Db 15(5)1993

Page 1


Hoofdredacteur Arnoud va n den Berg (023-378024) Adjunct-hoofdredacteuren Enno Ebel s (030-961335) en Gerald Oreel (025 18-70992) Uitvoerend redacteur André va n Loon (020-6997585) Fotografisch redacteur René Pop (01 0-4508879) Redactieraad Marc Argeloo, Ferdy Hieselaar, Graham Holloway, Peter Meininger en Frank Rozendaal Redactie-adviesraad Chri st in e Barthel (D uitsland ), Peter Ba rthel (D uitsland ), Gerald Driessens (Be lgië), Klaas Eigenhuis (Nederl and), Dick Forsman (F inl and), Ted Hoogendoorn (Nederland), Lars Jon sson (Zweden), Killian Mullarney (Ier land ), H ans Schekkerman (Nederl and), Hadoram Shirih ai (Israël) en Peter Symens (Saudiarabië)

Redactie: Dutch Birding, Postbus 116/ 2080 AC Santpoort-Zuid, Nederland (fax 023-37(749) Fotoredactie: Dutch Birding, pla René POP, Floris Burgwal 54/ 2907 PH Capelle aan den IJssel, Nederland Abonnementenadministratie: Dutch Birding Association, p/a Anja Nusse, Symfoniestraat 21, 1312 ET Almere, Nederland Bestuur: Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna: CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Nederland

Redactiemedewerkers Ruud va n Don ge n, Gerald Driessens, Hans Gebui s, Hans va n der Meulen en Peter de Rouw productie en lay-out André van Loon en René van Rossum Advertenties Peter Meijer (03480-3 1905, fax 03480-20394) Abonnementen 1993: N LG 52.50 (Nederland) of BEF 1000 (België); NLG 60.00 (overige landen binnen Europa) en NLG 65.00 (landen buiten Europa). G irorekening (Nederland) 01 50697; girorekening (Be lgië) 000 1592468 19; bankrekening 54 93 30 348 van ABN' AM RO (B ilthoven). All e rekeningen zijn ten name va n de Dutch Birding Associa tion. Dutch Birding is een tweemaandelijks tijd sc hri ft met nummers in februari, april , juni , augustus, oktober en december. H et publiceert originele artikelen en mededelingen over morfologie, systematiek, voorkomen en verspreid ing va n vogels in de Benelux, Europa en elders in het Palearctische gebied. Het publiceert tevens bijdragen over vogels in het Az iatisch-Pac ifi sche gebied. De Nederlandse, Engelse en wetenschappelijke vogeln amen vo lgen: de Lijst van Nederlandse vogelsoorten 1993 door A B van den Berg (1993, Santpoort-Zuid); The 'British Birds' list of English names of Western Palearctic birds door British Birds (1993, Blunham); de door C S Roselaar samengestelde lij st in de Geïllustreerde encyclopedie van de vogels door C M Perrins (1991, Weert); en Distribution and taxonomy of birds of the world door C G Sibl ey & B L Moroe Jr (1990, New Haven). Manuscri pten behoren te worden uitgevoerd in machineschrift met een dubbele regelafstand en een ruime marge aan beide zijden. Manuscripten kunnen ook op diskette worden inge leverd (in Macintosh of in MS-DOS format). Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de redactie. Een lijst met tarieven voor de betaling va n auteurs, fotografen en tekenaars is verkrijgbaar bij de redactie.

~

_D_u_t_c_h_B_ir_d_i_n=g_A_s_s_o_c_i_a_ti_o_n__________ NU~,~~~9~ Bestuur Gijsbert va n der Bent (voorz itter, 01718-13606), Chris Quispel (secreta ri s, 071-124825), Arno ld Veen (penningmeester), Arnoud va n den Berg, Roy de Haas en Peter Meijer

Nuts-Aegon Ziektekosten NV is hoofdsponsor

van de Dutch Birding Association

Bestuursmedewerkers Theo Adm iraa l, Gerald Driessens, Ron va n den Enden, H ans Gebuis, Paul Knolie, Ger Meesters, Anj a Nusse, Gerald Oreel, Ferry Ossendorp, Wim van der Schot en Kees Tiemstra Travel-reports service Dirk de Moes, Postbu s 94, 3956 ZS Leersum , Nederland (03434-5750 1) Telefoonlijnen Nederland: 06-320 32 1 28 (vogellijn 50 cpm); 078-180935 (inspreek lijn) Belgie: 03-4880194 (vogel- e n inspreek lijn)

Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna Leden Edward van ijzen doorn (voorzitter, 023-391446), Karel Mauer, Cock Reijnders, Kees Roselaar, Jell e Scharringa, Han s Schekkerman, Gerard Steinh aus en Wim Wiegant (a rchi varis) Een commiss ie va n de Dutch Birding Association en de Nederl andse Orn ithol og isc he Unie

© 1993 Sti chtin g Dutch Birding Association. Het copyright va n de foto's en tekeningen blijft bij de fotografen en tekenaars. ISSN 0 167-2878. Drukkerij A lbédon/K lop BV, Postbus 3211,2220 CE Katwijk, Nederland


U TWIJFELT OF U DIE OPERATIE WEL ECHT MOET ONDERGAAN.

GELUKKIG IS ER EEN SPECIALIST DIE VOOR 100% ACHTER EEN SECOND OPINION STAAT. Vraag uw assurantie-adviseur naar de Zeker Beter Polis.

~

NUTS-AEGON ~ ZIE

K T E K 0 S TEN

N. V.

I'

Stadhoudersplantsoen 214, 2517 SK Den Haag. Telefoon 070 - 3100 614. I I

NUTS-AEGON HOOFDSPONSOR DUTCH BIRDING ASSOCIATION


NLG

BAUSCH & LOMB ELITE LEVENSLANGE GARANTIE 10 x 42 (rubber) lederen etui 8 x 42 (rubber) lederen etu i

BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE

lEICA 30 JAAR GARANTIE 10 x 42 BGA (rub ber) + specia le tas

BEL VOOR PRIJSOPGAVE

ZEISS WEST 30 JAAR GARANTIE 10 7 8 15 10 8

BGAT (rubber) + spec iale tas BGAT (rubber) BGAT (rubber) BGAT (rubber) kompl eet x 25 B + speciale tas x 20 B

x 40 x 42 x 56 x 60

BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE

OPTOL YTH 30 JAAR GARANTIE 845 950 970 745

Alpin 10 x 40 (rubber) + speciale etui Alpin 10 x 50 (rubber) + etui Alpin 12 x 50 (rubber) + etu i Alpin 8 x 40 (rubber) + spec iale tas Touring 10 x 40 BGA (rubber) + speciale tas Touring 7 x 42 BGA (rubber) + speciale tas Royal 9 x 63 (rubber) Telescoop TBS 80 (groen rubber) body 20 x WA lens 30 x WA lens 22 x 60 zoom Telescoop TBS 80 (groen rubber) flu orite

BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE

1495 1626 425 485

577 BEL VOOR PRIJSOPGAVE

OPTICRON 5 JAAR GARANTIE OAPANS) 10 10 8 10 10

355 365 595 595 625 1045

x 40 lWCF (rubber) WA x 50 lWCF (rubber) WA

x 42 lCF Dioptron WA x 42 lCF Dioptron WA x 50 lCF Dioptron WA Telescoop (45째, 60 mm) + 20-60 x zoom lens

JAPANSE / RUSSISCHE VERREKIJKERS 110 625 335 315

8 x 30 Tento USSR + etu i 20 x 70 lCF + etui 7-15 x 35 lCF + kompas 8 x 21 mini (rubber) + kompas

STATIEVEN Slik SL 67 505 QF (3800 gram) Slik SEC 16 (met pistoolgreep, 2800 gram)

495 538 415 1 35

Autoraamstatief Prijzen miv. BTW en porto

Wijz igingen voorbehouden

INFORMATIE: ROY DE HAAS

~

036 - 5362819

Bovenstaande artikelen kunnen besteld worden door het vereiste bedrag over te maken op giro 4148343 tnv Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland, ovv het/de gewenste artikel(en). De bestelling wordt binnen drie weken goed verpakt per post thuisbezorgd.

II


"AUDUBON SOCIETY" de int. Ornithologen vereniging heeft Swift toestemming gegeven de naam "Audubon" te gebruiken , mits deze kijkers voldoen aan de specificaties voor een ideale natuurkijker. Verkrijgbaar in respectievelijk 8,5 x 44 BWCF, 7 x 35 DCF (waterproo~ en 10 x 50 BWCF.

architectura+natura international booksellers Leliegracht 44 - 1015 DH Amsterdam-C Telefoon 020-6 23 61 86 Holland • Ecologische atlas van de Nederlandse roofvogels Rob G Bij/sma (voorlopig)

f 85.00

• Vogels in het hart van Gelderland Rob Lensink

f 59.50

• Shorebirds of the Pacific Northwest Dennis Paulson

f 93.30

• Las Aves de Tikal Frank B Smithe

f 45.00

• Birds of prey (Hamly bird behaviour guides) Nicolas Hammond & Bruce Pearson f 53.80 • Nesting birds of the coastal islands John C Dyas

f 65.60

• A world checklist of birds Burt L Monroe Jr & Charles GSibley f 110.00 • Eric Hosking 's classic birds - Sixty years of bird photography Text by Jimm Flegg & David Hosking f 61.00

in- en verkoop boeken technolyt

Gespecialiseerd in natuurboeken

Industrieweg 35 1521 NE Wormerveer Tel. 075-282204/285767 Fax 075-213663

Onze nieuwe vogelcatalogus is uit

Schoolstraat 31 2202 HD Noordwijk 01719 - 19498

Tweemaandelijks tijdschrift voor elke fervente vogelaa r

Schrijf voor informatie naar: Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam

III


e

; ~

I

'.

.

~ Ori~"tal

THE AMERICAN BIRDING ASSOCIATION

--~"""'"

invites readers ofDutch Birding into our membership. If you j oin the only No rth American association of andfor birders, you wil! receive Birding, our bi-monthly magazine which gives active fie ld birders the expertise they seek, and Winging It , a lively monthly newsletter with the latest happenings and rarities. Many ABA birdwatchers are available to advise or guide visitors to their local areas. These members are listed in our Membership Directory.

Bird Club The Club's reg ion of interest embraces the entire Indian Subcontinent, South East Asia, the Philippines, Taiwan and much of Indonesia and China.

It is open to all ornithologists throughout the world who share an interest in the region 's birds and their conservation. Members receive two Bulletins and a journal 'Forktail' annually, keeping them in touch with the latest developments in Oriental orn ithology.

Annual Dues: US$ 37.00 Visa and MasterCard Accepted

For sample copies, send US$3.50 la :

American Birding Association PO Box 6599 Colorado Springs, CO 80934 USA

f-----

JOIN TODAY

-----1

Membership casts 5::1 2 per ann um. For further details or to ioin (enclose your fee), write to ORIENTAL BIRD CLUB, c/o THE LODGE, SANDY, BEDFORDSHIRE SG19 2DL.

VOGELS HEBBEtt VEREtt, VOGELAARS HEBBEtt BEVER ZWERFSPORT Met de komplete uitrustingen van Bever kunt u overal warm en droog van de natuur genieten. • Enorme keus uit Gore-tex-, MPC-kleding, sterk sportief, ademend en toch waterdicht, 2/3 jaar garantie. • Rugzakken, dagtourrugzakjes, meer dan 150 verschillende modellen. • Onderkleding, vochtregulerend, houdt uw lichaam gegarandeerd vrtl van transpiratie. • Wandelschoenen, laarzen, kaartentassen, verrektlkers en een grote kollektie fotolenzen- en cameratassen. En nog lOOD-den andere interessante artikelen.

Breng eens een bezoek aan Bever of vraag de 84 pag dikke katalogus aan:

070-3883700 Den Haag 2521 AB Calandpleln 4 / Rotterdam 3031 AA A de Ruyterweg 33-35/ Utrecht 3521 GR Balllelaan 12/ Arnhem 6811 LS Utrechtsestraat 5 / Haarlem 2013 DC Zlllweg 63 / Breda 4818 SG Wllhelmlnastraat 22 / Apeldoorn 7311 LA Bnnklaan 45 / Hilversum 1211 KL Havenstraat 16/ Bever Boek en Kaart 2521 AB Calandpleln 4 / Erdman Schmldt 7903 BD Weberstraat 7 Hoogeveen

IV


Breeding Black-winged Stilts in the Netherlands in 1989-93, including one paired with Black-necked Stilt Peter L Meininger

I

n Europe, Black-winged Stilts Himantopus himantopus himantopus mainly breed in countries bordering the Mediterranean Sea and the Black Sea. In years when the southern European breeding areas are dry in spring, considerable numbers of Black-winged Stilts may move to more northern parts of Europe. During such invasions in north-western Europe, most breeding attempts have been noted in Belgium and the Netherlands (Glutz von Blotzheim et al 1977, Cramp & Simmons 1983). In the Netherlands, during 1931-92, breeding attempts were noted in at least 35 years (figure 1). Largest numbers were in 1935 (at least 33), 1958 (at least 26), 1965 (at least 40) and 1989 (at least 22) (Meininger & Schekkerman 1990). This paper summarizes the situation in 198990, previously detailed by Meininger & Schekkerman (1990) and Meininger (1991), and describes the breeding attempts in 1991-93. It also describes the breeding of a mixed pair of Black-winged and Black-necked Stilts H h mexicanus (the latter bird considered originating from captivity). Results In 1989-93, Black-winged Stilts have bred in the Netherlands annually, with totals of 22, 11, four, 14 and five breeding attempts, respectively (tabie

1 ). In 1989, 10 nests were found in the Oostvaardersplassen, Flevoland, but all were trampled by cattle. In the south-western Netherlands, 12 breeding pairs were present. Breeding success was low due to the drying-up of pools or flooding of nests. Seven young fledged: one at Slikken van de Heen, Zeeland, three in the Zoom meer area at Pri nsesseplaat and Molenplaat, Noordbrabant, and three near Sas van Gent, Zeeland. In 1990, 11 pairs attempted breeding of which several were successful: two young fledged near Blekslagebrug, Groningen, and at least seven at Molenplaat. [Ou/ eh Birding 15 : 193路1 97, o ktober 19931

Molenplaat was the only area where breeding was noted in the cold and wet spring of 1991 when four nests were found . Two pairs produced one and two fledglings, respectively. With a mean of 0.75 fledged young per pair, the Blackwinged Stilts were more successful than the 31 local breeding pairs of Avoeet Recurvirostra avosetta which completely failed to raise young. In the warm spring of 1992, Black-winged Stilts turned up in many parts of the Netherlands. The only areas where definite breeding was noted was again at Molenplaat and nearby Markiezaat. In May-June, two pairs alarm-calling and showing distraction display were observed for 4 weeks at Markiezaat. No chicks were observed and both breeding attempts are believed to have been unsuccessful (Hidde Bult and Ray Teixeira pers comm). From late April, up to 24 birds were regularly present in the Zoom meer area. Among these were two Black-necked Stilts which could be readily identified by their remarkable pattern on head and neck (black crown, nape, lower earcoverts and hindneck, white 'post-ocular spot' around the eye), relatively short legs and broad wings (cf Hayman et al 1986). Later in the season, they were easily recognized because they were the only birds actively moulting their primaries. Primary moult was first noted on 25 May, c 1 month earl ier than in birds of the subspecies H h himantopus. 12 Black-winged Stilt nests were found at Molenplaat. One female laid three eggs in a nearby nest already containing four eggs, after the single egg in her own nest had been predated. The nest with seven eggs was attended by two females and a male; at least one chick hatched. A female Black-necked Stilt (sexed by the presence of blackish-brown mantle-feathers) was paired with a male Black-winged Stilt (black mantie and pure white head). This pair's nest contained four eggs from which three chicks hatched. Measurements of the eggs were 42.4 x 27.7, 43.3 x 28.6, 42.6 x 29 .0 and 44.7 x 28.4 193


8reeding 8/ack- winged Stilts in the Nether/ands in 7989-93, including one pa ired with 8 /ack-necked Stilt TAB LE 1 Breed in g attempts of Black-w in ged Stil ts

Himantopus himantopus himantopus in the Netherl ands in

1989-93 (per area) 1989 Blekslagebrug; Groni ngen Oostvaardersp lassen; Flevoland A lmere; Flevoland Sli kken va n de Heen, Krammer-Vo lkerak; Zee land Ra mmegors; Zee land Sas van Gent; Zee land D intelse Gorzen, Krammer-Volkerak; Noordbraba nt f'rin sessepl aat, Zoom meer; Noordbrabant Mo lenpl aat, Zoom meer; Noordbrabant Ossendrecht; Noordbrabant Marki ezaat; Noordbrabant Total

199 1

1992

1993

10 3

5 5

1 2

4

6

12 2

22

mm, respective ly. M ean measurements of these eggs (43.2 x 28 .4 mm, extremes 42.2-44.7 x 27.7-29.0 mm) were sli ghtly smaller than those of the eggs of Black-w in ged Stilts, meas ured 10ca ll y (mea n 44.6 x 31.5 mm, extremes 41 .7-4 7.6 x 29.7-32 .6 mm , n=22) . The eggs of th e mi xed pair were slightly darker th an th ose of normal pairs but the chi cks were identica l. The oth er Bl ac k-necked Stil t, of un known sex, di d not appea r to be involved in breed ing although it w as regul arly seen in th e breedin g co lony. Reports of

1990

4

11

14

5

up to fo ur Black-n ecked Sti lts at thi s site (Voge ljaar 40 : 191, 1992) are considered erro neous. There were several Black-w inged Stil ts w ith head pattern s superfic iall y resembling th ose of Blacknec ked Stilts but weil w ithin th e no rm al variatio n noted in H h himantopus (cf Xei ra 1987). At least 28 chicks hatc hed fro m the 12 nests. Durin g some heavy showers o n 4 June w hic h inundated th e breeding site for several days w ith several centimeters of water, all pa irs managed to save their nest by bui ld ing it up w ith small

FIGURE 1 N umbe r of breed ing attempts of Black-win ged Stilts Himantopus himantopus himantopus in th e Netherlands in 1930-92

40 (/) .....

a. 30

E Q)

..... ..... ca

C)

20

c:

"C Q) Q) ~

..c

10

o

?

1930

1940

1950

1960

year 194

1970

1980

1990


Breeding Black-winged Stilts in the Netherlands in 7989-93, including one paired with Black-necked Stilt sticks to a sma ll mound up to 8 cm high. Contrary to previous years, when the birds remained close to their breeding site until the yo ung had fledged, in 1992 all pairs with chi cks left the breeding site immed iate ly after hatching. They attempted to lead the ch icks over a dike, across a raad, and thraugh a field to a (temporarily) suitab le feeding area c 1000 m from the breeding site. Many ch icks disappeared during thi s journey . Of the few chicks whic h succeeded in reaching the other marshy area, severa l died after this area dried up. Prabably only two young fledged (both of unmixed pairs). The area had been aba ndoned by Black-winged Stilts by 10 july. In 1993, the on ly area w here Black-winged Stilts were frequently present was Rammegors, Zeeland. Fram ea rl y April, up to 11 birds were seen and five bird s attempted breeding. At least two young fledged. In 1993, there were no sightings of Black-necked Stilts in the Netherlands.

Discussion The recent breeding of a relatively large number of Black-winged Stilts in the Netherlands is almost unprecedented (Meininger & Schekkerman

1990). Most recent breeding attempts were in the south-western part of the country where the majority was found in an area where breeding was relatively successfu l. There is on ly one definite indication of the arigin of the Black-winged Stilts breed ing in the Netherlands. A male carry in g co lour rings was observed at Slikken van de Heen between 19 May and 2 june 1989. This bird had been ringed on 10 july 1987 as an adult non-breeding male at Les Partes, lI e de RĂŠ, Charente-Mar itime, France (Mei nin ger & Schekkerman 1990). A previously published recard of a dead bird carrying an Itali an ring (Me ininger 1990) is unsubstantiated and shou ld be ignored. To date, no recoveri es have been received of the 50 ch icks ringed in the Netherlands in 1989-93. The apparent fidelity to Molenplaat as a breeding area cou ld not only indicate ad ults returning to a farmer breeding area but also birds returning as breeders to their natal site. There is, however, no evidence for th ese presumptions. In 1992, severa l breeders we re first-year birds but no (meta l) rin gs were seen. The Black-necked Stilts present in the Zoom-

120 Black-winged Stilt / Steltkluut Himantopus himantopus himantopus, adu lt male, Molenplaat, Zoommeer, Noordbrabant, 21 May 1992 (jan van Holten)

195


Breeding B/ack-winged Sti/ts in the Nether/ands in 1989-93, inc/uding ane paired with B/ack-necked Stilt

121 Black-winged Stilt / Steltkluut Himantoplls himantoplls, chi ck, Molenplaat, Zoom meer, Noordbrabant, June 1992 (Tobi Koppejan) 122 Black-win ged Stilt / Steltkluut Himantoplls himantoplls, Rammegors, Zee land, 30 June 1993 (Peter L Meininger) 123 Three chi cks of mixed pa ir of female Black-n ecked Stilt / Amer ikaanse Steltkluut Himantoplls himantoplls mexicanlls and male Black-winged Sti lt/ Steltkluut H h himantoplls, Molenplaat, Zoommeer, Noordbrabant, 22 June 1992 (Peter L Meininger)

196


Breeding Black-winged Stilts in the Netherlands in 198 9-93, inc/uding one paired with Black-necked Stilt mee r in 1992 are probabl y the same as reported during th e previo us winte r at several sites in Belgium and the Neth erl ands. Two birds w ere reported in Belgium o n an unknown date before 12 Au gust 1991 , o n 12-1 3 Au gust 1991 at Tiel, Gelderl and , o n 7-8 September 1991 at M okkebank, Friesl and, on 6-14 December 1991 aga in at Tiel, on 14 M arch 1992 at Dreumel, Gelderland , and from 23 April at M o lenplaat (van der Burg et al 199 1, 1992, van Do nge n et al 1992). From 8 September 199 1 until spring 1992, one bird w as continu ously present in the Zoommeer area (Ray Teixe ira in litt). The simultaneou s observations at Zoom meer and elsewh ere in th e Neth erland s prove th at at least three different birds w ere invo lved . W e noted th at one bird at Zoommeer ca rri ed a smal I metal clip rin g, probably with o ut inscriptio n, above th e tibio-tarsal jo int o n th e left leg. Thu s, th ere is littl e do ubt th at th e bird s had escaped from a zoological ga rd en o r pri vate collecti o n. In 199 1, at least o ne Bl acknec ked Stilt reputedly escaped from a luna park in Limburg, Belgium , but no details are availabl e (Ludo Benoy in litt) . Vagrancy from th eir natural Ameri ca n breeding areas sho uld be considered hi ghl y unlikely. There are no known previous reports of mixed breeding pairs of Bl ack-nec ked and Black-win ged Stilts. Acknowledgements

M ost fi eld-work in th e south-western Neth erland s w as done in th e compa ny of Cor Berrevoets, Rob Strucker and Pim W o lf who all commented on a first draft of thi s paper. Hidde Bult and Ray Teixeira gave info rm ati on on th e breeding attempts at M arki ezaat in 1992 . Jan van Ho lten and Tobi Koppej an provid ed photograph s. Samenvatting B ROEDENDE STE LTKL UTEN IN NEDE RLAND IN

1989-9 3,

INCLU -

SIEF GEMENGD PAARTJE MET AMER IKAANSE STELTKLUUT

In

1989 -93 vo nd en respecti eve lij k 22, 11 , vier, 14 en v ij f broed pog ingen pl aats va n Steltkluten Himantopus himantopus himantopus in Nederland (tabel 1), het meest rege lmatig in Z uidwest- Nederl and . Het broedsu cces was meestal gerin g doo r het o pdrogen va n pI assen, het overspoe len va n nesten en het vertrappen va n nesten door vee. Het aa nta l jo ngen dat vli egv lu g werd bedroeg respecti evelijk minimaa l zeven, negen, dri e, twee en twee. In België en Nederl and wa ren sind s tenmin ste augustu s 199 1 minimaa l dri e A meri kaa nse Steltkluten H h mexicanus aa nwez ig. Eén va n deze voge ls had een 'c li p' -rin g hetgeen wees op een herkomst uit gevangensc hap. In 1992 vo nd een gemengd broedgeva l pl aats va n ee n vro uw tj e Amerikaa nse Steltkluu t en een mannetj e Steltkluut in ee n ko lo ni e va n 12 nesten op de M o lenpl aat in het Zoo mmee r, Noordbrabant. Dri e jo ngen va n het gemengde paa rtj e kwa men uit maa r geen we rd vli egv lu g.

References va n der Burg, E, va n Do ngen, R M & de Ro uw, P W W 199 1. Recente meldin gen. D utch Birdin g 13: 191195, 226-232. va n der Burg, E, va n Do ngen, R M , Gebui s, H & de Ro uw, P W W 1992. Recente meldin gen. Dutch Birding 14: 30- 35 . Cramp, S & Simm ons, K E L 1983. Th e bird s of the W estern Palea rcti c 3 . Oxford. va n Do ngen, R M , Gebui s, H & de Ro uw, P W W 1992 . Recente meldin gen. Du tc h Birding 14 : 11 411 7. G lutz vo n Bl otz heim, U N, Bauer, K M & Bezzel, E 1977 . Handbu ch der Vöge l Mitteleuro pa s 7. Wi esbaden. H ayman, P, M archant, J & Pratèr, T 1986. Sho rebird s: an identifi cation gui de to the waders of th e wo rld . Londo n. M eininger, P L 199 1. Broedende Steltklu ten Himantopus himantopus in Nederl and in 199 0. Lim osa 64: 72. Meininger, P L & Schekke rm an, H 1990 . Broedende Steltkluten Himantopus himantopus in Nederl and in 1989 . Li mosa 63 : 11-1 5. Xe ira, A 1987. Th e head-pattern of Black-w in ged Stilts. W ader Stud y G ro up Buii SO : 29.

Peter L Meininger, Rijkswaterstaat Dienst Getijde wateren, Postbus 8039, 4330 f A Middelburg, Netherlands

197


Mongoolse Pieper te Westenschouwen in november 1983 A rn oud B van den Berg, Leen va n Ree &

cs (Kees) Roselaar

O

P 13 november 1983 was Lee n va n Ree aa n het rin gen op de vinkenbaa n va n Vogelrin gstati o n Nebul ari a ge legen in de duinen ten noord westen va n W estenschouwen, Zeeland. Er stond een zwakke oostenwind en het was ee n zo nni ge en berijpte ochtend waarop 62 voge ls werd en geva ngen waa ro nder 39 Vinken Fringilla coelebs. Binnen het slagnet, waa r de zang va n de Ve ldl eeuweri k A lauda arvensis werd afgespeeld, vi el o m c 11 :30 een als ee n lee uwerik landende voge l in we lke onmiddellijk werd ges lage n. Pas tij dens het rin gen van de voge l bemerkte LvR tot zijn verrass in g dat hij geen Veld leeuwe ri k maar een hem onbekende grote pi eper A nthus had geva nge n. De vogel w as erg mager en ni et fit. Er werd bes loten hem de nacht over te ho uden; de vo lgende dag bl eek de pieper echter overl eden. LvR ko n ni et tot een sluitende determin ati e komen, ook omd at hij geen erva rin g had met de Grote Pi eper A richardi. Het leek hem daa rom ve rsta ndig de voge l naa r het Zoö logisc h Mu seum te A msterdam (ZMA), Noordh o lland , te sturen. Daa r determin eerd e CSR de voge l als een eerstejaa rs vrou w tj e M ongoo lse Pieper A godlewskii (ook we l Bl yth s Pi eper genoemd) en publiceerd e de gegevens in Glutz von Blotzhei m & Bauer (1985) en Cramp (1988). Een foto va n de ba lg werd gepu bli ceerd door va n den Berg et al (1989).

