8 minute read

Achter de schermen

Next Article
Utrecht Volgens

Utrecht Volgens

Kookdag Buurtcentrum de Leeuw

Advertisement

Het begon allemaal met een simpel idee. Jongeren en ouderen samenbrengen door samen met elkaar soep te maken en eten. Twee jeugdvrienden gingen met dat idee aan de haal. Nu is het vier jaar later en is het idee uitgegroeid tot de stichting Oma’s Soep. Deze stichting gaat eenzaamheid onder ouderen tegen door regelmatig een kopje soep uit te delen. Wekelijks organiseert Oma’s Soep de ‘soep-aan-huis-dagen’, kookdagen met de ouderen. Dat gebeurt in Utrecht, maar ook in andere studentensteden.

Tekst: Charlie van Dijk / Fotogra e: Bas van Setten

De laaghangende decemberzon geeft de lokalen van Buurtcentrum de Leeuw in Utrecht Noordoost een warme gloed. Bij iedere stap die je de trap op doet, ruik je beter de geur van de verse soep die op dat moment wordt bereid. De geuren komen uit de keuken van de vrijwilligers van Oma’s Soep. Terwijl zij druk in de weer zijn, zit een handvol oudere dames in het lokaal te breien. “We breien al 16 jaar samen”, laat Oma Marijke met veel trots weten. Over haar stoel ligt een grote, vrolijk gekleurde deken. “Ik maak wel een stuk of vijf dekens in het jaar. Ook truien, mutsen en wanten.” Dus alle kleinkinderen krijgen met Kerstmis een mooie, met de hand gebreide trui van oma? “Nee, dat willen ze niet meer”, lacht de vrouw schamper.

Kookdag

Het is in deze tijd, met de coronapandemie die al ruim anderhalf jaar duurt, waarschijnlijk relevanter dan ooit. Oudere mensen wonen nog op latere leeftijd op zichzelf. In een periode van lockdowns en maatregelen voelen velen van hen zich vaker eenzaam. Daar willen Utrechtse studenten graag verandering in brengen. “Studenten komen hier vrijwillig om wat tijd door te brengen met de Oma’s”, vertelt Winter Momma. De communicatiestudent zit dit jaar in het bestuur van Oma’s Soep in Utrecht. “Op dinsdagen zijn de kookdagen en op donderdagen brengen we soep bij de mensen thuis. Het is leuk voor de ouderen, maar voor de studenten ook.”

Door het jaar heen organiseren de vrijwilligers ook andere evenementen om jong en oud te verbinden. Bij een gala of spelmiddag, bijvoorbeeld. Dan steekt een viertal studentes hun hoofden om de hoek, zij komen hier vandaag de Oma’s gezelschap houden. Winter geeft ze een korte instructie en dan mogen ze zich in de groep mengen. Het is even puzzelen, maar uiteindelijk komt iedereen op een veilige afstand toch met elkaar aan tafel te zitten. Het is misschien niet een heel gebruikelijk gezelschap, maar het klikt meteen tussen de ouderen en de vrijwilligers.

Zwaardere periode

Een van de vrijwilligers is antropologiestudente Louise Plate. Eerder deed ze al mee met soep-aan-huis-dagen en vandaag is ze voor het eerst bij een kookdag. “Kerst kan voor ouderen wel een zwaardere periode zijn. Wij hebben altijd mensen om ons heen, maar zij hebben dat niet. Ze knopen graag een gesprekje aan. Ik probeer dan te vragen hoe het met ze gaat.” Hoe komen de studenten hier eigenlijk bij de Oma’s aan tafel? Louise: “Via groepsapps op Whatsapp krijgen we te horen als Oma’s Soep op zoek is naar vrijwilligers. Die berichten krijgen we gewoon doorgestuurd. Je kan je dan via een formulier aanmelden om mee te doen.”

Aan tafel zijn de Oma’s al druk plannen aan het smeden om samen kerststukjes te gaan maken. Over en weer gaat wie er nog wat in huis heeft. Ze houden er een druk programma op na. De bolletjes wol en de breipennen gaan stuk voor stuk weer de tas in. In plaats daarvan komt de doos Rummikub op tafel. De vrijwilligers schuiven enthousiast aan voor een spelletje. Maar onder de spelers loopt de spanning geleidelijk op. Sommigen gaan er zelfs bij staan. Vooral de Oma’s blijken het spelletje goed door te hebben, en ze hebben natuurlijk ook de nodige ervaring. Maar vergis je niet: zij kennen ook de trucjes die niet in het spelboekje staan. Meer dan eens legt een van de oudere speelsters voor haar beurt een Rummikub-steentje op tafel.

Oma’s recept

In de keuken wordt nog steeds hard gewerkt. Op het vuur staat een aardappel-broccolisoep te pruttelen. Winter: “We maken de soepen volgens de klassieke recepten van de Oma’s, helemaal vers. En je leert er ook nog door koken. Dit is natuurlijk beter dan een gemiddeld studentenprakje.” Dit jaar bundelde Oma’s Soep vijftig van die recepten in een kookboek; van een romige asperge-crèmesoep tot verwarmende joodse kippensoep, Turkse Ash Reshteh-soep of Franse Vichyssoise.

