Db 14(1)1992

Page 1


PoutCh

Birding

Adres Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland Redactiesecretariaat Arnoud van den Berg (023-378024 en Gerald Oreel (020-6730710, fax 020-5803266) Redactie Arnoud van den Berg, Tom van der Have, Graham Holloway, André van Loon, Gerald Oreel, Frank Rozendaal en Hans Schekkerman Fotografische redactie René Pop, Floris Burgwal 54, 2907 PH Capell e aan den Ijssel, Nederl and (010-4 508879) Redactieraad Ch ri stine Barthel, Peter Barthel, Enno Ebels, Klaas Eigenhuis, Dick Forsman, Ted Hoogendoorn, Killian Mu ll arney en Hadoram Sh irih ai Redactiemedewerkers Ruud van Dongen, Gera ld Driessens, Hans Gebuis, Hans van der Meu len en Peter de Rouw Productie en lay-out And ré van Loon (020-6997585) en René van Rossum Advertenties Peter Meijer (03480-31905) Abonnementen 1992: NLG 52.50 (Nede rl and) of BEF 1050 (België) ; NLG 60.00 (overige landen binnen Europa) en NLG 65.00 (landen bu iten Europa). Girorekening (Nederland) 41 48 343; giroreken in g (Be lgië) 000 1592468 19; bankreken in g 54 93 32 065 van A lgemene Bank Nederland (Amsterdam). Rekeningen tnv Dutch Birding Assoc iation , Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederl and. Voor abonnementen, inlichtingen en adreswijzigingen kan men zich richten tot: Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland.

Dutch Birdin g is een tweemaandeli jks ti jd sch rift met nummers in februari , april , juni, augustus, oktober en december. Het publiceert artikelen en mededelingen over de morfologie, systematiek, voorkomen en verspre iding van voge ls in de Benelux, Europa en elders in het Palearctische gebied. Het publ iceert tevens bijdragen over vogels in het AziatischPacifische gebied. Manuscripten behoren te worden uitgevoerd in machineschrift met een dubbele regelafstand en een ruime marge aan beide z ijden . Manuscripten kunnen ook op floppy-disk wo rd en aangeleverd, in Mac intosh of in MS-DOS format. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij het redactiesecretariaat. Een lij st met tarieven voor de betaling van auteurs, fotografen en tekenaars is verkrijgbaar bij het redactiesecretariaat.

Dutch 8irding Association Adres Dutch Birdin g Assoc iation, Postbus 75611 , 1070 AP Amsterdam, Nederland

Nuts Ziektekostenverzekering NV is hoofd sponso r van de Dutch Birding Association

Bestuur Paul Knolle (voorz itter), Enno Ebels (secreta ri s), Arnold Veen (penn in gmeester), Arno ud van den Berg, Roy de Haas, Peter Meijer en Gerald Oreel Bestuursmedewerkers Gerald Driessens, Ron van den Enden, Leo Heemskerk, Ferry Ossend orp, Wim van der Schot, Kees Tiemstra, D ieuwke va n der Veen en Peter van der Wolf Telefoonlijnen Nederland: 06-320 321 28 (vogellijn 50 cpm); 078-180935 (inspreeklijn); Belgie: 03-4880194 (vogel - en inspreeklijn) Travel-reports service Dirk de Moes, Postbus 94, 3956 ZS Leersum, Nederland (03434-57501 )

Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna Adres CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Nederl and Leden Arnoud van den Berg (voorzitter), Pieter Bison (sec retaris 020-6715783), Rolf de By (arch ivaris), Cock Re ijnders, Kees Roselaar, Hans Schekkerman en Gerard Steinhaus

© 1992 Stichting Dutch Bird ing Assoc iation. Het copyrig ht van de foto's en tekeningen blijft b ij de fotografen en tekenaa rs. ISSN 0167-2878. Drukkerij A lbédon/Klop BV, Postbus 3211,2220 CE Katw ijk, Nederland


Wie op zoek is naar de beste ziektekostenverzekering moet zijn ogen goed openhouden . Want ook op dit gebied heb je bijzondere en minder bijzondere "soorten". Zo mag de Zeker Beter Polis van Nuts bijzonder genoemd worden. Omdat het een zeldzaam goede ziektekostenverzekering is voor een bescheiden premie (al vanaf f26,- per persoon per maand!). Ontwikkeld door Nuts, specialist in

ziektekosten met meer dan 35 jaar ervaring. En niet te vergeten met een uitzonderlijke visie. Want Nuts werkt zonder winstoogmerk en uitsluitend in het belang van de verzekerde. Het is dan ook in uw belang om uwassurantie-adviseur binnenkort eens naar de Zeker Beter Polis van Nuts te vragen. Of, dat kan ook, bij Nuts de gratis brochure "Een betere kijk op ziektekosten." aan te vragen .

~

NUTS

ZIEKTEKOSTEN VERZEKERING

~

NUTS ZIEKTEKOSTENVERZEKERING N)J. VERZEKEREN IS VOORUITZIEN Stadhoudersplantsoen 214,2517 SK 's-Gravenhage. Telefoon 070-3100614.


NIEUW!

ZEER lAAGGEPRIJSD

NIEUW!

BAUSCH & lOMB ELITE LEVENSLANGE GARANTIE 10 x 42 (rubber) lederen etui 8 x 42 (rubber) lede ren etui

BE L VOOR PRIJSOPGAVE BE L VOOR PRIJSOPGAVE

LEICA 30 JAAR GARANTIE 10 x 42 BGA (rubber) + speciale tas

BEL VOOR PRIJSOPGAVE

ZEISS WEST 30 JAAR GARANTIE 10 x 40 BGAT (rubber) + speciale tas 7 x 42 BGAT (rubber) 8 x 56 BGAT (rubber) 15 x 60 BGAT (rubber) kompleet 10 x 25 B + speciale tas 8 x 20 B

BE L BEL BEL BEL BEL BEL

OPTOl YTH 30 JAAR GARANTIE Alpin 10 x 40 (rubber) + speciaal etui Alpin 10 x 50 (rubber) + etui Alpin 12 x 50 (rubber) + etui Alpin 8 x 40 (rubber) + speciale tas Touring 10 x 40 BGA (rubber) + speciale tas Touring 7 x 42 BGA (rubber) + speciale tas Royal 9 x 63 (rubber) Telescoop TBS 80 (groen rubber) body 20 x WA lens 30 x WA lens 22 x 60 zoom Telescoop TBS 80 (groen rubber) fluorite OPTICRON 5 jaar garantie (Japans) 10 x 40 lWCF (rubber) WA 10 x 50 lWCF (rubber) WA 8 x 42 lCF Dioptron WA 10 x 42 lCF Dioptron WA 10 x 50 lCF Dioptron WA Telescoop (45 0 , 60 mm) + 20-60 x zoomlens JAPANSE / RUSSISCHE VERREKIJKERS 8 x 30 Tento USSR + etu i 20 x 70 lCF + etu i 7 -15 x 35 lCF zoom + kompas 8 x 21 mini (rubber) + kompas STATIEVEN Slik SL 67 505 QF (3,800 gr. ) Slik SEC 16 (met pistoolgreep, 2800 gram) Autoraamstatief

NLG

VOOR VOOR VOOR VOOR VOOR VOOR

PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRijSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE

845 950 970 745 BE L VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJ SO PGAVE

1495 1626 425 485 577 BEL VOOR PRIJSOPGAVE

355 365 595 595 625 1045 110 625 335 3 15 495 538 415 135 Prijzen miv. BTW en porto Wijzigingen voorbe houden

Informatie: Roy de Haas Telefoon: 03240 - 62819

Bovenstaande artikelen kunnen besteld worden door het vereiste bedrag over te maken op giro 4148343 tnv Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland, ovv het/de gewenste artikel(en). De bestelling wordt binnen drie weken goed verpakt per post thuisbezorgd.

II


NATUUR & BCEIG specialist voor bioloog en natuurliefhebber

Lewin gton ao, A Fie ld G uide to the RARE BIR DS of Bri ta in and Eu rope

1 62,80

Va ughan, IN SEA RCH O F ARCTI C BIRDS

1 78,50

Parmenter/Bye rs, A G uide to the W A RBLERS of the W estern Palea rcti c

1 79,5 0

Finl ayson, BIRDS of the Strait of G IBRA LTAR

f1 07,50

Boo nso ng Lekag ul , A G uide to th e BIR DS O F TH A ILAN D

1 11 0,00

Th e CAMBRIDG E EN CYCLO PEDIA O F O RNITH O LOG Y

1 97,5 0

Veldg id se n, H andboe ken, Atl asse n. A ll es ove r Voge lkunde. Uw spec iali st heet heus NATUU R en BOEK Bankastraat 10 070 - 350 56 48 NL 2585 EN - Den Haag

LICHTGEWICHT KAMPEREN Daar we.ten wij het fijne van - daar hebben we alles voor: Lichtqewich~ t:enten o.a. uit eigen atelier, slaapzakken, de grootsC0 ruqzakl..<ollektle van Nederland , fotowssen, fietstassen , w'lndjacks, ventilerende/Gore Tex/MPC) r~enkleding- Tenson-l3erghaus-Northface, fleecetruien (Pataqonia -Northface- Helly Hansen), klimmal:.eriaal, berq(wandeJschoonen, kaarten, boeL<.e.n.

Wilt u meer weten, kom dan gauw eens kUken of vraag ome dikl<e katalogus aan : OtO- 3883700.

IEYER ZWERFSPORT ERDM~N

Oen Haag 2521 AB Calandplein 4 Bever BoekscKaart id. Rotterdam Adm.ooRuyterw.J5 Utrecht l3alU~oon 12 Rrnhem Utrecht.sestr 5 1II

SCHMIDT

Haarlem ZUIweg 63 Breda Wil helminastr 22 Apeldoorn t3rinklaan 45 Hilversum Hooqeveen

We~5Uuat

r


Topieat lively and informative _~~~~~~~~~-------,

BIRDING

WORLD invites you to experienee

ANNUAL SUBSCRIPTION 01(12 issues) Special introductory offer €15.50 (6 months trial) 3 easy ways to pay (please indicate choice) Giro (account no 2102102) .... Bank cheque to Birding World (Sterling only) Credit card (Visa, Access, Mastercard, Eurocard) IUii'::::i";':l.el

Card type ........ .......... ............ Expiry date ...............

=~~~~~tLl Card no ................................ .

the magie of birds ...

II1II....- - '

Enjoy our unique blend of artides, tailored to today's birdwatchers; everything from practical identification guides, dear and concise in style and lavishly illustrated, bird-finding tips, evocative photo-essays, and grip ping accounts of all the current rarities through to mouth-watering excursions around the world, monthly British and Western Palearctic news summaries, birding hotspots, a myriad of special features, all our regular items induding big-prize quizbirds, and much, much more ...

Signature ..................................... Amount ..

Name .... Address .......................................... ................. .

....... Country ....... ........................ . Telephone ..... Ta: Birding World, Stonerunner, Coast Road, Cley, Holt, Norfolk, NR25 7RZ, England DB92

archltectura + natura

AANBIEDING Kowa T5N-1 45' + 20-60x zoom, Kowa T5N- 3 45 ' + 20-60x zoom, Kowa T5 601 45' + 20-60x zoom,

international

f 1295 ,f 1995 ,f 825,-

Nieuw van Kowa!!!

Lupinus 8x42 BGA Rubber met tas,! Lupinus 10x42 BGA Rubbe r met tas,!

booksellers

Leliegracht 44 - 1015 DH Amsterdam-C Telefoon 020-6 23 61 86 Holland

• A guide to the birds of Costa Rica (reprint 1991)

695,795,-

F G Sti/es & A F Skutch illustrated by 0 Gardner

Optolyth Toerin g 10x40 BGA Rubber met tas, f 11 75,Toering 7x42 BGA Rubber met tas, f 1195 ,-

f 127.75

• A guide to the warblers of the Western Palearctic Tim Parmenter & C/ive Byers

Prijzen incl. BTW

f 82.10

• The Ruft Johan G van Rhijn

f 68.20

• Birds of the Strait of Gibraltar C/ive Fin/ayson

f 102.35

• Sperm competition in birds evolutionary causes and consequences Tim R Birkhead & Anders P Meiler f 79.90 IV


Grey~headed

• Israel and their Gulls In

identification Hadoram Shiriha i

O

n 15 March 1989, the late Peter G rant, Ki II ian Mullarney and I noted an unusual gu ll flying towards us over the sea c 200 m from the North Beach at Eilat, Israel. When the bird reached the beach and flew over us, I identified it as a Greyheaded Gul l Larus cirrocepha lus. I alerted the Sunbirder group we were accompanyi ng and they, as wei l as 105 of other bi rders, observed it. The gu II entered the sa lt-pools and after c 1 h it returned to the North Beach, enabling many more birders to see and photograph it. The bird was in second-summer plumage and stayed at Eilat until 10 April 1989. Amazi ngl y, o n 28 April 1989, Andrew Birch and Bill Laird discovered another individ ual, this bird be ing in firstsummer plumage. At first, it was tentatively identified as a first-summer Brown-headed Gull L brunnicephalus but the next dav it cou Id be identified as a G rey-headed Gull. This in d ividu al rema in ed at Ei lat until1 5 May 1989. A third Grey-headed Gu ll in fresh second-winter plumage was discovered at Eilat o n 4 August 1989 by Yuva l Daks, Ehud Dovrat and myself. This bird rema ined at Eilat until 19 September 1989. Because of th e identification problems regard in g the second Eilat b ird, I considered it usefu l to present here a more deta il ed description of these b irds. In November 1988, I also stud ied Greyheaded Gul l in The Gamb ia where it is an abu nd ant resident, and it was poss ibl e to observe and photograph many indi vidu als. I also exam ined skins in the co llection of the Brit ish Museum (Natura l History) at Tring, UK, and some of the p lum age information and photographs are presented here as we il. Description of Grey-headed Gulls at Eilat SIZE & STRUCTURE When perched, clearly larger and heavier than Black-headed Gu ll L ridibundus. Stru cture most simi lar to Slender-bi lled Gull L genei but larger and more robust. Head rounded; forehead relatively high and not as sloping as in Slender-b ill ed Gu ll. Bill long and sl ightly curved with sl ightly protruding gonys. Neck long and th ick and body elongated . Wh en perched, wing appearing long, extending we il bevond t ip of ta il. Primary projection long, about equal to length of exposed tertials. Leg comparat ive ly longer than in Black-headed

[Ou/eh Birding 14: 1-6, februari 19921

Gu ll. In fli ght, wings appeared long but very broad and rounded.

First-summer bird (April-May 1989) HEAO & NECK Forehead and crown whitish; patches in front of and above eye and on posterior ear-coverts greyish-brown, creating head pattern rather sim il ar to first-summer Black-headed Gu ll. Eye-rin g white. Throat wh itish. Nape t inged pa le grey. UPPERPARTS & UPPERWING Mantie, scapulars and upperwing-coverts dark grey but lower lesser wing-coverts w ith dark centres, form in g diffuse brown ish carpa l bar. Tertials grey w ith brown centres . Under certai n cond itions, when perched, dark secondary bar (see below) v i si bie; primaries dark brown. [n fli ght, primaries largely black; outer webs (c hiefly of pS-6 and to less extent of p4 and p7; primaries numbered from inner to outer) whitis hgrey at base; greater primary-coverts and median prim ary-coverts wh ite w ith b lack tip, form in g strikin g pattern of black outerw ing w ith pale lengthwise patch. Secondari es partly dark, form in g broad secondary bar w hich con nected with dark t ips of primaries. UNDERPARTS Breast, belly and undertail-coverts uniform ly white. UNOERWING Remiges appearing fairly uniform dark grey; underwing-coverts sli ghtl y paler grey, together giving impress ion of fa irl y dark and uniform underwing. TAIL White; some rectrices narrowly tipped with black. BARE PARTS Bi ll dark redd ish-brown, black from gonys to tip. Orbita l ring reddish-brown; iri s brown. Leg dark orange-brown.

First-summer/second-winter bird (August-September 1989) HEAO & NECK As in first-summer b ird (see above). UPPERPARTS & UPPERWING Mantie, scapulars, upperw ing-coverts and inner primary-coverts dark grey; some brown-centred feathers among median and lesser coverts. Rump and uppertail-coverts white. Tertials grey, like upperwing-coverts, but with brown centra I spots and w hi t ish tips. In fli ght, primaries and outer primary-coverts forming distinctive black wing-tip with broad lengthwise wh ite patch, as in second-summer bird (see be low). White pri mary-tips very sma ll (nearly lacking); smal I mirror confined to outer primary. Secondaries grey w ith dusky centres, form in g darker secondary bar and with narrow white trailing edge. UNOERPARTS White. UNOERWING As in second-summer bird (see be low) but white mirror not d ist ingu ishable. TAIL White.


Grey-headed Gulls in Israel and their identification BARE PARTS Bill dull reddish-brown, from gonys to tip black. Orbital rin g reddish -brow n; iris brown. Leg dark orange-brown.

Second-summer bird (March-April 1989) HEAD & NECK Forehead, crown, ear-coverts and throat pale bluish-grey, demarcated posteriorly by brownishblack ring. Neck and nape white. UPPERPARTS & UPPERWING Mantie, scapulars and upperwing-coverts dark grey. Rump and uppertail-coverts white. Primaries black; tertials grey, like wing-coverts, but with brown centra I spots. In flight, primaries black; outer webs of pS-l 0 white at base; six outer primarycoverts white, forming distinctive black outerwing with broad lengthwise white patch. Black wing-tip rounded, with small mirror on p9-1 o. Secondaries grey with darker centres, forming slightly darker secondary bar when observed at close range, and with very thi n wh ite trai I i ng edge. Upperwing-coverts dark grey (as mantie and scapulars), except for greater primary-coverts, median primary-coverts and alula which are white and connected with white on primaries. UNDERPARTS Breast, belly and undertail-coverts white. UNDERWING Primaries black. Secondaries dark grey. Underwing-coverts fairly dark grey, together forming dark underwing. Careful observation revealed mirrors on primaries and white outer webs at base of outer primaries. TAIL White. BARE PARTS Bill and leg deep-red. Orbital ring red; iris grey-white as in adult Slender-billed Gull.

