Dutch 8irding
Dutch Birding HOOFDREDACTEUR Arnoud van den Berg (telefoon 023-5378024, fax 023-5376749) ADJUNCT HOOFDREDACTEUR Enno Ebels (telefoon / fax 030-2961335) UITVOEREND REDACTEUR André van Loon (telefoon / fax 020-6997585) FOTOGRAFISCH REDACTEUR René Pop (0183-630585) REDACTIERAAD Ferdy Hieselaar, Graham Holloway (Engeland), Peter Meininger en George
Sangster
Internationaal tijdschrift over Palearctische vogels
REDACTIE-ADVIESRAAD Peter Barthel (Duitsland), Gerald Driessens (België), Klaas Eigenhuis (Nederland), Dick Forsman (Finland), Ted Hoogendoorn (Nederland), Lars Jonsson (Zweden), Anthony McGeehan (Noord-Ierland), Killian Mullarney (Ierland), Gerald Oreel (Nederland), Kees Roselaar (Nederland), Frank Rozendaal (Nederland), Hadoram Shirihai (Israël), Gunter De Smet (België) en Peter Symens (België)
REDACTIE
REDACTIEMEDEWERKERS Ruud van Dongen, Gerald Driessens, Remco Hofland, Hans van der Meulen, Peter de Rouwen Jaap Schelvis
Dutch Birding Postbus 116 2080 AC Santpoort-Zuid Nederland fax 023-5376749 FOTOREDACTIE
Dutch Birding p/a René Pop Zusterhuis 10 4201 EH Gorinchem Nederland ABONNEME TENADMINISTRATIE
Dutch Birding Association p/a Anja Nusse Symfoniestraat 21 1312 ET Almere Nederland BESTUUR
Dutch Birding Association Postbus 75611 1070 AP Amsterdam Nederland COMMISSIE DWAALGASTEN NEDERLANDSE AVIFAUNA CDNA
Postbus 45 2080 AA Santpoort-Zuid Nederland
PRODUKTIE EN LAY-OUT André van Loon en René van Rossum ADVERTENTIES Peter Meijer (telefoon 0348-431905, fax 0348-420394) ABONNEMENTEN De abonnementsprijs voor 1996 bedraagt: NLG 57 .50 (Nederland), BEF
1250.00 (België), NLG 65.00 (overige landen binnen Europa) en NLG 70.00 (landen buiten Europa, luchtpost). U kunt zich abonneren door het overmaken van de abonnementsprijs op giroreken ing 01 50 697 (Nederland), girorekening 000 1592468 19 (België) of bankrekening 54 93 30 348 van ABN.AMRO (Bilthoven), ovv 'abonnement Dutch Birding'. Alle rekeningen zijn ten name van de Dutch Birding Association. Het abonnement gaat in na ontvangst van de betaling. Dutch Birding is een tweemaandelijks tijdschrift met nummers in februari, april, juni, augustus, oktober en december. Het publiceert originele artikelen en mededelingen over morfologie, systematiek, voorkomen en verspreiding van vogels in de Benelux, Europa en elders in het Palearctische gebied. Het publiceert tevens bijdragen over vogels in het Aziatisch-Pacifische gebied en andere gebieden . De Nederlandse, Engelse en wetenschappelijke vogel namen volgen: de Lijst van Nederlandse vogels door A B van den Berg & C A WBosman (1996, Santpoort-Zuid); The 'British Birds' list of English names of Western Palearctic birds door British Birds (1993, Blunham); de door C S Roselaar samengestelde lijst in de Geïllustreerde encyclopedie van de vogels door C M Perrins (1991, Weert); en Distribution and taxonomy of birds of the world door CG Sibley & B L Monroe Jr (1990, New Haven). Manuscripten dienen bij voorkeur op diskette te worden ingeleverd (Macintosh of MS-DOS tekstverwerkers) samen met een print van de tekst. Indien dat niet mogelijk is, behoort het manuscript te worden uitgevoerd in machineschrift met een dubbele regelafstand en een ruime marge aan beide zijden. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de redactie. Een lijst met tarieven voor de vergoeding van auteurs, fotografen en tekenaars is verkrijgbaar bij de redactie.
Dutch Birding Association BESTUUR Gijsbert van der Bent (voorzitter, telefoon 071-4013606), Chris Quispel (secretaris, telefoon 071-5124825), Roy de Haas (penningmeester), Arnoud van den Berg en Peter Meijer BESTUURSMEDEWERKERS Theo Admiraal, Gerald Driessens, Ron van den Enden, Hans Gebuis, Leo Heemskerk, Remco Hofland, Paul KnolIe, Ger Meesters, Anja Nusse, Wim van der Schot, Kees Tiemstra en Arnold Veen DUTCH BIRDING TRAVEL REPORT SERVICE (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 737, 9700 AS Groningen, Nederland, telefoon 050-3145925, fax 050-3144717
TELEFOONLIJNEN
Nederland: 06-320 321 28 (vogellijn, 50 cpm) 078-6180935 (inspreeklijn) België: 03-4880194 (vogel- en inspreeklijn)
Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CD NA) LEDEN Edward van IJzendoorn (voorzitter, 023-5391446), Karel Mauer, Jan van der Laan , Kees Roselaar, Jelle Scharringa (secretaris, 030-2532801), Hans Schekkerman, Gerard Steinhaus en Wim Wiegant (archivaris) De CDNA is een commissie van de Dutch Birding Association en de Nederlandse Ornithologische Unie.
© 1996 Stichting Dutch Birding Association . Het copyright van de foto' s en tekeningen blijft INTERNET
httpJ/www.hol.nl/-mebweb/dba.html
bij de fotografen en tekenaars . ISSN 0167-2878. Drukkerij Steens Schiedam BV, Postbus 59,3100 AB Schiedam, Nederland
OP KOU KUN J~ J~ ~ De meeste buitensporten zUn goed het hele jaar door te beoefenen. Bever Zwerfsport heeft voor winterkampeerders, kanoërs en winterklimmers natuurlUk een uitgebreid assortiment funktionele winterkleding; isolatie-ondergoed, warme fleece-vesten, heel veel wind- en waterdichte ademende regenjacks, (onder)handschoenen, bivakmutsen etc. Daarom rustten wU al 77 expedities uit, waaronder de geslaagde beklimming van de 8760 meter hoge K2 onder leiding van Ronaid Naar.
Den Haag Calandpleln 4 • Rotterdam Adm . de Ruyterweg 33-35. Utrecht BalUelaan 10-12. Arnhem Utrechtsestraat 3 Haarlem ZUIweg 63· Breda Wllhelmlnastraat 22· Apeldoom Stationsstraat 134 • Hilversum Havenstraat 16 Amsterdam Stadhouderskade 4 • Steenwijk Woldmeentherand 11
******************************* * * 71~
*71~
* 71~
~ '/j"
71~
~::::s:::: mW
~ 0
ffi
û) m~
m
..0 0:
+-,::::)
m
'<
71~
NIEUW nieuwer NIEUWST:
Harrap & Quinn, TITS NUTHATCHES & TREECREEPERS
82,50
*71~
van Perlo, BIROS of EASTERN AFRICA
47 ,50
71~
Shirihai, The BIROS of ISRAEL
185,- -
71~
..c::::)
,1/
0 Z 0
BIROS of KENYA & Northern Tanzania
>,::::s:::: CU J CU
Jonsson - engelstalig in paperback
71~
* '/j" , 1/
'/j"
71~
71~
'-
...J
0:
~!~
::::)
/1'
::::)
Gorman, The BIROS of HUNGARY
62,50 115, - 50,50
c
2~
m
NATUUR en BOEK Ba n kast raa t 1 0 NL 2585 EN - Den Haag
tel. +31 (0)70 350 56 48
* ~ '/j"
71~
71~ 71~ , 1/
* '/j" ,1/
'/j"
71~
71~ ~!~ /1'
* m * * * ******************************* ~!~!::; /1'
71~
........
Cf)
Z
CU
~!~ /1'
voor vogelaars een begrip!!!
71~
Natuurreizen in Poolgebieden en Tropen
~
DUTCH BIRDING TRAVEL REPORT SERVICE
~~~~;;;..-JJ
'---/ • Wh en you are planning a birding trip or holiday abroad. ask for recent reports by fe llow birders
Reizen in Antarctica en Micronesië (nov.-mrt.), Spitsbergen en Groenland (juni-sept.), Banda Zee en Christmas Island (okt.) met klein schip (max. 36 pass.) v.a. f 4.900,-
• More than 1000. worldwide. reports available in English and Dutch • Quality. birding- and general nature-. traveIreports urgently requ ired
u
• Only Dfl. 0.30 per page. Why pay more? For orde ring ca talogu e and tra vel-reports please contact:
Reizen naar zeehondenbaby's en rendiervolk (feb.-mrt.), Taymyr, Franz Josef land en Noordpool (mei-juli) met transport per helicopter en logies in poolbases (max. 14 pass.) ....... v.a.! 3.980,-
DBTRS ..... New address! Ib Huysman Postbus 737 9700 AS Groningen The Netherlands
Telephone 050 - 145925 (+3 1 - 50 145 925 from abroad)
Stichting Plancius, Vondelstraat 56, 1054 GE Amsterdam, tel.: 020-6838211
Fax 050 - 144 717 (+31 - 50 144 717 from abroad) BIRDS & BIRDERS. WE CARE FOR BOTH!
UNIEKE VOGELREIS NAAR FRANS-GUYANA
Word lid van
SOVON is een vereniging waarin de vogeltellers van Nederland georganiseerd zijn . De resultaten van tellingen en inventarisaties worden beleidsondersteunend gebruikt door o.a. Vogelbescherming Nederland , Min. van Landbouw en Staatsbosbeheer. Steun ons door lid te worden . Individuele leden betalen maar f 15,- per jaar en ontvangen daarvoor viermaal SOVON-Nieuws. Voor groepen is de contributie afhankelijk van het aantal leden .
In Frans-Guyana komen zo'n 700 vogelsoorten voor. De Oranje Rotshaan, de Rode Ibis, de Grote- en de Kleine Geelpootruiter en ook de Kleine Grijze Strandloper zijn er te zien. Om de vele soorten Houtkruipers te vinden, dient u te beschikken over goede gidsen. Wij kunnen u hierbij behulpzaam zijn, doordat wij zelf de gebieden uitstekend kennen en bovendien de talen ter plaatse en Nederlands spreken. Wij b ieden u een geheel verzorgde vogelvakantie aan. De benodigde informatie kunt u aanvragen op de telefoonnummers: 015-3109715 of 070-3668629. U kunt ook bij ons persoonlijk informatie vragen en wel via faxnr.: 00-594-326043. WIJ
PROBEREN MAATWERK TE
~n
Vraag informatie bij SOVON, Rijksstraatweg 178, 6573 DG Beek-Ubbergen, tel: 024-6848111 .
LE V EREN
II
Dark-eyed Junco in Denmark in December 1980 and review of records from Europe and Greenland Johannes Erritzee & Hara id Svenningsen
O
n 13 December 1980, a peculiar bird was seen by Haraid Svenningsen in his gard en in Sk0rp ing, northern Jy ll and, Denmark (5 0 :5 0N , 9:53E), where it was foraging at th e feeder. The weather was cold with snow, and th e bird was very weakened and easy to catc h. It was identifi ed as a Dark-eyed Junco Junco hyem alis. For the next 12 years, the bird was kept in an outdoor aviary together with other passerines. During summer, it caught w il d in sects from th e ga rd en. On 18 February 1993, th e bird di ed . The junco was brou ght to Joh annes Erritz0e some tim e afterwards and was sk inned. The skin is now in JE's co ll ection. HEAO & UPPERPARTS Dark slate-grey. C HI N, THROAT & UPPERBREAST Dark slate-grey. REMA lNOE R OF UNOERPARTS Off-white w ith grey flanks. W ING Dark slate-grey; four greater and two med ian
upperw in g-coverts tipped w hitish. Underwing dark slate-grey, edged paler. TAIL Dark slate-grey, t6 w hite, t5 c 95% w hite, t4 c 20% wh ite. BARE PARTS (reco rded after four months in freezer) Iris black ish, orbita l ring buff. Bill ivory, base and tip of upper mandible darker; in side of upper mandibl e and to ngue ivo ry, mouth pa le flesh. Leg and foot dark brown. BIOMETRY Wing 84.0 mm, tai l 67.0 mm, cu lmen 11.4 mm, tarsus 18.7 mmo Weight 13.8 g (lean; breast muscle shrunken).
A ye ll ow, 0.06 g tumour found at th e base of the oesophagus may have been the ca use of death. The bird was identified as an old male (testes, left 1.9 x 1.0 mm , ri ght 1.2 x 0.8 mm), be longing to the subspec ies J h hyemalis. On ly a minority of birds show wh it ish tips to the coverts. At Beckleysvi ll e, Maryland, Virginia, US, c 2.5 % out of 2109 Dark-eyed Juncos caug ht during 1975-84 had white-tipped coverts (Ko lb 1986). As Dark-eyed Juncos have never been imported ali ve into Denmark (Henning Pust pers IDutch Birding 18: 1·5, februari 19961
comm), th e bird is most likely to have been a wi ld one . It was accepted as the first record for Denmark by the D anish Rariti es Committee in December 1994 (Danish Bird Rarities Comm ittee in I itt; cf Frich & NordbjiErg 1995). Distribution Dark-eyed Junco is a common Nearctic bunting which in th e past was cl ass ified into many species. Thus Mi li er (1941 ) establish ed four 'Rassenkreise' with 19 subspecies, but since th ey interbreed, most authors consider th em as four distinctly different subspec ies of one species w idespread over a large area in Alaska (U SA), Canada, and the northern USA. The northern subspecies J h hyemalis is the most widespread, breed ing in British Co lumbi a, Alberta, Saskatchewan, Labrador, Newfoundland (Canada), A las ka, Minnesota, Wisco nsin , Michigan, Ohio, New Vork, Georgia and North and South Caro lin a (USA). It winters from southern Canada and th e eastern US to Florid a and northern Mexico (Paynter 1970, Sibley & Monroe 1990). 20th century records in Europe and Greenland Oenmark (7) 13 December 1980, Sk0rping, Denmark (thi s paper, Fri ch & Nordbj i€rg 1995).
8ritain (76 + 2 ship-assisted) 26 May 1960, Dungeness, Kent, England, male, mistnetted (Scott 1976). This record was accepted in 1971 as the second record fo r th e British Isles (cf Br Birds 69 : 453, 1976) (th e fi rst being the 1905 record in Irelan d). 14-15 October 1962, Southampton, H ampshire, England. Thi s bird was seen o n board the RMS Mauretania w hen it docked on 14 October an d was still present the fo ll ow in g dav (D urand 1963, Evans 1994) . As a proven ship-assisted vag rant thi s reco rd was not accepted by the British Birds Rarities Com mittee (BBRC). 1 May 1966, Fo ul a, Shetland, Scotland. Smith & Rarities Committee (1967) state: 'As this North American
Dark-eyed Junco in Denmark in December 1980 and review of records from Europe and Creenland
1 Dark-eyed Junco / Grijze Junco Junco hyemalis (trapped at Skorping, no rth ern Jylland, Denmark, 13 December 1980, di ed 18 Febru ary 1993), Christiansfeld, Den mark, 5 Jun e 1993 Uohannes Erritzoe) 2 Dark-eyed Junco / Grijze Junco Junco hyemalis, Church Crookham, Hampshire, England, February 1990 (Steve Young) 3 Dark-eyed Junco / Grijze Jun co Jun co hyem a lis (trapped at Rotte rdam , Z uid-Holland , Netherlands, Feb ru ary 19 62, di ed 7 November 1968), Natuurmuseum Rotterdam, March 1984 (Ruud Schenk)
species is imported in captivity and some have esca ped in the last yea r or two, thi s reco rd must remain suspect' . 10 May 1967, Fo ula, Shetland, Scotland. Thi s time, Smith & Rarities Committee (1968) remark th at 'Th is North American species is imported as a cage bird, and we know th at at least one ha s esca ped in southern
2
England. Nevertheless, it is significa nt th at there was also one on Fou la in 1966 [Br Birds 60: 332, 19 67] and th at the three British and Irish reco rd s have all been in May... lt is cons idered I ikely th at the 1967 record rel ated to a w ild in dividual ' . 7 May 1969, Out Skerries, Shetland, Scotland, immature (Robertson 1970).
Dark-eyed Junco in Denmark in December 1980 and review of records from Europe and Creenland 1-12 Ap ril 1975, Haresfield, near G loucester, G loucestershire, England (Anonymus 1975a, Dymond & Rarities Comm ittee 1976). 25 April to 3 May 1975, Bardsey Island, Gwynned, Wa les, trapped and ringed on 28 Apri l (Anonymus 1975bc, Dymond & Rarities Committee 1976, Evans 1994). 3 January 1977, Rotherham, South Yorksh ire, England. The first winter record for England (Rogers & Rarities Committee 1980, Mather 198 1, Dale 1982). 19 May 1977, Loc h Affric, In verness, High land, Scotland (Rogers & Ra riti es Comm ittee 1978). 24 May 1980, on board sh ip at North Sea (53: 19N, 02 :37E), c 50 km north-east of Cromer, Norfo lk, England, w here it cou ld be trapped; the bird was ringed and released o n 31 May 1980 in Holme, Norfo lk, where it was seen until 2 June (Rogers & Rarities Comm ittee 1982). Thi s record was cons idered sh ip-assisted and, therefore, not accepted by the BBRC. 20 May 1983, Chri stc hurch, Dorset, England, male (Rogers & Rarities Comm ittee 1984). 21 May 1983, Langford Budville, Somerset, England, male (Rogers & Rarities Comm ittee 1984). 27 May 1983, The Li zard, Cornwa ll, England, male (Christop hers 1983, Rogers & Rarities Comm ittee 1984). 30 May to 7 June 1987, Chu rch Crook ham, Hampshire, England, sin ging f irst-summ er male (Rogers & Rarities Committee 1990). According to Evans (1994), this bird rema in ed until at least into Jul y 1987. 20 May 1988 (at least), Churc h Crookham, Hampshire, England, sin ging male. Presumed to be return in g indi vidual of 1987 (Rogers & Rarities Committee 1990). 7 February 1989, Churc h Crook ham, Hampshire, England, male. Presumed to be same bi rd as in 1987-88 (Rogers & Rarities Committee 1990). Evans (1994) gives 9 February as date for this record . 8-9 Ap ril 1989, Wootton, Isle of Wight, England, male (Rogers & Rarities Committee 1990). In May 1989, at the same p lace, a Dark-eyed Junco was seen for two days but, apparently, the details we re not submitted (Cheverton & Stafford 1990, Rogers & Rarities Committee 1990; Arne Cahi ll in litt). 3 December 1989 to 8 Ap ril 1990, Weston, Portland, Dorset, male (Br Bi rd s 83 : 322, p late 193, 1990; Rogers & Rarities Comm ittee 1990, 1991, 1992).
ham, Hampsh ire, male (p late 2). Presumed to be same bird as in 1987-88 (Rogers & Rarities Committee 1990, 1991, 1992). Evans (1994) gives 9 March 1990 as last date for this record. 3-4 May 1992, Hamilton, Strathclyde, Scotland, male (Rogers & Rarities Committee 1993). 7-19 November 1993, Dorchester, Dorset, male. Trapped and ringed on 8 November (Evans 1994, Rogers & Rarities Committee 1994).
Gibraltar (7) 18-25 May 1986, adult male. It was first observed in the fie ld and trapped, ringed and photographed the next morning (Anonymus 1987; Br Birds 87: 14,1994, Charl es Perez in li tt). Creen land (7) 7 November 1966, Sukkertoppen, male. Captured in town. Sk in in Zoo log ica l Museum at Copenh agen, Denmark (Sa lomonsen 1967; O le H0egh Post pers comm) . Iceland (7) 6 November 1955, Kvisker, south-eastern Ice land, immature female. Skin in Icelandic M useum of Natural Hi story, Reykjavik, Ice land, nr RM 5573 (O lafsson 1993; Erlin g O lafsson in litt). Ireland (7) 30 May 1905, Loop Head, Clare, Ireland, shot (Ba rrington 1906, Sm ith & Rarities Committee 1967). {Italy (7) ?] 28 November 1914, Lazio, central Ita ly. Prince G hi gi (1914) casts doubt on the w il d origin of the bird, although hi s detai led description of the spec im en highli ghts the absence of any trace of previous captiv ity (Giuseppe Micali in litt). Odd i (1929) also raises doubts about the w ild ori gin of the bird and in the latest check- li st of Ita li an birds (B ri chetti & Massa 1984) the spec ies is rejected. Netherlands (7) Febru ary 1962, Rotterdam, Zu id-H o ll and, male. Exhausted bird captu red durin g b li zzard and kept in av iary until it died on 7 November 1968. Now preserved in Natu ral History Museum in Rotterdam (Po lder & Voous 1969, Commissie voor de Nederl andse Avifauna 1970; cf plate 2). Norway (3) 4 December 1987, Sanum, Manda l, Vest-Agder, two adult fema les (Vo ie 1988, Bentz 1989, Br Birds 83: 16, 1990). Later accepted as referring to two birds of unknown sex and age (Br Birds 85: 15, 1992). 18 May 1989, Jomfruland, Krager0, Telemark, adu lt male (Br Birds 85: 15, 1992).
26 December 1989 to 7 March 1990, Chu rch Crook-
3
Dark-eyed Junco in Denmark in December 7980 and review of records from Europe and Greenland Po/and (1) 4 May 1963, Hel Peninsuia, female. Deposited in Zoologica l Institute of Poli sh Academy of Science in Warsaw. No trace of previous captivity (B usse 1963, 1971). [Sweden (1)] 15 April 1995, Nordön, Bohuslän (B irding World 9: 34, 1996). Thi s record has yet to be accepted.
Discussion 16 of the 27 records were assigned to the subspecies J h hyemalis.ltis uni ikely that one of the other subspecies should occur (as wild birds) in Europe, beca use their ran ges in North America are more westerly. The question whether the Dark-eyed Juncos recorded in Europe have made assisted crossings or not is difficult to answer. There are many reports of ship-assisted passage across the North Atlantic (Meinertzhagen 1955, Nisbet 1963, Durand 1972). About 260 Nearctic birds were reported on board ships in the North Atlantic during 1961-65. All of them (except th ree) stayed on board for only a few hours to a few days. The fact that most Dark-eyed Juncos were found in the British Isles in spring and that hurricanes most often occur in autumn suggests th at most Juncos cross the Atlantic without the help of hurricanes (Durand 1972). It should be possible even for such a smal I bird to cross th e North Atlantic if astrong westerly wind carried the bird all the way. The distance from New England to the Isles of Scilly is c 5100 km. Long-distance mi grants often ca rry stored fat enough to fly nonstop for 50 hours or lon ger (N isbet 1963). In our opinion it is likely that most of the Dark-eyed Juncos in Europe have arrived without ship-assistance, or with a few days rest on board a ship. The many spring records from Britain and Ireland are noteworthy: 14 against only four in winter. In the rest of Europe and Greenland, winter records form the majority: seven, aga inst three in spring, including the rejected Itali an record. No Juncos have been seen in Europe between June and October, which is rem arkabl e because this hardy little bird should stand a good chance of surviving in our climate. The bird from the Netherlands was kept in an outdoor av iary for six years, and the one from Denmark for 12 years; the oldest ringed Dark-eyed Junco in America was 10 years and nine months old (Terres 1980). It could be very interesting to study the sex ratio of Dark-eyed Juncos in Europe, because wintering birds in the eastern and central US and 4
Canada consist of 20% females in the north and 70% in the south (Ketterson & Nol an 1976) . Because the females tend to mi grate farther, it can be expected that females are more likely to reach Europe; however, the sex ratio was determined for 13 specimens : 11 males, one female and two immatures, one of which was a female. The coincidence of the record from Gibraltar with the arrival of another Nearctic vagrant, the White-throated Sparrow Zonotrichia albicol/is has been pointed out (Lewington et al 1991; Br Birds 87: 14, 1994). The range of White-throated Sparrow in eastern North America is similar to that of the Dark-eyed Junco and they also winter in the same area (Farrand 1983). Among all other cases mentioned in this paper one similar instance was found: the record at Foula, Shetland, Scotland, on 1 May 1966, and a White-throated Sparrow at the same place on 13 May 1966 (Smith & Rarities Committee 1967) . Three cases were reported in which both species were observed together on board ships crossing the North Atlantic: 1 October 1963 , 350 km off New Vork, more than six Dark-eyed Juncos and two White-throated Sparrows, together with many other American land birds for half a day ; 24 September 1964, 900 km off New Vork, in a hurrican e, one of both species for three or four days among many other American land birds; and 15 October 1964, 1300 km off New Vork, in overcast weather, two Dark-eyed Juncos and more than two White-throated Sparrows togeth er with five other American land birds for two or three days (Durand 1972) .
Acknowledgements Th anks to the following persons who all have sent or given us important information: Arne Cahill, Frances Cattanach, Stanley Christophers, G H D Davies, lain Jamieson, Erling Olafsson, Charles Perez, Jan Pinowski , Ole H0egh Post, Tin eke Prins, Henning Pust, Stig Rose n0rn and Wim Wi egant. W e are grateful to Anders Pape M011er and Giuseppe Micali for valuable comments on earl ier drafts.
Samenvatting GRIJZE JUNCO IN DENEMARKEN IN DECEMBER 1980 EN OVERIGE GEVALLEN IN EUROPA EN GROENLAND Op 13 december 1980 werd een verzwa kte Grijze Junco Jun co hyemalis aa ngetroffen bij een voedertafel in Skorping, NoordJutl and, Denemarken. De vogel werd gevangen en in een buitenvolière gezet, waar de vogel op krachten kwam en 12 jaar leefde tot het overl ijden op 18 februari 199 3. De vogel werd geba lgd . Dit betreft het eerste aanvaarde geva l voor Denemarken. Een overzicht va n
Dark-eyed Jun co in Denmark in December 1980 and review of records from Europe and Green land de c 27 Europese geva ll en van de G rij ze Junco in de 20e ee uw in Europa wordt gegeven en besp roken . Er wo rdt geconc ludeerd dat het aanneme lijk is dat (de meeste) G rij ze Junco's Europa op eigen kracht hebben ku nn en bereiken.
References Anonym us 1975a. Systematic li st. G lo ucesters hire Bird Report 13: 5-23. Anonymus 1975b . Bard sey Bird and Field Observatory. Newsletter N Wales Nat Trust 35:11-12. Anonymu s 1975c. Second English, first Welsh Junco. BTO News 73: 7. Ano nymus 1987. Slate-coloured Junco. A lectoris 6: 67. Barrin gton, R M 1906. First Jun co hyemalis in Ireland. Iri sh Nat 15: 137. Bentz, P-G 1989. Sjeldn e fug ler i Norge i 1987. Vär Fuglefauna 12 : 101-102. Brichetti, P & Massa, B 1984. Check- li st degli uccel li Italiani. Riv ital Orn itho l 54 : 3-37 . Busse, P 1963. Junco, Junco hyemalis (L.) nowy dia Polski gatu nek Ptaka. Notatki Orn itho l 4: 37-38. Busse, P 197 1. Rariteter iakttagna i Polen under 'Operati o n Ba ltic'. Vä r Fäge lvä rl d 30: 243 -245 . Cheverton, J M & Stafford, J 1990. Bird report for 1989. Isle of Wight Birds: 6-46 . Christop hers, S M 1983. Species li st for 1983. Birds Co rn wa ll 53: 11 -96. Com mi ss ie voor de Nederlandse Av ifauna 1970: Av ifauna van Nederl and. Leiden . Dale, J E 1982 . Orn itho log ica l report for 1980. Yorkshire Naturalists' Union: 5 1. Durand, A L 1963 . A rema rkabl e fall of Ameri ca n landbirds on the 'Mauretani a', New Vork to Southampton, October 1962. Br Birds 56: 157-164. Durand, A L 1972 . Landb ird s over the North At lantic: unpublished records 1961-65 and tho ughts a decade later. Br Birds 65: 428-442. Dymond, J N & Rarities Comm ittee 1976. Report on rare birds in Great Britain in 1975. Br Birds 69: 32 1368. Evans, L G R 1994. Rare birds in Britain in 1800- 1990. Littl e Cha lfont. Farrand, J (ed itor) 1983. The Audubo n Society master guide to birding 3. New Vork. Frich, A S & Nordbj ~ rg, L 1995. Sj~ l dne fug le i Danmark og Gron land i 1993. Dansk Ornito l For Tiddsk r 89: 101-11 0. Ketterson, E D & Nolan V 1976. Geographical var i-
ation and its cl im atic corre lates in the sex ratio of eastern-wintering Dark-eyed Juncos Uunco hyemalis hyemalis). Ecology 57 : 679-693. Ko lb, H 1986. Occu rrence of w hite in the wing coverts of Dark-eyed Juncos. NAm Bird Bander 11 : 88-89. Lewington, I, A iström, P & Co lston, P 1991. A field gu ide to the rare birds of Britain and Europe. London . Mather, J R 1981. Orn itho log ical report for 1979. Yorkshire Natural ists' Un ion: 50. Meinertzhagen, R 1955. Long distance ass isted sea passages by birds. Bull Br Orn ith o l Club 75: 50-51. Mi li er, A H 1941. Speciation in the avian genus Junco. Univ Ca li f Publ Zoo l 44: 173-434. Nisbet, I C T 1963. American passerines in western Europe, 1951-62. Br Bi rd s 56: 204-217. Odd i, A D 1929. Orn ito logia Itali ana. Milano. O lafsson, E 1993. Rare and vagrant birds in Ice land: Buntings and alli es, Vireos and Icter id s. Nátturufraedingurinn 63 : 87-108. Paynter, RA Jr 1970. Genus Junco. In: Paynter, RA Jr & Storer, RW (ed itors), Check-l ist of birds of the wor ld 13. Camb rid ge, Massachu setts, pp 62 -68 . Polder, J J W & Voous, K H 1969 . De Grijze Junco Uunco hyemalis) een nieuwe voge l voor de Nederl andse Avifa un a. Limosa 42: 198-200 . Prince Ghigi, D F 1914. Catture di spec ie rare ed acc identali nella provincia di Roma. Boll Soc Zoo l Ita li ana, Fasc V-VI, Seri e 111 , Vo l 111: 49-53 . Robertson, I S 1970. Slate-co lo ured Junco in Shetland. Scottish Birds 17: 53-54. Rogers, M J & Rarities Com mittee [1978- 1994]. Report o n rare birds in Great Britain in [1977-1993]. Br Birds 71: 481-532; 73: 491-534; 75: 482 -533; 77: 506-562; 83: 439-496; 84: 449-505; 85 : 507-554; 86: 447-540; 87: 503-571. Salomonsen, F 1967. Fuglene pä Gron land. Copenhagen. Scott, R E 1976. Slate-co loured Junco in Kent. Br Birds 69: 452-453. Sibl ey, C G & Monroe, B L 1990. Distribution and taxonomy of birds of the wo rl d. New Haven. Smith, F R & Rariti es Comm ittee 1967, 1968. Report on rare birds in G reat Brita in in 1966, 1967. Br Birds 60: 309-338; 61: 329-365 . Terres, J K 1980. The Audubon Soc iety encycloped ia of North American birds. New Vo rk . Vo ie, R 1988. Siste nytt. Vär Fuglefauna 11 : 46-47.
Johannes Erritzoe, Taps old Rectory, 6070 Christiansfeld, Denmark H araid Svenningsen, Kirkevej 1, 9520SkfZfrping, Denmark
5
Huiskraaien bij Hoek van Holland sinds april 1994 en bij Renesse sinds november 1994 Enno 8 Ebels & Hans Westerlaken
S Corvus splendens
inds april 1994 verblijven twee Huiskraaien te Hoek van Holland, ZuidHolland. Sinds november 1994 verblijft een derde Huiskraai bij Renesse, Zeeland. Deze gevallen betreffen de eerste van deze soort voor Nederland en worden in dit artikel behandeld.
Hoek van Holland Op 10 april 1994 zag Hans Westerlaken langs de Koningin Emmaweg in Hoek van Holland tussen de Kauwen C monedula twee iets grotere en afwijkend getekende kraaien. Hij wist niet zeker met welke soort hij van doen had en nam enkele foto's. Na thuiskomst en raadpleging van gidsen determineerde hij de vogels als Huiskraai. De aanvankelijke twijfel werd onder meer veroorzaakt doordat deze vogels veel donkerder waren dan de Huiskraaien die hij uit Noord-India en Nepal kende. Bij enkele bezoeken in de daaropvolgende dagen trof hij de vogels niet meer aan. Pas op 19 juni zagen Peter Braam en HW op dezelfde plek ten minste één exemplaar. De volgende dagen bleken er nog steeds twee vogels aanwezig te zijn, die tot 17 augustus regelmatig ter plaatse werden gemeld. Tot 13 september en opnieuw op 1 november werd een vogel gemeld. In 1995 bleken beide Huiskraaien nog steeds aanwezig; op 2 en 22 januari, 25 februari, 5 maart, in de eerste week van juni, op 17 augustus, 8, 11, 12 en 25 november, 29 en 30 december en op 1, 21 en 26 januari en 4 februari 1996 werden afwisselend één of twee vogels waargenomen door, onder anderen, Arnoud van den Berg, Enno Ebels, Ferdy Hieselaar, Marc Plomp, Peter van Scheepen, Aart Vink en HW. De vogels verbleven meestal samen met Kauwen in de bomen en op de grond rond patatkramen en af en toe op daken in de omgeving. Ook liepen ze regelmatig te foerageren langs de vloedlijn van het stukje strand met veel aangespoelde rommel aan het oostelijke einde van de boulevard of op de basaltblokken van de dijk en de strekdammen langs de Nieuwe Waterweg. Waarschijnlijk slie-
6
pen de vogels met de Kauwen in de bomen van de nabijgelegen begraafplaats. Vaak werd maar één vogel gezien, op basis van beschrijvingen waarschijnlijk steeds dezelfde. Dit kan betekenen dat de tweede vogel minder plaatstrouw was of mogelijk zelfs aan het broeden was, maar hiervan is later niets gebleken. Wel werd een keer gemeld dat een vogel met potentieel nestmateriaal vloog. Ten minste eenmaal werd waargenomen dat een exemplaar met een groep Kauwen de Nieuwe Waterweg overvloog naar de Dintelhaven, ZuidHolland. De beschrijving is gebaseerd op waarnemingen en foto's van Arnoud van den Berg, EE en HW (cf Birding World 7: 214,1994; 8: 36,1995; Dutch Birding 156: 172, plaat 131, 1994). lets groter en langer dan Kauw, met forsere en langere snavel met hoge basis en meer gekromd culmen, steiler voorhoofd en plattere bovenkop, langere vleugels en langere staart. Vleugel punt in zit niet voorbij staart stekend. KOP Bovenkop, teugel, kin en keel tot bovenborst glanzend zwart, achterhals en oorstreek donker bruin tot grijsbruin, net tot achter oog reikend, contrast met zwart niet erg uitgesproken. Bij ene vogel lichte nekvlek iets duidelijker dan bij andere vogel. BOVENDELEN Mantel donker grijsbruin als achterkop. Overige bovendelen glanzend zwart. ONDERDELEN Bovenborst zwart, verbonden met zwarte keel. Overige onderdelen grijsbruin, verbonden met grijsbruine achterkop en mantel. Grijsbruin op flank naar onderbuik toe donkerder wordend, anaalstreek en onderstaartdekveren zwart. Zwartbruine 'broek'. Bases van lichaamsveren wit (goed zichtbaar bij nat verenkleed). VLEUGEL Dekveren zwart en glanzend. Slagpennen zwart met mat bruin waas, oud en gebleekt lijkend. STAART Staartpennen zwart met mat bruin waas, als slagpennen. NAAKTE DELEN Snavel zwart, oog donker, poot zwart, nagels zwart. GELUID Droog en vrij hoog kaa. GEDRAG Beide vogels tot op enkele meters te benaderen maar wel alert, net als aanwezige Kauwen. Meestal in directe omgeving van patatkramen te vinden, daar GROOTIE & POSTUUR
IOuteh Birding 18: 6·10, februari 19961
Huiskraaien bij Hoek van Holland sinds april 7994 en bij Renesse sinds november 7994 foeragerend of rustend in bomen, in gra s of op daken. Vrijwel voortdurend in gezelschap van Kauwen. Meest agressieve voge l(s); soms zelfs proberend jonge Zi lvermeeuwen Larus argentatus voedsel afhandig te maken, deze daarbij soms aan staart trekkend.
De determinatie leverde uiteindelijk niet veel problemen op. Het formaat (iets groter dan Kauw), de forse en 'hoge' snave l in combinatie met het ste il e voorhoofd en de plattere boven kop en li chte tekening op achterkop, mantel, borst en buik passen all een op Huiskraai. Er z ijn behalve Kauw en Huiskraai geen 'grijsgekraagde' kraaien die voor verwarrin g kunnen zorgen. De Diksnavelkraai C macrorhynchos heeft een verge lijkbare kop- en snavelvorm maar is beduidend groter dan een Kauw (a ls Zwarte Kraai C corone corone of groter), heeft een grotere snave l en is (vrijwel) egaal zwart, zonder duidelijk lichtere tekening. De kleurverdeling van de li chtere partijen bij Huiskraai (voora l bij I icht gek leurde exemp laren) komt enigszins overeen met die van Bonte Kraai Cc cornix of een kruising Zwa rte x Bonte Kraai. Het zwart op de kop loopt bij Bonte Kraai echter door tot ver achter het oog, terwijl bij Huiskraai het grij s tot aa n het oog komt. Het kleine formaat en de kop- en snavelvorm sluiten deze opties verder uit en passen ook niet op de (theoretische) moge lijkheid va n een hybride Kauw x Bonte Kraai. De bruine tint in de donkergrijze delen en de matte bruine kleur op de slagpen nen en staartpennen duiden op onvo lwassen voge ls, die tot in hun tweede jaar dit bruin vertonen en nog niet het glanzend zwart va n het adu lte kleed (A li & Ripley 1987, Madge & Burn 1993, Colin Ryall in litt). Begin 1995 waren beide vogels gek leurd als adulte; de in de beschrijving genoemde grij sbru ine veerpartijen waren vervangen door zu iver grijze veren en op de v leugel was een paarse gloed z ichtbaar (EE, HW pers obs). In november 1995 v iel op dat een van de voge ls z ichtbaar groter was en dat deze voge l (nog steeds) contrastr ijker was getekend (Peter van Scheepen pers meded). Het grootteverschil geeft aan dat het waarsch ijnlijk om een mannetje en een vrouwtje gaat. De kleur van de li chte veerpartij en duidt op één van de ondersoorten C s splendens, C s protegatus of C s maledivicus (cf Madge & Burn 1993, Cramp & Perrins 1994). Co lin Ryall (i n litt) komt op basis van één van de foto's uit juni 1994 tot determinatie als C s splendens (Indi a, Nepal en Bangladesh). Cs protegatus (Zuidwest-Indi a en Sri Lanka) en C s maledivicus (Malediven) z ijn vr ijwel niet te onderscheiden, zeker niet in het
veld. Cs insolens (B irma (Myanmar) en westelijk Yunnan, Ch ina) is de donkerste ondersoort, C s zugmayeri (Pak istan en Noordwest-India) de lichtste; het uiterlijk van de voge ls van Hoek van Holland sluit deze twee ondersoorten uit. Renesse
Op 21 november 1994 zag Jan-Willem Vergeer op het strand nabij het Watergat bij Renesse een vreemde kraai die hem in eerste instantie aan een hybride Zwarte x Bonte Kraai deed denken. De vogel trok losj es op met enkele Kauwen en gedroeg z ich agress ief tegenover aanwez ige Scholeksters Haematopus ostralegus. Naderhand determineerde hij de voge l als Huiskraai. Tijdens enke le volgende bezoeken werd de vogel niet gevonden maar in midden-augustus en middenseptember en op 7 en 28 oktober 1995 werd de vogel opnieuw gezien, tussen het Watergat en de Hoogenboomlaan in de duinen van Renesse en steeds in aanwez igheid van Kauwen. Op 12 november konden EE, Gerard Steinhaus en Peter Meininger de vogel uitvoerig bekijken en enkele foto's nemen. Op 27 november en 5 en 26 december 1995 was deze vogel nog aanwezig. De comb in ati e van formaat en bouw (k lein er dan Zwarte Kraai, groter dan Kauw met langere staart, langere vleugels en duidelijk hoger op de poten), grij ze tekening op z ij- en achterkop en bovenborst, 'ste il ' voorhoofd, donker oog en zware, bijna Raaf C corax-achtige snavel (met sterk gewelfde bovensnavel) maakte de determinatie als Huiskraai eenvoudig Uan-Willem Vergeer pers meded). Het verenkleed van deze vogel was identi ek aan dat van de (uitgekleurde) vogels van Hoek van Holland. Een gedeta ill eerde beschrijving wordt daarom hier niet gegeven. Herkomst
Het oorspronkelijke broedgeb ied va n de Huiskraai beslaat het gehele Indi sche Subcontinent, van Zuid-Iran en Pakistan tot Birma, noordelijk tot Nepal en zu idelijk tot Sri Lanka. Overal is de soort nauw verbonden met menselijke nederzettingen en met name in de grote steden is het een van de meest algemene en opva ll ende soorten. De soort kent een lange gesch ieden is als 'shipassisted settler' die, met name in de afge lopen 20 j aar, va nuit het oorspronke lijke gebied diverse havenp laatsen in het Midden-Oosten en OostAfrika succesvol heeft gekolon iseerd en ook rege lmatig is vastgesteld in Australië (waar de broedpopulaties met opzet z ijn uitgeroeid uit angst voor plaagvorming; Meininger et al 1980; Long 198 1; Bijlsma & Meininger 1984; Madge & 7
Huiskraaien bij Hoek van Holland sinds april 1994 en bij Renesse sinds november 1994
4 Huiskraa i / House Cro w Corvus splendens, tweede-ka lenderj aar, Hoek va n Ho ll and, Zuid-H oll and, 30 juni 1994 (Arnoud B van den Berg) 5 Huiskraa ien / House Crows Corvus splendens, derde-kalenderjaar, Hoek van H oll and, Zuid -Ho lland, 17 augustus 1995 (Arno ud B van den Berg) 6 Huisk raa i / House Crow Corvus splendens, Renesse, Zee land, 27 novembe r 1995 (Eric Kaaps) 7 Huiskraai / House Cro w Corvus splendens, Dunmore East H arbour, Waterford, Ierland , november 1974 (jo hn Lavatt)
Burn 1993; Rya ll 1994, 1995). Tegenwoordig broedt de soort (van oost naar west) onder meer in Singapore; Ma leisië; Laccad iven; O man; Verenigde Arabische Emiraten; Bahre in ; Dhahran en Jedda h, Saudi-Arabië; Koeweit; Aden, Jemen; Mauritius; Seychellen; Suez (en nab ije steden), Egypte; Port Sudan, Soedan; Massawa, Eritrea; Dj ibouti; Kaap Gardafui, Soma lië; Mombassa,
8
Kenia; Dar-es-Salaam en Zanzibar, Tanzanië; en Durban, Zu id-Afrika. Een kleine en in stab iele popu lati e komt sind s 1976 voor in Ei lat, Israë l, en aangrenzend Aqaba, Jordani ë (Paz 1987, Shirihai 1996). De status van de soo rt als broedvogel in Zu id-Moza mbique is onduide lij k (Rya ll 1994). Recent zijn ook voge ls vastgesteld in Quatar (Rya ll 1995).
Huiskraaien bij Hoek van Holland sinds april 1994 en bij Renesse sinds november 1994 Losse waarnemingen van voge ls die zeker of vrijwel zeker met schepen zijn meegevoerd zijn behalve uit Australië ook bekend uit Hokkaido, Japan (1986); Hong Kong (1974, 1980); Kaapstad, Zuid-Afrika (1977, 1989-1990); Gibra ltar (1991); Ierland (1974-76); New Jersey, VS (1971); en Zuid-Caro lin a, VS (1974, 1984-1986) (Madge & Burn 1993; Rya111994, 1995; Killian Mullarney in litt). Brazil (1991) vermeldt niet het geva l uit 1986 maar wel een ander geva l voor Japan, op 9 januari 1981 in (de grote havenstad) Osaka. Verder is er een onbevestigde waarneming va n twee vogels in de haven va n Punta Arenas, Ch ili , in de zuide lijke zomer van 1993-94 (Rya ll 1995). Ryall (1994) beschrijft in detail de ontw ikkeling van de nieuwe broedpopulaties in het MiddenOosten en Oost-Afrika en pleit voor het nemen van maatregelen om deze populaties uit te dunnen en verdere verspreiding te voorkomen, vanwege de vermeende schadelijke invloeden die grote aantallen Huiskraaien in deze gebieden zouden kunnen hebben. Er zijn verschillende geva llen beschreven van voge ls die, met name vanaf Sri Lanka, per sch ip de oversteek naar Austra lië of Afrika gemaakt hebben en in de haven van aankomst aan wa l zijn gegaan (cf Long 1981, cf Ryall 1994). De unieke verspreid ing buiten het oorspronkelijke broedgebied laat zich lezen als een overzichtkaart van belangrijke havenpl aatsen (cf figuur in Bijlsma & Meininger 1984). Hoewel de soort in Maleisië als kooivogel wordt gehouden (Arnoud van den Berg pers meded) is dit elders waarschijnlijk nauwelijks het geval. De waarneming van twee vogels in Hoek van Holland, gelegen aan de toegangsroute van een van de drukste en grootste zeehavens ter wereld, past in d it beeld en geeft aan dat de waarneming waarschijnlijk betrekking heeft op wi lde voge ls die als 'verstekel ingen' aan boord van een schip de verre reis naar Nederland hebben gemaakt. De moge lij kheid dat de vogels een deel van de reis of de hele reis in gevangenschap hebben doorgebracht is echter niet uitgesloten. De dichtstbijzijnde grote populatie bevindt zich in Suez, Egypte (1200-1 500 vogels in 1990, Meininger & Atta 1994). Deze vogels zijn nogal contrastrijk getekend en behoren waarsch ijnlijk (overwegend) tot de ondersoort C s splendens (Peter Meininger in Iitt). De waarnem ing van Renesse past, zij het iets minder evident, in hetzelfde beeld, omdat veel schepen hier op weg naar Rotterdam op relatief geringe afstand de kust passeren. Hoewel in Hoek van Holland soms geen of maar één Hui skraai
werd aangetroffen, mag het u itgesloten worden geacht dat de vogel van Renesse heen en weer naar Hoek van Holland vliegt. Bovenstaande waarnem ingen betreffen tenminste het derde en vierde geva l (van het derde tot en met vijfde exemplaar) voor Europa. De eerste vogel werd op 3 november 1974 in Dunmore East, Waterford, Ierland, gezien door John Lovatt, Killian Mullarney en O ran O'Su iiivan en gefotografeerd (p laat 7). Deze vogel bleef tenminste twee jaar aanwezig (B irding World 7: 258, 1994; Ki llian Mullarney in litt). De tweede vogel werd op Gibraltar gez ien van 26 maart tot 5 april 1991 (Rya ll 1994). De Comm issie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) heeft het geva l van Hoek van Holland aanvaard voor zover het de determinatie betreft; het geva l van Renesse is formeel nog in behandeling. De soort is op voorspraak van de CDNA-adv iesraad (cf Dutch Birding 17: 72, 1995) op de Nederlandse lijst gep laatst. De CDNA is van mening dat de vogels (waarschijnlijk) van w il de oorsprong en met een schip gekomen zijn . Omdat de verspreidi ng per sch ip tot de gebru ikelijke w ijze van dispersie van deze soort behoort is er een wezenlijk verschil met overige 'sh ip-assisted' dwaalgasten. Het feit dat deze soort WestEuropa vrijwel zeker niet op 'e igen kracht' kan bereiken, omdat de soort in zijn oorspro nkelijke broedgebied standvoge l is, verhindert bij w ijze van uitzondering niet de toelating op de Nederlandse lijst (van den Berg & Roselaar 1995). In Groot-Brittann ië kunnen alle 'sh ip-ass isted' geva llen tot de A-lijst worden toegelaten op voorwaarde dat de bewuste vogel niet in (tijdelijke) gevangenschap is genomen en niet werd bijgevoerd tijdens de overtocht, conform de tel regels van de British Orn ithol ogical Un ion Rarities Comm ittee (BOURC) (B irding World 7: 214, 1994). Het is opmerkelijk dat in de tweede helft van 1994 ook elders Huiskraaien werden gemeld; in de zomer bij Schiphol, Noord-Holland, en in het najaar bij Scherpenisse, Zeeland. Daarnaast waren er meldingen van exemp laren in vogelopvangcentra in juni in Rotterdam, Zuid-H o ll and (naar verluidt gevonden in Spijkenisse, Zu idHolland), en in Hoek van Ho ll and. Navraag door HW naar deze laatste twee meldingen leverde geen concreet bew ij smateri aa l op; de geruchten kunnen even goed op andere kraaiesoorten betrekking hebben gehad. Van de twee eerstgenoemde meldingen is ons geen documentatie bekend. Daarnaast is er het gerucht dat begin 1994 drie Huiskraaien in Hoek van H oll and aan-
9
Huiskraa ien bij Hoek van Holland sinds april 7994 en bij Renesse sinds november 7994 wezig waren. Zonder nadere documentati e kan slechts gespecu leerd worden of de voge l van Renesse oorspronke lijk deel uitmaakte van dit drietal. Iedere waarnemer wordt verzocht waarnemingen uit de afgelopen periode en eventue le toekomstige waa rnemin gen met een beschrijving of foto voor te leggen aan de CDNA. Dankwoord W ij bedanken Arnoud va n den Berg, H ans Gebu is, Peter Meininger, Gerard Steinhaus en JanWill em Vergeer voor hun hulp bij het verzame len van materiaal voor deze mededeling of hun commentaar op eerd ere vers ies van deze medede ling en Killian Mullarney voor het verschaffen van informatie over het 've rgete n' Ierse geva l.
Europe. Previous reco rd s were at at Dunmore East, Waterford , Ireland, from 3 November 1974 to the end of 1976 and at Gibraltar from 26 March to 5 April 1991. Thi s species co uld, co nce iva bl y, turn up in other European countries, especiall y in major harbour areas. Th e species has been admitted to the Dutch list by the Dutch rariti es committee (CDNA) . Th e CDNA stron gly suspects the birds to be ship-ass isted vagrants of w il d origin. It is obvious that they cou ld never reach western Europe w ithout ships, because the species is non-migratory w ithin its original breeding range. lts specia li zation in ship-ass isted passage clearl y differentiates thi s species from all other (pres umed or suspected) shipassisted vag rants and thu s wa rrants a special statu s treatment. Prove n ship-assisted vagrants or presumed shipassisted vagran ts of spec ies th at conceivab ly ca nnot reach western Europe without such assistance are not admitted to the Dutch li st.
Summary HOUSE CROWS AT HOEK VAN HOLLAND FROM APRIL 1994 AND AT RENESSE FROM NOVEMBER 1994 On 10 April 1994, two House Crows Corvus splendens were see n and photographed at Hoek va n Holl and, Zuid-Holland. On 19 June, they we re see n aga in and from that date regularl y reported until at least 4 Febru ary 1996. O n 21 November 1994, a th ird House Crow was found at Renesse, Zee land. Th is bird was seen aga in in August 1995 and th en regularl y until at least 14 November 1995. Identification was based on size (s li ghtl y larger than Euras ian Jackdaw C monedula), longish tail, large bill w ith arched cu lmen and pa le co loration (dark greyish brown or greyish) on face, nape, manti e, lower breast and bell y. Wh en found , the Hoek va n Holland bird s we re second-ca lend ar yea rs beca use of the dull brow nish primaries and rectri ces and greyish brow n pale parts. Thi s greyish brown had become pure grey by 1995 . The Renesse bird was in adult-like plumage w hen found in November 1994 . Hou se Crows have a long and remarkabl e hi story regarding th eir ab ility to co lonize new areas outside the ir former natural range (lndi an Subcontinent), using ships. Several co lonies have been establi shed in the Midd le East and on the eastern African coast, from Suez, Egypt, and Eilat, Israel, in the north to Durban, South Afr ica in th e south. Several ship-assisted reco rds have been reported from Austra li a, Japan, Hong Kong, Gibra ltar, Ireland and USA (New Jersey and South Carolin a) . The reco rds in Hoek va n Holl and and at Renesse are at least th e third and fourth (third to fifth indi vidu al) for
Verwijzingen A li, S & Ripl ey, S D 1987. Compact handbook of the birds of India and Pakistan, together w ith those of Bangladesh, Nepal, Bhutan and Sri Lanka. Tweede druk. Delhi . va n den Berg, A B & Rose laar, C S 1995. Status va n Huisk raa i in Nederland . Dutch Birding 17: 256-257. Bijl sma, R G & Meininger, P L 1984. Behaviour of the House Crow, Corvus splendens, and add itional notes on its di stribution. Gerfaut 74 : 3-13. Brazil, M A 1991. The birds of Japa n. Londen. Cramp, S & Perrins, C M 1994. The birds of the Western Palearctic 8. Oxford. Long, J L 1981. Introduced birds of the world . Newton. Madge, S & Burn, H 1993 . Crows and Jays: a guide to th e crows, jays and magpies of the wo rld. Londen. Mein in ger, P L & Atta, G A M (red acti e) 1994 . Ornithologica I studi es in Egyptian wetl ands 1989/90. FOREreport 94-01, WIWO-report 40. Middelburg/Zeist. Meininger, P L, Mu lliĂŠ, WC & Bruun, B 1980. The spread of the House Crow, Corvus splendens, w ith special reference to the occurrence in Egypt. Gerfaut 70: 245-250. Paz, U 1987. The birds of Israe l. Londen. Rya ll, C 1994. Recent extensions of range in the House Crow Corvus splendens. Bu ll Br Orn ithol Cl 114: 90-
100. Rya ll, C 1995. Additional records of range extensions in the House Crow Corvus splendens. Bull Br Orn ithol Cl 11 5: 185-187. Shiriha i, H 1996. The birds of Israel. Londen.
Enno B Ebe ls, Lessinglaan 77-2, 3533 AN Utrecht, Nederland Hans Westerlaken, Dreeslaan 748,2672 EB Naa ldwijk, Nederland
10
Calidris sandpipers of north-eastern Siberia Sandpipers of the genus Ca lidris breed mainly in arctic and subarctic regions where they form the largest group (18) of related bird species. Furthermore, Spoonbi ll Sandp iper Eurynorhynchus pygmeus and Sti lt Sandpiper Micropalama himantopus are undoubtedly very closely related to the Ca lidris group and probably have to be treated w ithin it. The highest diversity of sandp ipers can be found close to the northern Pacific Ocean, in so-called Beringia. This area, unlike Europe or North America, has never been covered w ith extensive ice sheets in former ages and this seems the main reason for the high species diversity recorded. North-eastern Siberia covers part of Beri ngia and, therefore, most rel ict Ber i ngian waders breed there. Apart from the already mentioned Spoonbill Sandp iper these are Rock Sandpiper C ptilocnemis, Western Sandpiper C mauri and the Beringian Dun lin subspec ies C alpina sakhalina. A ll these wad ers, except Dunlin, are coasta l spec ies. Several other exotic sandp ipers occupy different open hab itats in the region. Red-necked Stint C ruficollis is common in low mountains w ith
gentie slopes within the limits of the tundra landscape. As aresuit, the breeding range of this species, which stretches from Taimyr Peninsuia, Russia, to western A laska, USA, is divided into three disjunct populations, according to the presence of low mountains in the subarctic region. Great Knot C tenuirostris is characteristic of el evated places with mountain tundra at, on average, lower latitudes than Red-necked Stint. The most southerl y d istr ibuti on is shown by Longtoed Stint C subminuta which inhab its damp places with sparse vegetation in f lood pla in s, bogs, overgrazed meadows or tundra. This spec ies breeds scattered throughout such habitats from the Urals to the Bering Sea coast, and from the southern tundra to steppe areas of Transba ikali a. Some species have penetrated into north-eastern Siberia rather recently from both western and eastern directions. For examp le, Littl e Stint C minuta is the most numerous and characteristic arctic sandpiper of western and central Siberia, but it is an uncommon and irregular breeding bird east of the Indigirka River, th ough it is known from all northern Siberian coasts up to the Ber in g Strait. Baird's Sandpiper C bairdii is a typical America n hi gh arcti c species but also breeds in
8 Rock Sandpiper / Beringstrand loper Ca lidris ptilocnemis, male, Chukotsky Peninsuia, Russia, 9 July 1979
(pavel 5 Tomkovich)
[outeh Birding 18: 11 -12, lebruari t9961
11
Ca lidris sa ndpipers of north -eastern Siberia small numbers on Wrange115land and in th e mountain s of Chukotsky Penin sui a. It is interestin g that, in spite of th e hi gh di versity of breedin g systems found among Ca lidris spec ies (Pitelka et al 1974), in most indi geno us spec ies of north-eastern Siberi a, ie, in Spoo nbill Sandpiper, Red-necked Stint, Long-toed Stint, Roc k Sa ndpiper and Great Kn ot, mo noga mo us relati ons were described recentl y and some degree of site fidelity was fo und o r is ex pected fo r th em (Morozov & Tom kov ich 1986, Tomkov ich 1989, 199 4, unpubl ). Th e situ ation is different in several oth er species o ri gin atin g from areas subjected to numerous extensive glac iation s I ike Littl e Stint and Curl ew Sandpiper C ferrugin ea. Th ese spec ies show almost no site fid elity, th eir numbers, as weil as th e limits of th eir breedin g ranges, flu ctuate greatl y and th ey have developed non-mo nogamous breeding systems. These are opportuni sti c adaptati ons to unstabl e Arcti c env ironments. Littl e Stint has a 'doubl e-clutch system' w ith o ne clutch incubated by th e fe male and th e oth er by th e male. Curl ew Sandpipers are po lygynous, w ith males try in g to attract as many females as poss ibl e into th eir defended territori es and not particip ating in th e ca re of th e young. O nl y few mal es, however, are abl e to get more th an o ne female w hil e some of th em even get non e. Su ch non-monoga mous breedin g systems w ith a single in cubatin g bird ca n onl y evol ve in areas w ith ri ch feeding opportuni t ies cl ose to th e nest, all ow in g th e incubatin g bird to leave th e nest fo r
a short tim e for feedin g w ith out th e ri sk o f ove rcoo ling of th e eggs. Thu s it ca n be hypoth es ized th at spec ies of regul arl y glac iated reg io ns have been subjected to different, perh aps stronger env iro nmental pressures during their evo luti o n. So me spec ies have di sa ppea red, redu c ing th e reg ional diversity, whil e others have develo ped opportuni sti c features in th eir breeding biology in respo nse to th ese env iro nmental press ures . As a resuit, such opportuni sti c spec ies are better adapted not onl y to natural changes in th e env ironment but also to hum an developments. Th e oppos ite is th e case for most w ad ers of north-eastern Siberi a; they are conservati ve and some of th em may have reta ined reli ct breedin g ranges, th erefore deserv in g more attenti o n from nature con servati o ni sts. Reference M orozov, V V & Tomkov ich, P 5 1986. [Dynami cs of spatia l organi zati o n of a popul ation of Red-nec ked Stint (Ca lid ris ruficollis) in th e reprodu ct ive period. ] O rnith o log iya (Moscow) 21: 38-4 7. [In Ru ss ian; Engli sh summ ary.] Pi te lka, F A, Holmes, R T & MacLea n Jr, 5 F 19 74. Eco logy and evoluti o n of soc ial organi zatio n in arc ti c sa ndpipers. Am Zoo l 14: 185-2 04. Tomkov ich, P 5 1989 . Parental ro les and the matin g system of the Lo ng-toed Stint Ca lidris subminuta. Wader Stud y Cr Bull 57 : 4 2-4 3. Tomkov ich, P 5 1994. [Spati al structure of th e Spoonbill ed Sandpiper (Eurynorh ynchus pygmeus) popul atio n at th e breedin g gro und s.] In: Kuroc hkin, E N (edito r), [Modern o rnith o logy 19921, M oscow, pp 130- 148 . [In Ru ss ian; Engli sh summ ary.]
Pavel S Tomkovich, Zoologica l Museum, M oscow Lomonosov State University, Herzena Street 6, 103009 M oscow K- 9, Russ ia
Dupont's lark outside known Moroccan breeding area O n 7 Janu ary 1994, w hil e b ird in g along th e P32 at Ti z i-n-Taghatin e, O uarzazate, Morocco (30:27 N, 07 :40 W), a 1886 m hi gh pass 45 km west of Tazenakht, we observed a Dupo nt's Lark Chersop hilus duponti wa lking on th e road. After a few second s, the bird flew into suitab le (breed ing) hab itat on th e north side of th e road, w here it was photograp hed. The d istributio n of Dupo nt's Lark is im perfect ly known due to its secreti ve hab its. Th e known di stribu tion is co nfined to th e Ibe ri an peninsui a 12
and the north ern pa rts of Morocco, A lgeri a and Tuni sia, as weil as the coastal desert of Libya and Egypt, west of th e Nil e (Cramp 1988, Keith et al 1992). It is now rarely seen in Tuni sia (cf Dutch Birdin g 16: 82, 199 4). In Egypt, th e curren t statu s is un clear w ith no recent records given by Goodm an & Me inin ger (1989). In March 1994, however, th e first breed ing in Egypt si nce 1975 was reported and small num bers were apparentl y seen at two loca liti es in September and October 1994 (B irding World 7: 138, 39 1, 199 4; Br Birds 88: 39, 1995). A lthough Du pont's Lark is normalIy res ident, vagrants have been recorded in Cypru s, Fra nce, Italy and M alta, mainl y in Sep-
[Dutch Birding 18 : 12路 13, februari 19961
Dupont's Lark outside known Moroccan breeding area tember-December (Cramp 1988, Lew ington et al 199 1, Keith et al 1992, Birding World 7: 310, 1994). It was also recorded (one dated record, for March) in th e Algerian Sahara, south of its breeding range (Cramp 1988). Dupont's Lark was recorded twice previously at Tizi-n-Taghati ne, in the spr in gs of 1984 and 1985 (Anonymus 1993 ; Michel Thévenot in litt). More recentl y, it was observed during w inter o n severa l occas ions we il south of its known breeding range, in particular in the area of Boumalnedu-Dadès, Ouarzazate (Tagd ilt Trac k) (Noeske & H all ey 1992; Birding World 6: 10, 1993; Br Birds 79: 289, 1986; Michel Thévenot in litt). Th e known Moroccan breeding range of Dupont's Lark is limited to the Middle Atlas, c 370 km north-east of Tizi-n-Taghati ne, and further east, on th e Hauts Plateaux, to the A lgeri an border (Cramp 1988, Keith et al 1992). Although th ere are not many reco rd s, it is possible that there is a smal I, as yet undetected, breeding popul ation south of the Morocca n Atlas (Michel Thévenot in litt). Th e records at Ti zi-n-Taghatine mi ght be indicat ive for thi s theory. We would like to thank Michel Thévenot for commentin g on thi s note. References Cramp, S 1988. The bird s of the Western Palea rcti c 5. Oxford.
9 Dupont's Lark / Duponts Leeuwer ik Chersophilus duponti, Tizi-n-Taghatin e, O uarzazate, Morocco, 7 Janu ary 1994 (Oick Meijer)
Goodman, S M & Meininger, P L 1989 . The bird s of Egypt. Oxford. Keith , S, Urban, E K & Fry, C H 1992. The bird s of Afri ca 4. Lo nd on . Lewi ngton, I, A iströ m, P & Co lston , P 199 1. A field guid e to the rare birds of Britain and Europe. Londo n. Noeske, A & Hall ey, A 1992 . Marokko im Winter. Limi co la 6 : 178- 199.
Peter van Scheepen, Karolingersweg 96, 3962 AK Wijk bij Duurstede, Netherlands Dick Meijer, Weegschaal 67, 3328 PB Dordrecht, Netherlands
Veldrietzanger Op Vlieland in september 1994 op 16-1 8 septem ber 1994 maa kte een groepje va n negen fanatieke vogelaars één van hun regelmatige najaarstr ipjes naar Vlieland, Fries land . Tijdens slecht weer, met op 16 september zwa re noordwesterstorm, bleek het eil and vol met za ngvogels te z itten. In de loop va n de middag van 17 september ontdekte Leo Heemskerk een juveniele Wilgengors Emberiza aureola, iets ten westen va n het dorp Oost-Vlieland. Deze ac htste Wilgengors voor Nederland bleek de vo lgende ochtend nog aa nwez ig en werd zodoende de tweede 'tw itchba re', na die va n Terschelling, Friesland, in september 1989. Om die reden kwamen op 18 september c 30 vogelaars van de vastewa l. De negen oorspronkelijke Vlielandgangers voelden dat er IOuteh Birding 78: 73-76, lebruari 79961
misschien nog meer in het vat zat en trokken, na enige t ijd bij de gors te hebben doorgebracht, naar de uiterste oostpunt va n het eil and om de daar gelegen duinvalleitjes af te zoeken. Om 13:00 was het raak: Lammert van der Veen stuitte in een dicht begroeid va lleitj e op een opva ll end bleke zangvoge l. Hij besefte o nmiddellijk met iets bijzonders van doen te hebben en waarschuwde de anderen. Binnen enke le minuten stond iedereen rondom het bosje. Af en toe was een glim p va n de vogel te zien en na c 15 min was iedereen ervan overtui gd dat het een Veldrietzanger Acrocephalus agricola betrof, een determinatie die aanvan kelijk al door LvdV was geopperd. De rest van de middag kon de voge l samen met de 30 vogelaars die 's ochtends van de vastewa l waren overgekomen uitvoerig worden bestudeerd en gefotografeerd. De vo lgen de dag kwamen enkele 13
Veldrietzanger op Vlieland in september 1994 1Q-tallen voge laars naar het eiland . Intensief speurwerk leverde toen ec hter alleen een Sperwergrasmus Sylvia nisoria op. Zowel de Veldrietzanger als de Wilgengors werden die dag niet meer w aargenomen . De beschrijving is gebaseerd op veldnotities van de eerste negen waarnemers en foto's van Sander Lagerveld en Arno ld Veen. ALGEMENE INDRUK Kl eine licht-za ndkleurige za ngvogel
met spitse snavel, lange afgeronde staart en opva llende koptekening . GROOTTE & BOUW lets kl einer (lijkend) dan Kl eine Karekiet A scirpaceus. In vlucht lichte kl eur, lange afgeronde, soms wat 'zwabberende' staart en korte afgeronde v leugels. Onder- en bovenstaartdekveren larig, voo rbij vleugelpunt reikend. Handpenprojecti e kort, 3040% va n terti all engte. Op foto's acht handpennen z ichtbaar, langste (p8) iets afhangend. Tenmin ste langste handpennen (p8 en p7) met versm alling op bu itenvl ag. Einde van ve rsmalling op p7 iets voo r punt va n langste tertial va llend . Poot vrij stevig. Snavel relati ef kort voo r Acrocephalus, meer gra smu s Sylvia-ac hti g. KOP Kin en keel w it. Oorstreek groeze li g za ndkl eu ri g. Onder oog halve w itte oogrin g, niet voor of achter oog doorlopend. Oogstreep in ve ld z ichtbaar als zeer dun zwa rt lijntje, zowe l voor als achter oog; du idelij kheid w isse lend, afhankelijk van lichtva l. Op somm ige foto's oogstreep opva llender. Wenkbrauwstreep opva llend, w it tot vuilwit, achter oog iets ve rbredend, aan bovenz ijde met smalle donkere begrenzing, meest opva llend voo r en boven oog, dus niet over vo lle lengte va n wenkbrauwstreep. Op foto's va n voge l met opgerichte kru inveren wenkbrauwbegrenz ing 'gevorkt' . Kruin zandk leuri g, in ve ld egaa l lijkend, iets donkerder dan mantel en ru g. Op foto's kruin met versp reide donkere vlekjes, meest opva llende grenzend aan wenkbrauwbegrenz ing en op so mmi ge foto's te za men suggestie va n donker petje gevend. Achterkop iets grijzer dan kruin , bij bepaa lde lichtva l als lichte 'nekband' overkomend. BOVEN DELEN M antel, rug en sc houder vrij egaa l licht zandk leuri g maa r stuit iets bruiner lijkend. Bovenstaartdekveren en igsz in s rossig. ON DERDELEN Geheel w it met uitzondering va n vaag wa rmbruin waas op zij borst, ter hoogte van v leugelboeg, mogelijk iets doorlopend tot op flank. VL EUGE L Dekveren licht za ndkl euri g als mantel en rug, in ve ld iets donkerder lijken d. Terti als met donkerd er centrum en li chte za ndkleuri ge rand. Duimvleugel ongeveer even donker als centrum va n terti al en daardoor vrij opva llend. Slagpennen met lichte rand, waa rdoor nauwelijks co ntrast met dekveren. Projectie va n slagpennen voorb ij tertia ls donkerder, als centrum va n tertia ls, met smalle lichte rand . STAART Li chtbruin. Geen w itte of lichte bu itenste staa rtpennen. NAAKTE DELEN Iris bruin. Poot grij sac htig roze tot vleeskl eurig. Snavel overwegend donkergrijs, ondersnavel met lichte basis. GEDRAG Meesta l onopva llend foeragerend in dichte
14
struiken, ook af en toe op grond waargenomen, waarbij sta art sc huin omhoog gehouden. Tijd ens foerageren in struik spreiden va n staart waargenomen. GELU ID N iet gehoord.
De combinatie van formaat, postuur, lange onderstaartdekveren en sp itse snavel duidt op een Acrocephalus-zanger. De relatief lange, afgeronde staart en korte vleugels, algehele lichte kleur (met name de vrijwel witte onderdelen), korte hand pen projectie, opvallende koptekening met li chte wenkbrauwstreep en donkere wenkbrauwbegrenzing, overwegend donkere snavel en warmbru in e tot ora njeachtige v lek bij de vleugelboeg passen goed op Veldrietz anger en sluiten Kl ein e Karekiet, Bosrietzanger A palustris en Struikrietzanger A dumetorum uit (cf Lewin gton et al 1991, Cramp 1992, Jonsson 1994). De aanwez igheid van versmallingen aan minimaal de twee langste handpennen ondersteunt de determinatie, omdat Kleine Karekiet en Bosrietzanger all een aan de langste handpen een versma lling hebben (Cramp 1992, Svensson 1992). De overwegend donkere ondersnavel past niet op Struikrietzanger. Voor het o ndersc heid met Oostaz iatische Acrocephalus-soorten (d ie mogelijkerw ijs in Europa als dwaalgast kunn en optreden) wordt verwezen naar Kennerley & Leader (1993) en AlstrĂśm et al (1994). Verwarring is verd er mogel ijk met Kleine Spotvogel Hippolais ca ligata, vanwege de overeenkomsti ge kleur en het verge lijkbare koppatroon. De v leugelvorm, afgeronde staart zonder li chte staartzijden en lange onderstaartdekveren sluiten deze soort echter uit. Het ontbreken van een opva ll ende ross ige stu it is en igsz ins verbazend, omdat dit kenm erk vaak wordt genoemd als karakteristiek voor Veldrietza nger (cf Jonsson 1994). Bij ad ulte vogels met sleet kan de stuit meer za ndkleurig z ijn , maar een adu lt zou in september zwaar gesleten handpennen moeten hebben. De lichte randen aan de handpennen duidden bij de vogel van Vlieland eerder op een eerstejaa rs vogel zonder sleet (cf Cramp 1992). Een eendu id ige conclus ie omtrent de leeftijd is daarmee niet te geven. Veldrietzangers staan bekend om de grote variatie in verenva riĂŤrend van relatief donker en kleed, rossi g tot bl eek za ndkl euri g. In hoeverre deze versch ill en gebo nden z ijn aa n geografische herkomst, kleed, sleet en/of leeftijd is nog onvoldoende bekend (Cramp 1992). In ieder geva l was de Vli eland-vogel een zeer li cht exemp laar. De waarneming van Vli eland is aanvaard door de Comm iss ie Dwaal gasten Nederlandse Avifauna (C DNA) en betreft het zevende geval voor
Veldrietzanger op Vlieland in september 1994
10 Ve ldri etza nger / Paddyfield Warbier Acrocephalus agricola, VI ieland, Fri es land, 18 september 1994 (Sa nder Lagerveld)
Nederland. De zes voorgaande geva llen betroffen all e rin gva ngsten en dateren van 2 oktober 197 1 te Laaxum, Friesland (va n Ijzendoorn & Westhof 1985, met foto's); 23 oktober 1982 te Makkum, Friesland (de Vries 1987, met foto) ; 13 oktober 1984 eveneens te Makkum (de Jong 1985, met foto's); 26 september 1986, eveneens op Vlieland (Terpstra 1988); 8 september 1987 te Zuidl and, Zuid-H o ll and (Oudebeek 1988, met foto); en 8 september 1987 langs de Oostvaardersd ijk, Flevoland (foto in van den Bu rg et al 1987) (cf van den Berg & Bosman 1995) . Veldrietzangers dwalen regelmatig af naa r Noord- en West-Europa. Waar deze vandaan komen is ni et bekend. De d ichtstb ijzijnde broedgeb ieden li ggen langs de noordkust van de Zwarte Zee (weste lijk tot Bu lgarij e en Roem enië) en verder oostelijk in grote delen van Centraa lazië (cf Cramp 1992). Dwaal gasten word en voornamelijk vastgesteld in het najaar (augustus-oktober), soms ook in het voorj aar (me i-juni ) en bij uitzondering in juli en november-december (cf Lew ington et al 1991). In het najaar van 1994 w erd en in Groot-Brittannië maar liefst negen Veldrietzangers vastgesteld, het hoogste aanta l in
één naj aar oo it (Rogers & Rarities Com mittee 1995). Summary 1994 On 18 September 1994, a Paddyfield Wa rbier Acrocephalus agricola was observed and photographed on Vli eland, Fri es land. This reco rd not o nl y constitutes the seve nth reco rd fo r th e Neth erl ands but also the first not trapped and ringed. lts identification and the lack of rusty co lour on the rump is d isc ussed. PADDYFIELD W ARBL ER ON VLIELAN D IN SEPTEMBER
Verwijzingen A iström, P, O lsson, U & Round, P D 1994. Bestimmung der klein en fe rn östli chen Rohrsänger Acrocepha lus. Limi co la 8: 121-1 31. va n den Berg, A B & Bosman, C A W 1995. Lij st va n Nederl andse voge ls. Derde ed itie. Santpoort-Zu id . va n der Burg, E, va n Dongen, R M, Driessens, G & de Rouw, P W W 1987. Recente meld in gen: juli , augustus & september 1987 . Dutch Birding 9: 181-188. Cramp, S 1992. Th e birds of the Western Pa lea rctic 6. Oxford . van Ijze ndoo rn , E J & Westhof, J H P 1985. Ve ldrietza nger uit 1971 in ere hersteld . Dutch Bird in g 7: 121-128. de Jong, J 1985 . Ve ld rietzanger te Makkum in oktober
15
Veldrietzanger op Vlieland in september 7994 1984. Dutch Birding 7: 140-141. Jonsson, L 1994. Voge ls van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Baarn. Kenne rl ey, P R & Leader, P J 1993. The identification, status and distribution of sma ll Acrocepha lus warb lers in Eastern Ch in a. In : Pieken, V B (ed itor), Hong Kong Bird Report 1991, Hong Kong, pp 143-188. Lewington, I, A istrรถm, P & Co lsto n, P 199 1. A field guide to the rare birds of Britain and Europe. Londen. Oudebeek, W H P 1988. Ve ldri etzanger bij Z uidl and in
septembe r 1987 . Dutch Birding 11: 29-30 . Rogers, M J & Rarities Com mittee 1995. Report on rare birds in Great Britain in 1994. Br Birds 88: 493-558. Svensso n, L 1992. Identifi cat io n gu ide to European passer in es. Vierde druk. Stockho lm. Terpstra, K 1988. Ve ldri etzanger op V li eland in september 1986. Dutch Birding 10 : 9 1. de Vr ies, J A 1987. Veld rietzanger ook al in oktober 1982 te Makkum . Dutch Birding 9: 28.
Lammert van der Veen, Burgemeester Hogguerlaan 755, 7064 CL Amsterdam, Nederland Enno B Ebels, Lessinglaa n 77-2, 3533 AN Utrecht, Nederland
Cirlgors te Hoogerheide in maart 1995 Op 13 maart 1995 werd door Els Joosse o nder een raam va n haa r won in g te Hoogerhe ide, Noord-Brabant, een dode C irl gors Emberiza cirlus aa ngetroffen. De voge l werd naar Ray Teixeira gebrac ht die de determinatie bevestigde en de vogel opstuurde naar het Zoรถlogisch Museum te Amsterdam, Noord-Holland (ZMA). Op basis van het kleed kon de voge l als een mannetje worden gedeterm ineerd, hetgeen bij de sectie bevestigd werd. De staa rtpennen waren all e tamelijk gesleten en ongeruid, en de staartpentoppen vertoonden een stompe punt en waren duidelijk minder gaaf en minder breed afgerond dan bij adu lte voge ls in de collectie va n het ZMA. Op grond hierva n was het een tweede-
kalenderjaar vogel. De op twee na buitenste staartpe n (t4) had geen wit vlekje aa n de top, hetgeen volgens Groh (19 75) eveneens w ijst op een tweede-kalenderjaar vogel. De vo lgende maten en bijzonderheden werden genoteerd : v leuge l lengte 82 mm , tarsus 19 mm, snavel tot veerrand 11 mm, snave l tot voorhoofd 14.5 mm, snavel tot neusgat 8.2 mm, gew icht 25.9 g, testes 0 2.5 mmo De vogel was in normale conditie, de schedel was geheel verbeend en er was geen rui va n de li chaa msveren. Alle slagpennen, staartpennen en grote v leugeldekveren wa ren oud en licht ges leten. Vermoedelijk doordat de voge l tegen een ra am gev logen was, ontbraken er wat veertj es op de keel. De maag was, op wat zand na, gehee l leeg. Op grond van het ni et abnormaa l ges leten ve renkleed en de normale conditie va n snavel en poten werd geconclu-
11 Ci rl gors / Cirl Bunting Emberiza cirlus, tweede-ka lend erj aar mannetje (gevo nden te Hoogerheide, NoordBrabant, 13 maart 1995), Zoรถ log isc h Museum Amsterdam, Noord-Holl and, juni 1995 (Louis A van der Laan)
16
[Outeh Birding 18: 16-1 7, februari 1996[
Cirlgors te Hoogerheide in maart 1995 deerd dat het geen kooivogel betrof. De voge l is opgenomen (balg en losse vleuge l) in de co llectie onder nummer ZMA 38477. De vogel van Hoogerheide betreft het vijfde geva l voo r Nederland en de tweede vondst (cf va n den Berg & Bosman 1996). De eerste vondst - ook een mannetje - dateert van 30 december 1883 te Harderwijk, Gelderland, en bevindt zich eve nee ns in de co ll ectie van het ZMA (ZMA 12933). Voor de overige geva llen, zie Nieuwstraten et al (1994) en van Dijl (1994). Ik dank Els Joosse voor haar oplettendheid, Ray Teixeira voor het opsturen van de vogel en Loui s van der Laa n voor het maken va n de foto's.
Summary ClRL BUNTING AT HOOGERHEIDE IN MARCH 1995 On 13 March 1995, a male Cirl Bunting Emberiza cirlus was found dead under a w indow at Hoogerheid e, NoordBrabant. Because of th e moderately worn bluntly pointed (not broadly rounded) rectri ces it was identified as a second calenda r-year bird; also the fourth rectrix (t4) with no w hite spot at the tip points towards a seco nd ca lend ar-yea r (G roh 1975). This is the fifth record and the second co ll ected spec im en for the Netherl ands; both specime ns are preserved in the co ll ection of the Zoo log ica l Museum at Amsterda m, Noord-Holl and.
Verwijzingen va n den Berg, A B & Bosman, C A W 1996. Lij st van
12 Ci rl gors / Cirl Bunting Emberiza cirlus, tweede-kalenderjaar mannetje (gevonden te Hoogerheide, NoordBrabant, 13 maart 1995), Zoö logisc h Museum Amsterdam, Noord-Holland, juni 1995 (Lou is A van der Laan)
Nederl ands voge ls. Vijfde ed iti e. Santpoort-Zuid. van Dijl, M 1994 . Cirl gors op Maasvlakte in apri l 1994. Dutch Birding 16: 153. Groh, G 1975. Zur Biologie der Za un ammer (Emberiza cirlus L.) in der pfalz. Mitt Pollichia 63: 72- 139. N ieuwstraten, E, van Tuil, P & Sanders, E 1994 . Cirl gors te Breskens in mei 1992. Dutch Birding 16: 11 7- 11 9 .
Tineke C Prins, Instituut voor Systematiek en Populatiebiologie (Zoö logisch Museum), Postbus 94766, 1090 CT Amsterdam, Nederland
Ship-attending movements of Atlantic Yellow-Iegged Gulls in Portuguese waters Since 1987, annu al ea rly autumn observations of seab ird distribution away from breeding sites have been carri ed out along pelagic transects in Portuguese-Macaronesian waters. Over the eight yea rs of observations, Atlantic Yellow-Iegged Gu ll s Larus cachinnans atlantis have usually only been sighted in inshore waters in the arch ipelagos of Madeira and the Azores. Observations around these islands in ea rl y autum n suggest that ad ults and subad ults appea r to be rather sca rce out of sight of land, the birds apparently moving o nly between the closest islands within each archipelago, often following fishing vesse ls (cf Bourne 1984, Berthold & Berthold 1987). On five occas ion s, however, juvenil e and f irst-winter [Outeh Birding 18: 17·18, februari 19961
birds have followed our sea-go ing vesse ls for cons iderab le distances, weil bevond sight of land (tabie 1). A problem that arose in authenticati ng these movements was the initi al identifi cation as L c atlantis, since eas il y confu sab le juvenil e and first-winter Lesser Black-backed Gulls L fuscus appear in Macaronesian waters as ea rly as midAugust. In two cases, photographs were taken for verification (p late 13). Although Grant (1986) suggests th at the darker inner primaries of L c atlantis m ight obfuscate the pri mary 'w i ndow', close v iews clearly reveal its presence and the characteristic two-tone beige-grey and oi lybrown of the underwing. During the voyages, the birds wandered w idely within sight of the vesse l, approach ing closely on ly w hen ga lley refuse was thrown overboard. During daytime observations, the gull s were seen to pick up material from the surface of the sea. Only one interaction between 17
Ship-attend ing movements of A tlantic Yel/ow-Iegged C ul/s in Portuguese wa ters TAB LE 1 Sightings of Atl antic Ye ll ow- Iegged Gu ll s Larus cachinnans atlantis attend ing sea-go in g vesse ls away from Madeira and Azo res archi pe lagos in autumn s of 1987-94 Ini tial sighti ng Coord inates 32:38 N, 16:54 32:38 N, 16 :54 37:44 N, 25:40 37:44 N, 25:40 37:44 N, 25:40
W W W W W
Fin al sighting Date 17-08-1988 04-08- 1989 21-08- 1992 27-08- 1994 27-08- 1994
Coo rd in ates 36:44 N, 11 :43 37 :04 N, 11 :1 7 38:38 N, 12:5 4 37 :1 6 N, 24:47 32:38 N, 16:5 4
13 Atl antic Ye ll ow- Iegged Gull / Atl anti sc he Geelpootmee uw Larus cachinnans atlantis, ju venil e, nea r Azo res, at 37: 16 N, 24:47 W, 27 August 1994 ((o lm ( M oore)
a Yellow -I egged C uli and another pelag ic bird w as noted : a Bul wer's Petrel Bulweria bulwerii, w hich was fl oatin g o n th e w ater and apparently feed ing on orga ni sms attached to th e undern eath of a small piece of po lystyrene, was forced to fly as th e gull settl ed to pick vigorously at th e p iece of fl otsam (cf Moore 199 4). Atl antic Yell ow-I egged C ull s are suspected of wa nderin g to th e western Africa n coast (C rant
Recently, severa l surveys have been conducted and published, in dex ing pub li catio ns or photographs publi shed in leadin g bird ing j ourn ais, such as Birding W orld , Briti sh Birds, Dutch Bird18
W W W W W
670 720 11 20 100 980
1986), a mere 100 km fro m th e eastern end of th e Ca nary Islands. The lo nger di sta nces repo rted here and th e N orth Am eri ca n reco rd s reported by Wild s & Czapl ak (1994) indicate th at at least some indi vidu als of thi s subspec ies undertake long-di stance movements. These movements may result in gene fl ow betw een th e different island popul atio ns w hi ch could partl y acco unt for th e apparent plumage simil ariti es betwee n th e different Atl antic archipelago popul ation s of L c atlantis despite th eir geographic iso lati o n. Recent co lo nizati on, however, may be an alternati ve ex pl anati o n for th ese simil ariti es. The annu al surveys have been suppo rted by th e Portu guese Serviรงo N ac ional de Parqu es, Reserva s e Conservaรงao de N atureza. References Bertho ld, P & Bertho ld, H 1987. A bri ef report o n bird s observed o n Madeira, March 31-A pril 14, 1987 . Bocagiana 11 0 : 1-8. Bourn e, W R P 1984. The bi rd s of Madeira in the w inter. Bocagiana 76: 1-6. Grant, P J 1986 . G ull s: a guide to id entifi cat io n. Secon d ed iti o n. Ca lto n. Moore, C C 1994 . Bul wer's Petrel and W hite-faced Storm Petrel d ivin g as an evas io n tacti e. Br Birds 87 :
623. Wi ld s, C & Czap lak, D 1994. Ye ll ow- Iegged Gu ll s (Larus cachin na ns) in North Ame ri ca. W il so n Bull 106 : 344-356.
Co lm C M oore, v/v Monte Mar
Corrections Dutch Birding volume 1-17
D ista nce trave ll ed (km) Date 18-08- 1988 06-08- 1989 23-08-1 992 27-08- 1994 29-08-1 994
R/c,
Monte Sa nta Luz ia, 2775 Parede, Portuga l
ing and Limicola (eg, Mc Ada ms 1994, Adolfsson
& Cherru g 1995). These surveys prov ide an inva luab ie mea ns of reference to a wea lth of publ ished articl es and/or photographs. They are very much we lcomed by th e ed itors of Dutc h Bird in g, w ho fo und it useful to compil e a li st of all init iall y w ro ngly capti o ned photographs publi shed in [Ou/eh Bird ing 78 : 78-22, februari 1996[
Corrections Outch Birding volume 7-7 7 Dutch Birdin g Volume 1-1 7 (1979-95). In many cases these miscaptions have been dealt with in 'Corrigenda' in Dutch Birding and/or in the annu al indi ces, but, in everyday practi ce, th ese rectificat ion s may eas il y escape th e attention of the reader. Therefore, we hereby pub li sh a list of all miscaptioned plates and photographs in these first 17 volumes with co rrections. This publication is also used to drawattention to several photographs of birds that have been rejected by the relevant rarities comm ittee because the identification was not accepted. Also included are a few photographs of birds of w hi ch the identifi cation was accepted but w hi ch have been rej ected for other reasons (eg, uncertain provenance) and references to artic les or notes on records th at are no longer accepted. The status of these records should always be c hecked with the relevant rarities committee. Readers and authors using th e above-mentioned surveys as references are requested to consult this publication to prevent mi stakes.
(1500 zeem ijlen ten zuid en va n Friendsh ip Island s), 25 november 1975 (Piet Meeth) Page 135, plate 61. The taxonom ic position of the taxon taimyrensis is debatable; the capti on should better read: cf Larus cachinnans/fus-
cus/argentatus taimyrensis. Page 147, pl ate 66 . Identificati on of thi s bird as Water Pipit has been questioned. See above (D utch Birdin g 2:1) .
Volume 3, 1981 3:2 Page 61, pl ate 26. Th e White-eyed Gull Larus /eucophtha/mus is a second cal end ar-yea r, not 3:3
Volume 4, 1982 4:1 Page 11 , p late 8. Thi s Ruff Phi /omachus pugnax is 4:3
Volume 1, 1979 1:1 Page 10-15, fi gure 2. The bird described and depicted in th e fi eld-sketches was not accepted as Pall as's Fi sh Eagle Ha/iaeetus /eucoryphus. It was a small ju venile White-tail ed Eagle H a/bici//a (cf Dutch Birdin g 4: 42, 1982) . 1 :2/3 Page 47, plate 23. Thi s bird was not accepted as Bonelli 's Eagle Hieraaetus fasciatus (cf Dutch Birding 6: 67-68,1984). The photograph probabl y shows a ju ve nile Common Bu zza rd Buteo buteo. 1:4 Page 102-103. Thi s record of Pallid Harrier Circus macrourus is no longer accepted. Page 113-114. Thi s record of Pallid Swift Apus pa llidus is no longer accepted.
Volume 2, 1980 2:1 Page 27, plate 17. Identification of this bird as Water Pipit Anthus spino/etta has been question-
2:2
2:4
ed (D utch Birding 11: 85-87, 1989). See also Dutch Birdin g 2: 147, plate 66, 1980. It has been re- identified as an adult Fenno-sca ndin av ian Rock Pipit A petrosus /ittora/is moultin g from w inter to summer plumage. Page 56-57. Thi s reco rd of Short-toed Eagle Circaetus ga /fic us is no longer accepted . For comments o n thi s record (a nd oth er records subseq uentl y rejected), see Dutch Bird ing 3: 38-45, 198 1. Page 122- 125. Thi s reco rd of Black-browed A lbatross Oiomedea me/anophris has been rejected after review and th e species was removed from the Dutch li st. For co mments, see Dutch Birding 3: 5, 198 1. Page 123, p lates 56-57. The caption should read: Wenkbrauwa lbatros / Black-browed A lbatross Oiomedea m e /anophris, 46:14 5, 168:32 W
first ca lend ar-yea r. Page 89, figure 3. Thi s figure of Dunlin Ca /idris a/pina refers to C a arctica (or poss ibl y Ca schinz it) in stead of Ca a/pina . Page 106, p late 49. Thi s Baird's Sandpiper C ba irdii was a ju ve nil e, not an adu lt.
a ju ve nil e, not an adult. Page 87-88, pl ate 42. This reco rd of Baird's Sandpiper has been rejected after review. For com ments, see Dutch Birdin g 5: 25, 1983, and 6: 108, 1984. Page 97-98, plate 47. The identification of thi s Brow n Fl ycatcher Muscicapa dauurica in Germany is questionable. Measurements do not fit thi s spec ies . Th e reco rd has not been accepted by th e German rarities co mmittee. For co mments, see Dutch Birdin g 5: 105, 1983; and 16: 164165, 1994 . Page 102-103, plate 53. This bird was not an O rtolan Buntin g Emberiza hortu/ana but a Ye ll owhammer E citrinella (cf Dutch Bird in g 5: 27, 1983). Page 108, plate 54. Thi s Purpl e Swamp-hen Porphyrio porphyrio was an ad ult, not an imm ature. Page 11 2, p late 59. This (ye ll ow) 'mystery so ngbird ' has not (yet) been identified. A ny suggestion s are still we lco me.
Volume 5, 1983 5:1 Page 34, p late 21. Thi s bird is in fact a Hume's Ye llow-browed Warb ier Phylloscopus humei (cf Dutch Birding 7: 145- 146, 1985) .
5:2/3 Page 83, pl ate 69 . Thi s Woodchat Shrike Lanius senator has recentl y been accepted by the Dutch rariti es co mmittee as Ba learic Woodchat Shrike L s badius. See also Dutch Birding 8: 9, plate 6, 1986.
Volume 6, 1984 6 :1
Page 19-20, plate 16. Hume's Ye ll ow- browed ing 7: 145-146, 1985) . Page 20-22, p late 17. Hu me's Ye ll ow-browed in g 7: 145-146, 1985).
Thi s bird is in fact a Warb ier (cf Dutch BirdThi s bird is in fact a Warb ier (cf Dutch Bird-
19
Corrections Outch Birding volume 1-1 7
6:2
6:4
Page 27, plate 23. Th is G reat Black-headed G ull L ichthyaetus was in first w inter-plum age, mo ulting to first-summer, not in seco nd-w inter plumage (cf G rant 1986, p late 33 1). Page 31, p late 26 . Thi s record of Steppe Eag le Aquila nipa lensis has not been accepted by th e Belgian rariti es committee, beca use it is presumed to relate to an escape. Probabl y the sa me bird was see n a few weeks later in the Neth erl and s and has bee n accepted by th e Dutch rariti es com mittee as a genuine vagra nt (cf Dutch Birding 6 : 11 7-1 22, 1984). Page 46, p late 37. Thi s Kin g Eid er Somateria spectabilis is in seco nd summer-plum age, not in second w inter-plum age. Page 149, pl ate 11 9. Th e photograph er is Jaa p va n 't Hof.
Volume 7, 1985 7:1 Page 26, pl ate 11. Th e id entificati o n of thi s bird as Black Noddy Anous minutus has been qu esti o ned (Dutch Birdin g 12: 245-2 48) . Th e record should be referred to as ' uni dentified noddy' . 7:2 Page 75, p late 47 . Thi s repo rt of Arcti c Red po ll Carduelis hornemanni has not bee n acce pted by (o r was neve r submitted tol th e Dutch rariti es committee (cf va n den Berg & Bosman 1996) . 7:4 Page 11 8, pl ate 71. Of th e three Reli ct Gull s L relictus in th e ph otograph, the left bird could we il be a seco nd-summ er, not an adul t. Volume 8, 1986 8:1 Page 9, p late 6. See Dutch Bird ing 5: 83, pl ate 69, 1983 . Thi s is a ph otog raph of th e sa me bird re-identifi ed as Balea ri c Woodchat Shrike. 8:2 Page 54-55. To prevent confu sio n it is stressed th at thi s note refers to dark mo rph W estern Reef Egrets Egretta gularis, not to dark morph Littl e Egrets E ga rzetta. Both taxa have bee n considered co nspecific in the past, but are now regarded as two full spec ies by most autho rs (cf, eg, Beaman 1994). Page 73, plate 50. Thi s reco rd of Bu fflehead Bucephala albeola has not been accepted by th e Dutch rari t ies com mi ttee . 50 fa r, all reco rd s of thi s species have been rejected as proba bl e o r prove n escapes. 8:3 Page 91, p late 60. Th e identifi cati o n of these bird s as Parrot Crossbill s Loxia pytyopsittacus has been q uesti o ned (D utch Bird in g 9: 177-178). However, th ese b irds are still accepted as Parrot Crossbi ll s. Page 98, plate 65. Thi s bird has bee n re-identified as Co mmo n Crossbill L curvirostra instead of Parrot Crossbill (cf Du tc h Bird ing 9 : 177-178, 1987). Page 104, p late 70. Thi s ph otogra ph also shows two Red Knots C canutus. 8:4 Page 151, p late 104 . Thi s bird has been accepted as Lo ng-bill ed Dowitcher Limnodrom us scolopaceus (cf Du tc h Bird in g 10 : 137-139, 1988).
20
Volume 9,1987 9:3 Page 120-1 22. Thi s reco rd of Brow n-h eaded G ull L brunnicephalus in Israe l has bee n qu esti o ned (Dutch Bi rdin g 13: 104-1 06, 199 1). Volume 10, 1988 10:2 Page 78-80, pl ate 58 . Thi s record of Citrine Wagtail Motacilla citreola was rejected by th e Belgian rariti es committee (cf Dutch Birdin g 13: 209, 1991). The record probabl y refers to a Ye ll ow Wagtail M flava of th e subspec ies M f flavissima. 10:4 Page 197, pl ate 142. Th is photog raph shows a Commo n Bu zza rd , not a Booted Eagle H pennatus; it was publi shed by mi stake. A n accepted Booted Eag le was seen at th e sa me site in the sa me peri od (cf Dutch Birdin g 13 : 182, 199 1). Volume 11, 1989 11 :1 Page 5, pl ate 3. Th e ph otog raph er is Ro b Elfring. Page 33, pl ate 15. Thi s pl ate shows a Bonelli 's Eagle, not a Booted Eag le (cf Dutch Birdin g 11: 87, 1989) . Page 33, pl ate 16. Thi s pl ate shows a Tawny Eag le A rapax belisarius, not a Booted Eagle (cf Dutch Birdin g 11 : 87, 1989) . 11:3 Page 138, pl ate 9 1. Thi s bird was re-identif ied as a hybrid Co mmo n Tea l x G ree n-w inged Tea I Anas crecca crecca x A c ca rolinensis (cf Dutch Birding 12: 25, 199 0). 11:4 Page 169, pl ate 120. Th e w inter-plu maged Whi skered Tern Chlidonias h ybridus in thi s pl ate is (p robabl y) an imm ature, not an adult. Page 192, pl ate 134 . Thi s record of Demo ise ll e Cranes A nthropoides virgo has bee n rejected after review beca use the bird s we re pres um ed to be esca pes (cf Dutch Birding 15 : 148, 1993) . Volume 12, 1990 12:1 Page 15, pl ate 8. Th e first part of thi s ca pti o n should read: Ye ll ow-I egged G ull / Geelpootmeeuw Larus cachinnans, adult, .... Page 16, p late 9. The identi fica ti on of thi s gull has been questi o ned (D utc h Birdin g 12: 192, 1990); it could be a Herrin g Gull L argentatus, show in g the so-ca ll ed 'Th ayer's type w ing pattern ' . 12:2 Page 83, p lates 61-62. The ca pti o ns of th ese two pl ates have erro neo usly bee n sw itched; pl ate 61 shows a Bim ac ul ated Lark Melanocorypha bimaculata rufescens, pl ate 62 a Ca landra Lark
M ca landra ca landra. 12:3 Page 125, pl ate 98 and page 127, p late 100 . Th e age ing of these two Rin g-bill ed Gull s L delawarensis has bee n questi o ned. Both reco rd s co uld refer to subadul t in stead of ad ult birds (cf Dutch Birding 14 : 53-54, 1992). 12:4 Page 204, pl ate 139 . Thi s ph otograp h of Blac kbrowed A lbatross in Shetl and was taken in April 1985, not 1987 . Volume 13, 1991 13:1 Page 39, p late 39 . Thi s pres um ed Whi stling Swan
Corrections Outch Birding volume 7-7 7
13 :2 13 :3 13:4
13:5
13:6
Cygnus co/umb ianus co/um bianus has not been accepted by t he Dutch rari ties com mittee; the bird is most probabl y a Bewick' s Swan C c bewickii w ith reduced ye ll ow on the bill. Page 40, p late 47. Thi s bird has been accepted as A rcti c Redpoll . Page 45, pl ate 50 . Th e photogra ph er is Hans Gebui s. Page 81, pl ate 88 . Th e photographer is Leo J R Boon. Page 140, pl ate 137. In additio n to th e Whiterumped Sandpipers there is one Pectoral Sandpi per C m e/anotos in the ce ntre of thi s ph otog raph from th e Azo res. Page 176, pl ate 168. The bird described and depi cted is presum abl y an aberrant Tufted Du ck Ayth ya fu/igu/a, not a hybrid Tufted Du ck x Ringnecked Du ck A fu /igu/a x col/aris (cf Dutch Bi rdin g 14: 52, 199 2). Page 229, pl ate 22 4. Thi s bird has been accepted as ' Iesser golden pl ove r' P/uvia/is dominica/fu/ va, not as Pacifi c Go lden Pl over P fu/va. For co mments, see Dutch Birdin g 16: 69-7 1, 1994; and 16: 206-2 11 , 1994 .
Volume 14, 1992 14:1 Page 27, pl ates 28-29 . Th e ca ption s of th ese pl ates have erroneously been switched. Page 34, pl ate 40. Thi s Siberi an Lesser Whitethroat Sy/via c urruca b /ythi/ halimodendri has not been accepted by th e Du tc h rarities co mmittee. 14:3 Page 78, pl ate 74. The date was 17 Febru ary, not 17 Janu ary. Page 81, pl ate 75. Thi s bird has been accepted as Du sky W arb ier P fu scatus in stead of Radde's W arbi er P sch wa rz i (cf Dutch Birdin g 17: 161164, 199 5). Page 96, pl ate 86 . Thi s bird is a Coll ared Pratin co le G /areo/a pratinco/a, not a Black-w in ged Pratin co le G nordmanni. Page 11 5, pl ate 101 . Th e loca li ty was Lauwe rsoog, Groningen, not Ijmuiden, Noord-Holl and . Page 11 6, pl ate 103 . The bird on th e right in the ph otograph is a Comm on Gull L ca nus, not a Black-h eaded G ull L ridibundus. 14:4 Page 154, pl ate 13 4. The photographer is Will em Steenge. 14:5 Page 16 1-1 69, pl ates 142-14 7, fi gures 1-2. Th e identificati on of thi s presumed El egant Tern Sterna e/egans has not been accepted by th e Belgian rariti es committee . Page 186, pl ate 159 . Thi s Kumli en's G ull L g/aucoides kumlie ni was probabl y a nom in ate Iceland G ull L g g /aucoides; th e dark marki ngs o n th e oute r prim ari es we re virtu all y absent in the sa me bird o ne yea r later (cf Dutch Birding 15: 86, 1993). 14:6 Page 243, pl ate 210. Thi s repo rt of Blackshouldered Kite E/anus caeru/eus has not been accepted by th e Dutch rarities com mittee beca use of uncertainties about the c ircum stances
un der w hich th e b ird was reported ly fo und (cf D utch Birdi ng 17: 89 -1 01, 1995) . Volume 15, 1993 15:1 Page 18, plate 10 . The upper bird in thi s photograph of Blue-rum ped Pittas Pitta soror f/ynnstonei is th e female, the lowe r bird th e male. 15:2 Page 83, p late 43. Th e photograph er is Koe n va n D ijken. 15:4 Page 151, pl ate 88 . Thi s Pallid Harri er was a second ca lend ar-yea r male, not a third ca lendar-yea r. 15 :6 Page 245, pl ate 171. Th e correct date was 9 Febru ary 199 1. Page 246, pl ate 173 . Th e loca lity was Luk Keng, Hong Ko ng. Page 264, pl ate 181. Afte r exa min ati on of all photograph s, thi s bird is co nsidered not to be a Chiffchaff P col/ybita but an unu suall y late Will ow W arbi er P trochi/us (cf Dutch Birdin g 16 : 245 -246, 199 4). Page 277, pl ate 193. Thi s reco rd of Blyth 's Pipit A god/e w skii has not yet been accepted by the Briti sh rariti es co mmittee. Page 284, pl ate 205. Th e photog rapher is H ans Gebui s. Page 285, pl ate 209 . Thi s report of Laughing Gull L atricil/a has not been accepted by the Du tc h rariti es committee (cf D utch Birding 17: 89- 101 , 1995). Volume 16, 1994 16:2 Page 65, pl ate 45. The publi shed ph otograph shows an A rcti c W arbi er P borea /is in stead of a Red-eyed Vireo Vireo o /i vaceus. Th e appropri ate ph otograph was publi shed in Du tc h Birding 16: 105, pl ate 83, 1994. c 16:4 Page 170, pl ate 127 . Th e photographer is Eric Koops. Page 173, pl ate 133 . Th e ph otograph er is Kri s De Rouck. 16:5 Page 216, pl ate 181. Thi s Ma rsh Sandpiper Tringa stagnati/is is a ju venil e, moulting to first-w inter, not an adult. Page 219, pl ate 184 . Th e loca li ty was Scheve ningen, Zuid-Holl and, not Za ndvoort, Noord Holl and . Page 220, pl ate 184 . The plate of Southern G rey Shrike L m eridionalis pal/idirostris (Steppe Shrike) should be numbered 184a. 16:6 Page 234, p late 190. The photog rapher is PĂŠter SzĂśke. Page 26 1, p late 213. Th e photographer is An ne D iephui s. Volume 17, 1995 17:1 Page 34, pl ate 32 . Th e date was 15 Janu ary 1995, not 1994 . 17:2 Page 129, pl ate 109. Thi s photograph of a male Sard ini an Wa rbier S m e /anocepha/a was taken at Lauwe rsoog, G ronin gen, in November 1993 (not at Texel, Noord-Ho ll and, in May 1995) and
21
Corrections outch Birding volume 1-17 shou Id have been i nel uded w ith the report o n rare birds in the Netherl and s in the same issue (D utch Birding 17: 89-101, 1995). 17:5 Page 222, plate 197. Thi s bird is a Grey Phalarope Phalaropu5 fu/icaria, moulting to firstw inter plumage, not a Red-necked Phalarope
P /obatu5. 17:6 Page 27 1, plate Diederik Kok.
255 . The
photographer
is
reference guide. Lund. Beaman, M 1994. Palea rctic Birds. A checkli st of the birds of Europe, North Africa and Asia north of th e foothills of the Himalayas. Stonyhurst. va n den Berg, A B & Bosman, C A W 1996. Lij st van Nederlandse voge ls. Fifth ed iti o n. Santpoort-Zuid . Grant, P J 1986. Guiis, a guide to identifi ca tion. Second ed iti o n. Ca lton. Mc Adams, D 1994. Complete photographic index to premier birding journals and boo ks. Flensburg.
References Adolfsson, K & Cherru g, 5 1995 . Bird identification: a
Editors of outch Birding, Postbus 116, 2080 AC Santpoort-Zuid, Netherlands
Asian-Pacific birds ~_ _ _ _ __ Pied Cuckoo on Phuket Island, Thailand, in January 1995 In the late afternoon of 5 January 1995, Ni ek Martron and Hendrik Jacobs sawa Pied Cuckoo Oxylophus jacobinus on Phuket Island, Thail and. Th e bird was perched in a low tree in a disused tin-mining area c 1 km east of Wat Chalong, Tambon Chalong, Mu ang District (c 7:50 N ; 98:22 E). The habitat was open country with scrub, and scattered with man-made reed-fringed ponds. The bird mainly adopted a horizontal posture wh en feed in g, hoppin g from branch to branch and gleaning insects from among foliage. Wh en preening, it showed a more vertical posture. It was observed for about 30 min at a ran ge of c 10 m. One of us (HJ ) is familiar with this spec ies from southern Africa. Identifi cat ion was confirmed by reference to King et al (1975). SIZE & STRUCTURE Size about th at of Blackbird
Turdu5
meru/a wi th tail nearly as lon g as body. Bill sli ghtl y decurved. HEAO With prominent b lac k crest. UPPERPARTS Entirely black. UNOERPARTS Entirely w hite. WING & TAIL White patch in w ing v isib le at rest. Whitetipped tai l feathers. BARE PARTS Iri s dark. Bill black.
This was apparently th e first sighting of Pied Cuckoo for Thailand (philip Round pers comm). The species ranges across sub-Saharan Africa (Fry et al 1988), eastwards through parts of th e Middle East to the Indian subcontinent and to central and southern Burma (Ali & Ripley 1983, Smythi es 1986). It is apparently highly migratory, Asian breedin g populations reputedly wintering in eastern Africa, southern Indi a an Sri Lanka (Sibley & Monroe 1990). The normal migration for birds from the eastern part of this ran ge would therefore be orientated on a NE-SW axis. Possibly, this individu al took a south-easterly instead of south-westerly ro ute in autumn, causi ng it to stray. W e wish to thank Philip Round for his advice in the preparation of this note.
References A li, 5 & Ripley, 5 D 1983 . Handbook of the Birds of India and Pakistan. Compact ed ition . Oxford. Fry, C H, Keith, 5 & Urban, E K 1988. Th e bird s of Afri ca 3. Lon don . King, B F, Dickinson, E C & Woodcock, M W 1975. A field guid e to the birds of South-east Asia. Lo ndon. Sibley, C G & Monroe, B L Jr 1990 . Distribution and taxonomy of birds of the wo rld. New Have n. Smythi es, B E 1986. The bird s of Burma. Third ed iti on. Li ss .
Hendrik Jacobs, Kreyelerstraat 22, 3950 Bocholt, Belgium Niek Martron, van Hoornbeekstraa t 64, 2582 RE Oen Ha ag, Netherlands 22
IDutch 8irding 18: 22, februari 19961
Aankondigingen & verzoeken Annotated check-list of the birds of Algeria An ann otated check-li st of the bird s of A lgeri a is on its way to compl eti on. An yo ne w ho has important unpubli shed data on th e bird s of this country is kind ly requ ested to send th ese to th e French co-a uthor: Paul Isenmann, CE FE/CN RS, PO Box 50 51,34033 M ontpellier, France. 8ird migration survey in Israel in autumn of 1996 During A ugust-October 1996, the Israel O rnithol ogy Center (IOC) organi zes th e annu al raptor, stork and pelica n mi grati on survey in th e North ern Vall eys, Israel. Durin g th e autumn, over a peri od of 45 days, 580 000 raptors of 30 different spec ies, 250 000 White Storks Ciconia ciconia and 36 000 White Peli ca ns Pelecanus onocrotalus ca n be counted in the ski es ove r Israel ! You are inv ited to join an intern ati onal team of birders to experi ence th e bu siest mi gration route in the W estern Palearctic . Experi enced birders w illing to ass ist in th e survey for a peri od of at least four weeks and to watch the mi gration for at least 10 hours a dav are offered free lodgin g and food for th e length of their stay. Those interested are requ ested to send a short curriculum vitae including detail s of th eir previous experi ence to : Dan A ll on, Israel Ornitho logy Center, Herzei Street 155, Tel-Aviv, 68101 Israel, telephon e +972 -36826 802 ; fax +972 -35 182644. Pl ease state th e peri od you w ill be ava il abl e. Griffon Vulture nesting surveillance project in Israel The Nature Reserve A uthority in Israel w ill be running a vulture nesting surve ill ance project in th e Gaml a N ature Reserve, north ern Israel, aimed at th e stud y of breeding bi o logy of G riffon Vulture G yps fulvus, espec iall y th e ca uses of sometim es hi gh mortality rates and breeding failures . Th e proj ect w ill run from Febru ary to September 1996 . Vo lunteers are required for monitoring and data recording during th e breeding seaso n. Requirements are as fo ll ows : 1 sympath etic attitud e towa rd s nature, preferabl y w ith so me biologica l stud y background (it is also poss ible to co nduct a personal study project); 2 w illingness to be committed fo r at least two month s, in one period ; 3 valid intern ati onal dri v in g license; 4 full y covered health in surance; and 5 va lid vo lunteer visa fo r th e duration of th e stay. Trave l to and fro m Israel w ill be on the vo lunteer's account. Acco mmodation, transportation and bas ic subsistance w ill be prov ided. For more inform ation , pl ease co ntact: Li a Court (Ga ml a Nature Reserve manager), PO Box 70, Katzrin , Go lan, Israel, telephone +9 72 -5050993 0 (day ti me) or +972 -67635 11 (evening), fax +972 -692 1733 . European Ornithological Union: first meeting postponed to 1997 Th e first meetin g and founding co ngress of th e European O rnith o log ica l U nion was pl an-
[Dutch Birding 18: 23-24, Februari 19961
ned fo r August 1996 at Bo log na, Italy (cf Du tc h Birdin g 17: VI, 1995). Un fortun ately, howeve r, the co nference ce ntre w ill be closed at th at tim e for mainte nance. Attempts to find anoth er suitabl e date in 1996 have not been successful and so the meeting has been postponed until 28-30 A ugust 199 7. Program me detail s w ill still be ava il abl e from: Fern ando Spin a, Istituto N az ional per la Faun a Selvati ca, Vi a Ca' Forn acetta 9, 40061 O zza no Emilia, Bologna, Italy, teleph one +395 165 12111 , fax +39 -517 96628 . Information on western African 'least' Tern requested Durin g th e summers of 1983 -92, a tern w as present in th e area of Rye H arbour, Ea st Sussex, England, w hich was con sidered by many obse rvers to be a Least Tern Sterna antillarum. Th e bird has prompted di sc uss ion s among the Briti sh O rnitho logists' Union Record s Committee (BO URC) on two probl ems relatin g to these reco rd s. Firstl y, is S antillarum a va lid spec ies and, secondl y, was th e Rye H arbour bird of thi s form ? Th e BOU RC is likely to accept th e split of S antilIarum from Littl e Tern S albifrons, of w hi ch it was long con sidered a subspecies, based on a great deal of ev idence from plum age, behaviour and voca li zation s. However, th e statu s of th e western Afri ca n pop ulati ons of S albifrons guineae is unclea r. Thi s taxon is I ittle know n but seems to be somewhat intermedi ate in plumage, w hereas information on its voca li zati ons is not ava il abl e. Th e plum age description s from the Rye Harbour bird do not appear to exc lude guineae, and thi s form may be as likely to turn up in Europe as antillarum. Indeed, so little is kn own about guineae th at it is even poss ible th at it is actu all y co nspecifi c w ith antillarum rath er th an w ith albifrons. An y birders w ho mi ght v isit the range of guineae in w estern Afri ca are enco uraged to pay parti cular attention to thi s bird and, if poss ibl e, to obtain recordin gs of its voca li zati ons. Thi s wo uld be of great va lue in assessing th e statu s of guineae and th e identity of the Briti sh reco rd s. Any info rm ati on w ill be hi ghl y apprec iated and ca n be se nt to: BOURC, c/o David T Parkin (c hairm an), Dept of Geneti cs, School of M edicin e, Q ueen's M edica l ce ntre, Nottingham NG 7 2UH , UK, teleph one +44-11 597 09399, fax +44-11 597 09906. Wetlands International Doo r het sa mengaa n va n drie bekende bestaande intern ati onale orga ni sati es op het gebi ed va n onderzoek aan en bescherming va n watervogels en wetl and s is in oktober 1995 Wetlands International opgeri cht. De hierbij betrokken en nu opgeheven orga ni sati es wa ren het Intern ation al W aterfow l and Wetl and Research Bureau (IWRB; Slimbridge, En geland); As ian Wetl and Bureau (AWB ; Ku ala Lumpur, Ma leisiĂŤ); en de W etl and s for th e Ameri cas / Western Hemi sph ere Sh o rebird Reserve Netwo rk (W N
23
Aankondigingen & verzoe ken WHSRN; M anomet, M assachu ssetts, VS). De drie parti c iperende organisati es werkten al geru ime tijd nauw sa men. Begi n 1996 gaat de gefuseerde organi satie officieel va n start. Wetlands International heeft als ce ntrale doelstellin g het were ldwij d onderhouden en herstellen van wetlands en hun biodiversiteit voor toekomstige generaties, door middel van onderzoek, informatie-uitwisseling en bescherm in gsmaatregelen. De nieuwe orga ni satie houdt zijn regionale opbouwen zij n were ldwi jde netwerk va n onderzoeksgroepen gericht op soorten, soort-
groepe n en ecolog ische thema's. Het oude IWRB te Slimbrid ge wordt verantwoordelijk voor de activiteiten in Europa, het M idden-Oosten en Afri ka. Overi gens za l het kantoor in 1996 verp laatst worden naar een thans nog onbekende locatie. Meer informatie is verkrij gbaar bi j de deelnemende organ isaties, in Europa: Wetlands Internat ional, c/o IWRB, Slimbridge, G loucester GL2 7BX, UK; telefoon +44-1453890624; fax +44- 1453890697; e-mail iwrb@va.wsl.ac. uk.
Brieven ~~~~~______~_ Mystery stint at Croote Keeten: first known hybrid between Little and Temminek's Stint? On 21-25 September 1995, a juvenil e mystery stint Ca lidris was photographed at Groote Keeten , Noord-Holland, the Netherlands (Dutc h Birding 17: 215, plate 190; 224, plates 204-205, 1995). Apparently, the identification of this bird has been the subject of much debate, many observers argu in g th at the bird was a juvenil e Least Sandpiper C minutilla (cf Dutch Birding 17: 214, 1995). I have ca refu ll y stud ied published and unpublished photographs of this mystery stint. Of course, it is always difficult to eval uate features of a bird based purelyon photographs, because there is a chance th at, in the field , relative impressions may have been different for certain features. However, th e more th an 10 photographs that I have exam ined are of such good quality that I fee l confident enough to express a strong op inion on the bird 's identity. I consider that this bird is, in fact, a hybrid between Littl e Stint C minuta and Temminck's Stint C temminckii. A lthough a hybrid origin has been suggested for previous record s of problem Ca lidris sandp ipers (Cox 1990, Millington 1994), this would represent the first known case of hybridisation between Littl e and Temminck's. The mystery b ird is c1early a sma ll juvenile sandp iper, the size of Little or Temminck's. I can recognize the 'feel' or 'jizz' as we il as different characters of both Little and Temminck's, but there is littl e indicating Least. I guess that the somewhat drab, brownish look of the bird, 24
together w ith th e pale legs, initi all y tempted the observers to consider a Least. Juven ile Least is a rather dark, rusty-brown bird with a rather prominent mantl e-V and two rows of distinct pale drops along the scapulars . The sca ly appearance of manti e and scapu lars of the myste ry stint does not occur in Least and the ye ll ow-brown overa ll co lour does not fit Least either. Both characters match more w ith juve nil e Semipalmated Sandpiper C pusilla and one of the photographs gives an impress ion somewhat like Red-necked Stint C ruficollis. It is, however, best to narrow the choice down to three spec ies: Littl e, Temminck's and Least. The colour of the legs is not black but certa inl y does not look pale enough for an average Temminck's or Least. Judging from the photographs alone, the co lour actua ll y fa ll s w ithin the variation of Little. The pattern of th e scapul ars (figure 1) shows the strongest evidence fo r a hybrid . The lower row of scapu lars w ith dark subtermi nal bands (figure 1-x2) and ye ll ow ish-buff frin ges in d icates genetic influences of Temminck's (figure 1-b2) . A dark subterm in al band is neve r found in juveni le Least. The dark shaft streak (figure 1-x3) is also typical for Temminck's (figure 1-b3). The subterminal band is actua ll y a bit too broad for Temminck's and gets close to w hat is sometimes seen in juvenil e Cu rl ew Sa ndpiper C ferruginea . It can be expected that w ith the influence of genes of Little, these patterns w ill have some tendency of having da rk centres as in Littl e. Both Least and Little have a nice row of w hite 'pea rls ' along the scapu lars, whic h is lack ing in Temminck's . The visua l effect of these w hite spots o n [Outch Birding t8: 24-28, februari 7996]
Brieven the scapular frin ges (near the feather tips) is rather different between Littl e and Least. The mystery stint shows few small pale markin gs on the scapulars (fi gure l-xl) but in some angles one can see a reduced pattern type more characteristic of Littl e. Least has neat white spots generally weil defined and separated from the absolute tip of the feathers on the lower row of upper scapulars (figure l-al) and upper row of lower scapulars (figure l-a2). In the mystery stint, there is a rather narrow fringe and no well-defined white spot (figure l-xl ). Least has the shortest primary projection of th e three and Little the longest. The primary projection of the mystery stint (figure 3) is intermediate between that of Little and Tem minck's. Moreover, Least has a tail that protrudes bevond the primary tip, which is not shown in this bird. The pattern of th e wing-coverts (figure 1) also fits nicely with a supposed hybrid origin. Least shows a dark shaft streak continuing onto the very tip on many of the inner wing-coverts (fig-
ure l-a3), separating pale spots on eac h side of th e tip . The mystery stint seems to have a fringe (figure l-x4) running around the tip but without the double pale spots typical of Least. Furthermore, its faci al expression (figure 2) has something of both Little and Temmin ck's, but does not match the characteristic facial expression of juvenile Least. Th e rather well -defined and evenly thick and visible eye-ring (figure 2x l) reminds me of Temminck's, whereas the loral area (figure 2-x2) is more like that of Littl e (figure 2-c2). Least, on the other hand, has a broad and obvious dark loral stripe and a pale eye-ring most visible below the eye, which typi ca lly forms a little point (figure 2-a4) at the back of the eye. Another obvious difference from Least but corresponding with Little is the lack of strong streaks below the loral area (figure 2-x3, 2-c3), almost forming a moustachial stripe on Least (figure 2-a3). Least also has a characteristic pale area between the eye and th e wel l-defined dark auricu lar patch (figure 2-a5). Th e mystery stint
FIGURE 1 Detail of scapulars and greater coverts in ju ven ile Least Sandpiper I Kl ein ste Strandloper
Calidris minutilla , Temminck's Stint I Temmin cks Strandloper C te mmin ck ii, my stery stint I raad se lstrandloper C x at Groote Keeten, Noord-Holl and, September 1995, and Littl e Stint I Kleine Strandloper C minuta (Lars jonsson) lower row of upper scapula rs
C minutil/a
upper row of lower scapul ars
, \
greater w ing-coverts
a4
C temminckii or--
__
cl
bl
c2 .
b2
b3 x3
c3
25
Brieven
a4
a6
C minutilla
/
x5
x6
!
/
C minuta
_ - - - b6
C temminckii b1
FIGU RE 2 Heads of ju ve nil e Least Sandp iper / Kl ein ste Strandloper Ca lidris minutilla, Temmin ek's Stint / Temmin cks Strand loper C temm in ckii, myste ry stint / raadse lstrandloper C x at Groote Keeten, Noord-Holland, September 1995, and Little Stint / Kleine Strand loper C minuta (Lars Jonsson)
26
Brieven
14-15 Mystery stint / raadselstrandloper Ca lidris, juvenile, Groote Keeten, Noord-Holland, 24 September 1995 (RenĂŠ Pop) 16-19 Mystery st int / raadselstrandloper Calidris, ju ven il e, Groote Keeten, Noord-Holland, 23 September 1995 (Arnoud B van den Berg)
27
Brieven seems to have a few markedly darker streaks on the ea r- coverts but basically looks rather featureless on the ear-coverts, as in Little (figure 2-c5). The mystery stint seems to have a crown pattern mostly like Littl e but less strongly marked. The sides of the crown (figure 2-x6) have a more greyish co lour than the centre, which is typical for Little (fi gure 2-c6) but unlike Least (figure 2a6) and Temminc k's (fi gure 2-b6). Also, when seen head-on, it shows a darker central crown, which is typical for Littl e but never shown in Least. The steep forehead of Least (figure 2-a7) is often quite a distinct character and is lacking in the mystery stint (figure 2-x7) and in Littl e (figure 2-c7). The bill seems somewhat too straight and long for Least or Temminck's but fits Little. The breast pattern is superficially right for Least but the streaks are not strong and d isti nct enough. It fits a hybrid better, considering th e few isolated streaks of Little and the buff wash over the entire breast of Temminck's. To conclude, the mystery stint looks like a composite of Little and Temminck's. It is clearly not a Least nor a Temminck's. Too much is wrong for Little or any of the other dark-Iegged stints. The colour pattern probably fits best with Semipalmated Sandpiper or Red-necked Stint, but other characters (including the unwebbed toes for Semipalmated) exclude these two species. Therefore, this bird cannot be identified as one of the currently known species . All the characters indicate a hybrid Little x Temminck's.
e minutilla
ex
e minuta
e temminckii FIGURE 3 Primary (black) proj ection in ju venile Least Sandpiper / Kleinste Strandloper Calidris minutilla, Temmin ck 's Stint / Temmincks Strandloper C temminckii, mystery stint / raadsel strandloper C x at Groote Keeten , Noord-Holland, September 1995 , and Little Stint / Kleine Strandloper C minuta (Lars jonsson)
References Cox, J B 1990. Th e eni gmati c Cooper's and Cox's Sandpipers. Dutch Birding 12: 53-64. Millington, R 1994. A mystery Calidris at Cley. Birdin g World 7: 61-63.
Lars jonsson, Norrgarde Hamra, 62070 Burgsvik, Sweden
Corrigendum In het bijschrift va n plaat 255 (D utch Birding 17: 27 1, 1995) is door een ongelukki ge verw isse ling van foto's
In th e caption of plate 255 (Dutch Birding 17: 271, 199 5), the wrong photographer was mentioned due to
niet de jui ste fotograaf verm eld. De foto we rd niet gemaakt door Erik Sanders maar door Di ederik Kok. REDACTIE
a mi x- up of photographs. The photograph was not taken by Erik Sanders but by Di ederik Kok. EDITORS
28
Trends in systematics _ _ _ _ _ __ 'Trends in systematics' is a new regular feature in Dutch Birding in which reviews, essays, comments and notes on current issues and trends in bird taxonomy and systematics will be published. Authors wishing to
present their views on recent developments in this field are invited to submit their contributions. Also any reactions on published opinions are welcomed. EDITORS
How many species of crossbill are there?
family Carduelinae because f1ight calls in these groups are distinct for each species (Mundinger 1970, Newton 1972). For these reasons, he hypothesized that the eight vocally defined populations represent eight different species. Alarm and excitement calls also differed substantially among the eight groups, supporting the hypothesis for divisions based on f1ight caiis. To gain information about the morphology of calling birds, Groth captured and collected several 1005 of crossbills after recording their flight cal Is. He established that the differences in f1ight cal Is were strongly correlated with the differences in morphology (bill dimensions and body size). In addition, there are significant ecological differences among the species (see Benkman 1993). Each vocally defined species of crossbill has its own narrow range of morphological variation which is only a fraction of the total variation in the complex. Geographic variation in morphology or vocalizations within the forms was not evident, even over 10005 of kilometres. Groth's field work c1early demonstrated that the ranges of the various species overlap and that several species may breed in the same area. In the Pacific north-western part of North America, where conifer diversity is high , as many as six species coexist. Elsewhere in North America up to four species are present. The sympatry of the vocally defined populations of crossbills rules out the possibility that the observed differences in call notes are dialects. The term dialects applies where birds in one area share certain vocal characteristics which birds in another area lack. Moreover, for songbirds to form dialects, limited dispersal from sites of vocal learning is a necessary condition. With the high mobility and frequent mixing of crossbill populations the development of dialects seems unlikely. Direct ev idence for reproductive isolation (species status) comes from Groth's observations of pairing behaviour (Groth 1993b). For th e crossbills that he studied most c1osely, two populations in the Appalachians, Virginia, Groth demonstrated that in areas of sympatry no pair-
Subspecies are morphologically or phylogenetically distinct geographic representatives of a species and are able to interbreed with other subspecies. On these premises, it is unlikely that subspecies will coexist, because their ability to exchange genes would lead to disintegration ('swamping') of their subspecific characters. Therefore, the fact that several of the North American subspecies of Common Crossbill Loxia curvirostra have been found breeding in each other's range is of special interest. It was something of a surprise that the subspecies, which c1early were repeatedly in contact, remained morphologically distinct. Until recently, the popular notion was that the various subspecies would return to their home ranges after such contacts and that actual gene flow was limited because of low dispersal. The data supporting such a view are lacking; Common Crossbills are nomadic with year-round breeding and thus have ample opportunity to interbreed . In the past 10 years, jeffrey Groth investigated this problem and tested the hypothesis that more than one species is involved. His results (Groth 1993a) are spectacu lar: the Common Crossbill in North America represents, in fact, a complex of eight different (sibling) species. To demonstrate this, he addressed the following principal questions: 7 are th ere populations of crossbill that differ significantly; 2 do these populations occur together; and, if 50, 3 to what extent are they reproductively isolated? His research was on a massive scale and comprised seven years of field work throughout North America, the examination of about 3000 skins and the prepa ration and statistical analysis of 7500 audiospectrograms. Groth identified eight populations of crossbill by th e basic structure of their fli ght calls which showed consistent differences among populations. Flight calls are important in systematic studies of crossbills and other members of the subIDuteh 8irding 18: 29-32, februari 19961
29
Trends in systema tics ings occu rred between birds w ith one type of f li ght ca ll and birds giv ing other fli ght ca l Is. Th ese observations seem to co nfirm th at fli ght ca ll d iffere nces are in d icative of spec ies status. The voca l d iffe rences between the other six crossbill popul ati o ns suggest that they, too, woul d not interbreed, and that th ey shoul d be rega rded as sepa rate spec ies. Before any new class if icatio n of crossb ill s can be adopted in th e general ornith o log ica l literature, however, th eir nomenclature needs to be reso lved . Beca use some voca ll y defin ed spec ies do not diffe r morph o log ica ll y it w ill ofte n be imposs ibl e to identify mu seum spec imens (incl ud ing the types) wi thout know ing th eir voca li zations. Perh aps on ly w hen D NA has been iso lated from the types and compared w ith D N A fro m spec imens w ith kn own voca li zati o ns w ill it be poss ibl e to determi ne w hi c h names belo ng to th ese spec ies. Now that th ere are eight No rth A meri can spec ies of crossbill , w hat are birders to make of it? For in stance, instead of one spec ies, observers in Bri t ish Co lumbi a are now faced with th e identificati on of six spec ies of crossbill in th e field. A ll fli ght ca l Is are vari ants of th e fa mili ar kip o r keep ca ll. Th e differences in fli ght ca l I, however, are small bu t signifi ca nt. Groth (1993a) suggested th at considerabl e practice may be necessary fo r human observers to learn th ese differences and use them in th e fi eld. Computer users ca n ta ke heart from deve lopments at the Am eri ca n Museu m of N atural Hi story, New Vo rk, w here determin ed efforts are in hand to set up a Wo rld W ide Web site th at w ill have d igit ized recordin gs of crossb ill ca ll s (DeBenedi cti s 1995). To so lve suc h a compli cated probl em is not an easy tas k, and often it raises q uesti o ns as fast as it answers them . Fo r exa mple, how do crossbill s d iscrimin ate between members of their own spec ies and members of other spec ies? Bi rd spec ies are we il known to be abl e accurate ly to reso lve m inor diffe rences in frequ ency (eg, Sinn ott et al 1980), and thi s could provide crossbill s the mea ns to di sc rimin ate betwee n spec ies. However, th e prec ise ro le of voca l izations in assortati ve matin g in osc ine passerines rema in s in com pletely understood (Rost 1990, Baptista & Trail 1992). At present it is uncl ear w heth er voca li zati ons, v isual assessme nt of mo rph o logy, habitat preferences or comb in ations of these and other cues prov ide th e bases for mate choice in crossb ill s (G roth 1993 b). Beca use of th e complex ity of song in crossb ili s, a full analys is of th e poss ible d ifferences in song betwee n the popu latio ns was 30
not poss ible. In co ntrast to ca l Is, little has been publi shed about th e song in crossb ili s. Add itio nal stu d ies are needed to f ill this gap. Other problems that req uire investigation incl ude the phylogenetic relati o nshi ps and th e exact d istri but io n of these spec ies. O f immed iate inte rest are inqui ries into th e conservation status of th e va ri o us taxa . W hen spec ies are spl it, taxonom y has releva nce to conservation. Each of the eight ' new' spec ies has a small er world range th an th e o ri gina l spec ies. O ne of th ese, L 'perc na', is conf ined to Newfoun d land and is in urgent need of protecti o n (Pimm 1990). G roth (1993a) o nl y in vest igated the North A meri ca n situ ati on and did not d iscuss th e populatio ns of cros sbill s in Centra l A meri ca, Europe, no rth ern As ia, South-east As ia and the Philippin es . Th e signifi cance of hi s stu dy, however, goes fa r beyo nd the North Am eri ca n situation. Th e fact th at eight different mo rph o log ica ll y unifo rm spec ies of crossbill are fo und in N orth Ameri ca, w here Common Crossb ill was prev iously regarded as a very vari abi e spec ies, begs th e questi o n w heth er th e va ri abi e popul ations of Common Crossbill in Eu ro pe, th e M editerranea n island s and North Afri ca actuall y refer to mo re th an one spec ies. At present, th ere are three suggestio ns th at W estern Palearctic popul ati o ns of Commo n Crossbill may invo lve more th an o ne spec ies . First, th ere are mo rpho log ica l diffe rences between th e M editerranea n subspec ies of Common Crossbill and between th ese subspec ies and th eir mainl and counterparts (Massa 1987, Benkman 1989). In th e Mediterranea n, Commo n Crossbill is represented by fo ur subspec ies: Ba lea ri c Crossbill L c balea rica o n the Ba lea ri c Islands, Corsica n Crossbill L c corsica on Corsica, Atl as Crossbill L c po liogyna in no rth-weste rn Afri ca and Cypru s Crossbill L c guillem ardi, w hich according to most authors is conf ined to Cyprus. Most of these subspec ies have mo re curved and deeper bill s th an popul ati o ns of th e no minate subspec ies L c curvirostra in northern Europe, except ba lea rica, w hi ch has a small er b ill. Th e diffe rences in bill size between th e M ed iterranea n subspec ies and their mainl and counterpa rts may be re lated to the absence of sq ui rreis Sciurus vulga ris (whi ch feed on the sa me cones as Common Crossbili s) and th e domin ance of fire-adapted spec ies of conife r Pinus o n these islands (Benkman 1989). Second, there are strong indi cati o ns th at cu rvirostra occas ionall y v isits the breeding range of Mediterranean subspec ies (see Cramp & Perrins
Trends in systematics 1994). For instance, curvirostra has been reco rded in Tunisia (where poliogyna breeds) and possibly on Cyprus (where guillemardi breeds). Since irruptions sometimes reac h as far south as Gibraltar, northern Africa, Malta and Israel, it is likely that some curvirostra turn up in the breeding ranges of corsica, balearica and guillemardi. The occurrence of a subspecies in the breeding range of another subspecies does not necessa rily suggest th at they are separate species. However, on several occasions nominate curvirostra stayed to breed after an influ x, for instance in Iceland (Oskarsson 1995) and Israel (Cramp & Perrins 1994). If such breed ing occurs within the breeding range of some of the Mediterranean subspecies (which remains to be seen), this would be strong ev idence for specific status of these populations. The notion here is that if Mediterranean populations are in contact with curvirostra, and thus have the opportunity to interbreed, th e morphological discreteness of these populations suggests that they are reproductively isol ated, and therefore represent separate species. Third, there are vocal differences among some popul ations in Europe (Knox 1992). Weber (1972) noted two clearly distinguishable types of flight call during several irruptions in Germany in the 1960s, and many birders seem to be aware of such differences between European birds . The differences in flight call between Europea n birds may be as large as those between North American birds, which are now known to involve several species. However, with the data available this can be no more than a suggestion for future invest igation. Groth's conclusions may surprise those who are accustomed to thinking of crossbills as weil known species. This conventional vi ew has been put on thin ice by several recent studies. One long-standing debate concerned the specific status and relationships of Scottish Crossbill L scotica. Some authors (eg, BOU 1956) bel ieved that Parrot Crossbill L pytyopsittacus was the closest rel ative of Scottish Crossbill and considered them conspecific. Others supported a close relationship with Common Crossbill (see Knox 1975). It was not until 1990 that Common Crossbill and Scottish Crossbill were shown to breed sympatrically in areas of Scotland (Knox 1990). While these two are clearly separate species, as demonstated by Alan Knox's detailed long-term observations, such evidence of non-interbreeding is lacking for Common Crossbill and Parrot Crossbi 11 . Several authors have suggested th at Common and Parrot Crossbills belong to a single
species (most recently Eck 1981). Indirect ev idence of reprodu ctive isolation (vocal and morphological data) strongly supports the spec ifi c status of Parrot Crossbill (Knox 1990), althou gh direct observations are still needed to settle this case. The Two-barred Crossb ill L leucoptera also merits further study. Song differences between the two northern subspecies, Nearctic L I leucoptera and Palearctic L I bifasciata, indicate that two species may be involved (Elmberg 1993). Recently, Benkman (199 4) argued that the isolated Hispaniolan Crossbill L I megaplaga represents a third species. Loxia is probably one of the least known genera of temperate birds. Seen in this light, Jeffrey Groth's conclusions do not seem unrea listic at all. Groth (1993ab) gathered both direct and indirect evidence of reprodu ctive isolation and thus avoided the pitfalls that have plagued previous studies of North American Crossbills. For too long the delimitation of biological species has been dominated by morphological criteria. In many instances, th e appearance of disorder only reflects our ignorance; th ere may be clear patterns in biology that we have not detected even though the data are before us. We can use Groth's study as a stimulus for further studies in crossbill systematics and in the delimitation of biologica l species in genera!. References Baptista, L F & Trail, P W 1992. The role of so ng in the evolution of passerine di ve rsity. Syst Biol 41: 242247. Benkman, C W 1989. On the evolution and eco logy of island populations of crossb ili s. Evolution 43: 13241330. Benkman, C W 1993. Adaptation to single resources and the evolution of crossbill (Loxia) diversity. Ecol Monogr 63: 305-325 . Benkman, C W 1994. Comments on the eco logy and status of the Hispan io lan Crossbill (Lox ia leucoptera megaplagal, w ith recom men dations for its co nserva tion. Car ibb ) Sci 30 : 250-254. British Ornithologists' Union (BOU) 19 56 . Report of the taxonomic comm ittee. Ibi s 98: 157-1 68. Cramp, S & Perrins, C M 1994. Th e birds of the Western Palearctic 8. Oxford. DeBenedictis, P A 1995. Red Crossbi ll s, one through eight. Birding 27: 494-501. Eck, S 1981. Reflexionen 端ber die Taxonom ie westpalaea rkti sc her Loxia-Arten (Aves, Passeriformes, Fringillidae) . Zoo l Abhandl Staatk Mus Tierk Dresden 37: 183-207 . Elmberg, ) 1993. Song differences between North American and European White-winged Crossb ill s (Loxia leucoptera). Auk 110: 385 . Groth, ) G 1988. Resolution of crypti c spec ies in
31
Trends in systematics Appa lac hi an Red Crossb ili s. Co ndor 90: 745-760. Groth, J G 1993a. Evoluti onary d ifferentiation in morphology, voca li satio ns and allozymes among nomad ic sibl ing species in th e North America n Red Cross bill (Loxia curvirostra) comp lex. Uni v Ca li f Publ Zoo l 127: 1-143. Groth, J G 1993b . Ca ll matching and positive assortative matin g in Red Crossb ili s. Auk 110: 398-401. Knox, A G 1975 . Crossb ill taxonomy. In: NethersoleTho mpso n, D, Pine Crossb ili s, Berkhamsted, pp 191201. Knox, A G 1990. The sym patri c breeding of Common and Scottish Crossbi ll s Loxia curvirostra and Lox ia scotica, and the evo lu tio n of Crossb ili s. Ibis 132: 454-466. Knox, A G 1992. Species and pseudospecies: the structure of crossbi ll popu lation s. Bio l J Linn Soc 47: 325335. Massa, B 1987. Var iations in Med iterranean Crossb ill s Loxia curvirostra. Bull Br O rnithol Cl 107: 11 8-129 .
Mund inger, P C 1970. Voca l imitation and ind iv idu al recognition of fin ch ca l Is. Sc ience 168: 480-482. Newton, I 1972 . Finches. Londo n. Oskarsson, 0 1995 [First breeding attempt of Crossb ill Loxia curvirostra in Ice land .] Bliki 15 : 59-60. [In Ice landi c, Engl ish summ ary.] Pimm, S L 1990. Th e dec lin e of th e Newfoundl and Crossbill . Trends Eco l Evo l 5: 35 0-35 1. Rost, R 1990. Song d ialects of th e Marsh Tit (Parus pa lustris) and the ir functional signifi ca nce: a test of mode is. In : van den Elzen, R, Schu chm ann, K & Schmidt-Koenig, K (ed ito rs), Current top ics in av ian bio logy, Proc Int 100. Deutschen Orn ithologen Gesell sc haft M eeting, 1988, Bonn, pp 111-122 . Sinn ott, J M, Sachs M B & H einz, R D 1980. Aspects of freq uency discrimination in passerin e birds and pigeons. J Com p Ph ys io l Psyc ho l 94: 401-415. Weber, H 1972. Über die Fi chtenkreuzsc hn abelin vas ion en der Jahre 1962- 1968 im Natursc hu tzgebiet Serrahn. Falke 19: 16-27 .
George Sa ngster, Nieuwe Rijn 27,2372 JO Le iden, Netherlands
Recensies IAN GREEN & NIGEL M OOR HOU SE 1995. A birdwatchers' guide to Turkey. Prion LId Publish ers, 21 Roundhouse Dri ve, Perry, Huntingdon, Camb ri dgesh ire PE18 ODJ, UK . 122 pp. ISBN 1-87 11 04-0 5X . GBP 10.75. Birders v isiting Turkey in th e past have had to re ly o n th e trip reports of fell ow b irders fo r inform ation on w here to go bird ing. A we ll -trave ll ed c ircuit around the country is now fi rml y estab li shed and is fo ll owed by the majority of birders v isiting the country. This book is the sixth in a series of national site guides pub li shed by Prion and it attempts to fill th e need for a comprehensive site guide for Turkey. It fo ll ows a simil ar format to its predecessors, includin g sections on general trave l info rmation , site inform ation , a se lected spec ies li st, coded bird li st and se lected b ib li ography. In formation is includ ed fo r 37 main sites, togethe r w ith brief detai ls abo ut a sma ll er number of others . The se lectio n of sites includes most of those on the m ai n c ircu it an d sho uld enab le th e v isiting birder to see most of the target species Turkey has to offer. Each account in cl udes secti o ns on locatio n, acco mmod ation , strategy, birds and other w ildli fe. Most also includ e a m ap. A look at th e sites I know we il revea led the majority of accounts to be fairIy acc urate although I did detect a few, usuall y minor, erro rs. The maps are genera ll y clea r and accu rate althou gh not w ithout their prob lems. For exam pl e, the map for Akseh ir Gö lü directs the reader to o ne of the
32
least rewa rdin g parts of the lake. Some site acco unts lackin g a map would have benefi ted greatl y from having o ne (eg, Aksek i). Th e se lected spec ies li st prov ides a useful cross-reference to the main site acco unts and enabl es the reader to ascertain at w hich sites a particu lar species m ight be found. Th e coded bird li st is genera ll y acc urate, althoug h a number of the status codes are incorrect and so me species w hose occurrence in Turkey has bee n we ll -docum ented are om itted (eg, Ol ive-bac ked Pi pit Anthus hodgsonl). Th is gu ide is certainl y useful, although no t essential, fo r any b irder p lannin g a v isit to Turkey. H owever, it w ill still be necessary to obtain recent tr ip reports in orde r to get up-to-d ate info rm ation and make the most of a b ird in g trip to thi s marve ll ous country. CHRIS BRADSHAW
C S (KEES) ROSELAAR 1995. Songbirds of Turkey - an atlas of biodiversity of Turkish passerine birds. 240 pp. Publ ished in the Netherl and s by GMB uitgeverij, Vrijh eid sweg 86, 2033 CE H aa rl em, Netherlands. ISBN 90-74345-07-7. NLG 65 .00 (fo r Dutch Birdin g-subscr ibers NLG 59.90); in UK by Pi ca Press, Th e Banks, Mountfield, N r Robertsbridge, East Su ssex TN 32 5JY. ISBN 1-873403 -44-5. GBP 24 .00 . Th e history of orn itho log ica l research in Turkey is lon g: Kume rl oeve (O rnithol Soc Turkey Bird Rep 1970-73:
[Dutch Birding 18: 32-36, februari 19961
Recensies 289-3 19) traces it back to Belon's journey through As ia Minor in 1548. U ntil th e mi ddle of the present century little had been publi shed on the avifa un a of eastern and so uth-eastern Turkey, most work be ing underta ken in the west by KrĂźper at Izmir and A llĂŠon and MatheyDu praz at the Bos poru s. Kumerl oeve (w ho deceased late 1995), the father of modern Turki sh ornith ology, began hi s ow n research in 1933, bu t it was not un til th e formati on of th e O rnith o log ica l Soc iety of Turkey in 1967 th at in terest mu shroomed. In formati on on Turki sh bird di st ributi on, statu s and ecology is w idely scattered throughout the li terature, mu ch of it in relative ly obsc ure journ als and periodica ls. Into thi s di sparate arena steps Rose laar, w ith an attractive and nice ly des igned publi cati on dea ling w ith th e taxonomy, morphology and d istributi on of the breeding passerin es. His wo rk is generously dedicated to Kumerl oeve, w hose contribut ion remain s unparall ell ed : innumerab le papers and notes, in several languages and dea lin g w ith a w ide spectrum of iss ues, pu bli shed betwee n 193 4-89 . Kees Rose laar's aim was to produce an atl as of Turki sh breeding passerin es in order to stud y the effect natural geographi ca l barri ers have upon species and subspec ies distribution. Comparative data from adj acent areas of so uth-east Europe and the Midd le East is presented and the importance of Turkey in th e w ider stu dy of geographi ca l variati on among all W estern Palearcti c birds demonstrated. Rose laa r proceeds to outline hi s meth odo logy. He largely fo ll ows Beaman's nomencl ature (Palearctic Birds, 1994), loca lity names are taken from th e Times A tlas of the World (1968) and the regional subdiv isions of Turkey empl oyed by the O rnith olog ica l Soci ety of th e Middl e East are utili sed. Broa d habitat types and all loca lities mentioned in the literature co nsulted are mapped. Deta il s of th e author's co nsiderabl e mu se um research and the way in w hi ch spec imen examin ati ons by other authoriti es have been interpretated are give n. The preparati on of the d istribu ti on maps (w hich also illu strate reli ef) is expl ained. An introducti on to geographi ca l va ri ati on precedes th e fin al elements of Rose laar's introductory sections; a li st of endemi c subspec ies and full detail s of three new subspec ies (two endemi c) desc ri bed as a result of th e authors' research: Pied Kin gfi sher Ceryle rudis syriaca, Shore Lark Erem ophila alpestris kumerloevei and Euras ian Bull fi nch Pyrrh ula pyrrhula paphlagoniae. Fin all y, rati onale for onl y coverin g passe rines are presented : the non-passe rin es are largely monotyp ic, ex hi b iting little geographica l va ri ati on, relative ly few spec imens of w hich we re avail able; and as th e breed in g ranges of many are co ntractin g (due to wet land dra in age, persec utio n etc), maps based on data up to a ce ntury o ld would prov ide onl y a hi storica l overview. 156 breed ing species are covered. Several, w hose occ urrence in Turkey remain s subject to provenance, eg, Thi ck-b ill ed Lark Ramphocoris clotbey, Red-rum ped W heatear Oena nthe moesta and Crested Tit Parus cristatus, are included but subject to se nsible caveats co nce rnin g their identi ficati on and th e likelihood of thei r nesti ng. Each spec ies is treated un der ' Habitat', ' Di stributi on'
(Iargely illu strated by the clear maps, although the loca lity dots are in red, not black as repeatedl y stated) and 'Geographi ca l Va ri ati on' . Thi s latter is most detailed: all subspec ies occ urring in th e region are tho roughIy described, w ith codes ind icatin g broad di stribut ion w ithin Turkey, and pointin g to areas w here further research is required. Approx im ate boundari es of occ urrence are mapped. A I ist of references, w here appropriate, compl etes each account. Th ere is va lu abl e di scuss io n of th orn y taxonomi c problems, many of considerabl e interest to the w ider b irdin g communi ty. Th e relati ve statu s of th e Lesser W hitethroat Sylvia curruca, G reeni sh W arbi er Ph ylloscopus trochiloides and Chi ffc haff P collybita compl exes are treated in a detail ed and inform ati ve manner. For the two latter, inte rested readers should also refer to th e DNA-sequencing wo rk perform ed by Helbi g et al U Av ian Bi o l 26 : 139153, 1995; Ib is in press) . 'Li sters' w ill be fasc in ated by Rose laar's pronounce ment th at th e ce ntral A nato li an Lesser Short-toed Larks Ca landrella ru fescens of the subspec ies Cr niethammeri shoul d be inclu ded among th e As ian Short-toed Lark C che/eensis co mpl ex . The book cl oses w ith a li st of breeding non-passer ines (a nd their subspecies), although Common Goldeneye Bucephala clangula, w hich does not breed, is erroneously inclu ded, w hil st Tengmalm 's Owl Aegolius fun ereus and G rey-h eaded W oodpecker Picus canus are inco rrectl y li sted for north- western Turkey onl y. There is a bibli ograph y and index of Engli sh, Turkish and sc ientific names. Rose laar foll ows th e li st of Turki sh names proposed by Ki z irog lu (1989), although thi s, of th e six d ifferent li sts currentl y in c ircul ati on, is not the most w idely accepted in Turkey. Thi s is an im po rtant contribution to our knowledge of Turkish bird di stributi on. It is authoritati ve and detail ed, as wo uld be expected from on e of th e lea ding co ntributors to Th e Birds o f the Western Palea rctic (BWP). It is di sap po inting th at the full range of Turkish letters cou Id not be generated, and th at a better so u rce for loca lity names was not accessed. Few accred ited experts on Turkish bird d istributi on we re apparentl y co nsulted and onl y a small number of recent fi eld obse rvations traw led. Thi s has led to some errors and omi ss ions, eg, Desert W heatear Oenanthe deserti has recently been proven to breed in so uth-eastern Turkey, and observers w ith w ide field experi ence in Turkey wo uld have co nfirmed that the subspecies of Citrine W agtail Motacilla citreola is werae. Noneth eless, most such po ints I co uld make are min or. A more important criti c i sm is the lack of a good edi tor. Sill y typog raphi c errors are re lati ve ly frequent, poor se ntenc in g not unco mmon, w hil st full reference detail s are unhelpfull y p resented in any one of three different p laces. I was also hoping to fin d a clear exposition of how phys iographi c features influence and dictate bird d istr ibuti on; thi s is not w ho ll y achieved . O n a practica l note th e book does not appear very durabl e, the fron t cove r already showing signs of detaching itse lf from the rest of t he book af ter ju st a few days of shelf life. O n the plu s side it is pl easing to note that di stributi on of thi s wo rk in Turkey, w here it is most needed, is be ing sponsored .
33
Recensies Rose laa r's pos itio n, alrea dy establi shed, as one of Europe's fo remost taxono mi sts is co nfirmed by thi s wo rk. U nfo rtun ately, I fee l that it is unlikely to be bo ught by any oth er th an the ardent Turco phil e, despi te co nta inin g m uch to interest and in sp ire. As th e autho r menti o ns, many fo reign birdwatchers do little to further our know ledge of Turki sh bird di stributi o n, beca use they so infrequ ent ly take notes o n th e commo ner and mo re w idespread species. Ho pefull y many mo re potenti al visito rs may be encouraged by thi s wo rk 's appea rance to help fill in a few gaps. GUY M KIRWAN
HENK BLOK & H ERMAN TE R STEGE 1995 . D e Nederlandse vage/n amen en hun betekenis. Eigen uitgave; Henk Blok, Jo h va n Pol anenl aa n 34, 2263 TB Leid sc hend am, Nederl and, telefoon 070- 3277302; Herm an ter Stege, Ka rel de Stou te laa n 20, 5583 XD W aa lre, Neder land, te lefoo n 040-22 165 10 . 308 pp . ISBN 90-9008646-3. N LG 32.50 (o phal en bij auteurs) of N LG 39 .50 (verze nding per post). Ove r namen va n voge ls is altij d vee l te doen geweest. Voo r mensen di e ove r de Nederl and se, Fri ese en V laa mse voge l namen mee w ill en praten is er nu dit uni eke boek waa rin de aute urs ruim 5000 namen prese nteren. Dit zijn voo r het grootste dee l vo lks namen, di e gerubri cee rd w orden o nder de offi ciële Nederland se voge l namen in systemati sc he vol gorde. In v lotte stijl word en de volksnamen gegroe peerd naa r betekeni s, waa rdoo r aa n de hand va n deze namen een soo rt va n voge lbi ografietj e o ntstaat. Tal va n hi sto ri sc h-culturele wetenswaa rdi gheden di e een raakv lak hebben aa n de o rnith o log ie wo rden gememo ree rd , waa rd oor lez in g iemand s algemene ontw ikkelin g flink kan o pv ij ze len. Ook wo rd en de offi ciële Franse, Duitse en En ge lse voge l namen genoemd, alsmede de wetenschappelijke. Deze laatste wo rden (summi er) verk laa rd als ' bl adspe urder-geldw isse laa r' (we lke soort is dit?) of de ' in het ri et levende spitsko pp ige' . In 1988 ve rzo rgde de ee rste auteur al ee n besc heiden boekj e waa rin de mind er gemakkelijk te ve rkl aren offic iële Nederl and se voge ln amen we rden ve rkl aa rd en waa rin ee n beg in va n ee n etymo log isc he be nade rin g werd gegeve n. Deze etymo log isc he gegevens wa ren ni et alt ijd co rrect en het is jammer, dat op di t pun t ni et wa t meer vo rd erin gen zijn gemaa kt. Zo werd de Dui tse naa m A mse l voo r Merel Turd us meru/a toe n in verba nd gebrac ht met het Duitse woord A mm er (= zure kers), en in pl aats va n d it verba nd nu weg te laten we rd het woord A mmer in de betekeni s va n zure kers oo k nog eens gebez igd o nder de besprek in g va n de naam Gors. Gelu kk ig va lt dan ook het we l te rza ke z ijn de O udhoogdui tse woo rd A maro (= Gors, m aa r ook : amelkoren, spe lt), maar men zo u de rechte etymo log isc he lijn hi erm ee gemakke lij k uit het oog kunnen ve rli ezen . Verd iep in g in de stu d ie va n de namen geeft de lezer ongetw ij fe ld oo k ee n in sp irati e o m ged rags kenmerken va n voge ls in het ve ld nader te o nderzoe ken . W aa ro m we rden ee n aa ntal tap uit-ac hti ge voge ls in ve le hoeken va n het land 'Wijn ta pper' genoemd ? Het antwoo rd
34
wo rdt in het boek gegeven, m aa r IS di t antwoo rd in derdaad de d iepste reden? A ls het En gelse Whin chat (= Paa pj e Saxico /a rubetra) etymo logisc h ve rwa nt is, dan lui dt de verk larin g voor het element 'wh in ' in Loc kwoods boekje (1993; z ie besprek in g in Dutch Bird in g 17: 23, 1995) hee l anders! KLAAS J EI GENHUIS
EDUARDO DE JUANA (EINDREDACTIE) 1994 . Wh ere to watch b irds in Spa in . Socieda d Espano la de O rni to log fa & BirdLife Intern ation al, ism Lynx Edi c io ns, Passe ig de Gràc ia 12, 08007 Barce lo na, Spanj e. 546 pp . ISB N 848733 4-14-8. NLG 84.00 (Nederl and), G BP 24 .95 (UK). Het doe l va n dit boek is het enth o usias meren va n b innen- en buitenl and se voge laa rs o m voge ls te kijken in Spa nj e. Daartoe hebben 225 Spaa nse o rni tho loge n 309 interessante voge lgebieden besc hreven, gegroepeerd en genummerd per reg io. In de algemene inl eid in g geeft ee n kaa rt va n Spanj e wee r waa r de reg io's z ich bev ind en. Er z ijn 15 reg io's, di e elk wo rden in ge leid met een pentekenin g en ee n ve rh and elin g waa rin de betreffend e gebi eden in een geografi sc h en ecol og isc h kader wo rd en gepl aatst. Een ove rz ichtskaa rt va n de reg io geeft wee r waa r de gebi eden z ich bev inden. De behandeling va n een voge lgebi ed is o nd erverd ee ld in een éénrege li ge typerin g va n het terrein, ee n opso mmin g va n de soo rten (onderve rdee ld in stand voge ls, zom er, w inter, doortrek), hoe je er moet komen, een geografi sc he en eco log isc he besc hrij v in g va n het gebied (eve ntu ee l met beschermin gsstatus), de aa nbevol en ro ute(s), acco mm odati e en eventu ee l aa nvull end co mmentaa r. Ieder gebi ed is voo rz ien va n een tweekl euren reprodu cti e va n een to pog rafi sc he kaa rt waa rin de aa nbevo len route is getekend. Achterin is ee n lij st met genoe mde voge lsoo rten, gesorteerd o p Engelse voge ln amen. Tot zove r het o bj ectieve gedeelte . D an nu de praktijk. Geef twee dagen voo r ve rtrek het boe k aa n iemand d ie wat betreft Spa nj e nauwe lijks wo rdt gehin derd doo r eni ge kenni s va n zaken (s lechts één kee r bezoc ht), zijn reis zoa ls gebruikelijk nauwe lijks heeft voo rbere id (w il naa r Extremad ura), in augustu s gaat (a ls Spanj e is uitgedroogd en all e voge ls stie kem aa n het rui en zijn) en G rij ze Wo uw E/anus caeru /eus en Kaffergierzwa luw Apus caffer hoog op z ijn 'verl anglij stje' heeft staa n, et vo ilà, ee n id ea le settin g voo r de ultieme praktijktest. De ee rste indru k va n het boe k is goed . Het heeft een besc heiden fo rm aat (16 x 22 .5 x 3.5 cm) en gewicht (1000 g) waa rdoo r het eenvo udi g bij de bagage ka n. De tweeko lo ms lay-o ut oogt ve rzorgd , hoewe l hi erd oo r af en toe o nd ui delij k is tot we lk geb ied een tweeko lo ms kaa rt hoo rt. De pentekeningen door Ju an Va rela v ind ik moo i. De tekst is over het algemee n info rm ati ef en bo nd ig: gelukki g geen geouwe hoer dat je toc h voo ral een hoofddekse l moet d ragen, vee l moet drin ke n en ni et ove r een hek moet klimm en waa r vec htstiere n lo pen . De gestru ctu reerde opzet en nummerin g va n de gebi ede n maa kt de info rm atie v lot toega nke lijk. De kaa rten z ijn zo gedeta ill eerd dat ze moe iteloos z ijn in te tekenen op mijn 1 :400 000
Recensies Michelinkaart. We gaan met de camper, dus all es wat ik va n de informati e over accommodatie kan zeggen is dat er nergens duidelijk wordt hoe duur een en ander is. Tot slot mis ik een ind ex met voge lsoorten en geb ieden, zodat ik niet snel kan bepa len in we lke gebieden een bepaalde soort is te zien. OK, eerst even lezen hoe de voge lgebieden waar ik in 1993 ben geweest, z ijn beschreven. Kennelijk is de afgebrande voge lkij kpost bij Estaca de Bares (G 18) wee r hersteld, wa nt er va lt te lezen dat je er kunt slapen . Of is de informatie door de brand niet meer actueel ? De Ringsnavelmeeuwen Larus delawarensis in Gijón (AS 5) wo rden genoemd! Bij San Ju an de la Pena (A R 3) wordt nergens het pad bij de ze ndm ast genoemd, terwij l ik daar de mooiste waa rn emingen van de hele trip deed va n Lammergier Cypaetus barbatus en Va le G ier Cyps fulvus. De kaart va n het gebied rond Mallos de Riglos (AR 13) herken ik niet terug en lijkt sterk verouderd. Bij Belchite (A R 27) wo rdt we l de goede weg aangegeven, maar prec iezere aanw ij zi ngen voo r het vinden va n Duponts Leeuweri k Chersophilus duponti ontbreken. Gemengde gevoelens. Maar goed, nu de echte vakantie. Op de derde dag va n onze reis gea rri vee rd in Monfragüe (EX 4). Zowe l Grijze Wouw als, tot mijn verrass in g, Kaffergierz wa luw wo rden genoe md. A lleen voo r de laatste wo rdt aa ngeduid waa r hij zich zou moeten bevinden. Helaas, uit de tekst wo rdt ni et duidelijk of het om een inc identele waa rn emin g gaat of dat de voge l hier ook broedt. In ieder geva l z ien we geen van beide soorten. Redelijk dichtbij li gt een geb ied (EX 5) met Grijze Wouw 'almost sure to be present' . Het bewuste punt is ingetekend in de kaart. Echter, de gebruikte stafkaart blij kt verouderd. De te vo lgen weg staat er niet op en is vervo lgens door de au teur verkee rd ingetekend. Na en ig zoeken menen wi j dat we de jui ste route hebben gevonden. Maar dan. Waar moet ik nu precies zoe ken? In het natte agrarische gebied ? O f tussen de ook aa nwez ige droge kurkeikpl antages? Hoe laat op de dag heb ik de meeste kans? Over hoevee l kilometer moet ik zoeke n ? Wat is de beste tactiek? AI dat soort exactere inform ati e ontbreekt. De weg b lijkt ook een vrij drukke doorgaa nde route te z ijn. Spanj aa rden rijd en hard . O nru sti g voge len . Uiteraard gaat de vrij wel gegarandeerde Grijze Wouw aan onze neus voorb ij . Dan maar een ander geb ied. Vri jwe l alle gebieden geven slechts een opsomm ing va n soo rten. Vaak staat daar de Grijze Wouw bij, maar hoe en waa r je die dan vervo lgens langs de route moet vinden, mag men ze lf uitzoe ken. Er is een ui tzonder ing bij geb ied EX 26: bij een bepaa ld kruispunt biedt een steeneikplantage 'virtuall y guaranteed sightings' van Grijze Wouw. Di e uitdaging gaan we aan. Bij aankomst blijken we in een agrarisch steppegebi ed te zijn beland . Wel G rote Trap Oris tarda, maar tot aan de hori zon geen steeneik te bekennen. Geërgerd rijd en we naar een ander krui spunt zo'n 10 km verderop. Hier we l een steeneikp lantage. Zo u men deze hebben bedoeld? We proberen het, al is onze hoop danig ges lonken. De vo lgende ochtend het hele geb ied grond ig uitgekamd, zo nder Grij ze Wouw. We beginnen ons al knap onbe nullig te voe len . Enfi n, na zeven dagen en na ve le va n de (moo ie) EX-gebieden te
hebben bezocht, soms ve rdwal end door te globaa l aangegeven routes, zonder ook maar een aa nw ij z in g te lezen om G rij ze Wouw te zie n te krij gen, soms ze lfs sp iekend in dat andere 'Where on earth to watc h bird s' (hoe diep kan men zinken), helemaal dui ze li g door de ve le kurkeiken, belanden we bij EX 19. We besluiten op een in getekend punt te overn achten, want vo lgens het boek ... Net voor het slapen gaa n krij gen we bezoek van een gewapende bewaker: het terrein bi ijkt 'privado' . Joma nd a, help ons! Onder escorte worden we in het donker naar een half uitgedroogd plasje aa n de andere kant va n de hoofdweg gebracht. Hier mogen we slapen. En de vo lgende oc htend, jawel , een Grij ze Wouw op de elektri citeitsd raad! Aa nd achtig nalezen in het boek leert dat we in het donker precies op de bedoelde plek z ij n afgezet. Alleen heeft de ri v ier een and ere naam, is het bedoelde meertj e ve rkeerd in getekend in de kaart en bovendien vrij we l uitged roogd zodat het praktisch onvindbaar is. Apetrots dat we de Grijze Wo uw ONDANKS het boek toc h hebben gevonden, kent ons ze lfvertrou wen geen grenzen meer. We proberen in het zuiden de Kaffergierzwa luw. Het boek raad t ons aan toch voo ral tussen de gewone zwa lu we n te zoeke n, zo nder ons een exacte plek op te geven. U raadt het al , het lukt niet. A ll een w indmol ens ... Goed, ik za l u verd er niet vermoe ien met mijn DonQu ichott in g. M ijn concl usie is dat de doelstelling van het boek, het enthousiasmeren va n voge laars, zeker kan worden gehaa ld bij mensen d ie vrijblij ve nd w ill en voge len en het niet erg v inden af en toe de aa ngegeven route kwijt te raken. Voo r DBA-ers die hun 'hitli st' w il len afwerke n is het boek onvo ldoende: aanvu lli ng met rapporten waa rin gedetaill ee rde aanwijzingen staa n hoe en waa r je de gewenste soorten moet zie n, blijft voor hen noodza kelijk. DIRK J M OERBEEK
HANS WI NKLER, DAVID ACHRISTI E & DAVID NURNEY 1995.
