7 minute read
Kunstwerk aan de bieb
by DUIC
Kunstwerk aan gevel bibliotheek moet opvallen
De entree van de gloednieuwe bibliotheek aan de Neude moet opvallend worden. Met het gepresenteerde kunstwerk van Utrechter Maarten Baas gaat dat zeker lukken. De lichtinstallatie, die niet zal misstaan bij een casino in Las Vegas, laat de ogen van voorbijgangers naar de ingang schieten. Dat veel inwoners van de stad gehecht zijn aan hun voormalige postkantoor en de nieuwe huiskamer van de stad – zoals de Centrale Bibliotheek zichzelf omschrijft – blijkt wel uit de vele reacties op het werk. Grenzen verleggen is niet nieuw voor Baas, die al eerder furore maakte met het verbranden van een Rietveld-stoel.
Advertisement
Tekst: Robert Oosterbroek / Fotografie: Nina Slagmolen en Robert Oosterbroek
Eigenlijk hadden Utrechters al weken door de gangen van het boekenpaleis moeten lopen. Op 13 maart zou de nieuwe Centrale Bibliotheek met een groot feest de deuren openen, maar dat ging vanwege de bekende reden niet door. Het was dan ook een grote opluchting dat de bibliotheek sinds 11 mei weer open mocht. Toch bleef de bibliotheek ook tijdens de sluiting onder de aandacht. Een van de redenen daarvoor was het nieuwe kunstwerk. Het gaat in de bieb niet alleen om het lenen van boeken. De instelling heeft ook de taak om kunst onder de aandacht te brengen, het monumentale gebouw is daar een prachtig podium voor. Vijf Utrechtse kunstenaars werden geselecteerd om het pand te verfraaien. De eerste vier werken zijn al te bewonderen – als de bibliotheek haar deuren opent. Het vijfde werk werd onlangs gepresenteerd. Bij de presentatie hoorde eigenlijk een debat over kunst in de buitenruimte, maar ook dat kon niet doorgaan. De bibliotheek weet als geen ander dat kunst kan schuren en ook tot nadenken moet aanzetten. Dat kan zowel door het kunstwerk zelf komen; in Utrecht hebben we onder andere ervaring met de UFO op de inktpot, de theepot op Hoog Catharijne, Che Guevara op de Croeselaan en De Haas op de Neude. Maar het is ook een ontwikkeling dat de selectie van kunstenaars al debat oproept; toen de Kunstcommissie van de bibliotheek bekendmaakte wie de vijf geselecteerde makers waren, lieten verschillende partijen zich hier ook al over horen. Het ging namelijk om ‘vijf witte mannen’, wat niet uitblinkt in diversiteit. Kunst kan aan alle kanten schuren, en helemaal in de ‘huiskamer van de stad’.
Bijzondere plek
Voor Maarten Baas is het in ieder geval speciaal dat hij het kunstwerk mag maken. “Ik maak gelukkig vaker werken die bedoeld zijn voor bijzondere plekken. De klok op Schiphol is daar natuurlijk een mooi voorbeeld van. Maar wat het nu extra bijzonder maakt is dat dit in mijn eigen stad is. Natuurlijk, exposeren in New York is ook erg mooi, maar hier weten mensen die langslopen ook precies dat ik de maker van het werk ben.” Toch is het voor Baas niet extra lastig om juist voor zo’n iconische plek in de stad een werk te maken: “Het is niet extra moeilijk, maar wel moeilijk, ik vind het altijd moeilijk. Wat ik ook maak, een ladekast voor mijn oom of een kunstwerk in de openbare ruimte, ik wil altijd het beste maken.”
Dat Baas dit keer op keer ook lukt blijkt ook wel uit zijn oeuvre. Hij wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke autonome Nederlandse auteur-ontwerpers van de eenentwintigste eeuw, omdat zijn werken het snijpunt van kunst en design zijn. Hij is vooral bekend door de werken Smoke (verbrande meubelen), Clay (meubels van klei) en Real Time (serie uurwerken). De New York Times vermeldde zowel Smoke als Clay in de Top 25 Design Classics of the Future. Nu is het de beurt aan de bibliotheek, waar het opvallende werk boven de ingang moet komen. Het kunstwerk krijgt de naam Intellectual heritage mee en laat het contrast zien van de locatie en van Utrecht. Zo omschrijft Baas het contrast tussen het monumentale pand, de Oudegracht en rustige plekken in de historische binnenstad met de uitbundige stad waar studenten leven en grote evenementen zijn. “Juist hier op de Neude komt dat samen. Het extraverte leven versus het introverte leven. Die twee werelden op zo’n klein stukje stad vond ik een interessant uitgangspunt.” Die contrasten komen ook naar voren in de verschijningsvorm van het kunstwerk. De Las Vegas-achtige stijl met neonlicht en kleurrijke en drukke vormen wordt gecombineerd met poëzie en Latijnse uitdrukkingen. Ook nijntje, als Utrechts icoon, ontbreekt niet in het werk en haakt aan bij De Haas die verderop op het plein te vinden is. “Het kunstwerk is door de verlichting en uitbundigheid ook Instagrammable, dat is weer een contrast met het stoffige imago dat bibliotheken van oudsher kunnen hebben. Hetzelfde als een Shakespeare tekst in neonletters een contrast vormt. Zo komen er twee werelden samen in het werk.”