Beschrijving De onderstaa nde besc hrijving werd gemaa kt door CS R aan de hand va n de verse vogel (in 1983 ) en ABvd B aa n de hand va n de balg (in 1989) . Forse pieper als Grote Pi eper of Duinpieper A campestris. Snavel fors. Poot stev ig en lang. Lange achternagel gekromd. KOP Voo rhoofd, kruin en achterhoofd in lengteri chting gestreept met dikke zwa rte vlekke n op I ichte groenbruin e ondergrond. Wenkbra uwstreep licht va n snavel tot achter oog boven oo rstreek, boven en achte r oog w itter en opva l/ender dan voor oog. Oogstreep va n oog naar achteren, vaag begrensd . Teugel zonder streep. Oorstreek licht met vaag gevlekt geelbruin aan ac hte rGROOTIE & BOUW

198

zijde. Snorstreep vaag begrensd en zwa rtac hti g, als langwerpig vlekje onder oog. Mond streep breed en w itachtig doo rl opend tot op z ijh als. Baardstreep vaag begrensd en zwa rtachtig op zijborst ove rgaand in vlekken. Kin en keel crèmewit. BOVENDE LEN Ma ntel, ru g en sc houders li cht groenbruin in lengteri chting gestreept met dikke zwarte v lekken. Stuit groenbruin met vage donkere streping. ONDERDELEN Borst ora njeac htig lichtbruin met kl eine zwa rte vlekj es op bovenborst. Overi ge onderdelen ongestreept w itac htig met li cht ora njebruin e zweem, voo ral op flank en rond dij . VLEUGEL Handpennen, armpennen en terti als donker grij sbruin met smal/e lichte rand . G rote dekve ren zwa rtac htig met li chtbruin e zoo m . M iddelste dekve ren zwart met w itte binnenrand en lic htb ruin e buitenrand ; li chte rand aa n top onderbroken door accoladevormi g zwa rt va n vee rce ntrum. Li chte randen va n grote en midd elste dekveren twee v leugelstrepen vo rmend. STAART Binnenste vier staartpennen (tl-4) bruingrij s. Zwa rte binnenvlag va n op één na buitenste staartpen (t5) met 22 mm lange breed w igvorm ige w itte top. Bui tenvlag va n t5 over lengte half zwart (tegen sc hac ht aa n) en half w it (aa n rand). Bui tenste staartpen (t6) geheel w it (incl usief sc hac ht). NAAKTE DE LEN (ge noteerd aan verse voge l) Bovensnave l hoo rnzwa rt met b leke v leeskl euri g gele snijrand. O ndersnavel v leeskleurig met hoo rnzwa rte punt. Poot bl eek rozeac hti g hoo rngeel, donkerdere hoorn kl eur op gewri chten en bove nzijde te nen. Nagels geli g w it. BIOMETRIE Gewicht 20. 1 g (na nacht in gevangenschap); vleugel/engte 93 mm; staartlengte 64 mm ; snave l/engte (tot sc hedel) 16.6 mm ; tarsuslengte 27 mm; achtern agel/engte 12.8 mm (cf Cramp 1988) . SLEET Slag- en staa rtpennen gesleten. GEDRAG In biddende vlucht landend als Ve ldleeuweri k (Lv R).

Determinatie De determin ati e was voo rn amelij k gebasee rd op de bi ometri e. De staa rt- (64 mm) en ta rsuslengte (27 mm) vielen dui delijk onder de minima voor Grote Pieper (respecti evelij k 68 mm en 28.7 mm). De verh ouding vleugel : tarsus (93 : 27 = 3.4) sloot oostelijke ondersoorten van Grote Piepe r uit (Cramp 1988; zie Glutz von Blotz heim & Ba uer 1985 voor taxonomie van G rote Pi epe r). Ook de ac htern age ll engte was extreem kort voor Grote Pieper. De snave l- (tot sc hedel: 16.6 mm) IOuteh Birding 15: 198-206, oktober 19931


Mongoolse Pieper te Westenschouwen in november 1983

124 Mongoolse Pieper / Blyth's Pipit Anthus godlewskii, eerste-winter, 13 november 1983, met G rote Pieper / Richard's Pipit A richardi, Zoรถ logisc h Museum, Amsterdam, Noordholland (Arnoud B van den Berg)

en ac htern age ll engte (12.8 mm ) vielen buiten de extreme maten van Duinpieper (respectievelijk minim aa l 16.8 mm en max im aa l 11.5 mm) (cf Cramp 1988). Alle mate n pasten daarentege n wel op Mongoolse Pi eper (C ramp 1988; fi guren 1-2). Het kopp atroon verschilde van dat van Duinpieper door een 'open gez ic htsuitdrukking' zonder donkere teugelstreep. De korte witte wig op de binnenvlag van t5 (22 mm) wees ook op Mongoolse Pieper maar sloot ee n ze lden voorkomend staa rtp atroon van Grote Pieper ni et uit (cf figuren 3-4). De sleet toond e aa n dat het ee n eerstejaars vogel was. Alle v leuge l- en staartveren waren juveniele behalve veel geruid e kl eine dekveren en enkele ge ruid e binnenste middelste dekveren; kop- en lic haa msveren waren ge ruid (C ramp 1988). Sectie wees uit dat de vogel een eerstej aa rs vrouwtje was (oviduct rec ht en dun ).

Veldherkenning Eerste-winter Mongoolse Pieper doet zowel denken aa n Grote Pieper als aa n juveniele Duinpieper (waarmee hij voorheen vaa k als conspecifiek werd beschouwd). In het algemeen kan word en

gesteld dat hij in bouwen ged rag het meest op Duinpi eper lijkt en in verenkleed het meest op Grote Pieper (Glutz von Blotzheim & Bauer 1985). In ee rste instanti e vallen in vergelijking met Grote Pi eper de korte staa rt en poten op (Russeli 1988). Als de vogel va n dichtbij kan w orden bekeken kan de korte ac htern age l z ichtbaar zijn (niet zo extreem lang als en iets meer gekromd dan bij Grote Pieper). Tijd ens het lopen is de houding in het algemeen minder rec htop en mee r kwikstaa rt Motacilla-achti g dan bij G rote Pieper (Russeli 1988, Heard 1990). De koptekenin g van eerste-winter Mongoolse Pi eper lijkt op die van Grote Pieper en verschilt van Duinpieper doo r het o ntbreke n va n een donkere teu ge lstreep (cf Hui z in ga & van der W aa l 1984). Een juveni ele Duinpieper heeft gee n oranje op de flanken. Er zijn verschillen in verenkleed met Grote Pieper bekend di e ni et consistent zijn omdat de Grote Pieper zeer variabel is (cf Grant 1983, 1989). Zo zouden eerste-winter Mongoolse Piepers gemiddeld iets warmer gekleurd e en minder getekende oorstreek, zwaa rder zwartachtig gestreepte kruin en bovendelen, opvallendere oranjeachtige tint op de flank en uniformer gekleurd e onderd elen hebben dan

199


Mongoolse Pieper te Wes tenschouwen in november 7983

125 Mongoo lse Pi eper / Blyth 's Pi p it Anthus godlewskii, eerste-w in ter, buitenste staa rtpennen, 13 november 1983, Zoö log isc h M use um, Amste rd am, Noord ho ll and (A rnoud B van den Berg) 126 Mongoolse Pieper / Blyth 's Pipit Anthus godle wskii, eerste-winter, Säppi, Finl and, oktobe r 1986 (Antti Lind) 12 7-1 28 Mongoo lse Pi eper / Blyth 's Pi pit Anthus godlewskii, eerste-winte r, De Moeren, Westv laa nderen, 16 november 1986 (Norbert Roothaert)

Grote Pieper (K itso n 1979, Kö ni gstedt & Robel 1983, G lutz von Blotz heim & Ba uer 1985, AIström & M il d 1987, Harri s et al 199 1). Grote Piepers kunn en echter deze lfde kenmerken to nen, vooral als ooste lijke ondersoorten in aa nmerkin g w orden genomen (cf W ass ink 1979, Svensson 198 4, A lströ m 1989) . D it laatste ge ldt ook voor het ve rschil in staa rtpatroo n dat in het ve ld no rmaliter toch al niet goed te zien is. In het algemee n heeft M ongoo lse Pieper verge leken met Grote Pieper minde r w it op de binnenvlag va n t5 (Köni gstedt & Robel 1983, Sve nsson 1984, Glutz vo n Bl otz heim & Ba uer 1985, Cramp 1988); sommige Grote Piepe rs kunn en ec hter het voor M o ngoo lse Pi eper ka rakteri sti eke patroo n heb-

200

ben, maa r het omgekeerde sc hijnt vrij we l noo it het geva l te zijn (A lströ m 1989, cf fi guren 3-4). De ad ulte mi dde lste dekve ren va n Grote Pieper en M ongoo lse Pieper ve rsc hill en in tekenin g, in tegenstellin g tot juve niele mi ddelste dekveren di e sterk op elkaa r lijken (A lström & Mild 1987, A lström 1989, Lew ingto n et al 199 1). Bij sommige eerste-w inter M ongoo lse Pi epe rs is ten min ste één centrale ju veni ele middelste dekvee r verva ngen doo r een adul te. Op een derge lijke ce ntrale adulte middelste dekveer (d us niet op een binnenste of buitenste) is bi j de Mongoo lse Pieper een kenmerkende sto mpe, bijn a rechthoeki ge tekenin g va n het donkere centrum te zien en een brede li chte punt. Bij Grote Pi eper is het donkere


Mongoolse Pieper te Westenschouwen in november 7983 centrum minder contrasterend en meer puntvormig. Een eerste-wintervogel met één centrale ad ulte middelste dekveer in Kirkkonummi , Finland, op 30 novembe r 1986 toonde dit kenmerk. Veel eerste-wintervoge ls hebben ec hter geen juveni ele centrale middelste dekveer geruid, zoa ls die va n Houtskari, Finland, en de vogels in Be lgië en Nederland. Bovendien is dit kenmerk, evenals de hiervoor genoemde kenmerken, vaak lastig in het veld vast te stell en en blijkt de tekening bij Mongoolse Pieper te kunnen va ri ëren (Hea rd 1990). Alström & Mild (1988) meenden derhalve dat Mongoolse Pieper en Grote Pieper in het algemeen gemakke lijker zijn te o ndersc heiden aa n hun geluid dan aan hun ve renkl eed. De za ng versc hilt sterk maar za l in Europa nooit te horen z ijn . Er worden wel twee vlu chtroepen beschreven waarvan er éé n I ijkt op die va n de Grote Pieper maar, onder meer, iets hoger va n toon, zac hter en iets aflopend aan het einde is. Een tweede v luchtroep is een kort en luid tsep dat op één van de roepen va n Duinpieper lijkt (Kitso n 1979, Alström & Mild 1988, Alström 1988, 1989, Lew ingto n et al 199 1). De laatste roep wordt apart of in combi natie met de ee rste roep ten gehore gebrac ht en vaa k herhaa ld . Als men erin slaagt een bandop name va n deze ge luiden te maken, kan men we lli cht de determinatie als Mongoolse Piepe r vei li g ste ll en. Anders doet men er goed aan iema nd met een ringvergunning te verzoeken de vogel te va ngen. Herkenning in de hand Bij een geva ngen voge l moet vooral aa ndac ht word en besteed aan het meten va n de lengten va n v leuge l, snave l (b ij voorkeur tot schedel), tarsus, ac htern age l en w itte w ig op de binnenvlag van t5. Met deze maten is men verzekerd van een sluitende determinatie (voor meetmethoden zie Svensson 1984). De maten va n Mongoo lse Pieper kunnen worden verge leken met d ie va n Grote Pieper A r richardi, Ladangp iepe r A rufulus en Duinpieper (cf G lutz von Blotzheim & Bauer 1985, cf Oddie 1988). Van de Grote Pieper worden meesta l vijf versch i II ende populatiegroepen onderscheiden: behalve A r richardi ook A r centralasiae en A r dauricus en in het oosten behalve Arsinensis ook A r ussuriensis. Hoewel Glutz von Blotzheim & Bauer (1985) het ni et gerec htvaa rdi gd ac hten elk de statu s van onde rsoort te verlenen doet CSR dat wé l na verge lij kend o nderzoek in het British Museum (Natural History) te Trin g, Hertfordshire, Engeland (BMN H). De twee oostelijke

34 mm tarsus

o

0 00

00 0 00

o 0

0

0 0 0 00 0 0 0 00 00 0 0 o 00 o 0 0 0 0 0 0 o 0 0 o 00 0 0 0

30

8

o o

o

o

0

o 0

0 0 0

DO

0

0

W :.(2)

DO

•• • • •••

0

0

26

o

0 0

: ."

0

DO

, 80

,

,

• •

,

/

90

,,

vleugel 100 mm

FIGUUR 1 V leugel lengte versus tarsuslengte van weste-

lijke ondersoorten va n Grote Pieper Anthus richardi centralasiae, A r dauricus en A r richardi (0 ), ooste li jke ondersoorte n va n G rote Pieper Arsinensis en A r ussuriensis (kader va n ononderbroken om lijning), Ladangpieper A rufulus 0 , Mongoo lse Pieper A godlewskii (e ) en Duinpieper A campestris (kader van onderbroken omlijnin g). Nu mmers betreffen Mongoolse Piepers in Europa: 1, Nederlan d, 13 november 1983, 2, Finland, 10 oktober 1974 en 3, Engeland, 23 oktober 1882 FIGURE 1 Length of w in g versus length of tarsus of weste rn subspec ies of Richard's Pi p it Anthus richardi centra lasiae, A r dauricus and A r richardi (0 ), eastern subspec ies of Ri c hard's Pipit Arsinensis and A r ussuriensis (w ithin frame of non-broken lin e), Paddyfield Pi pit A rufu/us (0), Blyth's Pipit A godlewskii (e ) and Tawny Pipit A campestris (w ithin frame of broken lin e). N umbers indicate Blyth ' s Pip its in Europe: 1, Netherland s, 13 November 1983, 2, Finland, 10 October 1974 and 3, England, 23 October 1882

ondersoorten Arsinensis en A r ussuriensis (d ie verge leken met A r richardi klein zijn ) komen voor in het geb ied tussen Ussurië en ZuidoostChina en zijn niet in Europa te verwachten (tenz ij afkomsti g uit geva ngensc hap). De Ladangp ieper komt met verschillende ondersoorten in Zuidaz ië voor (in Th ail and bijvoorbeeld A r rufu20 1


Mongoolse Pieper te Westenschouwen in november 1983 vens uit de literatuur gebruikt zijn (Stresema nn 1931, H all 1961); hi erm ee zijn ook de 20 tabellen samengeste ld in Cramp 0 (1988; met name tabel A op x x XX x x xxx Xx x pagina 312). Om de verschill en 0 ~X\XX in afmeti ngen te verduid elijken oQ, 0 x x V 0 zi jn die in figuren 1-4 samenge~ x >I< 00 8 18 o vat. Waar in figuren 1-2 de indiXx ~ 0 0 0 x 'lc viduele punten van enkele 0 x 0 0 (onder)soorten te veel overl ap•• :~0 pen, is alleen de omkaderin g va n de puntenwo lk van één 0 0 soort aangegeve n. 16 Tu ssen Grote Pieper en Mon• achter • goo lse Pieper is vaak een ver-0 15 20 schil zichtbaa r in het zwart-witFIGUUR 2 Snavell engte (tot sc hedel) vers us achternagell engte van weste lij patroon op t5 waarb ij men moet ke ondersoorten van G rote Pieper Anthus richardi cen tralasiae, A r dauriletten op het wit op de binnencus en A r richardi (0 ), Lada ngp ieper A rufulus (kader va n ononderbroken viag, niet op de zeer variabe l om lijnin g), Mongoolse Pieper A godlewskii (e ) en Duinpi eper A campesgetekende bu itenv lag. Volgens tris (x). N ummering van drie Mongoo lse Pi epers in Europa als in l iguur 1 figuur 3, waarbij van elke voge l FIGURE 2 Length ol bi ll (ta sk ull ) versus length ol hind clawol western suball een de linker t5 bekeken is, spec ies ol Richard's Pipit Anthus richardi centra lasiae, A r dauricus and A r zou op basis van dit patroon richardi (Ol, Paddylield Pipit A rufulus (w ithin Irame of non-braken line), 10% van 31 Mongoolse Piepers Blyth's Pipit A godlewskii (e ) and Tawny Pi pit A campestris (X). N umbers en 9% van 105 G rote Piepers ol three Blyth ' s Pipits in Europe as in ligure 1 fout worden gedeterm i neerd. Worden zowe l de linker als de rechter t5 vergeleken, dan va lt het mee: van de lus en A r malayensis) en is eve nmin als dwaalMongoolse Piepers zijn er twee (6%) die op één gast in Europa te verwachten (cf Ali & Rip ley van beide t5 meer dan 33 mm w it hebben (de 1973). Van al deze taxa is materiaal bekeken in andere t5 va n beide exemp laren heeft we l we iBMNH, ZMA en het Nation aa l Natuurhistorisch ni g wit) en op grond daarvan niet te deterMuseum te Leiden, Zu idholl and (NNM), behalve mineren. Van de 32 Grote Piepers die vanwege va n Arsinensis en A r ussuriensis waa rvan gegerrrn snavel

x xx

,

129-130 Mongoolse Pieper / Blyth's Pipit Anthus godlewskii, eerste-w inter, Kirkkon ummi , Finland, 30 november 1986 (Lasse ) LaineJ

202


Mongoolse Pieper te Westenschouwen in november 1983 Anthus godlewskii

Anthus richardi

38x

S8x

9x

3x

de weste lijke vindplaats tot A r richardi of A r centralasiae (de grootste en bleekste van all e ondersoorten) kunnen worden gerekend is er één (een mannetje uit Nederland) met op één t5 te wein ig w it en één met op beide t5 minder dan 34 mm wit (een vrouwtje van Helgoland, Schleswig-Holstein, Du itsland, met op be ide t5 een w itte wig van 21 mm). Behalve deze twee exemplaren z ijn dus all e onderzochte A r richardi en A r centra lasiae correct te determineren. Deze vogels zijn afkomstig uit Nederland (zeven), Zuid-Siberi ë (zeven), Sinki ang, Noordwest-China (vier), Spanje (vier), Helgoland (d ri e), Frankrijk (dr ie), Egypte (één), Enge land (één), Itali ë (één) en Portugal (één). Van 16 Grote Piepers d ie behoren tot A r dauricus (van een geb ied oostelijk van het Baikalmeer) hebben ec hter twee exemp laren een 'fout' staartpatroon met te we inig wit op beide t5 en drie exemp laren op één van beide t5. Bi j Ladangpieper is de w itte wig nog wat kleiner maar deze kleine soort heeft in verhouding met de staartlengte toch een, vergeleke n met Grote Pieper, normaal geproportioneerde witte staartwig. De wig op t5 van de Ladangpieper is evena ls bij Grote Pieper c 58% van de staartlengte, en versch ill end van Mongoo lse Pieper (c 38%) en Duinpieper (c 45%). Verspreiding en voorkomen De Mongoolse Pieper broedt in Zu id-Si berië, Mongolië, Noord- en Centraa l-Ch in a, Tibet en

24x

FIGUUR 3 Variatie in kleurpatroon van op één na buitenste staartpen t5 van weste lijke ondersoo rten van Pieper Anthus richardi Grote (n=105) en Mongoolse Pieper A godlewskii (n=31). Let op lengte van w itte wig op binnenvlag (linkerz ijd e van veer). Gebaseerd op lin kerstaartpennen van voge ls uit drie zoö logische musea, aangevuld met gegevens van Königstedt & Robel (1983) FIGURE 3 Var iation in co lour pattern on second outermost rectrix t5 in weste rn subspecies of Richard's Pipit Anthus richardi (n=105) and Blyth's Pi pit A godlewskii (n=31) . Note length of white wedge on inner web (Ieft side of feather). Based on specimens in three musea, comp lemented with data from Kön igstedt & Robe l (1983)

4x godlewskii n=32

1°5

f

20

30

40

50

mm richardi +centralasiae

~ ~O"'2 UilllbdJ 0

.. ...

çD

dl

dauricus n=16

ruf ulus + malayensis n=22

D

I

campes tris n=28

FIGUUR 4 Frequentieverdeling van lengte van witte w ig op binnenvlag van op één na buitenste staartpen t5. Beide staartpennen van elke vogel zijn bekeken; n = aa ntal bestudeerde voge ls FIGURE 4 Frequency distribution of length of white wedge on second outermost rectrix t5. Both t5's of each bird are included; n = num ber of stud ied birds

203


Mongoolse Pieper te Westenschouwen in no vember 1983

131 Duin pieper / Tawny Pi pit Anthus campestris, eerste-win te r, A mste rd am, Noord holl and, 1 decembe r 1983 (Arnoud B van den Berg) 132 D uin pieper / Tawny Pi p it Anthus campestris, j uveniel, Spanje, 10 j uli 1983 (Arnoud B van den Berg) 133 Grote Pieper / Richa rd's Pi p it Anthus richardi, eerste-winte r, Bloemend aa l, Noordho ll and, 4 oktober 1989 (Arnoud B van den Berg) 134 Ladangpieper / Paddyfi eld Pi pit Anthus rufulus, Kua la Selangor, Ma leisië, 1 november 199 1 (Arnoud B van den Berg)

m issc hi en Assam, Indi a, en ove rw in tert voornamelijk in Ind ia (cf A li & Ripley 1973, G lutz von Blotz heim & Ba uer 1985) . Het exemplaa r va n Westensc houwen was het eerste geva l voor Nede rl and en het derde voo r het W estpalea rctische gebi ed. Sindsdien z ijn tot en met 199 1 in Europa nog acht exemplaren vastgesteld. Op één na werd en all e geva ll en door midde l va n gepubli cee rde foto's gedocumenteerd en, voor zover bekend, wa ren alle exempl aren in ee rste w interkl eed. De uiterste datums va n de aa nwez igheid va n de soort in Eu ropa zijn 10 oktobe r en 30 november. Zeve n van de 11 geva llen wa ren in 1986-88. In ZuidFinl and z ijn zes geva ll en vastgeste ld (Jä nnes et al 204

199 1). Voorts zijn er twee geva ll en in Enge land en éé n elk in Be lgië, Nede rl and en Schotl and . De Bri tse geva ll en va n deze ee uw zijn formee l nog ni et aa nvaa rd door de Bri tse ze ldzaamhedencommi ss ie (Roge rs & Rariti es Committee 1992). Bui te n Europa is voor het W estpa lea rctisc he gebied éé n geva l bekend : op 7- 16 november 1987 ve rbleef een door c 20 voge laa rs be keken exemplaa r te Eil at, Israë l (A nonymu s 1988, Hadoram Shirihai in li tt). Pl aats en datum van de 11 geva llen in Europa tot en met 199 1 zijn : Bri ghto n, Sussex, Enge land, 23 o ktober 1882, ve rza meld (Willi amson 1977, Bri tish O rni tho log ists' U ni on 1980); Lags kär, Finland , 10 o ktober 1974, verza meld en gefoto-


Mongoolse Pieper te Westenschouwen in november 1983

grafeerd (Rauste & Salonen 1978, Mikkola 1979); Westenschouwen, Zeeland, Nederland, 13 november 1983, verzameld en gefotografeerd (van den Berg et al 1989); Säppi, Finl and, 19 oktober-6 november 1986, gevangen en gefotografeerd (Anonymus 1987, Hario et al 1987); Kirkkonummi, Finland, 15-30 november 1986, geva ngen en gefotografeerd (Hario et al 1987, Aiström 1988); De Moeren, Westvlaanderen, Be lgië, 16 november 1986, gevangen en gefotografeerd (Roothaert 1990, van Sanden et al 1991); Houtskari, Finland, 23 -29 november 1986, gevangen en gefotografeerd (Ha ri o et al 1987); Fair Isle, Shetland, Schotland , 13-23 oktober 1988 (RusselI 1988, Dymond 1991); Säppi, 15-17 oktober 1988, gevangen en gefotografeerd (L ind roos & Missonen 1988, H ari o et al 1989); Skewjack, Land's End, Cornwa ll , Engeland, 22 oktobe r-1 november 1990, gefotografeerd (Hea rd 1990); Kristiinankaupunki, Finland, 4-7 november 1990, gevangen en gefotografeerd (Anonymus 1990, Lindroos & Missonen 1990, Jännes et al 1991). Illu stratief voor de determinatieproblemen met deze soort is de lange tijd die het eerste geva l voor Europa nodig had om aanvaard te word en. Het op 23 oktober 1882 in Bri ghton verzamelde exemp laar lag 80 jaar als Duinpieper gedetermineerd in de coll ectie va n het British Museum (Natu ral History) voordat Williamson het in 1963 op naam bracht tijdens onderzoek voor een artikei over de herkennin g van grote piepers (W ilI iamson 1963) . Daarna werd dit geva l aa nva nkelijk nog afgewezen (B riti sh O rnithol og ists' Union 1974), voordat het uiteindelijk als nieuwe soort voor de Groot-Bri ttann ië werd aa nvaa rd (B riti sh Ornith o logists' Union 1980). Dankzegging Wij danken Hannu Jännes voor zijn inform atie over de Finse geva ll en van de Mongoolse Pieper en Lasse Laine, Tapani Numminen en Norbert Roothaert voor het beschikbaar ste ll en van foto's. Summary BLYTH'S

PI PIT

AT

WESTENSCHOUWEN

IN

NOVEMBER

1983 On 13 November 1983, a first-winter female Blyth's Pipit Anthus godlewskii was trapped at Westenschouwen, Zee land . The bird was in wea k co nditi on and died ove rni ght. The spec imen is deposited in the co ll ection of the Zoo logica l Museum in Amsterdam, Noord ho ll and. Detai ls on the bird are given (see also Cramp 1988, van den Berg et al 1989). The bird's id entification was primarily based on measurements: w ing 93 mm, tail 64 mm, bi" 16.6 mm, tarsus 27 mm and hindclaw 12.8 mmo Juvenile centraI median cove rts

had not been mou Ited. The pattern o n the second o utermost rectrix (Iength of wh ite wedge 22 mm) was correct for Blyth's Pipit but did not excl ude abno rm all y patterned Richard's Pipits A richardi. Th e identification of Richard's, Paddyfield A rufu lus, Blyth's and Tawny Pipits A campestris is discussed with the aid of measurements taken from museum sk in s (see figures). This was the first record for the Netherlands and, c hro no log ica ll y, the third for Europe and the WP. The first was co ll ected at Brighton, Sussex, England, on 23 October 1882 (id entifi ed in 1963 and accepted in 1980) and the second was co ll ected on Lagskär, Finland , o n 10 October 1974. Up to and including 1991, there have been 11 records in Europe of w hi ch six in southern Finland, two in England and o ne in Belgium, Netherland s and Scotland. The British records of this century, howeve r, have not yet been formally admitted to the British li st (Rogers et al 1992); th ese are also the on ly records of birds th at were not measured. A ll reco rd s refer to first-winter birds. The extreme dates of occ urrence are 10 October and 30 November.

Verwijzingen A li , S & Ripley, S D 1973. Handbook of the birds of Ind ia and Pakistan 9. Bombay. A iström, P 1988. Identif ication of Blyth's Pi pit. Birding World 1: 268-272. A iströ m, P 1989 . Blyth's ve rsus Richard's Pipit: comment. Birding World 2: 213. A iströ m, P & M ild, K 1987. Mystery photograph 122 : Blyth's Pipit. Br Birds 80 : 50-52. A ist röm, P & Mild, K 1988. Ca ll s of Blyth's Pipit. Br Birds 81 : 655. A nonymu s 1987, 1988. Europea n news. Br Birds 80 : 322-330, 81 : 330-340. Anonym us 1990 . Western Palearctic news. Birdin g World 3 : 372-374, 413-415. van den Berg, A B, de By, R A & CDNA 1989. Rare birds in the Netherla nd s in 1988. Dutch Birding 11 : 15 1-1 64. British Orn itho logists' Union 1980. Records Committee: eighth report. Ibis 116: 578-579. British Orn itho logists' Union 1980. Records Committee: tenth report. Ib is 122 : 564-568. Cramp, S 1988. The birds of the Western Palearctic 5. Oxford . Dymond, J N 1991 . The birds of Fair Isle. Levenwick. G lutz von Blotzheim, U N & Bauer, K M 1985. Handbuch der Vögel Mitteleuropas 10/2. W iesbaden . Gra nt, P J 1983 . Mystery photog raph: Richard's Pipit. Dutch Birding 5: 67-69 . G rant, P J 1989. The Portland pip it. Birding World 2: 178- 179. Hall, B P 1961. The taxonomy and identification of pipits (genu s Anthus). Bu ll Br Mus (Nat Hist) Zoo l 7 : 245-290 . H ari o, M, Nu mmin en, T & Yrjö lä, R 1987. Rariteettikomitean hyväksymät vuoden 1986 harvinaisuushava innot. Lintumi es 22: 195-206. Hario, M, Numm in en, T & Palmgren, J 1989. Rariteettikomitean hyväksymät vuoden 1988 harv in aisuu s-

205


Mongoolse Pieper te Westenschouwen in november 7983 hava innot. Lintumi es 24: 238-256. Harris, A, Tu cker, L & V ini combe, K 199 1. Voge ld eterminatie: handboek voor het id entificeren van voge ls. Baa rn . Hea rd , C 1990. Blyth's Pipit in Co rn wa ll. Birding World 3: 375-378. Hui z in ga, M & van der Waa l, W 1984. Duinpieper te Amsterd am in november en decem be r 1983 . Dutch Birdin g 6: 15- 16. Jännes, H, N ikander, P J & Numm in en, T 199 1. Rariteett ikom itea n hyväksymät vuode n 1990 harvinaisuu shava innot. Lintumi es 26: 241-262 . Kitson, A R 1979. Identificatio n of O li ve- backed Pipit, Blyth 's Pi p it and Pallas's Reed Bunting. Br Birds 72: 94- 100. Königstedt, D & Robel , D 1983. Über d"i e Feldkenn ze ichen eini ger Mongoli sc her Vogelarten. Mitt Zoo l Mus Berlin 59, Supp l An n Orn ith o l 7: 127-149. Lew in gton , I, A iström, P & Co lsto n, P 1991. A field guide to the rare bird s of Britain and Europe. Londen. Lindroos, T & M issonen, T 1988, 1990 . V iim ea ikaisia hava in toja. Lintumi es 23: 278-279, 25: 296-297. Mikko la, K 1979. RK:n hyvä ksymät harvi naisuushava innot vuoteen 1975 asti. Lintumi es 14: 124136.