Identification of Grey-headed Gulls at Eilat The size and plumage sequence of Grey-headed Gull place it among the medium-sized gull species in which the adults undergo a complete moult in the third summer with no juvenile or intermediate feathers remaining (cf Grant 1986). The plumage of the first-summer bird resembied that of first-winter birds which have dark secondaries, a brown carpal bar and a dark tip to the tai!. The first-summer/second-winter and second-summer birds showed features of adult winter and adult summer plumages, respectively, but had dark centres to the secondaries and tertials, indicating that they were not fully adult, ie, first-summer/second-winter and second-summer, respectively. Grey-headed Gulls in second-summer or older plumage, like the first Eilat bird, are easily separated from other small or medium-sized gulls. They are characterized by a grey hood with a brown ring around its trailing edge (in summer plumage), a unique upperwing pattern (black primaries with a white lengthwise patch), a white mirror on the two outermost primaries and an almost uniform dark underwing, resembling the underwing pattern of Little Gull L minutus. Black-headed, Bonaparte's L philadelphia and Slender-billed Gulls in adult as

2

weil as in juvenile/immature plumage have a different, less contrasting, upperwing pattern, and lack the rather uniform underwing and the white mirror on the outertwo primaries, and also have a different head pattern in adult summer plumage . A separation problem is likely to occur between Greyheaded and Hartlaub's Gulls L hartlaubii (which breeds in southern Africa), the adult of which greatly resembles Grey-headed Gull in upperwing pattern. However, Hartlaub's Gull has a different underwing pattern in having largely black primaries contrasting with the rest ofthe underwing and, in summer plumage, has a much paler head, often with only a faint suggestion of a grey hood, and also has darker bill, eyes and legs. Another species which could cause confusion in the field , because ofthe similar upperwing pattern (in adult plumage), is Brown-headed Gull. Adults of this species in summer plumage have a dark brown head and an underwing pattern similar to that of Hartlaub's Gull. First- and second-year Grey-headed Gulls (up to second-winter), like the second and third Eilat birds, are more difficult to identify. When perched, their similarity to Black-headed Gull is amazing. Careful observation is needed to separate firstsummer birds of the two species. When perched, Grey-headed differs from Black-headed Gullof this age in having darker grey upperparts, a slightly longer bill with a more distinct gonys and a more sloping forehead. Also, it generally appears si ightly larger and more robust than Black-headed Gull. The best field characters of first- and second-year Grey-headed Gulls are the upperwing and underwing pattern when seen in fl ight (cf previous description). For information on the separation from other gull species of the same age, see the next section. General identification of Grey-headed Gull Figure 1a-f shows successive plumage patterns of Grey-headed Gulls from first-winter to third-summer (adult). The main features for ageing Greyheaded Gulls and their separation from similar species are presented here.

First-winter Figure 1a: First-winter Grey-headed Gull can be separated from first-winter Mediterranean L melanocephalus, Black-headed and Slender-billed Gulls by its mainly uniform grey underwing and the pattern ofthe upperwing, including a: full and broad secondary bar connected with the black primaries and a contrasting white wing patch on the primaries and primary-coverts. The other three species in


Grey-headed Gul/s in /srael and their identification

1 G rey-headed Gu ll Larus cirrocepha /us, second-summer plumage, Eilat, Israel, 15 March 1989 (Hadoram Shirihai)

2 Grey-h eaded Gul l Larus cirrocepha/us, first-summer/seco nd-winter plumage, and Bl ack-headed Gu ll s L ridibundus, Eil at, Israel, A ugust 1989 (Hadoram Shirihai)

3


Grey-headed Gulls in Israel and their identifica tion

FIGURE 1 Grey-headed Gulls Larus cirrocephalus in first-winter (a), first-summer (b), secon d-w inte r (c), secondsummer (d), third-w inter (e) and third-summer (= adult) (i) plumages . A lso shown are underwi ng and birds in flight from above (A ndrew Birch)

4


Crey-headed Cu/ /s in /srae/ and their identification

3-4 Grey-headed Gu ll Larus cirrocepha/us, fi rst-w inter plum age, Th e Gamb ia, November 1988 (H adoram Shirihai)

5 G rey-h eaded Gu ll Larus cirrocepha /us, second-winter plumage, Th e Gambia, Novem ber 1988 (H adoram Shirihai)

6 Grey-headed Gul l Larus cirrocepha /us, adult-summer plumage, The Gambia, November 1988 (H adoram Shirihai)

5


Grey-headed Gul/s in Israel and their identification first-winter plumage have a pale underwing and onlya part of the primaries has a smal I black area. The upperwing pattern of these species does not show a secondary bar joined (in Mediterranean), only partly joined (in Slender-billed) or more narrowly joined (in Black-headed) to the black primaries; also, the black area on the primaries is smaller, thus creating a larger white area . In the Palearctic, confusion may occur between first-winter Grey-headed and Brown-headed Gulls as both have a rather similar upperwing pattern. However, Grey-headed Gull has a distinctly narrower black subterminal band to the juvenile rectrices and, generally, more diffuse dark ear-spots. For more information on the identification of these two species, see Harrison (1983, 1987), Hollom et al (1988) and Bourne & Bundy (1990) and, for further photographic comparison, Grant (1986) and van den Berg et al (1991). First-summer Figure 1 b: In first-summer plumage, diagnostic features for separating Grey-headed Gull from the other species mentioned above are simi lar to those in first-winter plumage (for a full description of this plumage, see the description of the first-summer bird at Eilat). However, identification is sometimes easier as some individuals have some grey in the hood, the amount of which varies between birds. Second-winter Figure 1c: Similar to second-summer but the grey hood is missing. The white iris and the deep-red legs and bill (apparently only from October-November) may be of help in identifying perched birds. Second-summer Figure 1d: Can be separated from the other species mentioned above by upperwing and underwing pattern (see the detailed description and identification discussion of the second-summer bird at Eilat). Third-winter and third-summer (adult) Figure 1e-f: Identification issimilartothatof secondwinter and second-summer birds; the only difference is that adult birds have larger white mirrors which are also clearly visible on the underwing. They also lack the partial secondary bar and the dark-centred tertials which are shown by secondwinter and second-summer birds.

Distribution and occurrence The Grey-headed Gull is a widely distributed breeder south of 20 0 N in parts of southern, central, eastern and western Africa (L c poiocephalus) and South America (L c cirrocephalus); the breeding season of L c poiocephalus is from March to August (western and eastern Africa) or September to December (southern Africa). It is predominantly resident but in the non-breeding season it undertakes short-range migrations or disperses to rivers and large lakes inland and along the coast (Cramp & Simmons 1983, Sibley & Monroe 1990). The Grey-headed Gulls at Eilat represent the sixth, seventh and eighth records for the Western Palearctic (apart from Mauritania). Earlier records were in the Marismas de Guadalquivir, Spain, from 30 June to 15 August 1971 (adult) (Ree 1973), at EI Golea, Algeria, from 18 to 20 April 1981 (adult) (Johnson et al 1990), at Debkha Sedjoumi, Tunisia, from 28 Julyto 12 August 1988 (two birds) (Medmaravis News 8, August 1990) and at Agadir, Morocco, on 17 November 1988 (adult) (Johnson et al 1990). Acknowledgements lam grateful to Yuval Daks, Ehud Dovrat, the late Peter Grant, Bill Laird and Killian Mullarney as weil as the March 1989 Sunbirder group for the interesting period spent together at Eilat, and to Andrew Birch for the use of his illustrations. References van den Berg, A B, Hoogendoorn, W & Mullarney, K 1991. Wing and tail moult in first-year Brown-headed Gulls wintering in Thailand. Dutch Birding 13: 58-63. Bourne, W R P & Bundy, G 1990. Records of Brownheaded Gul/ Larus brunnicephalus and Grey-headed Gull L. cirrocephalus around Arabia. Sandgrouse 12: 37-42. Cramp, S & Simmons, K E L 1983. The birds of the Western Palearetic 3. Oxford. Grant, P J 1986. Gulls: a guide to identification. Second edition. Ca/ton. Harrison, P 1983. Seabirds: an identification guide. Beckenham. Harrison, P 1987. Seabirds of the world: a photographic guide. London. Hollom, PAD, Porter, R F, Christensen, S & Willis, / 1988. The birds of the Middle East and North Afriea. Ca/ton. Johnson, E D H, Monk, J F & Robertson, JC M 1990. Greyheaded Gull in Algeria in April 1981. Dutch Birding 12: 71-72. Ree, V 1973. Larus cirrocephalus, nueva especie de gaviota para Espafia y Europa. Ardeola 19: 22-23. Sibley, C G & Monroe, B L Jr 1990. Distribution and taxonomy of birds of the wor/do New Haven.

HadoramShirihai, PO Box 4168, Eilat88102,lsrael

6


Swinhoes Boszanger te Castricum in september 1990 Hans Schekkerman

O

P 17 september 1990 waren Richard Reijnders en Hans Schekkerman bezig met ringwerk op de vinkenbaan in het Noordhollands Duinreservaat bij Castr icum, Noord hol land. Na enke le dagen met overwegend zwakke oostelijke w inden was het een goede treknacht geweest. Er werden ruim 200 zangvoge ls uit de mistnetten gehaald, waaronder 90 Roodborsten Erithacus rubecu/a en 85 Zwartkoppen Sy/via atricapilla. Om c 9 :00 werd in een mistnet, dat stond opgesteld tem idden van abelen en duindoorns een Bladkoning Phylloscopus inornatus-achtige boszanger aa ngetroffen. De voge l vertoonde echter een iets minder duidelijk afgetekende bovenste vleugelstreep dan bij P i inornatus, miste de lic hte randen aan de tertials en had loodgrijze poten. HS dacht in eerste in stantie aan de mogelijkheid va n een Humes Bladkoning

P humei. Door de grote aantallen te ringen vogels kon de vogel pas geru ime tijd later goed word en bekeken. Bij raadpleging van beschrijvingen va n Humes Bladkoning in Svensson (1984)en Williamson (1967) bleek dat de bovendelen van de geva nge n voge l te groen waren en de wenkbrauwstreep en vleugelstrepen te gee lac hti g voor deze soort. Bovendien ontbraken de li chtetertialranden, die ook bij Humes Bladkoning aanwez ig zij n, en had de gevangen voge l een forse, opva ll end brede snavel. Dit alles deed het vermoeden rijzen dat het om een Swinhoes Boszanger P p /umbeitarsus zou kun nen gaa n. De beschrijving van deze soort in W illi amson (1967) paste geheel op de gevangen voge l en de determinatiesleutel in dit werk leidde zonder problemen naar Swinhoes Boszanger. Nadat de Swin hoes Boszanger was geringd (Arn hemJ44316), werden een beschrijvingen d iverse foto's gemaakt, en werden enkele andere ringers telefon isch gewaarschuwd. Vijf hi ervan waren in de gelegenheid de voge l te bestuderen voordat deze om 13 :00 bij de vinkenbaan werd losge laten. Hij verdween daarbij onm iddellijk zonder te roepen in de boomkruinen . Intu ssen vers lec hterde het weer sne l, en enke le later in de middag toegesne lde vogelaars slaagden er niet in de vogel terug te vinden. Deze ringvangst vormde het eerste geval van Sw inhoes Boszanger voo r Nederland en het tweede voor het Westpalearctische geb ied.

[Ou/eh Birding 14: 7路10, februari 19921

Beschrijving Ongeveer zo groot als Tjiftjaf P co//ybita maa r met iets kortere staart en relatief grote kop .

GROOTTE & BOUW

Snavel fors: vrij lang en voora l in bovenaanzicht breed, herinnerend aan spotvogel Hippo/ais. V ier stevige borstelharen bij mondhoek . Handpenprojectie 1/2 tot 2/3 van lengte zichtbare deel tertials. Zwak ontwikkelde 'spikes' aan binnenste armpen nen. Poot vrij stevig, dikker dan bij Bladkoning. KOP Middenkru in en nek o lijfgroen als bovendelen; voorhoofd en zi jkruin een fractie donkerder. Lange dui- . delijke wenkbrauwstreep van snavelbasis tot voorbij oo rdekveren, geelw it. Sma lle vui lw itte oogring . Oogstreep donker o lijfgrijs, voora l achter oog breed en opva llend. Wangen grij swit met eni ge vage olijfgrijze vlektekeni ng. Kin en keel grij sw it. LICHAAM Mantel , schouderve ren en rug ol ijfgroen, kouder van kleur dan bij Fitis P trochi/us of Tjiftjaf, ongeveer zoa ls bij Bladkoning. Onderdelen grijswit met op borst en flank vage grijze en geelachtige vegen. VLEUGEL Slagpen nen donkergrijs met sma ll e groenachtige randen, lichter en helderder van kleur dan bovende len, en vri j vage lichte top aan binnenste armpennen. Grote dekveren olijfgroen met duidelijk afgesc heiden geelw itte top en d ista le 1-3 mm van buitenvlag; middelste dekveren met iets minder duidelijke c 1 mm brede geelw itte top. Kleine dekve ren o lijfg roe n, onderste met vage lichtere top. Tertia ls o lijfgrij s met all een v lak achter top aan buitenvlag spoor van enke le millimeters lang lichter randje; verder uniform. Grondkleur tertials en grote en middelste dekveren li chte r en groener dan bij Bladkoning en li chte slagpenranden meteen onder dekvere n beginnend waardoor algemene indruk v leugel minder contrasterend dan bij Bladkon in g: o lijfgroen met iets lichter armpenveld en twee duidelijke v leugelstrepen, bovenste korter en iets minder duidelijk dan onderste . STAART Staa rtpennen als slagpennen, donker o lijfgrijs met smalle lichter groene rand, en igsz in s gepunt. Buitenste drie pennen met sma lle (t6 c 1 mm, t5-4 c 0.7 mm) w itte rand aan top en binnenvlag. NAAKTE DELEN Bovensnavel donker hoornk leurig met lichtere uiterste punt en sni jrand, ondersnave l vrij helder (o ker)gee l met vage donkere v lek ter hoogte van gonys. Iris donker. Tarsus en bovenzijde tenen loodgr ij s; voetzoo l li chter grij s met vage gele zweem. BIOMETRIE Vleugellengte 56 mm (max im ale lengte, cf Svensson 1984). Staart 42 mmo Tarsus 18.0 mmo Snavel punt tot schede l 13.4 mm, tot bevedering 8.8 mmo Snavel breedte aan proximale zijde neusgat 3.4 mmo Snavel hoogte bij 'gonys' 2.1 mm, bij neusgat 2.6 mmo V leugelformu le: pl (buitenste hand pen) 5.5 mm langer dan langste handpendekveer. P4 langste handpen, p3 en

7


Swinhoes Boszanger te Castricum in september 1990 pS 1 mm korter, p6 3 mm korter. Top p2 nagenoeg samenva ll end met pB, fracti e langer. P3 -6 met duidelijk ve rsma lde buitenvlag. Gewicht 7.1 g (10:30), vetgraad 1 (cf Busse 1974). SLEET Verenk leed geheel vers en nauwelijks gesleten. GELUID In hand éénm aa l benauwd wèè, herinnerend aan soortgelij ke roep van Tuinfluiter 5 borin maar zac hter. Verde r geen geluid gehoord.

Determinatie Met behulp van de sleutel in Williamson (1967) ver li ep de determinatie prob leem loos. De twee duidelijke v leuge lstrepen en versmalde p6 in comb inati e met de afwez igheid va n lichte randen aa n de tertials en de kruin met dezelfde kleur als de mantel leidd en direct naar Swinhoes Boszanger. Swinhoes Boszanger wordt door somm ige auteurs samen met de Groene Fitis P nitidus besc houwd als een ondersoort va n de Grauwe Fitis P trochiloides waa r hij qua structuur sterk op gelijkt. De in Europa voorkomende ondersoort van de Grauwe Fitis Ptviridanusheeftechter in hetgehee l geen of slec hts een zee r zwak ontwikkelde bove nste vleuge lstreep en een minde r duidelijke onderste v leuge lstreep, en is li chter en grij zer op de bovendelen dan Swinhoes (Ti cehurst 1938, Willi amson 1967, Svensson 1984, Alström & O lsson 1987). De duidelijke bovenste vleuge lstreep o nderscheidt Swinhoes evenee ns va n Groene Fitis en Noordse Boszanger Pborealis. De in de Himalaya voorkom ende o ndersoorten va n de Grauwe Fiti s, P t trochiloides en P t obscuratus, hebben soms duidel ijker ontwikkelde vleuge l strepen en kunnen in dit opz icht Swinhoes benaderen. Deze ondersoorten zi jn ec hter geen lange-afstandstrekkers en hun voorkomen in Westeuropa is uitermate onwaarschijnlijk. Overi gens kan b ij ges leten Swinhoes de bovenste v leuge lstreep vrijwe l afwez ig zijn (Per Alström in litt, Alström et al 1991). De snavel va n Swinhoes maakt gem iddeld een iets zwaardere indruk dan bij P t viridanus (cf Svensson 1984) maar versch ilt vermoede lijk wei ni g van d ie va n oostelijkere o ndersoorten van Grauwe Fi tis. De pootkleur is bij alle taxa va n de P troch iloidesgroep eni gsz in s var iabe l en heeft derhalve we ini g waarde als determinatiekenmerk (pe r A lström in litt) hoewe l loodgrijze poten bij Sw inhoes we l gebrui ke i ij k zijn en de voge l ze lfs zi jn wetenschappelijke naam hebben bezorgd. Ondanks de taxonomische relaties met de P trochiloides-groep doet Sw inhoes Boszanger op het eerste gez icht vaak meer aan een Bladkoning denken dan aan een Grauwe Fitis. Dit was zowe l het geva l in Castri cum als bij de eerste Westpalearctische waarnem ing in Groot-Br ittannië in oktober 1987. Voor verwarr ing met Bladkoning

8

werd ook al door Will iamson (1967) gewaarschuwd. A ls men op de hoogte is van de relevante kenmerken, is het onderscheid echter eenvo udi g. Swinhoes is iets grote r dan Bladkoning met ee n meer Fitis-achtige da n goud haan Regulus-achtige bouw, relatief lange re staart, en zwaardere snave l en poten. Bladkoning heeft duidelijke li c hte randen aan de tertials die bij Swinhoes ontbreken. Ook de opvallende w itac hti ge toppen aan de binnenste handpennen van een Bladkoni ng ontbreken nagenoeg bij Sw inhoes. De ce ntra va n de grote en middelste dekveren en de tertials van een Bladkoning zijn donkerder o lijfgroe n en contrasteren eni gszi ns metde bovendelen; bij Swin hoes hebben deze veren dezelfde kleur als de bovendelen. De groene randen aa n de slagpe nnen van Bladkon ing beginnen enke le mill imeters voorb ij de toppen van de grote dekveren; bij Sw inhoes beginnen ze al onder de grote dekveren. De vleuge l van Swinhoes maakt hi erdoor een meer uniforme indruk. Genoemde kenmerken onderscheiden Swinhoes eveneens va n Humes Bladkoning die bovendien vaak grij zere bovendelen heeft. Swi nhoes Boszanger ondergaat een gedee ltel ijke rui in de zomer en een vo lled ige rui in de w inter, in februari-april (W illi amson 1967). Bij een ad ulte voge l vertonen slag- en staartpe nnen tijdens de najaa rstrek duidelijke sleet. Het gehee l verse kleed van de Castri cumse voge ls w ijst derhalve op ee n eerstejaars (cf Svensson 1984). Verspreiding en voorkomen Swinhoes Boszanger bewoont het noo rd ooste lijke deel van het verspre idin gsgebied van de P trochiloides-groep. De soort broedt in beboste berggebieden in Siberië va naf de Yenisse i oostwaarts tot de Zee va n Ochotsk, noorde l ijk tot 63 -64°N, en naar het zuiden tot Mantsjoerij e en de ooste lijke helft van Mongolië (Wi lli amson 1967). ln het westen grenst het broedgeb ied aan dat van P t viridanus. De twee taxa kunnen worden beschouwd als de uiteinden van een 'ondersoortketen ' langs de noordflank van de Him alaya waarvan ac htereenvolgens Ptviridanus, Pt ludlowi, Pttrochiloides, P tobscuratusen P (t) p lumbeitarsusdeel uitmaken. in het Sajan-gebergte en rond de bovenloop van de Yenissei komen viridanus en plumbeitarsus samen voor waarb ij ze zich vo lgens Williamson (1967) niet verm engen (doch zie G lutz vo n Blotzheim & Ba uer 1991). Om deze reden en omdatplumbe itarsus geografisc h gescheiden is van P t trochiloides en P t obscuratus besc houwt Williamson (1967), gevo lgd door (Voous 1977), ze als aparte soorten. A ndere auteurs, met name Ticehurst (1938), Vaur ie (1959) en G lutz von Blotzheim & Bauer (1991),


Swinhoes Bosza nger te Castricum in sep tember 7990

7-8 Swinh oes Boszanger Ph ylloscopus plum beitarsus, Castricum, Noordh o ll and, 17 septembe r 199 0 (Rieuwert

Schekkerman)

besc houwen p /um beitarsus als een o ndersoort va n P trochi/o ides. Sw inhoes Bosza nge r is een trekvoge l di e overw intert in Indoc hina, z uidelij k tot in Th ai land . Zowe l broed- als overw interin gsgeb ied verto nen grote overl ap met dat va n soo rten als Pall as' Boszanger Pproregu/us, Raddes Boszanger Pschwarz i en Bruin e Boszanger P fuscatus d ie rege lm ati g in Westeuropa worden vastgesteld . Het is daa rom bijn a ve rrassend datSw inhoes Bosza nger nog maa r één keer eerder in het Westpa lea rcti sc he geb ied werd aa ngetroffe n: op Gugh, Sc ill y, Groot- Brittannië, va n 21 tot en met 27 o ktober 1987 (cf D utch Bird ing 9: 168, plaat 104, 1987). Dit geva l is overi ge ns nog in behandeling bij de Britse dwaa lgastencommi ss ies. Een moge lijk geva l op Ö land, Zweden, in juni 1987 (D utc h Bird in g 10: 34, 1988) is noo it bij de Zweedse dwaa lgastencomm iss ie inged iend en beru st waa rsc hijnlijk op een mi sve rstand (Per A lström in I itt). De moge l ij kheid dat Sw inh oes Bosza nger W esteuropa zou kunnen bereiken werd al o nderkend doo r Svensson (1984). De va ngst va n de Sw inhoes Bosza nger te Castricum vie l erg vroeg in het najaar in vergelij king met het voorkomen van andere extreem oostelijke za ngers in Westeuropa zoa ls Pall as', Raddes en Bruin e

Bosza nger. Va n 437 indiv iduen va n laatstge noemde drie soorten in Groot- Brittannië en Ierl and verschenen er slechts vijf (1 .1%) vóór 1 oktober (Dymond et al 1989). Zelfs in ve rge l ijking met de vee l westelijker voorko mende Bl adko ning is de datum vroeg: c 30% va n ruim 2600 Bri tse en Ierse geva ll en was in september maa r niet meer dan c 10% vóór 18 september. Er is we ini g bekend ove rd e peri ode va n wegtrek va n Swinhoes Bosza nge r in Oostaz ië. Het is ec hter w el opva ll end dat, in tegenste llin g tot Pall as', Raddes en Bruine Bosza nger en Bladkoning, Sw in hoes Bosza nge r een o nvo ll edi ge nazomerrui heeft (a lleen li c haa msve ren) en ee n vo ll edige rui in de w inter. Vo ll edige w interrui gaat bij Sylv iid ae vaa k (maa r niet altij d) gepaard met trek over lange afstand en vroege wegtrek uit het broedgeb ied . V ier Europese Ph ylloscopus-soo rte n met een vo ll ed ige rui in de w inter (Gra uwe Fitis, Noordse Boszanger, Fluite r P sibi/atrix en Bergflui te r P bo nellr) trekken eveneens relatief vroeg: va n 296 Britse en Ierse naj aarsgeva ll en va n Grauwe Fitis, Noord se Boszange r en Bergfluiter viel maa r liefst 85% vóór 1 oktober (Dymond et al 1989). Het is ni et o nmoge l ijk datd e vroege wegtrek ee n oorzaak zou kunn en vorm en voor de zeldzaa mheid van Sw inhoes Bosza nger als dwaa lgast in W esteuropa

9


Swinhaes Baszanger te Castricum in september 1990 wanneer weerom stand igheden d ie gu nstig zij n voor een westwaartse verplaatsing voora l later in het najaar optreden. Summary

early autumn migrant, as is suggested by its comp lete winter moult, and this might explain both its rarity, if weather ci rcumstances favourab le for displacement occur less frequent ly ea rl ier in the autumn, and its ea rl y date at Castricum.

TWO - BARRED GREENISH WARBLER AT CASTRICUM IN SEPTEMBER

1990 On 17 September 1990, a first-winter Two-barred Greenish Warb ier Phylloscopus plumbeitarsus was trapped and ringed at Castricum, Noordho ll and . The bird was identified by the following features: two we lldeveloped pale w ing-bars, lack of pa le edges to tertials, lack of pale tips to inn er primaries, emarginated 6th pr im ary and crown and upperparts sim il arly coloured. It d iffered from Greenish P trochiloides viridanus, Green P nitidus and Arct ic Warb lers Pborealis in having a relative ly broad and long lower w ing-ba r and, especia ll y, in the we ll-developed upper wing-bar. At first sight, it was more reminiscent of Ye ll ow-browed Warb ier P inomatus but, besides being sl ightly large r w ith stronger bill and legs, it lacked this spec ies' pale tertia l edges and pa le tips to the inner primaries. This was the first Two-barred Greenish Warb ier for the Netherlands and on ly the second for the Western Palearctic. The f irst was observed on Gugh, Sci lI y, Britain, during 21-27 October 1987. The spec ies' rarity in Europe is alm ost surprisi ng cons iderin g the breed ing and winter in g ranges w hi ch show extens ive ove rl ap w ith those of Pallas's P proregulus, Radde's P schwarzi and Dusky Warble rs P fuscatus. However, it is not unlikely th at Two-barred Greenish Wa rbi er is an

Verwijzingen A iström, P & O lsson, U 1987. Field identification of Arctic and Greenish Warb lers. In : Grant, P J & Sharrock, J T R (ed itors), Internationa l bird identification, Ei lat, pp 54-59. A iström, P, Colston, P & Lewington, /1991. A fie ld gu ide to the rare birds of Brita in and Europe.Londen. Busse, P 1974. [Biometr ical methods.] Not Ornithol15: 124-126. [In Po li sh.] Dymond, J N, Fraser, PA & Gantlett, SJ M 1989. Rare birds in Britain and Ireland. Calton. Glutz von Blotzheim, U N & Bauer, K 1991. Handbuch der Vöge l M itte leuropas 12. Wiesbaden. Svensson, L 1984. Identification gu ide to European passeri nes.Stockholm. Ticehurst C B, 1938. A systematic review of the genus Phylloscopus. Londen. Vaurie, C 1959. The birds of the Palearctic fauna. Passeriformes. Londen. Voous, K H 1977. Li st of recent Holarctic bird spec ies. Passerines. Ibis 119: 223-250, 376-406. Wi lli amson, K 1967. Identification for ringers 2. The genu s Phylloscopus. Tweede druk. Tr in g.

Hans Schekkerman, Mr Ludwigstraat I, 1901 PS Castricum, Nederland

Mededelingen Moroccan Double-spurred Francolin The endemic Moroccan Double-spurred Francolin Francolinus bica lcaratus ayesha is threatened w ith extin ction. Up to 1987, it was one of the leastknown birds of the Western Palearctic. In 1987-88, I carri ed out some research on the species (de la Perche 1990) and th is note outl ines a few aspects of its biology. The Double-spurred Francolin is of Afrotrop ica l orig in and occurs in mostoftrop ical western Africa. It is the on Iy Moroccan representative of the genus Francolinus which conta ins 36 species in Africa and five in As ia. The tiny sedentary popu lation north of the Sahara is geograph ica ll y iso lated from the trop ica l subspec ies F b bica lcaratus and lives underdifferentecological conditions. Hartert (1917) described F b ayesha as slightly larger than F b bicalcaratus, paler above and with much reduced chestnut on the underparts. 10

The Double-spurred Francolin occurs in two disjunct areas in Morocco : Sous and coastal Meseta (He im de Balsac & Mayaud 1962). Both popu lations are decreasing at an alarming rate. Thévenot (sine dato) and information from the Centrale Orn itholog ique Maroca ine (Thévenot & Beaubrun in press) confirm my observations that the species has practically disappeared from Sous where 65 years ago it was common in riverine forests (Lynes 1925). The spec ies is extinct in the forestof Mamora and has become rare everywhere else, except in the region south-east of Rabat, for examp le in the forests of Sidi Bettache or the Zaërs (Gooders & van den Berg 1989, Bergier & Bergier 1990). The Double-spurred Francolin lives in semi-arid habitat where the w inters are warm or temperate. Preferred areas in Morocco are dense matorrals w ith o leasters and pistachio trees, cork-oak and sandarac forest zones and riverine forests (Beaubrun & Thévenot 1983). It is known that the Dou-

IDutch Birding 14: 10-17. februari 1992J


Medede lingen ble-sp urred Francolin o nl y occu rs in hilly country in densely vegetated humi d rav ines . However, w hen th ere is no disturbance from hunting, poaching ortrespass ing, it mayalso survive on plains wi th dense vegetation. In the Rabat region, in 1987-88, the egg-I ay in g period feil between mid-February and earl y June, with most birds startin g in March-April. 4-8 eggs are laid in a ground nest hidden amongst vegetation of a few decimeters hi gh. The nest has a di ameter of c 25 cm and consi sts of a c ircular depress ion made by the b ird and lin ed with dry leaves and twigs. Nearly 100% of th e eggs hatch. The pu lli , however, suffer amo rtal ity of more than 50% during the first 2 weeks. Both parents take ca re of the youn g wh ich are defended defiantly whe n threatened. Captive breeding, as attempted atth e ' La Gaze ll e G ibier' breed in g station at Bouznika since 1989, can perhaps save the subspecies from extin ction. However, the programme has ju st started and there are still many problems. In fact, the ca pti ve-bred birds are threatened by inbreed ing. Furth ermore, it is not certa in w hat the results of any reintroduction into their preferred natural hab itats wil l be since the birds are not being studi ed further at the moment.

It wou ld be regrettable if the aims of the capt ive breed in g programme are c hanged from the fi rst and essenti al goa l: th e safeguard in g of a rare bird whic h is an integra l part of the natural her itage of Morocco. In the Rabat area, thanks to restri cted hunti ng, the prohibition of cattle grazing and th e appo intment of guard s, the population has increased during recent yea rs. As the Double-spurred Franco li n is often mistaken fo r the Barbary Partridge Alectoris ba rbara and conseq uently shot, it wou Id be des i rabie to extend the rese rves w ith restricted hunting to areas w here both spec ies occur. As the subspec ies has suffe red severely from degradation and destruction of habitat, the best solution for conservin g the wild populations wou ld seem to be not only improved protection for the birds, but also the conservation of their hab itat. References Beaubrun, P & Thévenot, M 1983. Statut et répartition actue ll e des Galli formes, Charadriiformes et Co lumbiformes ni cheurs au Maroe. Symposium Internationa l sur la Gestion et la Conse rvation de la Faune Sauvage Méd iterranée nn e. Fès. Unpubl ished. Bergier, P & Bergier, F 1990. A b irdwatcher's guide to Morocco. Perry.

9 Moroccan Double-spurred Fra nco li n Francolinus bicalcaratus ayesha, Rabat, Morocco, Jul y 1987 (Na dia de la

Perche)

11


Mededelingen Gooders, J & van den Berg, A B 1989. De belangrijkste vogelgebieden in Europa. Ede. Hartert, E 1917. Franco/inus bica/caratus and its races. Novit Zool 24: 290-292. Heim de Balsac, H & Mayaud, N 1962. Les oiseaux du nord-ouest de I' Afrique. Paris. Lynes, H 1925. L'ornithologie des territoires du Sous (Maroc du Sud). Mém Soc Sci Nat Maroc 13. de la Perche, N 1990. Premières données sur la biologie du Francolin à double éperon du Maroc (Franco/inus

bica/caratus ayesha, Hartert, 1917). Rapport de I'étude effectuée en 1987 et 1988. Unpublished. Thévenot, M sine dato. Atlas des oiseaux nicheurs du Maroc; résu ltats d' une enquête menée de 1981 à 1986. Unpubl ished. Thévenot, M & Beaubrun, P in press. Compte-rendu d'ornithologie marocaine, année 1982. Documents de l' lnstitut Scientifique, Université Mohammed V, Rabat.

Nadia de la Perche, 8 rue de Tétouan, Rabat, Morocco

Ongewoon lichte Sneeuwgors bij Sint Jacobiparochie in november 1989 Op 13 november 1989 om 15:00 in de Westhoek ter hoogte van Sintjacobiparochie, Friesland, werden aan de voet van de Waddenzeedijk op de vaste vangp laats van Ringgroep Franeker met een slagnet 26 Sneeuwgorzen Plectrophenax nivalis gevangen waarvan er één direct opviel door zeer li chte veerpartijen . De vogel werd beschreven en gefotografeerd en, na geringd te zijn met ring Arnhem 8735432, weer losgelaten. KOP Kop en hals bruin met witte vlekking, gevormd door witte veren met li cht geelbruine randen; oorstreek donkerder bruin, voorkruin met zwartbruine vlek. BOVEN DELEN Gestreept door zwarte mantel- en schou derveren met crème-witte randjes. Rug- en stu itveren wit met brede, Iicht geel bru i ne randen. ONDERDELEN Borst w it met nauwelijks zichtbare, licht geelbruine borstband. Buik, flank en onderstaartdekveren wit. VLEUGEL Handpennen grotendeels wit, alleen buitenste (p2-7, van buiten naar binnen genummerd) met zwart distaal gedeelte en met lichte zoom langs top; lengte van zwarte uiteinde naar binnen afnemend; p8 wit maar op uiteinde buitenvlag zwarte vlek. Armpennen wit. Tertials zwart met li chtbruine randen. Handdekveren en grote, middelste en kleine vleuge ldekveren wit met vooral op grote dekveren li chtbruin waas. Duimvleugel zwart. STA ART Middelste drie paar staartpennen (t1-3) zwart met lichtbruine zomen en top, t4-6 wit met aan top van buitenvlag zwart streepje langs schacht. NAAKTE DELE N Iri s donker. Snavel geel. Poot zwart. BIOMETRIE Vleugel lengte 115 mmo Gewicht 35 g.

Op grond van de achterhoofdveertjes en de middelste vleuge ldekveren kon worden vastgeste ld dat het een mannetje betrof (cf jukema & Rijpma 1989). De rondetoppen aan de buitenste staartpennen duidden op een adulte vogel (Svensson 1984). De brede lichte randen aan de contourveren en de hand- en staartpennen wezen op een vers kleed

12

door de pas voltooide rui van zomer- naar winterkleed . In het Westpalearctische gebied worden twee ondersoorten van de Sneeuwgors onderscheiden: P n insulae (Ijs land) en P n nivalis (Groenland, Spitsbergen, Scandinavië en het noorden van Rusland, oostelijk tot ver in Siberië) . Mannetjes van P n insulae hebben geheel donkere rugveren met mahoniebruine veerranden, terwij l de witte stu itvlek zeer klein is of ontbreekt (Sa lomon sen 1931, Vaurie 1959); deze ondersoort kan daarom worden uitgesloten . Mannetjes van P n nivalis hebben in vers kleed gedee ltelijk of geheel w itte stu itveren met licht geelbruine of li chtbruine veerranden we lke later afslijten (Salomonsen 1931, Vaurie 1959) . De Siberische populaties oostel ijk vanaf het Petsjoragebied en deOeral zijn beschreven als een aparte ondersoort P n vlasowae op grond van een gemidde ld iets grotere vleugel lengte, li chtere bovendelen (beide geslachten) en een uitgebreide, ver op de rug doorlopende witte stuit (mannetjes) (cfVaurie 1956, 1959). De vogel van Sint jacobiparochie leek aanvankelijk, door de gehee l witte rug en stuit, te voldoen aan de kenmerken van P n vlasowae. Echter, ook in het weste lijk verspreidingsgebied van P n nivalis komen populaties en/of individuen voor met een grotere hoeveel heid wit op de vleugel en bovendelen, met name in hoogarctische gebieden zoa ls bijvoorbeeld Noordoost-Groen land, Spitsbergen en Franz jozefland (jon Fjeldsa in litt, Kees Roselaar in litt; zie ook Salomon sen 1931, 1947, Vaurie 1956, 1959). Een grote hoeveelheid wit op de stuit en rug is derhalve geen diagnostisch ken merk voor een ooste I ij ke (Si berische) herkomst. Waarsch ij n I ijk op grond hiervan wordt P n vlasowae thans door Russische auteurs niet meer aanvaard en synoniem geacht met P n nivalis (eg, Stepanyan

1990) . Volgens een voor mannetjes Sneeuwgorzen ontwikkeld systeem om de hoeveelheid wit op


Mededelingen

10-11 Sneeuwgors Plectrophenax niva lis, adult mannetje in w interkleed, Sintj acobipa roc hie, Fri esland, 13 november 1989 Uoop jukema!

13


Mededel i ngen stuitveren, slagpennen, handpendekveren en staartpennen te scoren (cf jukema & Fokkema in druk) behoorde de gevangen vogel overigens tot de aIlerlichtste, samen meteen vogel uitTromsรถ, Noorwegen. Op grond van biometrische gegevens kond en eveneens geen nadere conclusies getrokken worden; de maten van de verschillende ondersoorten vertonen daarvoor een te grote overlap (Salomonsen 1931 , 1947). 197 in Nederland overwinterende mannetjes hadden een vleugel lengte van 106117 mm (Ringgroep Fran eker); de gevangen vogel had een vleugel lengte van 115 mmo Ik dank jon Fjeldsa (Zoรถlogisch Museum, Kopenhagen, Den emarken ) voor het bestuderen en het van commentaar voorzien van de dia's, en Kees Rosel aa r (CDNA en Zoรถ logisch Museum, Amsterdam) voor zijn opmerkingen en het verstrekken van gegevens.

Summary UNUSUALLY PA LE SNOW BUNTING AT SINT JACOBIPAROCHIE IN NOVEMBER 1989 On 13 November 1989, a very pa le ad ult male Snow Bunting Plectrophenax nivalis was trapped at Sint Jacob ieparoc hi e, Fri es land. Th e bird had an extensive w hite rump-patch, extendin g far onto the back. Th e bird was simil ar to so me descriptions of the

former Siberian subspecies P n vlasowae (w hi ch is no longer recognized and included in P n nivalis by, eg, Stepanyan 1990). It ha s been shown, howeve r, th at also in the weste rn part of the breeding range of P nnivalis, so me extreme ly 'white' indi viduals occur, rendering the presence of a large amount of white on rump and back not diagnostic for an easte rn origin.

Verwijzingen Jukema, J & Fokkema, J in druk. Herkom st va n in Nederland overwinterende Sneeuwgorzen Plectrophenax nivalis. Limosa. Jukema, J & Rijpma, U 1989. Bepaling van leeftijd en geslacht bij Sneeuwgorzen. Vinketouw 56: 16-20. Salomonsen, F 1931. On the geographical va ri ation of the Snow Bunting (Plectrophenax nivalis). Ibi s 13 (1): 57-70. Salomonsen, F 1947. Fra Zoologisk Museum VIII; Snospurven (Plectrophenax nivalis L. ) pa Faeroern e. Dan Ornithol Foren Tid ssk r 41: 217 -221. Stepanyan, L S 1990. IConspectus of the ornithologica l fauna of th e USSR.] Moskou. [In Russian.] Svensson, L 1984. Identifi cation guide to European passerines. Derde druk. Stockholm. Vaurie, C 1956. Systematic notes on Palearcti c bird s 23 . Fringi lli dae: the genera Emberiza, Calcarius, and Plectrophenax. Am Mus Novit 1805: 25-27. Vaurie, C 1959. The birds of the Pal ea rctic faun a. Pa sseriformes. Lond en.

joop jukema, Haerdawei 44, 8854 AC Oosterbierum, Nederland

Kleine Goudplevier bij Abbega in november 1990 Op 8 november 1990 was Bram van der Veen aan het 'w ilsterflappen ' in de polders van Abbega, Fri es land. Ondanks goede vangomstandigheden konden er maar weinig Goudplevieren Plu via lis apricaria worden gevangen. Om 14:00 hoorde BvdVeen roep die iets afweek van het normale ge luid van een Goudp levier. Achteloos bootste hij het ge luid na op de wilsterfluit. Tot zijn verbazing reageerde de vogel meteen, vloog naar de opgestelde lokkers en liet zich vervolgens makkelijk vangen met het slagnet. Meteen bij het uit het net halen viel het BvdV op dat het een 'kleine goudplevier' was welke een nogal grijsachtige indruk maakte. Naar aa n leid i ng van onderzoek naar mogel ijke vangsten in het verleden van Kleine Goudp levieren P {ulva (Jukema 1987, 1988) was onderwilsterflappers een afspraak gemaakt om vangsten van opvallend kleine goudplevieren te melden . Aangezien BvdV vermoedde met een Kleine Goudplevier te maken te hebben, werd de vogel ingekooid en bij thuiskomst werd joop jukema telefonisch ingel icht over 14

de vangst. Deze kon bij het zien van de donkergrijze oksel- en ondervleuge ldekveren en door het meten van de vleugel lengte (1 71 mm) en de tarsuslengte (45.5 mm) de determinatie als Kleine Goudplevier bevestigen. De volgende dag werd de voge l geringd (Arnhem K867893), beschreven en gefotografeerd, en bovendien getoond aa n twee oudere wilsterflappers, Durk Posthumus en Duurt Postma, die beide in vroeger jaren een Kleine Goudplevier hadden gevangen (Jukema 1987). De vogel werd om 10:00 losgelaten bij Winsum, Friesland. Na enige malen het verenpak te hebben geschud tijdens het wegvliegen, won de Kleine Goudplevier snel hoogte en verdween zonder een geluid te maken in noordoostelijke richting. Beschrijving Aanmerke lij k kl einer dan Goudplev ier en deed eerde r denken aan Tureluur Tringa totanus, voo ral door tengere li chaa msbo uw en relatief langere poten. Bij loslaten in vlucht klein er en spitser. KOP & HALS Voorhoofd, teugel, kin en kee l wit. Kruin geel gestreept en gevlekt met zwa rte ondergrond. Opva ll end e we nkbrauwstreep, boven oog w it, voor en achter oog meer bruingeel gestreept. Oorstreek grij s met GROOTTE & BOUW


Mededelingen

12-13 Kleine Goudplevier P/uvia/is fu/va (I inksl en Goudplevier P apricaria, Abbega, Fri es land, 9 november 1990 Uoop Jukema)

15


Mededel ingen li chtgele streepjes, in midden donker vlekje. Achter- en voo rhals licht geel gestreept met donkergrijze achtergrond. BOVEN DELEN Mantel, schouderveren en tertials zwartbruin, gemarkeerd met donkere en witachtige en gele vlekjes. ONDERDELEN Borstveren met grijze grondkleur, gemarkeerd met donkere en lichtere vlekjes. Flank donkergrijs met dwarsgestreepte ban en. Buik lichtgrijs. VLEUGEL Arm- en handpennen donkerbruin, bovenvleugeldekveren bruin met li chte zomen. Oksel en ondervl eugeld ekveren donkergrijs, geleidel ijk overgaand in grijze onderzijde van arm- en handpennen. STAART Binnenste staartpennen donkerbruin met gele vlekjes, buitenste lichtbruin met lichte dwarsstreepjes. NAAKTE DELEN Iris donkerbruin. Snavel zwart, aan basis en mondhoeken licht vleeskleurig. Poot bl auwgrijs met zwarte nagels. GELUID Afwijkend va n Goudplevier, tju-iet met klemtoon op tweede lettergreep. RUI & SLEET Buitenste handpenn en licht gesleten. Geen actieve rui van arm-, hand- en staartpennen. Kop, hals, mantel en schouder deels met vers geruide veren, onderdelen met groot aantal ongeruide (juveniel e) veren. BIOMETRIE Vleugellengte 171 mm, snavel lengte 23.2 mm, kop+snavellengte 57.6 mm, tarsuslen gte 45.5 mm, tarsu s+middenteenlengte 76 mmo Gewicht 144 g.

Determinatie De donkergrijze oksel- en ondervleugeldekveren sloten Goudplevier uit (Hayman et al 1986). De combinatie van vleugel lengte en tarsuslengte sloten Ameri kaanse Goudplevier P dominica u it (G Iutz von Blotzheim et a11975, Connors 1983, Roselaar 1990). Kenmerken van het verenkleed geven vaak geen uitsluitsel door de aanwezigheid van vele kleurvariaties veroorzaakt door leeftijd, ruipatroon en slijtage, uitgezonderd de mantel- en schouderveren van eerstejaars vogels. Bij de Amerikaanse Goudplevier verkleuren en slijten de gele vlekjes van het juveniele kleed snel Ier waardoor een donkere grijze mantel ontstaat die tot in december aanwezig blijft. Door de daarop volgende rui naar het eerste winterkleed wordt de mantel weer geler. De Kleine Goudplevier daarentegen ruit eerder een gedeelte van het juveniele kleed naar het eerste winterkleed waardoor een helderder geelachtig kleed bi ijft bestaan (Pym 1982, Roselaar 1990). Kop, hals, mantel en schouder van de gevangen vogel vertoonden een aantal vers geruide winterkleedveren . Hoewel het verenkleed van de Kleine Goudplevier veel overeenkomst vertoonde met het winterkleed van Goudplevier, was de wenkbrauwstreep opvallender en uitgebreider. Een blauwgrijze pootkleur van de Kleine Goudplevier wordt in de literatuur nauwelijks genoemd; bij de Goudplevier is de pootkleur altijd zwartgrijs.

16

Borst, flank en buik vertoonden nog ee n groot aantal dwars gestreepte juveniele veren. Op gro nd hiervan betrof het derhalve een eerste-kalenderjaar vogel. De buitenste staartpen vertoonde een lichte streping aan de randen; ook dit wijst op een eerstejaars vogel (cf Kinsky & Yaldwyn 1981 , Johnson & Johnson 1983). Verspreiding en voorkomen De broedgebieden van de Kleine Goudplevier bevinden zich in de toendrazone van Noord-Siberië ten oosten van het Yamal-schiereiland en in Alaska. De trek vanuit de broedgebieden vindt plaats over een breed front over Azië en de Stille Oceaan naar de overwinteringsgebieden welke zich uitstrekken vanaf India oostwaarts over Zuidoostazië, Australië, Nieuwzeeland, vele Pacifische eilanden en de kustgebieden van Californië. In West-Siberië overlapt het broedgebied met dat van de Goudplevier. Deze vangst betreft het 10e geval voor Nederland . Ook de negen voorgaande gevallen werden gevangen door wilsterflappers. De laatste vangst vond plaats in 1939 (cf Roselaar 1990); in die tijd werden ' kleine goudplevieren' vooral tijdens strenge weersomstandigheden met aanhoudende vorst en sneeuw gevangen (Jukema 1987, 1988). In Europa is de Kleine Goudplevier (tot en met 1989) vastgesteld in de BRD (8 waarvan 6 in de vorige eeuw), Denemarken (2), Finland (13), Griekenland (1), Groot-Brittannië en Ierland (12), Italië (2), Malta (1), Noorwegen (3), Polen (4) en Zweden (5) (Alström et al 1991). Bovendien waren er in 1990 ook gevallen in de BRD, Egypte (3), Finland (3), Frankrijk, Groot-Brittannië en Ierland (2) en Zweden. Summary PACIFIC GOLDEN PL OVER NEAR ABBEGA IN NOVEMBER 1990 On 8 November 1990, a Pacific Golden Plover P/uvialis fu/va was trapped near Abbega, Friesland. The bird was shown to other trappers to confirm the identificat ion. It was id entifi ed by the grey axillaries and underwingcoverts and by m eas urements. The bird was kept overni ght and was ringed, photographed and released the next dav. This was the 10th record of Pacific Golden Plover for the Netherlands and the first sin ce 1939 .

Verwijzingen Alström, P, Colston, P & Lewin gton , 11 99 1. A field guide to th e rare bird s of Britain' and Europe. Londen. Connors, P G 1983. Ta xo nomy, distribution and evolution of Golden Plovers (P/uvia/is dominica and P/uvia/is fu/va). Auk 100: 607-620. Glutz vo n Blotz heim, U N, Bau er, KM & Bezzel, E 1975. Handbuch der Vögel Mitteleuropas 6. Wiesbaden. Ha yma n, P, Marchant, J & Prater, T 1986. Shorebirds: an


Mededelingen identification gu ide to the waders of the world. Londen. Johnson, 0 W & Johnson, P M 1983. Plumage-molt-age relationships in 'over-summering' and migratory Lesser Golden Plovers. Condor 85: 406-419. Jukema, J 1987. Was de Kleine Goudplevier (P/uvia lis fu/va) eens een talrijke doortrekker in Friesland? Vanel lus 40: 84-99. Jukema, J 1988. Over de Aziatische Kleine Goudplevier P/uvia/is fu/va als doortrekker in Friesland. Limosa 61:

189-190. Kinsky, F C & Yaldwyn, J C 1981. The bird fauna of Nine Island, south-west Pacific, with spec ial notes on the White-tailed Tropicbird and Golden Plover. Natl Mus NZ Misc Ser 2. Pym, A 1982. Identifi cation of Lesser Golden Plover and status in Britain and Ireland. Br Birds 75: 112-124. Roselaar, C S 1990. Identification and occurrence of American and Pacific Golden Plover in the Netherlands. Dutch Birding 12: 221-232.

joop jukema, Haerdawei 44, 8854 AC Oosterbierum, Nederland Bram van der Veen, Rige 22, 8677 LA Abbega, Nederland

Mystery photographs _ _ _ _ __ 44

From the combination of generally drab plumage, small size, small head, thin insectivorous bill and thin legs we can be fairly confident that last month's mystery bird is a Phylloscopus warbier. It is rather more difficult to teil exactly which one as it shows several rather contradictory features. Looking at the picture critically, we can see a fairly dark slim bird with short wings and a comparatively long square-ended tail. There is little contrast between the upper- and underparts but there are brightfeather-edgings on the secondaries. The head pattern is quite marked with a prominent eye-stripe, a long prominent supercilium reaching the bill and someshadowing abovethesupercilium on the lateral crown. The legs are thin and blackish and the bill is thin and appears to have a completely pale lower mandible. The general coloration and the short wi ngs allow us to narrow the choice down to four species: Radde's Warbier Pschwarzi, Dusky Warbier P (uscatus, Mountain Chiffchaff P sindianus and Ch iffc haff P collybita of one of the eastern subspecies P c tristis or Pc brevirostris (a lthough some may argue that the latter is a subspecies of Mountain Chiffchaff - or indeed that Mountain Chiffchaff is a subspecies of Chiffchaff!). But which is our bird? Structurally, this bird seems wrong for Radde's Warbier which usually is more a pot-bellied bird with a relatively large head , thick pale legs and a stout bill, all lacking in this bird. Furthermore, the supercilium of Radde's appears much less obvious i n front of the eye d ue to the fact th at it is deep buff in this area and thus contrasts less but broadens and becomes more obvious above and behind the eye;

IDutch Birding 74: 77-79, februari 79921

the mystery bird has a supercilium that is at least as obvious in front of the eye. However, the dark shadowing above the supercilium is odd. It is too prominent to be a photographic artefact and in the four species under discussion it is only prominentIy displayed by Radde's Warbier although many Phylloscopuswarblers can showthis less obviously as an effect of wear or erected feathers of the supercilium. The black legs should point towards Chiffchaff or Mountain Chiffchaff. Neither ofthe subspec ies of Chiffchaff under discussion show such a prominent supercilium nor such an extensive pale area on the lower mandible (being usually restricted to a small area at the base of the lower mandibie) . Birds of Pc brevirostriscan be a similar colour to this but Pctristis, whilst as uniform as this bird, tends to be generally paler. Mountain Chiffchaff is rather more difficult to exclude. It can show a very prominent supercilium and a well-defined eyestripe (cf Br Birds 81: plates 242, 308-309, 1988) and is not always the drab bird suggested by some authors. However, this too has a very restricted pale area at the base of the bi II and (fortunately) does not occur in the area where this photograph was taken. In addition, both Chiffchaff and Mountain Chiffchaff tend to show quite sharp corners to the tip of the tail while those of our bird look more rounded. We are left with Dusky Warbier although there are several unusual featu res for that species. Dusky Warblers rarely show legs as dark as this nor do they show such obvious dark shadowing above the supercilium. The edges of the secondaries are perhaps a I ittle prominent but these are often the brightest part of the plumage and have been noted in several recent records submitted to the British

17


Mystery photographs

15 Dusky Warbier Phylloscopus fuscatus, Beidaihe, China, May 1990 (Co/in Bradshaw)

16 Radde's Warbier Phylloscopus schwarzi, Beidaihe, China, May 1990 (Co/in Bradshaw)

Mystery photograph 45. Solution in next issue

18


Mystery photographs Birds Ra riti es Committee . However, th e extent of the pa le area on the lower mandi ble, the superc ilium reac hing ri ght to th e base of th e bill wi th most co ntrast above and in fro nt of the eye and the distinct rusty tones on th e rear superc ilium, th e ro unded tail corn ers, the thin legs and bill and the

general plumage tones show ing no trace of green or o li ve are enough to convince me thatthis is a Dusky Wa rbier, a concl usion hel ped by the locatio n ! Thi s bird was photogra phed at Beida ihe, Chin a, in May 1990. I wou ld welcome comments on the un usual features disp layed by thi s b ird .