Dat zo’n opvallend werk aan stadsplein de Neude reacties ging oproepen wisten de betrokkenen natuurlijk ook. Naast lofzang vragen mensen zich ook af of het wel zo opvallend zou moeten zijn, anderen noemen het niet passend omdat het werk wel op een monumentaal gebouw wordt geplaatst. De Commissie Welstand en Monumenten kijkt over de schouder van Baas ook mee. De leden kijken niet naar de inhoud van het werk, het is geen kunstcommissie, maar moeten ervoor zorgen dat de monumentale waarde van het gebouw niet aangetast wordt. Tijdens zo’n commissievergadering gaat het dan over kabeltjes, bevestigingen en technische details. Dit is niet voor iedere kunstenaar een favoriete bezigheid. Baas is ondertussen gewend dat er wordt meegekeken. “Het is een kritische commissie, maar ik voel mij wel zeer goed begrepen. De feedback die ze gegeven hebben, zie ik ook als een verbetering. Mijn werk kenmerkt zich regelmatig door een lossige stijl, maar de afwerking is juist altijd heel hoog. Dat moet hier ook gebeuren.” De commissie kwam tot de conclusie dat het
monumentale Post Utrecht klaar is voor het kunstwerk.
Kapitein
Hoewel de commissie niet kijkt naar het kunstwerk inhoudelijk, doen Utrechters niets liever. Baas wil het liefst met zijn werk iedereen aanspreken: “Van een klein kind dat totaal geen interesse heeft in kunst, tot de museumdirecteur van het beste kunstmuseum van de wereld. Er is geen grotere splitsing mogelijk, maar ik wil het liefst iedereen bereiken. Mijn werken zijn ook niet te abstract, dat ze alleen begrepen worden door iemand die vijf kunstgeschiedenisboeken heeft gelezen. Het is toegankelijk.” Iedereen aanspreken is overigens iets anders dan iedereen tevreden te stellen: “Dat gaat niet lukken in Utrecht met ruim 350.000 inwoners. Het is net als een kapitein op een schip, als die naar iedereen luistert dan zal het schip alleen maar rondjes varen. Dat is ook niet de bedoeling. Een kunstwerk moet ook geen grijze soep zijn, dan is het ook weer niks.” Een kunstwerk mag Utrechters ook zeker aan het denken zetten. “Net als dat een uitvinder iets nieuws wil uitvinden, wil een kunstenaar ook grenzen verleggen. Een discussie over een kunstwerk is dan weer geen doel op zich, maar een symptoom waarmee weer nieuwe inzichten komen.”
Ook het verbranden van de Rietveld-stoel riep reacties op. Ook dat was een Utrechts icoon. “Het is kenmerkend
voor kunst dat het niet meteen omarmd wordt, denk ook maar aan het Rietveldhuis. Terwijl Utrecht daar nu heel veel aan te danken heeft. We zijn er trots op. Altijd als er wat nieuws gemaakt wordt, moet het even landen. We hebben het voormalige postkantoor in ons hart gesloten, en dan gaan veranderingen niet zonder slag of stoot. Het kunstwerk moet er juist aan meehelpen dat ook het gebouw weer meer onder de aandacht komt.” Dat het gebouw weer onder de aandacht wordt gebracht zal niemand ontkennen, maar de schetsen laten wel iets belangrijks weg. Voor de ingang, en dus voor het kunstwerk, staat ook een enorme boom. “Ik heb het ontwerp daar ook op aangepast. Het werk is eigenlijk vanaf alle kanten te bewonderen. Ook het neonlicht kan door de boom stralen. Daarnaast heeft de boom niet het hele jaar door bladeren.” Dat een kunstwerk zorgt voor debat is duidelijk, maar een boom ervoor omhakken – iets wat de kunstenaar en ook de bibliotheek niet opperen – gaat in boomliefhebbend Utrecht sowieso te ver. De bibliotheek wil graag, als het weer mogelijk is, alsnog een debat organiseren over kunst in de buitenruimte. Er moet overigens ook nog een vergunning worden aangevraagd bij de gemeente voor het plaatsen van het werk. De bibliotheek weet nog niet wanneer het kunstwerk aan de gevel hangt. a