Dutch Birding
Dutch Birding HOOfDREDACTEUR Arnoud van den Berg (tel 023·5378024, fax 023·5376749, e·mail Arnoud.vandenBerg@inter.nl.net) ADluNa HOOFDREDAaEUR Enno Ebels (tel/fax 030·2961335, e-mail ebels@wxs.nl) UITVOEREND REDACTEUR André van Loon (tel/fax 020-6997585) FOTOGRAFISCH REDACTEUR René Pop (tel 0223-690141 , fax 0223-690142) REDACTIERAAD Ferdy Hieselaar, Graham Holloway, Peter Meininger, George Sangster en Roland van der Vliet
Internationaal tijdschrift over Palearctische vogels
REDACTIE
Dutch Birding Postbus 116 2080 AC Santpoort-Zuid ederland fax 023-5376749 FOTOREDACTIE
Dutch Birding p/a René Pop Postbus 1007 1780 EA Julianadorp ederland ABO NEMENTE ADMINISTRATIE
p/a Jeannette Admiraal Iepenlaan 11 1901 ST Castricum ederland BESTUUR
Dutch Birding Association Postbus 75611 1070 AP Amsterdam ederland COMMISSIE DWAALGASTEN NEDERLA DSE AVIFAU A
CD A Postbus 45 2080 AA Santpoort-Zuid ederland
REDACTIE-ADVIESRAAD Peter Barthel (Duitsland), Klaas Eigenhuis (Nederland), Dick Forsman (Finland), Ted Hoogendoorn (Nederland), Lars Jonsson (Zweden), Paul Lehman (VS), Anthony McGeehan (Noord·lerland), Killian Mullarney (Ierland), Gerald Oreel (Nederland), Kees Roselaar (Nederland), Frank Rozendaal (Nederland), Hadoram Shirihai (Israël), Gunter De Smet (België), Lars Svensson (Zweden) en Peter Symens (België) REDACTIEMEDEWERKERS Ruud van Dongen, Gerald Driessens, Nils van Duivendijk, Remco Holland, Diederik Kok, Hans van der Meulen en Peter de Rouw PRODUCTIE EN LAY·OUT André van Loon en René van Rossum ADVERTENTIES Peter Meijer (tel 0348-431905, fax 0348-420394, e·mail meijerpc@worldonline.nl) ABONNEMENTEN De abonnementsprijs voor 1998 bedraagt: NLG 65.00 (Nederland), BEF 1320.00 (België), NLG 72.50 (overige landen binnen Europa) en NLG 77.50 (landen buiten Europa). U kunt zich abonneren door het overmaken van de abonnementsprijs op girorekening 01 50 697 (Nederland), girorekening 000 1592468 19 (België) of bankrekening 54 93 30 348 van ABN.AMRO (Castricum), ovv 'abonnement Dutch Birding'. Alle rekeningen zijn ten name van de Dutch Birding Association. Het abonnement gaat in na ontvangst van de betaling. Dutch Birding is een tweemaandelijks tijdschrift met nummers in februari, april, juni , augustus, oktober en december. Het publiceert originele artikelen en mededelingen over morfologie, systematiek, voorkomen en verspreiding van vogels in de Benelux, Europa en elders in het Palearctische gebied. Het publiceert tevens bijdragen over vogels in het Aziatisch-Pacifische gebied en andere gebieden. De Nederlandse, Engelse en wetenschappelijke vogel namen volgen: de Lijst van Nederlandse vogels door A B van den Berg & C A WBosman (1996, Santpoort-Zuid); List of birds of the Western Palearctic door British Birds (1997, Blunham); de door C S Roselaar samengestelde lijst in de Geïllustreerde encyclopedie van de vogels door C M Perrins (1991, Weert); en Oistribution and taxonomy of birds of the world door C G Sibley & B L Monroe Jr (1990, New Haven). Een lijst met tarieven voor de vergoeding van auteurs, fotografen en tekenaars is verkrijgbaar bij de redactie.
Dutch Birding Association BESTUUR Theo Admiraal (penningmeester), Gijsbert van der Bent (voorzitter, tel 071 4024547), Peter Meijer, Marc Plomp en Chris Quispel (secretaris, tel 071-5124825); tevens is de redactie van Dutch Birding met een zetel vertegenwoordigd BESTUURSMEDEWERKERS Jeannette Admiraal, Gerald Driessens, Ron van den Enden, Hans Gebuis, Leo Heemskerk, Remco Hofland, Paul KnolIe, Ger Meesters, Arnold Meijer, Kees Tiemstra en Arnold Veen DUTCH BIRDING TRAVEL REPORT SERVICE (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 737, 9700 AS Groningen, Nederland, tel 050·5274993, fax 050-5272668, internet http//www.mebweb.nl/DBTRS
Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) TElEFOO LIJ EN
ederland: 0900-20 321 28 (vogellijn, 75 cpm) 078-6180935 (inspreeklijn) België: 03-4880194 (vogel- en inspreeklijn) INTERNET
httpJ/www.mebweb.nI/DutchBirding
LEDEN Max Berlijn, Ruud van Beusekom, Karel Mauer, Jan van der Laan (voorzitter, tel 072 5203091), Kees Roselaar, Jelle Scharringa (secretaris, tel 030·2523801), Gerard Steinhaus en Wim Wiegant (archivaris) De CDNA is een commissie van de Dutch Birding Association en de Nederlandse Ornithologische Unie. De Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna (CS NA) is de subcommissie van de CD NA betreffende taxonomie, nomenclatuur en status van Nederlandse (onder)soorten en bestaat uit Arnoud van den Berg, Cornelis Hazevoet, Kees Roselaar en George Sangster (secretaris, tel / fax 071·5143790).
© 1997 Stichting Dutch Birding Association. Het copyright van de foto 's en tekeningen blijft bij de fotografen en tekenaars. ISSN 0167·2878. Drukkerij Steens Schiedam BV, Postbus 59,3100 AB Schiedam, Nederland
DÉ. SPE.CIAALZAAK OP HE.T GE.BIE.D VAN KIJKE.RS - CAME.RA'S - TE.LE.SCOPE.N - STATIE.VE.N OPNAME.APPARATUUR - VIDE.O
VOOR DB-LEDE.N DE. LAAGSTE. PRIJZE.N ~ Q
Kijkers
Objectieven
Statieven
~
Bijv: Leica 8x20 BC
Bijv: Sigma 170-500 APO voor Canon, Nikon, Minolta
Bijv: Gitzo 1228 "Licht maar supersterk"
c:
~
~
r-
o :3
0-
•
Normaal f 799,-
I
f f
: ~'e
(iJ
f
DS-prijs 649,-
Normooi DS-prijs
.,'"'"
Telescopen
Geluidsapparatuur
Bijv: Swarovski AT-80+20-60
Sony WM-D3 "Zeer degelijk met metalen huis"
~
(I)
• ~
c:
•
o
•
n
Q
:s o :s
•
• ~
f
SO!>ofY
03
~
~
DS-prijs 1075,-
1999,1699,-
-
'"~
:s (I) :::: ~ ...
Normaal 1375,-
f
Normooi f 2745,DS-prijs f 2299,L -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _~
Normooi DS-prijs
f f
.'
899,819.-
Alle apparatuur geleverd met Nederlandse garantie Verzending mogelijk door heel Nederland Met 20 jaar veldervaring geheid een goed advies Inruil van camera's, kijkers e.d. mogelijk
BEL VOOR DE LAATSTE PRIJS! Prijzen incl. BTW. excl. verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden.
•
-in .lC:
•
...c:~
~
• Leica • Manfrotto • Minolta • Nikon • Novoflex • Olympus • Optolyth •
These boots are made for hiking ... Goed schoeisel is de eerste stap op weg naar een succesvolle vakantie. Zeker wanneer je van de gebaande paden wil afwijken , moetje kunnen vertrouwen op je schoenen. Zoals op deze Island Lady van Meindl. Een oerdegelijke leren schoen, gevoerd met een absoluut waterdichte, maar toch ademende laag Gorelex. Slijtvaste Vibramzool, die na vele dienstkilometers probleemloos is te verzolen . Maar eigenlijk zijn al onze schoenen goed. En we hebben er altijd één die bij je past. Je hoeft ze dus alleen maar aan te trekken ... Bel voor meer informatie: 070-3883700
EYER®
ZWERFSPORT Ovtdoov- r.,.,ovatov-ç
Den Haag Calandplein 4 • Rotterdam Adm . de Ruyterweg 33-35 Utrecht Balijelaan 10-12 • Arnhem Utrechtsestraat 3-5 Haarlem Zijlweg 63 • Breda Wi lhelminastraat 22 Apeldoorn Stationsstraat 134 • Hilversum Havenst"at 16 Amsterdam Stadhouderskade 4 • Steenwijk Woldmeentherand 11 Groningen St. Jansstraat 17 • Alkmaar Kanaalkade 53 Antwerpen/ Merksem Bredabaan 968
NATUUR en BOEK
Bankastraat 10 2585 EN - Den Haag Telefoon 070 350 56 48 Specialist voor al uw vogelboeken
11
Stichting Wólka Postbus 483 6700 AL Wageningen
architectura+natura international booksellers Leliegracht 44 - 1015 DH Amsterdam-C Telefoon 020-6 23 61 86 Holland Fax 020-6 38 23 03 e-mail kemme@architectura.nl
Stichting W ólka organiseert weer unieke reizen naar de vogelrijkste gebieden van Noord-Oost Polen.
Biebrzanaoerassen • Warblers of Europe, Asia and North Africa Kevin Baker f 115.85
en h et
Oerbos van Bialowieza
• Birds of St. Lucia (BOU-checklist 15) AIIan R Keith f 59.50
Voorjaar '98, 10-daagse vogelreis: /1085,- all-in Voor een reisbeschrijving en boekingen: SNP-Natuurreizen postbus 1270, 6501 BG Nijmegen tel.: 024 - 360 52 22, fax: 024 - 360 14 22
• The Birds of the Western PalearcticConcise edition , vol 1&2 David W Snow & Christopher M Perrins (editors) f 93.55 • Handbook of the birds of the world volume 4 - Sandgrouse to cuckoos Josep del Hoyo, Andrew Elliott & Jordi Sargatal (editors) (verschijnt c. januari) intekenprijs f 250.00 na verschijnen f 310.00
U wilt liever alleen op reis of met een eigen gezel-
schap? Ook dan neemt Stichting Wólka graag de organisatie op zich of het nu gaat om een enkele overnachting of een volledig arrangement. Eén aspect hebben al onze reizen gemeen: u overnacht altijd op kleine ekologische boerderijen bij zeer gastvrije Poolse boeren. Informatie over maatwerk en individuele reizen: Doby Den Reizen, Lindestraat 4, 2313 DA Leiden tel.: 071 - 51417 82, fax: 071 - 514 1791
Asa Wright Nature Centre and Lodge
VOGELREIZEN
TRINIDAD
naar ongerepte gebieden in Europa waar u individueel niet zomaar komt:
vA
beautiful 24 room Lodge on a 200 acre conservation estate situated at an elevation of 1200 feet in the lush rain forests of North Trinidad,
Wit- Rusland: Prypjatmoerassen en oerbossen o.a. Terekruiter, Waterrietzanger & Azuurmees Estland: Rondreis langs de Nationale Parken o.a. Struikrietzanger, Reuzenstern & Grauwe Fitis Roemenië: Donaudelta en Zwarte zee~uft o.a. Roze Pelikaan, Bonte tap~!t & .ve/d~/~~~ ~r Verder tevens Polen, HongariJe, Fmlan' ,:sf;; e, .. \ . \" \, Griekenland en Marokko >:;~
C\Gsit the most accessible colony of Oilbirds in the world. See Manakin Leks, Toucans, 8ellbirds, Trogons, Motmots, Hummingbirds, Tanagers, Honeycreepers, Woodpeckers, Antshrikes and many more species from the verandah of the main house while enjoying the home-grown coffee of the Nature Centre,
\
Bijzondere waarnemingen gegarandeerd: -': "J.i . onze lokale gidsen weten waar de soorten zich ophouden! d:j/'/, ,
Field Trips accompanied by knowledgeable and experienced guides are conducted to many 'hotspots' including the Caroni Swamp to observe Scarlet lbises and the Nariva Swamp to see Macaws. Twenty-four charming rooms each with private balcony, bathroom and hot/cold showers. Excellent local cuisine.
. .
;;;it::. '
~~.. ~!2:+~:S~"
Bro':~~
Informationlreservations contact
the Manager Asa Wright Nature Centre
Eco Tourist Services: 033-4565201
P,O, Box 471 0 ARIMA, Trinidad and Tobago Tel: (809) 667-4655. Fax: (809) 667-4540
(wij zijn met een stand aanwezig op de DBA-vogeldlgl III
De kortsnavelboomkruiper. ? .. diemoetje
GROOT
zien!
Daarom maken veel vogelaars geen foto's maar
for birdwatchers and tour operators Joint Carpathian birding tours in Hungarian steppe and Slovakian mountains, top leaders, comfort Best: 5-15 May, 16-23 May, 21-28 sept., 29 oct.-5 nov. In 1997 en 1998 ttailormade year round Great Bustard, Ural, Pygmy, Eagle, Tenmalm's Owl, Imperial Eagle, Saker, Aquatic WarbIer, Wallcreeper, all European Woodpeckers etc. Price: 510-810 US $ all inclusive airportto-airport Free brochure, contact: Tarján ut 6, H-4032 Debrecen, Hungary teIl fax 36-52-350306
DIA'S Nog steeds gaat er niets boven een mooie, vlijmscherpe, briljante, heldere en levensgroot geprojecteerde dia. Zoekt u een adres waar men wél alles heeft en weet op het gebied van dia(overvloei)projectie en dia's met geluid? Wij doen in niets anders dan 'diaprojectie'l meer dan 20 typen diaprojectoren ruime keus projectie-objectieven meer dan 15 typen overvloeiapparatuur diverse puls-cassetterecorders alle maten en soorten projectieschermen diverse projectietafels , ook transportabel 20 jaar ervaring met 'dia'
DE NATIONALE DIASPECIALIST Meidoomkade 19 3992 AG HOUTEN Tel 030-B350271 Fax 030-B341385
Voor apparatuur altijd een afspraak maken ... !!! Voor accessoires kunt u altijd terecht. Informeer naar onze openingsuren.
British Birds
an Katwijk De Vogels van Katwi jk is te verkrijgen door overmaking van NLG 15 vermeerderd met NLG 5 porto op bankrek.nr. 3918 .44.431 van de RABO·bank te Katwijk (gironr. van de bank 230.287), ten name van Arjan den Hollander, ovv 'Vogels van Katwijk'
The independent monthly magazine that's always worth reading ... For your FREE sample copy, write to Mrs Erika Sharrock. Fountains, Park LaTU!, Blunham,
IV
Zwartkeellijster in Den Helder in januari-maart 1996 Ruud E Brouwer, Rob A C Halff & Nico Harder
V
an 4 januari tot en met 24 maart 1996 bevond zich een Zwa rtkee llijster Turdus ruficol/is atrogularis in de bebouwde kom van Den Helder, Noord-Holland . Hij werd on td ekt door Nico Harder; in de ochtend van 6 januari werd de determinatie bevestigd door Ruud Brouwer en Rob Halff, die het nieuws vervo lgens verspre idden (Brouwer et al 1996). Die dag werd de vogel all een nog in de late schemeri ng gezien maar de volgende dag was hij vanaf het eerste licht te observeren. Meestal bevond hij z ich in de voortuinen van de woningen aan de Prins WillemAlexandersingel maar hij werd ook regelmatig in de directe omgeving aangetroffen. Gedurende zijn langd urige verblijf werd de vogel door vele 100en belangstellenden bezocht.
Beschrijving De beschrijving is gebaseerd op veldnotities van RB, RH, NH en Arend Wassink, en op foto's en dia's van Arnoud van den Berg, RB, Ca rl Derks, Hans Gebuis en Ren茅 Pop (cf Dutch Birding 18: 43, plaat 28, 103, plaat 100, 1996). lets groter dan Koperwiek T i/iacus, lichaam iets plomper. Formaat tussen Merel T meru/a en Koperwiek (met beide soorten direct te verge lijken). Bij wegvl iegen meest lijkend op Merel. KOP Grijsbru in met olijfkleurige zweem. Bovenkop met fijne donkere streepjes. Oorstreek grijsbruin met zwarte veegjes achter oog . Baardstreep opva llend donker en naar onderen breed uitlopend, aan linkerzijde dun verbonden met snavelbasis, aan rechterzijde net niet tot aan snavelbasis reikend. Donker van baardstreep ombuigend naar wang, aan bovenzijde begrensd door sma lle w itte baan en daardoor wangv lek duidelijk begrenzend. Mondstreep wit tot roomkleurig, breed en naar achteren omhoog 'kru llend' . Teugel donker zwartbruin, opva ll end en iets donkerder dan rest van kop. Wenkbrauwstreep smal, grijsachtig wit, lopend van snavel tot iets achter oog. Wenkbrauwstreep breedst achter oog. Oogstreep donker, alleen achter oog en sma l en zeer kort. Oogring vui lw it en opva ll end, boven en onder oog, onderbroken ter hoogte van oogstreep, Achterha ls grijsbruin als rest van kop. Kin roomachMg wit, scherp afgegrensd van donkere baardstrepen. Keel roomachtig w it. BOVENDELEN Mantel, schouder en rug grijsbruin als GROOTTE & BOUW
IOuteh Birding 19: 269路272, 1997]
kop, met donkere schubtekening op centraa l deel van mantel. Stu it li chte r bruingrijs. Bovenstaartdekveren bruingrijs, donkerder dan stuit. Contrast tussen rug en lichtere stuit voora l in vlucht opva llend. ONDERDELEN Borst en flank vui lwit met dichte donkere lengtestreping. Z ij borst met grijze zweem als grondkleur. Lengtestreping op flank minder dicht, fijner en li chte r grij s. Lengtestreping ontbrekend op centraa l deel van buik. Buik vu il wit met vage donkere schubtekening. Anaa lstreek en onderstaartdekveren vu il wit als buik maar vr ij wel zonder tekening. VLEUGEL Overwegend donkerbruin. Arm- en hand pennen iets donkerder bruin dan dekveren met smal le lichte zoom aan buitenvlag en top. Lichte zomen aan armpennen meer opva ll end en in zit duidelijk li cht 'panel' vorme nd. Duimvleugel opvallend donker met zeer sma lle lichte zoom. Tertials bruin met donker centrum en brede lichte buitenvlag en top. Grote dekveren met small e lichte zoom aan buitenvlag, in zit dun vleugelstreepje vormend. Ondervleugel licht met bleekoranje dekveren, alleen bij gunstige waarnem ingsomstand igheden zichtbaar. STAART Donkerbruin met smalle lichte zoom aan buitenvlag. NAAKTE DELEN Snavel donker zwartbrui n met lichtgele basis aan ondersnavel. Poot vleesk leurig roze. Oog donker. GELUID Af en toe bij onraad chak-alarmroep als Zanglijster T ph i/ome/os. Bij wegvliegen soms hoog Merelachtig tsie. SLEET Staartveren all e sterk ges leten. GEDRAG Meestal op grond foeragerend. Bij verstor ing soms in stru ik of boom vliegend. Tam, bij voorzichtig gedrag tot op enkele meters te benaderen. Gedrag vergelijkbaar met dat van vaak nabij aanwezige Merels.
Determinatie De determinatie leverde dankzij de optim ale waarnemingsomstandigheden, de uitvoerige documentatie op foto en video (Opperman et al 1997) en de sinds enkele jaren sterk verbeterde literatuur weinig problemen op. De afbeeldingen van een onvolwassen vrouwtje Zwartkeellijster in Lewington et al (1991) en vooral Jonsson (1997) stemmen vrijwel overeen met de voge l van Den Helder. Karakteristiek voor dit kleed z ijn het overwegend uniform grijsbruine veren kleed, de donkere snave l met gele basis, de v leeskleuri ge poten, de aanzet voor een donkere
269
Zwartkeellijster in Oen Helder in januari-maart 1996
278 Zwartkee llij ster / Black-throated Thrush Turdus ruficollis atrogularis, Den H elder, Noord-Holland, 12 januari 1996 (RenĂŠ Pop) 279-280 Zwartkeellijster / Black-throated Thrush Turdus ruficollis atrogularis, Den Helder, Noord-Holland, 19 januari 1996 (RenĂŠ Pop)
270
Zwartkeellijster in Den H elder in j anuari-maart 7996
borstband en de door de donkere baardstreep, I ichte brede mondstreep en roomw itte kin opva llende koptekening. Enkele kleine versch ill en in de afbee ldin g in Jonsson (1997) verge leken met de voge l van Den Helder zijn: 7 meer bruin in de basiskleur van de bovendelen; 2 gee l op de snave l basis uitgebreider en fe ll er gee l; 3 monden baard streep minder prominent; en 4 ontbreken va n sc hubteken in g op de buik. Op grond van het ontb reken van en ige tekening op de kee l, in combi natie met de lichte buitenrand en top aan de grote v leuge ldekveren en du i mvleugel betrof het een eerste-wi nter vrouwtj e. Bij mannetj es va n dezelfde leeftijd zou de borstband al vee l zwaarder o ntw ikke ld zijn (cf plaat va n eerste-wi nter mannetje, Dutch Birding 18: 38, plaat 25, 1996). Oudere vrouwtj es missen de li chte toppen aan de dekveren en hebbe n een iets zwaard ere donkere borsttekening. Het o ntbreken va n enige rode of roodb ruin e tinten in bovenvleugel, borst en staart geeft aa n dat de voge l geen kenm erken vertoonde va n Roodkeellijster T r ruficollis (cf Heinzei et al 1996, Jonsson 1997) . Hoewel beide taxa (nog) ove rwegend als o ndersoo rten van één soort wor-
den beschouwd, ligt een sp litsing in twee aparte soorten in de lijn der verwac hting (cf Cramp 1988, Birding World 9: 247-252, 1996, George Sangster in litt). Naast verwarr ing met Roodkeellij ster kan ook een o nvo lwassen Bru in e Lijster T naumanni eu nomus zonder roodbru in in de vleuge l voor determinatieproblemen zorgen. Bru ine Lijsters vertonen echter grotere vlekken op de flanken, vrij we l altijd met enig roodbru in, en een zwaa rd er getekende mantel (Lewi ngton et al 1991). Verspreiding en voorkomen Zwartkee llij ster broedt in Centraa l-Az ië: in Rusland, va naf de Oeral in het westen (net binnen het West-Palearctische geb ied) tot Centraa lSiberi ë, zu idelijk tot de Altai, en bewoont een breed spectrum van taigahabitats (Rogac heva 1992). Roodkeellijster broedt meer z uidooste lijk, van de Altai tot aan de oostzijde van het Baikalmeer (Tra nsbayka li a), noord elijk tot c 60° N en zuidelijk tot in Noord-China. Het broedbiotoop bestaat uit spaarzaam begroeide bergbossen en mosac hti ge toendra (C ramp 1988). Zwa rtkeel- en Roodkeellijster komen sa men voo r in grote delen
281 Zwartkee llij ster / Black-throated Thru sh Turdus rufico llis atrogu laris, Den Helder, Noord-Holl and, S j anu ari 1996 (Hans Cebuis)
271
Zwartkee/lijste r in De n Helder in januari-maa rt 7996 va n de Altai. In deze zo ne va n overl ap w ordt Zwartkee llijster vaak aa ngetroffen in laag- en middelhoogge legen bossen, terw ijl Roodkeellijste r meer op hoger gel egen hellinge n en langs de boomgrens voorkomt; in sommige delen va n de westelijke en oostelijke A ltai kom en beide taxa samen voor in all e bostypen (Rogacheva 199 2). Zwa rtkee llijster overw intert in Arabië, het oosten va n Irak, Iran, Afghani stan, Paki stan en Indi a tot in Birm a (M yanm ar) en Zuidwest-Chin a. Roodkee llijster overw intert iets meer oostelijk, in Afghanistan , Noord-Paki stan, het noorden van Kashmir, Nepal en Assam tot het noord en va n Birma en Noo rd- en West-China (Cramp 1988). Beide taxa z ijn in W est-Europ a als dw aalgast vastgesteld maar Zwartkeellij ster is beduidend algemener dan Roodkee llijster (o ngeveer 10 keer zovee l gevall en, cf Lewin gton et al 199 1). Dit houdt naar mag word en verond ersteld verb and met de meer noordwestelijke li gg in g van de broedgebi eden; hierdoor broedt dit taxon niet all ee n di chterbij maar is ook de trekafstand voor noordelijke broedvogels groter, w at de kans op afdwalen aanz ienlijk vergroot. Het geva l va n Den Helder was het derde voor Nederl and. Eerd ere gevall en betroffen een vrouwtj e van 31 maart tot 3 april 1981 in de binnenstad van Groningen, Groningen (van Klinken 1981 ; Dutch Birding 3: 72 , pl aat 35 -36, 1981), en ee n eerstejaars mann etj e op 9 oktober 1982 op Schiermonnikoog, Friesl and (Ferwerd a & Swart 1983). Gedurende het koud e winterwee r van janu ari-m aa rt 1996 w erd en ook in GrootBrittanni ë vier exempl aren ontdekt in meest stedelijk habitat (Vinicombe & Cottridge 1996). Dankwoord Wij w illen de famili e Hard er bed anken voor hun gastvrijh eid en Arnoud va n den Berg, Enno Ebels en Arend W ass ink voor hun hulp bij het schrijve n va n dit artikel. Summary BLACK-TH ROATED TH RUSH AT D EN HELDER IN JANUARYMARCH 1996 Fro m 4 Janu ary to 24 M arch 199 6, a fir st-
w inter female Bl ack-throated Thru sh Turd us ruficollis atrog u/aris stayed in a res id enti al area in Den Helder, Noo rd -Ho ll and, th e Neth erl and s. The bird showed a stro ng p reference for fo rag in g in small fro nt gard ens, ju st like m any Redw in gs T iliacus and Blackbirds T meru/a prese nt in the sa me area. Identification was based o n size and posture (between Redw in g and Bl ac kbird), largely unifo rm greyish-brow n upperparts, strea ked und erparts w ith heav il y bl otch ed breast-ban d, characteri sti c fac ial pattern w ith sho rt eyebrow, w hite chin and stron g dark malar stripe, pale fles h-co lo ured legs and dark bi II w ith ye ll ow ish base to th e lowe r mandibl e. Th e bird was aged as f irst-w inter beca use of th e pale tips to th e greater cove rts. Thi s reco rd constituted the third for th e Netherl and s and th e first lo ng-stay in g bird. Earli er reco rd s co nce rned a female in Gronin gen, G ronin gen, from 31 M arch to 3 April 198 1 (in rather simil ar 's uburban' co nditi o ns) and a fir st-yea r male o n 9 October 198 2 o n Schi ermonnikoog, Fri es land. Durin g th e co ld spell in Janu aryMarch 199 6, fo ur indi v idu als we re al so di scove red in mostl y urban habitat in Britain.
Verwijzingen Brou we r, R, H alff, R & Harder, N 1996. DB Actueel: Zwa rtkee llij ster in Den Helder. Dutch Birdin g 18 : 5 1. Cramp, S (redacti e) 1988. Th e bird s of th e Western Palea rcti c 5. Oxford. Ferwe rd a, A & Swart, M J 1983. Zw artkee ll ij ster Turdus ruficollis atrogu/aris op Schi ermonnikoog. Limosa 56: 260- 261. Heinze i, H , Fitter, R S R & Parslow, J 1996. Gid s Europese voge ls - all e voge ls va n Euro pa, NoordAfri ka en het Midden-Oosten. Negende druk. Baa rn. Jo nsso n, L 1997. Vogels van Euro pa, Noord -Afrika en het Midden-Oosten. Vijfde druk. Baa rn . va n Klinken, J 198 1. Een Zwa rtkee llij ster in de Groninger Binn enstad. Grauwe Go rs 9: 31. Lew ington, L, A iströ m, P & Co lsto n, P 199 1. A f ield guide to the rare birds of Britain and Europe. Lo nden. Opper man, E, Pl o mp, M & ter Ell en, R 1997. D utch Birdin g v ideojaa rove rzi cht 1996 . Videocassette. Den H aag . Rogac heva, H 1992 . Th e bird s of ce ntra I Siberi a. Husum . Vini co mbe, K & Cottrid ge, D 1996 . Rare bird s in Bri ta in & Ireland: a photographi c reco rd . Lo nden.
Ruud E Brouwer, Dorpsweg 22a, 7759 CH Ca/lantsoog, N ederland Rob A C Halfr, Kla as Casterkomstraat 27, 7785 NC De n Helder, Nede rland Nico Harder, Prins Wi/lem-Alexandersingel 40, 7782 CT De n Helde r, Nederland
27 2
Struikrietzanger te Walem in juni-juli 1996 jan-frik Kikkert
V
an 20 juni tot en met 1 juli 1996 bevo nd z ich een z inge nd e Struikrietza nger Acrocephalus dumetorum bij W alem, Limburg (Kikkert 1996, 1997). De vogel werd ontd ekt door j anErik Kikkert, di e hem op 20 juni om 07:45 voo r het eerst hoorde. De hem onbekende, luide en langzame zang had wel wat weg van een Zanglij ster Turdus philomelos. JE K kon de zingende vogel boven in een meidoorn observe ren en aan de hand va n het vrijwel o ngetekende verenkl eed en de lange o nderstaartdekveren vaststell en dat het om een Acrocephalus-za nge r gin g. Na ongeveer ee n uur hield de voge l op met z inge n. Thui sgekomen werd en direct geluidsopnamen geraadpl eegd. Het verm oeden dat het o m een Stru i kri etza nger gi ng w erd hi erd oor bevesti gd . Een bezoek aa n de plek later op de dag leverd e sl echts enkele glimpen van de vogelop. In de vroege oc htend van 21 juni werd de Struikri etza nger rond 05 :00 op dezelfde pl ek opnieuw luid z ingend aangetroffen en raa kte JEK voll edig overtui gd va n de determin ati e. Om 07 :15 ko nden de gewaa rschuwde Frank Ell enbroek en Karel Lemmens met de determin atie in stemmen; KL maa kte een aa ntal foto's. Di e avond I iet de voge l z ich door slecht weer niet horen maa r va naf de vroege oc htend van 22 juni kon een gestage stroom voge laa rs uit Nederl and en België hem horen z ingen en, in ieder geva l in de vroegste uren van de dag, oo k uitmuntend bekijken in de toppen van de struiken. De laatste meldin g dateerde van 1 juli .
Beschrijving De beschrij ving is gebaseerd op foto 's van A rnoud va n den Berg, H ans Gebui s en KL (cf Dutc h Bi rding 18: 154, pl aat 164, 213, pl aat 207, 1996), geluidsopn amen van AvdB en JEK en aantekenin ge n va n Max Berlijn , JEK en KL. A pa /ustris. Snavel lang. O nderstaartdekveren lang, staarteinde
G ROOTIE & BOUW Form aat als Bos ri etzanger
afgerond. Vleugel kort. Handpenproj ectie iets langer dan helft va n lengte va n tert ials. V leugel punt tot aan bovenstaartdekveren reikend. Zes handpentoppen z ichtbaa r. Zichtbare versmalling aan buitenvlag va n p2 en p3 (handpennen va n buiten naa r binn en genummerd),
[Outch Birding 19: 273·276, 1997[
voo ral goed z ichtbaa r tij dens poetse n. Afstand tussen langste (buitenste) handpen en één-n a-Iangste handpen groter dan tu ssen ove ri ge z ichtbare hand pe nnen. Hoogste punt va n kruin ve r naa r achteren li ggend, waa rdoo r kop spits lijkend, voo ral opva llend t ijdens za ng. In combin ati e met lange snavel, kop herinnerend aan Va le Spotvoge l Hippo /ais pal/ida. KO P Bove nkop, oo rstreek en achterh oofd grij sbruin. G rij sac ht ige w itte wenkbrauwstreep, voor oog breed en rechthoeki g en breder dan oog. Boven oog we nkbrauwstreep dun lijntje, achter oog vervage nd. Oogstreep voor oog donker en opva ll end, donkerste deel va n kop, en we nkbrauwstreep accentuerend . H alve w itte oog rin g onder oog, bestaande uit kl ein e veertj es, beg innend en eindi gend ter hoogte va n oogstreep. Kin en keel w it. BOVEND ELEN M antel, sc houder, ru g tot halve rwege te rti als, stuit en bove nstaa rtd ekve ren beigegrij s met groeni g w aas. ONDE RDELEN Vuil w it. Fl ank en vleugelboc ht met bruin waas . An aalstreek en onderstaartdekveren w it. V LEU GEL Bruin er dan bovendelen. Binn enste v ijf handpennen met licht puntj e aan top. Tertials li cht omrand, we inig co ntrasterend met ru g, mantel en dekveren, moge lijk iets bruin er. Duim vleugel donker met lichte zoom aa n buitenv lag. STAART Bove nstaart bru i n, zo nder lichte bu itenste pennen. O nderstaart licht. NAA KTE D ELE N Iris donkerbruin. Snavel geelbruin met grij s culmen en onopva llende donkere subdi stale vlek op o ndersnavel. Mondh olte oranje (o pva llend tijdens za ng) . Poot grij sbruin . GE LU ID Za ng lij sterachti g, luid en relati ef langzaam met regelm ati ge ko rte pa uzes . Gemidd eld elke strofe 3-5 keer herh alend. Vee l imi tati es. O pva llende strofes djuu en krak-krak-djuu-ie-/uu . Roep zac ht tek, lijkend op Braamsluiper Sy/via curruca; eenmaa l bij verstorin g hard ras pend trrr. SLEET Toppen va n staartpennen eni ge sleet ve rtonend . GED RAG In vroege oc htend meestal vrij z ittend en z in gend in top va n struik op enkele meters hoogte. Rest van dag meestal in lage begroe iin g foe ragerend en moeilijk z ichtbaa r. Bi otoop bestaand uit rijke o ndergroe i met verspreide struiken en bomen aan bovenrand va n kl eine hellin g, ve rgelijkbaar met bi otoo p va n Bosri etza nger. Geen open water in directe omgev in g.
Determinatie Het bel angrijkste determin ati ekenmerk van de voge l van W alem vormd e de zang. Hoewel de zang van Bos ri etza nger en Struikri etza nger door 273
Struikrietzanger te Walem in juni-juli 1996
282 Stru ikr ietza nger / Blyth 's Reed W arb ier Acrocephalus dumeto rum, W alem, Limburg, 23 jun i 1996 (Arnoud B van den Berg) 283 -285 Struikri etzan ger / Bl yth 's Reed Warb ier Acro cephalus dumetorum, Wa lem , Limburg, 24 juni 1996 (Hans C ebuis)
2 74
Struikrietzanger te Walem in juni-juli 7996
.............lg.:.9.Q.....•.......• ...".•...."..LQ .:.9.!.....•.......•.......•.......19..:g.2..".•...."......".•...... ..Ig:.9.~..."•.......•.......•..... ..19..:g~....•...............•........I.Q:.9.? ....•.. ....•......•........19..:g.Ei... .........,. 6.0 4.0 2.0
'- a lf
....... put
hyu
szya ehi ehi
" \
--
>~
put put tutuit
~U
hyu szya ehi ehi
.• J'
'"
tl ,- "
.
~
put
put
hyu
6.0 4.0 2.0
hiyu
6.0 4.0 2.0
:"~
'f
'i~
·1
tziu te
'- ~ , put
hiyu
put
!,
put
hyu
'"
I
.
tziu te .:ft •
I'
'~
tziu te
.~é.., tziu te
hyu szya ehi ehi
"; ' \
,~, . ~
"'"
""
"""'ir
hiyu
__,11<., ,,,,,
.,I ' T
"'"
szay
~-4;
"
f'
'"-'
6.0 4.0 2.0
..
szya ehi ehi
..
<:"
hiyu
'r~ t tziu te
hiyu
tziu te
.~
hiyu
I~"
\
tziu te
yu
ya
tttt
6.0 4.0 2.0 yu ya tttt
yu ya tttt
6.0 4.0 2.0 yu ya tttt
yu ya tttt
FIGUUR 1 Za ng va n Struikrietzanger / Blyth's Reed Warb ier Acrocephalus dumetorum, Walem , Limburg, 22 juni 1996 (A rnoud B van den Berg)
de vele imitati es bij beide soorten op elkaar kan lijken, was het langzame ('s lome') tempo ken" merkend voor Stru ikrietzanger (cf Ellis et al 1994). De determinat ie werd ondersteund door kenmerken in bouwen verenkl eed (cf W illi amson 1968, Harvey & Porter 1984, Cramp 1992, Harris et al 1996, Jonsson 1997), De lange snave l in combinatie met v lak voorhoofd en hoge kruin en de korte hand pen projecti e pasten goed op Stru ikri etzanger. De korte maar voor het oog opva llende wenkbrauwstreep, de overwegend uniform gekleurde bovendelen en v leugels
(inclusi ef wein ig co ntrastrijk getekende tertials) en de grijsbruin e poten pasten beter op Struikrietzanger dan op Bosrietzanger of Kleine Karekiet A scirpaceus. Bij Bosrietza nger z ijn door de lan" gere vleuge l meestal acht handpentoppen z ichtbaa r. Ve ldrietzanger A agricola heeft de korte v leugelprojectie gemeen met Stru ikrietzanger (de v leugelformu les kunn en vrijwe l identiek z ijn) maar kon eenvoudi g worden uitges loten op grond van het ontbreken van de markante koptekening van Ve ldri etza nger met donkere wenkbrauwbegrenzing en mee r opvallende wenk-
275
Stru ikrietzanger te Walem in juni-juli 7996 brauwstreep. De lange onderstaartdekveren sloten Va le Spotvogel uit. Verspreiding en voorkomen Het broedgebied van Struikrietzanger strekt zich uit van Finland, de Baltische staten en Rusland ooste lijk tot aan de Lena, met uitzondering van het uiterste noorden. Een zu idel ijke uitloper van het broedgebied loopt via het Balchasjmeer naar het zuidoosten van de Kaspische Zee . Het broedbiotoop bestaat uit beekdalen met wi lgenbegroei ing en moerassen, maar ook uit drogere randen van gematigde loofbossen met een rijke kruidenvegetatie. In juli-augustus trekken voge ls naar de overwinteringsgeb ieden in Pakistan, Indi a, Nepal en Sri Lanka, oostelijk tot in Birma (Myanmar). In het w intergeb ied bestaat het biotoop uit bosschages, tuinen met loofhout en graa nvelden. De voorjaarstrek vindt plaats in maart-mei (C ramp 1992). In de laatste 60 j aar heeft de soort zich naar het westen uitgebreid. De eerste waarnem in g in Estland dateerde van 1890 en de soort nam vanaf de jaren 1930 in aanta l toe. De huidi ge populatie telt 2000-3000 broedpa ren (Lei bak et al 1994). Het eerste broedgeval in Letland vond plaats in 1944. Het eerste geva l voor Finland werd in 1934 vastgesteld, gevo lgd door het eerste broedgeval in 1947. Na een snelle toename is daar nu sprake van een redelijk stabiele populat ie van c 5000 broedparen. Het eerste geva l in Zweden stamde uit 1958, gevo lgd door het eerste broedgeval in 1984; in 1993 werden in Zweden 62 geva ll en vastgesteld (waaronder ten minste 26 z in gende vogels), in 1994 46 en in 1995 60 (Dutch Birding 15 : 234, 1993; Var Fagelvärld Suppl 21: 88-89, 1994, 22: 108-109, 1995,25: 106-107,1996). In Duitsland zijn zes gevallen bekend, waaronder een zeer zu id elijke zingende voge l in Beieren in 1995 (Deutsche Se ltenheitenkommission 1997). In Groot-B rittanniÍ werden de laatste jaren meerdere exemplaren per jaar vastgeste ld, voorname lijk in de periode eind augustus tot oktober maar ook enke le in het late voorjaar (Vini combe & Cottridge 1996). Bovenstaande waarneming is aanvaard door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) en betekende het tweede geval voor Nederland en de eerste ve ldwaarnem ing. Het eerste geva l betrof een ringvangst bij Lelystad, Flevoland, op 26 juni 1990 (B reek & van den Berg 1992). In het licht van de westwaartse uitbreiding gedurende de afgelopen decennia en de
veelheid aan gesch ikt biotoop is het voorkomen in Neder land niet verrassend. Dat het eerste geva l van een dagenlang aanwez ige zingende voge l in het Limburgse heuvelland plaatsvond en niet in een noordelijker ge legen meer moerasachtig geb ied mag echter we l opmerke lijk worden genoemd. Dankzegging Magnus Robb wordt bedankt voor het vervaard igen van het sonagram. Summary BLYTH 'S REED W ARBLER AT W ALEM IN JUNE-JULY 1996 From 20 June to 1 July 1997, a Blyth's Reed Warbi er Acrocepha lus dumetorum stayed at Wa lem, Limburg, the Netherlands. During the ear ly hours of the day, the bird performed adm irably, singing in full view from the top of bushes. Identificat ion was mainly based on the slow song fu ll of mimicry, and suppo rted by characters in structu re and plumage, espec iall y the long bill and flat forehead (w ith the peak we il behind the eye), short w ings w ith on ly six primary tips vis ibl e, brownish-grey legs, predominant ly pale lower mandible w ith sma ll dark subtermin al spot and uniform grey ish-b rown overal l p lum age. This was the second record for the Netherlands; the first was a bird ringed at Lelystad, Flevoland, on 26 June 1990.
Verwijzingen Breek, C J & va n den Berg, A B 1992. Struikri etzanger te Lelystad in juni 1990. Dutch Birding 14: 21-26. Cramp, 5 (redactie) 1992. The birds of the Western Palearctic 6. Oxford. Deutsche Seltenheitenkomm iss ion 1997. Se ltene Voge larten in Deutschland 1995. Limi co la 11: 153-208. Ell is, P, Jackson, B & Suddaby, D 1994. The Blyth's Reed Warb ier in Shetland. Birding World 7: 227-230. Harris, A, Shirihai, H & Chr istie, D 1996. The Macmillan bi rder's gu ide to European and Midd le Eastern birds. Londen. Harvey, W G & Porter, R F 1984. Fi eld identification of Blyth's Reed Warb ier. Br Birds 77 : 393-4 11. Jonsson, L 1997. Voge ls van Europa, Noord-Afrika en het M idd en-Oosten. Vijfde druk. Baarn. Kikkert, J-E 1996. DB Actuee l : Struikrietzanger te Wa lem. Dutch Birding 18: 155-156. Kikkert, J-E 1997. Stru ikri etzanger te Walem in juni 1995 [s ic]. Limb Voge ls 8 : 79-81. Leibak, E, Lillel eht, V & Veromann, H 1994. Birds of Estonia. Tallinn. Vinicombe, K & Cottridge, D 1996 . Rare birds in Brita in & Ireland: a photograph ic reco rd . Londen. Wi lli amson, K 1968. Identification for ringers 1. The genera Cettia, Locustella, Acrocepha lus and Hippolais. Derde d ruk . Tring.
Jan-frik Kikkert, Herdersveld 777, 5665 JM Geldrop, Nederland 276
Variability of field characters in adult Pontic Yellow-Iegged Gulls The systematics of the Herr ing Gull complex currently is one of the most discussed taxo nomi e problems on species/subspecies level (Haffer 1982 Wink et al 1994, Kennerley et al 1995). Simultaneously, mu ch progress has been made in identification of large gulls, which created the opportunity to study distribution and mi gration in more detail (eg, Gruber 1995, Kennerley et al 1995, Harris et al 1996, Jonsson 1996, Garner 1997, Garner & Quinn 1997). The discovery of a contact zone between two ta xa of Yellow-Iegged Gull Larus cachinnans, Pontic Yellow-Iegged Gull L c cachinnans (hereafter cachinnans) and Mediterranean Yellow-Iegged Gull L c michahe Ilis (hereafter michahellis), at the western Black Sea is a good example for th is (Klein & Buchheim 1997). However, papers dealing with the identification of th ese two taxa are mainly based on few individuals occurring in western and central Europe (Garner & Quinn 1997, Klein & Gruber 1997), while little information is available from the breeding grounds. As Klein & Gruber (1997) stressed the variability of some field characters, we took the opportunity to quantify these in two colonies of cachinnans in southern Ukraine. With the help of the Azov-Black Sea Ornithological Station (Me litopol), we visited Ostrov Podkova at the Molochnyi Liman
TABLE 1 Variability in bare parts eoloration of Ponti e
Yellow-Iegged Gull / Pontisehe Geelpootmeeu w Larus each inn ans cachinnans in two Ukrainian breeding eo loni es Moloehnyi Liman
Sivash
pale medium dark
136 (63 .2 %) 52 (24.2%) 27 (12.6%)
76 (48.1%) 52 (32.9%) 30 (19.0%)
pale orange dark orange red
136 (63 .2%) 73 (34.0%) 6 (2 .8%)
118 (74 .7%) 34 (21.5%) 6 (3.8%)
pale or greyish ye llow deep ye llow
199 (9 1.7%) 18 (8.3%)
91 (85.0%) 16 (15.0%)
blaek-banded not black-banded
49 (60.5%) 32 (39 .5%)
73 (46.2%) 85 (53.8%)
iri s
orb ita l ring
legs
bill
[Dutch 8irding 79: 277-280, 79971
(46:38N, 35:21E) on 14-17 April 1997 and island s close to Chon gar in th e Sivash/Crimea (45 :58N, 34:34 E) on 19-20 April 1997. Both sites ho ld co lonies of more than 2000 breeding pairs of Yellow-Iegged Gu ll . Far from th e contact zone with michahellis in Romania (K lein & Buchheim 1997), these Ukrainian breeding populations consist only of cachinnans. Besides catching gu ll s in order to take measurements, we o~serv足 ed a large number of breeding adults classlfymg the coloration of orbital ring, iris and legs. We also noted the presence or absence of black markings at the gonys. The detailed pattern of the wing-tips was studied in trapped and dead birds o nly. According to Garner & Quinn (1997) and Klein & Gruber (1997), the iri s is more or less dark-coloured in cachinnans. In co ntrast, more than 50% of th e birds in our study appeared to have a yellowish pale iri s (tab ie 1), but not as pale as in Herring Gull L argentatus. It should be stressed that in the hand all birds showed at least some dark spotting on th e iris, which can lead to the impression of medium dark or even completely dark 'eyes' in many birds (plates 286287). However, when seen from a distance with binoculars or telescope, one would judge th e majority of birds as 'pa le-eyed'. Hence our data are inconsistent with Klein & Gruber (1997), who claim 'pal e-eyed' to occur only exceptionally. Th e co lour of th e orbital ring, often stated to be important in mating behavio ur (S mith 1966) as weil as field identifi cation (Ga rve et al 1987, Gruber 1995 ), proved to be very variabie within the two populations studied (tab ie 1). Most birds showed pale orange orbital rin gs, only a littl e bit darker than in Herrin g Gulls at the North Sea, while it was dark orange only in 25% of the birds. Red orbital rin gs, which are more typical for michahellis (Garner & Quinn 1997, Klein & Gruber 1997), occurred in o nly 2-3%. There seems to be a relation between the co loration of iris and orbital ring, as most 'pa le-eyed ' birds had pale orange orbital rings while re.d orbital rings occurred only in comb in ation wlth dark Ifldes (tab ie 2). In line with th e studies mentioned before, the legs of most ad ults were pale or greyish yellow. However, both co lonies includ ed a number of birds with deep ye llow legs (tab ie 1). Interestingly, c 50% of the birds had black markin gs at the go nys (tabie 1), a feature mentloned by Madge (1992) but not by Kennerley et al (1995). In some birds, this bill pattern even resembied Armenian Gull L armen icus (H arris et al 1996). 277
Va riability of field eharaeters in adult Pontie Yellow-Iegged C ulls
288
278
289
Va riability of field eharaeters in adult Pontie Yellow-Iegged C ul/s TABLE 2 Co rrelatio n betwee n co lo rati on of o rbita l ring and iri s of Pontie Ye ll ow-Iegged G ull / Po ntise he Geelpootmeeuw Larus eachinnans eachinnans in two Ukra ini an breed in g eo lo ni es
o rb ital ring pa le o range dark o range red
Moloe hn y i Li man
Sivash
iri s
iri s
pale
medium
dark
pale
med ium
dark
107 29 0
21 30
8 14 5
69 7 0
43 9 0
6 18 6
Flyin g birds showed th e typ ica l w ing pattern of eaehinnans w hi ch co nsi sts of an obvio us w hite tip due to th e extend ed w hite at the tip of the outer two prim ari es. W e never saw any adult resembling miehahellis w here th e w hite tip is reduced to a minimum and bl ac k parts are more extended (G arn er & Q uinn 1997, Klein & G ruber 1997). However, a closer look at components of th e win g pattern aga in revea led some va ri abi lity (plates 288-289). O ut of 31 adults eith er trapped o r fo und dead in th e col o nies, 11 showed an in comp lete (a nd in three cases even comp lete) bl ac k subterm inal band at th e w hite tip of primary 10 (plO; primari es numbered from in sid e) w hi le th e majority of bi rds showed purely white tips . Nearly the same wa s found in 105 spec imens co ll ected in th e Sivash by M ierauskas et al (1 99 1). Furthermore, amo ng 31 birds w e detected the so-ca ll ed ' thayeri pattern ' (th e w hite to ngue of the inner web jo ining th e w hite tip at p9; Dw ight 19 17) in one bird - in accord ance with Mi erauskas et al (1991 ) but not w ith Chy larec ki & Sikora (1991). In summ ary, th e va ri abi lity of eaehinnans is pron ounced even among bird s of the sa me breeding stage. It should be noted th at part of th e d ifferences in fi eld characters co mpared w ith earlier identifi catio n papers may be due to season al va riation . There is some evidence for seasonal
change in bare parts colorati o n in Lesser Blackbacked Gull L fuseus (Barn es 1952, 1953). O nce more thi s makes cl ear th at single fi eld c haracters are unreli abl e to identify Yell ow-Iegged Gull taxa . As already mention ed befo re (G ruber 1995), identifi catio n of large gulls requires a combin at ion of multipl e fi eld marks . As som e features concern ing th e coloration of bare parts now have proved to be insuffic ient, emph as is should be put o n posture, shape and win g pattern as recommend ed by Kl ein & Gruber (1997). References Barn es, J A G 1952 . Th e statu s of th e Lesse r Blaekbae ked G ul l. Br Bird s 45 : 3-1 7. Barn es, J AG 1953 . The m igratio n of the Lesser Blae kbaeked G ul l. Br Bird s 46 : 238-2 52. Chy laree ki, P & Siko ra, A 199 1. Yell ow -Iegged G u ll s in Po land: a eomm ent. Duteh Birdin g 13 : 145- 148. Dw ight, J 19 17. Th e status of 'Larus thayeri, Th aye r's Guii '. A uk 34: 4 13-414. Garn er, M 199 7. Large w hite-h eaded gulls in the U nited A rab Emirates . A co ntributio n to their field identifi eati on . Emirates Bird Rep 19: 94-1 03. Ga rn er, M & Q uinn, D 1997. Identifieati o n of Ye ll owlegged G ull s in Britain . Br Birds 90: 25 -62. Garve, E, Kรถ ni gstedt, D & Langbehn , H 1987 . Di e Feld ke nn ze iehen vo n Larus cachin nans. O rnitho l M itt 39: 30 1-308 . G ruber, D 1995 . Di e Ke nn ze iehen und das Vo rko mmen der W eilSko pfmรถwe Larus cachinna ns in Europa. Limi co la 9 : 121- 165.
286 Po ntic Ye ll ow-I egged G ul l / Po nti se he Geelpootm eeuw Larus cachinnans cachinnans w ith dark iri s and pale o range o rbital ring, Moloe hl ly i Lim an, U kra in e, Apri l 1997 (Oorit Liebers) 287 Po nt ie Ye ll ow-Iegged G ul l / Po nti se he Gee lpootmeeuw Larus cachinnans cachinnans w ith pale iris and pale o range o rbital ring, Sivas h, U krain e, Apri l 1997 (Oorit Liebers). Note dark spots in iri s, not visibl e w hen bird see n fro m d istanee 288 Po ntic Ye ll ow-Iegged G ul l / Po nti se he Gee lpootm eeuw Larus cachinnans cachinnans, uppe rw in g, Moloehn yi Lim an, U krain e, Ap ril 1997 (Oorit Liebers). Note small amount of b lae k and extended w hite w ing-tip w ith incomp lete b lae k ba nd of prim ary 10 289 Po nti e Yell ow-I egged Gu ll / Po nti se he Geelpootmeeuw Larus cachinnans cachinnans, u p perw in g, Mo lo ehn y i Lim an, U kra in e, Ap ri l 1997 (Oo rit Liebers) 290 Po nt ic Ye ll ow- Iegge d G ull / Po nti se he Geelpootmee uw Larus cachinnans cachinnans, eastern Sivas h, U krain e, 12 June 1993 (Pau/ S Ruiters)
279
Variability of field characters in adult Pontic Yellow-Iegged Gulls Haffer, J 1982 . Systematik und Taxonom ie der Larus argentatus-Artengrup pe. In : G lutz vo n Blotzheim, U N & Bauer, K M (ed itors), Handbu ch der Vögel Mitteleuropas 8, Wiesbad en, pp 502 -515. Harris, A, Shirihai, H & Ch ri stie, D 1996. The Macmillan bird er's gu id e to European and M iddl e Eastern birds. Londo n. Jonsson, L 1996. 'Gu lfotade' truta r. Va r Fage lvä rld 55 (8): 12-26. Kennerley, P R, Hoogendoorn, W & Cha lmers, M L 1995. Identifi cati on and syste matics of large w hiteheaded gull s in Hong Kong. In : Ca rey, G J (edito r), Hong Kong Bird Rep 1994, Hong Kong, pp 127- 156 . Klein, R & Buchheim, A 1997. Die westli che Schwarzmeerküste als Kontaktgeb iet zwe ier GrolSmöwenformen der Larus cachinnans-G rup pe. Voge lwe lt 118: 61-70. Klein, R, & G ruber, D 1997 . Die Bestimmung und taxo-
nomische Stel lun g der in M itte leuropa auftretend en WeilSkopfmöwen Larus cachinnans. Limicola 11: 49 75. Madge, 5 1992. Yellow-Iegged Gu ll s w ith bill bands. Bird ing World 5: 67-68. M ierauskas, P, Gre im as, E & Buzun, V 199 1. A comparison of morphometrics, w in g-ti p pattern & voca li zat ions between ye ll ow-Iegged Herring Gu ll s (Larus argentatus) from Eastern Baltic and Larus cachinnans. Acta Orn ith o l Litu an ica 4: 3-26. Smith, N G 1966. Evolution of some arctic gu ii s: an experi menta l study of isolating mechani sms . Orn ithol Monogr 4 : 1-99. Wink, M, Kahl , U & Heidrich, P 1994. Lassen sich Silber-, WeilSkopf- und Herin gsmöwe (Larus argenta tus, L. cach inn ans, L. fuscus) molekulargenetisch unterscheiden? J Ornithol 135: 73 -80.
Oorit Liebers, Ernst-Moritz-Arndt-Universität Greifswa ld, Vogelwarte Hiddensee, 18565 Kloster, German y Volker Oierschke, Ernst-Moritz -Arndt-Universität Greifswald, Vogelwarte Hiddensee, 18565 Kloster, Germany
Pontische Geelpootmeeuw bij Zutphen in september-november 1988 op 19 september 1988 trof Geert Groot Koe rkamp een hem onbekende ad ulte grote meeuw Larus aa n tus sen 10-tall en Zilvermeeuwen L argentatus en enkele Grote Mantelmeeuwen L marinus en Kl eine Mantelmeeuwen L fuscus aa n de Ij ssel nabij de vuilstort van Z utphe n, Gelder land. De vogel viel op door zij n slanke uiterlijk en witte kop, donkere iri s, bleekgele poten en slanke snavel met naast de rode gonysv lek een donkere subterm in ale v lek die iets doorliep op de bovensnavel. De mantelkleur versch ilde niet of nauwelijks va n die van de omringende Z il ve rm eeuwen. De algehele indruk van de voge l deed denken aan een Armeense Meeuw L armen icus, maar een aantal kenmerken (onder meer mantelkleur, postuur en kleur van de naakte de len) paste niet goed op deze soort. De raadse lmeeuw liet z ich in de daaropvolgende weken spo rad isc h zien in de omgeving va n de vuilstort en op 4 oktober slaagde GGK erin de voge l op korte afsta nd te fotograferen. De ware id entiteit va n de meeuw bleef echter onbekend. De beschreven ken merken wekten ni ettemin de interesse van andere voge laars en in de tweede helft van oktober 1988 verspre idde z ich het nieuws dat z ic h bij Zutphen een mogelijke A rm eense Meeuw ophie ld. 280
Op 24 en 29 oktober leverd en zoektochten door andere voge laars niets op maar op 6 november 1988 vo nden Max Berlijn, Eus va n der Burg, Enno Ebels, Oscar Endtz, Remco Hofland en Teus Luijendijk rond 12:00 de voge l terug, die met 10-tall en meeuwen aa n de overzijde van de Ijsse l ston d, op een afstand van 150-200 m. Deze waarnemers concl ud eerden dat het geen Armeense Meeuw kon zijn ; voor een Armeense Meeuw was hij te langgerekt, de kop was niet 'l ief' genoeg, de snave l te lang en de poten wa ren onvo ldoe nd e diepgeel. De vo lgende beschrijving werd destijds door EE in zijn notitieboekje genoteerd: ' 1 ex. Grote meeuw spec?! Geen Armeense, maar wat wel ? Spierwitte kop, rechte snave l met donkere ba nd en rode vlek, donkere iri s, bleke poten met roze voeten, mantel en vleuge ls als Z il vermeeuw'. Een aantal kenmerken werd ni et genoteerd maar staat in het geheugen van de waarnemers gegrift, met name het extreem langgerekte uiterlijk met zeer platte bu ik, nogal platte kop en lange vleuge l punten; de poten hadden een onbestemde bleekgele kleur, en vertoonden een zichtbaar kleurverschil met de meer roze tot vleeskleurige voeten. De opmerk ing over ' mantel en vleuge ls als Zi lvermeeuw' in bovenstaande beschrijving sloeg op de tint van de grij ze kleur, niet op de precieze teken ing va n de vleuge ltoppen (daar hebben de waa rn emers destijd s ni et op ge let). Op 16 no[Outch Birding 79: 280-283, 7997[
Pontische Geelpootmeeuw bij Zutphen in september-november 7988 vember zag GGK de vogel voor het laatst op een meeuwenslaapplaats bij de recreatieplas Buss100, Voorst, Gelderland. Op korte afstand en in goed licht was daarbij enige zeer fijne wintertekening in de nek zichtbaar. De determinatie van de meeuw bleef met vraagtekens omgeven, totdat bijna 10 jaar later de toegenomen kennis over de herkenning van Geelpootmeeuwen L cachinnans het raadsel alsnog kon oplossen. Aan de hand van de beschreven kenmerken en de foto's van GGK en dankzij recente literatuur over herkenning van Geelpootmeeuwen-taxa kon de vogel worden gedetermineerd als Pontische Geelpootmeeuw L c cachinnans (voorheen ook Kaspische Geelpootmeeuw genoemd) (cf Gruber 1995, Gruber 1996, Harris et al 1996, Garner 1997, Garner & Quinn 1997, Garner et al 1997, Klein & Buchheim 1997, Klein & Gruber 1997, Liebers & Dierschke 1997). De volgende kenmerken pleitten voor dit taxon: 7 de nagenoeg geheel witte kop (vergelijk met de zware bruine kopstreping van de Zilvermeeuw op de foto; dit kenmerk duidt op Geelpootmeeuw sensu Iata, ie, Pontische Geelpootmeeuw of Mediterrane Geelpootmeeuw L c michahellis); 2 de slanke, vrijwel rechte snavel (vergelijk met de duidelijke gonys-hoek en meer gekromde bovensnavel van de Zilvermeeuw op de foto; de snavel van Mediterrane is zwaarder en in vorm lijkend op die van Zilvermeeuw); 3 de combinatie van bleekgele snavelkleur met rode gonysvlek en zwarte subterminale vlek, vooral op de ondersnavel (bij Mediterrane is de snavel diepergeel en meestal zonder zwarte vlek); 4 de donkere iris (bij adulte Pontische variabel maar vaak donker, bij adulte Mediterrane gewoonlijk licht); 5 de bleek geelachtige poten met meer roze tot vleeskleurige voeten (bij Mediterrane dieper geel met geelachtige voeten); 6 de kleur van de mantel en bovenvleugel, vergelijkbaar met Zilvermeeuw (bij Mediterrane donkerder); 7 de contrastrijke vleugelpunttekening, met relatief meer wit en minder zwart dan bij Mediterrane (het exacte patroon op plO is niet vastgesteld; de oude p9 en plO ontbraken, de nieuwe waren in ieder geval tot half oktober niet volgroeid); en 8 het langgerekte postuur met platte buik en zeer lange vleugels (Mediterrane is 'zwaarder' gebouwd met minder langgerekt postuur). Vergelijking van de foto's van de meeuw van Zutphen met - bijvoorbeeld - die van een Pontische Geelpootmeeuw in Calais, Frankrijk, . in januari 1997 (Dutch Birding 19: 33, plaat 27, 1997), toont een aantal duidel ijke overeenkomsten, vooral wat betreft de snavelvorm en -teke-
ning, verschil tussen de bleek geelachtige poten en de meer roze voeten en de donkere iris. Barabameeuw L c barabensis kon worden uitgesloten door de rondere kop, kortere snavel, dieper gekleurde naakte delen en donkerder grijze mantel van dit taxon (cf Garner & Quinn 1997, Garner et al 1997). In structuur komt barabensis sterk overeen met Armeense Meeuw. De waarneming bij Zutphen is aanvaard door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) en betrof - met terugwerkende kracht - het eerste geval voor Nederland . De aanvankelijk als eerste geval gepubliceerde ringaflezing van een eerste-winter vogel op 11 december 1991 te Geldermalsen, Gelderland (Ebels et al 1996), wordt daarmee (voorlopig) het tweede geval. De waarneming bij Zutphen werd in maart 1989 namelijk gevolgd door een reeks waarnemingen door GGK van tenminste drie verschillende adulte of bijna adulte vogels met overeenkomstige kenmerken langs de Ijssel tussen Zutphen en Deventer, Overijssel. In september en oktober 1989 werden opnieuw twee exemplaren in hetzelfde gebied aangetroffen . De beschrijvingen van deze vogels zullen alsnog aan de CDNA worden voorgelegd. In de winters van 1995/96 en 1996/97 en eind 1997 werden verschillende Pontische Geelpootmeeuwen gezien op Het Rutbeek en het Rutbekerveld bij Enschede, Overijssel, en in het najaar van 1997 verbleven c 12 verschillende vogels langs de Maas in Noord-Limburg, die daar veel bekijks trokken. Ook elders in Nederland werden in het najaar van 1997 exemplaren gemeld (Knol Ie et al 1997). Het bovenstaande vormt een bekrachtiging van de veronderstelling in Ebels et al (1996) dat Pontische Geelpootmeeuw een regelmatige (winter)gast in zeer klein aantal is in Nederland, met name in het oosten van het land.