Co /in Bradshaw, 9 Tynemo uth Place, North Shields, Tyne and Wea r NE 3 0 4BJ, UK

8irds in the CIS _ _ __ _ _ _ _ Birds of the wetlands Th ere are certa inl y a large num ber of marshl ands and wetl ands across the vast expa nse of the fo rm er USSR and many good bird ing areas to visit. Ma rshes occ ur in every geographi ca l zone of th e country and occ upy c 10% of its territory. M arshes are ca ll ed ' intrazo nal elements' sin ce th ey are not characteri stic of any parti cul ar zone and occ ur in the ta iga as weil as in th e deserts . Large ri vers flow through the CIS, fed by masses of springs and their large r tributari es w hi ch drain

vast areas of land. Th ere are c 3 mill io n ri vers, more than 80% of w hi ch fl ow north wa rds and eastwards, jo i n i ng conseq uently the A rcti c and Pac if ic Ocea ns, and 2.8 mi II ion lakes w ith a total area of c 490 000 km 2 . 14 1akes have a water su rface larger than 1000 km 2 • The marshes of d iffe rent types occupy c 2 milli o n km 2 . Beca use of clim atic co nd itions, most of them are w ithin th e forest zone. Th e marshiest areas are alo ng th e Pripyat ri ver in Bye lo ru ss ia, and in the West- Siberi an and the Taimy r p lain s. As fo r the bi rd s of these areas, cra nes and w ade rs w ill come first . A lmost all crane spec ies li ve in

17 Pied H arri er Circus melano leucus, Ussuril and, Jul y 1985 (Yuri B Shibnev)

[Dutch Birding 74: 79¡22, februari 7992[

19


8irds in the CIS

18 Japanese Crane Grus japonensis, lower reaches of Bikin river, Ussuril and, May 1983 (Yuri B Shibnev)

19 Hooded Crane Grus monacha, Bikin river va lley, Ussuriland, May 1984 (Yuri B Shibnev)

20 White-tai led Plover Chettusia leucura , Bukhara reg ion, Uzbekistan, May 1988 (A lgirdas J Knystautas)

20


8irds in the CIS

21 Great Black-headed Gu lls Larus ichthyaetus, Bay of Sivash, Ukra ine, May 1982 (V Siokhin)

22 Pol ivanov' s Parrottbill Paradoxornis polivanovi, Lake Khanka, Ussu ril and, June 1982 (Yuri B Sh ibnev)

21


8irds in the CIS marshes. In Arcti c areas, Siberian White Grus leucogeranus and Sa ndhill Cranes G canadensis are breeding in the tundra while other spec ies, includin g Common G grus, Hooded G monacha, Whitenaped G vipio and Japanese Cranes G japonensis occur in the marshes of temperate latitudes. Ussuri land, with its vast marshes and its great Khanka low land, is a real paradise for exotic spec ies of cra nes. Japanese and White-naped Cra nes breed mostly in Khanka low land while Hooded Crane prefers the dense raised marshes of th e tai ga alon g the upper reac hes of th e larger ri vers of the Si khoteA lin mountains. Southern marshes and islands in lakes and seas harbour large numbers of birds, mostly herons, waders, gu ll s and terns. 100 OOOs pairs of Mediterranean Larus melanocephalus and Slender-billed Gulls L genei, Sandwich Sterna sandvi-

censis and Casp ian Terns S caspia breed in the Black Sea Natu re Reserve. In the Volga ' delta, Russia, and Ili river delta, Kazakhstan, two spec ies of pel ica ns are found breed in g and enorm ous co lonies of herons and cormorants are present in the Lenkoran' region of Azerbaydzhan. The Kurga l' dzino Nature Reserve, central Kazakhstan, has the no rthernmost co lony of Flamingoes Phoenicopterus ruber. Most i mportant wetland s and marshes have been declared nature reserves as we il as wetland s of international im portance. Places like the Kandalaksha Bay in the White Sea, the Volga delta and the Black Sea Nature Reserve are al l under protection . In other areas, like Lake Khanka, military in terests overcame conservation ists and it took a lo ng tim e for a nature reserve to emerge there.

AlgirdasJ Knystautas, Russian Nature Tours, Achterom 3 1, 1621 KR Hoorn, Netherlands

Recensies

-------------------------------------------------------------

J LUDWIG, H BELTING, A J HELBIG & H A BR u NS 1990. Die

Vöge/ des DÜmmer-Gebietes. Avifauna e ines norddeutschen F/achsees und seiner Umgebung. Natursc hutz und Landschaftspflege in N iedersac hsen Heft 21. N iedersächs isches Landesverwaltungsamt - Fachbehärde fur Naturschutz, Hann over. 231 pp. ISSN 0933 -1 247. ISBN 3-922 -32 1-51-8. DEM 25 .00. Een wateroppe rvlak in het Europese binnenland kan, mits de entourage gesch ikt is, een verrassende variati e aan vogelsoorten aantrekken. Dit wordt opn ieuw bewezen door de rece nte avifau na (de vor ige was va n 1959) van het Dümmer-bekken, Nedersaksen, BRD, gelegen op c 35 km ten noordoosten van Osnabrück en 100 km va n de Noordzeekust. Het gehele geb ied bestaat uit een ondiep eutroof meer (het op een na grootste in het Noord westduitse binnenland) dat wordt gevoed door diverse wate rl open en is omgeven door oa laagveengeb ieden en enkele kleinere hoogveenvlaktes. Deze gunstige co nd ities hebben tot 1988 maar liefst 276 'wilde' voge lsoorten opge leverd (ter verge lijkin g: in Twente is tot nu toe slechts één soort meer vastgeste ld) waarva n 139 broedvogelsoorten . De afgelopen 60 jaar zi jn 24 soorten als broedvogel (b ijn a) verdwenen, oa Roerdomp Botaurusste//aris, Watersnip Ga//inagoga //inago, Steen uil Athene noctua en G rauwe Klauwier Lan ius co//urio. Er zi jn acht nieuwe broedvogel soorten vastgeste ld, zoa ls Grauwe Gans Anser anser, Rode Wouw Mi/vus mi/vus, Scho lekster Haematopus ostra/egus, Kramsvoge l Turdus pi/aris en Bu idelm ees Remiz pendu/inus. Het inleidende, prettig leesbare algemene deel gaat ove r het ontstaan van het gebied, kli maat en wate rstan d,

22

land bouw en natuurbescherm in g en is geïllu streerd met kaarten , tabellen, grafieken en 20 landschapsfoto's in kl eur. Op een hierva n staan Kieviten Vane//us vane//us als figuranten; verder is er merkwaardig genoeg geen voge lfoto of -tekening in het fraai uitgevoerde boek te v inden, of het moet de kwa litati ef armoed ige aquarel met Futen en Zwa rte Stern s op de oms lag zijn d ie noga l ui t de toon va lt. Het tweede deel, de becommentarieerde soorten lij st, is voorz ien van mooie plattegronden in kleur, handige tabe ll en en dergelijke. Het broedvogelbestand en het aa ntal algemenere doortrekkers blijken ind rukwekkend, evenals de kwa nt iteit en 'kwal iteit' va n sc haarse of zeldzame soorten. Het gebied was in 1984 goed voor de eerste W itstaartk iev it Chettusia /eucura van de BRD terwijl ookSteppekiekend ief Circus macrourus, SchreeuwAqui/a pomarina en Bastaardarend A clanga, Steenarend A chrysaetos, Klein Porzana parva en Kleinst Waterhoen Porzana pusi//a, Kleine Tetrax tetra x en Grote Trap Otis tarda, Breedbekstrand loper Limico/a fa /cine//usen Grote Franjepoot Pha/aropus tricolor er mogen zijn. Naast landelijke ze ld zaam heden va ll en binnenland-delicatessen als IJ seend Clangu/a hyema/is, Drieteenstrandloper Ca /idris a/ba en Drieteenmeeuw Rissa tridacty/a op. Merkwaardi g genoeg is er nooit een Roodkopklauwier Lanius senator vastgeste ld. In enkele geva llen (B ijeneter Merops apiaster en Scharrelaar Coracias garru /us) hebben de auteurs waarnem ingen van net buiten het eigenlijke gebied opge nomen . De documentatie van juist dergelijke soorten roept vragen op . Bij enkele landelijke ze ld zaam heden als Witstaartk ievit, Grote Franjepoot en Roodstuitzwaluw Hi-

IDutch Birding 74: 22-24, febru ari 79921


Recensies runda daurica is ve rmeld dat z ij door de Duitse 'Seltenheitenausschuss' zijn aanvaard maar het oordee l van de Duitse comm issie (waar co-auteur Helbig deel van uitmaakt) ontbreekt bij waarnemingen van bijvoorbeeld Steppekiekendief, Schreeuw- en Bastaardarend en Steppekievit Chettusia gregaria. De kritische kanttekening bij de ve le meldingen van Poelsnippen G media (waaronder een groep van 26 tussen Watersnippen!) is natuurlijk terecht maar we lke ervan zijn aanvaardbaar? Aan het eind van het boek is een lij st opgenomen met geva ll en van o.a. Slangearend Circaetus ga /licus, Grote Pieper Anthus richardi en Siberische Lijster Zoathera sibirica waa rvan determinatie of herkomst onbetrouwbaar zi jn bevonden. Door de Duitse commiss ie? En op wiens oordeel is de lij st met 'escapes' (oa Roze Pelikaan Pe/ecanus onocrota/us) gebaseerd? Zeke r zo ingewikkeld li gt het bij waarnem ingen van voor het binnenland ze ld zame soorten die, althans in Nederland, niet altijd worden ingebracht door waarnemers met vo ld oende ervaring buiten de eigen regio en die een vertekend beeld kunnen op leveren. De presentatie van zu lke geva ll en is in deze uitgave nogal onevenwichtig: soms wordt we l, soms niet de aanwezigheid van beschrijving of foto's vermeld. Men zou wense n dat met sommige geval len va n - een se lectie - Dwerggans A eythropus, Grauwe Franjepoot P /obatus, Rosse Franjepoot P fulicarius, de al gemelde Drieteenmeeuw, Lachste rn Ge/oche/idon ni/otica en Grote Stern Sterna sandvicensis voo rzicht iger zou zijn omgegaan. De betrouwbaarheid van dergelijke waarnemingen wordt nu kennelijk bepaald door de auteurs die geen nadere verantwoord in g afleggen . Het is jammer dat in de meeste landen geen regionale beoordelingscommissies zijn die waarnem ingen van nationale ze ld zaamheden doorsturen naar de landelijke commissie en die meldingen van regionale ze ldzaamheden ze lf kritisch bekijken. Ook in Nederland, waar voorzover ik weet alleen in Twente zo'n commiss ie bestaat, zouden streek-avifauna's inhoudelijk aan waarde w innen als berichten over voor de desbetreffende regio schaarse of ze ld zame soorten werden behandeld door een groep determinatie-deskundigen. Dit boek, dat conform de opzet goede diensten kan bewijzen aan natuurbeschermers en landschapsplanoiogen, maakt - behalve bovenstaande - duidelijk dat regelmatig bezoek aan een ' Iocal patch' niet alleen goed in zicht geeft in het voorkomen van regelmatige broed- en trekvoge ls en zomer- en w in tergasten maar dat de volhouder zeker af en toe wordt getracteerd op een opwindende rara avis. PAUL KNoLLE

This book conta in s a compi lation of the 30 papers th at we re presented at this meeting through the comb in ed talents of over 40 of the participants. The necessity for the meeting (and for futu re such meetings) was stimul ated by the publication in 1988 of the ICPB world checklist of bird species in wh ich some 11 % were described as threatened w ith extinction. In order to ensure the survival of many of these endangered species man's intervention is required. However, our present limited knowledge of bird population sizes and how they are co ntrolled places a severe restriction on our ability to conserve species and, indeed, to manage populations of pest species. This conference served as a first step to all eviate this restriction. The papers are, of course, academ ic in nature and the contributors come from all over the globe but it is by no means the case that all of them originate from universities or biological research stations. Some of the papers we re given by, for example, people emp loyed by conservation bodies such as the RSPB, Wetlands and Wildfowl Tru st and ICPB. Most of the papers are very we il wr itten and easy to follow. The co ntribution s are grouped into five categories: a comparat ive approach to identify factors limiting population size and spec ies diversity, the estimation of important parameters, a number of studi es of indi vid ual species or groups of species (eg, seab ird s), the management of species in practise (pest, game and threatened spec ies) and a category headed 'Further Issues' containing papers that don't easily fit into any of the other categories. There are many good papers to be found in this book but for me the highlights included The effect of predation on the numbers of Great Tits (McCleery & Perrinsl, Popu/ation studies of White Storks in Europe (Bariei n), Popu/atian and contamination studies in coasta/ birds (Beckerl, and Conserving threatened species: an overview af the species and threats (Rands). Overall, 8ird popu/ation studies is a superb piece of work, althou gh I do not think that it wi ll appeal to many readers of Dutch Birding. However, if you are involved in practical conservation and management of bird populations this is someth in g for you . A lso, students embarking on research into bird populations and dynamics wi ll find thi s book invaluable as a consequence of the hundreds of relevant references conta ined within. GRAHAM J HOLLOWAY

CM PERRINS, J-D LEBRETON & G J M H IRONS (EDITORS) 1991.

Enkele grote vogelsoorten die in Westeuropa overwinteren hebben gedurende de afgelopen decennia veranderingen te verwerken gehad met betrekking tot hun voedse l. Zo werd de Rotgans 8ranta bern ic/a p lotseling geconfronteerd met het verdw ijnen van zeegras Zostera en de Kraanvogel Grus grus z iet de bestanden van kurkeik Quercus suber in de Estremadura, Spanje, met lede ogen omgehakt wo rd en. Het onderhavige referaat over de Kleine Zwaan Cygnus co/umbianus bewickii is ontspro-

8ird papu/ation studies. Re/evance ta conservation and management. Oxford University Press, Oxford. 683 pp. ISBN 0-19-857730-3. GBP 50.00. In December 1988, a number of the world's leading experts in bird population biology gathered at 'Station Biologique' in the Carmargue, France, to discuss the numerous factors that influence w ild bird populations.

EP R POORTER 1991. 8ewick's Swans Cygnus co lumbi anus bewickii, an ana/ysis of breeding success and changing resources. Flevobericht 324 . Rijkswaterstaat, Directi e Flevoland, Lelystad. 66 pp. ISBN 90-369- 1078- 1.

23


Recensies ten uit het dramatisch verdwijnen van fonteinkruid Potamogeton uit het Ijsse lmeer. Sinds 1968 heeft de Kleine Zwaan in Nederland geleerd zijn voedse l op het droge te v inden; aanvankei ijk was dit gras, later kwamen daar ook resten van de aardappel - en su ikerbietenoogst bij. In hetzelfde jaar is er ook een oms lag vast te stellen in het voortp lantingssucces

doordat de legselgrootte met gemiddeld één ei verm inderde. Er wordt een ana lyse gemaakt van de bestanddelen van het vroegere en het huidige wintervoedsel. Dat de populatie van de Kleine Zwaan toch iets toegenomen is, is te danken aan de verm inderde jachtdruk. KLAAS J EI GENHUIS

DBA-nieuws Belgian Birding Magazine De uitgever van Belgian Birding Magazine heeft zich helaas genoodzaakt gezien met de publicatie va n het tijdschrift te stoppen. Omdat hierdoor een leemte is ontstaan in de presentatie van voge lnieuws uit België, is besloten dat waarnemi ngen van zeldzame en interessante soorten in België met ingang van het april-numm er van Dutch Birding weer door Gerald Driessens in de rubriek 'Recente meldingen' zu llen worden gepublicee rd. Voor de overzichtelijkheid zu llen de Nederlandse en Belgische waa rnemi ngen apart worden behandeld. Een logisc he consequentie is dat Dutch Birding ook in andere zin weer ruimer aandacht za l besteden aan bijzondere Belgische voge lwaarnemingen. Bovendien heet de BBM-vogellijn nu weer Dutch

Bird in g-voge llijn (03-4880194; vanu it Nederl and 09-

32-34880194) . Dutch Birding-vogelgids over jagers De uitgever Ger Meesters brengt in 1992 in samenwerking met Dutch Birding een vogelgids over de herkenning van jagers Stercorarius op de markt. De gid s, van de hand van Klaus Mailing O lsen, verschijnt in Nederlandse bewerking en is rijk geïllu streerd . Hij is bedoeld als begin van een op een breed voge laarspubliek gerichte serie publicaties over onder andere voge lherkenning. Voor DBA-begunsti gers za l bij bestelling via Dutch Birding een bijzonder tarief gelden. In het komende nummer van Dutch Birding vo lgt nader nieuws.

Recent WP reports _ _ _ _ _ __ This review of recent reports of rare and interestin g birds in the Western Palearctic refe rs mainly to SeptemberDecember 1991 and focusses on north-western Europe. Moreover, recent news about not-so-recent records is included. Some interestin g records outs ide the Western Paleactic are mentioned as we il. The records are largely unchecked, not authenticated. A Pied-billed Grebe Podi/ymbus podiceps was reported from Crian lari ch, Central, Scotland, on 14-15 October. The first .Black-browed Albatross Diomedea me/anophris for Denmark was present at 0rhage, Jy ll and, on 23 September. The second for France was reported off Dunkerque, Nord, on 11 September. In Ireland, a Softplumaged Pet rel Pterodroma mol/is was reported from Galley Head, Cork, on 17 September, following a welldescribed sighting on 20 August at StJohn ' s Point, Down. There was also a report of two birds passing northward off Flamborough Head, Humberside, England, on 6 September. Bulwer's Petreis Bu/weria bu/werii we re reported from Hornsea, Humberside, on 8 September, and two were seen at close distance from a boat off Á lesund, Norway, on 26 October. On 4 November, a Red-billed Tropicbird Phaethon aethereus was seen from North Beach, Eilat, Israel. On 24-26 October, a Double-

24

crested Cormorant Pha/acrocorax auritus was photographed on Mosteiros, Sao Miguel, Azores. In the first week of December, a juvenile Red-breasted Goose Branta ruficol/is with a flock of Pintails Anas acuta was discovered near Riyadh, constituting the first record for Saudi Arabia. A male American Black Duck A rubripes was present at Eide, M0re og Romsdal , Norway, on 8-9 September. At Sidi Bou Rhaba, Morocco, 500 Marbied Ducks Marmaronetta angustirostris were counted on 18 December and another 500 were counted in the Sidi Moussa area on 20 December. An adult male Ringnecked Duck Aythya col/aris remained from 30 October to at least 15 December at Merja Khallouffa, Morocco. A male lesser Scaup A affjnis returned to Oxford Island, Armagh, Ireland, and was st ill present in December. A male Barrow's Goldeneye Bucepha/a is/andica returned to Trondheim, Norway, in November and remained into January 1992. Two adu lt Black Vultures Aegypius monachus at Riyadh , Saudi Arab ia, on 9 December, were st ill present in Janu ary 1992. A long-Iegged Buzzard Buteo rufinus was seen at Falsterbo, Skäne, Sweden, on 21 October. At the same loca lity, an adu lt Imperial Eagle Aqui/a heliaca was seen on 28 September. A Sora Porzana caro /ina at Porth Helli ck Pool , St Mary's, Scilly, during 4-31 October, was the 11 th record for Britain. On