De groenten die vandaag worden gebruikt, zijn opgehaald bij een supermarkt die ze niet meer zou verkopen, om zo ook meteen voedselverspilling tegen te gaan. “Oma’s Soep wordt in veel lokale supermarkten verkocht, net als onze verse stamp- en stoofpotjes”, vertelt Winter. “Met de opbrengst daarvan kunnen we deze kookdagen organiseren. Het budget is nu zo dat we in Utrecht alleen hier in Buurtcentrum de Leeuw zitten. We zouden wel graag willen uitbreiden naar meer plekken in de stad, maar nu is dat nog niet mogelijk. De stichting Oma’s Soep ontvangt steun van meerdere fondsen, maar wij hopen op een dag op eigen benen te kunnen staan.” a

Tom Strik (28) in gesprek met Roosmary (82) over de liefde voor Zuilen

Wat verbindt de oudste en de jongste bewoners van onze mooie stad? Nou, precies dat: die mooie stad! In deze reeks gaan een jongere en een oudere inwoner van steeds een andere Utrechtse wijk met elkaar in gesprek over het leven. Over vroeger, over nu en over later. Al wandelend of op een bankje in de zon praten ze over het leven, over Utrecht, over de wijk waar ze wonen en nog veel meer. Want de liefde voor Utrecht kent geen leeftijd: Utrecht verbindt jong en oud! Vandaag: Tom Strik (28) in gesprek met Roosmary (82), die in het Zuilense complex de Sweserengh woont. v.l.n.r. Dinie, Coby, Tom, Rina, Annie, Bob & Alie

Roosmary, hoe lang woont u hier al?

‘Sinds drie jaar wonen we in dit complex, waar jongeren en ouderen elkaar ontmoeten. Daarvoor heb ik maar liefst 47 jaar lang in hetzelfde huis gewoond, hier vlakbij, aan de Werner Helmichstraat. Ik woon dus al vijftig jaar in Zuilen. En ik wil nooit meer verhuizen!’

Hoe bent u ooit in het geliefde Zuilen terechtgekomen?

‘Ik ben hier komen wonen omdat mijn schoonouders hier woonden. Eerst hebben we twee maanden bij hen ingewoond; ik kwam toen uit Suriname. Na een tijdje kregen we een eigen woning toegewezen, een fjn huis in Zuilen. Zo makkelijk was het vroeger, je kreeg zo een huis! Dat is nu wel anders…’

Wonen uw kinderen ook nog in Utrecht?

‘Nee helaas. Die vinden dat de stad achteruit is gegaan. En ik snap ook wel een béétje wat ze bedoelen, maar zelf wil ik hier nooit meer weg.’

Ja? Op welke manier heeft u de stad zien veranderen?

‘Nou, specifek in mijn wijk zijn er vooral heel veel kleine winkels verdwenen, en daar zijn grote supermarkten voor in de plaats gekomen. Mooie kleine winkeltjes vind je nu eigenlijk alleen nog in dorpen. Vroeger kwam ik juist zo graag bij die kleine winkeliers: ik ging naar de groenteboer, en naar Toon Hermans aan de overkant…’

Toon Hermans?! Woonde die hier ook?

‘Haha nee, dat was de slager aan de overkant! Maar die is ook al meer dan 30 jaar weg. Ik kwam trouwens ook graag aan de Amsterdamsestraatweg, dat was vroeger een hele gezellige straat waar je echt alles kon vinden. Nu vind ik het er eerlijk gezegd verschrikkelijk.’

Goed, niet naar de ASW dus. Waar komt u nog wel graag?

‘Nou, als ik erover nadenk… komen de mensen vooral naar mij toe. Zelf kom ik niet meer op zoveel plekken, sinds mijn man geen auto meer rijdt. Dat was tot drie jaar geleden wel anders, toen waren we nooit thuis en gingen we altijd bij iedereen langs. En nu komt iedereen hier langs: mijn neef, de jongens, er komen elke dag wel mensen eten.’

Ah, u zult dus wel een goede kok zijn.

‘Ik ben geen kok, maar ik kan wél goed koken. Niet alleen opzetten en afgieten hè, echt koken! Vraag maar aan m’n eters. Ik ga straks weer boodschappen doen met m’n neef.’

Ik geloof het zo. Wilt u mij, als jonge inwoner van Utrecht, nog iets meegeven? Ik heb niet elke dag een gesprek met iemand die al vijftig jaar Utrechtse wijsheid bij zich

draagt… ‘Tom, het liefst had ik je een spaarpotje meegegeven, maar ik heb ze allemaal al weggegeven. Maar neem dit van me aan: koop een spaarpotje en ga sparen! Zo eentje waar je alleen muntjes in kan gooien, eentje met een slot, dat je niet tussendoor open kan maken. Je wordt er misschien niet rijk van, maar dan heb je altijd iets om op terug te vallen.’

Een hele wijze raad, ik ben zelf niet bepaald de beste spaarder dus dat heeft u goed aangevoeld! Ik ga maar eens op zoek naar een spaarpot…

Utrecht verbindt jong & oud De interviewreeks ‘Utrecht verbindt jong & oud’ is een initiatief van Thirty030, de stadsambassadeurs van Utrecht. In deze reeks gaan steeds een jongere stadsambassadeur en een oudere inwoner van een wijk met elkaar in gesprek. Tom (van Thirty030) en Roosmary spraken elkaar met dank aan Oog voor Zuilen. Oog voor Zuilen bevindt zich in het Sweserengh-complex, en is onderdeel van van de stichting Oog voor Utrecht. Deze stichting zet zich in om eenzaamheid bij ouderen te voorkomen en te verlichten, door het organiseren van ontmoetingen.

This article is from: