk beschermde onderdelen. Ook het park als geheel met haar stijlkenmerken, relicten van oude landschappen, bodemkundige en hydrologische kenmerken en culturele waarden verdienen het om zowel juridisch als in het praktische terreinbeheer beschermd te worden. Behalve een intrinsieke waarde hebben bovengenoemde aspecten ook een concrete waarde voor de inwoners van Ekeren en bezoekers van daarbuiten. Hof De Bist is één van de weinige grotere groengebieden binnen de grenzen van Ekeren. Dit maakt dat het park onder meer als uitloop- en sportgebied, als rustzone en voor tal van ecosysteemdiensten van grote waarde is. Deze waarden worden actief behouden voor toekomstige generaties.
6.1.2
ANTICIPEREN
Behoud van erfgoed en andere waarden betekent echter niet dat de ontwikkeling van het park op slot gezet wordt. Net als de parkbezoekers, de stedelijke omgeving en de gehele maatschappij, veranderen ook wensen en behoeften van mensen ten aanzien van hun leefomgeving. Tegelijkertijd verandert de invloed vanuit het omringende stedelijke weefsel op het park. Binnen de grenzen van hetgeen in voorgaande paragraaf is gesteld, moet de beheerder voldoende ruimte krijgen om op al deze veranderingen te kunnen anticiperen. Met beheeringrepen, aanpassingen aan de inrichting of het inbrengen dan wel uitplaatsen van functies krijgt de beheerder voldoende instrumenten om in te spelen op veranderingen binnen en buiten het park.
1
Een verslag van de participatieavond is voor de volledigheid als bijlage 4 in dit beheerplan opgenomen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
82
De meeste van dergelijk verandering hebben een geleidelijk verloop, maar zo nu en dan kunnen nieuwe inzichten of veranderende behoeften ook een schoksgewijze verandering teweegbrengen in gebruik en inrichting van groene gebieden. Vooral in het laatste geval is het van belang dat niet impulsief wordt gereageerd. Aanpassingen in de inrichting en het gebruik van het park dienen te allen tijde voorafgegaan te worden door zorgvuldige juridische, historische én ethische overwegingen. Toevoegen, weglaten of wijzigen van beheermaatregelen mag daarbij nooit op zichzelf staan, maar zal steeds deel uit maken van een planmatige, integrale aanpak van het parkbeheer.
6.2
FUNCTIES EN FUNCTIONEREN
6.2.1
GEEN EXCLUSIVITEIT
Belangrijk uitgangspunt is dat het park steeds voor een breed publiek toegankelijk en te gebruiken is. Dit houdt in dat in het park geen exclusieve ruimten worden gereserveerd voor specifieke doelgroepen. Wel is er ruimte om terreindelen tijdelijk in te zetten of in te richten voor specifieke functies (bijvoorbeeld sport of evenementen). Buiten dit gebruik om dienen betreffende terreindelen echter steeds voor een ieder toegankelijk te blijven.
6.2.2
DRAAGRACHT
Een tweede uitgangspunt ten aanzien van de functievervulling betreft de draagkracht van het park. Hof De Bist is qua functies en voorzieningen inmiddels maximaal belast. De huidige stapeling van functies en voorzieningen leidt er reeds toe dat op vrijwel elk vlak van instandhouding en beheer compromissen gesloten moeten worden tussen twee of meer belangen. Dit geldt zeker wanneer in aanmerking genomen wordt dat Hof De Bist een rol gaat spelen in de berging van hemelwater uit aangrenzende bebouwde zones. Toevoegen van nog meer functies zal bovengenoemd spanningsveld versterken met als gevolg dat doelmatigheid en effectiviteit van beheerinspanningen zullen afnemen. Uiteindelijk zullen functies daardoor onvoldoende ingevuld kunnen worden. Invoegen van nieuwe of uitbreiden van bestaande functies en faciliteiten past niet in het park, tenzij ter vervanging van bestaande functies en voorzieningen.
6.2.3
ONDERLINGE SAMENHANG
Veel parkfuncties zijn met elkaar vervlochten. Zo kennen de horecafunctie, parkeerplaats en speelgelegenheid en sterke relatie, hetzelfde geldt voor de wandelpaden of de kunstobjecten en de omringende beplanting. Functies vullen elkaar aan en vooral dat maakt het park tot een waardevol deel van de leefomgeving. Waar mogelijk wordt deze samenhang van functies benut en versterkt. In andere situaties kunnen gestapelde functie leiden tot conflicten. Intensief gebruik van een ruimte laat zich bijvoorbeeld niet altijd combineren met hoge natuurwaarden. Belangrijk is dat dergelijke conflicten worden gedetecteerd en erkend. Waar nodig worden principiële keuzes gemaakt in de ruimte die een specifieke functie op een specifieke locatie krijgt. In beginsel wordt eerder gekozen voor het goed invullen van één functie dan voor het sluiten van een compromis waarbij meerdere conflicterende functies tegelijk, maar onvoldoende worden ingevuld. Hier is altijd maatwerk geboden.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
83
6.3
ZONERING
Voorkomen moet worden dat het stapelen van functies leidt tot een spanningsveld waarin het totale pakket aan functies onvoldoende kan worden bediend. Nog belangrijker is dat de instandhouding van het park zelf hier niet door in het geding mag komen. Om het spanningsveld te verlichten wordt een zonering in het park aangebracht. Er worden drie zones onderscheiden, te weten: de cultuurhistorische zone, de landschappelijkrecreatieve zone en de natuurlijke zone (zie afbeelding 34). Het onderscheiden van deze zones heeft geen gevolg voor het openbare karakter en de toegankelijkheid van het park, maar geeft aan in welk deel van het park meer ruimte wordt gegeven aan specifieke waarden en functies. Diverse functies in het park zijn niet homogeen over de ruimte verspreid, maar concentreren zich daar waar de condities voor specifieke functies het meest geschikt zijn. De ruimtelijke verdeling van de functies die op deze wijze is gegroeid, samen met de draagkracht van het park en de specifieke fysische, historische en esthetische terreinkenmerken bepaalden de definitie en begrenzing van de drie zones, als hieronder nader toegelicht.
6.3.1
CULTUURHISTORISCHE ZONE
De cultuurhistorische zone omvat dat deel van het park waarin de stijlkenmerken uit de aanlegperiode nog sterk zichtbaar zijn, waarin de historische bebouwing zich bevindt en waarin deze kenmerken en elementen dominant zijn in de landschapsbeleving. In deze zone staat behoud én versterking van erfgoed en van het historische parkkarakter centraal, in combinatie met een optimale parkbeleving en uitgebreid parkprogramma. Onder meer fraaie zichtlijnen en doorkijkjes, mooie bosbeelden, opvallende elementen als historische gebouwen, kunst, markante bomen en rijk bloeiende beplanting zorgen voor een hoge beeldkwaliteit. Ruime voorzieningen als een goede infrastructuur, draagkrachtige grasvelden, attributen voor sport- en spel, horeca en bijbehorende ondersteunende voorzieningen faciliteren het parkgebruik in deze zone. De impact die ondersteunende voorzieningen hebben op de parkbeleving van het brede publiek moet worden beperkt door een weloverwogen landschappelijke inpassing. Binnen het park is deze zone het meest ingesteld op intensief gebruik en veeleisende functies, waarbij de draagkracht van het park als geheel nooit mag worden overschreden.
6.3.2
LANDSCHAPPELIJK-RECREATIEVE ZONE
In dit deel van het park zijn typische stijlkenmerken en erfgoedwaarden minder sterk vertegenwoordigd. Hoewel de aanwezige kenmerken behouden en beschermd worden, wordt hierop minder de nadruk gelegd. De landschappelijk-recreatieve zone biedt net als de historische zone ruimte voor verschillende gebruiksvormen en functies. De nadruk ligt hier echter op matig intensieve gebruiksvormen en op functies waarvoor geen of weinig voorzieningen vereist zijn. De voornaamste voorziening waarmee het parkgebruik wordt gefaciliteerd is het groen zelf, dat als natuurlijk decor voldoende gelegenheid biedt aan de functies die hier worden vervuld. Voor sport en spel wordt in deze zone voorzien in voldoende ruimte op de grasvelden. Anders dan in de andere zones is hier de beplanting niet alleen een groene achtergrond voor de parkbezoeker. In één afgebakend deel van het bos in deze zone (zie ook afbeelding 39) wordt het individuele bezoekers en bezoekers in verenigingsverband toegestaan om ook buiten de paden het bos te betreden voor recreatieve doeleinden, uitsluitend te voet en alleen voor zover dit gebruik niet leidt tot aantasting van de beplanting en de duurzame instandhouding daarvan. In dit bosdeel is ruimte voor het aanbieden van kleine spelaanleidingen, voor zover dit bestaat uit gebiedseigen materialen (levende of dode bomen, takken, grond etc.).
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
84
Natuurbeheerplan Hof accenten De Bist, Stad Buiting Advies BV Afbeelding 34, parkzones met voorAntwerpen/Ekeren gebruik, inrichting en beheer
85
Functionaliteit, beeldkwaliteit en natuurlijkheid gaan in deze zone hand in hand. Voor het versterken van de beeldkwaliteit vormt de aanwezige beplanting zelf de aanleiding. Vooral aantrekkelijke bosranden, overgangsmilieus en gevarieerd bos dragen bij aan de parkbeleving.
6.3.3
NATUURLIJKE ZONE
Zoals de titel impliceert ligt de nadruk in de natuurlijke zone op de beleving van een schijnbaar natuurlijk ontwikkeld landschap met beperkte antropogene invloed op inrichting en beleving. Omdat het park is aangelegd en de ontwikkeling ervan sterk door de mens is beïnvloed, gaat het hier om schijnbare natuurlijkheid. Desalniettemin wordt in deze zone war mogelijk ruimte geboden aan natuurlijke processen en natuurwaarden. Duurzame instandhouding en natuurlijkheid worden bij beheer- en inrichtingskeuzes steeds zwaarder meegewogen dan beeldkwaliteit en comfort voor de parkbezoeker. Dit deel van het park kent aspecten die verwijzen naar de tijd waarin het landschap nog niet of matig door de mens werd ontgonnen. Daarmee vormen delen van het park een relict van vervlogen tijden, maar ook een habitat voor vele plant- en diersoorten. Wegens erfgoed- en natuurwaarden worden de fysische en biotische kenmerken van deze zone goed beschermd en waar mogelijk versterkt. Ondanks de nadruk op natuurlijkheid, blijft ook hier de hoofdfunctie van Hof De Bist van kracht: een openbaar park dat intensief gebruikt kan worden, altijd en door iedereen. Met dit parkdeel wordt de bezoeker binnen dat kader vooral een rustige, groene omgeving geboden waar ruimte is voor extensieve recreatievormen en beleving van flora- en fauna. Behalve de aanwezige padenstructuur en enkele sportattributen worden voorzieningen in deze zone geweerd.
6.3.4
SAMENHANG EN OVERGANG
De verschillende zones worden niet fysiek begrensd of op geforceerde wijze in het park gevisualiseerd. Geleidelijke ontwikkeling, consequent maken van beheerkeuzes en concentratie van voorzieningen leiden gedurende deze beheerperiode tot een versterking van de kenmerken van elke zone. Hiermee wordt een situatie beoogd waarin de parkbezoeker tijdens een ronde door het park nagenoeg ongemerkt de verschillende zones doorloopt en daarbij op subtiele wijze de verschillen in identiteit registreert. Van groot belang is ervoor te blijven zorgen dat de drie zones functioneel en ruimtelijk steeds verbonden blijven en Hof De Bist één park blijft, één groen volume binnen Ekeren.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
86
Natuurbeheerplan Hoflandschappelijke De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Afbeelding 35, boskamers en doelstellingen
Buiting Advies BV
87
7
BEHEERDOELSTELLINGEN
De visie als beschreven in hoofdstuk 6 geeft de kaders weer waarbinnen de toekomstige ontwikkelingen moeten plaatsvinden. De beheerdoelstellingen vormen een tussenstap in de vertaling van deze hoofdlijnen naar concrete beheermaatregelen. Als concretisering van de visie geven de beheerdoelstellingen handvatten en toetsinggrond voor gebruik, inrichting en beheer van Hof De Bist. De beheerdoelstellingen zijn geformuleerd vanuit verschillende aspecten, waaronder de drie eerder geformuleerde hoofdfuncties.
7.1
LANDSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN
7.1.1
INPASSING IN HET OMGEVENDE LANDSCHAP
Hof De Bist vormt een groot groen volume binnen de bebouwde omgeving van Ekeren. De buitenrand van het park vormt een groene muur en speelt een dominante rol in het uitzicht vanuit de omringende woningen en wegen, vooral waar het park direct aan een weg grenst zoals de Veltwijcklaan en de Isabellalei. In het beheer van het park wordt met dit aspect rekening gehouden door zorg te dragen voor een goed verzorgde uitstraling met aandacht voor mooie bosbeelden, beeldbepalende bomen en bloeiende struiken. Overlast en veiligheidsrisicoâ&#x20AC;&#x2122;s die met name bomen in de randzone kunnen veroorzaken voor aanpalende percelen en wegen wordt, waar redelijkerwijs mogelijk, beperkt. Passend bij het ontworpen karakter van het park is en blijft de visuele interactie tussen het interieur van het park en de omgevende stad beperkt. Zeker waar de parkinfrastructuur dicht bij de parkrand loopt, wordt een dichte, ondoorzichtige beplanting in stand gehouden. Het park wordt volledig ingeklemd door de bebouwde omgeving. Ontwikkelingen in en rond het park mogen in geen geval tot gevolg hebben dat delen aan het park worden onttrokken. Waar mogelijk worden bij beheer en (her)inrichting van aanpalende percelen kansen benut om de landschappelijke functie van het park te versterken door met beplanting van aanpalende wegen en percelen fysiek en kwalitatief aansluiting te zoeken bij het park.
7.1.2
HET INTERNE LANDSCHAP
Het introverte karakter van het park is medebepalend voor de identiteit ervan, evenals voor de wijze waarop de diverse functies in het park zijn ondergebracht. Dit karakter, getypeerd door open ruimte in het park, omgeven door een dichte groene beplanting, wordt voor de toekomst behouden. Dit doel zal echter nog verder worden genuanceerd. De wijze waarop de open ruimte in het park is gesitueerd en de wijze waarop de parkfuncties over deze ruimten zijn verdeeld, biedt ruimte voor versterking van dit concept, zoals beschreven in onderstaande paragrafen.
7.1.2.1 BOSKAMERS Kenmerkend voor het landschap van Hof De Bist zijn de open ruimten, of boskamers, van elkaar en van de omgeving afgeschermd door coulissen van opgaande beplanting. De gebruiksvormen van het park concentreren zich voor een groot deel in deze boskamers. Er kunnen zes boskamers worden gedefinieerd als weergegeven in afbeelding 35. Een overzicht van de bovenbeschreven boskamers is weergegeven in tabel 15. Doel van deze boskamers is de kenmerkende identiteit van elke kamer zo veel mogelijk te versterken en de karakteristieken van de zone waarin ze zich bevinden optimaal tot uiting te laten komen. De beleving van de boskamers wordt daarnaast versterkt door de tussenliggende beplanting zo te beheren dat de kamers visueel van elkaar geschieden blijven en slechts op enkele strategische locaties doorzichten ontstaan.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
88
TABEL 15, SPECIFIEKE BEHEERDOELEN VOOR BOSKAMERS BOSKAMER 1 Voortuin
ZONE Historische zone
BEHEERDOELSTELLINGEN hoog onderhoudsniveau representatieve parkentree aantrekkelijke beplanting van bloeiende en kleurrijke vaste planten, heesters, bomen en zones met bloembollen in het gazon goed toegankelijk op paden
2 Open plek bij vijver
Historische zone
zuidoostzijde: - hoog onderhoudsniveau - toegankelijk op en over gazon - duidelijke kenmerken landschapsstijl - beplanting met hoge beeldkwaliteit noordwestzijde: - extensief beheer - niet toegankelijk - natuurvriendelijke oeverzone vijver - geleidelijke gradiënt van oevervegetatie naar opgaand bos - ruimte voor spontane ontwikkelingen
Natuurlijke zone
3 Centrale grasland
Historische zone
4 Sportveld
Landschappelijk recreatieve zone
5 Korfbalveld
Landschappelijk recreatieve zone
6 Kwelzone
Natuurlijke zone
extensief beheer, primair gericht op behoud en versterking van natuurwaarden. beperkte toegankelijkheid, alleen op pad natte omstandigheden met kwelverschijnselen in maaiveld, volgens natuurlijk grondwatersysteem minimale externe invloeden omgeven door natuurlijke bosranden van inheemse boom- en struiksoorten
matig intensief beheer toegankelijk op en over gazon zeer draagkrachtig gazon, voldoende ontwaterd veel ruimte voor klein- en grootschalige activiteiten duidelijke kenmerken landschapsstijl bij toegangspunten, in verlengde van zichtlijnen en rond kunstwerken extra aandacht voor hoge beeldkwaliteit met bloeiende soorten en mooie bosbeelden. Goede bereikbaarheid voor nooddiensten bij evenementen matig intensief beheer, gericht op functionaliteit toegankelijk over paden en op en over gazon draagkrachtig gazon, voldoende ontwaterd ruimte voor sport en breed recreatief gebruik aangekleed met bosranden met markante bomen en natuurlijk ogende ondergroei aangekleed met bloembollen en een enkele solitaire boom matig intensief beheer, gericht op functionaliteit toegankelijk over paden en op en over gazon draagkrachtig gazon, voldoende ontwaterd primair ruimte voor sport en daaromheen voor extensief recreatief gebruik aangekleed met bosranden met markante bomen en een dichte ondergroei
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
89
De eerste boskamer betreft de voortuin bij het kasteel, gelegen in de historische zone van het park. Deze kamer heeft een duidelijk ontworpen, enigszins formele identiteit. Gestreefd wordt naar een hoge beeldkwaliteit en hoog onderhoudsniveau met oog voor detail. Het gazon is aangekleed met rijk bloeiende vaste planten en heesters. In de omgevende beplanting worden stijlkenmerken van het park, zoals markante bomen en boomgroepen, doorkijkjes en mooie bosbeelden sterk geaccentueerd of waar nodig gecreĂŤerd. De tweede boskamer wordt gevormd door de open plek bij de vijver, ten noorden van het kasteel. Deze kamer ligt als enige in het park in twee verschillende zones en heeft als gevolg daarvan ook een tweeledige identiteit. In het deel ten zuiden van de vijver, gelegen in de historische zone, wordt de landschapsstijl versterkt door het accentueren van markante bomen in de bosrand en in het gazon en een hoog onderhoudsniveau. Het deel aan de overzijde van de vijver ligt in de natuurlijke zone. Ook hier is een hoge beeldkwaliteit een belangrijk doel, maar dit wordt hier vooral nagestreefd door een geleidelijke overgang van water- en oevervegetatie, via een zoom- en mantelvegetatie naar het achterliggende opgaande bos. De geleidelijke gradiĂŤnt draagt bij aan het voorkomen van een breed palet aan plant- en diersoorten. De grootste en wellicht meest beeldbepalende boskamer is het centrale grasland. Hierin is de aanlegstijl van het park nog goed herkenbaar en wordt in het beheer versterkt. Het grasland zelf is zeer draagkrachtig en voldoende ontwaterd, geschikt voor intensief gebruik voor allerhande doelgroepen De bosranden zijn golvend en goed onderhouden. Markante bomen, variatie in struik- en boomsoorten en doorkijkjes bepalen het beeld. In het verlengde van zichtlijnen is in de bosranden extra aandacht voor bloeiende (struik)soorten, markante bomen en mooie bosbeelden. Ten noorden van het centrale grasland ligt de vierde boskamer. Dit betreft een grasland met een meer functioneel karakter, gelegen in de landschappelijk recreatieve zone. Hier is minder aandacht voor stijlkenmerken en meer ruimte voor gebruik van het terrein. Hoewel hier geen evenementen plaatsvinden, is het gras geschikt voor breed en intensief recreatief gebruik. De bosranden zijn hier meer sober van aard. Met het oog op beeldkwaliteit worden groepen met bloembollen in het gras in stand gehouden. De noordoostelijke randzone van deze kamer maakt deel uit de natuurlijke zone. Hier wordt de bosrand ontwikkeld naar een meer geleidelijke overgang van gras naar bos, door het toevoegen van een zoom- en mantelvegetatie. Het korfbalveld vormt de vijfde boskamer, eveneens gelegen in de landschappelijk recreatieve zone. Beheer richt zich hier specifiek op het faciliteren van sport en spel. Het gras is draagkrachtig, voldoende ontwaterd en wordt goed onderhouden. Een deel van deze boskamer is ingericht als hondenloopzone en van het sportveld gescheiden door een houtsingel. Deze singel en de singel die het korfbal veld scheidt van het grasveld ten zuiden daarvan worden als lijnvormig element in stand gehouden en waar nodig versterkt of hersteld. De overige bosranden -en daarin vooral de struiklaag- worden zo veel mogelijk dicht gehouden om visueel contact met de omgeving te beperken. Tot slot wordt de zesde en laatste boskamer gevormd door de kwelzone, gelegen in de natuurlijke zone. De identiteit van deze kamer wordt bepaald door de specifieke fysische eigenschappen. Het natuurlijke watersysteem dat hier zorgt voor periodieke kwelverschijnselen in het maaiveld wordt omwille van ecologische en natuurhistorische waarden beschermd. Beheer richt zich op instandhouding en verdere ontwikkeling van de waardevolle vegetatie en fauna, waarbij zo veel mogelijk ruimte wordt gegeven aan natuurlijke processen. De randen van het omringende bos bestaan uit inheemse boom- en struiksoorten met een wisselende dichtheid en soortensamenstelling. Toegankelijkheid van deze boskamer wordt in tegenstelling tot de andere vijf, beperkt tot een daarvoor ontwikkeld pad, dat ook in natte omstandigheden geschikt is voor voetgangers.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
90
Afbeelding 36, referentiebeeld bosBist, metStad natuurwaarden (HasbrucherBuiting Urwald). Een BV dergelijk beeld is wellicht hoog gegrepen Natuurbeheerplan Hof De Antwerpen/Ekeren Advies voor Hof De Bist, maar specifieke kenmerken ervan kunnen wel degelijk in het park worden gerealiseerd.
91
7.1.2.2 COULISSEN De boskamers worden van de omliggende stad en van elkaar gescheiden door groene coulissen, bestaande uit bosvakken, beplantingsstroken en singels. Van belang is dat deze op de juiste plaatsen een voldoende dichte structuur kennen (zie ook afbeelding 35). Vooral op plaatsen waar de coulissen een beperkt volume hebben, is het van belang dat een dichte ondergroei wordt ontwikkeld en behouden. Om ook na de bladval de beeldkwaliteit op hoog niveau te houden, wordt in degelijke zones gedeeltelijk gebruik gemaakt van, gedeeltelijk bestaande uit wintergroene soorten om de beeldkwaliteit ook in de wintermaanden op hoge niveau te houden. Specifieke beheerdoelen voor de beplanting worden beschreven in paragraaf 7.2, doelen voor de ecologische functie.
7.1.2.3 LANDSCHAPPELIJKE RELATIES Om de identiteit en de unieke kenmerken van de verschillende boskamers te kunnen versterken worden ook de tussenliggende coulissen versterkt. Tegelijkertijd wordt gestreefd naar een sterkere relatie tussen verschillende delen van het park, waaronder de boskamers, maar ook het kasteel, de brasserie en de vijver. Hiertoe worden de bestaande zichtassen versterkt door belemmerende beplanting terug te dringen en de eindpunten van de zichtlijnen te accentueren. Aanvullend worden zogenoemde doorkijkjes gecreĂŤerd die vanuit een open ruimte of specifieke plek in het park op subtiele wijze zicht biedt op een andere open ruimte. Kenmerkend voor doorkijkjes is dat de parkbezoeker een glimp opvat van een andere ruimte in het park zonder dat daarmee de beslotenheid van die ruimte wordt aangetast. Doorkijkjes hoeven geen lange zichtlijnen te zijn. Ook hoeft een doorkijkje niet te betekenen dat parkbezoekers via daar een ander deel van het park kan bereiken. Doorkijkjes zijn primair een visuele verbinding. Het resultaat dat hiermee beoogd wordt is de indruk dat het park groter is dan het in werkelijkheid is en dat parkbezoekers worden uitgenodigd ook andere delen van het park te bezoeken.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
92
DUISTERNIS
NATUURLIJKE ZONE
Vegetatie met minimaal 50% inheemse bomen, struiken en planten. Ruimte voor bloeiende soorten (ook exoten) ten behoeve van bijen en andere bestuivende insecten.
Vegetatie met minimaal 75% inheemse bomen, struiken en planten. (Relatief) grote biodiversiteit van inheemse flora en fauna. Ruimte voor bloeiende soorten (ook exoten) ten behoeve van bijen en andere bestuivende insecten. Ca 10% van grasland wordt extensief beheerd
Vegetatie van vrijwel uitsluitend inheemse bomen, struiken en planten. (Relatief) grote biodiversiteit van inheemse flora en fauna, waaronder ook minder algemene soorten. (Bijdragen aan) ruimte voor levensvatbare populaties planten en dieren. Zo veel mogelijk ruimte voor natuurlijke processen (spontane verjonging, aftakeling bomen e.d.). Ruimte voor milieudynamiek (periodiek natte omstandigheden). Korte vegetaties worden extensief beheerd, gericht op verschraling en biodiversiteit.
Aanwezigheid van dikke bomen met holtes voor vogels, vleermuizen en kleine zoogdieren. Beperkte aanwezigheid van liggend dood hout, waar niet hinderlijk. Oppervlaktewater met goede waterkwaliteit.
Aanwezigheid van dikke bomen met holtes voor vogels, vleermuizen en kleine zoogdieren. Plaatselijk ruimte voor staand en liggend dood hout (geen staand dood hout in speelbos!) Plaatselijk aanwezigheid van takstapels en takkenrillen. Oppervlaktewater met goede waterkwaliteit en duidelijke kwelinvloeden
Aanwezigheid van dikke bomen met holtes voor vogels, vleermuizen en kleine zoogdieren. Veel ruimte voor staand en liggend dood hout en kwijnende bomen voor zover geen veiligheidsrisico’s optreden. Aanwezigheid van takstapels, takkenrillen en houtstapels. Oppervlaktewater heeft flauwe oeverzones en goede waterkwaliteit. Zo veel mogelijk gebruik maken van kwel in oppervlaktewater en plaatselijk in maaiveld.
Matig intensieve en extensieve recreatievormen. Betreding buiten paden alleen op grasvelden en in daartoe aangewezen bosbestanden.
Extensieve recreatie- en gebruiksvormen, alleen op en direct naast paden. Weinig voorzieningen en onnatuurlijke materialen. Geen betreding buiten paden. Verlaten van officiële paden wordt ontmoedigd. Infrastructuur is goed maar beperkt.
Binnen deze zone zijn uitsluitend enkele paden selectief verlicht, waarbij lichtschijnsel niet boven het niveau van de lichtbron mag komen en niet meer dan een halve meter buiten de grenzen van de paden mag vallen.
Zo min mogelijk invloed van kunstmatig licht van binnen en buiten het park. In deze zone zijn geen verlichte paden aanwezig.
RUST
TERREINKENMERKEN
NATUURWAARDEN ALGEMEEN
TABEL 16, BEHEERDOELEN VOOR NATUURWAARDEN PER PARKZONE HISTORISCHE ZONE LANDSCHAPPELIJK-RECREATIEVE ZONE
Verlichting in deze zone is uitsluitend aanwezig in de directe periferie van het kasteel en de horeca, op de parking en aan enkele paden. Tijdelijke verlichting ten behoeve van evenementen is toegestaan op de evenementenweide. Buiten evenementen om is het gehele centrale grasland duister.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
93
7.2
DOELEN VOOR DE ECOLOGISCHE FUNCTIE
Behalve historisch erfgoed en een recreatieve hotspot is Hof De Bist ook een groen park waarvan naast mensen ook tal van andere organismen gebruik maken. Voor de ecologische functie die het park daarmee vervult zijn de beheerdoelstellingen in onderstaande paragrafen uitgewerkt.
7.2.1
DOELEN VOOR NATUURWAARDEN
Hof De Bist is in essentie geen natuurgebied. De oppervlakte van het park is te beperkt, de externe invloeden te sterk en de druk van recreatieve functies te groot om Hof De Bist tot natuurgebied te ontwikkelen met een hoge mate van spontaniteit en autonome ontwikkelingen. Dit zou ook niet passen binnen de langetermijnvisie (zie hoofdstuk 6) voor het park. Maar binnen de in de visie gestelde kaders wordt met het beheer wel degelijk rekening gehouden met natuurwaarden en tot op zekere hoogte met natuurlijke processen, passend in de context van een historisch park. Met enig nuanceverschil per parkzone stelt het districtsbestuur van Ekeren zich dan ook tot doel de natuurwaarden van Park Hof De Bist voor de toekomst veilig te stellen en binnen de mogelijkheden van de visie te versterken. Tabel 13 geeft een overzicht van de ecologische beheerdoelen per parkzone.
7.2.1.1 NATUURWAARDEN IN DE HISTORISCHE ZONE In de historische zone zijn natuurwaarden in principe ondergeschikt aan erfgoedwaarde en recreatieve mogelijkheden. Beheer in deze zone richt zich in deze beheerperiode op het optimaal benutten van kansen voor natuurwaarden en het beperken van de invloed die het parkgebruik daarop uitoefent. Tabel 16 geeft een overzicht van de beheerdoelen voor deze zone.
7.2.1.2 NATUURWAARDEN IN DE LANDSCHAPPELIJK-RECREATIEVE ZONE In de landschappelijk-recreatieve parkzone wordt vooral ingezet op natuurwaarden in de coulissen die de boskamers van elkaar scheiden. Daarnaast wordt plaatselijk gestreefd naar een meer geleidelijke overgang tussen de grasvelden en de aansluitende beplanting. Juist deze gradiĂŤnten dragen bij aan variatie in soortensamenstelling van flora en fauna en spontane ontwikkeling van de vegetatie. In tabel 13 is een opsomming opgenomen van de aspecten van het park die in het beheer worden benadrukt.
7.2.1.3 NATUURWAARDEN IN DE NATUURLIJKE ZONE In de natuurlijke zone blijven beleefbaarheid en toegankelijkheid belangrijke criteria, die hier hand in hand gaan met de aanwezige natuurwaarden. Juist door met het beheer in te zetten op een hoge mate van rust, de aanwezigheid van inheemse, niet gecultiveerde flora en fauna en het kunnen volgen van natuurlijke ontwikkeling van de vegetatie wordt dit deel van het park verder ontwikkeld tot een aangename, soms verassende omgeving voor een kort of lang verblijf buiten de versteende stad daaromheen. In tabel 13 is aangegeven op welke specifieke kenmerken de komende beheerperiode wordt ingezet om de natuurwaarden te versterken.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
94
Afbeelding 37, natuurstreefbeelden in Hof Bist. Natuurbeheerplan Hof De Bist, StadDeAntwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
95
7.2.2
NATUURSTREEFBEELDEN
In Hof De Bist worden twee natuurstreefbeelden nagestreefd die samen ongeveer de helft van het park beslaan. In het resterende parkdeel geldt dat gebruiksvormen en doelen voor beeldkwaliteit en andere specifieke kenmerken van het park leiden tot condities die niet of minder geschikt zijn voor de ontwikkeling van natuurstreefbeelden. Tabel 17 toont de van toepassing zijnde natuurstreefbeelden en de oppervlakte waarmee ze in het park worden vertegenwoordigd. De ruimtelijke begrenzing van de natuurstreefbeelden is weergegeven op afbeelding 37. TABEL 17, NATUURSTREEFBEELDEN BINNEN HOF DE BIST
NR
NATUURSTREEFBEELD 1 6430 Voedselrijke, soortenrijke ruigtes langs waterlopen en boszones 2 9120 Eiken-beukenbossen op zure bodems Geen natuurstreefbeeld totaal
OPPERVLAKTE 1,02 ha 5,77 ha 10,51 ha 17,30 ha
5,9% 33,4% 60,7% 100%
De keuze voor deze natuurstreefbeelden is gebaseerd op diverse factoren, waaronder de bodem en hydrologie, inventarisatiegegevens (vooral vegetatie) en de resultaten van de verwerking daarvan en overige veldwaarnemingen. Daarnaast is het ontwikkelperspectief van de parkdelen en de haalbaarheid voor ontwikkeling van een natuurstreefbeeld hierin mee in overweging genomen. In onderstaande paragrafen wordt een korte toelichting gegeven op de richtlijnen voor beheer van de natuurstreefbeelden. Een meer uitgebreide toelichting is opgenomen in bijlage 5. Voor deze beschrijvingen is de website www.natura2000.vlaanderen.be als bron gebruikt.
7.2.2.1 VOEDSELRIJKE, SOORTENRIJKE RUIGTES LANGS WATERLOPEN EN BOSZONES Dit habitattype omvat voedselrijke ruigten langs waterlopen en boszomen. In Vlaanderen vallen hieronder 3 natuurtypes: 1) Ruigtes op natte tot vochtige voedselrijke grond zonder een duidelijk graslandkarakter. Typische soorten zijn Moersspirea, Poelruit en Moesdistel. 2) Natte ruigten langs waterlopen op vaak voedselrijkere standplaatsen dan het 1ste type. Hier zal Harig wilgenroosje vaak dominant zijn. 3) Voedselrijke boszomen met soorten als Dagkoekoeksbloem, Geel nagelkruid en Bosandoorn. Voor de aanduiding als habitat in Vlaanderen zijn de hoger genoemde gemeenschappen met minder algemene planten- en diersoorten het meest relevant. In de huidige situatie is de staat van instandhouding van dit streefbeeld binnen het plangebied te beschouwen als gunstig. Hoewel specifieke zeldzame soorten ontbreken, zijn vooral de delen behorende tot het moerasspireaverbond goed ontwikkeld. Herstel van ruigten langs waterlopen is mogelijk door een verbetering van de waterkwaliteit en het opnieuw toelaten van een natuurlijke rivierdynamiek met overstromingen en erosie- en sedimentatieprocessen. Door de invoering van een mantel-zoombeheer in bossen kan men opnieuw geleidelijke overgangen creĂŤren tussen het bos en de open ruimte of mantel-zoomstructuren in open plekken in het bos. Lokaal kunnen ook potenties aanwezig zijn voor ontwikkeling van andere waardevolle habitattypes zoals heischrale graslanden, blauwgraslanden en Dotterbloemgraslanden.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
96
Afbeelding 38, referentiebeeld op zure bodemsBuiting (bron: www.natura2000.vlaanderen.be). Natuurbeheerplan Hof eiken-beukenbossen De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Advies BV
97
Om deze ruigten in stand te houden is een cyclisch kap- en maaibeheer noodzakelijk, waarbij eventuele boomopslag om de 5 Ă 10 jaar verwijderd wordt. In functie van de aanwezigheid van bijzondere plantensoorten kan een frequenter maaibeheer aangewezen zijn (om de 2 of 3 jaar maaien bijvoorbeeld). Vanuit faunistisch perspectief is een rotatiebeheer in dit geval steeds aan te bevelen, zodat niet alles in hetzelfde jaar wordt gemaaid.
7.2.2.2 EIKEN-BEUKENBOSSEN OP ZURE BODEMS Zuurminnende beukenbossen zijn te herkennen aan verscheidene zuurtolerante soorten zoals Lelietje-vandalen, Dalkruid, Adelaarsvaren, Blauwe bosbes of Valse salie. Ook Bosanemoon kan voorkomen. Vaak en zeker onder Beuk is de bodem kaal. Deze "Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei" komen voor op zure bodems in zowel laagland als montaan gebied, onder een vochtig, Atlantisch klimaat. De boomlaag van dit bostype kan gedomineerd worden door Eik als gevolg van het vroegere middel- en hakhoutbeheer. Bij ontbreken of extensiveren van het beheer kunnen Beuk en vaak ook Hulst spontaan verjongen in deze bestanden. In de huidige situatie is de staat van instandhouding van dit type in het plangebied als ongunstig te beschouwen. Deze aanduiding heeft te maken met het ontbreken van voor dit type kenmerkende soorten in de kruidlaag. Herstel en ontwikkeling van waardevolle bostypen vereisen het verminderen van de atmosferische depositie en luchtvervuiling en het instellen van bufferzones rondom het bos. Herstel van een meer natuurlijk bostype is mogelijk door natuurlijke successie of actieve omvorming van exoten- en monotone dichte beukenaanplanten naar bossen met een meer natuurlijke structuur en samenstelling, met bijzondere aandacht voor dikke bomen en dood hout. Bestrijding van Amerikaanse vogelkers (en in sommige gevallen ook Amerikaanse eik, Amerikaans krentenboompje, Rododendron e.a. exoten) is een basisvereiste om een succesvolle omvorming te realiseren of spontane successie kans op succes te geven. Tevens is het herstel en de ontwikkeling van een voldoende grote, aaneengesloten bosoppervlakte wenselijk, door bosuitbreiding of verbinding van bestaande bossen. Een klassiek hooghoutbeheer, dat aan de voorwaarden van een duurzaam multifunctioneel bosbeheer voldoet, en dat rekening houdt met de natuurlijke karakteristieken en vereisten van het bostype, kan verenigbaar zijn met het behoud en de ontwikkeling van het habitattype. Specifieke beheermaatregelen omvatten o.a. zoom- en mantelbeheer, open-plekken-beheer, exotenbestrijding, vrijstellen van soorten die onderdrukt worden door een dicht beukenscherm en maximaal behoud van dikke bomen en dood hout.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
98
Bos wordt gedomineerd door inheemse boomsoorten, op strategische locaties aangevuld met exoten ter verhoging van de beeldkwaliteit. Struik- en kruidlaag bevat vooral inheemse struiken en kruiden, met groepen bloeiende soorten als rododendrons en stinzenplanten. Plaagsoorten als Amerikaanse vogelkers en Japanse duizendknoop zijn afwezig.
Bos bestaat uit inheemse soorten, kenmerkend voor abiotische omstandigheden van groeiplaats. Omvorming naar niet-inheems bos gebeurt via geleidelijke aanpak. Struik- en kruidlaag bevat overwegend spontaan gevestigde inheemse soorten, zo nodig aangevuld met geplante inheemse bomen en struiken. Plaagsoorten als Amerikaanse vogelkers en Japanse duizendknoop zijn afwezig.
Markante bomen (bijzondere soorten, afwijkende groeivormen of monumentale bomen) hebben veel ruimte zodat zij minimale concurrentie van andere bomen ondervinden bij hun ontwikkeling of instandhouding. Overige bomen hebben voldoende ruimte voor een gezonde kroonontwikkeling, passend bij de lichtbehoefte van de boomsoort.
Bomen hebben voldoende kroonruimte voor ontwikkeling van gezonde brede kronen met levende takken over circa 2/5 deel van de boomhoogte. Enkele (potentieel) markante bomen hebben meer kroonruimte om een prominente rol in het bos te kunnen ontwikkelen of te behouden. Plaatselijk is het kronendak voldoende transparant om zonlicht door te laten voor de tweede boomlaag, struiklaag en/of kruidlaag.
Ruimte rond boomkronen varieert van plaatst tot plaats, maar is gemiddeld voldoende voor de ontwikkeling van gezonde kronen met levende takken over circa 2/5 deel van de boomhoogte. Waar nodig is het kronendak voldoende transparant om zonlicht door te laten voor de tweede boomlaag, struiklaag en/of kruidlaag.
Bosbestanden kennen een goed ontwikkelde struik – en kruidlaag, groepsgewijs verspreid in de bosopstanden. Dichtheid van ondergroei varieert
Bosstructuur is in smalle stroken voldoende dicht om beslotenheid van boskamers te creëren. Grotere oppervlakten kennen variatie tussen open en meer gesloten delen.
De bosstructuur is gevarieerd. Open bos met dichte ondergroei wisselt af met gesloten bos en open bosbodem.
Beeld wordt gedomineerd door oude zware bomen. Nieuwe generatie van individuele bomen met hoge beeldkwaliteit is (onopvallend) aanwezig.
Bomen van verschillende leeftijdsfasen komen door elkaar heen op de zelfde oppervlakte voor.
Leeftijdsspreiding volgt zo veel mogelijk de normaalverdeling van bossen. Leeftijdsfasen zijn groepsgewijs verdeeld over de oppervlakte.
Bosranden bestaan uit golvende lijnen, maar met een vrij scherpe overgang van open ruimte naar bos. De bosranden zijn ‘ontworpen’ met afwijkende/markante bomen op strategische plaatsen.
Bosranden zijn recht of golvend met plaatselijk een geleidelijke overgang van open ruimte naar bos.
Waar de ruimte dit toelaat bestaan bosranden uit geleidelijke overgangen met een zoom- en mantelvegetatie. Natuurlijke ontwikkeling is leidend bij het ontstaan van bosranden.
Dood hout in liggende vorm komt uitsluitend voor waar dit geen afbreuk doet aan of zelfs bijdraagt aan beeldkwaliteit. Dood hout mag nooit de veiligheid aantasten.
