7 minute read

De winkel bestaat eind 2023 150 jaar: ‘Je bouwt echt een band op met mensen’

Sinds 1873 is Bakkerij Moolenbeek in het hoekpand met de houten gevel op de Nieuwegracht te vinden. Eind dit jaar bestaat de winkel 150 jaar. De bakkerij was tot een kleine tien jaar geleden al vijf generaties en 140 jaar van de familie Moolenbeek. Daarna werd die overgenomen door Melis Korlaar en zijn vrouw Gerrianne. Ook zij stopten ermee, maar de bakkerij bleef voortbestaan. Sinds vorig jaar runnen Ronald Dijkhuizen en zijn dochter Chantal Poort-Dijkhuizen de zaak.

Tekst: Bo Steehouwer

Advertisement

Voordat ze aan de slag gingen in Bakkerij Moolenbeek stonden de twee jarenlang samen op de markt. Dat deden ze met een kraam van een andere bakkerij: ’t Stoepje. Brood, koek en banket zijn bekende producten voor ze. Ook het samenwerken is geen onbekend terrein en gaat ze nu opnieuw goed af. Ronald staat sinds maart vorig jaar in de winkel, Chantal sinds november. “Het was even wennen in het begin, maar het is heel leuk”, zegt ze. “Mijn vader wilde me weer terug. Ik heb wel eerst twee keer meegelopen in de winkel en dat beviel goed.”

Ronald: “Het is hier heerlijk en gezellig. Er komen leuke mensen. Ze hebben geen haast hier, nemen de tijd en maken een praatje. Zo leer je mensen kennen. Een groot deel ken je bij naam.” Daar sluit Chantal zich bij aan. “Het is hier een soort buurtwinkeltje. Buren ontmoeten elkaar hier. Je leert mensen zo ook snel kennen. Ze zijn hier verder heel geduldig.” Melanie, een van de vaste medewerkers, vult hen aan. “Je bouwt echt een band op met mensen.” Zelf woont ze vijf minuten bij de winkel vandaag en kent ze ‘bijna iedereen’.

‘De

Nieuwegracht is net een dorpje’

In 2014 verkocht Els Moolenbeek haar laatste brood, na 48 jaar in de winkel te hebben gestaan. Haar zoon Jurgen Moolenbeek, toen de bakker, was ernstig ziek. Jurgen gaf alle recepten door aan Melis en Gerrianne. Uiteindelijk overleed Jurgen in 2016. Na al die jaren kende Els al haar klanten, en andersom.

“Ze noemen me altijd gewoon Els, nooit mevrouw”, zei Els destijds tegen DUIC. “De Nieuwegracht is eigenlijk net een dorpje, een sociale plaats voor buurtbewoners”, vertelde ze.

Het was voor Els een grote geruststelling dat zij en haar man nog bij de winkel woonden, in de straat ernaast zelfs. En nog steeds woont Els daar. Ze noemde het afscheid toen gewoon nog zien.”

En zo geschiedde, want ook nu is Els nog regelmatig in de bakkerij te vinden, zeggen contact met Els en ze komt heel regelmatig gedag zeggen.”

Charme

Na de overname door het bakkersechtpaar Korlaar ging de ambachtelijkheid en passie voor brood niet verloren, zelfs de naam verdween niet. Ook na de laatste overname blijft de naam voortbestaan. Hoewel de nieuwe eigenaar De Bakkerie uit Bunschoten-Spakenburg is, hoefde de naam van de nieuwe einaam te vinden op de kleding die in de winkel wordt dragen.

Ronald en Chantal wonen zelf ook in Bunschoten-Spakenburg. Daar zit ook de bakkerij waar ze iedere ochtend onder meer het brood ophalen en meenemen naar de winkel in Utrecht. Een groot deel bakken ze in Utrecht af. Ook kan er worden bijgebakken als dat nodig is. In totaal heeft De Bakkerie drie winkels, waarvan eentje dus in Utrecht. Ronald en zijn dochter zijn erg tevreden over hun baas. bij hem binnenlopen. Het is geen fabriek of en mogen heel veel.” In eerste instantie was het idee om binnen alles te vernieuwen, maar Ronald was het daar niet mee eens.