Od di e, B 1988. Blyth's, Richard 's & Paddyfi eld Pipits. Birdin g World 1: 403 -404. Rauste, V & Sa lon en, V 1978. Mon goli ankirvin en Anthus godlewskii tavattu Suomessa . Orn is Fenn 55 : 84-85 . Rogers, M J & Rarities Committee 1992. Report on rare birds in Great Britain in 1991. Br Birds 85 : 507-554. Roothae rt, N 1990. First reco rd of Blyth 's Pipit, Anthus godlewskii, in Belgium. G ierva lk 80: 61-72. Russe li, D 1988. Blyth 's Pipit on Fair Isle. Birding World 1: 395 -397. van Sanden, P, van den Steen, J & BAHC 199 1. Zeldzame voge ls in Vl aa nderen in 1988. Orio lu s 57: 9097. Stresemann, E 193 1. Über Anthus richardi und Anthus striolatus in Chin a. J O rnitho l 79: 128-1 32. Svensson, L 1984. Identification gu ide to Europea n passerines. Derde druk. Stockho lm. W ass ink, A 1979. Possibl e record of Blyth's Pipit Anthus godlewskii in the Netherl and s. Dutch Birding 1: 11 8. Williamson, K 1963. The id entif ication of the larger pipits. Br Birds 56: 285-292 . Willi amson, K 1977. Blyth's Pipit Anthus godlewskii in the W estern Palearcti c. Bu ll Br Orn ith o l Clu b 97: 60-61.

Arnoud B va n den Berg, Ouinlustparkweg 98, 2082 EC, Sa ntpoort-Z uid, Nederland Leen van Ree, Vogelringstation Nebularia, Schuwacht 730, 2947 EH Lekkerkerk, Nederland CS (Kees) Roselaar, Instituut voor Systematiek en Populatiebiologie (Zoö logisch Museum), Postbus 94766, 7090 CT Amsterdam, Nederland

Invasie van Witbandkruisbekken in Nederland en Westeuropa in 1990-91 Enno B Ebels

D

e Witbandkruisbek Lox ia leucoptera heeft een uitgestrekt broedgebied dat in drie gescheiden delen uiteenvalt. De Noordamerikaa nse ondersoort L I leucoptera broedt in Alaska, Ca nada en het uiterste noorden van de vs. Het broedgebied va n de Siberische o ndersoort L I bifasciata strekt zic h uit va n Noordwest-Rusland tot en met Oost-S iberi ë en een klein deel van Noordoost-China, met rege lm atig broedgeva ll en westelijk tot in Finland. Deze twee onder-

206

soorten broeden in de boreale naa ldboszones te n zuid en van de poolcirkel , in geb ieden waar lariksen, ceders en dennen overheersen. Een relictpopulatie, L I megaplaga, is te v inden op het Caraïbische eil and Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti ; Bond 1978, Harrison 1982, Howard & Moore 1991). Exemplaren van de twee noord elijke o ndersoorten maken, net als bij noordelijke populaties van de Kruisbek L cu rvirostra en Grote Kruisbek L pytyopsittacus, in lDutch Birding 15: 206-214, oktober 19931


Invasie van Witbandkruisbekken in Nederland en Westeuropa in 1990-91

135 Witbandkruisbek / Two-barred Crossbi ll Loxia leucoptera, juven iel vrouwtje, Den Helder, Noordholl and, 3 september 1990 (Fred Geldermans) 136 Witbandkruisbek / Two-barred Crossbill Loxia leucoptera, adu lt mannetje, Dalfsen, Overijssel, 27 oktober 1990 (Erwin Goutbeek) 137 Witbandkruisbek / Two-barred Crossbi ll Loxia leucoptera, vrouwtje, Baarn, Utrecht, 11 november 1990 (Lammert van der Veen) 138 Witbandkruisbek / Two-barred Crossbill Loxia leucoptera, vrouwtje, Beekbergen, Gelderland , 17 april 1991 (Ca rl Oerks)

sommige jaren trekbewegingen naar gebieden ten zu iden van hun normale broed- en overwinteringsgebieden. In Noordamerika worden vogels gezien tot in Texas (National Geographic Society 1984) en in het Palearctische gebied tot in Japan in Azië (Brazil 1990) en tot in Bu lgarije, (voormalig) Joegoslavië, Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië in Europa (Lewington et al 1991). In de meeste West- en Oosteuropese landen is de soort als dwaalgast bekend. In Nederland werden tot en met 1989 40 exemplaren vastgesteld. Het merendeel va n deze waarnemingen is toe te schrijven aan één invasie aan het eind van de vorige eeuw: 32 exemp laren in september 1889 waarvan 22 te Harderwijk,

Ge lderland, en 10 bij Bloemendaal, Noordholland (van den Berg 1993, Pieter Bison in litt). Deze geta ll en zijn gebaseerd op Eykman et al (1936-49) waarin wordt vermeld: '11 en 19 september 1889 werden aldaar [Harderwijk, EBEl ze lfs door twee vogelvangers 22 exx geva ngen, waarvan er drie in de col lectie 'Artis' kwamen; 17 september 1889 werden twee mannetjes uit een troepje van 10 stuks bij Bloemendaal geschoten (co llectie Crommelin)' . Van de vogels in de co llectie 'Artis' is één voge l bewaard gebleven, en wel in de coll ectie van het Zoölogisch Museum (ZMA) in Amsterdam, Noordholland. De twee vogels van Bloemendaal bevinden zich nog altijd in de coll ectie Crommelin (tegenwoor207


In vasie van W itba ndkruisbekken in Nederland en Westeuropa in 1990-9 1

139-140 kruisbek / crossb ill Loxia, man netj e, Beekbergen, Gelderl and, 17 april 1991 (Carl oerks) 141 W itba ndkruisbek / Two-barred Crossb ill Loxia leucoptera, ma nnetje, Ophain, Braba nt, België, december 1990 (Kris Oe Rouck) 142 W itba ndkrui sbek / Two-barred Crossbill Loxia leucoptera, mannetj e, Ophain, Brabant, België, december 1990 (Ma rk Vanherek)

dig onderdee l va n de co ll ectie va n het Natio naa l Natuurhi stori sc h Mu seum (NN M ) in Leid en, Zuidh o ll and). Van slec hts d ri e vogels is d us bew ij smateri aa l bewaard ge leven. In de doo r de CD NA te publi ceren revisie (herziening van all e geva ll en op de Nederl and se lij st tussen 1800 en 1980) wordt het aanta l van 32 voge ls aa nge houden omdat va n beide waa rn emin gen het bew ij s aanwez ig is dat de determin ati e va n minimaa l één voge l jui st is. Bij de rev isie is in prin cipe de ste lrege l gehanteerd dat alleen exempl aren aa nvaa rdbaa r zijn w aa rvan nog tastbaa r bew ij s (beschrij vin g, ba lg of foto) aa nwez ig is. W anneer het ec hte r groepen betreft, w ord t dikw ijl s de besc hrij ving of balg van één of enkele exemplaren va n die groep vo ldoe nde geac ht (Arn oud va n

208

den Berg in litt). Het eni ge andere geva l uit de vor ige eeuw dat de rev isie heeft doorstaa n betreft ee n man netje dat op 18 juli 1884 b ij Harde rw ijk geva ngen werd . Deze vogel is leve nd naa r A rti s gebracht; de balg bev indt zich in het ZM A. In de 20e eeuw wa ren er tot 1990 slechts zeven geva ll en (steeds va n één exem plaa r). Dri e voge ls werd en vastgesteld in de 80er j aren: twee waa rn emin gen (3 maa rt 1984, Doorwerth, Ge lderl and; en het doo r ve le 10-tall en voge laa rs bewonderd e mannetje bij A nse n, Drenthe, van 9 ap ril tot 5 mei 198 4) en een va ngst (2 febru ari 1987, Tongeren, Ge lde rl and) (B lankert et al 1986, 1988). Grote invas ies waren deze eeuw in W esteuropa niet meer opgetreden. Kl eine op lev ingen


Invasie van Witbandkruisbekken in Nederland en Westeuropa in 7990-97 waren er in 1966 met vijf geva llen in Groot-Brittann ië en 1972 met zes geva ll en in Groot-Brittanni ë en twee in Nederland (Dymond et al 1990, van den Berg 1993). Be ide jaren werden gekenmerkt door grote invasies van Kruisbekken . De grootste invas ie in deze eeuw tot 1990 vond plaats in augustus 1987 met c 25, meest juveniele, exemplaren in Shetland, Schotland, en één in Orkney, Schotland. Deze invasie was uniek door de sterke concentratie, zowe l in tijd als plaats, en door het ontbreken van een ge lijktijdi ge invasie van Kruisbekken. Toen in de zomer van 1990 de ee rste signalen werden ontvangen van een aanstaande invasie van Witbandkruisbekken vanuit Fennoscandinavië naar Westeuropa, wa ren de verwachtingen voor nieuwe waarnemingen in Nederland hooggespannen. De optimisten werden niet teleurgesteld. Intege ndeel , tussen augustus 1990 en apri l 1991 werd en in Nederland zovee l Witbandkruisbekken vastgeste ld dat sprake was van de eerste invasi e van deze eeuwen de op één na grootste in de geschiedenis. Verloop van invasie in Nederland In de zomer van 1990 bl ee k een grote invas ie van Kruisbekken vanuit Fennoscandinavië Westeuropa te overspoelen. De eerste groepen Kruisbekken in Nederland werden in juni op de Waddeneilanden waargenomen en de invasie zette door tot in de winter van 1990/91. Er waren twee duidelijke perioden van arr iverende vogels: één in juli-augustus en één in september-oktober. De invasie wordt beschouwd als één van de grootste van de laatste decennia (SOVON 1991). In juli 1990 volgden de eerste berichten dat ook Witbandkruisbekken, z ij het in kl eine aa ntal len, met deze invas ie mee naar het zu id en kwamen. De eerste geva ll en buiten Fennoscandinavië werden eind juni vastgeste ld op de Faeröer en eind juli op Fair Isle, Shetland, Schotland, in augustus gevo lgd door mee r gevallen op hetzelfde eil and en in Orkney (Rogers & Rarities Committee 1991 ). Het eerste Nederlandse geva l werd in augustus vastgesteld op Terschelling, Friesland. In de rest van het najaar en de winter volgden nog minimaal zes geva ll en. In totaal werden 13 exemp laren vastgesteld. Het chrono logische overz icht van waarnem ingen die (tot nu toe) door de CD NA z ijn aa nvaard ziet er als volgt uit (van den Berg et al 1992-93): 24 augustus 1990, juveniel, Boschplaat, Tersch ellin g, Fri esland

2 september 1990, ju venie l, vo ndst, Den Helder, Noordho ll and De voge l werd op boven genoemd e datum aangereden in de Zuidstraat en is op 3 september ove rl eden. De voge l is opge nomen in de co ll ectie va n het NNM. 27 oktober 1990, adu lt mannetje, vondst, Dalfse n, Overij sse l Deze voge l is opgenomen in de collectie va n het Natuurmuseum West-Overijssel in Zwo ll e, Overij sse l. 8 november 1990 tot 1 februari 199 1, adu lt mann etje, Baarn, Utrec ht Deze voge l werd tot in december bij Baarn gez ien (cf van der Burg et al 1991) en in ieder geval vanaf 26 januari 1991 bij Hilversum, Noordhol land (Max Berlijn in litt) . De afstand tussen beide locaties is hemelsbreed c 2.5 km en er is geen overlap geconstateerd in de waarnem in gsdata. De CDNA neemt aan dat beide geva llen op hetzelfde mannetje betrekking hebben. De breedte van de v leugelbanden was bij de voge l van Baarn echter z ichtbaa r groter dan bij die va n Hilversum (Max Berlijn pers meded, Gerard Steinhaus pers meded). 11-20 november 1990, vrouwtje, Baa rn , Utrecht Deze voge l trok van alle Witbandkru isbekken het meeste bekijks en haalde ook de p laatselijke pers. Een blijkbaar niet gehee l juist geïnformeerde journali st maakte in de Baarnse Courant van 12 november 1990 melding van de unieke aanwezigheid van een Wit-

baardvuurbek-vogel (!) . 25 november 1990 tot 24 januari 1991 , maximaal zeven, inclusief drie adulte mannetjes, Hooge Mierde, Noordbrabant. 21 apri l 1991, vrouwtje, Beekbergen, Gelderland Deze vogel was vanaf 15 april aanwezig (Max Berlijn in lilt).

De melding van een mannetje bij Beekbergen, Gelderland , in apri l 1991 is door de CD NA niet aanvaa rd . Een melding van twee voge ls bij Oldenzaal, Overijsse l, in het vroege najaar is pas recent ingediend en nog in behandeling . Naast de ingediende geval len zijn er meldingen bekend die (nog) niet aan de CDNA zijn voorgelegd (onder andere vier op Terschelling in oktober en vier vrouwtjes bij Sellingen, Groningen, in december-janua ri ). Omdat Witbandkruisbekken in veel geva ll en niet moeilijk te herkennen zijn, zou een aanta l geva ll en zonder beschrijving àf met te summiere beschrijving op deze soort betrekking kunnen hebben. De vogel in augustus op Terschelling werd waargenomen tussen zes Kruisbekken in een lij sterbes en kon tot op minder dan 1 m worden benaderd. De eerste Britse voge ls op Fair Isle ver209


In vasie van W itbandkruisbekken in Nederland en Wes teuropa in 7990-9 7 toonden een verge lijkba re tamheid . All e andere (levende) Wi tbandkrui sbekken werden eveneens waargenomen in groepen Krui sbekken, variërend van minimaal 100 exemplaren (zoals bij Baa rn ) tot minder dan 10 exemplaren (bij Beekbergen). Deze groepen verbl even in bospercelen met overwegend naa ldbomen of in gemengde bospercelen. Verloop van invasie elders in Westeuropa De grootste aa ntall en Witbandkrui sbekken in 1990 werd en gez ien in Fenn osca ndinav ië. In Zweden we rd en de hoogste aa ntallen in de gesc hi edeni s vastgesteld . In totaa l w erd en in het tweede halfjaa r c 23 00 voge ls gemeld , met de vo lgende maa ndelij kse verd eling: 12-1 3 in juni , 510 in juli , 65 0 in augustu s, 59 0 in september, 450 in oktober, 75 in november en 29 in december (Tyrberg 1991). In Denemarken w erd en in het tw eede halfj aa r va n 1990 252 -283 voge ls gemeld , evenee ns het hoogste aa ntal dat oo it gereg istreerd is. In 'no rmale' j aren worde n in Denemarken hooguit enkele 10-tall en exe mplaren gez ien (eg, ac ht in 1989 en 33 in 1988). De ee rste vijf voge ls w erden in de laatste dagen va n augustu s vastgesteld. In september (78) en o ktober (82) w erd en de meeste voge ls gemeld en november en december leverd en all ebei 59 waa rn emingen op. De meeste voge ls we rd en gez ien in het noorden en oosten va n Denemarken, 129- 137 in SjiE ll and en 48-59 in Nordj yll and (Skov et al 1992 ). O p de Faeröer we rd reeds op 20 juni 1990 het vijfde geva l voor deze eil anden vastgesteld , een vondst bij Fuglafjo rdur, Eysturoy (So ren So rensen i n Iitt) . In Duitsland z ijn 12-14 exempl aren vastgesteld, vrij we l all emaa l in de ku ststreek (Peter Barthel in litt). De eerste voge l betrof een ju veni el in augustu s op het wa ddeneil and Nord eroog, Sc hl eswi g-Ho lstein . O p Helgol and w erd en vervolge ns vijf voge ls (minim aa l twee ju venielen) vastgesteld in de tweede helft va n september en de ee rste week va n oktober (Ornith o logische Arbe itsgemein schaft Helgo land 199 1). Eind september werden één mannetje en twee vrouw tj es/ ju ve nielen gez ien in N iedersac hsen, in december ee n vro uwtje in Baden-Württemberg (het meest zuidelij ke geva l), in januari 199 1 een vrou wtj e in No rdrh ein-W estfa len en ein d meibegin juni 199 1 een zeer laat (of vroeg?) mannetje op Helgoland. Tensl otte werd in mei-juni 199 1 een paa rtje waargenomen op de St M atthi as-begraafpl aats in Berlijn . Op 25 mei bl eek dit paa rtje een nest met twee jo ngen te hebben waa rmee het ee rste broedgeva l va n Duitsland

210

(en Mi ddeneuropa) een feit was (F ischer et al 1992) . Met name op gro nd va n de o ngebrui ke lijke locatie ko mt Peter Ba rthel (in litt) tot de co nclu sie dat het hier vermoedelijk twee ontsnapte voge ls betrof. Hoewe l de W itband krui sbek in Dui ts land in redelijke aa ntall en geïmpo rteerd w ordt, lijkt dit aa nvec htbaa r. N aa r mijn menin g is het sa menva ll en van de grootste invas ie va n deze eeuw in Westeuropa met d it unieke broedgeva l te opva ll end om een w il de herkomst in tw ijfel te trekken. Deze opvattin g wordt door Fi sc her et al (1992) gedeeld . In België zijn in 1990 vier geva ll en gemeld . Eén geva l had betrekkin g op ee n mannetj e dat meesta l aa n de Nederl andse zijde va n de grens bij Hooge M ierd e, Noordbraba nt, verbl eef maa r op 29-3 0 november ook af en toe aa n de Be lgisc he zijde bij Rave ls-A rendonk, A ntwerpen, w erd gez ien. Een va ngst va n ee n ee rste kalenderj aa r vro uwtj e vo nd plaats op 5 decembe r te Hoe il aa rt, Brabant. Deze twee geva ll en zij n door het BA HC aa nvaa rd (Geraid Driessens pers meded). Van 23 december tot 5 j anu ari 199 1 ve rbl eve n twee exemplaren, waa rva n éé n mannetje, bij O phain, Brabant. D it geva l is aa nvaa rd door de W aa lse Commission d'homologation (Lafo ntaine et al 199 1) eve nals de waa rn eming va n een mannetj e op 7 o ktobe r 1990 te Robertviii e, Botrange, Luik (Lafo nta ine et al 199 2). Naast het mannetje te Ophain is ook het mannetj e bij Arend onk gefotografeerd (Geraid Dri essens pers meded). Tu ssen 1900 en 1985 wa ren in Vl aa nderen 19 geva ll en vastgesteld, met kl eine invas ies in 1955-56 en 1962-63 (Vl aa mse Av ifaun a Co mmi ss ie 1989) . U it W all o nië zijn uit de vori ge eeuw zes geva ll en bekend (met enkele exe mpl aren in o ktober 1889, aa nsluitend op de invas ie in Nederl and) en uit de 20e eeuw tot 199 0 acht geva ll en (va n negen voge ls) waa ronder vier juve ni ele mannetj es in oktober 1962. Op één na hebben all e Waa lse geva llen betrekkin g op verzamelde exe mpl aren of rin gva ngsten (Paul Herroeien in litt). In Groot- Brittanni ë zijn in 1990-91 minimaal 20 Witbandkruisbekken vastgesteld, goed voor de op één (1987) na grootste in vas ie (Roge rs & Rari ties Committee 199 1-92). Na de eerd er genoemde waa rn emingen va n eind juli en augustu s in O rkn ey (v ijf) en Shetland (v ijf, vervo lgens nog één in septembe r en één in o ktober) vo lgden, ve rgelijkbaa r met de situati e in Nederl and , waa rnemin ge n in zui de lij kere streken, met als meest zuidelijke voge ls twee in Kent (oktober-november en maa rt- april 199 1) en één in Somerset (oktobe r). An dere geva ll en zijn vastgeste ld in


Invasie van Witbandkruisbekken in Nederland en Westeuropa in 7990-97 Devon (oktober), Norfolk (november-me i 1991), Northamptonshire (twee in november-december) en Dumfries and Galioway (april 1991). Op een aanta l van de Britse geval len is nader ingegaan door Harvey (1990) en Harrap & Millington (1991). Door nagekomen meldingen za l het totaa l aanta l geva llen vrijwe l zeker nog verder stijgen (cf Evans 1993). Uit Frankrijk waren deze eeuw vier waarnemingen bekend (Dubois & Yésou 1992). De invasie van 1990 bracht het vijfde geva l (twee vrouwtjes) bij Fleurines, Oise, van 27 j anuari tot 27 februari. Twee andere meldingen werden niet aanvaard (philippe Dubois in litt). In Hongarije werden in 1990 de eerste twee geva ll en vastgeste ld . Het betrof vondsten va n onvolwassen vogels op 12 september te Sátoraljaûjhely en 16 december nabij Biatorbágy. Beide balgen zijn opgenomen in de co ll ectie van het Museum voor Natuurlijke Historie. De soort is op grond van deze waarnemingen door de Hongaarse dwaalgastencommissie opgenomen in de lijst van officieel in Hongarije vastgeste lde soorten (Bankovics 1991). Bespreking Ondanks het kleine aanta l waarnemingen in Nederland is toch een indruk te krijgen van het verloop van de invasie, zeker als ook gekeken wordt naar de situatie elders in Westeuropa. Omdat mag worden aangenomen dat de vogels vanuit het noord-oosten via Fennoscandinavië z ijn aangekomen, is het log isch dat de eerste waarnemingen op eilanden in en rondom de Noordzee gedaan werden (Fa ir Isle, Helgoland, Terschelling). Ook de (vroege) vondsten op de Faeröer en in Den Helder passen in dit beeld. De waarnemingen in Nederland, Duitsland en Groot-Brittann ië in juli-september hadden voor het merendeel betrekking op juveniele vogels. Door de rui naar het eerste winterk leed in juni tot oktober zijn eerstejaars voge ls vanaf november niet meer eenvoud ig als zodan ig te herkennen (Svensson 1992). De ontdekk ing van 'adu lttype' vogels in oktober-december kan dus in principe op voge ls uit dezelfde aankomstgolf betrekking hebben . Vanaf november zijn all e waarnemingen in meer zuide lijke streken en in het binnenland gedaan. Dit geeft aan dat het hier om voge ls kan gaan die eerder z ijn aa ngekomen en z ich ge leidelijk in zuidelijke richting verplaatst hebben. Het ontbreken van vervolgwaarnemingen na september-oktober op de Waddeneil anden en andere kustlocaties ondersteunt deze hypothese, al speelt hier ook de afnemende

waarnemersintensiteit een rol. Anderzijds is zeker niet uitgesloten dat in oktober-november een tweede 'go lf' Witbandkruisbekken is gearriveerd met (voorname lijk) adu lte vogels, die sne ller doordrong tot zu idelijkere locaties. Het feit dat in die periode een tweede trekgolf van Kruisbekken werd ges ignaleerd en dat de eveneens in 1990 optredende invas ie van Grote Kruisbekken in Westeuropa pas in oktober-november goed op ga ng kwam (cf van den Berg 1993, Bert de Bruin pers meded) toont aan dat er in die maanden nog volop beweging vanu it het noorden was. Wanneer ee nm aa l een goede stek gevonden was, konden de Witbandkruisbekken langdurig op één locatie blijven pleisteren, getu ige de waarnemingen in Noordbrabant en Utrecht! Noordholland. Cruciaa l bij de plaatskeuze voor Witbandkruisbekken is de aanwez igheid van lariksen. Door hun, in verhouding tot andere soorten kruisbekken, kleine snavel, kunnen Witbandkruisbekken de fijne lariks-kege ls het beste benutten. Voorzover de Witbandkruisbekken zich weer hebben teruggetrokken uit Nederland, is dit onopgemerkt verlopen, in samenhang met het langzaam verdwijnen van de meeste Kruisbekken (en Grote Kruisbekken), begin 1991. De enige 'nieuwe' waarneming in 1991, bij Beekbergen , is te karakteriseren als een toevalstreffer. Determinatie De meerderheid van de in Nederland waargenomen voge ls leverde weinig of geen determinatieproblemen op . Problemen kunnen vooral optreden bij het onderscheid tussen Witbandkruisbekken met zwaar gesleten of zwak ontwikkelde vleugelbanden (vooral bij jonge voge ls) en Kruisbekken met opva ll ende lichte toppen aan de vleugeldekveren en de tertials (cf van den Berg & Blankert 1980, Berthold & Schenker 1982, Lewington et al 1991, Harrap & Millington 1991, Svensson 1992). Svensson (1991) heeft aangegeven dat de 'angst' voor Kruisbekken met lichte randen wellicht overdreven wordt en kan leiden tot een te grote terughoudendheid bij het determineren van Witbandkruisbekken. In Harrap & Millington (1991) worden twee mannetjes beschreven en afgebeeld die beide aanva nkelijk niet als Witbandkruisbek werden gedeterm ineerd va nwege de niet geheel juiste vorm en kleur van de vleugelbanden en tertia ltoppen. Svensson (1991) noemt beide vogels echter overtuigende Witbandkruisbekken vanwege de breedte van de witte banden en de vorm van de tertialtoppen (twee witte vlekken

211


In vasie van Witbandkruisbekken in Nederland en Westeuropa in 1990-91

aan weersz ijden van een donkere centra le schachtstreep met hoogu it een sma ll e verbi nding, bij Kruisbek een vrijwe l ove r de gehele lengte even sma l randje langs de gehele veertop). De comb in atie van twee brede, sikkelvorm ige, zu iver witte vleugelbanden (de bovenste kort en van buiten naar binnen sma ll er wordend , de onderste langer en van buiten naa r binnen breder wordend) en de opva ll ende 'gesp leten' w itte toppen aa n de tertials boden in de meeste Nederlandse geva ll en vo ldoende zekerh eid voo r determinatie als Witbandkruisbek. Bij sommige voge ls werd ook de ve rge leken met Kruisbek fijnere snave l en het iets kleinere formaat vastgeste ld . Bij enke le vrouwtjes was het vrij zwaa r gestreepte, overwegend grij ze verenk leed met verhoudingsgew ij s we ini g groen of geel (behalve op de stuit) opva ll end . In de besc hrijvi ng van het vrouwtj e va n Baarn wordt meld ing gemaakt va n de in verhoud ing tot Kruisbek lange re staa rt. Het dode mannetje va n Dalfsen was een exemp laa r 'vo lge ns het boekje' en vertoonde duidelijk de van de Kruisbek afw ijkende, meer roze-rode kleur. Dit kleurverschil werd ook bij Hooge Mierde en Baarn vastgeste ld. Van het mannetje bij Baarn werd op 11 november het karakteristieke Barmsijs Carduelis flammea-achtige djip djip gehoord (Max Ber lijn pers meded). De volge nde dag werd van deze lfde voge l in v lu c ht een trompet-achtig puuh gehoord (Paul KnolIe pers meded). De voge l van Terschelling riep een 'keffend en schrapend' tjef tjef Problemen bij de determinatie traden op bij de voge l va n Den Helder en het niet-aanvaarde mannetje van Beekbergen. De vond st in Den Helder betrof een juveniele voge l (va nwege de sp itse staa rtpen nen) met small e witte v leuge lbande n die aanvankelijk reeds als Witbandkruisbek we rd gedeterm ineerd. Bij nader onderzoek bleken de kenmerken in het verenkl eed een Kruisbek met li chte vleuge lstrepen echter niet uit te sluiten. Uiteindelijk gaven de structurele kenmerken toch de doorslag ten gun ste va n Witbandkruisbek. De verhouding va n v leuge ll engte (95 mm) gedee ld door staartlengte (68 mm) bedroeg 1.40. Deze verhoudin g past op Witbandkruisbek (va ri ërend va n 1.39-1.66, L I bifasciata) en zeker niet op Kruisbek (1.64-1.79, L ecurvirostra, Arnoud van den Berg in litt, cf Svensson 1992). De snavell engte (1 7 mm) past beter op Witbandkruisbek (16.0-1 8.0 mm) maar sluit Kruisbek net ni et uit (vrouwtje 17.0-1 9.7 mm, mannetje 17.9-2 1. 2 mm, cf Svensson 1992) . Of de sma ll e li chte banden te w ijten waren aa n sleet of individ uele vari atie is niet

2 12

goed te bepalen . De kans dat deze voge l in het veld met zekerh eid te dete rmin eren zou zijn geweest moet vrij we l uitges loten worden geacht. Het mannetje bi j Beekbergen bevond zich in een groepje van enkele Kruisbekken en een (aa nvaa rd ) vrouwtj e Witbandkruisbek. Het vrouwtje vertoonde brede witte vleuge lbanden met de voor Witbandkruisbek karakte ri stieke sikke lvo rm. De bovenste vleuge l band was ec hter zwak ontwikkeld en de li chte tertia ltoppe n ontbraken gehee l, waarsc hijnlijk door sleet. Het vrouwtje vertoonde sterke overeenkomst met de afbeelding in Harvey (1990) van een vrouwtj e op Fa ir Isle in juli 1990. Het mannetje vertoonde alleen een smalle, zu iver witte, onderste v leuge l band (op de grote dekveren). De bovenste vleuge l band (op de middelste dekveren) en de li chte tertialtoppen ontbraken vrij wel vo ll ed ig. De onderste vleugelband was niet zu iver sikkelvorm ig. Aa n één zijde bestond de band uit sma ll e li chte randjes op de buitenste drie dekveren en een vrij abrupte overga ng naar bredere randen aan de meer naa r binnen ge legen dekveren ; aa n de andere zijde I iep het w it op vier dekveren door alvorens te verbreden (pers obs). Op grond van het verenkleed is de voge l naa r het oord eel va n de CDNA ni et met vo ldoende zekerhe id te onderscheiden va n een afw ijkende Kruisbek met li chte randen aan de dekveren. De aanwez ighe id va n het aa n de tertials zwaar ges leten vrouwtje suggereert dat het wel een (zwaa r ges lete n) Witbandkrui sbek betrof. Ook het zu ivere w it va n de vleuge lband pleit hi ervoor omdat de lic hte randen bij de Kruisbek niet zui ver w it maar vui lw it of li chtroze zijn. Daarnaast zou een Kruisbek met ongebruikelijk w itte en brede veerranden waarschijnlijk ni et in onges leten kleed zijn en deze li chte randen dus ook prom inenter aan de middelste dekveren en tertia ls moeten tonen. De vogel van de Faeröer op 20 juni 1990 leverd e va n alle Europese geva ll en we il icht de meeste hoofdbrekens op. Tijdens een influx van Kruisbekken werd en de koppen gevonden va n dri e vogels d ie door een kat wa ren opgegeten. Eén va n de koppen bleek op grond van de vo lgende maten, culmen 17.0 mm, snave ldi epte 10.1 mm (bij Witbandkruisbek 9.4-10.8 mm, bij Kruisbek 10.0-1 2.3 mm) en snave l plus schede l 35.5 mm (b ij Kruisbek 37-42 mm), niet van een Kruisbek maa r van een Witbandkruisbek te zijn en is als zoda ni g door de Deense dwaa lgastencommi ss ie aanvaa rd (S0ren S0rensen in li tt, cf Svensson 1992).


In vasie van W itbandkru isbekken in Nederland en Westeuropa in 1990-91

Andere kruisbekken Met uitzonder in g va n de in de inl eiding genoemde invas ie in Shetland in augustus 1987, va ll en invasies va n Witbandkruisbekken in Westeuropa altijd sa men met in vas ies van Kruisbekken. De invasie van 1990-91 vormde op deze rege l geen uitzondering. Ook de ze ldzame invasies van Grote Kruisbekken gaa n meesta l gepaard met in vas ies van Kru isbekken. De vor ige in vas ies van Grote Kru isbekken vonden plaats in 1962 en 1982-83 (Dymond et al 1990, Schekkerman 1985). In het winterhalfjaar van 1982-83 werd en in Nederland c 230 Grote Kru isbekke n vastgeste ld (tegenove r slechts 11 tussen 1900 en 1982). In 1990 werd na 'aa nl oop-me ld ingen' in jul i-september (die tot nu toe geen va n all e aa nvaard werden) in oktobe r du ide lijk dat Nederl and (en Westeuropa) op nieuw te maken had met een in vas ie van Grote Kruisbekken. In Nederland z ijn de aanta ll en va n 1982-83 ove rtroffen; tot nu toe z ijn door de CDNA c 330 exemp laren aa nvaa rd (van den Berg et al 1993). Schattingen van het werkel ij k aa nwez ige aanta l Grote Kruisbekken bedragen soms vee lvouden va n d it getal. In verge lij king met de vorige in vasie is opva ll end dat sprake was va n een grotere geografische sp rei din g en meer binnen land-waa rn emin ge n (Bert de Bru in pers meded). Hierm ee ontstond een situatie d ie ni et ee rd er in Westeuropa was voorgekomen: het sa menva ll en van in vas ies va n drie soorten kru isbekken. O ndanks het over lappe n va n de broedgeb ieden is het, door de versch ill en in voedse l keuze, niet vanze lfsp rekend dat in vas ies tege lij kertijd optreden. Of het sa menvall en in 1990 is toe te schrijven aa n een gemeenschappe lijke oorzaak of slechts aa n ee n un iek toeva l is op dit moment niet duidel ijk.

Dankzegging Ik dank Peter Barthe l, Arnoud va n den Berg, Max Berlijn, Pieter Bison, Bert de Bruin, Ro lf de By, Ca rl Derks, Gerald Driessens, Ph ili ppe Dubois, Erwin Goutbeek, Paul Herroe len, Jaap van 't Hof, Paul Kno lI e, Gerald O ree l, Kris De Rouck, S0ren S0rensen, Gerard Ste inhaus, Mark Van herck en Lammert va n der Veen voor hun hulp bij het sc hrijven van dit artikel of het beschikbaar stellen va n fotomateriaa l.

Summary INVASION OF TWO-BARRED CROSSBlllS IN THE NETHERLANDS AND WESTERN EUROPE IN 1990-91 In th e autumn of 1990 and the subseq uent wi nter, relative ly large numbers of Two-barred Crossbi ll s Loxia leucoptera were recorded

in the Netherlands and other co un tri es in western Europe. The first Dutch record concerned a ju veni le in A ugust, fo ll owed by a dead juven ile in the first week of September. Up to 10 bi rds we re discovered inl and at the end of October and in November, some of them stavin g into 1991, including a group of seven b ird s near the Belgian border. In 1991, the on ly new bird was a fema le in Apr il , accompan ied by an unidentified male . In tota l, 13 different ind ividu als have been accepted by the Dutch rarities committee. More birds we re reported but have not (yet) been subm itted or accepted. Th is invasion was the largest 20th centu ry influx in the Netherl and s. Between 1900 and 1990 onl y seven records, all of single birds, have been accepted. In the 19th century, one bi rd was co llected in 1884 and a major invasion took place in September 1889 w hen 32 bird s were observed or co llected (three birds sti ll remain in Dutch co ll ections) . The large in vas ion of 1990-91 was noted in many European countries. In Sweden (c 2300) and Denmark (252 -283), the hi ghest co unts ever were reported . The fifth reco rd for the Faroe Island s was on 20 june 1990 (identified by measurements of bill and sku ll onl y, the rest being eaten by a cat). In Britain, at least 20 birds we re recorded between jul y 1990 (severa l birds on Fa ir Isle, Shetl and) and May 1991, including a few longstaving in div iduals and records so uth to Kent and Somerset. In Germany, 12-14 bird s have been recorded, including five birds on Helgoland in SeptemberOctober and the first German breedi ng record, in Berlin in May-june 1991. In Belgium, four records, tota ll ing five birds, have been repo rted, includin g one bird also observed on the Dutch si de of the border. In France, the fifth record (two fema les) for th is century was accepted. In Hungary, two juven il e birds we re found dead, constitutin g the first accepted records. The records from the Netherl ands and ot her western European co untries indicate th at the first Two-barred Crossb ill s arrived in jul y-August, together w ith large numbers of Common Crossbill s L curvirostra, mostlyo n island s surro unding th e North Sea and includ ing many ju ve nile b ird s. Other birds we re discovered from the end of October in more southerl y locations and often inland. These records could refer to birds th at had arri ved ea rl ier and had moved slow ly so uth ward. O n the other hand, a second arri va l peak of Common Crossbi ll s (together w ith large numbers of Parrot Crossbill s L pytyopsittacus) occ urred in October-November and may we il have been accompan ied by 'new' (ad ultp lumaged) Two-ba rred Crossbill s. A ll Two-barred Crossb ill s from November onwards we re obse rved in groups of Common Crossb ill s and, at least in the Netherlands, showed a preference for larches. The identifi cat ion of most Dutch b irds was fa irly straightfo rwa rd because of broad w hite w ing-bars and w hi te tert ial-tips. A few ma les we re more p inkish-red th an Common Crossbill. Some fema le-type bi rd s we re noted to be very grey and heav il y streaked, w ithout any obv ious green or ye ll ow, ex cept for the contrasting ly ye ll ow ru mp. Identificati on problems were caused by

213


In vasie va n Witbandkruisbekken in Nederland en Westeuropa in 1990-9 1 th e ju ve nil e bird in Septem be r, w hi ch showed o nl y ve ry thin pa le w ing-bars. Thi s bird was identified by th e w in g to tail ratio of 1.40, matc hing the lowe r end of the ra nge fo r Two- barred Crossb ill and bein g too lo ngta il ed for Com mon Crossb ill. Thi s bird wo uld have been alm ost imposs ibl e to id enti fy in the fi eld . A nother probl em bird was a male in April , w hi ch has bee n rejected by th e Du tc h rariti es co mmittee. Thi s bird showed ve ry small w in g-bars and lacked pale te rtialtip s. Th e w in g-bars, however, we re pure w hi te and may have bee n heav il y wo rn (as indi ca ted by th e acco mpa ny in g female Two-ba rred Cross bill w ith co mplete ly wo rn -off terti al-tips), suggestin g th at thi s bird was also a Two-barred Crossbill. The most rem arkabl e characters of the 1990-9 1 invas ion to western Europe we re th e large number of birds (a nd coun tri es) in vo lved and the combin ati o n of in vas io ns of th ree crossb ill spec ies.

Verwijzingen Ba nkov ics, A 199 1. Two-barred Cross bill (Loxia leucoptera Gm, 1788) in Hunga ry. Aquil a 98: 188. va n den Berg, A B 1993 . Lij st va n Nederl andse voge lsoo rten 1993. Santpoo rt-Z ui d . va n den Berg, A B & Bl ankert, J J 198 0. Crossb ill s Loxia curviros tra w ith pro min ent do ubl e w in gbar. D utch Birding 2 : 33-36. va n den Berg, A B, de By, R & CD NA 1992 -93 . Rare bird s in the Neth erl and s in 199 0-9 1. Dutch Birding 14: 73 -90; 15 : 145-1 59 . Bertho ld, P & Schl enker, R 1982 . Cross bill s w ith pale w ing-bars: a bri ef review . Du tc h Birdin g 4 : 100-1 02 . Blanke rt, J j, Sc harringa, C J G & C D NA 1986 . Rare bird s in the Netherl and s in 198 4. Dutch Birdin g 8 : 12 1-1 25 . Blanke rt, J j, de By, R A & CD NA 1988 . Rare bird s in th e Netherl ands in 1987. Dutch Birding 10: 167-

177 . Bo nd, J 1985. Bird s of the W est Indi es. Vijfde druk. Lo nden. Braz il , M A 199 1. The bird s of Japan. Lo nd en. va n der Burg, E, va n Do ngen R M en de Rou w, P W W 199 1. Recente meldingen. Dutch Birdin g 13: 33 -37. Du bo is, P J & Yéso u, P 1992 . Les o isea ux rares en France. Chabaud.

Dymond, J N, Fraser, P A & Ga ntl ett, S J M 199 0. Rare bird s in Britain and Ireland . Ca lto n. Eva ns, L G R 1993 . Rare bird s in Britain in 1992 . A mersham. Eykm an, C, Hens, P A & va n Heurn, F C 1936-49. De Nederl and sc he voge ls 1-3. Wage nin gen. Fi sc her, S, M auersberger, G, Schi elzeth , H & Witt, K 1992. Erster Brutn ac hwe is des Bind enkreuzsc hn abels (Loxia leucoptera) in Mitteleuropa. J O rni thol 133: 197-202 . Harrap, S & Millington , R 199 1. Identifica tion fo rum: Two- barred Crossbill. Bird in g W o rld 4: 55-59 . Harri so n, C 1982 . An atl as of the bird s of th e W estern Palea rcti c. Lo nd en. Harvey, P 1990. Two-barred Cross bill s in the Northern Isles . Birding World: 226-227. Howa rd , R & M oo re, A 199 1. A co mpl ete checkli st of th e bird s of th e wo rld. Derde druk. Lo nd en. Lafo ntain e, D, Lafontain e, R M & va n der Eist, D 1991 , 1992 . Rappo rt de la Co mmi ss io n d' ho mo logation. Année 199 0, 1991. Aves 28: 141 -150; 29 : 95- 104 . Lew in gto n, I, A iström , P, & Co lsto n, C 199 1. A fi eld guide to the rare bird s of Britain and Euro pe. Londen. O rnith o log isc her Arbe itsgemein sc haft Helgo land 199 1. O rnith o l Jahrber Helgoland 1: 5-4 5. Roge rs, M J & Rariti es Co mmittee 199 1, 1992 . Report on rare bi rds in Grea t Bri ta in in 199 0, 199 1. Br Bird s 84 : 44 9-505; 85 : 507- 55 4 . Schekkerm an, H 1986. In vas ie va n Grote Krui sbek in Nederl and in 1982/83 . Dutch Birding 8: 89-97 . Skov, H, Munk, M , Chri stensen, R, Lindball e, P & Smid t, J 1992 . Fugle i Da nmark 1990 . Ársrapport ove r observati o ner. Dan O rnitho l Fo ren Tid ss kr 86 : 209-2 4 3. SO VO N 199 1. Hoera Krui sbekken. SOVO N Nieuws br 3 (4): 9 . Svensso n, L 199 1. Forum res pon se : cross bi 11 identificati o n. Birdin g World 4 : 349-352 . Sve nsso n, L 1992. Identifica ti on guide to Euro pea n passe rin es. V ierde druk. Stockh o lm. Tyrberg, T 1991. Fage lrappo rt fö r 199 0. Va r Fage lvä rld 50: 27-6 1. Vl aa mse Av ifauna Co mmi ss ie 1989 . Voge ls in Vl aa nderen, voorko men en verspreiding. Bo rn em.

Enno 8 Ebels, Lessinglaan 7-2, 3533 AM Utrecht, Nederland

214


Mededelingen _ __ _ _ _ __ _ Morphology and distribution of Socotra Cormorant in Saudi Arabia Socotra Cormorant Phalacrocorax nigrogularis is an endemic species of the Arabian Gulf, the Arabian Sea and the Gulf of Aden. Compared with Great Cormorant P carbo, the on ly other corm orant that occurs within its range, it has a slimmer head with a longer, more slender bill with a much sma ll er hook at the tip of the upper mand ibie and a longer thinner neck. It also has a shorter, more wedge-shaped tail and shorter narrower w ings. In flight, Great Cormorant looks much heavier and less elegant than Socotra Cormorant w hi ch in size and jizz resembles more the Mediterranean subspec ies of Shag P aristotelis desmarestii. Several authors have indi cated Cape Cormorant P capensis from southern Africa to be its closest relative (eg, Archer 1937, Ripley & Bond 1966, Ga ll agher & Woodcock 1980, Siegel-Causey 1988). In the breeding season, the freshly moulted adults are black, w ith the exception of a sha rpl y defined yel lowish line along the edge of the lower mandible and tiny w hite filoplumes, espec iall y on the head, neck, lower back and rump. In some birds, these plumes form dense white tufts reaching even bevond the ear-coverts. These white tufts are only present for a short time before and during the initi al part of the breeding season and disappear very quickly, often before the eggs are laid. Conseq uently, very few birds with tufts may be found in an active breeding co lony. The amount of filoplumes varies between birds and is, probably, age and sex related, being most prom inent in o lder males. Under good light conditions, the upperparts, with the exception of the lower back and rump, show a green-and-purp le gloss and a dull blackish central subtermina l dot on each feather-tip but this pattern is only visible at short range. The iris is green. The legs, feet, bare facia l skin and gu lar pouch are blackish-grey although the latter can show a dark green ish hue in some birds. As the breeding season proceeds, the filoplumes disappear but some, especia ll y around the neck, stay throughout the year. At a later stage, the worn plumage looses most of its gloss and becomes brownish-black. Very old, worn remiges might [Outeh Birdins 75: 275路224, oktober 7993[

even become buffish-brown . There are no sexua l differences in plumage but the sexes differ in body dimensions; although there is some overlap, males are sign ifi cantly larger than females (Ke ijl & Symens in press). Juven il e birds are eas il y separab le from adu lts. They are grey ish-brown on the head, back and rump. In some very young birds, the forehead can be contrasti ng greyish-white. There is a variab le amount of narrow buffish feather-edges on the upperparts, especia ll y on the hindneck, sides of neck and back. The scapulars, median and greater wing-coverts are paler brownish-grey, with dark brown shaft-streaks and with contrasting broad whitish or buffish edges. In very young birds, the edges of these coverts form two narrow w ing-bars. In contrast, the lesser coverts o n the innerwing are darker, of the same brown as that of the upperparts, with a sma ll er amount of buffish edges, w hi ch can be complete ly absent in some birds. The remiges and rectrices are uniform brownish-black, w ith contrasting pale shafts in the rectr ices. The lower breast and bell y are mostly pure white but can vary a lot in colour; in some bi rds, they can be 51ightly grey or even complete ly brownish-grey . In most b ird s, the undertail-coverts are grey ish-brown with broad wh iti sh edges but sometimes these are pure white. The flanks and thighs are brown and on ly vague ly demarcated from the other underparts. Most thigh-feathers have pale edges. The foreneck starts off in the same colour as the head but becomes paler with w ider pale feather-edges towards the breast. In nearly all juveniles, greyish and brownish feathers of the upperbreast form a narrow vague ly demarcated breast-band . The ax ill aries and underwing-coverts are very dark brown, al most black, contrasting with the other underparts. The iris is greyish-blue (contra Cramp & Simmons 1977). The bare facia l sk in is variably pinkish to blui sh-grey. The gu lar pouch is of a simil ar co lour, becoming ye llow ish towards the ch in . The amou nt of ye ll ow is variabie, in creasing with age, and in immatures the whole gu lar pouch can become yellow . The gape is ye llowish. The upper mandible is dark grey with a pa Ier pinkish edge. The lower mandible is pinkish with a dark grey edge, becoming ye ll owish towards the gape. Legs and feet are grey ish-pink. Juvenile birds start their first body moult soon after fledg-

215


Mededel ingen

143 Socotra AĂ lsc ho lve r / A rab isc he Aalscholver Phalacrocorax nigrogularis, ju ven il e, Abu Ali, Sa udi Arab ia, 19 April 1991 (Arnoud B van den Berg) 144 Socotra Cormorant / Arabische Aalscholver Phalacrocorax nigrogularis, adu lt, Judhaym, Saudi Arab ia, December 1992 (Ma tthias Wem er) 145 Socotra Cormorants / A rab isc he Aa lsc holvers Phalacrocorax nigrogularis, ju ve nil es, Judhaym, Saudi A rabia, December 1992 (Peter Symens)

216


Mededelingen in g and th e first prim ary moult may start already at an age of about six months (Keijl & Symens in press). Imm ature birds are variab ie in plumage as th ey grad uall y moult into ad ult plum age. Th ey can be sepa rated from juvenil e bird s by the ir green iris (contra Cramp & Sim mons 1977), darker b ill , legs and feet, more ye ll ow on th e pouch, less and pa ler feather-edges o n the upperparts, darker brownish underpa rts usu all y ad mi xed w ith many grey feath ers, and a va ria bie amount of blackish spotting o n the breast and mantie. Th ey moult into adult plumage in the ir th ird ca lender-yea r (Keij l & Symens in press) but juvenil e-like feathers m ight sti 11 be prese nt for another yea r, espec iall y o n th e underparts . At present, the largest breedin g co lonies are found o n a few is lands in the southe rn Arab ian Gu lt, from th e Gu lf of Sa lwah between Sa udi Arab ia, Bahra in and Qatar in the west, to the United Arab Em irates in the so uth and th e Stra its of Hormu z in th e east. A small er, poss ibly di sjunct popul ation may still breed on islets off Dhofar, Aden and Socotra (Ba il ey 1966, Ga llagher et al 1984, Harri son 1985) . Co lon izatio n of th e A rab ian Gu lf appea rs to have occu rred from the northern Indian Ocean. Poss ibly, the spec ies had its origin in thi s area, though in v iew of the considerab le flu ctuatio ns in size of th e A rabi an Gu lf before th e Pleistocene era and its intermittent ava il ab ility as a marin e refu ge, it seems more likely that the exact centre of origin was th e southern Red Sea (B undy et al 1989) where at present it is on ly kn own as a vagra nt (Brooks et al 1987) . A long the Red Sea coast of Saud i Arab ia, th ere is on ly one reco rd , of a group of 11 at Yanbu al Sinaiya h on 3 1 Ma rch 1986 (J ennings 1986). In thi s context, it is also worth mentioning th at an ad ult Socotra Cormo rant, labe lled as Great Cormorant but without date or location, is prese nt in the marin e biologica l station of Hurghada, Egypt (R Kin ze lbac h and M W ern er pers comm). In th e Arab ian G ult, breeding takes place from September to M arch (pers obs, co ntra Meinertzhagen 1954). In the centre of its distribution range, breeding colon ies may consist of 10 000 to 25 000 pai rs or more. Du e to the in access ibility of th ese co lon ies, very little is known about th e breed ing eco logy of the spec ies and popul ation estim ates are sca rce. Afte r th e breed ing seaso n, th e bi rd s disperse but th e extent of the movements is largely unkn own (C ramp & Simmons 1977) . From mid-December to late September, fl ocks of a few indiv iduals up to severa l 10005 ca n be seen along the northern

Saud i Arabia n coast. Observations nea r ju bai l, c 200 km north of th e breedin g co loni es, showed that ju venil e birds arr ive in the area first, fo li owed 1 month to 6 weeks later by larger flocks of adults. A few imm ature birds remain in this area dur in g the breed ing season. Further north, in Kuwait, Socotra Cormo rants are seen from February onwards (C layto n 1983) and are present until Octo ber (C ramp & Simmo ns 1977). Throughout the year, the spec ies is hi ghl y grega riou s and forms large feed ing congregatio ns of up to several 10005 birds. Th ey can be see n fly ing in characteri sti c lo ng, single-lined o r V-shaped ske in s (contra M einertz hagen 1954). A lthough it has been described as a plunge diver (Bundy et al 1989), o ur observations showed that d iv ing fro m the surface is the most freq uen tl y used hunting tec hnique. At present, Socotra Corm o rant is still abund ant w ithin its very restri cted range. Nevertheless, th ere are on ly a few important breed ing co loni es. Th ese are nowadays subj ect to increas ing human d isturbance. Some suitable breeding is land s have bee n deserted altogeth er. Whereas th e tota l breeding popul ation on the islands judh aym (25:29 N, 50:25 E) and Za khnuni ya h (25:33 N, 50: 19 E), th e two largest co lonies in Saudi Arabia, was estim ated to be more than 50 000 pa irs in 198 1 (Ga ll agher et al 1984), a survey in j anuary 1992 found on ly 9600 breed ing pairs, w ith the co lony of Zakhnu ni yah, the largest breed ing site in 1981, be in g totall y deserted and lack ing any sign of breedin g in the recent past (Symens et al in press). In Saud i Arabia, Socotra Cormorants nowadays breed o nl y in two other, mu ch smaller colo ni es: on Unayb ir Island in th e sou th (2 4 :55 N, 50:44 E) (1000 pairs in 198 1, Ga ll agher et al 198 4 ; 128 bird s on fres h eggs, w ith another 1000 adults and at least 500 rece ntl y fl edged juven il es prese nt on the island in j anu ary 1993, Syme ns et al in press), and Kurayn Island in the north (27:39 N, 49:50 E) (150 nests in 1980, Bundy et al 1989; c 60 nests in 199 1-92, Symens et al in press). Fo rm erl y, it also bred on AI- 'Arab iya h in the no rth as we il (27:46 N, 50: 12 E) (25 0 nests in 1938, Bundy et al 1989) but thi s site has been abandoned si nce th e co nstru ction of a coastguard station on th is island in th e 19705. Li v in g amidst th e most important o il transportatio n routes in th e wor ld, in a reg ion characteri zed by o ne of th e wor/d 's hi ghest popul ati o n growth rates and by rapidl y in creas ing commerc ial fisheri es, urgent action has to be taken to effectively proteet this hi ghl y vul nerable spec ies. 2 17


Mededelingen References A rcher, G F 1937. The birds of Britis h Somalil and and the Gulf of Ade n 1. Londo n. Bailey, R 5 1966. The sea-b irds of the sou theast coast of A rab ia. Ibi s 108 : 224-264. Brooks, D J, Evans, M I, Martin s, R P & Porter, R F 1987. The statu s of b irds in North Ve men and the records of the OSME expediti o n in autumn 1985. Sandgrouse 9: 4-66. Bundy, G, Co nn or, R J & Harrison, C J 0 1989. Bird s of the Eastern Prov in ce of Sa ud i Arabia. London. Clayton, D 1983. Kuwait's Natu ral Hi story. Kuwa it. Cramp, 5 & Simmons, K E L 1977. Th e birds of the Western Pa lea rctic 1. Oxford. Ga ll ag her, M D & Woodcock, M W 1980. The birds of

Oma n. London . Harri son, P 1985. Seab irds: an identificati on guid e. Beckenham. Jennin gs, M C 1986. Recent reports. Phoenix 3 : 4-5 . Keijl , G 0 & Symens, P in press. Biometry and moult of the Socotra Co rmora nt Phalacrocorax nigrogularis. San dgrouse. Meinertzhagen, R 1954. Birds of Arabia. Edinburgh. Ripley, 5 D & Bond, G M 1966. The b ird s of Socotra and Abd-e l-Kuri . Sm ith son M isc Co ll 151: 1-37. Siege l-Causey, D 1988. Phylogeny of the Pha lacrocorac idae. Condor 90: 885-905. Symens, P, Werner, M & Suh aiba ni , A in press. Interesting sites for breeding birds in Arabia: Judhaym island. Phoeni x.

Peter Symens, c/o Wildlife Sanctuary for the Gulf Region, PO Box 1107 1, jubail 3 196 1, Saudi Arabia Arnoud B van den Berg, Ouinlustparkweg 98, 2082 EG Santpoort-Zuid, Netherlands Guido 0 Kei}I, Stephensonstraat 15/1, 1097 BA Amsterdam, Netherlands

Blonde Ruiter in Lauwersmeer in juni 1993 Op 12 juni 1993 begeleidden Paul Kno ll e en Bernadette Balten enkele lede n va n de Twentse Voge l werkgroep tijdens een excursie naa r het Lauwersmeergebied. Er werd intensi ef gezoc ht naar leuke soorten, voora l voor de respectievelijk 15- en 12-j ari ge Gee rt en Peter Meutstege. Hoewel deze aa nstormende talenten al mooie 'ticks' als Kroo neend Netta rufin a, Grauwe Kiekendief Circus pygargus en Noordse Stern Sterna paradisaea hadden beleefd, zocht PK - op zoek naar méér - omstreeks 15 :30 met de kijker de Bandpolder, Fries land, ten westen va n Lauwersoog af, ter hoogte van hectometerpaa l 3.2. In het gras bij ee n betonnen waterput op c 300 m afstand ontdekte hij een so litair foeragerende steltl oper die op de rug gezien we l iets weg had van een, we liswaa r kl eine, Goudpl ev ier Pluvialis aprica ria. Hij pakte de telescoop en ze i: 'Jonge ns, hi er is een nieuwe soort voor jullie'. Maar het sc herpste llen van de telescoop had een schokje tot gevo lg: dit was abso lu ut geen plev ier! Aan de ande re kant zouden het oge nsc hijnlijk kl ein e formaat, de rond aa ndoende kop, de zo te zien korte snave l, de o ranjegele poten, het foerageerged ra g en de houdin g wel erg afwijkend zijn voor een Kemphaan Philomachus pugnax. De medede lin g 'A ls dit een Kemphaan is, heb ik nog noo it ee n Kemphaan gez ien die zo op ee n Blonde Ruiter leek' maakte de aa nwez igen, voora l de meer ervaren BB, opva ll end onrustig. O md at de 218

ste ltl oper vaak langdurig in een greppe l of tussen de d istels verb leef èn omdat de meegenomen appa ratuur voor de grote afstand o ntoereikend was, kon de vogel zich tergend lang aan zekere dete rmin atie onttrekken. Wij vonden het geva l echter alarm erend genoeg om voge laars in de buurt te vragen met betere te lescope n te komen meek ijken . In de Lauwersmeer troffen w ij, terw ijl w ij de exc ursie snel afs loten, Re ini Hofka mp, Siep Luinenburg en Koert Scho lten aa n. Ook de te lefoni sc h gewaarsc huwde Bert, Iwe en Sybrand de Bru in waren snel ter plaatse. Gezamenlijk konden w ij steeds meer details aa n de nog altijd ver weg lopende voge l aflezen. Kort voor 18:00 wa ren er redenen genoeg om de voge l als ad ulte Blonde Ruiter Tryngites subruficollis landelijk te melden. 's Avonds, toen deze Amerikaanse dwaa lgast tens lotte tot op 100 m kwam, werd hij nog gez ien door c 30 voge laa rs en op 13 juni door zeker 80. De Blonde Ruiter, de eerste twitchbare sinds augustus 1986 (Li sse, Zu idholland ) werd voor het laatst gezien op 17 juni . Voor Geert en Peter Meutstege was het inderdaad een ni euwe soort! De volgende besc hrij vi ng werd opgeste ld door PK, BB, BdB en SdB . Omdat de voge l in afges loten terrein verb leef, steeds op geruim e afstand va n de openba re weg, restte de fotografen niet meer dan het maken va n een aa ntal 'bew ij sp laatjes' d ie weinig kunn en toevoegen aa n de beschrijvin g. GROOTTE & BOUW Kleine ste ltloper met vrij lange poten, korte sp itse snavel en vrij ronde kop met steil


Mededelingen voo rh oofd . In directe ve rgeli jking met Spreeuw Sturnus vu lgaris iets kleiner of hoogstens eve n groot; beduidend kleiner dan mannetje Kemphaa n. Handpenprojecti e du idelijk maar niet groot. V leugelpunt net voo rbij staart stekend, tertials niet tot staarteind reikend. Tibi a du idelijk korter dan tarsus. KO P Voo rhoofd , kruin en achterh oofd diep zeemkleuri g met smalle donkere lengtestreepjes (bestaand uit losse v lekj es), 'l Is donker petj e, op achterhoofd sa menkomend en in nek overgaa nd in smal donker li jntje tot aa n mantel, herinn erend aa n w interk leed Ku ifduiker Podiceps auritus of G rauwe Franjepoot Phalaropus lobatus. Rest va n kop zeem kleurig en ongetekend. Rondom oog sma l w itachtig ri ngetje, waa rdoor oog duideli jk vrijstaa nd; hierdoor 'vriendelij ke' gez ichtsuitdrukk ing. Kin lichter dan rest va n kop . BOVENDE LE N M antel als petj e maar gro ve r getekend en met zwaa rdere zwa rtachti ge streping. Rug met ze lfde patroon. Door grotere ve ren un iform zwa rte vee rce ntra met brede zeemkleuri ge rand zichtbaar. Schouderve ren weer groter met ze lfde tekening. In z it sc houd erve ren vrij we l gehele v leugel bedekkend waa rdoor vleugeldekveren niet goed z ichtbaar. Tert ials als sc houderve ren maar zowe l ce ntra als randen iets bleker, net als z ichtbare vleugeldekveren . Stuit en staa rt un iform bruinachtig met donkere streepjes; in vlucht iets lichtere rand aa n stuit en staa rt z ichtbaa r maa r geen du idel ijke w itte te kening als bij Kemph aa n. ONDE RDEL EN Zeemkleuri g, iets minder intens dan kop, doorlopend tot net voo rbij poten en ove rgaand in w itte onderstaartdekveren. Tu sse n poten zeemkleur iets verder doorl opend. O nderde len voora l op borst licht geschubd door iets l ichtere veerranden, all een onder goede omstand igheden z ichtbaa r. Op z ijborst, ju ist boven vleugelboeg, co nce ntratie van kleine zwa rte vlekj es, als donkere uitl oper (' los hangende sjaa l') van mantel naar bo rst. In inh am tu ssen co nce ntratie va n v lekj es en vleugelboeg nog enkele ve rspreide donkere v lekj es, iets doo rl opend naa r midd enborst. V LEUGE L O ndervleugel zeer l icht, grijsac hti g w it; aan randen donkerd er grij s. Bij poetse n opva llende sikkelvo rm ige donkergrijze vlek (gevo rmd doo r toppen van handdekve ren) z ichtbaar. Bovenvleugel un iform bruinachti g zo nder opva llende teke ning, afgez ien va n zee r smalle w itte vleugelstreep(z ichtbaa r bi j vleugelstrekken, in vlucht moeilijk z ichtbaar door snell e vli egw ijze). NAAKTE DELEN Iris donker (op afstand zwa rt); snave l zwa rt. Snavel smal en kort (korter dan afstand tu ssen snavelbas is en nek), uitlopend in punt. Bove nsnave l rec ht, ondersnavel licht gebogen. Poot donkergeel met oranje zweem. GEDRAG Zee r druk foeragerend, voo ra l op eerste dag. Op latere dagen minder actief. Foerageergedrag pl evierachtig: afw isselend staa nd, lopend, pikkend, ma ar nooit snel rennend. Bij voorkeu r in gras en distelbegroeiing ve rb li jve nd (soms lange perioden onzichtbaar), ze lden op sli krandje in buurt va n wa te r. V lucht snel en wendbaar, laag over grond, meesta l zo nder du idelijke aa nleiding opv liegen d. Nauwe lijks interact ie met andere soorten, wel enkele ma len ve rj aagd door

146 Blonde Ru iter / Buff-breasted Sandpiper Tryngites subruficollis, Bandpo lder, Friesland , juni 1993 (Leo J R

Boon)

Kemphaan. Bij verstoring eerder drukkend dan opv li egend.

De determ inati e verliep, toen de voge l zic h eenmaa l goed li et bekijken, zonder prob lemen . De enige soo rt d ie voor determ inatiep roblemen kon zorgen, de Kemp haa n, was met zekerheid uit te sluiten door het kleine forma at, de rond e kop met steil voorhoofd, de diep zeemkleurige kop met het opva ll ende donkere oog met li chte omra nd ing, de korte donkere en vr ijwe l rechte snave l, de d iepge le poten, de li chte o nderv leugels met het bekende ' halvemaantje' en de vr ijwe l egaa l brui nac hti ge bovende len zonder wi t op de bovenstaart. Deze waarn em ing betreft het ac htste geva l voor Nederland en het tweede voorjaa rsgeva l ; het eerste voorjaarsgeval was in me i 1986 in het Gron ingse dee l van de La uw ersmeer (cf va n den Berg 1993 ). Het tijdstip is bijzonder voor Europa, waar verreweg de meeste Blonde Rui ters van augustus-oktober word en gez ien, vooral in september. Zo betreft slec hts c 3% van de ve le 100en Blonde Ruiters in Groot-Britta nn ië (waar de soort als één van de alge meenste Nearctisc he dwaa lgasten sinds 1982 niet meer beoordee ld wordt door de Britse ze ldzaamhedencomm issie) voorj aarsgeva ll en, met in de periode 1958-85 slechts twee juni -waarn emingen (Dymond et al 1989). In Frankrij k zi j n sinds het eerste geva l in 1924 tot en met 1989 80 geva ll en bekend (va n tenm inste 100 ind ividuen) waa rva n drie omstreeks half me i en all e andere tussen 19 ju l i en 9 november (Dubois & Yéso u 1992). Van de drie

219


Mededel i ngen aa nvaa rd e Belgische vogels werd er één waargenomen op 12 juni (i) 1988 (Gera id Driessens pers meded). In Duitsland z ijn tot 1990 minstens 10 geva llen (12 individuen) aa nvaard waarvan één op 9 mei 1847 (Va uk 1972) en één op 19 mei 1985 (B undesdeutscher Seltenheitenausschu~ 1989, 1990). De 11 Blonde Ruiters uit Zweden tot 1990 verschenen alle in de tweede helft van het jaar (Bre ife et al 1990). Zoa ls door Driessens & va n Rossum (1988) is aa ngegeven, hebben de meeste voorj aarsgeva ll en in Europa waarschijnlijk betrekking op Blonde Ruiters die, na een jaar of langer ge leden in Europa te z ijn gearrivee rd, intu ssen hun normale trekrichting z ijn gaa n vo lgen.

Summary BUFF- BREASTED

SANDPIPER

AT

LAUWERSMEER

IN

JUNE

1993 From 12 to 17 June 1993, an ad ult Buff-breasted Sandp iper Tryngites subrufico llis was present at Lauwersmeer, Fri es land. This reco rd represented the eighth

record for the Netherl ands and the second in spring. Spri ng records are rare in Europe (espec ial/y June reco rds) w here most bi rd s are observed in late summer and autumn, most/y juveni le birds arriv ing in September-October in th e British Is/es where this spec ies is one of the com monest Nearctic waders.

Verwijzingen van den Berg, A B 1993. Lijst van Nederl andse voge /soorten 1993. Santpoort-Zu id. Breife, B, Hirsc hfe/d , E, Kje l/én, N & U I/man, M 1990. Sä l/ synta fag /ar i Sverige. Lund. Bundesdeutsc her Seltenheitenausschufl. 1989, 1990. Seltene Voge larten in der Bundesrepublik Deutschland von 1977 bis 1986; 1987 und 1988 . Limi co la 3: 157- 196; 4: 183-212. Driesse ns, G & va n Rossum, R 1988. Blonde Ruiters in Be /gië en Nederland in zomer van 1986. Dutch Birding 10: 27 -29. Dubois, P J & Yéso u, P 1992. Les oisea ux rares en France. Chaba ud . Dymond, J N, Fraser, PA & Gantlett, S J M 1989. Rare birds in Britain and /re land. Ca lton. Vauk, G 1972. Die Vögel He/golands . Hambu rg.

Paul Kno lIe, Venderinklanden 13, 7542 MK Enschede, Nederland Bernadette Balten, Albertine Agnesplein 8a, 9717 EV Groningen, Nederland

Herkomst van gekleurringde Dwerggans te Strijen Tot de 1950er j aren was de Dwerggans Anser erythropus een algeme ne broedvogel in Zweeds Lapland. Daarna namen de aa nta ll en dramatisc h af. In 1988 werd de tota le popu latie gesc hat op 100 indi v idu en met slec hts 10 broedparen . Eind 1992 werd vastgesteld dat de oorspronkelij ke wi lde Zweedse populatie bijna gehee l verdwenen was. In 1981 is door de Svenska jäga reförbundet een door de Zweedse afde ling van het World Wide Fund for Nature gesteund reïntroductieproject gestart. In het kader van d it project werden door Dwergganzen in geva ngenschap ge legde eieren verzame ld in de W il d life Management School te Öster-M alma, Sädermanland, Zweden. De eieren werden vervo lgens uitgebroed door Brandganze n Branta leucops is in Skansen Zoo, Stockho lm . De uitgekomen kuikens werden sa men met de pleegouders naa r loopkooi en in ÖsterMalma gebracht en voordat ze v liegvlug werden met de pleegouders losge laten in Svaipa, een va nouds bekend broedgeb ied van de Dwerggans in Lap land. 220

De bedoe ling was dat de jo nge Dwergganzen in hun eerste naj aa r met hun pleegouders naar Nederland leerd en v liegen om er te overw interen. Nederland wordt vei li ger geacht dan de normale wintergeb ieden van Zweedse Dwergga nzen in Z uidoosteuropa en Zuidwestaz ië waar de jachtdruk en veranderingen in het milieu extreem groot z ijn (cf Dutch Bird ing 15: 33, 1993). In het voorj aar keren de ga nzen te ru g naa r de geb ieden waar ze leerd en v li egen. De Brandganzen gaan derhalve terug naar de omgev ing van Stockho lm en de Dwergganzen naa r Svaipa . Door het versc hil in trekgedrag wordt voorkomen dat Dwergganzen en Brandganzen gaa n hyb ridi seren . Waarnem ingen van hybrid en Dwerggans x Brandgans in Nederland zouden we lli cht toe te sc hrijven z ijn aan de inmidde ls gestaa kte method e om eieren va n Dwergganzen zonder meer in het nest van in het wild broedende Brandganzen te leggen (cf Dutch Birding 11: 41, 1989). (Overi gens wordt vaak veronderste ld dat de snel groe iende broedpopu latie van Brandga nzen op Gotland, Zweden, onbedoe ld o ntstaan is uit een aanta l exemp laren afkomsti g van de Stockholm-populatie; cf Dutch Birding 15: 33, 1993.) Gedurende 1981-91 werden 208 jonge [Outeh Birding 75: 220-224, oktober 7993[


Mededelingen Dwergganzen in Svaipa losge laten (geen enkel exempl aa r in 1992). In 198 1-83 werd ni et iedere vogel gek leurringd maa r daarna wel. De oudste is reeds meer dan zes jaa r oud en is één van de voge ls welke in de w inters va n 1989/90, 199 1/92 en 1992/93 werden gez ien te Strijen. De vogel, met een groene ring aa n de rec hterpoot, is ' mann etje 655', ook wel ' Hudik' genoemd naa r z ijn pleisterplaats in de o mgev ing van Hudiksva ll , Hälsingland, Zweden. Hij werd in juni 1986 grootgebrac ht en op 11 juli 1986 we rd de vijf weken oude vogel geringd en met Brandganzen als pleegouders losge laten in Svaipa. De voge l verloor in 1988 een groene ring aan de linkerpoot maa r heeft aa n die poot nog wel een bruine rin g, die ec hter moeilijk te zien is . Bovendien heeft de vogel net als alle andere gekl eurrin gde exempl aren ee n aluminium rin g aa n de rechterpoot. Dankz ij de kleurringen is hij ged urende 1987-92 iede r jaa r op verschillende pl aatsen in Nederland en Zweden opgemerkt. Tevens is vastgesteld dat ' Hudik' sinds 1989 was gepaa rd met een Dwerggans zo nder kl eu rrin ge n. In 1989 en 1992 had dit paar nakomelingen waarmee het ook in Nederl and werd gez ien. In het zomerhalfj aar we rd 'H udik' uitsluitend in Zweden waa rgenomen. In zijn eerste (vo ll edi ge) zomer werd hij gez ien bij Öster-M alm a op 11 mei 1987 en bij Hudiksvall, van 4 juni tot 30 september. In zijn tweede zomer we rd hij op 7 mei 1988 weer bij Hudiksva ll opgemerkt. In z ijn derde zo mer we rd hij, voo r het eerst in het gezelsc hap van een ongerin gde partner, gemeld bij Hudiksva ll op 6 mei 1989 en ten zuidwesten van Sva ipa op 29 mei; vervo lgens zat op 18 juni het paartje bij Sva ipa op v ijf eieren en had het op 10 juli vier kuikens; tens lotte dook het paartje met twee juveniele exempl aren op bij Hudiksva ll waar ze op 3- 19 september ve rbl even. In zijn vierde zome r keerde hij met zijn partner en beide nakomelin gen terug naar Hudiksva ll om er op 4-7 mei 1990 te verb lij ven; op 15 juni we rd hij gemeld va n Sva ipa en korte tijd later, op 26 juni , weer bij Hudi ksva ll waa r hij en zijn pa rtner ruiden aangez ien ze in Lapland niet tot broeden kwa men. In z ijn vijfde zo mer werd hij voor het v ierde achtereenvo lgende j aar gedurende de eerste week va n mei 199 1 bij Hudiksva ll gez ien en voo r het derde ac htereenvolgende jaar vloog hij door naar Sva ipa waar hij op 14 juni we rd gemeld ; op 22 juli was het paar weer terug bij Hudiksva ll omdat voor het tweede ac htereenvo lgende jaar de broedpoging mislukte. In z ijn zesde zo mer keerde hij met zijn partner op 16 mei 1992 teru g naar Hudiksva ll ; het lijkt vrij we l zeke r dat hij behoo rd e tot één va n de twee families die op 21 augustus te Sva ipa werden waargenomen; va n 5 tot 28 september vertoefde hij weer bij Hudiksvall met een partner en drie juveniele exemplaren (éé n va n de juveniele voge ls verdween tijdens het ve rblijf bij Hudiksva ll).

Iedere w inter bl eek 'Hudik' in Nederl and te verblij ve n. In zijn eerste w inter we rd hij gemeld van de Kievitslanden, Flevoland, op 2 janu ari 1987. In z ijn tweede w inter kwam een meldin g va n het Harin gvliet, Zuidho ll and, op 10 december 1988. In zijn derde w inter we rd hij voor het eerst in Strij en gez ien; op 18 decem ber 1989 was hij hi er aa nwez ig in een groep va n ten min ste zes exempl aren waa ronder twee ju ve niele en op 6 en 13 februari 1990 met z ijn partner en twee nakomelingen (Hans Gebuis in li tt). In de vierde w inter we rd het paartje in Fl evoland waargenomen op 9 februari 199 1. In zijn vijfde w inter ve rbl eef hij va n 8 tot 16 december 199 1 en 10 jan uari tot 15 maart 1992 sa men met twee adul te exempl aren te Strijen (cf Dutc h Birding 14: 31, 67, 114, 1992). In zijn zesde w inter pleisterde hij va n 23 oktober (ruim drie weken nada t hij voor het laatst in Hudiksva ll was gemeld) tot ten minste 8 novembe r 1992 te Strij en met zijn partner en twee ju veniele exempl aren.

Behalve de ' Hudik' -famili e pl eisterden gedurende de laatste zomers ook andere Dwergga nzen in de omgeving van Hudiksva ll om te rui en. Op 5 september 1992 werden er 13 exemplaren geteld en op 6 en 19 september ze lfs 19 (cf Var Fage lvärld 51: 46,87, 1992). WaarschijnI ijk z ijn de c 10 exempl aren die op 11 oktober 1992 bij Anjum, Fri es land, werden ge meld direct van Hudiksvall gekom en; eind december verbl even nog zeve n exempl aren bij Anjum waaronder dri e met rode en ge le kleurringen (S ied se Boersma pers meded). Ook elders in Nederland zi jn gedurende de laatste winters regelmati g exemplaren met Zweedse kleurringen waargenomen. Alleen al in de omgeving van Strijen werden in 1987-92 behalve ' Hudik' nog ten minste zeven verschillende gekl eurrin gde voge ls vastgeste ld . Er zijn in Nederland geen meldingen bekend van exempl aren met een halsband, afko mstig van een Fins reïntrodu ctieproj ect dat in 1988 startte. Een dergel ijke vogel arriveerde op 17 november 1992 voor de derde achtereenvo lgende winter in Slimbridge, Gloucester, Engeland (Birdwatching 83: 69,1993). Het is te hopen dat een groter deel van het Oude Land van Strijen tegen de j ac ht beschermd za l worden dan nu het geva l is. De Dwerggans is immers één van de meest bedreigde vogelsoorten ter wereld waarvan vooral tijd ens de j ac ht op Kolganzen nog steeds per abuis exemplaren worden gedood. Zo ontdekten Eric Bos en Paul de Heer op 18 december 1991 op de ga nzenmarkt van Barneveld, Gelderland, tu ssen 100en geschoten Kolganzen A albifrons een ongerin gde juveni ele Dwerggans die zij voor NLG 4.50 konden kopen; Kolganzen waren een paar kwartjes duurder (Paul de Hee r pers meded). Het 22 1


Mededel ingen

147 Dwerggans / Lesser White-fronted Goose Anser erythrapus, nest va n ' mannetje 655' met v ijf eieren / nest of 'male 655 ' conta inin g five eggs, Sva ipa, Lapland, Zweden, 17 juni 1989 (Lambart van Essen)

lijkt absurd dat enerzijd s veel moeite wordt gedaan om de Dwerggans voor uitsterven te behoeden terwijl anderz ijds exemp laren door de jac ht om het leven komen. In fe ite zou all een al om deze reden de jac ht op Kolganzen moeten worden gesloten. Alle meldingen van gek leurringde Dwergganzen zi jn va n groot belang voor de eva lu atie van het Zweedse reïntroductieproject. Men kan waarnemingen zenden aan de leider va n het project: Lambart von Essen, c/o Svenska }ägareförbundet, Project Fjä/lgas, Öster-Malma, 640 50 Björnlunda, Zweden .

Summary ORIGIN OF COLOUR-RINGED LESSER WHITE-FRONTED GaOSE AT STRIJEN Since the 1950s, the Swed ish population of Lesser White-franted Goose Anser erythropus diminished dramatically with on ly c lObreeding pairs remaining in 1988 and even less in autumn 1992. Since 198 1, the Svenska jägareförbundet at Öster-Malma, Södermanl and, attempted to re-introduce the species at a fo rm er we ll-kn own breeding ground near Sva ipa, Lapland, in a re-introduction project supported by th e World Wildlife Fund far Nature in Sweden. Since 1981, eggs of Lesser White-fronted Geese we re

222

hatched by Barnacle Geese Branta leucapsis at a zoo near Stockholm, Sweden. Before the goslings we re fully fledged, they we re released together w ith their foster parents in Sva ipa. Unti l 1992, 208 you ng Lesser Whitefronted Geese have been re-introduced (none in 1992). All gos lin gs released since 1984 were indi v idu all y marked by co lour rings. The Barnacle Geese gu ided the young Lesser White-fronted Geese to winter areas in the Netherlands. The w inter region in the Netherlands is co nsidered safer than the norm al w inter sites in south-eastern Europe and so uth-western As ia w here hunting pressures and environmenta l changes have been extreme in recent decades. In spring, the Lesser White-fronted Geese returned to the area w here they began ta fly and, as a canseq uence, they sta rted to return to Svaipa w ithout thei r foster parents. At present, the re-introduction efforts resu lted in the estab li shment of an estim ated population of 20-30 birds near Svaipa. As an examp le, the li fe hi story is described of the longest-li vin g co lour-rin ged bird which was present at Stri jen, Zu idholl and, the Netherland s, during the w inters of 1989/90, 1991/92 and 1992/93. The bird was released w hen five weeks old on 11 Jul y 1986 at Sva ipa. Every year since then, it has been seen in sum mer in northern Sweden (extreme dates 4 May and 30 September) and in wi nter at several places in the Netherlands (extreme dates 23 October and 15 Mareh). Most sightin gs in Sweden have been from th e surrou ndings


Mededelingen

148 Dwergga nze n / Lesser W hite-fronted Geese A nser erythropus, fa mili e va n 'mannetj e 655' / famil y of 'ma le 655', Strij en, Zuidh olland, 6 febru ari 1990 (Hans Gebuis) 149 Dwe rgganzen / Lesser White-fronted Geese A nser eryth rop us, groe p met 'mannetje 655' (rin g niet z ichtbaar) / group w ith 'male 655' (ring not v isibl e), Strij en, Zuid ho ll and, 11 december 1991 (Hans Cebuis)

223


M ededelingen of Hudiksva ll , Hälsingland, w here during t he last yea rs so me indi v idu als of the species are present w hen moulting. Since 1989, the bird has been seen together w ith aLesser W hite-fronted Goose w ithout colour rin gs. Th e pair had a nest co ntaining fi ve eggs nea r Sva ipa on 18 June 1989 and was seen tending fo ur goslin gs on 10 Jul y. Between 18 December 1989 and 13 Febru ary 1990, the pair was seen at Strij en together w ith two j uvenil es. After two summers w ithout offspring, the second successful breeding attempt took pl ace in 1992 w hen th e pa ir w ith three ju venil es was probabl y see n at Sva ipa on 21 August and ce rtainl y

near Hudiksva ll on 5-28 September (one of the ju veni les di sa ppea red during its stay near Hudi ksva ll); the pair w ith two ju ve nil es we re back at Strijen on 23 October. The find of a dead ju ve nile Lesser W hi te-fronted Goose amongst White-fronted Geese A albifro ns in a Dutch ga me market on 18 December 199 1 indi cates th at hunters easil y mi sidentify thi s threatened spec ies w hen shootin g Whi te-fronted Geese. In fact, th e wo rld w ide efforts to proteet the Lesser W hite-fronted Goose from extincti on wa rrant a tota l ban on hun ting oth er goose spec ies w ith w hich it normall y associates.

Lambart von Essen, FJgelvik, Ludgo, 6 11 9 1 N ykĂśping, Z weden Gerard L O uweneei, Lijster 17, 3299 BT M aasdam, Nederland Arnoud B va n den Berg, Ouinlustparkweg 98, 2082 EG Sa ntpoort-Z uid, Nederland

Varia _~~~~~~~~~~~_ Oriental White Stork in Hong Kong Or iental White Stork Ciconia bo yciana is now ge nerall y recogni zed as a full spec ies (Sibl ey & Mom oe 1990, Hancock et al 1992, del Hoyo et al 1992) although cl ose ly related to White Stork C ciconia. O ri ental Whi te Stork is di stin ctl y large r th an White Stork. lts bill is bl ack, with th e basa l edge red o n some birds, and the lower mandibl e is angled upward s tow ards th e tip . The bare skin surround ing the eyes and o n th e lores as we il as th e gul ar skin are red . Furth er features di stin gui shing it from White Stork are its pale ye ll ow ish-grey or blui sh irid es and off-w hite o uter webs on th e upperside of th e outer secondari es and inner primari es w hi ch are espec iall y co nspi cuous o n bird s in fli ght. O ri ental Whi te Stork is a rare bird with th e tota l world pop ul ati on rece ntl y estimated at c 2000 (Chan 199 1). It no longer nests in j apan and Korea, w here it has been reduced to a rare w inter visitor, and is now confined as a breeding spec ies to th e south-eastern reg ion of the Ru ssi an Far East and immedi ately adj acent areas in northeastern China. It w inters mainl y alo ng th e lower reac hes of th e Chang ji ang (Yangtse) Ri ver (Ch an 199 1). The accompanying photograph s w ere all taken in Ho ng Kon g wh ere, until th e w inter of

1990/9 1, the statu s of O ri ental Whi te Sto rk was th at of a vagrant. There had been ju st four record s (none of mo re th an two birds) before 27 November 1990 . O n th at dav, workers o n th e M ai Po M arshes NR reported six o r seven birds and , amaz in gly, th e fo ll ow ing dav c 80 O ri enta l White Sto rks we re prese nt (Chan 199 1). The number continued to ri se to a max imum of 121 by mid-janu ary 199 1. The fl ock still co mpri sed 83 bird s on 3 M arch w ith the last record of th e winter being on 9 M arch 199 1. Disappointin gly, o nl y 11 bird s return ed in the w inter of 199 1/92 . Neverth eless, with up to 17 be in g seen in th e w inter of 199 2/ 93 (S Chan in I itt), it appea rs th at th e M ai Po M arshes NR has become establi shed as a regul ar w interin g ground for smal I num be rs of O ri ental White Stork. I w o uld like to th ank Simba Chan for commentin g on several aspects of thi s note. References Chan, S 199 1. O ri ental White Storks w interin g in Hong Kong, 1990/199 1. Spec Group Sto rks, Ibises & Spoonbili s Newsl 4 (2) : 3. Hancoc k, J A, Kushl an, J A & Ka hl , M P 1992 . Storks, ibises and spoo nbili s of th e world. London. del Hoyo, J, Elli ott, A & Sargatal, J 1992 . Hand book of th e bird s of th e wo rl d 1. Barce lona. Sibley, C G & M onroe, Jr B L 1990 . D istribu tion and taxonomy of birds of the wo rl d. New Haven.

Ray Tipper, The O ld Bakeho use, Hanging Birch Lane, Wa ldro n, East Sussex TN2 1 OPA, UK 22 4

IDutch Birding 75: 224-225, oktober 79931


Varia

150 Oriental White Stork / Zwartsnave loo ievaa r Ciconia boyciana, Ma i Po Marshes NR, Hong Kong, December 1991 (Ray Tipper) 151 Oriental White Stork / Zwa rtsnaveloo ievaar Ciconia boyciana, Mai Po Marshes NR, Hong Kon g, December 1991 (Ray Tipper) 152 O ri ental White Storks / Zwarts naveloo ievaa rs Cicon ia boyciana, Ma i Po Marshes NR, Hong Kong, November 199 1 (Ray Tipper)

225


Mystery photographs _ __ _ __ 53

The bird in last issue's mystery photograph shows th e robust structure, bill shape, streaked brownish plumage and squatting stance of a lark. Moreover, the absence of a crest, the heavy bill and the distinct black patch on th e side of the lower throat are indicative of a Me/anocorypha lark. Ca landra M ca /andra and Bimaculated Larks M bimacu/ata usually show a more distinct black patch on the side of the lower throat and less distinct dark markings on the lower breast than the mystery bird. The bird's head markings are less consp icuous than in either Ca landra or Bimaculated Larks which, eg, usually show a demarcated wh ite superc ilium reaching behind the eye. (For comparative photographs of these spec ies, see Dutch Birding 9: 172-174, 1987; 12 : 82-84, 203, 1990.) Two other WP congeners, White-winged M /eucoptera and Black Larks M yeltoniensis, are sexua ll y dimorphic. Females of both of these much

sought-after vagrants to western Europe show heavy streaking on the breast. White-winged Lark is less heavily patterned than the mystery bird without a black patch on the side of the lower throat. It also has a whiter belly and at least a little rufous in the w in g. However, a femaIe Black Lark in worn plum age may show heavy markings, sometimes including a dark patch on the side of the lower throat. This photograph of Black Lark was taken by Tim Loseby at Tselinograd, Kazakhstan, in May 1992. Interestingly, the picture reveals that a female may have browner upperparts and a darker grey bill than many field guid es suggest. Important features of this spec ies such as the absence of a white trailing edge to the w in g, littl e wh ite in the outer tail and the dark legs, cannot be seen in the picture. Of course, these features shou ld be establ ished before identifying the bird , especial ly when it is encountered as a vagrant in western Europe.

Arnoud B van den Berg, Duin/ustparkweg 98, 2082 EG, Santpoort-Zuid, Nether/ands 153 Black Lark / Zwarte Leeuwerik Me lanocorypha yeltoniensis, fema le, Tse lin ograd, Kazakhstan, Ma y 1992 (Tim Loseby)

226

Mystery photograph 54. Solu tion in next iss ue

iOutch Birding 15: 226, oktober t9931


DBA-nieuws _ _ _ _ _ _ _ _ __ Betaling van abonnementsgeld voor 1994 In dit num mer va n Dutch Birding treft u een acceptgirokaa rt aan waa rmee het abonnementsge ld voo r 199 4 kan wo rden betaa ld. O ndanks kostenverhogin gen hebben w ij bes loten voo r de Nederl andse abonnees de abonnementsprij s oo k voor 1994 niet te ve rhogen. Deze blijft N LG 52 .50. Wij ve rzoeken u dit bedrag zo snel moge lijk ove r te maken. Wij voe len on s echter genoodzaa kt een opslag va n N LG 5.00 in rekenin g te brengen als er vóó r 1 febru ari 1994 nog niet betaa ld is. In pl aats va n NLG 52 .50 betaalt u dan NLG 57 .50. Betaa l du s de contributie per omgaande, dan hoeven w ij geen extra tij d én geld te besteden aan het versturen va n betalin gsherinnerin gen. Gebruik voor alle abonnementsza ken het spec iale adres va n de abonnementenadmini strati e: Dutch Birdin g Associati on, p/a A nj a N usse, Symfoni estraat 21, 1312 ET Almere, Nederl and. M et inga ng va n 1993 is België in postaa l opz icht buitenl and geword en. O md at dit gepaa rd is gegaan met een ve rhogin g va n de portokosten, moeten w ij helaas onze Belgisc he abonnees vo ortaa n BEF 11 50.00 in rekening brengen. Wij hopen dat u hiervoor begrip heeft. Payment of subscription for 1994 W e request our subsc ribers to pay th eir subsc ription rate for 1994 as soon as poss ibl e. W e are pl eased to inform our Europea n

Recensies

subscribers th at the rate for 1994 remain s unchanged at NLG 60.00. Subsc ribers outside Eu rope now rece ive Dutch Birdin g by airmail and have to pay NLG 70.00. W e kindl y request to foll ow the instructions on the encl osed in vo ice. Pl ease do not pay v ia bank (NLG 20.00 extra costs), cheque (NLG 20.00 extra costs) or giro (NLG 6.50 extra costs) . Howeve r, it is poss ible to pay by Eurocheque w ithout extra costs. British and Irish subscribers ca n continue to pay by Sterlin g cheque. Subscribers w ho have not paid their subscription rate before 1 Febru ary 1994 will be charged NLG 5.00 extra. 50, pay your subscription now ! For all subsc ription matters, pl ease use the spec ial subsc ripti on admi ni stration address : Dutch Birding Association, c/o Anj a Nusse, Symfoni estraat 21, 1312 ET A lmere, Netherland s. Fin all y, we request our Germ an subscribers to se nd their new postal cod e to the above address. DBA-vogeldag op zaterdag 5 februari 1994 te Utrecht Er w ordt al hard gewerkt aan de organi satie va n de komende DB A-vogeld ag we lke pl aats za l v inden op zaterdag 5 febru ari 1994 te Utrecht, Utrecht. Tijdens deze dag za l de Ori ental Bird Club (OB C) een grote rol spelen. Zow el de DB A als de O BC zullen voor deze dag sprekers leveren. Het programm a en de pl aats w ord en in het vo lgende nummer va n Dutch Birding bekend gemaakt.

-------------------------------------------------------------

P SLATER, P SLATER & R SLATER 1992 . Th e Slater field guide to Australian birds. Herziene druk. Sydney. 344 pp. ISBN 0-94711 6-99 -0. GBP 15.9 5. De ve rsc heidenheid aan Au strali sc he vogelgid se n doet we ini g onder vo or die va n Europa. De herz iene druk va n het boek va n de Slaters mikt voora l op gebruikers in het ve ld. Het lijkt in we ini g meer op de twee dikke en onh andi ge gid sen va n Peter Slater in 1971 (non-passe rin es) en 1975 (passerin es) . Het is een zee r hand zame ve ldgid s met beknopte teksten voo r 75 0 soorten en 157 fraa ie kl eurpl aten. De lay-out is voortreffelijk met tegenover elkaar de tekst, het kaartj e en de afbeelding va n iedere soort. Het boek is stev ig en soepel, licht van gewi cht (400 g) en tamelijk smal (2 x 11.5 x 21.5 cm). Voo r een aa ntal kleurentekenin gen lijkt het boek té smal gew orden aa ngez ien daarva n de staa rt deels ontbreekt. De kwa liteit va n de zeer prakti sc he tekenin gen is goed. Bove ndien is va n iedere broedvogelsoort in kl eur een ei afgebeeld . In de tekst w orden bondi ge

[Outeh Birding 15: 227-228, oktober 1993[

besc hrijvin gen van de ve rsc hillende kl eden, het geluid, het vo orkomen en het nest gegeven. ARNOUD B VAN DEN BERG

J GASTON 199 2. The Ancient Murre/et. A natural history in the Queen Char/otte /slands. T & A D Poyse r,

A

London. ISBN 0-8566 1-070-4. GPB 17.00. Last year, the Poyser seri es was enri ched w ith a volum e dealing w ith th e natural hi story of An c ient Murrelet Synthliboramphus antiquus. Thi s small pelagic auk v isits land exclu sive ly to breed. Even during the breeding season, adults v isit their coloni es, situated on th e innumerabl e island s in the north-western Pac ific, onl y on moonl ess, overcast ni ghts. The chicks leave their natal burrow soon after hatchin g. Under cove r of ni ght, the two tiny chicks rapidl y run to th e sea, sc rambling ove r logs and branches, jumping off rocky ledges and squeez in g through narro w c rev ices . During thi s jour-

227


Recensies ney, th ey face numerou s dan gers, va ryin g from ow ls to mi ce . O nce th ey reac h the sea, they then have to find their parents. It is a mirac le th at they survive ! The author has bee n stud y ing the breedin g bi o logy of thi s spec ies fo r six yea rs. In thi s book, he desc ribes the fruits of hi s research in a pass io nate, yet th o rough sty le. He has succeeded in combining the legibility of a nove l w ith th e sc ientific acc uracy th at is th e hallm ark of th e Poyser se ri es . A lth o ugh a boo k about an o bscure Nearcti c spec ies hardl y seems to be of any interest for Europea n birders, thi s on e certainl y is. STEVE C V GEELHOED

S, KEITH, E K URBAN, & C H FRY 1992. Th e birds of Africa 4. Aca demi c Press, Lond o n. 609 pp. 32 co lo ur pl ates . ISBN 0-12-13730 5-5 . G BP 85 .00. The major opus o n Afri ca n Bird s has now reac hed the fi rst taxo nomi c groups in the passe rines, w ith broadbill s to chats covered here. The res ult is trul y impressive . I fee l the taxonomi c dec isio ns th at had in evitabl y to be taken are we il balanced; of course, every decisio n w ill open a debate. Diffi cult groups, such as larks, pipits, swa ll ows, buibui s and turdid s, are not o nl y we il stru ctured taxonomi ca ll y but all species are also illu strated in magnifi ce nt qu ality (including fe males and ju venil es, w it h an entire page devoted to ju venil e robin chats) : thi s has never bee n do ne befo re. Congratulati o ns to the arti st M artin W oodcoc k! Some w ill poss ibl y find the ground co lo ur of th e pipits too dark and th e 'ji zz' of gree n buibui s not exactl y matchin g. I co nsid er thi s to be a min or fl aw in vi ew of the progress made from previo us artwo rk. O n the other hand, the lin e drawin gs, w hil st most ly useful , includ e, eg, w ing di ag rams of the Palea rcti c Luscinia and Phoenicurus, depi cted here in a rath er o ld-fashi o ned sty le and, in fact, superfluous becau se th ey are surely better presented in standard wo rks o n Palea rcti c bird s (eg, Svensson ). It is d ifficult to di scove r erro rs in the tex!. However, eve n mo re th an in prev iou s vo lum es, th e va ri ati o n in our kn ow ledge am on g th e di ffe rent species becomes appa rent; so me bird s are treated tho rou ghl y beca use they are we il know n, eg, Commo n Bulbul Pycnonotus barbatus (a lso 10 subs pecies are illustrated !), others are v irtu all y unknow n in th e w ild. Fo r most species, the ava ilabl e info rmati o n o n ran ge and statu s, description , field characters, vo ice, genera I habits, food and breeding habits prov ides esse nti al readin g, fo r th e first time assembi ed. The wea k point, however, is th e range maps, unfo rtun ately as usual in thi s seri es, but to a lesse r extent than prev io usly . Not onl y has publ ished in fo rmati o n o n a few species (G old en G ree nbul Ca lyptocichla serin a, Sjoestedt's Ho neyg uid e G ree nbul (s ic) Baeopogon c/amans) bee n overl ooked but other

228

maps are rath er in co mpl ete (Bl ac k Saw-win g Psa lidoproene pristoptera, Yell ow-w hi skered G ree nbul Andropadus latirostris) and no birder w ill take their di screte ma ps as give n here se ri o usly . No o ne interested in Afri can bird s ca n go w ith out thi s seri es but th ree mo re vo lum es have yet to come. Hopefull y, th e fin al o nes w ill be ava il abl e in th e not too di stant future. M ICHEL LOUETTE

J M Ac KI NNON & K PHI LLI PPS 1993 . A field guide to the birds of Born eo, Sumatra, Java and Bali. O xfo rd U ni versity Press, Oxford. 570 pp. ISBN 0-1 9-8 54 035-3 (hardbac k); 0-1 9-85 4034 -5 (paperbac k). GBP 50.00 (hardbac k) o r G BP 25 .00 (pa perbac k). Thi s is fin all y th e first field guide that com pl etely cove rs th e Indo nes ian island s of Java, Born eo and Sum atra (G reater Sundas) . After van Marl e & Voo us's Checklist of the birds of Sumatra, Smyt hi es' Birds of Borneo and the recent Field guide of the birds of Java by M acKinn o n, it fill s an urgent need. It is also fo r th e first time th at all 22 end emi cs of Sumatra are illu strated, in cludin g eni gmatic and ' lost' species like Ru eck's Blu e Fl ycatcher Cyornis ruckii and the Blu e-wattl ed Bulbul Pycnonotus nieu wenhuisi. There are ve ry interestin g introdu ctory chapte rs on geograph y, cl im ate, vegetati o n, bi ogeograph y, co nse rvation , and a secti o n o n w here and w hen to see bird s. Appendi ces include end angered species by island, land bird s found on offsho re island gro ups and miniature son os ketches of bird ca l Is. It is a pity th at thi s publi ca ti o n, like most recent guides from thi s reg ion, is not yet up to the exce ll ent stand ard s of the New W o rld bird guides . Th o ugh the 88 pl ates by Karen Philli pps are generall y good and all 820 species cove red are illu strated in bri ght co lo urs. That alone is a remarkab le feat! M y main criti cism co nce rn s the tex!. Th e data fo r the text could have bee n mo re tho ro ughl y researched and edited. The statu s and di stri butio n secti o ns are mo re than so metimes not up to date o r give w ro ng inform ati o n. For exa mpl e, the Speckl ed Pi cul et Picumnus innominatus, acco rdin g to th e book a mystery bird in Born eo and know n from 3 spec im ens o nl y, is actu all y frequentl y see n in low land fo rest in Sabah, Bo rn eo. Th ere are qui te a few mo re of these types of omi ss io ns. Descripti o ns of voca li zati ons are sometim es poo r o r in compl ete and frequ ent ly no info rmati o n is give n fo r ca lls of important species of w hi ch tape recordin gs have bee n deposited lo ng ago at BLOWS in Lo ndon, UK, or at LNS in New Vork, USA. Neverth eless, thi s boo k is a lon g-awaited and hi ghl y co nveni ent guid e to th e fasc in atin g and eventu all y di sappearin g avifaun a of th ese island s. JELLE SCHARRINGA


Aankondigingen & verzoeken _ __ African Bird Club African O rnith o logy has long needed a focus for gatherin g information on a cont inental bas is and makin g it more accessib le to both resident and overseas birders. From 1 Janu ary 1994, the Afri can Bird Club (ABC) w ill perform thi s function. Add itionalIy, th e ABC w ill 1 foster an interest in bird conservation in th e reg ion; 2 promote and wo rk w ith loca l African soc ieti es; 3 produ ce a twice-yearly co lour bull etin featurin g identificati on papers and site guides; 4 enco urage v isits to lesser-know n pa rts of the region; 5 locate and publi sh informatio n on globa ll y threatened and near-threa tened spec ies; and 6 develop a Conservation Resea rch Fund. Anyo ne ca n jo in . The membership rate is GBP 12 .00 per yea r. Th e ABC also seeks Founder M embers to fund its launch and first yea r of operation. Found er membership is ava il able as a one-off payment of GB P 30. 00 and includ es th e first yea r's subscription. For a comprehensive membersh ip leaflet, pl ease contact : Afri can Bird Club, Membershi p Secretary, c/o Birdlife Intern ati onal, We llbrook Court, Gi rton Road, Cambrid ge CB3 ONA, UK . Birds of Romania O n behalf of the Romanian Orn itholog ica i Soc iety (ROS), Gerard Gorm an is co llectin g data and records on bird observatio ns in Roman ia from th e last 10 yea rs. As there are very few fi eld ornith o logists and b irders in Romani a, the reco rds of foreign bird ers who have visited th e co untry co uld be v ita l in filling in nu merous gaps in know iedge. Record s of all types and from all reg ions of Romani a are needed. It is hoped th at thi s vo lun tary wo rk w ill ass ist the ROS in preparing the ground for a futu re atlas. Pl ease send yo ur reco rd s to or co ntact: Gerard Gorman, Pf 70 11047, Bud apest 1399, Hunga ry, telephone and fax +36- 1-162 1687. Colour-ringed gulls Severa l proj ects in Europe use co lour rin gs to stud y di spersal, movements, site fidelity and popu lati on dynami cs of gul Is. Most sc hemes use, generall y in additi on to a metal ring, engraved Darvi c PVC rings in var ious co lours (white, ye ll ow, b lack, blu e, green, ora nge, red etc). The engraving is a co mbi nation of two to five characters (di gits and/o r letters) . A ny sighting of a co lou r-ringed gull is a va lu able contribution to a researc h project. The follow ing perso ns act as co-o rdinator and we lco me sightings (spec ies, co lour, code rea d, date and exact loca lity) of: Med iterra nean Gu ll Larus melanocephalus: Peter L M einin ger, RWS DGW, PO Box 8039, 4330 EA M id delburg, Netherl and s.

IDutch Birding 15: 229, oktober 1993)

Bl ack-h eaded L ridibundus and Common Gu ll s L ca nus: Kj eld T Pederse n, Dag lykkevej 7, 265 0 H vid ovre, Denmark. Lesser Bl ack-backed L fuscus and Ye ll ow-Iegged Gu ll s L cachinnans: Norman D va n Swe lm, Voorne Bird Observatory, PO Box 305, 3233 ZG Oostvoorne, Netherl and s. Herrin g G ull L argentatus : Arie L Spaa ns, IB N-DLO, PO Box 23, 6700 AA W agenin gen, Netherl ands. When a sighting does not co nce rn a bi rd from their own sc hemes, it w ill be forwarded to th e re levant project. Observers w ill be informed on the ri ngin g detail s of th e bi rd reported. Tundra Swans with yellow neck-collar D urin g a stud y in the Netherl and s and Germany in 1989-93 on th e behaviour during mi gration and w inter of Tundra Swan Cygnus columbianus bewickii, 160 indi v idu als we re marked with a ye ll ow neck-coll ar w ith bla ck insc riptio n. A lready many sightin gs of th ese b ird s havĂŠ been reported . Howeve r, for a num ber of indi v idu als we only have rece ived a few reports per w inter, indi cating th at th ese bird s stay in yet unknown areas for most of the w inter. W e therefore ask observe rs to look in the next w inters for marked Tundra Swans, especiall y in unu sual or less we ll -known w in terin g or staging areas. Pl ease se nd your reports of bird s w ith a ye llow neck-co ll ar, includin g deta il s of the observations, t~: Trinu s Haitjema, It Heec hh out 7, 8723 ES Koudum, Netherl ands. After the w inter, obse rve rs w ill receive a li st w ith rin gin g detail s and other sightin gs of the bird s th ey reported. The birds of the Western Palearctic Prepa ration of the eighth and last vo lume of the Handbook of the birds of Europe, the Middle East and North Africa - The birds of the Western Palea rctic (o r 8WP as it is more affectionately known) is v irtually co mpl ete and publi cati on is sc hedul ed for 1994. Th e editors would like to express their deep appreciation for th e help and support generou sly give n over many yea rs by orn itho log ists and birdwatchers not on ly throug hout Europe but also in Ru ss ia (inc ludin g beyond th e Urals) and other republi cs of th e former USSR, many co untries in th e M iddl e East and Afr ica, Indi a, Pak ista n, Japa n, Australi a, New Zea land and North Am eri ca . Bringin g thi s great project to fruition has been an immense privilege and pleas ure but we co uld not have do ne it w ith out yo ur help. Thank you ve ry much. 8WP EDITORS

229


WP reports _ _ _ _ _ _ _ __ _ Thi s review of recent repo rts of ra re and interestin g birds in th e Western Palaea rctic refers ma inl y to JulyAugust 1993 and foc uses on north-western Europe. Ad diti onal informati on coverin g not-so-recent reports is included as we il. Some reports of spec ies outs ide th e W P are also mentio ned. Th e reports are largely unchecked and their publi cati on here does not impl y future acceptance by th e reco rd s com mi ttee of the releva nt country. In England, th e long-stayin g Pied-billed Grebes Podi/ymbus podiceps at D rurid ge Poo ls, Northumberl and, and Stithi ans, Co rn wa ll , remained present. A co mpl eteIy w hite Black-necked Grebe Podiceps nigricollis was d iscovered at Oostvoorn se Meer, Maasvlakte, Zuidholl and, on 16 A ugust. O n 11 August, a soft-plumaged pet rel Pterodroma mollis/madeira/feae passed Cape Clea r Island, Cork, Ireland . A proba bl e Bulwer's Petrel 8 u/weria bu /werii at Sa lton Sea, Ca liforni a, USA, on 10 jul y wo uld be the first for North A meri ca . Large num bers of Mediterranean Shearwaters Puffinus ye/kouan we re repo rted in England. At Portl and, Dorset, 20, 12, 33 and 11 indi v idu als we re co un ted on 1, 2, 3 and 6 jul y, at Prawle, Devon, 12 on 15 jul y and at Porthgwa rra, Co rn wa ll, 23 and 12 on 27 and 31 jul y, res pectiveIy. In A ugust, 230 we re reported in Britain w ith peak co unts of 17 and 27 at Porthgwarra on 13 and 16 A ugust and 12 at Horn sea, Hu mbersid e, on 30 August. At Tynemouth, Tyne and W ear, En gland, a Swinhoe's Storm-petrel Ocea nodroma mono rhis was tape-Iured, trapped and released for th e fourth consec uti ve yea r, on 20, 28 and 29 jul y betwee n 00:3 0 and Ol :30; thi s faithful indi v idu al was previously trapped at thi s site on 7 Jul y 1990, 31 Jul y 199 1 and 30 Jul y 1992 (cf Dutch Birding 15 : 32 -33, 1993) . O ne of tw o pairs of Gannets M orus bassa nus on Helgoland, Schieswig-H o istein, Germ any, bred w ith success and one ju venil e fl edged. Late news from Poland co nce rn s the first Pygmy Cormorant Pha/acrocorax p ygmeus thi s ce ntury on 7 June 1992 at Jez iors ko Reservo ir. In Tu rkey, 23 pairs of White Pelicans Pe /eca nus onocrota /us at Ereg li marshes co nstituted th e first breeding record there fo r two decades; several pairs we re also breeding at Seyfe Gö lü w here th e spec ies first bred last yea r. Two reco rd s of Dalmatian Pelican P crispus in Au gust 1990 have been accepted by the Poli sh rariti es co mmittee. In France, the north wa rd expansion of Cattle Egrets 8ubu/cus ibis co ntinued in 1992 w hen at least 13 and perh aps even 36 nests we re fo und away fro m the Ca margue, Bouches-du-Rh6ne. The spec ies first nested in the Camargue in 195 7 and became firml y establi shed in 197 0 w hen 22 nests were found ; numbers have since increased to 580 pa irs in 199 1 and to c 1000 in 1992. Britain's largest influ x of little Egrets Egretta ga rzetta sta rted in late Jul y, building up to a tota l of at least 250 by mid-August, mostl y in the south-west. In 1993, the first breeding of White Storks Cicon ia ciconia in Fin -

230

land occ urred. Severa l co loni es of Greater Flamingo Phoenicopterus ruber in Tu rkey we re thri vin g: c 300 pairs at Eregli marshes, c 600 pa irs at Çamalti Tuzlas i (hi ghest ever), c 100 pa irs at Ac i Gö lü and co nfirmed breeding at Seyfe Gö lü (w here the spec ies first bred last yea r). In Germany, th e species was breed in g fo r th e first time in a separate group of six nests at Zwi llbrocker Ve nn, Nordrh ein-Westfa len (J oop Treep in litt). Th e other part of thi s co lony compri sed a group of seven nests of Chilean Flamingo P chi/ensis (incl uding one mi xed pa ir w hich was un successful ). The combined breeding strength of both spec ies increased from nine nests in 1992, w ith onl y four yo ung hatching, to 13 nests in 1993, w ith 10 yo un g hatchin g. Th e prec ise number of non-b reeding bird s is not kn own beca use the area is difficul t to survey . O n 2 A ugust, seven yo un g flamin gos we re rin ged w ith a bl ack-painted aluminium rin g on the left leg . Ye ll ow pl astic rings we re used on the left leg in 1987 and right leg in 1988, green pl asti c rings in 1989 left and 1990 ri ght and alu minium rings in 199 1 left and 1992 right. (Ring recoveri es and other in fo rm ation ca n be sent to JooP Treep, De Leek 30, 9411 MK Beil en, Netherl and s.) A pa per on agein g of G reater Fl amin go has recentl y been publi shed by Jo hn so n, Cezill y and Boy (A rd ea 81: 25-33, 1993). Fi ve Marbied Ducks M armaronetta angustiros tris we re still present at Emba lse de Los M o lin os, Fu erteventu ra, Ca nary Island s, during mid -A ugust. In 1993, the Red Kite Mi/vus m i/vus re-in trod ucti on proj ect in Scotl and moved a large step fo rwa rd w ith th e di scovery in the Highl and s of five nests fro m w hich seven yo ung fledged (cf D utch Birding 15: 180, 1993) and in so uthern En gland an even larger nu mber of chicks was raised. Howeve r, th e re-introducti on programm es have been hampered by pe rsec ution. In Bird W atchin g's September iss ue, it is shown that in Britain during 1993 at least four Red Kites we re kill ed; furth ermore, 11 nests of Hen Harriers Circus cya neus and 26 nests of Peregrines Fa/co peregrinus we re ro bbed and at least one White-tailed Eagle Ha/iaaetus a/b icilla, two Hen Harri ers, three Northern Goshawks Accipiter genti/is, fi ve Eurasian Sparrowhawks An isus, 21 Common Buzzards 8 uteo buteo, two Golden Eagles Aqui/a chrysa etos and eight Peregrin es we re kill ed w hich is cl aimed to represent ju st the tip of an ice-be rg. The adul t Steller's Sea Eagle H pe/agicus seen durin g 199 1-93 at several places around the Ba ltic Sea, in Germ any, Sweden and Finl and, was reportedl y found dead in September in Estoni a (cf D utch Birdin g 15: 180, 1993) . In Denm ark, a Short-toed Eagle Circaetus ga llicus w hi ch stayed at Jydelejet on Man fro m late June was st ill present in so uthern Sj ~ lI a n d on 8 A ugust. The seve nth fo r the Netherl and s passed ove r Tersc helling, Friesland, on 2 A ugust. At Savukos ki, Lappl and, Fi n land, a mi xed pair of male Pallid Harrier C macrouros x female Montagu's Harrier C pyga rgus di scovered on 14 June suc-

IDutch Birding 15 : 230-235, oktober 19931


WP reports cessfull y rai sed th ree hybrid yo ung, one mal e and two females. Thi s was the first hybr idi za tion between these spec ies in th e wild to be ful ly documented. In th e north-easternmost part of the Netherl and s, between Delfz ijl and Stadskanaa l, Gron in gen, 27 pa irs of Monta gu's Harri er were breeding in 1993 and an additional four pa irs bred in the nea rby Lauwe rsmeer area. At the Hortobagy, Hunga ry, two Long-Iegged Buzzards 8 rufinus we re present during the entire period. For th e fourth co nsec uti ve yea r, an Imperial Eagle A he /iaca return ed to Hakel, Magdeburg, Germany, to spend late summer; during ea rly September, it was joined by a Booted Eagle Hieraaetus pennatus. On Fuerteventura, a pal e-morph Booted Eagle was reported at Embalse de Los Mo lin os on 12 August. In France, several Eleonora's Faleons F e/eonorae we re stav ing at, eg, Le Sambuc, Camargue, from late August to 3 September, and two other indi v idu als we re see n in Brittany on 28 August. A Purple Swamp-hen Porphyrio porphyrio found at Lepelaarsplassen, Flevoland, the Netherlands, in th e evening of 20 August co uld not be relocated during th e fo ll owing da ys. In Hunga ry, a Demoiselle Crane Anthropoides virgo was reported on 16-17 jul y at Krs ju sztus and on 26 jul y at Halastó, Hortobagy. One stayed at Spurn, Humberside, during mid-September. In Norfolk, England, the Oriental Pratincole C /areo/a ma/divarum was pre-

sent at Burnham Norton from 2 july to 13 August and at Titchwell on 14-17 August; from 29 August, it was see n in East Sussex. Th e second Lesser Sand Plover Charadrius mongo/us for Sweden at Stora Ören, Ö land, during 5- 11 August caused so me di sc uss ion before the identificat ion was establi shed as the eastern subspecies mongo /us/stegma nni. In Briti sh Columb ia, Canada, thi s spec ies was reported at Queen Charlotte Island on 22 june and at Victoria on 26-28 jul y . Th e Greater Sand Plover C /eschenau/tii di scovered at Zeebru gge, W estv laa nderen, Bel gium, on 14 jul y was not seen after 15 jul y. In the Netherlands, one was bri efl y seen on Schiermonnikoog, Friesland, on 10 August. Possibl y the first Great Knot Ca /idris tenuirostris for Denm ark was an adu lt at Ska llingen, Ribe, j y ll and, on 2 September, which was relocated on Fano on 3 September. Semipalmated Sandpipers C pusilla we re reported on Sva lbard , Norway, in june and Tresco, Sci ll y, England, on 20-22 August. Th e eighth and ninth Red-necked Stints C ruficollis for Sweden we re see n at Getterön, Halland, on 2-5 jul y and at Tanum, Bohüslan, on 12 jul y. An adu lt Least Sandpiper C minutilla stayed at Kin sa le, Cork, on 28-31 August. In Britain, Whiterumped Sandpipers C fuscicollis we re see n at Loch of Strathbeg, Grampian, on 4-5 july, at Pool of Virki e, Shetl and, from 31 jul y to 3 August and at Sou th Ferriby, Humbers id e, on 5-16 August. In Ire land, sing les we re seen at Ba ll ycotton, Cork, on 20-25 july, at

154 Hybrid male Pallid Harri er / Steppeki ekendief Circus m acrouros x fema le Montagu's Harri er / Grauwe Ki ekendief C pygargus, juvenile female, Lappl and, Finland, 7 August 1993 (Oick Forsm an)

231


WP reports

155 Long-bill ed Dow itcher / Grote Grijze Snip Limnodromus scolopaceus, Strand Lou gh, Down, Northern Ireland, August 1993 (A nthon y McGeehan) 156 0riental Pratincol e / Oosterse Vorkstaartp levier Glareola maldivarum, Norfo lk, England, May 1993 (Robin Chittenden RBPL)