Staand of liggend dood hout en takkenrillen/-stapels zijn aanwezig mits dit geen veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. In bosbestanden waar gespeeld mag worden, worden speelaanleidingen gecreëerd met dode bomen/takken. Bosbestanden waarin wordt gespeeld bevatten geen takkenrillen.
Dode bomen blijven staan. Alleen als veiligheidsrisico’s optreden, worden ze geveld en achtergelaten. Grote hoeveelheden takken worden na werkzaamheden in stapels verwerkt. Kleinere hoeveelheden takken blijven ter plaatse liggen.
DOOD HOUT
STRUCTUUR
KROONRUIMTE
SOORTEN
Veel ruimte voor cultuurvormen en niet-inheemse boomsoorten. Soortensamenstelling gericht op beeldkwaliteit met groot aandeel markante en monumentale bomen. Struik- en kruidlaag bevat spontaan gevestigde inheemse soorten, stinzensoorten en bloeiende of kleurrijke aanplant. Plaagsoorten als Amerikaanse vogelkers en Japanse duizendknoop zijn afwezig.
LEEFTIJDSSPREIDING
NATUURLIJKE ZONE
BOSRANDEN
TABEL 18, SPECIFIEKE BEHEERDOELEN VOOR BOSBESTANDEN HISTORISCHE ZONE LANDSCHAPPELIJK-RECREATIEVE ZONE
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
99
7.2.3
SPECIFIEKE DOELEN VOOR DE BOSBESTANDEN
Bossen spelen een belangrijke rol in Hof De Bist, vooral waar het gaat om de recreatieve en ecologische functie. Vanwege de grote sociale druk op het bos, maar ook vanwege de beperkte oppervlakte van de bosbestanden en het bos als geheel, is een bosbouwkundige benadering van het bosbeheer hier niet zinvol. Binnen dat kader zijn verschillende beheerdoelen te formuleren voor de bosbestanden, als in onderstaande paragrafen uiteengezet. Tabel 18 toont een samenvattend overzicht van de beheerdoelen per parkzone.
7.2.3.1 BOSBALANS: KWANTITATIEVE INSTANDHOUDING Bos beslaat ca 9,65 van 17,17 hectare ofwel 56% van Hof De Bist. Bosuitbreiding zou ten koste gaan van het aandeel open ruimte, waar vanuit de sociale functie juist een sterke behoefte aan is. Tegelijkertijd is het huidige bosareaal van groot belang als volume en decor voor de sociale functies. Vermindering van het bosareaal is derhalve evenmin gewenst. De huidige bosoppervlakte evenals ligging en begrenzing van de bosbestanden zal worden gehandhaafd.
7.2.3.2 DUURZAAM BEHOUD EN ONTWIKKELING VAN KWALITEIT Parkbezoekers meten de kwaliteit van bos veelal af aan de belevingswaarde ervan. Instandhouding van die beeldkwaliteit is ook zeker een belangrijk beheerdoel voor de toekomst. Op de lange termijn is het voor behoud van kwaliteit onvoldoende om alleen op mooie bosbeelden te sturen. Dit zou de beheerder onvoldoende grip geven op de duurzame instandhouding van bos. Ook het veiligstellen van de landschappelijke en ecologische kwaliteit is immers een primair beheerdoel. Om het bos duurzaam in stand te kunnen houden met een continue kwaliteit is een meer integrale en diepgaandere aanpak nodig. Bos dient dan ten minste aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Bos moet vitaal en gezond zijn. Ziekten en plagen vormen een bedreiging voor de kwaliteit wanneer dit leidt tot grootschalige sterfte. Een combinatie van de juiste boom- en struiksoorten in de juiste verhouding en passend bij de groeiplaats, is hiervoor van belang. Bos moet stabiel zijn. Lange dunne bomen met kleine kronen zijn vatbaar voor windworp waardoor bosdelen ineens kunnen omwaaien en gaten in het bos kunnen ontstaan. Voldoende ruimte voor kroonontwikkeling en daarmee samenhangende diktegroei en ontwikkeling van de wortelkluit is van belang, in combinatie met variatie in bosstructuur en soortensamenstelling. Er moet voldoende variatie zijn in bosstructuur. Een homogeen bos; bos dat over de hele oppervlakte eenzelfde beeld vertoont, wordt als saai ervaren. Met variatie in soortensamenstelling, variatie in de aanwezigheid en samenstelling van struik- en kruidlaag en variatie in de verdeling van gesloten en open kronendak, kan zowel in de beeldkwaliteit als in de andere beheerdoelen worden gestuurd. De leeftijdsspreiding van vooral bomen moet voldoende groot zijn. In gelijkjarig bos zal de aftakelingsfase bij veel bomen min of meer gelijktijdig intreden. Op termijn leidt dit tot het gelijktijdig wegvallen van veel van de beeldbepalende bomen. Door de ontstaansgeschiedenis van de bosbestanden is er sprake van en een beperkte leeftijdsspreiding. Om te voorkomen dat bij het wegvallen van bomen de beeldkwaliteit sterk afneemt, is het zaak dat er een nieuwe boomgeneratie van voldoende kwaliteit aanwezig is die na het wegvallen van één of meerdere bomen deze functie direct over kan nemen. Deze boomgeneratie is in Hof De Bist slechts beperkt aanwezig. In deze beheerperiode zal daaraan dan ook veel aandacht worden besteed.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
100
7.2.4
DOELEN MET BETREKKING DE WATERHUISHOUDING
De waterhuishouding in en rond Hof De Bist is onlosmakelijk verbonden met de geografische ligging van het park en de geomorfologie van de regio. Vochtige en periodiek zelfs natte omstandigheden, maar ook de beschikbaarheid van grondwater van goede kwaliteit horen daarbij. Een natuurlijk watersysteem laat zich tot op zeker hoogte reguleren door het afvoeren, vasthouden of omleiden van water. Dergelijke regulering leidt echter tot aantasting van het fysische systeem op basis waarvan Hof De Bist is ontworpen en ontwikkeld tot wat het nu is én mogelijk zelfs tot aantasting van fysische eigenschappen waaraan delen van het park hun bijzondere waarde ontlenen.
7.2.4.1 WATERKWANTITEIT In beginsel wordt om reden van het bovenstaande de waterhuishouding geaccepteerd zoals deze is: een onderdeel van de karakteristieke eigenschappen van Hof De Bist. Inrichting, beheer en gebruik van het park worden afgestemd op deze eigenschappen en niet andersom. In het verleden is gebleken dat er conflictsituaties kunnen ontstaan tussen de natte omstandigheden en bepaalde gebruiksvormen als evenementen. Ook is geconstateerd dat niet zo zeer de waterhuishouding, maar het gebruik zelf ten minste als medeoorzaak daarvan kan worden aangewezen. De handelingsvolgorde die in dergelijke conflictsituaties wordt gevolgd is als volgt: in de eerste plaats wordt gezocht naar mogelijkheden om het gebruik of beheer zo aan te passen dat natte omstandigheden niet tot overlast leiden voor de parkfuncties. Plannen van evenementen, aanpassen van de beheermethodiek of soortensamenstelling van beplanting zijn hiervoor instrumenten. Deze instrumenten zijn echter niet altijd toereikend. In die gevallen wordt gezocht naar mogelijkheden voor aanpassing van de terreininrichting. Doel van de aanpassingen is nadrukkelijk niet het aanpassen van het watersysteem, maar richt zich op het creëren van condities waarin natte omstandigheden niet tot functionele beperkingen leiden. Er worden geen terreinaanpassingen gedaan gericht op het wegnemen van de oorzaak van natte omstandigheden. Het treffen van maatregelen voor het versneld afvoeren of omleiden van water leiden immers tot het verplaatsen van het probleem. Overlast van water zal dan in een ander gebied moeten worden opgevangen. Aangenomen dat in de omgeving van Hof De Bist nauwelijks tot geen mogelijkheden zijn voor het opvangen van water én dat als gevolg van klimatologische ontwikkelingen de kans op wateroverlast naar verwachting verder zal toenemen, zal Hof De Bist juist een belangrijke rol moeten spelen in deze problematiek. Eén van de ecosysteemdiensten die het park Hof De Bist in toenemende mate zal vervullen voor haar omgeving is de opvang van neerslagpieken. Hierin wordt de waterbergende capaciteit van het park benut en waar nodig vergroot. Inpassing van een waterbergende functie moet evenwel goed worden overwogen om negatieve effecten daarvan op de (historische) beplanting en de functionaliteit van het park in het algemeen te voorkomen. Er wordt gekozen voor het opvangen van hemelwater in het huidige oppervlaktewater van Hof de Bist. Bij grote hoeveelheden neerslag bestaat hierdoor de kans dat het oppervlaktewater stijgt tot boven het maaiveld van de laagste delen van het park. De verwachting is dat dit slechts zeer sporadisch zal optreden en het water binnen 36uur voor het grootste deel al weer is weggetrokken. Fysieke aanpassingen om overstroming tegen te gaan hebben een ingrijpend effect op het uiterlijk van het park. Beoordeeld is dat het voorkomen van sporadische overlast van water in het park niet opweegt tegen de aantasting van de beeldkwaliteit van het park. Aanpassingen aan het terrein worden dan ook achterwege gelaten.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
101
7.2.4.2 WATERKWALITEIT Water dat op de Brabantse Wal infiltreert, komt in lager gelegen terreindelen, waarin Hof De Bist is gelegen, dicht aan de oppervlakte. Dit kwelwater voedt van onderaf het oppervlaktewater en stijgt bij veel aanbod zelfs tot boven het maaiveld. Kwelwater bezit fysische eigenschappen waarvan bepaalde vegetatietypen kunnen profiteren. Een belangrijke doelstelling voor Hof De Bist is het aanbod van kwelwater optimaal te benutten door op plaatsen waar dit dicht tot of zelfs boven het maaiveld komt, het beheer te richten op behoud en verdere ontwikkeling van de waardevolle vegetaties die hiervan afhankelijk zijn. Dit houdt concreet in dat kwelwater in gebieden met een hogere ecologische waarde zo lang mogelijk vastgehouden wordt, maar ook dat dit water op die locaties zo min mogelijk vermengd wordt met gebiedsvreemd water dat de waterkwaliteit in negatieve zin kan beĂŻnvloeden. Met de invulling van de waterbergende functie van het park, wordt hiermee rekening gehouden.
7.3
DOELEN VOOR DE ECONOMISCHE FUNCTIE
7.3.1
NATUURLIJKE PRODUCTEN
In Hof De Bist is het produceren van verkoopbare natuurlijke producten geen doelstelling. Hout en andere biomassa komt als bijproduct vrij bij de uitvoering van beheermaatregelen. De economische waarde van deze bijproducten weegt echter niet op tegen de kosten van de maatregelen waarbij de producten vrijkomen. Desalniettemin wordt ernaar gestreefd steeds ten minste een deel van het vrijkomende hout als haardhout te verkopen aan de inwoners van Ekeren. Doel hiervan is niet zozeer het verzilveren van de economische waarde, maar het versterken van de betrokkenheid van omwonenden bij het parkbeheer en het benutten van lokale ecosysteemdiensten.
7.3.2
OVERIGE DOELEN
Omdat Hof De Bist zelf weinig tot geen economische dragers kent is het park afhankelijk van externe middelen. Het is dan ook zaak dat deze middelen efficiĂŤnt en doeltreffend worden ingezet. Primair doel hiervan is de instandhouding van het park. Kosten die gemaakt worden voor inpassing en organisatie van evenementen en andere activiteiten, evenals aanpassing en herstelwerken die samenhangen met evenementen en activiteiten, mogen in geen geval ten koste gaan van de middelen voor beheer en instandhouding van het historische park.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
102
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Afbeelding 39, parkreglement
Buiting Advies BV
103
7.4
DOELEN VOOR DE SOCIALE FUNCTIE
In het Groenplan Antwerpen, deel 5: gebruik, is gesteld dat groengebieden met een oppervlakte van 30 hectare of meer en parken met een oppervlakte van 10 hectare of meer getypeerd kunnen worden als zogenoemd stadsdeelgroen. Park Hof De Bist valt onder deze categorie en levert volgens deze indeling een bijdrage aan de beleefbare en toegankelijke groene ruimte voor inwoners die wonen binnen een afstand van maximaal 1,6 kilometer vanaf het park. Dit alleen al vormt voldoende reden om aan het vervullen van de sociale functie van het park ruim aandacht te besteden.
7.4.1
OPENSTELLING
Hof De Bist is een openbaar park en derhalve jaarrond opengesteld voor publiek binnen de voorwaarden van het parkreglement en de politiecodex. Het park is in beginsel alleen opengesteld voor voetgangers2 en fietsers op de daarvoor bedoelde infrastructuur. De infrastructuur in het park richt zich op lokaal verkeer, gericht op verblijf in het park. Om het toch al volle parkprogramma niet verder te belasten en het introverte karakter van het park niet aan te tasten, wordt het gebruik van de parkinfrastructuur voor doorgaand voet- en fietsverkeer niet gestimuleerd. Toegang met gemotoriseerde voertuigen is toegestaan in geval dit noodzakelijk is voor het opbouwen, afbreken en tussentijds bevoorraden van evenementen, het kunnen uitvoeren van noodzakelijke onderhoudswerken en het bevoorraden van kasteel Hof De Bist. Ook moet het park toegankelijk zijn voor hulpdiensten tijdens evenementen en calamiteiten. In alle andere gevallen worden gemotoriseerde voertuigen uit het park geweerd. Wanneer in bovengenoemde gevallen betreding van het park met gemotoriseerde voortuigen onvermijdelijk is, wordt gebruik gemaakt van lichte voertuigen om schade aan verharding en gras te voorkomen. Benaderen van gebouwen ten noorden van het plangebied (Groendienst, Korfbal en Chiro) met gemotoriseerde voertuigen is niet toegestaan via de parkinfrastructuur. Om bezoek aan en gebruik van het park te reguleren, gelden diverse doelen en voorwaarden voor de openstelling, als beschreven in onderstaande paragrafen en gevisualiseerd in afbeelding 40. Een toegankelijkheidsregeling voor Hof De Bist is opgenomen als bijlage 6.
7.4.1.1 TOEGANGSPUNTEN Het park is en blijft uitsluitend toegankelijk via de daarvoor bedoelde vaste toegangspunten. De overige parkranden blijven gesloten door een combinatie van beplanting en hekwerken. De erkende toegangspunten zijn: De hoofdingang aan de Veltwijcklaan De toegang vanaf de parking aan de Veltwijcklaan door de poort in de tuinmuur De toegang vanaf de parking aan de Veltwijcklaan langs Brasserie Hof De Bist De toegang vanaf de Isabellalei ten oosten van het park De toegang via de servitude/langs Citylights ten noorden van het park Vanwege het besloten van de buitenste groenzone en het introverte karakter van het park wordt in deze beheerperiode voldoende aandacht besteed aan het duidelijk definiëren van de toegangspunten: duidelijk zichtbaar, herkenbaar en uitnodigend.
2
Vanzelfsprekend worden minder validen die voor het voortbewegen afhankelijk zijn van (langzame) elektrisch gemotoriseerde hulpmiddelen ook tot de categorie voetgangers gerekend.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
104
Natuurbeheerplan Hofvoor De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Afbeelding 40, beheerdoelen toegankelijkheid en openstelling.Buiting Advies BV
105
Hoewel dit wellicht niet de meest gebruikte toegang is, wordt de hoofdingang om historische redenen ook in de toekomst als belangrijkste toegang beheerd. De poort, het hekwerk en de beplanting in de directe omgeving daarvan worden intensief onderhouden zodat zij een continue hoogwaardige uitstraling hebben en uitnodigen tot een parkbezoek. Met het aanbrengen van enkele fietsenstallingen wordt gebruik van deze toegang gestimuleerd. Fietsenstallingen worden zo geplaatst dat geen afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en beeldkwaliteit van deze toegang, noch aan de zichtrelatie tussen de toegang en het kasteel. Fietsers (en brommers) worden bij betreding onder normale omstandigheden afgeremd door een onopvallende barrière. Deze barrière dient door bevoegde personen eenvoudig te verwijderen te zijn zodat de hoofdingang ten tijde van evenementen juist zonder obstakels te gebruiken is door grote groepen mensen én motorvoertuigen. Dit vergroot niet alleen het gemak voor bezoekers, maar zorgt in geval van calamiteiten ook voor een goede bereikbaarheid voor nooddiensten en maakt eventueel een snelle ontruiming mogelijk. De toegang vanaf de parking door de poort in de tuinmuur blijft bestemd voor voetgangers. Net als de hoofdingang heeft deze toegang een historische uitstraling, samenhangend met de oude tuinmuur. Beheer richt zich op de instandhouding van de historische uitstraling en een uitnodigend karakter. Ten minste een deel van de tuinmuur moet zichtbaar en vrij van begroeiing zijn nabij de ingang. Net als bij de hoofdingang worden fietsers en brommers hier afgeremd of ontmoedigd door een onopvallende barrière die tijdens evenementen door bevoegde personen kan worden verwijderd zodat deze toegang onbelemmerd gebruikt kan worden door grote groepen bezoekers. De tweede toegang vanaf de parking aan de Veltwijcklaan, langs de brasserie Hof De Bist is toegankelijk voor gemotoriseerde voertuigen. In de specifieke gevallen waarin het park met voertuigen moet worden bereikt, zoals bij evenementen, bevoorrading van het kasteel of voor beheerdoeleinden, wordt daarvoor deze toegang benut. Behoud van een draagkrachtige en toegankelijke entree is hier het belangrijkste doel. De informele ingang aan de Isabellalei wordt bestendigd door de toegang zowel functioneel als visueel te versterken. In dit kader wordt het toegangspunt verplaatst en opnieuw vormgegeven. In plaats van een ‘gat in het hek’ wordt een bescheiden, maar mooi vormgegeven en vooral herkenbare toegang gecreëerd, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de uitstraling van de toegangspunten aan de Veltwijcklaan. Ook wordt een duidelijkere aansluiting tussen Isabellalei en parkinfrastructuur gerealiseerd. Tussen de toegang en de Isabellalei bevindt zich een groenstrook. Verplaatsing en herinrichting van de entree maakt integraal deel uit van een herinrichting van deze zone waarbij de groenstrook functioneel deel uit zal maken van het park.
7.4.1.2 INFRASTRUCTUUR De huidige infrastructuur van Hof De Bist volgt voor een groot deel de layout zoals die in de 19e eeuw is ontworpen. Nog altijd voldoet het huidige padenstelsel aan de wensen en eisen die de verschillende gebruikersgroepen daaraan stellen. Het beheer richt zich in deze beheerperiode dan ook vooral op de instandhouding van de huidige infrastructuur. Bovenstaande beheerdoelstelling is niet van toepassing op het meest noordelijke deel van het park, tussen het sportveld en de Isabellalei. In dit parkdeel conflicteert de huidige infrastructuur met de overige beheerdoelstellingen. Onduidelijk verloop van paden en periodiek natte omstandigheden heeft hier geleid tot het ontstaan van niet officiële paden en werkt betreding van kwetsbare vegetaties in de hand. Om parkbezoekers in dit deel beter te geleiden wordt de infrastructuur hier herzien.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
106
VOORZIEINGEN VOOR SPORTEN SPEL
KUNST
PARKMEUBILAIR
BETREDEN BUITEN PADEN
HALF-VERHARDING
VERHARDING
TABEL 19, BEHEERDOELSTELLINGEN VOOR PADEN EN VOORZIENINGEN HISTORISCHE ZONE LANDSCHAPPELIJK-RECREATIEVE ZONE
NATUURLIJKE ZONE
Verharding bestaat zo veel mogelijk uit elementenverharding van kasseien. Uitsluitend waar aan verharding zeer hoge eisen gesteld wordt qua draagkracht en slijtvastheid wordt gesloten verharding van asfalt toegepast.
Verharding komt niet voor in deze zone.
Verharding komt niet voor in deze zone.
Alle paden, uitgezonderd brugdekken, zijn uitgevoerd met een half-verharding van porfier, voorzien van een onopvallende kantopsluiting.
Vrijwel paden zijn uitgevoerd met een half-verharding van porfier, voorzien van een onopvallende kantopsluiting. Het pad over het sportveld, ter hoogte van het korfbalveld is onverhard.
De ringdreef is uitgevoerd met een half-verharding van porfier en een onopvallende kantopsluiting. Overige paden zijn voorzien van halfverharding van een leemverbinding met een natuurlijke uitstraling. Het verhoogde pad door de kwelzone is uitgevoerd met duurzame, onderhoudsvriendelijke materialen.
Betreding van centrale grasland is toegestaan. Betreding van gazon in voortuin wordt toegestaan zolang draagkracht van gras dit toelaat. Betreding van groene eiland in centrale grasland is toegestaan.
Betreding van sportveld, korfbalveld en hondenloopzone is toegestaan. Betreding van bosvak binnen ringdreef is toegestaan, uitsluitend betreden via westzijde.
Betreding buiten officiële paden niet toegestaan. Herziening van infrastructuur moet toegankelijkheid beter faciliteren en reguleren.
Materialisering conform straatmeubilair. Voorzieningen dragen bij aan hoge mate van comfort. Voorzieningen ter verhoging van comfort (bankjes, vuilbakken, drinkfonteintjes etc.) kunnen snel worden gevonden. Voorzieningen ter ondersteuning van evenementen (aansluitkasten etc.) zijn landschappelijk zorgvuldig ingepast en staan zo veel mogelijk uit het zicht.
Materialisering conform straatmeubilair. Voorzieningen zijn vooral functioneel, gericht op ondersteuning van parkfuncties. Voorzieningen zijn zorgvuldig in landschap ingepast.
Materialisering conform straatmeubilair. Minimalistisch niveau voor parkvoorzieningen. Voorzieningen zorgvuldig in landschap ingepast en zo mogelijk aan het oog onttrokken.
Ruimte voor permanente en tijdelijke plaatsing van kunst. Permanente plaatsing van kunst in voortuin en enkele vaste locaties.
Geen plaatsing van kunstobjecten.
Geen plaatsing van kunstobjecten.
Gescheiden speelvoorzieningen voor jonge en oudere jeugd. Permanente speeltoestellen, voldoende uitdagend en divers. Sporttoestellen als fit-o-meter en calesthenics toegestaan mits niet hinderlijk voor beeldkwaliteit. Sport- en speeltoestellen staan voldoende in het zicht voor sociale controle.
Geen plaatsing van permanente speelvoorzieningen. Mogelijkheid voor plaatsing van tijdelijke voorzieningen op sportveld en korfbalveld
Geen plaatsing van speelvoorzieningen. Bij uitzondering worden toestellen van fit-o-meter toegestaan.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
107
De herziene infrastructuur maakt een rondwandeling mogelijk. De rondwandeling start bij het pad naar het korfbalclubhuis en loopt langs de noordrand van het sportveld en vervolgens door de kwelzone waar het pad afbuigt naar het zuiden en door het bos terugvoert naar de zuidelijke grens van het sportveld. Vanaf de te verplaatsen parkentree aan de Isabellalei wordt een nieuwe aansluiting gecreĂŤerd op de rondwandeling. Ook het bestaande pad richting de ringdreef wordt op de rondwandeling aangesloten. Waar het nieuwe pad de kwelzone doorkruist, wordt het nieuwe pad verhoogd aangelegd als vlonder- of roosterpad (zie afbeelding 39). Hiermee wordt de jaarronde toegankelijkheid van het pad, ook in natte perioden gegarandeerd. Tevens ontmoedigt het verhoogde pad betreding van de kwetsbare kwelzone. Wat betreft de materialisering van de infrastructuur wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de standaard materiaalkeuze voor de Antwerpse parken. Een en ander is nader toegelicht in tabel 19.
7.4.1.3 BRUGGEN De twee bruggen in het park maken een integraal deel uit van de infrastructuur, maar doen daarnaast op zichzelf ook dienst als markant punt of follie. Belangrijk beheerdoel voor deze beheerperiode is het grondig renoveren of vervangen van de bruggen zodat zij een positieve bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit van het park.
7.4.1.4 BETREDEN BUITEN PADEN Betreden van het park is alleen toegestaan op de daarvoor bedoelde paden en verharding. Hierop gelden twee uitzonderingen. Ten eerste is ook het gras van de voortuin, het centrale grasveld, het sportveld en het korfbalveld (inclusief de hondenloopzone) vrij te betreden buiten de paden, waarbij geldt dat het korfbalveld ten tijde van korfbaltrainingen of -wedstrijden tijdelijk gereserveerd is voor dat doel en niet door anderen betreden kan worden. De gazons in de voortuin mogen extensief worden betreden zolang de draagkracht van het gras dit toelaat en de beeldkwaliteit van de voortuin hiervan niet te lijden heeft. De kwelzone mag uitsluitend worden betreden op de aanwezige paden. Vanwege de kwetsbaarheid van de vegetatie mogen de paden uitsluitend worden verlaten voor beheerdoeleinden, voor onderzoek en -onder begeleiding- eventueel voor educatiedoeleinden. De tweede uitzondering betreft het bosvak binnen de ringdreef en het groene eiland in het centrale grasland. Ook deze bosvakken mogen buiten de bestaande infrastructuur worden betreden voor speldoeleinden. Toegang tot het bosvak binnen de ringdreef wordt beperkt tot de westzijde, waar het vak grenst aan het centrale grasland. De toegang tot het groene eiland wordt zo veel mogelijk beperkt tot de zuidzijde. In beide bosvakken worden geen verhardingen of andere voorzieningen aangebracht ten behoeve van de toegang (zie ook afbeelding 39). Bijzondere bomen, nieuwe aanplant en andere kwetsbare en bijzondere delen van deze bestanden worden tijdelijk of permanent afgezet met passende hekwerken om schade of verstoring te voorkomen.
7.4.1.5 PARKEREN Parkeren met autoâ&#x20AC;&#x2122;s in functie van het parkgebruik gebeurt uitsluitend op de daarvoor bedoelde parking aan de Veltwijcklaan. Parkeren ten noorden van het park wordt voorkomen om overlast een bewoners en bedrijven ter plaatse te beperken. Om het gebruik van fietsen te bevorderen zijn voldoende fietsenstallingen voorzien. Een ruimer aanbod van fietsenstallingen is voorzien ter plaatse van de parking aan de Veltwijcklaan. Daarnaast wordt nieuwe ruimte voor het stallen van fietsen geboden bij de hoofdingang aan de Veltwijcklaan en bij de ingang aan de Isabellalei.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
108
7.4.2
PARKMEUBILAIR
Parkmeubilair heeft tot doel de verschillende parkfuncties te faciliteren en de parkbezoeker een zekere mate van comfort te bieden. Meubilair dat geen van deze twee functies dient wordt principieel uit het park geweerd. Het faciliteren van één parkfunctie kan echter afbreuk doen aan een ander. Denk bijvoorbeeld aan verlichting ten behoeve van de toegankelijkheid, dat afbreuk kan doen aan de natuurwaarden en rust. Een belangrijke beheerdoelstelling is dan ook het vinden en handhaven van de juiste balans tussen het voorzieningen niveau en een natuurlijke, rustige omgeving. Niet alleen de hoeveelheid voorzieningen in een park, maar ook de aard ervan en de materialisering en plaatsing van de items zijn hierop van invloed. Bij de materialisering van parkmeubilair wordt in het algemeen zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de straatmeubilaris van Antwerpen. Slechts wanneer voor specifieke voorzieningen geen voorschiften in de straatmeubilaris zijn opgenomen of wanneer de voorgeschreven voorzieningen niet toereikend zijn voor een specifieke situatie, wordt naar alternatieve middelen gekeken. Bij materialenselectie gelden een lage onderhoudsverplichting, gebruik van duurzame en herbruikbare materialen en beeldkwaliteit als belangrijke criteria. Beheerdoelstellingen voor parkmeubilair worden nader gespecificeerd in onderstaande paragrafen en in tabel 19.
7.4.2.1 VERLICHTING Verlichting kan bijdragen aan de belevingswaarde door bijzondere elementen als gebouwen, monumentale bomen en kunst te accentueren, maar ook doordat (delen van) het park in donkere, winterse dagen langer te gebruiken zijn. Daarnaast draagt licht bij aan de veiligheid door betere zichtbaarheid van paden en voorzieningen en aan het veiligheidgevoel door meer mogelijkheid voor sociale controle. Maar ook duisternis heeft zijn waarde. Net als hoge geluidsniveaus en opwarming van het ‘stadseiland’ kan kunstmatig licht tijdens nachtelijke uren een bijdrage leveren aan de verwijdering van onze natuurlijke omgeving en leefritme. Er zijn sterke aanwijzingen dat nachtelijk kunstlicht stressverhogend werkt. Maar behalve op de mens heeft nachtelijk licht ook een duidelijk effect dieren. Zowel dag- als nachtdieren passen hun natuurlijke bioritme aan op de aan- en afwezigheid van licht. Verstoring van dit ritme verstoort daarmee niet alleen het dag- nachtritme maar ook het seizoensgebonden bioritme. Zo blijven vele insecten rond lantaarnpalen cirkelen met uitputting tot gevolg. Sterke teruggang van insectensoorten wordt dan ook in verband gebracht met nachtelijke verlichting. Daarnaast gebruiken veel diersoorten licht als oriëntatiemiddel en kunnen door kunstmatig licht gedesoriënteerd raken. Dit zijn slechts voorbeelden. Tal van onderzoeken onderschrijven de waarde van duisternis voor de mens en haar leefomgeving. Eén daarvan (L. Marius, 2009) vermeldt de volgende samenvattende argumenten vóór duisternis: Esthetisch argument (de positieve beleving duisternis) Moreel argument (het effect op klimaat en ecosysteem) Competitief argument (profilering als groene gemeente) Economisch argument (geldbesparing) Vanzelfsprekend is Hof de Bist een stadspark en geen natuurgebied. Maar echt donkere plekken zijn juist in een stad schaars geworden, daar waar mensen geconcentreerd aanwezig zijn en de effecten van nachtelijk licht dus op velen van toepassing zijn. Dit pleit voor zorgvuldig behoud van de donkere locaties die nog resteren. Met het oog op het bovenstaande wordt verlichting terughoudend toegepast. Verlichting in het park beperkt zich tot de volgende parkdelen: het verbindingspad vanaf de parking aan de Veltwijcklaan naar het clubhuis van de korfbal gebouwen en de directe omgeving daarvan de parking aan de Veltwijcklaan kunstobjecten in de voortuin tijdelijke verlichting op het evenemententerrein ten tijde van evenementen, inclusief de op- en afbouwperiode daarvan
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
109
De volgende beperkingen worden gesteld aan het toepassen van verlichting: Verlichting van het pad tussen de parking en de korfbal wordt ontstoken bij zonsondergang en gedoofd om uiterlijk 24.00uur. Deze verlichting straalt uitsluitend het pad aan. Er wordt gebruik gemaakt van verlichtingsbronnen met een scherpe cut-off waarbij licht niet meer dan 0,5 meter buiten het pad straalt. In geen geval straalt licht naar boven. Bij voorkeur wordt verlichting gebruikt met een zogenoemde vleermuisvriendelijke frequentie (lichtkleur). Verlichting aan de buitenzijde van de gebouwen en verlichting op de parking wordt ontstoken bij zonsondergang en gedoofd om uiterlijk 24.00uur. De grondspots bij het kasteel worden tevens om 5.00uur opnieuw ontstoken en gedoofd bij zonsopkomst. Licht straalt de gebouwen en de verharding daaromheen aan c.q. de verharding van de parking. Direct of indirect verlichten van boomkronen en andere beplanting wordt voorkomen. Bij voorkeur worden lichtbronnen toegepast met een zogenoemde vleermuisvriendelijke frequentie (lichtkleur). Tijdelijke verlichting bij evenementen wordt gedoofd om uiterlijk 24.00uur. Lichtbronnen zijn zo gepositioneerd en gericht dat het verlichten van de natuurlijke parkzone wordt voorkomen. Bij voorkeur worden ook hier lichtbronnen toegepast met een zogenoemde vleermuisvriendelijke lichtkleur. Verlichting in de voortuin beperkt zich tot het extensief aanlichten van enkele kunstwerken. Direct of indirect aanlichten van omliggende beplanting en boomkronen wordt voorkomen en de lichtsterkte wordt zo veel mogelijk beperkt. Aanvullend kan in de voortuin gebruik worden gemaakt van voetlicht om het pad tussen de hoofdingang en het kasteel te markeren. Er worden daarvoor lichtbronnen gebruikt met een scherpe cut-off die niet meer dan 0,5 meter buiten het pad stralen. Alle verlichting in de voortuin wordt gedoofd om uiterlijk 24.00uur. Voor alle verlichting geldt dat deze, met het oog op duurzame inzet van energiebronnen, pas wordt ingeschakeld wanneer het daglicht voldoende in sterkte is afgenomen, in de regel bij zonsondergang. In de zomermaanden kan verlichting in veel gevallen uitblijven.
7.4.2.2 BANKEN De aanwezigheid van parkbanken draagt onder meer bij aan de toegankelijkheid voor bezoekers die minder goed ter been zijn, biedt mogelijkheden voor ontspanning bij de fraaie uitzichten die Hof De Bist te bieden heeft en biedt ruimte van waaruit toezicht gehouden kan worden op spelende en sportende jeugd. Parkbankjes worden geplaatst op diverse locaties in de historische zone. De locaties zijn zo gekozen dat parkbezoekers vanaf de bankjes een fraai uitzicht hebben op het park of een specifiek deel daarvan. Tegelijkertijd mogen bankjes zelf geen afbreuk doen aan dat uitzicht. Bankjes worden vooral gesitueerd aan een begin- of eindpunt van een zichtlijn, maar juist niet ín een zichtlijn. Ook in het verlengde van een doorkijkje, in de nabijheid van een kunstwerk of gebouw of in de directe omgeving van speelplaatsen worden geschikte locaties gevonden.
7.4.2.3 VUILBAKKEN Vuilbakken worden geplaatst bij elk toegangspunt tot het park zodat bezoekers bij het betreden of verlaten van het park hun afval kwijt kunnen. Ook bij het sanitairgebouw en bij de speelplaats voor de jonge jeugd worden vuilbakken geplaatst. Bij evenementen wordt voorzien in voldoende extra vuilbakken van tijdelijke aard.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
110
Afbeelding 41, referentiebeeld uitdagende toegang tot speelplaats met houten hekwerk (Bremweide, Antwerpen).
Afbeelding 42, referentiebeeld regulerende door kwetsbare begroeiing Ithaca). Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad doorgang Antwerpen/Ekeren Buiting Advies(Sapsuckerwoods, BV
111
7.4.2.4 HEKWERKEN De buitenrand van het park is en blijft omgeven met een permanent hekwerk om betreding buiten de officiële toegangspunten te voorkomen. De toepassing van tijdelijke of permanente hekwerken binnen het park wordt zo veel mogelijk voorkomen. Voor het tegengaan van betreding van parkdelen wordt waar mogelijk belplanting ingezet. Een begroeiing van dichte struiken en heesters of doorn- en rankvormende soorten kan hierin in veel gevallen oplossing bieden. Voor de volgende doelen kan een tijdelijk of semipermanent hekwerk worden geplaatst: Ten behoeve van het afsluiten van ongewenste paden. Hekwerk wordt verwijderen zodra het pad voldoende is dichtgegroeid of anderszins is verdwenen. Dit hekwerk dient robuust en niet of slecht passeerbaar. Ter bescherming van jonge aanplant of kwetsbare begroeiing. Hekwerk wordt verwijderd zodra de begroeiing voldoende is ontwikkeld. Dit hekwerk dient robuust en niet of slecht passeerbaar. Ten voorkoming van betreding van bosvakken. Hekwerk wordt verwijderd zodra deze functie (voldoende) door begroeiing kan worden overgenomen. Hierbij wordt zo mogelijk voor lichte (draad)hekwerken gekozen met een lage visuele impact. Doel is vooral het ontmoedigen van betreding. Eventueel kunnen hekwerken in de beplanting worden geplaatst in plaats van direct aan een pad, om de visuele impact verder te beperken. Ter regulering van betreding bij bijvoorbeeld het sanitairgebouw of speelplaatsen. Hekwerken kunnen in deze gevallen soms langer blijven staan. Er worden zo kort mogelijke lengtes geplaatst. Hier wordt zo veel mogelijk gekozen voor een hekwerktype met een beperkte visuele impact. Bosvakken of bomen kunnen tijdelijk worden afgezet wanneer er sprake is van een veiligheidsrisico voor parkbezoekers. Hekwerk wordt verwijderd zodra het risico is weggenomen. Dit hekwerk dient robuust en niet of slecht passeerbaar. Tijdelijke en semipermanente hekwerken worden zo veel mogelijk uitgevoerd met natuurlijke materialen en dienen na verwijdering geen sporen in het park achter te laten.
7.4.2.5 DRINKWATERVOORZIENING De drinkwatervoorziening wordt verbeterd in het park. Zo is er ruimte voor plaatsing van een drinkfonteintje voor algemeen gebruik. Bij het bepalen van een geschikte locatie voor het fonteintje is ven belang rekening te houden met: De aanwezigheid van een drinkwaterleiding binnen een afstand van 50 meter. Het aantal mensen dat de locatie passeert en nut zal hebben van het fonteintje De positie ten opzichte van intensief gebruikte zones zoals sport- en speelzones. Zoekgebieden zijn bijvoorbeeld de omgeving van het kasteel, de speelplaats voor de jonge jeugd of de directe omgeving van de Calisthenics (zie paragraaf 7.4.3.1). De exacte locatie voor een drinkfonteintje wordt bepaald als onderdeel van de ontwerpopgaven die voor deze gebieden in het beheerplan zijn geformuleerd. Naast een drinkfonteintje worden drinkwatervoorzieningen getroffen ten behoeve van evenementen. Hiervoor wordt een aansluitpunt gecreëerd in de directe nabijheid van de aansluitkast die voor evenementen reeds is aangelegd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
112
Afbeelding 43, zones voor specifiek gebruik. Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
113
7.4.3
ZONES VOOR SPECIFIEKE GEBRUIK
In het park zijn diverse zones bestemd voor specifiek gebruik. Deze zones zijn nadrukkelijk geen zones voor exclusief gebruik: ze zijn en blijven openbaar toegankelijk voor parkbezoekers en kunnen door hen worden benut voor alle gangbare recreatievormen. Deze zones onderscheiden zich echter van de rest van het park doordat bepaalde gebruiksvormen uitsluitend mogen plaatsvinden binnen de daarvoor bedoelde zone en dat in de zone in bepaalde gevallen voorzieningen zijn getroffen die het terrein geschikt maken voor de betreffende gebruiksvorm. De verschillende gebruiksvormen worden in onderstaande paragrafen toegelicht. De zones zijn ruimtelijk weergegeven op afbeelding 43.
7.4.3.1 SPEELZONES In Hof De Bist zijn drie zones aangewezen die specifiek bedoeld zijn voor spelen in brede zin, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ingerichte en niet ingerichte zones. De niet ingerichte zone betreft het speelbos binnen de ringdreef, de andere twee speelzones betreffen speeltuinen. In het speelbos wordt spelen door individuen en groepen toegestaan, maar wordt daarvoor niet specifiek ingericht. Wel kunnen spelaanleidingen worden aangebracht, bestaande uit gebiedseigen materialen zoals dode bomen en takken, vrijgekomen bij onderhoudswerken in het bos. Grondverzet wordt in deze speelzone niet toegestaan om verstoring van het wortelpakket van bomen te voorkomen. Het speelbos is formeel begrensd door het pad van de ringdreef. Het feitelijke bos beslaat een iets kleinere oppervlakte (zie ook afbeelding 43). De randzone van het bos bevat een dichte begroeiing van struiken met een zeker aandeel rododendrons. Deze zone blijft behouden om eventuele overlast voor parkbezoekers te beperken. Speelaanleidingen worden niet voorbij deze randbegroeiing geplaatst. Uitzondering hierop is de zijde van het centrale grasland, waar het bos juist een meer transparant karakter krijgt om toezicht en sociale controle op het gebruik van de speelzone mogelijk te maken. In het kader van duurzame instandhouding van het bos, kunnen in deze speelzone groepsgewijs bomen worden aangeplant die ter bescherming tegen spelende kinderen worden omgeven door een tijdelijk hekwerk. Een tweede speelzone ligt ten noorden van de brasserie. Dit betreft een ingerichte speelzone die zowel de speelplaats voor de jonge jeugd als die voor de oudere jeugd in het groene eiland omvat. Beide speelplaatsen worden in deze beheerperiode herzien, gericht op een ruimer aanbod van speeltoestellen, afgestemd op de doelgroepen. Onderdeel van deze speelzone is een verbinding met het terras van de brasserie, door het aangrenzende bosperceel. Een passende inrichting van deze strook (zie referentiebeeld, afbeelding 41 en 42) concentreert betreding van het bosperceel tot een smalle strook, zodat het hekwerk rond het bos kan worden verwijderd. De vormgeving van deze toegang voldoet aan de volgende eisen:
De toegang is goed afgestemd op de leeftijdsfase van de doelgroep De toegang voorkomt betreding van de beplanting De toegang vormt op zichzelf een uitbreiding van de speelplaats
Omdat deze speelzone gedeeltelijk overlapt met de evenementenzone, moet bij (her)inrichting van deze zone worden voorkomen dat de speelelementen obstakels vormen voor evenementen. De derde speelzone betreft tevens een ingerichte zone. Deze zone is feitelijk bestemd voor sport, gericht op oudere jeugd en volwassenen, maar valt qua inrichting binnen de criteria van ingerichte speelzones. Deze zone wordt specifiek ingericht voor de beoefening van Calisthenics.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
114
7.4.3.2 EVENEMENTENZONE In Hof De Bist is en blijft ruimte voor de organisatie van evenementen. Dit past bij de sociale functie en betekenis van het park. Daarbij blijft wel voorop staan dat Hof De Bist een historisch openbaar park is en niet zuiver een evenemententerrein. Naast algemene richtlijnen en voorwaarden die door Stad Antwerpen worden gesteld aan de organisatie van evenementen, gelden specifiek voor Hof De Bist de volgende voorwaarden: Evenementen vinden uitsluitend plaats in het parkdeel dat is begrensd als evenementenzone, waarbij de inrichting van het evenemententerrein wordt afgestemd op de bovenbeschreven zones. Gelet op de oppervlakte van de evenementenweide en de draagkracht van het park is er ruimte voor eendaagse evenementen waarbij het maximaal aantal bezoekers dat tegelijkertijd aanwezig is, wordt afgestemd op de beschikbare oppervlakte. Als stelregel voor het maximaal aantal bezoekers dat tegelijkertijd bij een evenement aanwezig kan zijn, kan de volgende formule worden gehanteerd (oppervlakte gerekend in vierkante meters): aantal personen = 2x(netto oppervlakte evenemententerrein – oppervlakte terreininrichting).