[Ou/eh Birding 14: 24-30, februari 1992[


Recent WP reports

23 Laughing Gull Larus atricilla, Walcott, Norfolk, Britain , December 1991 (David Tipling)

24 Black-throated Thrush Turdus ruficollis, first-winter male, Sjaelland, Denmark, December 1991 Uens FThomsen)

25 Sora Porzana carolina, St Mary's, Scilly, Britain, October 1991 (David Tipling)

25


Recent WP reports 17 September, a first-summer Sandhill Crane Crus ca nadensis was discovered at Exnaboe, Sumburgh, Shetland, Scotland, whe re it rema ined until 27 September w hen it was seen fly in g off in sou th -eastern direction. Presumably, the same bird reappeared at Paesens, Friesland, Netherlands, on the land of an unco-operative farmer, on 28-30 September (cf Dutch Birding 13: 224-225, 227, 1991 ). Despite the ex istence of a Siberian breeding population east of Indi girka delta (150 0 E), this bird is generall y believed to be of Ame ri can origin. There have been th ree previous record s of this spec ies in Europa, at Ga ll ey Head, Cork, on 11 - 14 September 1905, at Akrabe rg, Suduroy, Faeroe Islands, on 14 October 1980 and on Fair Isle, Shetland, on 26-27 Apr i11 981. On 15 October, a f irst-year Semipalmated Plover Charadrius semipa /matus was photographed at Faja Grande, Flores, Azores. Between m id -August and December, at least 14 American Golden Plovers P/uvia/is dominica'we re reported from the British Isles, among wh ich a few longstaving individuals such as a ju veni le in Sci ll y between 22 September and 17 October. From 15 September to late December, up to four were present in the Canary Islands. In Ireland, an ad ul t Pacific Golden Plover P fu/va was found at Kinsa le Marsh, Cork, on 5-6 October, and possibl y the same bird was (w ith an Ame ri can Golden Plover) at Inchydoney, Cork, on 18 October. There was (on ly) one report of Pacific Go ld en Plover from England : a juvenile at Cley, Norfo lk, on 3-6 December. In the Netherlands, adu lt Pacific Golden Pl ove rs were present at M iddelbu rg, Zee land, on 13-18 September (the identification of this bird is sti ll under discussion), and on Texel, Noord holl and, from 20 September to 5 October. The first Red-wattled Plover Hop/opterus indicus for Israe l was at Eilat on 28 -29 December. From 19 September to 6 October, a juvenile Great Knot Ca/idris tenuirostris was seen by many birders in the Netherland s, first at Oostvaardersd ij k, Fl evoland, and later at Camperd uin, Noordho lland. It was only the sixth (accepted) record of this species for the WP and possib ly the first of a juvenile. O n 6 November, a Great Knot was reported from Tel Av iv, Israel. Th e presence of a Great Knot in November at Tarut, north-eastern Saudi Arab ia, was not surpris in g cons iderin g recent sp rin g records in this area (cf Dutch Birding 13: 155, 1991). If accepted, a White-rumped Sandpiper C fuscico llis in Hainaut, on 28 September, wi ll be (o nly) the first for Belgium. Stilt Sandpipers Micropa/ama himantopus we re found at Roscarberry, Cork, on 19 September, and at three places in weste rn France in August-September. A Long-billed Dowitcher Limnodromus sc%paceus was present on 4-5 November between Oua lidi a and Sidi Moussa, Morocco. Since 23 October one and from 13 December onwards at least two Slender-billed Curlews Numen ius tenuirostris we re winterin g for the fifth year in success ion (o r even longe r) at Merja Zerga, Morocco. An Upland Sandpiper Bartram ia /ongicauda was reported from Dursey Island, Cork, on 18-25 September. Durin g October, 10 Marsh Sandpipers Tringa stagnati/is were counted between Oua lidi a and Sidi Moussa, and on 20 December 12 in the same area . Besides, two were seen at Merja Zerga on 15 December. On 4 November one and on 5 November two

26

Lesser Yellowlegs T f/avipes we re observed between Oualidia and Sidi Moussa. In September-October, no less th an 18 Wilson's Phalaropes Pha/aropus tricolor were repo rted from the British Isles and five from France. The first Laughing Gull Larus atricilla for Norfolk, a confiding first-winter, arrived on Christmas dav at Walcott and remai ned into January 1992. Other December Laugh in g Gulls we re a first-winter at Drogheda, Louth, Ireland, and a second-wi nter at Point of Ayr, Clwyd, Wa les. There were two records in England of Franklin's Gull L pipixcan (the rarest Nearctic gu ll species in the WP): an ad ult at Teesside, Cleveland, and (probab ly the same) at Spurn, Humberside, between 28 August and 4 September, and an adu lt wandering in Yorks hire, from 8 November to 8 December. A juvenile Sabine's Gull L sabini on 15-25 September at Orimatti la near Lahti was only the third record for Finland. Two Roseate Terns Sterna dougallii on 14 June 1991 at H arin gvliets lui zen, Zuidhol land (co nstituting the 12-1 3th records for th e Netherl ands), appeared to have been rin ged as ch ick on 12 and 26 July 1989 at Rockab ilI , Balbriggan (near Dublin ), Ireland. On 22-23 October, a Forster's Tern S forsteri was reported from Penmon Point, Ang lesey, Gwynedd, Wales. From at least 14 December to midJan uary 1992, two first-year Whiskered Terns Ch /idonias hybridus we re w interin g at Lelystadhaven, Flevoland, Netherlands, constitu ting the first w inter record of thi s species for north-western Europe. On 14 December, four White-winged Black Terns C /eucopterus were present at Merja Zerga. In Britain, a Yellow-billed Cuckoo Coccyzus americanus was found dead on North Ronaldsay, Orkney, on 25 September, and another one reportedly was picked up moribund at Oxted, Surrey, on 17 October. O n 8- 10 November, a Chimney Swift Chaetura pe/agica was flying around at a ca rpark in St Andrews, Fyfe, Scotland. There have been four accepted records of thi s spec ies in England (and Europe), all from Cornwall and Sc ill y since 1982, between 18 October and 9 November; a fifth record from Scotland on 5 November 1983 is st ill under conside ration. On 1 November, a Little Swift Apus affinis was reported from Fair Isle. This autumn showed an exceptional influx of at least six Pechora Pipits Anthus gustavi into Shetl and during 12-24 September. The first for Sweden was trapped at Stora Fjäderägg, Västerbotten, on 5 September and stayed until 20 September, and another one was trapped on Lista, Norway, on 21 September. Th e eighth Siberian Accentor Prunella montanella for Sweden was trapped on 13 October at Landsort, Säderman land. A first-w interfema le Siberian Rubythroat Luscinia ca/liopeon Norrskär, A land, on 15 October, was the first record for Finland. A long the Gu lf coast at Jubayl, Saud i Arabia, two ma le Eversmann's Redstarts Phoenicurus erythronotus we re w in tering. Because of moderate weather cond itions in Finland, a female Redstart P phoenicurus managed to survive until January 1992 near Helsinki. Britain experienced an unprecedented influ x of at least 35 Siberian Stonechats Saxico /a torquata maura between 29 September and 27 October. An Isabelline Wheatear Oenanthe isabellina was present on St Agnes and Gugh, Scill y, during 12-26 October. Four Pied Wheatears 0 p/eschanka we re seen


Recent WP reports

26 Red-wattled Plover Hop/opterus indicus, Eilat, Israel , December 1991 (Hadoram Shirihai) 27 Pied Wheatear Oenanthe p/eschanka, Lothian, Britain, October 1991 (Co /in Bradshaw) 28 Lanceolated Warbier Locustel/a /anceo /ata, Zeebrugge, W estvlaanderen, Belgium, 5 October 1991 (Luc Verroken) 29 Siberian Rubythroat Luscinia ca l/iope, first-winter female, Norrsk채r, Finland, 15 October 1991 Uouni Riihim채ki)

27


Recent W P reports

30 Desert Wheatear Oenan the deserti, Zeebru gge, W estvlaanderen, Belgium, October 199 1 (patriek Beirens)

3 1 G ray-cheeked Thru sh Ca tharus minimus, Sc ill y, Britain, October 199 1 (Co lin Bradshaw)

,....,..",...

28


Recent WP repo rts in Bri ta in: at Sum burgh, on 9-1 3 October, at Lerwick, Sh etl and, on 16-1 7 October, at Th o rnton Loc h, Lothi an, during 27 -30 O ctober, and at Penare, Corn wa ll , during 1-5 November. Thi s spec ies w as also reco rd ed in Fin land, Sweden and Denm ark, respecti ve ly, on Norrskテ、r on 10 O ctober, on Gotl and on 12 October, and on Christi ans0 from 27 O ctober to 1 November. Th e fir st Desert Wheatear 0 deserti fo r Belgium, a first-w inter male, stayed at W estd am, Zee bru gge, W estv la anderen, du rin g 13-1 5 O ctober. Britain had a total of six Desert Wh eatea rs. Finl and's first Rock Thrush Montico/a saxati/is w as at Hailu oto near Oulu from 21 October to 5 November. A White's Thrush Z oothera dauma was hidin g itse lf at Brora, Highl and, Scotl and, on 27-2 9 September. An other one was see n on 14 November near Cedynia, north-western Pol and . Nea rcti c th ru shes included a Swainson's Thrush Ca tharus ustu/atus on St M ary's on 7-9 O ctober, and fi ve Gray-cheeked Thrushes C minimus on St Agnes on 22-2 6 September and 16-17 O ctober, on St M ary's on 17-20 and 18 O ctober, and at Loop Head, Cl are, Ireland on 12-1 3 October. Up to three Eye-browed Thrushes Tu rdus obscurus we re see n in Scill y between 12 and 18 O ctober. A Black-throated Thrush Tu rdu s ru ficollis stayed on Utsira, Norway, on 19 O ctober, and a first-w inter male (fourth reco rd ) in a gard en at Frederiksvaerk, Sj aell and , Denmark, on 11-1 5 December. Israe l had a first record of Pallas's Grasshopper Warbier Locuste lla certhio/a at Hat Seva on 23-2 5 O ctober. Th e first Pall as's Grass hopper W arbi er for th e

Netherl and s was trapped at Castri cum, Noordholl and, on 5 October. O n the sa me day, th e second lanceolated Warbier L /anceo/ata for Belgium showed itse lf to many observers at Zee bru gge. Between 28 September and 10 O ctober, three Lanceol ated W arbl ers we re found on Fair Isle, and th ere w as one on Blakeney Point, N orfo lk, England, on 29 -30 September. The third Lanceo lated W arbi er for Norway was on Uts ira on 6 O ctober, and in Denm ark one was found dead at Bl テ、vand li ghthouse, on 9 October. Paddyfield Warblers A crocepha/us agrico/a seem to be on the in crease. At th e new Rum ani an rin gin g station near Istri a, Mell an, so uth of Danube delta, more th an 400 w ere trapped between 8 A ugust and 13 September. Breeding is suggested for Finland, w here four ju venil es we re rin ged at Sa lo on 10 A ugust, and th e Baltic countri es. Th ere we re several record s in weste rn Europe: in July two we re trapped in France, on 8 September one was found dead in Ireland (seco nd reco rd)', on 18 September one was trapped at Mechelen, A ntwerpen (fifth record ), and on 19 O ctober one was trapped on テ僕 and, Sw ed en (12th record ) (see also Dutch Bi rding 13 : 226, 199 1). On 23 September, the first Booted Warbier Hippo/ais ca /igata for Egypt w as bou ght at the Rosetta bird market.lt was 12 years ago w hen Britain had a ' tw itc habl e' Desert Warbier S y/via na na . Thi s autumn, howeve r, thi s spec ies could be seen at Fl amborough Hea d, from 13 October to 5 November, at Bembridge, Forel and , Wi ght, from 27 O ctober to 9 Nove mber, and at Seasa lter, Kent, on 3-5 November. Th ese we re the seventh to ninth

32 Ameri ca n Golden Pl ove r P/uvia/is dominica, juvenil e, Scill y, Britain, O ctober 199 1 (David Tipling)

29


Recent WP reports records. The 11 th record for Sweden was at Bröttorpsören , Öland, on 16-2 1 October. From 27 December to 2 January 1992, a Lesser Whitethroat 5 curruca show ing cha racters of the eastern subspec ies 5 c b/ythi was forag ing at Professor K H Voous's feeding table in Huizen, Noordholl and, Netherl ands . A record total of 23 Radde's Warblers Phylloscopus schwarzi was fou nd in Britain between 5 October and 10 November (beati ng the 21 in 1988).lf accepted as a w ild bird, a first-winter ma le Mugimaki Flycatcher Ficedu/a mugimaki at Stone Creek, Humberside, on 16-17 November, w ill be the first WP record of thi s eastern Asian migrant. In Sweden, a hybrid Blue Tit x Azure Tit Parus caeru /eus x cyanus was trapped at Landsort on 16 October. In the Netherl and s, two days ea rl ier, on 14 October, a bird clea rl y showing characters of Azure Tit was briefly seen by three birders during the Euro Bird Week on Texel. During 1-3 November, an Isabelline Shrike Lanius isabellinus was present near Ajaccio, Cors ica, France. There were five reco rd s of this spec ies in all corners of Brita in between 12 October and 2 November. More than 70 Dead Sea Sparrows Passer moabiticus near the Ju bayl go lf-link in November, apparently constituted the first record for Saudi Arabia. If accepted, a Nashville Warbier Vermivora ruficapilla briefly seen in Cot Va lley, Co rn wa ll , on 3 October, wi ll be the first for the WP. A Blackpoll Warbier Oendroica

striata was present on Fair Isle on 30 September. Other peculiar winter birds near Helsinki in December included two Scarlet Rosefinches Carpodacus erythrinus (of w hi ch one was still present in January 1992) and a Little Bunting Emberiza pusilla. On 7 November, an imm ature Littl e Bunting was discovered at Cap Blanc, Nouadhibou, Mauritania. A male Red-headed Bunting E bruniceps arrived on Helgo land, Schleswig-Holstein, FRG, on 3 September. A first-winter male Rose-breasted Grosbeak Pheucticus /udovicianus was reported from eastern England on 5-7 November. The first mainland Bobolink Oolichonyx oryzivorus for Britain was at Soar Warren, Devon, on 17-23 September. This species was also present in Sci ll y on 11-15 October. For a numberof reports, publications in Birding World, British Birds, Dutch Birding, Iri sh Birding News, Limi cola and Va r Fagelvärld we re co nsu lted . I w ish to thank Peter Barthel , Ruud va n Beusekom, Pieter Bison, Col in Bradshaw, Gerald Driessens, Guus van Duin, Ton Eggenhuizen, Guido Keijl, Lasse Laine, J M va n Muiswinkel, Jyrki Normaja, Gera ld Oreel, Adri Remeeus, Joun i Riihimäki, Paul Schrijvers hof, Tom van Spanje, Tadeusz Stawarczyk, Peter Symens and Lu c Verroken for their help in comp ilin g this review.

Arnoud B va n den Berg, Duinlustparkweg 98, 2082 EG Santpoort-Zuid, Netherlands

Recente meldingen Dit overzicht van recente meldingen van zeldzame en interessante voge ls in Nederl and beslaat voorname lijk de maand en november en december 1991. De verm elde geva ll en z ijn merendeels niet geverifieerd en het ove rzicht is niet vo lled ig. A ll e voge laars die de moeite namen om hun waarnem in gen aan ons door te geven worden hartelijk bedankt. Waarnemers van soorten d ie worden beoordeeld door de Comm iss ie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna wo rdt verz oc ht hun waarnem in gen zo spoed ig mogelijk toe te zenden aan: CDNA, Postbus 45, 2080 AA SantpoortZu id, Nederl and. Hiertoe gelieve men gebruik te maken van CDNA-waa rn em in gsformuli eren die eveneens verkrijgbaar zijn bij bovenstaand adres. DU IKERS TOT VALKEN De en ige IJsduiker Cavia immer die voo r lange tijd ergens aanwez ig was ve rbl eef va naf 23 november in de omgev in g van de pieren van Ijmuiden Nh. Tevens werden er Ijsdu ikers gez ien op 5 november langsvli egend bij Egmond aan zee Nh en bij Camperduin Nh, op 19 november in het Sloegebied Z, op 3 december langs de Brouwersdam Zh en va naf 27 december bij V li ssingen Z. Op 3 november vlogen er Grauwe Pijlstormvogels Puffinus griseus langs Ijmuiden en Terschellin g Fr. Een uitgeput Stormvogeltje H ydroba tes pe/agicus werd op 2 nove mber gevonden op het strand

30

bij Valkenisse Z. Twee langsvliegende exemp laren we rden gemeld va n de Schoorsterpoll en te Ternaard Fr op 24 december. Vale Stormvogeltjes Oceanodroma /eucorhoa werden gezien op 9 november bij Scheven in gen Zh en Schiermonnikoog Fr (d ri e) en op 20 december bij Callantsoog N h en Camperdu in . Op 9 november verbleef een Kuifaalscholver Pha/acrocorax aristote/is in de haven van Lauwersoog Gr en werden twee langsvliegende exemplaren gezien bij Westkapelle Z. Vanaf 10 november bleven soms één, soms twee Kuifaalscholvers aanwezig in de omgeving van V li ssi ngen. In de omgeving van De Braakman Z zaten twee Koereigers Bubu/cus ibis va n 10 tot 24 november. Op 30 november werd een Koereiger waargenom en bij Oudeschild op Texel N h. Werden op 14 november twee Kleine Zilverreigers Egretta garzetta gez ien in de omgev in g van vliegveld M idden-Zeeland Z, een dag later zat er nog één, die tot het eind van het jaar aanwez ig bleef. Op 12 december werd bij Haze rswo ude Zh een Grote Zilverreiger E a/ba. Ook bij Nuland Nb was va naf het eind va n het jaar weer een exemplaar aanwez ig. De overwinterende Ooievaars Cicon ia ciconia, bijvoorbeeld drie exemp laren op 11 december bij Strijen Zh, zijn een hele aanwinst voor de Nederl and se avifauna. Op 11 november werd een overvliegende Flamingo Phoenicopterus ruber roseus gez ien bij Koudekerke Z. In November werde n Dwerg-