Woodpeekers - a guide to the woodpeekers, p ieu lets and wryneeks of the wor/do Pica Press, The Banks, Mountfield, Nr Robertsbridge, East Sussex TN32 5JY, UK. 406 pp . ISBN 1-873403-25-9. GBP 30.00. Over th e past decade, a hi gh stand ard has been set fo r monographs on bird fa mili es. Thi s book on the woodpeeker fam il y in the recent se ri es from Pi ea Press is, however, a li ttle disappointing. Whil e browsin g through the plates, th e reader lacks a quick glance to the distribution maps and, in most cases, any indication of the size of the woodpecker. For both we have to turn to the back part of the book. At best, when readin g the short descriptions w ith the plates, we lea rn that all picu lets are 'tiny' or 'minu te' and that most Oryoeopus and Campeph ilus woodpeckers are ' large' . Eve n in t hi s gross and non-informative division of sizes the book is not consistent. For instance, the Black Woodpecker o martius is ca l led ' large' and the smaller Magell an ic Woodpeeker C magellanieus 'very large'. On top of this, in some cases the birds w ithin one plate are not to sea le (eg, pl ates 49 and 52). Most of th e plates by David Nurney are we il done though the bill s of some
35
Recensies Colaptes and all Campephilus woodpeckers are depicted toa thin , w hi ch gives same of th e most spectacu lar species a rather si ll y look. Turnin g to the general chapters o n different aspects of woodpecker biology, thi s part of the book is w ritten in an access ibl e sty le w ith a co mpl ete and up-to-date bibliograph y. Thi s also app li es to the species acco unts. A nother strong point of th e guid e is th at man y d ifferent related forms (ca ll ed races) are illu strated. The authors use this aften startlin g va ri ety of form s (espec iall y o n island chain s in so uth-easte rn As ia) as a plea for atlention to 'biodiversity w ithin spec ies' . Instead, we may won der w hat the se nse is of app lying a trinomial system to disjunct and we il differentiated island popu lation s. For sure, woodpecker taxonomy w ill und ergo fu rther chan ges. My main criti cism is th at the book gives an overall impressio n of hav ing been produced in a hurry, w ith mino r and major errors as a co nseq uence . For instance, the supposed intermedi ate fo rm between th e genera Oryocopus and Celeus (p 12) is Oryocopus ga lea tus, not ' 0 magellanicus', a no n-ex iste nt comb in ation of th e names of 0 ga lea tus and Campephilus m agellan i-
cus. Bes id es the three mentioned spec ies Grou nd Woodpecker Geocolaptes olivaceus, A nd ea n Flicker Colaptes rupicola and Ca mpo Flicker C campestris (p 17), there is a fo urth spec ies, the Fernandina's Fl icker C fernandinae, that uses wa lking as a way of loco motion on the ground. In the genera I parts o n ' Food and Forag in g' and 'Habitat', the authors argue for stan dard izat ion of eco log ica l studi es fo ll ow ing suggestio ns mad e by Remsen & Robin so n (1990) but the rea der sea rches in va in for this reference in the bib li og raphy. A blunder is that in at least three spec ies (O range-backed Reinwardtipicus validus, Fu lvo us- breasted Picoides macei and Ivory- bill ed Woodpecker Ca mpephilus principalis) th e distribution ma ps are in com pl ete and do not foll ow the text. In sp ite of such sho rtco min gs, th e guide is wo rth its mo ney at ju st GBP 30.00 wh il e offer in g a wea lth of illustratio ns and a we ll-resea rched bib li ograp hy. Stil l, future mo nog raphs should be produced more ca refull y, desp ite the time pressure ca used by the in c reas in g competitio n between di ffe rent series of thi s kind. MARTJAN LAMMERTI NK
DBA-nieuws DBA-vogelweekend bij Breskens op 4 en 5 mei 1996 De Dutch Bird in g Association nodi gt haa r begun st igers uit om het wee kend va n zaterdag 4 en zo nd ag 5 mei 1996 naar Breskens, Zee land, te komen. Uiteraa rd za l hi er bij gun stige weersom standigheden va n een ongekend trekspektakel genoten kunn en wo rd en. Bij minder gun stig trekweer of ter afwisse lin g kan gevogeld worden in het hele weste lij ke deel va n Zee uws-V laa nd eren waar nog ta lrijke o rnithol og isc he sc hatkam ers op ontdekking li ggen te wac hten. Omdat in mei de zo n vroeg op komt en laat ondergaat wo rdt op 4 mei geen avo ndvull end programma georga ni seerd. We l za l er voo r di e zaterdagavond gezocht wo rden naar een gesc hikte locatie om bij elkaar te komen. Ro nd Breskens moet vo ldoende acco mmodatie te v inden zi jn, ze lfs op loopafstan d va n de te l post, al va lt het weeke nd net same n met het einde va n een land elij ke va kanti eweek, en is het moge lijk drukker dan and ers. Inli chtingen over ove rn ac htin gsmogelijkh eden z ijn te ve rkrij gen b ij de VVV va n Breskens (0 11 7-381888). Nadere info rm atie over dit DBA-vogelweeke nd za l gegeven wo rd en op de Dutch Bird ing-vogellijn . GIJSBERT VAN DER BENT
36
DBA op Internet De DBA en het tijdsc hrift Dutch Birdin g z ijn sind s kort te vi nd en op In ternet. Met dit ni euwe, spraakmakend e en snelgroeiende med ium za l recl ame gemaakt gaan worde n voo r Dutch Bird in g en de ve rd ere acti viteiten va n de st ichtin g. Redactie en bestu ur beraden zich nog over de concrete in vulling va n de Homepage maa r du ide lijk is dat Internet goede mogelijkh eden b iedt om actue le gebeurteni sse n, DBAni euws, oproepen en wat dies meer z ij onder de aa ndacht van zee r ve len te brengen. De Ho mepage va n Dutch Bird in g is ee n onderdee l va n 'The Bird Co nnectio n'. Dit is ee n site va n het bedrijfj e MebwebServices, dat voo r bedrijven en part iculi eren adve rte nti es verzorgt en p laatst op Intern et di e voor voge laars interessa nt kunnen zijn. Te denken va lt hi erbij aa n optiekw inkels, boekhande ls, to ur-operators en voge lfotografen . Bent u ge誰n teresseerd of heeft u vragen enlof opmerk ingen, neem dan contact op met Ma rc Guyt (telefoon 071-4073317, ema il: @mebweb .ho l. nl). Het adres va n Dutch Birding op In ternet is: htlp ://www. ho l. nl/-mebweb/dba.html . GIJSBERT VAN DER BENT
[Duteh Birding 18: 36, februari 1996[
WP reports Thi s rev iew li sts rare and interestingbirds reported in th e Western Palearctic in December 1995 and JanuaryFebruary 1996 and foc uses on north-western Europe. Information cove ring ea rli er reports is included as we il. The reports are largely unchecked and their publication here does not impl y future acceptan ce by the rariti es co mmittee of the releva nt co untry. On 30 December, a first-winter White-billed Diver Cavia adamsii was d iscovered at Reeuwijkse Pl asse n, Zuid-Holl and, th e Neth erl ands, w here it remain ed until 27 january w hen its pool got co mpl etely frozen. An-
oth er stayed at Bodensee, Baden-W端rttemberg, Germ any, from 7 j anu ary. In Scotl and, four sin gles we re reported, including three between 20 j anu ary and 11 Febru ary in Highl and (UIl apooi and Gru in ard Bay) and Western Isles (So und of Harr is). The first European Storm-petrel H ydrobates pe/agicus for Finl and was found moribund in Helsinki on 15 j anu ary. Th e first Double-crested Cormorant Pha/acrocorax auritus for Ireland, w hich was a first-w inter di scovered at Nimmo's Pi er, Ga lway, on 18 November, stayed until 6 j anu ary. Two indi vidu als we re see n on Faial, Azo res, in November. In Italy, a flock of eight Pygmy Cormorants
20 Nubian N ightjar / Nubische Nac htzwa lu w Caprimu/gus nubicus, 50 km sou th of En Gedi, Israel, j anu ary 1996 (A nto ine Joris) 21 Pi ne Buntin g / Witkopgors Emberiza /eucocepha/os, first-w inter mal e, Bocca di Serch io, Tosca na, Italy, 17 December 1995 (Roberto Ci /di & Andrea Corso) 22 Pyg my Cormorant / Dwergaa lscho lve r Pha/acrocorax pygmeus, Campotosto, Abruzzo, Italy, 10 january 1996 (Sa mue/e di Ciovanni) 23 Cedar Waxwing / Ce derp es tvoge l Bombycilla cedrorum , first- w in ter, Nottin gham, Nottinghamshire, En gland, Febru ary 1996 (Steve Young)
!I!!IIIII~~!!!!!IIIJI!I
[Ou/eh Birding 78: 3 7-47, februari 7996[
37
WP reports
24 Pine G ros beak / Haa kbe k Pinico/a enuclea tor, Sunne rsta, Uppsa la, Uppl a nd , Swede n, Dece mbe r 1995 (Teus J e Luijendijk)
25 Blac k-throated Thru sh / Zwa rtkee ll ij ste r Turdus ruficollis atrogu /aris, first-w inter ma le, We bh eath, Wo rceste rshire, Ja nu a ry 1996 (Steve Young)
38
WP re ports P p ygm eus at the Campotosto lake during j anu ary concern ed the first during w inter in Abruzzo (th ere are man y w interin g in Apuli a and Venice). A White Pelican Pe /eca nus onocrota /us stav ing at Buran o lake is the first for Tosca na, Italy, since 15 yea rs. In Italy, 100 Great White Egrets Egretta a/ba were w intering at Buran o and Orbetello, Tosca na, during j anu ary. A Greenland White-fronted Goose Anser a/bifrons f/avirostris trapped and rin ged w ith an orange neck co l lar in North Slob, Wexfo rd , Ireland , on 28 October 1989 was seen in Penn sy lva ni a, USA, on 7 December 1990, and a Canada Goose Branta canadensis rin ged in North Slob on 1 November 1993 was shot in M aryland, USA, on 14 j anu ary 1995 (Iri sh Bird s 5 : 362, 1995 ; cf Dutch Birdin g 17: 29, 1995) . Durin g j anu ary, an influ x of Pale-bellied Brent Geese B bernicla hrota occurred in the Neth erl and s w ith unprecedented hi gh numbers (more th an 475) and many in inland areas w here even th e nomin ate is rare. Thi s subspecies also reached eastern Britain in good numbers. Flocks of 25 and 55 Red-breasted Geese B ruficollis at Bü yükçekmece nea r Istanbul on 11 Febru ary we re th e largest ever noticed in Turkey. A n adult male Wood Duck Aix sponsa see n at Tjörnin and Reykj avik from 8 O ctober to 4 November 1994 ha s been accepted as th e fourth for Ice land. A Falcated Duck Anas fa/ca ta was shot at th e Boquilobo marsh , Santarém, Portu ga l, on 5 j anu ary. The third AmerÎCan Black Duck A rubripes for France conce rn ed a mal e in Vendée on 2-4 january. Th e longsta vin g male in Sc ill y remain ed th e entire period. Th e mal e at Sandgerdi, Ice land, w as prese nt for its third con sec uti ve w inter. The second Lesser Scaup Aythya affinis for the Netherland s w as a mal e photog raphed at Lelystad-H aven, Fl evoland, on 13 j anu ary. In Scotl and, a male stayed at St j ohn's Loc h, Highland, from 1 February. Th e first for Belgium and th e 2 1st for th e WP w as a male stav ing at St Kruis-Winkel, W est-Vl aa nderen, from 15 Febru ary onwa rd s. In th e Camargue, Bouch es-du-Rhön e, France, an adult male was stav ing in a mi xed fl oc k of th ree Ayth ya species at La Ca pelière from 12 Febru ary. In Sw itze rl and, th e presum abl y escaped mal e at Vevey harbour, Vau d, return ed for its fourth w inter on 5 j anu ary (cf Dutch Birdin g 15 : 83 -84, 1993, 16: 78, 1994, 17: 29, 199 5). At Roquito del Frail e, Tenerife, Ca nary Islands, th e female returned on 19 November for its third w inter. From 10 j anuary, it w as accompanied by a male w hich was still present on 24 Feb ru ary (th e fourth for Tenerife and Ca nary 15land s) . Togeth er w ith these bird s, a male and two females Ring-necked Duck A collaris, we re staving into late Febru ary. Th anks to radi o-trackin g 12 Spectacled Eiders Somateria fischeri in 1995, one of w hi ch co uld be foll owed to a patch w ith open water in pack-ice in Berin g Sea, a flock of 5600 was found. New estim ates of thi s species' wo rld popul ati on are now a mu ch more optimi sti c 120 000 (cf Dutch Birding 15 : 25-26, 1993) . Three male Surf Scoters Me /anitta pe rspicillata we re found in a fl oc k of 20 000 Common Scoters M nigra at Westerh eversa nd nea r Husum, Schieswig-H o istein, on 20 December; th ere was onl y one previous record for
Germ any. Several w ere see n in Ireland and Scotland, including up to four males and a female in Largo Bay, Fife, from 22 j anu ary until at least 25 Febru ary. A Hooded Merganser Mergus cucullatus see n on 21 May and 11 -3 0 September 1994 in northern Ice land was accepted as th e co untry's first. A White-tailed Eagle Ha/iaeetus a/bicilla stayed during October at the Sharm Farm, southern Sin ai, Egypt. Fi ve Short-toed Eagles Circaetus ga /licus w intered in the surroundings of Rom e, Italy (where w interin g is regul ar only in Sardini a and Sic il y) . In Portu ga l, on e w as present at Sa nta Barbara de Nexe, Ai garve, on 2 j anu ary. In M orocco, imm ature Dark Chanting-goshawks Me /ierax m etabates we re reported at Ao ulou z on 23 December and at Igoud ar, on 8 january. Th e 20th Spotted Eagle Aqui/a clanga for Sicil y stayed at Siracu sa from 25 j anu ary, w hile two w intered in Spain (Ebro delta and Coto DOfi ana). In France, th e number of w intering bird s was about th e same as in prev ious yea rs, w ith three in Lindre, up to three in Cam argue and one in M ose ll e. Th e specifi c statu s of th e Spanish Imperial Eagle A ada/berti ha s lon g been co ntroversial. A rece nt geneti c analys is by Ingrid Seibold and A ndreas Helbi g (Verh Dtsc h Zool Gesell sc h 88(1): 152, 1995) showed th at the Spani sh Imperi al Eagle and Imperial Eagle A he /iaca differ geneticall y as mu ch as Spotted Eagle and Lesser Spotted Eagle A pomarina and Red Kite Mi/vus mi/vus and Black Kite M migrans. In j anuary, single Booted Eagles Hieraaetus pennatus w ere reported from th e Ca margue and th e v ic inity of Rom e, w hile fi ve wintered in Catal oni a (four at th e Llobrega t delta) . In northern France, a first-w inter Bonelli's Eagle H fasciatus stayed at M arquenterre, Som me, from 7 November to late j anu ary. A Little Bustard Te trax tetrax w as present on Texel, Noord-Holl and, the Neth erl and s, from 29 December until 2 j anu ary, and another stayed in Sachse n A nh alt in November. In Crau, Bou ches-duRh öne, France, 1400 we re counted in ea rl y january. An unrin ged male Great Bustard O tis tarda at Hoornsc he Bulten, Rolde, Drenthe, th e Netherl and s, from 13 j anu ary into M arch, was onl y th e second tw itchabl e since 198 8. In Portuga l, two sin gle Sociable Lapwings Che ttusia grega ria we re w intering and o ne was reported at Chambéon, Loire, France, on 3 December. In Upper Egypt, up to 14 White-tailed Lapwings C /e ucura we re see n on Crocodil e Island, 4 km south of Lu xor, on 16 j anu ary. In En gland, Killdeer Plovers Charadrius vociferus we re see n at Weldrake Ings, No rth Yorkshire, on 11-26 December and at Lamorn a Cove, Corn w all , on 11 j anuary. Apparentl y, an adult American Golden Plover P/u via/is dominica w intered at H ayle, Corn wa ll , w here it was see n on 25 February. A ju ve nil e Baird's Sandpiper Ca lidris bairdii photographed and shot at Sand gerdi on 3 September 199 4 was accepted as (o nl y) the first for Iceland. A Long-billed Dowitcher Limnodromus sc% paceus w intered at Hayle, Co rn wa ll , from 24 j anu ary. Thi s was the first w inter since 1987 w ithout a tw itchabl e Slender-billed Curlew Numenius te nuirostris; previou s w inter's last M orocca n bird did not return to M erj a Ze rga and, until mi d-Febru ary, there
39
WP reports was no sign of th e up to 19 bird s seen in Apuli a, Ita ly, between 26 February and m id -Ma rch 1995 (cf Dutch Birding 17: 40, 78, 80, 1995). Th e Greater Yellowlegs Tringa melanoleuca staying at Blen nerv ill e, Kerry, Ireland, since 17 November was st ill present on 26 December. A Terek Sandpiper Xenus cinereus w intered in th e Ebro delta, Cata loni a, Spa in. Two sin gle first-win ter Spotted Sandpipers Actitis macularia we re stay ing in Devon, England, during December-Febru ary. First-winter laughing Gulls Larus atricilla we re see n at N imm o's Pi er, Ga lway, from 29 j anuary and at Sunderland, Tyne and Wear, England, since 19 Feb ru ary. The 26th Franklin's Gull L pipixcan for Britain was present at Hem pstea d, G loucestershi re, on 4-7 j anuary. In the Canary Island s, an adult and a first-winter Sabine's Gull L sabini flew past together at Garachico, Tenerife, on 4 February. In En gland, th ree Bonaparte's Gulls L ph iladelphia we re reported during December, in Derbysh ire (two) and Worcestershire, and three during j anu ary-Febru ary, in Cornwa ll (two) and Cleveland. In Norway, a second-w inter was staying at Li sta, VestAgder, from 17 December onwa rds. In mid-j anua ry, three Ring-billed Gulls L delawarensis we re see n at th e Abra harbour, Bil bao, Spa in, and two at the Carcavelos beach, Li sbon, Portugal; there were many reports in western Europe of sin gle individua ls. In j anu ary, th ree
26 Lesser Scaup / Kleine Topper Aythya affinis, mal e, La Capelière, Cama rgue, Bou ches-du-Rh6ne, France, 14 February 1996 (A rnoud B van den Berg)
Caspian Terns Sterna casp ia we re the first w intering in Sic il y. In Dakhla , Morocco, up to 360 Roya l Terns S maxima we re co un ted during December. A Forster's Tern S forsteri was present in Dorset, England, from 26 December into Febru ary and another at N imm o's Pier, Ga lway, on 20 February. In southern France, up to 40 Whiskered Terns Ch lidonias hybridus we re seen in th e Camargue on 16 Febru ary. In Italy, adult Black Terns C niger in summer plumage we re w in tering in Siracusa, Sicil y, and in th e Ven ice lagoon. If accepted, a Hawk Owl Surnia ulula at Gendringen, Gelderland, on 16-24 December w ill be the third for the Netherl ands and the second for 1995. In Denm ark, one remained at Gribskov, SjĂŠell and. A Nubian Nightjar Caprimulgus nubicus was photographed 50 km sou th of En Gedi, Israel, in j anuary. On 26 jul y 1993, two Pied Kingfishers Ceryle rudis we re recorded at Bu lj ari ca nea r Petrovac, Montenegro (there are on ly four record s for Europe) . If accepted, a reported Redheaded Woodpecker Melanerpes e rythrocephalus nea r Swa nsea, West G lamorga n, Wal es, on 21 November w ill be th e first for the WP. For the third co nsecuti ve w inter, a male Middle Spotted Woodpecker Dendrocopos medius was see n at Vijlenerbos, Limburg, th e Netherl and s, from at least 28 j anu ary into March. In Sweden, eight pairs of White-backed Woodpecker o leucotos bred during 1994, w ith an additional fi ve bein g suspected. A Cliff Swallow Hirundo pyrrhonota stayed on Tresco, Scill y, on 4-5 December. The third Plain Martin Riparia paludicola for Israel was seen at Bet Shea n on 20 Decembe r. A flock of 15 Richard's Pipits Anthus richardi at Sidi R'bat, so uth of O ued M assa, on 4 j anu ary was th e largest for Morocco . In Egypt, a fl ock of 11 was seen at th e Sha rm Farm , so uthern Sin ai, on 20 December. Th e first Olive-backed Pi pit A hodgsoni for Sw itzerl and stayed nea r Bern in mid- Dece mber. A Yellow-headed Wagtail Motacilla (flava) lu tea at Grenchen, Solothurn, on 6 May 1994 was accepted as the first for Switzerland . After first bein g misidentified as a Bohemi an W axwin g Bombycilla ga rru lus, a Cedar Waxwing B cedrorum photog raph ed at Gerd ar, Gu llbrin gusys la, in Ap ril -jul y 1989 was recentl y accepted as th e fi rst for Ice land (B liki 16: 7- 10, 1995). Th e onl y previous WP reco rd co ncerns one photog raphed on Noss, Shetland, Scotland, on 25-26 june 1985 (in Britain, however, it was added to Category D, w hich does not form part of th e British Li st; cf Br Birds 86: 229, 1993) . Th e th ird WP record conce rn s a fi rst-w inter present in a flock of 400 Bohem ian Waxw in gs in Nottin gham, Nottinghamshire, England, from 20 February. The invas ion of Bohemian Waxwings in western Europe included more than 2000 reported during j anuary- Feb ru ary in th e Netherl and s, poss ib ly 10 000 in Britain , and even over 1300 reachin g Ireland. Interesti ngly, there we re also record-breakin g numbers including one flock of 5000 in Newfou ndl and, Canada, during mid-December, wh ich di sappeared during westerl y w in ds, whereas th ere we re several reports from weste rn areas of both
40
WP re p orts Ice land and Ireland during late December before th e mass arri va ls in western Europe later this w inter, suggestin g th at there may have been so me transatlantic arri va ls. The second Grey Hypocolius Hypoco/ius ampelinus for Egypt was a male at Abu Simbel on 16 November, w here it appeared to be accompanied by a female on 8 December. Th e first Wren Troglodytes troglodytes and the first Black-throated Accentor Prunella atrogularis for Ku wa it we re trapped at j ahra on 23 and 28 November. The first Red-flanked Bluetail Tarsiger cyanurus for Israel was w interin g near Zefat from 1 january. An unprecedented influ x of Ring Ouzel TLlrdus torquatus occurred in Britain in the last week of january and in February. Th e third Black-throated Thrush T ruficollis atrogularis fo r the Netherlands was a first- w inter female discovered in Den H elder, NoordHo lland, on 5 j anuary; during its stay until at least ea rl y March, it was seen by 1005 of tw itchers w hil e becoming rather confident bein g fed appl es at roadside gardens during spelI s of severe w inter weath er. In En gland, first-w inter males we re staving at Webheath, Worcestersh ire, from 17 j anuary, at Werrington, Peterborou gh, Cambridgesh ire, from 29 j anu ary and at Bristol , Avon, on 8-9 Febru ary. An autumn report in England co nce rn s an indi vidu al at Red M ires, South Yorksh ire, on 13 November. In Norway, one was seen in Hordaland on 14 December. Three Mistie Thrushes T viscivorus at Las Lagunetas, Tenerife, from 5 j anu ary co nstituted on ly th e second reco rd for the Canary Islands . In th e Netherlands, th e long-stayin g male Sardinian Warbier Sylvia m elanocephala present since 12 November at Egmond, Noord-Holland, survived until at least 26 December. Hume's Yellow-browed Warblers Ph ylloscopus humei we re staving at Iniö, Finl and on 28 November, at Th e H ague, Zuid-Ho ll and, from 19 December to 5 january (its identification bein g mu ch discussed), and at Bois de Sylv i, Crau, Bou ches-du Rh6ne, from 17 j anu ary to at least 17 Febru ary. Intriguin gly, in En gland and W ales, at least 10 Yellowbrowed Warblers P inornatus we re reported during December w ith three remainin g in j anu ary, w hile not a sin gle turn ed out to be a Hume's. In the last week of D ecember, a sin gle obse rver reported two adults and a first-w inter Daurian Jackdaw Corvus dauuricus in a fl oc k of Russian j ackdaws C monedula monedula/soemmerringii in eastern Thüringen, Germ any. A w inter male Brambling Fringilla montifringilla at EI Bai ladero on 4-5 December was the first for Tenerife and the fourth fo r the Canary Island s. Th ere we re severa l in flu xes of Arctic Redpolls Ca rduelis hornemanni in western Europe, incl udin g 120 during December, 125 durin g j an uary and still many during February in Britain . Th e influxes of Pi ne Grosbeaks Pinicola enucleator we re espec iall y not iceab le in Finl and (650 co unted in Tampere in j anu ary) and
Sweden (December). A male staving w ith Comm on Sta rl ings Sturnus vulgaris at Berwa ng near Lermoos, Tirol , A ustri a, at 1600 m altitude, was seen dail y (but not photographed) by a sin gle observer on 13-20 j anu ary. The first Magnolia Warbier Oendroica magnolia for Ice land (th e second for th e WP), found on 29 September at Bakki, was last see n on 7 December. A second for Ice land occurred at Seltjörn, Reykj anes, on 21-23 October. If accepted, a first-w inter White-throated Sparrow Zonotrichia albicollis photographed at Llobregat delta on 7 j anu ary w ill be th e first for Spa in. In Italy, an unprecedented flock of 45-50 Pi ne Buntings Emberiza leucocephalos w intered from November at Bocca di Serch io, Li vo rno, Tosca na, of w hich 13 we re trapped and ringed, and an additional 20 we re discovered further so uth at ri ver mouths alo ng the Tosca na coast during j anu ary. In Belgium, a male was trapped at Machelen, Oost-Vlaanderen, on 9 December. The 11 th for Sweden remain ed at Karlstad, Värmland, from 28 December to late january, and th e 12th was at j önköp in g, Smäland, on 25 -26 j anu ary. In Britain , sin gles stayed at Insh M arshes, Highl and, on 27-28 janu ary, and at Hal esowen, West M idlands, on 6-20 February. Two mal es found in a flock of 250 seedeatin g passerin es at O irsc hot, Noord-Brabant, on 26 Febru ary we re th e 28th-29th for th e Neth erland s; all prev iou s reco rd s since the first in M ay 1873 we re sin gles in October-November. Two Little Buntings E pusilla sta yed throughout the w in ter at Katwijk, Zuid -Ho ll and, from 19 December. For a number of reports, publi cation s in Birdin gWorld , Bird watch, Bliki , Briti sh Birds, Iri sh Bird s, Limi co la, National Geographi c, Orn itho log isc he Beobachter, Vär Fägelvä rld and World Birdwatch we re co nsulted . News from Britain was kindl y supplied by Bird line (089 1700-222 or 0891-700-242) and Rare Bird News (088 1888-111 ). We w ish to th ank Gerard va n Aa lst, Nils An th es, Mindy Baha EI Din, Peter Barthel, j an Benoist, Morten Bentzon Hansen, Bernd de Bruin, Mario Cami ci, Tony Clarke (Ca nary Island s), Yvan Coenraerd s, Andrea Corso, Huub Don, Hugues Dufourn y, Enno Ebels, Zo ltán Ecsedi, Leon Edelaar, Gonça lo Elias, Annika Forsten, Steve Gantlett, Roberto G ildi, Ricard G utiérrez, Ingmar H arry, j eff Higgott, Erlin g jirle, A nto ine jori s, j onathan joy, Yves Kaizer, Rogier Karskens, Guy Kirwa n (OSME), jan va n der Laan, Paul Lehm an, Pierre Le Marechal, Bruce Mactavish, A nthony McGeehan, Richard Millington, Dominic Mitchell, Killian M ull arn ey, Chri s Murphy, Di eter Oelkers, Gera ld Oreel, john Ryan, Bj0rn Einar Sakse id, Aat Schaftenaar, Geert Spa nog he, Gábor Vasuta, Ruud Vlek, Markus Wegst, Ingo Weiss and Steve Young for their help in comp ilin g thi s review.
Arnoud B van den Berg, Ouinlustparkweg 98, 2082 EG Santpoort-Zuid, Netherlands George Sangster, Nieuwe Rijn 27, 2372 JO Le iden, Netherlands
41
Recente meldingen Dit overzicht va n recente meldin gen va n ze ldza me en interessante vogels in Nederl and en Bel giĂŤ bes laat voo rn amelijk de peri ode december 1995-januari 1996. D e vermelde geva llen z ijn merendeels niet geveri fiee rd en het ove rz icht is niet vo lledi g. A ll e vogelaa rs die de moe ite namen om hun waa rnemingen aan on s door te geven wo rden hartelijk bedankt. W aa rn emers va n soorten in Nederl and die wo rden beoordeeld doo r de Commi ss ie Dwaa lgasten Nederland se Av ifaun a wo rdt ve rzoc ht hun waarn emin gen zo spoedi g moge lijk toe te zenden aan: CDN A, Postbu s 45,2080 AA Santpoort-Zuid, Nederl and . Hiertoe geli eve men gebruik te maken va n CD NA-waarnemin gsformuli eren die eveneens verkrij gbaar z ijn bij bovenstaa nd adres.
Nederland DU IKERS TO T VALK EN IJsduikers Ca via immer wa ren aanwez ig va n 2 tot 4 december in de Eemshaven, G ronin gen, en op 13 december bij de Brouwe rsdam, Zuid -Holland. Langsv liegende werden gemeld op 25 december bij W estkapell e, Zee land, op 13 januari bij
Katw ijk, Zuid -Ho ll and, en op 27 janu ari b ij Schevenin gen, Zuid-Ho ll and . W aa rn emin gen va n Geelsnavelduikers C adam sii wo rden ove r het algemeen met ongeloof ontva ngen. De meldin g op 23 en 24 december bij Ma urik, Gelderl and, deed dan oo k we ini g stof opwaa ien. Dat dit moge lijk onterecht was blijkt we l ui t de aanwez igheid va n een onvo lwassen exempl aa r va n 30 december tot 27 j anu ari bij Reeuw ijk, ZuidHoll and . Dit wa s het eerste uitgebreid te bez ichtigen exempl aar in ons land sind s 11 jaa r. Vrij we l all es wat een ve rrekijker kon to rsen heeft deze voge l we l bezocht. Een laat Stormvogeltje Hydrobates pe/agicus werd op 25 december opgemerkt bij Ca mperduin , Noord-H oll and. Kuifaalscholvers Pha/acrocorax aristote /is ve rbleven va n 3 tot 29 december bij de Oostersc heldedam, Zeeland, op 9 december bij Tern euzen, Zeeland, en op 21 j anu ari b ij Hoek va n Ho ll and, ZuidHoll and. D aa rn aast we rden twee langsv liegende gemeld op 27 en 30 janu ari bij Scheveningen. O pvallend is de waa rnemin g va n een Roze Pelikaan Pe /eca nus o nocrota/us die in de midd ag va n 16 j anu ari tot tweemaa l toe ove r Krimpen aan den Ijssel, ZuidHoll and, v loog. Op 22 j anu ari was er nog een melding
27 Geelsnave lduiker / White-bill ed Di ve r Cavia adam sii, Reeuw ijk, Zuid-Holl and, 15 j anu ari 1996 (Peter va n Rij)
42
IOuteh Birding 18: 42-49. februari 19961
Recente meldingen
28 Zwa rtkeellijster / Bla ck-throated Thru sh Turdus ruficollis atrogu la ris, eerste-w inter vrouwtje, Den Helder, Noord-Holl and, 12 j anuari 1996 (RenĂŠ Pop) 29 Kl eine Zilverreiger / Littl e Egret Egretta garzetta, Serooskerke, Zee land , 29 december 1995 (patriek Buys) 30 Grote Pi eper / Ri chard 's Pi pit Anthus richardi, Eij sden, Limburg, december 1995 (Karel Lemmens)
43
Recente m eldingen bij Noord w ij k, Zuid-Holland . Max imaa l 10 Kwakken Nycticorax n ycticorax bl even tot ten min ste 20 janu ari aanwez ig bij Veere, Zee land . Met de Kleine Zilverreiger Eg re tta ga rzetta was het een aflopende zaa k: op 8 december bij Den Helder, Noord-Holl and ; va n 10 december tot 2 janu ari (minim aa l twee) in de omgevin g va n de Schelphoe k, Zee land ; op 10 decem ber bij het Veerse M eer, Zee land ; tot 22 december bij Brouwe rshaven, Zee land ; op 17 december (éé n) en 19 j anu ari (twee) in het Markiezaatsmeer, Noord-Brabant; op 17 december b ij O uwe rkerk, Zee land; op 20 decembe r (v ij f) b ij Sint-Philipsland, Zee land; en op 16 janu ari op Th o len, Zee land. O p 5 j anu ari werd een dood exempl aa r gevonden bij W estensc houwen, Zee land. Er we rden 14 Grote Zilverreigers E a/ba doorgegeven, met tweeta ll en bij Noord eloos, Zuid-Holl and, en N uland, Noord-B rabant. De aa nwez igheid va n een Purperreiger A rdea p urpurea op 5 december bij de Korendijkse Slikken, Zuid-Ho ll and, viel duidelij k bui ten het se izoen. Dit kan oo k gezegd worden va n een Lepelaar P/ata /ea /e ucorodia op 23 janu ari bij het Veerse M eer. Flamingo's Phoenicopterus ruber roseus en Chileense Flamingo's P chi/ensis we rden gez ien op 16 j anu ari (één respecti eve lijk 43) bij de Philipsdam, Zee land, en op 19 janu ari (drie respecti evelijk 26) bij het Marki ezaatsmeer. Het ve rm elden waa rd is de waa rnemin g va n 2100 naar het noo rden v liegende Kleine Rietganzen Anser brachyrhynchus op 14 janu ari bij Westkapelle. Dwergganzen A erythropus verbl even tot 16 december (zeven) bij Strij en, Zuid-Ho ll and ; tot 2 december (10) bij Anjum, Fri es land ; op 28 december en 21 janu ari bij Goedereede, Zuid-H oll and; va n 5 tot 11 december bij Vught, Noord-Brabant; va n 6 tot 21 j anu ari (max im aa l 10) bij Burgerv lotbrug, Noord Holl and ; op 15 j anuari (twee) bij het Hard erbroe k, Fl evo land; op 23 j anu ari in de Sprin gerpolder ten noo rden va n de Brouwersdam ; en va n 27 tot 29 j anu ari in de Ooijpo lder, Ge lderland. De exempl aren va n Burgervlotbrug wa ren alle onvo lw assen, geringd en ve rgeze ld door hun Brandga ns Branta /e ucopsis 'ouders' . De Ross' Gans A rossii we rd niet all een gezi en bij de Pl aat va n Scheel hoe k, Zuid-Holland, maar op 27 janu ari oo k bij Somm eisdijk, Zuid -Holl and. Na een losse waa rn eming op 10 december op Wi erin gen, Noord-H oll and, brak op 3 1 december een ongekende invas ie va n Witbuikrotganzen B bern ic/a hrota los . In totaa l werd en c 275 langsvliegende exempl aren aan de ku st gez ien. Een globale optelso m va n de ter pl aatse aa nwez ige exempl aren levert een totaa l va n ten min ste 4 75 op. U itzonderlijk wa ren de waa rnemingen va n 14 voge ls va n 6 tot 13 janu ari tu sse n Lop ikerkapel en N ieuwegein, Utrec ht, en va n dri e op 22 en 23 janu ari b ij Ve lp, Gelderl and. De grootste aa nta llen we rd en gez ien op Wi erin gen (c 100), aa n de westkust va n Fries land (c 90), bij Camperduin (maxim aa l 96) en in het Deltagebi ed (ruim 11 0) . Zwarte Rotganzen B b n ig ricans ve rbl even va n 2 tot 18 j anu ari (twee) op Texe l, NoordHoll and, op 9 j anu ari bij O ud -Vosse nmeer, Zee land, op 13 j anu ari bij de Fl aauwe rs Inl agen, Zee land, op 16 janu ari bij de Philipsdam en op 21 j anu ari bij A nju m . In totaa l we rden 14 Roodhalsganzen B ruficollis doo r-
44
gegeven. Naa r verlui dt ve rb leef voo r 22 j an uari een Amerikaanse Smient A nas am ericana bij O lst, Overij sse l. Voo rda t hij eventuee l va n de Nederl and se lij st wo rdt afgevoerd , w illen we graag nog de Bronskopeend A fa /cata verm elden die op 7 decem ber wee r aanwez ig was in de AW-duin en, Noord -Ho ll and . Witoogeenden Ayth ya n yroca zwomm en tot 25 december (max im aa l twee) bij Eij sden, Limburg, va n 9 tot 28 dece mber in de AW -d uinen, va n 23 tot 26 decem ber in Amsterd am, Noord-Ho ll and, op 24 december in de Lauwe rsmeer, G roningen, en va n 14 tot 30 j anu ari bij Eindh ove n, .Noord-Brabant. De tweede Kleine Topper A affinis voo r Nederl and - een adul t mannetje - we rd op 13 janu ari kortstondi g waa rgenomen bij LelystadHaven, Fl evoland. Een vrouw tj e Koningseider Som ateria sp ectabi/is zo u op 6 december gez ien z ijn bij Schevenin gen. O pva llend is het grote aantal Rode Wouwen Mi/ vus m i/vus dat deze w inter we rd gemeld : in totaa l 14. Ook we rden niet minder dan 12 Zeearenden Ha/iaeetus a/bicilla in Nederl and gezien, met een adult op 21 december bij Eij sden en va naf 24 decembe r bij Roe rm ond, Limburg, en op 28 j anu ari een adult ove rv liegend in de HW-duinen, Zuid -Ho lland, en mee rdere onvol wasse n voge ls in de omgevin g va n de Ventjagerspl aten, Zuid -Holl and, en de Korendij kse Slikken (minim aa l drie) en twee aan de zuidkant va n het Ve lu wemeer, Gelderl and. Er wa ren meldin gen va n Steenarenden Aqui/a chrysaetos half december bij O sse ni sse, Zee land, en op 20 janu ari in het Lauwersmeergebi ed . HOEN DERS TOT A LKEN
Een ve rd waa lde Kwartel
Coturnix coturnix werd op 22 janu ari gez ien bij Den Oever, Noord-H oll and. Het matige naj aar voor Kraanvogels Grus grus werd afges loten met meldingen va n 43 op 3 december over de Strabrechtse Heid e, Noord Brabant, en 19 op 4 december ove r de Fl aauwe rs Inlagen. Een Kleine Trap Tetrax te trax v loog va n 29 december tot 2 janu ari rond in de omgev ing va n de Mokbaa i op Texel. Een Grote Trap O tis tarda we rd op 8 decem be r doo r slechts één waa rn emer gez ien bij Bod egraven, Zuid-Holl and ; daa rn a kreeg de meute een herkansin g in de vo rm va n een bijn a adult mannetj e dat va naf 13 j anu ari verbl eef b ij Ro lde, D renthe. Een exceptionele waa rn eming va n een Regenwulp N umenius phaeop us geschiedde op 22 j anu ari bij Tern euzen. Een Rosse Franjepoot Pha/aropus fu/icaria we rd op 2 j anu ari gez ien b ij Ca mperduin . Er wa ren meldingen va n Kleine Burgemeesters Larus g /aucoides op 25 december bij 001, Limburg, en op 14 janu ari bij Stevenswee rt, Limburg. D e gehele pe ri ode ve rbl eef de adulte Grote Burgemeester L h yperbore us bij de Brouwe rsdam; vo lgens ingewijden slaapt deze voge l bij de stortpl aats va n de Schelph oek . Ve rder wa ren er waa rnemin gen op 9 december bij Katw ij k en op Texel; va n 23 december tot 13 j anu ari va n een adult op Tersc hellin g, Fri es land ; va naf 6 j anu ari va n een adult in Den Helder; op 16 janu ari in V li ss in gen, Zee land ; en op 23 j anu ari bij de Vee rse Dam, Zee land. Op 30 december we rd een dode adult gevonden in Schevenin gen. D e laatste Witwangstern Ch/idonias h ybridus
Recente meldingen
31 Provençaalse Grasmus / Dartford Warbier Sylvia undata, Westkapelle, Zeeland, 1 december 1995 (frik Sanders) 32 Dwerggors / Little Bunting fmberiza pusilla, Katwijk, Zuid-Holland, 25 december 1995 (RenÊ van Rossum) 33 Humes Bladkoning / Hume's Yellow-browed Warbier Phylloscopus hl/mei, Den H aag, Zuid-Holland, 29 december 1995 (Peter van Rij) 34 Witstuitbarmsijs / Arctic Redpoll Carduelis homemanni exilipes, Lopik, Utrecht, 5 februari 1996 (Roef Mulder) 35 Witbuikrotganzen / Pale-bellied Brent Geese Branta bernicla hrota, Neeltje jans, Zeeland, 2 januari 1996 (Peter L Meininger)
45
Recente meldingen
46
Recente m eldingen va n Den Oever was daar nog tot 3 december, vergeze ld va n een Zwarte Stern C niger. Een Zwarte Zeekoet Cepphus grylle v loog op 13 j anu ari langs Camperduin. Kleine Alken Alle alle wa ren nog tot 4 december aanwezig op Terschelling (twee), op 24 december bij de Oosterscheldedam en op 28 december bij de Brouwersdam, en op 23 janu ari werden er vier gez ien op 20 mijl ten westen va n Texel. U ILE N TOT GORZEN Voor de tweede keer in 1995 was er een melding va n een Sperweruil Surnia ulula in ons land, en wel va n 16 tot 24 december bij Gendringen, Gelderland. Een vee lbezochte Hop Upupa epops ve rbleef vanaf 8 december bij Katwijk. Een ander exemplaar werd op 31 december gez ien op Texe l. Voor het derde opeenvolgende jaar werd in het Vijlenerbos, Limburg, een adult mannetje Middelste Bonte Specht Dendrocopos medius waa rgenomen, dit keer va naf 28 janu ari . Een late Boerenzwaluw Hirundo rustica vloog op 3 december bij Westkapelle. Een overwinteringsgeva l van de Grote Pieper Anthus richardi vond plaats bij Eijsden, waar va naf begin december tot 16 janu ari een exemplaar verbleef. Niemand kon vermoeden dat met de waa rnemin g va n twee Pestvogels Bombycilla ga rrulus op 9 december op Terschelling een gedenkwaa rdi ge in vas ie van deze soort begon. Tot de jaa rw isseling waren er nog slec hts acht meldin gen van in totaal 15; daarna werden er tot 18 januari 90 gemeld en va naf 19 januari begon de echte toevloed. Tot het ei nd va n de maand kwa men nog eens c 850 exempl aren binnen op de Dutch Birding-vogellijn (en ook vee lal op de semafoons!), met als absolute topdag 27 januari met in totaal 245. In febru ari namen de aa ntallen nog sterk toe met groepen tot meer dan 130 exempl aren (wordt vervolgd .. .). Een Waterspreeuw Cinc/us cinc/us was in januari nog steeds aa nwez ig in de AW-duinen. Een leuke fenologie-tik had een waa rnemer in Leeuwa rden, Fri es land, waa r op 10 januari een Beflijster Turdus torquatus zat. Een goed begin va n het nieuwe j aar en de beste soort va n deze periode was het eerste-wi nter vrouwtje Zwartkeellijster T ruficollis atrogularis (derde voo r Nederland) dat va naf 5 j anu ari in Den Helder verbl eef. Vooral in de eerste dagen na de ontd ekkin g verli ep de zoe ktocht naar deze soo rt gladj es. Voor de vo lledi gheid ve rmelden we hier dat de Provençaalse Grasmus Sylvia undata van Westkapelle
daar tot 3 december verb leef. Ook de Kleine Zwartkop 5 m elanocephala va n Egmond-Binnen, Noord-Holland, was nog gewoon aanwez ig, getui ge de waa rn em in g op 26 december. Er was een late Braamsluiper 5 curruca op 7 december bij Lauwersoog, Groningen. De ve le waa rnemingen va n Zwartkoppen 5 atricapilla deze winter kunn en te maken hebben met de overv loed aan bessen. Een bladkoning Phylloscopus die va n 17 dece mber tot 3 janu ari aanwez ig was in Den Haag, Zu idHoll and, we rd door sommigen gedeterminee rd als een Bladkoning P inornatus, door anderen echter als een Humes Bladkoning P humei. Er was een meldin g va n een va ngst va n een Bruine Boszanger P fuscatus op 30 december bij Ijsse lstein, Utrecht. Siberische Tjiftjaffen P collybita tristis we rd en gezien va n 11 tot 23 december (twee) bij Huize n, Noord-Holland, en op 18 en 19 december bij Woerden, Utrecht. Algemener dan de meeste jaren was de Notenkraker Nuci fraga caryocatactes: de gehele periode in Veenendaal, Utrecht; tot 22 j anu ari in Ede, Gelderland; op 7 december v ier bij Sellingen, Groningen; op 2 j anu ari bij Geldrop, NoordBrabant; op 3 j anu ari bij Noordlaren, Groningen; op 6 janu ari (drie) bij het Robbenoordbos, Noord-Holland; op 8 januari bij Castricum, Noord-Holland; en op 11 janu ari (v ier) bij Middenmeer, Noord-Holland. De Huiskraaien Corvus splendens waren nog aanwez ig bij Hoek van Ho lland (twee) en bij Renesse, Zee land. Een gezelli ge groep va n meer dan 50 Europese Kanaries Serinus serinus ve rbl eef rond de kerstdagen in Maastricht, Limburg. Analoog aa n de ve le waa rn emingen elders in Europa werd en ook in Nederland Witstuitbarmsijzen Carduelis homemanni vastgesteld. Wa arnemingen - soms met de bekende determin ati eprobl emen - we rden gedaa n tussen 11 december en 14 januari (in totaa l 6) op Tersc hellin g; op 13 en 14 december bij de Brouwersdam; op 17 december bij Huizen; op 2 1 december bij Grave, Noord-Brabant; op 24 december bij Enschede, Overijssel; op 18 j anu ari bij Wageningen, Gelderland; op 19 januari bij Ooijen, Limburg; va naf 27 januari bij Lopik, Utrecht; op 28 janu ari bij Voorschoten, Zuid -Holl and ; en va naf 29 janu ari (drie) bij Baarn, Utrecht. Vanaf 18 december ve rbl eve n twee Dwerggorzen Emberiza pusilla langduri g bij Katwijk. Grauwe Gorzen Miliaria ca landra waren aanwez ig op 9 december (25) en 22 janu ari (21) bij Nummer Eén, Zee land.
Ruud M van Dongen, Albertusstraat 4, 5267 AD Vught, Nederland Remco Hofland, Koningstraat 23A, 23 76 CC Leiden, Nederland Peter W W de Rouw, Warande 23, 3705 ZB Zeist, Nederland
36 Pestvoge ls / Bohemian Waxwings Bombycilla garrulus, H aa rl em, Noord-Holland, 6 februari 1996 (Harm Niessen) 37 Witwangstern / Whiskered Tern Chlidonias hybridus, Den Oever, Noord-Holl and, 12 november 1995 (Harm Niessen) 38 G rote Trap / Great Bustard Otis tarda, Rolde, Drenthe, 19 j anu ari 1996 (Roef Mulder) 39 Kleine Trap / Little Bustard Tetrax tetrax, Texel, Noord-Ho ll and, 29 december 1995 (Re né Pop) 40 A merikaa nse Sm ient / American Wigeon Anas america na, Kallo-Doel, Oost-Vlaanderen, 4 j an uari 1996 (pa trick Buys)
47
Recente meldingen
België DU IKERS TOT VALKEN Langs Oostend e, W est-Vl aanderen, trok op 9 december een IJsduiker Cavia im mer. Va n 10 tot 21 janu ari ve rtoefde een ju veniele voge l in de Spui kom te Oostende. Va n 20 tot ten min ste 30 december vertoefden max im aal twee onvo lwasse n Kuifaalscholvers Pha/acrocorax aristote/is in de haven va n Zee brugge, W est-V laa nderen. O p 26 december was er één aanwez ig te Oostende. Leuk was de co nce ntrati e va n 11 Roerdompen Botaurus stellaris te Harchies, Hain aut, half december. Op 15 dece mber verbl eef een adulte Kwak Nycticorax n ycticorax bij Bee rn em, W estVl aanderen, op 25 december een onvo lwasse n voge l bij Sint-Jan-in -Eremo, Oost-V laanderen, en op 26 dece mber een adulte en drie onvo lwasse n bij Bru gge, W est-V laanderen. De W est-Vlaamse waa rn emingen hebben we lli cht betrekking op voge ls va n de verw il derde Zw in-popul ati e. Eéndagswaarn emingen va n Kleine Zilverreigers Egretta garzetta gebeurden te Genappe, Brabant, op 9 december; W aregem, W estVl aanderen, op 10 december; Gent, Oost-V laanderen, op 7 j anu ari ; en Brugge op 13 janu ari. De voge l die op 17 en 30 decem ber te Ka llo-Doel, O ost-V laanderen, werd waa rgenomen, werd daa r op 2 j anu ari dood opgeraapt. In het gebi ed te Li ssewege-Dud ze le, W estV laa nderen, ve rbl even er tot te n min ste 30 janu ari max im aal vier en in Het Zw in te Knokke, W estV laanderen, wa ren er max im aa l zeve n tot 23 decem ber. D e Grote Zilverreiger E a/ba te H archi es we rd nog tot ten min ste 21 janu ari gez ien en het exempl aar va n Puii e, Antwerpen, tot 15 december. A ndere verbl even va n 8 tot 15 december bij Raveis, Antwerpen; op 25 december te H arelbeke, W est-Vlaanderen; op 27 december kortstondi g te Kall o-Doel; en va n 5 tot 9 j anuari in Terl o bij Kasterl ee, A ntwerpen. De voge l van 14 tot 25 j anu ari te Hoegaa rd en, Brabant, was waa rsc hijnlij k dezelfde als die va n Neerij se, Braba nt, op 7 januari. Van 9 tot 30 janu ari wa ren vier à v ijf voge ls weer aa nwez ig te Reti e-Lill e, A ntwe rpen. Va n 13 tot 16 j anu ari ve rb leven max im aa l v ier Dwergganzen Anser erythrop us in de Uitkerkse Polders, W est-Vl aanderen, en op 28 janu ari was er één in Zeeb ru gge-Achterhaven. O p 16 december werden drie Kleine Canadese Ganzen Branta ca nadensis ssp gez ien bij Het Zw in te Kno kke en op 13 janu ari ve rb leef er één bij Damm e, West-V laanderen. De eerste zes Witbuikrotganzen B bern ic/a hrota zaten va n 5 tot 21 janu ari te Oostend eBredene (meer dan lO op 8 j anu ari ). D aa rn a wa ren er nog twee te W enduine, W est-Vl aa nderen, op 6 janu ari en max im aal 20 in de Ui tke rkse Polder va n 7 tot 16 janu ari. Terw ijl in het Gentse een ontsnapte Roodhalsgans B ru ficollis ronddoo lde, liepen er op 27 december bij N ieuw mun ster, W est-V laa nderen, twee 'echte' en op 30 december één bij Wenduine. H et eerste-winter mannetj e Amerikaanse Smient Anas america na dat va n 4 tot 5 janu ari werd gez ien te Ka ll o-Doe l was vrij we l ze ker dezelfde voge l die in november b ij A ntwe rpen, A ntwerpen, we rd waargenomen. M et 29 gemelde exempl aren deed de Krooneend Netta ru fina het meer dan behoorlij k (beperkte dubbeltellin g niet uitgesloten),
48
de v ij f va n Gent zo rgden voo r de hoogste co nce ntrati e. Het mannetje Ringsnaveleend Ayth ya collaris verbleef nog de hele peri ode op Bl ok kersdijk, A ntwerpen, en omgevin g. Een verm oedelijke hybride Ringsnavel- x Kuifeend A collaris x fu/igu/a zwom op 2 janu ari b ij Dendermonde, Oost-Vlaanderen. Ma nnetj es Witoogeend A nyroca zwomm en te Schul en, Limburg, va n 10 tot 13 december; te Lier-Du ffe l, A ntwerpen, va naf 4 janu ari ; en te N in ove, Oost-V laanderen, op 28 janu ari. Een mannetj e en een vro uwtje wa ren va n 4 tot 7 j anuari aanwez ig in het Mec hels Broe k, A ntwerpen, en op 30 janu ari te Walem, A ntwerpen. Ook het ontsnapte mannetj e va n de Gentse Ka naalzo ne b leef nog de hele peri ode aanwez ig. Hybride Witoog- x Tafeleenden A nyroca x rerina we rden opgemerkt te Li er-Duffel (twee) en te Belse ie, Oost-Vl aa nderen. Er we rden Rode Wouwen Mi/vus mi/vus waa rgenomen te Wechelderza nd e, A ntwe rpen, op 7 december en te Knokke op 5 j anu ari. Van 5 tot ten min ste 18 december pl eisterde een Zeearend Ha/iaeetus a/bicilla bij Virell es, Hain aut. De adult va n Limburg, Nederl and, stak op 21 december even de grens ove r bij Eben- Emael, Limburg. M oge lij k we rd dezelfde vogel op 27 december enkele malen gezien bij Oph oven, Limburg. De sc haa rse waa rn emin gen va n Ruigpootbuizerds Buteo /agopus kwa men va n Ronse, Oost-Vl aanderen, op 8 december; Schul en op 27 janu ari ; en Stalhill e, W est-Vl aanderen, op 30 j anu ari. Boven H et Zw in te Kn okke v loog op 16 december een grote valk Fa/co va n het Gierva lk F rustico /us-type. Er we rden ten min ste 22 versc hillende Slechtvalken F peregrinus gemeld. HOEN DERS TOT GORZEN Op 1 december vlogen 23 Kraanvogels C rus grus ove r Houthalen, Limburg, en ac ht over Ekse l, Lim burg, op 2 december 63 ove r Neerpelt en Ac hel, Limburg, en 80 over H asselt, Limburg, en op 3 december 39 ove r Lochri sti , O ost-V laanderen. D aa rn a duurde het tot 30 december voo rd at de vo lgende v ijf exempl aren over Di epenbeek, Limburg, vloge n. O p 2 decembe r werd kortstond ig een Gestreepte Strandloper Ca /idris me/anotos gez ien te Oostend e. Van 1 tot 6 janu ari ve rbl eef een eerste-w inter Rosse Franjepoot Pha/aropus fu/ica ria te Oostende, en op 31 j anuari we rd de voge l herontdekt op het kanaa l Oostende-Bru gge. O p 7 janu ari pl eisterde er een in Het Zw in te Kn okke. Langs Oostende trok op 9 december nog een Middelste Jager Stercorarius pomarinus. De negen waa rnemin gen va n Zwartkopmeeuwen Larus me/anocepha/us gebeurden te Drongen, Oost-V laa nderen; Gent; H arelbeke; Klui zen, Oost-Vl aanderen (twee), M ari akerke-Oostend e; N im y, Hain aut; Stabroek, Antwe rpen; en Zeebru gge. O p 16 december was een adul te Grote Burgemeester L hyperboreus aanwez ig in de Voo rh aven va n Zeebrugge en op 19 december een eerste-winter. Een Kleine Alk A lle alle zwo m op 8 december in de Ac hterh aven te Dudze leZeebrugge en op 9 december vlogen er acht langs Oostende . Tot grote ve rrass ing va n enkele inwo ners va n Ti elrode, Oost-Vl aa nderen, streek op 13 december een Oehoe Bubo bubo neer in hun tuin. De voge l was o ngeringd en had een ontstekin g va n de slijm v liezen;
Recente m eldingen hij zal na verzorg in g worden uitgezet in het broedgebi ed in de Ard ennen. De in totaal 38 Pestvogels Bombycilla garrulus va n deze period e wa ren ve rspreid ove r Baasrod e, Oost-Vl aanderen; Bl ankenberge, W estVlaanderen (drie); Bredene; Broec hem, Antwerpen (ac ht); De H aan, W est-Vl aanderen; Duffel (twee); Ekeren, Antwerpen (twee); Gent (twee); Houtave, W estVl aa nderen; Kapellen, Antwerpen (10); Knokke (twee); Oostende; Oostkamp, W est-Vl aanderen (twee); en Zeebru gge. Een op 13 december in Duffel gemelde Roodkeellijster Turdus ruficollis ruficollis we rd slechts kortstondi g gez ien en helaas niet teru ggevonden. Op 7 janu ari dook enkele malen een Bruine Boszanger Ph ylloscopus fus ca tus op in de tuin va n een vogelaa r te Bl ankenberge. Interessant was de w aarnemin g va n een Pimpelmees Parus caeruleus met de kenmerken van de Noord-Afrikaanse ondersoort P c u/tramarinus bij Wuu stweze l, A ntwerpen, op 17 december. Bij H archies w erden op 13 j anu ari drie Buidelmezen Remiz pe ndulinus opgemerkt. Russische Kauwen Corvus monedula m onedula/soemmerringii ve rbl even op 18 dece mber
bij Klui ze n en op 23 december bij Wenduine. Een Witstuitbarmsijs Carduelis hornem anni te Zeebru gge op 26 december w as - alwee r - wegge legd voo r slechts één waa rnem er. O p 9 december we rd een Witkopgors Emberiza leucocephalos geringd bij M achelen, Oost-Vlaanderen; de voge l werd hier de vol gende dag losge laten maar niet meer waa rgenomen. Op 31 december w erd op dezelfde plaats een Dwerggors E pusilla geva ngen. Nog een exempl aar ve rbl eef op 10 december kortstondi g op het Schietve ld bij Brecht, A ntwe rpen. Deze waarn emin gs lij st kwa m tot stand met medewerking va n Yves Bapti ste (H arelbeke), Peter Coll aerts (Ti enen), Frank Descheemaeker (MERG US), Hugues Dufourn y (H ain aut), Koen Leysen (Schul en), Dirk Symens (VLAVICO) en Will y Versc hueren (Linkeroeve r). O ok de hulp va n diegenen die (hun) waa rnemin gen meedeelden op de Belgisc he Dutch Birdingvogellijn (0 3-4880194) was hier onontbeerlijk.
Cerald Driessens, Bosstraat 44, 2500 Lier, België
DB Actueel Twitching in Nederland in 1995 Kan het nog gekker. .. ? Dat is de v raag die vee l voge la ars zich zullen stellen als ze terugkijken op het vogeljaar 199 5. Na een wat moeiza me start haastte soortenj agend Nederl and z ich va n half apri I tot eind nove mber vrij we l zo nder adempauze va n nieuwe soort naa r nieuwe soo rt. Hieronder bevonden zich v ie r nieuwe soorten voor Nederl and en zes tweede gevall en. Da arm ee we rd 1995 zonder tw ij fel het beste voge lj aar ooit. Het lijkt erop dat de toename van het aa ntal voge la ars en hun kenni s, de 'doo rbraa k' van een nieuwe generatie voge laa rs en de sterk ve rbeterd e communi cat ie dankz ij de nieuwe 0 6-apparatuur, za ktelefoon s en de v ie r semafoongroepen het voge len in Nederl and stru cturee l op een hoge r ni vea u hebben gebrac ht. De voorlopi ge balans komt ui t op ruim 335 vastgestelde soorten, ve rge lijkbaa r met 1994. Naast kwa ntiteit en kwa liteit kende 1995 nog een bijzo nder aspect. Nog nooit wa ren in een jaar zovee l goede soorten zo kort 'beschikbaar' . Vaa k was er maa r enkele uren tijd voo rd at de vogel ve rdwenen was of de dui sterni s viel; mede hierdoo r z ijn er maa r we ini g voge laars die in 1995 niet één of meer soorten gemi st hebben. Januari begon gelijk heftig; op 5 j anu ari ontdekten Michel Kapoe n en Pi et va n M eerkerk de tweede Forsters Stern Sterna forsteri voo r Nederland bij Kinderdijk, Zuid -Holland. De waa rn eming va n een eveneens niet-tw itchbare Rin gsn ave lm eeuw Larus dela warensis bij Stevensweert, Limburg, op 8 j anu ari is reeds doo r de CDNA aanvaard (derd e geva l). De eerste Grote Geelpootruiter Tringa m e/anole uca voo r Nederl and, ontdekt door Jan Goedbloed, zat op 15 j anu ari een
[Ou/eh Birding 78: 49-52, februari 7996[
uurtje bij Grijpskerke, Zee land ; later zou all es gelukki g nog goed kom en met deze soo rt. Op dezelfde dag we rd door Jan Coldewey een Steenarend Aquila chrysaetos gefotografee rd bij Epse, Gelderland. Overblij vers uit 1994 wa ren in janu ari de Kl eine Topper Ayth ya affinis bij Veere, Zee land, en later bij Middelburg, Zeeland (in maart-mei dook deze voge l weer op in Veere en daarn a nog in Sas-va n-Gent, Zee land), de verdachte Siberische Talin g A nas formosa bij Broekhui ze nvo rst, Limburg, en de af en toe gemelde Blauwv leugeltaling A discors in de AW-duin en, Noord-Holl and. Een Middelste Bonte Specht Oendrocopos m edius op 18 febru ari bij kasteel Heeswijk, Noo rd -Brabant, is doo r de CD NA aa nvaa rd. Op 13 maa rt vloog een Cirl gors Emberiza cirlus tegen een raam in Hooge rh eid e, Noord-Brabant; dit betekende het v ijfde geva l en de derde niet-tw itchbare in v ie r jaar tijd. De vo lgende klapper (e n mi sse r) kwa m op 2 april toe n Hans va n de Laar in Brunssum, Limburg, een Sperwe ruil Surnia ulula fotografeerd e en daa rn a nooit meer terugzag (tweede geva l). De eerste helft va n april bood als troost max ima al twee A merikaanse Win te rtalingen A crecca ca rolinensis in de Lauwe rsmeer, Gronin gen, een Rin gsnaveleend A collaris bij O nderdijk, NoordHoll and, en een Dw erggors E pusilla bij Breeza nddijk, Fri es land. Op 20 april werd een ove rvliegende O ehoe Bubo bubo bij G revenbi cht, Limburg, gemeld (maar nog niet in gediend). O p dezelfde dag begon de lange reeks va n succesvo ll e tw itches, toen A lain Kind de Grote Geelpootruiter herontdekte in De Braakm an, Zee land . Tot ver in mei we rd deze voge l hi er af en toe gez ien.