Hierbij geldt echter de kanttekening dat de maximale draagkracht van een evenement niet alleen afhankelijk is van de oppervlakte evenemententerrein, maar ook van het aantal toegangspunten, parkeervoorzieningen, bereikbaarheid, overlast naar de omgeving en veiligheidsaspecten. Op basis van deze criteria is de maximale draagkracht voor evenementen in Hof De Bist vastgesteld op de aanwezigheid van niet meer dan 10.000 bezoekers die tegelijkertijd aanwezig zijn. Gedurende evenementen zijn de hoofdingang en de toegangspunten aan de parking vrij van obstakels. Nooddiensten kunnen tijdens evenementen via ten minste twee toegangspunten het park onbelemmerd betreden. Gedurende evenementen blijft het gehele park vrij toegankelijk voor parkbezoekers. Materialen voor evenementen zoals hekwerken en meubilair worden voor of na evenementen in het evenemententerrein opgeslagen. Materialen worden zo veel mogelijk geclusterd en uit zichtlijnen opgeslagen. De logistiek wordt zo georganiseerd dat materiaal voor of na evenementen een zo kort mogelijk tijdsbestek bestrijkt.
Evenementen in het park worden gehouden in de evenementenzone. De evenementenzone is opgedeeld in 2 zones, elk met hun eigen beperkingen en mogelijkheden. De begrenzing van de zones is weergegeven op afbeelding 43. Evenementenzone type 1 is bedoeld voor zeer intensief gebruik, waarvoor de volgende richtlijnen gelden: Ruimte voor laden en lossen met zwaarder rollend materieel (+3,5ton). Het plaatsen van podia en andere voorzieningen voor de duur van het evenement die om een draagkrachtige ondergrond vragen. Het plaatsen van grote feesttenten voor de duur van het evenement. Het plaatsen van sanitaire units en tijdelijke verblijfsunits of vergelijkbare units tijdens de duur van het evenement. Kermiskramen, marktkramen en gelijkgesteld rollend materiaal. Laden en lossen geschiedt waar mogelijk vanaf halfverharde of verharde paden. Wanneer voor laden en lossen betreding van het gras noodzakelijk is, wordt op basis van de terreincondities en de wieldruk van de voertuigen in overleg met de parkbeheerder bepaald of gebruik van rijplaten noodzakelijk is. Zonder voorafgaand overleg worden altijd rijplaten toegepast. Tijdens evenementen, inclusief de opbouw- en afbraakfase daarvan, dient de inrichting van deze zone zo worden ingepland dat de openbare toegankelijkheid en bereikbaarheid van het kasteel via de hoofdingang te allen tijde wordt gewaarborgd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
115
Evenementenzone type 2 is bedoeld voor minder zware of omvangrijke voorzieningen, gebonden aan een evenement, toegelaten voor de duur van het evenement. Hier gelden de volgende richtlijnen: Ruimte voor laden en lossen met licht rollend materieel (tot 3,5ton). Bij laden en lossen vanaf onverharde oppervlaktes wordt in zone type 2 altijd gebruik gemaakt van rijplaten. Het plaatsen van eetkraampjes, tapinstallaties, sappentappers, mobiele ijskarren of vergelijkbare elementen, shelters en partytentjes, infostands. Het plaatsen van voorzieningen voor walking diner of receptiemeubilair; Het plaatsen van beperkt sanitair (verplaatsbare toiletten maar geen sanitaire units). Ten noordwesten van het kasteel is een apart deel aangewezen als evenementenzone type 2. Dit deel is vooral bestemd voor tijdelijk gebruik als backstage-ruimte bij grotere evenementen, maar biedt ook ruimte voor de organisatie van kleinschalige evenementen, bijvoorbeeld vanuit het cultuurcentrum 252cc. Gedurende de opbouw en afbraakfase van evenementen wordt tussen evenementenzone type 1 en type 2 een duidelijk zichtbare afbakening geplaatst zodat voor chauffeurs duidelijk is waar onder welke voorwaarden mag worden gereden.
7.4.3.3 SPORTZONE In het noorden van het park is een zone gemarkeerd dat zich goed leent voor sportieve activiteiten. Deze zone bestaat uit de grasvelden die in dit plan zijn aangeduid als het korfbalveld en het sportveld. Beide terreinen zijn openbaar toegankelijk en voor tal van recreatievormen te gebruiken. Sportieve activiteiten zoals korfbalwedstrijden en –trainingen beperken zich tot deze zone. De sportzone dient doorlopend geschikt te zijn voor sportieve activiteiten. De bodem van deze zone dient derhalve voldoende gedraineerd te zijn om te natte situaties in de bovengrond te voorkomen. Verder worden in deze zone geen permanente voorzieningen geplaatst, met uitzondering van de lichtmasten aan weerszijden van het korfbalveld. Tijdelijke voorzieningen ten behoeve van de beoefening van sport kunnen in deze zone wel worden aangebracht, mits deze direct na de activiteiten worden verwijderd.
7.4.3.4 SIERTUIN EN PLAATSING VAN KUNST De historische parkzone biedt plaats aan de plaatsing van kunstwerken. Verspreid over deze zone zijn in totaal zeven locaties gemarkeerd voor permanente kunstwerken. Voor plaatsing van nieuwe kunstwerken, buiten deze zeven locaties is een zoekgebied begrensd (zie afbeelding 40) dat de voortuin, het gazon tussen het kasteel en de vijver en de zone tussen het kasteel en de entree in de tuinmuur omvat. Buiten deze zone worden geen permanente kunstopstellingen geplaatst. Aanvullend is er wel de mogelijkheid tot het plaatsen van tijdelijke kunstopstellingen, al dan niet samenhangend met evenementen in de evenementenzone of exposities vanuit het cultuurcentrum. Aan het plaatsen van permanente en tijdelijke kunstwerken en hun locatie worden verder de volgende beheerdoelen verbonden: Kunstwerken worden geplaatst indien deze een toegevoegde waarde hebben voor het park. Kunstwerken mogen geen effect hebben op de aard, het functioneren of de duurzame instandhouding van het park als geheel, delen daarvan of objecten daarin. Geplaatste kunstwerken gaan niet ten koste van de sociale of ecologische functie of van erfgoedwaarde. Kunstwerken worden zo geplaatst dat ze goed zichtbaar en beleefbaar zijn voor parkbezoekers. Bij plaatsing van kunstwerken wordt rekening gehouden met zichtlijnen. In zichtlijnen worden geen kunstwerken geplaatst, terwijl begin- en eindpunten van zichtlijnen juist zeer geschikte locaties daarvoor vormen. Waar van toepassing wordt beplanting in de directe omgeving van kunstwerken afgestemd op het kunstwerk. Beplanting versterkt een kunstwerk door het bieden van rugdekking, accentueren of aankleden van het werk.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
116
Gelet op het laatst genoemde beheerdoel is het niet voor niets dat het zoekgebied voor plaatsing van kunst overeenkomt met de grenzen van de siertuin. In de siertuin is meer dan in de rest van het park aandacht voor de esthetische waarde van de beplanting. Vaste planten, geschoren hagen en sierheesters zijn hier prominent aanwezig. De zone die als siertuin is begrensd is ruimer dan alleen de voortuin. Ook de flanken aan weerszijden van het kasteel zijn hierin opgenomen om de positie van het kasteel in het park te versterken. Buiten de als siertuin begrensde zone worden geen vaste planten, geschoren hagen en sierheesters toegepast, maar is ruimte voor meer landschappelijke beplanting.
7.4.4
VEILIGHEID
Bij regulier recreatief gebruik en bij evenementen moet de veiligheid van parkbezoekers voldoende worden gewaarborgd. Dit houdt in dat voor voldoende fysieke (verlichting, begaanbaarheid) en sociale (verlichting, doorzicht) veiligheid moet worden gezorgd bij doorgaande routes van de parking naar verschillende ‘functiezones’, dat in het park geplaatste voorzieningen voldoen aan de wettelijke veiligheideisen en dat vooral bij evenementen voldoende toe- en uitgangen zijn voor parkbezoekers en hulpdiensten, tevens rekening houdend met calamiteiten.
7.4.5
ESTHETIEK
De beeldkwaliteit van het park als geheel en van de afzonderlijke onderdelen is van grote invloed op de belevingswaarde ervan. Ter versterking van het park wordt de esthetische kwaliteit op een hoger plan getild. Speerpunten hierin zijn het accentueren van markante onderdelen zoals het kasteel, monumentale bomen en kunst, het versterken van zichtlijnen en het sterker aanzetten van karakteristieke stijlkenmerken uit de aanlegperiode, zoals de slingervijver en bruggen.
7.5
DOELEN VOOR HET GEBOUWENPATRIMONIUM
De gebouwen en bouwwerken dienen te allen tijde in goede staat te verkeren. Hieronder wordt verstaan: Alle gebouwen en bouwwerken zijn zowel interieur als exterieur veilig en voldoen aan alle wettelijke voorschiften op gebied van veiligheid. Waar van toepassing zijn maatregelen getroffen die gebruik van de gebouwen en bouwwerken reguleert zodanig dat dit binnen de gestelde normen valt conform wettelijke voorschriften. Gebouwen en bouwwerken met erfgoedwaarde worden dusdanig onderhouden dat het erfgoed voor de lange termijn behouden kan blijven. Verval van deze gebouwen en bouwwerken wordt ten minste direct hersteld, maar bij voorkeur worden tijdig maatregelen getroffen om het optreden van verval tegen te gaan. Het voorkomen van de gebouwen en bouwwerken (beeldkwaliteit) is van hoge kwaliteit, passend bij een historisch stadspark. De staat van onderhoud is doorlopend als voldoende te beoordelen en achterstallig onderhoud wordt voorkomen. Het sanitairgebouw blijft behouden in het park, op de bestaande locatie. Het gebouw is functioneel vormgegeven en sluit daarmee niet aan op de bouwstijl en –kwaliteit van de overige gebouwen in het park. Door het gebouw te omgeven met –gedeeltelijk wintergroene- beplanting worden met name de zijgevels visueel aangekleed.
7.6
SAMENVATTING DOELSITUATIE
Afbeelding 44 geeft een samenvattende indruk van de wijze waarop diverse bovenbeschreven beheerdoelstellingen in het park tot uiting zullen komen. De navolgende afbeeldingen zijn uitsneden uit dit beeld en geven van enkele parkdelen een meer gedetailleerde weergave.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
117
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Afbeelding 44, beheerdoelstellingen samengevat. Buiting Advies BV 118
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Afbeelding 45, detailweergaven doelsituatie
Buiting Advies BV
119
DEEL 3 BEHEERPLAN
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
120
Natuurbeheerplan HofdeDekarakteristieke Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV en het korfbalveld. Afbeelding 46, blik op elzensingel tussen de hondenloopzone
121
8
MAATREGELENSET
In voorgaande delen van het natuurbeheerplan Hof De Bist zijn de vele aspecten van het park in beeld gebracht en zijn doelen en ambities geformuleerd voor de toekomst ervan. Deel 3 van het plan beschrijft het feitelijke beheerplan waarin een vertaling van doelen wordt gemaakt naar concrete maatregelen. Deze vertaling start in dit hoofdstuk met het beschrijven van de maatregelenset. De maatregelenset is de gereedschapskist van de beheerder; de verzameling van beheerinstrumenten die de beheerder ter beschikking staat om de beheerdoelen te realiseren. In de navolgende paragrafen worden de maatregelen beschreven, waarbij per maatregel wordt ingegaan op het doel, verwijzend naar deel 2 van dit plan en naar de wijze van uitvoering. Er is onderscheid gemaakt tussen terugkerende en eenmalige maatregelen.
8.1
TERUGKERENDE MAATREGELEN
Onder terugkerende maatregelen verstaan we maatregelen die gedurende de gehele beheerperiode met een min of meer regelmatige frequentie worden uitgevoerd, ook wel cyclisch beheer genoemd. Dit omvat die maatregelen die gericht zijn op onderhoud en instandhouding of geleidelijke ontwikkeling van het terrein.
8.1.1
BEHEER VAN BOS, BOMEN EN STRUIKEN
8.1.1.1 SELECTIEF DUNNEN KROONLAAG DOEL Doel van deze ingreep is de duurzame instandhouding van de opgaande begroeiing en het versterken van de functies die het bos vervult. De parkzone waarin een bosvak ligt, bepaalt op welke functies deze maatregel zich primair richt. Ongeacht de combinatie van functies beoogt dunning het behoud van waardevolle bomen en ontwikkeling van een nieuwe generatie bomen die op de lange termijn de dominante positie in de beplanting kunnen overnemen. De maatregel dunnen is gericht op het sturen in de kroonlaag van bos. Omdat met ingrepen in de kroonlaag kan worden gestuurd in de lichtdoorlatendheid, wordt deze maatregel tegelijkertijd ingezet voor het sturen in de struik- en kruidlaag. UITVOERING ALGEMEEN De maatregel start met het uitzetten van de dunning. Hierbij wordt een positieve selectie toegepast, wat inhoudt dat eerst die bomen worden geselecteerd die behouden moeten worden omdat zij op de betreffende plaats een belangrijke rol spelen in de functievervulling óf omdat zij op langere termijn die rol kunnen invullen. Selectiecriteria zijn onder meer schoonheid, ontwikkelingsfase, levensvatbaarheid, soort en eventueel ecologische waarde. Van deze bomen wordt bepaald of zij in het kronendak voldoende ruimte hebben om nu en in de toekomst hun functie(s) goed te kunnen blijven vervullen en –indien van toepassingvoldoende ruimte hebben hun kroon verder te ontwikkelen. Dit laatste is niet van toepassing wanneer bij een boom vanwege hoge leeftijd weinig kroonexpansie te verwachten is. Indien onvoldoende ruimte beschikbaar is worden één of enkele nevenstaande bomen geselecteerd voor velling. Ook bomen die vanwege gebreken of vitaliteitsproblemen een veiligheidsrisico opleveren, kunnen worden gemarkeerd voor velling. Aanvullend kunnen bomen voor velling worden geselecteerd wanneer voor behoud of ontwikkeling van de struik- of kruidlaag of van jonge bomen nodig is meer openheid te creëren in het kronendak.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
122
Afbeelding Natuurbeheerplan 47, bos met Hof homogene De Bist, Stad leeftijdopbouw Antwerpen/Ekeren en dichte Buiting kroonlaag Advies heeft`veel BV baat bij een selectieve dunning.
123
RICHTLIJNEN PER ZONE Aanvullend op de bovenbeschreven wijze van uitvoering geldt per zone een aantal richtlijnen die deze maatregel nuanceert naar de beheerdoelen per parkzone. Historische zone:
In de historische zone worden te behouden bomen vooral geselecteerd op basis van beeldkwaliteit en andere recreatieve waarde, met speciale aandacht voor monumentale bomen, behoud van een gevarieerd soortenbestand en een open kroonlaag voor een rijke ondergroei. Vrijgekomen stamhout en zwaar takhout wordt uit het bos afgevoerd. Dunnere takken blijven in de beplanting achter, onder voorwaarde dat geen takstapels ontstaan hoger dan 1 meter en takken ten minste 1,5 meter uit de bosrand liggen. Bij grote hoeveelheden tak- en tophout kunnen takkenrillen worden aangelegd, maar ten minste een deel van het organisch materiaal blijft verspreid op de bodem achter.
Landschappelijk-recreatieve zone: Hier richt de maatregel zich vooral op behoud en ontwikkeling van bosranden, vrijstellen van markante bomen en laanbomen en het ontwikkelen of in stand houden van een aandeel inheemse boom- en struiksoorten van tenminste 75%. Vrijgekomen stamhout wordt, met uitzondering van het speelbos (zie ook paragraaf 8.2.3.3), uit het bos afgevoerd. Plaatselijk kan een dode boom in de beplanting achterblijven. Dikke en dunne takken kunnen in het bos achterblijven, mits dat geen overlast oplevert voor parkbezoekers. Tak- en tophout blijft in de regel achter op de bodem, onder voorwaarde dat dit achter de eerste rij bomen ligt en geen takstapels hoger dan 1 meter voorkomen. Bij heel grote hoeveelheden tak- en tophout kan een deel van het materiaal worden geconcentreerd in takkenrillen, maar dit is geen vanzelfsprekendheid. Natuurlijke zone:
De nadruk ligt hier op natuurlijkheid en spontane ontwikkeling. Dit omvat onder meer het verhogen van de structuurvariatie door plaatselijk meer en elders minder in te grijpen. Belangrijke aspecten zijn het vrijstellen van inheemse boomsoorten en oude bomen en behoud van dode en kwijnende bomen waar mogelijk (veiligheid). Ook het vrijstellen van laanbomen en verjonging is van belang. Vrijgekomen stamhout blijft in beperkte mate achter in het bos, voor zover dit niet hinderlijk is voor parkbezoekers. Tak- en tophout blijft achter in het bos, onder voorwaarde dat dit achter de eerste rij bomen ligt en geen takstapels hoger dan 1,5 meter voorkomen. Takkenrillen worden in deze zone niet aangelegd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
124
Natuurbeheerplan Hof beheer De Bist,van StaddeAntwerpen/Ekeren Buiting Advies BV Afbeelding 48, selectief struiklaag houdt o.a. het aandeel rododendron binnen acceptabele grenzen.
125
8.1.1.2 SELECTIEF BEHEER STRUIKLAAG DOEL Deze maatregel betreft het periodiek afzetten van de struiklaag in plantvakken. Doel hiervan is meervoudig. Het primaire doel is het versterken en behouden van de beeldkwaliteit, maar ook het behoud van de vitaliteit en het voorkomen van overlast zijn doelen van deze maatregel. Deze doelen worden nagestreefd door te sturen in de soortensamenstelling, hoogteontwikkeling en dichtheid en door het wegnemen van hinderlijke en woekerende begroeiing. UITVOERING ALGEMEEN Binnen een plantvak waarvoor deze maatregel is voorgeschreven, wordt een deel van de aanwezige struiken afgezet. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen: Struiksoorten die in Hof De Bist weinig voorkomen, worden bevoordeeld door struiken daaromheen af te zetten of te verwijderen Struiksoorten die een groot deel van een plantvak beslaan en waarvan het aandeel niet door natuurlijke successie zal worden beperkt, worden teruggedrongen door binnen de betreffende afdeling groepen van deze soort af te zetten ten gunste van andere soorten. Struiken die stelselmatig over paden of gazons uitgroeien worden niet teruggesnoeid en zeker niet geschoren, maar bij de grond afgezet met als doel dat deze opnieuw zullen uitlopen. Soorten die afzetten of snoei slecht verdragen, worden in de regel niet beheerd, tenzij het aandeel waarmee de soort in Hof De Bist voorkomt moet worden teruggedrongen. Struiken die dermate hoog zijn geworden (of binnen enkele jaren zullen worden) dat de beeldkwaliteit of instandhouding van beeldbepalende bomen in het geding komen, worden afgezet. De intensiteit van de ingreep wordt afgestemd op de frequentie waarmee deze maatregel op dezelfde plaats wordt uitgevoerd, in de regel eens per 6 jaar. Specifiek in boszones die als te verdichten zijn aangewezen én in de buitenranden van het park dient bij de uitvoering van deze maatregel rekening gehouden te worden met het feit dat geen langdurige openheid ontstaat in de struiklaag. Met het oog hierop kan worden besloten om frequenter en extensiever in te grijpen. RICHTLIJNEN PER ZONE Aanvullend op de bovenbeschreven wijze van uitvoering geldt per zone een aantal richtlijnen die deze maatregel nuanceert naar de beheerdoelen per parkzone. Historische zone:
In de historische zone is bij deze maatregel extra aandacht voor beeldkwaliteit. Bloeiende en anderszins mooie struiksoorten worden bevoordeeld, waarbij op kleine schaal veel diversiteit wordt gecreëerd in de soortensamenstelling
Landschappelijk-recreatieve zone: In deze zone wordt gestreefd naar een menging van vooral inheemse struiksoorten die groepsgewijs gemengd in het plantvak voorkomen. Op specifieke locaties, zoals de begin- en eindpunten van zichtlijnen en doorkijkjes (zie ook afbeelding 35, landschappelijke doelstellingen) is meer aandacht voor bloeiende soorten, waarin ruimte is voor exoten. Natuurlijke zone:
In de natuurlijke zone ligt de nadruk op een sterke variatie van inheemse struiksoorten, waaronder een flink aandeel bes- en vruchtdragende soorten. Deze maatregel worden deze zone extensief toegepast en biedt ruimte voor spontane processen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
126
8.1.1.3 VERSTERKEN TRANSPARANTIE BOSZONES DOEL Deze maatregel betreft feitelijk een verbijzondering van de maatregelen selectief dunnen kroonlaag en selectief beheer struiklaag en is erop gericht de ruimtelijke kwaliteit van het park te behouden en te versterken door doorkijkjes en zichtlijnen te creëren. Een transparante boszone betreft geen open plek, maar een bosstrook die voldoende open is om goed doorheen te kunnen kijken en een beeld op te vangen van het parkdeel dat zich daarachter bevindt. Deze zones moeten echter steeds als bos getypeerd kunnen worden. UITVOERING ALGEMEEN In een als transparante boszone aangewezen parkdeel (zie ook afbeelding 35, landschappelijke doelstellingen) worden struiken die hoger zijn dan 1 meter afgezet of verwijderd zodat voldoende doorzicht ontstaat. Een dichte begroeiing van bomen is niet noodzakelijkerwijs een reden tot ingrijpen, mits de hoogte van de takvrije zone ten minste 2,40 meter boven maaiveld is en aantal bomen (stamtal) niet dermate groot is dat de stammen zelf het doorzicht belemmeren. Indien de takvrije zone niet voldoende hoog is of te veel stammen in de zone aanwezig zijn, wordt dit door middel van snoei (zie ook paragraaf 8.1.1.6) of dunning (zie ook paragraaf 8.1.1.1) aangepast. Rekening moet worden gehouden met het feit dat wanneer sterk wordt gedund in het kronendak, de kans bestaat dat de struiklaag zich snel zal ontwikkelen en het in stand houden van de transparantie een intensiever beheer zal vragen. Deze maatregel betreft maatwerk. Per locatie dient de transparante zone van beide zijden te worden beoordeeld op de mate waarin er doorheen kan worden gekeken, waarna zoveel wordt ingegrepen dat voldoende transparantie wordt gecreëerd en blijft behouden in de komende jaren.
8.1.1.4 VISUELE BOOMCONTROLE DOEL Een boom is een levend organisme en daardoor vatbaar voor ziekten, afwijkende groei en aftakelingsverschijnselen. De eigenaar van een boom draagt de wettelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid van mens en materiaal in relatie tot de boom. In geval van schade door bijvoorbeeld vallende takken is de eigenaar daarvoor in beginsel aansprakelijk. De visuele boomcontrole of VTA (visual tree assessment) heeft tot doel een onderbouwde inschatting te maken van de staat waarin bomen verkeren, door zichtbare (bovengrondse) afwijkingen tijdig te signaleren en aanbevelingen te doen voor nader onderzoek of maatregelen. Hiermee is de eigenaar in staat adequaat te handelen wanneer eventuele veiligheidsrisico’s aan de orde zijn. Hof De Bist betreft een historisch park, dat zijn beeldkwaliteit mede ontleent aan de aanwezigheid van oude, volgroeide bomen. Hoewel dit zich niet tot oude bomen beperkt, hebben deze bomen een verhoogde kans op aftakelingsverschijnselen. Een periodieke boomcontrole is dan ook onmisbaar in een park dat jaarrond door vele mensen wordt bezocht. UITVOERING ALGEMEEN Een VTA wordt uitgevoerd bij alle bomen die op basis van hun standplaats in potentie een veiligheidsrisico kunnen worden. Dit betreft niet alleen bomen langs wegen en paden, maar ook bomen nabij voorzieningen, rond de grasvelden en in het speelbos. Tijdens een VTA worden bomen onderzocht op visuele mechanische en biologische afwijkingen aan de kroon, stam, stamvoet en maaiveld. Een goede methode hiervoor is de methode Mattheck.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
127
Bomen waaraan geen afwijkingen worden geconstateerd, krijgen de beoordeling ‘aanvaardbaar beeld’ en worden binnen de standaard controlefrequentie opnieuw beoordeeld. Bomen waaraan een afwijking wordt geconstateerd die mogelijk van invloed is op de veiligheid van mens en materiaal, worden bestempeld als ‘attentieboom’. Dit geldt ook voor oudere bomen waarvan op basis van deskundigheid kan worden verwacht dat zich binnen afzienbare tijd afwijkingen kunnen ontwikkelen en bomen die een verhoogd standplaatsrisico dragen: bomen die op een locatie staan waar zich bovengemiddeld veel mensen ophouden. Attentiebomen worden opgenomen op een lijst van bomen die met een hogere frequentie worden gecontroleerd. Bomen waaraan een afwijking wordt geconstateerd die mogelijk tot een acuut veiligheidsrisico leidt, worden als ‘risicoboom’ bestempeld. Risicobomen vragen om direct handelen. Per boom bepaalt de deskundige, al dan niet met behulp van nader onderzoek, welke ingreep nodig is. Dit kan variëren van doodhoutsnoei tot het aanbrengen van kroonverankering en van groeiplaatsverbetering tot het vellen van de boom. In uitzonderlijke gevallen waarin veiligheidmaatregelen niet of onvoldoende mogelijk zijn, maar behoud van de boom omwille van bijzondere beeldkwaliteit wenselijk is, kan worden besloten maatregelen te treffen die betreding van de boomomgeving tegen gaan (hekwerk). Nadat een risicoboom is behandeld (met uitzondering van vellen), wordt deze doorgaans als ‘attentieboom’ bestempeld. De reguliere VTA wordt in Hof De Bist elke drie jaar uitgevoerd, Bomen die als attentieboom worden beschouwd, worden jaarlijks gecontroleerd, Bij bomen die tijdens de VTA als risicoboom worden beoordeeld, wordt zo snel mogelijk ingegrepen. Het is van groot belang dat een goede administratie wordt bijgehouden van het tijdstip van VTA-controles, de bevindingen en de opvolging daarvan zodat de eigenaar steeds kan aantonen redelijkerwijs voldoende inspanning te hebben geleverd om de veiligheid van parkbezoekers te garanderen.
8.1.1.5 JEUGDBEGELEIDINGSSNOEI DOEL Wanneer bomen in een onnatuurlijke of halfnatuurlijke omgeving staan, is het niet zelden nodig maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de boom langdurig kan functioneren op zijn standplaats. Elke ingreep in een boom geeft een zeker risico op gebeid van vitaliteit en beeldkwaliteit. Om de gevolgen van maatregelen zo veel mogelijk te beperken is het zaak om tijdig te sturen in de ontwikkeling van een boom. Hiervoor wordt jeugdbegeleidingssnoei uitgevoerd, waarmee drie doelen worden ingevuld: In een vroeg stadium van de groei corrigeren van onvolkomenheden die op latere leeftijd tot instabiliteit of andere gebreken kunnen leiden. Dit geldt niet voor afwijkingen ten opzichte van een ‘normale’ groeivorm waarvan in de toekomst geen directe stabiliteitsproblemen verwacht worden. Bomen laten voldoen aan randvoorwaarden voortvloeiend uit de standplaats. Denk hierbij aan de verplichte takvrije hoogte onder bomen aan doorgaande wegen. Een derde doel van de maatregel jeugdbegeleidingssnoei is het verhogen van de beeldkwaliteit. Voor dit doel wordt de maatregel slechts spaarzaam ingezet, bijvoorbeeld in situaties waarin ingrijpen in een boomkroon wenselijk is voor het functioneren van een zichtas of het accentueren van een kunstwerk. Elke ingreep aan de vorm van een boom doet in principe afbreuk aan de natuurlijke habitus. Om die reden wordt jeugdbegeleidingssnoei uitsluitend uitgevoerd in functie van één van de drie bovengenoemde doelstellingen. Het is belangrijk te beseffen dat de noodzaak tot onderhoudssnoei vaak samenhangt met de standplaats van een boom. De keuze voor elke plantlocatie moet daarom steeds goed worden doordacht in het licht van het parkontwerp en het gewenste toekomstbeeld.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
128
UITVOERING ALGEMEEN Voor correcte uitvoering van deze maatregel en de richtlijnen die daarvoor worden gehanteerd, wordt verwezen naar het Bomenprotocol van Antwerpen en andere vakliteratuur. Op hoofdlijnen geldt voor bomen aan de buitenrand van het park dat deze moeten voldoen aan de minimale takvrije hoogte voor het type verkeer dat van de omringende wegen gebruik maakt, voor zover dit binnen de kroonprojectie van de bomen van toepassing is. RICHTLIJNEN PER ZONE Historische zone:
In de historische zone wordt bovengemiddeld aandacht besteed aan de vorm van de boom. De beeldkwaliteit van deze zone hangt grotendeels samen met de aanwezigheid van oude, grote bomen. Het wegnemen van potentiĂŤle probleemtakken vergroot de kans dat een boom nog lange tijd in het park dienst kan doen.
Landschappelijk-recreatieve zone: In deze zone wordt jeugdbegeleidingssnoei terughoudend ingezet, uitsluitend aan bomen die met hun groeiwijze veiligheidrisicoâ&#x20AC;&#x2122;s kunnen ontwikkelen. Slechts aan een enkele beeldbepalende boom wordt ingegrepen met het oog op de beeldkwaliteit. Natuurlijke zone:
In de natuurlijke zone wordt jeugdbegeleidingssnoei zo beperkt mogelijk toegepast. Slechts bomen aan wegen en paden worden gesnoeid en daarvan alleen in geval zich situaties voordoen die in later stadium een veiligheidsrisico kunnen vormen.
8.1.1.6 ONDERHOUDSSNOEI DOEL Dode en instabiele takken in een boomkroon vormen een risico voor parkbezoekers en verkeer rondom het park evenals voor bouwwerken en voorzieningen. Om die reden worden takken die een zeker risico met zich meebrengen periodiek uit de boomkronen verwijderd. UITVOERING ALGEMEEN De noodzaak tot onderhoudssnoei wordt vastgesteld tijdens de VTA. Voor de correcte uitvoering van onderhoudssnoei en de richtlijnen die daarbij worden gehanteerd, wordt verwezen naar het Bomenprotocol van Antwerpen en andere vakliteratuur. Van belang is dat het werk wordt afgestemd op de situatie zodat schade aan te snoeien en omringende bomen wordt voorkomen. Ook is het van belang dat de maatregel dusdanig wordt toegepast dat de vorm van de boom zo min mogelijk wordt aangetast en de beeldkwaliteit ervan optimaal wordt behouden.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
129
8.1.1.7 BEHEER RISICOBOMEN DOEL Maatregelen ten behoeve van risicobomen zijn erop gericht het risico voor mens en materiaal weg te nemen of zo veel mogelijk te beperken. UITVOERING ALGEMEEN Maatregelen ten behoeve van risicobomen betreffen altijd maatwerk. De meest geschikte ingreep wordt bepaald op basis van de situatie. Op basis van de aard van het risico en de waarde en functie van de betreffende boom worden de beschikbare ingrepen bepaald. Door de effectiviteit, duurzaamheid en kosten van iedere maatregel in overweging te nemen, wordt uiteindelijk de beste oplossing bepaald.
8.1.2
BEHEER VAN SIERBEPLANTING
8.1.2.1 VERWIJDEREN ONKRUID DOEL Sierbeplanting heeft tot doel extra kleur en variatie te brengen in de uitstraling van het park. De staat van onderhoud is daarbij erg bepalend voor de mate waarin deze bijdrage wordt geleverd. In het park komen veel boom- en struiksoorten voor met een sterke verjongingskracht. Daarnaast wordt het park omgeven door achtertuinen en ligt bovendien op een steenworp afstand van landbouwgronden. Deze combinatie zorgt voor doorlopende spontane vestiging van kruiden, grassen, bomen en struiken die de beeldkwaliteit van de sierbeplanting aantasten. Doel van deze maatregel is dan ook het verwijderen van ongewenste vegetatie zodat de beeldkwaliteit van de sierbeplanting behouden blijft. UITVOERING ALGEMEEN Onkruid wordt mechanisch verwijderd en, afhankelijk van de soort, uit het plantvak verwijderd of daarin achtergelaten. Verwijderen gebeurt uitsluitend wanneer de soort zo groeikrachtig is dat deze opnieuw kan wortelen. Chemische bestrijding van onkruid wordt niet toegepast in de plantvakken. RICHTLIJNEN PER ZONE Onkruidbestrijding wordt uitsluitend uitgevoerd in de historische zone.
8.1.2.2 INBOETEN SIERBEPLANTING DOEL Onder invloed van strenge vorst, schaduwdruk, vernatting of verdroging , plantenziekten, overmatige betreding of andere milieufactoren, is het mogelijk dat delen van de sierbeplanting niet aanslaan of afsterven. Omdat kale plekken in de beplanting een negatieve bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit en tevens de kans op vestiging van ongewenste soorten vergroten, worden deze opnieuw ingeplant. UITVOERING ALGEMEEN Inboeten met sierplantsoen gebeurt uitsluitend met soorten die geschikt zijn voor de betreffende groeiplaats. In veel gevallen dient in het bijzonder rekening gehouden te worden met de schaduwverdraagzaamheid aangezien veel van de sierbeplanting zich onder een gesloten kronendak bevindt. Met het oog op het historische karakter van Hof De Bist wordt bij inboet steeds overwogen soorten op te nemen die kenmerkend zijn voor oude parken en buitenplaatsen. Een lijst met kenmerkende soorten is opgenomen als bijlage 7.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
130
Afbeelding 49,ongewenste soorten Japanse duizendknoopBuiting kunnen zich snel Natuurbeheerplan Hof De Bist, StadalsAntwerpen/Ekeren Advies BV uitbreiden en vragen om een continue 131 beheerinspanning.
8.1.2.3 SCHEREN HAGEN DOEL In Hof De Bist komen hagen voor die, afhankelijk van de locatie, een esthetische functie vervullen, zoals in de voortuin, of zowel een esthetische als een regulerende rol vervullen zoals bij de parking. Hagen passen bij een formele inrichting en dienen dan ook goed onderhouden te worden. Het scheren van de hagen is erop gericht de gewenste afmetingen en een hoge beeldkwaliteit te behouden. UITVOERING ALGEMEEN Bij het scheren van hagen is het in de eerste plaats van belang dat de haag steeds tot op de gewenste breedte en hoogte wordt teruggesnoeid. Gebeurt dit niet, dan zal een haag na verloop van tijd toenemen in formaat en zijn oorspronkelijke vorm verliezen. Wanneer de haag dan ineens wordt teruggezet kunnen tijdelijke of permanente kale plekken ontstaan. In de tweede plaats is het zaak dat de maatvoering consequent moet worden aangehouden. Wanneer in een haag hoogte- of breedteverschillen voorkomen, gaat dit ten kosten van de beeldkwaliteit. RICHTLIJNEN PER ZONE Scheren van hagen is alleen van toepassing in de historische zone. Geschoren hagen komen niet voor in de andere zones.
8.1.3
BESTRIJDING ONGEWENSTE SOORTEN
DOEL Bestrijding van ongewenste soorten is erop gericht de negatieve effecten van de aanwezigheid van deze soorten te beperken of, liever nog, te voorkomen. Hierbij moet worden gedacht aan sterke verspreiding of verdringing van gewenste soorten met een afname van de diversiteit als gevolg. Deze maatregel richt zich op ongewenste begroeiing. Beheer van fauna wordt nader besproken in paragraaf 8.1.6. Deze maatregel richt zich in hoofdzaak op de soorten Amerikaanse vogelkers, Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw. Voor deze soorten geldt dat ze in de ideale situatie geheel uit het park worden verwijderd, maar dat dit om verschillende redenen niet haalbaar is. UITVOERING ALGEMEEN Ten aanzien van Amerikaanse vogelkers wordt ten minste eens per drie jaar een vlakdekkende controle uitgevoerd waarbij alle exemplaren van deze soort worden verwijderd. Zaailingen worden geheel uitgetrokken. Exemplaren die hiervoor te oud zijn worden uitgestoken met een schop. Oudere exemplaren en exemplaren die eerder al zijn afgezet, worden (opnieuw) afgezet in het kader van een uitputtingsbeheer. De erg sterke soort Japanse duizendknoop laat zich zeer moeilijk bestrijden en vraagt intensief beheer. De soort wordt jaarlijks meerdere malen gemaaid. Fragmenten van de planten zijn voldoende om voor nieuwe uitlopers te zorgen. Verdere verspreiding en nieuwe haarden binnen en buiten het park dienen te allen tijde te worden voorkomen. Maaisel wordt daarom zeer zorgvuldig verzameld en afgevoerd en gebruikt materieel wordt zorgvuldig gereinigd. Deze beheermethode leidt in de regel niet tot het verdwijnen van de soort, maar zorgt voor verzwakking waardoor de groeikracht afneemt en verspreiding wordt afgeremd of in het gunstige geval wordt gestopt. Voor een effectievere bestrijding van de soort zijn andere maatregelen onderzocht zoals het afdekken of uitgraven van de soort. Deze opties zijn in de situatie van Hof De Bist niet aan orde omdat de plaatselijke omstandigheden daarvoor niet geschikt zijn. Een ander alternatief is de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen (glyfosaat). Intensief gebruik hiervan (jaarlijks 3 maal) is nodig om gewenste resultaten te behalen, waarbij geen garantie is voor het definitief verdwijnen ervan.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
132
Natuurbeheerplan Hof DemozaĂŻek Bist, Stadvan Antwerpen/Ekeren Advies Afbeelding 50,kleinschalig vegetatie vraagt om Buiting maatwerk metBV een gefaseerde aanpak .
133
Ook de soort Reuzenberenklauw wordt stelselmatig uit het park verwijderd vanwege de mogelijk ernstige gevolgen die de plant op de huid en in de ogen teweeg kan brengen wanneer men met het sap ervan in aanraking komt. Toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen in park Hof De Bist wordt uitsluitend toegepast in die situaties waarin dit volgens de van toepassing zijnde wet- en regelgeving is toegestaan. Naast bovengenoemde soorten dient de beheerder bij de uitvoering van het dagelijks beheer steeds alert te zijn op aanwezigheid van andere invasieve exoten (planten en dieren) zodat bij vestiging daarvan in een vroeg stadium en adequaat kan worden gereageerd. RICHTLIJNEN PER ZONE Genoemde soorten worden in het hele park integraal bestreden.
8.1.4
BEHEER VAN GRASLAND EN RUIGTE
8.1.4.1 REGULIER MAAIBEHEER GAZON DOEL Doel van het maaibeheer is het in goede conditie houden van de -veelal intensief gebruikte gazons met behoud van hun functionaliteit als lig- sport- en speelweide en van hun esthetische functie als open ruimte tussen de beplanting zoals zichtassen en doorkijkjes. Er wordt gestreefd naar een goede balans tussen een gezonde en draagkrachtige grasmat, voldoende beeldkwaliteit en een aanvaardbare onderhoudsverplichting.
UITVOERING ALGEMEEN De grasmat wordt matig intensief gemaaid op een hoogte van 4 tot 5 centimeter. Hiervoor wordt een mulchmaaier ingezet, wat de noodzaak tot bemesten reduceert of zelfs wegneemt en maakt dat geen maaisel hoeft worden afgevoerd. Dit is gunstig voor de beheerkosten en beperkt tevens het aantal verkeersbewegingen in het park ten behoeve van deze maatregel. Maaien gebeurt tijdens droge dagen om schade aan de grasmat en insporing te voorkomen. Wanneer nodig kunnen naast maaien ook aanvullende maatregelen worden getroffen als beluchten of verticuteren. Regulier maaibeheer wordt uitgevoerd op alle daarvoor aangewezen terreinen.
