6 minute read
Fusieclub Limes is trots op de bloeiende jeugdafdeling
from DUIC Krant NR 213 - 3 maart
by DUIC
Volleybalclub Limes is een fusieclub die twintig jaar geleden is ontstaan uit een fusie tussen SVO volleybal De Meern en SV Vleuten. De clubs sloegen de handen ineen met het oog op de ontwikkeling van Leidsche Rijn en de verwachte toestroom van (jeugd)leden. De naam Limes verwijst naar de oude Romeinse verdedigingslinie die dwars door Leidsche Rijn loopt, een symbolische naam met een historische betekenis. Deze fusie lijkt de club geen windeieren te hebben gelegd. Want de club staat als een huis en is met zo’n 450 leden een van de grootste in de regio.
Limes-voorzitter Gustaaf Knip is bekend met cijfers van de sportkoepel NOC*NSF. Al enige daalt de deelname van met name jeugdige sporters in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. Daarnaast is recent bekend geworden dat het aantal sporters dat lid wordt van een sportvereniging daalt. De coronacrisis en de gevolgen hiervan alsmede de toenemende druk op de huishoudportemonnee zijn hier debet aan. “Wij sluiten onze ogen niet voor de ontwikkelingen, maar we laten ons niet uit het veld slaan. We zijn juist heel erg trots op onze succesvolle jeugdafdeling waarmee we sinds jaar en dag meespelen in de hoogste jeugdcompetities. Punt is wel dat de Nevobo (de volleybalbond, red.) ten tijde van de coronacrisis maatregelen heeft genomen. Zo kon er bijvoorbeeld niet gepromoveerd worden. En dat is lastig, zoals voor ons derde damesteam dat al voor de derde keer op rij kampioen is geworden in de eerste klasse, maar niet verzekerd is van promo- tie naar de promotieklasse. We zijn dan ook continu op zoek naar mogelijkheden om ons hoger in te schrijven en dat weet de bond ook. Want er moet ook voor die jonge meiden wel een uitdaging zijn. Ook weten we steeds meer jongens te interesseren voor het spelen van volleybal. Dit is traditioneel een moeilijke categorie, waarbij voetbal de grootste concurrent is.” Inmiddels telt Limes vijf jongensteams in de leeftijdscategorie 12 tot 18 jaar en twee jongensteams in de leeftijdscategorie tot 12 jaar.
Advertisement
De club hecht aan een stevige basis, verenigingsbreed. “Onze jeugd is natuurlijk belangrijk en daar werken we ook hard en met succes aan. Er stromen regelmatig talenten door naar de pre-Oranje selecties. Hieraan levert onze eigen Limes Volleybal School een grote bijdrage. Maar we investeren ook in onze trainers door hen clinics aan te bieden waardoor ze onderling kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Deze clinics staan ook open voor trainers van omliggende verenigingen. Op die manier pakken we ook als grote club een stukje verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van volleybal binnen onze regio”, aldus Knip.
Er is voor de sportverenigingen de laatste eeuw heel wat veranderd. Sommige oeroude Utrechtse verenigingen hebben het overleefd, andere behoren voorgoed tot de geschiedenis en er kwamen ook nieuwe clubs bij. In deze serie een aantal verenigingen die al een behoorlijk aantal jaartjes meegaan. Marina van Huissteden-Kaspers nam voor Sport Utrecht en DUIC een kijkje bij volleybalvereniging Limes in Leidsche Rijn, dat dit jaar het vierde lustrum viert.
De Jongens C (12-14 jaar) heeft zich zaterdag 25 februari geplaatst voor de nales van het Nationaal Open Jeugd Kampioenschap. Deze wordt gespeeld op zaterdag 8 april. Waar dit gaat gebeuren was ten tijde van het plaatsen van dit artikel nog niet bekend.
Maar bovenal staat het plezier in het spelletje binnen Limes hoog in het vaandel. Iedere week bewijzen de honderd recreanten die de club rijk is dit weer in een uitstekende onderlinge sfeer in De Paperclip aan de Parkzichtlaan. Op zaterdag 25 maart organiseert Limes voor de 21e keer het Limes Cool Moves Volleybal toernooi waarop een paar honderd enthousiaste volleyballers in de jongste leeftijdscategorie (tot 10 jaar) uit de regio een fantastische dag beleven.
UTRECHT VOLGENS PROFVOETBALLER REDOUAN EL YAAKOUBI In de rubriek Utrecht Volgens spreken we een bekende of onbekende Utrechter. Vaak met een actuele aanleiding en altijd met een paar standaardvragen over het leven in Utrecht.
Redouan El Yaakoubi (27) heeft met zijn stichting Durf te Dromen dit jaar het Sportcompliment gewonnen tijdens de uitreiking van de Utrechtse Sportprijzen. De profvoetballer en aanvoerder van Excelsior Rotterdam richtte op eigen initiatief de stichting op om kinderen in onder meer Overvecht, de wijk waar hij zelf vandaan komt, te ondersteunen bij hun persoonlijke ontwikkeling en op school. “Utrecht barst van het jong talent”, is te lezen op de site van de stichting. “Soms wordt dit talent echter niet gezien of kunnen jonge inwoners een steuntje in de rug gebruiken.” We vroegen Redouan waarom hij zijn stichting is begonnen en wanneer hij voor de eerste keer in Utrecht was.