Summary PONTIC YELLOW-LEGGED GULL AT ZUTPHEN IN SEPTEMBERNOVEMBER 1988 From 19 September to 16 November 1988, an adult Pontic Yellow-Iegged Gull Larus eachinnans cachinnans (also known as Caspian Yellow-Iegged Gull) was present at a rubbish dump near Zutphen, Gelderland, the Netherlands; on its last date it was seen at nearby Bussloo, Voorst, Gelderland. At the time, the bird was reported as a possible Armenian Gull L armenicus beeause of its dark iris and dark bill marking, but it was not eonclusively identified. Almost 10 years later, the bird was identified as Pontic Yellow-Iegged Gull, thanks to the steady stream of publieations in recent years c1arifying the identifieation of Yellow-Iegged Gull taxa (Gruber 1995, 1996,
281
Pontische Geelpootmeeuw bij Zutphen in september-november 1988
291 Ponti sche Gee lpootmee uw / Po nti c Yellow -I egged Gull Larus cachinnans cachinnans (rechts) en Zil verm eeuw / Herrin g Gull L a rgen ta tus, Zutphen, Geld erl and, 4 o ktober 1988 (Geert Groot Koerkamp) 292-293 Po nti sc he Gee lpootm ee uw / Po nti c Yell ow-I egged Gull Larus cachinna ns cachinnans, Z utphen, Gelderl and, 4 okto ber 1988 (Geert Groot Koerkamp)
Harri s et al 1996, Garn er 199 7, Garn er & Quinn 1997, Garn er et al 199 7, Kl ein & Buchh eim 1997, Kl ein & Gruber 199 7, Liebers & Di ersc hke 199 7). M ost important characters we re the almost un strea ked all-w hite head (indi catin g Ponti c or M editerran ea n Yell ow-I egged Gull L c michahellis) ; grey upperparts colour as in Herrin g Gull L argentatus (darker in M editerranea n); w in g tips w ith more w hite and less bl ac k th an in M editerranea n; lon g, slender and parall el-s ided bill (heav ier w ith stronger gon ydea l angle in M editerranea n); pal e yell ow ish bill w ith red gonydeal spot and bl ac k subtermin al markin g, mostl yo n lowe r mandibl e (deeper ye llow and norm all y w ithout bl ac k in Mediterran ea n); dark iri s (va riabi e in Po nti c but often dark, no rm all y pale in M editerranea n); pale ye llow ishfl esh legs w ith pinki sh-fl es h feet (dee per yell ow in M editerranea n); and general proportion s w ith slopin g forehead, flat bell y and ve ry lo ng w in gs, giving th e bird
282
a strongly elon gated appea rance (Iess elon gated in Mediterran ea n). Thi s records becomes the f irst fo r the Netherl and s, predating a first-w inter rin ged in Ukrain e of w hich the rin g was read at Gelderm alsen, Geld erl and, on 11 December 199 1 (Ebels et al 1996). Several subsequ ent record s, es peciall y in autumn/w inter 1989 and in 1995 -97, are und er con siderati o n by th e Dutch rariti es co mmittee (CD N A). Po nti c Ye llow -I egged Gull w ill most probab ly turn out to be a reg ul ar (w inter) v isitor in ve ry small numbers, mostly in eastern parts of th e Neth erl and s.
Verwijzingen Ebels, E B, Kn o li e, P & va n Muisw inkel, H 1996 . Kas pi sc he Gee lpootmeeuw bij Geld erm alse n in december 199 1. Dutch Bird ing 18 : 302-305 . Garner, M 1997 . Large w hite-h eaded gull s in th e
Pontische Geelpootmeeuw bij Zutphen in september-november 7988 Un ited Arab Em irates . A contri bution to their field identification. Emirates Bird Rep 19: 94-103. Garner, M & Qu inn, D 1997. Identifi cation of Ye ll owlegged Gu lls in Brita in . Br Birds 90: 25-62. Garner, M, Q uinn, D & Glover, B 1997. Identification of Ye ll ow-Iegged G ull s in Britain, pa rt 2. Br Birds 90: 369-383. Gruber, D 1995. Die Kennzeichen und das Vorkommen der We i ~kopfmöwe Larus cach innans in Europa. Limi co la 9: 121-165. Gruber, D 1996 . Erstnachweis einer beringten SteppenWe i~kopfmöwe (Larus cachinnans cach innans) in N iedersachsen . Voge lkd l Ber Niedersachs 28 : 44-46. Harris, A, Shirihai, H & Chri stie, D 1996. The Macmillan birder's gu id e to European and Midd le
Eastern b irds. Londen. Knolie, P, Jansen, J & Pa lmen, P 1997. DB Actuee l : Pontische Geelpootmeeuwen bij Enschede en in Noord-Li mburg. Dutch Birding 19: 319-320. Klein, R & Buchh eim, A 1997 . Die westli che Schwarzmeerküste als Kontaktgeb iet zweier G ro~möwen formen der Larus cach innans-Gruppe. Vogelwelt 118:61-70. Klein, R & Gruber, D 1997. Die Bestimmung und taxonomische Stellun g der in Mitteleuropa auftretenden Wei~kopfmöwen Larus cachinnans. Limicola 11: 4975. Li ebers, D & Dierschke, V 1997. Va ri ab ility of field characters in ad ult Pontic Yellow-Iegged Guiis. Dutch Birding 19: 277-280.
Geert Groot Koerkamp, ui A ka demika Koroleva 4-2-797, 7295 75 Moskou, Rusland Enno B Ebels, Lessinglaan 77-2, 3533 AN Utrecht, Nederland
Dark Common Terns The te rn Sterna illu strated in mystery photograph 58 (Dutch Birding 18 : 317, 1996) is clearly a Cam man Tern S hirundo. However, the cam ment that it is an unusually well-marked Comman Tern (Ma li ing Olsen 1997) is rath er unsatisfactory. In his discussion of this individu al, Mailing O lsen (1997) does not take into cons ideration the possibility that the bird could be one of the subspec ies of Cam man Tern whic h breed in eastern Asia. In add ition to the nominate subspecies S h hirundo, three further subspec ies are not discussed, all of which ave rage darker than the nominate. In particular, one of these, S h tibetana, shares many features shown by the tern in mystery photograph 58. It is probable that the appeara nce of this distinctive race is unfamiliar to many European observers. In their account of Comman Tern, Mailing O lsen & Larsson (1995) make only brief mention of S h tibetana and state that the plumage is as in S h hirundo. This is, however, clearly not th e case during the breeding season. In fresh plumage in sprin g, S h tibetana is sli ghtly darker on the underparts and distinctly darker on the mantie than S h longipennis w hi c h is a simil ar shade of grey as Aleutian Tern S aleutica. Clea rl y, light conditio ns affect the percepti on of the shades of grey but if bath farms are seen together, which they frequently are in Hang Kong, China, in April and earl y May, then the difference is usua ll y quite obv io us. A third eastern [Outeh Birding 19: 283-284, 1997]
Asian subspecies which is rare on passage in Hang Kong, S h minussensis, is paler grey on the upperparts th an the other eastern subspecies and is w h iter on the belly and breast. In fact, it closeIy resembl es S h hirundo and could be inseparabl e in the field, although the bird illustrated in plate 87 in Mailing Olsen & Larsson (1995) may be this farm. In breeding plumage, S h tibetana always shows a dark wash to the belly and breast which ca n extend onto the throat, freq uently producing a thin white line, or whisker, between th e black
294 Commo n Tern / Visdief Sterna hirundo tibetana, M irs Bay, Ho ng Kong, Ch in a, 24 April 1993
(Peter R Kenner/ey)
283
Oark Common Terns cap and grey throat. This feature is somewhat variabie and may be entirely lack ing if the throat is w hite, but this is unusual. The underwing and, in particular, the axi lli aries of the mystery tern are exceptiona ll y dark and I have not seen and am not aware of any 5 h tibetana or any of the other eastern Asian subspec ies show ing ax illi aries as dark as those shown by this bird. The mantie of the mystery tern contrasts sharpIy with the white rump and tail and is darker than in typical 5 h hirundo. This feature is again typical of 5 h tibetana in spring and summer and, like the mystery tern, this subspecies shows darker outer primaries which contrast with the younger and paler inner primaries. Both 5 h hirundo and 5 h tibetana have a simi lar bare part co loration. The base of the billof 5 h tibetana is si ightl y darker red than that of 5 h hirundo and the black tip is usu ally more extensive. At least in spring, some individu als show a small pale tip to the bill, visibl e only at close range, and this is believed to be unique to 5 h tibetana. 5 h longipennis mostly shows an allblack bi ll and very dark red-brown to black legs. As a breeding bird, 5 h tibetana is confined to the mountains of Central Asia from the Pamirs east through Ladakh and into China and Mongoli a. In China, it breeds on the Tibetan Plateau in Xizang (Tibet), Qi nghai, Gansu, Sichuan and Shaanxi provinces (Cheng 1987). During spring
migration, it passes along the coastl ine of Fujian and Guangdong provinces, including Hong Kong, where the bird in plate 294 was photographed. The distribution map of Common Tern provided by Mailing Olsen & Larsson (1995) shows the breeding range of 5 h tibetana to be in the lowlands of eastern China and Common Tern appears not to occur in the Tibetan Plateau. The recent recovery in south-eastern Austra li a of a Common Tern ringed as a chick in Finland (M inton & Phi llipps 1997; Dutch Birding 19: 135, 1997) is remarkab le but demonstrates that longdistance vagrancy occurs in Common Tern. Similar long-distance movements by 5 h tibetana or 5 h longipennis to Europe can not be excluded. Although it is not possible to estab l ish with certa inty th at the tern in mystery photograph 58 is 5 h tibetana, it is at least as likely a possibility as an unusually well-marked nominate Common Tern. References Cheng, T H 1987. A sy nopsis of the avifa un a of Ch in a. Beijing. Ma ilin g O lsen, K 1997. Mystery photograph 58: Common Tern. Dutch Birding 19 : 20. Ma ilin g O lsen, K & Larsson, R 1995. Terns of Europe and North Amer ica . London . M inton, C & Phillipps, H 1997. Nieuwe were ldrecordhouder lange-afstandstrek : Visdief Sterna hirundo. Sula 11 : 32-34.
Peter R Kennerley, 75 Penrhyn Beach East, Penrhyn Bay, Llandudno LL30 3NT, Gwynedd, UK
Vondst van bleke Grote Jager in Grevelingenmeer Op 24 mei 1990 vond Philipp Derks op het eil and Hompelvoet in het Grevelingenmeer, Goedereede, Zuid -H o ll and, een dode, vo ll edig ingedroogde jager. Op grond van onder meer het formaat, de zware snave l en de forse poten was het duidelijk dat het om een Catharacta-jager ging, maar we l één met zeer bleke onderde len. In het Zoö logisc h Museum te Amsterdam, Noord-Holland (ZMA), kon de voge l gedeterm ineerd worden als Grote Jager C skua op grond van de ross ige veerranden op de bovendelen en het ruipatroon van de handpennen (cf Cramp & Simmons 1983, Perrins in druk). Omdat de vogel in actieve slagpenrui was betrof het waarsch ijn284
lijk een eerstejaars. Ook de ega le onderde len wezen op een eerstejaars; verwacht kan worden dat bij een oudere voge l, ze lfs in dermate bleek kleed, enige vlekk in g zichtbaar is. Het extreem bleke kleed was ongetwijfeld door ongewone omstandigheden veroorzaakt. Helaas is onbekend of het bleke kleed al bij de levende vogel aanwez ig was, bijvoorbeeld als gevo lg van extreme sleet, of dat dit pas na overl ijden, door verwering, is ontstaan . Met name in het eerste geva l kan een afwijkende veerpigmentatie, bijvoorbeeld door een slechte cond iti e, de oorzaak zijn geweest (cf Campbell & Lack 1985). Het was niet meer mogelijk een fatsoenlijke balg te maken van de sterk ingedroogde voge l, zodat bes loten werd deze in in gedroogde toestand te bewaren (ZMA 37386) . De sexe was [Outeh Birding 19: 284-286, 1997[
Vondst van bleke Grote jager in Grevelingenmeer
295-296 Gebleekte eerstejaars Grote Jager / b leached first-year Great Skua, Catharacta skua, H ompe lvoet, Greve lin gen, Zu id-Ho ll and, 24 mei 1990 (ZMA 37386) (lin ks), Zu idpooljager / South Po lar Skua C maccormicki, adu lt (ZMA 37000) (m idden) en Grote Jager / Great Skua, juveniel (ZMA 2556) (rechts) (Louis van der Laan)
285
Vondst van bleke Crote Jager in Crevelingenmeer evenm in vast te ste ll en. De maten (mm) van de voge l waren: vleuge l 392, staart 152, tarsus 65.0, snave l tot bevederi ng 48.0, snave l hoogte aan bas is 17.2, snave l hoogte bij gonys 15.4, middenteen c 71. Het verenkleed is in comp leet als gevo lg van decompositie. Aan de linkerv leuge l waren de buitenste acht handpennen (p3 -1 0; van binnen naar bu iten genummerd ) oud, p2 ontbrak misschien (moe ilijk te zien omdat de vogel was ingedroogd) en de binnenste handpen (p l ) was nieuw; aan de rec hterv leugel was een aa ntal handpennen verdwenen. Een Grote Jager met een dergelijk bleek kleed zou gemakkelijk verwa rd kunnen worden met Zu idpool jager C maccormicki, ze lfs in het geva l va n een dood gevonden voge l. In het NoordoostAtlantische geb ied is Zu idpoo lj ager zeer zeld zaam. Vermoedelijk komen ze in de zomer en nazomer voor en dat is ook de tijd dat Grote Jagers daar talrijk z ijn . Tot nog toe werd aa ngenomen dat grote j agers met bleke onderd elen en kop Zuidpooljagers moesten zi jn (cf Mailing Olsen & Larsson 1997). Na de waa rn em ingen van bleke 'grote' j agers in de broedtijd nabij de kolonies in Noordwest-Schotland (G rant 1988, Walters 1988) durven echter nog maar wein igen in het Noordoost-Atlantische geb ied zonder blikken of blozen een Zuidpooljager te claimen. Determinatie van Zuidpooljagers wordt extra bemoeilijkt doordat het bleke kleed va n j onge vogels na rui van de li chaamsveren donkerder kan word en, waarmee het con trast tussen bovenen o nderzijde verdw ijnt (cf Bourne & Curt is 1994, Newell et al 1997, Kees Roselaar pers meded). Naast het voorkomen van donkere Zuidpoo lj agers I ijkt het erop dat er eveneens lichtgek leurde G rote Jagers voor kunnen komen. Kees Roselaar en Hans van Brandwijk worden bedankt voor hun commentaar op een eerdere vers ie van deze mededeling, en Lou is van der Laa n voor het maken van de foto's.
Summary FI ND OF PALE GREAT SKUA AT GREVELINGENMEER On 24 May 1990, an unusually pale f irst-year G reat Skua Catharacta skua was found on Hompel voet, a small island in the Grevelingenmeer, Zuid-Hol land, the Netherl ands. It was identified as a Great Skua because of th e rufous feather edges on the upperparts and the mou lt pattern of the primaries (cf Cramp & Simmons 1983, Perrins in press). The sk in is preserved at the Zoologica l Museum in Amsterdam, Noord-Ho ll and (ZMA 37386) . Th e carcass was comp lete ly dried o ut. The pale plumage was probably ca used by bleaching, but it is not known whether this was already t he case when the bird was st ill ali ve or happened after the bird died. Abe rrant pigmentation because of bad cond iti o n mayalso have been the cause of extreme wear. Such a pale Great Skua may eas il y be misidentified as South Polar Skua C maccormicki, even when dead. The occasiona l occurrence of dark South Polar Skuas has been reported before; it now appea rs that the occu rrence of unusually pale Great Skuas sho uld also be kept in mind.
Verwijzingen Bourne, W R P & Curtis, W F 1994. Bonxies, barnacles and b leac hed blondes. Br Birds 87 : 289-298 . Campbell , B & Lack, E 1985. A dictionary of birds. Ca lto n. Cramp, 5 & Simmons, K E L (redactie) 1983. Birds of the Western Pa lea rctic 8. Oxford. G rant, P 1988. Solution to the quizbird photograph o n page 16. Birdin g World 1: 34. Mailin g O lsen, K & Larsso n, H 1997. Skuas and jaegers: a gu id e to the skuas and jaegers of the wor ld . Mountfield. Newell , 0 , Porter, R & Marr, T 1997. South Polar Skua - an over looked bird in the easte rn Atlantic. Birdin g World 10: 229-235. Perrins, C M (redactie) in druk. Birds of the Western Pa learctic (C D-ROM). Oxford . Walters, R 1988. South Polar Skuas. Birdin g Wor ld 1: 219.
Cuido 0 Keijl, Instituut voor Systematiek en Postbus Tineke C Prins, In stituut voor Systematiek en Postbus
286
Populatiebiologie (Zoรถ logisch Museum), 94766, 1090 C T Amsterdam, Nederland Populatiebiologie (Zoรถ logisch Museum), 94766, 1090 CT Amsterdam, Nederland
Mixed pair of Black-headed and Citrine Wagtails breeding in Finland in 1997 On 16 May 1997, Ari Kuusela found a male Black-headed Wagtail Motacilla flava feldegg at Paimionlahti, Paimio, south -western Finland. In addition, another wagtai l was found and tentatively identified as a summer-plumaged fema le Citrine Wagtail M citreo la by Ari Kuusela and Harry Lehto. The next day (17 May), both birds were observed by Henry Lehto; he agreed w ith the identifications. The male Black-headed Wagtai l was in summer p lum age. It showed, however, a number of features considered less typical for this taxon (cf van den Berg & Oree l 1985, Svensson 1992); in fact, some features (espec ial/ y number 4) seemed to fit better the very similar 'Turkestan Blackheaded Wagtail M f melanogrisea' (cf Svensson 1992): 7 The black of the head lacked the distinct glossiness normal/y present in summerplumaged males. The glossiness was possibly less weak during the earl ier part of the bird's stay. Moreover, the black of the crown and nape and the posterior ear-coverts was ' Iess deep' than in typical birds. A lso, there was a very short and thin greyish post-ocular streak. Such a marking is usual/y lacking in 'pure' birds; 2 The mantie, scapu lars, back and rump showed a prominent grey ish tinge. However, this is on ly ev ident on photographs taken by Henry Lehto. O n photograp hs by Harry Lehto, th e upperparts look more blackish-tinged (more like in a typical Blackheaded Wagtail); 3 The wh itish edges to the median and greater wing-coverts showed no yellow. General/y, Black-headed Wagtail has distinctly yel/ow-tinged wing-bars; 4 The anterior ch in was wh itish and the submoustachial stripe wh ite to yel/ owish-white. In 'standard' birds, these parts are commonly who l/ y ye l/ ow (cf Svensson 1992, Corso 1997); 5 On the sides of the breast, there was a prominent (at least on photographs) greyish patch. This feature is absent or strong ly reduced in Black-headed Wagtail; 6 The bil/ seemed to lack the typical slenderness of that of Black-headed Wagtail; and 7 The voca lizations inc/uded Black-headed Wagtail-type ca l/ s as wel/ as other less specific Ye l/ ow Wagtail M flava ca l/s. The Black-headed and C itrine Wagtails remained in the same c 1a-ha partial/y flooded and grazed meadow, with tufts of grass of uneven height in drier areas and sedge Carex and reeds Phragmites occurring in moister areas. The vege[Ou/eh Birding 19: 287-290, 1997[
tation was lower than c 30 cm in mid-May and loca l/ y up to 50 cm on c 10 June. Initia l/ y, the Black-headed Wagtail displayed to a fema le Yel/ow Wagtail (Ye l/ ow Wagtails breeding in southern Finland show character istics of both Blu e-headed M fflava and G rey-headed Wagtails M f thunbergl) and moved about the entire meadow. The Citrine Wagtail, on the other hand, disappeared for hours, possibly to much larger and wetter meadows nearby. In late May, the Black-h eaded Wagtail became nervous and the fema le Citr in e Wagtail was difficult to see. On 9 June, Henry Lehto found a wagta il nest camouflaged ve ry we l/ under the hanging leaves of grass tuft. The nest conta ined six young. On ly the male Black-headed Wagtail and the female Citrine Wagtail were making alarm ca l/s in the v icin ity of the nest. The nearest Yel/ow Wagtail nest was c 100 m away. During the three fol/owing days, we fol/owed the pair from hides for a total of 15 h. The disturbance caused was limited to the daily 10 min of setti ng up and dismantling the portab le hides. The female visi ted the nest frequently (once every 3-5 min), offering a sma l/ f ish , a large larva (possib ly of a dragonfly) or a large-w inged in sect to the brood. Most of the time, the male was guard ing the nest without act ive food gathering. The male v isited the nest much less frequently (maybe once eve ry hour) but, on those occasions, the bil/ was ful/ of sma l/ insects w ith 1005 of thin long legs and wings pointing in al/ possible directions. A male Yel/ow Wagtail once approached the nest to within 10 mand it was duly chased away by the Blackheaded Wagtail. The manner in wh ich the parents approached the nest was different. The female flew to an open perch a few metres away from the nest, dropped to the ground and wa lked to the nest and 'through it', releasing the food item unnoticeably. About 10 cm beyond the nest, the bird wou ld fly off. The male, on the other hand, did not use perches as often as the fema le did and th e delivery of food items to the nest took much longer and was more relaxed. The you ng were rin ged on 11 June by Tapani Numminen; they fledged soon after this date. In July, the young were seen c 3 km from the nest site. In Fenno-Scandia, hybrids between Yel/ow and Citrine Wagtails have been recorded in Finland in 1983 and 1990 (M ikkol a 1984, Lehto 1990, J채nnes et al 1992), in Norway in 1990 (Gustad 1994, Ludvigsen 1995) and in Sweden in 1992 (Cederroth 1993). However, these birds likely concerned hybrids between Blue-headed or
287
Mixed pair o f 8lack-headed and Citrine Wagtails breeding in Finland in 1997
297 Bl ack-headed W agtail / Balka nkw ikstaart M otacil/a flava feldegg, male, summer plum age, Paimionlahti , Paimi o, Finl and, June 1997 (Henry Lehto) 298 Bl ack-headed W agtail / Balkankw ikstaa rt M otacil/a flava feldegg, male, summer plum age, Paimi onl ahti , Paimi o, Finl and, June 1997 (H arry J Lehto)
288
Mixed pair of 8lack-headed and Citrine Wagtails breeding in Finland in 1997
299 Citrine Wagtail / Citroenkwikstaart Motacilla citreola, female, summ er plumage, Paimionl ahti, Paimio, Finland, June 1997 (H arry J Lehto)
300 C itrine Wagtail / Citroenkwikstaart Motacilla citreola, female, summer plumage, Paimionl ahti , Paimio, Finl and, June 1997 (Henry Lehto)
Grey-headed and Citrine Wagtail s. The successful mi xed breeding reported here was the first reco rd of hybrid ization between Black-headed and Citrin e Wagtails for Fenno-Scandia. Elsewhere, hybridi zation between Yellow and Citrine Wagtails may occur more frequently. Possible hybr ids between these taxa were recorded in Israe l during mi gration (S hirihai 1990); their geograp hi ca l ori gi n is, howeve r, unknown . Blackheaded and Citrine Wagtails are both rare in Finland, w ith seven and 94 accepted records, respectively, up to and including 1995 (N ikander et al 1996). We thank Tom Lindroos and Gerald O reel for th eir helpful comments on the id entity of the Black-headed Wagtail. Finally, we wish to exp ress our 'surpri sement' about the lack of inte rest shown by the Finni sh birding community in this breeding case. References van den Berg, M & O ree l, G J 1985. Fi eld identifi catio n and status of black-headed Ye llow Wagtails in western Europe. Br Birds 78: 176-1 83 . Cederroth, C 1993. S채 ll synta fag lar i Sverige 1992. Var
289
Mixed pair of Black-headed and Citrine Wagtails breeding in Finland in 7997 Fage lvä rld Suppl 19 : 81-10 1. Corso, A. 1997 . A ppearance of Bl ac k-h eaded W agta il s. Birdin g W o rld 10 : 352 . Gustad, J R 1994. Sj eldne fu gler i Norge i 1992. Va r Fu glefaun a 17: 259-278 . Jännes, H, N ikander, P J & N ummin en, T 1992. Ra riteettiko mitea n hyvä ksymät vuoden 199 1 harv in aisuu shava innot. Lintumi es 27: 253 -2 74. Lehto, H I 199 0. Poss ibl e hybrid between Ye ll ow and Citrin e W agtail s in Finl and in May 1990. Dutch Birdin g 12 : 248 . Lud v igsen, J S 1995 . Hyb rid mellom G ul erl e og
Si tro nerl e pa Utsira i 1990 . Uts ira Fu glestasjo ns A rbo k 199 4: 36 -37. M ikko la, K. 1984. Rariteettikomitea n hyvä ksymät vuoden 1983 harvinaisuu shava innot. Lintumies 19 : 154-167. N ikander, P ], Lindroos, T & N umm in en, T 1996 . Ra riteettiko mi tea n hyvä ksy mät vuode n 1995 harv inaisuu shavainn ot. Linnut 29 (6) : 5- 11 . Shirih ai, H 1990 . Poss ibl e hybrid s between Yell ow and C it rine Wagtail in Israe l. Dutch Birdin g 12 : 18-1 9. Svensso n, L 1992 . Identi fication guide to Eu ro pea n passe rin es. Fo urth editi o n. Stoc kh o lm.