8.1.4.2 MAAIBEHEER VAN GAZON MET BLOEMBOLLEN DOEL Doel van deze maatregel is het in goede conditie houden van het gras met daarin een weelderige, natuurlijk aandoende begroeiing van bloemen (bloembollen) en een hoge belevingswaarde. Buiten de bloeiperiode moeten de betreffende terreindelen functioneren gelijk aan het omliggende gras. UITVOERING ALGEMEEN Het beheer van gras met bloembollen geschiedt volgens de richtlijnen van het regulier maaibeheer met het verschil dat de eerste maaibeurt pas plaatsvindt nadat de laatste bloembollen volledig zijn uitgebloeid en het loof is vergeeld. Wordt eerder gemaaid, dan hebben de bloembollen onvoldoende gelegenheid voedingsstoffen op te slaan voor het volgende jaar en zullen de volgende jaren steeds minder bloemen opkomen. Wanneer dit is, hangt af van de gebruikte soorten bloembollen en de jaarlijkse omstandigheden. Afhankelijk van de gebruikte soorten en hun vermogen tot verwilderen en van de geschiktheid van de groeiplaats kan het nodig zijn periodiek bloembollen in te boeten. Dit wordt gedaan indien na verloop van tijd het aantal bloemen sterk is afgenomen. Bij het inboeten van bollen wordt ten minste voor een deel gebruik gemaakt van soorten die kenmerkend zijn voor oude parken en buitenplaatsen. Een lijst met geschikte soorten is opgenomen als bijlage 7.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
134
8.1.4.3 BEHEER NATUURLIJK GRASLAND EN RUIGTE DOEL Deze maatregel betreft maai- en hooilandbeheer en onderscheidt zich van het overige maaibeheer doordat dit niet tot doel heeft de draagkracht en recreatieve gebruiksfunctie te onderhouden, maar zich richt op beeldkwaliteit en ecologische waarde. Deze maatregel wordt ingezet bij oevervegetaties, ecologisch waardevolle gras- en kruidenvegetaties en ruigten. De ecologische doelstelling komt vooral tot uiting door het verschralend effect, gericht op het verhogen van de biodiversiteit en -daarmee samenhangend- het vestigen en behouden van minder algemene soorten. UITVOERING ALGEMEEN Deze maatregel betreft extensief beheer en omvat het maaien van de betreffende oppervlakte en het afvoeren van maaisel. De maaifrequentie verschilt per locatie en per ecologische potentie. Op locaties waar verdere verschraling wenselijk is wordt één tot twee maal per jaar gemaaid. Voorbeelden hiervan zijn de lage gras-kruidenvegetaties in de kwelzone en de ruigte onder de laanbomen van de ringdreef. Op andere locaties, zoals het deel met veldbiezen in de kwelzone wordt één maal per jaar gemaaid. Bij hogere vegetaties zoals het deel met riet en natte strooiselruigte in de kwelzone en de oevervegetaties van de watergangen volstaat het om eens per twee tot drie jaar te maaien. De volgende richtlijnen dienen gevolgd te worden: Consequente monitoring van de vegetatieontwikkeling en de daaraan verbonden fauna (o.a. dagvlinders) is noodzakelijk om de effecten van het beheer te volgen en de bevindingen direct te vertalen in een nuancering van de beheerfrequentie. Ongeacht de beheerfrequentie is gefaseerde uitvoering noodzakelijk om de gewenste biodiversiteit in stand te houden. Bijvoorbeeld bij een beheerfrequentie van eens per drie jaar, zal elk jaar een derde van het terreindeel gemaaid worden. Bij meer intensief beheer wordt bij elke beheerronde een door de tijd wisselend deel van de vegetatie overgeslagen. In het bijzonder in natte terreindelen wordt het beheer met grote omzichtigheid uitgevoerd waarbij schade aan de bodem, zoals insporing en verdichting, zo veel mogelijk moet worden voorkomen. Maaien in droge perioden en met aangepast materieel is noodzakelijk.
8.1.5
BEHEER OPPERVLAKTEWATERSYSTEEM
8.1.5.1 BEHEER BESCHOEIING DOEL Beschoeiing (vijverboorden) van de vijverrand voorkomt afkalving van de oever door natuurlijke processen en door gebruik van watervogels en draagt daarmee bij aan de instandhouding van de beeldkwaliteit van de vijver en het park als geheel. De huidige beschoeiing is vervaardigd van hout en derhalve gevoelig voor aantasting door de elementen. Onderhoud is erop gericht de beschoeiing is goede staat te houden. UITVOERING ALGEMEEN De huidige beschoeiing verkeert in goede staat en vraagt derhalve nog weinig onderhoud. De beschoeiing wordt periodiek aan inspectie onderworpen en waar nodig gerepareerd. Aandachtpunt daarbij is de aanwezigheid van uittreedplaatsen voor watervogels. Deze dienen in goede staat te zijn en vrij van obstakels zoals takken en ophopingen van blad.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
135
8.1.5.2 ONDERHOUD DUIKERS DOEL Duikers dragen zorg voor transport van water tussen verschillende delen van het oppervlaktewatersysteem in en buiten het park. Het niet functioneren van een duiker kan grote gevolgen hebben voor de waterafvoer en leiden tot wateroverlast. Doel van deze maatregel is dan ook het waarborgen van de aan- en afvoerende capaciteit van het watersysteem in het park. UITVOERING ALGEMEEN De in het park aanwezige duidkers worden ten minste twee maal per jaar gecontroleerd. Daarbij is vooral aandacht voor stagnerend materiaal bij de inlaat van de duiker en in de duiker zelf dat de doorstroom van water belemmert of mogelijk zal gaan belemmeren. Controles vinden ten minste plaats na de uitvoering van beheer- en inrichtingswerkzaamheden nabij het oppervlaktewater en in periodes waarin veel organisch materiaal valt zoals de herfst of na storm. Wanneer stagnerend materiaal aanwezig is, worden de duikers één voor één met de stroomrichting mee nagelopen en ontdaan van organisch materiaal. Om verstopping verder stroomafwaarts te voorkomen wordt stagnerend materiaal zo veel mogelijk uit het oppervlaktewater gehaald. Dit materiaal mag niet op de oevers worden gedeponeerd maar wordt –bij kleine hoeveelheden- verspreid in het achterliggende bos of –bij grote hoeveelheden- afgevoerd.
8.1.6
FAUNABEHEER
DOEL Hof De Bist biedt een geschikt leef-, foerageer- en voortplantingsgebied voor tal van diersoorten die zich tijdelijk of permanent in het park ophouden. De aanwezigheid van dieren draagt bij aan de belevingswaarde van het park en wordt in de regel hoog gewaardeerd door haar bezoekers. In bepaalde gevallen leidt de aanwezigheid van fauna ook tot overlast. Dit beperkt zich tot de aanwezigheid van eenden en ganzen in en rond de vijver en de aanwezigheid van halsbandparkieten. Het is niet direct de aanwezigheid van deze dieren zelf die tot problemen leidt, maar wel de effecten die ze op het park hebben. Wat betreft eenden en ganzen leidt dit tot intensieve betreding en bemesting van de oeverzones en daardoor een afname van de belevingswaarde van de vijvers en de directe omgeving ervan. De halsbandparkieten hebben vooral een negatief effect op de biodiversiteit doordat ze concurreren om nestgelegenheid met andere holenbroeders, hoewel de omvang van deze problematiek in Hof De Bist nog beperkt lijkt. Onduidelijk is echter hoe dit zich in de toekomst zal ontwikkelen. Faunabeheer richt zich op het beperken van de gevolgen van de aanwezigheid van genoemde soorten. Een andere kant van faunabeheer is het stimuleren van de aanwezigheid van gewenste soorten. Hof De Bist is geen natuurgebied en de mogelijkheden zijn beperkt. Dat laat onverlet dat ook in een park maatregelen getroffen kunnen worden die ten goede komen aan in het wild levende fauna. UITVOERING ALGEMEEN Ten minste jaarlijks wordt in en rond de vijver in Hof De Bist bepaald hoeveel ganzen en eenden (en eventueel andere soorten) voorkomen en welk effect ze hebben op de staat van de oeverzone. Indien de oeverzones te sterk te leiden hebben van de watervogels, wordt een deel ervan weggevangen. Halsbandparkieten lijken in Hof De Bist tot op heden nog in bescheiden aantallen voor te komen. Daarbij komt dat de beheerder weinig mogelijkheden heeft om in de populatie van deze soort in te grijpen én dat nieuwe aanwas vanuit omringende groengebieden steeds een optie blijft. Desalniettemin is het goed om jaarlijks te monitoren
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
136
Ter bevordering van de biodiversiteit worden in het park nestkasten opgehangen voor vogels en vleermuizen. Ook is er ruimte voor het plaatsen van zogenoemde insectenhotels. Aanvullend wordt rekening gehouden met fauna door bijvoorbeeld te sturen in de aanwezigheid van waardevolle (bloeiende) vegetatie en dood hout. Deze maatregelen maken integraal deel uit van het beheer van bossen en grasvegetaties.
8.1.7
BEHEER VAN PARKINRICHTING
8.1.7.1 ONDERHOUD PADEN EN VERHARDING DOEL Paden en andere verharding behoren tot de meest intensief gebruikt delen van Hof De Bist. De paden moeten dan ook in een permanent goede staat verkeren en burgers uitnodigen tot een bezoek. De paden en andere verhardingen zijn primair bedoeld voor gebruik door voetgangers en fietsers. Plaatselijk moet de verharding draagkrachtig genoeg zijn voor gebruik door gemotoriseerd vervoer voor de bevoorrading van het kasteel, de opbouw en afbraak van evenemententerreinen en voor beheermaterieel. Plaatselijk komen onverharde paden voor, die in de regel niet door gemotoriseerde voertuigen worden betreden. Deze maatregel heeft tot doel paden en verhardingen vrij te houden van materiaal en eventuele slijtage en spoorvorming te herstellen. Paden die minder sterk gedefinieerd zijn, waarbij dus de grens tussen pad en gazon of tussen pad en plantvak diffuus en onduidelijk is, werken in de hand dat bochten worden afgesneden en zo gazon en beplanting aan de randen van vakken versterkt aan slijtage worden blootgesteld of zelfs geheel verdwijnen. Een tweede doel van deze maatregel is dan ook het onderhouden van de randen van paden en verhardingen om de lijnen van de infrastructuur in stand te houden. UITVOERING ALGEMEEN Paden en andere vormen van verharding worden vrijgehouden van overmatig bladmateriaal en ander organisch materiaal (zaden, vruchten, takken e.d.). Slijtplekken aan de halfverharding worden aangevuld met hetzelfde soort verharding. Verzakkingen en beschadigingen door o.a. opdrukking door boomwortels worden periodiek hersteld.
8.1.7.2 ONDERHOUD BRUGGEN DOEL Deze maatregel beoogt het behoud van de functionaliteit, veiligheid en beeldkwaliteit van de beide bruggen in het park. UITVOERING ALGEMEEN Het onderhoud van de bruggen omvat reguliere beheer- en herstelwerkzaamheden aan het brugdek, borstweringen en de zichtbare delen van de brugconstructie en brughoofden. Hieronder valt schilderwerk, schoonmaakwerk, kleine herstellingen en periodieke controle. Grootschalige herstelwerkzaamheden en aanpassingen aan de brugconstructie vallen niet onder deze maatregel. In paragraaf 8.2 is een eenmalige maatregel opgenomen voor grootschalig herstel of vervanging van de bruggen. De reguliere onderhoudswerkzaamheden aan de bruggen gelden zowel voor de periode vóór als ná de uitvoering van de heraanleg van de bruggen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
137
8.1.7.3 ONDERHOUD HEKWERK DOEL De functie van hekwerken is het reguleren van betreding en het plaatselijk weren van mensen en honden uit verschillende delen van het park. Onderhoud van hekwerken heeft tot doel deze functie te waarborgen en de hekwerken duurzaam in stand te houden. UITVOERING ALGEMEEN De onderhoudsbehoefte is afhankelijk van het type hekwerk en de locatie in het park. Alle hekwerken worden periodiek (ten minste jaarlijks) gecontroleerd op beschadigingen of andere onderhoudsbehoefte. Indien nodig worden de hekwerken onderhouden, hersteld of (gedeeltelijk) vervangen.
8.1.7.4 ONDERHOUD RECREATIEF MEUBILAIR DOEL Onder parkmeubilair verstaan we banken, vuilbakken, informatieborden, sport- en speeltoestellen, drinkfonteintjes en andere –gelijkaardige- voorzieningen. Deze objecten hebben tot doel het parkbezoek te veraangenamen en te faciliteren. Indien in goede staat, vallen de elementen die tot deze categorie behoren (parkbanken, bebording, speeltoestellen, verlichting e.d.) weinig op en staan op de achtergrond van de beeldkwaliteit van het park. Zodra parkmeubilair in slechte staat verkeert, springen ze doorgaans juist wel in het oog en worden een storend element in hun omgeving. Bij sport- en speeltoestellen kunnen ze dan zelfs een veiligheidsrisico vormen voor de bezoekers. Beheer van parkmeubilair richt zich daarom op het in goede staat houden van deze elementen. UITVOERING ALGEMEEN Het parkmeubilair wordt doorlopend onderhouden, gereinigd, hersteld of vervangen wanneer nodig. Jaarlijks wordt een controleronde gehouden waarbij wordt geïnventariseerd wat de staat van onderhoud is van het parkmeubilair en wordt een overzicht wordt gemaakt van de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen. Specifiek ten aanzien van sport- en speeltoestellen dient steeds ten minste de minimaal vereiste onderhoudsstaat te worden gehandhaafd ten aanzien van veiligheid.
8.1.7.5 ONDERHOUD KUNSTWERKEN DOEL De kunstobjecten worden door veel parkbezoekers gewaardeerd en beschouwd als toevoeging aan de beleving van Hof De Bist. Om die reden is het noodzakelijk dat deze objecten schoon worden gehouden, zichtbaar blijven en in goede staat blijven verkeren. UITVOERING ALGEMEEN Jaarlijks worden alle kunstobjecten in het park geïnspecteerd en indien nodig gereinigd. Hinderende begroeiing wordt verwijderd (mits niet strijdig met overige doelstellingen). Indien noodzakelijk worden reparatie- en herstelwerkzaamheden uitgevoerd, voortvloeiend uit de inspectie of als ad hoc maatregel Afhankelijk van de aard van de reparatie wordt dit door de Groendienst of door een externe deskundige uitgevoerd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
138
8.1.7.6 ONDERHOUD GEBOUWEN EN BOUWWERKEN DOEL Doel van deze maatregel is het onderhouden van gebouwen en bouwwerken zodat deze doorlopend in een goede staat van onderhoud blijven verkeren. Voor de gebouwen waarop dit van toepassing is, is ook het behoud van erfgoed een belangrijk doel van deze maatregel. UITVOERING ALGEMEEN Jaarlijks worden betreffende gebouwen en bouwwerken intern en extern geĂŻnspecteerd op de noodzaak tot het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. De aard en omvang van de maatregelen is objectspecifiek en betreft maatwerk per gebouw of bouwwerk. Bij meer ingrijpende maatregelen wordt een gedetailleerd plan van aanpak opgesteld. Afhankelijk van de urgentie worden de maatregelen direct dan wel op de langere termijn ingepland.
8.1.8
ALGEMENE ONDERHOUDSMAATREGELEN
8.1.8.1 LEGEN VUILBAKKEN DOEL Overvolle vuilbakken leiden tot ergernis van parkbezoekers, hebben een aanzuigende werking als het gaat om het dumpen van extra afval en leiden tot het ontstaan van zwerfvuil. Doel van deze maatregel is te voorkomen dat de vuilbakken overstromen en een vervuild beeld geven aan Hof De Bist. UITVOERING ALGEMEEN Vuilbakken worden frequent geleegd, voordat de bakken vol zijn. Regelmatige inspectie moet voorkomen dat te laat wordt ingegrepen. In dezelfde werkgang wordt afval rondom de vuilbak opgepakt. Alle afval wordt uit het park afgevoerd. Extra legingen worden ingepland ten tijde van en direct na evenementen.
8.1.8.2 VERWIJDEREN ZWERFAFVAL DOEL Parkbezoekers worden geacht hun afval in de vuilbakken te deponeren. In de realiteit gebeurt dit echter lang niet altijd. Vaak wordt afval op de paden of de gazons, in de beplantingen of in de vijver achtergelaten. Dit gaat ten koste van de esthetische kwaliteit en de belevingswaarde van het park. Afval trekt afval aan. Zwerfvuil wordt daarom regelmatig verwijderd. UITVOERING ALGEMEEN Zwerfvuil wordt zo nodig met bladharken uit de beplanting, van de gazons en uit de oeverzone van de vijver
gehaald en met papierprikkers opgeraapt. Afval dat in de vijver is gedeponeerd en redelijkerwijs niet vanaf de oever kan worden bereikt, wordt periodiek met een boot of waadpak uit het water gehaald en afgevoerd. Aanvullend op de reguliere schoonmaakronden wordt direct na evenementen steeds een extra intensieve schoonmaakactie ingepland om overlast voor parkbezoekers te beperken.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
139
8.1.8.3 VERWIJDEREN BLAD- EN VRUCHTVAL DOEL Gevallen bladeren en vruchten van bomen en struiken kunnen de toegankelijkheid van paden en bruikbaarheid van recreatieve voorzieningen belemmeren. Ook de groei van sierbeplanting kan hierdoor worden belemmerd. Bij hevige bladval kunnen vooral smalle paden in het bos geheel aan het oog worden onttrokken. Verwijderen van blad en vruchtval heeft dan ook tot doel de paden, sierbeplanting en recreatieve voorzieningen zichtbaar en bruikbaar te houden. UITVOERING ALGEMEEN Gevallen bladderen en vruchten op paden, verhardingen, gazons en in sierbeplanting worden gedurende de herfstperiode met bladblazers bijeen geblazen en geruimd. Onder ruimen wordt verstaan afvoeren uit het park. In de regel worden bladeren niet in de beplantingsvakken geblazen. Niet alleen leidt dit tot een rommelig beeld, ook leiden ophopingen van bladafval tot achteruitgang van de ondergroei en bodemvegetatie (denk aan natuurstreefbeelden). Het verdient aanbeveling om voorafgaande aan het verzamelen van blad- en vruchtval het zwerfvuil te verwijderen. Blad en vruchtval bevat daardoor minder vervuiling en kan beter worden verwerkt tot bruikbare compost.
8.2
EENMALIGE MAATREGELEN
Aanpassingen aan de inrichting van het terrein of maatregelen die een bepaalde ontwikkeling in het terrein in gang zetten, zijn eenmalige of incidentele maatregelen. Dit kunnen ook maatregelen zijn die één of enkele malen herhaald dienen te worden, maar waarvan het desalniettemin niet de bedoeling is dat ze gedurende deze beheerperiode cyclisch worden uitgevoerd. Ook de nazorgperiode van deze maatregelen behoren tot deze categorie. In onderstaande paragrafen worden de eenmalige werkzaamheden beschreven die in de komende beheerperiode getroffen zullen worden. Een aanduiding van de locaties waarop de maatregelen worden getroffen is opgenomen in de beheerplanning in hoofdstuk 9 van dit plan.
8.2.1
EENMALIGE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN DE WATERHUISHOUDING
8.2.1.1 AANBRENGEN DRAINAGE VOORTUIN DOEL Natte omstandigheden bemoeilijken het beheer van de voortuin. Het aanbrengen van drainage in de voortuin heeft tot doel het verbeteren van de lokale waterhuishouding ter voorkoming van wateroverlast en het wegnemen van de beheerproblemen. UITVOERING De voortuin wordt voorzien van horizontale oppervlaktedrainage. Gezien de hoge grondwaterstanden ter plaatse heeft verticale drainage een te beperkt effect. Hierbij gelden de volgende richtlijnen: Er wordt een lokaal effect beoogd op de waterhuishouding. Externe werking van drainage op omliggend terrein en in het bijzonder op bosbestanden moet worden voorkomen. Met het bepalen van de diepte van de drainagebuizen moet rekening worden gehouden met de hoge grondwaterstanden. De drainagebuizen worden voorzien van een drainagefilter (mantel). Bij aanleg van de drainagebuizen wordt voldoende afstand gehouden tot bomen. Beschadiging van boomwortels vormt een bron van infecties die op termijn tot vitaliteitsproblemen of zelfs tot sterfte kunnen leiden. In de regel wordt tenminste de kroonprojectie van bomen ontzien, maar bij oudere bomen kan een nog grotere marge nodig zijn.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
140
Het drainagesysteem dient af te wateren op de vijver. Om schade aan boomwortels te voorkomen is afwateren richting de watergang aan de westgrens van het park geen optie. In een drainageplan op maat wordt ondermeer de onderlinge afstand, de diepte onder maaiveld en het te gebruiken materiaal van de drainagebuizen bepaald. Een goede kosten-batenanalyse moet worden gemaakt alvorens voor een aanlegmethode wordt gekozen (sleuvenmethode of gestuurde boring). Behalve de verschillen in aanlegkosten dient daarin rekening gehouden te worden met kosten voor herstel van het terrein (gazon, beplanting en paden), de herstel en nazorgperiode van het gazon en de mate en duur van de visuele overlast (te meten tot het moment waarop de beeldkwaliteit van de voortuin –inclusief gazon- volledig is hersteld). Ook de effectiviteit van de drainage moet hierin worden meegewogen omdat bij de sleuvenmethode de sleuven extra met doorlatend substraat kunnen worden afgevuld. In het drainageplan dient rekening te worden gehouden met het voornemen om het oppervlaktewater van Hof De Bist in te zetten voor waterberging van omliggend bebouwd gebied. Wanneer het oppervlaktewater stijgt ten gevolge van ingelaten bergingswater, dienen de afwaterende einden van de hoofddrains boven het oppervlaktewaterniveau te blijven. Bij aanleg van het drainagesysteem wordt de ligging van alle buizen, koppelstukken en loospunten ingemeten en vastgelegd in as-built kaarten zodat bij grond- of herstelwerken de buizen snel kunnen worden opgespoord.
PLANNING Het drainageplan wordt bij voorkeur parallel opgesteld aan het uitwerken van het vraagstuk rond waterberging (paragraaf 8.2.1.5), zodat aanpak en effect van beide maatregelen op elkaar aansluiten en geen conflicten ontstaan.
8.2.1.2 HERAANLEG CENTRALE GRASLAND DOEL Deze maatregel wordt ingezet als oplossing voor de periodiek terugkerende wateroverlast op een groot deel van het centrale grasland waarop de evenementenweide is geprojecteerd. Concrete doelen zijn dan ook het versterken van de functie als evenementenweide en sport- en spelweide in het algemeen en het verbeteren van de beeldkwaliteit voor parkbezoekers in ruim zin. De onderliggende oorzaak van de natte omstandigheden wordt gevormd door de lage ligging van het park en de toestroom van grondwater van hoger gelegen terrein. Het probleem kan derhalve niet bij de bron worden aangepakt. De oplossing wordt dan ook gezocht in het aanpassen van de lokale omstandigheden om de gevolgen van de wateroverlast te beperken. De heraanleg van de evenementenweide omvat feitelijk een pakket aan maatregelen, bestaande uit het versneld afvoeren van overtollig hemelwater, het herprofileren van de weide (die nu een kom vormt) en het vergroten van de draagkracht van het gras om verzakking en verdichting van de bovengrond te voorkomen, ook bij intensieve betreding. UITVOERING Het centrale grasveld heeft in de huidige situatie een komvorm. Het ligt gemiddeld enkele decimeters lager dan de omliggende terreinen, met als laagste punt het deel ten zuidwesten van het groene eiland. Om te voorkomen dat zich hier hemelwater verzamelt, wordt de evenementenweide opnieuw in –enigszins bolprofiel gelegd. Daarbij gelden de volgende aandachtspunten: Er mogen geen nieuwe (relatief) lage plekken ontstaan waarin zich water kan verzamelen. Bij veel neerslag mag oppervlakkige afstroming niet tot extra plasvorming op omliggende paden leiden. Het nieuwe profiel mag niet leiden tot verhoogde waterstanden in de omliggende beplatingen om verdrinking van bestaande wortelzones te voorkomen. Bij het herprofileren wordt het huidige maaiveld losgemaakt om te voorkomen dat deze als storende laag in het profiel aanwezig blijft.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
141
De evenementenzone wordt voorzien van een drainagesysteem dat tenminste (de onverharde delen van) evenementenzone type 1 beslaat. Op basis van nadere berekening word bepaald of ook type 2 of delen daarvan van drainage moet worden voorzien. De volgende richtlijnen zijn van toepassing: Externe werking van de drainage op omliggend terrein en in het bijzonder op bosbestanden moet worden voorkomen, met speciale aandacht voor de doorwortelbare zone van oudere bomen, grenzend aan het grasveld. Met het bepalen van de diepte van de drainagebuizen moet rekening worden gehouden met de hoge grondwaterstanden. De drainagebuizen worden voorzien van een drainagefilter (mantel). Bij aanleg van de drainagebuizen wordt voldoende afstand gehouden tot bomen. Beschadiging van boomwortels vormt een bron van infecties die op termijn tot vitaliteitsproblemen of zelfs tot sterfte kunnen leiden. In de regel wordt tenminste de kroonprojectie van bomen ontzien, maar bij oudere bomen kan een nog grotere marge nodig zijn. Het drainagesysteem watert af op de vijver en/of op de watergang stroomopwaarts daarvan. In een drainageplan op maat wordt ondermeer de onderlinge afstand, de diepte onder maaiveld en het te gebruiken materiaal van de drainagebuizen bepaald. In het drainageplan dient rekening te worden gehouden met het voornemen om het oppervlaktewater van Hof De Bist in te zetten voor waterberging van omliggend bebouwd gebied. Wanneer het oppervlaktewater stijgt ten gevolge van ingelaten bergingswater, dienen de afwaterende einden van de hoofddrains boven het oppervlaktewaterniveau te blijven. Bij aanleg van het drainagesysteem wordt de ligging van alle buizen, koppelstukken en loospunten ingemeten en vastgelegd in as-built kaarten zodat bij grond- of herstelwerken de buizen snel kunnen worden opgespoord. Na herprofilering en het aanleggen van drainage wordt een nieuwe grasmat aangelegd. De meest intensief gebruikt grasoppervlakte (evenementenzone 2) wordt voorzien van een grasfundering. De volgende richtlijnen zien van toepassing: De grasfundering vergroot de draagkracht van de grasmat dusdanig dat deze kan worden bereden door middelzware voertuigen zonder insporing tot gevolg. De grasfundering vergroot de draagkracht van de grasmat dusdanig dat deze herhaaldelijk en langdurig door grote groepen mensen kan worden betreden zonder dat dit leidt tot bodemdaling en verdichting. De grasfundering is in staat te voorkomen dat de toplaag van de grasmat bij intensieve belasting (middelzware voertuigen en grote groepen mensen) wordt verdicht en versmeerd en geen stagnatie van hemelwater op treedt De grasfundering wordt gecombineerd met een substraat met een hoog drainerend vermogen zodat hemelwater snel uit de toplaag wordt afgevoerd. Het funderingsmateriaal mag na het teruggroeien van het gras niet aan de oppervlakte zichtbaar zijn en mag niet leiden tot hinderlijke of gevaarlijke situaties voor parkbezoekers. Het funderingsmateriaal mag geen materiaal bevatten dat op enige wijze het milieu (bodem en water), bestaat uit recyclebaar materiaal en is bijvoorkeur ook zelf vervaardigd van gerecycled materiaal. Geschikte oplossingen voor de grasfundering zijn de toepassing van kunststof matjes (bijvoorbeeld Netlon), geogrid of grasplaten of -tegels. De definitieve keuze voor het in te zetten materiaal wordt gemaakt op basis van kosten voor het materiaal en de verwerking ervan, in relatie tot de prestatie (levensduur, draagkracht en recyclebaarheid). Een verder uitgewerkt aanlegplan op maat wordt hiervoor opgesteld.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
142
PLANNING Deze maatregel betreft een eenmalige maatregel. Gelet op de mate en schijnbare toename van de overlast in combinatie met de toenemende interesse in de evenementen die ter plaatse worden georganiseerd, verdient het aanbeveling deze maatregel op korte termijn tot uitvoering te brengen. Voor de hand ligt om tegelijkertijd met deze maatregel ook de in het grasveld aanwezige grondwal te verwijderen (zie paragraaf 8.2.6.2). Het drainageplan wordt bij voorkeur parallel opgesteld aan het uitwerken van het vraagstuk rond waterberging (paragraaf 8.2.1.5), zodat aanpak en effect van beide maatregelen op elkaar aansluiten en geen conflicten ontstaan.
8.2.1.3 AANBRENGEN DRAINAGE KORFBALVELD EN SPORTVELD DOEL Deze maatregel heeft tot doel het verbeteren van de terreincondities van het sportveld en het korfbalveld ten behoeve van recreatief gebruik in brede zin en in het bijzonder voor sportieve activiteiten. Door het verminderen van de natte omstandigheden wordt de bruikbaarheid vergroot en de kans op schade aan het gras verminderd. UITVOERING De beide grasvelden worden voorzien van horizontale oppervlaktedrainage. Gezien de hoge grondwaterstanden ter plaatse heeft verticale drainage een te beperkt effect. Hierbij gelden de volgende richtlijnen: Er wordt een lokaal effect beoogd op de waterhuishouding. Externe werking van drainage op omliggend terrein en in het bijzonder op bosbestanden moet worden voorkomen. Diepte van de drainagebuizen moet worden afgestemd op de hoge grondwaterstanden. De drainagebuizen worden voorzien van een drainagefilter (mantel). Bij aanleg van de drainagebuizen wordt voldoende afstand gehouden tot bomen. Beschadiging van boomwortels vormt een bron van infecties die op termijn tot vitaliteitsproblemen of zelfs tot sterfte kunnen leiden. In de regel wordt tenminste de kroonprojectie van bomen ontzien, maar bij oudere bomen kan een nog grotere marge nodig zijn. Bij aanleg van de drainagebuizen wordt voldoende afstand gehouden tot de oeverzone van de watergang ten zuidoosten van het sportveld, waarin vochtige tot natte omstandigheden juist wenselijk zijn. Het drainagesysteem dient af te wateren op de watergang die tussen het sportveld en het korfbalveld door loopt. In een drainageplan op maat wordt ondermeer de onderlinge afstand, de diepte onder maaiveld en het te gebruiken materiaal van de drainagebuizen bepaald. In het drainageplan dient rekening te worden gehouden met het voornemen om het oppervlaktewater van Hof De Bist in te zetten voor waterberging van omliggend bebouwd gebied. Wanneer het oppervlaktewater stijgt ten gevolge van ingelaten bergingswater, dienen de afwaterende einden van de hoofddrains boven het oppervlaktewaterniveau te blijven. Bij de aanleg van het drainagesysteem worden alle eventueel aanwezige drainagebuizen verwijderd. Bij aanleg van het drainagesysteem wordt de ligging van alle buizen, koppelstukken en eindpunten ingemeten en vastgelegd in as-built kaarten zodat bij grond- of herstelwerken de buizen snel kunnen worden opgespoord. PLANNING Het drainageplan wordt bij voorkeur parallel opgesteld aan het uitwerken van het vraagstuk rond waterberging (paragraaf 8.2.1.5), zodat aanpak en effect van beide maatregelen op elkaar aansluiten en geen conflicten ontstaan.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
143
8.2.1.4 SCHONEN WATERBODEM DOEL Doorlopend vallen bladeren en ander organisch materiaal op de bodem van Hof De Bist. Dit materiaal verteert en wordt zo weer opgenomen in de voedselkringloop. Maar waar het blad in het oppervlaktewater terecht komt treedt geen of zeer langzame vertering op, onder meer als gevolg van zuurstofgebrek. Hierdoor hoopt organisch materiaal zich op met als gevolg dat het oppervlaktewater langzaam dichtslibt. Dit gaat ten koste van het watermilieu en de beeldkwaliteit. Dit proces wordt tegengegaan door de waterbodem periodiek te schonen. Hoewel dit een periodiek terugkerende maatregel is, is de frequentie ervan dermate laag dat dit als eenmalige maaregel is opgenomen. UITVOERING De waterbodem wordt ontdaan van opgehoopt organisch materiaal. Vrijgekomen materiaal wordt in eerste instantie op de oever van de vijver gedeponeerd, zodat waterfauna de gelegenheid heeft terug in het oppervlaktewater te kruipen. Het materiaal wordt met een tijdelijk hekwerk afgezet. Na twee tot drie dagen wordt het materiaal uit het park afgevoerd. Er mag geen organisch materiaal achterblijven in de oeverzone omdat dit sterke verruiging van de vegetatie tot gevolg kan hebben. Om het watermilieu geschikt te houden voor waterfauna wordt plaatselijk een zeer klein aandeel organisch materiaal in het oppervlaktewater achtergelaten. PLANNING Bij het schonen van de waterbodem wordt met de stroom mee meegewerkt. Dit houdt in dat gestart wordt in de meest stroomopwaartse delen van het watersysteem. Zo wordt voorkomen dat vrijkomend materiaal zich opnieuw ophoopt in reeds geschoonde delen. Het schonen van de watergangen wordt uitgevoerd in combinatie met de maatregelen als beschreven in paragraaf 8.2.1.5.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
144
8.2.1.5 VERGROTEN WATERBERGENDE CAPACITEIT DOEL In deze beheerperiode wordt de rol die Hof De Bist speelt in de lokale waterhuishouding vergroot door het bieden aan ruimte voor waterberging. Het oppervlaktewatersysteem van Hof De Bist wordt aangesloten op het afvoerstelsel van hemelwater. De rol die het park hierin vervult is het opvangen van pieken in de hemelwaterafvoer van de directe bebouwde omgeving. Door het opvangen van piekafvoeren en het gelijkmatig afgeven van hemelwater aan het benedenstroomse watersysteem, vormt Hof De Bist een schakel in een keten van oplossingen die gezamenlijk moeten voorkomen dat Ekeren te kampen krijgt met ernstige wateroverlast. In Hof De Bist zullen enkele aanpassingen aan de inrichting worden aangebracht om de capaciteit voor waterberging te vergroten en te voorkomen dat deze functie leidt tot wateroverlast in het park zelf (zie ook paragraaf 8.2.6.1). UITVOERING Voor zover nog niet aanwezig worden maatregelen getroffen die het inlaten van hemelwater van buiten het park mogelijk maakt. Er is voor gekozen geen fysieke aanpassingen aan het park te doen die moeten voorkomen dat de grachten en vijver bij piekafvoeren buiten hun oevers treden. Uitzondering hierop is de realisatie van een flauwe oever in twee deelgebieden die naast een bijdrage aan de ecologische functie ook een bijdrage leveren aan de waterbergende capaciteit van het park (zie paragraaf 8.6.2.1). Per deelgebied worden de nieuwe inrichting en de benodigde werkzaamheden nader uitgewerkt in een gedetailleerd ontwerp en een bestek waarbij naast de hydrologische ook de ecologische en landschappelijke randvoorwaarden worden geborgd met zicht op de lange termijn. Enige tijd na perioden waarin grote hoeveelheden hemelwater in het park worden opgevangen, wordt een extra VTA-controle uitgevoerd. Wateroverlast heeft mogelijk gevolgen voor de vitaliteit van bomen. De extra controle heeft tot het tijdig signaleren van eventueel aftakelende bomen en daarmee samenhangende veiligheidsrisicoâ&#x20AC;&#x2122;s. PLANNING Er is een dringende noodzaak tot het treffen van passende maatregelen om wateroverlast te voorkomen. Maatregelen ter vergroting van de waterbergende capaciteit worden dan ook zo snel mogelijk na goedkeuring van dit beheerplan getroffen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
145
8.2.2
EENMALIGE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN DE INFRASTRUCTUUR
8.2.2.1 HERAANLEG ENTREEZONE ISABELLALEI DOEL Met de heraanleg van deze entreezone wordt invulling gegeven aan meerdere doelen. Ten eerste wordt met het verplaatsen van de entree de looproute weggeleid van de bomen die voor de huidige entree staan. Overmatige betreding van de directe groeiplaats is immers ongunstig voor de vitaliteit van deze bomen. Tevens wordt met de herinrichting een betere aansluiting voorzien op de nieuw te realiseren infrastructuur in dit deel van het park (zie paragraaf 8.2.2.2). Tot slot beoogt deze maatregel een bestendiging van de entree en het vergroten van de herkenbaarheid ervan als toegangspunt tot een historisch park. UITVOERING Voor deze entree wordt een aparte ontwerpopgave geformuleerd waarin naast de feitelijke doorgang door het hekwerk ook de grasstrook tussen de Isabellalei en het hekwerk en de zone direct achter het hekwerk wordt betrokken. Ten minste de volgende richtlijnen worden hierin betrokken: De entreezone wordt goed herkenbaar voor parkbezoekers. De entree zelf wordt duidelijk gemarkeerd en krijgt een bescheiden vormgeving die toch past bij het statuur van een historisch stadspark. De feitelijke entree wordt in noordelijke richting verplaatst op voldoende afstand, lees ten minste tot buiten de kroonprojectie, van de groep berken die voor de huidige entree staat. Ontwerp en inrichting van de entreezone sluiten naadloos aan bij de voorziene herinrichting van de Isabellalei zelf. De heraanleg omvat een goed herkenbare en goed begaanbare aansluiting van het trottoir langs de Isabellalei naar de parkentree. Om de rust in deze zone van het park te bewaren, wordt de entreezone en de aansluiting op de overige infrastructuur in het park zó vormgegeven dat van buiten het park door de entree slechts over korte afstand het park kan worden ingekeken. Voor de herkenbaarheid wordt voor de materialisering aansluiting gezocht bij de andere entrees tot Hof De Bist. Zo kunnen, vergelijkbaar met de hoofdentree, de eerste meters tot de entree van een kasseiverharding worden voorzien en kan de entree zelf worden voorzien van eenvoudige gemetselde pilaren. De entreezone wordt voorzien van parkmeubilair, waaronder ten minste een bord met het parkreglement en een vuilbak. PLANNING Uit oogpunt van efficiëntie kan de heraanleg van deze entreezone best worden uitgevoerd als één werk met de voorziene heraanleg van de Isabellalei. In geval de waterbergingsfunctie in Hof De Bist wordt ondergebracht (zie paragraaf 8.2.1.5) dient zo nodig ook direct de aansluiting van het hemelwatersysteem op het park voorbereid te worden, zodat de entreezone later niet opnieuw vergarven hoeft te worden.