49
OB Actueel Op 3-7 mei verb leef een pas later bekend gemaakte (en nog niet in ged iende) Steppevorkstaartplevier Glareola nordmanni op Texel, Noord-Holland; het is inmiddels ruim 10 ja ar geleden dat deze soort voor het laatst twitchbaar was. 4 Mei was de onbetwiste topdag van 1995; bij Katwijk aan Zee, Zuid-Ho ll and, dook de derde Daurische Kauw Corvus dauuricus voo r de WP op (n ieuw voor Nederland) en tegelijkertijd werd een mannetje Izabelkl auwier Lanius isabellinus o ntdekt op Texel. Snelle reageerders konden beide soo rten nog voor donker 'scoren' . De klauwier was de vo lgende dag weg; de kauw bleef tot 6 mei in Katwijk, dook op 7 mei even in Den Haag, Zuid-Holland, op en werd tenslotte op 13-15 mei bij Scheveni ngen, Zu id-Ho ll and, gez ien. Later bleek de voge l al op 1 mei bij Hargen aan Zee, Noord-Holland, gez ien te z ijn, zodat dit geva l al met al ve le ontdekkers kent. Een Witoorspreeuw Sturnus cineraceus eveneens op 4 mei bij Breskens, Zee land, had de goede datum uitgekozen om de discuss ie over zijn al dan niet w ilde herkomst geanimeerd te houden. Op 5 mei werd bij Katwijk in all e vroegte een langsvliegende adulte Lachmeeuw Larus atricilla gezien, waarmee deze soort een zoveelste moeizame poging doet om zich op de Nederlandse lij st te plaatsen en dezelfde dag en plaats leverden een fraaie Kortteenleeuwerik Ca landrella brachydactyla op. Een dag later werd Nederland ve rrijkt met drie ve rspreide Baardgrasmussen Sylvia cantillans, zodat deze soort eindelijk weer eens goed twitchbaar was. Op 8 mei ontdekte Arend Wassink zijn tweede Kleine Zwartkop 5 melanocephala in de tuintjes op Texel, die daar een week aanwezig bleef (zesde geval). Grote Grijze Snippen Limnodromus scolopaceus werd en in mei bij Bergen op Zoom, Noord-Brabant, en Petten, NoordHolland gez ien. Verspreid in mei werden drie Westelijke Bergfluiters Phylloscopus bonelli gemeld . In het la aste weekend van mei werd en nog enkele Baardgrasmussen gevonden. Een dag later, op 29 mei, ontdekte Johan Buisman twee Vorkstaartplevieren G pratincola bij Lutj ebroekerweel, Noord-Holland, die daar tot 31 mei werden gezien. 30 mei leverde de tweede Kortteen leeuwerik van het voorjaar op, bij Breezanddijk. Op 2 juni vo lgde weer een hectische dag met een vro uwtje Perzische Roodborst Iran ia guttura lis in de Katwijkse Zuiddui nen, Zu id -Holland, ontdekt door Jaap Dijkhuizen (tweede geva l) en later op die dag een mannetje Bruinkopgors E bruniceps bij de Slikken va n de Heen, Zeeland. In juni bleek de waarnemi ng van een Noordse Nachtegaal Luscinia luscin ia in Flevoland de aanzet voo r het eerste broedgeval in Nederland. Bijna even ze ldzaam was het broedgeva l van een Hop Upupa epops in Noord-Brabant. In mei-juli werden onde r andere twee Ralreigers Ardeola ralloides en (slechts) twee Breedbekstrandlopers Limicola falcinellus gez ien. In dezelfde periode werden drie Orpheusspotvoge ls Hippolais polyglotta gemeld (gevo lgd door een in september). De zomer bood we inig gelegen heid om op adem te komen. Op 24-25 juni bevond zic h een Grote Franjepoot Phalaropus tricolor bij de Wevers Inlaag, Zeeland. Vanaf 9 juli bevond zich ruim twee weken een Steppekievit Chettusia gregaria langs de Hollandse Kade bij Kamerik, Utrecht. Midzomer-topper was de van 13 tot c 26 juli pleisterende donkere Dwergarend Hieraaetus pennatus op de Hoge Veluwe, Gelderland
50
(derde geva l). Deze eerste twitchbare Dwergarend was ontdekt door N iels Gilissen. Op 28-29 juli verb leef een juveniele Kuifkoekoek Clamator glanda rius op Schiermonnikoog, Friesland, die dankzij het geval uit maartapri l 1994 maar bitter wei ni g belangstelling ten deel viel. Eind juli-begin augustus we rd zoals gebruikelijk een aantal Vale Pijlstormvogels Puffinus mauretanicus gezien, waaronder net als in 1992 een voge l langd uri g ter plaatse bij Camperduin, Noord-Holland. Op 6 augustus zagen Tom van der Have en Guido Keijl gedurende c 30 min de derde Kleine Geelpootruiter T flavipes voor Nederland bij Petten. Tot de meest bizarre ornithologische gebeurten issen uit onze geschiedenis behoort de Bulwers Stormvogel Bulweria bulwerii die in de ochtend van 21 augustu s enkele uren boven de Westplaat, Zuid-Ho ll and, vloog. Deze eerste waarnem ing voor Nederl and plaatste Aat Schaftenaar en zijn Wageningse vrienden gel ijk stevig op de rangl ijst van ontdekkers va n zeldzame soorten. Vanaf eind augustus werden opva llend vee l Vorkstaartmeeuwen L sabini gez ien (c 36), waaronder enkele adu lte. Begin september bracht eindelijk weer eens een twitchbare Grauwe Fitis P trochiloides, door Teus Luij endijk en Arnold Meijer ontdekt bij Katwijk. Deze periode v iel verder op door maar liefst v ier Wilgengorzen E aureola, waaro nder de eerste twitchbare op het vasteland, bij Westkapelle, Zee land, op de 12e. Spectaculair en zeer onverwacht was de door Peter Waanders ontdekte Havikarend H fasciatus op de uitgestrekte Vliehors op Vlieland, Friesland. Deze vogel werd hi er op 17-20 gez ien en vloog de laatste dag over Texel naar het zuiden (tweede geva l). Door logistieke problemen was deze vogel ondanks het dagenlange verblijf lan g niet voo r iedereen twitchbaar. De Westelijke Bergfluiter op de Maasvlakte, Zu id-Holland, op de 17e kreeg door dit roofvogelgeweld wat minder aandacht en Arend Wassinks Kleine Spotvogel H caligata op Texel op de 1ge was te snel weg om veel (pos itieve) aand acht te krijgen. De 'raadselstrand loper' Calidris bij Groote Keeten, Noord-Holland, op 21-25 september zorgde voor vee l verwarring en naar het zic h laat aanzien niet voor een nieuwe soort voor soortenjagend Nederland. Gerald Driessens ontdekte op 25 september een Citroenkwikstaart Motacilla citreola bij Petten die tot de 2ge veel waarnemers kon plezieren (vi jfde geva l); het betekende de eerste twitchbare eerste-wi nter voge l. Oktober bood een door Hans Gebuis ontdekte en voor select publiek beschikbare Kleine Spotvogel op de Maasvlakte op de 6e. De Texelweek leverde onder meer een Amerikaanse Goudplevier Plu via lis dominica en een van de v ier juveniele Roze Spreeuwen 5 roseus van het najaar op (verder werden twee adulte vogels gezien in het voorjaar en een in het najaar). Juist toen het leek alsof oktober in stilte zou eind igen, kwam de zovee lste donderslag bij heldere hemel; een Bartrams Ruiter Bartramia longicauda op 28 oktober op de Maasvlakte. Deze nieuwe soort voor Nederland werd ontdekt door Hans Mom en Dave van der Spoel en bleef die dag lang genoeg aanwezig om velen een glimp te bieden maar kort genoeg om evenzo ve len danig teleur te stell en. Dezelfde dag we rd op zoek naar de verv logen Bartrams een Kortteenleeuwerik ontdekt op de Dintelhaven, Zu id -Ho ll and, die de vo lgende dag
DB Actueel door een Klapekster L excubitor so ld aat werd gemaakt. Vanaf eind oktober we rden drie Bruine Bosza ngers P fuscatus en acht Pa ll as' Boszanger P proregulus gemeld . Op 6 november vo lgde de en ige Witkopgors E leucocephalos va n het jaa r in de vo rm va n een va ngst bij W estensc houwe n, Zee land . Op 8- 11 nove mber bevond z ich een b ijn a adulte Ross' Meeuw Rhodostethia rosea bij Ijmuiden, Noord-Holl and. Een groot dee l va n november bevond zich de tweede Kleine Zwartkop va n het jaar bij Egmond aan Zee, Noord- Holl and ; op 26 december bl eek deze voge l nog steeds aanwez ig (zeve nde geva l). De afsluitin g va n de reeks goede soorten vo nd in stijl p laats met 's land s tweede Provençaa lse Grasmus 5 undata, d ie na de ontdekking door Pim Wolf op 26 november tot 3 december bij W estkapelle rondkroop. Tot 3 december we rden max im aa l drie erg late Witwan gsterns Chlidonias hybridus gez ien bij Den Oever, Noord-Ho ll and; het jaartota al voor deze soo rt li ep op tot 24! De in vas ie va n Notenkrakers Nucifraga caryocatactes in Scand in avië gin g aa n West-Europa grotendeels voo rbij maar leverde in Nederl and toch c 20 meldin gen op. Het najaar bood ve rd er in totaa l acht Dwerggorzen (e ind december gevo lgd doo r twee voge ls bij Katwijk) en zes Bosgorze n E rustica . December bood een niet onomstreden Humes Bladkonin g P humei bij Den H aag en een Witstui tba rm sij s Ca rduelis hornemanni b ij Enschede, Overij sse l; va n deze laatste soort waren in het najaa r al meer exemplaren gemeld . A ls de Sperweruil die op 1624 december bij Gend rin gen, Gelderl and, we rd gezien (en pas later we rd gemeld) klopt, is 1995 het j aar va n de gemiste kansen voo r deze droom soort. De maand eindi gde in stijl met een Kleine Trap Tetrax tetrax op Texe l (zeve nde geva l sind s 1982) en een langverwachte Gee lsnave lduiker Cavia adamsii, ontdekt door Bertus de Lange sa men met Eu s va n der Burg en Kees de Vr ies op de Reeuwijkse Plassen, Zu id-H o ll and. Dit was de eerste twitchbare Geelsnavelduiker sin ds de voge l va n Scheveningen in december 1984 en du s voo r ve len een we lkome nieuwe soo rt om het j aar mee af te sluiten. Tenslotte bevonden z ich gedurende het hele jaar de twee Huiskraaien Corvus splendens bij Hoek va n Holl and, Zuid-Holland, en een derde exempl aar (dat pas recent bekend we rd) bij Renesse, Zee land. De gevo lgen va n al dit geweld voo r de ranglij st zijn nau we lijks overzic htelijk sa men te va tten. Daa rom wordt vo lstaan met een ko rte sc hets va n de stand in de top-10. Voor meer gedeta ill eerd e in formatie wo rdt verwezen naar Bu lletin 2 va n de Clu b 450 io. Bovenaan staat Gerard Stein haus met 396 soorten (+ 8), gevo lgd door Klaas Eigenhui s met 393 (+7), Edwa rd va n Ijze ndoorn met 39 1 (+ 5), Eu s va n der Burg met 392 (+8), Gera ld Oreel met 390 (+5), Hans ter H aar met 390 (+7), Jan van der Laan met 390 (+8), Aart Vin k met 390 (+ 11 ), Alexander Buhr met 389 (+1 0) en Enno Ebels met 384 (+ 7) . Overigens had iedereen uit de top-10 binnen een week va n het nieuwe jaar alweer een soort erbij , in de vorm va n de Zwa rtkeellij ster Turdus ruficollis atrogularis va n Den Helder, Noord- Ho ll and. Doordat in 1995 niemand zo fanatiek met een jaa rlij st bez ig was als sommigen in 1994, werden de potenties (ruim 320 twitchba re soorten) va n het afgelopen jaar op d it v lak niet uitgebuit. Aart Vink deed het meest z ijn best en kwam met 307 (o nder de gebruikelijke voo rbehouden) voo r het eerst in zi jn lange ca rri ère
boven de 300. Diederik Kok kwa m tot 304. Voor het overzicht va n landelijke big day pogingen wo rd t verwezen na ar Dutch Bird in g 17 : 272,1995; voor de big days tijd ens de DBA-week op Texel naar Dutch Birding 17 (6): V, 1995 . Op 16 mei telden Ju stin Janse n en Peter W aa nd ers 120 soorten op V lieland. De 10-uurs big day va n Den H aag op 20 mei leve rde voor het w innende vij fta l 101 soo rten op (Barry d' Arnaud, Ed Opperman, Vince nt va n der Spek, Johan Stuut en Rob Westerduin). De v ierd e Katwijkse fi ets big day op deze lfde dag, met zeven teams, werd met 98 soorten (in 10 uur) gewonnen door Jaap Dijkhui ze n, Jan Kuyt, Wim Masmeijer en Martijn Verdoes. Sander Lilipaly en Erik Sanders vest igden een nieuw big day reco rd voor Wal cheren (e n Zee land) op 6 oktober met 132 soorten, waa rva n 94 op de trektelpost Nolled ijk b ij V li ss in gen. Met dank aan Remco Hofland (Dutch Birding-vogellijn) en Gerard Steinh aus (C DNA; Club 450 io). ENNO B EBELS Zwartkeellijster in Den Helder Op vrijdagmiddag 5 janu ari 1996 omstreeks 15 :00 zag N ico Harder een vreemde lij ster Turdus foerageren in z ijn voo rtuin aan de Prin s Wi ll em A lexandersi ngel in Den Helder, Noo rd -Hol land. Hij determinee rde hem als een mogelij k vro uwtje Zwa rtkeellij ster T ruficollis atrogularis en belde vervo lgens Rob H alff om de waa rn emin g te meIden. RH was snel ter plaatse maar,de inmiddels weggev logen lij ster kon niet meer worden teruggevonden. De vo lgende oc htend begonnen Ruud Brou wer en RH met een zoe kactie naar de voge l. O m 10 :05 vo nden ze hem terug in één va n de voortuinen, niet ve r va n de oude pl ek. De voge l v loog direct op en gin g in een boom z itten. Hij liet z ich eerst all een op de ru g bekijken maar ge lukki g draa ide hij z ich om en liet de borst goed z ien. We w isten nu zeker dat het om een (ee rste-win ter) vrouwtje Zwa rtkeellij ster gin g. Snel gin gen we terug naa r de auto om fotoapparatuur te halen en het spectaculaire nieuws te ve rspreiden. We waarsch uw den ook N H en gin gen daa rn a snel terug naar de plek; jammer genoeg was de voge l weer weggev logen. Dezelfde dag hebben zo' n 100-150 voge laa rs bl auwbekkend naar de voge l gezocht. Zo nder res ultaat, afgez ien va n enkele Pestvogels 80mbycilla garrulus (waa rva n één ter pl ekke het loodje legde). Onverwacht werd de voge l in de sc hemer toch nog ontdekt en door acht voge laars gez ien. De vo lgende ochtend we rd de lij ster in alle vroegte teruggevonden in dezelfde voo rtuin waa r hij de namiddag ervoo r gez ien was . Hier kon hij de gehele dag worden bekeken door in totaa l 150-200 voge laars, die de plek ondanks de ij ze l hadden weten te bereiken. De voge l was we ini g sc hu we n kee rde steeds terug naa r de voortuin en en grasbermen langs de sin gel. Later bleek dat de voge l al va naf 3 janu ari gez ien was door versc hill ende omwonenden. Op 3 maart was hij in ieder geva l nog aa nwez ig. Het betreft de derde waa rnemin g in Nederland en de eerste twitchbare; ee rd ere geva ll en wa ren va n 31 maart tot 3 april 198 1 in Groningen, Groningen (Dutch Bird in g 3 : pl aat 35-36, 198 1), en op 9 o ktober 1982 op Sc hierm onnikoog, Fri es land (Limosa 56 : 260-26 1, 1983) . RU UD BROUWER, ROB HALFF & NICO HARDER
51
DB Actueel Kleine Topper bij Lelystad-Haven Op 13 janu ari 1996 wa ren Marj o lein Beukers, Ruud va n Do ngen en j aap Eerdm ans de groepen eend en aa n het afzoeken d ie z ich in de omgev ing va n de Ho utribslui zen en Lelystad-Haven, Fl evo land, bevond en. Ro nd 09:45 bes lote n zij het pi ertj e tu sse n Lelystad-H aven en de Batavia op te rijd en. In een va n de groepjes o ntdekte RvD een eend di e hij ee rst determinee rde als hybride Kuifeend x Tafelee nd Ayth ya fuligula x ferin a. JE stelde echter vast dat de vogel in kwesti e nauwe lijks zwa rt aa n de snave lpunt en een o pva ll end e gele iri s had. O md at de voge l op vrij grote afstand aa n het foe rageren was we rd bes loten ond er dekkin g va n de dijk dichterbij te gaan. Zo ko n de voge l va naf c 50 m met de zon in de ru g bekeken wo rd en. O pva ll end wa ren de ' punti ge' kop, de grij ze bove nd elen met donkere streepj estekening en de f ijn gestreepte fl anken. Na raad pleg in g va n li teratuur was het voo r de o ntde kkers zeker dat zij keken naa r de tweede Kleine To pper A affinis voo r Nederl and ! Na het maken va n een besc hrij v ing we rden enkele toeva lli g arri verend e vogelaa rs gewezen o p de dobberende ze ldzaamheid en bes loot het dri etal naa r het hui s va n JE te gaan om fotoa pparatuur te hal en en te ' pi epen' . Bij teru gkom st bl eken voge laa rs en ee nd nog aa nwez ig. JE ontpopte z ich als fo tog raaf en slaagde er in enkele 'snapshots' te nemen. Zond er aa nw ij sbare reden vloog om c 11 :30 ee n dee l va n de aa nwezi ge Kuifee nden sa men met de Kleine Topper op . Hierbij werd de di agnostisc he tweekl eurige vleugelstreep opgemerkt. Het groepj e leek ten z uiden va n LelystadH aven neer te strijken maa r helaas ko n de voge l tu sse n de 100en hecti sc h hee n en w ee r v li egend e ee nd en ni et meer wo rd en teru ggevond en. W el vonden RvD en JE twee hybride eenden. Een va n deze twee, di e aa nva nkelij k all ee n op grote afstand we rd gez ien, zo rgde b ij de o ntdekkers en enkele toeges neld e tw itchers voor de nodi ge comm oti e en we rd op verwa rrend e w ij ze o p de pi eper gezet. Hierdoor o ntsto nd ten o nrechte de indru k
41 Klein e To pper / Lesser Scaup Aythya affinis, mann etj e, Lelystad- H aven, Fl evo land, 13 j anu ari 1996 Uaap 0 Eerdma ns)
dat bove ngenoemde waa rn emers hun Kl ein e Topper introkken. D it za l mede de reden z ijn geweest dat de vo lgende oc hte nd j aa p en Peter Eerdm ans als eni ge voge laa rs in Lelystad-H aven aa n het zoeken wa ren . Ook di e ochtend ko n de voge l o nd anks intensief speurwerk ni et meer wo rden gevond en. JAAP D EERDMANS & Ruuç>·M VAN DONGEN Weer Middelste Bonte Specht in Vijlenerbos O p zondag 28 janu ari 1996 wa ren ju stin j anse n en Patri ck Palm en in het Vijl enerbos, Limburg, op zoe k naar Taigaboomkruipers Certhia fa miliaris. Na c 20 min gelope n te hebben krege n zij ee n bo nte spec ht Oendrocopos in het v iz ier, di e al snel als ee n o nve rva lste Middelste Bo nte Spec ht 0 medius ko n wo rden herkend. De voge l was zeer fraa i te zi en en ko n o nda nks het slec hte licht enke le malen worden gefotog rafee rd door PP. Na ee n waa rnemin gstijd va n 30 min v loog de voge l om 16 :1 5 ve rder het bos in en ko n ni et meer worde n te ru ggevonden. De vo lgend e dagen bl ee k de voge l echte r nog aa nwez ig en we rd tot en met ten min ste 4 maa rt 1996 gez ien. Dit betreft de derde M iddelste Bonte Spec ht in Zu idLimburg in dri e jaa r tijd . Eerdere geva ll en wa ren eendagswaa rnemingen op 19 febru ari 1994 op precies deze lfde pl ek, en in maa rt 1995 elders in het Vijl enerbos. Het is de ee rste tw itchbare M iddelste Bonte Specht sind s die va n .Ameli swee rd, Utrec ht, in 1985-86 . JUSTI N JANSEN & PATRICK PALMEN Kleine Topper: nieuw voor België In de late midd ag va n 15 feb ru ari 1996 o ntd ekten Luk Bekae rt, H an Remaut, G unter De Smet en Geert Spanog he ee n moge lij k mannetje Kl eine To pper Ayth ya affinis in ee n grote groe p duikee nden, waaro nd er enke le To ppers A marila, op het Ka naa l va n Gent naa r Tern euze n bij St Krui s-W inkel, W est-V laa nderen. De vo lgend e dag ko n de determin ati e bij beter li cht bevesti gd wo rden. O p 22 febru ari was de voge l nog aa nwez ig. Over de bepaling va n de leeft ijd o ntstond aa nva nkelijk eni ge d isc ussie. Echter, de bruine staa rt en handpennen, de uni fo rm bruine en gesleten terti als, de w itte vlekjes op de on derstaartdekveren en de brui ne veren op de flanken, sc ho uderve ren en bo rstafscheid in g w ij ze n all e op ee n eerste-w inter. Derh alve betreft het ee n andere voge l da n d ie in de w inter en het voo rj aa r va n 1994-95 in Zee land ve rb leef en toen het laatst (va n eind mei tot in juni 1995) werd gez ien bij Sas-va n-Ge nt, hemelsbreed c 6 km ten noo rden va n de plaats va n de Be lgisc he waa rn emin g. GERALD DRIESSENS Tw ee Witkopgorzen bij Oirschot Op maandag 26 feb ru ari 1996 o ntdekte A nto ni o Mendoza een mannetje W itkopgo rs Em beriza leucocephalos nab ij Oi rschot, Noord-B raba nt. De voge l bevond z ich in ee n groep va n c 200 Gee lgorzen E citrinella, Ri etgorze n E sclweniclus, Vinken Fringilla coelebs en Rin gmu ssen Passer montanus. Later in de m iddag bleek in de groep een tweede mann etj e aa nwez ig te z ijn. Deze tweede voge l ve rtoo nde met name op de kop al aa rd ig wat zo merk leed. Op 3 maa rt zate n beide voge ls er nog. Voor Nederl and betreft het de ee rste meervoudi ge waa rn emin g en oo k de ee rste (l angverwac hte) w in te rwaa rneming. Het totale aa nta l staat nu op 29 . ENNO B EBELS
52
Ger Meesters Boekproduktiesu itgeverij Vrijheidsweg 86 2033 CE Haarlem ©023-5336044 023-5350895 Karel Beylevelt Natuurgids Nederlandse Antillen & Aruba f39,90/BEF 795
c.s.
Roselaar Songbirds of Turkey An atlas of biodiversity of Turkish passerine birds f65,-/BEF 1345 (ledenprijs DB f59,90)
BUNflNGS ~spA@QW§. .
Hu.1'I1,rngs
r\ Guidc to /Jw , _I 10.\ l Norf.h l \ ml'ri(;(I!tl. SJHII r) (I.JI{
•
Dick Forsman
Roofvogels van Noordwest-Europa Outch Birding Vogelgids 2 Tweede druk f39,90/BEF 795 (ledenprijs DB 35,-) OUTC~ 8\I\OING
6
VOGE\.GIOS
prrIAS, BROADBILL5 ANDASrn~
Frank Lambert - Martin Woodcock Pittas, Broadbills and Asities Outch Birding Vogelgids 6 f70,- /BEF 1395 (ledenprijs DB f65,-)
SEALlFE
~
A Guule fo
Clive Byers - Urban Olsson - Jon Curson Buntings and Sparrows A Guide to the Buntings and North American Sparrows Outch Birding Vogelgids 5 f80,- /BEF 1595 (ledenprijs DB f75,-)
11' Morille EUlIirolimeut IC
l:rank Lall1hcrl anI! Marli" Wnodco ck
Geoffrey Waller (red.) Sealife A Guide to the Marine Environment f80,- / BEF 1595 Verkrijgbaar in de boekhandel
1',1'... d l..,
Gt'OllreyWftUn
~hrc [),::~~:~::::;~::cl'Uu,cl1e11
Natuurlijk voor het beste boek naar NATUUR en BOEK, Bankastraat 10, 2585 EN Den Haag 111
(f~rnithos
British Birds
The French magazine tor every birdwatcher • Status and Identification of Birds of France and WP • Annual Report of French Rarities Committee • Annual Report of Rare Breeding Birds in France • French and WP Birding Spots • News and Mystery Bird
48 pages, numerous c%ur photographs French text with English summaries
The independent monthly magazine that's always worth reading ...
For
further inf:~:::i::.h
capj!tfons ;'_."-:
please write to :
', '~I\ '! ,-
Ornithos,LPO. SP 263.
For your FREE sample copy, write to
F-17305 ROCHEFORT Cedex
Mrs Erika Sharrock, Fountains, Park Lane, Blunham, Bedford MK44 3NI, England
(France - <lJ + 33 46 82 12 34)
architectura +natura international booksellers Leliegracht 44 - 1015 DH Amsterdam-C Telefoon 020-6 23 61 86 Holland • The birds of Hungary Gerard Gorman
f 63.00
• Vogels en de wet (KNNV ism Vogelbescherming) Hans Peeters en Hub Vromen
f 24.95
NOS OISEAUX The Swiss ornithological journal appears four times a year (approximately 250 pages) and publishes articles and reports in French, with abstracts in German and English covering the central European avifauna, particular emphasis is placed on original contributions,
• The Chiffchaff (Ham lyn Species Guide) Peter Clement f 40.90 • Where to watch birds in Spain and Portugal Laurence Rose f 47.20 • A photographic guide to birds of Borneo G WH Davison & Chew Yen Fook f 26.65
Annual subscription: 33 Swiss Francs,
• Das Rotkehlchen (Neue Brehm Bücherei) Rudolf Pätzold f 47.60
A free copy may be obtained by writing to the following address:
• The ecology of migrant birds - a Neotropical perspective John H Rappole
f 86.75
• Waders of South Africa (in cassette) Phil Hockey
Administration de NOS OISEAUX Marcel S. Jacquat c/o Musée d'histoire naturelle Av. Léopold-Robert 63
f 142.00
2300 LA CHAUX-DE-FONDS, SWITZERLAND IV
Dutch Birding
Dutch 8irding
CHIEF EDITOR Arnoud van den Berg (telephone +31-2 35378024, lax +31-235376749) DEPUTY CHIEF EDITOR Enno Ebels (telephone / lax +31-3029613 35) EXECUTIVE EDITOR André van Loon (telephone / lax +31-206997585) PHOTOGRAPHIC EDITOR René Pop (+31-183630585) EDITORlAL BOARD Ferdy Hieselaar, Graham Holloway (England), Peter Meininger and George Sangster EDITORlAL ADVISORY BOARD Peter Barthel (Germany), Gerald Driessens (Belgium), Klaas Eigenhuis (Netherl ands), Dick Forsman (Finland), Ted Hoogendoorn (Netherlands), Lars Jonsson (Sweden), Anthony McGeehan (Northern-Ireland), Killian Mullarney (Ireland), Gerald Oreel (Netherlands), Kees Roselaar (Netherlands), Frank Rozendaal (Netherlands), Hadoram Shiric . hai (lsrael), Gunter De Smet (Belgium) and Peter Symens (Belgium) . EDITORlAL ASSISTANTS Ruud van Dongen , Gera ld Driessens, Remco Holland, Hans van der Meulen, Peter de Rouwand Jaap Schelvis PRODUCTION AND LAY-OUT André van Loon and René van Rossum ADVERTISING Peter Meijer (telephone +31-348431905 , lax +31-348420394) SUBSCRIPTIONS The subscription rate lor 1996 is: NLG 57.50 (Netherlands), BEF 1250.00 (Belgium), NLG 65.00 (other countries inside Europe) and NLG 70.00 (countries outside Europe, airma il ). A subscription can be entered prelerably by sending a Eurocheque, with the amount payable in Dutch guilders, t~: Dutch Birding (subscriptions), c/o Anja Nusse, Symloniestraat 21, 1312 ET Almere, Netherlands. Payment mayalso be made by credit card (Access, Eurocard, MasterCard or Visa). Please send your cred it card type and account number, indi cating the expiry date and append ing a signature. (Note: this latter method ol payment is not app li cable to subscribers resident in the Netherlands and Belgium .) British and Irish subscribers can pay by Sterling cheque (GBP 25.00) or Eurocheque (GBP 25 .00 or NLG 65.00). The subscription starts upon receipt ol payment. Dutch Birding is a bimonthly journal with issues in February, April, June, August, October and December. It publishes origina l papers and notes on morphology, systematics, occurrence and distribution ol birds in the Benelux, Europe and elsewhere in the Palearctic region. It also publi shes contributions on birds in the Asian-Pacilic region and other regions. The Dutch, English and scientili c bird names lollow: the Checklist of birds of the Netherlands by A B van den Berg & C A WBosman (1996, Santpoort-Zuid); The 'British Birds' list of English names of Western Palearctic birds by British Birds (1993, Blunham); the li st compi led by C S Roselaar in the Dutch ed ition ol The illustrated encyc/opedia of birds of the world by C M Perrins (1991, Weert); and Distribution and taxonomy of birds of the world by C G Sibley & B L Monroe Jr (1990, New Haven). Manuscripts should should prelerab ly be submitted on diskette (Macintosh or MS-DOS word processors) together with a printed hard copy. 1I this is not possib le, the manuscript should be typewritten w ith double line-spacing and w ide margins on both sides. More inlormation is ava il able lrom the editors. A schedu le ol payment rates lor authors, photographers and artists is availab le from the editors.
Dutch Birding AssoCÎation BOARD Gijsbert van der Bent (president, telephone +31-714013606), Chris Quispel (secretary, telephone +31-715124825), Roy de Haas (treasurer), Arnoud van den Berg and Peter Meijer BOARD ASSISTANTS Theo Admiraa l, Gera ld Driessens, Ron van den Enden, Hans Gebuis, Leo Heemskerk, Remco Holland, Paul KnolIe, Ger Meesters, Anja Nusse, Wim van der Schot, Kees Tiemstra and Arnold Veen
International journaIon Palearctic birds
EDITORS
Dutch Birding Postbus 116 2080 AC Santpoort-Zuid etherlands . fax +31-235376749 PHOTOGRAPHIC EDITOR
Dutch Birding René Pop Zusterhuis 10 4201 EH Gorinchem Netherlands
do
SUBSCRIPTIONS AND ClRCUlATION
Dutch Birding Association
do Anja Nusse Symfoniestraat 21 1312 ET Almere Netherlands BOARD
Dutch Birding Association Postbus 75611 1070 AP Amsterdam Netherlands DUTCH RARITIES COMMITIEE
CDNA Postbus 45 2080 AA Santpoort-Zuid Netherlands
DUTCH BIRDING TRAVEL REPORT SERVICE (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 737, 9700 AS Groningen, Netherlands, telephone +31-503145925, lax +31-503144717
Dutch rarities committee (CD NA) MEMBERS Edward van Ijzendoorn (cha irman, telephone +31-235391446), Karel Mauer, Jan van der Laan, Kees Roselaar, Jelle Scharringa (secretary, telephone +31-302523801), Hans Schekkerman, Gerard Steinhaus and Wim Wiegant (archivist) The CD NA is a comm ittee ol the Dutch Birding Assoc iation and the Netherlands Ornithological Union.
© 1996 Stichting Dutch Birding Association. The copyright ol the photographs and drawings remains with the photographers and artists. ISSN 0167-2878. Printed by Steens Schiedam BV, Postbus 59, 3100 AB Schiedam, Netherlands
INTERNET
http://vvww.hol.nl/-mebweb/dba.html
Dutch 8irding
JAARGANG
Artikelen 6 11 12 13 16 17 18
18 NUMMER 1 1996
VOLUME
18
NUMBER
1 1996
Dark-eyed Junco in Denmark in December 1980 and review of records from Europe and Greenland johannes Erritz0e & Haraid Svenningsen Huiskraaien bij Hoek van Holland sinds april 1994 en bij Renesse sinds november 1994 Enno B Ebels & Hans Westerlaken Calidris sandpipers of north-eastern Siberia Pa vel 5 Tomkovich Dupont's Lark outside known Moroccan breeding area Peter van Scheepen & Dick Meijer Veld rietzanger op Vlieland in september 1994 Lammert van der Veen & Enno B Ebels Cirlgors te Hoogerheide in maart 1995 Tineke G Prins Ship-attending movements of Atlantic Yellow-Iegged Gulls in Portuguese waters Colm C Moore Corrections Dutch Birding volume 1-17 Editors of Dutch Birding
Asian-Pacific birds
22
Pied Cuckoo on Phuket Island, Thailand, in January 1995 Hendrik jacobs & Niek Martron
Aankondigingen & verzoeken
23
Annotated check-list of the birds of Algeria; Bird migration survey in Israel in autumn of 1996; Griffon Vulture nesting surveillance project in Israel; European Ornithological Union: first meeting postponed to 1997; Information on western African ' Least' Tern requested ; Wetlands International
Brieven
24
Mystery stint at Groote Keeten: first known hybrid between Little and Temminck's Stint? Lars jonsson
Corrigendum
28
Trends in systematics
29
How many species of crossbill are there? George Sangster
Recensies
32
A birdwatchers' guide to Turkey by lan Green & Nigel Moorhouse Chris Bradshaw Songbirds of Turkey - an atlas of biodiversity of Turkish passerine birds by C S (Kees) Roselaar Guy M Kirwan De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis door Henk Blok & Herman ter Stege Klaas j Eigenhuis Where to watch birds in Spain door Eduardo de Juana (eindredactie) Dirk j Moerbeek Woodpeckers - a guide to the woodpeckers, piculets and wrynecks of the world by Hans Winkier, David AChristie & David Nurney Martjan Lammertink
32 34 34 35
DBA-nieuws
36
DBA-vogelweekend bij Breskens op 4 en 5 mei 1996; DBA op Internet
WP reports
37
WP reports: December 1995-January 1996 Arnoud B van den Berg & George Sangster
Recente meldingen
42
Nederland: december 1995-januari 1996 Ruud M Hofland & Peter W W de Rouw BelgiĂŤ: december 1995-januari 1996 Gerald Driessens
48
DB Actueel
49
van Dongen, Remco
Twitching in Nederland in 1995 ; Zwartkeellijster in Den Helder; Kleine Topper bij Lelystad-Haven ; Weer Middelste Bonte Specht in Vijlenerbos; Kleine Topper: nieuw voor BelgiĂŤ; Twee Witkopgorzen bij Oirschot
Voorplaat / front cover
Ijseenden / Long-tailed Ducks Clangula hyemalis, Barnegat Light, New Jersey, USA, 26 januari 1995 (A rnoud B van den Berg)
Abstracted/indexed in
Auk, Ecological Abstracts, Emu, GEOBASE (Geo Abstracts Database), Ibis, Ornithologische Schriftenschau, Wildlife Review, Zoological Record