4 minute read
Verdwenen winkels
VERDWENEN WINKELS IN UTRECHT De Gruyter aan de Bemuurde Weerd OZ
Advertisement
Grootgrutters waren er al voor het ontstaan van supermarkten in de jaren zestig. Omstreeks 1900 begonnen succesvolle kruideniersfamilies lialen door het hele land en sommige zelfstandige winkeliers sloten zich bij hen aan. Albert Heijn had in 1910 al drie vestigingen in Utrecht: Twijnstraat 23, Steenweg 10 en Lange Viestraat 13. Dat waren kleine winkels met een toonbank en magazijn. Albert Heijns grootste concurrent was De Gruyter, die in Utrecht aanvankelijk Stichtsche Gruttershandel heette.
Tekst: Arjan den Boer / Fotogra e: Peter Sprangers/Historische Kring Tolsteeg-Hoograven
Piet de Gruyter (1795-1867) was in 1818 in Den Bosch begonnen met een grutmolen (voor de verwerking van peulvruchten, zaden en granen om bijvoorbeeld pap van te maken). Zijn zoon Louis voegde daar grutterswinkels aan toe, aanvankelijk alleen in Den Bosch. Het was de 21-jarige (klein) zoon Jacques de Gruyter (1875-1950) die in 1896 een winkel begon aan het Vredenburg 2 in Utrecht. De naam Stichtsche Gruttershandel was wellicht een verwijzing naar de bekende Stichtsche Bank die ernaast zat. Ook 24 heette nog zo, maar nadat Jacques vier jaar later een vestiging in Amsterdam begon, stond voortaan overal als bedrijfsnaam op de pui: P. de Gruyter & Zoon.
Tegeltableaus rondom
aan de Twijnstraat en Lange Viestraat, waar ook concurrent Albert Heijn zat. En in 1911 kreeg De Gruyters vaste architect Willem Welsing (1858-1942) uit Arnhem de opdracht een winkel te ontwerpen aan de Bemuurde Weerd Oostzijde 3. Het was zijn eerste winkelontwerp onder invloed van de art nouveau; de eerdere Gruyter-winkels waren in de stijl van de neorenaissance. De pui van Zweeds graniet kreeg gegraveerde bloemmotieven en houten raamkozijnen in organische vormen. De gevel erboven werd opgetrokken uit witte verblendsteen, afgewisseld met zandstenen elementen en ramen met eenvoudig glas-in-lood.
De winkels van De Gruyter kenmerkten zich door bijzondere architectuur en fraaie interieurs. Tegeltableaus, marmer, spiegels, koper en glas-en-lood moesten de klanten een gevoel van luxe geven, terwijl de prijzen juist laag waren door producten van eigen merk. In de zaak aan de Bemuurde Weerd kwamen rondom tegeltableaus van in totaal 15 strekkende meter. Aan de linkerkant met beelden van de Hollandse landbouw (zaaien, ploegen, oogsten, malen), rechts exotische produceerd werden en het vervoer van deze koloniale waren over zee. De tableaus werden ontworpen door de Utrechter Hermanus Oostveen (1879-1978) en vervaardigd door de Faience- en Tegelfabriek 'Holland' in Hoograven, waar later meubelfabriek UMS-Pastoe kwam.
Foto's uit 1969 — toen het interieur nog helemaal origineel leek — laten zien dat de muren ook onderaan waren betegeld, versierd met bladmotieven en decoratieve patronen. Daartegenaan stonden houten rekken met voorraadbakken voor de kruidenierswaren, die per klant werden afgewogen. Ook de spiegelwand in het midden achter de toonbank bleef bewaard: extra groot om deze kleine winkel (van slechts 24 vierkante meter) ruimer te laten lijken.
In de loop der jaren veranderde er niet veel aan de inrichting. Een krant meldde in 1928 wel: 'Men deelt ons mede, dat het zoo ma De Gruijter thans opgesteld staat in den winkel Bemuurde Weerd. Als speciale attractie ontvangt men ook hier bij aankoop van thee een auto met Napolitains cadeau.' Wat zou dat voor autootje zijn geweest?
Te late omslag
De winkel aan de Bemuurde Weerd werd in 1968 gesloten. Dat binnen bijna alles hetzelfde was gebleven, was een teken aan de wand. Te lang had De Gruyter vastgehouden aan het oude winkelconcept en het aanbod van eigen producten. De omslag naar de moderne zelfbedieningssupermarkt maakte men te laat. In 1969 kwam de eerste grote supermarkt van De Gruyter gereed in Winkelcentrum Overvecht. Midden jaren zestig had het bedrijf landelijk nog 550 winkels, waarvan zo'n 15 in Utrecht, maar die aantallen daalden snel. In 1971 nam de SHV, die ook zelfbedieningsgroothandel Makro was begonnen, het verlieslijdende De Gruyter-concern over. Enkele jaren later kwamen de nog resterende winkels in handen van Spar. De overgebleven Utrechtse De Gruyter-winkels waren in 1974 die aan de Biltstraat en Amsterdamsestraatweg. In het oude winkelpand aan de Bemuurde Weerd 3 OZ vestigden zich vervolgens een café, een Turks restaurant, een ontmoetingscentrum voor Marokkaanse immigranten en de Stichting Critical Mass. Peter Spangers, auteur van het boek De kunst van De Gruyter, nam in 2011 het initiatief om het bord met de naam 'P. de Gruyter & Zn' te reconstrueren en weer aan de gevel te plaatsen. De kleinzoon van Hermanus Oostveen, ontwerper van de tegeltableaus, was bij de onthulling aanwezig. Van de dertig tableaus die tegelfabriek 'Holland' voor De Gruyter heeft gemaakt, is die aan de Bemuurde Weerd als enige compleet bewaard gebleven. Het pand is in 2016 gerenoveerd, uiteraard met behoud van de tegels, en biedt nu onderdak aan de Vrijwilligerscentrale Utrecht (VCU). Elders in de stad zijn nog mooi betegelde winkelpuien van De Gruyter bewaard, zoals aan de Oudegracht 201, evenals naoorlogse tegeltableaus in het winkelpand J.P. Coenstraat 69. Ook die straatnaam geldt tegenwoordig als koloniale waar.