Hoe voelde het om de Sportprijs te winnen?
“De nominatie was al een eer, maar het is mooi om de prijs te winnen, in de bloei van mijn carrière. Wesley Sneijder was ook genomineerd. Dat was een geduchte tegenstander. Je staat er niet bij stil hoeveel Utrechters iets met sport of iets maatschappelijks doen. Maar los van mezelf: ik ben de stichting Durf te Dromen niet alleen. Ik ben de oprichter, eigenaar en aanjager, maar uiteindelijk doen we het met z’n allen. De prijs is dus niet alleen voor mij, maar voor eenieder die een bijdrage levert binnen onze stichting.”
Waarom ben je jouw stichting begonnen?
“Op mijn middelbare school, het Christelijk Gymnasium Utrecht, haalden veel kinderen met een andere etnische achtergrond het simpelweg niet. Verder irriteerde en frustreerde het mij dat er veel partijgelden naar Overvecht gaan, maar niet aan de juiste zaken worden besteed om daar echt verschil te maken. Er waren wel veel geld, initiatieven en projecten, maar allemaal van korte duur. Ik ben van de lange adem. Ik wil met de stichting bijdragen aan de ontwikkeling van elk kind, in elke wijk in Utrecht. Ik kom natuurlijk uit Overvecht, daar zijn is de problematiek bekend, met onze stichting is het een nevendoelstelling om al deze problemen te
Tekst: Bo Steehouwer / Fotogra e: Bas van Setten verminderen. Door preventief aan de slag te gaan met onze jongeren en ouders, kunnen we samen alles bereiken. Dat neemt niet weg dat Overvecht niet altijd in een goed daglicht staat, terwijl het niet altijd terecht is. Inmiddels zijn we aan de slag in verschillende wijken in Utrecht.”
Hoe gaat het met de stichting?
“Goed: we groeien geleidelijk steeds meer. Soms moeten we wat meer op de rem trappen, maar zo ben ik niet helaas. Ik ben meer iemand die gas wil geven, wil doorzetten, ambitieus is en heel veel energie heeft. Ik onderneem veel dingen en zie in veel zaken iets moois. Dat wil ik er dan ook uithalen. Dat is mijn kracht, maar aan de andere kant is dat ook een valkuil. Af en toe kan je je daardoor wat minder specialiseren. Dat is soms wel nodig om iets goed op orde te hebben. Ik wil vaak te snel, maar gelukkig heb ik mensen die mij af en toe afremmen en daarin kunnen adviseren.”
Hoe bevalt het bij Excelsior?
“Het niveau bevalt me goed. De Eredivisie past veel beter bij me dan de Eerste divisie. Ik heb me de afgelopen tijd goed kunnen ontwikkelen en kan me hier prima staande houden. Terwijl het voor mij ook een eerste jaar is hier. Ik leer steeds meer en kan dingen ver- beteren. Met het team gaat het oké. Er is in ieder geval nog geen paniek. We zijn een van de kleinste clubs met het kleinste budget. Wij moeten het vooral hebben van onze passie en inzet. Er is nog veel werk aan de winkel. Het is tijd om punten te pakken.”
Hoe en wanneer was je voor de eerste keer in Utrecht?
“Ik ben geboren en getogen in Overvecht, een pure Utrechter.”
Wat is je lievelingsplek in Utrecht?
“Dat is sowieso bij mij in de buurt: de omgeving van sporthal De Dreef. Ik ben van de rustige plekjes, omdat ik al vaak onder de mensen ben. Daarom maak ik vaak een wandeling in het stukje natuur achter de sporthal richting het Gagelbos. Daar kan je een mooi groot rustig en lekker groen. Ook drink ik heel vaak
Wat mist Utrecht?
“Utrecht mist niet echt iets. Ik vind de stad dam en Rotterdam verder zijn qua mindset biliteit om dingen voor elkaar te krijgen. Ik merk dat er in Utrecht veel mensen zijn met ideeën en mooie gedachten om projecten op te zetten, maar dat de uitvoering daarvan in de praktijk lastig is. Dat is bij mij ook nog wel eens een struikelblok met de stichting. Dat ligt in de handen van de mensen die de stad besturen. Het aanbod van culturele dingen kan in Utrecht wel wat interessanter en bruisender worden voor een andere doelgroep. Utrecht is in die zin een te witte studentenstad. Het aanbod is in dat opzicht eenzijdig. Dat zou het voor meer mensen aantrekkelijker maken om dingen te bezoeken.”
Wat is je droomhuis in Utrecht?
“In Leidsche Rijn aan het Brusselplein. Het gebied bij het winkelcentrum spreekt mij het meest aan. En dan het liefst een van de appartementen daar bovenin. Dan kan ik de drukte beneden zelf opzoeken, maar boven de rust. En het is net buiten Overvecht.”