8.2.2.2 HERZIENING INFRASTRUCTUUR IN EN ROND KWELZONE DOEL Deze maatregel heeft tot doel de kwelzone beter toegankelijk te maken voor parkbezoekers, vooral ten tijde van natte omstandigheden. Tegelijkertijd wordt hiermee gestreefd naar het verminderen van de effecten van betreding op de vegetatie en de bodem in het grasland. Tot slot wordt de routing van de infrastructuur logischer gemaakt zodat het voor parkbezoekers eenvoudiger is dit deel van het park in hun parkbezoek te betrekken.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
146
UITVOERING Voor deze maatregel wordt een meer gedetailleerd uitvoeringsplan opgesteld waarin materialisering, aanlegmethode en planning nader worden uitgewerkt. Hierin gelden ten minste de volgende richtlijnen: De infrastructuur wordt zo aangelegd dat een logische, doorlopende ronde ontstaat. In het niets eindigende paden werken het ontstaan van niet –officiële paden in de hand en worden voorkomen. Uitzondering hierop zijn de aansluitingen van de infrastructuur op het sportveld. De paden worden vormgegeven met glooiende lijnen, aansluitend op de landschapsstijl van de rest van het park. De paden zijn middels materialisering goed herkenbaar, duidelijk in het landschap gedefinieerd en in de regel goed begaanbaar ook tijden natte omstandigheden. De infrastructuur sluit goed aan op en vormt een eenheid met het pad dat naar de entree aan de Isabellalei loopt. Bestaande paden die met de herziening van de infrastructuur komen te vervallen, worden zo veel mogelijk verwijderd, als pad onherkenbaar gemaakt en fysiek ontoegankelijk gemaakt. Hierbij wordt uitsluitend gebruik gemaakt van natuurlijke materialen. Gedacht kan worden aan het verspreiden van blad- en takmateriaal over het pad, het neerleggen van dikke takken en stammen over de paden en eventueel het planten van groepen bomen of struiken in het pad. Gebruik van hekwerken wordt uitsluitend toegepast wanneer naar verloop van tijd blijkt dat natuurlijke materialen onvoldoende effect hebben en in dat geval uitsluitend hekwerken van tijdelijke aard. De herziening van de infrastructuur ni dit deel van Hof De Bist omvat de aanleg van een verhoogd pad in het natste deel van de kwelzone. Specifiek voor dit deel gelden aanvullend de volgende richtlijnen: Het verhoogde pad wordt aangelegd als vlonder- of roosterpad, steunend op palen. Een roosterpad heeft ten opzichte van een vlonderpad het voordeel dat de vegetatie onder het pad voldoende licht ontvangt om te kunnen groeien, dat de vegetatie onder het pad zichtbaar blijft en dat het materiaal minder snel veroudert, maar is daarentegen duurder in aanleg per strekkende meter en geeft het risico dat vegetatie door het rooster omhoog groeit. Bij meer intensief gebruik zal dit echter een zelfreinigend effect hebben. Aanleg van een verhoogd pad op een grondlichaam is geen optie. Het verhoogde pad loopt met glooiende lijnen door het landschap, verwijzend naar de landschapsstijl waarin het park werd aangelegd. De overgangen van het verhoogde pad op de aansluitende paden is geleidelijk en geschikt voor rolstoelgebruikers en kinderwagens. De breedte van het verhoogde pad blijft beperkt, maar is voldoende om elkaar te kunnen passeren zodat men niet van het pad hoeft af te stappen. Met de detaillering van het verhoogde pad moet rekening worden gehouden met de bereikbaarheid van het omliggende grasland voor beheer en onderhoud. Het terrein aan beide zijden van het pad moet bereikt kunnen worden door beheermaterieel. PLANNING De uitvoering van deze herziening heeftop zichzelf geen hoge prioriteit aangezien er geen veiligheidsrisico’s spelen. Wel kan het zijn dat de toegankelijkheid van het gebied periodiek verder afneemt wanneer gebruik gemaakt wordt van de waterbergende capaciteit van het park. Het ligt voor de hand deze maatregelen ten uitvoer te brengen in één werk met de herziening van de entreezone aan de Isabellalei zodat de infrastructuur in één werk goed kan worden aangelegd en geen tijdelijke aansluitingen op de bestaande infrastructuur nodig zijn.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
147
8.2.2.3 AANPASSING TOEGANKELIJKHEID ENTREEZONES DOEL In verband met de veiligheid is het van belang dat de entreezones ten tijde van evenementen extra goed toegankelijk zijn. Grote groepen mensen dienen eenvoudig het terrein te kunnen bereiken en verlaten en nooddiensten dienen ongehinderd toegang tot het terrein te hebben. UITVOERING De plantenbakken die in de huidige situaties voorkomen dat de entreezones met hoge snelheid door (brom)fietsers kunnen worden gepasseerd, worden vervangen. Als alternatief worden neerklapbare of uitneembare paaltjes geplaatst. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen: De paaltjes kunnen uitsluitend neergeklapt of uitgenomen worden door bevoegde personen. De plaatsing van paaltjes mg in geen geval de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers, scootmobielen of kinderwagens bemoeilijken. De paaltjes worden zo geplaatst dat zij een sterk remmende werking hebben op passerende (brom)fietsers. De vormgeving en materialisering van de paaltjes dient te passen bij de stijl van de entreezones. De mogen bij schemer of duister geen onveilige situaties voeroorzaken wegens slechte zichtbaarheid. Conform de straatmeubilaris van Antwerpen, ligt plaatsing van de voorziening ’standaardpaal’ (versie neerklapbaar met reflecterende strip) voor de hand, waarbij voor een goede remmende werking wellicht meerdere exemplaren gecombineerd moeten worden. De voorziening ‘gietijzeren paal’ sluit qua vormgeving meter aan bij de stijl van het park, maar beschikt niet over een reflecterende strip. Mogelijk vormt ook de voorziening ‘kettingpaal gietijzer’ een geschikt alternatief. PLANNING Deze aanpassing dient op korte termijn uitgevoerd te woerden, liefst voorafgaand aan het eerstvolgende grote evenement in het park.
8.2.2.4 HERZIENING BRUGGEN De twee bestaande bruggen in het park vragen om renovatie of vervanging. De huidige staat van de bruggen laat te wensen over en past niet bij de beoogde beeldkwaliteit. Daarnaast is het niet zeker of de constructie van de bruggen en de kwaliteit van het brugdek in de nabije toekomst nog blijven voldoen aan de minimale eisen voor veiligheid. Voor de beide bruggen gezamenlijk wordt een ontwerpopgave uitgeschreven. DOEL Onderdeel van de ontwerpopgave is het onderzoeken of een grondige renovatie van de bruggen volstaat of dat beter kan worden gekozen voor vervanging. In beide gevallen beoogt deze ontwerpopgave een situatie waarin de bruggen niet alleen voor lange tijd voldoen aan de daarvoor geldende veiligheidseisen, maar ook een actieve bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit van het park. De bruggen vormen binnen het park een blikvanger, vergelijkbaar met de follies die in de ontwerpperiode van het park veelvuldig werden ingepast.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
148
UITVOERING De herziening start met een gedegen specialistisch onderzoek naar de veiligheid en draagkracht van de bruggen, waaruit moet blijken of de bruggen nog voldoen aan de eisen die daar vanuit het gebruik aan worden gesteld. Ook moet het onderzoek uitwijzen wat de urgentie tot ingrijpen is vanuit de veiligheid en draagkracht en of herstel en behoud van de bestaande bruggen een realistische optie is. Dit onderzoek vormt belangrijke input voor de ontwerpopgave die vervolgens wordt uitgeschreven. De ontwerpopgave wordt als apart project nader uitgewerkt, maar zal ten minste de volgende aspecten behandelen: Een gemotiveerde keuze voor renovatie/herstel of vervanging Te behouden functionaliteit van beide bruggen in het park, waaronder een goede aansluiting op de bestaande infrastructuur Toegankelijkheid voor breed publiek, waaronder ook zeker rolstoelgebruikers en kinderwagens. Beeldkwaliteit, passend bij het karakter van het park en met een weloverwogen keuze voor behoudend of juist vernieuwend ontwerp. PLANNING Een onderzoek naar de constructie van de beide bruggen wordt op zeer korte termijn uitgevoerd. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt bepaald binnen welk tijdsbestek de herziening van de bruggen uitgevoerd moet en kan worden.
8.2.3
EENMALIGE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN SPORT- EN SPEELVOORZIENINGEN
8.2.3.1 HERAANLEG SPEELPLAATS JONGE JEUGD DOEL In de komende beheerperiode is een herziening voorzien van de speelplaats voor de jonge jeugd. De herziening beoogt het behoud van de speelplaats op dezelfde locatie, maar met een uitgebreider aanbod van speeltoestellen. Doel is een speelplaats die door meer kinderen tegelijkertijd kan worden gebruikt, meer variatie aan speeltoestellen biedt en een sterkere visuele en functionele relatie heeft met de terraszone van de brasserie. UITVOERING Voor de heraanleg van de speelplaats wordt een ontwerpopgave geformuleerd die als apart project zal worden uitgewerkt en uitgevoerd. Voor de ontwerpopgave gelden tenminste de volgende richtlijnen en voorschriften: De speelplaats als geheel en de daarin opgenomen toestellen dienen te voldoen aan alle wettelijke voorschiften ten aanzien van veiligheid. De speelplaats wordt zo veel mogelijk ingericht met natuurlijke materialen. De locatie waarop de speelplaats wordt ingericht blijft gelijk aan de huidige speelplaats, maar kan wat betreft oppervlakte worden uitgebreid binnen de grenzen van de speelzone als aangegeven op afbeelding 42. Daarbij is het van belang rekening te houden met de overlap die deze speelzone heeft met de evenementenzone. Binnen de evenementenzone moet het plaatsen van vaste opstellingen met een belemmerende werking voor evenementen tot een minimum worden beperkt. De speelplaats dient te voorzien in voldoende bankjes voor toezichthoudende ouders en voldoende vuilbakken. De inrichting van de speelplaats dient voldoende ruim van opzet te zijn om een groot aantal kinderen plaats te bieden én efficiënt beheer en onderhoud mogelijk te maken. De inrichting van de speelplaats dient te voorzien in een doorgang die voldoende breed en draagkrachtig is om beheermachines en nooddiensten vanaf het pad een doorgang te bieden naar het centrale grasveld.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
149
Onderdeel van de herziening is de realisatie van een directe visuele en functionele verbinding tussen de speelplaats en de terraszone van de brasserie. Zie voor referentiebeelden ook afbeeldingen 40 en 41. Specifiek voor deze verbinding gelden de volgende richtlijnen: De verbinding maakt het mogelijk om vanaf de brasserie in een vrij directe lijn de speelplaats voor de jonge jeugd te bereiken en van daaruit ook de speelplaats voor de oudere jeugd. De verbinding heeft zowel een uitnodigend karakter als een regulerend karakter, die er beiden toe bijdragen dat betreding van de boszone aan weerszijden wordt ontmoedigd, onaantrekkelijk wordt gemaakt of zelfs onmogelijk wordt gemaakt. De inrichting van de doorgang maakt dat de doorgang op zichzelf al een effectieve uitbreiding wordt van de speelzone. De verbinding maakt het mogelijk om vanuit de terraszone enig zicht te houden op de speelplaats. De inrichting van de verbinding moet zijn afgestemd op gebruik door zowel jonge jeugd en hun ouders of begeleiders als door de oudere jeugd die via deze doorgang de speelplaats in het groene eiland bereiken. PLANNING Deze maatregel betreft een eenmalige ingreep die omwille van de efficiëntie het best in één werk kan worden utgevoerd met de maatregel ‘heraanleg speelplaats oudere jeugd’.
8.2.3.2 HERAANLEG SPEELPLAATS OUDERE JEUGD DOEL De speelplaats voor de oudere jeugd wordt opnieuw ingericht met opstellingen die de jeugd meer uitdaging en vooral meer variatie bieden dan de huidige inrichting. De speelplaats moet kinderen langer kunnen boeien. UITVOERING De speelplaats voor de oudere jeugd wordt opnieuw ontworpen. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen: De footprint van de speelplaats dient zo min mogelijk te worden uitgebreid ten opzichte van de huidige inrichting om verdere belasting van de begroeiing in het groene eiland te voorkomen. Het ontwerp houdt rekening met de kwetsbaarheid van de begroeiing. Betreding van de begroeiing moet niet worden aangemoedigd en zo mogelijk worden ontmoedigd. Voor spelen in het bos wordt een separate locatie geschikt gemaakt (zie paragraaf 8.2.3.3). De visuele impact van het ontwerp op het park moet worden beperkt. De speelplaats is liefst alleen zichtbaar vanaf de zijde van de speelplaats voor de jongere jeugd. Het verwijderen van bestaande bomen ten behoeve van het ontwerp is geen optie. Het aanbrengen van extra beplanting vanzelfsprekend wel. De inrichting van de speelplaats voldoet aan alle relevante voorwaarden en verplichtingen op gebied van veiligheid voor de doelgroep. PLANNING Deze maatregel betreft een eenmalige ingreep die omwille van de efficiëntie het best in één werk kan worden utgevoerd met de maatregel ‘heraanleg speelplaats jonge jeugd’ (zie paragraaf 8.2.3.1).
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
150
8.2.3.3 INRICHTING SPEELBOS Het bos binnen de ringdreef wordt opengesteld voor gebruik als speelbos. Hoewel in beperkte mate en onder strikte voorwaarden vraagt deze aanpassing om inrichtingsmaatregelen. DOEL Doel van deze maatregel is het betreffende bosvak geschikt te maken als speelomgeving waarin jonge en oudere jeugd in een min of meer natuurlijke omgeving kan spelen. De natuurlijke omgeving kenmerkt zich door het ontbreken van onnatuurlijke materialen en vaste speelattributen. In plaats daarvan worden natuurlijke materialen aangebracht als dode bomen, takken en bladeren die de jeugd stimuleren zelf speelgelegenheden te creëren of spelvormen te ontwikkelen.
Afbeelding 51, referentiebeeld natuurlijke, gebiedseigen speelaanleidingen (foto: Ralph de Jong).
UITVOERING De inrichting van het speelbos gebeurt met uitsluitend natuurlijke materialen, vrijgekomen uit het beheer van het park, bijvoorkeur uit het speelbos zelf. Dit betreft vooral bomen en takken die vrijkomen bij dunning en snoei in het bos. De volgende richtlijnen gelden hiervoor: In het speelbos zijn voldoende natuurlijke materialen beschikbaar om de jeugd naar deze speellocatie te trekken. Geschikt bomen en takken die als onderdeel van een dunning of om veiligheidsredenen worden geveld, blijven in het bos achter als speelmateriaal, indien voor dit doel geschikt. Enkele dikke te vellen bomen kunnen in plaats van op maaiveldhoogte op enige hoogte boven de grond worden afgezaagd. Het restant van de onderstam kan als speelelement achterblijven, al dan niet in vorm gezaagd. In het speelbos is voldoende open ruimte aanwezig om spelen mogelijk te maken. Bij een te veel aan vrijkomend materiaal wordt het overschot afgevoerd. Gevelde bomen die als speelaanleiding in het bos achterblijven, worden ontdaan van takken die onder de redelijkerwijs te verwachten belasting snel zullen breken en van scherpe of anderszins gevaarlijke delen. Vervallen materiaal dat niet langer geschikt is voor gebruik als speelaanleiding blijft in het bos achter. Met het oog op laatstgenoemd punt is gebruik van gebiedsvreemd of onnatuurlijk materiaal uitgesloten. Ook mag geen verduurzaming worden toegepast om te voorkomen dat chemicaliën of andere middelen in het milieu achterblijven én omdat het gegeven dat natuurlijke producten uiteindelijk weer in het bossysteem worden opgenomen hoort bij de beoogde natuurbeleving.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
151
PLANNING De inrichting van het speelbos is feitelijk een tussenvorm van eenmalige en terugkerende maatregelen. Omdat het een inrichtingsmaatregel betreft, is deze als eenmalige maatregel opgenomen, maar vraagt desalniettemin om een periodieke herhaling omdat gebruik wordt gemaakt van natuurlijke, gebiedseigen (en dus soms snel aftakelende) materialen. De maatregel kan best worden gecombineerd met uitvoering van de maatregel ‘selectief dunnen kroonlaag’ en andere bosgerelateerde werkzaamheden. Materiaal dat vrijkomt bij deze maatregelen kan zo direct worden ingezet voor inrichting van het speelbos.
8.2.3.4 HERAANLEG FIT-O-METER DOEL Een fit-o-meter biedt sportieve parkbezoekers de gelegenheid om hun wandeling of hardloopronde te combineren met diverse fysieke oefeningen. In Hof De Bist bevond zich reeds een fit-o-meter die in 2015 werd verwijderd. In deze beheerperiode wordt een fit-o-meter herplaatst op hetzelfde tracé. UITVOERING De fit-o-meter omvat een serie van gevarieerde opstellingen, elk bestaande uit een eenvoudig sporttoestel en een informatiebord met een toelichting op het juiste gebruik. Alle elementen worden vervaardigd van robuuste natuurlijke materialen. De opstellingen worden zo geplaatst dat: De visuele impact voor parkbezoekers minimaal is: de opstellingen zijn landschappelijk goed ingepast. De impact op bos en beplanting minimaal is: er dienen geen bomen of struiken voor te worden verwijderd. De toestellen en borden of het gebruik daarvan geen hinder veroorzaakt voor het gebruik van de parkinfrastructuur voor overige parkbezoekers. De opstellingen geen obstakel vormen of op andere wijze hinder geven voor het parkbeheer en de bereikbaarheid voor nooddiensten. PLANNING De fit-o-meter kan worden geplaatst onafhankelijk van de planning van andere maatregelen in het park. De voorlopige planning voorziet aanleg in de loop van 2016.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
152
8.2.3.5 AANLEG CALISTHENICS DOEL Met het aanleggen van een calisthenics opstelling wordt volwassenen en oudere jeugd een laagdrempelige sportieve uitdaging geboden, aanvullend op de bestaande voorzieningen in het park. UITVOERING De calisthenics opstelling wordt geplaatst in de zone ten zuiden van kasteel Hof De Bist. Voorafgaand aan de plaatsing worden enkele terreinaanpassingen aangebracht. Hieronder vallen de volgende werkzaamheden: Ophogen van de -thans natte- zone. Het huidige maaiveld wordt losgemaakt om het ontstaan van eventuele storende lagen te voorkomen. Het terrein wordt vervolgens opgehoogd waarbij het nieuwe maaiveld zonder harde overgangen wordt aangesloten op het omringende terrein. Aandachtspunt is dat ophogen van het maaiveld boven wortelzones van bomen in deze zone moet worden voorkomen. In de regel wordt geen grondwerk verricht onder de kroonprojectie van bomen. Het maaiveld wordt voldoende opgehoogd om te voorkomen dat water zich in deze lage zone verzamelt en blijft staan. Indien noodzakelijk worden enkele takken van bomen gesnoeid om meer ruimte en lichtval te creëren in deze sportzone. Het betreft uitsluitend de onderste takken van bomen waarbij de esthetische kwaliteit van de bomen niet mag worden aangetast. Na plaatsing van de calisthenics opstelling wordt de ondergrond afgewerkt met boomschors. Hierbij wordt geen kantopsluiting gebruikt zodat een diffuse overgang tussen de valdempende ondergrond en de omgeving ontstaat. De resterende oppervlakte gras verkeert in slechte staat als gevolg van de vochtige omstandigheden en de beperkte hoeveelheid zonlicht. Het gras wordt permanent verwijderd waarna de oppervlakte wordt aangesloten bij het aanliggende bosvak. Het gras tussen en onder de bomen die tussen de calisthenics en het kasteel staan blijft behouden. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt een gedetailleerd bestek opgemaakt voor dit deelplan dat past binnen de doelstellingen en randvoorwaarden van voorliggend beheerplan. PLANNING Plaatsing van de calisthenics opstelling en bijkomende werkzaamheden zijn voorzien voor de korte termijn.
8.2.4
EENMALIGE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN PARKMEUBILAIR
8.2.4.1 AANLEG VERLICHTING VOORTUIN DOEL Doel van deze maatregel is het verlichten van de voortuin zodat parkbezoekers in het donker veilig gebruik kunnen maken van de paden in de voortuin. UITVOERING De huidige oude verlichting wordt verwijderd. Voor de nieuwe verlichting wordt een verlichtingsplan op maat uitgewerkt. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen: Aantal en type van de lichtbronnen wordt zo gekozen dat voldoende sociale en fysieke veiligheid in de voortuin wordt geboden. Tegelijkertijd wordt de verlichting zo ontworpen dat het beschijnen van bomen boven ooghoogte tot een minimum wordt beperkt. De vormgeving en inpassing van de armaturen mag niet leiden tot storende beelden overdag. Er wordt gekozen voor energiezuinige verlichtingsbronnen. Verlichting in de voortuin wordt aangesloten op hetzelfde net als de gevelverlichting van het kasteel en de verlichting van het pad tussen de parking en de korfbal.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
153
PLANNING Verlichting in de voortuin kan worden geplaatst onafhankelijk van de planning van andere maatregelen in het park. Wanneer nieuwe bekabeling vereist is voor de verlichting, is het raadzaam de verlichting aan te brengen tegelijkertijd met de plaatsing van drainage in de voortuin zodat overlast voor parkbezoekers tot een enkele periode kan worden beperkt.
8.2.4.2 AANLEG DRINKFONTEINTJES DOEL Met het plaatsen van drinkfonteintjes faciliteert de beheerder parkbezoekers tijdens hun verblijf in Hof de Bist door het beschikbaar stellen van schoon drinkwater. UITVOERING Drinkfonteintjes worden op goed bereikbare locaties geplaatst, zonder dat de voorziening of het gebruik ervan leidt tot hinder voor parkbezoekers, evenementen, beheerwerkzaamheden of verkeersbewegingen van de groendienst of nooddiensten. Zoekgebieden hiervoor zijn aangegeven in afbeelding 58. Wat betreft type en materialisering van het drinkfonteintje wordt gekozen voor het type als opgenomen in de straatmeubilairs (catalogus van straatmeubilair bij inrichting van de Antwerpse publieke ruimte). PLANNING De plaatsing van het drinkfonteintje wordt zo mogelijk gecombineerd met de aanleg van een drinkwateraansluiting voor de evenementenweide.
8.2.4.3 AANLEG DRINKWATERVOORZIENING EVENEMENTENTERREIN DOEL Doel van deze voorziening is het zorgen voor een geschikte dringwatervoorziening ten behoeve van evenementen. UITVOERING In de directe omgeving van de aansluitpunten voor elektra wordt een waterpunt voor drinkwater gecreĂŤerd. Indien mogelijk wordt deze aansluiting in een verzonken put aangelegd zodat deze buiten evenementen om niet zichtbaar is voor parkbezoekers. Het waterpunt is degelijk af te sluiten zodat deze niet door onbevoegden kan worden bediend. PLANNING De aansluiting wordt aangelegd in combinatie met de plaatsing van het drinkfonteintje zodat de werkzaamheden kostenefficiĂŤnt kunnen worden uitgevoerd met zo min mogelijk overlast voor parkbezoekers.
8.2.4.4 PLAATSEN EN VERWIJDEREN HEKWERKEN DOEL Deze maatregel zorgt ervoor dat de in het park aanwezige hekwerken zijn aangepast aan de actuele situatie en doelmatig zijn. Dit houdt in dat overbodige hekwerken worden verwijderd, ontbrekende hekwerken worden geplaatst en slecht functionerende of defecte hekwerken worden vervangen dan wel aangepast.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
154
UITVOERING Overbodige (delen van) hekwerken en andere afscheidingen worden verwijderd. Na verwijderen van hekwerken, ongeacht de aard ervan, mogen geen restanten of sporen van het hekwerk in het park achterblijven. Materiaal wordt volledig uit het park afgevoerd, of bij voldoende kwaliteit binnen het park hergebruikt. Bij nieuw te plaatsen hekwerk wordt onderscheid gemaakt tussen lichte en robuuste hekwerken. Lichte hekwerken worden gebruikt op plaatsen waar hekwerken weinig moeten opvallen en plaatsen waar een bescheiden regulatie van betreding volstaat. Voorbeelden zijn plaatsen waar regelmatig het bos wordt betreden, paden sterk worden afgesneden met uitslijting van hoeken tot gevolg en anders situaties waarin het volstaat te kennen te geven waar bezoekers wel en niet kunnen lopen. Voor lichte hekwerken gelden de volgende uitvoeringsrichtlijnen: Lichte hekwerken bestaan uit een rij palen met een drie dubbele draad en zijn bedoeld om de parkbezoeker te kennen te geven dat een terrein niet toegankelijk is en betreding te ontmoedigen. In veel gevallen wordt het plaatsen van dit hekwerk gecombineerd met het aanbrengen van planten, bij voorkeur zodanig dat beplanting en hekwerk op termijn een eenheid zullen vormen. Een combinatie van meerdere soorten dichte, moeilijk doordringbare heesters die niet te hoog worden heeft de voorkeur. Gebruik van sterk uitzaaiende soorten moet worden voorkomen. Eventueel kan ervoor worden gekozen dergelijke hekwerk niet direct aan het pad maar op enige afstand daarvan te plaatsen zodat. Voordeel van deze aanpak is dat hekwerken een beperkte visuele impact hebben en bij goede ontwikkeling van de beplanting het hekwerk op termijn kan worden verwijderd. Robuuste hekwerken worden gebruikt in situaties waarin ook bij bescheiden regulatie hardnekkig ongewenste betreding blijft optreden, situaties waarin terreindelen omwille van veiligheid afgesloten moeten worden (bijvoorbeeld bosvakken met een verhoogd risico op vallend door hout) en wanneer hekwerken bestand moeten zijn tegen intensieve belasting (bijvoorbeeld in de directe omgeving van evenementenzone 1 en 2). Hiervoor gelden de volgende uitvoeringsrichtlijnen: Robuust hekwerk wordt uitgevoerd in een gesloten formatie van gespleten kastanje palen, onderling vervlochten met draad. Net als bij lichte hekwerken wordt het hekwerk waar nodig aangevuld met beplanting (zie voor specificaties plaatsen van lichte hekwerken). Bij goede ontwikkeling van de beplanting kan op termijn het hekwerk 1 tot 2 meter naar achteren worden geplaatst, tot achter de eerste beplantingslijn zodat het hekwerk minder prominent aanwezig is. PLANNING Het moment waarop hekwerken verwijderd worden hangt samen het feit of begroeiing achter de hekwerken voldoende in staat is een visuele en fysieke barrière te vormen voor het betreden van bosvakken. Plaatsen van hekwerken gebeurt direct wanneer daartoe noodzaak is geconstateerd of als onderdeel van een herinrichting van een deelgebied.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
155
8.2.5
EENMALIGE MAATREGELEN IN BOS EN BEPLANTING
8.2.5.1 BOSVERJONGING DOEL Deze maatregel heeft tot doel te sturen in de leeftijdsopbouw en structuur van bosvakken. De huidige leeftijdsopbouw heeft een scheve verdeling, waarin jonge bomen ondervertegenwoordigd zijn. Daarnaast is de kwaliteit van de jongere boomgeneratie vaak onvoldoende om de rol van oude bomen, mochten die uitvallen, over te nemen. UITVOERING Bosverjonging geschiedt middels de aanplant van jonge bomen in bestaande plantvakken. Geschikte locaties zijn bosvakken waarin de soortenvariatie en/of de leeftijdsspreiding klein is, maar ook locaties waar veel zeer oude bomen of slecht vitale bomen staan en een nieuwe generatie bomen van voldoende kwaliteit gedeeltelijk of geheel ontbreekt. Bij het selecteren van plantlocaties moet daarnaast goed rekening worden gehouden met de groeimogelijkheden. Een voorwaarde voor geslaagde aanplant is de beschikbaarheid van voldoende zonlicht (behoefte verschilt per boomsoort).De volgende richtlijnen zijn verder van toepassing: Bij groepsgewijze aanplant van bomen wordt gekozen voor drie- tot vierjarig plantsoen. Groepsgewijs geplante bomen worden aangeplant met een gemiddeld aantal van 30 stuks per are, dus met een gemiddelde plantafstand van 1,80 meter. Bij kleinere groepen kan een grotere dichtheid worden gebruikt, tot 50 stuks per are. Groepsgewijs geplante bomen worden aangeplant in een heterogeen wildverband. Dit houdt in dat bomen per definitie niet in rechte rijen of in een regelmatig patroon worden geplant en dat de onderlinge afstand tussen struiken varieert van bijna niets tot 3 meter. Plantgroepen eventueel tijdelijk omgeven met hekwerk tot het moment dat de bomen sterk genoeg zijn om weerstand te bieden tegen intensieve recreatie. Locaties waarin dit aan de orde is zijn bijvoorbeeld het speelbos en het groen eiland. Bij individueel te planten bomen wordt gekozen voor bomen met een formaat van 14-16 of vergelijkbaar. Bij minder ontwikkelde bomen is het moeilijker geschikte bomen te selecteren op basis van groeivorm. Individueel te planten bomen worden voorzien van twee boompalen van onverduurzaamd hout, haaks geplaatst op de heersende windrichting, aangebonden met biologisch afbreekbaar of recyclebaar boomband. Gezien de natte omstandigheden van de groeiplaats is de aanleg van een gietrand niet noodzakelijk. Er worden uitsluitend boomsoorten gekozen die binnen de betreffende groeiplaatsomstandigheden gezond oud kunnen worden. Aanplant van bomen die een hoge onderhoudsbehoefte hebben (uitgezonderd de periode van jeugdbegeleidingssnoei) of waarvan het bekend is dat zij op termijn op de gekozen plantlocatie overlast of veiligheidsrisico’s kunnen veroorzaken wordt vermeden. Er worden geen bomen geplant op of in de directe omgeving van bomen of stobben waarop vruchtlichamen van reuzenzwam aanwezig zijn of andere indicators van wortelaantastingen, vanwege het risico op besmetting via het wortelstelsel.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
156
RICHTLIJNEN PER ZONE Historische zone:
In de historische zone worden nieuwe bomen individueel of in kleine groepjes geplant op strategische plaatsen. Plantplaatsen worden zo gekozen dat de nieuwe bomen als opvolger kunnen dienen voor bestaande monumentale bomen. Bomen worden bij de kwekerij individueel geselecteerd op basis van groeivorm en vitaliteit. Afwijkende groeivormen zoals zwaar (maar stabiel!) betakte bomen en kromme bomen kunnen wegens hun markante karakter de voorkeur hebben. In deze zone is ruimte voor aanplant van bijzondere soorten, inclusief exoten en cultivars, mits passend bij de groeiplaats en niet sterk uitzaaiend.
Landschappelijk-recreatieve zone: In deze parkzone worden nieuwe bomen groepsgewijs aangeplant. Per groep wordt in de regel slechts ĂŠĂŠn soort aangeplant of een combinatie van soorten die qua concurrentiekracht goed bij elkaar passen. Hiermee wordt voorkomen dat minder concurrentiekrachtige soorten kort na aanplant weer verdwijnen en de soortendiversiteit afneemt. Per groep wordt voor andere (combinaties van) boomsoorten gekozen. In principe worden alleen inheemse loofboomsoorten aangeplant die passen op de specifieke groeiplaatseisen van Hof De Bist. Met het oog op de hydrologische situatie en kans op overstroming, worden hiervoor gevoelige soorten als beuk terughoudend toegepast. Op enkele strategische plaatsen is ruimte voor aanplant van een boom van een exotische soort, waar dit een significante bijdrage levert aan de beeldkwaliteit, zoals aan het eind van een zichtlijn. Natuurlijke zone:
In de natuurlijke zone worden uitsluitend bomen van inheemse soorten aangeplant die van nature voorkomen op de betreffende groeiplaat of soorten die een historische band hebben met het oorspronkelijke landschap waarvan Hof De Bist deel uit maakt. Met het oog op de hydrologische situatie en kans op overstroming, worden hiervoor gevoelige soorten als beuk terughoudend toegepast.Bomen worden groepsgewijs aangeplant, overeenkomstig met de methode die voor de landschappelijk-recreatieve zone is beschreven. In deze zone is het ook waardevol om plaatselijk open ruimte juist niet te beplanten zodat zich hier een dichte struikvegetatie kan ontwikkelen.
PLANNING Deze maatregel houdt het midden tussen een periodieke beheermaatregel en een inrichtingsmaatregel. Hoewel het feitelijk inrichting betreft, is het noodzakelijk om gedurende deze hele beheerperiode kleinschalig en groepsgewijs te verjongen. Wanneer ineens in het hele park verjongd zou worden, zou de bijdrage aan de leeftijdsspreiding alsnog beperkt zijn.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
157
8.2.5.2 AANPLANT TEN BEHOEVE VAN VERDICHTING BOSZONES DOEL Doel van deze maatregel is het verminderen van de transparantie van een bosrand of –zone zodat zicht door het bos op achterliggend terrein wordt voorkomen. Dit leidt tot een sterkere afbakening van de boskamers, een groter contract tussen open en gesloten delen, een betere definitie van de zichtlijnen en doorkijkjes en daarmee tot een versterking van de zichtrelaties tussen verschillende parkdelen. De maatregel moet leiden tot een boszone met een dichte ondergroei met ruime variatie van soorten. Deze maatregel is van toepassing op die boszones die in de beheerdoelen als ‘te verdichten’ zijn aangemerkt. UITVOERING Te verdichten zones worden ingeplant met struiken en heesters. Daarbij wordt de volgende aanpak gekozen: De te verdichten zone wordt ingeplant met een selectie van struik- en heestersoorten. Soorten worden geselecteerd op basis van hun geschiktheid voor de groeiplaatsomstandigheden en hun beeldkwaliteit. Bloeiende soorten hebben de voorkeur. In de historische parkzone is ruimte voor exoten, waar dit ten goede komt aan de belevingswaarde. Daarbuiten worden inheemse soorten gebruikt. In beide gevallen wordt gekozen voor een aandeel wintergroene soorten, vooral op de punten waar te verdichten zones direct grenzen aan transparante boszones (zie beheerdoelen). Verschillende soorten worden groepsgewijs gemengd, waarbij de groepsgrootte ten minste gelijk is aan maar liefst groter is dan de omvang die een enkel volwassen exemplaar van de betreffende soort kan bereiken. Zo wordt voorkomen dat later in de struiklaag moet worden ingegrepen om verdwijnen van soorten als gevolg van scheve concurrentieverhoudingen te voorkomen. In de regel kan een minimale groepsgrootte van 16m2 worden aangehouden, maar enige variatie hierin versterkt te beeldkwaliteit. Bij deze maatregel wordt geplant met een gemiddelde dichtheid van 50stuks per are, dus met een gemiddelde plantafstand van 1,40 meter. Om een natuurlijk beeld te creëren worden struiken geplant in een heterogeen wildverband. Dit houdt in dat struiken per definitie niet in rechte rijen of in een regelmatig patroon worden geplant en dat de onderlinge afstand tussen struiken varieert van bijna niets tot 2 meter. Tijdens en na de plantwerkzaamheden wordt de te verdichten zone bekeken vanuit meerdere zichtpunten en wordt steeds ingeschat of verdichting voldoende wordt bereikt. PLANNING Aanplant van bomen wordt uitgevoerd in het plantseizoen na de eerstvolgende dunningsronde.
8.2.5.3 AANPLANT SOLITAIRE BOMEN DOEL De aanplant van solitaire bomen heeft tot doel de landschappelijke kwaliteit van te park te versterken. Gezien het aantal aanwezige solitaire bomen en de behoefte aan open ruimte in het park wordt deze maatregel slechts sporadisch toegepast. Solitaire bomen worden uitsluitend aangeplant op locaties aangegeven op de maatregelenkaart (afbeelding 56) en ter vervanging van solitaire bomen die in de komende beheerperiode uitvallen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
158
UITVOERING Bij de aanplant van solitaire bomen worden de volgende richtlijnen aangehouden: Solitaire bomen worden bij de kwekerij individueel geselecteerd op groeivorm. In de historische zone is ruimte voor markante bomen, zowel inheems als exoot. In de overige parkzones worden inheemse soorten gebruikt. In beide gevallen wordt een soort gekozen passend bij de groeiplaatsomstandigheden en afwijkend van de dominante soort in de plantvakken in de directe omgeving van de plantlocatie. Bij het planten van solitaire bomen ter vervanging van een uitgevallen boom hoeven niet per definitie een boom van dezelfde soort geplant te worden. Bij het planten van solitaire bomen ter vervanging van een uitgevallen boom hoeft exact dezelfde plantlocatie gebruikt te worden. De ontwikkeling van beplanting in de directe omgeving kan een aanleiding zijn voor het kiezen van een afwijkende locatie. Wanneer bij een uitgevallen boom wortelrot, reuzenzwam of een andere aantasting in het wortelstelsel aanwezig was, wordt de nieuwe boom op voldoende afstand van de oude groeiplaats geplant om besmetting via het wortelstelsel te voorkomen. Bij nieuw aan te planten solitaire bomen worden bomen van ten minste maat 14-16 gebruikt. Bij intensief gebruikte parkdelen kan best voor een wat grotere maat worden gekozen. Nieuw aan te planten solitaire bomen worden voorzien van twee boompalen, geplaatst haaks op de heersende windrichting, aangebonden met biologisch afbreekbaar of recyclebaar materiaal. Gezien de hoge grondwaterstanden is de aanleg van een gietrand niet nodig. PLANNING Aanplant van bomen wordt uitgevoerd in het plantseizoen, in de regel in het late najaar of vroege winter.
8.2.5.4 VERWIJDEREN SOLITAIRE BOMEN DOEL Doel van deze maatregel is het wegnemen van bomen buiten bosverband. De reden hiervoor kan variëren van het wegnemen van veiligheidsrisico’s (bij aftakelende bomen) tot het versterken van zichtlijnen in en de beeldkwaliteit van het park en van het verbeteren van de mogelijkheden voor evenementen tot het verbeteren van het toekomstperspectief van andere solitaire bomen. UITVOERING Te verwijderen bomen worden zo dicht mogelijk op het maaiveld geveld. Stamhout en dikke takken worden uit het terrein afgevoerd. Tak- en tophout wordt -zo mogelijk- in aanpalende bospercelen verwerkt. Daarbij gaat de voorkeur uit naar het verspreiden over de bosoppervlakte boven het verwerken in takkenrillen of – depots. Tak- en tophout wordt in geen geval als chips in het bos gespoten. Dit leidt tot de ontwikkeling van een ruige storingsvegetatie. Solitaire bomen bevinden zich vrijwel altijd in gras. Om hinderlijke situaties voor maaimachines of gevaarlijke situaties voor parkbezoekers te voorkomen (na het wegrotten van stobben kunnen putten ontstaan), worden stobben gefreesd tot circa 20 centimeter onder maaiveld. Wanneer nodig wordt de locatie aangevuld met zwarte grond en ingezaaid met gras. PLANNING Verwijderen van bomen gebeurt per definitie buiten het vogelbroedseizoen. Verwijderen van loofbomen gebeurt bij voorkeur in de periode waarin geen blad meer aan de boom zit zodat de hoeveelheid afval beperkt blijft. Verwijderen van bomen wordt bij voorkeur in één werk uitgevoerd met eventuele dunningswerkzaamheden in aanpalende bosvakken.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
159
8.2.5.5 AANPLANT BEELDBEPALENDE STRUIKEN DOEL Aanplant van beeldbepalende struiken wordt toegepast op locaties waar extra hoge eisen worden gesteld aan de beeldkwaliteit. Dit betreft zones die zijn aangewezen als markante boszone (zie afbeelding 35). De nieuwe aanplant heeft tot doel de betreffende zones te verfraaien. UITVOERING Struiken worden aangeplant in de aangegeven randzones van de betreffende plantvakken, waarbij de contour van het plantvak wordt gevolgd en versterkt. Voor deze aanplant gelden de volgende richtlijnen: Gekozen wordt voor bloeiende soorten en soorten met opvallende vruchten, bladvorm of bladkleur (ook herfstverkleuring). Voor een robuuste uitstraling wordt gekozen voor aanplant van grotere groepen van slechts één of twee soorten. De soortensamenstelling wordt zo gekozen dat spreiding ontstaat in bloeitijd, vruchtdracht en herfstverkleuring zodat de esthetische meerwaarde over een zo lang mogelijke periode wordt verspreid. Gezien de veelvuldige aanwezigheid van rododendrons in Hof De Bist wordt niet voor deze soort gekozen. Bij de keuze voor soorten wordt daarnaast ook rekening gehouden met de waarde die soorten hebben voor vlinders, bijen en andere insecten. PLANNING Aanplant van struiken wordt uitgevoerd in het plantseizoen na de eerstvolgende dunningsronde.
8.2.5.6 AANPLANT ZICHTBLOKKERENDE STRUIKEN DOEL Een van de kenmerkende uitgangspunten van de landschapsstijl die in een deel van Hof De Bist nog herkenbaar is, is het principe van ‘verschijnen en verdwijnen’. Dit uit zich in vergezichten in de vorm van zichtassen die de zichtrelaties tussen parkdelen versterken en, als tegenhanger daarvan, de aanwezigheid van verrassingseffecten, bewerkstelligd door parkdelen juist aan het zicht te onttrekken. Dichte boszones zorgen hiervoor (zie paragraaf 8.2.5.2) maar op kleinere schaal wordt dit effect versterkt door de aanplant van zichtblokkerende struiken. Deze struiken werden in de ontwerpperiode waarin ook Hof De Bist werd aangelegd, op strategische locaties voorzien, zoals binnenbochten van paden of op hoeken van kruisende paden. Deze beplanting is door de jaren heen verdwenen of zo ver uitgegroeid dat het zichtblokkerende effect is verdwenen. Aanplant van zichtblokkerende struiken herstelt dit effect. UITVOERING Voor de aanplant van zichtblokkerende struiken gelden de volgende richtlijnen: Gekozen wordt voor wintergroene struiken zoals taxus, hulst of buxus, mits de groeiplaats dit toelaat, gelet op de hoge grondwaterstanden. Niet wintergroene soorten als kornoelje en tweestijlige meidoorn behoren ook tot de mogelijkheid. Struiken worden in dichte groepen aangeplant met een dichtheid van 60 tot 75 stuks per are. De grootte van de beplantingsgroepen is beperkt en wordt afgestemd op de plantlocatie. De grootte en vorm wordt dusdanig gekozen dat de zichtblokkerende functieoptimaal wordt vervuld, zonder dat een grote ‘groene muur’ wordt gecreëerd. Subtiliteit is van belang. PLANNING Aanplant van struiken wordt uitgevoerd in het plantseizoen na de eerstvolgende dunningsronde.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
160
EENMALIGE MAATREGELEN
TERUGKERENDE MAATREGELEN
TABEL 20, OVERZICHT BEHEERMAATREGELEN MAATREGEL Selectief dunnen kroonlaag Selectief beheer struiklaag Versterken transparantie boszones Visuele boomcontrole Jeugdbegeleidingssnoei Onderhoudssnoei Beheer risicobomen Verwijderen onkruid Inboeten sierbeplanting Scheren hagen Bestrijding ongewenste soorten Regulier maaibeheer gazon Maaien gras met bloembollen Beheer natuurlijk grasland/ruigte Beheer beschoeiing Onderhoud duikers Faunabeheer Onderhoud paden en verharding Onderhoud bruggen Onderhoud hekwerk Onderhoud gebouwen & bouwwerken Onderhoud recreatief meubilair Onderhoud kunstwerken Legen vuilbakken Verwijderen zwerfafval Verwijderen blad- en vruchtval Aanbrengen drainage Heraanleg grasland Schonen waterbodem Vergroten waterberging Heraanleg entreezone Herziening bruggen Heraanleg speelplaats Inrichten speelbos Heraanleg fit-o-meter Aanleg calisthenics Aanleg verlichting Plaatsen parkmeubilair Aanleg drinkwatervoorziening Plaatsen hekwerk Bosverjonging Aanplant ifv verdichting bos Aanplant solitaire bomen Verwijderen solitaire bomen Aanplant beeldbepalende struiken Aanplant zichtblokkerende struiken Aanleg flauwe oever Verwijderen grondwal
VOORZIEN OP TERREIN WAAROP BOSDECREET VAN TOEPASSING IS X X X X
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
MAATREGELEN DIE VOLGENS BOSDECREET GEMACHTIGD MOETEN WORDEN X X X X
X X
X X
X X
X X
X X X X X
X
X
X X X X X X X
X
X X X
X X X
X X
X X
X X
X X
X X X
X X X
X X X
X X X
Buiting Advies BV
161
8.2.6
GRONDWERKEN
8.2.6.1 REALISEREN FLAUWE OEVERZONE DOEL Met de aanleg van een flauwe oeverzone wordt de overgangszone tussen het natte milieu van vijver en watergang en het droge milieu van gras of beplanting vergroot. Hiermee wordt meer ruimte geboden aan soorten die juist in dergelijke overgangsmilieus goed gedijen. Doel hiervan is het versterken van de ecologische kwaliteit van het park, met als afgeleid doel het versterken van de belevingswaarde in het park door vergroting van de variatie in landschapstypen. Deze maatregel wordt specifiek toegepast aan de noordoever van de watergang die de zuidzijde van het sportveld begrenst en in de open plek aan de noordzijde van de vijver. UITVOERING Op de locaties waar de aanleg van flauwe oeverzones is voorzien wordt binnen de aangegeven contour (zie maatregelenkaart) de eventueel aanwezige beschoeiing verwijderd en grond ontgraven. Daarbij wordt vanaf de waterbodem een nieuw talud opgetrokken dat geleidelijk oploopt tot het oorspronkelijke maaiveld. Van belang is dat binnen dit talud microreliëf wordt gecreëerd zodat de variatie in groeiplaatsomstandigheden op kleine schaal nog verder wordt vergroot. Vooral de oppervlakte in de zone net boven de gemiddelde waterlijn dient vergroot te worden. Deze zones zullen tevens een rol spelen in de opvang van hemelwater wanneer aanspraak gemaakt wordt op de waterbergende capaciteit van Hof De Bist. PLANNING De oeverzones worden aangepast samen met de werkzaamheden ter realisatie van de waterbergende functie in het park (zie ook paragraaf 8.2.1.5). Zo kunnen de werkzaamheden efficiënt worden uitgevoerd en blijft de overlast voor parkbezoekers beperkt tot een korte periode.