232


WP re ports Tacumshin, Wexford, on 8 A ugust and at Kilcoole, W ickl ow, on 13- 14 A ugust. Th e eighth for Norway stayed at Hamningberg, Finnm ark, on 21 Jul y. At Hiddensee, Rügen, Germ any, an adult was present durin g the second week of A ugust. O n Gotl an d, th e 10th for Sweden was see n at Furilden on 14-21 A ugust. The third Baird's Sandpiper C bairdii fo r the Netherlands stayed on a flooded bulb-field near Julianadorp, Noordho ll and, from 31 Jul y to 1 August. In Fran ce, one was repo rted at Trunvel, Fini stère. At Snettish am, Norfolk, an ad ult was present on 19-22 August and a ju veni Ie was reported in Devon from 30 A ugust. A n adul t Sharp-tailed Sandpiper C acuminata in summer p lum age stayed at Bombay Hoo k, Delaware, USA, on 8- 17 August. O n 27 June, a SpoonbilI Sandpiper Eurynorh ynchus pygmeus was discovered at Barrow, A laska, USA. A Great Snipe Callinago media was present on North Rona ldsay, O rkn ey, Scotland, on 15-1 7 August. A n adult summer Long-billed Dowitcher Limnodromus scolopaceus was photographed at Strand Lou gh, Down, Northern Ireland, on 25-27 August. A Little Curlew Numenius minutus sta yed at the mouth of the Santa Maria Ri ve r in Sa nta Barbara, Ca lifo rni a, on 4-20 A ugust. The th ird Spotted Redshank Tringa erythropus for Austra li a turned up at Broome, W estern Austra li a, on 11 June. A Turnstone Arenaria interpres rin ged on Ellesmere Island, Ca nada, on 13 Jul y 1992 was trapped and released in the Netherlands on 27 September 1992 (John Dennis in litt). Durin g a 13-d ay fisheries tr ip in late A ugus1/ea rl y September, w hil e at th e southern edge of the Grand Ba nks of Newfound land, Canada, between 44 and 45N, 400 km so uth -so uth -east of Cape Race and c 1600 km west of the Açores, 20 non-ju venile Great Skuas Stercorarius skua and at least five and probably up to 70 South Polar Skuas S maccormicki we re see n in two days by John We l Is. The fourth Great Black-headed Gull Larus ichthyaetus thi s yea r for Hunga ry was an adult stavin g until at least 3 August at Halastó. Near Le Portel, Pas-de-Ca lais, Fran ce, more than 900 Mediterranean Gulls L melanocephalus were co unted on two field s at Outreau on 20 August (cf Dutch Birding 15: 45-54, 1993). For the first tim e sin ce 1907, Sabine's Gulls L sabini were breeding on Sva lbard, Norway; five pairs and two nests co ntaining eggs we re found. In the harbour of Les Sab les d'Olonne, 1000 in div idu als we re present after a western ga le on 15 September, and at least 1000 we re co unted elsew here alon g the coast of Vendée, France (a lso, 1000 European Storm Petreis Hydrobates pelagicus and a Sooty Tern Sterna fuscata we re reported). Four ju venile Audouin's Gulls L audouinii fl ew north of Cabo Raso, west of Li sboa, Portuga l, on 15 A ugust, possib ly associated w ith a li ght northerl y movement of ju ve nil e Ye llow- Iegged Gu ll s L cachinnans (there is on ly a handful of previous records of Audouin's Gu ll s for Portu ga l). Th e second Ring-billed Gull L delawarensis for Bu Igari a was an adu lt seen at Galata, Varna, on 2 August. The first breeding attempt by Great Black-backed Gull L marinus for the Netherlands occ urred in a Bl ackheaded Gull L ridibundus colony; th e nest co ntained three eggs w hich fai led to hatch. A Ross's Gull Rhodo-

stethia rosea see n on 12-1 3 September at M eldorfer Bucht, Sch iesw ig-Hoi stein , was then found dea d (hit by a ca r). At th e Engli sh east coast, at least two different Lesser Crested Terns Sterna bengalensis we re repo rted in Norfolk durin g Jul y-August. Th anks to th e creation of artifici al islands, Bu lgari a's onl y breeding pop ulation of Sandwich Terns S sandvicensis at Atanasovska lake, Burgas, increased from 595 pa irs in 1992 to 1200 in 1993. On Karan, North-Eastern Province, Saud i A rabi a, an ad ult Roseate Tern S dougallii stayed w ith the res ident White-c heeked Tern s S repressa on 12- 15 Jul y. On 20 Jul y, a Bridled Tern S anaethetus was see n on Ei gg nea r Rhum , Highl and, Scotland. The first Whiskered Tern Chlidonias hybridus for North A meri ca was prese nt at Ca pe M ay, New Jersey, USA, from 29 June to 15 Jul y. Thereafter, it was seen across Delawa re Bay at several p laces along the Delawa re shore during the second half of Jul y and August. Two White-winged Black Terns C leucopterus we re see n regu larl y in th e sa me area from 19 Jul y to 17 August. Th e second Great Spotted Cuckoo Cia ma tor glandarius for Sweden was seen at Rönn en, Skane, on 29 Jul y . Th e eighth Eurasian Scops Owl Otus scops fo r Sweden an d the first since 1975 was ca lling every ni ght from 1 June to at least ea rl y Jul y at Ri seberga, Skane. Th e thirdca lendar yea r ma le Snowy Owl Nyctea scandiaca di scove red on 21 June on Aranmore Island, Don ega l, Ireland, was relocated on 14 Jul y and remained there until at least 28 September. In Scotland , different in dividua ls we re see n in late Jul y and A ugust in the Western Isles, Orkney and Highl and . The second Pallid Swift Apus pallidus for Ireland was di scovered at Howth Head, Dublin, on 11 August and pi cked up exhausted and moribund by late afternoon (the first Iri sh reco rd was in October 1913). Others we re c laimed at Skatelövsfjorden, Sweden, on 14 June and Burnham Norton on 25 Jul y . In eastern Portuga l, a pair of

157 Lesser Sand Plover / Mongoolse Plevier Chara drius mongo lus, Stora Ören, Öland, Sweden, 7 August 1993

(Mikael Nord!

233


WP reports

158 Snowy Owl / Sneeuwu il Nyctea scandia ca, male, Aranmo re Island, Donega l, Ireland, 31 jul y 199 3 (Jack Ma/ins)

159 Blyth's Reed Warbi er / Struikrietzanger A crocephal us dumetorum , Karm 0y, Roga land, Norway, 10 jun e 199 3 (HJkon Hegg/and)

White-rumped Swifts A ca ffer was seen ca rry ing feathers in suitable breed in g habitat on 4 and 23 jul y . Thi s wo uld be th e first breeding for Portu ga l, w here about fi ve prev iou s sighti ngs are known. Two different groups of 8-10 European Bee-eaters Merops apiaster on the coast of Skane were probabl y fam il y parti es indi catin g breeding in Sweden . At Hamningberg, in th e fa r north of th e Norwegian mainland, a European Roller Corac ias ga rru/us was see n on 22 jul y. Oth ers we re reported at Morro jable, Fuerteventura, on 13 August and South Gare, Cleveland, En gland, on 11 September. In Saudi Arabia, fi ve Thick-billed Larks Rhamphocoris c/otbey we re seen near the Thumamah W ildli fe Researc h Centre at Ri yadh, durin g A ugust. The third Citrine Wagtail Motacilla citreo /a for Ireland was a first-w inter found at Ball ycotto n, Cork, on 21 September (the previous two we re seen at Ba ll ycotto n as we il). In Britain, first-w inter bird s we re reported on Tresco, Sc ill y, on 19-2 1 August, Fair Isle, Shetland, on 27-3 1 August and Farlin gton, H ampshire, from 30 A ugust to 2 September. A ju ve nile stayed at Beddington , Grea ter London, on 24-28 August. On Hel go land, a first-w inter bird was seen on 24-28 September. Th e first male Finsch's Wheatear Oenanthe finschii for Bul ga ri a, found at Emona Headland on 26 Ma y, was sti ll present on 1 jul y and was accompanied by a fema le ca rryin g food; another male was found on 30 june at Kamen

Bri ag, also on the Black Sea coast. The River Warbier Locustel/a f/uviati/is present on 30-31 May in Belgiu m was not sin ging at Schu len, Limburg, but at Schild e, A ntwerpen (cf Dutch Bird in g 15 : 184, 1993 ). In Sweden, 60 Ri ver Warb lers (40 in Uppland) and 26 Blyth's Reed Warblers Acrocepha /us dumetorum (1 1 in Upplan d) were hea rd during june-jul y . A Paddyfield Warbier A agrico /a was trapped at La Claire, Guernsey, Chan nel Island, on 19 A ugust and another at Utklippan, Bl ekin ge, Sweden, on 2 September. In Norway, a Blyth 's Reed Warb ier was trapped on Li sta on 24 jul y . Durin g Aug ust, more than 500 Basra Reed Warblers A grise/dis were claim ed at Thumamah, Riyad h, Saud i Arab ia. Th e first-yea r Olivaceous Warbier Hippo /ais pa l/ida trapped at Knokke, Westv laanderen, on 9 September 1990 has been accepted as the first for Belgium. Th e fourth Booted Warbier H ca/igata for Sweden rin ged at Ottenby, Ă– land, stayed from 26 Aug ust until 2 September. Th e first Dartford Warbier Sy/via undata for Finland was an ad ult ma le trapped at Tauva, Siikajoki , on 8 A ugust. Th e onl y reco rd for Denm ark of Spectacled Warbier 5 conspicil/ata has been rev iewed; the b ird trapped on Ch ri st ians0 on 20 September 1976 has now been accepted as an adu lt female Subalpine Warbier 5 ca ntil/ans (Dan O rnitho l Foren Tid ssk r 87: 24 1, 1993) . For th e second or third yea r in success ion, a pair of Greenish Warblers Phyl/oscopus trochi/oides

234


WP reports successfull y bred on Christians0. On 12 and 16 September, Arctic Warblers Pborea lis we re seen on Helgo land. Durin g 1-1 1 September, six indi v idua ls were reported in Britain . It is a matter of specul ation why the breeding popu lation of Willow Warblers P trochilus in Britain has dwindl ed to 60% durin g 1990-92. The ninth Firecrest Regulus ignicapillus for Finl and (a nd the first tw itchab le in div idu al) was seen at Kuopio from 13 Jul y to at least 23 August. The 12th Short-toed Treecreeper Certhia brachydactyla fo r Britain was trapped on 31 August at Dungeness, Kent (w here half of the records origin ate from) and stayed until 8 September. Th e sixth Isabelline Shrike Lan ius isabellinus for Sweden was a male reported at O ttenby on 28 Aug ust. From 29 June to 1 July, a Lesser Grey Shrike L m inor stayed at Helsinki , Finl and. In Saudi A rabia, four Rosy Starlings Sturnus roseus we re reported at Thum amah, Riyadh, during August. In Bu lgari a, a male Italian Sparrow Passer italiae was apparentl y nestin g at Blagoevgrad near Sofia in 1993 (ea rl ier breed ing was reco rded in 1987 and 1988). The fourth Spanish Sparrow P hispa niolensis for Brita in and the first for Scotland was a male present in Ho ll and Ga rd ens, North Rona ldsay, on 11-19 August. During August, lOOs of Pale Rock Sparrows Petronia brachydactyla we re seen in the Riyad h area. The f irst Siskin Ca rduelis spin us fo r th e USA was reported on Attu Island, A laska. In Brita in, Yellow-breasted Buntings Emberiza aureola we re repo rted at Landguard, Suffolk, on 4 September, at

Feli xstowe, Suffolk, on 6 September and at Port land Bill , Do rset, on 8- 10 September. A Lapland Longspur Ca lca rius lapponicus seen at Estaca de Bares, Galicia, on 19 September was a good vagrant for Spa i n w here there has been on ly a handful of records since 1970. For a number of reports in thi s and th e previous review, recent publications in Birding World, Bird watc h, Bird Watch in g, British Birds, Dansk Orn ithologisk Foren in gs Tid ss krift, Limicol a, Linnut, Nos O isea ux, Notatki Orn ito log icz ne, Oriolu s, Riyadh Birdin g News, Scottish Bird News, Vä r Fägelvä rld , W inging It and W ingspan were co nsulted. News from Britain was kindl y supplied by Rare Bird News (088 1-888 111 ). I w ish to thank Gerard va n Aa lst, Peter A rctander, Mashuq A hm ad, Chri stine Barthel, Peter Ba rthel, Leo Boon, Tony Clarke, John Denni s, N ikolai Dilchev, Gera ld D ri essens, Philippe D ubois, Erling Jirle, A nni ka Forsten, Sandra Gardeslen, Hans Gebu is, H äkon Hegg land, Andreas Helbi g, Ted Hoogendoorn , Peter lankov, Erling Jirle, Chri s Kightley, Guy Kirwa n/OSME, La sse La in e, Pau l Leader, Bru ce Mactavish, Franko Maroevic, Dave McAdams, Anthony McGeehan, Peter Mein in ger, Di rk Moerbeek, Colm Moore, Killi an M ull arn ey, D ieter Oe lkers, Klaus MaIling O lse n, Gera ld Oreel, Stefan Pfützke, O li v ier Pineau, John Ryan, Bob Scott, Hadoram Shi rih ai, Tadeusz Stawarczyk, Fran k Stühmer, Peter Symens, Tom Tarrant, JooP Treep, Tim Wacher, John W ell s and Pi erre Yésou fo r th eir help in comp ilin g thi s review .

Arnoud B van den Berg, Ouinlustparkweg 98/ 2082 EG Santpoort-Zuid, Netherlands

Recente meldingen _ __ _ __ _ D it overz icht va n recente meldingen va n ze ld za me en interessante voge ls in Nederland en België bes laa t voorname lij k de maanden j uli en augustus 1993. De vermelde geva ll en zijn merendeels niet geverifieerd en het overzicht is niet vo ll edi g. A ll e voge laars di e de moeite namen om hun waa rnemingen aan ons door te geven wo rden hartelijk bedankt. Waarnemers van soorten in Nederl and die wo rd en beoordeeld door de Commi ss ie Dwaalgasten Nederland se Av ifaun a wordt verzoc ht hun waa rn emin gen zo spoedig mogelijk toe te zen den aa n: CDNA, Postbus 45, 2080 AA Sa ntpoort-Zuid, Nederland . Hiertoe gelieve men gebruik te maken va n CDNA-waa rnemingsformuli eren die eveneens ve rk rij gbaa r z ijn bij bovenstaand ad res .

Nederland PIjLSTORMVOGELS TOT VALKEN Grauwe Pijlstormvogels Puffinus griseus werden gemeld op 6 augustus bi j Scheven in gen, Zuidh oll and, en 30 augustus (zeven)

!Dutch Bi/ding 15: 235-239, oktober 1993!

en 31 augustu s bij Tersc hellin g, Friesl and. Noordse Pijlstormvogels P puffinus we rden gez ien op 2 augustu s drie langs Den Helder, Noordholl and, op 6 augustus twee langs Camperduin, Noordholl and, en op 31 augustu s één langs Tersc helling. Vale Pijlstormvogels P yelkouan we rden, zoa ls gewoonlijk, voo rnamelij k langs de Hondsbossc he Zeewe ring, Noordh oll and, gez ien en we l op 11 , 24, 25, 26 en 30 juli en 2 en 5 augustu s. Verder waren er waa rn emin gen op 14 augustus bij Schevenin gen en op 30 augustus langs Tersc hellin g. Vale Stormvogeltjes Oceanodroma leucorhoa vertoonden zich op 11 augustu s bij Camperdu in en op 26 augustus bij W ervershoof, Noordh oll and. Kuifaalscholvers Pha lacrocorax aristotelis lieten z ich z ien op 13 juli en 20 augustu s b ij Tern euzen, Zee land, op 17 juli (twee) en 24 augustus b ij V li ss in gen, Zee land, op 28 juli (v ier) bij Katwijk, Zu idho ll and, en op 26 augustu s bij de Maasvlakte, Zuidholl and . Bij het Quackjeswater, Zuidh oll and, werd op 19 juli een, u raad het al, Wouwaap Ixobrychus minutus gezien. Kwakken Nycticorax nycticorax werden gemeld op 2 juli bij Stavoren,

235


Recente meldingen Fri es land, op 19 juli bij Gouda, Zuidholland, va n 17 tot 22 augustu s max im aa l twee in de Brabantse Bi esbosc h, Noordbrabant, op 18 augustus bij Vli ss in gen, op 24 augustu s bij Middelburg, Zee land, en op 28 augustu s langs de Oostvaa rd ersd ijk, Fl evol and. Va n 7 tot 22 juli verbl eef een Koereiger Bubu/cus ibis bij Rhenen, Utrecht, en op 24 juli wa ren er hier twee, beide va n dubieuze herkom st (ge ringd). Vanaf 27 augustu s zat er één bij de W orkum erwaa rd , Fri es land, en va naf 31 augustu s één in de Lauwers meer, Groningen. Kleine Zilverreigers Egretta ga rzetta werd en gez ien op 15 juli bij Het Zw in, Zee land, op 18 juli op Tersc hellin g, va n 24 tot 27 juli één en op 28 juli twee bij Sirj ansland, Zee land, op 26 juli langs de Oostvaa rdersdijk, op 30 en 31 juli langs de Philipsdam, Zeeland, en va naf 18 augustu s minim aa l v ij f exempl aren op versc hill ende pl aatsen in Zeeuwsv laanderen, Zeeland. Grote Zilverreigers E a /ba ve rbl even tot 18 augustu s (max im aa l drie) in het Oostvaarderspl assengebi ed, Fl evoland, op 26 juli bij het Veerse M eer, Zeeland, en va naf 31 augustu s in de Lauwe rsmee r. Zwarte Ooievaars Ciconia nigra we rd en gemeld op 4 en 5 augustus bij recreati eterrein Bu ss loo, Gelderl and, op 14 augustus bij Vli ss in gen, op 15 juli op de M aasvlakte, op 17 juli bij A lkmaar, Noordho ll and, op 23 augustus bij Biddinghui ze n, Fl evoland, op 24 augustu s v ij f exempl aren in de Brabantse Bi esbosc h en rond 28 augustu s twee in de Deurn se Peel, Noordbrabant. C 35 Ooievaars C ciconia werden gemeld, vooral va naf eind juli en de laatste op 19 augustu s, met als maximum 16 exempl aren op 17 augustu s bij V inkeveen, Utrecht. Een Flamingo Phoenicopterus ruber roseus we rd op 1 en 2 augustu s gez ien op de Keerslui spl as, Fl evo land. Een zomerwaa rneming van een Ross' Gans Anser rossii betreft een exempl aa r va naf 29 augustu s in de Lauwersmeer en een 'eve n waa rdevoll e' waa rn emin g va n een Witkopeend Oxyura /eucocepha/a we rd op 21 juli gedaan bij Hoo rn , Noordh oll and. Zwarte Wouwen Mi/vus migrans werden gemeld op 17 augustu s bij Ko udekerke, Zee land, op 18 augustu s bij de Kn ardijk, Fl evol and, en op 27 augustu s bij G roningen, Groningen, en Rode Wouwen M mi/vus op 18 juli bij het Robbenoo rdbos, Noordholl and, en op 29 augustu s bij N ieuw koop, Zuidh oll and. Een Slangearend Circaetus ga /licus v loog op 2 augustus over Tersc hellin g. Van de Grauwe Kiekendief Circus p yga rgus kwa men verspreid over Nederl and en de peri ode 11 meldin gen binn en. In O ost-Gronin gen we rd en dit se izoe n maar li efst 27 broedparen vastgesteld en in de Lauwe rsmeer nog eens vier paren. Va n de Visarend Pandion haliaetus we rd en in juli zes exempl aren gemeld, begin augustu s zeve n en eind augustu s al weer c 40. W el aardi g is de melding va n vier pl eisterende en drie ove rtrekkende exempl aren op 29 augustu s in de Brabantse Bies bosc h. Roodpootvalken Fa/co vespertinus we rd en gez ien op 17 augustu s twee bij Vli ss in gen en twee bij Vin keveen, op 18 augustu s op Texel, Noordh oll and, op 19 augustu s bij joure, Fri es land, en op 29 augustu s bij de Philipsdam. Vanaf 23 augustus ve rbl eef wee r een Slechtvalk F peregrinus in de Lauwe rsmeer, op 24 augustu s ve rsc heen er één bij de Hell egatspl aten, Zuidholl and,

236

en op 28 augustu s zo uden twee exempl aren gez ien z ijn bij de Clausce ntrale bij Roerm ond, Limburg. RA LL EN TOT A LKEN De Purperkoet Porph yrio porph yrio die op 20 augustu s in de Lepelaa rspl assen, Flevoland, rond stapte Iiet de waa rnemers ve rbl uft achter en kon de vo lgende dagen niet wo rden teru ggevonden. O p het Rammegors, Zee land, wa ren op 4 juli nog zes Steltkluten Himantopus himantopus aanwez ig en tot 17 augustu s bl eef daar minim aa l één exempl aa r. De Griel Burhinus oedicnemus va n Het Zwanenwater, Noordholl and, we rd voor het laatst gez ien op 19 juli. Een meldin g va n een kortstondi g aanwez ige Woestijnplevier Charadrius /eschenau/tii kwa m va n Schiermonnikoog, Fri esland, op 10 augustu s. Morinelplevieren C morin ellus we rden, voo rn amelijk op doo rtrek, gezien op 17 augustu s bij W estkapell e, Zee land, op 18 augustu s in de Lauwe rsmeer, op 19 augustu s bij Katw ijk, op 21 augustus bij Schevenin gen en op 28 augustu s twee bij Bloemend aa l, Noordh oll and. De derde Bairds Strandloper Ca /idris bairdii voo r Nederl and we rd op 31 juli en 1 augustu s gez ien bij juli anadorp, Noo rdh o ll and . Gestreepte Strandlopers C me/anotos verbleve n op 26 augustu s in de Lauwersmeer en va n 28 augustu s tot 1 september twee exempl aren op dezelfde voo rtreffelijke bo llenve ldj es bij juli anadorp, waa r eerd er de Baird s Strandloper zat. Ook op deze ve ldj es was va n 28 augustu s tot 1 se ptember een Breedbekstrandloper Limico /a {a/cinellus aanwez ig. Er was een melding va n een Poelsnip Ga llinago media op 9 augustu s in de Carel Coenraadpolder, G ronin gen. Poelruiters Tringa stagnati/is pl eisterden va n 18 tot 29 jul i, meestal twee, op het Rammegors, va n 21 juli tot 24 augustus één bij juli anadorp, op 24 en 25 juli twee in de Putten bij Camperduin , op 14 en 27 augustu s in de Lauwersmeer, op 15 augustu s langs de Oostvaa rdersdijk en op 29 augustu s bij het Balgza nd, Noordh o ll and . O p 16 augustus werd op de M aasvlakte een Terekruiter Xenus cinereus gez ien. O p de bollenve ldj es bij julianadorp werden in augustus minimaa l twee Grauwe Franjepoten Pha/aropus /obatus gez ien, va naf 12 augustu s wa ren er maximaa l drie aanwez ig in de Lauwe rsmeer, op 12 en 13 augustu s één op Vi ieland, Fri esland, op 13 augustu s op Ameland, Fri es land, va n 14 tot 19 augustu s op het Rammegors, op 21 augustu s langs de O ostvaa rdersdijk, op 28 augustu s twee bij de Bandpolder, Fri es land, en op 29 augustu s twee bij 's-G ravenza nde, Zuidholl and . Langs de Oostvaa rdersdijk werden op 31 augustu s één Middelste jager Stercorarius pomarinus, ac ht Kleine jagers 5 parasiticus en één Kleinste jager 5 /ong ica udus waa rgenomen. Va n deze laatste soort wa ren ook waa rn emingen op 6 augustu s op de M aasvlakte, op 27 augustus b ij W estkapell e, op 28 augustu s bij Valkeni sse, Zee land, op 29 augustu s bij Groote Keeten, Noordho ll and, en bij julianadorp, op 30 augustu s bij Ca mperduin en op 31 augustu s bij Den Helder. O p 23 augustu s v loog een Vorkstaartmeeuw Larus sa bini langs Schiermonnikoog. Op 15 augustu s zat een Grote Burgemeester L hyperboreus in de Putten bij Ca mperduin. Slechts enkele Geelpootmeeuwen L cachinnans we rd en gez ien: op 26 juli bij Hard erw ijk,


Recente meldingen

160 Slangea ren d / Short-toed Eagle Circaetus ga /licus, Terschelling, Noord holl and, 2 augustus 1993 (A rie Ouwerkerk) 161 Grauwe Franj epoot / Red-necked Ph alarope Pha/aropus /oba tus, 's-Gravenzand e, Zu idho ll and, 30 augustus 1993 (Henk Harmsen) 162 Gra uwe Fitis / Green ish Warbier Phylloscopus troch i/oides, Schiermonn ikoog, 30 augu stus 1993 (A ndrĂŠ J van Loon & Kees Schouten) 163 G raszanger / Zitting Cisticola Cistico/a juncidis, Paal, Zee land, 3 juli 1993 (Max Berlijn)

237


Recente meldingen één in de omgeving va n Den Oever, Noordholl and , op 3 juli bij de Mokkebank, Fri es land, op 4 juli bij Marken, Noordholland , op 6 ju li b ij het U itdammerdie, Noordholl and, op 24 juli bij Woerden, Utrecht, op 8 augustus bij de Ve ntjagersp laten en op 29 augustus langs de Afs luitdij k, Noordh oll and. Een Papegaaiduiker Fratercu la arctica trok op 6 augustus langs Ca mperduin.

Up upa epops zat va n 17 tot 21 juli voor Paa l, Zeeland, en op 17 augustus bij W ageningen, Gelderland. Va naf 14 augustu s we rd en reeds 26 Duinpiepers Anthus ca mpestris waa rgenomen. O pmerkelij k is de meldin g va n c 250 Noordse Kwikstaarten Motacilla flava thunbergi met enkele Engelse Kwikstaarten M f flaviss ima op 27 augustus op de Maasvlakte. De Graszanger Cisticola juncidis va n Paal we rd gez ien tot 7 augustu s. Op 18 augustus werden er twee opgemerkt bij Osseni sse, Zeeland, en va n 19 tot 21 augustus zo ng er één bij Kloosterza nde, Zeeland. Waterrietzangers Acrocephalus paludicola we rden gemeld op 31 juli op Tersc helling, op 8 augustus drie en tot 15 augustus nog één op de Maasvlakte en op 14 augustus bij de 's-G rave nhoe kinlagen, Zee land . Een Sperwergrasmus Sylvia nisoria werd op 27 augustus geva ngen bij Bloemendaa l. O p 11 augustu s za t op Rottumeroog, Groningen, een Grauwe Fitis Phylloscopus trochiloides te zin gen en op 30 augustus werd er één geva ngen op Schiermonn ikoog . in juli wa ren er geru chten va n een b roedgeva l van de Kleine Vliegenvanger Ficedlila parva in Zee uwsV laanderen. Er was een melding va n v ier Witkopstaartmezen Aegithalos caudatus ca udatlls op 30 augustu s in het Foc hte loë rvee n, Drenthe. Ook va n de Taigaboomkruiper Certhia fam iliaris was een melding va n een broedgeva l in de omgev in g va n Vaa ls, Limburg, waa r oo k later in het se izoen nog waa rnemin gen werd en gedaan. Er was een opmerkelijk vroege meldin g va n een Notekraker N licifraga ca ryocatactes van 24 tot 28 augustus bij Rhenen. De in vas ie Kruisbekken Loxia cllrvirostra sukkelde nog eni ge tijd door; voo ral begin augustu s kwa men meerdere waa rn emingen binn en va n groepen tot la-tallen exempl aren. Op 2 juli za t een Roodmus CarpodaCl/s erythrinlls bij Vliss in gen en op 3 juli twee en 26 juli één bij de Lepe laa rspl asse n. Va naf 15 augustu s wa ren er al weer enke le waa rn em in gen va n Ortolanen Emberiza hortulana . H OPPEN TOT GORZEN Een Hop

164 Bairds Strand lope r / Baird's Sa ndpiper Ca lidris bairdii, Julianadorp, Noordholl and, augustu s 1993 (Hans

Gebuis)

Gelderl and, op 1 en 30 augustu s bij Ijmuiden, Noord ho ll and, op 2 en 7 augustus bij de Houtribhaven, Fl evo land, op 18 augustu s bij de W assenaa rse Slag, Zu idho ll and, en op 19 augustu s één en 28 augustus twee bij Katwijk. Lachsterns Ge /oche/idon nilotica werd en geme ld op 4 juli bij Sch agen, Noordho ll and, va naf 17 ju li tot 3 augustus op het Ba lgza nd, met op 3 augustus 10 exemplaren, op 17 juli bij de Houtribhaven, op 24 ju li in de HW -duinen, Zuidh oll and, op 26 juli boven Gronin gen, op 1 augustus twee bij 't Za nd, Noordho lland, op 4 en 5 augustu s in de Putten bij Camperduin , op 17 augustus bij V li ss ingen en op 26 augustu s bij Deventer, Overijssel. Reuzensterns Sterna caspia ve rbl even op 19 juli bij Camperduin , va n 9 tot 27 augustus in de Lauwe rsmeer, va n 18 tot 29 augustu s maximaal 10 in de Workumerwaard en op 30 augustu s zes in de Makkumerwaard, Fri es land, op 19 augustus bij Stellend am, Zuidholl and, en de Ve ntjagersplaten, Zuid holl and, waa r er ook een op 28 augustu s za t, en va n 20 tot 28 augustu s min stens drie in Fl evoland. Een Witwangstern Chlidonias h ybridus we rd gemeld op 14 augustu s langs de Oostvaardersdijk. Witvleugelsterns C leucopterus ware n va n 2 juli tot 7 augustu s aa nwez ig in Fl evo land (max imaa l drie), va n 3 juli tot 21 augustu s

Ruud M van Dongen, A lbertusstraat 4, 526 1 AD Vught, Nederland Hans Gebuis, Boogschutter 30, 3328 KB Dordrecht, Nederland Peter WW de Rouw, Warande 23, 3705 ZB Zeist, Nederland

België Een donsstormvogel Pterodroma mollis/madeira/feae werd op 25 augustus door

STO RM VOG ELS TOT D U IKERS

drie waa rnemers goed beschreven va naf het Ooster-

238

staketse l te Oostend e, Westv laa nderen. Ve rd er trok ken langs Oostende een grote pijlstormvogel op 31 juli en een Vale Pijlstormvogel Puffinus yelkouan op 23 augustu s. Een Grote Pijlstormvogel P gravis v loog op 8 augustu s vrij we l over het strand langs Oostduinkerke, Westv laa nderen. Er we rd en in totaa l v ij f Kuifaal-


