
5 minute read
Kinderen van spermadonoren
from DUIC Krant NR 168 - 15 april
by DUIC
Vera en Linda schreven een boek over kinderen van spermadonoren: ‘Het is een zoektocht naar je identiteit’
De Utrechtse Vera de Lange heeft een halfzus: Linda Sprado. Ze hebben dezelfde biologische vader, maar ze zijn beiden niet door hem opgevoed. Ze zijn kinderen van een spermadonor. Hun biologische vader, Jan uit Amsterdam, leerden ze pas op latere leeftijd kennen. Samen schreven Vera en Linda het boek Schaduwfamilie. Het gaat over de zoektocht van donorkinderen naar hun biologische familie Tekst: Charlie van Dijk / Fotogra e: Kate Ford
Advertisement
Een donorkind heeft eigenlijk twee soorten familie, vertelt Vera. “Het ene deel daarvan bestaat uit je wettige familie, die je al jarenlang kent, en het andere deel bestaat uit familie die in de schaduw staat, de kant van je donorvader.” Het zijn familieleden die je als donorkind mogelijk niet kent en misschien ook nooit leert kennen. Maar je deelt wel je dna met deze schaduwfamilie. “Ons doel is om die familie uit de schaduw te halen, net als het donorkind zelf overigens.”
Wattenstaafje
Want donorconceptie is voor heel veel mensen nog een taboe-onderwerp. Geschat wordt dat er zo’n 55.000 donorkinderen in Nederland rondlopen, waarvan slechts ergens tussen de 10 en 30 procent ervan op de hoogte is dat die kind is van een spermadonor. Vera en Linda willen met het boek Schaduwfamilie het onderwerp bespreekbaarder maken. Dat doen ze door de verhalen van verschillende donorkinderen en hun zoektocht naar hun identiteit te bundelen. Daarbij zitten ook de verhalen van Linda en Vera zelf.
De twee halfzussen leerden elkaar in 2019 kennen. Vera had een dna-test gedaan: ze stuurde een wattenstaafje met speeksel naar een lab in de Verenigde Staten. Daar vergelijken onderzoekers het dna met het dna van andere mensen die in de dna-bank te vinden zijn. De uitslag laat zien waar jouw voorouders vandaan kwamen, maar de data laten ook zien wie jouw familieleden zijn. Vera kreeg in de uitslag te horen dat zij een halfzus had: Linda. Net als Vera had zij jaren terug dna afgestaan, om uit te zoeken of er halfzussen of -broers van haar rondliepen. “Ik hoorde jarenlang niks, ik had de hoop eigenlijk al opgegeven. Maar met Vera was het gelijk raak. Ik stond bovenaan de lijst”, vertelt Linda.
Niet veel later hangen de halfzussen met elkaar aan de lijn. Vera: “Ondanks dat we heel verschillend zijn, voelde het wel meteen vertrouwd.” Binnen de kortste keren besluiten ze samen het boek Schaduwfamilie te schrijven. Een vervolg op een boek van Linda, genaamd Op zoek naar mijn vader, dat eveneens gaat over de zoektocht van donorkinderen. Ze schreef het tien jaar geleden. “Veel van die donorkinderen stonden toen aan het beginpunt van hun zoektocht”, legt Linda uit.
“We zijn voor dit boek echt op zoek gegaan naar de personen die toen geïnterviewd zijn, om ze te vragen: is het nou gelukt? Zijn de verwachtingen die je had uitgekomen?” Daaruit kwamen hele uiteenlopende verhalen. Linda: “Alle verhalen hebben een eigenheid. Eén iemand is zelf donor geworden, om beter te begrijpen hoe zijn donorvader dat ervaren heeft, iemand heeft zelf een kind van een donor gekregen, en iemand anders is helemaal gestopt met de zoektocht. Die was te bang dat de donorvader niet zou voldoen aan de verwachtingen.”