8.2.6.2 VERWIJDEREN GRONDWAL IN EVENEMENTENWEIDE DOEL Tussen de speelplaats voor de jonge jeugd en het groene eiland bevindt zich een langgerekte verhoging in het centrale grasveld. Deze verhoging wordt als storend ervaren door sportende en spelende parkbezoekers en zal daarom worden verwijderd. UITVOERING EN PLANNING De grondwal wordt verwijderd en het vrijgekomen materiaal wordt verspreid over de lage delen van het grasveld. De maatregel wordt uitgevoerd als integraal onderdeel van de heraanleg van het centrale grasveld (zie paragraaf 8.2.1.2).
8.3
OVERZICHT MAATREGELEN
Onderstaande tabel geeft een overzicht van bovenbeschreven maatregelen. Per maatregel is aangegeven of deze is voorzien in terreindelen waarop het bosdecreet van toepassing is en van die maatregelen waarbij dat het geval is, of de maatregelen volgens het bosdecreet gemachtigd dienen te worden. Een aandachtspunt ligt bij die maatregelen waarvoor ter aanvulling van dit beheerplan een ontwerp opgemaakt moet worden, of waarvoor de technische gegevens nog uitgewerkt moeten worden. Voor deze maatregelen zal aanvullend op dit beheerplan een machtiging moeten worden gevraagd. Deze maatregelen worden ander toegelicht in de ontwerpopgaven in paragraaf 9.1.3.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
162
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
163
9
BEHEERPLANNING
De eenmalige en terugkerende beheermaatregelen als beschreven in voorgaand hoofdstuk, vormen samen het instrumentarium voor de beheerder: de gereedschapskist. Deze maatregelen zijn erop gericht de beheerdoelstellingen in de komende beheerperiode zo goed mogelijk te realiseren. De meest concrete stap in dit beheerpan is de beheerplanning. Hierin wordt beschreven waar en wanneer de maatregelen moeten worden ingezet om de beoogde resultaten te kunnen behalen. De beheerplanning valt uiteen in een ruimtelijke planning en een planning in de tijd, als nader toegelicht in onderstaande paragrafen.
9.1
RUIMTELIJKE PLANNING
9.1.1
VAKKEN EN AFDELINGEN
In de ruimtelijke planning wordt aangegeven waar de beheermaatregelen worden ingezet. Om het koppelen van maatregelen aan specifieke locaties te vergemakkelijken, is het beheergebied ingedeeld in vakken en afdelingen. De vakken en afdelingen zijn op basis van logische terreinkenmerken onderscheiden en in de regel zó begrensd dat een afdeling slechts één beheereenheid omvat. Uitzondering hierop zijn de lijn- en puntvormige beheereenheden die zich in de vakken bevinden. Afbeelding 52 toont de indeling in vakken en afdelingen. In enkele gevallen bestaan afdelingen uit meerdere vlakken die sterk overeenkomen qua inrichting en beheer, die door andere beheereenheden zoals paden of watergangen van elkaar worden gescheiden. Om het aantal afdelingen te beperken en de praktische uitvoerbaarheid te vergoten zijn dergelijke oppervlakten samengevoegd tot één afdeling. Behalve de vakken en afdelingen zijn ook de solitaire bomen in Hof De Bist voorzien van een volgnummer, zodat in het beheer eenvoudig naar specifieke bomen kan worden verwezen.
9.1.2
MAATREGELEN PER AFDELING
Op basis van de staat van onderhoud, fysieke kenmerken en beheerdoelen die voor het park zijn geformuleerd, is per afdeling bepaald welke maatregelen uit de maatregelenset daarin moeten worden uitgevoerd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de terugkerende maatregelen en de eenmalige maatregelen. In de beheertabellen (tabellen 21 en 22) is hiervan een overzicht gegeven. Waar nodig is een korte toelichting gegeven op de uitvoering van het beheer in specifieke afdelingen. Ter verduidelijking zijn aanvullend enkele thematische kaarten opgenomen (afbeelding 53 tot en met 59) met de aanduiding van de locaties waarop specifieke maatregelen getroffen moeten worden.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
164
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
165
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
166
Afbeelding 52, Indeling in vakken en afdelingen
Tabel 21, terugkerende beheermaatregelen per afdeling
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
167
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
168
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
169
Tabel 22, eenmalige beheermaatregelen per afdeling
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
170
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
171
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
172
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
173
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Adviesmet BV betrekking tot bos en beplanting. Afbeelding 53, Locaties waarop terugkerende maartregelen Buiting zijn voorzien
174
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Adviesmet BV betrekking tot korte vegetatie Afbeelding 54, Locaties waarop terugkerende maartregelen Buiting zijn voorzien
175
Afbeelding 55, Locaties waarop terugkerende maartregelen zijn voorzien met betrekking tot infrastructuur en voorzieningen. Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV
176
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Advies Afbeelding 56, Locaties waarop eenmalige maartregelen zijnBuiting voorzien met BV betrekking tot bos en beplanting.
177
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Advies Afbeelding 57, Locaties waarop eenmalige maartregelen zijnBuiting voorzien met BV betrekking tot de toegankelijkheid
178
Natuurbeheerplan Hof waarop De Bist, eenmalige Stad Antwerpen/Ekeren Advies BV Afbeelding 58, Locaties maartregelen zijnBuiting voorzien met betrekking tot parkfaciliteiten en meubilair.179
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Advieszijn BVvoorzien. Afbeelding 59, Locaties waarop eenmalige maatregelen metBuiting grondverzet
180
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren Advies BV Afbeelding 60, deelgebieden waarvoor ontwerpopgaven zijn Buiting geformuleerd
181
9.1.3
ONTWERPOPGAVEN
Een aantal eenmalige maatregelen als beschreven in hoofdstuk 8, betreft feitelijk de herinrichting van een specifiek deelgebied. Deze herinrichting vraagt een verdere gedetailleerde beschrijving waaronder een passend ontwerp en een uitvoeringsbestek. De deelgebieden waarop dit van toepassing is zijn weergegeven op afbeelding 60. Als nadere uitwerking op dit beheerplan wordt per deelgebied een aparte ontwerpopgave uitgewerkt. Het betreft de volgende deelgebieden: Entreezone Isabellalei De entreezone wordt geheel opnieuw ingericht. Hiervoor wordt op detail een nieuw ontwerp gemaakt waarin de volgende richtlijnen worden betrokken: De entreezone krijgt een meer formele en herkenbare uitstraling. De feitelijke entree wordt in noordelijke richting verplaatst. De graszone tussen de huidige entreezone en de weg wordt bij de entreezone betrokken. De entreezone wordt uitgerust met een vuilbak en bord met parkreglement. De entreezone biedt plaats aan een fietsenstalling. De nieuwe entree wordt goed aangesloten op de achterliggende infrastructuur. Wandelpad kwelzone Door de kwelzone wordt een nieuw pad aangelegd dat het pad naar het sportveld verbindt met de nieuwe entreezone aan de Isabellalei. Het exacte tracé, vormgeving en materialisering worden in een gedetailleerd ontwerp uitgewerkt. De volgende richtlijnen zijn van toepassing: Het pad door het natuurlijke grasland wordt uitgevoerd als verhoogd vlonder- of roosterpad, wordt speels vormgegeven en stimuleert de parkbezoeker om op het pad te blijven. Het verhoogde pad is ook onder natte omstandigheden goed begaanbaar. De infrastructuur door het bos wordt uitgevoerd als zandpad. Het nieuwe pad sluit naadloos aan op de entreezone aan de Isabellalei en de bospaden waarop het pad aantakt. Flauwe oever sportveld De flauwe oever wordt in een detailplan uitgewerkt waarin met onder meer dwarsprofielen het nieuwe profiel wordt aangegeven. Verder geldt het volgende: Aan de hand van principeprofielen wordt aangegeven hoe het microreliëf wordt vormgegeven. Zowel ecologische als hydrologische belangen moeten in het ontwerp worden behartigd. Bruggen Beide bruggen in het park zijn toe aan een herziening. Mede op basis van een bouwkundige inspectie wordt bepaald wat de urgentie is voor deze maatregel en of herstel dan wel volledige vervanging nodig is. In het laatste geval wordt een ontwerpopgave geformuleerd waarbij ten minste wordt opgenomen dat de nieuwe bruggen beeldbepalende elementen in het park moeten worden. Wandelpad bos In het bosvak wordt een pad aangelegd. Het betreft in feite geen nieuw pad, maar de heraanleg van een eerder afgesloten pad. Het tracé is dan ook geen onderwerp van het nieuwe ontwerp. Wel moet in de ontwerpopgave worden uitgewerkt op welke passende wijze de bezoekers over het pad worden geleid en wordt voorkomen dat het bos aan beide zijden overmatig wordt betreden (de reden waarom het pad eerder werd afgesloten).
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
182
Flauwe oever aan open plek tussen vijver en kasteel De flauwe oever wordt in een detailplan uitgewerkt waarin met onder meer dwarsprofielen het nieuwe profiel wordt aangegeven. Verder geldt het volgende: Aan de hand van principeprofielen wordt aangegeven hoe het microreliëf wordt vormgegeven. Zowel ecologische als hydrologische belangen moeten in het ontwerp worden behartigd. Deze over ligt in het verlengde van een zichtas. Omwille daarvan wordt ook de beeldkwaliteit in het ontwerp betrokken. Hoofdentree De hoofdentree wordt in detail aangepast. De volgende onderdelen worden daarin betrokken: Inpassing fietsenstalling conform voorstel in dit beheerplan (afbeelding 45), inclusief aanpassing hekwerken en sierbeplanting. Vervangen plantenbak voor klap- of verdwijnpaal ten behoeve van toegankelijkheid voor nooddiensten. Verlichting voortuin De huidige verlichting van de voortuin functioneert niet en wordt verwijderd. Een nieuw verlichtingsplan wordt opgemaakt waarin de aard van de verlichting, de locatie van de lichtpunten en overige randvoorwaarden worden beschreven. Calisthenics De calisthenicsopstelling wordt geplaatst in het perceel dat daarvoor in dit plan is aangewezen. Een gedetailleerde uitwerking geeft invulling aan de volgende onderwerpen: De exacte plaatsing van de toestellen De ophoging van het maaiveld om wateroverlast te voorkomen. De materialisering van de valdempende laag onder en rond de toestellen. De plaatsing van een drinkfonteintje. De inrichting van de direct omgeving van de opstelling: het gazon wordt gedeeltelijk bij het achterliggende bosvak betrokken. De wijze waarop de bomen tussen de calisthenics en het kasteel worden beschermd (denk aan geen ophoging boven wortelpakket, eventueel verwijderen onderste takken voor ‘lucht en licht’). Parking De parking kan efficiënter worden ingericht om te voorzien in de sterke vraag naar parkeerruimte. Doel van de herinrichting is het vergroten van het aantal auto’s dat op de parking kan worden gestald, evenals het uitbreiden van de capaciteit van de fietsenstalling. De herinrichting wordt in een nieuw ontwerp verder uitgewerkt. Speelplaats jonge jeugd De speelplaats van de jonge jeugd wordt herzien. De volgende richtlijnen zijn van toepassing: Het aanbod van speeltoestellen wordt uitgebreid en gemoderniseerd. De inpassing van een drinkfonteintje wordt onderzocht. Een doorgang door het bos tussen de brasserie en het centrale grasland wordt ingericht als onderdeel van de speelruimte (zie beschrijving in dit plan). Speelplaats oudere jeugd De speelplaats van de oudere jeugd wordt herzien. De volgende richtlijnen zijn van toepassing: Het aanbod van speeltoestellen wordt uitgebreid en gemoderniseerd. De inrichting wordt zo ontworpen dat overmatige betreding van het omringende bosvak wordt beperkt.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
183
Gras evenementenzone Het gras van de evenementenzone wordt opnieuw ingericht binnen de volgende voorwaarden: Het gehele grasveld wordt opnieuw aangelegd en voorzien van drainage. In een meer gedetailleerde uitwerking wordt de mate van ophoging en het nieuwe profiel bepaald. Het ontwerp omvat een drainageplan waarin rekening wordt gehouden met de hoge waterstanden en de waterbergende functie in het park. Het drainageplan moet zo worden berekend dat het draineren van grasterrein geen invloed heeft op de invloed hebben op de bosbestanden. In een nader ontwerp wordt bepaald of alleen evenementenzone type 1 of ook type 2 wordt voorzien van een verstevigde graszone en welke vorm van versteviging hiervoor gebruikt moet worden.
9.2
PLANNING IN DE TIJD
9.2.1
WERKBLOKKEN
Beheermaatregelen richten zich op behoud en ontwikkeling van het park en de daarin ondergebrachte functies. De voorbereiding, planning en wijze van uitvoeren worden zorgvuldig gepland zodat het beoogde effect kan worden behaald. Dit laat onverlet dat de werkzaamheden zelf voor tijdelijke overlast kunnen zorgen. Dit kan door geluidsoverlast, een tijdelijke afname van de beeldkwaliteit of doordat delen van het park tijdelijk niet toegankelijk zijn. Om de overlast voor parkbezoekers tot een minimum te beperken worden de werkzaamheden zo efficiënt mogelijk uitgevoerd. Een hulpmiddel hierbij ie het gebruik maken van werkblokken. Het park is verdeeld in werkblokken, elk bestaande uit meerdere aan elkaar grenzende afdelingen. De werkblokken zijn zo gekozen dat de oppervlakte, complexiteit in beheer en beheernoodzaak ongeveer gelijk is verdeeld. Elk jaar wordt in de regel één werkblok onder handen genomen. Dat houdt in dat alle maatregelen die in het betreffende werkblok uitgevoerd moeten worden, in dat zelfde jaar worden gepland. Voordeel hiervan is dat in de overige werkblokken vrijwel geen beheeringrepen worden uitgevoerd en de overlast daar minimaal is. Voor Hof De Bist wordt een beheercyclus van zes jaar gehanteerd. Meerder maatregelen worden elke zes jaar herhaald. In navolging daarvan zijn ook zes werkblokken begrensd, zoals weergegeven in afbeelding 61. Een aantal maatregelen kent een cyclus van drie of zelfs één jaar. Dit houdt in dat deze maatregelen ook moeten worden uitgevoerd in het jaar waarop het betreffende werkblok feitelijk niet ‘aan de beurt’ is. Dit betreft maatregelen die geen of slechts beperkte overlast opleveren.
9.2.2
PLANNING VAN TERUGKERENDE MAATREGELEN
Tabel 23 geeft de planning van de maatregelen weer in de tijd. De meeste terugkerende maatregelen worden jaarlijks uitgevoerd, maar een aantal maatregelen kent een cyclus van enkele jaren. Waar maatregelen jaarlijks worden uitgevoerd, maar elk jaar in een ander werkblok, is aangegeven welk werkblok het betreffende jaar aan de beurt is.
9.2.3
PLANNING VAN EENMALIGE MAATREGELEN
De planning van eenmalige maatregelen is weergegeven in tabel 24. De eenmalige maatregelen zijn zo veel mogelijk geclusterd in het jaar waarin het betreffende werkblok op het programma staat. In bepaalde gevallen is daar vanaf geweken vanwege een hogere urgentie. Ook is het in de praktijk niet altijd mogelijk om werkzaamheden in hetzelfde jaar uit te voeren. Zo worden plantwerkzaamheden steeds gepland in het groeiseizoen na de uitvoering van dunningswerkzaamheden in hetzelfde bosvak om te voorkomen dat verjonging wordt beschadigd door de werkzaamheden.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
184
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Afbeelding 61, werkblokken in Hof DeAntwerpen/Ekeren Bist.
Buiting Advies BV
185
Tabel 23, maatregelenplanning terugkerende maatregelen
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
186
Tabel 24, maatregelenplanning eenmalige maatregelen
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
187
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
188
Natuurbeheerplan De Bist,vanaf Stad Antwerpen/Ekeren Buiting Advies BV Afbeelding 62, FraaiHof doorkijkje het sportveld naar de evenementenweide.
189
10
OPVOLGING
Het natuurbeheerplan voor Hof De Bist bestrijkt een beheerperiode van 24 jaar. Op visieniveau is dit een overzichtelijke periode. Het langdurig volgen van dezelfde lijn in beleid en beheer leidt tot een consequente omgang met het park en voorkomt een aaneenschakeling van ad hoc beslissingen die de onderlinge samenhang van keuzes in beheer, inrichting en functievervulling in gevaar brengen. Een lange beheerperiode biedt de beheerder daarnaast de kans om ook te sturen in ontwikkelingen die van nature traag verlopen én om kostenintensieve ingrepen efficiënt in de tijd te spreiden. Op niveau van het dagelijks beheer is een periode van 24 jaar daarentegen erg lang. Hoewel beheeringrepen steeds weloverwogen en planmatig worden ingezet, zijn de effecten daarvan niet in alle gevallen met zekerheid te voorspellen. Om de beheerdoelstellingen te behalen is het daarom van belang dat de effecten van maatregelen worden gevolgd en de beheerder voldoende ruimte heeft om het beheer bij te sturen wanneer blijkt dat de doelstellingen niet of niet voldoende worden behaald.
10.1
PERIODIEKE EVALUATIE
Voorliggend beheerplan gaat uit van een beheercyclus van 6 jaar. Terugkerende beheermaatregelen (cyclisch beheer) worden met een zekere regelmaat uitgevoerd. Waar maaibeheer jaarlijks of meerdere keren per jaar wordt uitgevoerd, geldt voor boomcontrole en –onderhoud een reguliere cyclus van 3 jaar en voor dunning van bos een periode van 6 jaar. Dit principe zijn in een cyclus van 6 jaar alle terugkerende beheermaatregelen overal waar nodig in het park ten minste één maal zijn uitgevoerd. Dit is dan ook een goed moment om een tussentijdse evaluatie van het beheer uit te voeren. Bij de tussentijdse evaluatie maakt de beheerder een overzicht van de getroffen maatregelen en de mate waarin deze maatregelen hebben geleid tot het realiseren van de beheerdoelstellingen als vastgelegd in dit beheerplan. Indien dit daartoe aanleiding geeft, wordt beschreven welke aanpassingen in het beheer nodig zijn om de beheerdoelstellingen efficiënter te kunnen nastreven. Mogelijke aanleidingen tot aanpassing kunnen zijn tegenvallende of afwijkende resultaten van maatregelen, onvoorziene omstandigheden of ontwikkelingen in het park, het optreden van calamiteiten die een noodzaak vormen tot beheerwijziging of nieuwe inzichten, methoden of materialen die de beheerdoelstellingen beter dienen. De gewenste aanpassingen worden na de evaluatie verwekt tot een herziening van het beheerplan. Aanpassingen in het beheer dienen goed onderbouwd te zijn en derhalve niet gebaseerd te worden op persoonlijke voorkeuren of momentopnamen. Gedurende de hele beheercyclus worden waarnemingen en beheerresultaten daarom goed bijgehouden en gearchiveerd. Niet alleen blijft kennis en ervaring zo ook na eventuele personele wijzigingen beschikbaar, deze administratie draagt ook vooral bij aan het signaleren van trends. Trends, zeker wanneer deze een langere periode bijstrijken, geven een betere onderbouwing voor wijzigingen in het parkbeheer. Bepaalde ontwikkelingen en beheerresultaten zijn moeilijk te beschrijven op basis van dagelijkse waarnemingen alleen. Hiervoor is het noodzakelijk periodiek een gerichte inventarisatie uit te voeren. Voor Hof De Bist geldt dit ondermeer voor:
De vegetatieontwikkelingen in het kwelgebied. Ontwikkelingen in de gebieden waarvoor een natuurstreefbeeld is aangewezen, in het bijzonder gericht op het voorkomen van voor het natuurstreefbeeld kenmerkende soorten (zie ook bijlage 5 van dit beheerplan). Het voorkomen van specifieke soorten flora en fauna, met speciale aandacht voor ongewenste soorten. Ontwikkelingen in de leeftijdsspreiding en soortensamenstelling van bosbestanden. De effecten van de waterbergende functie in het park op de vitaliteit van parkbomen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
190
De effecten van de waterbergende functie op de waterhuishouding in de parkdelen die gevoelig zijn voor wateroverlast. De effecten van evenementen op de staat van onderhoud in het park en de gebruiksmogelijkheden voor overige parkbezoekers.
10.2
TUSSENTIJDSE ACTUALISATIE
In het beheerplan zijn naast terugkerende maatregelen ook eenmalige maatregelen opgenomen. Zeker ingrijpende maatregelen die voorzien in de herinrichting of functieverandering van een deel van het park, kunnen ertoe leiden dat het beheer dat voor dat parkdeel is beschreven, niet langer van toepassing is. Na afloop van elke zesjaarlijkse beheercyclus wordt het plan geactualiseerd. De actualisatie omvat het doorvoeren van de inrichtingsaanpassingen in de beheerkaarten en het –waar relevant- opnieuw toekennen van maatregelen uit de maatregelenset op de gewijzigde inrichting van deelgebieden. Met het oog hierop is het van groot belang dat na elke wijziging van de inrichting in een deelgebied as-built plannen worden opgemaakt. Na es jaar kunnen deze plannen dan zonder nieuwe opmetingen ineens worden verwerkt in het beheerplan. Zo wordt voorkomen dat de actualisatie van het beheerplan een intensieve en kostbare exercitie wordt.
10.3
EINDEVALUATIE
Periodieke herziening van het beheerplan als beschreven in paragraaf 10.1, heeft betrekking op de inzet van specifieke beheermaatregelen die op een specifieke locatie worden ingezet. De in te zetten maatregelen of de wijze waarop ze worden uitgevoerd kunnen worden bijgestuurd. Gedurende de vier beheercycli van 6 jaar blijven de visie en daarop gebaseerde beheerdoelstellingen in principe ongewijzigd. Aan het eind van de gehele beheerperiode van 24 jaar wordt een eindevaluatie gehouden waarin niet alleen de beheerresultaten in beschouwing worden genomen, maar ook de beheerdoelstellingen. Wanneer hiertoe aanleiding bestaat kunnen op dit moment ook de beheerdoelstellingen worden gewijzigd of genuanceerd. Het is daarbij van belang te realiseren dat de aanpassingen opnieuw voor een hele beheerperiode van kracht zullen blijven en derhalve zorgvuldig overwogen moeten worden. Redenen tot aanpassing van beheerdoelstellingen zijn vooral de volgende situaties:
Het beheerplan bevat te ambitieuze doelstellingen die ook over langere tijd niet haalbaar blijken. Het beheerplan bevat doelstellingen die reeds gehaald zijn en verder aangescherpt kunnen worden. Fysieke of beleidsmatige veranderingen in of om het park maken dat beheerdoelstellingen niet langer van toepassing of actueel zijn.
Voor de overkoepelende beheervisie geldt dat de reikwijdte hiervan groter is dan een enkele beheerperiode. In beginsel wordt de visie daarom wel geëvalueerd maar niet gewijzigd. Slechts wanneer daarvoor zwaarwegende redenen voor zijn wordt aanpassing van de beheervisie overwogen. Dit kan zijn wanneer bijvoorbeeld de maatschappelijke of beleidsmatige context zo is veranderd dat de beheervisie daar niet langer meer bij aansluit.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
191
OVERZICHTEN
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
192
11
LITERATUUROVERZICHT
Voor het opstellen van het Landschapsbeheerplan Hof De Bist is gebruik gemaakt van bestaande literatuur en van gegevens die van internetpagina’s zijn betrokken. Onderstaand overzicht toont de bronnen waarvan gebruik is gemaakt.
GEBRUIKTE LITERATUUR Anoniem (2015). Antwerpen 2020/2025/2030 Actief & Bereikbaar, Deel 2-richtinggevend gedeelte beleidsplan, Antwerpen. Bourdeau B. (2014). Politiezone RIHO. Reglementen en Richtlijnen voor organisatoren van evenementen. Koster, A. (2001). Ecologisch groenbeheer. Haarlem: Schuyt & Co bv. Marius, L (2009). Mag het licht uit?, Over de structurele maatregelen en argumenten van gemeentes om de nacht donker te laten. Stad Antwerpen, openbaar domein (2016). Straatmeubilaris, catalogus van straatmeubilair bij inrichting van de Antwerpse publieke ruimte, Antwerpen Steeman R. (2015). Raamovereenkomst voor ecologische monitoring kerngebieden Groenplan stad Antwerpen. Deelopdracht ‘Hof de Bist’. Rapport Natuurpunt Studie 2015/9, Mechelen. Technum i.s.m. Buiting Advies (2013), in opdracht van Stad Antwerpen. Groenplan Antwerpen, deel 2: ecologie, Antwerpen. Technum i.s.m. Buiting Advies (2013), in opdracht van Stad Antwerpen. Groenplan Antwerpen, deel 3: milieu, Antwerpen. Technum i.s.m. Buiting Advies (2013), in opdracht van Stad Antwerpen. Groenplan Antwerpen, deel 4: historische functie, Antwerpen. Technum i.s.m. Buiting Advies (2013), in opdracht van Stad Antwerpen. Groenplan Antwerpen, deel 5: gebruik, Antwerpen 2013 Verhaegen, F., W. Dam (2005). Beheersplan Hof De Bist. Antwerpen: Stad Antwerpen, District Ekeren.
GEBRUIKTE WEBSITES www.felixarchief.be www.geopunt.be www.jozefjpeters.be www.natura2000.vlaanderen.be https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/11400 www.vogelbescherming.be www.vogelbescherming.nl www.waarnemingen.be
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
193
12
OVERZICHT KAARTEN EN AFBEELDINGEN
AFBEELDING Afbeelding 1 Afbeelding 2 Afbeelding 3 Afbeelding 4 Afbeelding 5 Afbeelding 6 Afbeelding 7 Afbeelding 8 Afbeelding 9 Afbeelding 10 Afbeelding 11 Afbeelding 12 Afbeelding 13 Afbeelding 14 Afbeelding 15 Afbeelding 16 Afbeelding 17 Afbeelding 18 Afbeelding 19 Afbeelding 20 Afbeelding 21 Afbeelding 22 Afbeelding 23 Afbeelding 24 Afbeelding 25 Afbeelding 26 Afbeelding 27 Afbeelding 28 Afbeelding 29 Afbeelding 30 Afbeelding 31 Afbeelding 32 Afbeelding 33 Afbeelding 34 Afbeelding 35 Afbeelding 36 Afbeelding 37 Afbeelding 38 Afbeelding 39 Afbeelding 40 Afbeelding 41 Afbeelding 42 Afbeelding 43 Afbeelding 44 Afbeelding 45 Afbeelding 46 Afbeelding 47 Afbeelding 48
Detail van de Ringdreef Kadastraal overzicht Situering van het plangebied binnen district Ekeren Basiskaart Hof De Bist Uitsnede uit Atlas van Buurtwegen 1841 Uitsnede uit Atlas van Buurtwegen 1841, detailkaart deelgebied 25 Bestemmingen volgens het gewestplan Gebieden van het VEN en IVON Biologische waarderingskaart (BWK2) Detailweergave van digitaal hoogtemodel Digitaal hoogtemodel van het omringende landschap Bodemclassificatie Uitsnede uit de bodemkaart Oppervlaktewater en overstroming Water en overstroming Neerslaggegevens (millimeter/jaar) in de periode 1951-2014 en 2005-2014 Wateroverlast op de evenementenweide Begrenzing van bosbestanden Gevarieerde vegetatie in het kwelgebied Potentieel natuurlijke vegetatie per bosbestand Dikke dode bomen bieden nestgelegenheid aan holenbroeders Uitsnede uit de Carte des Pays-Bas, Fricx 1712 Collage van historische kaartbeelden Vergelijking luchtfotoâ&#x20AC;&#x2122;s uit de periode 1979-1990 en 2014 Uitsnede uit het GEO-portaal van Onroerend Erfgoed Zichtlijnen Enkele voorzieningen in het park Hof De Bist Toegankelijkheid en ontsluiting Bruggen in het park Voorzieningen en faciliteiten Detail van het pad nabij het korfbalveld Inventaris beheereenheden Aanzicht van de tuin en de zuidgevel van het kasteel Parkzones met accenten voor gebruik, inrichting en beheer Boskamers en landschappelijke doelstellingen Referentiebeeld bos met natuurwaarden Natuurstreefbeelden Referentiebeeld eiken-beukenbossen op zure bodems Parkreglement Beheerdoelen voor toegankelijkheid en openstelling Referentiebeeld uitdagende toegang tot speelplaats Referentiebeeld regulerende doorgang door kwetsbare begroeiing Zones voor specifiek gebruik Beheerdoelstellingen samengevat Detailweergave doelsituatie Blik op de elzensingel tussen korfbalveld en hondenloopzone Bos met homogene leeftijdopbouw en dichte kroonlaag Selectief beheer struiklaag houdt aandeel rododendrons binnen grenzen
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
PAGINA 7 11 13 15 17 17 19 21 23 25 26 27 27 29 31 32 33 35 37 39 45 47 49 51 53 57 63 65 67 69 75 78 81 85 87 91 95 97 103 105 111 111 113 118 119 121 123 125
194
AFBEELDING Afbeelding 49 Afbeelding 50 Afbeelding 51 Afbeelding 52 Afbeelding 53 Afbeelding 54 Afbeelding 55 Afbeelding 56 Afbeelding 57 Afbeelding 58 Afbeelding 59 Afbeelding 60 Afbeelding 61 Afbeelding 62
62
Ongewenste soorten als Japanse duizendknoop Kleinschalig mozaĂŻek van vegetatie Referentiebeeld natuurlijke gebiedseigen speelaanleidingen Indeling in vakken en afdelingen Terugkerende maatregelen met betrekking tot bos en beplanting Terugkerende maatregelen met betrekking tot korte vegetaties Terugkerende maatregelen met betrekking tot infrastructuur en voorzieningen Eenmalige maatregelen met betrekking tot bos en beplanting Eenmalige maatregelen met betrekking tot de toegankelijkheid Eenmalige maatregelen met betrekking tot parkfaciliteiten en meubilair Eenmalige maatregelen met betrekking tot grondverzet Deelgebieden waarvoor een ontwerpopgave is geformuleerd Werkblokken in Hof De Bist Doorkijkje vanaf het sportveld naar de evenementenweide
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen/Ekeren
Buiting Advies BV
PAGINA 131 133 151 166 174 175 176 177 178 179 180 181 185 189
195
BIJLAGEN
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
BIJLAGE 1, INVENTARISATIE UITGEBREID BOSBEHEERPLAN Navolgende pargina’s tonen de resultaten van de inventarisaties naar bos en vegetatie in het park Hof De Bist. De inventarisaties zijn uitgevoerd in juli 2015, conform de hiervoor opgestelde leidraad ‘Technische richtlijnen voor de opmaak vanuitgebreide bosbeheerplannen’.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
HOF DE BIST 1A OPPERVLAKTE : 2,1865 ha
STANDPLAATS Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen:
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
BESTAND Bestandstype: Hoofdboomsoorten: Bedrijfsvorm: Mengingsvorm: Sluitingsgraad: Leeftijd: - Bovenetage: - Nevenetage: Opmerkingen:
LH Amerikaanse eik/Beuk Hooghout Stamsgewijs > 75% Gelijkjarig 61-80 Gemengd Amerikaanse eik en beuk met een ondergroei van onder meer plaatselijk rododendron.
Bedekking Amerikaanse vogelkers: - Zaailingen: - Struiklaag: - Boomlaag:
< 5% < 5% < 5%
HOUTKWALITEIT - GEZONDHEIDSTOESTAND Houtkwaliteit bestand: Bomen met uitzonderlijke kwaliteit: Zeldzame boomsoorten: Aantastingen: Gezondheidstoestand: Opmerkingen:
Matig
Amerikaanse eik matig Vrij veel waterlot bij Amerikaanse eik. Plaatselijk veel competitie tussen bomen.
FAUNA Bijzondere elementen: - Aanwezig: - Beschrijving:
Ja Veel natuurlijke holten in bomen aanwezig
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VEGETATIE
Uitgebreid bosbeheerplan INVENTARISATIE: vegetatie Bosnaam: Datum: Waarnemers:
Hof De Bist 2-7-2015 Elmar Prins
Perceelnummer Bestandnummer Opnamenummer
1 A 1
Totale bedekking
Beschrijving vegetatie (Fysionomie) Opgaand bos met Amerikaanse eik (domintant) en beuk. Struiklaag vnl rododendrons. Kruidlaag slecht ontwikkeld (vnl jonge Amerikaanse eik). Geen moslaag aanwezig. Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen: Boomlaag Latijnse naam Quercus rubra Fagus sylvatica Struiklaag Latijnse naam Rhododendron Sorbus Kruidlaag Latijnse naam Quercus rubra Rhododendron Sorbus Ilex aquifolium Prunus serotina Amelanchier lamarckii Populus tremula
Braun Blanquet
ID Lokatie (GIS) HDB0001
Boomlaag Struiklaag Kruidlaag Moslaag
Hoogte 28 2 20
90 Bedekking 90 40 10
Oppervlakte (mxm)
16 x 16
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
Nederlandse naam Ame eik Beuk Nederlandse naam Rododendron (G) Lijsterbes (G) Nederlandse naam Ame eik Rododendron (G) Lijsterbes (G) Hulst Ame vogelkers Amerikaans krenteboompje Ratelpopulier
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Bedekking 5 88 2b 18 Bedekking 3 38 + 2 Bedekking 2a 8 + 2 + 2 + 2 + 2 r 2 + 1
Kwadrant 0 0 Kwadrant 0 0 Kwadrant 0 0 0 0 0 0 0
Herbnr. 0 0 Herbnr. 0 0 Herbnr. 0 0 0 0 0 0 0
BIJLAGE 1
ZAAILINGEN Hoogte (cm): 0-49
Boomsoort Amerikaanse eik
Totaal
Boomsoort Amerikaanse eik Beuk Totaal
Stamtal 88 64% 49 36% 138
Sortiment Dun (20- 59cm) Dik (60 – 119 cm) Zeer dik (≥ 120 cm)
Stamtal 11946 11946
BOOMLAAG Grondvlak Volume 25,39 68% 293,7 68% 11,95 32% 139,8 32% 37,3 434
Verspreiding verspreid
Cg (cm) 190 176
Hg(m) 28.0 28.0
Verjonging NV
Hdom(m) 28.0
LIGGEND DOOD HOUT Aantal 5 – 100 stuks/ha 11 – 30 stuks/ha 1 – 3 stuks/ha STAMTALVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VOLUMEVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
HOF DE BIST 1B OPPERVLAKTE : 0,9132 ha
STANDPLAATS Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen:
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
BESTAND Bestandstype: Hoofdboomsoorten: Bedrijfsvorm: Mengingsvorm: Sluitingsgraad: Leeftijd: - Bovenetage: - Nevenetage: Opmerkingen: Bedekking Amerikaanse vogelkers: - Zaailingen: - Struiklaag: - Boomlaag:
LH Zwarte els Hooghout Stamsgewijs > 75% Gelijkjarig 21 - 40 Elzenbos met braam ondergroei. Voormalig hakhout. < 5% < 5% geen
HOUTKWALITEIT - GEZONDHEIDSTOESTAND Houtkwaliteit bestand: Bomen met uitzonderlijke kwaliteit: Zeldzame boomsoorten: Aantastingen: Gezondheidstoestand: Opmerkingen:
Slecht Ratelpopulier (Trilpopulier, Esp)
FAUNA Bijzondere elementen: - Aanwezig: - Beschrijving:
Nee
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VEGETATIE
Uitgebreid bosbeheerplan INVENTARISATIE: vegetatie Bosnaam: Datum: Waarnemers:
Braun Blanquet
ID Lokatie (GIS) HDB0002
Hof De Bist 2-7-2015 Elmar Prins
Perceelnummer Bestandnummer Opnamenummer
1 B 2
Totale bedekking Boomlaag Struiklaag Kruidlaag Moslaag
Beschrijving vegetatie (Fysionomie) Elzenbos met dichte braam ondergroei
Hoogte 20 4 1,5
99 Bedekking 85 15 90
Oppervlakte (mxm) Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen: Boomlaag Latijnse naam Alnus glutinosa Quercus robur Struiklaag Latijnse naam Sambucus Ilex aquifolium Sorbus Kruidlaag Latijnse naam Rubus Hedera helix Ilex aquifolium Sorbus Prunus serotina Castanea sativa
16 x 16
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
Nederlandse naam Zwarte els Zomereik Nederlandse naam Vlier (G) Hulst Lijsterbes (G) Nederlandse naam Braam (G) Klimop Hulst Lijsterbes (G) Ame vogelkers Tamme kastanje
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Bedekking 5 88 2a 8 Bedekking 2a 8 + 2 + 2 Bedekking 5 88 2a 8 + 2 + 2 + 2 r 1
Kwadrant 0 0 Kwadrant 0 0 0 Kwadrant 0 0 0 0 0 0
Herbnr. 0 0 Herbnr. 0 0 0 Herbnr. 0 0 0 0 0 0
BIJLAGE 1
Boomsoort Zwarte els Zomereik Totaal
Stamtal 472 84% 88 16% 560
Sortiment Dun (20- 59cm) Dik (60 – 119 cm) Zeer dik (≥ 120 cm)
BOOMLAAG Grondvlak Volume 24.11 91% 207.5 92% 2.48 9% 19.2 8% 26,6 227
Cg (cm) 80 89
Hg(m) 20,0 12.3
Hdom(m) 20,0
LIGGEND DOOD HOUT Aantal < 5 stuks/ha Geen Geen STAMTALVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VOLUMEVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
HOF DE BIST 1C OPPERVLAKTE : 1,2544 ha
STANDPLAATS Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen:
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
BESTAND Bestandstype: Hoofdboomsoorten: Bedrijfsvorm: Mengingsvorm: Sluitingsgraad: Leeftijd: - Bovenetage: - Nevenetage: Opmerkingen: Bedekking Amerikaanse vogelkers: - Zaailingen: - Struiklaag: - Boomlaag:
LH Beuk/Zomereik Hooghout Stamsgewijs > 75% Gelijkjarig 101 - 120 Dikke beuken en eiken met enige rododendrons inde ondergroei. < 5% Geen Geen
HOUTKWALITEIT - GEZONDHEIDSTOESTAND Houtkwaliteit bestand: Bomen met uitzonderlijke kwaliteit: Zeldzame boomsoorten: Aantastingen: Gezondheidstoestand: Opmerkingen:
Goed
Zomereik matig Bomen veelal recht en pas hoog vertakt.