Harry J Lehto, f/otie 7 A 8, 20780 Kaa rina, Finland Henry Le hto, Majo itusm estarinkatu 6 B 20, 20350 Turku, Finland
Recensies DOMINIC MITC HELL & SnVE YOUNG 199 7. Photographic handbook of the rare b irds of Britain and Europe. New Ho ll and (Pu b li shers) Ltd, 24 Nutfo rd Pl ace, Lo ndon Wl H 6DQ, UK. 176 pp, 683 kl eurenfoto's . ISBN 1-853 68-913-0. GBP 24 .99. KEITH VINICOM BE & D AVID COTTRIDGE 1996. Rare birds in Britain & Ireland: a photographic record. HarperCo llin s Publi shers, 77 -8 5 Fulh am Palace Road, London W6 8JB, UK. 192 pp; 48 7 kl eurenfoto's, 22 zwa rtw itfoto's (96 pp). ISB N 0-00-21 9976-9. GBP 25. 00. Afgelo pen zo mer kwa men twee fotoboeken ove r ze ldzame voge ls uit: Photographic handbook of the ra re birds o f Britain and Europe doo r Domini c Mitchell en Steve Youn g (RBBE) en Rare birds in Britain & Ire land : a p hotographic record door Ke ith Vinicombe en Dav id Cottridge (RB BI ). Het ee rste boe k behand elt ze ld zam e vogel s in G root-Brittanni ë en ee n groot dee l va n Europa, het tweede all ee n in G root- Brittanni ë en Ierl and. Tw ee boeken met nagenoeg deze lfde soo rten en indi v idu en; dit stelt voge laa rs voo r ee n moeilijke keuze bij de aa nsc haf: we lke va n de twee of toc h maa r all ebei ? Het qu a lay-out vee l nettere RBBE heeft als nadee l dat het cri te rium zeldzame voge l ni et goed gedefini ee rd is, zodat soorten di e ze ld zaam zijn in het ene Euro pese land en broedvogel in het and ere ontbreken. Ve rd er z ijn er foto 's opgenomen di e ni et geva ll en in Europa betreffen, maar di e in de broedgebieden buiten Euro pa zijn geno men, wat op mij gekun ste ld ove rkwam . RBBI is veel co nsequ enter; was er geen foto besc hikbaa r dan wo rdt de soo rt all ee n genoe md in de 4 3 soo rte n (ove rwege nd gedoc umentee rd doo r m useumbalgen) tell end e appendi x. Pikant is dat in deze appendi x ee n soort staat di e we l in RBBE staat afgebee ld met een foto uit Engeland (Ijsland se Brilduiker Bucephala islandica), terw ijl éé n soort o ntbreekt in RB BI di e al we l in het tij dschrift Birdin g W o rl d sto nd
290
afgebee ld (Kuifl eeuwe rik Galerida cristata uit najaa r 1996), o nd anks het fe it dat het hi er een mede door Birdin g World uitgegeven publi cati e betreft. Het bi jee nbrengen va n foto's va n ze ld zaa mh ede n is ec hter ee n zee r tijdrove nd e bez igheid en daa rom ni ets dan hulde voo r de foto redacteuren va n beid e boe ken! W elk boe k heeft nu de voorkeur? RB BI heeft naast de prac hti ge ve rza melin g foto's nog ee n aardi ge inl eidin g, wa arbij het versc hijnen va n dwaa lgasten aa n de hand va n duid elijke kaa rtj es wo rdt ui tge legd. Keith Vini co mbe to ont z ich daarbij ee n groot aa nh anger va n de theo ri e va n de zoge naa mde ' reversed mi gratio n' , waa rm ee hij tracht bijn a ieder voo rko men van ee n soo rt te ve rkl aren, tot A merikaa nse dwaa lga sten als Ca nadese Kraanvoge l Grus ca nadensis en G rote Geelpootrui te r Tringa melano leuca toe. Prac hti ge beg rippe n als 'vagrancy shadow' en 'abmi gratio n' passe ren de rev ue. Hoewe l de theo ri e geen ve rkl ari ng geeft voo r naa r het zuidweste n trekkend e soo rten als b ij voorbee ld Iza belkl auw ier Lan ius isa be/linus, geeft het stuk toc h ee n fri sse kijk o p het feno mee n dwaa lgasten, dat blijkbaa r ni et alleen te ve rkl aren va lt doo r (voor soo rtenj agers) gu nsti ge w i nd en. RBB E geeft naast een ko rte inl eidin g nog ee n appendi x va n het aa ntal soo rten per land, waa rbij o pva lt dat Nederl and en Oostenrijk als eni ge landen de zogenaa md e C-categori e (geïntrodu cee rde soorten) ni et te Ilen. Q ua soo rten doet Nederland het ni et slec ht; in Euro pa w iste n we met 438 op 31 december 1994 all een G root-Brittanni ë (544), Spanj e (494 !), Noorwegen (4 54) en Zweden (4 53) voo r o ns. Persoo nlijk geef ik de voorkeur aa n RBBI en ni et all ee n va nwege de inl eiding met daa rin macabere zinnen als ove r de trekroute va n Blad ko nin gen Ph y/loscopus inornatus o p pag in a 18 o nd er figuur 5: ' ... ea rl y N ove mber drow ns in Atl antic' of door d ive rse ve rh alen ro nd een geva l met prozaïsc he z inn en bij de Bonte
IDutch Birding 19: 290-293, 1997}
Recensies Stern Sterna fuscata op pagina 90: ' ... but eventua ll y died on 4 November amidst a sea of mindless bureaucracy over its return to a more hospitabie climate'. Voor de Nederl andse voge laar is RBBE echter interessanter vanwege de diverse Nederlandse gevall en (ik telde li efst 3S geva ll en die ik ze lf zag, tegen vier in RBBI). Mijn favoriete foto's z ijn over het algemeen de vage foto's waarop net te zien was dat het die soort betrof en niet de 'randje-randje' foto's. Deze vage foto's ademen de sfeer uit dat je ondanks fi les en socia le verpli chtingen nog net op tijd was, dat de voge l sc hu w was en ver weg zat, dat er maar één fotograaf aanwez ig was (u it Katwijk), dat het al donker begon te worden, dat iedereen in de stress zat of op Texel was en dat de soo rt de vo lgende dag weg was! In RBBE (a l dan niet scherp) zijn dat: de witte Giervalk Fa/co rustica/us van Wexford, Ierland, de Afrikaanse Purperkoet Porphyru/a al/eni van Morbihan, Frankrijk, de Mongoolse Plevier Charadrius mango/us van Petrovac, joegos lavië, de Bartrams Ruiter 8artramia /ongicauda van Scilly, Engeland (d ie een Mars-reep weigerde!), de Wil let Catoptrophorus semipa/matus van Rogaland, Noorwegen, de Ross' Meeuw Rhodostetia rosea van Vlieland, Friesland, Nederland, de Zwarte Leeuwerik Me/anocorypha ye/toniensis va n Zwede n, de Petsjorapieper Anthus gustavi van Fair isle, Schotland, in oktober 1989, de Roodkeelnachtegaal Luscinia ca /liope van Helgoland, Duitsland, de ultieme foto van de Goudlijster Zoothera dauma in Down, Ierl and (met de verbi jsterde voge laar op de achtergrond) en de Magnoliazanger Oendroica magnolia op Ij sland (weer mooi vaag). In RBBI (waa rvan somm ige ook in RBBE) zijn dat: de Amerikaanse Torenva lk F sparverius van Co rn wa ll , de oude Oostelijke Kraagtrap Ch/amydotis macqueenii van Suffolk, de Kaspische Plevier C asiaticus van Scilly, de Bairds Ca /idris bairdii en Bonapartes Strandloper C fuscical/is samen op één foto (ook even mooi in RBBE), de Kleine Wulp Numenius minutus van Norfolk, het Steppehoen Syrrhaptes paradoxus van Shetland (hoewe l overdreven mooi!), de Zilveralk Synth/iboramphus antiquus van Lundy, de Witkoptapuit 0 /eucopyga van Suffolk, de Rüppells Grasmus Sy/via rueppel/i van Shetland (ook in RBBE), de Mugimakivliegenvanger Ficedu/a mugimaki (nog mooier vaag in Birding World!) va n Yorkshire, de Bruine Klauwier Lanius cristatus van Shetland (van een betere kwaliteit dan in RBBE) en de onwaarschijnlijke Geelvleuge lzanger Vermivora chrysoptera van Kent (nog steeds sp ijt dat ik daar niet heen ben gegaan!). Het is tot slot gebruikelijk in recensies om gevonden fouten breed uit te meten. Ik wi l er slechts twee noemen: vo lgens RBBE is de Bonte Tapuit Oenanthe p/eschanka van november 1991 een ad ult, terwijl deze in RBBI als eerste-w inter staat; en wat in RBBE een Bruine Lij ster Turdus naumanni eunomus wordt genoemd, is vo lgens RBBI een hybride met Naumanns Lijster T n
naumanni. Concludere nd raad ik aan om toch beide boeken aan te sc haffen. Tijdens een verregende Vlieland-week afgelopen najaar waren beide boeken favoriet leesvoer
bij de toch niet gauw uit het ve ld geslagen bewoners VAN DER LAAN
van huize 't Wantij. JAN
MARTIN S ADAMIAN & DANIEL KLEM jR 1997. A field guide to birds of Armenia. American University of Armenia, 300 Lakeside Drive, 13th floor, Oakland, Ca lifornia 94612, USA; of 40 Bagramian Street, Yerevan, Armenia . 223 pp. ISBN 0-9657429-1-1, USD 39.00 (softback). Uit berichten in WP reports in 1992-95 kon men reeds afleiden dat er in Armenië sprake was van een intensief ve ld werk. Uiteindelijk heeft dit ertoe bijgedragen dat er voor deze kleine, door land oms loten, in de Kaukasus gelegen republiek een opmerke lijke voge lgids is geproduceerd. Het boek beoogt geen winst te maken en lijkt vooral mogelijk gemaakt doordat veel Armeniërs bu iten Armenië wonen, met name in de VS . Na een aanta l inleidende hoofdstukken waarin op een moderne en doordachte w ij ze onde r meer vogeltopografie en de Armeense habitats worden behandeld, vo lgen 61 kleurenplaten vervaa rdi gd door 12 Britse illustratoren. Deze platen zijn van uitstekende kwaliteit ofschoon ze behalve de Armeense naam en een statuscode we ini g toevoegen aan de beste bestaande Europese ve ld gidsen. De tekst tegenover de platen is beknopt met gem idd eld zeven rege ls waarin de belangrijkste kenmerken worden gepresenteerd alsmede iets over ged rag, habitat, voedse l en nest. Het meest bijzondere aan deze ve ld gids zi jn de 348 verspre idingskaartjes, die vaak uiterst precieze informatie verschaffen over de locaties waar een bepaalde soort werd vastgeste ld. Hierbij werd tijdens de onderzoeksperiode gebruikgemaakt van Global Positioning System (GPS)-nav igators, zakinstrumenten die middels sate lli etsigna len met grote precisie de positie bepalen. Het boek is daarmee niet all een van belang voor degene die zich interesseert voor de vogels va n Armenië maar ook voor omringende landen als Azerbeidzjan, Georgië, Iran en Noordoost-Turki je. ARNOUD B VAN DEN BERG
EERIK LEI BAK, VILJU LILLELEHT & HEINRICH VEROMANN (EDITORS) 1994. 8irds of Estonia. Status, distribution and numbers. Estonian Academy Publishers, Tallinn. Available from: Vi lju Lilleleht, Institute of Zoo logy and Botany, Riia 181, EE 2400 Tartu, Estonia. 287 pp. ISBN 9985-50-031-8. DEM 45.00. Europe is blessed with perhaps the highest density of ornitho logica l and birding journals in the wor ld, and new ones appear every year. The downside of this development is that it is getting ever more difficult to keep up w ith all this literature. The growth of ornithological knowledge through the 1980s underscores the need for we ll-researched monographs and avifaunas. 8irds of Estonia is an up-to-date survey of the ex istin g literatu re of the 332 Estonian bird spec ies. It performs its task of summa rizin g and synthes iz in g knowledge adm irab ly we il. Introductory c hapters cover the hi story of orn ithol ogica l activiti es in Estonia, a discussion of
291
Recensies natural habitats, conservat ion measures and a useful summa ry of the Estonian avifauna. In the species accounts, w hi ch form the bulk of the book, details are presented about present and historical status, migration phenology, d istribu tion, habitat cho ice, population dens ity, and population trends. A major positive feature of 8irds of Estonia is that it is published in English, w hi ch fac ilitates co mpari sons of the Estonian av ifauna w ith othe r countr ies in Europe. GEORGE SANGSTER
GERNANT MAGNIN & MURAT YARAR 1997 . Important 8ird Areas in Turkey. Dogal Hayatl Koruma Dernegi (D HKD), PO Box 18, 80810 Bebek-Istanbul, Turkey. 320 pp. ISBN 975-9608 1-7-0. USD 35.00. Everyone interested in the ornitho logy of Turkey or the Midd le East in past, present or future sho uld buy this book. It is a mil estone publication and the first of its kind for Turkey. 97 Turkish sites are described w hi ch are nati ona ll y or internationally important for birds according to current knowiedge. In this, it follows th e strategy of BirdLife Internationa l to identify worldwide priority areas for co nservat ion by intern ation all y accepted crite ri a. Turkey's location at the junction of cont in ents accounts for a great diversity of habitats and a rich av ifauna of at least 316 breeding spec ies, includin g 14 w hi ch are globall y threatened. Species occurring in European deciduous forests, Mediterranean scrubs and wetland s, Arab ian sem i-d eserts, Caucasian mountains and centra I Asian steppes all ca n be found w ithin Turkey. This book se rves as an excellent guide and reference for one of Europe's best birding co untri es and an in creasing ly popular holid ay destination. The DHKD, partner of BirdLife Intern ational, is the leadi ng Turkish no n-governmental organisation that takes action to conserve Turkey's biodiversity. The information compi led in this book is based on 150000 km of field trips by the authors, staff members of the DHKD, in the period 1989-1996 and comp lemented by material of foreign birders (including many DBTRS travel reports) . The site accounts give a site description of geographical and hydrologica l features, a li st of important breeding or migratory bird species and an overview of conservat ion issues. Many crisp and info rm ative, fullco lour maps show the main habitats, access roads and important land features of the li sted IB A's. Further useful in format ion is given in appendices including recent information on bird populations and the first w id ely accepted Engli sh-Turk ish bird name li st. So far the good news. The book also describes in dry figures the 1055 of wetlands in recent decades. The activiti es of State Water Works (DSI) are mainly responsibl e for the damage and many plans have been and unfortunately wi ll be ca rri ed o ut without proper environmental impact assess ment. Flood co ntrol and damming may locally improve the ava il ab ility of water but often result in the 1055 of natural and ag ri cultural areas downstream. Improve ment of highly ineffective agr icu l-
292
tural methods cou ld diminish the pressure on natural areas, for exampl e by rep lac in g excessive ly wastefu l irri gation schemes by drip irri gation. A ll birdwatchers visitin g Turkey could potentially contr ibute to Turkish ornithology and co nservation by v isitin g the IBA's li sted in thi s book to monitor changes or exp loring new areas and sendi ng their findings to the DHKD on forms w hi ch ca n be cop ied from an appendix in the book. The motivated and growi ng staff of the DHKD and bird conservati o n in Turkey o n the long term w ill apprec iate it hi ghl y. TOM M VAN DER HAVE
M ICH IEL VERSLUYS, RICUS ENGELMOER, DIRK BLOK & RENĂ&#x2030; VAN DER WAL 1997. Vogels van Ameland. Friese Pers Boekerij, Lee uwarden . 452 pp. ISBN 90-330 1-7318. NLG 67.50. Tot op heden heeft Ame land, Friesland, minder aan dacht va n voge laars gekregen dan andere waddeneilanden. Dit heeft er o nder meer in geresu ltee rd dat van all e dwaa lgasten op bewoonde waddeneilanden slechts 4.5% op Ameland werd ontdekt. Toch biedt dit eiland voo r personen die naar ze ld zaa mheden zoeken bepaalde voorde len. Men heeft er immers vee l bewegin gsvrijh eid, terwijl andere eiland en grotendee ls als nation aa l park of reservaat ve le maanden voor publiek ges loten z ijn. De we ini g strikte toegangsregels lijken geen nade li ge inv loed te hebben op broedvogels: Ame land is een bolwerk voor soo rten als Velduil Asio flammeus en Grauwe Klauwier Lanius collurio. Menige voge laa r za l daarom belangstelling hebben voor de nieuwe avifauna van Ameland. Het is ee n prachtig uitgevoerd boek geworden met c 43 fraa ie kleurenfoto's en bijna 100 di agram men. Inl eidende hoofdstukken zijn goed geschreven en behandelen werk w ij ze, landsc hap, belang va n Ameland voo r voge ls, wadvoge ls, roofvogels en najaarstrek. Daarna vo lgt een overzicht van voge lsoo rten. Hierin blijkt dit boek door zij n moderne taxonom ie en naamgeving een lichtend voorbee ld voor andere reg iona le avifauna's, die in dit opzicht vaak een ouderwetse indruk maken. De meeste regiona le avifauna's worde n gekenmerkt door een opsomm in g va n talloze dubieuze, niet door de CD NA aanvaarde gevall en van ze ldzaa mh eden. Vermoede lijk wordt dit veroorzaakt doordat auteurs van dergelijke boeken ni et graag medewerkers voor het hoofd stoten, ook al zou men z ich kunn en versc huil en achter de beslissingen van de CDNA. Dit geldt gelukki g in slechts gerin ge mate voor Vogels van Ameland, maar geval len van Goudlijster Zoothera dauma (vier exemplaren), Az uurmees Parus cyanus (groep van 20) en Mirtezanger Oendroica coronata (op 4 oktobe r 1996) hadden toc h beter achterwege kunnen blijven. Verrassend was een foto van een tot nu toe o nbeke nd gebleven vrouwtje Sneeuwuil Nyctea scandiaca op 8-9 apri l 1992. Deze voge l ve rtoo nt zovee l gelijken is met de op 28 juni op Schiermonnikoog, Friesland, gefotografeerde voge l dat het we l hetzelfde exemp laar moet zi jn (cf Dutch Birding 14: 156, 1992; 16: 136, 1994). ARNOUD B VAN DEN BERG
Recensies NHBS MAILORDER BOOKSTORE 1997. Ornithology - a buyer's guide, August 1997. N H BS Mail order Bookstore, 2-3 Wills Road, Totnes, Devon TQ9 5XN, UK, te lefoon +44-1 803 -8 659 13, fax +44-1803-865280, e-mai l nhbs@ nhbs.co .uk, webs ite http://www.n hbs.com. SUBBUTEO NATURAL HISTORY BOOKS LTD 1997. Wildlife & travel catalogue 7998. Subbuteo Natural History Books Ltd, Pistyll Farm, Nercwys, Nr Mold, Flintshire, North Wales CH 7 4EW, UK, telefoon +44- 1352-756551, fax +44-1352-756004, e-mail sales@subbooks.demon.co.uk, webs ite http ://www.subbooks .demon.co .uk. Voor voge laars die op de hoogte wi llen blijven van aangekondigde en nieuw verschenen boektitels is het (we llicht ten overvloede) interessant ke nni s te nemen van de cata logi van twee Engelse boekenverzendhuizen: 'N HBS Mailorder Bookstore' en 'Subbuteo Natural History Books Ltd'; beide leveren ook aan buitenlandse klanten. De NHBS publiceert voo r voge ls,
zoogd ieren, insecten, p lanten en een aanta l andere onderwerpen aparte cata log i; Subbuteo heeft één natuurhistorische cata logus. Deze cata log i worden ten minste één maal per jaar vern ieuwd. De vogelcata logus van NHBS is in krantvorm (48 pp), de cata logus van Subbuteo in A4-formaat (86 pp). Beide rangschikken de verkrij gbare boeken (en video's, CD-ROM's, CD's en geluid scassettes) in een groot aanta l categorieën, bijvoorbee ld geografische regio's, voge lgroepen, ecologie, natuurbescherming, etc. De onlangs in een iets ander jasje gestoken N H BS-cata logus biedt daarnaast ook uitgebreidere aankond igingen van uitgevers, boekbespreki ngen en co lumns (b ij voorbee ld onder de titel 'Bi rd watc hing in the M iddle East - what books do I need?'). Subbuteo is de 'hofleverancier' van British Birds, en abonnees van dit tijdschrift betalen geen verze ndkosten voor de bestelde boeken. Beide verzendhuizen hebben ook een 'website' waarop de cata log i z ijn te raadplegen. ANDRÉ J VAN LOON
Aankondigingen & verzoeken Lijst van Groningse vogels Als bijl age bij De Grauwe Gors 25 nr 3-4, novem ber 1997, is de Lij st va n Groningse voge ls verschenen. Deze lij st is sa mengesteld door Bert de Bruin en Sybrand de Bruin en geeft een overzicht va n alle in de provincie Groningen vastgestelde voge lsoorten (340) en hun ondersoorten. Bij ze ld za me soorten wo rden alle gevallen met maand en pl aats verme ld . Naast het soortenoverz icht zijn er maar liefst 15 appendices, waa rin allerlei aanvullende informatie is verzameld, zoa ls de in Groningen sc haarse soorten en ondersoorten die door de in februari 1997 opgerichte Com mi ss ie G ro ninger Av ifaun a (CGA) worden beoo rd eeld. Het tekstgedeelte wordt afgesloten met een uitgebreid literatuurove rzic ht. Ac hterin het boekje z ijn 49 zwartwitfoto's opgenomen, waarva n een aanta l door de jaren heen ook in Dutch Birding is versc henen, maar somm ige z ijn niet ee rder gepub li cee rd . De lij st is apart na te bestellen door overm akin g van NLG 10.00 op giroreken in g 20154 187 tnv penningmeester Av ifaun a Gron in gen, Lageland sterweg 6, Lageland, Nederland, ovv 'Lijst van Gron ingse voge ls'. Vrijwilligers gevraagd voor Pools onderzoek aan ruigpoothoenders en uilen Sterke economi sc he groei in Polen sind s de va l van het Ijzeren Gord ijn heeft geleid tot investeringen in onder meer de infrastru ctuur. Wegen werden ve rbreed of geasfalteerd en nieuwe wo rd en aangelegd. Met name de Karpaten in het zui den z ijn beter bereikbaar geworden . Dit heeft twee gevo lgen : massatoerisme (w intersport en bergwandeIen) en intensiverin g van de mod ern e bosbouw (kaaIkap en herbeplanting met naaldhout). Felix Felger van de Universiteit van Krakau is onl angs begonnen met een lan getermijn stu die naar de effecten va n deze verstori ng en habitatvern ietigi ng op rui gpooth oenders en uilen. Het onderzoeksgebied, de
[Dutch Birding 79: 293, 7997]
Poolse Karpaten (Tatra) en voo rgebergten, herbergt gezonde populaties van onder meer Hazelhoen Bonasa bonasia, Ko rh oen Tetrao tetrix, A uerh oen T urogallus, Oehoe Bubo bubo, Dwerguil G/aucidium passerinum, Oeraluil Strix uralensis en Ruigpootuil Aegolius funereus. Daarnaast komen Steenarend Aquila chrysaetos en maar liefst 10 soorten spechten voor. Er is we ini g bekend over aantallen en versp reiding van deze soorten. Door de gerin ge financiële ondersteunin g door de Poolse overheid z ijn er te we ini g mensen beschikbaar om in ventarisaties uit te voeren teneinde zo snel mogelijk dergelijke gegevens vast te stell en zodat de kerngebieden van de bedreigde soorten ve ili ggesteld kunnen wo rd en. Voor het uitvoeren van de eerste inventarisaties worden vrij w illigers gevraagd voor de perioden januariapril 1998 (ru igpoothoenders en uilen) en septembernovember 1998 (u ilen) . Deelnemers d ienen ten minste 10 dagen beschikbaar te z ijn en z ich op te geven voor het ruigpoothoenders- óf het uilenonderzoek. Een goede cond it ie is ve reist (lange wande lin gen door rui g terre in). Het uilenonderzoek bestaat uit inventarisaties (vaak 's nachts met taperecorder), competitieonderzoek (er is sp rake van een invasie van Oeraluil) en braakbalana lyses. Het ruigpoothoendersonderzoek bestaat eveneens uit in venta ri sati es (onder meer bepalen van ba ltsp laatsen van Korhoen en Auerhoen), aangevu ld met onderzoek aan predatie (door onder meer marters en vossen) en de effecten van moderne bosbouw. Het uiteindelijke doel is een comprom is te vinden tussen moderne bosbouw en het hand haven van gezonde populaties ruigpoothoenders en uilen. Nadere info rm atie kan worden ve rkregen bij: Eco Touri st Serv ices, Postbus 1580, 3800 BN Amersfoort, telefoon 033-4565201, fax 033-45653 14.
293
DBA-nieuws D BA-vogelweek op Texel in najaar 1997 De DBAvoge lweek we rd d it jaar geho uden van zaterdag 27 september tot en met zo ndag 5 o ktobe r 1997. D it 'experim ent' was deels bedoe ld om de Noordse Boszanger Ph ylloscopus borealis te fo rce ren. Echter, ged urende de week zou blij ke n dat het voorkome n va n voge ls ni et all ee n bepaa ld wo rdt in t ij d, maa r ook in ruimte (cf Dutch Bird ing 19: 259, p laten 268-269, 1997) . Zaterd ag bego n al goed met ee n Rode Wo uw Milvus m ilvus, v ij f G rauwe Franj epoten Phalaropus lobatus in het Wagej ot, enke le G rote Pi epers Anthus richard i, Blad ko ningen P inornatus en ee n Ortolaa n Emberiza hortulana . Aat Schaftenaa r, nog geen kwa rti er o p het eil and, o ntdekte een ee rste-w inter Bergfluiter P bonelli tegenove r het Texe l Birdwatchin g Ce nter (TBC). De voge l zo u de hele wee k aa nwez ig blij ve n en zo ng rege lmati g. Het TBC bl ee k ee n u itstekende uitva lsbas is. N iet all ee n doo r de foe ragee r- en sl aa pmogelij kheden, maa r oo k door de aa nwez ige in formati e (sc hoo lbord, kaa rt va n Texe l, 'warden' Arend W ass ink ze lf en ni et in het min st de bi bli othee k). O nder meer ee n Roodkee lpieper A cervinus o p maa ndag en ee n meldin g va n ee n Klein Wate rh oe n Porzana parva op woe nsd ag hi eld en de hoofden de vo lgende dri e dagen bij de les . De 'big dav' op din sdag we rd gewonn en door het tea m va n Jeroen de Bruin, N il s va n Dui vendij k, D iederik Ko k en Han Zevenhui ze n (121 soo rten), op de voet gevo lgd doo r Di ck G roenendijk en Hein Prin se n met 120 soo rte n. Twee fietstea ms scoo rden 106 en 107 soo rten en het totaa l aa ntal soo rte n kwa m uit o p 151. De woensdag we rd laat in de mi ddag verstoo rd doo r een pi eperberi cht d at 'grote pijl storm voge ls' langs de Westerslag v loge n. Nadat iederee n z ich naa r het strand had gespoed, we rd er in ieder geva l ee n 'grote p ijl ' gez ien di e doo r ee n deel va n de aa nwez igen als G rote Pijl sto rm voge l Puffinus gravis werd gedetermin eerd .
Gedu rende d ie mi ddag en de navo lgende dage n werd d ui delijk dat we de beste zeetrekdage n uit de Nederl and se geschi edeni s meem aakten, met l ODe n G rauwe Pijl sto rm voge ls P griseus, enkele Noordse Pijl stormvoge ls P puffinus, 10-tall en Va le Storm voge ltj es Oceanodrom a le ucorhoa, ee n Rosse Franj epoot P fulica ria, ve le jage rs Stercorarius, waaro nder twee ad ulte Kl ein ste Jage rs 5 longica udus, Vo rkstaa rtmeeuwe n Larus sabini, twee Kleine A lken Alle alle en een Papegaa iduiker Fratercula arctica . Met c 180 soo rten mag de week b ij zo nder geslaagd genoem d wo rden. O p de eerste zaterdag was er verder nog te geni eten va n ee n voo rstelling met di a's va n Ed O pperm an (N ieuwZee land en A ustrali ĂŤ). O p dond erdag kweten N il s va n Dui ve ndij k en Di ederi k Ko k zic h goed va n hun taak tij dens de ' mystery bird-co mpetiti e' . Winn aa r we rd Enno Ebe ls, met 22 va n de 36 goed, gevolgd doo r Rol and va n der V li et met 21 goed. De laatste zaterd ag passee rden in een sfee rvol en vo lgepakt TB C enkele bij zonder fraa ie pl aatj es va n Roy de H aas de rev ue (Ca nada en de VS). AREND W ASS INK & GIJSB ERT VAN DER BENT
DBA-vogelweek op Texel in september 1998 De peri ode va n de DBA-voge lwee k in het naj aa r va n 1998 is al bekend. Aa n voo rspellingen en het wekke n va n ve rwac htin gen waagt bijn a ni emand zich meer, maa r toc h hopen we in de peri ode va n zaterd ag 12 se ptember tot en met zo nd ag 20 se ptember 1998 ee n o rnitholog isc he slag te slaa n o p Texe l. Het Texe l Birdwatching Ce nter (Vuurtorenweg 94, De Coc ksdo rp, Texe l, Noord-H o ll and, telefoo n 0222-3 1641 6) za l bij de o rgani sati e ee n grote rol spelen. Bezoekers en dee ln emers z ijn alvast gewaa rsc huwd dat deze voge lwee k ee n wat 'zwaard er' karakter za l krij gen dan gebruikelij k. G IJSBERT VAN DER B ENT
Trends in systematics _ _ _ _ _ __ Acrocepha/us and Hippo/ais relationships: shaking the tree Mo lecu lar phy logeneti c stu d ies are hav ing a rev isionary im pact on av ian taxo nomy. Recentl y, Leisier et al (1997) employed the powerful (but not infa lli ble) tec hni que of mitoc ho ndri al D NA (mtDN A) seq uenc in g to untangle the evo lutionary relati o nshi ps of several wa rbl ers of the genera Acrocepha/us and Hippo /ais. A mo lec ul ar per294
specti ve of relati onshi ps in thi s group is pa rti cularl y we lcome sin ce most spec ies are rath er no ndesc ript and offer few c1u es to th eir taxonomi e status and relationships. Relati onships amon g Acrocepha/us and Hippo /ais have bee n uncerta in at vari ous leve ls (eg, genera, subgenera and spec ies). The main prob lem is that groupings w hi ch were made o n th e basis of morph ologica l characters may not refl ect actual relati o nships. Fo r instanee, altho ugh th e status of Acrocepha/us [Dutch 8irding 19: 294-300, 1997[
Trends in systematics and Hippo/ais has alm ost always been accepted without question, there is littl e morphological and geneti c ev idence to separate the two genera (Willi amson 1968, Sibley & Ah lqui st 1990) and Booted H ca /igata and O li vaceous Warbier H pa //ida ca n appear very simil ar to Acrocepha/us wa rbl ers (H arri s et al 1995), particularly in profile and habits (eg, Harvey & Porter 1984) . Detailed knowledge of phylogenetic relation ships woul d also be extreme ly helpful to interpret histori ca l trends in the eco logy, behaviour and morphology of reed warblers . Leisier et al (1997) set out to investigate the relations hips of 27 spec ies and subspec ies of Acrocepha/us and three species of Hippo/ais (lcteri ne H icterina, Booted and Ol ivaceous Warbier). To determine whether Hippo/ais and Acrocepha/us are more closely related to eac h other than to other warblers, the study also included representati ves of severa l other genera traditionally classified as Sylviidae (ie, Cistico/a, Cettia, Locustella, Phylloscopus and Regu/us). As is now standa rd practice in this resea rch field, Leisier et al (1997) analysed long sequences of mtDNA (ie, 1068 base pairs) and constructed phylogenetic trees usin g three different algorithm s. Their stud y yielded several surprises and strongly suggests that Booted and Ol ivaceous W arbier should be classified among the reed wa rbl ers. At th e leve l of spec ies, the new data indi cate that several forms previously included in 'polytypic' spec ies are better regarded as separate spec ies.
Higher re /ationships The new mo lecul ar findings demonstrate that Acrocepha/us and Hippo/ais are close relatives; the other wa rbi er genera turned out to be more distantly related. Among Acrocepha/us warblers, three main groups were identifi ed (figure 1), o ne representing the small plain reed warb lers (eg, Paddyfield A agrico /a and Reed Warbier A scirpaceus), another formed by the small streaked species (eg, Sedge A schoenobaenus and Moustached Warbier A me/anopogon) and a third representing the large plain spec ies (eg, Great Reed A arundinaceus and Clamorous Reed Warbier A stentoreus). Surprisingly, Booted and Olivaceous Warbier did not cluster w ith Icterine W arbi er but were nested within th e Acrocephalus tree and emerged as the sister-group of the large plain reed warblers . This means that Booted and Olivaceous Warbier are, in fact, reed warblers and that they ca n not be maintain ed in Hippo /ais. The ex istence of four major groups of
reed warb lers is also suggested by morphologica l analyses w hi ch are reported in the sa me paper. Statistica I analys is of differences in 20 morphologica l characters identifi ed four major clusters correspond ing to the four phylogenetically defined groups of reed wa rbl ers. At lower taxo nomi c leve ls, the molecular phylogenetic data also produced interesting res ults. Amo ng the sma ll plain spec ies of reed warblers, two bas ic groups ca n be distinguished: one formed by Paddyfield Warbier and two simil ar eastern As ian forms and anoth er form ed by Blyth 's Reed Warbier A dumetorum and several Europea n and African forms. Black-browed Reed Warbier A bistrigiceps turned out to be a member of the group of streaked species and did not appea r to be closely related to Paddyfield or Manchurian Warbier A tangorum, nea r which it has been placed in some taxonom ic li sts. Relationships among th e streaked species could not be reso lved w ith co nfidence. The study showed that Basra Reed Warbier A grise/dis ho lds a position at the base of the large reed warbier group. The rema ining large spec ies form two major groups, one of these co nsisting of stri ctly African taxa. In the Western Palearctic, this group is rep resented only by Cape Verde Warbier A brevipennis. In tradition al li sts, the latter spec ies is often placed alongs ide the small plain reed warblers. The new study shows that it is in fact closer to the large spec ies. From similarities in plumage and voca lizations, Hazevoet (1995) inferred a close relationship with Greater Swamp Warbier A rufescens. Thi s is now supported by mol ecu lar data. The other group is formed by the Great Reed Warbier co mplex . Relationships among th ese forms have been controversia l and are further discussed bel ow.
How many genera shou/d be recognized? In order to represent natural groups, genera and other higher taxa should rep resent monophy leti c groups of taxa . Monophyletic (natural) taxa are compl ete phylogenetic units. A monophyletic taxon comprises all the taxa descending from a given hypothes ized ancestor, irrespecti ve of th ei r morphological distinctiveness. The term monophyly is eas il y illu strated by means of the 'c ut method' (Sober 1988): draw a line through any branc h in figure 1; all species to the ri ght of that cut comprise a monophyletic group. When a previously accepted .group turns out to rep rese nt an unn atural (non-monophyletic) assemb lage of spec ies, taxonomic changes are in ev itab le. Th e discovery that both Acrocepha/us and Hippo /ais, 295
Trends in systematics H icterina Icterine Warbier A agrico/a Paddyfield Warbier A tangorum Manchurian Warbier A concinens Blunt-winged Warbier A dumetorum Blyth's Reed Warbier A pa/ustris Marsh Warbi er A fuscus Caspian Reed Warbier A baeticatus African Reed Warbier A avicenniae Mangrove Reed Warbier A scirpaceus European Reed Warbier A schoenobaenus Sedge Warbier A pa/udico/a Aquatic Warbier A me/anopogon Moustached Warbi er A bistrigiceps Black-browed Reed Warbier
'H' pal/ida Olivaceous Warbier 'H' ca liga ta Booted Warbier ,----- - - - - - A grise/dis Basra Reed Warbier
J~
A newtoni Madagascar Swamp Warbier A sechel/ensis Seychelles Warbier A graci/irostris Lesser Swamp Warbier A brevipennis Cape Verde Warbier A rufescens Greater Swamp Warbier A arundinaceus Great Reed Warbier A orienta/is Oriental Reed Warbier A stentoreus Clamorous Reed Warbier A vaughani Pitcairn Reed Warbier A austra/is Australian Reed Warbier FIGURE 1 Evolutionary relationships among several Acrocepha/us and Hippo/ais warblers, as inferred from DNA sequences (Leisier et al 1997). Groupings on the right indicate narrow and broad genus limits
as currently defi ned, are not monophyletic means that at least some generic names have to be changed. However, once monophyletic groups are defined there are no obvious 'rules' that dictate at which particular level those groups should be recognized taxonomically. In other words, it is arbitrary whether a particular monophyletic group, such as the smal! plain reed warblers, should be recognized at the level of genus or subgenus. A phylogenetic study may determine objectively whether a group is natural (monophyletic) but the taxonomic rank of these groups is arbitrary and largely depends on practical considerations . It is only a matter of convention whether the reed warblers should be placed into four narrowly defined genera, as suggested by Leisier et al (1997), or into one broadly defined 296
genus (figure 1). In the former option, Acrocephalus (as currently defined) is spi it into three genera, Notiocichla for the small plain species, Calamodus for the streaked species and Acrocephalus for the large plain species, with Booted and Olivaceous Warbier placed in an additional genus /duna. If these four genera are recognized, at least 15 species would become known under a different name. Several arguments may be cited in favour of the proposal by Leisier et al (1997) to adopt narrow genus limits in the reed warblers. First, the group of reed warblers comprises a large number of species; grouping them into four genera would highlight the major subdivisions in the group. Sibley (1996) already recognized 36 species of Acrocephalus; if the results of the present study are taken into account, Acrocephalus would comprise 40 or more species and would
Trends in systematics rank among the 30 largest genera of birds (Sibley & Monroe 1990). Second, there is high statistical support for the monophyly of the four groups (Leisier et al 1997). Third, the four groups can be separated on the basis of morphological characters (Leisier et al 1997). An alternative is to place all reed warblers, including Booted and Olivaceous Warbier, in Acrocephalus. This would result in a name change for Booted and Olivaceous Warbier but not for the other species . The latter two species would then become known as Acrocepha/us ca/igatus and Acrocepha/us pallidus, respectively. The four major groups discussed above could still be recognized as subgenera. Recognition of one broad genus would have the least impact on nomenclature and mayalso be preferabie given the fact th at relationships of the distinctive Thickbilled Warbier A aedon are still unclear. The phylogenetic relationships of Thick-billed Warbier and other Acrocepha/us and Hippo/ais warblers are currently being investigated by Andreas Helbig (pers comm). In the interim, I suggest that the four main groups of reed warbier identified by Leisier et al (1997) be tentatively recognized as Acrocepha/us. Species /imits Phylogenetic studies are not strictly necessary to define species limits. However, one way in which they have proved to be very useful is to test whether previously recognized 'polytypic' species (species composed of a number of 'subspecies') represent natural (monophyletic) groups. The taxonomy of the group of smal I plain-backed species has proved to be particularly difficult to resolve. In the past, the rare Manchurian Warbier has been considered a subspecies of either Black-browed Reed Warbier (eg, Williamson 1968) or Paddyfield Warbier (eg, Aistrรถm et al 1991) or, more recently, as a separate species (Round 1994, Sibley 1996, Sangster et al 1997). The phylogeny obtained by Leisier et al (1997) now suggests that its closest relative is Bluntwinged Warbier A concinens, which means that continued lumping with Paddyfield or Blackbrowed Reed Warbier is no longer justified . Interestingly, mtDNA sequences of populations of Paddyfield Warbier in Kazakhstan ('agrico/a') and Crimea, Ukraine ('septimus') turned out to be markedly different, showing a genetic distance of 4.5%. Although these populations are presently known to differ only by subtie colour differences, and 'septimus' is often not even recognized as a valid subspecies (but see Stepanyan
& Matyukhin 1984), the genetic data suggest that 'septimus' may represent a cryptic species. ClearIy, this needs to be verified with more and other data. The taxonomy of African Reed Warbier A baeticatus has been a subject of controversy over the past 20 years (eg, Fry et al 1974, Clancey 1975, Dowsett-Lemaire & Dowsett 1987). In northern Africa, isolated populations are found in Senegal (Colston & Morel 1984), Lake Chad (Fry et al 1974) and in north-eastern Africa (Ash et al 1989). Each of these populations has been described as a separate subspecies but the status of these taxa and their relationships with other species have been unclear. The population in north-eastern Africa, which was named avicenniae by Ash et al (1989), is particularly distinctive and is characterized by relatively pale, olivebrown upperparts, with a rusty tinge confined to the rump and uppertail-coverts, and differs from all populations of African Reed Warbier in having uniform creamy-white underparts with very pale flanks (Ash et al 1989). It inhabits coastal mangroves in the southern Red Sea (Eritrea, Sudan, Somalia, Saudi Arabia and North Vemen) and occurs only marginally south of the borders of the Palearctic. Reed warblers observed at the Red Sea coast in southern Egypt may represent this species (Peter Meininger in litt). Although avicenniae was originally described as a northern subspecies of African Reed Warbier, the new molecular study indicates that it is in fact closer to European Reed Warbier. The form avicenniae differs from the latter species in coloration of upperparts, wing and foot structure and habitat (Ash et al 1989). As vet unpublished data indicate that its song is slower than that of European Reed Warbier (Leisier et al 1997). Because avicenniae is distinct from both African Reed and European Reed Warbier, the proposal by Leisier et al (1997) to recognize it as a separate species, Mangrove Reed Warbier A avicenniae, seems weil founded. Even more surprising was the finding that the two 'subspecies' of Reed Warbier, A s scirpaceus and A s fuscus, are not sister-taxa, scirpaceus being more closely related to avicenniae and baeticatus than to fuscus. This means that if baeticatus and avicenniae are considered as species, the more distantly related fuscus should also be treated at the level of species. If scirpaceus and fuscus are recognized as two monotypic species they may be named European Reed Warbier A scirpaceus and Caspian Reed Warbier A fuscus ('Eastern Reed Warbier' for the latter species 297
Trends in system atics
301 Mangrove Reed W arbier / M angrovekareki et Acrocephalus avicenniae, Shuqaiq, As ir Prov ince, Saudi Arabi a, May 1995 (Peter Symens) 302 Caspi an Reed Wa rbi er / Kaspi sc he Karekiet Acrocephalus fuscus, Jubail, Saud i Arab ia, 16 April 199 1 (A rno ud B van den Berg)
298
Trends in systematics wou ld invite confusion as this name is sometimes used for Oriental Reed Warbier A orientalis). The breeding ran ge of Caspian Reed Warbier is situated in centra l and eastern Asia Minor, Levant, the Caspian area and centra l Asia, and may exte nd west into central Turkey (Rose laar 1995) and south to the Nile Delta, Egypt (Goodman & Meininger 1989). It is not known whether Caspia n Reed Warbier is always separab le in the field from European Reed and Marsh Warbier A palustris. In the European id en tifi cation literature, Caspian Reed Warbier is mostly treated as a taxon which could provide identifi cation pitfalls while identifying a potential Blyth's Reed or Marsh Warbier, rather than as a form w hich is interestin g in itse lf. Consequently, our knowledge about the status of Caspian Reed Warbier in Europe is still rudimentary. However, Caspian Reed Warbier is a common migrant in Israe l (Sh irih ai 1996) and probably elsewhere in the Middle East, which suggests that it is currentIy being overlooked in (western) Europe. Before a detailed identifi cation paper is available, observers may consult th e accounts by Pearson (198 1), Harvey & Porter (1984), Schulze-Hagen & Barthel (1993) and Harri s et al (1995) for information about plumages and bare parts of Casp ian Reed Warbier and abo ut individual and age vari ation . The taxonomy of the comp lex of large reed warb lers has been unstable for many years (Sa lomonsen 1929, Stresemann & Arnold 1949, Shirihai et al 1995). The traditional view that similar forms with non-overlapping breeding ranges should be lumped as 'subspecies' of large and variab ie 'po lytyp ic' species is gradu all y being elbowed aside by th e view that severa l farmer subspec ies are actua ll y quite distinct and should be treated as full spec ies. For instance, Pearson & Backhurst (1988), w ho stud ied Basra Reed Warbier on the w interin g ground s in eastern Africa, pointed out that it is far more distinctive than its statu s as a 'subspec ies' of Great Reed Warbier had previously suggested. Pearson & Backhurst (1988) showed that Basra Reed and Great Reed Warbier differ in size, bill shape, plumage and leg co loration, habitat and song and concluded that both taxa shou ld be recognized as distinct species . The basal position of Basra Reed Warbier among the large reed warb lers .(figure 1) emphatica ll y supports that conclus ion . Another farm previously included in Great Reed Warbier is Oriental Reed Warbier, a long-di sta nce migra nt w h ich appears on the Western Palearctic I ist on the strength of two records in Israe l (Sh irihai
1996). The new study showed that Oriental Reed Warbier is actua ll y more closely related to Clamorous Reed than to Great Reed Warbier. Leisier et al (1997), therefore, concluded th at Orienta l Reed Warbier is best treated as a full spec ies, a conclusion ea rl ier reached by Shirih ai et al (1995) on the basis of plumage features, biometrics and results from a preliminary DNA study. Another farm, Austral ian Reed Warbier A aus tra lis, is mostly treated as a subspecies of Clamorous Reed Warbier. The molecular data obtained by Leisier et al (1997) contradict this v iew; it is actua ll y closer to Pitcairn Reed Warbier A vaughani, an eastern Polynesian endem ic, than to Clamorous Reed Warbier, supporting the view held by Shirihai et al (1995) that Australian Reed Warbier is specifically distinct. Although the new molecular data support several conclusions wh ich were recently reached on the basis of mare trad itional characters, they also illuminate how 'wro ng' (ie, unnatural) spec ies limits have been in the not-so-distant past. The uncomfortable fact that at least five w idely recognized 'po lytyp ic' spec ies are assemb lages of forms that are not closely related (ie, Paddyfield, Reed, African Reed, Great Reed and Clamorou s Reed Warbier) calls into question the status of other widely accepted, but as yet poorly corrobo rated, polytypic species. Reassessments of the taxonomy of African Reed, Booted, Olivaceous and Clamorous Reed Warbier may be particularly rewarding. Given the many as yet unsampled forms, the reed warb ier comp lex is still a go ldmine for future phylogenetic and taxonomic studies and the study by Leisier et al (1997) is an indi cation that more surprises are to be expected. References Aistrรถm, P, Olsson, U & Round , P D 1991. The taxonomie status of Acrocephalus agricola tangorum. Forktail 6 : 3-13. Ash, J S, Pearson, D J, N iko laus, G & Co lston, P R 1989. The mangrove reed warb lers of the Red Sea and G ulf of Aden coasts, w ith description of a new subspecies of the Afr ican Reed warb ier Acrocephalus baeticatus. Bull Br Orn ith o l Club 109: 36-43. Clancey, PA 1975. On the species limits of Acrocephalus baeticatus (Viei ll ot) (Aves: Sylviidae) of Ethiopian Africa. Arnoldia 7 (20): 1-14. Co lston, P R & Morel , G J 1984. A new subspecies of the Afri can Reed Warbier Acrocephalus baeticatus from Senegal. Bull Br Orn itho l Club 104: 3-5. Dowsett-Lemaire, F & Dowsett, R J 1987. European and African Reed Warblers, Acrocephalus scirpaceus and A. baeticatus: vocal and other evidence for a sin gle species. Bull Br Ornithol Club 107: 74-85 .
299
Trends in systematics Fry, C H , Williamson, K & Ferguson-Lees, IJ 1974 . A new subspec ies of Acroeepha/us baetica tus fro m Lake Chad an d a taxonomie appra isa l of Acrocephalus dumetorum. Ibis 11 6: 340-346. Goodman, S M & Meinin ger, P L 1989. The birds of Egypt. Oxford. Harri s, A, Shirih ai, H & Chri sti e, D A 1995. The Maemill an birder 's guid e to European and M iddl e Eastern birds. London. Harvey, W G & Porter, R F 1984. Field identifieation of Blyth 's Reed Warbier. Br Birds 77: 393 -411 . H azevoet, C J 1995. The bird s of the Cape Verde Isl and s. Tring. . Leisier, B, Heidrieh, P, Sehulze-Hagen, K & Wink, M 1997. Taxonomy and phylogeny of reed Warblers (ge nu s Acrocepha/us) based on mtDN A sequenees and morph o logy. J Ornithol 138: 469-496. Pearson, D J 1981. Identifi eatio n of first-w inter Marsh and Reed Warblers. Br Birds 74 : 44 5-446 . Pea rso n, D J & Bae khurst, G C 1988. Charaeters and taxonomie position of Basra Reed Warbier. Br Birds 81:171-178. Roselaa r, C S 1995. Songbirds of Turkey, an atl as of biodiversity of Turkish passerin e birds. Haarl em. Round, P D 1994. Winter reco rd s of the Manehurian Reed-Warbl er Acrocepha/us (agricola) tangorum from Th ailand. Forktail 9: 83-88. Salomonsen, F 1929 . Bemerkun gen über die Gruppe Acrocepha/us arundinaceus. J Ornithol 77: 267-281.
Sangster, G, Hazevoet, C L va n den Berg, A B & Roselaar, C S 1997. Du te h av ifauna l li st: taxonom ie changes in 1977-97. Duteh Birding 19: 21-28. Sehulze-H age n, K & Barthel, P H 1993. Di e Bestim mun g der europäi se hen un gestreiften Rohrsänger Acrocepha/us. Limi eo la 7: 1-34. Shirihai, H 1996. The birds of Israe l. Londo n. Shirih ai, H, Roselaar, C S, Helbi g, AL Barthel, P H & van Loon, A J 1995. Identifieation and taxonomy of large Acrocepha/us warb lers . Duteh Birding 17: 229 239. Sibley, C G 1996. Birds of the wo rld. Vers io n 2.0 . C in einn ati. Sibley, C G & A hlqui st, J E 1990. Phylogeny and classifieation of birds. New Haven. Sibl ey, C G & Monroe, B L Jr 1990 . Distribution and taxonomy of birds of the world. New H aven. Sober, E 1988. Reeonstrueting the past: parsimony, evoluti o n and inferenee . Ca mbridge, Massaehusetts. Stepanyan, L S & Matyukhin, A V 1984. [On the system ati e position of the European pop ul ati ons of the Paddyfield Warbier (Acrocepha /us agricola).] Ornitologiya 19: 212. [In Ru ss ian.] Stresemann, E & Arnold, J 1949. Speeiation in the group of Great Reed-Warblers. J Bombay Nat Hi st Soe 48: 428-443. William so n, K 19 68 . Identifi eation for ringers 1. Th e genera Cettia, Locustella, Acrocepha/us and Hippolais. Third edition. Trin g.
George Sangster; Nieuwe Rijn 27, 23 72 JO Leiden, Netherlands
Masters of Mystery
~_ _SW--M,~ : -: -: ~;-';V:S- _KI ----IJL0
Third round Pl ates IX-XII represent the four mystery birds of the third round . Please, carefully study the rules bel ow and identify the birds in the photograph s. Solutions can be se nt in three different ways: • by postcard to Dutch Birding Association, Postbu s 75611, 1070 AP Amsterdam, Netherlands • bye-mail tod .s.kok@stud.chem .ruu .nl (a confi rm ation of arrival wi II be sent) • by Internet via the home-page of the Dutch Birding Association, http://www. mebweb .nI/DutchBirding 300
P TI K
Entries for the third round have to arrive by 25 February 1998. From those entrants havi ng identified most of these four mystery birds correctly, three persons will be drawn who will rece ive a copy of Photographic handbook of the rare birds of Britain and furor e by Domini c Mitc hell & Steve Youn g, donated by New Holland (Publishers) Ltd. This third and final round will dec ide who will become th e winner of the competition and th e owner of a pair of Swarovski 8x20B Century binoculars, don ated by Swarovski Benelux.
IOuteh Birding 19: 300-302, 1991]
Masters of Mystery
301
Masters of Mystery Rules Only subscribers to Dutch Birding are eli gibl e to enter. Excluded from entry are members of the editorial boards of Dutch Birding. Photographers whose work is used in the competition (both as mystery birds or other photographs accompanying the solutions) are excluded from entry in the round(s) in which their work is used. For each round only one entry per person is accepted (the first received). Entries have to arrive by the closing date stated. The Dutch Birding Association cannot be held responsible for possi bie non-receipt or 1055 of entries. All species in the photographs have been recorded (or reliably reported) in the Western Palearctic as defined in Birds of the Western Palearctic (BWP). Hybrids w ill not be featured. Each mystery bird must be id entified at the leve l of spec ies. In this competition, decisions of the Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna (CSNA) are followed (see, for examp le, Dutch Birding 19: 21-28,1997). In the case of any dispute concern in g the identity of a bird, the decision of the editorial board
of Dutch Birding will be binding on all parties. The winner wi ll be the entrant who has correctly identified most mystery photographs during the competition (th ree rounds). In the case of joint winners, one winner will be drawn.