IDutch Birding 14: 30-35, februari 19921


Recente meldingen ganzen Ansererythropus uitsluitend gemeld uit Friesland en wel op 3 november twee in de Kollumerwaard Fr, van 9 november tot in december v ier bij Anjum Fr en op 30 november v ier bij Hindeloopen Fr. Tussen 8 en 16 december werden regelmatig maximaal drie exemplaren opgemerkt bij Strijen, op 14 december één bij Broekhuizenvorst L en op 24 december één bij het Leekstermeer Gr. Op 25 november werden acht Sneeuwganzen A caerulescens gezien in de noordwesthoek van de Noordoostpolder FI. Op 16 december verbleef daar een groep van zeven exemplaren. Op 26 november werden twee Sneeuwganzen gez ien op Schiermonn ikoog en (nog steeds) bij Sint Kruis Z. Verder werden duo's gez ien, langs Scheveningen v liegend op 6 december en bij Den Bommel Zh op 10 december. We lli cht interessant is de waarnem ing van vier exemplaren die op 21 december uit zee kwamen aanvli egen aan de noordkant van Texel. Uiteraard bleef de Ross' Gans A rossii bij Stellendam Zh en Stad aan 't Haringvliet Zh de gehele periode present. Zonder strenge vo rst we ini g Witbuikrotganzen Branta bernicla hrota, getuige het geringe aanta l waarnem ingen. In november maximaal v ier op Wieringen Nh, op 3 december bij Ouddorp Zh, op 18 december langsvliegend bij Camperdu in, en op 28 december, eveneens langsvliegend, bij Ijmuiden. Roodhalsganzen B ruficollis werden gezien van 24 november tot 7 december bij Anjum, op 30 november bij Parrega Fr, op 7 december bij Tjerkwerd Fr, van 10 tot 16 december bij Strijen, op 11 december bij Lekkum Fr, op 21 december bij G iekerk Fr, op 26 en 27 december bij Goedereede Zh, op 27 december bij Stad aan 't Haringvliet Zh en vanaf 29 december in de omgeving van de Zandkreekdam Z. In de HW-duinen Zh en langs de Oostvaardersd ijk FI verbleven voor lange tijd enkele Krooneenden Netta rufina. Een Witoogeend Aythya nyroca werd op 15 en 16 december waargenomen bij Middelbert Gr. In het binnenland verdwaa lde IJseenden Clangula hyemalis waren er bij Doetinchem G ld op 23 december en bij OudHeusden Nb op 25 en 29 december. Opmerkelijk zijn de waarnemingen van onvo lwassen Witkopeenden Oxyura leucocephala bij de Philipsdam Z van 10 november tot 15 december, bij Stellendam vanaf 14 december en bij O lst 0 van 21 tot 27 december. Ook in België werd een Witkopeend waargenomen bij Brugge Wvl. Rode Wouwen Milvus milvus werden gezien op 4 november bij Waskemeer Fr, op 24 november bij Assen D, op 21 december bij de Carel Coenraadpolder Gr en (mogelijk dezelfde) bij N ieuwe Statenz ijl Gr en op 24 december bij Wageningen G ld. Zoa ls in de voorgaa nde periode werden redelijk wat Zeearenden Ha/iaeetus albicilla gezien. De exemplaren bij de Knardijk FI (gehe le periode) en bij Culemborg G ld (tot 26 november) waren blijvertjes en trokken veel belangstelling. In het Oostvaardersplassengebied FI zouden rond 15 december ze lfs drie exemp laren aanwezig z ijn geweest. Verder waren er meldingen bij Piaam Fr op 26 november, bij Dordrecht Zh op 27 november, bij Voorst G ld op 30 november, in de Dordtse Biesbosch Zh vanaf 6 december, bij Rheden Gld op 12 december en in het Verdronken land van Saeftin ge Z vanaf 22 december. Op 13 november werd een late Visarend Pandion haliaetus gezien bij de Knardijk . Een

33 Kleine Burgemeester Larus glaucoides, Weurt, Gelderland, december 1991 (Carl Oerks) andere melding betreft een exemplaar tot 9 december in de Dordtse Biesbosch. In de periode werden c 25 p leisterende Slechtvalken Falco peregrinus gemeld. KRAANVOGELS TOT ALKEN Verbazingwekkend weinig Kraanvogels Grus grus werden opgemerkt in de laatste twee maanden va n dit jaar; 50 exemp laren vlogen op 4 november over Geldrop Nb, 75 exemp laren op 20 november over Sittard L, 20 exemplaren zaten op 24 november bij de Kievitslanden FI en 21 exemp laren v logen op 26 november over Apeldoorn Gld. De twee Amerikaanse Steltkluten Himantopus (himantopus) mexicanus doken weer op i n de omgev i ng van Tiel G Id tussen 6 en 14 december. Van 8 tot 18 december verb leef een Steppekievit Chettusia gregaria tussen Deventer 0 en O lst. Dit is het eerste decembergeval voor Nederland. Rosse Franjepoten Phalaropus fu/icarius werden, al dan niet langsvliegend, gez ien bij Katwijk Zh op 4 november, bij Ijmuiden tussen 6 en 12 november (maximaal drie), bij "Lauwersoog en Scheveningen op 9 november, bij Sch iermonn ikoog en Zoute lande Z op 11 november, bij Bergen aan zee Nh op 15 en 25 november, bij Westkapelle op 15 november en 24 december, bij V li ss in gen op 18 november en bij Den Helder Nh op 28 december. In totaal 24 Middelste Jagers Stercorarius pomarinus werden gemeld, voorname lijk tussen 5 en 9 november. Zwartkopmeeuwen Larus melanocephaluswerden gemeld op Sch iermonnikoog, in het Lauwersmeer Gr, bij Ijmuiden, Scheven in gen, V li ss ingen, Hoevelaken Glden Weurt Gld. Tevens zat bij Weurt van 29 november tot 25 december een Kleine Burgemeester L glaucoides. Grote Burgemeesters L hyperboreus waren er op 1 november bij Camperduin, op 6 november bij Ijmuiden en vanaf 23 december een ander exemplaar alhier, op 26 november bij V li ssingen en vanaf 23 december ook hier één à twee andere exemplaren, op 27 en 28 december op Ame land

31


Recente meldingen

34 Witwangstern Ch /idon ias hybridus, Oostvaardersdijk, Flevoland, december 1991 (Ben van Bokhoven)

35 Witwangstern Ch /idonias hybridus, Oostvaardersdijk, Flevoland, december 1991 (A rno/d Meijer)

36 Kleine Alken Alle alle, Lauwersoog, Groningen, 9 novem ber 1991 (Emo K/under)

32


Recente meldingen

37 Ijsdui ker Cavia immer, Ijmuiden, Noordholl and, maand 199 1 (Henk Harmsen)

38 Kleine A lk A lle alle, Pampu shaven, Fl evo land, december 199 1 (RenĂŠ va n Rossum)

33


Recente meldingen

39 Notekraker Nucifraga caryocatactes, V laardingen, Zuid holland, december 1991 (René Pop)

40 Braamsluiper Sylvia curruca, met kenmerken van 5 c blythi, Hui zen, Noordholland, Nederland, 30 december 1991 (Arnoud B van den Berg) Fr en de gehele periode bij de Brouwersdam. Uniek voor Noordwesteuropa was het verbl ijf van een Witwangstern Chlidonias hybridus bij Lelystad FI vanaf 14 december. Later werd duidelijk dat hettwee exemp laren betrof. Ook aardig buiten de normale tijd waren de waarnemingen van Witvleugelsterns C leucopterus op 6 en 7 november bij de Haven van Oude Zeug Nh en op 20 november langs de Oostvaardersdijk. Van dit la atste exemp laar is bekend dat het zich grotendee ls in zomerk leed bevond. Tot de derde week va n november werden nog zeker 140 Kleine Alken Alle alle gemeld. Vooral de Zuidp ier van Ijmuiden was een goede waarnemingsp laats. In de Pampushaven FI liet een Kleine Alk zich va n 14 november tot ver in december z ien. In die periode werd te Rotterdam Zh een exemp laar aangetroffen onder een geparkeerde auto. In december verb leven naar verlu id voor de kust van Westkapelle nog tientallen Kleine Alken in gezelschap van enkele Papegaaiduikers Fratercula arctica . Andere Papegaaiduikers werden lan gsvliegend gemeld bij Camperduin in november (zes) en december (éé n) en op 6 december bij Scheveningen. Men kan zich afvragen wat een Gierzwaluw Apus apus op 16 december bij Rijswijk Zh te zoeken had. Een wat late Grote Pieper Anthus richardi werd op 16 november gemeld aan de noordkant van de Wieringermeer Nh. Vanaf 10 november tekende het voo r Pestvogels Bombycilla garrulus GIERZWALUWEN TOT GORZEN

34


Recente m eldingen gebru ikelij ke aankomstpatroon zich af. Meer dan 100 exemplaren werden gemeld, waa rvan slechts enke le groepjes voor langere tijd op één plaats verbl even . De grootste groep telde 25 exemp laren en ve rbl eef in Den Burg op Texel. Waterspreeuwen Cinc/us cinc/us zate n op 29 oktober bij Hindeloope n, vanaf 10 november in de AW-d uinen Nh, waa r op 24 november twee exemplaren werden gezien, en op 21 december bij Orvelte D. Een Beflijster Turdus torq uatus werd op 12 december gez ien in Middelburg Z. Een Braamsluiper Sylvia curruca, vermoedelijk va n de ondersoort S c b lythi, zat vanaf 27 december op een voe rtafel in Huizen N h. Op 25 november werd een Pallas' Boszanger Phyl/oscopus proregu/us gevangen en gerin gd langs de Oostvaardersdi j k. Een andere Pallas' Boszanger verb leef van 7 tot 9 december b ij V laardingen Zh. De laatste Bladkoning P inornatus van dit jaar werd op 1 en 2 november in Oss Nb gez ien. Een Humes Bladkoning P humei werd op 27 december waarge nomen op Schiermonnikoog. Op versc hillende plaatsen in Nederl and werden in november en december nog Tjiftjaffen P col/ybita gez ien. Een gedeelte va n deze gevallen betreft mogelijk de oostelijke ondersoort P c

tristis. Na de vangst van een Taigaboomkruiper Certhia fam iliaris b ij het Wilgenbos in de omgeving van De Blocq van Kuffeler FI waren er versche idene waa rnemers die daar één of meerdere exemplaren van deze soort hebben gez ien. Op Schiermonnikoog werd een exemp laar gemeld op 27 decem ber. Op 24 november vloog een Buidelrnees Remiz pendulinus over Camperduin. Na de in het vo ri ge nummer gemelde influ x van Notekrakers Nucifraga caryocatactes we rden nog enkele exemplaren opgemerkt. Op 6 november zat er een in de Loenermark G ld, op 15 november waren er drie in Den Helder, vanaf 17 november verb leef er één tot in het nieuwe jaar bij V laard ingen, op 8 december zaten er hi er twee, eveneens op 8 december we rd er een ontdekt bij Stellendam en ook in Lelystad werd va naf 24 december soms een Notekraker gez ien. Net als vo ri ge w inter verbleven er enkele Europese Kanaries Serinus serinus in Enschede O. D ri e Grote Kruisbekken Loxia pytyopsittacus werden op 10 novem ber gemeld van de Loene rm ark. Bij V li ss in gen v logen op 16 november twee Grauwe Gorzen Miliaria ca landra.

Eugène van der Burg, Vliestroom 147,240 1 VD Alphen aan den Rijn, Ruud M van Dongen, Albertusstraat 4, 526 1 AD Vught, Hans Cebuis, Boogschutter 30, 3328 KB Dordrecht, Peter W W de Rouw, Warande 23, 3705 ZB Zeist,

Nederland Nederland Nederland Nederland

DB Actueel Jaaroverzicht van 1991 Het afgelopen jaar vormde, na het topjaar 1989 (met voo r vee l voge laars uit de top 25 een score van 10 nieuwe soorten) en het 'jaar van de inhaa lsoorten' 1990, een rustig jaar met, gedu rende een korte periode, een ongekend heftige op levi ng. Gedurende het jaar werden c 320 voge lsoorten in Nederland vastgeste ld ; een goede score hoewe l minder dan in 1990 . Het exacte aantal soorten kan pas worden bepaald na behande ling van een aanta l geval len door de CDNA. Va n het begin van het jaar tot ver in de nazomer was er we ini g reden tot opwindin g. Hoogtepunten vormden twee Amerikaanse Sm ienten Anas americana, één in jan uari en één in maart, twee Koningseiders Somateria spectabilis (zesde geval voor Nederland) in januari en februari bi j Harlingen Fr en later in februari één (van de twee?) b ij Hoek van Ho ll and Zh en, zeer ui tzonde rli jk voo r de tijd va n het jaar, twee Sibe ri sc he Boomp iepers Anthus hodgsoni die bij Noordwij k Zh probeerden de vri eskou te trotseren (v ij fde geval). In de ee rste week van april sloot de Rotskruiper Tichodroma muraria z ijn verb lij f in Nederland af, naar het zic h nu laat aanzien definitief, met een fraai verb lij f op de Augusti nusparoch iekerk in Amsterdam-Bu itenve ldert N h. In april en me i werden nog steeds af en toe Grote Kruisbekken Loxia pytyopsittacus gemeld, met name in het binnen land, en de laatste twee Witbandkruisbekken

IOu/eh 8irding 14: 35-36, februari 19921

L leucoptera van de in vasie va n 1990-9 1 ve rbl even eind april en ige tijd bij Beekbergen G ld . Ve rvo lgens bracht mei een adu lte Ju fferkraanvoge l Anthropoides virgo, gedurende enkele dagen overn achtend op de Strabrec htse Heide Nb. Een Ringsnaveleend Aythya col/aris verbleef in verboden gebied bij Utrecht en het eind van de maand be leefde een hoogtepunt met het dagenlange verb lijf van negen Bijeneters Merops apiaster bi j Kreil eroord N h. Een Orpheusspotvogel Hippolais polyglotta werd voora l gehoo rd en een beetje gez ien op Sch iermonnikoog Fren twee versc hill ende Roodkopklauwieren Lanius senator werden begin ju ni en begin ju li op Rottumeroog Gr gezien. De beste soorten van het voorjaar gingen helaas aan bijna ons aller neuzen voo rbij . Ze wa ren ofwe l dood (de Kuifkoekoek C1amator glandarius va n Lelystad FI , begin april , 11 e geva l), ofwel te sne l weg (de Citroenkwikstaart Motacil/a citreola va n Breskens Z, eind april , tweede geval), ofwe l letterlijk onbe reikbaar zoa ls de Klein e Zwa rtkop Sylvia melanocepha la die op 21 april op Rottumeroog we rd gevangen (derde geva l) en het vrouwtje Blonde (of toch Bonte?) Tapuit Oenanthe hispanica/ pleschanka op hetzelfde eil and op 6 juni . De zomer gin g rust ig voorb ij , met als meest opzienba ren de waa rn em in gen een Kleine Klapekster Lanius minor (één va n de we ini ge inh aa lsoorten va n 199 1) in

35


08 Actueel Flevoland en een influ x van Kleine Zilverreigers Egretta garzetta, met onder andere een groep van maximaal vijf exemplaren langs de Oostvaardersd ijk, vaak samen met enkele Grote Zilverreigers E a/ba . De eerste dag van september bracht een tweede melding van een Citroenkwikstaart, ditmaal van een jonge voge l op Texel Nh en wederom één die snel verdween. Om de frustratie te verhogen werd enkele dagen later een langsvl iegende Steppekiekend ief Circus macrourus gefotografeerd bij Vlissingen Z. Met de angst i n de benen dat ook dit jaar wee r n iet zou brengen wat we al lemaa l zo graag zouden w illen, werd de rest van het najaar afgewacht. De angst bleek ongegrond. De periode van half september tot begin oktober maakte voor 'twitchend' Nederland in één klap een heel jaar goed en leverde voor bijna alle voge laars v ier nieuwe soorten op. Binnen 15 dagen werden drie nieuwe soorten voor Nederland vastgesteld. De eerste zet werd gedaan door Jaco Wal hout, de laatste jaren de beste dwaalgasten-speurder van Nederland, die op 13 september een Kleine Goudplevier P/uvia/is fu /va (c 11 e geva l maar de eerste 'twitchbare') ontdekte nabij Middelburg Z. Een langverwachte soort die, met name in adult zomerk leed, zeer lastig te determineren bleek. De slagpennen leken lang en ver uit te steken (of kwam dit door het ontbreken van een tertial?) en de lichte flankstreep onbrak vrijwel vo ll ed ig waardoor de voge l vee l weg had van een Amerikaanse Goudplevier P dominica. De lange poten (in de vlucht duidelijk voorbij de staart stekend), de hoeveelheid gele tekening op de bovendelen en het geluid zouden echter toch de doorslag moeten geven ten gunste van P fu /va. Een week later sloeg Klaas Eigenhuis toe. De ultieme beloning voor zijn doortastend ve ldwerk was de vondst van een juveniele Grote Kanoet Ca/idris tenuirostris langs de Oostvaardersd ijk FI, nieuw voor Nederland en de zesde (aanvaarde) waarneming in de WP: een onvervalste 'droomsoort' . Omdat de voge l gedurende een week langs de Oostvaardersdijk moeilijk en slechts van grote afstand was te z ien, was het prettig dat Hans van der Meulen de vogel op 29 september herontdekte, nu bij Camperduin Nh. Met name de fotografen waren in hun nopjes met deze onge lofelijke herkansing die tot 6 oktober duurde. Ondertussen was nog een tweede Kleine Goudp levier opgedoken, ditmaal op Texel en nu een klassiek exemplaar dat geen aanleiding gaf tot eindeloze discussies. Op 28 en 30 september bereikte 1991 zijn hoogtepunt in de vorm van een, vr ij we l zeker van de Shetlands overgev logen, Canadese Kraanvogel Crus canadensis nabij Paesens Fr. Na de ontdekking door Fred Douma bleef deze meest onverwachte toevoeging aan de Nederlandse I ijst van de afgelopen jaren gelu kkig nog net lang genoeg om door de meeste alerte twitchers gez ien te kunnen worden. Daarna vo lgde op 5 oktober de vangst van een juveniele Siberische Snor Locustella

36

certhio/a bij Castricum Nh, alweer een nieuwe soort voor Nederland (met op dezelfde dag een twitchbare Kleine Sprinkhaanzanger L /anceo/ata in België!). De voge l verdween helaas direct na het los laten . Om verantwoord 'af te trainen ' werd de periode afgesloten met een Kleine Geelpootruiter Tringa f/avipes (tweede geval), ontdekt bij de Flaauwersinlaag door Aad en Vincent van der Spek. De vogel verbleef hier van 7-1 1 oktober, v lakbij de plek waar 12 jaar eerder door Henk Harmsen het eerste geva l van Nederland werd vastgesteld. Alsof dit al lemaal niet genoeg was, leverde september ook nog één of twee vangsten op van een Roodoogvireo Vireo o/ivaceus (derde geval) op Vl ieland Fr en een vangst van een Noordse Boszanger Phylloscopus borealis (zesde geval) in de Kennemerduinen Nh. Begin oktober bracht nog twee vangsten van deze soort, en wel op Ame land Fr en Terschelling Fr, en twee niet-twitchbare Raddes Boszangers P schwarzi (zesde en zevende geval): een veldwaarneming van enkele uren op Terschelling en een vangst bij Meijendel Zh. Een Bergfluiter P bonelli werd in september gevangen op Kornwerderzand Fr en bleef, naar later bleek, tot ver in oktober st illetjes ter plekke. De Texelweek, dit jaar als Euro Bird Week extra veelbe lovend door de aanwezigheid van veel buitenlandse vogelaars, leverde helaas geen absolute toppers op maar we l een bonte mengeling van aardige ze ldzaamheden. Een relatief vroege Humes Bladkoning P humei (negende geva l), twee Aziatische Roodborsttapuiten Saxico/a torquata maura (voor veel aanwez igen een nieuwe ondersoort), de derde Amerikaanse Smient van het jaar, een fraaie Roodkeelpieper A cervinus (aa n de grond!) en een Notekraker Nucifraga caryocatactes, één van de we ini ge pleisterende vogels tijdens de kleine invasie van dit najaar, vo rmden de hoogtepunten. De twee laatste maanden van 1991 leverden nog een kleine influx van Witkopeenden Oxyura /eucocepha/a op met minimaal twee meldingen en tegelijkertijd een exemplaar in België (waa r komen ze toch vandaan?), een december-waarneming van een Pallas' Boszanger P proregu/us bij Vlaard ingen Zh en een voor Westeuropa unieke winterwaarneming van eerst één en rond Kerstmis ze lfs twee langdurig verb lij vende Witwangsterns Ch/idonias hybridus te Lelystadhaven. Als afsluiting fungeerde een Steppekievit Chettusia gregaria b ij Devente. Naast al deze mooie soorten viel 1991 op door waarnemingen van drie soorten die nooit eerder in Nederland waren vastgeste ld maar die vanwege het grote ontsnappingsrisico veel moeite zu llen hebben om zich een plaats te veroveren op de Nederland se lijst: een Pallas' Roodmus Carpodacus roseus te Lauwersoog Gr eind april/begi n mei, een Grijsruglij ster Turdus hortu/orum in Hoofddorp Nh (v lakbij Schiphol!) half mei en een Langstaartroodmus Uragus sibiricus, eind oktober gevangen in de AWduinen Nh.