FAUNA Bijzondere elementen: - Aanwezig: - Beschrijving:
Ja Horst van sperwer aanwezig in bestand. Oude burcht van vermoedelijk das aanwezig, niet in gebruik
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VEGETATIE
Uitgebreid bosbeheerplan INVENTARISATIE: vegetatie Bosnaam: Datum: Waarnemers:
Hof De Bist 2-7-2015 Elmar Prins
Perceelnummer Bestandnummer Opnamenummer
1 C 3
Totale bedekking Boomlaag Struiklaag Kruidlaag Moslaag
Beschrijving vegetatie (Fysionomie) Beukenbos met plaatselijk ondergroei van vrij lage rododendrons. Oude beuken, zomereiken en amerikaanse eiken aanwezig en een enkele tamme kastanje. Kruid- en moslaag slecht ontwikkeld. Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen: Boomlaag Latijnse naam Fagus sylvatica Quercus rubra Quercus robur Castanea sativa Betula pendula Struiklaag Latijnse naam Rhododendron Kruidlaag Latijnse naam Rhododendron Quercus rubra Rubus Dryopteris Fagus sylvatica
Braun Blanquet
ID Lokatie (GIS) HDB0003
Hoogte 29 1,5 0,5
99 Bedekking 98 15 2
Oppervlakte (mxm)
16 x 16
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
Nederlandse naam Beuk Ame eik Zomereik Tamme kastanje Ruwe berk Nederlandse naam Rododendron (G) Nederlandse naam Rododendron (G) Ame eik Braam (g) Niervaren (G) Beuk
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Bedekking 5 88 2a 8 r 1 r 1 r 1 Bedekking 2b 18 Bedekking + 2 + 2 + 2 r 1 r 1
Kwadrant 0 0 0 0 0 Kwadrant 0 Kwadrant 0 0 0 0 0
Herbnr. 0 0 0 0 0 Herbnr. 0 Herbnr. 0 0 0 0 0
BIJLAGE 1
ZAAILINGEN Hoogte (cm): 0-49
Boomsoort Amerikaanse eik
Stamtal 10689 10689
Totaal
Boomsoort Beuk Zomereik Amerikaanse eik Ruwe berk Totaal
Stamtal 39 44% 29 33% 10 11% 10 11% 88
Sortiment Dun (20- 59cm) Dik (60 – 119 cm) Zeer dik (≥ 120 cm)
BOOMLAAG Grondvlak 21,95 60% 7,70 21% 5,70 16% 1,26 3% 36,6
Volume 252,7 61% 87,8 21% 64,3 15% 12,5 3% 417
Verspreiding verspreid
Cg (cm) 266 182 270 127
Hg(m) 29.0 24,0 29.0 25,0
Verjonging NV
Hdom(m) 29,0
LIGGEND DOOD HOUT Aantal 5 – 100 stuks/ha 1 – 10 stuks/ha Geen STAMTALVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VOLUMEVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
HOF DE BIST 1D OPPERVLAKTE : 3,5319 ha
STANDPLAATS Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen:
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
BESTAND Bestandstype: Hoofdboomsoorten: Bedrijfsvorm: Mengingsvorm: Sluitingsgraad: Leeftijd: - Bovenetage: - Nevenetage: Opmerkingen: Bedekking Amerikaanse vogelkers: - Zaailingen: - Struiklaag: - Boomlaag:
LH Zomereik Hooghout Stamsgewijs > 75% Gelijkjarig 61-80 Ongedund zomereiken, plaatselijk vrij dichte stand. < 5% < 5% Geen
HOUTKWALITEIT - GEZONDHEIDSTOESTAND Houtkwaliteit bestand: Bomen met uitzonderlijke kwaliteit: Zeldzame boomsoorten: Aantastingen: Gezondheidstoestand: Opmerkingen:
Slecht
Zomereiken matig veel waterlot door onderlinge concurrentie.
FAUNA Bijzondere elementen: - Aanwezig: - Beschrijving:
nee
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VEGETATIE
Uitgebreid bosbeheerplan INVENTARISATIE: vegetatie Bosnaam: Datum: Waarnemers:
Hof De Bist 2-7-2015 Elmar Prins
Perceelnummer Bestandnummer Opnamenummer
1 D 4
Beschrijving vegetatie (Fysionomie) zomereikenbos met ondergroei van rododendrons. Locatie met bosaardbei, groot heksenkruid, grote brandnetel etc. Deze ondergroei is niet heel representatief en verder voornamelijk in bosrand aanwezig. Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen:
Braun Blanquet
ID Lokatie (GIS) HDB0004
Totale bedekking Boomlaag Struiklaag Kruidlaag Moslaag Oppervlakte (mxm)
Hoogte 31 1,5 1
90 Bedekking 85 25 2
16 x 16
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
Boomlaag Latijnse naam Quercus robur Struiklaag Latijnse naam Rhododendron Urtica dioica Acer pseudoplatanus Kruidlaag Latijnse naam Scrophularia nodosa Potentilla angelica Sorbus Hedera helix Castanea sativa Rubus Circea urbanum Geum urbanum Fragaria vesca Epilobium angustifolium Quercus rubra Ribes rubrum Fagus sylvatica Ilex aquifolium Acer pseudoplatanus Juncus tenuis Epilobium parviflorum Carex remota
Nederlandse naam Zomereik Nederlandse naam Rododendron (G) Grote brandnetel Gewone esdoorn Nederlandse naam Knopig helmkruid Kruipganzerik Lijsterbes (G) Klimop Tamme kastanje Braam (G) Groot heksenkruid Geel nagelkruid Bosaardbei Wilgeroosje Ame eik Aalbes Beuk Hulst Gewone esdoorn Tengere rus Viltige basterdwederik IJle zegge
Bedekking 5 88 Bedekking 2b 18 2a 8 r 1 Bedekking + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 r 1 r 1 r 1 r 1 r 1 r 1 r 1 r 1
Kwadrant 0 Kwadrant 0 1 0 Kwadrant 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Herbnr. 0 Herbnr. 0 0 Herbnr. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
ZAAILINGEN Hoogte (cm): 0-49
Boomsoort Tamme kastanje Gewone esdoorn
Totaal
Boomsoort Zomereik Ruwe berk Totaal
Stamtal 98 91% 10 9% 108
Sortiment Dun (20- 59cm) Dik (60 – 119 cm) Zeer dik (≥ 120 cm)
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Stamtal 629 629 1258
BOOMLAAG Grondvlak Volume 16,00 91% 230,4 94% 1,67 9% 14,7 6% 17,7 245
Verspreiding verspreid verspreid
Cg (cm) 161 146
Hg(m) 30,7 23,0
Verjonging NV NV
Hdom(m) 31.0
LIGGEND DOOD HOUT Aantal 5 – 100 stuks/ha 1 – 10 stuks/ha Geen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
STAMTALVERDELING
VOLUMEVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
HOF DE BIST 1E OPPERVLAKTE : 3,4331 ha
STANDPLAATS Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen:
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
BESTAND Bestandstype: Hoofdboomsoorten: Bedrijfsvorm: Mengingsvorm: Sluitingsgraad: Leeftijd: - Bovenetage: - Nevenetage: Opmerkingen:
LH Haagbeuk/Beuk Hooghout Stamsgewijs > 75% Ongelijkjarig (= meer dan 2 leeftijdsklassen) 81 - 100 21 - 40 Deel hoge oude beuken, deels jonger met haagbeuk. Haagbeuk deels 2e etage onder dikkere bomen. Dood hout op wallen gelegd.
Bedekking Amerikaanse vogelkers: - Zaailingen: - Struiklaag: - Boomlaag:
< 5% geen geen
HOUTKWALITEIT - GEZONDHEIDSTOESTAND Houtkwaliteit bestand: Bomen met uitzonderlijke kwaliteit: Zeldzame boomsoorten: Aantastingen: Gezondheidstoestand: Opmerkingen:
Slecht Hollandse linde, Winterlinde (kleinbladige linde), haagbeuk Beuk: schimmels (weinig) Beuk: goed
FAUNA Bijzondere elementen: - Aanwezig: - Beschrijving:
Nee
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VEGETATIE
Uitgebreid bosbeheerplan INVENTARISATIE: vegetatie Bosnaam: Datum: Waarnemers:
Braun Blanquet
Hof De Bist 2-7-2015 Elmar Prins
Perceelnummer Bestandnummer Opnamenummer
1 E 5
Totale bedekking
Beschrijving vegetatie (Fysionomie) Structuurrijk loofbos met veel haagbeuk en gevarieerde leeftijdsopbouw.
Boomlaag Struiklaag Kruidlaag Moslaag Oppervlakte (mxm)
Reliëf: Helling: Hellingshoek (°): Expositie (°): Greppel: Natuurlijke beken: Bronnen:
ID Lokatie (GIS) HDB0005
Hoogte 28 3 10
90 Bedekking 85 30 25
16 x 16
Vlak n.v.t.: 0 n.v.t.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
Boomlaag Latijnse naam Carpinus betulus Tilia Quercus rubra Acer platanoides Struiklaag Latijnse naam Ilex aquifolium Fagus sylvatica Carpinus betulus Sorbus Philadelphus coronarius Rhododendron Tilia Kruidlaag Latijnse naam Hedera helix Rubus Acer platanoides Quercus robur Ribes uva-crispa Quercus rubra Polugonatum Lonicera Fagus sylvatica Corylus avellana Castanea sativa Tilia x vulgaris
Nederlandse naam Haagbeuk Linde (G) Ame eik Ame eik Nederlandse naam Hulst Beuk Haagbeuk Lijsterbes (G) Welriekende jasmijn Rododendron (G) Linde (G) Nederlandse naam Klimop Braam (G) Noorse esdoorn Zomereik Kruisbes Ame eik Salomonszegel (G) Kamperfoelie (G) Beuk Hazelaar Tamme kastanje Hollandse linde
Bedekking 3 38 2a 8 2a 8 2a 8 Bedekking + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 r 1 Bedekking 2b 18 2a 8 2m 4 + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 + 2 r 1 r 1 r 1
Kwadrant 0 0 0 0 Kwadrant 0 0 0 0 0 0 0 Kwadrant 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Herbnr. 0 0 0 0 Herbnr. 0 0 0 0 0 0 0 Herbnr. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
ZAAILINGEN Hoogte (cm): 150-199 Hoogte (cm): 0-49
Boomsoort Beuk Boomsoort Noorse esdoorn Beuk Amerikaanse eik Tamme kastanje Hulst
Totaal
Stamtal 629 Stamtal 11946 2515 1886 629 629 18234
Verspreiding verspreid Verspreiding Verspreid Verspreid Verspreid Verspreid verspreid
Verjonging NV Verjonging NV NV NV NV NV
Stamtal L 314 Stamtal L 786 629 157 1886
Verspreiding verspreid Verspreiding Verspreid Verspreid Verspreid
Verjonging NV Verjonging NV NV NV
STRUIKLAAG Hoogte (cm): 400-600 Hoogte (cm): 200-400
Boomsoort Haagbeuk Boomsoort Beuk Haagbeuk Lijsterbes
Totaal
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
Boomsoort Haagbeuk Beuk Noorse esdoorn Zomereik Linde (G) Totaal
Stamtal 167 53% 10 3% 10 3% 88 28% 39 13% 314
Volume 58,4 29% 68,2 34% 33,0 16% 29,9 15% 12,6 6% 202
Cg (cm) 90 230 189 105 70
Hg(m) 15,7 38,0 30,0 15,0 18,0
Hdom(m)
LIGGEND DOOD HOUT Aantal < 5 stuks/ha Geen Geen
Sortiment Dun (20- 59cm) Dik (60 – 119 cm) Zeer dik (≥ 120 cm)
Boomsoort Amerikaanse eik Totaal
BOOMLAAG Grondvlak 6,15 36% 4,14 24% 2,79 16% 2,68 16% 1,53 9% 17,3
STAAND DOOD HOUT Sortiment Stamtal Zeer dik 10 100% 10
Grondvlak 5,91 100% 5,91
Volume 59,4 100% 59,4
STAMTALVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
VOLUMEVERDELING
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 1
BIJLAGE 2, FAUNA IN HOF DE BIST Onderstaande tabel geeft een overzicht van de fauna waarnemingen in park Hof De Bist. Een deel van de waarnemingen is gedaan tijdens de veldinventarisaties die ten behoeve van dit beheerplan zijn uitgevoerd. De overige waarnemingen zijn ter aanvulling overgenomen uit de database van www.waarnemingen.be, waarin uitsluitend actuele waarnemingen (ingevoerd tussen 1 januari 2012 en 1 juli 2015) zijn opgenomen. Onderstaand overzicht is bedoeld als indicatieve lijst en kan in geen geval worden beschouwd als een volledige lijst. Er is geen dekkende fauna-inventarisatie uitgevoerd en van verschillende soortgroepen zijn geen gegevens beschikbaar. De meeste van de soorten die tijdens de inventarisaties zijn waargenomen, zijn ook vermeld op www.waarneming.be.
FAUNA IN HOF DE BIST SOORT ZOOGDIEREN Bosmuis Egel Konijn Rode eekhoorn
BRON www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be Eigen waarneming Eigen waarneming
VLINDERS Atalanta Boomblauwtje Bont zandoogje Bruin zandoogje Citroenvlinder Dagpauwoog Eikenpage Gamma-uil Gehakkelde aurelia Groot dikkopje Groot koolwitje Klein geaderd witje Klein koolwitje Kleine vos
www.waarnemingen.be Eigen waarneming Eigen waarneming Eigen waarneming www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be Eigen waarneming Eigen waarneming www.waarnemingen.be Eigen waarneming www.waarnemingen.be
VOGELS Blauwe reiger Boomklever Boomkruiper Cettiâ&#x20AC;&#x2122;s zanger Ekster Gaai Grauwe vliegenvanger Groene specht Grote bonte specht Grote Canadese gans Goudhaan
www.waarnemingen.be Eigen waarneming www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be Eigen waarneming www.waarnemingen.be Eigen waarneming Eigen waarneming Eigen waarneming www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 2
FAUNA IN HOF DE BIST Halsbandparkiet Holenduif Houtduif Kauw Kleine bonte specht Koolmees Merel Muskuseend Parkgans Pimpelmees Roodborst Sperwer Staartmees Tjiftjaf Vink Visdief Waterhoen Wilde eend Winterkoning Zanglijster Zwarte kraai Zwartkop
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Eigen waarneming Eigen waarneming Eigen waarneming Eigen waarneming www.waarnemingen.be Eigen waarneming Eigen waarneming www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be Eigen waarneming www.waarnemingen.be Eigen waarneming www.waarnemingen.be Eigen waarneming Eigen waarneming www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be www.waarnemingen.be Eigen waarneming Eigen waarneming Eigen waarneming Eigen waarneming
Buiting Advies BV
BIJLAGE 2
BIJLAGE 3, RAPPORT ONROEREND ERFGOED
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 3
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 3
BIJLAGE 4, RESULTATEN VAN HET PARTICIPATIETRAJECT In onderstaand overzicht is een verslag weergegeven van de participatieavond die in het kader van dit natuurbeheerplan is georganiseerd. De inbreng van de aanwezigen is puntsgewijs weergegeven. Achter elk punt is aanvullend aangegeven op welke wijze de inbreng is dit plan is verwerkt.
INLEIDING Voor park Hof De Bist wordt een natuurbeheerplan opgemaakt. Daarin wordt beschreven hoe de komende beheerperiode wordt opgegaan met gebruik, inrichting en beheer van het park. Anders dan de naam doet vermoeden, gaat het beheerplan niet alleen in op natuur. Ook onderwerpen als cultuurhistorie, recreatie, beeldkwaliteit en duurzame instandhouding komen in het beheerplan aan bod. De wettelijke looptijd van het plan bedraagt 24 jaar, de in het plan op te nemen visie beoogt zelfs een langere periode. Een goede reden dus om doelen en beslissingen zorgvuldig te overwegen. Omdat het een openbaar park betreft waarin vele publieke functies zijn ondergebracht, acht het districtbestuur van Ekeren het van groot belang ook de wensen en meningen van parkbezoekers en omwonenden in deze overweging te betrekken. Op 19 november 2015 is daarom een participatieavond georganiseerd waarbij genodigden gelegenheid hebben gekregen zich vrij uit te spreken over en hun visie kenbaar te maken op verschillende aspecten van het park.
INHOUD VAN DE PARTICIPATIEAVOND De participatieavond vond plaats in kasteel Hof De Bist. Na een inleiding op de context van het natuurbeheerplan en het doel en de opbouw van de avond is een korte presentatie gegeven over het de studie die in het kader van het natuurbeheerplan is uitgevoerd. Naast enkele algemene kenmerken zijn daarbij knelpunten en kansen benoemd die uit de studie naar voren zijn gekomen. Aansluitend is de daadwerkelijke participatieronde van start gegaan. De aanwezigen zijn verdeeld in vier gespreksgroepen. Elke groep is onder leiding van een moderator vervolgens in gesprek gegaan over vier verschillende thema’s. De volgende thema’s zijn besproken: Kunst en Voortuin Evenementen Recreatieve voorzieningen Spelen Per thema hebben de aanwezigen aangegeven hoe het park functioneert, welke tekortkomingen worden gesignaleerd en welke wensen men heeft voor de toekomst. De inbreng is door de moderators genoteerd en waar nodig op een kaart ingetekend. Na afloop van deze groepsgesprekken is voor alle aanwezigen per thema een samenvatting gegeven van de inbreng die deze avond is verzameld. De avond werd afgesloten met een woord van dank aan de aanwezigen door districtsschepen Ludo van Reusel.
RESULTATEN Onderstaand wordt per thema een opsomming gegeven van de onderwerpen en ideeën die de aanwezigen tijdens de groepsgesprekken hebben ingebracht. Ingebrachte onderwerpen en meningen zijn zonder oordeel opgenomen. Gevolg hiervan is dat soms tegenstrijdige inbreng in de opsomming voorkomt. Ook gaf inbreng soms aanleiding tot afgeleide opmerkingen die niet direct e maken hadden met het besproken thema. Ook deze inbreng is in de opsomming weergegeven. Pas in de verdere opmaak van het natuurbeheerplan worden alle ingebrachte onderwerpen afgewogen en in te maken keuzes betrokken.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond KUNST EN VOORTUIN Voortuin Globaal vonden de meeste aanwezigen de voortuin vrij goed zoals deze nu is.
Verwerking in natuurbeheerplan Het ontwerp van de voortuin wordt behouden als in de huidige situatie.
De voortuin mag formeler, strakker onderhouden en regelmatiger gesnoeid worden. De rest van het park moet echter niet zo onderhouden worden, er mogen zeker ook stukken natuurlijker beheerd worden. Gevraagd wordt of er geen sprake is van wat te veel onderhoud.
Het park is ingedeeld in drie parkzones. Per zone is aangegeven welk onderhoudsniveau gewenst is en in hoeverre ruimte en wens is voor natuurlijkheid.
In de voortuin mogen meer fietsenstallingen komen; veel fietsers bereiken via deze kant het park.
Plaatsen van fietsenstallingen bij de hoofdingang is in de beheerdoelstellingen opgenomen.
Tijdens evenementen is de ingang langs de voortuin de toegang voor de brandweer en andere hulpdiensten, hier staat een bloembak die de toegang verspert.
Met het oog op veiligheid is de toegankelijkheid voor hulpdiensten bij evenementen in de beheerdoelstellingen beschreven. Dit punt is daarin verwerkt.
Er is behoefte aan voldoende licht langs de hoofdpaden in het park, waaronder de route van de hoofdingang tot aan het CC (nu erg donker) en de toegangen zelf (zoals de poort en de muur).
Hof De Bist is nog een van de weinige donkere plekken in de stad. Verlichting wordt derhalve terughoudend toegepast. Extensieve verlichting tussen de hoofdingang en CC is in de doelstellingen opgenomen.
Kunst in het park Kunst in het park is goed, maar hoeft niet uitgebreid te worden naar de rest van het park. De permanente tentoonstelling moet bij voorkeur in de voortuin behouden worden.
De locaties voor vaste kunstopstellingen zijn in dit beheerplan vastgelegd. Voor tijdelijke opstellingen is plaats in de historische parkzone, mits afgestemd op evenementen.
Ook in de rest van het park is ruimte voor meer kunst, maar dan in de vorm van tijdelijke tentoonstellingen. Deze kunnen gecombineerd worden met evenementen, bv. Cirque@taque.
De locaties voor vaste kunstopstellingen zijn in dit beheerplan vastgelegd. Voor tijdelijke opstellingen is plaats in de historische parkzone, mits afgestemd op evenementen.
Zeker in de evenementenweide moeten geen vaste kunstopstelling worden voorzien, dit is hinderlijk voor de organisatie van evenementen.
De locaties voor vaste kunstopstellingen zijn in dit beheerplan vastgelegd. Het park biedt een decor voor evenementen, maar is geen puur evenemententerrein. Naast evenementen is en blijft er ruimte voor andere functies. Soms moeten hierdoor compromissen worden gesloten.
De vaste tentoonstelling mag ‘geactiveerd’ worden, levendiger. Bijv. enkele keren per jaar een ander kunstwerk in de kijker plaatsen, samen met een actie, aangekondigd via sociale media.
In het beheerplan is aangegeven waar in het park ruimte is voor kunst. De wijze waarop dit wordt ingevuld, valt buiten de scoop van voorliggend natuurbeheerplan.
De kunstwerken zouden mogen uitgelicht worden.
In de voortuin past bescheiden verlichting van kunstwerken mits de lichtbronnen aan specifieke voorwaarden voldoen.
Kunst kan worden gecombineerd met geluid, dat eventueel erg lokaal hoorbaar is. Dit kan onder meer de jeugd aanspreken om op een andere wijze naar kunst te kijken.
Toevoegen van voorzieningen wordt in beginsel geremd. Het onder de aandacht brengen van kunst bij diverse doelgroepen wordt evenwel onderschreven. De wijze waarop valt buiten de scoop van dit beheerplan.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond
Verwerking in natuurbeheerplan
Er kan een ‘zoektocht’ worden uitgewerkt gericht op kinderen en kunstwerken, bijvoorbeeld in het speelbos (in park Middelheim is er zo iets: een koffertje voor kinderen, volgens leeftijd, te bekomen aan het onthaal).
Dit valt buiten de scoop van voorliggend natuurbeheerplan. Een dergelijk initiatief past evenwel goed in het park.
Overige onderwerpen De stilte in het park wordt als positief ervaren, evenals de aanwezigheid van het CC.
Door zonering wordt de stilte in delen van het park nog beter geborgd.
Daarentegen wordt opgemerkt dat het park ‘eenkleurig’ is. Er mag meer kleur komen, meer bloemen, meer verscheidenheid in de beplanting.
Met name in de historische zone wordt meer aankleding voorzien met bloeiende struiken en planten in lijn met de historische stijl van het park.
Er is behoefte aan een betere toegang aan de zijde van de Isabellalei. Vanaf hier een pad aanleggen dat ook in natte periodes goed begaanbaar (verhoogd) is en aansluit op de verdere infrastructuur van het park.
De toegang aan de Isabellalei wordt herzien. Ook wordt een verhoogd pad gerealiseerd door de kwelzone. Vrije betreding van de kwelzone en bos in dat deel van het park is daarna buiten het pad niet meer toegestaan.
De kwelzone achteraan in het park mag zo verborgen en ‘ruw’ blijven.
De kwelzone wordt in de huidige vorm behouden. Wel wordt de ontsluiting beter geregeld, mede om betreding van het gebied beter te kunnen reguleren.
Er wordt verzocht om elke bank te voorzien van een vuilbak.
Beleid van de stad is het plaatsen van vuilbakken aan de entrees van parken. Plaatsing van vuilbakken in het park zelf wordt beperkt toegepast.
Sinds de paden vernieuwd werden is de toegankelijkheid van het park beter, maar de verharding is niet goed. Het is te droog en stoffig in droge perioden, maar te nat en modderig in de winter.
De gebruikte verharding sluit aan bij de eenheid in materiaalgebruik in Antwerpen. Bij onderhoud van de paden dient wel gebruik gemaakt worden van de juiste korrelgrootte.
Het publieke toilet in de voortuin heeft zeker zijn nut, maar het gebouw oogt niet mooi en is ver verwijderd van de rest van het park). Het is wenselijk het gebouw ofwel op de huidige locatie ‘natuurlijker’ te integreren, ofwel elders in het park een toilet te voorzien.
Het toiletgebouw past niet centraal in het park, gelet op de layout van het park en de aansluitmogelijkheden op water en riool en past derhalve alleen aan de rand van het park. Het gebouw zal niet worden verplaatst. Wel wordt een betere de inpassing in de omgeving voorzien.
Op het evenementenplein, rechts van het CC , staat naast een eik een ‘hinderlijk’ kunstwerk. Gevraagd wordt of dit kan worden verplaatst.
Het park biedt een decor voor evenementen, maar is niet een exclusief evenemententerrein. Bij ontwikkelingen wordt rekening gehouden met evenementen, maar het park wordt niet specifiek voor evenementen (her)ingericht, tenzij na zorgvuldige afweging blijkt dat dit voor geen andere functie of waarde een nadelig effect heeft.
De bruggen zijn in slechte staat en niet mooi (felle kleur). Herstel in hun oorspronkelijke staat en afwerken in een neutrale kleur is wenselijk. Eventueel kan hiervoor een project worden uitgewerkt samen met jeugd(verenigingen).
Het beheerplan voorziet in het opknappen of vervangen van de bruggen. De bruggen dienen als follie in ere hersteld te worden. Hiervoor wordt een aparte ontwerpopgave uitgeschreven.
De wens wordt uitgesproken voor meer regelmaat in de tijdelijke evenementen, bv. seizoensgebonden, aansluitend op evenementen in cc etc.
Dit valt buiten de scoop van het natuurbeheerplan en moet worden geregeld bij het verlenen van vergunningen voor de organisatie van evenementen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond
Verwerking in natuurbeheerplan
EVENEMENTEN Algemene opmerkingen over evenementen Verschillende groepen geven aan dat de maximale capaciteit van het park is bereikt waar betreft de organisatie van evenementen. Vooral voor grotere evenementen is veiligheid een punt van aandacht (verlichting, toegang hulpdiensten en ontruiming van het terrein bij calamiteiten).
Met het oog op veiligheid wordt onder meer de situatie rond de toegangspunten en de bereikbaarheid voor nooddiensten verbeterd. Ook de maximale belasting van een evenement is beschreven.
Iedereen is het er wel over eens dat evenementen moeten kunnen blijven doorgaan in het park. Wel moet er gekeken worden welke mogelijke ingrepen nodig zijn om de situatie te verbeteren (vnl. op vlak van veiligheid).
Met het oog op veiligheid wordt onder meer de situatie rond de toegangspunten en de bereikbaarheid voor nooddiensten verbeterd.
Geluidsoverlast voor omwonenden beperkt zich vooral tot grote evenementen (met de focus op Cirque@taque). Omwonenden (op één koppel na) hebben geen probleem dat zo'n groot festival één keer per jaar doorgaat (maar, zo wordt gezegd, het mag geen tweede Schorre worden).
Een en ander moet worden vastgelegd in een overkoepelend document omtrent de organisatie van evenementen en/of geregeld in de evenementenvergunning.
De aanwezigheid van het CC wordt als positief ervaren door organisatoren. Er is een goede samenwerking en het beschikbaar stellen van infrastructuur en ondersteuning is belangrijk. Bewoners zeggen dat er geen impact is omdat de CC activiteiten eerder kleinschalig zijn.
De wisselwerking tussen het park en het CC is waardevol en kan worden versterkt. Het CC kan bijvoorbeeld een rol spelen in de beleving van kunst en educatie in het park. Dit valt echter buiten de scoop van dit beheerplan. Het beheerplan gaat uit van de duurzame aanwezigheid van het CC in het park.
Als positieve punten wordt verder ook genoemd dat de drainage van de evenementenweide goed functioneert en dat de aanwezigheid van de evenementenzuil goed is.
De recent aangebrachte drainage betreft een tijdelijke oplossing. Het beheerplan voorziet in de heraanleg van de evenementenweide inclusief drainage en versterking van de graszode voor een meer permanente oplossing.
Om de situatie tijdens evenementen te verbeteren worden de volgende ingrepen geopperd: Deze parking valt buiten het plangebed waarop dit Voorgesteld wordt om de parking bij de voetbal open te beheerplan van toepassing is. Dergelijke bepalingen stellen bij grote evenementen om de parkeerdruk te dienen in een separate overeenkomst te worden verlichten. vastgelegd. Bij evenementen is meer aandacht nodig voor toegangen/uitgangen, onder andere in het kader van de veiligheid. Zo is een extra toegang wenselijk bij City Light. Een ander voorbeeld is de bloembak bij de hoofdingang. Deze verspert bij evenementen een belangrijke toegangsweg. De bloempak vervangen voor paaltjes zou dit probleem grotendeels oplossen.
Met het oog op veiligheid wordt onder meer de situatie rond de toegangspunten en de bereikbaarheid voor nooddiensten verbeterd. Hiertoe zijn aanpassingen in de fysieke inrichting van de entrees in de beheerplanning opgenomen.
Er is behoefte aan meer verlichting. Dit is zeker ook belangrijk voor het ontruimen van het terrein, ook na het evenement.
Permanente verlichting is en blijft beperkt in het park. Bij evenementen moet tijdelijke projectverlichting echter voldoende zijn om veiligheid en organisatie mogelijk te maken.
Ook is er behoefte aan een goede watervoorziening tijdens evenementen.
De aanleg van een aansluitpunt voor drinkwater tijdens evenementen is in het beheerplan opgenomen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond
Verwerking in natuurbeheerplan
De huidige uitgang langs de servitude aan de kant van de korfbal zorgt voor overlast voor de bewoners. Deze uitgang dient liever niet gebruikt te worden.
Deze uitgang is in dit plan niet meet als officiële entree opgenomen.
In functie van het plaatsen van een podium staan vier bomen nabij het kasteel in de weg. Deze zouden best verwijderd kunnen worden.
Bij ontwikkelingen wordt rekening gehouden met evenementen, maar het park wordt niet specifiek voor evenementen (her)ingericht, tenzij na zorgvuldige afweging blijkt dat dit voor geen andere functie of waarde een nadelig effect heeft. Omdat deze bomen ook landschappelijk niet goed passen, is het vellen van deze bomen in het plan opgenomen.
Het is wenselijk meer aandacht te schenken aan het spreiden van evenementen in de tijd. De zomerperiode kent nu een piek.
Het beheerplan is hiervoor niet het juiste instrument. Dit moet worden afgewogen bij het verstrekken van de evenementenvergunningen.
De Chiro heeft gevraagd naar mogelijkheden voor het evenement ‘spaghetti in de tent’ op het grasveld nabij de korfbal. Daarop wordt gereageerd dat dit niet wenselijk is in verband met verwachte overlast langs de servitude.
Om de impact van de vele functies op het park en al haar verschillende gebruikers te reguleren, wordt de organisatie van evenementen beperkt tot de evenementenweide.
Het sanitairgebouw dient tijdens evenementen altijd open te zijn.
Het sanitairgebouw blijft in principe geopend. Wanneer bij evenementen nodig, zorgt de evenementenorganisatie voor extra tijdelijke sanitaire voorzieningen.
Wanneer sprake zou zijn van uitbreiding van het beeldenpark in Hof De Bist, wordt de voorkeur gegeven aan de voortuin. Uitbreiding op de evenementenweide is zeker niet wenselijk.
De locaties voor vaste kunstopstellingen zijn in dit beheerplan vastgelegd. Voor tijdelijke opstellingen is plaats in de historische parkzone, mits afgestemd op evenementen.
Overige opmerkingen Zijdelings werd opgemerkt dat de beek (kant Bist) er erg vuil bij ligt. Hier zou een rooster ontbreken.
Verwijderen van zwerfvuil wordt als lopende maatregel in het plan opgenomen.
De jeugd vindt het spijtig dat er niet meer kan gefuifd worden.
Dit betreft politiematerie en staat los van de strekking van het Natuurbeheerplan.
Pluspunt van het park is dat het een plek is waar het af en toe nog echt stil is, dat moet zo blijven.
Met het zoneren van het park wordt rust vooral in de stilste delen van het park beter geborgd.
De organisatie van Cirque@taque vraagt of er iets kan gedaan worden aan uitstulping aan de Margrietlaan (parkeren, overlast bewoners).
Dit valt buiten de scoop van dit natuurbeheerplan.
RECREATIEVE VOORZIENINGEN Opmerkingen over paden en toegangspunten Over het toegangspunt aan de Isabellalei worden meerdere opmerkingen geplaatst. Er wordt voorgesteld deze te verbeteren terwijl anderen aangeven dat deze toegang niet strikt noodzakelijk is. Aangegeven wordt dat deze toegang voor evenementen geen toegevoegde waarde heeft omdat daarvoor vooral de toegangspunten aan de zuidzijde gebruikt worden. Voor parkbezoekers buiten evenementen om is het toegangspunt wel
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
De toegang aan de Isabellalei blijft behouden en wordt verbeterd. Ook wordt de aansluiting op de overige parkinfrastructuur verbeterd. Juist ten tijde van evenementen is deze toegang van belang voor parkbezoekers die niet voor de evenementen komen en het drukke deel van het park willen vermijden.
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond
Verwerking in natuurbeheerplan
wenselijk. Zij geven aan de toegang op een landschappelijk verantwoorde wijze te willen bestendigen. In combinatie met de toegang aan de Isabellalei wordt de aanleg van een pad genoemd door de natte zone dat aansluit op de bestaande infrastructuur van het park, bijvoorbeeld een vlonderpad dat natuurlijk wordt geïntegreerd in de parkomgeving
De toegang aan de Isabellalei wordt herzien. Ook wordt een verhoogd pad gerealiseerd door de kwelzone. Vrije betreding van de kwelzone en bos in dat deel van het park is daarna echter niet meer toegestaan.
Een (informele) toegang aan de Veltwijcklaan in het verlengde van de Kruidenlaan maakt het mogelijk vanaf de Isabellalei door te steken naar de Kruidenlaan. In plaats van langs de drukkere Marcel de Backerstraat kan men dan door het rustige park wandelen.
Gekozen is om deze ingang niet op te nemen. Een nieuwe ingang op die locatie geeft het risico dat paden tussen deze ingang en die aan de Isabellalei als doorgaande route voor voetgangers, fietsers of brommers gebruikt worden. Zeker In dit deel waar rust en extensieve recreatie ‘key features’ zijn, zou dit een ongewenste ontwikkeling zijn.
Gevraagd wordt of de toegang langs de Chiro/site Groendienst meer toegankelijk gemaakt kan worden als de Chiro daar zijn intrek neemt in 2016. Dit is overigens een discussiepunt, gezien de betreffende weg privaat is van CityLight.
Deze weg valt buiten de reikwijdte van dit beheerplan. De toegang is niet als officiële entree opgenomen.
Vooral in combinatie met evenementen wordt herhaaldelijk aangegeven dat toegankelijkheid van het park onvoldoende is uit oogpunt van veiligheid. Zo kunnen veiligheidsdiensten het park alleen goed bereiken vanaf de parking. Bij calamiteiten is een extra toegangspunt belangrijk. De hoofdingang kan deze functie vervullen, maar de bloembakken versperren daar de ingang.
Met het oog op veiligheid wordt onder meer de situatie rond de toegangspunten en de bereikbaarheid voor nooddiensten verbeterd.
Het padenstelsel wordt als voldoende ervaren. Toch ontstaan sluippaden, vooral over de beek.
Het padenstelsel wordt in essentie behouden. Sluippaden worden tegengegaan door slecht toegankelijke delen te voorzien van een beter pad.
De toplaag van de huidige verharding is in de zomer stoffig en bij regen drassig. De paden worden intensief gebruikt. Door de materiaalkeuze is daardoor ook intensief onderhoud nodig.
Het gebruikte verhardingmateriaal is gekozen overeenkomstig de uniforme materialisering in de Antwerpse parken. Bij onderhoud is het van belang dat de juiste korrelgrootte wordt toegepast.
Gevraagd wordt of er iets kan worden gedaan aan de verharding van het pad rond de centrale open ruimte. De bestaande verharding is niet prettig om over te wandelen.
Het gebruikte verhardingmateriaal is gekozen overeenkomstig de uniforme materialisering in de Antwerpse parken.
Opmerkingen over specifieke voorzieningen: De Fit-o-meter is een goed initiatief, leuk dat hij vernieuwd wordt. Andere aspecten of gebruikers van het park worden hierdoor niet negatief beïnvloed.
De Fit-o-meter kan duurzaam in het park worden behouden, zolang daar behoefte aan is. In de natuurlijke zone zijn aanvullende voorzieningen niet gewenst.
De hondenloopzone is volgens een groep in het park niet op zijn plek. Mogelijk ligt een alternatief in enkele verloren stukjes groen in bijvoorbeeld de Lindenlei (vermoedelijk wordt gedoeld op het oude A- en B-plein
Uitplaatsing van de hondenloopzone is in de visie opgenomen, maar hiervoor moet eerst wel een goed alternatief worden gevonden. Uitplaatsing zal naar verwachting niet op korte termijn plaatsvinden. Ook wordt
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond
Verwerking in natuurbeheerplan
in het Veltwijckpark). Een andere groep stelt dat de hondenloopzone in het park wel moet kunnen; honden hebben behoefte aan vrije loopruimte. Dit kan zeker in het park, zodat de baasjes van de honden in een natuurlijke omgeving kunnen vertoeven terwijl de honden vrij rondlopen in de hondeloopzone.
benadrukt dat de hondenloopzone een plek is waar honden onaangelijnd kunnen lopen, maar waar de eigenaars nog altijd de plicht hebben uitwerpselen op te ruimen.
Er is behoefte aan buurttoezicht in en rond het park, onder meer gericht op het gebruik van de hondenloopzone. Mensen doen niet de moeite om met hun hond tot in de hondenloopzone te komen. Zij komen via de servitudeweg of de private weg het park in, lopen een rondje en werpen hun afvalzakjes in de haag van de buren. Politie treedt echter niet op omdat het een privéweg is.
Vastgesteld is dat het park niet de ideale locatie is voor een hondenloopzone. Uitplaatsing is wenselijk, maar zal pas op termijn plaatsvinden wanneer een passend alternatief gevonden kan worden.
Het park is vooral in de wintermaanden snel te donker om in te sporten. Zowel voor het gevoel van veiligheid als voor zicht op het pad (ter voorkoming van ongelukken) is verlichting wenselijk. Het gaat vooral om het pad rond de centrale weide. Verlichting tot ca 22.00uur is voldoende.
In donkere maanden kan worden gekozen om buiten het park hard te lopen. Voor de zeer schaarse duistere locaties waartoe Hof De Bist behoort, is echter geen alternatief in de stad. De toepassing van verlichting wordt daarom zo veel mogelijk beperkt, met name in de natuurlijke zone van het park.
Anderen geven juist aan dat het park niet noodzakelijkerwijs of zelfs vooral niet verlicht moet worden om de schaarse donkere ruimtes in de stad te behouden (denk ook aan vleermuizen en andere nachtdieren).
Aanvullend aan bestaande verlichting wordt de voortuin tussen de hoofdingang en het kasteel verlicht. De rest van het park blijft onverlicht.
Over de speeltuinen wordt aangegeven dat scheiden van leeftijdsgroepen een goed concept is.
Het concept van twee verschillende speelplaatsen blijft in Hof De Bist behouden.
Specifiek over de speeltuin voor de kleinsten wordt gezegd dat deze wat klein is en uitgebreid mag worden.
In het plan is opgenomen dat de speelplaats wordt herzien binnen de zone die daarvoor in het plan is afgebakend.
Het speeleiland voor oudere kinderen in de centrale weide is qua locatie goed. De jongeren hebben daar meer uitdagende toestellen nodig. Op de huidige toestellen zijn ze te snel uitgekeken. Anderen vinden de inrichting voldoende.
In het plan is opgenomen dat deze speelplaats zal worden herzien. De locatie blijf ongewijzigd.
Een speelbos heeft toegevoegde waarde. Het bos binnen de ringdreef is daarvoor het meest geschikt. Het bos moet een natuurlijk karakter houden, zonder kunstmatige voorzieningen (zie verder thema spelen).
In het bos binnen de ringdreef wordt spelen toegestaan en geformaliseerd. Er zal slechts in natuurlijke, extensieve speelaanleidingen worden voorzien. Kunstmatige speeltoestellen passen hier niet.
Gevraagd wordt of er vuilbakken aan de bruggen geplaatst kunnen worden zodat sporters en mensen met honden hun afval kwijt kunnen.
De bruggen worden geheel herzien. Of daarbij ook vuilbakken worden geplaatst wordt in de ontwerpopgave betrokken. In de regel wordt het plaatsen van vuilbakken in het park beperkt. Vuilbakken staan primair aan de parkranden.
Er is behoefte aan fietsenstallingen bij de hoofdingang aan de Veltwijcklaan
Een fietsenstalling is in het plan opgenomen.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond
Verwerking in natuurbeheerplan
Over nieuwe recreatieve voorzieningen in het algemeen wordt nog aangegeven dat deze bij voorkeur in de bosdelen of in de voortuin gesitueerd worden zodat de open ruimten in het park behouden blijven (met oog op evenementen).
Het park is geen evenemententerrein maar biedt mogelijkheden daarin evenementen te organiseren. De ruimte moet dus worden gedeeld met andere functies. De evenementenweide wordt zo veel mogelijk open gehouden.
Over andere onderwerpen is het volgende opgemerkt: Het park moet als essentie behouden worden: een rustplek, stiltegebied en beleving van groen. Het bevat nog echt donkere stukken als verborgen parel in de drukke stadsomgeving. Ook het natte deel moet gelaten worden voor wat het is zodat de natuur zich daar kan ontwikkelen.
Door zonering van het park wordt behoud van rustige en donkere delen beter mogelijk gemaakt.