Oiederik Kok, Blazer 9, 3448 WO Woerden, Netherlands Nils van Ouivendijk, Guldenhoeve 34,3457 TG Vleuten, Netherlands
WP reports _ _ _ _ __ __ __ This review li sts rare and interestin g birds reported in the Western Palearctic in November-December 1997 and focuses on north-western Europe. Information covering earl ier reports is included as we il. The reports are largely unchecked and their publication here does not imply future acceptance by the rarities committee of the relevant country. Observers are requested to submit records to each country's rarities comm ittee. Corrections are welcome and will be published. On the continenta l she lf of the Netherlands, an adult summer White-billed Diver Cavia adamsii moulting to winter plumage was seen off V lieland on 23 October. In Ireland, a Pied-billed Crebe Podilymbus podiceps remained at Roste ll an, Cork, from mid-October to at least 4 january and another was found on 10 December at Loop Head, Clare. As in the previous winter, one stayed in Greater London, England, from 6 December to at least early january. In north-western France, one was seen at Vil leneuve-d'Ascq, Nord, on 12 and 15 December. The second for the Netherlands stayed from 1 january onwards at Krabbeplas, V laard in gen, Zuid-
302
Holland, where it may already have been present since 13 December. A Red-necked Crebe Podiceps grisegena was among Black-necked Grebes P nigricollis at Djerba, Tunisia, on 17 November. At Playa de Soatavento, Fuerteventura, Canary Islands, a very late Bulwer's Petrel Bulweria bulwerii was seen on 9 November and a Balearic Shearwater Puffinus mauretanicus on 6 Novembe r. An all-time Canarian record of 559 Leach's Storm-petrel Oceanodroma leucorhoa in 2.5 h was recorded here on 4 November, seven Madeiran Stormpetreis 0 castro were seen on 4 November and two Slender-billed Culls Larus genei on 9 November. A lso, from Tenerife, the largest Canarian count of Creat Shearwater P gravis was 250 on 21 November, a White-faced Storm-petrel Pelagodroma marina was seen on 18 November (Punta del Hidalgo) and two Madeiran Storm-petrels were identified on 18 November and six on 21 November. An unseasonal Creat Shearwater reportedly flew north off Camperduin, Noord-Ho lland, the Netherlands, on 5 December. On 8 November, 2 1 387 Pygmy Cormorants Microcarbo pygmeus were counted at their roost site in Evros delta,
[Dutch Birding 19: 302 -308, 1997]
WP reports
303 Pechora Pi pit / Petsjorapieper Anthus gustavi, Fair Isle, Shetland, Scotland, October 1997 (Tim Loseby) 304 Pied Wheatear / Bonte Tapuit Oenanthe pleschanka, Spurn, Yorkshire, England, October 1997
(Ste ve Young/Birdwatch)
303
WP reports
305 Hybrid Barn Swallow x House Martin / hybride Boerenzwaluw x Huiszwaluw Hirundo rustica x De/ichon urbica, Vrhnika, Slove n ia, 4 September 1997 (Dare Sere) 306 Paddyfield Warbier / Ve ld rietzanger Acrocephalus agricola, Vrhnika, Sloven ia, 17 September 1997 (Dare Sere) 307 Canvasback / Grote Tafeleend Aythya va lisineria, Welney, Norfo lk, England , December 1997 (lain H Leach) 308 Blackpol/ Warbier / Zwartkopzanger Dendroica striata, Tresco, Sc il/ y, England, October 1997 (lain H Leach) northern Greece (95 00 indi vidua ls we re counted here on 1 November and 3840 on 26 October). In southern Ita ly, an influx of four to five ju ven il e White Pelicans Pelecanus onocrotalus occurred in the first week of November at the Straits of Messina and Sicily. In Vemen, sin gle Great Bitterns Botaurus stellaris were found at Amria on 8 November and at Marib on 29 November. In Morocco, 105- 110 Bald Ibises Cerontic us eremita were seen near Tamri on 7 November, in clud ing a fl ock of 95. A Whistling Swan Cygnus columbianus at Veendam, Gron in gen, and An loo, Drenthe, from 28 November to at least 3 Janua ry constitutes the fifth for the Netherlands; the percentage of ye l/ ow on the bill was measured in different ways from photographs (7 .8-11.3 % on the ri ght side w hi ch had sli ghtly more ye ll ow than the left side) and the bird may have been the same as the one accepted for 1986 (cf Dutch Birdin g 11: 11 8, 1989) and 1992. A lso in the
304
Netherl ands, an adult Greenland White-fronted Goose Anser albifrons flavirostris was seen on 5-16 NoveQlber at Doniaburen near Workum , Friesland. Another was present at Farsund, Vest-Agder, 'Norway, on 18 November. Two single male American Black Ducks Anas rubripes stayed in south-western Ice land from 21 and 27 September until at least 18 October. The long-staying male on Tresco, Sci l/ y, was sti ll present in November. A Marbied Duck Marmaronetta angustirostris was seen at Bodensee, Tribo ltingen, Switzerland, on 8 November. A Canvasback Aythya va lisineria stayed at Abberto n Reservoir, Essex, England, from 24 November onwards; on 3 December, it turned up at Welney, Norfolk, where it remained into January. The first Asian White-winged Scoter Melanitta deglandi stejnegeri for Europe was an ad ult male photographed between 27 May and 8 June 1996 at Kemiรถ, Smedabรถle, Finland, and recently accepted by the Finnish rarities committee
WP reports (Linnu t 5 (6): 29, 1997). Europe's first Ameriean Whitewinged Seoter M d deg/andi had been ph otog raphed on 3 june 1993 at Foss, A rn arfj ördur, Ice land (Birdin g Wo rl d 10 : 56-61, 1997; Bliki 18 : 31, 65 -67, 1997; D utch Birdin g 19: 20 1, 1997). A n unrin ged Bufflehead Bucepha/a a/beo/a was d iscovered on 30 November at Hevin gham Hall , Suffolk, England, w here it remained through December. A released, fo ur yea r old, female lammergeier Cypaetus barbatus named Republic 5 and loca ll y we ll-known was shot ove r Crans, ce ntral Va lais, Switze rl and, on 4 November. It was th e fourth known to have been shot from 72 bird s released in the Alpes (cf Dutch Birdin g 19 : 122, 1997); at least seven d ied from oth er causes (inc lu d ing two killed by ava lanches) . A ju ve nile lesser Spotted Eagle Aqui/a pom arina was see n at Taizz ru bbish tip, Vemen, on 9 Novembe r. Thi s w inter's first reports of Spotted Eagles A clanga for France we re at Sa int-Martin-de-Seignaux, Landes, on 15 Nove mber, in the Ca margue, Bouches-du-Rh6ne, (two) on 20 Novem ber and at Éta ng du Lindre, M ose ll e, on 27 November. In north-eastern Italy, the rare pale morph ' fu/vescens' was reported from Valli del Mezza no, Ferrara. A pa le morph Booted Eagle Hieraaetus pennatus was seen at Adej e, Tenerife, on 10 December. In eastern and so uth-eastern Sic il y, Italy, about four indi v idu als we re reported during December. A lanner Falcon Fa/eo biarmicus stayed at Saint-Deni s-du-Payré, Vendée, France, from 22 N ovember onwa rd s. A w hite Gyr Faleon F rustico/us was di scovered on Ui st, W estern Isles, Scotl and, on 18 November and another was seen in hill s west of Coleraine, Derry, Northern Ireland, on 16 December. The first successful breeding of Peregrine Falcon F peregrinus for Belgium since 1958 occurred at the nucl ear powe r pl ant of Doe l, A ntwerpen. In Italy, th e first Maequeen's Bustard Ch/am ydotis macqueenii for 20 yea rs was kill ed w hen it co llided w ith a ca r on 1 November at Pesca ra in the A bru zzo reg ion. As in recent yea rs, birders co uld not find any Houbara Bustard C undu/ata in M orocco during November. Two first-w inter Blaek-winged Pratineoles C /areo/a nordman ni at Ta izz sewage pond s on 8 November may be the first for Vemen. Th e seco nd and third Spur-winged lapwings Vanellus spinosus for Ba hrain were seen during mid- November at Badaan. The fourth Sociable lapwing V grega rius for Portu ga l was di scove red on 11 December in a fl oc k of 13 Northern Lapwin gs V va ne /lus at A lvo r, A igarve . Th e seco nd Killdeer Plover Charadrius vociferus fo r Spain was di scovered in Pontevedra o n 15 November (the first was in the sa me reg ion on 8-1 8 Septe mber 1988) . A late Wh ite-rumped Sandpiper Ca /idris fu scicollis was reported at Breuil-Magne, Charente-Ma ritime, Fra nce, on 8 November. In Vemen, a ju ve nile long-toed Stint C subminuta was seen at Amri a on 8 November. D urin g November, a long-billed Dowiteher Lim nodromus sc%paceus stayed at Sohar, O man. A Spotted Sandpiper Actitis macu/aria remained at Roq uito del Frail e, Tenerife, Canary Island s, until at least ea rl y j anu ary. If accepted, a Great
Blaek-headed Gull L ichth yaetus at Capite ll o, Porticc io, Corsica, on 3 November w ill be the first fo r France . A second-yea r was see n at A I Khawkhah, Ve men, on 9 November. A n ad ult at Ve ndica ri , Sicil y, on 28 Decembe r was the 10th or 1lth for Ita ly. During December, a l aughing Gull L atricilla was see n a few tim es in Co rn wa ll , England . O n 3 j anu ary, a second-w inter stayed at Cork City ru bbi sh dump, Ire land. In northern France, a Franklin 's Gull L pipixcan was reported at Gattevill e, Manche, o n 1 November. A n adul t was seen at Newq uay, Corn wa ll , on 17-20 Novembe r. O n 3 j anu ary, an ad ult was found at Rosth ern Mere, Ches hire, England. Pres um ably, the last Sabine's Gull L sabini of thi s autumn's large influ x in western Europe was reported on 22 December in Devon, England. Near Hannove r, Niedersac hsen, Germ any, c 30 Baltie Gulls L fu scus fuscus we re identified in mid-October, incl uding three wea rin g Finni sh rin gs. In th e Netherl ands, at least 15 Pontie Yellow-Iegged Gulls L cachinnans cachinnans we re see n during NovemberDecember. M ost we re present along the ri ve r Maas near the German bord er at A rcen, Limburg, w ith a max imum of six adults counted in a sin gle day (a nd, at least in November, a similar number of Mediterranea n Ye ll ow-I egged G ulls L c michahellis present fo r co mpari so n). Bes ides, two Ponti cs we re regularl y see n at 't Leuken, Bergen, Limburg, in November and several mostl y imm atures we re at last yea r's site near Ensc hede, Overij sse l, in Decembe r. Singles we re spotted at a va ri ety of loca liti es . In th e Ruhr area, Nordrhein-Westfalen, Germany, counts of large gulls on 29 November totalled 693 0 Herring L argentatus, 50 Ponti c Yell ow-I egged, 31 Mediterranean Yellow -I egged, 13 Lesser Bl ack-backed L f graellsii and two G reater Bl ack-backed Gull s L marinus; th e reasons w hy the number of Po ntic Ye ll ow-Iegged Gull s have ri se n signi fica ntl y are yet unkn own (Andreas Bu chheim in li tt). Two indi v idu als we re reported from Boulogne, Pas-de-Ca lais, o n 29 December. In England, o ne was seen in G loucestershire on 17 December but, possibl y, a good number has not been reported (Ri chard Millington pers comm). A n adult w inter Ross's Gull Rhodostethia rosea occurred in O rkn ey, Scotland, on 16 and 22 November. A n Ivory Gull Pagophi/a eburnea turned up near Barry, Wa les, on 2 j anuary. A late adult w in ter lesser Crested Tern Sterna benga /ensis was see n at Dj erba, Tuni sia, on 17 November. In Ireland, the Forster's Tern S fo rsteri at N immo's Pi er, Ga lway, was seen aga in on 18 December. The first tw itchabl e Brünnieh's Guillemot Uria /om via for Sweden since 1987 was di scovered on 28 October at Hovaas, Västergötl and, w here it was found dead on 30 October. From 29 December onwa rd s, one stayed on Fetl ar, Shetl and, Scotl and . In leeland, un seaso nal Turtle Doves Streptopelia turtur we re a ju ve nil e from 17 Octobe r to 5 November and an adult from 21 October to 18 November at Hofn afj ördur. Reportedl y, Ural Owls Strix ura/ensis have bred in north-eastern Italy in recent yea rs. A Short-eared Owl Asio f/ammeus at Hodeidah on 12 November may
305
WP reports have been the f irst for Vemen. A lso in Ve men, fl ocks of 14 and 10. or more Egyptian Nightjars Caprim ulgus aegyptius we re found at Katf Ase ifra on 13 November and 21 Novem ber w hile 14 Calandra larks Me lanocorypha ca landra we re seen at A I Q utay on 12 November. The first Ca landra Lark fo r Belgium was bri efly see n in a fl ock of 50 Sky Larks A lauda arvensis at Taviers, Namur, on 23 November (apparentl y, all seven prev ious Belgian records have been reviewed). In France, four Richard's Pi pits A nthus richardi we re discovered in the Camargue on 7 December. If accepted, a Blyth's Pipit A godlewskii at Lentini, south-eastern Sicil y, on 27-28 December would be the first fo r Italy. A hybrid Barn Swallow x Hou se Martin Hirundo rustica x Delichon urbica was ringed and ph otographed in Slovenia on 4 September. Th e seco nd o r third Brown-chested Ma rtin Phaeoprogne tapera for North A meri ca remained during 6-1 5 November at Cape May, New Jersey, U SA. Previous records co nce rned a pres um ed sighting in Florid a and a spec imen co llected in M assachu setts. A first-w inter Red-flanked Bluetail Tarsiger cyanurus trapped on 2 December at Ba ldi ssero d' A lba was th e fourth for Italy. If accepted, a female Pied Stonechat Saxicola caprata at Paph os on 23 Nove mber w ill be the second fo r Cypru s. A n Isabelline Wheatear Oenanthe isabellina stayed on Sein, Fini stère, France, on 25 October. In October, five Pied Wheatears 0 pleschanka were seen in England . From late October into Janu ary, an un precedented influ x of Desert Wheatear 0 deserti too k pl ace in western Europe. O n 23 and 29 O ctober, the first and second for Poland were photog raph ed at Jastarni a and Darl owo, On Helgo land, Schieswig-H o istein, respecti ve ly. Germany, singles stayed from 24 October onwa rds and
on 14- 16 November. In Bri ta in , seven ind ividuals tu rn ed up during Novembe r in add ition to the two in Octobe r, w hile seven we re staving durin g December in Co rn wa ll (two), Lothi an, Norfo lk, Northumberl and, Pembrokes hire an d Sussex . In France, eight in divid uals were reported : on H oëd ic, Morb ih an, on 26-30 Octobe r, at A ugin ghen, Pas-d e-Ca lais, on 19 November, on O uessa nt, Fini stère, on 30 November, in t he Camargue one on 4 December an d two from 6 December into Janu ary, at Pl ouhi nec, Morbih an, fro m 27 December onwa rd s and at Sa rzea u, Morbih an, o n 29 December. Singles we re see n at Hul st, Zee land, th e Neth erl ands, on 11-17 November (first-w inter fema le), at Ferkin gstad, Ka rm0y, Roga land, Norway, on 23 Novembe r and at Ross lare, Wexford , Ireland, on 2-1 5 Decembe r. In Veme n, sin gle White-crowned Black Wheatears O leucopyga we re see n on 5 November (a first-yea r) and o n 29 November (a black-h eaded adult and a first-year). Th e third Swainson's Thrush Catharus ustulatus for Utsira, Roga land, from 30 Septembe r to 6 Octobe r appears to have been the fourth fo r Sca ndin avia, not th e th i rd , as there was one record for Sweden i n November 1995 (cf Dutch Birding 17 : 260, 1995; 18 : 269, 199 6; 19 : 26 0, 199 7). The Locustella wa rb ier on 27-30 September on Utsira was not th e island's second Ri ve r Wa rbi er L flu viatilis (which, in fact, has never been reco rded on Uts ira) bu t th e second lanceolated Warbier L lanceolata (co ntra Dutch Bird in g 19 : 260, 1997) . Fi ve Lanceo lated W arbl ers we re found in Britain during 26-27 Septe mber. Th e second River Warbier for Italy was we ll-see n at A lbini a, O rbetell o, Tosca na, on 14 October. In Slove ni a, rin gin g reco rd s included a Paddyfield Warbier Acrocephalus agricola on 17 September and a Yellow-browed Warbier Ph ylloscopus
309 Lanceo lated W arbier / Kl eine Sprin khaanza nger Locustella lanceolata, Fair Isle, Shetl and, Scotl and, October 1997
(Tim Loseby)
306
WP reports
310 Paddyfield Warbier / Veldrietzanger Acrocephalus agricola, Fair Isle, Shetland, Scotland, October 1997 (Tim Loseby) 311 Desert Wheatear / Woestijntapuit Oenanthe deserti, Jastarnia, Hel Peninsuia, Poland, 23 October 1997 (A rkadiusz Sikora)
307
WP reports inornatus on 10 OctoUer. At Bourgoyen-Oostmeren, Gent, Oost-V laanderen, Be lgium, a Padd yfi eld Wa rb ier was see n on 4 December. Th e first Blyth's Reed Warbier A dumetorum for Ice land was fo und moribund on 23 November on Hali, Su(iursve it. O n the sa me date, a Garden W arbier Sylvia borin, a Will ow W arb ier P trochilus and a Red-breasted Fl ycatcher Ficedula parva we re found in thi s area . Four African Reed Warblers A baetica tus we re seen at AI U rj, Ve men, on 14 N ove mbe r. O n 1 Janu ary, the fourth Dartford Warbier 5 undata for the Neth erl ands was bri efl y see n on Texel, Noo rd-H o lland. In addition to October's 125 Pallas's leaf Warblers P proregulus for Bri ta in, c 30 we re reported during November and one in D ecember (on Isle of Wi ght on 16-20 December). A lso in November, 15 Yellow-browed Warblers and eight Dusky Warblers P fus ca tus (takin g thi s autumn's total to a reco rd 19) we re found in Britain, and th ere we re two Yell owbroweds in December (including one on Isle of Wi ght on 14-1 8 December). In so uthern En gland, three Hume's Warblers P humei we re present during November. A nother stayed on Ö land, Sweden, on 15-1 7 November. A Dusky Warbier lin gered for a few days in mid-October at Santa Cruz , Ca liforni a, USA . Th e first Brown Shrike Lanius cristatus for Canada was an adult at H alifax, Nova Scoti a, Canada, from 22 N ove mber into December. Th ere we re about six previous record s for North A meri ca, all from the Pacific coast (four fro m A las ka and two from California). O n 29 Nove mber, an Isabelline Shrike L isabellinus was see n at Étang du M ari e, Hérault, France. In Italy, an adul t male Redbacked Shrike L collurio stayed from 2 1 N ove mber until at least 17 December at Iso la dell a Cona, Gori z ia. A recent review of Hungary's (a nd Europe's) onl y record of long-tailed Shrike L schach on 21 A pril 1979 resu Ited in th e species bei ng removed from th e Hungari an (a nd European) li st. It is now co nsidered to have been a hybrid Red-backed x W ood chat Shri ke L col/urio x senator (Tuzok 2 : 128, 199 7). A Great Grey Shrike L excubitor of th e south-eastern subspec ies hom eyeri was seen at Hoburgen, Gotl and, Sweden, on 9-10 November. If accepted, an adult male Southern Grey Shrike L meridio na/is on 18 October at Vi stui a ri ve r mouth, Gdansk Bay, w ill be th e first for Po land. The third and fourth Steppe Grey Shrikes L pa l/idirostris for Denm ark we re see n at Feddet, SydsjiEli and, on 19 October and at Buttervej, Skagen, Nordj yll and, on at least 19-26 November. O n 3-4 November, th e 12th fo r Britain stayed at Long Bu ckby, North amptonshire. In th e Neth erl and s, three House Crows Corvus spIende ns (two adults and their sin gle youn g) we re still prese nt at Hoek va n Holl and, Zuid-H oll and, o n 7 December and at least one was seen in ea rl y Janu ary. At Lowe r Ea rl ey, Berkshire, England, a Spanish Sparrow Passer hispaniolensis was reported o n 14-1 9 Decembe r. At least 30 Desert Sparrows P simplex we re co unted at Café Yasmin a, M erzouga, Tafil alt, Morocco, on 1 Nove mber. A Red-eyed Vireo Vireo o/ivaceus was pres-
ent at Morwe nstow near Bud e, Corn wa ll , fro m 3 1 Octobe r to 3 November. A n un precede nted in vas ion of Two-barred Crossbills Loxia leucoptera in th e Netherland s reached a total of at least 83 ind iv iduals until ea rl y January. Th ese included four large fl oc ks: up to 22 at Ijze ren Ve ld, Huize n, Noord-H o ll and, from 2 Dece mber o nwa rds; up to 18 at Kuind erbos, Noordoostpolder, Fl evoland, from 5 December; up to 16 at O ranje Nassau's Oord, W agenin gen, Ge lderl and, fro m 30 October; and up to 16 at Was kemeer, O psterland, Fri esland, from 25 December. Singles we re see n at several oth er loca liti es. Togeth er w ith th ese bird s, Comm on Crossbill s L curvirostra w it h unfamili ar ca ll s we re sound-reco rded. Until thi s yea r, th e largest invasion of Two-ba rred Crossb ill fo r the Neth erl and s had been in September 1889 w ith 32 ind iv idu als. Good num be rs we re also reported in Denm ark w ith fl oc ks of 30-45 at Skagen, Nordj yll and, on 24 Nove mber and up to 20 at Fj erritslev, Nordj yll and, on 25 November. The fourth fo r Hunga ry was an adult ma le at Za laegerszeg from 29 October to mid-November. O n 2 November, 25 Greenland Redpolls Ca rduelis flammea rostra ta we re still present on North M ainl and, O rkney. In Scill y, both a Blackpoll Warbier Oendroica striata and a Common Yellowthroat Geothlypis trichas remained until at least 1 Nove mber. A little Bunting Emberiza pusilla was rin ged in Sloveni a on 26 September. In France, a Rock Bunting E cia was reported on O uessant on 10 N ove mber. For a number of reports, publi cati ons in Birdin g W orld , Birdwatc h, Briti sh Birds, Limi co la, O rnithos, Vä r Fägelvärld, Win gin g It and World Birdwatch we re co nsul ted. N ews fro m Britain was kin dly supplied by Birdl ine (089 1-700-222 or 089 1-700-2 42) and Rare Bird News (0 881-8 88 -111) . I w ish to thank Th eo Bakker, Peter Barth el (Germ any), Andreas Bu chheim (Ruhr area), Gilles Carro n, A lain Chappui s, Rolf Chri stense n, Tony Clarke (Ca nari an Nature Tours), A ndrea Corso, Eri c Dempsey, Joc hen D iersc hke (Germ any), Enn o Ebels, A nnika Fo rsten, Peter Frase r (U K), Steve Gantlett, Fulv ia Genero, George Gewers, Detl ef G ruber, M arce ll o G ru ssu, Morten G ünther, Ri ca rd G utiérrez, Yngve H areland, Eri k Hirschfeld, Ted Hooge ndoorn , Franço is Hupet, Erling Jirle, Kajetan Kavros, Howa rd King, G uy Kirwa n (OSME), Ya nn Ko lbe in sson (Iceland), H annes Langbehn , Paul Lehm an, André va n Loo n, Pi erre Le Maréchal (France), An thony M cGee han, Ri chard Millingto n, Ge ir Mobakken, Killi an Mull arney, Janos O l ah, Gerald O reel, G unnl augur Pétursso n (Ice land), G Piras, Stefan A ki Ragnarsso n (Ice land), Col in Ri chardson (UAE), Will em van Rij swijk, Lu c iano Ruggieri (Italy), Magnu s Robb, Bob Scott, Dare Sere (Bird Rin gin g Centre Sl ove nij a), Peter Symens (Saudi A rabi a/Yemen), A rn e Torkier, Paul Tout, Ya nni s Tsougraki s (Greece), M agnu s U llman/Av ifaun a (Yemen) and A rend W ass ink (Tuni sia) for th ei r help in compiling thi s review.
Arnoud B van den Berg, Duinlustparkweg 98, 2082 EG Santpoort-Z uid, Netherlands 308
Recente meldingen D it overzicht van recente meldingen van zeldzame en interessante vogels in Nederland en België beslaat voorname lijk de periode oktober-november 1997. De vermelde geva llen z ijn merendeels niet geverifieerd en het overzicht is niet vo lledig. A lle voge laars die de moeite namen om hun waarnem in gen aan ons door te geven wo rden hartelijk bedankt. Waarnemers van soorten in Nederland die worden beoordeeld door de Commiss ie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna wordt ve rzocht hun waarnem in gen zo spoedig mogelijk toe te zenden aan: CDNA, Postbus 45,2080 AA Santpoort-Zuid, Nederland. Hiertoe geli eve men gebru ik te maken van CDNA-waarnem in gsformulieren die eveneens ve rkrij gbaar zijn bij bovenstaand ad res.
Nederland DUIKERS TOT VALKEN IJsduikers Cavia immer v logen op 11 oktober langs Schiermonnikoog, Fri esland, en op 25 oktober langs Neeltje Jans, Zeeland, en zwommen van 18 tot 25 oktober voo r de kust van Texel, NoordHolland, en op 22 en 23 november op het IJmeer ten westen va n Muiden, Noord-Holland. Een adulte Geelsnavelduiker C adamsii zwom op 23 oktober op de Noordzee enkele mijlen ten noorden van Vlieland, Friesland. Het doorzettingsvermogen van een waarnemer op Camperduin, Noord-Holland, leverde op 22 oktober een waarnem in g op van een langzaam noordwaarts vliegende Wenkbrauwalbatros Oiomedea me/anophris. Indien aanvaard zou dit de eerste voor Nederland z ijn. Op 1 en 2 oktober werden er langs de Nederl andse kust 'grote pijlstormvogels' Ca /onectris/Puffinus gez ien. Op 1 oktober werden er meerdere gez ien op Texel, waarvan één tot enke le als Grote Pijlstormvogel P gravis werden gedeterm ineerd. Op 2 oktober werden 'grote pijlstormvogels' gemeld bij Egmond aan Zee, Noord-Holl and, op Texel (twee), Schierm onnikoog en bij Lauwersoog, Groningen. Deze laatste vertoonde vo lgens de waarnemer meer de kenmerken van Kuhls Pijlstormvogel C diomedea. Later in deze periode waren er nog meldingen van een Grote Pijlstormvogel op 12 oktober bij Terschelling, Friesland, en van een Kuh ls Pijlstormvogel op 25 oktober bij Scheveningen, Zuid-Holland. Na een goede inleiding tot half september, begon het in oktober pas echt met Grauwe Pijlstormvogels P griseus. In de drie decades van oktober we rden er respectievelijk 299, 146 en 89 doorgegeven, met als topdagen 1 en 2 oktober met in totaal 240. De laatste waarnem in g v iel op 5 november bij Scheveningen. Het aantal waarnemingen van Noordse Pijlstormvogels P puffinus liep in oktober af, met in totaal c 40, waarvan de laatste op 25 oktober. De laatste waa rn em in gen van Vale Pijlstormvogel P mauretanicus waren op 4 oktober bij de Maasvlakte, Zu id -Holl and, en op 19 oktober langs V lieland. Er werden in totaal 13 Stormvogeltjes Hydrobates pe/agicus
[Dutch Birding 19: 309-314, 1997[
gemeld in oktober. Nadat eind september rustig was geweest werden in oktober weer grote aanta ll en Vale Stormvogeltjes Oceanodroma /eucorhoa gezien. Topdagen waren 1 tot 4 oktober met 140, en 10 tot 12 oktober met ruim 600. Kuifaalscholvers Stictocarbo aristotelis werden gez ien va n 3 tot 17 oktober bij Ijmuiden, Noord-Holl and, op 12 oktober bij Neeltje Jans en op 8 november bij Vlissingen, Zee land. Op 25 november werd een ju ven iele Kwak Nycticorax nycticorax gez ien bij Makkum, Friesland. Kleine Zilverreigers Egretta garzetta bleven aanwez ig in de Delta, met maximaal 15 aan de zuidkant van het Veerse Meer, Zeeland. Op 15 oktober verb leven er twee in de Preekhilpolder, Zuid-Holland, en op 22 november één bij Rhenen, Utrecht. Op 8 november v logen vier Grote Zilverreigers Casmerodius a/bus langs Katwijk en Scheveningen, Zu id-Holland. Elders in het land werden nog eens 11 Grote Z il ve rreige rs gezien. Een Zwarte Ibis P/egadis fa/cinel/us vloog op 15 oktober zu idwaarts bij Smilde, Drenthe. Een Fluitzwaan Cygnus co/umbianus werd va naf 28 november waarge nomen ten westen va n Veendam, Groningen. Een Groenlandse Kolgans Anser a/bifrons f/avirostris, werd van 5 tot 16 november gez ien ten noorden va n Workum, Friesland. Naast enke le losse exemplaren werden groepen Dwergganzen A erythropus gez ien van 17 tot 26 oktober bij Camperduin (10), op 11 november bij de Anjumer Kolken, Friesland (13), en vanaf 28 november bij Strijen, Zuid-Holland (13). Er werden c 15 Sneeuwganzen A caeru/escens gemeld, waaro nd er een groepje van zes op 18 oktober bij Zoutkamp, Groningen. De eerste Witbuikrotganzen Branta hrota van het seizoen werden gezien op 11 oktober bij Westkapelle, Zee land, op 12 oktober drie langs Lauwersoog, op 17 oktober op Terschelling, vanaf 19 oktober maximaal drie op Texel, op 27 oktober lan gs Katwijk, op 1 november bij Ouddorp, Zuid-H oll and, en op 4 november bij Ternaard, Friesland. Zwarte Rotganzen B nigricans verschenen op 15 oktober bij Wierum , Friesland, vanaf 19 oktober maximaal twee op Texel , op 21 en 24 oktober bij Wolphaartsdijk, Zee land, van 26 tot 30 oktober in de Prunjepolder, Zeeland, en van 16 tot 28 november bij Ouddorp. Roodhalsganzen B ruficol/is lieten z ich z ien op 2 1 en 30 oktober (één) en op 11 november (twee) in de Anjumer Kolken, op 22 november langs Scheven in gen en op 23 november bij Ferwoude, Friesland. Witoogeenden Aythya nyroca werd en opgemerkt op 18 oktober bij Katwijk en vanaf 3 november bij Best, Noord-Brabant. Er was op 15 oktober een melding van een adu lt mannetje Koningseider 50materia spectabilis op de Waddenzee tussen Terschelling en Harlingen, Fri es land. Er wa ren meldingen van Zwarte Wouwen Mi/vus migrans op 17 oktober over Velp, Gelderland, en op 4 november over Arnhem, Gelderland. Er we rden ruim 30 Rode Wouwen M mi/vus gezien, met name tussen 16 en 29 oktober. Een groot deel hiervan bevond zich op Walcheren , Zeeland, met
309
Recente meldingen
312 Lachmeeuw / Laughin g Gull Larus atricilla, Groningen, Groningen, 6 oktober 1997 (Koen van Dijken/Cursorius)
313 Rosse Franjepoot / Grey Phalarope Phalaropus fulicaria, Kennemermeer, Ijmuiden, Noord-Ho ll and, 路 6 oktober 1997 (Arnoud B van den Berg)
310
Recente meldingen
314 Witbandkruisbek I Two-barred Crossbill Loxia leucoptera, mannetje, Oranje-Nassau's Oord, Wageningen, Gelderland, 8 november 1997 Uan den Hertog) 315 Pallas' Boszanger I Pallas's Leaf Warbier Phylloscopus proregulus, Texel, Noord-Ho ll and, oktober 1997 (Ruud E Brouwer) 316 Lachmeeuw I Lau ghing Gull Larus atricil/a, Groningen, Groningen, 4 oktober 1997 (Eric Koops) 317 Roodkeelpi eper I Red-throated Pipit Anthus cervinus, Hoorn, Terschelling, Fri es land, 4 november 1997 (Arie Ouwerkerk) 318 Groenlandse Kolgans I Greenland White-fronted Goose Anser albifrons flaviros tris, Workum, Friesland, 9 november 1997 (Leo J R Boon/Cursorius) 319 Hop I Hoopoe Upupa epops, Texel , Noord-Holland, oktober 1997 (Rob C Bouwman)
311
Recente meldingen op 20 oktober acht, waarvan enke le ter plaatse b leven. Vanaf 17 oktober werden 11 Zeearenden Ha/iaeetus a/bicilla gemeld . Sommige b leven voor langere ti jd aanwezig, zoals bij Dordrecht, Zuid-Ho ll and, in de Grevelin gen, Zee land, en in de Oostvaardersplassen, Flevoland. Een adulte werd gemeld op 18 november boven het Ve lu wemeer b ij Nu nspeet, Gelderland. Een late Grauwe Kiekendief Circus pygargus v loog op 16 oktober over Schiermonnikoog. Voor Nederlandse begrippen opmerke lijk grote aanta ll en overtrekkende Sperwers Accipiter nisus we rd en gez ien op 20 en 21 oktober op Wa lcheren, met op beide dagen ruim 300. Ook Buizerds Buteo buteo werden in extreme aanta llen gezien, en we l op 18 oktober 240 bij Zutphen, Ge lderland, en op 20 en 21 oktober ruim 800 respectieve lijk ruim 900 ove r Walcheren. Er werd en nog vier Visarenden Pandion ha/iaetus doorgegeven. Op de Zeeuwse ei landen we rd en nog Roodpootvalken Fa/co vespertinus gemeld op 3 oktober bij M iddelburg, Zee land, op 6 oktober aan de oostkant van de Veerse Dam, Zee land, en op 18 oktober bij Vrouwenpo ld er, Zee land. Een erg late Kwartel Coturn ix coturnix verb leef op 29 november op de Zander ij te Katwijk. Grote aan tallen Kraanvogels Grus grus in het
HOENDERS TOT ALKEN
najaar blijven de laatste jaren achterwege: dit jaar slechts c 150 tussen 4 en 22 november. Grauwe Franjepoten Pha/aropus /obatus waren er tot 4 oktober op Texel (max im aa l drie) en op 18 en 19 oktober nog één op dit ei land, en op 5 oktober op Tersc hellin g. Tussen 2 oktober en 21 november we rden maximaal 25 Rosse Franjepoten P fu/icaria doorgegeven. De stroom Kleinste Jagers Stercorarius /ongicaudus zette goed door, met in totaal 44 tot 15 oktober. De lachmeeuw Larus atricilla bleef tot 20 oktober aanwez ig in G ron in gen, Groningen. Ongekend was de influ x van Vorkstaartmeeuwen L sabini, met tot 15 oktober zeker 140, zodat het totaal voor het hele najaar op ruim 220 uitkomt. Een topdag was 12 oktober met ruim 40 waa rvan 18 op Terschelling. Een Audouins Meeuw L audouinii werd op 5 oktober geclaimd bij Ijmuiden. Pontische Geelpootmeeuwen L cachinnans cach innans werden gemeld vanaf 25 oktober bij Arcen, Limburg (maximaa l zes), op 8 en 22 november bij Huizen, Noord-H o ll and, vanaf 15 november te 't Leuken ten noorden van We il , Limburg (max imaal twee), op 15 en 16 november bij Papen beek, Limburg, van 23 tot 29 november bij Enschede (2 à drie) en op 28 en 30 november b ij OostMaarland, Limburg. Bij Arcen werden ook nog eens maximaal 10 Mediterrane Geelpootmeeuwen L c michahellis gemeld. Onvo lwassen Grote Burgemeesters L hyperboreus verb leven op 2 oktober bij Zandvoort, Noord-Holl and, en op 31 oktobe r bij Ijmuiden. Na de waarnemin g op 22 oktober van een adu lte Ross' Meeuw Rhodostethia rosea op 10 km ten noorden van Schiermonnikoog werd er ook één gezien op 8 november langs Camperdu in. Een ju ven iele Witvleugelstern Ch/idonias /eucopterus v loog op 10 oktober langs de Oostvaardersd ijk, Flevoland. Zwarte Zeekoeten Cepphus grylle werden waargenomen op 3 oktober bij
3 12
Bergen aan Zee, Noord-H o ll and, op 10 en 22 oktober bij Terschelling en op 29 november bij Westkape ll e. Het was een ru stig najaar voor de Kleine Alk A lle alle: in totaal werden er c 60 gez ien, voornamel ijk tussen 12 en 27 oktober, met op 25 oktober 25 . Tussen 4 en 26 oktober werden 19 langstrekkende Papegaaiduikers Fratercu/a arctica gezien . DUIVEN TOT GORZEN Een juveniele Zomertortel Strep-
tope/ia turtur ve rbl eef te Boerenstreek, Gaast, Friesland, op 22-23 november. Op 22 november werd een zeer late Gierzwaluw Apus apus gezien op de Maasv lakte; de mogelijkheid van een Vale Gierzwaluw A pallidus ko n echter niet worden uitgesloten. Een Hop Upupa epops verb leef van 24 tot 26 oktober bij de Westers lag op Texel. Een langsvliegende Kortteenleeuwerik Ca /andrella brachydacty/a werd waargenomen op 27 oktober te Katw ijk. Een Roodstuitzwaluw Hirundo daurica vloog op 18 oktober in West-Terschelling, Friesland, en een late melding was op 10 november in Gron ingen. Van de c 35 Grote Piepers Anthus richardi werd er slechts één in november gezien. Late Duinpiepers A campestris werden geme ld op 6 oktober over het Kennemermeer, Noord -Holl and, op 11 oktober in de Bandpolder, Friesland, en op 18 oktober bij Vrouwenpolder. Roodkeelpiepers A cervinus werden gedeterm ineerd op 3 oktober op de Maasvlakte en bij de Eemshaven, Gron in gen, op 4 oktober bij Huis ter Heid e, Noord-Brabant, op 5 oktober over het Kennemermeer, op 6 oktober bij de OosterseheIdekering, Zee land, op 9 oktober en 4 november op Tersche llin g, op 10 oktober in de Eemshaven, op 11 oktober over Epen, Limburg, en op 20 oktober langs Hoek van H olland, Zu id-Holl and. Pestvogels Bombycilla garru/us waren schaars met waarnem in gen op 26 oktober in Eindhoven, Noord-Brabant, en eind november 18 op Texel. Een Roodsterblauwborst Luscinia svecica svecica ve rbl eef op 17 en 18 oktober bij Westkapelle. Ook dit naj aar bracht weer een Woestijntapuit Oenanthe deserti, van 11 tot 17 november bi j het Verdronken Land van Saeftinge, Zee land. Een opmerkel ijke influx van Pallas' Boszangers Phylloscopus proregu/us bracht hier 21 exemp laren tussen 12 en 29 oktober en in novembe r nog eens vi jf. Het aa ntal Bladkoningen P inornatus nam geleidel ijk aan af. Behalve ringvangsten werden er 34 gez ien, voorname lijk in de eerste twee weken van oktober. Een laat exemp laar verb leef van 23 tot 29 november ten westen van Makkum. Een Raddes Boszanger P schwarzi die op 1 en 2 oktober gemeld werd aan de noordwestkant van Noord-Beveland, Zee land, b leef moeilijk z ichtbaar. Bruine Boszangers P fuscatus ve rbleven op 2 oktober op Schiermonni koog, op 27 oktober in de AW-duinen, Noord-Holl and (va ngst), op 5 november bij Westkape lle en va n 8 tot 12 november bij Lauwersoog. Hiermee komt het totaal voor dit najaar op zes. De Bergfluiter P bonelli van Texel bleef van 27 september tot 4 oktober, terwijl andere gemeld werden op 6 oktober in WestTerschelling en op 30 en 31 oktober ten oosten van de Vee rse Dam. Een Siberische Tjiftjaf P collybita tristis verbleef te Huizen vanaf 17 november. Een Kleine
Recente meldingen
320 Roodsterbl auw borst / Red -spotted Blu ethroat Luscinia svevica svecica, mannetj e, W estkapell e, Zee land, oktober 1997 Uan va n H olten) 321 Taigaboo mkruiper / Euras ian Treecreeper Certhia fa miliaris, Formerumm erbos, Tersc helling, Fri es land , 30 o kto ber 1997 (A rie O uwerkerk) 322 Roze Sp reeuw / Rosy Starlin g Sturnus ro seus, ju ve niel, A njum, Fri es land, 22 nove mber 1997 (Eric Kaaps)
313
Recente meldingen
323 W oestijntapui t / Desert Wh eatear Oenanthe deserti, eerste-w inter vrou wtje, Ve rdro nken Land va n Saeftinge, Zee land, nove mber 199 7 (Kris Oe Rouck)
Vliegenvanger Ficedu/a pa rva was op 6 oktober aanwez ig o p Tersc helling. Ve rbij steren d was het aantal va n 4000 Zwarte Mezen Parus ater dat op 16 oktobe r over de No ll ed ij k bij V li ss in gen tro k. Ten noorden va n de G rote Riv ieren we rd en Taigaboomkruipers Certhia fam iliaris gemeld op 9 en 10 oktober en 16 november in Houten, Utrecht, va naf 15 oktober tot in november op Terschelling (te n min ste 13), va n 20 oktobe r tot 1 november bij Lauwe rsoog en op 24 november bij Makkum . Een Notenkraker N ucifraga caryocatactes we rd op 6 oktober gez ien bij M iddelburg. Dri e Huiskraaien Corvus sp/endens (twee adulte en hun jong) we rd en weer nu en dan gemeld va n Hoek va n Holl and. Ju ve niele Roze Spreeuwen Sturn us rose us ve rbl even va n 10 tot 12 oktober op V li eland (twee à drie) en va naf 18 november in A njum, Fri es land. In deze peri ode we rden op slechts één plek Witbandkruisbekken Loxia /eucoptera gez ien, maar we l een res pectabel aa nta l. Va naf 30 oktobe r wa ren er max imaal zeve n aanwez ig te O ranje Nassau's O ord, W ageningen, Gelderl and. O p 28 oktober we rd een Grote Kruisbek L p ytyopsittacus gemeld b ij het Foc htelooë rvee n, Fri esland. Een o nvo lwassen Roodmus Ca rpodacus erythrinus was op 15 oktobe r aanwez ig in Westkapell e. Bosgorzen Emberiza rustica werd en gemeld op 5 oktober in de Ac kerdij kse Pl assen, ZuidHoll and, o p 6 oktober ten westen va n West-Souburg, Zee land, en o p 8 oktober op Tersc hellin g. Dwerggorzen E pusilla versc henen op 1 oktober op Tersc helling, op 5 o ktober bij het Kennemermeer, op 11 oktober op V lieland, op 16 oktober bij V li ss ingen, op 26 oktober bij Nijmegen, Gelderl and, op 27 oktober ten noord en va n Petten, Noord-H o ll and, en op 1 nove mber o p de Strabrechtse H eide, Noord-B rabant.
Ruud M van Dongen, Taa lstraat 762, 526 7 BJ Vught, Nederland Rem co Hofland, Koningstraat 23A, 23 76 CC Leiden, Nederland Peter W W de Rouw, Schoolstraa t 3-bis, 35 8 7 PM Utrecht, Nederland
België D UI KERS TOT VA LKEN Er werd en Parelduikers Ca via arctica gez ien op de Barrages de la Pl ate-Taill e, Hain aut, en te Duffel-Rumst, Antwerpen; Hofstade, V laams-Brabant; Klui ze n, Oost-V laanderen; Koksijde, W est-V laa nderen (twee); Neeroeteren, Limburg; O ostend e, W est-V laa nderen (zeven); W achtebeeke, OostV laanderen; en Zeebru gge, West-V laanderen (d ri e) . Va n 17 tot ten min ste 29 november verbl eef een ju veniele IJsduiker C immer op de Barrages de la Pl ateTaill e; verm oedelijk deze lfde voge l zwo m op 30 nove mber op het Etang du Fraity bij Ro ly, Na mur. Er werden in totaa l 25 Roodhalsfuten Podiceps grisegena gemeld . Tu ssen 2 en 13 oktober passee rden in totaal 180 Grauwe Pijlstormvogels Puffinus griseus langs Oostende, waa rva n 107 op 10 oktober. Kleinere aa n-
314
ta llen werde n geteld te Ko ksij de, W est-V laa nderen, en te Zeebru gge. Een laat exempl aar v loog op 30 november zowe l langs O ostende als Zeeb rugge. O p 30 november v loog een Noordse Pijlstormvogel P puffinus langs Oostende. In de eerste helft va n okto ber trokken 94 Vale Storm vogeltjes Oceanodro ma /eucorh oa langs Oostende met een max imum va n 4 7 op 13 oktober. De laatste twee v logen op 30 nove mber langs O ostend e. Een adu Ite en een on vo lwasse n Kuifaalscholver Stictoca rbo aristote/is v logen op res pecti eve lijk 2 en 3 oktober langs Koks ijde. Va n 29 oktober tot 15 nove mber was de ju veni ele vogel die eerder verbl eef bij M echelen, A ntwe rpen, aa nwez ig in W alem, A ntwerpen, en o p 19 nove mber foe rageerde een adulte langs de Oostd am te Heist, W est-V laanderen. In het Mec hels Broe k we rd op 5 nove mber nog een onvo lwasse n Kwak Nycticorax nycticorax waa rgenomen. Tot ten
Recente meldingen minste 1 nove mber vertoefden nog vier adulte Koereigers Bubulcus ibis in en rond Het Zwin te Knokke, West-V laanderen; twee hiervan bleven tot in december; één van de twee hier grootgebrachte jongen overleefde het slechter wo rdende weer niet en werd dood aangetroffen. Op 15 november overnachtte een exempl aa r te Kluizen. Er werden nog Kleine Zilverreigers Egretta garzetta gez ien te Dudzele-Zeebrugge tot 23 november (max ima al vijf op 3 oktober); te KnokkeZw in tot 25 oktober (max im aal 10 op 19 oktober); en te Dendermonde, Oost-V laanderen, op 29 oktober. Bij Lissewege, West-Vlaanderen, verbleve n er op 22 en 23 november respectievelijk drie en één. Voor het eerst werd hun aanwezigheid overtroffen door die van Grote Zilverreigers Casmerodius albus met waarnem in gen te Harchies-Hensies, Hainaut, gedurende de gehele periode met maximaal drie op 26 oktober; te GesteIBevel, Antwerpen, op 18 oktober; Diepenbeek, Limburg, op 19 oktober; te Knokke-Zwin op 19 oktobe r; te Gent, Oost-Vlaanderen, op 19 oktober; te Obourg, Hainaut, op 21 oktober; te Geel, Antwerpen, vanaf 31 oktober; te Neeroeteren (twee) op 8 en 9 november; te Sohier, Lu xembourg, op 8 november; te Ploegsteert, Hain aut, op 9 november; en bij Mol, Antwerpen, op 16 november. Late Ooievaars Ciconia cicon ia ve rschenen te Tienen, Vlaams-B rabant (twee), op 16 oktober; te Boechout, Antwerpen (v ier); te Hoevenen, Antwerpen (10), op 1 november; en te Berchem-Wilrijk, Antwerpen (dr ie), op 3 november. Een Zwarte Ibis Plegadis falcinellus, die op 4 oktober langs Bredene, West-Vlaanderen, v loog, werd iets later onderschept in Blankenberge, West-Vlaanderen. De ee rste wi lde Roodhalsgans Branta ruficol/is liep op 2 1 november bij Meetkerke, West-Vlaanderen. Van 26 oktober tot ten minste 29 november verb leef een adu lt mannetje Amerikaanse Smient Mareca americana te Kallo-Doel, Oost-Vlaanderen . Een we llic ht ontsnapt mannetje Siberische Taling Anas formosa werd op 16 november opgemerkt te Brecht-Rijkevorsel, Antwerpen. Er werden in totaal 13 Krooneenden Netta rufina waargenomen . Het mannetje Ringsnaveleend Aythya col/aris keerde op 14 oktober voor zijn achtste winter terug naar Blokkersdijk, Antwerpen. Van 11 tot 17 november zwom een adu lte Witoogeend A nyroca te OudHeverlee, V laams-Brabant, vanaf 15 november verb leef een onvo lwassen exemp laar te Lier-Duffel-Rumst en op 25 november was een onvolwassen vogel aanwezig te Erma ll e-sous-Argenteau, Liège. Op 1 oktober trok een IJseend Clangula hyemalis lan gs Koksijde . Kokardezaagbekken Lophodytes cucul/atus doken op te Geraardsbergen, Oost-V laanderen, van 26' oktober tot 22 november; te Sint-Pi eters-Wo luwe, Vlaams-Brabant, op 2 nove mber en te Oudergem, Vlaams-Brabant, op 7 november (ze lfde exemplaar); en te Zonhoven, LImbu rg, op 5 en 16 november. Het betroffen alle v rouwtjes. Ook Rosse Stekelstaarten Oxyura jamaicensis werden alleen in vrouwtjeskleed opgemerkt: te SintAgatha-Rode, V laams-Brabant, van 18 oktober tot 16 november; te Dendermonde, Oost-V laanderen, op 19 oktober; te Beerse, Antwerpen, op 28 oktober; te OudHeverlee op 2 november en te Kluizen op 11 novem-
ber. De laatste Zwarte Wouwen Milvus migrans in Laag- België v logen over Knokke op 11 oktober; over Vorse laar, Antwerpen, op 17 oktober en over Viersel, Antwerpen (moge lijk dezelfde) op 19 oktober. Van de 70 gemelde Rode Wouwen M milvus werden er 59 geteld tusse n 17 en 23 oktober met 30 over Soh ier op 19 oktober. Op 20 oktober v loog een juveniele Zeearend Haliaeetus albicil/a boven Longvil ly, Luxembou rg. Vanaf 18 oktober doken Ruigpootbuizerds Buteo lagopus op, met waarnem in gen te Angre, Hainaut; Antwerpen-L in keroever, Antwerpen; Blokkersdijk; Brecht-R ijkevorsel (twee); De Panne, West-Vlaanderen; Deurie, Oost-Vlaanderen; Helchteren-Meeuwen, Limburg; Kallo-Doel (twee); Mechelen; Tiendorp, OostV laanderen; en Viersel. Een vermoede lijke Steppearend Aquila nipa/ensis werd op 19 oktober waargenomen boven de Grote Kreek bij Moerbeke, Oost-Vlaanderen. Er werden nog drie Visarenden Pandion haliaetus gezien, waarvan de laatste op 13 oktober over Wechelderzande, Antwerpen. Slechtvalken Falco peregrinus worden nog steeds in toenamende mate waa rgenomen; va n 27 locaties werden waarnemingen ontvangen. HOEN DERS TOT ALKEN Op 31 oktober was er nog een
Kwartel Coturnix coturnix aanwezig bij Ang re. In de tweede helft van oktober werden Kraanvogels Crus grus gete ld in Angre (twee); Bierbeek, V laams-Brabant (drie); Etterbeek, Vlaams-Brabant (50); Herk-de-Stad, Limburg (32); Oplinter, Vlaams-Brabant (43); SintLambrechts-Wolu we, Vlaams-Brabant (30); en Zottegem-Velzeke, Oost-Vlaanderen (40). In november vo lgden waarnemingen in de Fagne de Malchamps, Liège (40), op 5 november en te Waarloos, Antwerpen (zeven), en Soh ier (15) op 21 november. Een late Morinelplevier Charadrius morine/lus trok op 18 oktober langs Ang re; verrassend was de ontdekking van een ju venie le tussen enkele 100-en Goudplevieren Plu vialis apricaria bij Boneffe, Namur, van 24 tot 29 november. Op 25 oktober was er een melding van een kortstond ig pleisterende Bonapartes Strandloper Calidris fuscicol/is te Zeebrugge-Voorhaven. Van 5 tot 8 oktober vertoefde een Gestreepte Strandloper C melanotos te Longchamps, Namur. Een eerste-winter Poelsnip Ca/linago media liet z ich vanaf 17 september tot 11 oktober bekijken te Lier-Anderstad; op 4 oktober zaten hier twee voge ls samen. Rosse Franjepoten Pha/aropus fulicaria werden gemeld te Oostende op 10 en 12 oktober (telkens twee) en van 1 tot 5 november; te Zeeb ru gge op 11 en 14 oktober; te De Haan, WestVlaanderen, op 18 oktober; en te Nieuwpoort, WestV laanderen, op 23 november. In Oostende werden in totaal 46 Middelste Jagers Stercorarius pomarinus (de laatste op 30 november), ten minste 33 Kleinste Jagers 5 longicaudus (waa rvan 13 op 13 oktober en nog v ier op 30 november) en 23 Grote Jagers Catharacta skua geteld. Verder v logen Kleinste Jagers langs SintIdesbald, West-V laanderen, op 8 oktober en Zeebrugge op 11 oktober en was er een ve rre binnenlandwaarneming in Soh ier op 11 oktober. Van 9 tot 21 oktober pleisterde een Grote Jager bij Blokkersdijk. Met 33
3 15
Recente meldingen exempl aren maakten Zwartkopmeeuwen Larus m elanocephalus een typisch vertoo n. Van de 21 Vorkstaartmeeuwen L sabini die in Oostende werden gez ien, passeerden er 14 op 12 oktober en de laatste op 30 november; andere we rd en gez ien te Koksijde (twee); M ari akerke, W est-Vl aanderen (zes); en Zeebrugge (twee) . Naast de kl assi eke yvaa rn emingen va n Mediterrane Geelpootmeeuwen L cachinnans michahellis (maxim aa l 191 op het strand te N ieuw poort-De Panne op 8 oktober) werd en ook in België de eerste Pontische Geelpootmeeuwen L c cachinnans herkend te Klui zen op 17 november en bij Gent op 20 november. Op 20 oktober pl eisterde een · adulte Grote Burgemeester L hyperbo reus te Oostende en op 26 oktober ve rbl eef een eerste-w inter bij Gull egem, W est-Vlaanderen. Op 13 en 14 oktober en 30 november v logen respecti evelijk één, drie en twee Kleine Alken Alle alle langs O ostende. Op 25 en 26 oktober pl eisterd e er één te Zeebru gge. W as het een gewone Gierzwaluw Apus apus die op 8 nove mber over Z in gem, Oost-Vlaanderen, vloog? De laatste Draaihalzen jynx torquilla ve rsc henen op 3 oktober bij Tessenderlo, Limburg, en op 5 oktober te Bredene. A ls een donderslag bij heldere hemel we rd op 23 november bij Bon effe een Kalanderleeuwerik Me /anocorypha ca /andra ontd ekt. De uitgestrektheid va n het gebi ed liet ni et toe het beestj e terug te vinden. Het totaal va n 141 Strandleeuweriken Eremophila alpestris is voor Bel gië een zeer nette score. De laatste Boerenzwaluwen Hirundo rustica v logen samen met een Huiszwaluw Oelichon urbica over Wenduine, West-Vlaanderen, op 22 nove mber. Te Dud ze le-Zee bru gge pl eisterd en op 4 en 19 oktober telkens twee Grote Piepers Anthus richardi, op 19 oktober we rd er één gez ien te Nieuwpoort en op 1 nove mber ve rbl eef er nog één bij De Panne. O p 29 o ktober landde kortsto ndi g een moge lijke Mongoolse Pieper A godlewskii bij M eetkerke. Er wa ren nog late Duinpiepers A campestris te Lagland, Lu xembourg, op 4 oktober en bij Zonhove n op 8 oktober. Op 11 nove mber ve rbl eef een late Boompieper A trivia lis te W achtebeke, O ost-Vl aanderen. Roodkeelpiepers A cervinus deden het voo ral in de eerste helft va n oktober goed met waarnemingen te Dud ze le-Zeeb ru gge; Kn okke-Zw in ; Li er (twee); Neuvillers, Lu xe mbourg; en Ti enen. Later wa ren er nog exempl aren te Torhout, W est-Vl aanderen , va n 15 tot 21 oktober; te Lou fté mont, Lu xembourg, op 18 oktober; en bij Lomm el, Limburg, op 26 oktober. Een geringde Pestvogel Bombycilla ga rrulus va n onbekend e ori gine verbl eef op 5 en 6 oktober in Koksijde. Op 11 oktober was even een Aziatische Roodborsttapuit Saxicola torquata maura aanwez ig te Li er. Er we rden slechts zes
GIERZWA LUWE N TOT GO RZEN
Beflijsters Turdus torquatus gez ien. Cetti's Zangers Cettia cetti zo ngen op 15 oktober in Het Zw in te Kn okke en op 17 oktober te Duinbergen, W est-Vl aanderen. Een Noordse Boszanger Ph ylloscopus borealis te Heist op 6 oktober liet zich wat moe izaa m te ru gvinden, maa r was ve rvo lgens tot in het donker te bekijken. Er ve rbl even Pallas' Boszangers P proregu/lis te O ostende va n 12 tot 17 oktober; te Ko ntich, A ntwerpen, op 15 oktober; te W enduine op 18 oktober; bij Nieuw poort o p 19 oktober; en te Heist op 29 oktober. Bladkoningen P inornatus kwa men later dan gewoonlijk: te H eist va n 16 tot 18 oktober (twee); te Raversijd e, W est-Vl aanderen, op 16, 17 en 25 okto ber; te De Haan op 18 oktober (twee); te Zeebru gge op 18 oktober en 1 november; en bij Bl ankenberge op 20 en 29 oktober. Met w aarnemingen va n Raddes Boszangers P schwarz i te Heist en Zeebru gge op 13, 16 en 17 oktober is het niet geheel duidelijk om hoevee l voge ls het ging. O p 19 oktober ve rbl eef er zelfs één te Tour, Barva ux-sur-Ourthe, Lu xe mbourg. Op 19 oktober w as een Siberische Tjiftjaf P collybita tristis aanwez ig bij Nieuw poort, op 20 oktober te Sint-LambrechtsWoluwe, Vl aams-Brabant, op 16 november te Harchi es en op 19 nove mber te Heist. Er w erden Buidelmezen Remiz pe ndulinus gez ien te Latour, Lu xembourg (drie); Li er (11 ); M echelen (twee); Oostakker, Oost-Vlaanderen; W aa smun ster, O ost-Vl aanderen, en Ti enen (twee) . Op 12 en 25 oktober we rd en telkens twee Notenkrakers Nlicifraga ca ryoca tactes w aa rgenomen op het Bl ak te Beerse. Russische Kauwen Corvus monedula soemmerringii we rden aangetroffen op 1 november bij Bl ankenberge en op 6 november te W achtebeke. Een Witstuitbarmsijs Ca rduelis hornem anni was op 8 november kortstondi g aan wez ig te Moyen, Lu xembourg. Er werd en in oktober slechts 16 I)sgorzen Ca lca rius lapponicus gemeld en in nove mber slec hts twee . Het grootste groepj e Sneeuwgorzen Plectrophenax nivalis ve rbleef te H eist en telde slechts 22 koppen. Op 20 oktober werd een Bosgors Emberiza rustica geva ngen te Oostduinkerke, W est-Vl aa nderen, en op 6 oktober een Dwerggors E pusilla te Middelkerke, West-Vl aanderen. Deze waa rn emin gsrubri ek kwa m tot stand met medewe rkin g va n Yves Baptiste (De Gavers), Lu c Bekaert (Oost-V laanderen), Jori s Bracquené (Wi elewaa l), Peter Coll aerts (Ti enen), Frank De Scheemaeker (M ergus), Hugues Dufourn y (H ainornitho), Koen Leysen (Limburg), Dirk Symens (Vl avico), Will y Verschueren (Groenlink) en Di dier Vi euxtemps (Lu xembourg) . O ok de hulp va n al diegenen die (hun) waa rn emingen in spraken o p de Belgisc he Dutch Birding-voge llijn (0348801 94) was hier ono ntbeerlijk.
Gerald Driessens, Pastoriestraat 16, 25 00 Lier, België
316
DB Actueel Fluitzwaan in Veenkoloniën Op 28 november 1997 w as Emo Klunder aan het voge len nabij zijn woonplaats Wildervank, in het midden van de Veenkoloniën in Gron in gen . Op de akkers aldaar foerageerden, zoa ls vaak ' s winters, groepen Toendrarietganzen Anser serrirostris en Kolganzen A a/bifrons. Ook waren Kleine Zwanen Cygnus bewickii aanwezig, meer dan normaal in deze tijd van het jaar. EK besloot een groep van ruim 40 vogels kr iti sch te bekijken. AI sne l v iel zijn oog op een zwaan met zeer we ini g geel op de snave l. Hij dacht met een Fluitzwaan C co/umbianus van doen te hebben maar omdat hij al leen was w ilde hij de mening van andere vogelaars polsen. Hij waarschuwde Koen van Dijken, die met Theo Bakker naar de plek kwam; beiden konden de determinatie als Fluitzwaan bevestigen. De vo lgende dag hadden belangstellenden voor deze recent afgesplitste soort (cf Dutch Birding 19: 2128, 1997) zich bij het eerste I icht op de plaats van de ontdekkin g verzame ld. Hoewel daar een groep Kleine Zwanen van verge lijkbare grootte als de voorgaande dag aanwez ig was, werd de vogel niet aangetroffen. Somm ige voge laars hadden er een hard hoofd in dat de zwaan zou wo rden teruggevonden en hobbelden aarze lend hui swaa rts. Andere bleven echter in de omgeving zoeken en om c 13:00 werd hij enkele kilometers ten noordwesten van de oude plek teruggevonden bij Kropswolde, Groningen, waar hij evenwe l snel verdween. Het zoeken we rd bemoeilijkt door de aanwez igheid va n een Kleine Zwaan met slechts een kleine snavelv lek, die zo nu en dan de gemoederen bezighield. Na veel gezoek werd de Fluitzwaan later die middag teruggevonden op de oude plek waar hij tot donker bleef z itten. Toen verdween de hectiek en begon het discussiëren. Hoewel de meeste waarneme rs weinig moeite hadden met de determinatie als
Fluitzwaan, waren er ook kritische ge luiden. Omdat de vogel de vo lgende dagen (toen hij op versch illende plekken in een gebied van meer dan 50 km 2 werd gez ien, waaronder net over de provinciegrens in Drenthe) veela l op grote afstand liep, bleef het moeilijk iets concreets ove r de geel-zwartverde ling op de snavel te zeggen. Pas na anderh alve week, op 8 december, w ist TB de eerste acceptabe le foto's te maken. Op basis van die platen kon men de geel-zwa rtverde lin g uitrekenen. De rechterkant van de snave l, waar de ge le vlek het grootst was, is het best gefotografeerd; na enkele meetkundige foefjes werd handmatig uitgerekend dat het gee l c 11.3% van (de latera le projectie van) het oppervlak van de snave l bedroeg. Meer nauwkeurige berekening met behulp van de computer door Jan van der Laan gaven echter aan dat het percentage 7.8-8% was. Uit onderzoek is geb leken dat het geel bij Fluitzwaan 0-15.8% van de snavel beslaat; bij Kleine Zwaan bedraagt dit 22.9-42% (Auk 93: 697-703, 1980; Birding 26: 306-318, 1994). Ruim 95% van alle Fluitzwane n heeft vo lgens dit onderzoek minder dan 10% geel op de snave l. Op basis hiervan moet de concl usie zi jn dat deze voge l een Fluitzwaan is, ondanks dat somm ige voge laars liever een Fluitzwaan zouden zien met alleen het karakteristieke gele 'traantje'. Fluitzwaan is een zeer ze ldzame dwaalgast uit Noord-Amerika. Bovengenoemde vogel betreft het vijfde geva l voor Nederland. Het is echter niet uitgesloten dat de twee vorige geva llen in Groningen, in november 1986 (Dutc h Birding 11: 118-119, 1989) en december 1992, op hetzelfde exemp laar betrekking hadden. Elders in Europa zijn er aanvaarde geva llen in Engeland (lof 2), Ierland (6) en Zweden (1). Daarnaast zijn er enkele meldingen uit Duitsland.
324 Fluitzwaan / Whistling Swan Cygnus co/umbianus met Kleine Zwanen / Bewick's Swans C bewickii, Kropswolde, Groningen, 8 december 1997 (Theo Bakker/Cursorius)
IDutch Birding 79 : 3 77-320. 79971
317
08 Actueel Op 20 december werd de Fluitzwaan opnieuw gezien door EK ten oosten van Annen, Drenthe; hier was de vogel tot in het ni euwe jaar te vinden tu sse n c 130 Kleine Zwanen. Mogelijk za l blijken dat hij de hele w inter in de omgeving blijft rond zwerve n. BERT DE BRUIN & EMO KLUNDER International Large Gulls Meeting at Asn<es (2nd ILGM, 1997) Follow in g th e now legendary first meeting of its kind at Wismar, Germany (Dutch Birding 19 : 46, 1997), the second ILGM took place at H0ve, Asnaes, Vestsjaelland, on th e north-western coast of Zea land, Denmark, from 18 to 21 September 1997. 35 gull enthusiasts from Britain, Denmark, Estoni a, Finland, Germany, Ireland, th e Netherlands, Norway and Sweden participated in this privately organ ised event. It dealt predomin antly with the large whiteheaded gul ls (LWHGs) but some other gu ll species got their turn too. Aga in identification (ID), co lour-ringing (C Rl and taxonomy we re we ll -covered topics. A lthough the informal programme that took shape on 19 and 20 September did not include excursions to see gulls in the fie ld, a flood of interesting presentations did much to forget about this shortage. Th e atmosphere was familiar and the catering was superb. After the introductory words by the organisers Kjeld Pedersen and Eddie Fritze - of whom the latter made a hilarious start with his anecdotica l 'ghost stories' on encounters w ith gu ll s, and particularly humans, while being hidden under garbage at rubbish tips -, the fol lowing presentations were given: 7 Kalev Rattiste reported about reproductive and soc io-spatial strategies of Common Gull Larus canus in the Matsalu Nature Reserve in coasta l western Estonia, whe re, during 35 years of research through large-scale CR, many aspects of the spec ies' breeding biology were studied; 2 Kenneth Bengtsson and Lennarth Blomquist showed how to catch gu ll s outside breeding colonies with the aid of wa lk-in cage-traps, a method they have used in southern Sweden since many yea rs; slides on the plumage development of a captive supposed hybrid Mediterranean x Black-headed Gu ll L melanocephalus x ridibundus were in structive; 3 Lars Jonsson demonstrated the importance of moult for ageing and ID of several taxa of LWHGs, both at home in southern Sweden and abroad; this was done through three brilliant and el aborate but never boring sl ide shows, distributed over the two days, pouring out a wealth of details on the ID of fuscus, heuglini, barabensis and cachinnans among others, interspersed with di sc ussions w ith the participants on numerous points; at the same tim e it became clear that, although the advance in knowl edge on ID of Eurasian LWHGs is tremendous in recent yea rs, there is stil l much to be learnt; 4 Ron aid Klein came with further news about his impressive ring-reading activities of Herring Gul ls L argentatus in north-eastern Germany, cons isting of preliminary indications of age and sex in re lation to spatial distribution in winter; 5 Ted Hoogendoorn spoke about the pronounced habitat segregation of various gulls in coasta l Pas-de-Calais, France, where graellsii and michahellis rarely join flocks of argenteus
318
and melanocephalus feeding in rocky intertid al zones; 6 Peter Ly ngs' slid es showed th e remarkab le un-LWHG sem i-h oods of nonbreeding-plumaged atlantis of the Azores populations; 1 Dorit Li ebers had all participants hangin g on her lips w hen givin g in sight in the spectacular first results of mtDNA research on man y LWHG taxa from across th e Holarcti c, as ann ou nced at the 1 st ILGM by Andreas Helbig; a poster on these results was ve ry instructi ve and publication w ill follow soo n; while the project is bein g co ntinued, both Dorit and Andreas stressed th at samples of several more taxa are bad ly needed ; wor kers in LWHG co loni es were kindl y requested to contribute; 8 Pell e Andersen-Hari ld provided information about the recent population decrease of Herring Gu ll s in Denmark after culling programmes had been abandoned, whi le during many years when cu llin g was th e ' remedy', th e popul ation was increasing; 9 Klaus Hein presented deta il s on th e biom etri cs of L canus, with special reference to L c heinei, as researched through ringin g activities carried out over many years in northern Germany; 70 an entertainin g and often humorous surprise item was the gull slide quiz given by Norman va n Swelm (w ho else?); although man y shots had clearly been taken at Norman's loca l patch in the south-western Netherlands and were cons idered straightforward by the numerous gu iliD experts among th e participants, Norman decided th at nobody scored over 70%; a much debated picture of an al leged Slender-billed Gu ll L genei found dead in th e Netherlands, caused quite astir; although this quiz was most instructive on severa l points, the question remains who did it wrong on oth ers ... ; 77 Christian Cederroth summarised records of cachinnans and michahellis in southern Sweden, identified by a smal l number of observers since 1994; his cas ual remark th at both taxa are sti ll treated as subspecies of Herring Gull by the Swedish check li st authorities, was remarkable; 72 Risto Juvaste explained how he had developed co lour rings of more durable material and w ith better readible engravements, in use now for hi s large-sca le Finnish fuscus CR project; 73 Kjeld Pedersen prov ided information about the Danish Black-headed Gu ll L ridibundus CR programme; 74 Axe l M端ller asked attention for a new approach at age in g gul ls throu gh countin g the generations of primaries, of which a preliminary vers ion has been pub li shed in the German journal Charadriu s; this provoked quite some discussion; it wi ll be further refin ed and published in due tim e; 75 Andreas Buchheim reported about the occurrence of LWHGs at two sites in Nordrhein-Westfa len, Germany, showing michahellis to occur in a late summer influx and cachinnans as a winter v isitor; 76 Peter Rock showed that the dynam ics of ring-readin gs of graellsii and argenteus ringed in Bristol, England, is largely dependent on the efforts of a very smal l number of th e keenest observers; he also argued strongly in favour of close cooperation between birders and ringers on the gull s p latform, th at wi ll be benefici al to both disc iplines and to ornithology in genera !. Part of the final evening was filled w ith discussions around photographs and sl ides of LWHGs (includin g
DB Actueel several taxa that had not yet rece ived mu ch attenti o n befo re) bein g show n by Mashuq A hm ad (grael/sii and argenteus from En gland), Andreas Bu chh eim (michahel/is from M allorca), Axe l Dege n (schistisagus and glaucescens from th e Ru ss ian Far East) and Killi an M ull arn ey (a tlantis from M adeira and the Canary Island s) . It was dec ided th at simil ar meetin gs mu st fo ll ow annu all y and th at th e 3rd ILGM w ill be held in September 1998 in the Neth erl and s, to be organi sed by No rm an va n Swelm. Th e absence respecti ve ly th e thin represe ntation of parti cipants from so uthern and eastern Europe both at th e 1 st and th e 2nd ILGM wa s co nsid ered a minus and attempts w ill be und ertaken to give thi s a turn fo r th e better. ANDREAS BUCHHEIM & W (TED) HOOGENDOORN
Pontische Geelpootmeeuwen bij Enschede en in Noord-Limburg Sind s 24 o ktober 1993 w orden o p rec reatiepl as Het Rutbeek en za nd afgrav in g het Rutbekerve ld, op c 2.S km va n elkaa r gelegen ten zuid en va n En sc hede, Twente, Overij sse l, Gee lpootmeeuwen Larus cachinnans gez ien. De ee rste w aarnemin gen betroffen M editerrane Gee lpootm eeuwe n L c michahel/is, maa r op 2 november 199 5 zag Paul Knoll e o p Het Rutbee k voor het ee rst een door het kl ein e form aat, de relati ef li chte m antel en de uitgesproken slanke proporti es opva ll ende Gee lpootm ee uw in tweede w interkl eed waa rva n hij, na bestuderin g va n het artikel in Limi col a 9: 121-1 65, 1995 , ve rm oedd e dat het een Po nti sc he Gee lpootm eeuw L c cachinnans betrof. O p 6 nove mber zag hij op deze pl as een soo rtgelijke voge l in v ierd e w interkl eed. Omdat er op dat mom ent in Nederl and nau we lijks iets bekend was ove r dit taxo n de ee rste twee geva ll en w aren nog ni et offi c iee l vastgesteld - en de herkennin g (zo ko rt geleden nog!) algemeen zeer in gewikkeld werd gevonden, bes loot PK z ijn notiti es over beid e indi v iduen aan te houd en en te wac hten o p mee r vogels èn intern ational e des kundi gheid. In december 199 5 ve rbleef gedurende mee r dan twee we ken tenmin ste éé n adulte vogel o p Het Rutbee k di e doo r het kl eine fo rm aat, de li chte mantel, de lange, slanke snave l en oo k ve rder zeer elega nte proporti es, de do nkere iri s, de zwa rte vlek op de snave l, de matge le poten en de vrij grote w itte subtermin ale vlek o p de buitenste handpen zo afwee k va n het bee ld va n ee n Mediterrane Geelpootmee uw dat PK, nu we rkelijk geal arm ee rd , telefonisch contact zocht met meeuwe nspec iali st Ted Hooge nd oo rn. Na eni ge beg rij pelijke aa rze lin gen mee nde ook TH dat op Het Rutbeek we l eens Pontische Gee lpootmee uwe n ko nden voorko men. O p 15 maart 1996 werd tenslotte nog een adulte vogel gesignaleerd . Gedurende de w inter va n 1996/97 zag PK opni euw dergelijke Gee lpootmeeuwe n van di verse leeftijd en o p Het Rutbeek en nu ook op het Rutbekerve ld . Sommi ge vogel s we rd en tevens doo r andere En sc hedese voge laa rs gez ien. O md at PK deze waa rn emingen we reldkundi g maakte als mogelijke Ponti sc he Geelpootm eeuwen kwa m er mee r belangstellin g elders uit N ederl and ; zo zage n Enno Ebels, TH en Gerard Steinh aus ro nd de Kerst éé n
325 Ponti sc he Gee lpootm eeuw / Ponti c Yell ow-I egged Gull Larus cachinnans cachinnans, ju veni el rui end naa r ee rste-w inter, Ni euwe W aterweg, Rozenburg, Zuid-Holl and, 1 september 1997 (Norman 0 van Swelm) of twee vo lwasse n Geelpootmee uwe n van het bew uste type. Nog altijd was er geen 100% zeke rh eid, al wa ren de dri e genoemd e waa rnemers het met PK eens dat de vogels kansrijk wa ren. Het indi enen va n de geva ll en bij de C D N A hield o p dat mo ment, gez ien de nog altijd on vo ll ed ige aa nw ij z in gen voo r determin ati e in de literatuur, het ri sico va n afwijzing in. Doo r de voor detailopn amen te grote afsta nd (meestal 80 tot 100 m) ko nden geen zin voll e foto's wo rden gemaakt. In 1997 ve rsc henen in v lot tem po dri e uitgebreide herkenningsartikelen ove r Geelpootmeeuwen (Br Bird s 90: 25-62, 369 -383, 1997, en Limi co la 11: 49-7 5, 1997). Hierin vond PK de bevest igin g dat de waa rn emin gen bij En sc hede da adwerkelij k betrekking hadd en op Ponti sc he Gee lpootm eeuwen. Het ko n ni et and ers dan dat er ook elders in Nederl and dergelijke meeuwe n voo rkwa men, zoa ls zo u b lijken uit de gebeurteni ssen in de tweede helft va n 1997. A I op 1 se ptember fo tografee rd e Norm an va n Swe lm een j uveni ele voge l, rui end naa r eerste-w interkl eed, langs de N ieuwe W aterweg ter hoogte va n Rozenburg, Zuid-H o ll and. O p 11 septembe r we rd ee n indi v id u in ve rgelijkbaa r kl eed door NvS gerin gd op de bo ul eva rd va n Sc heve nin gen, Z uid-Ho ll and. O p 25 okto ber 1997 o ntd ekten ju st in j anse n en Patri ek Palmen op de o ntgrind in gspl as op het terrein va n recreati eoo rd Kl ein Vin k te A rce n in Noord-
319
OB Actueel
326 Pontische Geelpootmeeuw / Pontic Yellow-Iegged Gu ll Larus cachinnans cach innans, Oost-Maarl and, Limburg, 6 december 1997 (Ran Scha /s)
327 Pontische Geelpootmeeuw / Pontic Yellow-Iegged Gu ll Larus cach innans cachinnans, Arcen, Limburg, 18 november 1997 (Arnaud B van den Berg)
Limburg, Limburg, twee Pontische Geelpootmeeuwen. Een van beide voge ls kon goed wo rden bekeken en vie l op door de van de eveneens aanwezige adu lte Mediterrane Geelpootmeeuwen versc hillende langgerekte stru ctuur met platte kop en ver voo rbij de staart stekende v leugelpunten, dunne snave l zo nder duidelijke nok, ongestreept w itte kop, li chtere mantel kleur (als van adu lte Zi lvermeeuw L argenta tus, waarva n ve le 100-en aanwez ig wa ren) en donkere iris. Tevens zage n z ij vee l wi t op de v leugel waaronde r de karakteristieke witte tong op de binn envlag va n de buitenste handpen. De voge l had bovendien een zwa rte sma lle vert ica le snavelrin g ter hoogte van de rode gonysv lek en gele poten. Op 3 en 4 november zag JJ een ad ulte en een derdejaars Pontische. Vanaf 8 november nam de belangstelling van andere voge laars toe - waaraan berichten over de naderende soortstatu s van deze meeuw niet vreemd waren - en werden elke dag één tot zes (op 23 november) adu lte of b ijn a adulte Pontische waargenomen die uitstekend konden worden verge leken met de eveneens aanwez ige Mediterrane Geelpootmeeuwen en ze lfs een enkele gee lpotige Zi lvermeeuw (L a 'amissus'). Op 15 november verb leven tevens één tot twee adu lte Pontische in de haven va n recreatieplas 't Leuken ten noorden van Weil, Limburg. De vo lgende dag konden deze beide vogels op video worden vastge legd; in tegenstelling tot Klein Vink waren nauwelijks andere meeuwen op deze plas present. Al les b ijeen waren in november-december c 12 Pontische Geelpootmeeuwen in Noord-Limburg aanwezig. De eerste Twentse voge l van deze winter werd door PK op 23 november ontdekt en betrof een eerste-winter op Het Rutbeek. Deze vogel was op 28 november opn ieuw aanwezig en werd nu - tussen c 700 Zi lvermeeuwen - ve rgeze ld van een leeftijdgenoot. Op 29 november werd tenminste één Pontische (een eerstew inter) op Het Rutbeek gez ien door Audry van Duin,
Leon Edelaar, Nick van der Ham, Jan van der Laa n, Bas Lagerveld en Sander Lagerveld ; dit betrof mogelijk één van beide voge ls van de dag tevoren. Op 14 december zag PK de ee rste adulte voor deze w inter, op het Rutbekerveld. Hiermee komt het aanta l Enschedese geva llen voor drie w inters tot 15 december 1997 op 16 (van in totaal 18 indi v iduen): acht waarnemingen van adulte voge ls (10 individuen), twee va n een ee rste-winter, drie van een tweede-winter, twee va n een derdewinter en één van een waa rschi jnlijke vierde-winter. Deze geva ll en zijn onlangs bij de CDNA in gediend. Op 5 december ontdekte Max Berlijn een ad ulte Pontische Geelpootmeeuw bij Stevensweert, Limburg. Deze voge l, die enkele dagen aanwez ig bleef en regelmatig aan de overz ijde va n de Maas (en de grens) bij Maaseik, Limburg, vertoefde, ontpopte zic h tot het eerste gemakke lijk twitchbare exemplaar voor België. In dezelfde periode verb leef een indi v idu bij OostMaarland in Zuid-Limburg, Limburg, en op 14 december werd er één gemeld bij Venray, Limburg. Ook bij Huizen, Noord-Holl and, werden één of meerdere exemp laren gezien . Dat er in Limburg meer indi viduen worde n waargenomen dan in Twente hangt vermoedelij k samen met het hogere aanta l grote meeuwen dat hier op trek en tijdens de w inter verb lijft. De aantallen voge ls in Overij sse l en Limburg zi jn opmerkel ijk omdat er tot en met 1994 nog maar twee geva llen in Nederland aanvaard waren : een adult van 19 september tot 16 november 1988 te Zutp hen, Gelderland, en een eerstewinter op 11 december 199 1 te Geldermalsen, Gelderl and (D utch Birding 18: 302-304, 1996, 19: 280-283, 1997). Ervan uitgaande dat een groot deel van de recente waa rnem in gen aanvaard wo rdt, mag men z ich afvragen hoe lang dit taxon nog door de CD NA beoordeeld za l wo rd en . PAUL KNOLLE, JUSTIN JANSEN & PATRICK PALMEN
320
Voor het maken van natuurfoto's is op de eerste plaats geduld nodig, erg veel geduld. Het kan vaak uren, dagen, weken duren voor u de perfecte foto kunt maken. Dan is het goed te weten dat u op het moment suprème kunt vertrouwen op een perfect objectief, waarmee u uw onderwerp zo haarscherp dichtbij kunt ha len dat u het bijna kunt aanraken.
Met de TAmROn 200 - 400 f/5.6 LD [IF] bent u verzeke r d van topkwaliteit.! (leverbaar voor Canon, Mina/ta en Nikon AF-camera's)
Postbus 79 2150 AB Nieuw Vennep Tel. (0252) 687555, Fax (0252) 676149
v
I S RA EL NATURE TRAllS
MEBWEB Services
EASY DOES IT!
Department of SPNI - Society for the Protection of Nature in Israel
Dutch Birding Natuur en Boek Dutch Birding Travel Report Service
Everybody has heard about birds in Israël. Maybe particularly about Eilat where all the birders meet each other during the migration season .... .. .... But did you know th at there are many species only to be seen in the north of Israël!
ANDNEW!
Birder's email
Birds like the Pygmy Cormorant, 8/aek Stork, Litt/e Swift, Long-billed Pipit, C1amarous Reed Warb/er and the Indian Si/verbill. Just a few to mention.
'the Bird Connection' NEW ADDRESS
http://www .mebweb.nI!BirdConnection
The Society for the Protection of Nature in Israël (SPNI) has developed the perfect programm that will enable you to watch birds all over the country. We help you with our Bird fly and drive program whether you are travelling on your own, or with a group of friends.
FOR DETAILS CONTACT:
MEBWEB p/a Marc Guyt, J.W. Frisodreef 17 2224 Be Katwijk, Tel.: +31 714073317
For more information call our SPNI Benelux representative. Tel/fax 043 3261192
email: contact@mebweb.nl
SOVON Vogelonderzoek Nederland
Sovon
NOS OISEAUX
verricht Vogelonderzoek ten behoeve van natuurbehoud, -beleid en wetenschap. Hierbij zijn duizenden vrijwilligers betrokken. Hun resultaten worden o.a. gebruikt door Vogelbescherming . Ook u kunt ons helpen.
The Swiss ornithological journal appears four times a year (approximately 250 pages) and publishes articles and reports in French, with abstracts in German and English covering the central European avifauna, particular emphasis is placed on original contributions.
Heeft u hart voor vogels, dan verdient SOVON uw steun. Voor slechts f 25,per jaar ontvangt u viermaal SOVONNieuws. Wilt u waarnemer worden of meer informatie hebben, vraag dan de folder aan bij:
Annual subscription : 33 Swiss Francs. A free copy may be obtained by writing to the following address: Administration de NOS OISEAUX Marcel S. Jacquat c/o Musée d'histoire naturelle Av. Léopold-Robert 63
SOVON, Rijksstraatweg 178, 6573 DG Beek-Ubbergen, tel: 024-684 81 11.
2300 LA CHAUX-DE-FONDS, SWITZERLAND VI
P.O. Box 737, 9700 AS Groningen
het Vogeljaar
The Netherlands Phon. +31 50527 4993
Het tijdschrift 'Het Vogeljaar' verschijnt zes maal per jaar en houdt haar lezers al ruim 45 jaar op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van vogelstudie en vogelbescherming,
Fax +3 1 50527 2668 email lb.Huysman@net.HCC.nl
ep 0 r
Internet: http:lwww.mebweb.n IIDBTRS
More than 1100 travel reports available in Dutch, English and German DBTRSTM Quick Service = order before Ilam GMT (phone, fax or Email), pay by Mastercard, reports will be mailed to yOll the same day at na extra cast
'Het Vogeljaar' wordt als het meest informatieve vogeltijdschrift in de Benelux beschouwd,
Special Offer! catalogue no. 4 + 3 supplements + 20 !ree pages. Voor Nederland maak f 10,- over op Postbank 55.96.995 t.n.v. Stichting Natuurschool o.v.v. 'DBTRS Aktie'. Please send us a Eurocheque for Dfl 10,- or DfllO,- /US$6 in cash
Omdat het geen commercieel blad is kan de abonnementsprijs uiterst laag worden gehouden,
Now also complete, updated catalogue + ordering via Internet
Door overmaking van f 27,50 op postbanknummer 964 472 ten name van 'Het Vogeljaar' Boterbloemstraat 20, 5321 RR Hedel (073) 599 1967, onder vermelding van 'nieuwe abonnee' ontvangt u als welkomstgeschenk onze nieuwe veertiendaagse Vogelkalender, waarvan u na gebruik een vogelboekje overhoudt.
Please send us your own travel reports and receive free reports from Dur catalogue in return. Stuur ons uw eigen reisverslagen en u ontvangt gratis verslagen uit onze catalogus
DBTRSTM is Ihe official ma;n suppl;er of Iravel reports 10 Ihe HANDBOOK OF THE BIRDS OF THE WORLD
Europe's premier monthly magazine for keen birders
BIRDING
WORLD
Topica/, /ive/y and intormativeand now in tuil c%ur
* Identification * News * Rarities * Conservation * Europe & Worldwide * Prize Quizbirds "at the top of the market for serious birders" - BTO News "essential reading" - Birding
Write now tor a FREE sample issue. - or just subscribe now, For the next 12 issues, send t42 (major credit card nos, with expiry date accepted) to: Blrdlng Wor/d, Stonerunner, COBst ROBd, C/ey next the seB, Holt, Norfo/k NR25 7RZ, UK
VII
Oude jaargangen ni et compleet? Bestel nu uw ontbrekende Back volumes incomplete? Order your missing 'ssu~w-Yv!
Speciale aanbieding: Voor het bedrag van NLG 150.00 zenden wij u franco 1I~~ll1>\IP rltl;..路p oude nummers en maeXEm (tot en met vol 17,
Special For the amount of NLG 150.00 we send you no <,tt:'r ,'" all available back issues and indexes to 995) Kru is hi erond er de cr"~",, rl莽T" e aanbieding aan, vul uw n::> ' ..."...路"n"3'i'l en zend (een kopie het formulier naar tick the box(es) for the special offer, fill in name and address and send (a copy of) the form 11 , 1090 AP Amsterdam,
etherlands
NLG
o Vol
2:1 o Vol 12:4 o Vol 12:5 o Vol 13:1 o Vol 13 :2 o Vol 13:3 o Vol 13:4 o Vol 13 :5 o Vol 14:4 o Vol 15:1 o Vol 15 :2 OVo115:3 o Vol 15:4 OVo115:5
(1
Vol 17 :2 OVo117:3 o Vol 17:4 o Vol 17 :5 OVo117:6
(1994) (1994) (1994) (1995) (1995) (1995) (1995) (1995) (1995)
8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 8.00
oude numm ers en indexen / Special offer: all available 50.00 Prijzen I
ers exclusi ef porto / Prices of single issues excluding postage
vol 18 (1996) en vol 19 (1997) vallen buiten de speciale aanbieding en z ijn verNLG 10.00 per stuk (excl usief porto) / The issues of vol 18 (1996) and vol 19 are not included in the special offer and are available at NLG 10.00 each (excluding pos-
.fn''Ylprc\/ ::>n
Naam / Name _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _ __ _ _ __ __ _ _ _ __ Adres/Address _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _ _ _ _ ___ H andtekening / Signature _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __
Betaling na ontvangst van acceptgiro / Payment upon receipt of invoice VIII
Dutch Birding
Dutch Birding
CHIEF EDITOR Arnoud van den Berg (tel +31-235378024, fax +31-235376749) e-mai l Arnoud.vandenBerg@inter.nl.net) DEPUTY CHIEF EDITOR Enno Ebels (tel/fax +31-302961335, e-mail ebels@wxs.nl) EXECUTIVE EDITOR André van Loon (te l /fax +31-206997585 ) PHOTOGRAPHIC EDITOR René Pop (tel +31-223690141, fax +31-223690142 ) EDITORlAL BOARD Ferdy Hieselaar, Graham Holloway, Peter Meininger, George Sangster and Roland van der Vliet EDITORlAL ADVISORY BOARD Peter Barthel (Germany), Klaas Eigenhuis (Netherlands), Dick Forsman (Finland), Ted Hoogendoorn (Netherl ands), Lars Jonsson (Sweden), Paul Lehman (USA), Anthony McGeehan (Northern Ireland), Killi an Mullarney (Ireland), Gerald Oreel (Netherlands), Kees Roselaar (Netherlands), Frank Rozendaa l (Netherlands), Hadoram Sh irihai (lsrael), Gunter De Smet (Belgium), Lars Svensson (Sweden) and Peter Symens (Belgium)
International jou rna I on Palearctic birds
EDITORlAL ASSISTANTS Ruud van Dongen, Gerald Driessens, Ni ls van Duivendijk, Remco Hofland, Diederik Kok, Hans van der Meulen and Peter de Rouw
EDITORS
PRODUCTION AND LAY-OUT André van Loon and.René van Rossum ADVERTISING Peter Meijer (te l +31-348431905, fax +31 -348420394, e-mai l meijerpc@worldonline.nl) SUBSCRIPTIONS The subscription rate for 1998 is: NLG 65.00 (Netherlands), BEF 1320.00 (Belgium), NLG 72.50 (other countries in side Europe) and NLG 77.50 (countries outside Europe). A subscripti on can be entered preferably by sending a Eurocheque, with the amount payable in Dutch guilders, t~: Dutch Birding (subscriptions), c/o Jeannette Admiraal, Iepen laan 11 , 1901 ST Castricum, Netherlands. Payment mayalso be made by credit card (Access, Eurocard, MasterCard or Visa). Please send your credit card type and account number, indicating the expiry date and appending a signature . (Note: this latter method of payment is not appl icable to subscribers resident in the Netherlands and Be lgium .) British and Irish subscribers are requested to pay exclusive ly by Sterling cheque (GBP 26.00). The subscription starts upon receipt of payment. Dutch Birding is a bimonthly jou rna I with issues in February, April, June, August, October and December. It publishes origina l papers and notes on morphology, systematics, occurrence and distribution of birds in the Benelux, Europe and elsewhere in the Palearctic region. It also publishes contributions on birds in the Asian-Pacific region and other regions. The Dutch, English and scientific bird names follow: the Checklist of birds of the Netherlands by A B van den Berg & ( A WBosman (1996, Santpoort-Zuid); List of birds of the Western Palearctic by British Birds (1997, Blunham); the li st compiled by C S Roselaar in the Dutch edition of The illustrated encyclopedia of birds of the world by C M Perrins (199 1, Weert); and Oistribution and taxonomy of birds of the world by C G Sib ley & B L Monroe Jr (1990, New Haven). A sc hedule of payment rates for authors, photographers and artists is avai lable from the editors.
Dutch Birding Association BOARD Theo Adm iraa l (treasurer), Gijsbert van der Bent (pres ident, tel +31-714024547), Peter Meijer, Marc Plomp and Ch ri s Quispel (secretary, tel +31-715124825); also the editors of Dutch Birding have one seat in the board
Dutch Birding Postbus 116 2080 AC Santpoort-Zuid etherlands fax +31-235376749 PHOTOGRAPHIC EDITOR
Dutch Birding do René Pop Postbus 1007 1780 EA Julianadorp etherlands SUBSCRIPTION ADMINISTRATION
do Jeannette Admiraal Iepenlaan 11 1901 ST Castricum etherlands BOARD
Dutch Birding Association Postbus 75611 1070 AP Amsterdam Netherlands DUTCH RARITIES COMMITTEE
CD A Postbus 45 2080 AA Santpoort-Zuid etherlands
BOARD ASSISTANTS Jeannette Admiraa l, Gerald Driessens, Ron van den Enden, Hans Gebuis, Leo Heemskerk, Remco Hofland, Paul Knolie, Ger Meesters, Arnold Me ij er, Kees Tiemstra and Arno ld Veen DUTcH BIRDING TRAVEL REPORT SERVICE (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 737, 9700 AS Groningen, Netherl ands, tel +31-505274993 , fax +31-505272668, internet http://www.mebweb.nl/DBTRS
Dutch rarities committee (CDNA) MEMBERS Max Berlijn, Ruud van Beusekom, Karel Mauer, Jan van der Laan (cha irman, tel +31-725203091), Kees Roselaar, Jelle Scharringa (secretary, tel +31-302523801), Gerard Steinhaus and Wim Wiegant (a rch ivist) The CDNA is a committee of the Dutch Birding Association and the Netherlands Ornithological Union. The CSNA is the subcomm ittee of the (DNA on taxonomy, nomenclature and status of Dutch (sub)species and consists of Arnoud van den Berg, Cornelis Hazevoet, Kees Roselaar and George Sangster (secretary, tel /fax +31-715143790).
© 1997 Stichting Dutch Birding Association. The copyright of the photographs and drawings remains w ith the photographers and artists. ISSN 0167-2878. Printed by Steens Schiedam BV, Postbus 59, 3100 AB Sch iedam, Netherlands
INTERNET
http://www.mebweb.nllDutchBirding
Dutch Birding Artikelen
JAARGANG
269 273 277 280 283 284
19
NUMMER
6 1997
VOLUME
79
NUMBER
6 7997
Zwartkeellijster in Den Helder in januari-maart 1996 Ruud E Brouwer, Rob A C Halff & Nico Harder Struikrietzanger te Walem in juni-jul i 1996 Jan-Erik Kikkert Variability of field characters in adult Pontic Yellow-Iegged Gulls Dorit Liebers & Volker Dierschke Pontische Geelpootmeeuw bij Zutphen i n september-november 1988 Geert Groot Koerkamp & Enno B Ebels Dark Common Terns Peter R Kennerley Vondst van bleke Grote Jager in Grevelingenmeer Guido 0 Keijl & Tineke G
Prins
Recensies
287
Mixed pair of Black-headed and Citrine Wagtails breeding in Finland in 1997 Harry J Lehto & Henry Lehto
290
Photographic handbook of the rare birds of Britain and Europe door Dominic Mitchell & Steve Young en Rare birds in Britain & Ireland: a photographic record door Keith Vinicombe & David Cottridge Jan van der Laan A field guide to birds of Armenia door Martin 5 Adamian & Daniel Klem Jr
291 291 292 292 293
Arnoud B van den Berg Birds of Estonia. Status, distribution and numbers by Eerik Leibak, Vilju Lilleleht & Heinrich Veromann (ed itors) George Sangster Important Bird Areas in Turkey by Gernant Magnin & Murat Yarar Tom M van der Have Vogels van Ameland door Michiel Versl uys, Ricus Engelmoer, Dirk Blok & René van der Wal Arnoud B van den Berg Ornithology - a buyer's guide, August 7997 door NHBS Mailorder Bookstore en Wildlife & travel cata logue 7998 door Subbuteo Natural History Books Ltd André J van Loon
Aankondigingen & verzoeken
293
Lij st va n Groningse vogels; Vrijwilligers gevraagd voo r Pools onderzoek aan ru igpoothoenders en u i len
DBA-nieuws
294
DBA-vogelweek op Texel in najaar 1997; DBA-vogelweek op Texel in september 1998
Trends in systematics
294
Acrocephalus and Hippolais relation ships : shaking the tree George Sangster
Masters of Mystery
300
Third round Diederik Kok & Nils van Duivendijk
WP reports
302
WP reports: November-December 1997 Arnoud B van den Berg
Recente meldingen
309
Nederland: oktober-november 1997 Ruud M van Dongen, Remco Hofland & Peter W W de Rouw België: oktober-november 1997 Gerald Driessens
3 14 DB Actueel
3 17
Fluitzwaan in Veenkoloniën; International Large Gulls Meeting at Asnil2s (2nd ILGM, 1997); Pontische Geelpootmeeuwen bij Enschede en in NoordLimburg
Voorplaat / front cover
Rode Grutto / Hudsonian Godwit Limosa haemastica, Churchill, Manitoba, Canada, juni 1996 (Chris Schenk)
Abstracted / indexed in
Auk, Ecological Abstracts, Emu, GEOBASE (Geo Abstracts Database), Ornithologische Schriftenschau, Wildlife Review, Zoologica l Record
Ibis,