Recente meldingen scholvers Phalacrocorax aristotelis gemeld. Buiten de twee gekende broedpl aatsen in Vl aanderen ve rbl even Kwakken Nycticorax nycticora x te Damme, W estvlaanderen, op 19 juli ; te Harchi es, Henegouwen, rond 8 augustu s en te Dud ze le, W estv laa nderen (twee), tot 14 augustus. Tu ssen 15 juli en 29 augustu s w erden in Het Zw in bij Knokke max imaal drie Kleine Zilverreigers Egretta garzetta w aa rgenomen; te Zeebru gge-Achterh ave n, W estvlaanderen, ve rbl eef er één va n 21 juli tot 29 augustu s; op 4 augustu s w aren er waa rn emin gen te Kallo, Oostvlaanderen, en te Lokeren, Oostv laanderen en te Kallo-Doel zat er wederom één op 14 en 15 augustus. In het M olsbroe k te Lokeren pl eisterde op 20 augustu s kortstondi g een Zwarte Ooievaar Ciconia nigra. Ond er de 85 gemelde Ooievaars C ciconia, z ijn de ove rnachtin g va n 20 exempl aren te Pommeroeul , Henegouwen, op 13 augustu s en de groep va n maa r liefst 50 exempl aren te Denderh outem, O ostv laanderen, op 26 augustu s de meest spectacul aire. Op 21 juli zwom een mannetj e Witoogeend Aythya nyroca te Li er-Duffel, Antwe rpen. Op 18 augustu s zouden boven Ti enen, Brabant, niet minder dan 80 Wespendieven Pemis apivorus z ijn geteld. Een gekl eurmerkte ju veniele Arendbuizerd Buteo rufinus hin g op 4 au gustu s boven Kallo-Doe l maa r de herkomst we rd nog niet achterhaa ld. PLEVIERE N TOT STERNS

De eni ge (ju veniele) Steltkluut

Himantopus himantopus zat op 1 augustu s bij Kalmthout, Antwerpen. Een adulte Woestijnplevier Charadrius leschenaultii in zomerkl eed ve rbl eef op 14 en 15 juli in de Voorh aven te Zeebrugge. Op 7 augustu s vl oog een Morinelplevier C morinel/us lan gs Knokke; over Zuienkerke, W estv laanderen, v loog er één op 15 augustu s. Een adulte Gestreepte Strandloper Calidris m elanotos was va n 11 tot 22 augustu s aanwez ig te Zelzate, Oostvl aanderen. Poelruiters Tringa stagnatilis zaten bij Zin gem, Oostv laanderen, op 5 juli en te Zeebru gge-Achterha ve n op 15 augustu s. De, indien aanvaa rd, derd e Kleine Geelpootruiter T flavipes voor België zat op 25 juli enkele uren in de Oude Vrede bij Kn okke en vertrok in noordelijke ri c hting. Op 26 juni zat een mannetj e Grauwe Franjepoot Phalaropus lobatus te Kallo. Kleinste Jagers Stercorarius longica udus w erden enkel gez ien te O ostende, en we l op 8, 23, 24, 25 en 31 augustu s. Ook de adulte Kleine Burgemeester Larus glaucoides op 4 juli , de adulte Grote Burgemeester L hyperboreus op 7 augustu s, de lachsterns Celochelidon nilotica op 3 juli en 21 augustus en de Reuzenstern Sterna caspia op 24 (één) en 29 augustu s (v ier) werden allen waa rgenomen te O ostend e. Op 13 en 14 juli pl eisterde een adulte Dougalls Stern S douga l/ii in de Voorh aven va n Zeebrugge. Een cl aim va n een Forsters Stern S forsteri kwa m va n O ostende op 25 juli. Op 21 juli v loog een Witvleugelstern Chlidonias leucopterus lan gs het G root Buitensc hoor bij Antwer-

pen, Antwerpen. Een zee r mak, adult exempl aar werd op 29 augustu s gefotografeerd te Longchamps, Namen. H O PPE N TO T GO RZEN Een Hop Upupa epops liet zich gemakkelijk v inden bij Oostakker, Oostv laanderen, va n 24 tot 27 augustus . Te Gullegem, W estvl aa nderen, zat er één op 27 augustu s. Van de 28 gemelde Draaihalzen jynx torquil/a w erden er 11 geringd in Het Zwin bij Knokke. Langs de Oostku st was dit jaa r een broedgeval. Een Kortteenleeuwerik Ca landrel/a brach ydactyla werd op 15 juli waa rgenomen in de Voorhave n va n Zee bru gge. Verrassend genoeg kon deze va n 2 tot 5 augustu s op dezelfde pl aats uitvoe rig w ord en bekeken en gefotografeerd. In deze peri ode we rden al 22 Duinpiepers Anthus ca mpestris waa rgenomen, met max ima al zes bij O ostakker op 29 en 30 augustu s. Twee vroege Beflijsters Turdus torquatus vlogen op 28 augustu s ove r Bredene, W estvlaanderen. Va n 24 tot 29 augustu s zat een moeilijk vindbare Graszanger Cisticola juncidis bij Oostakker. O p 21 juli zo u een Waterrietzanger Acrocephalus paludicola gez ien z ijn te Oostende-Bredene. Vangsten wa ren te Neerpelt, Limburg, op 2 augustu s; te Doorn ze le, Oostv laa nderen, op 15 augustu s; te Zw ijnaa rde, Oostv laanderen, op 20 en 21 augustu s en te Ti enen op 31 augustu s. Op 29 augustu s we rd een ee rste-w inter Veldrietzanger A agrico la gerin gd te M esselbroe k, Brabant. In Het Zw in bij Knokke we rden Orpheusspotvogels Hippolais polyglotta gerin gd op 24 en 28 augustu s. Ook va n Sperwergrasmussen Sylvia nisoria wa ren all een va ngsten; twee in Het Zw in bij Knokke en één te Meetkerke, W estvl aa nderen. O p 9 augustu s zou in het park va n Tervuren, Brabant, een Kleine Vliegenvanger Ficedula parva zijn waa rgenomen. Vanaf 29 augustu s begon z ich een grote invas ie va n Zwarte Mezen Parus ater af te tekenen. In tota al 11 Buidelmezen Remiz pendulinus werden gez ien te Gent, H archies, Korbeek-Lo, Li er en Ti enen. Op 30 augustu s werd een onvo lwassen Grauwe Klauwier Lanius col/urio geva ngen en gerin gd te Korbeek-Lo. Een Raaf Corvus corax werd op 15 augustu s opgemerkt te M else n, Oostvlaanderen. Na 6 augustu s herl eefde de invasie van Kruisbekken Lox ia curvirostra die een maand eerder w as stil geva llen. Te Bredene verbl eef rond half augustus een Roodmus Ca rpodacus erythrinus en op 27 augustu s een adult mannetje bij Wilrijk, Antwe rpen. Er w erden slechts zes Ortolanen Emberiza hortulana gemeld, waa rva n v ier te Li er.

Deze waarnemingslij st kwa m tot stand met medewerking va n Hugues Dufourny (Henegouwen), Philippe Smets (Ti enen), Dirk Symens (VLAVICO), Erik Vanloo (Trektellingen in het Oostend se), Will y Versc hueren (Linkeroever) en Frederik Will emyns (M ergus) . Ook de hulp va n al diegenen die (hun) waa rnemin gen meedeelden op de Belgische Dutch Birding-vogellijn (0348 801 94) was hier onontbeerlijk.

Cerald Driessens, Bosstraat 44, 2500 Lier, België

239


DB Actueel _ _ __ _ _ _ __ _ Alpengierzwaluw bij Westkapelle Op vrijd ag 17 september 1993 om 08:10 zage n Fl oor A rts en Cor Berrevoets tij dens zeetrekwaa rn emingen va naf de zeedijk bij W estkapell e, Zeeland, op korte afstand een A lpengierzwa lu w Apus me/ba passeren. De voge l kwa m laag langs de buitenz ijde va n de dijk aanv liegen, zwe nkte ter hoogte va n de waa rn emers ri chtin g binnenl and en ve rd ween na het draa ien va n enkele grote ronden boven zee. Toe n de voge l om 08 :40 plotse lin g wee r opdook en een poosje bl eef rond vliegen in de buurt va n de zeedijk, werden andere vogelaars gewaarsc hu w d. In totaa l 12 personen smaakten het genoegen de A lpengierzwa l.uw geruim e tijd en vaak op zeer korte afsta nd te kunnen.bekijken. Gedurende het enke le uren durende ve rblijf va n de voge l werd deze meestal op geringe hoogte vliegend waa rgenomen, j agend op in secten. Hierbij we rd een flink gebi ed bestreken tu ssen Domburg en W estkapelle waarbij de voge l een duidelijke voorkeur leek te hebben voor het gedeelte va n de zeedijk waa r de waa rnemers zic h bevonden. Het was aa rdi g om te z ien hoe enkele waa rn emers in een sc hrikreacti e bukten toen de voge l b innen een halve meter over hun hoofd sc heerde! O m 10 :45 ve rdwee n de voge l definitief in zuidoostelijke ri chtin g. Dit was het 18e geval va n de A lpengierzwa lu w voo r Nederl and (het 11 e sind s 198 0) en met de waa rn emin g op 28-29 oktobe r 1987 b ij Koog aan de Zaa n, Zaa nstad, Noord ho ll and, pas het tweede eni gszin s 'tw itchbare'. PETER L MEININGER Bonte Tapuit op Vlieland Bijn a ĂŠĂŠn jaar na de kortstondi ge waa rn emin g va n een 'B lonte Tapuit' op V lieland, Fri es land, in oktober 1992 ontdekte Wim va n Splunder op donderdag 7 oktober 1993 om 16 :1 5, niet ve r va n de vorige p lek, ve rbaz ingwekkend genoeg een ove reenko mstige voge l. Deze zat langs het fietspad langs de duinrand, enkele 100en m ten westen va n bungalowpark 'An kerpl aats'. Ma rc-Ol af Blij erve ld, San165 A lpengierzwa lu w / A lp ine Sw ift Apus me/ba, W estkapelle, Zeeland, 17 september 1993 (Peter L Meininger)

240

der Lagerve ld, Raymond va n Splunder en Chri s Winter we rd en per portofoo n gewaarsc hu wd en tot donke r kon de voge l ui tvoeri g bestudeerd en gefotografeerd wo rden. Gelukki g kon de determinati e di tmaa l we l zeker gesteld wo rd en, en we l als eerste-win ter mann etj e Bonte Tapuit Oenanthe p/eschanka . De vo lgende dag (8 oktober) was de voge l oo k nog aanwez ig. De determin ati e leve rde we ini g pro blemen op. De grij sbruine kl eur va n mante l en ru g, de ve r naa r beneden doo rl opende donkere kee lv lek en de lichte vee rranden op kop, rug en mantel sloten een Blonde Tapuit o hispanica ui t. Het betreft het v ierde geva l voo r Nederl and, na een geva l in 1988 en twee gevallen in 1992. RAYMOND VAN SPLUNDER Izabelklauwier kortstondig op Texel O p donderdag 21 oktober 1993 om 16:45, ontdekten Marcel Ca peil o en Wilfried M ahu bij ' De Hoge Berg' op Texe l, Noord holland, een bl eek ui tz iende klauw ier Lanius die zij determin eerden als waa rsc hijnlij ke Iza belklauw ier L isa bellinus. Hoewe l het al donke r begon te wo rden, reden z ij snel naar de noo rd p unt om voge laars te waa rsc hu wen. In de schemering ko nden vervo lgens c 20 gelukki gen de determin ati e bevesti gen. O nd anks het slechte licht kond en alle relevante kenmerken zoa ls de ongetekende bl eek grij sbruine bove ndelen, de roodbruine bovenstaa rt en bl eker ross ige onderstaart, de vaag geschubde flanken met ora nje waas en de li chte randjes aan de vleugelve ren wo rden vastgesteld en ko n de voge l beschreven en 'op hoop va n zege n' gefotografee rd wo rd en. Tegen donke r we rd de voge l actiever en ve rdwee n op een gegeven moment in de dui sterni s. O nd anks intensief zoeken door ve le voge laars kon de voge l een dag later niet meer wo rden te ru ggevond en. Indien aa nvaa rd, betreft dit het eerste geva l voo r Nederl and va n deze lang ve rwac hte dwaa lgast. ENNO BE sELS

166 Bonte Tapuit / Pied Wh eatear Oenanthe p/eschanka, eerste-winter mannetj e, V lieland, Fri esland, 7 oktober 1993 (Raymond va n Sp /under)

[Outeh Birding 15: 240, oktober /9931


Long Lens Bags LL600,LL400,LL300 Een veilig opberg- en transportsysteem voor uw lange brandpunt tele-objectieven van 300, 400 of 600 mm, uitgevoerd in duurzaam, waterafstotend, zwart protek materiaal.

RUGZAKKEN leverbaar in 3 uitvoeringen. De PBP is een medium grote rugzak. In de PBl is plaats voor uw lange brandpunt objectieven. De PBH SPECIAL is een super uitvoering waarin zelfs een tent in opgeborgen kan worden.

Voor meer informatie: Pampuslaan 104, 1382 JR Weesp Tel: 02940 - 30596 Fax: 02940 - 30796

v


Dutch Birding Vogelgidsen Roofvogels van Noordwest-Europa Dick Forsman Roofvogels behoren tot de moeilijkste vogels om te determineren. Vooral de buizerden en arenden hebben een ongeëvenaarde variatie in verenkleden. De kleden verschillen naar soort, leeftijd, gebied van herkomst en geslacht. Daarnaast kennen ze in enkele gevallen meerdere kleurvormen van licht tot donker. Dick Forsman is er in geslaagd een overzichtelijke gids samen te stellen, met meer dan 200 foto's en honderden lijntekeningen. Hierdoor is de lezer in staat alle roofvogels, die in Noordwest-Europa te zien zijn, betrouwbaar te determineren, niet alleen naar soort, maar ook naar leeftijd en geslacht. Eindredactie: Sandra Gardeslen en Dirk Moerbeek

Dutch Birding Vogelgids 2 ISBN 90-74345-02-6 15 x 21 cm Formaat: 228 pagina's Omvang: 201 foto's, 200 tekeningen Illustraties: NLG 39,90; BEF 825 Prijs:

Jagers

Jagers van het Noordelijk Halfrond Klaus MaIling Olsen Een gids voor het identificeren van de 5tercorariidae. Dutch Birding Vogelgids 1 ISBN 90-74345-01-8 15 x21 cm Formaat: Omvang: 104 pagina's Illustraties: ca. 100 foto's, veel tekeningen NLG 24,90; BEF 475 Prijs:

KLAUS MALUNO OLSEN

D e jag." , va ll !J et N oO"delijk H alFo ll d

GIM IB UIT C l V UIJ

Bovenstaande boeken kunnen besteld worden door het overmaken van de ledenprijzen NLG 35,--, resp. NLG 19,90 (+ een bijdrage van NLG 3,-- in de porto- en verzendkosten) per exemplaar op girorekening 2989470 t.n.v. Ger Meesters Boekprodukties. In België kunnen de boeken besteld worden door het overmaken van BEF 825, resp. BEF 475 per exemplaar op girorekening 000-1648397-76 t.n.v. Ger Meesters Boekprodukties, Haarlem, Nederland. De boeken zijn ook in de boekhandel verkrijgbaar. Ger Meesters Boekprodukties Uitgeverij

Vrijheidsweg 86 • 2033 CE Haarlem. ({) 023-336044 • 0 023-350895

VI


1994 Field Excursions witb

Yorkshire Birding Bharatpur JANUARY 23RD - FEBRUARY 6TH 1994 See 150 species in a day at this renowned Indian birding paradise, the vast numbers of eg rets , raptcrs and waterfowl providing a photograph ic

Beidaihe in sprin MAY 7TH - MAY 21ST 1994 Visit this amazing Chinese hotspot and see mouth watering Eastern Pa learctic species - Siberian Rubythroat, White's Thrush, Siberian Blue Robin, Lanceolated Warbier and Pechora Pipit. Plus much more ...

Beidaihe in autum OCTOBER 29TH - NOVEMBER 12TH 1994

Timed to coincide with the spectacular migration of cranes as they head southwards to t heir wintering grounds. See Siberian White, White-naped, Red-crowned, Hooded and Common Cranes in large numbers. to see Pal!as's Rosefinch and Siberian Accentor.

Contact Yorkshire Birding 8 St. Peters Avenue, Anlaby, Huil, East Yorkshire, ENGLAND (010) 482 658551 111 IriJs

arr~d

IhrllJjJ UlUllUIlIl'l 1I Ilristol ,ABTn "TIL RfTR

VII


A Book Service for the European Birder De Boekenservice voor de Europese Vogelaar Designed for the European birdwatcher, this service offers books covering all areas of European & World ornithology, in any language, with easy ordering and rapid despatch. Payment is easy too we accept cheques in f/Gld/DM, Eurocheque, most credit cards, and International Post/Girobank.

NEW / FORTHCOMING TITLES TitIe Gld* Birdwatcher's Guide to Malaysia -11/93 ....... .. .... .... ... ..... ........ . .. .. .. .. H4.00 41 Collins Guide to the Birds of Russia - 11193 .. .. ... . .. . ... ... ... ... .. .. ... .. .. ... . H9.99 59 Crows and Jays: A Guide to the Crows, Jays & Magpies of the World First identification guide to this group . 11193 . .. . ..... ...... .. ... ....... .. .. f25 .95 76 Finches and Sparrows: An Identification Guide - 10/93 .... ... .. ... .. ..... .. .. f29.99 88 Hamlyn Bird Species Guide: The Great Tit - 09/93 ... ... ......... .. . ....... .... HO.OO 29 Harnlyn Bird Behaviour Guide: Seabirds - 09/93 ... .. ....... ... .. ... ..... ... .... H4.99 44 Identification Guide to European Non-Passerines - 11/93 The long-awaited companion to Svensson 's Passerine guide ... .. .... .... H5 .00 44 New Atlas of the Breeding Birds in Britain & Ireland: 1988-1991 The new BTO atlas. due 11/93. Poyser ......................... ........ .. . .. . f40 .00 118 World Checklist of Birds - 10/93 Yale UP . Based on Sibley & Monroe. 9.702 species listed . ...... .... ..... ....... .. .. D5.00 103

DM* 36 52

n

68 78 26 39

~

39 104 92

D

D D D

NOW AVAILABLE FROM STOCK: Birds of Brazil: A Natural History - now available. Princeton UP EXTENDED SPECIAL OFFER - reducedfrom f90 to .... .... ...... .....f70 .00 206 Birds of Camargue - annotated checklist ....... ....... .... .. ........ ........ .. .. ... H5.99 47 Field Guide to the Birds of Borneo, Sumatra, Java & Bali .. ....... .... ... ... f50 .00 146 820 species on 88 colour plates ...... .......... ............. .... .... .... ...... . f25 .00 73 Field Guide to the Waterbirds of Asia - 327 species ... ... .. ........ ......... .. . f21.95 65 Field Guide to the Birds of Taiwan - 458 species ... .. .. ... ........ ... ......... . . f49.95 47 Great Auk Islands (Poyser) .......... .. ... .............. .... ... .. . .. . .... ... ........... f22.00 65 The Peregrine Falcon - new edition now available (Poyser) ........ .... ... ..... f25 .00 73 Les Pies-Grieches d'Europe, d'Afrique du Nord, et du Moyen Orient New monograph on shrikes ofthe W Palearctic .. ........... ...... ..... .... f22 .50 66 Supplement to Distribution & Taxonomy of Birds of the World First update to Sibley & Monroe. Yale UP .......... ............. ......... ... H9 .95 59 Where to Find Birds in Australia - new reprint edition .... ... ....... .. .. . .. .. .. H6.00 47

184 42 130 65 58 42 58 65 59

D

52 42

B

* Guide prices only - may alter due to publishers ' price increases or currency fluctuation. You can order any natural history book using this service. For a quotation, please send details of titIe/author, or send for for our free catalogue:

D

ORDERFORM Name: ... .. . .... .. .. ... ... .. .... ... ... .. .. ... ......... ...... . . Address: .......... ... ... . ... .. ..... ... ......... ... ..... ..... .

ORDERING DETAILS Payment: flGldlDM cheque, Eurocheque, Country : ... ...... ... ... .... .. .... ... .... ......... . ... ...... . . or bank transfer (please write for details) . I enclose payment of flGld/DM: ... ....... ... ..... .. . .. Giro/Postbank: please write for details Credit card: VISA/ Access/Master-/Eurocard Please debit my credit card no: Postage & Paclting Charges: Orders up to D5 - add f5 (Gld 15 / DM 13) Orders up to f60 - add f7 (Gld 21 / DM 18) Orders up to f90 - add f9 (Gld 27 / DM 23) Orders over f90 - add 10% of order value .

IIIIIIIIIIIIIIIII Expiry .. .......... ....... ... ... Signature .... .... . . ..... ..•

2-3 Wills R0ad, 'Iotnes, Devon TQ9 5XN, UK. Tel: 0803-865913 (Int'l: 44-803-865913)

VIII

Fax: 0803-865280 (Int'I:


Chief editor Arn oud va n den Berg (+3 1-2337 802 4) Editors: Outch Birding, Postbus 116, 2080 AC Santpoort-Zuid, Netherlands (fax +31-23376749)

Oeputy chief editors Enno Ebels (+31-30961335) and Gerald O reel (+3 1-25 1870992) Executive editor André va n Loon (+31-206997585) Photographic editor René Pop (+31-104508879) Editorial board M a rc A rgel oo, Fe rd y H iese l aa r,

Photographic editor: Outch Birding, c/o René Pop, Floris Burgwal 54, 2907 PH Capelle aan den Ijssel, Netherlands Subscription adminislration: Outch Birding Association, c/o Anja Nusse, Symfoniestraat 21, 1312 ET Almere, Netherlands

G ra h am H o ll oway, Pete r M e inin ge r and Fr a n k Rozendaal

Board: Outeh Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Netherlands

Editorial advisory board Chri stine Ba rth el (Germ any), Peter Barthel (Germ any), Gerald Driessens (Belgium), Kla as Ei genhui s (Netherl and s), Di ck Forsman (Finland), Ted Hoogendoo rn (Netherl ands), Lars Jonsso n (Sweden), Killi an M ull arn ey (Ireland), H ans Schekkerman (Neth erl and s), H ad oram Shir i hai (Israe l) and Peter Symens (Sa udi Arabi a)

Outeh Rarities Committee: CONA, Postbus 45, 2080 AA Sant poort-Zuid, Netherlands

Editorial assistants Ruud va n Dongen, Gerald Driessens, H ans Gebui s, Han s va n der M eul en and Peter de Rou w Production and lay-out And ré va n Loon and René va n Ross um Advertising Peter Meijer (+3 1-348031905, fax +31-348020394) Subscriptions 1993: NLG 52.50 (Netherl ands) or BEF 1000 (Belgium); NLG 60.00 (other countri es in side Europe) and NLG 65.00 (co untri es outside Europe). G iro accoun t (Neth erl and s) 01 50 697; giro account (Belgium ) 000 1592 468 19; bank accoun t 54 93 30 348 of A BN. AM RO (B ilthoven). All accounts are in the name of the Dutch Birding Associ ation. Payment may also be made by credit ca rd (Access, Eu rocard, M asterCa rd or Visa). Please indicate the account number and expiry date and append a signature. Note: This method of payment is not applica ble to subscr ibers res ident in the Netherlands and Bel gium . Dutch Birding is a bimonthl y jou rna I w ith iss ues in February, April , June, August, O ctober and December. It publi shes ori ginal articl es and notes on morphol ogy, systemati cs, occurrence and di stribution of bird s in the Benelux, Europe and elsewhere in the Palearcti c reg ion. It also publi shes contributions on bird s in the Asia n-Pacifi c reg ion. The Dutch, Engli sh and sc ientifi c bird names follow: the List of Outch bird species 1993 by A B va n den Berg (1993, SantpoortZuid ); Th e 'Britis" Birds' list of Eng /is" na mes of Western Pa/earctic birds by Briti sh Birds (1993, Blunh am); the li st compil ed by C S Roselaa r in the Dutch editi on of The illustrated encyclopedia of birds of the wor/d by C M Perrin s (1991, W eert); and Oistribution and taxonomy of birds of the world by C G Sibley & B L Moroe Jr (1990, New H aven). M anu scripts should be typewritten w ith double line-spacing and w ide margin s on both sides. Word-processed manu sc ripts can also be submi tted on diskette (e ither in Mac intosh or M S- DOS form at). M ore inform ati on is avail able from the editors. A schedul e of payment rates fo r authors, photographers and arti sts is ava ilabl e from the editors.

f

_D_u_t_c_h_B_ir_d_i_n.=g_A_s_s_o_c_i_a_ti_o_n__________ NU1~,~~~9N Board G ij sbert va n der Bent (pres ident, +3 1-17181 3606), Chri s Q ui spel (secretary, +3 1-7 11 24825), Arn old Veen (treasurer), Arn oud va n den Berg, Roy de H aas and Peter Me ijer

Dutch Birding Assoc iation is spon sored by Nuts-Aegon Z iekteko sten NV

Board assistants Theo Admiraa l, Gerald Dri essens, Ron va n den Enden, Hans Gebui s, Paul Kn olI e, Ger M eesters, Anja Nusse, Gerald O reel, Ferry Ossendorp, W im va n der Sc hot and Kees Ti emstra

Travel-reports service Dirk de Moes, Postbu s 94, 3956 ZS Leersum , Netherl ands (+3 1-343457501 )

Dutch Rarities CommiUee Members Edwa rd va n Ij zendoorn (c hai rm an, +3 1-2339 1446), Karel Mauer, Coc k Reijnders, Kees Rose laar, Jell e Scharringa, Hans Schekkerm an, Gera rd Steinh aus and W im W iega nt (a rchi vist) A comm ittee of the Dutch Birding Associa tion and the Netherl ands O rnith olog ical Union

© 1993 Sti chtin g Dutch Birding Assoc iati on. The copyri ght of the photograph s and draw ings remain s with the photographers and arti sts. ISSN 01 67-2878. Printed by Albédon/ Klop BV, Postbus 32 11 ,222 0 CE Ka tw ijk, Netherl ands


loutCh

Birding

Jaargang 15 nummer 5 oktober 1993 Volume 15 number 5 October 1993 Artikelen 193 Breeding Black-winged Stil ts in the Netherlands in 1989-93, inc lud ing one paired w ith Black-necked Stilt Peter L Meininger 198 Mongoolse Pieper te Westen sc hou wen in november 1983 Arnoud B van den Berg, Leen van Ree & CS (Kees) Roselaar 206 Invsasie va n W itbandkruisbekken in Nederland en Westeuropa Enno B Ebels Mededelingen 215 Morphology and distribution of Socotra Cormorant in Saudi Arabia Peter Symens, Arnoud B van den Berg & Guido 0 Keijl 218 Blonde Ru iter in Lauwersmeer in juni 1993 Paul KnolIe & Bernadette Balten 220 Herkomst va n gekleurringde Dwerggans te Strij en Lambart von Essen, Gerard L Ouwenee/ & Arnoud B van den Berg Varia 224 Oriental White Stork Ray Tipper Mystery photographs 226 Mystery photograph 53 : Black Lark Arnoud B van den Berg DBA-nieuws 227 Betaling van abonnementsgeld voor 1994; Payment of subscription for 1994; DBA-vogeldag op zaterdag 5 februari 1994 te Utrecht

227 227 228 228

Recensies The Slater field guide to Austra/ian birds door P Slater, P Slater & R Slater Arnoud B van den Berg The Ancient Murre/et by A J Gaston Steve C V Gee/hoed The birds of Africa 4 by S Keith, E K Urban & C H Fry Michel Louette A held guide to the birds of Borneo, Sumatra, Java and Bali by J MacKinnon & K Phi lli pps Jelle Scharringa

Aj nkondigingen & verzoeken 229 African Bird Club; Birds of Romania; Co lour-ringed guii s; Tundra Swans with ye ll ow neck-coll ar; The bird s of the Western Pa learcti c WP reports 230 W [ reports: Jul y-Au gust 1993 Arnoud B van den Berg Recente meldingen 235 Nederl and: ju li en augustus 1993 Ruud M van Dongen, Hans Gebuis & Peter W W de Rouw 238 BelgiĂŤ: ju li en augustus 1993 Gera/d Driessens DB Actueel 240 Alpengierzwa luw bij Westkape ll e; Bonte Tapuit op Vl ieland; Izabe l klauwi er kortstondig op Texel

vomPI ~" Vi ~"od

Poodioc /i,Ji,,'o',

B,,,oo,,h, Nomdb"b'ol, "p"mb"

1991

(H,01

C,bo',)

.

Front cove r: Osprey Pand/on haiJaetus, Blesbosch, Noordbrabant, Netherlands, September 1991 (H ans GebU/s)

Abstracted/indexed in: Auk, Eco log ica l Abstracts, Emu, GEOBASE (Geo Abstracts Database), Ib is, Wild li fe Rev iew, Zoo logical Record


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.