Aankondigingen & verzoeken Birds of Balearic Islands For a futu re p ubli cation on th e status of the b irds of Majorca and the other Balearic Island s (M enorca, Ibiza and Form entera), we wo uld like to receive any un publi shed inform ati on on the birds of th e archipelago from th e last 40 yea rs, includin g perso nal tri p reports and tour compa ny reports . A ll uses made of th e data w ill be full y acknowledged . Pl ease send yo ur in fo rm ati on to : Jon King and Graham Hea rI , Edwa rd G rey Inst itute of Fi eld O rnitho logy, Department of Zoology, South Parks Road, Oxfo rd OX l 3PS, UK.

Themanummer 'De Groene Hollander' over begrazing in Noordholland Het dubbele oktobe r 199 1-nummer va n ' De Groene Holl ander', het kwa rtaa lbl ad va n de Sti chting V rij w ill ig Natuur- en Land sc hapsbeheer Noo rdHo ll and VN LB, is in zijn geheel gewijd aan extensieve begraz in g doo r grotere zoogdieren als beheersmaatregel in versc hillende (natuur)terre inen in Noordh oll and. Naast een aantal artikelen ove r spec ifieke terreinen in de prov incie is er een inleidend verh aa l ove r de noodza kelijke voo rbereidin gen alvorens tot begraz ing ove r te gaa n. Een pl eid oo i wo rdt gehouden voo r onze eigen, inheemse, vaa k ze ldza me vee rassen. Het nummer wo rdt gecom pleteerd met een zo vo ll ed ig moge lijk overz icht, met kaa rt, va n gebi eden in Noordho ll and waa r begraz ing in het beheer wo rdt toegepast. Het th emanummer is te bestell en doo r overmakin g va n N LG 4.00 op gironummer 2635373 tn v Sti c hting VN LB, Postbu s 6090, 2001 H aarl em, Nederl and, o nder ve rmelding van De Groe ne H oll ander no 17/ 18.

Kleine Zwanen met afwijkende pootkleur Tijdens het aflezen va n rin gen bij Kl eine Zwa nen Cygnus colu m bianus let ik oo k op de pootkleur va n deze voge ls. Zoa ls in veld gid se n ve rmeld, gaat de zwa rte pootk leur niet alti jd op. Zo ontdekte ik op 30 december 1990 op het Leeuw terve ld bij Blo kzijl , Overij sse l, in een groep va n SO exempl aren een adulte Kl eine Zwaa n met oranjegele poten, ongeveer als bij een adulte Kol gans Anser albifro ns va n de ondersoort A a alb ifrons maa r iets geler. Bij dit exempl aa r was de binnenz ijde va n de snavel roodachtig en de snij randen tot aan het neusgat roze rood. Bij de andere 'norm aa l' gekl eurde exempl aren was dit v leeskl euri g. O p 9 november 1991 zag ik bij Wi erum , Groningen, een adulte Kl eine Zwaa n met v leeskl euri ge poten, ongeveer als bij een adulte Zil verm eeuw Larus argenta tus. Dit exempl aa r was verder geheel norma al gekl eurd. Hierb ij w il ik waa rn emers van Kl eine Zwa nen met kl eurafw ijkin gen ve rzoeken hun waa rneming op te sturen naa r: Thijm en de G root, Feestl àn 66, 8408 JJ Lippenhuizen, Ned erl and .

MEDMARAVIS conference on Chios in September 1992 Th e M edi te rranean M arine Bird Assoc iation MEDMARAVIS aims at th e stu dy and con servation of the M editerranea n marine avifaun a and other w ildlife. From 15 to 20 September 1992, the next MEDM ARAV IS co nference w ill be held at Chi os, G reece. Thi s Pan-Mediterranean sy mpos ium is orga ni zed in close co ll aborati on w ith several other ecological and co nse rvation soc ieti es in the M editerranea n. Th e general theme ofth e co nference w ill be th e 'M anagement of island and coastal ecosystems in the M editerranean' . 34 key speakers from 17 different co untries already agreed to parti c ipate. There w ill be eight sess io ns con cernin g the foll owing subjects: 1 Importance of existing coasta l parks and reserves; 2 Know n popul ation s and di stribu tion of marin ewildlife; 3 M anagement of infralittoral ecosystems; 4 M anagement of beach and dune ecosystems; 5 Management of coastal wetl ands; 6 Ecol og ica l monitorin g of small island s; 7 Pl ans and polic ies for maj or M editerra nean ecosyste ms; and 8 Projects for sustainab le development. A boat exc urs ion w ill take place on Sund ay 20 September 1992 expl o rin g w ildlife on minor islands northeast of Chi os. Situated so uth of the Dardanell es and Ces me botl eneck fl ypath s of milli ons of mi gratory birds, Chios offers excellent opportuniti es for ornith o log ica l fi eld wo rk during autumn. For further info rm ation and co nference registrati on, pl ease write to: Xave r M onbailliu, MEDMARAVIS, BP 2, 83 470 Saint M ax imin, Fra nce.

Ornithologischer Jahresbericht Helgoland 1, 1991 De 'Ornith ologisc he A rbe itsgemein sc haft Helgol and' is een nieuwe, in het voo rj aar va n 199 1 opgeri chte vereni ging die zich tot doe l stelt het observe ren va n voge ls op Helgoland, Sl eeswijk-H o lstein, BRD, en het publi ce ren va n een ornitho log isc h jaa rve rslag over dit kl eine maa r zeer interessa nte eil and in de Duitse Boc ht. Inmiddels is het eerste j aarve rslag, het 'Ornith olog isc her Jahres beri cht Helgol an d, Band 1', ove r 1990, gepubli ceerd. Naast een beknopt maandoverzicht bevat d it 64 pagi na' s tellende verslag een vo ll edi ge systemati sc he lij st va n alle in 199 0 vastgestelde voge lsoorten. Het geheel is geïllustree rd met zwart-w it foto's van de meest in het oog lopende soorten. Leden va n de OAG Helgo land ontva ngen dit jaarverslag grati s. Het lidm aatschap kost DEM 15.00 per jaa r. Geïnteresseerden kunnen z ich opgeven bij: O AG Helgo land, W SA-Tonn enh of, 2192 Helgo land, BRD.

v


British Birds

DIE VOGELWELT Ornithological Scientific Journal Papers on population ecology, dispersion, biology of reproduction and feeding, faunistics , distribution, ringing and other items of field ornithology, bird preservation ; also observation reports, ecological news, bookreviews, photos.

Highly qualified and recognized experts in their field make up our editorial board. German language articles summarized in English. Indispensable for serious researchers and ecologists. Six issues p. a. Subser. DM 45,plus postage. Students entitled to 20 % rebate on proof of college enrolment.

The independent monthly magazine that's always worth reading ...

Enquiries to: Duncker & Humblot, Publishers PostBox 410329, D-1000 Berlin 41

FOT yOUT FREE sample copy, write to Mrs Erika Sharrack, Fauntains, Park Lane, Blunham, Bedford MK44 :INf , Englalld

OUTCH BIROING TRAVEL-REPORTS SERVICE

yJ For a free (only p&p costs) ca talogue and other information, please contact:

• When you are planning a birding trip or hol iday abroad, ask for recent reports of fellow birdwatchers • Many items available, in English as weil as in Dutch

DIRK DE MOES POSTBUS 94

• Reasonably priced (non-profit base)

3956 ZS LEERSUM

• All kinds of bird, nature and travel reports urgently required

THE NETHERLANDS

TEL: 03434 - 57501

VI


Boonsong lekagul & Philip D . Round _,, ~bkf32.50

"A Field GlIidè"f(l'\/le Rare Birds of Britain 8< J;u!ope" lan l ew in gton P~t AI'$tr om Peter Co lston

hbkf1 4,,99 ,?,

"Newman!s. .J~frtls of,Southern Africa (Revised) 199NJpdate" #~ Ketlneth N~an

J

pbk i 15,95 hijU I7,95

"The Birds of the UnitĂŠd Ara b Emiratestf

t!

Colin Richarctson

pbk i15,QO Add 10% for postage & packing (m in. 0.00)

Catalogue On Request

DUTCH BIRDINC Tweemaandelijks tijdschrift voor elke fervente vogela ar!

Schrijf voor informatie naar: Dutch 8irding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam

Dansk Ornithologisk Forenings Tidsskrift (Journalof the Danish Ornithological Society)

D O FT is th e onl y sc ientifi c ornithological jo urn al in Denm ark, W e publi sc h pape rs on ornithol og ica l resea rch espec iall y in Denmark and Greenl and, At least tw o iss ues of at least 80 papers eac h are publi shed annuall y. Several papers are in Engli sh, and all papers inc/ude En gli sh summ ari es, furore (o utside Sca ndinavia), surface mail

D.kr. 80.00 (approx, ES) Overseas air mail

D.kr. 100.00 (approx. $ 10) Payment should be made o n giro acco unt na 7 00 0839 to D ansk Ornith o log isk Forening, Vesterbrogade 140, DK-1 620 Copenh agen V, Denm ark ,

VII


St. Anns Books Rectory House, 26 Priory Road, Great Malvern, Worcestershire, WR14 3DR. England Telephone: +44684562818 Fax: +44 684 566491 - - - - - - - 9- - - - - - -

We are international mail-order specialists dealing Exclusively in Bird Books. - - - - - - - 9- - - - - - -

We have approximatily 800 New titles always in stock, plus an ever-changing stock of up to 2000 Secondhand titles, for the Ornithologist and Collector. -------9-------

Efficient, Friendly Service • Prompt Despatch • Expert Packing - - - - - - - 9- - - - - - -

Catalogues are regularly issued, and are Free on request. - - - - - - - 9- - - - - - -

We are fully Computorised and would be pleased to record your 11 Wants List 11. We would then quote you (without obligation) when cpoies become available.

WESTERN BIRDS

f

A quarterly journalof field ornlthology for actlve birders and professional ornlthologlsts

NOS OISEAUX The Swiss ornithological journal appears four times a yeac (c 250 pages) and publishes articles and reports in French, with abstracts in German and English, covering the Central European avifauna; particulac emphasis is placed on original contcibutions.

• Bird identification artic/es written by experts and

rigorously reviewed byeditorial board • Generously iIIustrated by leading amateur and pro·

fessiona l artists and photographers • Articles and photographs docu menting ra rities and range extensions

• Studies of bird distributio n, abundance , behavior ,

migration and ecology WES TERN BIROS also anno unces:

The annual subscription is SFR 33.

• WFO sponsored pelagic trips • Annual conventions including field trips and bird identification presentations

A free sample copy can be obtained from the following address: Administration

To become a WFO member and receive WESTERN BIROS send $ 14.00 ($ 17. 00 outside U.S.) an nual dues payable to Western Field Ornithologists·D, c/ o Howard Cogswell , 1548 East Ave., Hayward , CA 94541 , U.S .A.

VIII

Nos Oiseaux Case Postale 54 1197 Prangins Switzerland


YoutCh

Birding

Address Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Netherlands Editorial secretariat Arnoud van den Berg (+31-23378024) and Gerald Oreel (+31-206730710, fax +31-205803266) Editors Arnoud van den Berg, Tom van der Have, Graham Holloway, André van Loon, Gerald Oreel, Frank Rozendaal and Hans Schekkerman Photographic editor René Pop, Floris Burgwal 54, 2907 PH Capelle aan den Ijssel, Netherlands (+31-104508879) ConsuIting editors Christine Barthel, Peter Barthel, Enno Ebels, Klaas Eigenhuis, Dick Forsman, Ted Hoogendoorn, Killian Mullarney and Hadoram Shirihai Editorial assistants Ruud van Dongen, Gerald Driessens, Hans Gebuis, Hans van der Meulen and Peter de Rouw Production and lay-out André van Loon (+31-206997585) and René van Rossum Advertising Peter Meijer (+313480-31905) Subscriptions 1992: NLG 52.50 (Netherlands) or BEF 1050 (Belgium) annually; NLG 60.00 (other countries inside Europe) and NLG 65.00 (countries outside Europe). Giro account (Netherlands) 41 48 343; giro account (Belgium) 000 1592468 19; bank account 54 93 32 065 of Algemene Bank Nederland (Amsterdam). Accounts are in name of Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Netherlands. Payment mayalso be made by credit card (Access, Eurocard, MasterCard or Visa). Please indicate account number and expiry date and append signature. Note: This method of payment is not applicable to subscribers resident in the Netherlands and Belgium. For subscriptions, information and changes of address, please write to: Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Netherlands. Dutch Birding is a bimonthly journal with issues in February, April, June, August, October and December. It publishes articles and notes on morphology, systematics, occurrence and distribution of birds in the Benelux, Europe and elsewhere in the Palearctic region. It also publishes contributions on birds in the Asian-Pacific region. Manuscripts should be typewritten with double line-spacing and wide margins on both sides. Word-processed manuscripts can a/so be submitted, either in Macintosh or MS-DOS format. More information is avai/ab/e from the editorial secretariat. A schedule of payment rates for authors, photographers and artists is avai/ab/e from the editorial secretariat.

Dutch Birding Association Address Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nether/ands

Dutch Birding Association is sponsored by Nuts Ziektekostenverzekering NV

Board Paul KnolIe (president), Enno Ebe/s (secretary), Arnold Veen (treasurer), Arnoud van den Berg, Roy de Haas, Peter Meijer and Gera/d Oreel Board assistants Gera/d Driessens, Ron van den Enden, Leo Heemskerk, Ferry Ossendorp, Wim van der Schot, Kees Tiemstra, Dieuwke van der Veen and Peter van der Wolf Travel-reports service Dirk de Moes, Postbus 94, 3956 ZS Leersum, Netherlands (+31-343457501)

Dutch Rarities CommiUee Address CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Netherlands Members Arnoud van den Berg (chairman), Pieter Bison (secretary +31-206715783), Rolf de By (archivist), Cock Reijnders, Kees Rose/aar, Hans Schekkerman and Gerard Steinhaus © 1992 Stichting Dutch Birding Association. The copyright of the photographs and drawings remains with the photographers and artists. ISSN 0167-2878.

Printed by Albédon/Klop BV, Postbus 3211,2220 CE Katwijk, Netherlands


~utCh

8irding

Jaargang 14 nummer 1 februari 1992 Volume 74 number 7 February 7992

7

Artikelen Grey-headed Gulls in Israel and their identification Hadoram Shirihai Swinhoes Boszanger te Castricum in september 1990 Hans Schekkerman

10 12 14

Mededelingen Moroccan Double-spurred Francolin Nadia de la Perche Ongewoon lichte Sneeuwgors bij Sint Jacobiparochie in november 1989 joop jukema Kleine Goudp lev ier bij Abbega in november 1990 joop jukema & Bram van der Veen

17

Mystery photographs Mystery photograph 44: Dusky Warbier Colin Bradshaw

19

Birds in the CIS Birds of the wetlands Aigirdas j Knystautas

1

Recensies

22

Die Vögel des DÜmmer-Gebietes. Avifauna eines norddeutschen Flachsees und seiner Umgebung door J Ludwig, H Belting, A J Helbig & HA Bruns Paul KnolIe

23 23

Bird population studies. Relevance to conservation and managementby C M Perrins, J-D Lebreton & G J M Hirons (ed itors) Graham j Holloway Bewick's Swans Cygnus co lumbi anus bewickii, an analysis of breeding success and changing resources door E P R Poorter Klaas j Eigenhuis

24

DBA-nieuws Belgian Birding Magazine; Dutch Birdin g-voge lgids over jagers

24

Recent WP reports Recent WP reports: September-December 1991 Arnoud B van den Berg

30

Recente meldingen Recente meldingen: november en december 1991 Eugène van der Burg, Ruud M van Dongen & Peter

WWde Rouw 35

v

DB Actueel Jaaroverzicht van 1991 Aankondigingen & verzoeken Birds of Balearic Islands; Kleine Zwanen met afwijkende pootkleur; Ornitho logischer Jahresbericht Helgoland 1, 1991; Themanummer 'De G roene Hollander' over begrazing in Noordholland; MEDMARAVIS conference on Chios in September 1992

Abstracted/indexed in : Auk, Ecological Abstracts, Emu, GEOBASE (Geo Abstracts Database), Ibis, Wild life Review, 'Zoological Record


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.