3 minute read
Verdwenen winkels
VERDWENEN WINKELS IN UTRECHT Modemagazijn Dijckho aan de Lange Viestraat
Advertisement
Terwijl veel zaken momenteel noodgedwongen dicht zijn, is dit de eerste a evering van een serie over verdwenen winkels in Utrecht. Daarvan zijn er de afgelopen eeuw zoveel geweest dat slechts een selectie aan bod kan komen: bekende en vergeten kruideniers, kledingzaken, bakkers, meubelwinkels, boekhandels, slagerijen, warenhuizen… Vaak is niet alleen de zaak maar ook het gebouw verdwenen. Maar van het voormalige modepaleis op de hoek Oudegracht-Lange Viestraat is de glazen toren onlangs gerestaureerd. Recent nog een kantoor van Randstad, heet het nu ING La Vie. Van 1891 tot 1962 zat hier herenmodezaak Dijckhof.
Tekst: Arjan den Boer / Fotogra e: Het Utrechts Archief
Bernhard Dijckhoff (1855-1940) werd geboren in Haren, net over de Duitse grens. Op 17-jarige leeftijd vertrok hij naar Amsterdam om te gaan werken in de lakenhandel. In 1883 vestigde hij zich aan de Mariaplaats in Utrecht als kleermaker-winkelier. Hier moet Dijckhoff als een van de eersten al confectiepakken hebben gemaakt (dus geen maatwerk, zoals toen gangbaar maar duurder was). In 1891 kon Dijckhoff het hoekperceel Oudegracht-Lange Viestraat kopen. De oude bebouwing liet hij vervangen door een grote winkel met drie verdiepingen door de Amsterdamse architect Albert Jacot (later bekend van Maison de Bonneterie en Hirsch). In 1899 voorzag Jacot het pand van een sierlijk hoektorentje en van grotere etalages. Het woonhuis aan de Oudegracht werd er toen bijgetrokken; het gezin Dijckhoff (met tien kinderen) verhuisde naar het Oorsprongpark. Een jaar later kreeg Dijckhoff trouwens de Nederlandse nationaliteit. De winkel was aanvankelijk alleen op de begane grond; boven werkten de coupeurs en waren magazijnen. Behalve de naam stond op de gevel 'Heeren- Jongeheeren- en Kinderkleding' en de aanduiding 'gemaakt of naar maat'. Confectie had aanvankelijk een goedkoop imago en daarom was het verstandig ook maatwerk te blijven bieden. 'Al onze Kleedingstukken — aangemeten of gemaakt voorhanden — zijn onovertrefbaar van Prijswaardigheid, Soliditeit, Coupe en Bewerking', luidde een advertentie. Ook werden de 'Nieuwste Dessins en Kleuren' aangeprezen. De katholieke Dijckhoff adverteerde verder speciaal voor 'H.H. geestelijken' die bij hem staatsiejassen en toga's konden kopen.
Toen Dijckhoff in 1907 een fliaal in Den Haag begon, verhuisde de familie daarheen. Inmiddels heette de zaak Dijckhoff en Zoon omdat zoon Jozef (1890-1968) meedeed. In 1925 werd de frma een NV met Jozef als directeur en vader Bernhard als gedelegeerd commissaris. Bij die gelegenheid werd hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Eerder had Dijckhoff al een pauselijke onderscheiding gekregen voor zijn liefdadigheidswerk. Het Utrechtse fliaal werd ondertussen gerund door bedrijfsleider C.J. Crone, de vader van schrijver C.C.S. Crone.
Glazen torentje
In 1928 werd het buurpand aan de Lange Viestraat bij het kledingmagazijn getrokken, een verdieping toegevoegd en het geheel ingrijpend gemoderniseerd. Het klassieke hoektorentje maakte plaats voor een moderne versie: 'Op den hoek van Viestraat en Oude Gracht ontwikkelt zich uit de gevels een glastoren met koepel, die zich 28 Meter boven de straat verheft. Deze glaszuil zal des avonds geheel verlicht worden.' Een andere krant beschreef het nieuwe interieur: 'Breede trappen en een snel loopende personenlift brengen de verbinding met de drie verdiepingen tot stand. De gezamenlijke verkoopruimten beslaan ruim 1000 m2. Op de vierde verdieping worden de ateliers ondergebracht.' De architect was August Zinsmeister, inmiddels compagnon van Jacot. Jozef Dijckhoff noemde de zaak bij de feestelijke heropening 'een modepaleis, een warenhuis voor kleeding zooals er tot op heden geen in Utrecht bestond'. In 1933 vierde Dijckhoff het 50-jarig jubileum met een derde fliaal: in Rotterdam. Bij de opening zette president-commissaris (en schoonzoon) Johannes de Vilder de oprichter in het zonnetje, 'die een halve eeuw geleden op zeer bescheiden voet te Utrecht een winkeltje opende en thans nog getuige is van deze feestelijke opening, die de kroon op zijn werk zet'. Bernard Dijckhoff zou in 1940 overlijden en herdacht worden als een pionier in herenconfectie en een sociaal werkgever. werd in februari 1962 het Utrechtse personeel de wacht aangezegd — inclusief kleermaker Van Lemmen, die net zijn 40-jarig jubileum had gevierd. Aanvankelijk zouden de flialen Den Haag en Rotterdam nog open blijven, maar uiteindelijk nam Modehuis Voss (eigendom van C&A) alledrie de vestigingen over. In mei hield Dijckhoff opheffngsuitverkoop, in juni werd de winkelinventaris geveild. Voss dameskleding, later Fox Fashion, zat nog tot 1975 in het pand, gevolgd door een orgelhandel en Lucky Leder. Toen in 1988 uitzendbureau Randstad het gebouw betrok, werd de vervallen glazen toren met het koepeltje in ere hersteld. Dat gebeurde opnieuw in 2020, nu met nog meer oog voor historisch detail. Samen met het herbestemde postkantoor, House Modernes en — hopelijk binnenkort — Heck's Lunchroom (Intersport) staan de hoekpanden rond de Viebrug er weer fraai bij. a