Onderlinge afstemming van verschillende werkzaamheden kan beter. Bijvoorbeeld het vernieuwen van het gazon, een week vóór een evenement waarna het gras terug kapot is.
Dit vraagt om een goede afstemming van het dagelijkse beheer. Het beheerplan kan hierin slechts gedeeltelijk faciliteren.
De korfbal ondervindt hinder van gestalde fietsen tijdens evenementen. De druk van bezoekers van evenementen langs de private weg/korfbal is groot, zoals ook door bewoners wordt bevestigd.
De organisatie van evenementen zal zich moeten inzetten om toegang, fietsenstalling en autoparking zo te reguleren dat de daarvoor bedoelde locaties gebruikt worden en overlast op andere locaties wordt beperkt.
Gevraagd wordt of het oefenveld van de korfbal opnieuw kan worden voorzien van drainage.
Drainage van het oefenveld is in het plan opgenomen.
Open ruimte in het park is voor de jeugdverenigingen belangrijk. Zij maken ook gebruik van de bosdelen om in te spelen (bv. deel 5 op kaart) en zijn blij dat enkele bosdelen terug opengesteld werden om in te spelen.
De open ruimten blijven behouden. Het bos binnen de ringdreef wordt aan de betreedbare ruimte toegevoegd.
Het bijenhotel mag wat meer in de verf gezet en versterkt worden door gerichte aanplantingen, die bijdragen aan een leefomgeving van bijen Het is wenselijk parktoezicht terug in te schakelen. Dit vergroot het veiligheidsgevoel en biedt een aanspreekpunt voor de burger.
Dit valt buiten de scoop van het natuurbeheerplan.
SPELEN Algemene opmerkingen over dit thema Het aantal jongerenverenigingen dat hier speelt en recreëert in combinatie met andere parkgebruikers en evenementen overstijgt de draagkracht van het park.
Door zonering van functies en aangepaste toegankelijkheid wordt gestreefd naar betere regulering van functies en gebruikers.
Speelplaatsen Het centrale grasveld met het eilandje is voor de oudere jongeren een heel populaire speel- en recreatieplek, maar het kan er erg (soms té) druk worden omdat dit een concentratieplek is. De kwaliteit van de speelinfrastructuur hier wordt door sommigen positief beoordeeld, terwijl anderen aangeven dat voor de doelgroep +12 speelinfra ontbreekt.
De beschikbare ruimte wordt gedeeld door verschillende gebruikersgroepen. Door zoneren van het gebruik wordt getracht de functievervulling beter te reguleren. Het is en blijft echter onvermijdelijk dat evenementen tijdelijk een sterk en intensief beslag legt op het park. De organisatie van evenementen dient zich ervoor in te zetten dat overlast voor andere gebruikers beperkt blijft.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond
Verwerking in natuurbeheerplan
De speeltuin voor de kleintjes wordt als te klein ervaren. Ook wordt gevraagd waarom er een verhoogde ‘berm’ is aangelegd.
In het plan is opgenomen dat deze speelplaats zal worden herzien.
Spelen in het bos In het algemeen wordt gesteld dat spelende kinderen in het bos niet als storend wordt ervaren door andere parkgebruikers.
Binnen de ringdreef wordt spelen in het bos toegestaan. Elders wordt dit ontmoedigd.
De Chiro gebruikt 2 locaties in het park als speelbos: beheerzone 10 (eilandje) en beheerzone 1. Zij vinden dit zeer goede locaties met gemakkelijk toezicht. De Chiro wil vooral verschillende ervaringen kunnen hebben in het park.
Spelen in het bos wordt binnen de ringdreef en op de speelplaats in het groene eiland. Om de druk van recreanten op het bos te beperken wordt betreding elders niet toegestaan.
De oudere kinderen (+12) maken vooral gebruik van het ‘echte’ bos in het park.
Zie overige opmerkingen over dit onderwerp.
De Chiro hoet niet noodzakelijk infrastructuur in het bos. Zij willen vooral avontuurlijk kunnen spelen en het is de enige plek in Ekeren waar ze echt in het bos kunnen spelen. Bospercelen waarin mag gespeeld worden zouden eventueel een beetje kunnen ‘opgekuist’ worden om ze makkelijker bespeelbaar te maken.
Het bos binnen de ringdreef waarin gespeeld mag worden, wordt daarvoor niet specifiek ingericht. Wel is er ruimte voor speelaanleidingen in de vorm van liggende boomstammen en takken.
Sommige jongeren zouden toch graag kleine spelaanleidingen in het bos aan de ringdreef appreciëren, terwijl anderen het nog ruimer zien en netten, tunnels en touwenparcours leuk zouden vinden om echt bosavontuur te beleven, maar het moet natuurlijk blijven.
Zie voorgaande opmerking.
De Chiro informeert of de zone 17 die nu niet toegankelijk is, eventueel toegankelijk kan gemaakt worden als speelruimte. De buren van dit perceel zijn niet enthousiast over dit idee.
Het beheerplan geeft aan waar wel en niet in het bos gespeeld mag worden. Dit betreft uitsluitend het bos binnen de ringdreef en de speelplaats in het groene eilandje.
Over de toegankelijkheid van het bos lopen de meningen sterk uiteen. Aangegeven wordt dat er liefst geen permanente afsluitingen langs bos worden geplaatst, tenzij dit noodzakelijk is voor bescherming van nieuwe beplanting). Een aantal bewoners brengt daartegenin dat er ook luwe rustige zones in het park moeten blijven waar best niet wordt gespeeld of waar spelen niet wordt gepromoot. Enkele jongeren suggereren juist om enkele de zones aan te duiden die te kwetsbaar of waardevol zijn om in te spelen en al de andere bosdelen als speelbos te beschouwen.
In principe worden geen permanente afsluitingen in het park geplaatst en wordt ongewenste betreding zo veel mogelijk tegengegaan middels gerichte beplanting. Slechts wanneer hiermee betreding onvoldoende kan worden tegengegaan of bosbestanden toch intensief worden gebruikt als speellocatie, worden afsluitingen geplaatst, liefst van tijdelijke aard.
Over andere onderwerpen is het volgende opgemerkt: Er is een grote behoefte aan open ruimte: het aandeel open ruimtes mag zeker niet verminderen, eerder vergroten.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
In de basis blijft het ontwerp van het park behouden zoals het is. Het aandeel open ruimte blijft gelijk.
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
Inbreng participatieavond
Verwerking in natuurbeheerplan
De ‘bult’ op het centrale grasveld beperkt de gebruiksmogelijkheden voor spontaan sport en spel in groepjes in drukke periodes
Als onderdeel van de heraanleg van het centrale grasveld zal ook deze grondwal worden verwijderd. Tot die tijd blijft de wal behouden omdat in natte perioden daarlangs het groene eiland moet worden betreden met beheervoertuigen.
De oeverzones van de vijver in zone 17 zijn vuil (besmeurd door ganzen en eenden) en dus weinig aantrekkelijk.
Gericht faunabeheer is in het plan opgenomen en moet overmatig betreden van de oevers door watervogels tegengaan.
Het korfbalveld (zone 12) kent eigenlijk een exclusief gebruik voor de korfbal, maar wordt veel ‘oneigenlijk’ gebruikt door hondenliefhebbers, de voetbal die er traint en spelende groepjes; het terrein is soms ook drassig en er zijn problemen op perceel 15. De korfbal is vragende partij voor een nieuwe locatie buiten het park;
Vooralsnog is rekening gehouden met behoud voortzetting van de vestiging van de korfbalvereniging. Het korfbalveld is gereserveerd voor korfbal, maar kan buiten dit gebruik ook door andere parkbezoekers worden betreden. Toezicht moet ongewenst gebruik van het terrein te voorkomen.
De dennen aan het gazon tegenover het kasteel zouden beter verdwijnen.
Het plan voorziet in het verwijderen van deze dennen.
VERVOLG Alle opmerkingen en ideeën die tijdens de participatieavond zijn ingebracht bieden gezamenlijk een waardevolle bijdrage aan de opmaak van het natuurbeheerplan voor Hof De Bist. Deze bijdrage wordt betrokken bij het opstellen van de beheervisie en vervolgens in het formuleren van concrete beheerdoelstellingen. Het is evident dat niet alle ingebrachte punten zonder meer in het plan kunnen worden opgenomen. Allereerst moeten de onderwerpen worden getoetst aan het juridische kader waarbinnen het beheerplan wordt opgemaakt, waarna een verdere afweging wordt gemaakt. Hoewel vrijwel alle ingebrachte ideeën en wensen op zichzelf redelijk en verdedigbaar zijn, vloeien diverse punten voort uit belangen die soms tegenstrijdig zijn aan elkaar. Daarnaast hebben we te maken met een beperkte ruimte in een historische groene context met een bijzonder druk parkprogramma. Er zullen dus keuzes gemaakt moeten worden. De komende maanden buigen de verantwoordelijken zich over deze opgave en zetten zich ervoor in tot een sluitende, zorgvuldig geformuleerd beheerplan te komen, waarin zowel de intrinsieke waarden van het park als de belangen van alle gebruikers zo goed mogelijk zijn behartigd. Een voorlopig ontwerp van het beheerplan wordt uiteindelijke tijdens een tweede, informatieve, bijeenkomst aan de geïnteresseerden gepresenteerd.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 4
BIJLAGE 5, TOELICHTING OP NATUURSTREEFBEELDEN Onderstaande gegevens zijn betrokken van de website www.natura2000.vlaanderen.be.
VOEDSELRIJKE, SOORTENRIJKE RUIGTES LANGS WATERLOPEN EN BOSZOMEN Dit habitattype omvat voedselrijke ruigten langs waterlopen en boszomen. In Vlaanderen vallen hieronder 3 natuurtypes: 1) Ruigtes op natte tot vochtige voedselrijke grond zonder een duidelijk graslandkarakter. Typische soorten zijn Moersspirea, Poelruit en Moesdistel. 2) Natte ruigten langs waterlopen op vaak voedselrijkere standplaatsen dan het 1ste type. Hier zal Harig wilgenroosje vaak dominant zijn. 3) Voedselrijke boszomen met soorten als Dagkoekoeksbloem, Geel nagelkruid en Bosandoorn. Voor de aanduiding als habitat in Vlaanderen zijn de hoger genoemde gemeenschappen met minder algemene planten- en diersoorten het meest relevant. Categorie Graslanden HBT - N2000 â&#x20AC;&#x201C; code 6430 Wetenschappelijke naam Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones OfficiĂŤle naam Voedselrijke, soortenrijke ruigtes langs waterlopen en boszomen Beschrijving habitattype Dit habitattype omvat voedselrijke ruigten langs waterlopen en boszomen. Binnen de Vlaamse natuurtypen zijn er drie relevante plantengemeenschappen: Het Moerasspireaverbond omvat ruigten die van nature voorkomen in valleien en langs rivieroevers. Het betreft ruigten en zomen op natte, vaak stikstofrijke plaatsen, die in mindere of meerdere mate onder invloed staan van overstromingen, hetzij door oppervlaktewater, hetzij door opstijgend grondwater. Het habitattype is beperkt tot alluviale moerasvegetaties zonder een duidelijk graslandkarakter (bv. geen dominantie van grassen of andere typische graslandsoorten). Kensoorten zijn Moerasspirea, Poelruit, Adderwortel, Moesdistel, Harig wilgenroosje, Echte valeriaan en Bosbies. Daarnaast komen veel andere ruigtekruiden voor zoals Grote wederik, Gewone smeerwortel, Grote kattenstaart, Gewone engelwortel, Moerasandoorn en Koninginnenkruid. Op voedselarmere bodems zijn deze ruigten vaak minder fors ontwikkeld. In deze vegetaties speelt Grote wederik vaak een dominante rol en kunnen soorten voorkomen van voedselarme milieus zoals Pijpenstrootje, Biezenknoppen, Melkeppe, Waternavel en Gespleten hennepnetel. Het Moerasspireaverbond vormt een tussenstadium in de successie naar Elzenbroekbos (habitattype 91E0). Het verbond van Harig wilgenroosje omvat natte ruigten langs waterlopen op voedselrijkere standplaatsen dan het Moerasspireaverbond. Deze vegetaties zijn voornamelijk gekenmerkt door de hoge presentie en dominantie van Harig wilgenroosje. In goed ontwikkelde gemeenschappen komen daarnaast ook Gewone smeerwortel, Haagwinde, Moerasandoorn, Groot hoefblad en Koninginnenkruid voor. Plaatselijk kunnen zeldzame ruigtesoorten zoals Rivierkruiskruid, Moeraskruiskruid, Groot warkruid, Moerasmelkdistel, Heemst, Zomerklokje, Hertsmunt en Gevleugeld helmkruid voorkomen. Ook overgangen naar brakke rietvegetaties met Heemst, Moerasmelkdistel en Moeraslathyrus worden tot dit habitattype gerekend. Nitrofiele boszomen en -ruigten komen voor langs schaduwrijke randen van bossen of dreven, op zones die nooit overstromen. De belangrijkste kensoorten zijn Grote brandnetel, Kleefkruid, Hondsdraf, Lookzonderlook, Witte dovenetel en Zevenblad, naast soorten als Dagkoekoeksbloem, Geel nagelkruid, Bosandoorn, Grote muur en Robertskruid. Plaatselijk bevatten deze ruigten zeldzame of bedreigde plantensoorten. Het gaat o.a. om Kruidvlier, Steeneppe, Gevlekte dovenetel, Kruisbladwalstro, Donkere ooievaarsbek, Groot glaskruid, Aardaker, Boslathyrus, Donderkruid, Dubbelkelk, Kraailook, Hemelsleutel en Gewone agrimonie.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 5
Voedselrijke ruigten herbergen doorgaans een grote faunistische diversiteit. Zonnige, kruidenrijke zomen langs bosranden, met veel schermbloemigen en composieten, trekken grote aantallen bloembezoekende insecten zoals vlinders en zweefvliegen aan. Veel insecten van open milieus zijn op ruigten aangewezen voor hun voortplanting: doordat de vegetatie niet of slechts onregelmatig gemaaid of begraasd wordt, kunnen de soorten er hun levenscyclus ongestoord voltooien. Ook de bodemactieve ongewervelde fauna, o.a. spinnen, is doorgaans heel rijk aan soorten. De combinatie van voedselrijke, natte ruigte en zonnige, bloemrijke graslanden en boszomen is het leefgebied van de Spaanse vlag, een dagactieve nachtvlinder en bijlage 2 soort van deHabitatrichtlijn, die bij ons aan de uiterste noordgrens van zijn areaal voorkomt. Van de Bosrandspinner, eveneens een nachtvlinder van de bijlage 2, waarvan de rupsen vooral op Sleedoorn en Meidoorn leven, zijn bij ons slechts toevallige, zwervende exemplaren gekend. Op de bijlage 4 is nog een nachtvlinder, de Teunisbloempijlstaart, vernoemd waarvan de rupsen o.a. op Harig wilgenroosje, Wilgenroosje en Grote kattenstaart leven. De soort bereikt bij ons de noordgrens van haar areaal. Andere vermeldenswaardige vlindersoorten van dit habitattype zijn o.a. Kleine ijsvogelvlinder, Grote weerschijnvlinder en Nachtpauwoog. Typische sprinkhanensoorten zijn Bramensprinkhaan en de zeldzamere Greppelsprinkhaan, Moerassprinkhaan, Gouden sprinkhaan en Rosse sprinkhaan. Ook voor andere diersoorten hebben ruigten een grote waarde, waaronder tal van broedvogels zoals Rietzanger, Sprinkhaanzanger, Blauwborst (bijlage 1-soort van de Vogelrichtlijn) en Paapje. Voor de aanduiding als habitat in Vlaanderen zijn de hoger genoemde gemeenschappen met minder algemene planten- en diersoorten het meest relevant. Voedselrijke ruigten met alleen zeer algemene, ruderale soorten hebben een minder hoge natuurbehoudswaarde. Veel van deze ruderale gemeenschappen zijn het gevolg van verruiging van de oorspronkelijke, meer voedselarme vegetatietypes of zijn ontstaan door antropogene invloeden zoals kappen, graaf- en stortactiviteiten, toegenomen waterpeildynamiek of aanvoer van voedingsstoffen uit de omgeving. Verspreiding Voedselrijke natte ruigten zijn “zeer tot uiterst zeldzaam”, maar komen verspreid over heel Vlaanderen voor. Moerasspirearuigten nemen in sommige valleien, zoals deze van de Grote Nete en de Drie Beken, grote oppervlakten in. Het verbond van Harig wilgenroosje is bijvoorbeeld in de uiterwaarden van de grote rivieren abundant aanwezig. De oppervlakte van mantel- en zoomvegetaties is niet bekend, maar goed ontwikkelde vormen zijn in Vlaanderen “uiterst zeldzaam”. Natuurbeheer Om deze ruigten in stand te houden is een cyclisch kap- en maaibeheer noodzakelijk, waarbij eventuele boomopslag om de 5 à 10 jaar verwijderd wordt. In functie van de aanwezigheid van bijzondere plantensoorten kan een frequenter maaibeheer aangewezen zijn (om de 2 of 3 jaar maaien bijvoorbeeld). Vanuit faunistisch perspectief is een rotatiebeheer in dit geval steeds aan te bevelen, zodat niet alles in hetzelfde jaar wordt gemaaid. Bedreigingen - Door eutrofiëring nemen soorten als Grote brandnetel, Kleefkruid, Akkerdistel en Zevenblad sterk toe, waarbij minder concurrentiekrachtige soorten overwoekerd worden. Veel voorkomende oorzaken van eutrofiëring zijn het storten van tuinafval, maaien zonder verwijdering van het maaisel, gebruik van herbiciden en lokaal verhoogde stikstofdepositie ter hoogte van bosranden. - Natte ruigten zijn gevoelig voor verdroging door drainage, eutrofiëring door overstroming met vervuild water en wijzigingen in de waterpeildynamiek door waterbeheersingswerken en bedijkingen. Langs sloten en beken treedt habitatverlies en degradatie op door verbreding van de waterloop, het deponeren van ruimingsmateriaal en het passeren van rupskranen. - Scherpe overgangen tussen bos en open gebied reduceren de beschikbare ruimte voor behoud of ontwikkeling van zomen. - Boszomen verdwijnen door dichtgroeien en/of overschaduwing van open plekken en bospaden en door Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 5
wijzigingen in het bosbeheer, zoals omzetten van een hakhoutcultuur naar een gesloten hooghoutbestand of kaalkappen waarbij de bodem zwaar wordt beschadigd of kroon- en takhout blijven liggen. - Door het achterwege blijven van een maai- of graasbeheer treedt geleidelijk verruiging op, waarbij alleen de meest concurrentiekrachtige soorten overblijven, of kan het habitattype uiteindelijk verbossen, al dan niet via een struweelfase. Natte ruigten kunnen ook door Riet gekoloniseerd en gedomineerd worden. - Overwoekering door exoten, bv. Japanse duizendknoop, Reuzenbalsemien en Canadese guldenroede. Ontwikkelingsbeheer Herstel van ruigten langs waterlopen is mogelijk door een verbetering van de waterkwaliteit en het opnieuw toelaten van een natuurlijke rivierdynamiek met overstromingen en erosie- en sedimentatieprocessen. Door de invoering van een mantel-zoombeheer in bossen kan men opnieuw geleidelijke overgangen creëren tussen het bos en de open ruimte of mantel-zoomstructuren in open plekken in het bos. Lokaal kunnen ook potenties aanwezig zijn voor ontwikkeling van andere waardevolle habitattypes zoals heischrale graslanden, blauwgraslanden en Dotterbloemgraslanden. Milieukarakteristieken Langs waterlopen is het habitattype gebonden aan vochtige tot natte, zwak zure tot basische, matig tot sterk stikstofrijke standplaatsen die vaak tijdelijk onder water staan. De overstromingen met water van goede kwaliteit zorgen voor een natuurlijke aanvoer van nutriënten en ook de snelle strooiselafbraak draagt bij aan het voedselrijk karakter. Langs bosranden en in open plekken in loofbos of in holle wegen of graften komt het habitattype ook voor op matig vochtige, humeuze bodems, vaak op (licht) beschaduwde standplaatsen.
Eiken-Beukenbossen op zure bodems Zuurminnende beukenbossen zijn te herkennen aan verscheidene zuurtolerante soorten zoals Lelietje-vandalen, Dalkruid, Adelaarsvaren, Blauwe bosbes of Valse salie. Ook Bosanemoon kan voorkomen. Vaak en zeker onder Beuk is de bodem kaal. Deze "Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei" komen voor op zure bodems in zowel laagland als montaan gebied, onder een vochtig, Atlantisch klimaat. De boomlaag van dit bostype kan gedomineerd worden door Eik als gevolg van het vroegere middel- en hakhoutbeheer. Bij ontbreken of extensiveren van het beheer kunnen Beuk en vaak ook Hulst spontaan verjongen in deze bestanden. Categorie Bossen HBT - N2000 – code 9120 Wetenschappelijke naam Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion) Officiële naam Eiken-Beukenbossen op zure bodems Beschrijving habitattype In onze streken beantwoorden de eikenmengbossen en Eiken-Beukenbossen op vrij voedselarme zand- en zandleemgronden, en de zuurminnende beukenbossen op uitgeloogde leempakketten het best aan dit type. Ook bossen met Bosgierstgras en Witte klaverzuring (de zogenaamde Gierstgras-Beukenbossen) behoren tot dit type. Dit zijn bossen met iets rijkere kruidlaag waarbij sporadisch Bosanemoon en Groot heksenkruid voorkomen. Dit type is echter te arm om bij het Essen-Eikenbos (habitattype 9160) te worden gerekend. Het kan evenmin onder Veldbies-Beukenbos (habitattype 9110) worden gecatalogeerd, gezien het ontbreken of zeer zeldzaam voorkomen van de kensoort Witte veldbies en het uitgesproken (sub)Atlantisch karakter van het Brabants district, waarbinnen dit bostype bij ons voorkomt. Bij ons is vaak eik (zowel Zomer- als Wintereik) dominant aanwezig, maar Beuken verjongen er vrij goed, naast plaatselijk ook Gewone esdoorn, Es en Zoete kers. In het Gierstgras-Beukenbos is Beuk vaak dominant. In de
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 5
struiklaag komt vooral veel Hazelaar voor en mogelijk ook Gelderse roos en Haagbeuk. Bij de vochtige variant van dit type kunnen ook Zwarte els, Zachte berk en Geoorde wilg aanwezig zijn. Typische plantensoorten zijn Adelaarsvaren, Wilde kamperfoelie, Lelietje-van-dalen, Dalkruid, Gladde witbol en op voedselarmere standplaatsen ook Bochtige smele, Blauwe bosbes, Hengel en Valse salie. Bramen kunnen sterk overheersen bij eutrofiëring door stikstofdeposities of na recente verstoring. Dit habitattype is dominant aanwezig in vrijwel alle grote mesofiele loofboscomplexen in Vlaanderen. Hierdoor is het van essentieel belang voor een aantal soorten die gebonden zijn aan deze grote boscomplexen of aan de habitatdiversiteit die hier mogelijk is (bv. mantels en interne bosranden). Ook voor het behoud van monumentale oude bomen en de daaraan gekoppelde fauna en flora is dit habitattype van essentieel belang. Het overgrote deel van de monumentale bomen (omtrek groter dan 3 meter) in onze bossen bevindt zich in dit habitattype. Dit habitattype is o.a. zeer belangrijk voor de vogelrichtlijnsoorten Middelste bonte en Zwarte specht en Wespendief, en verder ook voor een groot aantal vogels van structuurrijke loofbossen (o.a. Fluiter, Bonte vliegenvanger, Boomklever, Bosuil). Oude, dode en kwijnende bomen (met holtes) zijn essentieel voor soorten als Boommarter, vleermuizen van de bijlage 2 en 4 (o.a. Rosse vleermuis), Vliegend hert (bijlage 2-soort) en voor behoud en ontwikkeling van een rijke gemeenschap van ongewervelde dieren (o.a. Boskrekel), mossen en fungi. Voldoende structuurrijkdom impliceert ook open plekken, mantels en zomen, met geassocieerde fauna en flora (lichtminnende plantensoorten, Hazelworm, Levendbarende hagedis, zweefvliegen van oud bos, Kleine ijsvogelvlinder in mantels en open plekken met Wilde kamperfoelie, enz.). Verspreiding Dit bostype, en zeker goed ontwikkelde vormen ervan, zijn zeldzaam in Vlaanderen. Het type komt voor op de Vlaamse zandrug, in de Lage Kempen en op de tertiaire zandkoppen van het Brabants district. Enkele voorbeelden van goed ontwikkelde bossen van dit type zijn: de voedselarmere delen van Meerdaalwoud (Bierbeek); Heverleebos (Leuven); tertiaire zandkoppen in Heuvelland, Vlaamse Ardennen en Hallerbos (Halle); Buggenhoutbos; oud-bossites in de Kempen: Grotenhout (Lille), Zoerselbos, enz.; delen van Wijnendalebos (Torhout); Houthulstbos; Bellebargiebos (Assenede), Zoniënwoud en Bertembos. Natuurbeheer Een klassiek hooghoutbeheer, dat aan de voorwaarden van een duurzaam multifunctioneel bosbeheer voldoet, en dat rekening houdt met de natuurlijke karakteristieken en vereisten van het bostype, kan verenigbaar zijn met het behoud en de ontwikkeling van het habitattype. Specifieke beheermaatregelen omvatten o.a. zoom- en mantelbeheer, open-plekken-beheer, exotenbestrijding, vrijstellen van soorten die onderdrukt worden door een dicht beukenscherm en maximaal behoud van dikke bomen en dood hout. Bedreigingen - Dit bostype is extreem gevoelig voor eutrofiëring en verzuring door atmosferische deposities en voor inspoeling van nutriënten van hoger gelegen plateaus en aangrenzende akkers. - Overwoekering van de struiklaag door Amerikaanse vogelkers, Amerikaans krentenboompje, Rododendron. - Bodemerosie en/of bodemcompactie door intensieve recreatie of exploitatie (vooral Gierstgras-Beukenbos). - Aanplanten van exoten (naaldhout, Amerikaanse eik enz.) of monotone jonge beukenaanplantingen. - Grootschalig en/of intensief kapbeheer met grondbewerking, heraanplant en overexploitatie leiden tot habitatdegradatie met weinig oude bomen en dood hout en een zwakke structuurontwikkeling. - Versnippering. - Een te hoge wildstand van bijvoorbeeld Ree bemoeilijkt natuurlijke verjonging. Ontwikkelingsbeheer Herstel en ontwikkeling van waardevolle bostypen vereisen het verminderen van de atmosferische depositie en luchtvervuiling en het instellen van bufferzones rondom het bos. Herstel van een meer natuurlijk bostype is mogelijk door natuurlijke successie of actieve omvorming van exoten- en
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 5
monotone dichte beukenaanplanten naar bossen met een meer natuurlijke structuur en samenstelling, met bijzondere aandacht voor dikke bomen en dood hout. Bestrijding van Amerikaanse vogelkers (en in sommige gevallen ook Amerikaanse eik, Amerikaans krentenboompje, Rododendron e.a. exoten) is een basisvereiste om een succesvolle omvorming te realiseren of spontane successie kans op succes te geven. Tevens is het herstel en de ontwikkeling van een voldoende grote, aaneengesloten bosoppervlakte wenselijk, door bosuitbreiding of verbinding van bestaande bossen. Milieukarakteristieken Door gebreksverschijnselen en toxiciteiten ontbreken de meeste voorjaarsbloeiers op de zure bodems. Het organisch armere habitattype 9190 (Zuurminnende eikenbossen op zandvlakten) kan zich ontwikkelen tot een zuurminnend beukenbos wanneer de bodem ‘rijpt’ (door toename van de strooisellaag) en de nutriëntenvoorraad toeneemt.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 5
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 6
BIJLAGE 6, TOEGANKELIJKHEIDSREGELING TOEGANKELIJKHEIDSREGELING VOOR HET PARK HOF DE BIST, GELEGEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE GEMEENTE ANTWERPEN
Artikel 1. – Toepassingsgebied 1.1. Deze regeling heeft betrekking op het park Hof De Bist, op het grondgebied van de gemeente Antwerpen. 1.2.
Zij regelt de toegankelijkheid voor bezoekers in het gebied afgebakend op de kaart die is toegevoegd als bijlage.
1.3.
Zij is niet van toepassing op activiteiten door bevoegde personen in het kader van het toezicht of het beheer van het gebied.
1.4.
Zij is niet van toepassing op risicovolle activiteiten, bedoeld in artikel 2, § 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten.
Art. 2. – Toegankelijkheid in het algemeen 2.1. De toegankelijkheid wordt geregeld door de kaart met bijbehorende legende, en de bijhorende borden in het gebied en aan de ingangen ervan. 2.2.
Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel of gedeeltelijk, voor alle of bepaalde categorieën bezoekers ontoegankelijk te stellen, gans het jaar door toegankelijk in de mate zoals in deze regeling bepaald.
2.3.
Het gebied is dag en nacht toegankelijk op de wegen en gazons. De toegankelijke boszones zijn enkel toegankelijk van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang.”
Art. 3. – Weggebruikers 3.1. De wegen die op de kaart als wandelweg zijn aangeduid, zijn uitsluitend toegankelijk voor voetgangers en voor honden aan de leiband. 3.2.
De overige wegen die op de kaart als toegankelijk zijn aangeduid, zijn enkel toegankelijk voor de desbetreffende categorieën weggebruikers en voor voetgangers tenzij anders aangegeven. De weggebruikers houden rekening met elkaar. Fietsen met een sport- of wedstrijdkarakter is verboden.
Art. 4. – Watergebruikers 4.1. De stilstaande wateren en niet-gecatalogeerde waterlopen en hun oevers zijn niet toegankelijk.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 6
Art. 5. – Zones De toegankelijkheid van de speelzones, vrij toegankelijke zones en hondenzones buiten de wegen wordt geregeld als volgt: 1°
de speelzone is enkel toegankelijk voor spel door jongeren onder de achttien jaar en hun begeleiders of door het jeugdwerk zoals omschreven in artikel 2, 8°, van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid;
2°
de vrij toegankelijke zone is enkel toegankelijk voor voetgangers;
4°
de hondenzone is toegankelijk voor honden, aangelijnd of niet-aangelijnd, en hun begeleiders;
5°
de parkeerplaats is bestemd voor het tijdelijk parkeren van motorvoertuigen en fietsen, gedurende het bezoek aan het gebied.
Art. 6. – Beschermingsvoorschriften 6.1. Het is verboden andere bezoekers of de dieren te (ver)storen of schade toe te brengen aan de infrastructuur of de planten. Het is verboden bloemen, paddenstoelen, vruchten of noten te plukken of mee te nemen, behoudens in speelzones en dit in beperkte mate/een handvol voor persoonlijk gebruik. Het is verboden de dieren te voederen. 6.2.
De bezoekers mogen geen blijvende sporen nalaten in het gebied. Zo moeten bij georganiseerde activiteiten onder meer wegmarkeringen die worden aangebracht, onmiddellijk op het einde van de betrokken activiteit worden verwijderd.
Art. 7. – Aansprakelijkheid bij ongevallen 7.1. De schadelijder dient bij een ongeval onverwijld aangifte te doen bij het Agentschap, zodat gebeurlijk beroep kan worden gedaan op de polis B.A. 7.2.
Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bij krachtige wind, is op eigen risico, zodat de beheerder niet kan worden aangesproken voor de vergoeding van de schade.
Art. 8. – Onderrichtingen Personen die belast zijn met toezicht overeenkomstig artikel 58 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu kunnen bezoekers omwille van de veiligheid, of met het oog op het bewaren van de rust, of de bescherming van de wilde flora en fauna, onderrichtingen geven. Personen moeten zich gedragen volgens deze onderrichtingen en kunnen zonodig, desnoods met behulp van de openbare macht, uit het gebied gezet worden. Art. 9. – Afwijkingen De beheerder kan afwijkingen op de artikelen 2 tot en met 5 van deze regeling toestaan, voor zover het geen risicovolle activiteiten betreft, bedoeld in artikel 2, §3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten. De aanvraag tot toestemming moet minstens 14 dagen van tevoren, schriftelijk of via elektronische drager worden toegezonden aan de beheerder. Indien het een risicovolle activiteit betreft dan moet eveneens een machtiging worden aangevraagd aan het Agentschap. Art. 10. – Bekendmaking 10.1. Deze regeling wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. 10.2. De gemeente houdt deze regeling ter inzage van de bevolking.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 6
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 6
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 6
BIJLAGE 7, KENMERKENDE SOORTEN VOOR HISTORISCHE PARKEN
berm
gazon
Scilla bifolia Hyacinthoides non-scripta Narcissus pseudonarcissus Eranthis hyemalis Leucojum aestivum BODEMBEDEKKERS Hedera helix Ajuga reptans Convallaria majalis Vinca minor
grasland
Muscari botryoides Crocus vernus Crocus tommasinianus Frafaria vesca Anemone nemorosa Tulipa sylvestris Geranium phaeum Anemone ranunculoides Pulmonaria officinalis Galanthus nivalis Ornithogalum umbellatum Stellaria holostea Scilla forbessii Chinodoxa forbessii Scilla siehei Chionodoxa siehei Doronicum pardalianches Corydalis cava Corydalis bulbosa Scilla sardensis Chinodoxia sardensis Ornithogalum nutans Leucojum vernum Galium odoratum Asperula odorata Viola odorata Scilla siberica Galanthus nivalis flore pleno Scilla luciliae Chinodoxia luciliae Ranunculus ficaria Corydalis solida
bos(rand)
OVERZICHT AUTHENTIEKE KENMERKENDE PLANTEN VAN BUITENPLAATSEN EN PARKEN STANDPLTS SOORT BLOEI KLEUR WETENSCHAPPELIJKE NAAM* NEDERLANDSE NAAM
x
x x x
x x x
x x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
witgroen wit wit
x x x
x x
x x
mar-mei mar-apr mar-apr mar
Paars Blauw wit blauwwit
x x x x
x x x x
x x x x
Speenkruid Vingerhelmbloem Voorjaarshelmbloem Vogeltje op een krukje Vroege sterhyacint Wilde hyacint Wilde narcis Winterakoniet Zomerklokje
mar-mei mar-apr
geel zachtpaars
x x
x x
x x
feb-mar apr-mei mar-apr feb-mar mei-jun
zachtblauw zachtblauw geel geel wit
x x x x x
x x x x
x x x x
Klimop Kruipend zenegroen Lelietje- van-dalen Maagdenpalm
sep-dec apr-jun mei-jun mar-jun
geelgroen paars wit blauwpaars
Blauw druifje Boerenkrokus Bonte krokus Bosaardbei Bosanemoon Bostulp Donkere ooievaarsbek Gele anemoon Gevlekt longkruid Gewoon Sneeuwklokje Gewone vogelmelk Grote muur Grote sneeuwroem
mar-mei feb-mar feb mei-jul mar-apr apr-mei mei-sep mar-mei mar-mei mar-apr mei-jun apr-jun mar-apr
blauw paars zachtpaars wit wit geel paars zachtgeel paars wit witgroen wit blauw
Hartbladzonnebloem Holwortel
mei-jul apr-mei
geel zachtpaars
x x
Kleine sneeuwroem
mar
blauwwit
Knikkende vogelmelk Lenteklokje Lievevrouwebedstro
apr-mei feb-mar mei-jun
Maarts viooltje Oosterse sterhyacint Sneeuwklokje (gevulde bloem) Sneeuwroem
x x x x x x x x x x
x
x x x
x
x x x x
*Eerstgenoemde wetenschappelijke naam naar “The Plant List”: http://www.theplantlist.org/
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 7
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
BIJLAGE 8, VERSLAG OPENBAAR ONDERZOEK Consultatie van de bevolking
Dit beheerplan kwam tot stand onder begeleiding van diverse stuurgroepen. In de stuurgroep zetelden afgevaardigden van de stad Antwerpen, het district Ekeren, het Agentschap Natuur en Bos en Natuurpunt. De stuurgroep kwam tijdens de opmaak van het beheerplan vier keer samen. Er werd op 19 november 2015 een participatiemoment georganiseerd in het park. Parkbezoekers, omwonenden, geïnteresseerden, … konden op dat moment hun mening geven over het park aan de hand van vier vooraf bepaalde thema’s: recreatie, spelen, kunst & voortuin en evenementen. Het participatiemoment werd vooraf aangekondigd op de website van district Ekeren en via aankondigingsborden in het park. De consultatie van de bevolking (openbaar onderzoek) werd georganiseerd van 1 juli 206 tot en met 16 augustus 2016. Het beheerplan lag ter inzage bij het district Ekeren aan de loketwerking en bij het Agentschap Natuur en Bos. Het was tevens online raadpleegbaar op de website van district Ekeren.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
beraadslaging/proces verbaal Kopie
districtscollege Ekeren Zitting van 28 juni 2016 Besluit B-punt
GOEDGEKEURD District Ekeren
Samenstelling de heer Koen Palinckx, districtsvoorzitter mevrouw Sabine Coene, districtsschepen; de heer Pol Bruyninckx, districtsschepen; de heer Ludo Van Reusel, districtsschepen; mevrouw Tamara Heynen, districtsschepen mevrouw Karin Nauwelaerts, districtssecretarismevrouw Marga Adriaensen, waarnemend districtssecretaris Iedereen aanwezig, behalve: mevrouw Marga Adriaensen, waarnemend districtssecretaris
8
2016_DCEK_00256
District Ekeren - Eindconcept beheerplan Hof De Bist. Start openbaar onderzoek - Goedkeuring
Motivering Gekoppelde besluiten 2014_DCEK_00540 - Bestek GAC/2014/2625 - Landschapsbeheerplan Hof De Bist. Bestek, procedure en gunning - Goedkeuring Aanleiding en context Er werd voor het park Hof De Bist een extern beheerplan opgemaakt door adviesbureau BuitingAdvies. Dit beheerplan stemt alle functies binnen het park op elkaar af en voorziet de groendienst van een beheertabel met werkzaamheden gedurende de komende 24 jaar (doorlooptijd beheerplan).
Juridische grond Het districtscollege van Ekeren deelt mee, overeenkomstig artikel 8 §1 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 2003 betreffende de beheerplannen van bossen, dat het ontwerp-natuurbeheerplan voor park Hof De Bist voor consultatie ter inzage wordt gelegd van 1 juli 2016 tot en met 16 augustus 2016 op alle werkdagen, zaterdag uitgezonderd.
Regelgeving: bevoegdheid Met de collegebeslissing van 6 maart 2015 (jaarnummer 1791) werden de bevoegdheden van de districtscolleges gecoördineerd. Artikel 11 bepaalt dat het districtscollege bevoegd is voor lokale parken en groenaanplantingen. In het gemeenteraadsbesluit van 30 maart 2015 (jaarnummer 147) werden de bovenlokale locaties vastgesteld. Park Hof De Bist is een lokaal park.
Openbaar onderzoek
1/2
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
Er wordt een openbaar onderzoek gehouden van 1 juli 2016 tot en met 16 augustus 2016. Argumentatie Het districtscollege gaat akkoord met het eindconcept van het beheerplan Hof De Bist en besluit om dit document in openbaar onderzoek te laten gaan gedurende de periode van 1 juli 2016 tot en met 16 augustus 2016.
FinanciĂŤle gevolgen Nee
Besluit
Artikel 1
Het districtscollege keurt het eindconcept van het beheerplan Hof De Bist goed. Artikel 2
Het districtscollege keurt goed om, in het kader van het natuurbeheerplan Hof De Bist, een openbaar onderzoek te houden van 1 juli 2016 tot en met 16 augustus 2016. Artikel 3
Dit besluit heeft in principe geen financiĂŤle gevolgen.
Bijlagen 1. Natuurbeheerplan Hof De Bist_20062016_BuitingAdvies_StadAntwerpen_Ekeren.compressed.pdf
2/2
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen info@stad.antwerpen.be
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
Bericht van consultatie – 29 juni 2016 – Het Laatste Nieuws editie Antwerpen
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
Bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek van 1 juli 2016 tot en met 16 augustus 2016
Tijdens het openbaar onderzoek werden er geen bezwaren officieel geregistreerd.
Agentschap Natuur en Bos heeft haar inhoudelijke bemerkingen bezorgd. Deze bemerkingen werden opgenomen en verwerkt in het beheerplan.
Opmerking: adviesraden Voorafgaand werd aan de verschillende adviesraden van district Ekeren gevraagd om haar advies op het beheerplan uit te brengen. Er werd gevraagd om hun advies formeel te bezorgen tijdens de looptijd van het openbaar onderzoek. Van de seniorenraad ontvingen we een formeel advies, maar dit werd niet tijdens de looptijd van het openbaar onderzoek bezorgd. Het advies is niet opgenomen in het verslag van het openbaar onderzoek. Het advies heeft voornamelijk betrekking op toegankelijkheid en de uitvoering van enkele beheermaatregelen. Hiermee zal rekening gehouden worden bij de uitvoering van deze beheermaatregelen. Het advies wordt als bijlage aan het beheerplan toegevoegd. Van de overige adviesraden ontvingen we geen formeel advies.
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
BIJLAGE 8
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV
Natuurbeheerplan Hof De Bist, Stad Antwerpen
Buiting Advies BV