“Het is een soort museumpje. Dat is de charme van de winkel”, zegt hij. “Iedere keer mooi pandje met die oude etalage. Het heeft wat en moet zo blijven.”

Buurtfunctie het groeien”, zegt Ronald. Voor het 150-jari- ge jubileum zijn ze van plan wat acties op te zetten: weekend- en dagaanbiedingen, maar ook komt er binnenkort een nieuwe website. Verder zijn er plannen voor een weekendtas, ontbijtmand en high tea-pakket.

Ronald is tevreden met de combinatie die ze nu hebben: de producten in de winkel, waaronder belegde broodjes en een kopje

“Het is ook een stukje buurtfunctie. Mensen kunnen bij ons ook wat verse vleeswaren, een pakje melk of yoghurt krijgen. Het is leuk om te merken dat de mensen en bedrijven in de buurt er voorstander van zijn dat je blijft. Iemand die hier vlakbij woont, werd laatst 95. Ze wilde graag een verzorgde lunch. Dat was zo goed en leuk om te doen. Het is mooi om mensen daar blij mee te maken.”

De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Want dat is overal in Utrecht te vinden. Dit jaar vieren we het honderdjarige bestaan van de Historische Vereniging Oud-Utrecht. Tijdens een wandeling langs de Oudegracht kijken we naar erfgoed waar de leden van de vereniging zich al honderd jaar in verdiepen

We beginnen bij het stadhuis. Dit is de plek waar de gemeenteraad vergadert en waar bijeenkomsten en tentoonstellingen zijn. De klassieke voorgevel met zuilen is van de negentiende eeuw. Daarachter is de geschiedenis af te lezen aan verschillende gebouwen die elk hun eigen sfeer en geschiedenis meebrachten. Dit was van 1914 tot 1933 de werkplek van de mateloos populaire burgemeester Joachimus Pieter Fockema Andreae die veel aandacht had voor stedenbouw én historie. Hij publiceerde het boek ‘De Hedendaagsche Stedenbouw’ en was actief voor het grote uitbreidingsplan dat de beroemde Nederlandse stedenbouwkundige H.P. Berlage samen met de directeur Gemeentewerken N. Holsboer voor Utrecht had gemaakt.

Ook schreef hij voor Oud-Utrecht over de geschiedenis van de stad en stimuleerde bijvoorbeeld de restauratie van de Domtoren met Michaëlskapel voor ontvangsten, en de opening van de gerestaureerde Raadskelders, nu restaurant Humphrey’s, onder het stadhuis.

Op 12 maart 1923 is de vereniging OudUtrecht opgericht na een uitnodiging van burgemeester Fockema Andreae aan ‘stadgenooten, bekend om - of verdacht van - belangstelling in het stedelijk verleden’. Het verenigingsbestuur zette zich vanaf het begin in voor de bescherming van 'monumenten van geschiedenis en kunst en stedenschoon'. Een van de eerste daden van Vereniging OudUtrecht was het richten van een verzoek aan de gemeente om te komen tot een monumentenverordening. Hiermee kan het college van burgemeester en wethouders, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, een monument aanwijzen als beschermd gemeentelijk monument. Die verordening zou er in 1928 komen en geldt nog steeds.