‘Niet zo’n makkelijke man’
“Het schrijven van ons eigen verhaal hebben we helemaal tot het einde uitgesteld”, geeft Vera toe. “Voor mij was het opschrijven van het verhaal ook het verwerken van wat ik had meegemaakt. Het was best wel heftig om het op te schrijven, maar toen het eenmaal op papier stond, gaf het ook veel rust.” Voor Linda was het na het schrijven van haar vorige boek niet voor het eerst dat ze haar verhaal op papier zette. Maar in de tussentijd was er wel een belangrijke gebeurtenis aan het verhaal toegevoegd: Linda had via Vera haar biologische vader ontmoet.
“Hij was toch niet de man die ik me in mijn hoofd voorgesteld had. Hoe gaat zo’n ontmoeting dan? Wat doet het met je als de ontmoeting met je donorvader tegenvalt? Of als die helemaal niet in jou geïnteresseerd is?” Dat zijn vragen waar Linda, net als veel andere donorkinderen, mee worstelde. Ook Vera bleef met vragen zitten toen het op een gegeven moment botste tussen haar en haar donorvader. “Het is niet zo’n makkelijke man. Maar je deelt dna met elkaar, je hebt veel eigenschappen waarvan je wil weten waar ze vandaan komen. Het is een zoektocht naar je identiteit, in die zin.”
In gesprek
Voor mensen die het niet zelf meemaken, is het waarschijnlijk moeilijk inleven in de situatie van donorkinderen. Maar ook voor donorkinderen zelf kan het lastig zijn om bepaalde vragen te stellen. Vera: “Het boek kan dan een aanknopingspunt zijn om het erover te hebben. Wij horen dat mensen die voor het boek geïnterviewd zijn, ook meer over hun herkomst zijn gaan praten. Eén van de geïnterviewden was bijvoorbeeld wel altijd heel open over zijn situatie, maar durfde eerder nooit het gesprek met zijn opvoedvader aan te gaan en om hem te vragen: Hoe was het voor jou om een donorkind te krijgen? Naar aanleiding van het boek heeft hij dat wel gedaan. Het is heel bijzonder om dat teweeg te brengen.”
Prikkelende verhalen
Behalve de verhalen van de donorkinderen hebben ook enkele andere mensen bijgedragen aan het boek Schaduwfamilie. Zo heeft René Hoksbergen, emeritus hoogleraar adoptie aan de Universiteit Utrecht, het voorwoord geschreven. “Hoksbergen zet zich al sinds de jaren ‘80 in voor de rechten van het donorkind”, vertelt Linda. Zijn sterke gevoel voor rechtvaardigheid is nog terug te lezen in de tekst.
Andere ‘prikkelende verhalen’ werden geschreven door onder meer een beleidsspecialist van het Fiom, in Nederland een belangrijke instelling op het gebied van ver soof. Linda: “Zo willen we het onderwerp van alle kanten belichten, zonder een oordeel uit te spreken. We willen iedereen die een bepaalde mening over spermadonoren heeft aan het woord laten. Daarmee willen we een discussie over het onderwerp op gang brengen.” Ook staat er een stappenplan in het boek dat donorkinderen kan helpen hun biologische vader te vinden.
Uit de anonimiteit
Want het gesprek is nog lang niet geopend, vinden de twee halfzussen. Desondanks is er al wel een groot verschil merkbaar met tien jaar geleden. “Toen Linda haar boek maakte, wilde iedereen slechts anoniem meewerken”, vertelt Vera. “De donorkinderen die nu meewerkten aan het boek, wilden daar met voor- en achternaam in en gingen ook meteen akkoord met de foto.” In haar stem klinkt trots. “Overigens leuk om te weten”, voegt Vera toe, “is dat de fotograaf van de portretten in het boek zelf ook een donorkind is. Familiefotografe Kate Ford ontdekte per toeval dat ze een donorkind was, en begon daarna met het fotograferen van donorkinderen.”