Vismarkt en Lichtegaard

We lopen van de Stadhuisbrug de Vismarkt op, de oudste markt van Utrecht. Deze heet niet voor niets zo. Dit is de plek waar de vis eeuwenlang werd verhandeld op de daar aanwezige Kalisbrug en in de winkels. De vis werd vers gehouden met behulp van korven die in de gracht werden gehangen. Op de brug staat een beeld van Theo van de Vathorst getiteld ‘Marktvrouwtje’ uit 1976, geschonken door Vroom & Dreesmann. In het midden is café-restaurant ‘Graaf Floris’ dat nu alweer warme appelbol en glaasje water. Maar voor de oplettende kijker is daar op de gevel nog te lezen dat hier de Vischhandel van Gebroeders Engelman was gevestigd. Hier vlakbij is de ingang naar de kelders van Paleis Lofen, de plek waar de stadsrechten van Utrecht zijn getekend. Op de hoek van Servetstraat en de Lichtegaard vinden we een veel gefotografeerde rij huizen. Deze huizen zijn grotendeels gerestaureerd naar een tekening van Jan de Beijer van 1746. We lopen over de Donkeregaard, en dalen na Café ’t Heen en Weer de trap af naar de werf langs de Oudegracht. Daar vinden we een fraaie wandelroute over de werf, iets dat alleen in Utrecht kan!

Lantaarnconsoles langs de grachten

Een van de eerste zaken waarover het bestuur van Oud-Utrecht zich grote zorgen maakte, was de ernstig verwaarloosde toestand van de werven, vooral die langs het centrale deel van de Oudegracht. Edelsmid en bestuurslid Jan Eloy Brom startte in 1929 met bijeenkomsten om de eigenaren van de werven tot samenwerking te bewegen, ter verbetering van werven en werfmuren. Vanaf 1949 startte de gemeente Utrecht op aandringen van OudUtrecht met de onteigening en vervolgens restauratie van de Utrechtse werven, kademuren en werfmuren. Een bijzonder creatief idee van Hoofd Monumenten Willem Stooker maakte dat er lantaarnpalen kwamen te staan op gebeeldhouwde stenen, consoles genaamd. Hierdoor was er lantaarnlicht op zowel straat als werf, én stadsversiering met gebeeldhouwde Utrechtse verhalen, sagen en legenden. De lantaarns zijn een ontwerp van de Utrechtse kunstenaar Pyke Koch. Er zijn nu zo’n 330 lantaarnconsoles. ‘De Lantaarn Spreekt’ is de naam van een boekje van Oud-Utrecht en het Utrechts Monumentenfonds met acht wandel- en vaarroutes langs de Utrechtse grachten.

Olivier van Noort, circumnavigator

Net naast de trap voor de Plaatboef op Oudegracht 306 is een bijzondere lantaarnconsole te vinden. Deze console is ter gelegenheid van 75 jaar Oud-Utrecht geplaatst ter herdenking aan de wereldreis van Olivier van Noort, een ondernemende Utrechter die als eerste Nederlander tussen 1598-1601 rond de wereld zeilde en dus ‘circumnavigator’ genoemd werd. Hij ging in die drie jaar via Straat Magellaan over de Stille Oceaan, en langs Kaap de Goede Hoop. Omdat de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden aan de gang was, kostte het Van Noort grote moeite om geschut te verkrijgen. Van de Staten-Generaal kreeg hij niet meer dan vier kanonnen te leen, plus ammunitie. Van de stad Utrecht verkreeg hij ‘twee metalen stucken, schietende acht ponden ijsers’. Drie schepen gingen verloren, de twee kanonnen kwamen terug naar stad Utrecht. In 1601 verscheen zijn reisverslag: Beschrijvinghe vande voyagie om de geheelen wereldt Cloot ghedaen door Olivier van Noort.

Van klooster tot weeshuis tot NV huis tot Tivoli tot… Velen kennen het pand Oudegracht 245 als het oude poppodium Tivoli, dat de laatste gebruiker was. De oudste delen van dit complex zijn een klooster geweest. Daarna werd het een weeshuis en in de twintigste eeuw werd het pand verbouwd tot feestzaal en ontmoetingscentrum voor de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, kortweg het NV huis. Oud-Utrecht organiseerde in samenwerking met gemeente Utrecht een prijsvraag over de herbestemming van dit pand. Het krijgt nu een nieuwe functie als boetiekhotel en plaats voor kinderopvang, horeca en cultuur.

In het stadhuis wordt op 3 maart een tentoonstelling geopend over 100 jaar (Oud)Utrecht, gemaakt door stripcollectief De Inktpot. Kijk op www.oud-utrecht.nl voor de opening en andere activiteiten.

This article is from: