Dutch Birding
Dutch 8irding HOOFDREDACTEUR Arnoud van den Berg (te l 023-5378024, fax 023-5376749, e-ma il arnoud.vandenberg@inter.n l.net) ADJUNCT HOOFDREDACTEUR Enno Ebels (tel/fax 030-2961335, e-mai l ebels@wxs.n l) UITVOEREND REDACTEUR André van Loon (tel / fax 020-6997585, e-mai l laan@bio.vu.nl) FOTOGRAFISCH REDACTEUR René Pop (tel 0223-690141, fax 0223-690142, e-mai l pop.en.p@wxs.nl) REDACTIERAAD Ferdy Hieselaar, Peter Meininger, Gerald Oreel, George Sangster en Roland van der Vl iet
Internationaal tijdschrift over Palearctische vogels
REDACTIE-ADVIESRAAD Peter Barthel (Dui tsland), Klaas Eigenhuis (Nederland), Dick Forsman (Finland), Ricard Gutiérrez (Spanje), Ted Hoogendoorn (Nederland), Lars Jon sson (Zweden), Paul Lehman (VS), Anthony McGeehan (N oord-Ierland), Killian Mullarney (Ierland), Kees Roselaar (Nederland), Frank Rozendaal (Nederl and), Hadoram Sh irihai (Israël), Gunter De Smet (België), Lars Svensson (Zweden) en Peter Symens (België) REDACTIEMEDEWERKERS Ruud van Dongen, Gerald Driessens, Nil s van Duivendijk, Remco Hofland, Graham Holloway, Diederik Kok, Hans van der Meulen en Peter de Rouw
REDACTIE
Outch Birding Postbus 116 2080 AC Santpoort-Zuid Nederland fax 023-5376749 e-mail editors@dutchbirding.nl FOTOREDACTIE
Outch Birding p/a René Pop Postbus 1007 1780 EA julianadorp ederland ABONNEMENTE ADMINISTRATIE
p/a jeannette Admiraal Iepenlaan 11 1901 ST Castricum ederland e-mail circulation@dutchbirding.nl BESTUUR
Outch Birding Association Postbus 75611 1070 AP Amsterdam ederland e-mail dba@dutchbirding.nl
PRODUCTIE EN LAY-OUT André van Loon en René van Rossum ADVERTENTIES Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam e-mai l dba@dutchbirding.nl ABONNEMENTEN De abonnementsprij s voor 1998 bedraagt: NLG 65.00 (Nederland), BEF 1320.00 (België), NLG 72.50 (overi ge landen binnen Europa) en N LG 77.50 (landen buiten Europa). U kunt zich abonneren door het overmaken va n de abonnementsprijs op giroreken ing 01 50 697 (Nederl and), giroreken ing 000 1592468 19 (België) of bankrekening 54 93 30 348 van ABN+AMRO (Castricum), ovv 'abonnement Dutch Birding' . Al le rekeningen zijn ten name van de Dutch Birding Assoc iation. Het abonnement gaat in na ontvangst van de betaling. Dutch Birding is een tweemaandelijks tijdsch ri ft met nummers in februari , april, juni , augustus, oktober en december. Het publiceert ori ginele artikelen en mededelingen over morfologie, systematiek, voorkomen en verspreid ing van vogels in de Benelux, Europa en elders in het Palearctische gebied. Het publiceert tevens bijdragen over vogels in het Aziatisch-Pacifische gebied en andere geb ieden. De volgorde van voge ls in Dutch Birding vo lgt in eerste instantie een klassieke 'Wetmoreindeling'. Binnen dit ra amwerk worden voor taxonomie en naamgeving de vo lgende overzichten aangehouden: Lijst 98 Nederlandse vogelsoorten door A B van den Berg & C A WBosman (1998, Santpoort-Zu id ) (taxonomie en wetenschappe lijke en Nederland se namen van Nederlandse vogels); List of birds of the Western Palearctic door British Birds (1997, Blunham) (Engelse namen van West-Palearctische vogels); de door C S Roselaar samengestelde lijst in Geïllustreerde encyclopedie van de vogels door C M Perrins (1991, Weert), met aanpassingen en aanvu llingen door A J van Loon in Vogels van de wereld complete checklist door M Walters (1997, Baarn) (Nederlandse namen van overige voge ls van de wereld); en 8irds of the world door C G Sib ley (1996, Version 2.0, Cincinnati) (taxonomie en wetenschappe lij ke en Engelse namen van overige voge ls va n de were ld). Afwijkingen van en aanvu llingen op bovenstaande overz ich ten zijn gebaseerd op besli ssingen van de CS NA (cf Dutch Birding 19: 21-28, 1997; 20: 22-32,1998).
COMMISSIE DWAALGASTEN NEDERLANDSE AVIFAU A
Een lijst met tarieven voor de vergoeding van auteurs, fotografen en tekenaars is verkrijgbaar bij de redactie.
CO A Postbus 45 2080 AA Santpoort-Zuid ederland e-mail cdna@dutchbirding.n l
BESTUUR Theo Admiraa l (penningmeester), G ij sbert van der Bent (voorzitter, tel 071· 4024547), Leon Edelaar, Rob O li vier en Marc Plomp (sec retaris, tel 0348-433730); tevens is de redactie van Dutch Birding met een zetel vertegenwoordigd.
COMMISSIE SYSTEMATIEK NEDERLANDSE AVIFAUNA
BESTUURSMEDEWERKERS Jeannette Admiraa l, Gerald Driessens, Ron van den Enden, Hans Gebuis, Leo Heemskerk, Remco Hofland, Paul Knolie, Sander Lagerve ld , Ger Meesters, Arnold Meijer, And ré van der Plas en Kees Tiemstra.
CS A, p/a George Sangster Nieuwe Rijn 27 2312 JO Leiden ederland e-mail csna@dutchbirding.nl
TELEFOONLIJNEN
Nederland: 0900-20321 28 (vogellijn, 75 cpm) 010-4281212 (inspreeklijn) België: 03-4880194 (vogel- en inspreeklijn)
Dutch 8irding Association
DUTCH BIRDING TRAVEl REPORT SERVICE (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 737, 9700 AS Groningen, Nederl and, tel 050-5274993, fax 050-5272668, e-mail DBTRS@Natuu rschool.com, internet http://www.Natuurschool.com/DBTRS.
Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CD NA) LEDEN Max Berlijn , Ruud van Beusekom, Bert de Bruin, Karel Mauer, Jan van der Laan (voorzitter, tel 072-5203091), Kees Roselaar, Jelle Scharringa (secretaris, tel 030-2523801) en W im Wiegant (a rchivaris). De CDNA is een comm issie van de Dutch Birding Assoc iation en de Nederlandse Ornitho logische Unie.
Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna (CSNA) LEDEN Arnoud van den Berg, Cornel is Hazevoet, Kees Roselaar, George Sangster (secretaris, tel / fax 071-5143790) en Ronaid Sluys. De CSNA is een commissie van de Dutch Birding Assoc iation en de Nederlandse Ornithologische Un ie.
© 1998 Stichting Dutch Birding Assoc iation. Het copyri ght van de foto 's en tekeningen blijft bij de fotografen en tekenaars. ISSN 0167-2878.
INTER ET
http://www.dutchbirding.nl
Drukkerij Rob Sto lk bv, Mauritskade 55, 1092 AD Amsterdam, Neder land
DÉ. SPECIAALZAAK OP HET GEBIED VAN KIJKERS - CAMERA'S - TELESCOPEN - STATIEVEN OPNAMfAPPARATUUR - VIDEO
VOOR DB-LE.DE.N DE. LAAGSTE. PRIJZE.N OJ
Q
c: ~ ::r
Kijkers
Objectieven
Telescopen
Bijv: Leica IOx42 BA
Bijv: Sigma 170-500 APO voor Canon, Nikon of Minolta
Bijv: Swarovski AT-BO+20-60
~
r-
•
o
3
0"
•
OJ
tiJ
c:
Normaal
f
2589,-
DB-prijs fl'99,-
Normaal f 199 9,DB-prijs f 1649,-
Statief-riem
Geluidsapparatuur
INRUIL
Sony WM-D3 opname-walkman
GEVRAAGD !!
Normaal f 2745,DB-prijs f 2299,-
CIS CIS ~
.,
• OJ
c: CIS ::r :;,
Bijv: Manfrotto
~
-
OJ
D3
so~
~ ~----------~
• n Q
~
•
Zeer uitgebreid, super degelijk!
• "§ o
eE
No rmaal f 89 9,DB-prijs f 799,-
\.
.'
Kijkers Telescopen Camera's Objektieven
Alle apparatuur geleverd met Nederlandse garantie Verzending mogelijk door heel Nederland Met 20 jaar veldervaring geheid een goed advies Inruil van camera's, kijkers e.d_ mogelijk
•
o
BEL VOOR DE LAATSTE PRIJS!
•
~o
Prijzen incl, BTW, excl, verzendkosten_ Prijswijzigingen voorbehouden,
~ ..
:;,
o
:;,
•
" ·
•
;:;N
~
~
~
• Leica • Manfrotto • Minolta • Nikon • Novoflex • Olympus • Optolyth •
Voor het maken van natuurfoto's is op de eerste plaats geduld nodig, erg veel geduld. Het kan vaak uren, dagen, weken duren voor u de perfecte foto kunt maken. Dan is het goed te weten dat u op het moment suprème kunt vertrouwen op een perfect objectief, waarmee u uw onderwerp zo haarscherp dichtbij kunt ha len dat u het bijna kunt aanraken.
Met de
TAmROn
200 - 400 f/5.6 LD [lF]
bent u verzekerd van topkwaliteit.! (leverbaar voor Canon, Mina/ta en Nikon AF-camera's)
RANSCONTINENTA Postbus 79 2150 AB Nieuw Vennep Tel. (0252) 687555, Fax (0252) 676149
Identification of Greenland and leeland Redpolls J M Reid & Roger Riddington
T
hi s paper presents some observati ons on th e field identifi catio n of two I ittl e-know n subspecies of Common Redpoll Carduelis f/ammea: Greenland C f rostrata and Ice land Redpolls C f is/andica. The most widely accepted treatment of th e redpo ll complex recognizes two spec ies, eac h comprising two or mo re subspec ies (eg, Williamso n 1961 , Knox 1988). These are: Arctic Redpoll C hornemanni, co mposed of th e subspecies C h hornemanni and C h exi/ipes; and Common Red poll C f/ammea, composed of th e subspecies Cf f/ammea (Mealy Redpoll), Cf rostrata (G reenl and Redpoll ), Cf is/andica (Iceland Redpoll) and Cf caba ret (Lesser Redpoll ). Th e Dutch committee for av ian systematics (CS NA) co nsiders Lesser Redpoll a species in its own ri ght, C cabaret (Sa ngster et al 1998), a treatment followed here. Greenland and lee land Redpolls are rarely encountered by European birders. Our ex perien ce on Fair Isl e, Shetland, Scotland, together w ith correspondence with other observers, suggests a general unw illingness to ident ify these ta xa in the field, despite some rece nt I iterature which addresses the subject (eg, Beadle & Henshaw 1997, Riddington & Votier 1997). Thi s may be partl y due to the fa ct th at th ey are 'onl y subspec ies', that th ey are sca rce visitors to western Europe, or it may simply reflect a lack of information on field identifi cation. This paper seeks to address the latter issu e, rather than contribute to th e taxonomic debate. A n invas ion of Greenland and Iceland Redpo ll s to northern Britain in the autumn of 1997 provided us with a va lu abl e opportunity for field observati o ns w hil e th e chance to exam ine man y of th e same indiv idu als in th e hand was an added bonus. Put simpl y, Greenland Redpo lls are sim il ar to Mealy Redpolls but are larger and darker. Ice land Redpolls are also large but show w ide plumage variation, from dark birds w ith a streaked rump (indistin guish ab le from Greenland Redpolls) to pale birds w ith an un streaked w hiti sh rump (Knox 1988, Herremans 1990). Salomonsen (1951 ) suggested that Ice land Redpoll s represent a 'hybrid swa rm ' between Greenland and Arctic
[Ou/eh Birding 20: 2 67-277. 799B[
Redpolls (of the subspec ies C h hornemannl). Herreman s (1990) propo sed that the dark and pale Ice land Redpolls represent different taxa and that the dark population ('C f is/andica') should be rega rd ed as co nsubspec ifi c with Greenland Redpoll and th e pale population as conspec ifi c with Arctic Redpoll (e ither representing a separate subspec ies or belon gin g to either C h exilipes or C h hornemannt) . We found it very diffi cult to ass ign some individu als to o ne taxon, or co lo ur mo rph , w ith certainty and so we refer mainl y to the two subspec ies together as 'north-western Redpolls Cf rostrata/is/andica' (or simply 'NW Redpolls') . Since NW Redpolls are most similar to Mealy Redpo lls, th e text makes more detailed comparisons between these two but w ith refe rences to Lesse r Redpo ll where appropri ate.
Status and distribution Ice land Redpolls breed in Ice land and are eith er sedentary or mi grate short di sta nces, occasionalIy wandering to Scotland in w inter (Williamson 1956, Clement et al 1993). Greenland Redpolls breed on Baffin Island and in south ern Greenland and may breed irregul ar ly in Labrado r (Todd 1963) and Scotland (M urton & Po rter 196 1). Thi s taxon is mo re strongly mi gratory, moving southwest to w inter in eastern Canada and north-eastern USA (west to lowa and Illino is and south to New Jersey) or south-east to w inter in Iceland and Scotland and, possibly, Ireland (Willi amson 1956, Clement et al 1993). Obse rvations on Fair IsIe suggest that NW Redpolls are esse ntiall y irruptive visito rs to north ern Scotland. Since the estab lishment of Fair Isl e Bird O bservato ry (FIB O) in 1948, small numbers have been recorded there in most autumn s. However, in 1955, 1959, 1976 and 1997, th ere were sizeab le in vas ions in autumn, w ith peak daily counts of 20-60 indi vidu als (cf Dymo nd 199 1). NW Redpolls were recorded daily on Fair Isle between 9 and 23 September 1997, reac hin g a peak of 20 o n 19 September. This fo llowed a period of strong westerly or north-weste rl y winds across northern Br itain . Most had moved on by 261
Identification of Creenland and leeland Redpolls
220 NW Redpoll / NW-Barmsijs Carduelis flammea rostrata/islandica, Fair Isle, Shetland, Scotland, September 1997 (Tim Loseby). This individual shows to perfection triple strip ing on flanks. Otherwise, fairly typical indiv idua l although wi th rather restricted buff wash to throat and face 221 NW Redpoll / NW-Barmsijs Carduelis flammea rostrata/islandica, Fair Isle, Shetland, Scotland, September 1997 (Tim Loseby) . As plate 220 but this indiv idual with stronger and more extensive buff on throat 222 NW Redpoll / NW-Barmsijs Carduelis flammea rostrata/islandica, Fair Isle, Shetland, Scotland, September 1996 (Roger Riddington). One of most obv ious of NW Redpol ls. Huge, w ith deep brown mantie, dark rich buff on head and strong ly marked flanks
262
Identifica tion of Creenland and Iceland Redpolls
--------223 NW Redpo ll / NW- Barm sij s Ca rduelis flammea rostrata/islandica and Co mmo n Chaffin ch / Vink Fringilla coelebs in profil e, Do nega l, Ireland, September 199 7 (A nthony M cCeehan) . Both b ird s at sa me d istance fro m came ra! Shows strikin g size and bulk of many NW Redpo ll s
th e end of September but in late O cto ber th ere w as a sm all er second ary arrival. Si ghtings w ere again daily between 19 and 28 O ctober, w ith a pea k of at least four on 21 O ctober. During September, almost all redpo ll s present on Fair Isl e w ere NW Redpolls. There w ere no si ghtings of Mealy Redpolls durin g th e month but up to two Lesser Redpolls w ere seen. The situ ation was more compl ex in October wh en M ea ly, Lesser and NW Redpolls w ere all present on some days . At this tim e, a few redpolls w ere not identifi ed to taxon. A concerted effort w as made to trap as many redpolls as possibl e. A total of 24 were ca ptured, mostly in th e FIBO H eli gol and Traps, and all but on e w ere examined by one of us. Of th ese 23, 20 were id entified with confid ence: 17 (8 5%) as NW Redpoll, two as Lesser Redpo ll and one as
M ea ly Redpo ll. M any of th e rin ged bird s remained on th e island , all owin g us th e lu xury of prolo nged fi eld observati ons afte r exa min atio n in th e hand, and nine of th e 23 examined were retrapped a day or more after first capture. Identification It is important to remember th at differences in light condition s, and posture or attitud e of th e bird, affect th e appearance of redpoll s. H arsh autumn and w inter sunshine affects co lours, in particul ar brown s and general 'w armth ' . The extent to w hi ch fl ank-feath ers are fluffed o ut in low temperatures, or w hen a redpo ll is relaxed, can affect both apparen t size and sh ape as we il as th e appea rance of fl ank-strea kin g itself. Wh en alert, th e fl ank plumage is compressed, givin g a mu ch sleeker appea rance.
TAB LE 1 Comparati ve meas urements (mea n±SE, n & range) of mi gra nt NW Redpoll / NW -Barm sij s Carduelis flam-
mea rostrata/islandica, M ea ly Red po ll / G rote Barm sij s C f flammea and Lesse r Redpo ll / Kleine Barm sij s C caba ret o n Fair Isle, Shetl and, Scotl and . NW Redpo ll s we re meas ured in 1997, Mea ly Redpo ll s in 1984-86 and 1990-92, and Lesse r Redpo ll s in 198 1-97 . Weight at f irst capture meas ured to nearest 0 .1 g. Win g (max imum chord), tail meas ured to nea rest 0.5 mmo Bill length (to feath erin g) and bill depth (at base of lo ngest feath er) measured to nea rest 0.1 mmo M easurements as described by Svensso n (1992) Win g W eight Bill length Bill depth Tail
NW Redpo ll 81.3±0.5 (17) 78.5 -85 .5 17.7±0.7 (17) 13.8-23.9 9.9±0.2 (17) 8.8- 11.0 6.5±0. 1 (17) 6.0-6.9 62 04±0.6 (17) 58 .0-66 .0
M ea ly Redpo ll 74 .8±004 (4 5) 70.0-8 1.0 13.5 ±0 .3 (4 3) 9 04-1 8. 1 8.5 ±0 .1 (23) 7.0-1 0.0 6.3 ±0. 1 (17) 5.8-7.0 56.6±004 (17) 54 .0-60 .0
Lesser Redpo ll 70 04±0 .7 (10) 67.0-73 .0 11 .6±0 .6 (10) 9.3 -1 4 .8 8.3±0.3 (5) 7.5-8 .9 5.8±0.2 (4) 5.2 -6.2 53 .9±0 .7 (4) 52.5 -55.0
263
Identification of Creen land and Iceland Redpolls
224 NW Redpo ll / NW-Barmsij s Carduelis f1ammea rostrata/islandica, Fa ir Isle, Shetland, Scotland, September 1997 (Roger Riddington). This indi vidual shows typ ica ll y plain face and dark taw ny-brown upperparts lackin g grey. Note also bill structu re: culmen qu ite stra ight di stally and tip of bi ll look in g rath er fine. This individual does not look heavy-b ill ed because deep base of bill is difficu lt to see. Upper rUinp quite pa le and greater-covert w ing-bar strikin gly w hite
Moult, age and sex Redpolls have on ly o ne moult per year. Ad ults undergo a comp lete post-breeding moult w hereas young b ird s have a partial moult (not in c/ud ing remi ges and rectrices) in their first autum n. Ad ults in autumn, therefore, show fresh remiges and rectric es, w ith slight ly rounded or smoothl y pointed tips, wh il e first-winter bi rd s show sli ghtly worn remiges and rectrices, with sharp ly pointed t ips (Svensson 1992). 14 of the 17 NW Redpolls trapped on Fair Isle in 1997 were aged as f irstw inter bird s on the bas is of ta il shape whi le the other three we re indetermin ate. In add ition, we fou nd that at least nine (a nd possib ly 12) of the 14 first-winter birds showed two generations of greater wi ng-coverts. A lth ough thi s is are li ab ie cr iterion fo r age ing many European passerines, it is not mentioned by Svensson (1992) whose data are based main ly on M ea ly Redpolls. O n the ve ry few first-yea r Mea ly and Lesser Redpolls we hand led in 1997, we found on ly one generation of greater w ing-coverts. Sexing of adu lt birds is poss ibl e, w ith males show in g a p in kish -red breast and some pink on the flanks, rump and 264
sides of head. Females show no pink on the breast, fl anks and rump (Svensson 1992). However, redpo ll s are often qui te difficult to age and sex in the hand , particularly iso lated birds, and we ca ution th at on ly the extremes are possible to age and sex in the field.
Size and structure NW Redpolls are consp icuously large and chunky, and appear long-w in ged and lon g-tai led . Table 1 quantifies the key structura l differences betwee n th e different redpoll taxa, presenting measurements obta ined for NW Redpolls trapped on Fair Isle in 1997, w ith compa rative measurements fo r Mea ly and Lesser Redpolls. Thi s shows that NW Redpolls are c 10% longer-w inged and longertailed tha n Mea ly Redpolls and c 30% heavier, on average. Overa ll size and bulk is typically th e most str ikin g feature about a NW Redpoll w hen first encountered. A lthough size and stru ctu re are notoriously d iffi cu lt to j udge on lo ne individu als, th is wi ll be the strongest pointer to NW Redpo ll in many cases. This is eas ier to ju dge w hen other birds (redpolls or other fi nches) are present for
Identifica tion of Greenland and leeland Redpo lls comparison . Fo r exa mpl e, many are simil ar t~ , or even larger th an, Tw ite C flavirostris. Furthermore, upon initi al encounter w ith th e first NW Redpoll of th e 199 7 invasion, its size, combin ed w ith the deep buff throat and upper breast and th e prominent doubl e w in g-bar, momentaril y reca ll ed a Common Rosefin ch Ca rpodacus erythrinus. Th at this wa s not compl etely fanc iful was borne out by th e fact that th e largest NW Redpo ll trapped during September 1997 wa s heav ier and longer-w inged th an th e small est Common Rosefin ch hand led during th e sa me period . The extent to which NW Redpoll dwarfs Lesse r Redpoll was also brought home to us by direct compari sons. In the hand , a NW Redpoll w eighed, on ave rage, more th an one and a half tim es as mu ch as a typi ca l Lesser Redpoll ! More subt ie jizz features maya lso assist identifi cation. NW Redpolls look hefty and squareheaded, with a thi ck-set appea rance reinforced by a heavy broad-based bill whi ch is, on aver-
age, sli ghtl y lo nger and deeper th an in M ea ly o r Lesser Redpo ll. A co nvex upper mandibl e is often quoted as characteristi c of NW Redpo ll s, as opposed to M ea ly Redpo ll s w hi ch have bill s th at are more slender, w ith a straight culmen (Knox 1988, Svensson 199 2). W e fo und th e bill shape of NW Redpolls on Fair Isl e to be quite variabi e. Whil e of ten slightl y co nvex nea r th e base, th e culmen wa s typi ca ll y straighter towa rd s th e tip 50 th at th e di stal third of th e bill was fin e and quite sharpl y po inted . As suc h, bill structure also vari ed acco rdin g to posture, appea rin g fin e and M ea ly Redpo ll-like wh en birds w ere relaxed, w ith head-feath ers fluffed out 50 th at onl y th e distal portion of th e bill wa s eas il y visibl e. In summary, a markedl y co nvex culmen on a largebill ed redpo ll is a strong po inter to NW Redpo ll. Howeve r, we feel th at differences in bill sh ape are diffi cult to judge, unl ess viewing co nditi o ns are excepti onall y good and oth er red pol Is are avail abl e for co mparison.
225 NW Redpoll / NW-B arm sij s Ca rduelis flammea ros tra ta/islandica, Fair Isle, Sh etl and, Scotland, September 199 7 (Roger Riddington). Pal e base co lour of rump co ntrasts w ith dark manti e and sca pul ars, heav il y strea ked across its entire length . Oark tawny-brown upperparts, poo rl y defin ed 'tyre mark ' 226 NW Redpoll / NW-B arm sij s Carduelis flammea ros trata/islandica, Fair Isle, Shetland, Scotl and , September 199 7 (Roger Riddington). A nother cl ass ic indi vidu al. Bi g and heavy, w ith deep-based bill and extensive bl ac k an bib and lores . Pl ain -faced, b raw n upperparts nat es pec iall y dark although w ith ri ch bu ff fringin g. Class ic ri ch cinn aman-buff was h ta throat and lower ear-coverts, stretchin g to upper fl anks and breast. Nate stron g bu ff was h ta pale ti ps to inner greater w in g-coverts
r-.-......~-------:-------,
26 5
Identifica tion of Creenland and Iceland Redpo l/s Plumage The following features compri se w hat we consider to be th e most useful plumage characters of NW Redpolls. It is impo rta nt to stress that most of the differences are relative, rather than absolute, and there ex ists a certa in amount of over lap in most of them. Just as with th e more subti e exampl es of A rctic Redpoll, identificatio n needs to be based on a combin ation of characters. We also adm it that our observation s of plumage c haracteri stics are relevant on ly to autumn migrants and predom inantly first-wi nter birds. As stressed by Lansdown et al (1991), th e effects of wea r substanti all y alter the appea rance of redpolls. Paler (weaker) feather fringes and edges wear away more qui ckly th an dark feather areas 50 th at, on average, all redpo ll s appea r darker and more heav ily streaked in sprin g. This fact makes direct compariso n between two (or more) taxa all the more desirabie. Many NW Redpo lls show a br ight, ri ch cinn amon-buff wash across the ear-coverts and throat, sometim es extend in g to the upper breast and
fl anks. The co lour approaches that of a freshplumaged Tw ite and is co nsiderab ly deeper and more eye-catc hing than in a typi ca l Mealy Redpoll (if Mealy Redpol ls show buff on the face and throat, it tends to be pa ler in tone and more sa nd y or chamo is). Typically, the ri ch buff ends abruptl yo n th e upper breast where it contrasts with the co ld w hite of the centra I underparts. This is superfi c iall y simil ar to Lesser Redpo ll although th e buff areas of th e latter are usually even deeper, darker and more exte nsive th an in NW Redpol l, and less likely to end abruptlyon the breast, making th e demarcation between buff and w hite less clear. On ave rage, th e darker and more buff ea r-coverts and superci li um mea n th at NW Redpolls are more uniform abo ut the heĂŠid and less likely to show the striking pale superci lium of a typ ica ll y 'frosted' Mealy Redpoll. Many NW Redpol ls show extensive bl ac k around the bil l, extending across th e base of th e upper mandibl e, cove rin g the lores compl ete ly, and w ith a large, square and so li d ' bib'. Thi s seems to accentu ate the deep-based bi ll.
227 NW Redpo ll / NW-Barmsijs Carduelis flammea rostrata/is landica, Fair Isle, Shetland, Scotland, September 1997 (Roger Riddington). O ne of at least two strik ingly pa ler NW Redpolls of September 1997 invasion. Curved cu lmen shown to perfection. Very little buff around face and throat; latter areas quite pale, vergin g towards chamois . Striking wh iti sh superci li um. Upperparts w ith quite strikin g pa le centra l mantie and nape although sides of mantie strongly buff-washed 228 Lesser Redpol l / Kleine Barmsij s Carduelis cabaret, Fair Isle, Shetland, Scotland, September 1997 (Roger Riddington)
266
Identification of Creenland and leeland Redpol/s
229 NW Redpoll / NW-Barmsijs Carduelis flammea rostrata/islandica (Ieft) and Lesser Redpoll / Kleine Barmsijs C cabaret, Fair Isle, Shetland, Scotland, October 1997 (Roger Riddington) 230 NW Redpoll / NW-Barmsijs Carduelis flammea rostrata/is landica, Fair Isle, Shetland, Scotland, September 1989 (Tim Loseby)
Howeve r, this feature is too variabie to be an important identification character on its own. NW Redpolls have cold w hitish underparts, with the buff throat extending at most to the mid breast and upper flanks. The flanks are marked with broad, well-marked dark streaks which typica ll y merge to form rough stripes. When the fl ank-feath ers are fluffed out in co ld weather, th e flank-patterning is extreme ly we ll-defined, characteristica ll y forming three thi ck dark lines or stripes. Mealy Redpolls are also heav il y streaked on the flanks but thi s is usually slightl y finer and typically forms broken rather than continu ous lin es. The pattern of the underta il-coverts is similar to that in Mealy Redpoll, w ith a broad, fat, dagger-shaped central streak. Beadle & Henshaw (1997) noted that the undertail-coverts of Greenland Redpolls show bolder and thicker streak ing than Mealy Redpolls but we did not find this to be a consistent difference. NW Redpolls are usu all y noticeab ly dark above compared w ith Mealy Redpoll, the mantie and scap ul ars typically being dark, cold tawnybrown, fringed dark buff and showing a poor contrast aga in st the dark brown centres of the
wing-coverts. Most importantly, th ey lack obvious grey tones. Mealy Redpolls are usu ally marked ly paler, greyer and mo re frosty on th e mantie w hereas Lesser Redpolls are even darker, richer and less tawny-brown. Mealy Redpolls possess a w hitish central panel ('tyre mark') running lo ngitudin ally down the manti e which may approac h th at of Arctic Redpoll in some individuais. In NW Redpolls, thi s is often large ly absent or, at best, a poorly defined, grubby brownishw hite alth ough some may show bri ghter cleaner lin es, more reminiscent of Mealy Redpoll. NW Redpolls show heavy, dark brow n rump-streaking over a variab ie base co lour. O n some, the ground co lo ur is scarce ly paler than the streak in g and , conseq uently, the rump appears uniforml y dark in fli ght. On others, the ground co lour is mu ch paler, appea rin g d istin ctl y w hitish in flight and approac hing th at of Mealy Redpoll. Mealy Redpolls often show reduced streak ing in th e centre of the rump, add ing to the overall pale appearance, particularly il1 flight, somethin g not usua lly shown by NW Redpolls. In genera l, NW Redpolls are duller-rumped than Mealy Redpolls although, once aga in, we would stress th at th e
267
Identification of Greenland and leeland Redpolls
231 Grote Barms ij s / Mea ly Redpoll Carduelis flammea flammea, Pampushaven, A lmere, Flevoland, Netherl ands, 23 January 1989 (A rnoud B van den Berg) 232 Grote Barmsijs / Mea ly Redpo ll Carduelis flammea flammea, Tomkins County, New Vork, USA, 14 March 1998 (Arno ud B van den Berg)
268
Identifica tion of Greenland and leeland Redpo lls .. _......_....._.._......l~ .:~.~ ......
..........l~ .:~.!..(~•.
.............. Ig;.~.~.....,....
9 ,0 8,0 7,0
f
. ,0 5 ,0 4,0 3 ,0
-'-
~
2,0
' ,0
.......... .1 ~.:9.~ .~~~.~~.~~..._.
........l~.:9.~.(~•
FIGURE 1 Fli ght ca l! s of NW Redpol! / NW-Barm sij s Cardue /is flammea ros trata/islandica, North Ro naldsay, O rkney, Scotland, 20 Septem ber 1997 (Magnus Robb) FIGURE 2 Ca l! of NW Redpo l! / NW-Ba rm sijs Carduelis flammea rostra ta/islandica, North Ronaldsay, O rkn ey, Scotland, 20 September 1997 (Magn us Robb)
9,0 8,0 7,0
.,0 5 ,0 4 ,0 3,0
2,0
-'
'.0
appea rance of th e rump depend s o n posture: relaxed indi v idu als w ith fluffed-out plumage look paler-rumped . A lso, since NW Redpo l ls are darker above, th e rump may loo k pa ler due to th e hi gher degree of contrast w ith the upperpa rts , NW Redpo lls show w ing-bars broadl y simil ar to those of Mea ly Redpo ll s but, on average, th ey tend to be mo re bu ff-washed ,
Ca 115 NW Redpo lls have part ic ularl y loud, deep ca l ls w hi ch are harsh and nasa l and ca n, w ith practice, be d istin gu ished fro m the hi gher-pitched, more 't inn y' ca lls of both M ea ly and, espec ial ly, Lesser Redpo ll s, Th e indiv idual ca ll-notes in a sequence are often more slowly de l ivered by NW Redpo l ls too, makin g the ca l Is see m more deliberate and prec ise,
Pale b irds A5 noted ea rl ier, Ice land Red pol ls occur in both pale and dark morph s, w ith interm edi ates between th e two (Kn ox 1988, Herremans 1990), Th e majo ri ty of birds in the Fair Isle 1997 in va sion co rresponded either to G reenland Red po l l or to dark or interm edi ate Ice land Redpo ll. G iven
th e apparent difference in mi grato ry tendenc ies between th ese two taxa, it is not surp rising th at most NW Redpo lls seen in Europe are dark birds: it is pro bab le th at most are G reenland Redpo ll s, Nevertheless, strikin gly pale bird s do occ ur occasio nall y and th ese cause th e greatest ident ifi catio n prob lems, At one end of th e spectrum, th e pa lest Ice land Redpo lls are sa id to be in separable from A rcti c Redpo ll of th e subspec ies C h exi/ipes (Kn ox 1988, Lansdow n et al 199 1), O th ers may be mo re simil ar to typica l M ea ly Redpo ll s and, here aga in , th e potenti al for co nfu sio n is great. To sepa rate these from M ea ly Redpo ll req uires espec ially ca reful assessment of size and stru cture, and acc urate and prec ise notes o n all releva nt plumage characters, Fo r exa mpl e, o ne lone bird durin g th e Fair Isle 1997 invas ion was first assumed to be a large Mea ly Red po ll , on th e bas is of its overall pa leness, grey-brown upperparts, v irtu al absence of bu ff on th e throat, stri kin gly pale rump and we ll-marked w hitish superc il ium, Wh en seen later alongs ide oth er NW Red po ll s, it was appa rent th at it had th e stru ctural characteri sti cs of a NW Redpo ll. Wh en trapped, it we ighed more th an 2 1 g, w ith a w in g length of 84,5 mm : clearly a NW Red po ll. In the hand , it was appa rent that even thi s str ikingly pale bird possessed d istin ctl y brown-tin ged upperparts and a fa int bu ff was h to the face and throat w hi ch was also v isible later in th e fi eld at close range, O th er bird s th at may have been pale NW Red po lls have bee n observed o n Fa ir IsIe recent ly (cf Rid d ington & Voti er 1997), We assume th at these birds are pale Ice land Redpo lls,
269
Identifica tion of Greenland and Iceland Redpol/s
Samenvatting
'NW-Ba rms ijs C f ros trata/islandica'. Groenl andse Barms ij s is echter opva llender geproportioneerd dan Ijslandse Barm sij s. Gez ien het trekged rag va n Groenlan dse Barm sij s (vergeleken met Ijslandse Barm sij s) zuilen vee l NW- Barmsij ze n in West-Europa Groenl andse betreffen. NW-Barmsij ze n kun nen met de nodige voo rzichtigheid, en gebrui kmakend va n meerdere kenmerken, in het ve ld gedetermineerd w orden. Vee l NWBarm sij ze n zij n opva llend groot en zwaa r, met lange vleugels en staart, en d it is vaa k een eerste aa nw ij zing voor NW-Barmsijs. Grootte slui t vaa k Kl eine Barm sijs al direct ui t. Er zijn ook ve rschillen in ve renkleed met Grote Barm sijs en Kl eine Barm sij s maar benad ru kt moet wo rden dat de hier gepresenteerde ve rschill en met name slaan op eerste-w inte rvoge ls in het naj aa r. In vergelijking met Grote Barm sijs ve rtonen NW-Ba rm sij ze n in het algemeen een uniforme 'wa rm ere' kopkl eur, meer donkerbruin e bovendelen zo nder grij ze tin t, boven delen die co ntrasteren met de 'koud' -witac htige onderd elen, zware, duidelijke fl ankstrepen (vaak drie) en een ongewoon diepe roep. Aa nvull ende maar moeilijker te beoordelen ke nmerken va n NW-B arm sij s zijn een zwaa rdere snavel, een convexe basis va n de bovensnavel (in tegenstelling tot het geheel rechte cu 1men va n Grote Barm sij s) en een gemiddeld donkerd ere stui t met zwaa rdere streping. Ijslandse Barm sij s komt voor in zowe l een donkere als een lichte kl eurvo rm , met intermediairen. Tijdens een in vas ie va n NWBarms ij ze n op Fair Isle, Shetl and, Schotl and, in het naj aar va n 1997 was slechts een enkele voge l va n de li chte kl eurvo rm, overeenkomend met de hypothese dat de meeste NW-B arm sij zen in West-Europa de donkerdere Groenl andse Barm sij s zullen betreffen in pl aats va n de va ri abele Ijslandse Barm sijs. Li chte kl eurvo rm en va n NW -Ba rm sij s zijn het moeilij kst te ond erscheiden, ni et alleen va n Grote Barm sij s maar ook va n Witstuitbarms ijs C hom ema nn i. Va n dergelijke lichte voge ls moeten niet all een grootte en gewicht wo rden gemeten maar ook gedetailleerde besc hrij vingen va n het verenkl eed gemaakt om tot een ve rantwoorde determinatie te kunn en komen. Waa rn emers wo rd en aangespoord om niet alleen te letten op Wi tstuitbarm sij zen maar ook bedacht te zijn op het voo rko men va n NW- Barm sijzen. Verm oedelijk verschijnt NW-Barms ij s regelmati ger in West- Europa dan het huidige aa ntal geva llen suggereert.
H ERKENN ING VAN GROENLANDSE EN IJ SLANDSE BARMS IJS In dit artikel wo rd en criteri a gepresenteerd om twee we inig bekende ondersoorten va n Grote Barm sijs Carduelis flammea, namelijk Groenl andse Cf rostrata en Ijslandse Barm sijs C f islandica, te onderscheiden va n de nominaatvorm va n Grote Barm sij s Cf flammea alsmede van Kleine Barmsij s C cabaret. Groen landse Barm si js broedt op Baffi n Island en Zuid-Groenl and en overw in tert in Oost-Canada en het noord oosten va n de VS (zuidelijk tot New Jersey) alsmede op Ijsland, in Schotland en mogel ijk in Ierl and . Ij slandse Barm sijs broedt op Ij sland en vertoont minder trekged rag dan Groenl andse Barmsij s. O mdat het onderscheid tussen Groenl andse en Ijslandse Barm sij s niet eenvoud ig bl eek, zijn deze twee ondersoorten in het artike l samengenomen tot
References Beadle, D & Henshaw, B 1997 . Identification of 'G reen land' Commo n Red poll Ca rduelis flammea rostrata . Birders J 6: 44-47 . Clement, P, Harri s, A & Dav is, J 1993. Fin ehes & sparrows: an identi ficati o n guide. Londo n. Dymond, J N 199 1. Th e bird s of Fair Isle. Edinburgh. Herremans, M 1990 . Taxonomy and evolu tion in red poll s Ca rdueJis flammea-hornema nni; a multi va ri ate stud y of their biometry. Ardea 78: 44 1-458. Kn ox, A G 1988 . The taxonomy of redpoll s. Ardea 76 : 1-26. Lansdown, P, Riddiford, N & Kn ox, A 199 1. Identification of Arct ic Redpoll Ca rduelis hom emanni exilipes.
those w hi c h H errem ans (199 0) w ould co nsider co nspec ific with Arcti c Red po ll. Th ese bird s emphasi ze th e need for a m ea sured and ca uti o us approac h to identifyi ng NW Redpoll s, w it h ca reful co nsiderati o n of a ll poss ibilities .
Conclusion Thi s paper w ill not equip bird ers to id entify w ith ce rta inty eve ry putati ve NW Red po ll th ey enco unter. H oweve r, we ho pe it will he lp inte rested observe rs to ide ntify th e m o st o bv io us exa mples. W e stress aga in th at it is most like ly th at migrants to w estern Europe w ill be Gree nland Redpoll. Th ese are NW Redpo ll s at th e ir m ost strikin g and m any sho uld be ident ifiabl e w ith ca re. A co nspi c uo usl y large and c hunky redpo ll , w ith uni fo rml y wa rm head co lo rati o n, d ark brown uppe rparts lac kin g g rey and co ntrastin g w ith cold w hitish unde rparts, heavy tripl e fl ank lines and pe rh aps an unusuall y d eep ca ll , m ay w e il be a NW Redpoll. Si ze and stru c ture sho uld e limin ate m ost Lesser Red poll s immedi ate ly w hil e ca reful co nside ration of all th e po ints d etail ed above sho uld rul e o ut M ea ly Redpo ll in m any cases . Above all , w e urge observe rs to look hard at redpo ll s, not just to separate Arcti c, M ea ly and Lesser Redpoll s but to seek out NW Redpoll s too. Sure ly, we have muc h to lea rn about th e ir statu s as mig rants in w estern Europe. Acknowledgements W e would like to th ank Al an Bull , Je nn y Bull and M ark N ew e ll fo r he lp in t rappin g bird s in t he fi e ld. W e are also ve ry g rateful to lan Di c ki e, Anthon y M c G ee han, Steve Voti er and th e edito rs of Dutc h Birdin g fo r di sc uss io n of th e subj ect and for co mments o n th e m anu sc ript, and to Tim Loseby and Anthon y M cGee han fo r sup pl y in g ph o tograph s.
270
Identificatio n of Greenland and leeland Redpol/s Br Birds 84: 41-56. Murton, R K & Porter, S C 196 1. G reenl and-type redpolIs nesting in In ve rn ess-shi re. Br Birds 54 : 251-253. Riddington, R & Votier, S C 1997. Redpolls from Green land and lee land. Birding World 10: 147- 149 . Sa lo monsen, F 195 1. The bird s of Greenland 3. Copen hagen. Sa ngster, G, H azevoet, C J, van den Berg, A B & Roselaar, C S 1998. Dutch av ifauna l I ist: species concepts, taxo nomie instability, and taxo nomie
changes in 1998. D utch Birdin g 20: 22 -32. Svensso n, L 1992. Identifi cat ion guide to European passerines. Fourth editio n. Stockholm. Todd , W E C 1963. Birds of the Labrado r Peninsuia and ad jacent areas . Toronto. Wi lli amson, K 1956. The autum n migration of the Green land Redpo ll (Cardue lis flammea rostrata) into Scotl and. Dan O rni to l Foren Tiddskr 50: 125-133. Williamson , K 196 1. The taxonomy of the redpolls. Br Bird s 54 : 238-24 1.
j M Reid, Fair Isle 8ird Observatory, Fair Isle, Shetland ZE2 9jU, Scotland, UK Roger Riddington (corresponding author), Fair Isle 8ird Observatory, Fair Isle, Shetland Z E2 9jU, Scotland, UK; present address: Hil/side Cottage, Aithsetter, Shetland ZE2 9HG, Scotland, UK (shetamenity.trust@zetnet.co.uk)
Dikbekfuten bij Akersloot in april 1997 en Vlaardingen in januari 1998 jan Wattel,
cs (Kees) Roselaar,
Wil/em van Rijswijk jr & Enno 8 Ebe ls
V Podilymbus
an 19 tot 21 april 1997 werd een Dikbekfuut podiceps waargenomen bij Akersloot, Noord-Holland. D eze waa rnemin g betekende het eerste geva l voor Nederland . Het tweede exemp laar vo lgde verrasse nd snel, va n 1 tot 10 j anuari 1998 bij Vl aa rdin gen, ZuidHolland. In dit artikel worden beide geva ll en gedocum enteerd. Akersloot
Op zaterd ag 19 april 1997 om c 14 :00 fietste Jan Wattel , voorma li g hoofd va n de vogelafdeling va n het Zoö logisc h Museum in Amsterdam (ZMA), in de Hempo ld er bij Akersloot. Teru gf ietsend richting hui s reed hij langs de Doddesloot, een brede sloot aa n de noordzijde va n het weggetje va n de werkl oods van het Noordho lland s Landschap naar het poldergemaal, die uitloopt in het Alkmaardermeer. Hier zag hij een Fuut Podiceps cristatus en een, naar z ijn eerste indruk, vreemd grote Dodaars Tachybaptus ruficol/is. Hij bekeek de vreemde voge l met een 10x50 verrek ijker en zag o nmiddellijk dat het een Dikbekfuut was. De voge l werd c 5 min met ideaa l li cht bekeken. JW had deze Amerik aa nse soort nooit eerd er gez ien maar kende hem goed van afbeeldin gen. Om c 20:15 belde JW z ijn voormalige co llega C S (Kees) Roselaar met het nieuws dat hij die IDutch Birding 20: 2 71-275. 19981
middag een Dikbekfuut had gez ien en dat hij bij nader onderzoek thuis bemerkt had dat dit ee n ni euwe soort voor Nederland moest zijn. Pl annen om die avo nd terug te gaa n om een meer uitvoerige beschrijving te maken, kond en geen doorgang vinden. Daarom bes loot CSR, ond anks de in va ll ende sc hemerin g, een voge laar met een auto te bellen en te bewegen met hem te gaan zoeken; eerst belde hij echter Klaas Eigenhuis om het nieuws te verspreiden. Uite indelijk was Bert de Haan de eerste die opnam en bereid was om, sa men met z ijn zoontje Ruben, mee te gaa n. Om 20:50 wa ren z ij ged ri eën ter pJekke en hoewe l de zon al o nder was, was het nog ni et erg donker. De voge l werd direct teru ggevonden en li et zich nog zeer goed bekijken. Van dichtbij (10- 15 m) kon ee n gedeta ill eerde beschrijving gemaa kt worden. Om c 21 :05 werd de Dikbekfuut door ee n Meerkoet Fulica atra het ri et in gej aagd en kwam daar tijdens de va ll ende · duisternis ni et meer uit. Later die avond belde BdH een medewerker va n het Noordhollands Landsc hap om hem in te I ichte n over de te verwac hten toestroom va n voge laa rs op zondag. De vo lge nde ochtend (zo nd ag 20 apr il ) werd voge lend Nederland om 06:30 gewekt door de bevestiging per semafoon dat de Dikbekfuut nog steeds in zijn favoriete sloot dobberde. Gedurende de hele dag I iet hij zich door enkele 100en 27 1
Identification of Creenland and leeland Redpolls
233-234 Dikbekfuut / Pied-billed Grebe Podilymbus podiceps, Akersloot, Noord-H oll and, 21 april 1997 (RenĂŠ Pop)
272
Dikbekfuten bij Akersloot in april 1997 en Vlaardingen in j anuari 1998 vogelaa rs bekijken, vaak va n zeer dichtbij en rege lm atig flinke v issen verorberend . Ook maandag 21 apr il werd hij hier tot in de avo nd waa rgenomen maar daarna ni et meer (cf Wattel & Roselaar 1997).
Beschrijving De beschrijving is gebaseerd op notities va n JW gemaakt na de waa rn em in g, op veld notiti es va n Bd H en (SR, op foto's van Rob Bouwman , Marc Guyt, Jan va n Ho lten, René Pop en René va n Rossum en op v ideo-opnamen (Plomp et al 1998). Ongeveer half zo groot als Fuut. Lichaam iets klei ner dan bij Ku ifeend Aythya fu ligula, voora l wat slanker, niet veel korter. Lichaam met stomp achtereind . Nek tam elij k lang en dik, dikker en korter dan bij Fuut, even lang als maar dikker dan bij Meerkoet, niet zo kort en dun als bij Dodaars. Kop rond, meer als Meerkoet dan als Fuut, in verhoud ing met lichaam groot, met 'zwa re' kaken. Snavel korter dan kop, recht va n voren gez ien opva llend hoog en breed, breder dan bij Fuut of Meerkoet. Snavell engte slechts iets groter dan snavel hoogte aan basi s. Vleugel kort en afgerond. KOP & H A LS Voorhoofd en bovenkop donkergrijsbruin , bijna zwart op kap. Kap niet scherp afstekend tegen rest van kop, behalve op zij kop bij sma lle maar zeer opva llende crèmewitte oogrin g. Kin zwart, geleidelijk in bru in overgaa nd, slecht zichtbaar, beha lve als vogel om hoogkeek. Voorhals met zwakke rossi ge tint, niet opvallend. Lichtere, grijze veerbases op kop en nek (en elders op lichaam) regelmatig zichtbaar, vooral na duiken wanneer natte veertoppen aa n elkaar geplakt. BOVEN- & ONDERDELEN Donkerbruin, bijna zwart op mantel, tamelijk uniform, afgez ien van soms zichtbare li chtere grij ze veerbases als op kop en hals. Onderstaartd ekveren en bu ik wit met zwakke zeemkleurige tint. Onderstaart w it en in zit opval lend contrasterend met bru ine flank . Buik wit en eveneens sterk contrasterend met bruine borst en flank. Bu ik alleen zichtbaar bij klapwieken of klein stukj e vl iegen. VLEUGEL Bovenvleugel donker, geen wit zichtbaar. Bovenz ijde slagpennen donker grij sbruin. Bovenvleuge ldekveren contrasterend bru inzwa rt. Ondervleugel effen donker grijsbruin. NAAKTE DELEN Oog donker, bru in of zwart. Snavel opva ll end getekend, li ch t grij sb lauw met scherp afgetekende zwa rte subtermin ale band . Band op bovensnavel breder dan op ondersnavel. Poot alleen kort bij duiken zichtbaar, donker of zwa rt lijkend. GEDRAG Veelvu ld ig du ikend en vissen vangend. Niet schuw, tot op c 20 m te benaderen. Determinatie De combi natie va n grootte, fuutac hti ge bouw, dikke li chte snave l met opva ll ende zwarte subterm in ale band, duidelijke w itte oogr ing, zwa rte kinvl ek en overwege nd donkerbruin verenkleed GROOTTE & BOUW
met ongetekende donkere bovenvleu ge l sluit all e soorten uit, met uitzonderin g va n D ikbekfu ut. Dodaars va lt af door het kleinere formaat met dunnere hals, de kleinere en donkerdere snave l zo nder dwarsband , het ontbreken va n de w itte oogr ing en de andere koptekening. A ll e andere kleine fuutachtigen hebbe n ee n slankere snave l. A ll een Atitlanfuut P gigas (de en ige andere vertege nwoord iger van het gen us Podilymbus) heeft een vergelijkbare snave lvorm en -tekening. Deze (vrijwel) ni et-v li egende soort is ec hter anderhalf keer zo groot als Dikbekfuut en wo rdt als uitgestorve n beschouwd; het verspreidingsgebied was beperkt tot het Atitlanmeer in Guatemala (Harrison 1986) . De zwarte keel , duidelijke oogrin g en sc herp afgetekende zwarte snave lband duid en op een adu lte voge l in zomerkleed (cf National Geograph ic Society 1983, H arri son 1986, Lew ingto n et al 199 1). Vlaardingen Op donderdag 1 j an uari 1998 gin gen Willem van Rijswijk Jr en Willem van Rijswijk Sr ga nzen kijken in de omgeving va n Vlaardingen. Omdat z ij de ve rkeerd e weg kozen kwamen z ij uit bij de Krabbep las bij de Aalkeetbuitenpolder, ten westen va n Vlaardingen. Tussen enkele Tafe leenden A ferina , een Fuut en een Meerkoet o ntdekte WvR Jr om c 12:00 door z ijn telescoop een fuutachtige voge l. Deze v iel direct op door z ijn dikke snavel en markante puntstaartj e. Een snell e verge lijking met bekende fuutac hti gen en de ervarin g met de Dikbekfuut bij Akersloot in april 1997 leverd en de concl usie op dat het gi ng om een Dikbekfuut, ditmaal echter in wi nterkleed. De voge l werd o nd er gun stige li chtomstand igheden op een afstand van c 50 m waa rgenomen. Hij gedroeg zic h erg schuwen verw ijderde z ich tot op 100 m. Om 12:15 werd de ontdekk ing bij het naastge legen benzinestation telefonisch doorgegeven aa n de Dutch Birding-vogellijn . Om 15 :30 arri veerde n de eerste belangstellenden en c 30 mensen zagen de voge l nog die middag. De vo lgende dagen ve rbl eef de Dikbekfuut meesta l in dezelfde hoek van de plas. A ll een bij slec ht weer op 3 j anuari was het water zo onrustig in z ijn favoriete hoek dat hij die dag midden op de grote plas bleef. Op zaterd ag 10 j anua ri werd hij voor het laatst geme ld . Later werd bekend dat de voge l reeds op 13 december 1997 gez ien zou zijn door een plaatselij ke voge laa r maar niet als ze ldzaa mheid was herkend; voor de periode voorafgaand aan 1 janu ari 1998 ontbreekt betrouwbare documentatie zodat 1 januari formeel als eerste datum wo rdt aangehouden.
273
Dikbekfuten bij Akersloot in april 1997 en Vlaardingen in januari 1998 Beschrijving De beschrijving is gebaseerd op notities va n WvR Jr en WvR Sr, foto's van Arnoud van den Berg en video-opnamen van Leo Boon . GROOTTE & BOUW Groter dan Dodaars ma ar kleiner dan Fuut. Li cha am enkele cm korter dan Meerkoet, waa rm ee direct te vergelijken. In verhoudin g tot l ichaam vrij forse kop en dikke nek. Staart kort en du idel ijk opgewipt. Snavel kort en dik. KOP & HALS Bruin. Kru in donkerder dan rest va n kop. Kin en kee l w it. Sma lle li chte oogring, moeilijk zic htbaar. BOVEN- & ONDERDELEN Overwegend donkerbruin. Hals wa rmbruin met roodachtige tint. Achterhals donkerd er, ongeveer als kru in. Flank li chtbruin. Fl ankveren naar achterli chaam toe 'hoog' op lopend en opva llend e. lichte vlek vo rm end. Onderstaartdekveren en onderstaart wit. NAAKTE DELEN Oog donker. Snave l li cht grij sbruin met in midden va n snave l vage zwarte v lekking op boven en ondersnave l. GEDRAG Bij verstori ng in ri et ve rd w ijnend of diep onde r water verdw ijnend zodat alleen kop en hal s z ichtbaar. Vee lvu ldi g en langd uri g duikend. Geen vangst van prooi waargenomen.
Determinatie G rootte, bouwen snave lvorm en -tekening duiden op Dikbekfuut. De witte kin en keel, vage donkere vlekking op de snavel en onduidelijke oogrin g gave n aa n dat de voge l in w interk leed was. In verge lijkin g met zome rkl eed is in w interkleed de kin w it en de oogr ing minder opva ll end en ontbreekt de zwarte snave lband geheel of gedeeltelij k Het verschil met Dodaa rs is in d it 235 Dikbekfuu t / Pi ed-billed Grebe Podilymbus podiceps, V laardingen, Zu id-H oll an d, 2 januari 1998 (Arno ud B van den Berg)
274
kleed minder eenvoudi g dan in zomerkl eed. Dodaars is ec hter altij d kleiner met een dunnere hals en een donkerdere en minder dikke snave l (cf National Geographi c Soc iety 1983, Harriso n 1986, Lew ington et al 1991 ). Een hybride Dodaars x Dikbekfuut (z ie onder) is in d it kleed moeilijker uit te sluiten. Een dergelijke voge l zou naar verwac htin g ee n slankere snave l en ee n wat klein er postuur moeten hebben. De voge l van Vl aa rdingen vertoonde geen kenmerken die op een derge lij ke herkomst w ijzen. Verspreiding en voorkomen
Dikbekfuut is een algemene broedvogel in grote delen van Noord-, Midden- en Z uid-Amerika. Noordelijke broedvogels (ondersoort P p podiceps) trekken, afhankel ijk van de weerss itu atie, meer of minder ver naar het z uiden. Dwaalgasten zijn vastgeste ld op Hawaii en in WestEuropa. Bovenstaande waarnemingen van Dikbekfuut betroffen de eerste twee geva ll en voor Nederland . Het is mogelijk dat beide waarnem ingen op deze lfde voge l betrekking hadden; gezien de ze ldzaamhe id va n deze soo rt op het Europese vasteland is het versch ijnen van twee vogels kort na elkaar, op een onderlin ge afstand van c 75 km en beide op c 10 km van de kust, opmerkelijk. Omdat er ec hter geen directe aa nw ij zin ge n zi jn dat het om deze lfde voge l gin g, zijn beide waarnem ingen apart aanvaard door de Comm issie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (C DNA; Wim Wiegant in litt). Tot en met 1996 zijn c 33 geva ll en van Dikbekfu ut in Europa (in cl usief de Azoren) bekend . Het merendeel is vastgeste ld in Groot-Br ittannië (20); andere geva llen zijn bekend va n de Azoren (5), Frankrijk (4), Ierl and (3) en Ij sland (1) (Lew ington et al 1991 ; Rogers & Rariti es Comm ittee 1997). In 1997 werden naast het Nederl andse geva l maar li efst minimaal drie (moge lijk zes) versc hill ende voge ls in Groot-B rittann ië vastgesteld, twee in Ierland en éé n in Frankrijk (vanaf december 1996) (B irding World 10: 468, 11: 21, 1998). In 1994 vond in Cornwa ll , Engel and, een geslaagd gemengd broedgeval plaats met Dodaars; het broedgeva l leverd e dri e hybride jongen op waarvan tenminste één in leven bleef en tot 28 maart 1995 werd gez ien nab ij de broedplaats (Rogers & Rariti es Committee 1997; Birding World 7: 479, 1995, 8: 125, 1995 (foto), Br Birds 88: 507, 1995 (foto), 89: 485, 1996). De jongen vertoon den kenmerken van be ide ouders en zouden in vo lwassen kleed, met name in de winter, voo r determinatieproblemen kunnen zo rgen.
Dikbekfuten bij Akersloot in april 1997 en Vlaardingen in j anuari 1998
Summary PIED-BILLED GREBES AT AKERSLOOT IN APRI L 1997 AND AT VLAARDINGEN IN JANUARY 1998 On 19-21 Ap ril 1997, an ad ult Pied -bill ed Grebe Podilymbus podiceps in summer plum age stayed at A lkmaarder Meer near Akers loot, Noord-Holl and, the Netherl ands . Th e bird was eas il y id entified by its size (Iarger th an Littl e G rebe Tachybaptus ruficollis), large pa le bill w ith black subtermin al band, co nspicuous w hite-eye rin g, b lack chin and throat and predom in antl y dark brown plumage. On 1-10 Janu ary 1998, a w inter-plum age Pied-bill ed Grebe stayed at Krabbep las, V laa rdin gen, Zu idHolland, the Netherlands. Thi s locati on is c 75 km south of Akers loot; both locations are c 10 km inland from the North sea coast. Thi s bird was identified by its size (o nly slightl y sma ll er th an Common Coot Fulica atra) , large pale b ill with dark subterminal smud ges, brown plumage with darker cap and hindn eck and ru fo us tinge on nec k, pale be ll y and und erta il and di stincti vely cocked ta i!. Th e pale eye-ring was hard ly not icea bl e. Th ese reco rds we re the f irst and seco nd for th e Netherlands. It is possible that both records referred to the same indi vid ual, but there is no d irect ev idence for thi s and they ha ve been accepted as sepa rate record s by th e Dutch rariti es co mmittee (CDNA) . Up to and includin g 1996, there were 33 reco rd s in weste rn
Europe, in the Azo res (5), Britain (20), France (4), Ice land (1) and Ireland (3). In 1997, apart from the Dutch bird, at least three (poss ib ly up to six) different birds we re reported in Britain, two in Ireland and one in Fran ce (from Decem ber 1996). In 1994, a mi xed pair of Pi ed-bill ed Grebe and Li ttle G rebe bred in Co rn wa ll , England, produ c in g three hybrid yo un g, at least one of whic h su rvived and was seen at the breedin g site until 28 March 1995 . Such hybrids m ay ca use id entifica tion prob lems, es pec iall y in w in ter p lum age.
Verwijzingen
.
Harrison, P 1986. Seabi rds : an identification guide. Londen. Nationa l Geographi c Society 1983 . Field guid e to the bird s of North Ameri ca. Wash in gton. Lew ington, I, A iström , P & Co lston, P 199 1. A fi eld guid e to the rare b irds of Britain and Europe. Londen. Pl omp, M, Groenendijk, C, Boon, L J R, ter Ellen , R, Janse, W, Rijksen , B & Opperman, E 1998. Dutch Birdin g v id eo-j aaroverzicht 1997. Woerden. Rogers, M J & Rar iti es Committee 1996, 1997. Report on rare birds in Great Britain in 1995, 1996. Br Birds 89:48 1-53 1;90 :453 -522 . Watte l, J & Rosel aa r, C S 1997. DB Actuee l: Dikbekfuut bij Akers loot. Dutch Birding 19 : 95 -96 .
Jan Wattel, Prinses Irenelaan 9, 19 11 HT Uitgeest, Nederland (o isea u@worldon line. nl) CS (Kees) Roselaar, Instituut voor Systematiek en Populatiebiologie, Zoö logisch Museum, Postbus 94766, 1090 CT Amsterdam, Nederland (roselaar@bio.uva.nl) Willem van Rijswijk Jr, Molensingel 2, 3043 KA Rotterdam, Nederland Enno B Ebels, Lessinglaan 11-2, 3533 AN Utrecht, Nederland (ebe ls@wxs. nl)
Ivoormeeuw langs Nederlandse en Duitse kust in mei-juni 1997 Marc A rgeloo
O
p zaterdag 17 mei 1997 ge noot ik, samen met mijn vri endin , al zittend op het strand tussen Bergen aan Zee en Egmond aa n Zee, Noord-Holland, va n een 'Magnum'. Het was met ee n temperatuur va n 25°C lekker weer en bovendien li et de zon z ich rege lm atig z ien. Niets leek een slome zomerse voorj aa rsdag in de weg te zu ll en staa n. Even na 14 :00 kwam er uit zuidelijke ri c ht ing een meeuw aa nv liege n waa rvan de helderw itte kleur en de donkere kop me direct opv ielen. Zonder mijn kijker te geb ruiken, reageerd e ik lacon iek met 'go h leuk, een Zwartkopmeeuw' . [Ou/eh Birding 20 : 275-278, 19981
De vogel passeerde op 200-300 m en al ga uw was het me duid elijk dat het geen Zwa rtkopmeeuw Larus melanocephalus was. In de vo lgende 23 minuten passeerde de voge l diverse malen op klein e afsta nd en waren met de kijker de vo lgende kenmerke n te zien: zwa rte poten, ee n donkere v lek op de kop, voo ral ro nd de groenge le snave l, op het voorhoofd, de kin en de keel en onder het oog, zwarte vlekjes op het uiteinde va n de staa rtpenn en, een donkere baan va n zwarte puntjes op de bovenv leuge l, een gedrongen zwa re li chaamsvorm en brede maa r sp its toelopende vleugels . De voge l had een soepe le 275
Ivoormeeuw langs Nederlandse en Duitse kust in mei-juni 1997 v lu cht, minder stijf dan bij de aa nwez ige Z il vermeeuwen L argentatus en Stormmeeuwen L canus. Bij de heersende lic ht- en weersomsta ndigheden, een water ig zonnetje, slui erbewo lking en op zee li cht heiig, stak de helderwitte meeuw sterk af tegen de lu cht en was daardoor ook op grote re afstand met het blote oog direct va n de overi ge meeuwen te ondersc heiden. Overtui gd va n de juistheid va n de determinati e als Ivoorm eeuw Pagophila eburnea, w ilde ik zo sne l mogelijk andere voge laa rs waarschu we n. Bij het eni ge geopende strandpav iljoe n 'Do nkey Beach' was helaas gee n telefoon beschikbaar. Ik besloot daarom naar hui s te gaa n. Vanaf de stra ndopga ng w ierp ik een laatste blik op de Ivoormeeuw en zag de voge l in noordelijke richtin g verd w ijnen. Toen ik door de duinen terugli ep naar mijn auto, kwam ik een bevriende voge laa r tegen. Helaas bleek zijn mobiele telefoon hier niet te werken . Na thuiskomst sp rak ik de waa rn emin g in op de Dutch Birding-inspreeklijn. Vervolgens gaf ik hem door aan Nick van der Ham met het verzoek hem als 'determinati e zeker' over het semafoon netwerk te ve rspreiden. Rond 17:00 keerde ik terug naar het strand tussen Bergen aan Zee en Egmond en Zee waar zich inmiddels c 25 voge laa rs hadden ve rzameld . Een mengel ing van onge loof en verbazi ng had zich van hen meester gemaakt. De Ivoormeeuw was verdwenen en wat moest je in vredes naa m met de waarn em in g va n een arctische meeuw langs de Nederlandse kust in mei bij 25°C? Ik sprak de hoop uit dat, als de vogel niet meer in Nederland zou opduiken, hij langs de kust va n Noorwegen of Engeland zou versc hijnen want niets is frustrerender dan een dergelijke waarneming te doen en vervo lgens de voge l ' in rook te zien opgaan'. Het verh aa l nam een interessa nte wending toen ik ro nd 21 :00 Jacques Ruinaard en George Sangster van een du i ntop naar het strand af zag zakken. Ze waren zonder succes op zoek geweest naar een mogelijk nog in Egmond aan Zee verbl ijvende Baardgrasmus Sylvia cantillans. O p het strand waren ze in de nam iddag een in wo ner va n Egmond aa n Zee tege ngekome n die hen vertelde dat hij de afge lopen week, tijdens z ijn dagelijkse wande ling met de hond, diverse malen een vreem de voge l 's oc htend s vroeg op het strand bij een aa ngespoe lde Bru in v is Phocoena phocoena had gezien (de restanten van het kadaver lagen nog op de aangegeven plaats). De man beschreef hem als ee n w itte duifachtige voge l met zwarte vlekjes op de vleuge ls en aan het uiteinde van de staart en een donker gez ic ht. Een en ander gaf mij de overtuigin g dat de
276
Ivoormeeuw een aanta l dagen (moge l ijk reeds vanaf c 10 mei) op het stra nd tussen Bergen aan Zee en Egmond aa n Zee had verbl even en dat ik 's lec hts' getui ge was geweest va n zijn vertrek.
Beschrijving GROOTTE & BOUW Formaat als Stormmeeuw (waa rmee
direct ve rgelij kbaar) maar met ged rongen en zwaa rdere lichaamsbouw. Ronde kop en korte snave l. V leugels nabij lichaam erg breed en naar punt sterk sp its toelopend. Erg soepe le vlucht, zeker in vergelij king met overige meeuwen. In directe verge lij kin g met Kokmeeuw L ridibundus duidelijk groter en zwaarder. Ook direct vergelijkbaar met Zil vermeeuw maar kleiner. KOP Op afstand met blote oog donker gez icht al waarneembaa r. Met name rond snave l, op voo rh oofd, kin en kee l en onder oog doorlopend donker zonder duidelijke kleur. Donkere v lek ' smeri ge' indruk makend. Achte rhoofd en hals helderwit. BOVEN DELEN Mantel, scho uders en stuit helderw it met sporad isc h don ker v lekje . ONDERDE LEN Borst en buik helderwit zonder z ic htbare donkere vlekjes . Fl ank, anaalstreek en onde rstaartd ekve ren niet goed gez ien, voge l ove r gehele onderzij de helderwitte in druk makend. BOVENVLEUGE L Bovenv leuge l helderwit, toppen van grote en middelste handdekveren met duidelijke zwa rte v lek, vlekken duidelijke zwarte baa n op bovenv leu gel vormend. Intensiteit en aantal zwarte v lekken op grote en middelste dekveren naar lichaam toe afnemend. Verspre id op bovenvleugel klei ne zwarte v lekjes. H andpenn en met donkere v lek aan uiteind e, in vlucht minder zwarte indruk makend dan vlekken op handdekveren . STAART Staart helderwit met zwarte vlek op uiteinde va n staartpen nen, v lekken zwarte staartband vo rm en d. Onder zwart nog klein w it randje z ichtbaa r. Directe verge lij kin g met donkere, meer bruine, brede staartbanden van tweede-kalenderjaar Stormm eeuw mogelijk. Zwarte staartband onderbroke n bij eerste (en tweede?) staartpen rechts van midden, goed z ichtbaar bij spreid en van staart. In vlucht b ij heerse nde lichtomstandigheden indruk wekkend va n één (of twee) adulte w itte staartpennen. NAAKTE DELEN Snavel grij sgroen. Poot zwart. GEDRAG Rustig heen en wee r vliegend (noord-zu id, totaal traject c 3 km) pa l boven v loed lijn tot maximaal 200 m op zee. Af en toe dalend naa r wate roppe rvlak en daar wat opp ikkend, soms in de v loed lij n op zeer kl eine afstand. Nooit landend op water of strand. N iet geassocieerd met ve le andere aanwez ige meeuwen; eenmaa l door Stormmeeuw enkele seconden fe l achterna gezeten.
Determinatie Zowe l een adu lte als een o nvo lwassen Ivoormeeuw kan nauwelijks met een andere meeuwensoort word en verwa rd. De combi natie va n het helderwitte verenk leed met zwarte vlekken, de groenge le snave l, de donkere vlek op de kop,
/voormeeuw langs Nederlandse en Duitse kust in mei-juni 1997
236 Ivoormeeuw / Ivo ry G ull Pagophi/a eburnea, eerste-zomer, Sankt Peter-O rdin g, Schi eswig-H oistein , Duitsland, 24 mei 1997 (Oet/ef Cruber) 237 Ivoorm eeuw / Ivo ry G ull Pagophi/a eburnea, eerste-zomer (dood gevonden te LangeneG, Schi eswig- Hoistein, Duitsland, 9 juni 1997), Ludwig N issen -H aus, Husum, Schi eswig- Ho istein, Du its land, 28 augustus 1998 (Marc Arge/oo)
de zwarte poten en het formaat als een gedrongen zware Stormmeeuw met de brede, spits toelope nde vleuge ls past uitsluitend op een o nvo lwassen Ivoormeeuw. De zwa rte vlekj es in het verenkl eed en de donkere vlek op de kop wi jzen op een tweede-ka lenderj aarvoge l. Het vrijwe l ontbreken va n zwa rte v lekjes op het lichaam duidt op een voge l in eerste zomerk leed (Grant 1982, Cramp & Simmons 1983) . De kop was nog erg donker en moge li jk moest de kopru i van ee rste w interkl eed naa r ee rste zomerkl eed nog worden vo ltooid (cf Grant 1982). Het o ntbreken va n één of twee staa rtpennen in het midden va n de staa rt zou kunnen duiden op rui va n ee rste zome rkl eed naar tweede wi nterkl eed (G rant 1982, Cramp & Simmons 1983). Vervolgwaarnemingen in Duitsland in mei-juni 1997 Mijn verzoek om de Ivoorm eeuw ergens langs de Europese kust opn ieuw te laten versc hijnen werd verhoord. Eind mei bleek dat de voge l op 21 me i (v ier dagen na de Nederl andse waa rn em ing) was hero ntdekt te Sa nkt Peter- O rdin g, Schl esw igHo lstein, Duits land , en daar tot 24 mei was geb leven. Enke le dagen later ontving ik via Arnoud van den Berg foto's van de meeuw (cf Dutch Bird ing 19: 133, platen 129-1 30, 1997). Dat het dezelfde voge l was, bleek uit de pos itie en omvang va n de donkere kopvlek, het patroon va n de zwarte vlekken op met name de middelste en grote handdekveren en het ontbreken in de staart van éé n of twee pennen direct rechts va n het midden.
Langs de Duitse waddenkust is de Ivoormeeuw, na z ijn vierd aagse verb lijf te Sankt Peter-Ord ing, noordwaarts getrokken via Sankt Peter-Böh l, Westerhever, Nordstrand, H allig H abe l en H alli g Gröd e naar LangeneG. (a ll e in Sch lesw igHolstein) waar de voge l uiteindelij k op 9 juni dood werd gevonden (Limi co la 11 : 146-147, 1997). Zijn laatste bestemming is het Lud w ig N isse n-Haus in Husum, Sch lesw ig-Hol ste in , gewo rd en waar hij in opgezette staat va lt te bewonderen . . Verspreiding en voorkomen Ivoormeeuw heeft ee n semi-c ircu mpo lai re verspreid ing en broedt op hoog-arctische eil anden va n de centrale Canadese arctische arch ipel in het westen tot Severnaya Zem lya (North Land) in het Russische noordpoo lgebied in het oosten (Volkov & de Korte 1996). Het broeden op de nog oostel ij ker gelegen Novosibirskiye Ostrova (New Siberian Islands) (bijvoorbeeld Snow & Perrin s 1998) wordt door Vo lkov & de Korte (1996) onbewezen geac ht. De tota le wereld populatie wordt gesc hat op ruim 14 000 paren; hiervan broeden c 10 000 in het Russische noordpoolgebied (met all een al c 2000 op Severnaya Zem lya), c 2400 in het Ca nadese noordpoo lgeb ied, max imaal 1000 op Groenl and en minder dan 1000 op Svalbard (Vo lkov & de Korte 1996). Er is slec hts we inig bekend over het trekgedrag va n Ivoormeeuw. Het trek- en zwerfgedrag buiten het broedseizoen I ijkt voora l bepaa ld te worden door de positie va n de z uidrand va n het drijfijs van de Noordpool (cf Snow & Perr in s
277
Ivoormeeuw langs Nederlandse en Duitse kust in mei-juni 1997 1998) . De soort is v rijwel uitsluitend in de winter als dwaa lgast bekend va n Denemarken , de Faeröer, Finl and , Frankrijk, Groot-Br ittann ië, Ierland , Itali ë, de Kanaa leil anden, Noorwegen, Polen , Zweden en Zw itserl and (Lew ington et al 199 1, Mitchell & Young 1997). De waa rn eming van de (eerste-zomer) Ivoormeeuw op 17 mei 1997 is door de CDNA aa nvaa rd. Het was het derde geva l voor Nederl and . De twee eerdere waarnem in gen (a ll ebe i va n eerste-w inter voge ls) waren op 9 februari 1987 op Schiermonn ikoog, Fri es land (Visser & van der W al 1987), en va n 9 tot 19 februar i 1990 te Ste ll end am, Z uid-Holl and (D röge 1990). De waa rn emin gen va n 21 mei tot 9 juni 1997 in Sch lesw ig-Hol stei n vormden het v ijfde geva l voor Duitsl and (cf Lew in gton et al 1991). Dankzegging Ik dank Hol ger Bruns, Joc hen Dierschke en Klaus Günther (WWF Duitsl and) voor het verzamelen van informatie over de Ivoorm eeuw in Duits land . Dank gaat ook uit naar de medewerkers va n het Lud w ig Ni sse n-H aus te Husum en Kl aus Günther voor hun medewerkin g bij het fotografe ren va n de opgezette Ivoormeeuw. Summary IVORY GULL ALONG DUTCH AND GERMAN COAST IN MAY-JUNE
1997
On 17 May 1997, a first-summer Ivory Gull Pagophila eburnea was seen o n the beach between Bergen aa n Zee and Egmond aa n Zee, Noord-H o ll and, the Netherlan ds. Presumab ly, it was already present ea rli er as, from c 10 May, a pigeon-li ke bird match ing the
description of an imm ature Ivory Gull was see n several times at the remains of a beached Common Porpoise Phocoena phocoena . On 21 May 1997, the Ivo ry Gull was rediscovered at Sankt Peter-Ordin g, Schl eswigHo lstein, Germany, and, after being seen at a number of pi aces along the Germ an Bight, found dead at Langenefl" Sch ieswig-Ho istein, on 9 June 1997 . Th e bird has been mounted and ca n now be see n in the Ludwig N issen-Haus at Husum, Sch ieswig-Ho iste in . This reco rd was the th ird for the Netherlands and the fifth for Germany. The spec ies' distribution, occurrence in Europe and status in the Neth erl ands are also discussed.
Verwijzingen Cramp, S & Simm ons, K E L (redactie) 1983. The bird s of the Western Pal ea rcti c 3. Oxford. Dröge, F 1990. Ivoo rm eeuw te Stell end am in februari 1990 . Dutch Bird ing 12: 238-24 1. Grant, P J 1982 . Gu ii s: a guid e to identificatio n. Ca lton. G rant, P J 1986. G uii s: a guide to id entificati o n. Second edition . Ca lton. Lew in gto n, I, A iström, P & Co lsto n, P 1991. A fi eld guid e to the rare birds of Brita in and Europe. Lond en. Mitchell, 0 & Young, S 1997 . Photographic handbook of the rare b ird s of Britain and Europe. Lond en. Snow, 0 W & Perrin s, C M (redactie) 1998. The bird s of th e Western Pa lea rct ic: co nc ise editio n. Oxford . Visser, C & va n der Wal, C A 198 7. Ivoo rm eeuw op Schiermonn ikoog in februari 1987. Dutch Bird in g 9 :
60-62. Volkov, A E & de Korte, J 1996 . Di stri bution and numbers of breeding Ivo ry Gull s Pagophila eburnea in Severnaja Zem lj a, Ru ss ian Arctic. Pol ar Res 15: 11 -
2 1.
Marc Argeloo, Wageweg 52, 18 11 MK A lkmaar; Nederland
Fluitzwaan in Veenkoloniën in winters van 1997/98 en 1998/99 Op vrijd agm iddag 28 november 1997 bekeek Emo Klunder aa n de Woortm anslaan bij Borgercompagni e, Gron inge n, ee n gemengde groep Klein e Zwanen Cygnus bewickii, Ko lganze n Anser albifrons en Toendrarietganzen A serrirostris. AI snel v iel z ijn oog op ee n ad ulte zwaan met erg we ini g gee l op de snavel. D irect dacht EK aa n een Fluitzwaan C columbianus. Hij spoedde z ich naar huis om andere voge laa rs telefonisch te waarschuwe n. Na o ngeveer twee uur arrivéerd en Th eo Bakker, Koen va n D ijken en Rik Winters en ook z ij meenden dat het een Fluitzwaa n was. De vo lgende dag werd de Fluitzwaan, z ij het 278
na eni ge uren hectisc h zoeken, rond de middag teru ggevonden en door meer dan 100 voge laars uit heel Nederl and gez ien. De voge l verbl eef tot en met de eerste week va n dece mber hoofdza kelijk in de prov in cie Gron ingen, in het uitgestrekte akkergebied in de Veenkoloniën tussen Kropswo lde en W il dervank. Daarna was de Fluitzwaan meesta l te vinden in Drenthe in het aangrenze nde geb ied tussen Spijkerboor, Annen en Eexterzandvoort. Hij bevond z ic h alt ijd in een groep Kleine Zwa nen, va ri ërend in aa ntal van v ijf tot meer dan 150 exemplaren. Op zondag 8 februar i 1998 werd de Fluitzwaa n voor het laatst gemeld . Vanaf 18 december 1998 werd de Fluitzwaa n aa ngetroffe n in een groep van c 100 Kleine en c 25 Wi lde Zwanen C cygnus ten noorden va n G ieten, Drenthe, i n globaal hetzelfde geb ied [Dutch Birding 20: 278-287, 79981
Fluitzwaan in Veenko loniën in winters van 7997/98 en 7998/99 waar de voge l de voorgaa nde w inter verbl eef. Op grond va n de snave lteken ing was duidelijk dat het om dezelfde vogel ging (Bert de Bruin pers obs). Vanaf 5 j an uari 1999 we rd vermoedelijk dezelfde vogel gez ien in een grote groep Kleine en Wilde Zwa nen in de Lauwersmeer, Groningen (Bert de Bruin pers obs). Hoewe l er in het beg in twijfels over waren, raakten na verl oop va n tijd de meeste waarnemers overtui gd va n de jui stheid (of onve rmijd elijkh eid) va n de determinatie als Fluitzwaa n (cf de Bruin & Klunder 1997). Toen de eerste duidelijke foto 's van de vogel beschikbaa r kwamen en de hoevee lh eid geel op de snave l nauwkeur ig kon word en vastgeste ld, gave n ook de meeste twijfelaars z ich gewonnen. Noord-Amerikaanse vogelaa rs kond en zich, na bestudering van op het Intern et geplaatste foto's, ook vereni gen met de determinatie (Jan van der Laa n pers meded). De onderstaande beschrijv ing is gebaseerd op ve ld notiti es va n TB en EK en op foto's va n TB , EK en Jan va n Holten (cf Dutch Birding 19 : 317, pl aat 324, 1997, 20: 50, plaat 20, 1998). A ls adulte Kleine Zwaan. Iets kl einer dan so mmi ge Kl eine Zwanen . Snave l op so mmi ge foto's kort lijken d. VERENKLEED Geheel w it, als Kleine Zwaan. GROOTTE & BOUW
NAAKTE DELEN Oog donker. Snavel zwart met kl eine druppelvorm ige gele vlek onder oog, aan rechterz ij de iets groter dan aan linkerzijde. Gele vlek gehee l omgeve n door zwa rt, aan bovenzi jde duidelijk z ichtbaar zwa rt lijntje tot aan oog, aan achterz ijde zee r sma l donker lijntje tussen geel en witte bevederin g. Hoevee lheid geel, vo lgens computerberekenin gen, 7.59.5% va n laterale projecti e van snavel bedragend (Jan van der Laan in litt; fi guur 1). Roodoran je lijn aan bas is va n ondersnave l (a ll een bij gunsti ge omstandi gheden z ichtbaar), niet anders of opva llender dan bij Kleine Zwaa n. Poot zwa rt. GE LUID Niet gehoord . GEDRAG A ls Kleine Zwaa n. Voortdure nd sa men met Kleine Zwanen, echter zonder spec iale band met één van Kl eine Zwa nen.
Vanaf het begin was duidelijk dat bij de determinatie slec hts twee soorten in aanmerkin g kwamen: Kleine Zwaan of Fluitzwaa n. Trom petzwaa n C buccinator (uit Noord-Amerika en noo it in Europa vastgesteld) is groter met een vee l grotere snave l zonder gee l; Wilde Zwaan is even eens groter en heeft vee l meer gee l op de snave l (Königstedt & Barthel 1995). De hoevee lheid gee l op de snave l is in fe ite het eni ge betrouwbare kenmerk om Fluitzwaan van Kleine Zwaa n te onderscheiden (Eva ns & Sladen 1980, Patten & Heind eI1 994). Het is ec hter een moei lij k ken-
238 Fluitzwaan / Wh istlin g Swan Cygnus co/umbianus met Kleine Zwa nen / Bew ick's Swa ns C bewickii, An loo, Drenthe, december 1997 (jan van Holten)
279
Fluitzwaa n in Vee nkoloniën in winters va n 7997/98 en 7998/99
FIGUUR 1 Geel-zwart-ver houding op snavel va n Flu itzwaan / W hi stli ng Swan Cygnus co/umbianus va n Veenko loniën, Drenthe/Gronin gen, in w inter 1997/98
Uan van der Laan)
merk, want wat is vee l en hoevee l is we inig? De hoevee lheid bed raagt bij Fluitzwaa n 0-1 5.8% en bi j Kleine Zwaa n 22.9-42.0% van de laterale proj ecti e va n de snavel (Eva ns & Sladen 1980). Er is dus sprake va n ee n duidelij ke sc heiding. Flu itzwaa n heeft gemidde ld 3. 1% gee l op de snavel; slec hts 3% va n de voge ls heeft helemaa l gee n gee l en 4.3% heeft meer dan 10% gee l (Eva ns & Sladen 1980) . N iet all een de hoevee lheid gee l op de snave l is bi j Fl uitzwaa n vari abe l maa r oo k, eve nals bij Klein e Zwaa n, de gee lzwa rt-verd el in g (Eva ns & Sladen 1980, Patten & Heinde l 1994). De va ri atiebreedte bij Europese en Oost-Az iatisc he Kleine Zwa nen is min of meer co nstant. W el is bij Klein e Zwa nen uit Oost-Az ië (vroeger besc houw d als aparte o ndersoort, jankowskii, cf Madge & Burn 1988) het aa ndee l van het donkere sn ave ltype iets groter (Scott 198 1; George Sa ngster in litt) . A ndere kenmerken, zoa ls versc hill en in gew icht en bi ometr ische gegegevens z ijn slec hts beperkt brui kbaa r doordat ze in ste rke mate overl appen en z ij n derhalve ni et d iagnosti sc h. Gem iddeld is Flui tzwaa n iets groter dan Kleine Zwaa n (Eva ns & Sladen 1980, Madge & Burn 1988, Patten & Heinde l 1994). Op grond va n de hoevee lheid geel op de snave l mag worden aa ngenomen dat de in de w inter va n 1997/98 in D renthe en Groningen waa rgeno men voge l ee n Fluitzwaa n was. De vastgeste lde hoevee lheid gee l op de snave l (7-9%) va lt rui m bi nnen de bandbreedte va n Fluitzwaa n (015.8%) en du ide lij k buite n dat va n Kleine Zwaan (22.9-42 .0%). Flu itzwaa n is een broedvoge l va n arctisc h Noord-A meri ka, van A laska in het westen tot Baffin Island in het oosten. Hi j overw intert langs de Pac ifische ku st va n Zuid-A laska tot Ca lifo rni ë en langs de Atlanti sc he ku st va n New Jersey tot 280
North Ca ro li na (Madge & Burn 1988, Lew in gto n et al 199 1). In Europa is de soo rt een zeer ze ldzame dwaa lgast, met onder and ere geva ll en in Estland (1), G root-B ri tta nni ë (1, iedere w inter van 1986 tot 1990), Ierl and (6, tussen 1978 en 1990) en Zweden (1, april 1979) (Lew ingto n et al 199 1, Eva ns 1994, Leibak et al 1994, Snow & Perrin s 1998). D it was het v ij fde geva l va n Fluitzwaa n voor Nederl and en het derd e voo r de prov inc ie G ro ni ngen. Eerdere geva ll en wa ren op 15 februari 1976 te Zo nnemaire, Zee land (M ulli é 1980), op 7-1 5 febru ari 1980 te N ijkerk, Ge lderl and (S lagboom 1987), op 23 novembe r 1986 in de Lauwersmeer, G roningen (Dorèl & va n Goo i 1989), en op 9 december 1992 te Eenrum , . Gro ningen (Wiega nt et al 1994). Het geva l va n 1997/98 betrof het eerste exem plaa r dat voo r iedere geïn teressee rd e voge laa r te z ien was en was bove nd ien het eerste waarbij de voge l uitvoe ri g bestudee rd en gedocumenteerd is. Verd er was het de ee rste Fluitzwaa n na de toeke nnin g va n soortstatu s doo r de Commi ss ie Systemati ek Nederl andse Av ifaun a (CSNA; Sa ngster et al 1997) . D it feit za l ongetw ijfe ld bij ged ragen hebben aa n de grote belangste Il ing en de ged reve nheid bij versc hill ende betro kkenen om het geva l zo goed moge lijk te documenteren. O mdat zwanen v rij oud kunn en worden is we l gesugge reerd dat de geva ll en in 1986, 1992 en 1997/98, all e dri e in de prov inc ie Groningen, op één en deze lfde voge l betrekk ing zouden kunnen hebben. De besc hrijv ing van de voge l va n Eenrum geeft ec hter aa n dat d eze aa n de linkerz ijde va n de snave l iets meer gee l had da n aa n de rec hterzij de (Ann e D iephui s pers meded). Hierm ee ve rva lt de bas is aa n de 'één voge l' -theori e.
Summary 1997/98 1998/99 From 28 November 1997 to 8 Febru ary 1998, and aga in from 18 December 1998, an adu lt W h istlin g Swa n Cygnus co/umbianus was present at var ious loca li t ies in th e Vee nko lon iën area in the provinces of Drenthe and Groningen, the Netherlands. It was ident ified by the amoun t of ye ll ow on the bill (7 .59 .5% of th e lateral projecti on, measu red from photograp hs; cf figure 1) . Thi s is we il ins ide the range of W hi stlin g Swan (0- 15.8%) and we il outside that of Bewick's Swan C bewickii (22 .9-42.0%). Th e bi rd was always found in a flock of Bewick's Swans (rang in g in number from fi ve to more than 150). It d id not show an apparent re lationsh ip wi th one of th e Bew ick's Swans. Thi s was the fi fth reco rd of thi s North Ame ri can species for the Netherl ands (a nd th e third for the province of Gron ingen). The previous ones were in Febru ary 1976, February 1980, November 1986 and December 1992. WHISTLING SWAN IN VEENKOLONIËN IN WINTERS OF AND
Fluitzwaan in Veenko loniën in winters van 7997/98 en 7998/99 Verwijzingen de Bruin, B & Klunder, E 1997. DB Actuee l : Fluitzwaan in Veenko loniën . Dutch Birding 19: 317-318. Dorèl, F & van Goo i, G W J 1989 . Fluitzwaan in Lauwersmeer in november 1986. Dutch Birding 11: 118-119. Evans, L G R 1994. Rare birds in Britain 1800-1990. Little Cha lfont. Evans, M E & Sladen, W J L 1980. A comparative analysis of the bill markings of Wh istling an d Bewick's Swans and out-of-range occurrences of the two taxa. Auk 97 : 697-703. Königstedt, D G W & Barthel, P H 1995. Di e Unterscheidung der Schwä ne Cygnus. Limicola 9: 289-323. Leibak, E, Li ll eleht, V & Veromann, H 1994. Bi rds of Estonia: status, distribution and numbers . Tallinn. Lew ington, I, Aiström, P & Co lsto n, P 1991. A f ield guide to the rare birds of Britain and Europe. Londen. Madge, S & Burn, H 1988. Wi ldfowl : an identification
guid e to the ducks, geese and swans of the world. Londen. Mul li é, W C 1980. Een Klein e Zwaan met een zwarte snavel. Sterna 24 : 78. Patten, M A & Heindel , M T 1994. Identify ing Trumpeter and Tundra Swans. Bird ing 26: 306-318. Scott, D K 198 1. Geograph ica l var iation in the bil l patterns of Bewick's Swans. W ildfow l 32: 123 -1 28. Sangster, G, Hazevoet, C L van den Berg, A B & Rose laar, C S 1997. Dutch av ifauna l li st: taxonomic changes in 1977-97. Dutch Birding 19: 21-28. Slagboom, T H 1987. Waarneming van een Klein e Zwaan Cygnus co/umbianus met bijna zwarte snave l. Limosa 60: 40-4 1. Snow, D W & Perrins, C M 1998. Th e bi rds of the Western Palearctic. Conc ise ed ition. Oxford . Wiegant, W M, Steinhaus, G H & CD NA 1994. Rare birds in the Netherlands in 1992. Dutch Birding 16: 133-147 .
A (Be rt) de Bruin, Albertine Agnesplein 8a, 9777 EV Groningen, Nederland (tete@wxs.nl) Emo Klunder, Raadhuiskade 77 -c, 9648 KO W ildervank, Nederland
European Honey-buzzards in Italy in January 1995 and 1997 O n 2 1 Janu ary 1995, Maurizio Azzolini and Marce llo Grussu observed and photographed a fi rst-w inter European Ho ney-bu zza rd Pernis apivorus at s'Ena Arrub ia marsh, O ri stano Gu li, Sard ini a, Italy. The bird stayed in an area surro unded by a mixed Pinus and Eucalyptus reafforestation. In add iti on, on 5 January 1997, Marco Trotta (pers comm) found a first-w inter European Honey-buzzard in Ci rceo National Park, Lazio, Italy. During the rest of month, thi s bird stayed at two of the fo ur Circeo lakes. It frequented a mixed Pinus and Eucalyptus wood along the bank of one of the two lakes. These observations constituted the first confirmed records of wi ntering European Honey-buzzard in Ita ly and Europe. Both records refer to fi rstw inter birds. This is in line w ith the stateme nt in Cramp & Simmons (1980) that late-October or November bi rd s are probably juveniles. So far, there were onl y unconfirmed records of w intering European Honey-buzzard in Europe (includi ng Ma lta), northern Afri ca (includ ing Cana ry Islands) and the M idd le East (cf G lutz von Blotz heim et al 197 1, Cramp & Simmons 1980). In Italy, records at Como, Lomba rdi a, o n 9 March 1982 of three individuals (Toso 1982) and o n 27 February 1983 (Fornasari & M ica li 1983) may have conce rn ed birds w hi ch had w intered in the area (Mezza lira & lapic hino 1992) or somewhere IDutch Birding 20 : 287-282, 79981
else in Italy, Europe or the Western Palearctic. This mayalso app ly to the record of a migrating bird in A lto Ad ige (Upper Ad ige or South Tirol) on 19 March 1995 (Mauri z io Azzo lini pers obs). A lso, there are two late-December records for Sicily (Iap ichi no & Massa 1989). O ne of the records refers to a bird ringed in Finland and found o n 22 December 1964 in a freezer of a taxidermist who asserted that it was received ' recently' (Carme lo lapic hin o pers comm) . In Arab ia, there are late-autumn and w inter records of European Honey-buzzard in Bahra in (30 Janu ary 1991; Orn itho l Soc M iddl e East Bu ll 27: 43 , 1991; Hirschfe ld 1995), Oman (five records in the north in September-December; Ga ll agher & Woodcock 1980), Un ited Arab Emirates (' Iess th an a handful of recent records ' in September-February; Ric hardson 1990) and Vemen (Iatest record on 9 December; Brooks et al 1987). European Honey-buzza rd is a summ er v isitor to Europe. It w inters mainly in equator ial Africa. It departs from mi d-August to ea rl y September, w ith the adu lts leav ing by the end of August. Most have left by late September to ea rl y October. A few (probab ly juveniles) linger into late October or even November. Possibly, these birds originate from very late broods of w hi ch the fledg lin gs may become independent as late as mid-September (C ramp & Simmons 1980). Second-calendar year birds usually stay in Africa, exp lain ing the (a lmost) absence of records of 28 1
European Honey-buzzards in Italy in January 1995 and 1997 first-summer birds in Europe (cf Forsman & Shirihai 1997). European Honey-buzzard retu rns from mid-April to early June, with the majority from mid-May to early June (Cramp & Simmons 1980). The earliest bird at the Straits of Messina, an important migration site of European Honeybuzzard, was seen on 4 April 1994 (Andrea Corso pers obs). Considering the fact that it has recently become clear that Oriental Honey-buzzard P ptilorhyncus is a regular vagrant to or rare mi grant in Arabia and the Middle East (cf Dutch Birding 1994, Forsman 1994, Richardson 1994, Shirihai 1994, Laine 1996, Symens et al 1996, Eriksen 1997), one may wonder whether some of the extra-seasonal records of Eu ropean Honey-buzzard in the Western Pal ea rctic are in fact du e to confusion with Oriental Hon ey-buzzard (cf Forsman 1994). We thank Marco Trotta for his information on the record of European Honey-buzzard in Circeo National Park in January 1997, and lan Andrews (A rabia and Middle East), Helder Costa (Portugal), Philippe Dubois (France), Raymond Galea (Ma lta), Steve Gantlett (UK), Carmelo lapichino (ltaly), Juan Antonio Lorenzo GutiĂŠrrez (Canary Islands) and Yossi Leshem (lsrael) for their information on the winter occurrence of European Honey-buzzard in the Western Pal ea rctic.
239 European Honey-buzzard / Wespendief Pemis apivorus, first winter (second calendar year), s'Ena Arrubia marsh, Sardinia, Italy, 21 January 1995 (Maurizio Azzolini). Note that iris is already pale yellowish as in ad ult while ce re is still pure bri ght yellow as in juvenile
References Brooks, 0 J, Evans, M I, Martins, R P & Porter, R F 1987. The status of birds in North Vemen and the records of OSME expedition in autumn 1985. Sandgrouse 9: 4-66. Cramp, 5 & Simmons, K E L (editors) 1980. The birds of the Western Palea rcti c 2. Oxford. Dutch Birding 1994. Two new raptors for Israel. Dutch Birding 16: 205-206. Eriksen, J 1997. Th e first Crested Honey Buzzard Pemis pti/orhynchus in Oman. Sandgrouse 19: 143- 144. Forsma n, 0 1994. Field identification of Crested Honey Buzzard. Birdin g World 7: 396-403. Forsm an, 0 & Shirihai, H 1997. Identification , ageing and sexing of Honey-bu zza rd. Dutch Birding 19: 17. Fornasari, L & Micali, G 1983. Falco pecchiaiolo. In: Toso,S (ed itor), Nuovi avvistamenti. Avocetta 7: 60. Gallagher, M & Woodcock, M W 1980. The birds of Oman. London. Glutz vo n Blotzheim, U N, Bauer, K M & Bezzel, E (ed itors) 1971. Handbuch der VĂśgel Mitteleuropas 4. Frankfurt am Main.
Hirschfeld, E 1995. Birds in Bahrain: a study of their mi gration patterns 1990-1992. Dubai. lapichino, C & Massa, B 1989. The birds of sicily. BOU check-list 11. Trin g. Laine, L J 1996. The 'Borcka Puzzle' - the first Western Palearctic Crested Honey Buzzard. Birding World 9:
324-325 . Mezzalira, G & lap ichino, C 1992. Falco pecchiaiolo Pemis apivorus. In: Brichetti, P et al (editors). Fauna d' ltali a 29: Aves 1. Calderini. Richardson, C 1990. The birds of the United Arab Emirates.Dubai. Richardson, C 1994. systematic li st of the birds reported in 1993. Emirates Bird Rep 18: 18-91. shirihai, H 1994. The Crested Honey Buzzard in Israel - a new Western Palearctic bird. Birding World 7:
404-406. symens, P, Gaucher, P & Wacher, T 1996. Crested Honey- buzza rds in saudi Arabia in October 1994. Dutch Birding 18: 126-129. Toso, 5 1982. Nuovi avvistamenti. Avocetta 6: 13.
Marcello Crussu, Cruppo Ornitologico Sardo, Via Cilea 79, 09045 Quartu 5 Elena (CA), Sardinia, Italy Maurizio Azzolini, Cruppo Ornitologico Sardo, Via Cilea 79, 09045 Quartu 5 Elena (CA), Sardinia, Italy Andrea Corso, CSRO, via Camastra la, 96100 Siracusa, Italy
282
Bastaardarend in Lauwersmeer in augustus 1997 o p 23 augustu s 199 7 werd een moge l ijke Bastaa rd arend A quila clanga gez ien doo r Will em de Ruiter in de Ko llumerwaa rd in het Friese dee l van de Lauwersm eer. De voge l verd wee n snel uit het z icht en een zoekacti e deze lfde dag leverd e niets o p. O p 28 augustu s zag Anne To l bij het Jaap D ee nsgat, in het G ronin gse dee l va n de Lauwersmeer, een grote donkere roofvoge l op een paa ltj e z itten die hij determin ee rd e als Bastaa rd arend. De voge l v loog eve n later in noord elijke ri chting weg. D e vo lgende mo rge n gingen Ann e va n Dijk, Eric Koops en AT op zoek naa r de roofvo ge l. Omstreeks 09: 15 vo nd AT hem teru g op het militaire oefenterrein in de M arn ew aa rd , Gronin gen. Av D en EK wa ren binnen enkele minuten op de pl ek en bevestigden de determinati e als Aquila-arend . Vi a mobi ele telefoon s en semafoons werd en direct andere voge laars gew aa rsc huwd . Binn en een half uur wa ren de eerste Gronin ge rs ter pl aatse en in de loop va n de dag kwa men c 100 voge laa rs uit de rest van het land naa r de voge l kijken. D e vo lgende d ag wa s de arend in hetze lfde gebi ed aa nw ez ig en trok w ederom ruim 100 bezoekers. O p zondag 3 1 au gustu s w erd hij rond de midd ag voor het laatst gez ien, hoog wegvli egend in noo rdoo stelijke ri chting (To l & Ebels 1997, de Bruin et al 1997). Onderstaa nde beschrijv ing is gebaseerd o p foto 's va n Th eo Bakker, Jaa p va n 't Hof en EK (cf Dutch Birding 19 : 2 13 , pl aat 222 , 1997) en v ideo-opn amen va n Leo Boo n en M arc Plomp (Plo mp et al 1998) . GROOTTE & BOUW Geen directe verge lij king met andere roofvoge ls mogelij k, maar ongeveer anderh alf tot twee keer zo zwaa r lij ke nd als Buizerd Buteo buteo. In actieve vlucht duidelij k grote roofvogel, met brede 'stompe' en bolgehouden vleugels, enigsz ins herinn erend aan reiger Ardea . Vleugel over gehele lengte ongeveer even breed. Ac hterra nd va n vleugel enigsz ins S-vorm ig. In vlucht 6-7 'vingers' zichtbaar. Staartl engte o ngevee r helft van vleugelbreedte. Mondhoek tot ongevee r halverwege oog reike nd . Snavel hoog en smal. Vorm va n neusgat door afstand niet zichtbaar. KOP & H A LS Gehele kop en hals zeer donker, zwa rtachtig bruin. Geen lichte vlek op achterh oofd. BOVEN DE LEN Mantel, rug en stuit donkerbruin. O nderste deel van rug met vuilwittige vlek . Bovenstaartdekveren vuilwi t, U-vormi ge lichte band vo rm end . Band in midden smaller, mogelijk onderbroken. ONDERDELEN Borst donkerb ru in als kop. Buik du idelijk lichter; meer grij sbruin. Overgang tu ssen borst en buik scherp begrensd. Anaa lstreek en onderstaa rtdekveren
/Outeh Birding 20: 283路285. 79981
zeer li cht, gelig bruin . Tarsus licht grij sachtig bevederd, op afsta nd in zonlicht wit op li chtend (indruk van lange onbevederde poten geve nd ). BOVENV LEUGE L Hand- en armpennen zwart tot zwartbruin . Binnenste hand pennen iets lichter dan overige slagpennen. Basis van vri jwel alle handpennen en toppen van handpendekveren wit, li chte vlek vo rm end . Terti als met brede vuil witte top. In zit duidelijke rij witti ge vlekj es op toppen va n grote dekveren. Op toppen van middelste dekveren minder duidelij ke rij wittige vlekjes . In vlucht licht vleugelveld op middendeel va n vleugel, gevo rmd door li chte toppen aan grote en mi ddelste dekveren. Handpendekveren en kl eine en middelste dekveren eve n donker als kop. ONDE RV LEU GE L Slagpennen zeer donke r. Kleinste, kl eine en middelste ondervleugeldekveren zeer donker, bijn a zwart (a ls kop). Grote ondervleugeldekveren donkerbruin , li chter dan overi ge ondervleugeldekveren. STAART Bovenstaa rt zwartachtig bruin, eve n donker als slagpennen . NAAKTE D ELEN Oog ni et goed zichtbaar, waa rschijnlijk donke r. Basa le deel va n snavel geel, punt donkergrij s. Poot bevederd, tenen o nbevederd en geel. Vanaf het beg in wa s duidelijk d at het om ee n Aquila-arend ging. D e determin ati e binnen d eze groep is vaak probl ematisch, zeker indi en ee n individu ni et direct met andere soorten kan worden ve rgel eken. Voo ral het o ndersc heid tu ssen Bastaa rdarend en Schreeuwarend A pomarin a ge ldt over het algemeen als erg moeilijk, en in enkele geva ll en ze lfs als onmoge lijk . D e arend van de Lauwersm eer kon ec hter uitvoe ri g w o rden bestudeerd, zowe l in z it als in vlu c ht, w erd vee l gefotografee rd en w erd op v ideo vastge legd . Hi erdoor werd de determin ati e aa nz ienlijk ve rgemakkelijkt. O p grond va n grootte, vleu gelstand tijd ens zweve n, ve rh o udin g v leuge l breedtestaa rtlengte en w itte stippen op de v leugel ko n de keuze beperkt word en tot Bastaa rd arend of Schreeuwarend. D e rij vl ekken op de grote dekveren, middelste dekve ren en terti als en de w itte band ove r de bovenstaartdekveren w ij zen op een Bastaardarend of Schreeuwa rend in een va n de jo ngere kl eden: een voge l in tweede of derd e kalenderj aa r. D e li chte v lekken vo rm en ee n baa n (v i euge lstreep) di e vrij breed kan z ijn en dan ee n li cht v leuge lve ld vormt. Een jo nge Schreeuwa rend heeft hoo guit twee rij en li c hte v lekken ove r de dekveren, ee n jo nge Bastaa rd arend ten min ste twee . Witte toppen aa n de slag- en staa rtpennen waren in het ve ld en op de foto 's ni et te z ien; moge l ijk waren deze door sleet beperkt va n omva ng of geheel weggesl eten. Van doorslaggevend belang voor de determin ati e was d e do nkerbruin e, bijn a zwa rte gron dkl eur 283
8astaardarend in Lauwersm eer in augustus 1997
240 Bastaa rd arend / Spotted Eagle Aqllila c/a nga, Lauwersmeer, G roningen, 29 augustu s 1997 Uaap van 't Hof)
241 Bastaa rd arend / Spotted Eagle Aqllila c/a nga, Lauwe rsmeer, G roningen, 29 augustus 1997 (Eric Kaaps)
va n de voge l. Deze 'zw arte' kl eur was met name te v inden op de kl eine en middelste dekveren op zowe l de boven- als de o ndervleuge l. Deze veerpartijen contrasteerd en ni et z ichtbaa r met de sl agpenn en en w aren in geen geva l li c hter. Dit kenmerk is di agnosti sc h voor Bastaa rd arend (Forsman 199 1, 1993, 1999, H arri s et al 199 6, GĂŠnsb0 1 1997). Bij Schreeuwarend z ijn de kl eine en middelste dekveren altijd li chter dan de slagpennen, al is dat in het ve ld ni et altijd goed te z ien. Deze veren z ijn bovendien duidelijk bruin va n kl eur en niet zwartac hti g. All een een vol wa ssen zwa ar gesl eten Bastaa rd arend heeft eventuee l I ichtere dekveren dan slagpennen. Zowel Bastaa rd arend als Schreeuwarend hebben o p de bovenv leuge l bij de bas is va n de binnenste handpennen een I ichte v lek. Deze w ordt voo rn amelijk gevormd door w itte sc hachtstrepen, maa r oo k doo r I ichte toppen aa n de handpendekveren. Bij Bastaa rd arend hebben bijn a all e grote handpendekveren Iic hte toppen, bij Schreeuwarend all een de binnenste dri e tot v ijf. De handpenvlek wordt du s ve rd er naa r de 'voorv leuge l' (bijn a tot aa n de voorrand) doorgezet dan bij Sc hree uwa rend . Dit was bij de voge l va n de Lauwersm eer oo k het geva l. De li chte handpenbasi s vormt een verl enging va n de li chte baa n ove r de dekve ren en is du s geen geĂŻso leerde v lek. De li chte handpenbasis is het duidelijkst bij j onge voge ls (Fo rsm an 1993, 1999) . Vee l Bastaa rd arenden hebben aan de buitenz ijde va n de toppen va n de grote o nderh anddekveren een w it ' komm ateken' , gevormd door I ichte bases va n de handpennen. Bij Schree uwa rend is vaa k sprake va n een dubbel kommateken. Dit is ec hter geen doorslaggevend kenmerk (Forsm an 1993, 1999) .
De v rij rechthoeki ge 'afrondin g' van de uitgeslagen v leuge l en de zes tot zeven 'v in ge rs' vormden o ndersteun ende kenmerken voor determin ati e als Bastaa rd arend , maa r w aren op z ich ni et doors laggeven d . D e vogel kwam in het veld als vrij massi ef en groot over. De grootte va n ee n solitaire arend zonder verge lijking is ec hter moeilijk in te schatten. Dit blijkt uit een verge lijking va n de maten van ee n aantal in Nederl and vastgestelde of als dwaa lgast te voorspell en soorten arenden (cf del Hoyo et al 1994). De afm etin gen va n voge l van de Lauwersmeer ko nden niet exact w orden bepaa ld of w orden in geschat om and ere arenden uit te sluiten. Op bas is van het bovenstaa nde was het kl eed va n doorsl aggeve nd belang voor de determinati e, niet de afm etin gen. Dit was de 16e Bastaa rd arend voor Nederl and (cf va n den Berg & Bosman 1996, va n Ijzendoorn et al 199 6) en het tweede geva l voor de prov in c ie Gro nin gen. De ee rste Bastaard arend voo r Groningen werd in mei 1976 op Rottummerpl aat aa ngetroffen (de Bruin & de Bruin 1997).
284
Summary SPOTTED EAGLE AT LAUWERSMEER IN AUGUST 1997 O n 23 and 28-3 1 A ugust 1997, a Spotted Eagle Aqllila c/a nga was present at Lauwe rsmeer, Fri es land/G ronin gen, th e Netherl and s. Th e identifi cati on was based on th e bas icall y b lacki sh brown co lour on th e head and on the lesser and medi an coverts of both upperw ing and underw in g. Th e co lour was as dark as the fli ght feathers, if not darker. Thi s is a di agnosti c feature of an imm ature. Th e bird p roba bl y was in second or third ca lend ar-yea r p lum age, based on th e w hiti sh tips to th e te rti als and the greater and medi an upperw ing-coverts. Thi s was the 16th reco rd of Spotted Eagle fo r th e
Bastaardarend in Lauwersm eer in augustus 1997 Netherlan ds and th e seco nd G ronin gen.
for the prov in ce of
Verwijzingen va n den Berg, A B & Bos man, C A W 1996 . Lij st va n Nederl andse voge ls. Vij fde ed iti e. Santpoo rt-Z uid . de Bruin, B & de Bruin, S 1997 . Lij st va n G ro nin gse Voge ls. G rauwe Gors (3-4), suppl . de Bruin , S, va n Dijk, A & Koops, E 1997 . Bastaa rd arend in de Lauwe rsmeer in augustus 1997 . Taxo n 1 : 36-40. Forsma n, D 199 1. D ie Bestimmung vo n Schell- Aquila c/a nga, Schrei- A. poma rina und Steppenadi er A. nipalensis. Limi co la 5 : 145- 185. Fo rsman, D 1993 . Roofvoge ls va n Noord-west Europa . Haa rl em. Fo rsman, D 1999 . The ra ptors of Europe and th e
M iddl e East. Lo nden. GĂŠnsbo l, B 199 7. Roofvoge ls va n Europa, Noord-Afri ka en het M idden-Oosten. H aa rl em . Harris, A, Shirih ai, H & Chri sti e, D 1996 . The Macmill an bird er's guide to Europea n and M iddl e Eastern bird s. Lo nden. del Hoyo, J, Elli ot, A & Sa rgatel, J (redacti e) 1994 . H andboo k of the bird s of the wo rld 2. Ba rce lo na. va n Ijzendoo rn , E J, va n der Laa n, J & CDNA 1996 . Herz ienin g Nederl andse Av ifauni stisc he Lij st 18001979 : tweede fase. D utc h Birdin g 18 : 157 -202 . Pl o mp, M , G roe nend ij k, C, Boon, L J R, te r Ell en, R, Janse, W, Rijksen, B & O pperm an, E 1998 . Dutch Birdin g v id eo-j aa roverzicht 1997. Videocassette. . W oe rden. To l, A & Ebels, E B 1997 . D B Actuee l : Bastaard arend in Lauwe rsmee r. Dutch Birdin g 19 : 213-2 14.
Sybrand de Bruin, Coendersweg 73-2, 9722 GD Groningen, Nederland (sybdeb @wxs. nl) Anne van Dijk, Dukdalf 141, 9732 BR Groningen, Nederland Eric Kaaps, Esdoornlaa n 5 04, 9741 MD Groningen, Nederland
Forsters Stern te Kinderdijk in januari 1995 o p donderda g 5 j anu ari 1995 bes loten Mi c hel Kapoen en Piet va n M eerkerk een w intertellin g te verri chten bij de grote pl as va n de Hoge Boezem va n de O ve rwaa rd bij Kind erdijk, Z uid-H o ll and, ee n voor publiek ges loten natuurreservaa t. Het wa s helder weer, met ee n schrale zuid-zuid-oostenw ind en mati ge vorst. Ro nd 09: 30 stald en MK en PvM hun fi etsen bij het oude gemaa l. Vrijwel op hetzelfde mo ment v loog een stern over hen hee n, ri chtin g de aa ngrenze nde Nederwaard. De gedac hten gin gen onmiddellijk uit naa r een Witwa ngstern Chlidonias hybridus, oo k gez ien de waa rn eminge n in Fl evo land in de w inter va n 199 1/92 (va n den Berg 199 2). Net toen MK en PvM arri veerd en, v loog de stern het gebied uit en ve rdween langs de mol ens in zuidoostelijke ri chting. PvM bes loot Herm an D am te bell en, om vervo lgens de stern weer te gaa n zoe ken. MK en PvM arri veerd en bijn a ge lijkt ijdi g met HD b ij een groot wa k, waa r ook de stern z ich opeens weer ophi eld , maa r ve rvo lge ns v rij we l meteen ri chting Lek vloog. Gedri eĂŤn toge n ze naa r de ri v ier maa r daa r aa nge kom en, zagen ze de stern opni euw ri c hting Overw aard v li egen en uit het gez ichtsve ld ve rdw ijn en. HD bes loot andere vogelaa rs op de hoogte te gaa n brengen, en MK en PvM ginge n het reservaat in om toc h de telling te gaa n ho u[Outeh Birding 20: 285-286, 1998[
den, sti ekem hopend op een nieuwe ontmoetin g met de stern . Bij de grote pl as aa ngekomen, gin g hun wens in vervullin g; de stern vloog daar nog rond. Gez ien het form aat en de vrij di ep gevorkte staa rt viel Witwa ngstern af, en voorz ichtig begonn en ze aa n een Forsters Stern Sterna forsteri te denken. De vogel liet zich nu goed bekijken, en toen het zwa rte masker, de gevorkte staa rt en de donker o ranjerod e poten z ichtbaa r werd en, begon het tot hen door te dringe n dat het inderd aad een Forsters Stern was. M et een 80-200 mm lens w as PvM in staat enkele .di a's te maken. Nadat de stern was gefotografeerd, verd ween hij om c 13:3 0 in z uidelijke ri chting. Voorgoed, naa r later zou blijken. De vo lgende ochtend leverd e ee n intensieve zoe ktoc ht geen resu Itaat op. Het was opva ll end hoe we inig voge laa rs de moe ite hadden genomen o m naa r Kind erdijk te kom en. Het feit dat die dag zowe l de grote pl as als de poldersloten di chtgevroren wa ren, zo u er een oorzaa k va n kunn en z ijn dat de voge l ni et mee r was teru ggekeerd . GROOTTE & BOUW Grootte als va n Visd ief 5 hirundo maa r iets zwaa rd er lij kend. Voo ral bo rst vrij zwaa r in vlu cht. In zit v leuge lpunten duid elijk voorb ij staa rt stekend . Staa rt dui delij k gevorkt. Snave l stevige in d ruk makend . KOP Hoofdzake lij k w it, met opva ll end zwa rt ' ba nd ietenm aske r' . Kruin met do nkere vlekjes en streepj es. BOVEN- EN ONDERDELEN Ma ntel en sc houde r z il ver-
285
Forsters Stern te Kinderdijk in januari 7995
242-243 Forsters Stern / Forster's Tern Sterna forsteri, eerste-w inter, Kinderd ij k, Zuid-Holl and, 5 januari 1995 (Piet van Meerkerk)
grijs, lichter dan vleugel. O nderdelen w it. V LEUGEL Dekveren, hand- en armpennen grijs getekend. Terti als met donker ce ntrum . STAART Bu itenste pennen donker, kleur overige pennen li chtgrij s. NAA KTE DE LEN Iri s donker. Snavel zwa rt, met wat rood aa n basis. Poot donker oranjerood. GELU ID Niet gehoord. GEDRAG Regelmatig op grond zittend, met opgetrokken poten. In vlucht poten naar vore n stekend. Optrekken va n poten waa rschijnlijk reactie op kou . De w itte kop met het zwa rte masker, de lic hte mantel en de donkere oranj erode poten passen all een op Fo rsters Stern (M ailing O lsen & Larsson 1994). Aa n de hand van de beschrijvin g is het duidelijk d at de voge l in eerste w interk leed was. D e tekenin g op de dekveren, tert ials, arm- en handpennen w ij st in di e ri c ht ing en o ntbree kt bij adult-winter. Ook de kortere staart is een goed kenm erk voor een eerste-winte r. Forsters Stern broedt in grote delen va n NoordAmer ika en overw inte rt in Noord- en M iddenAmer ika. In Europa is de soort een ze ldza m e dwaal gast m et de m eeste geva ll en in GrootBrittanniĂŤ en Ierl and ; het m erend ee l betreft w interwa arn emi ngen (cf H arrison 1985, Mitche ll & Young 1997). Dit was het tweede geva l voo r Nederl and en het v ijfde voo r het vasteland va n Europa. H et eerste geva l voo r N ederland en het vaste land va n Europa was bij Ritthem , Zee land, op 1-2 novem ber 1986 (Ovaa 1987) . Dri e andere geva ll en
voo r het vaste land va n Europa wa ren voge ls in Spanje op 27 oktober 1987, Zweden op 26 april 1993 en Portugal op 3 1 december 1993 en 1 januari 1994 (B r Birds 88: 273 , 1995; 90: 87, 1997; 9 1 : 48, 1998).
Summary FORSTER'S T ERN AT KIND ERDIJK IN jANUARY 1995 On 5 january 1995, a first-w inter Forster's Tern Sterna forsteri was seen at Kinderd ij k, Zu id-Holl and, the Netherl ands. Th e bl ack mask and dark orange-red legs made identifi cation strai ghtforwa rd , w hilst the presence of dark markin gs on th e tertial s and remiges indicated it was a first-w inter. Thi s record co nstituted the second for the Netherl ands and the fifth fo r th e European mainland. Th e first for th e Neth erl ands and the Eu ropean ma inland was at Ritth em, Zeeland, on 1-2 November 1986; other record s for th e European ma inl and we re in Spa in on 27 October 1987, in Sweden on 26 April. 1993 and in Portu ga l from 31 December 1993 to 1 january 1994.
Verwijzingen va n den Berg, A B 1992 . Twee Witwangste rn s in Fl evoland in w inter va n 199 1/92. Dutch Bi rdi ng 14: 214218. Harri son, P 1985 . Seabirds: an identification guide. Tweede editie. Londen. Ma ili ng O lsen, K & Larsson , H 199 4. Sterns va n Europa en Noord-Amer ika. Haarl em. M itche ll , D & Yo ung, S 1997. Photograph ic handbook of th e rare bird s of Brita in and Europe. Londen . . Ovaa, A H 1987. Forsters Stern bij Ritthem in november 1986. Dutch Birding 9: 158- 161.
Piet van Mee rkerk, Boezem 7, 2959 Af Streefkerk, Nederland
286
Little Swift possibly breeding in Spain in 1996-98 On 21 May 1996, in th e mountains c lose to Bolonia, Sierra de la Plata, nea r Tarifa, Cád iz, Spain, C W Stone discovered two Littl e Swifts Apus affinis (de Juana & Comité de Rarezas de la SEO 1998). Th ey were seen at a cave in which Pal/id Swifts A pallidus and Hou se Martins Oe/ichon urbica were nesti ng and w here severa l White-rumped Swifts A caffer were present as wel/. On 24 Jul y 1996, Rogier Karskens, André van Kleunen , Oiederik Kok and Roland van der Vliet visited the same site at Bolonia and observed five Littl e Swifts. They could be watched at close ran ge, minim al/y 15-20 m. OK photographed at least two different birds. O n 24 August 1996, at least three Littl e Swifts were noted (Justin Jansen pers comm). The records on 21 May 1996 and 24 Jul y 1996 (not 23 July as mentioned in th e fol/owin g referen ce) have been accepted by the Spanish rarities committee (de Juana & Comité de Rarezas de la SEO 1998). On 18 July 1997 (one) and on 11 July 1998 (two) and 8 September 1998 (two), more Littl e Swifts were reco rd ed at Bolonia (Jan Bisschop, H an Zevenhuizen and Ronaid de Lange pers co mm , respective ly). The birds of 8 September 1998 were photographed as wel/. Th e fol/owin g cumulative description of th e five Littl e Swifts seen on 24 July 1996 is based on th e field notes compiled by RK, AvK, OK and RvdV and the photograp hs taken by OK (cf Outch Birding 18: 209, plate 201, 268, plate 250, 1996). SJZE & STR UCTUR E Small sw ifts, c1early sma ll er than acco mpanyin g Pallid Swifts. Wing less sick le-shaped, mo re blunt-tipped. Tail short and sq uare-ended. HEAD Dark brown-blackish, except for large w hite th roat-patch. UPPERPARTS & UNDERPARTS Rather evenl y co lo ured dark brown-b·lackish, except for broad sq uare wh ite rump (white extendin g to sid es of flank). WJNG Co loration as und erparts. Remiges perhaps bit paler than coverts. No w hite trailin g edge to seco nd ari es. TAJL Co lorati o n as upper- and underparts.
The identifi cation was straightforwa rd (cf ChantIer 1993, Chantler & Oriessens 1995). Of the Western Palea rctic Apus sw ifts, only Litt le, White-rumped and Pac ifi c Swifts A pacificus show a w hite rump. Littl e is eas il y di stin gui shed from th ese two by its square tail. Also, Whiterumped is longer-w inged and more intensely JOu/eh 8irding 20: 287·288, 19981
black. In add ition , it has a smal/er white rumppatch and a white trail ing edge to th e secondari es. These differences were obvious, especia l/ y when Littl e and White-rumped were seen together. Pac ifi c is much larger and brown er than both Littl e and White-rumped; it also shows a smal/er rump-patch th an Little. Th e Littl e Swifts recorded o n 24 Jul y 1996 (five) and 11 Jul y 1998 (two) were regularly seen enterin g th e cave, sometimes staving inside as long as a minute, suggesting they were breeding here. These records at Bolonia form the first indicati o ns of breeding of Littl e Swift in Spain and Europe (cf de Ju ana & Comité de Rarezas de la SEO 1998). It is worth mentioning that already on 30 May 1992 at least one Littl e Swift was record ed at Bolonia (tabi e 1). Little Swift is widespread in Africa south of the Sahara as we l/ as in th e Middle East (including Afghanistan and Iran) and th e Indi an subcontinent (including Indi a, Pakistan and Sri Lanka), with isolated populations in northern Africa, the Near East (i ncludin g Israel, Jordan and Turkey) and so uth-western Arabia (Chantler & Oriessens 1995). The Western Pal ea rcti c populations are large ly sedentary, breed in g from mid-Febru ary to late September (cf Ivri et al 1990, Sayad & Franchimont 1991 ). In Europe, Littl e Swift has been record ed as a vagrant in Britain, Greece, th e Iberian peninsuia, Ireland , Italy, Malta and Sweden (Lewington et al 1991 , Mitchel/ & Young 199 7). In Spain, there are now 14 accepted records, with 11 in mainl and Spain (ta bie 1). AI/ mainland records are from south ern coastal localities, with eight in March-June (including six in TABLE 1 Accepted reco rds of Little Swift / Hui sg ierzwalu w Apus affinis in mainl an d Spain (p re- 1996 records supplied by Ricard G utiérrez in litt)
Date(s)
Loca lity
Nu mber
04 Jun 198 1 30 Jan & 16 Feb 1982 21 Ap r 1983 25 09 19 13 03 30 13 21
8+ To rremo lin os, Má laga Málaga, Málaga 1 between Fac ina s and Tahi v illa, Cádiz Mar 1985 To rremo linos, Má laga Apr & 22 Ap r 1985 Za hara de los Atun es, Cád iz Lagun a de la Janda, Cád iz May 1987 1 (fresh Iy dead) Roquetas de Mar, Almerfa Jun 1987 1 Ap r 1992 1 To rremo lin os, Má laga May 1992 Bolonia, Sierra de la Plata, Cádiz 1+ May 1995 Mata lascafias, Huelva 1 May & 24 Jul 1996 Bolonia, Sierra de la Pl ata, Cádiz 2 & 5
287
Little Swift possibly breeding in Spa in in 1996 -98 April-May). Th e birds likely ori gin ate from no rthern Afri ca, poss ibl y in vo lv ing non - and postbreeding indi v iduals. I th ank Ri ca rd G uti érrez fo r suppl y ing the deta il s of the accepted pre- 1996 record s of Littl e Sw ift in mainland Spa in . References Chant ler, P 1993 . Identi ficat ion of Western Pa lea rcti c sw ifts. D utc h Birdi ng 15: 97- 135. Chant ler, P & D ri essens, G 1995 . Sw ifts: a gui de to the sw ifts and treeswifts of the world . Moun tfield. Ivri, Y, Peled, N & Yuva l, Y 1990 . [Obse rvatio ns o n a
co lo ny of the Li tt le Swift Apus affinis ga lilejens is.] To rgos 8 (2) : 31-4 1,74-75 . [In Heb rew; Engli sh summary.] de Ju ana, E & Co mité de Ra rezas de la SEO 1998. O bservac io nes de aves raras en Espaiïa, aiïo 1996 . A rdeo la 45 : 97-11 6. Lew ingto n, I, A iström, P & Co lsto n, P 199 1. A field gui de to th e rare birds of Britain and Europe. Lo ndon. M itc hell , D & Yo un g, S 1997. Photograp hi c hand boo k of the rare b irds of Britain and Euro pe. Lo nd on. Sayad, A & Franchi mont, J 199 1. Anth ropop hili e poussée d u Mart in et à cro upo n bl anc (Ap us affinis). Porph yri o 3 (1/2): 47-48 .
Ro land E va n der Vliet, Oosterdorpsstraa t 89, 3871 AC Hoevelaken, Netherlands
Breeding of White-rumped Swift in Portugal W hite-rum ped Sw ift Apus ca ffe r is a monotyp ic spec ies, al most exclu sive ly restri cted to Afri ca. lts d istributi o n th ere matc hes that of many Afrotro pi ca l spec ies, be ing common in southern Afri ca, north-eastwa rd s to Ethi op ia and occupying a w ide be lt across sub-Saharan reg io ns (C hant ler & Driessens 1995). An iso lated breedin g concentrati on in Senega l may represent a rel ict popu lati o n fro m the peri od w hen the Afrotro pi ca l fa un a stretched further north and west in coastal western Afri ca (Burto n, 1995). Since th e mid-1 950s, Red-rumped Swa llow Hirundo daurica has bee n expa ndin g its ra nge alo ng th e north ern sho res of the M editerranea n (G lutz vo n Blotzheim & Ba uer 198 5). Th e increas ing use of man-made stru ctures may have acce lerated thi s process (Turn er & Rose 1989) . Ce rta inl y in Portuga l, it has marked ly in creased over th e past 40 yea rs (Sa ntos Juni o r 1960, Ruf ino 1989). A lo ng w ith about six oth er retortnest- building hirundines, Red-rumped Swa ll ows are nest-p aras it ized by Whi te-rumped Sw ift (Chantl er & Dri essens 1995), thu s it is not altogeth er surpri sing that the former's expansio n in Iberi a woul d be marked by th e attend ance of the latter. H ow thi s esse nti all y trop ica l sw ift 'c rossed' th e Sa hara is another questio n tho ugh th e 'Senega l connection' v ia th e Sahel is a poss ibility. In the mid-1 960s, W hite-rumped Sw ifts were proved to be breeding in southern Spain (Fry & Eigood 1968, Ie S M il stein 1968; cf A ll en & Brud enell- Bru ce 1967, Ferguson-Lees & A ll en 1967). Later, Moroccan breeders were located (C hapman 1969). U ntil 1995, M orocco and Spa in were th e onl y countr ies kn own to ho ld 288
breedin g White-rumped Sw ifts in th e Western Palea rct ic, and th e spec ies was merely a vagrant to Portu ga l (Costa 1997) (for mo re info rm ati o n o n th e breeding occurrence of White-rumped Sw ift in Spain, see Hagemeijer & Bl air 1997 and Purroy 1997). In mi d-June 1995, six Whi te-rumped Sw ifts we re fo und at Min a de Säo Domin gos ju st east of M érto la in th e southern Al entejo (M oo re 1996). Thi s is a large area of abandoned mine spo il and buildin gs surrounded by dry steppe pasture and Euca lyptus pl antati o ns w ith a hi gh density of breeding Red -rumped Swa ll ows w hi ch had been fairl y we il watched throu ghout M ay 1995. A pair of sw ifts was trac ked to a 'reto rt-n est' (fac in g south ), c 12 m above th e ground in th e darkest alcove of a large roofl ess o re sil o. In late Jul y, acti v ity at the nest was freq uent, a turn ove r of three hours being usual. Before reenterin g the alcove, th e sw ifts inva ri abl y c ircl ed in a di stin cti ve steep ly angled 'fi gure eight' c 20 m above the ground, apparentl y wa ry of di sturbance (once w hen di sturbed, an approachin g bird uttered a very distinctive desce ndo of pi-pi-pi notes) . The birds fed over the woods by dav but descended to lower leve ls at du sk, fl y ing w ith great manoeuv rability a few cm above th e gro und. They we re inva ri ab ly feedin g at night fall. O n 30 Jul y, after confirming the abse nce of the pair, th e nest was very bri efl y illumin ated using a large mirro r to all ow photograph s to be taken at lo ng range. To minimize di sturbance, the nest was th en exa mined by enterin g th e alcove by ro pe. Th e nest's mouth appea red to have been pa rtl y opened and was full of feathers and fine straw, makin g it imposs ibl e to exa mine th e interior. A bout to w ith d raw, a fortuitous co ugh cl ose [Outeh Birding 20: 288-290, 19981
Breeding of White-rumped Swift in Portuga l
244 Nest occ upi ed by W hi te-rumped Swift / Kaffergierzwa lu w Apus caffer nestlin gs, M in a de Sào Domin gos, A lentejo, Portu ga l, 30 Jul y 1995 (C C Moore). Nest presumed to be o ri gin all y that of Red-rumped Swa ll ow Hirundo daurica 245 White-rumped Swift / Kaffergi erzwa lu w Apus caffer, Mina de Sào Domingos, A lentejo, Portugal , 30 Jul y 1995 (C C Moore)
to the nest immedi ately el ic ited 30 seco nd s of w hinn ying nestlin g sound s, not unlike nestlings of Lesser Kestrel Falco naumanni. Unfortunately, th e area was not visited aga in until November, w hen no birds we re seen. In 1996 and 1997, a pair nested again, once at th e original site and once c 500 m away, aga in in simil ar c ircum sta nces and again apparentl y arriving late at th e breeding site. O n 4 Octobe r 199 7, two birds in presumed ju ven il e plumage (fa intly frosted tips of remiges, duller black plumage and a more conspicuou sly pale chin , compared w ith the blueblack plumage, fully black primaries and duller chin patch of ad ults) were seen nearby. Brooke (1970) suggested that the nestlin g ca ll s in White-rumped Swift on ly occu r immediately around hatc hing time. Thu s, using thi s event as a temporal marker and data provided by Barrios (1993), it can be deducted that egg-I ayi ng probab ly occurred three weeks beforehand. Furthermore, thou gh pheno log ica l data are sca rce, a fledging date can be ca lcu lated to be about th e first week of September. Barrios (1993) indi cated that the spec ies is probably doubl e-brooded nea r G ibraltar w ith some second -brood young leav ing the nests as late as earl y November. This being the case, th e intermed iate dates for Po rtuga l might suggest a retarded first-brood phenology alth ough a second brood can certain ly not be ruled out, given no coverage of the site from August to November. If they are sin gle-brooded at Mina, it is possibl e that this is related to the different climate at the sites, Mina (75 km inland) having a more continental Iberian regime (Ribei -
ro et al 1987) thà n the regio n around Gibraltar. Certai nl y, the relati ve ly late arri va ls of Whiterum ped Swift at M in a lends crede nce to this argument. References A ll en, F G H & Brudenell-Bru ce, P G C 1967. Th e W hite-rumped Swift Apus caffer in southern Spa in. Ibis 109: 113-115. Barrios, F 1993. Vencejo cafre, v iv ir en casa aje na. Garcill a 87: 22-23. Brooke, R K 1970 . Taxo nomic and evo luti ona ry notes o n th e subfamilies, tri bes, genera and subgenera of the sw ifts (Aves : Apod id ae). Durban Mus Novit 9 (2) : 13-24. Burton, J F 1995. Bi rd s and clim ate chan ge . Londo n. Chantl er, P & Driessens, G 1995. Swifts: a guide to the sw ifts and treeswifts of the world. Mountfield . Chapman, KA 1969 . Wh ite-rumped Swifts in Morocco. Br Birds 62: 337-339. Costa , H & Comité Portuguêz de Rarid ades da SPEA 1997 . Aves de ocorrência rara ou accidenta l em Portu ga l. Parde la 5 : 4-1 9. Fergu so n-Lees, I J & A ll en, F G H 1967 . Studies of less fam ili ar birds 145: White-rumped Swift or Little Sw ift. Br Bird s 60: 286-290. Fry, e H & Eigood, J H 1968. The id entity of w hiterumped sw ifts in Europe. Br Birds 61: 37-4 1. G lutz vo n Blotz heim, U N & Bauer, KM (editors) 1985 . H andbu ch der Vögel M itte leuropas 10. Wiesbade n. Hagemeij er, W J M & Blair, M J (ed itors) 1997. Th e EBeC atlas of Europea n breeding birds: their di stri bution and abundance. London. Ie S Mi lste in, P 1968. Li ttle or Wh ite- ru mped Swift? Br Birds 61: 36-37 . Moore, C C 1996. N id ifi caçào de Andor inh ào-cafre em Portu ga l. Pardela 2 (2) : 20-21.
289
Breeding of White-rumped Swift in Portugal Purroy, F J (co-o rdin ator) 1997. At las de las aves de Espafia (1975- 1995). Barce lona. Ribeiro, 0 & Lautensach, H 1987. Geografia de Portu ga l II (0 Ritmo Clim ático e a Pai sagem) Ediçöes Joào Sá da Costa Ld a. Lisbon. Rufino, R 1989. Atlas das aves que nidifi ca m em
Portuga l Contin enta l. Li sbon . San tos Junior, J R 1960. Occurênc ia da Hirundo daurica do Norte de Portu gal. Publ Inst Zoo l 'D r. Augusto Nobre' 72. Turn er, A & Rose, C 1989. A handbook to the swa ll ows and martin s of the world. London.
CC Moore, v/v Monte Ma r R/C Monte Santa Luzia, 2775 Parede, Portugal
Noordse Boszanger op Terschelling in oktober 1996 Op 2 oktober 1996 zaten Jo han Goudzwaard, Cor Oskam, A ri e Ouwerkerk, Kees Ouwerkerk en Roland van der Vliet zeetrek te te ll en bij Oosterend, Terschelling, Fri es land . O mstreeks 17 :00 zag AO een zangvoge ltje langsv li egen en landen in het helm vlak voor de post. 'Voor de zekerh eid ' bes loot hij het te c hecken, erva n uitgaa nde dat dit de zovee lste Ro·odborst Erithacus rubecula was . Groot was zijn verb azi ng toen bleek dat het een bosza nge r Phylloscopus betrof met twee duidelijke vleu ge lstrepen. Na de uitroep ' Bl adkoning' voegden de andere vier waarnemers z ic h direct bij AO. Het was snel duidelijk dat het geen Bladkoning P in orn atus kon zijn , onder meer va nwege de effen gek leurde terti als. Vanwege de li chte poten oppe rd e RvdV de moge lijkheid van Noordse Boszanger Pborealis, ee n determin atie waa r de anderen het snel mee eens waren. De voge l werd daarna direct doorgegeven per semafoon zodat in totaa l 14 op het eil and aa nwez ige vogelaa rs de voge l konden bekijken. De vo lgende oc htend leverd e ee n zoekactie niets op. De beschrijving is gebaseerd op ve ld notities va n RvdV en foto 's va n AO en Rudy Offereins.
V LEU GE L Mosgroe n als bove ndelen met. twee crème-
kleur ige v leugelstrepen . Toppen va n grote dekveren onderste v leugelstreep vormend; deze was lang en opva ll end, niet tot aan onder rand va n vleuge l reikend . Toppen va n middelste dekveren bovenste v leugelstreep vo rme nd , eve neens onderrand va n v leugel ni et bereikend ; deze v leuge lstreep mee r bestaa nd ui t aparte veertoppen waa rdoor hakkeli g en mind er du idelijk dan onderste. Beide v leuge lstrepen eve n breed. Li chtgroene ran den aa n slagpe nnen all een in goed li cht te zien, geen v leuge lpanee l vormend. Gee l v lekj e bij vleuge lboeg als bi j Fiti s. Terti als zo nder li chte rand of top . ONDERDELEN W it met (in goed li cht) on duid elij ke gee lgroe ne waas. Op zij hals mee r grij sg roen : daa rd oor co ntrast met w itte kee l en voorborst, ook in slechter li cht waarneembaa r. NAAKTE D ELE N Bovensnave l donker. O nd ersnavel o ranj eachtig zo nder do nkere punt. Oog donker. Poot li cht ora nj eroze. ROEP Kort, afgebeten, metaalac hti g, zac ht tzit. GEDRAG Veel bewegend op duin za nd. Soms omhoog kruipend in helm. Wa nn eer v li ege nd, dan slechts over korte afstand, en laag b lij ve nd. Benaderbaar tot op 1 m. Tijdens bewege n vaak om hoog ki jkend en soms staa rt omhoog houdend.
246 Noord se Bosza nger / Arctic Warb ier Phylloscopus borealis, Tersc hellin g, Fries land, 2 oktober 1996 (A rie Ouwerkerk)
GROOTTE & BOUW Stevige, dikke, grote bosza nger met
korte staa rt. D ikke, grote kop. Fo rse, dikke pote n. Snavell engte ongeveer ge lijk aa n teuge l lengte plu s doorsnede oog . Lange handpenprojectie. Korte onderstaa rtdekveren . KOP Bovenkop effen donker mosgroen, donkerder dan bij Fitis P trochilus of Tjiftjaf P collybita. We nkbrauwstreep crèmegee l en sc herp begrensd door boven kop en oogstreep, ni et sa menkomend boven snave l. Wenkbrauwstreep halverwege teugel beg inn end, daar sc herp begrensd, ac hter oog ve rbredend en daarna met knik omhoog lopend tot op ac hterhoofd, waa r ab ru pt eindi gend. Oogstreep zee r donker mosgroen, als bovenkop. Oorstree k v lekke ri g en duidelijk afgegrensd va n onderdelen door donkere rand. BOVEN DE LEN Min of meer egaa l mosg roen, als bovenkop.
290
[Dutch 8irding 20: 290-291 , 1998[
Noordse Boszanger op Terschelling in oktober 7996 De comb in atie van forse bouw, lange snave l, li chte poten, gr ij s waas op zijh als, niet samenkomen van de wenkbrauwstreep boven de snave l en roep sloot all e andere boszangers met vleuge lstrepen uit. Bladkoning en Humes Bladkoning P humei hebben bovendi en li chte randen aan de tertials. Pall as' Boszanger P proregulus vertoo nt een duidelijke streep op de bovenkop, alsmede een lichtge le stuit. Van de meest op Noordse Boszanger lij kende soorten hebben Gra uwe Fitis P trochiloides en Groene Fitis P nitidus meestal een enke le vleuge lstreep maar Sw inh oes Bosza nger P plumbeitarsus twee. Deze drie soorten hebben een ni et va n de onderd elen afgesc heiden oorstreek en donkere poten en roepe n duidelijk tweelettergrepig (G roene Fitis en Swinhoes Boszanger vaak drielettergrepig) (cf A lström & O lsson 1987, 1989, Lew in gton et al 1991 , Jo nsso n 1997) Noordse Boszanger broedt in de bossen va n Fen noscandi nav ië oostwaarts tot in Alaska, VS . De soo rt overwintert grotendee ls in Z uidoostAzië. Jaarlijks bereiken dwaalgasten WestEuropa. In Nederland waren er tot 1996 ac ht geva ll en (een vondst en zeven rin gva ngsten) in de periode 9 september tot 2 november. De waarneming va n 1996 was dus het negende geva l en de eerste veldwaa rn em ing. Een jaar na
deze eerste ve ldwaarnem in g vond de tweede plaats: op 28 september 1997 op de Maasvlakte, Zuid-Hol land (D utch Birding 19: 259, plaat 268269, 1997).
Summary ARCTIC WARBLER ON TERSCHELLING IN OCTOBER 1996 On 2 October 1996, an Arct ic Warbier Phylloscopus borea/is was found on Tersc helling, Fri es land, the Netherl ands. It was see n by 14 observers durin g the afternoon. Identification was based on th e combin ation of size, long bi ll , pa le legs, doubl e w in g-bar, plain tertial s, greyish was h on the side of neck, superci li a not joinin g above bill and voice. Thi s co nstituted the ninth record and on ly the first-eve r sight record of th is species for the Netherlands, to be fo ll owed by a second on 28 September 1997 at Maasvlakte, Zuid-Ho ll and (Dutch Birding 19: 259, p late 268-269, 1997).
Verwijzingen A iström, P & O lsson, U 1987. Fi eld identifi cat io n of Arctic and Green ish Warbi er. Proc 4th In t Identif Meeting Eilat Nov 1986: 54-57. A iström, P & O lsso n, U 1989. Unterscheidu ng vo n Wander- Phylloscopus borealis und G rünl aubsä nger P trochi/oides. Li m ico la 3: 269-279. Jonsson, L 1997. Vogels va n Europa, Noord-Afri ka en het M idden-Oosten. Vi jfde druk. Baarn . Lew in gton, I, A iström , P & Co lsto n, P 1991. A fie ld guide to th e rare b irds of Britain and Europe. Lond en.
Roland E van der Vliet, Oosterdorpsstraat 89, 3877 AC Hoevelaken, Nederland Arie Ouwerkerk, p/a Lergerbosweg 2, 8896 JM Terschelling-Hoorn, Nederland
Huiskraai broedend in Hoek van Holland in 1997 en 1998 Sinds april 1994 bevinden zich twee Huiskraaien Corvus splendens in Hoek va n Holland, Rotterdam, Zu id-Ho ll and. Het betreft het eerste geva l en de eerste twee exemplaren van deze soort voor Nederland; het tweede geva l betreft een derd e, so litai r exemp laar dat van november 199 4 tot ten minste augustus 1997 bij Renesse, Zeeland , verb leef (cf Ebels & Westerlaken 1996, van Dongen et al 1997). Vanwege het feit dat de beide voge ls van Hoek van Ho ll and van versch illend ges lac ht leken te zijn (Ebe ls & Westerl aken 1996), werd niet uitges loten dat de voge ls hi er tot broeden zouden kom en, omdat Huiskraaien elders in de were ld tot vaak grote populaties zi jn gekome n na aa nkomst van de eerste exemplaren (cf Mein inger et al 1980, Bijl sma & Me ininger 198 4, Rya ll 1994, 1995, Ebels & Westerlaken 1996). IDutch Birding 20: 291·295, 19981
In 1997 bleken de voge ls inderd aad tot broeden te zijn gekomen. Op 7 apri l 1997 zag Roy Slaterus beide vogels met nestmateriaal nabij de kruising Schelpweg-Duinweg. Op 3 mei zag RS de vogels hier opnieuw (Roy Slaterus in litt) en uit waarnemingen ingesproken op de Dutc h Birding-vogellijn bleek deze locatie een vaste stek te zijn geworden. Op 17 augustus 1997 werd éé n jong geme ld (va n Dongen et al 1997). Op 21 augustus zagen Co van der Wardt en Monique van der Wardt dri e Huiskraaien bij elkaar foerageren op de parkeerpl aats b ij de kruising Sc helpweg-H elmweg . Eén va n de voge ls ondersc heidde zich door een wat li chtere buik en bedelde om voedse l bij de andere twee (Co va n der Wardt in litt). Op 6 september 1997 werd het jong gefotografeerd langs de Koning in Emmaweg in Hoek van Holl and doo r Fe li x Versc hoor. De op de foto zichtbare forse en gewelfde snave l, het steil e voorhoofd, de donkere maar niet zwarte kleur va n kop, hals en borst 291
Huiskraai broedend in Hoek van Holland in 7997 en 7998 en de lange v leuge ls passen all een op Hui skraa i (Madge & Burn 1993, Cramp & Perrin s 1994). De doffe do nkerbruin e kleur van kop, hal s en borst du idt op een jonge voge l evenals de op borst en buik z ichtbare lichte bases aan de veren; door de kortere veren zijn de I ic hte bases bij juveni elen meer opva llend dan bij ad ulte voge ls (Cramp & Perrins 1994). De bruine kleur van kop, hals en borst past beter op het eerste w interkl eed dan op het juven iele kl eed waarin deze delen dofgrij s zijn . De postju veni ele rui beg int waarsc hi jn lij k snel na het uitvliege n (dri e tot vier weken na het uitbroeden) en omvat in ieder geva l kop, li chaa m en klein e en middelste dekveren; deze rui naar eerste winterk leed kan in september-oktober vo ltoo id worden (C ramp & Perr in s 1994). De op de foto zichtbare donkerbruin e iris en de zwa rte poten geven ook aan dat de voge l al enkele ma anden oud was omdat ju veni ele een vuilwitte tot grij sb lauwe iri s en grij s-v leesk leuri ge poten hebben (Cra mp & Perrins 1994). Op 29 oktober 1997 zag RS langs de Duinweg de dri e vogels, die 's avonds met Kauwen C monedula gi ngen slapen in het park ten westen va n de Duinweg; het was zic htbaar dat één va n de dri e voge ls iets bruiner op de hals was dan de andere twee. Op 21 maa rt 1998 zagen Klaas Ei ge nhuis en j aap van 't Hof de drie voge ls op één van de daken bij de D uinweg (Voge lj aa r 46 : 191, 1998 (foto)); de j onge voge l verschilde van de ouders door de doffere kleur va n het verenkl eed (Jaap van 't H of pers meded). Op 17 april 1998 zag RS de drie voge ls nab ij de kru ising Duinweg-Sche lpweg, waa rbij twee voge ls wederom werd en gez ien met nestmateriaa l. Een versc hil in verenk leed tussen ouders en jong viel hem d itm aa l ni et op maa r omdat RS meer gesp itst was op het maken va n ge lui dsopnamen dan op het bestuderen va n het verenkleed, kan het kleurverschil bij de derd e voge l gemakke lij k ove r het hoofd zijn gez ien. Het doffe bruin e waas is het meest opva ll end bij ges leten voge ls in het tweede ka lend erj aa r; de twee oudervoge ls vertoonden in ap ril 1994, toen ze naar mag wo rden aa ngenomen ongeveer één j aa r oud wa ren, een opval lende bru i ne waas op hals en v leuge ls (Ebels & Westerlaken 1996). RS maakte op all e genoemde waa rn emin gsdatum s ge luidsopnamen. Op en kele opnames zijn de dr ie voge ls kort na elkaa r te horen waarbij individu ele ve rschill en in roep te ho ren zijn (Roy Slaterus in litt). Op 9 ju li 1998 zag W im j anssen twee ad ulte Huiskraa ien en een pas uitgevlogen jon g in de bomen langs de Sche lpweg; er was ee n vierd e 292
voge l aa nwez ig maa r deze werd te slecht gez ien om te bepa len of het ee n jon ge of adu lte voge l was (Wim j anssen pers meded). Op 18 ju li 1998 zag Enno Ebe ls op de parkeerpl aats bij de kruisin g Schelpweg-He lmweg twee ad ulte Hui skraa ien d ie eve n later geze lsc hap kregen va n het jong. Het jo ng versch il de van de twee ouders door de donkerdere en doffere kleur va n de kop, hals en borst en door het iets afw ij kende kopprofiel; de bove nsnave l was minder sterk gekromd en eindigde in een ' haakje' en het voorhoofd leek minder ste il. Opva ll end was de li chte, 'zac hte' mondhoek di e z ich vanaf de basis tot ongeveer halverwege de snave l uitstrekte.' De voge l bede lde af en toe bi j een va n de andere voge ls. Op 22 juli werd en opn ieuw vier voge ls gemeld (d ri e adulte en een jon g; Remco Hofland pers meded), zodat aa ngenomen m ag worde n dat de jonge voge l uit 1997 nog (of weer) aa nwez ig was. Op 23 ju li 1998 zag Leo Boon twee adulte en het jong nab ij de patatkraa m bij de kruisin g Sc helpweg- Helm weg; de drie voge ls, waarva n het j ong voo rtdurend bede lde, werd en op video en foto vastge legd (cf Dutc h Birdin g 20: 190, pl aat 152, 1998, daar abusi eve lij k verme ld als ad ult te Kollum erl and, Friesl and , Dutch Birdin g 20: 240, 1998). De opva ll ende li chte mondhoe k va n het jong was roze gekl eurd, evenals de binn en mo nd (Leo Boon pers meded). Tot in november 1998 werden vervo lgens met en ige rege lmaat tot vier voge ls bij elkaa r gemeld op de Dutch Bird ing-voge llijn . Het nest is beide j aren ni et gevonden maar waarschijnlijk bevond het zich in de hoge bomen nabij de kruisin g Duinweg-Schelpweg waar in de oudervoge ls vaak rustend we rd en aa ngetroffen (Roy Slate ru s in litt, Enno Ebe ls pers obs). Hui sk raa ien broeden overwegend in bomen, altijd dicht bij waa r mensen wo nen; voo ral in Ind ia wordt echter ook rege lmatig op gebouwen en hoge kun stwerken als masten en lantaarnpa len gebroed (C ram p & Perrin s 199 4). De gemiddelde legse lgrootte va n Huiskraa i in de regu li ere broedgebieden is vier eieren, waa rva n ongeveer dri ev ierde wordt uitgeb roed; het aa ndee l uitgev logen jongen is ruim de helft (Cramp & Perrin s 1994). Het enkele jong in zowe l 199 7 als 1998 in Hoek va n Holl and betekende du s een laag broedsucces. Op gro nd va n bovenstaa nde waarnemingen en documentatie wordt geconcludee rd dat zowe l in de zomer va n 199 7 als d ie van 1998 een geslaagd broedgeval p laatsvond, be ide keren met één grootgeb rac ht jo ng. Dit waren de eerste broedgeva ll en voor Neder land en Europa (cf
Huiskraai broedend in Hoek van Ho lland in 7997 en 7998
I House Crow Corvus sp/endens, eerstej aars, Hoek van Holland, Zu id -Ho ll and, 6 september 1997 (Fe /ix Verschoor) 248 Huiskraaien I House Crows Corvus sp /endens, ad ult (rechts) en ju venie l, Hoek van Ho ll and, Zu id -Holl and, 23 juli 1998 (Leo J R Boon/Cursorius)
247 Huiskraa i
Ebels & Westerlaken 1996). De jonge voge ls betekenden de vierd e en vijfde Hui skraa i voor Nederland en z ijn als zoda ni g door de Commi ssie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) aanvaard. Het dichtstbijzijnde broedgebied bevindt zic h te Suez, Egypte (Madge & Burn 1993). Op gro nd van bovenstaande broedgevallen lijkt de kans reëe l dat Huiskraai als broedvoge l vaste voet aa n de gro nd krijgt in Nederland. De erva rin g met deze soort in andere nieuwe broedgeb ieden geeft aa n dat dit scenario tot concurrentie met inheemse voge lsoorten kan leiden waarb ij de inheemse soorten vaak sterk in aa ntal achteruitgaa n (Long 1981 , Ryall 1994; 'ca n be a seri ous pest' , Snow & Perrins 1998). Deze ervaring heeft ge leid tot pleidooien om de kolonisatie van Huiskraaien in nieuwe geb iede n door mense l ijk ingrijpen af te remmen of gehee l te stoppen in een stad ium waa rin dat nog mogelijk is (Rya ll 1994). In Hoek va n Holl and zou die mogelijkheid nu nog aa nwez ig zijn . De vraag is ec hter of menselijk ingrijpen daadwerkelijk gewenst en te leg itimeren is . Bij deze vraag spee lt de opvatting een rol of Huiskraa i moet worde n beschouwd als een ongewe nste exoot die het bestaande eco log i-
sc he evenwicht drastisch kan verstoren (en dus als ongewenste faunaverva lsing) of als ee n succesvo ll e kolonist die handig gebruik maa kt van de kanse n die intern atio naa l vervoer over zee biedt om ni euwe gebieden te veroveren. Bij de laatste opvattin g is mense lijk ingrijpen moe ilijk(e r) te leg itimeren, zeker als de soorten d ie kunnen lijden onder de succesvo ll e expansie van Hui skraa i niet tot kwetsbare soorten met een beperkt verspre idin gsgeb ied horen. Nab ij ge legen kolonies va n b ijvoorbee ld een kwetsbare soort als Visdief Sterna hirundo (c 800 paar in de Vogelvallei Maasvlakte, c 7 km van Hoek va n Holl and , één van de grootste kolonies va n Nederland) zouden bedreigd kunnen word en bij een snell e toename van het aa ntal Hui skraa ien en via expa nsie langs de Holl andse kust is bedreiging va n broedgebieden elders in het land en vervo lge ns verder zeker ni et denkbeeldig (Peter Meininger in litt). Zu lke bedreigende situati es doen zich evenwe l met name en vee l sterker voo r bij kwetsbare soo rten op eil anden of andersz in s geïso leerde broedgebieden wa nneer hun broedgebied wordt 'bezet' door bijvoorbeeld als versteke lin g met schepen meegekomen vogelsoorten of ratten die met name door preda293
Huiskraai broedend in Hoek van Holland in 1997 en 1998 ti e en voedse lconcurrent ie de oorspro nkel ijke soorten in hu n voortbestaa n bedreigen (cf Q uammen 1996) . In derge lijke situ ati es is er (nog) meer aanl eiding om de inheemse soorten te besc herm en doo r de ni euw komers te bestrijden. De 'status aparte' van Hui skraa i op de Nederlandse lij st (a ls 'shi p-ass isted' dwaa lgast toc h toege laten tot de lij st) geeft aa n dat de Commi ss ie Systemati ek Nederl and se Avifauna (CSNA), verantwoordelij k voo r het bepalen va n de statu s va n voge lsoorten in Nederl and, Hui skraai als een ' natuurlijke' aa nvullin g op de Nederl and se avifaunisti sc he lij st besc houw t (cf va n den Berg & Rose laa r 1995). Hoewe l de CSNA gee n zeggensc hap heeft over de wense lijkh eid van menselijk ingrijpen om de ve rspreidin g va n Hui skraa i af te remmen, geeft hun standpunt dat Hui skraa i niet als exoot besc ho uw d di ent te w orden wel voedin g aan de di scuss ie. In Durban, Zuid-Afrika, zorgen 10 OOOen Hui skraa ien, nakomelingen va n de vijf tot zes exemparen die hier in september-oktober 1972 voor het eerst we rd en gez ien (Long 198 1), samen met 10 OOOen Treurmain a's Acridotheres tristis (die hier in 1888 of 1900 w erden geïntroduceerd, Long 1981 ) voor grote probl emen. H et advies van Z uid-Afrikaa nse ornithologen aan Nederl andse co ll ega's tijd ens het 22e Intern ation ale Ornithologisc he Con gres in Durban in augustu s 199 8 w as daa rom om de populati e van Hui skraa i in de ki em te smoren en zo snel moge lijk uit te roeien (Peter M eininger in
I itt). All es ove rziend lijkt het raadzaa m dat potent iee l betrokken part ij en, zoa ls Voge lbeschermin g Nederl and, Faun abesc hermin g, Mini steri e va n Landbou w, N atuurbeheer en Vi sserij, en SOVO N Voge londerzoek Nederl and, o p korte termijn een strateg ie bepalen hoe om te gaan met een eventu ele succesvo ll e verd ere groei va n de broedpopul atie van Hui skraa i in Hoek va n Ho ll and en daa rbuiten. Binnen Voge lbesc hermin g Nederland is reeds een start gemaa kt met deze di scussie (Gerard Steinhaus pers meded). De actu aliteit va n deze v raag is verd er toegenomen nu in het naj aa r va n 1998 oo k één of twee Hui skraa ien z ijn vastgesteld in Fri es land (Kollumerl and, 1519 augustu s) en Gronin gen (Win sum, 20-22 september, moge lijk hetzelfde exempl aa r) (van den Berg & Bosman 1999; Birdin g W o rld 11 : 293, 1998 (foto)) . Ik dank Leo Boon, Remco Hofland, Roy Slateru s, Gerard Steinh aus (Voge lbeschermin g Nederl and ) en Co va n der W ardt voor de verstrekte inform ati e. 294
Summary HOUSE CROW BREEDING AT HOEK VAN HOLLAND IN 1997 AND 1998 In the summer of 1997, two Ho use Crows Corvus splendens present at Hoek va n H o ll and, Z ui dHo ll and, the Neth erl ands, fro m at least 10 April 1994 o nwa rds (Ebels & Westerl aken 1996) bred and successfull y raised one youn g. O n 6 Septem ber, the youn g was ph otog raphed, then pres um ab ly a few wee ks to a few month s o ld . It had a dull browni sh-g rey head, neck and breast as we il as co nspi cuo us pa le fea th er bases on the underparts. The brow n was h o n head, neck and breast and th e dark iri s and dark legs indi cate a b ird moul tin g to first-w inter plum age, as ju ve nil es show a d ull grey head, neck and breast, a pa le iri s and greyish-fl es h legs . The th ree bird s we re see n anew in A pril 1998 w h en the two ad ults we re aga in nest building. O n 9, 18, 22 and 23 Jul y 199 8, a youn g of a few weeks o ld was see n and photograph ed togeth er w it h two ad ults in th e sa me area (cf Dutch Bi rd ing 20 : 190, p late 152, w ro ngly captio ned as ad ult at Ko llum erl and, Fri es land) . From at least 22 Jul y o nwa rd s, also last yea r's yo ung was seen aga in and into at least November 1998 all fo ur bird s we re repeatedl y reported togeth er. . These reco rd s represe nted the fourth and fifth H ouse Crows fo r the Netherl and s (th e third was a bird at Renesse, Zee land, fro m November 199 4 to August 1997) and the f irst breeding reco rd s fo r th e Neth erl ands and Europe. The nearest regul ar breedin g areas are at Su ez, Egypt. A successful co lo nizati o n of the area in fo rth co min g yea rs seems poss ibl e. It is debatabl e w heth er meas ures sho uld be ta ken to prevent thi s (as suggested by, eg, Rya ll 1994). This depend s m ainl y o n th e opin ion w hether Ho use Crow should be rega rded as an unwe lco me in trud er threatenin g indi geno us spec ies o r as an exampl e of a successful spec ies w hi ch has taken adva ntage of modern deve lopm ents (s hi p traffic) and w hi ch di stribution ca n, th erefo re, be co nsidered ' natural' . Fo ll ow in g the first view, extermin ation in an ea rl y stage would be the most log ica l so luti o n. If the latter v iew is fo ll owed, however, it would be preferabi e to let deve lopments ta ke th eir own course.
Verwijzingen va n den Berg, A B & Bos man, C A W 1999. Ze ldzame voge ls va n Nederl and - Rare bi rds of the Neth erl ands. H aa rl em. va n den Berg, A B & Rose laa r, C S 1995 . Status va n Hui skraa i in N ederl and. Du tc h Birding 17: 256-257 . Bijl sma, R G & M eininger, P L 1984. Behav io ur of the Ho use Crow, Corvus splendens, and ad di t io nal notes o n its d istribution . Gerfa ut 74 : 3- 13. Cra m p, S & Perrin s, C M 1994 . Th e b ird s of the W estern Palea rctic 8. Oxford . va n Do ngen, R M , de Ro uw, P W W & Hofland, R 1997, 1998. Recente meld ingen Nederl and : augustus-septem ber 1997, o kto ber-n ovem be r 1997, februari-m aa rt 1998. Dutch Birdin g 19: 262 -268, 309314; 20: 9 1-95 . Ebels, E B & W esterl aken, H 1996 . Hui skraa ien b ij Hoek van H o ll and sind s april 1994 en b ij Re nesse
Huiskraai broedend in Hoek van Holland in 1997 en 1998 sinds november 1994. Dutch Birding 18: 6-10 . Lon g, J L 1981. Introduced bird s of th e wo rld. Newton. Madge, S & Burn, H 1994. Crows and jays : a guide to the crows, jays and magpies of th e world. Lond en. Meininger, P L, Mu llié, W C & Bruun, B 1980. Th e spread of the House Crow, Corvus splendens, with speci al reference tot the occurrence in Egypt. Gerfaut 70 : 245-250. Quammen, D 1996 . Th e song of the Dodo. Island bio-
geography in an age of extinctions. New York. Rya ll , C 1994. Recent extensions of ran ge in th e House Crow Corvus splendens. Bull Br Ornithol Cl 114: 90100. Rya ll , C 1995. Add itional records of ran ge extensions in the House Crow Corvus splendens. Bull Br Orn itho l Cl 115: 185-187. Snow, D W & Perrin s, C M 1998. The birds of th e Western Palearctic. Conc ise edition. Oxford.
Enno B Ebels, Lessinglaan 11-2, 3533 AN Utrecht, Nederland (ebe ls@wxs.n/J
8rieven _____________ Records of white-eyes in Belgium In the paper on the id entification of Chestnutflanked Zosterops erythropleurus and Japanese White-eyes Z japonicus (Lethaby 1998), some data are presented on th e occurrence of escaped w hite-eyes in Europe. The mentioned Belgian reports, however, w ere partly in co rrect or incompl ete. They should be as follows: Chestnut-flanked White-eye 14 Apr il 1990, De Haan, West-Vlaanderen, trapped and rin ged (ringer Philippe Schepens; Herroei en 1997). 5 October 1991 , Meetkerke, West-Vlaanderen, trapped (not rin ged) (rin ger Philippe Schepens; reported on Dutch Birding birdlin e; Gunter De Smet in lilt). 2 November 1994, Heist, West-Vlaanderen (Dirk Verroken en Lu c Verroken; reported on Dutch Birding birdline; Gunter De Smet in lilt). Madagascar White-eye Z maderaspatanus 14 October 1980, Hoboken, Antwerpen, trapped, ringed and photograph ed (ri nger L Wij ns-Verhaag; not Chestnut-flanked White-eye as erroneously stated in Lethaby 1998). Oriental White-eye Z palpebrosus 18-25 February 1996, Ti enen, Vlaams-Brabant, two individual s at feeding tabl e Uonckers 1996, Herroeien 1997). Please also note that the Belgian rarities committee (BAHC) has not considered any of the white-eyes reported in Belgium (contra Phil ippe Schepens in litt in Lethaby 1998; Gunter De Smet in litt).
White-eyes have been imported into Europe for lOs of yea rs and still are. For examp le, between September 1993 and September 1994, 520 Chestnut-flanked, 2240 Japanese and 150 unidentified white-eyes were imported into Belgium (or were in transit) throu gh Z ave ltem airport in Brussels (Ministère des Classes Moyennes et de I' Agriculture, sine dato). All these birds came from Hongkong, China . The first successfu l breeding in captivity in Belgium of Oriental and C hestnut-fl anked White-eyes occurred in 1972 and 1982, respectively (Witte Spreeuwen 24: 336-337, 1974; 33: 316-317, 1983; Paul H erroe ien in litt) . We thank Paul H erroei en and Gunter De Smet for pointing out the in accurac ies in Nick Lethaby's paper, which were entirely the responsibility of the editors of Dutch Birding, and for supplying the correct information. References Herroeien, P 1997. Naam lijst van de voge ls van Bel gië (soorten, ondersoorten, status en aanta l broedparen) 1901-1995. Tweede ed itie. Boutersem. Jonckers, M 1996. Toeri sten op de voedertafel. Ons Vogelblad 29: 5-6. Leth aby, N 1998 . Identification of Chestnut-flanked and Japanese White-eyes. Dutch Birding 20: 57-61. Ministère des Classes Moyennes et de I' Agricu lture, service vétérinaires, Section C1TES/ Protection An imale, sine dato. Rapport sur les mortalités d'oiseaux en transport international. Bru xe ll es.
Editors of Dutch Birding, Postbus 116, 2080 AC Santpoort-Zu id, Netherlands (editors@dutchbirding.n/J [Ou/eh Bi/ding 20: 295, 7998[
295
Varia _____________
249-250 Leucistic Great Grey Owl / Laplandui l Strix nebulosa, Ou lu, Finland, March 1998 (jari Pe/tom채ki)
Again leucistic Creat Crey Owl in Finland in March 1998 During the w inter of 1997/98, a late influ x of Snowy Owl Nyctea scandiaca and a few Great Grey Ow l Strix nebulosa occurred in Fin land. In March 1998, apart from a Snowy Owl, at least three Great Grey Ow ls stayed around Oulu and o ne of them was a rare leucistic indiv idual. The
bird cou ld be watched by many birders and was ca lled Lind a, after the popu lar blond Finni sh violin player Linda Brava . The b ird looked remarkab ly simi lar to another leuc istic Great Grey Ow l stav ing w ith two normall y co loured individuals at Sonkari, Vesanto, 60 km west of Kuopio, during March-April 1994 (Dutc h Birding 17: 1920, 1995) .
Jari Peltom채ki, PO Box 42, 9 790 7 Liminka, Finland (finnatu re@/iminga nlahti.suomi.netJ
Recensies JON L DUNN, LARRY ROSCHE & JOHN W VANDERPOEL 1997. The advanced birding video series : the large gul/s of North America. Bird Images video guides (Peregrin e Video), 28 Carousel Walk, Sherburn-in-Elmet, North Yorkshire LS25 6LP, UK, GBP 16.95 (p lu s GBP 1.00 p& p; GBP 2.00 outside Europe) . With Jon Dunn as a narrator, this video presents 119 minutes of im ages of large white-headed gull s, the sma llest being Baltic Gu ll Larus fuscus. It covers Ca li fornia
296
Gu ll L californicus, Great Black-backed Gu ll L ma rin us, Kelp Gu ll L dominicanus, G laucous-winged Gull L g/aucescens, Western Gu ll L occidentalis (a lso hybrids Glaucou s-w inged x Western), Ye ll ow-footed Gu ll L livens, Glau co us Gull L hyperboreus (a lso L h leuceretes), Iceland Gu ll L g/aucoides g/aucoides, Kumli en's Gu ll L g kumlieni, Thayer 's Gu ll L g thayeri (no less than 14 minutes), Eu ropean Herring Gu ll L argentatus (not all ages), America n Herring Gull L smithsonianus, Vega Gu ll L vegae, Yell ow-I egged Gu ll L mi-
[Ou/eh 8irding 20: 296-297, 19981
Recen sies ehahel/is, Slaty-baeked Gu ll L sehistisagus, Baltie Gu ll (onl y adults) and Lesser Black-backed Gu ll L grael/sii. Apart from films, also still s and stop-action techniqu es are used, offering excellent ways to expl ain w hat features to look for. For beginners in gull wate hin g, a succinct but thorou gh introdueti on shows the basics of topography by zooming-in on gonys, gonydea l angle, primary extension, mirror, terti al or scapular. Under age chronology, moult and age grou ps (Ye ll ow-footed being the on ly large w hite-headed gull acquiring ad ult plumage in less th an 3.5 yea rs) are also presented in an educationa l manner. For many species, the intraspec ific va riation in, for insta nce, second-w inter plumages is we il illu strated. Oifferences in voca li zations are not hi ghli ghted. The rootage not only orig in ates from th e Ameri cas but also from north -eastern As ia, north-western France and elsewhere. The inclusion of Ponti c Gull L eaehinnans and more plum ages of Balti c Gu ll would have made it a complete guide not on ly for North Ameri ca but also for the Atl antic coast of Europe (a lbeit taxa like Heuglin's Gull L heug /in i may occur furth er west in Europe than presentl y know n). This video ca n be rega rded as one of the most detailed ever produced on birds and on ly the best of experts may trace a few mi stakes or shortco mings. Eve ryo ne w ho wa nts to know more about the id entification of large w hite-headed gull s should buy the v id eo and, surely, lea rn a lot. ARNOUD B VAN DEN BERG
MALCOLM OGI LVIE & STEVE YOUNG 1998. Photographie handbook of the wi/dfow/ of the wor/d. New Ho lland Publi shers Ltd, 24 N utford PI ace, London W1 H 60Q, UK . 175 pp. ISBN 1-85368-625-5 . GBP 29.99 . Thi s book covers all the species of ducks, geese and swans of th e world and has the sa me attracti ve, we il produced format and lay-out of the quite recentl y publi shed Photographie handbook of the seabirds of the world and Photographie handbook of the rare birds of Britain and Europe. Included are 718 fu ll-colour photograph s of 236 species and subspecies of w ildfow l. Th e text of each spec ies account co nsists of a section ' id entification' (describin g th e va riou s plumages and the main confusion ri sks), fo ll owed by a shorter section on distribution and status. I find the texts by Ma lco lm Ogi lv ie qu ite com plete for the stand ard s of a photographic handbook. A ve ry good aspect of this book is th at in polytypi c species, each subspecies is treated separately: the路 text of a subspecies consists of the same section s as th at of a monotyp ic spec ies and each subspec ies is generall y featu red w ith seve ral photograph s. Th e res ult is th at the space devoted to a su bspec ies is often about th e sa me as th at devoted to a mon otypi c spec ies. In this way, th e taxonomy followed by the author has no co nseq uences for the included amount of information on a certa in taxo n (w hether treated as a species or subspecies), w hich is undoubtedl y a big adva ntage. Th e texts of this book present quite a lot of easil y accessible information on th e subspecific identification of va riou s species of w ildfow l. I especiall y liked the accounts on Common
Eider Somateria mol/issima (s ix subspec ies recogn ized, covering four pages) and on ca nada goose Branta ca nadensis/hutehinsii (11 subspecies recognized, cover in g five and a half pages). For obvious reasons of space limitation s, I can understand the decision th at the large number of hyb rid-types in w ildfow l were not featured in thi s book, althoug h inclu sion of th e more co mm on hyb rid s and th ose w ith hi gh confus ing potentials wou ld have greatly enhanced its va lue for identificati on purposes. I was, however, surprised th at even in th e accou nts of species w here hybri ds form im portant co nfu sion ri sks (eg, hybrid w igeons for American W igeon Mareca amerieana), these hybrids we re often not mentioned at all. The photographs se lected by Steve Young are all of good quali ty and are we il reproduced on glossy paper. Most of the photographs are, of course, taken in th e w ild and the work has been comp leted w ith photographs of bird s in ca pti vity. These capti ve birds are sa id to have been used on ly w here necessary, but there are still quite a few of th em. Th e se lection of publi shed photographs is often good, depicting various plum ages, although thi s cou ld have been better in some cases. For in sta nce, the three photograph s of Ferruginou s Ou ck Aythya nyroea (one of w hich is taken in ca pti vity) all show a male, so no fema les are depi cted. The ca ption s accompanying the photographs could ce rtainl y have been better. M ost importantl y, the ca ptions do not include th e date w hen the bird was photographed (a nd sometimes also th e location is lackin g) . I simpl y ca n not understand the reasoning behind this. The time of the yea r gives important in fo rmation about th e plum age of the bird, w hi ch now unfortun ately goes lost for the readers. Hence, dates should always be included - espec iall y in photograph ic handbooks. Furthermore, strange things have happened w ith the local ity names of the European White-w in ged (o r Velvet) Scoters Me/anitta fusea photographed in the Neth erl ands (p 156): 'B raunensdern ' should read Brouwersdam, 'U jmmiden' should read Ijmuiden and 'G runi chen' should probably read Groningen, but thi s photograph is actua ll y also taken at Ijmuiden! More things have gone wrong on thi s page, since plate 5, caption ed as an imm ature European Wh ite-winged Scoter, is in fact an immature Ame ri can White-winged Scoter M deg/andi. This is the sa me photograph wh ich appeared as a mystery bird in Birding World 3 : 371, 1990 . Though the Photographie handbook of the wi/dfow/ of the wor/d gives no loca lity (nor date) in th e ca ption of this photograph, it was photographed in Ca li forni a, USA, in Apri l 1990 by Paul Ooherty w ho also wrote the so lution of th e mystery bird (Birding W orld 3 : 393-394, 1990). I am a fa n of photographic handbooks (one never has too many photographs of a certain species) and, despite th e short-comings mentioned, I have no hes itati on in recom mending thi s book. It contain s lots of information and many good photographs, w hich w ill prove to be va lu able references, and it w ill certainl y be helpful w hen identifying the many species or subspec ies of w ildfow l. OI EDERIK KOK
297
CDNA-mededelingen _ _ _ _ __ Recente CDNA-besluiten In haar vergaderin g va n 29 augustus 1998 heeft de CDNA bes loten om per 1 janu ari 1999 gevallen va n Zwa rte Rotgans Branta nigricans (meer dan 70 geva llen en tegenw oordig meerdere gevallen per jaar) en M iddelste Bonte Specht Dendrocopos medius (s inds enkele jaren meerd ere broedgeva llen en territori a per j aa r) niet langer te beoordelen. Beide soorten zullen voor toekom stige registrati e w orden 'overgedragen' aa n het Bij zondere Soorten-proj ect (BSP) va n SOVON. Ook is onl angs in ove rl eg met de Nederl andse Orn ithologische Unie (NOU) ·bes loten dat de Commi ss ie Systemati ek Nederl andse Av ifaun a (CSN A) met in gang va n 1 januari 1999 een on afhankelij ke commi ssie wo rdt en niet meer een subco mmi ss ie va n de CDNA. Net als de CDNA va lt de CSNA onder de gedeelde ve rantwoordelijkheid va n de DBA en de NOU . M et betrekking tot recent gesplitste beoordeel taxa is de vo lgende stand va n za ken te melden. M omentee l heeft de CD NA door het ontbreken va n goede identificati ecriteria geen duidel ijke richtlijnen om binn en het ca nadese ganze n-comp lex de taxa Branta canadensis parvipes en Branta hutchinsii hutchinsii va n elkaar te ond ersc heiden, behalve de in de li teratuur genoemde maten en gewichten. Daa rom lij kt op dit moment all een een kleine hutchinsii of een grote parvipes kans te maken om aanvaa rd te word en op ta xo n-ni vea u. Eenze lfde probl eem bestaa t mom enteel ook bij het iza belkl auw ier-comp lex dat onder meer in de soorten Turkestaanse Kl auw ier Lanius phoenicuroides en Dauri sc he Kl auw ier L specu/igerus is gesp litst en waa rbij met name de herkennin g va n vrou w tj es en on vo lwassen vogels tot probl emen kan leiden. In afwac hting va n een toegezegd herkenningsartikel va n Tim Worfolk z ull en de twee als iza belkl auw ier L phoenicuroides/specu/igerus/isa bellinus aanvaa rde gevallen (Texel, NoordHoll and, oktober 1985 en Texel, oktober 1993) en de twee al s Turkestaa nse/Dauri sc he Klauw ier L phoeni-
curoides/specu/igerus aanvaa rde geva llen (Texel, mei 1995 en Lauwersoog, Groningen/ Fri es land, december 1996) nu nog niet opni euw beoordeeld wo rd en. Intusse n is dit we l mogelij k b ij Kuhl s Pij lstorm voge l Ca /onectris borea lis en Scopoli 's Pijl storm voge l C diom edea na het ve rsc hijnen va n het herkenningsartikel in Dutch Bird ing 20: 216-22 5, 1998 . A lle Nederl and se ve ldwaa rnemingen va n Kuhl s/Scopoli 's Pij lstorm voge l z ullen daarom getoetst wo rd en aa n de herkennin gscriteri a die in dit artikel w orden genoemd. De vier Nederl and se vond sten z ijn overigens al aanvaa rd als C borea /is. Balti sc he M antelmeeuw Larus fu scus za l beoo rd eeld wo rden aan de hand va n het in Birding World 11 : 295317, 1998, versc henen artikel, waa rin nog eens duidelijk is gemaa kt dat een (bijn a) zwa rte mantelkleur niet vo ldoende is voor aanvaa rdin g. Met name het stadium va n de ru i va n de grote slagpennen (zowe l in voor- als naj aar!) blij kt bij dit taxon diagnostisch te zij n. Vaak blij ken begin- en eindd atum s va n geva ll en niet te kloppen op de in gestuurde waa rn emin gsformuli eren. Daarom is bes loten om va n geva llen na 1 janu ari 1998 de datum s in de Recente meldingen (zoals gepubl iceerd in Dutch Birding en afgeleid va n de Dutch Birdin g-vogellijn) als ri chtlijn aan te houden. Tenslotte krij gt de CDNA vaa k het verzoe k va n waa rnemers om de foto's bij ingediende geva llen na beoordeling teru g te sturen. Omdat de CDN A niet beschikt over de fin anciële midd elen om de waa rnemers te betalen voor ingestuurde foto's (j aarlijks c 200 !) of een kleurenkopie va n deze foto te maken, ve rzoekt z ij met klem alle waa rnemers min imaal één foto per geval af te staan aan het archief va n de CDN A, al is het all een maa r om bij voorbeeld latere generati es voge laa rs de mogelijkheid te geven de waa rnemingen te toetsen aan dan geldende herkenn ingscriteria. Op die manier blijft een geva l ook voo r het nageslacht bewaa rd en aanvaardbaa r na eventuele nieuwe revisi es . JAN VAN DER LAAN
DBA-nieuws Nieuw Internet-adres en nieuwe e-mailad ressen Na enkele jaren va n omzwe rvin gen ove r het world wide web heeft de DBA sind s kort een eigen Internet-domein . Via het nieuwe adres http ://www.dutchbird ing. nl wo rdt toegang ve rkregen tot de DBA-hom epage, met informati e over de DBA, Dutch Birding, recente meld ingen, CDNA en CSN A, M asters of M ystery en in de nabij e toekomst li nks naar andere interessa nte voge l-sites op het web. Gekoppeld aa n het nieuwe domein heeft de DBA v ijf nieuwe e-m ail adressen, via we lke bestuur, redactie, abonnementenadmini stratie en de beide onder de gedeelde verantw oordelijkheid va n DB A en NOU va ll ende commi ss ies (CDNA en CSNA) direct bereikbaar z ijn.
298
Het betreft de vo lgende ad ressen: dba@dutchbirdin g.nl (bestuur: algemene inl ichtingen, oude nummers); editors@dutchb irding.nl (redacti e: za ken met betrekkin g tot het tijd sc hrift Dutch Birding, opsturen va n artikelen); cdn a@dutchbirding. nl (C D NA: inlichtingen, opvragen va n waa rn emingsformuli eren, electronisch indienen va n gevallen); cs na@dutchb ird in g.n l (CSNA: inlichtingen); ci rcu lation@du tc hbird ing.nl (a bonnementenadm i n istrati e, adreswij z igin gen, nieuwe abonn ementen). De nieuwe adressen staa n alle vermeld in het co lofon.
[Dutch Birding 20: 298-299, 1998[
DBA-nieuws New Internet address and new e-mail addresses Recentl y, th e DBA has acq uired its own Internet domain. Th ro ugh http ://www.dutchbi rdin g. nl access is given to the DB A-homepage w ith inform ati o n on th e DBA, Dutch Birding, recent reports, CD NA and CSNA, Masters of Mystery and, in the near future, lin ks to oth er interestin g bird in g sites . In comb in ati on w ith th e new domain, the DB A has five new e-m ail addresses, givin g direct access to th e boa rd , editors, circul ation manager and th e two committees (C D NA and CS N A) under the j oined responsibilityof th e DB A and the Netherl ands O rni tho logists' U ni on (NOU). Th ese addresses are: dba@dutchbirding.nl (boa rd : generaI info rm ation, back iss ues); ed itors@dutchbirdin g. nl (ed itors: all matters rega rdin g th e journ al Du tc h Birding); cdn a@dutchbirdin g. nl (Dutch rariti es commi ttee : in form ation; electron ic submi ss ion of records); cs na@d utc hbirdin g. nl (D utch com mittee fo r avian systematics: inquiri es); c ircul ation@dutchbirding.nl (c ircul ati on, changes of address, new subsc ripti o ns). A ll new addresses ca n be found on th e in side of the cove r. Nieuwe semafoongroep Binn enkort wo rden de huidige v ijf se mafoongroepen opgeheven en zull en deze opgaa n in ĂŠĂŠn ni euwe se mafoongroep. De DBA heeft een sa menwe rkin gsovereenkomst gesloten met deze nieuwe se mafoo ngroep. D e huidi ge se mafoonbez itters zullen als eerste overgaan naar het nieuwe systeem en zodra d it systeem naar behoren function eert is er pl aats voor een beperkt aantal erva ren voge laars di e begun sti ger zijn va n de DBA. O m de kwa liteit va n de se mafoon be ri chten te garanderen z ijn er doo r de se mafoo nco mmi ssie een aantal toe latingsvoorwaa rden vastgesteld. Zo moeten va naf heden aspirant-se mafoonbez itters w ord en voorgedragen door een bestaande se mafoonbez itter. Aa nmeldingen kunn en te lefoni sc h pl aatsv inden bij Sa nder Lagerve ld, telefoon 072 56225 45. M et nadruk w ij ze n w ij erop dat de DB A geen in vloed heeft op de uiteindelijke toe latin g. THEO ADM IRAAL Telefonische bereikbaarheid DBA-informatielijnen Per 1 janu ari 1999 komen de oude nummers van de Dutch Bird in g-voge llijn (06-nummer) en de Dutch Birdin gin spreeklijn (078-nummer) definiti ef te verva llen. O p dit moment wo rden deze nummers nog regelmati g gebeld, waa rsc hijnlijk omdat deze nummers in telefoontoestellen zijn voorgeprog rammeerd . Wij ve rzoe ken iedereen zijn telefoo ngeheugens te co ntroleren om er zeker va n te z ijn dat de vo lgehde nummers gebeld wo rden: Du tc h Birding-voge llijn 0900-2032 128 (75 cpm ); Dutch Birding-in spreeklijn 010-428 1212. TH EO ADM IRAAL
Uitverkochte nummers van Dutch Birding Vee lvuldig doen leden navraag waa r z ij uitverkochte nu mmers van Du tc h Birding kunn en vinden. Een goed adv ies was helaas noo it voo rh anden en tot op heden hebben w ij mensen moeten te leurstell en. Hierbij doen w ij een dringend beroep op de lezer die we lli cht in het bez it is va n dubbele nummers of mi ssc hien geen prij s meer stelt op zijn oude nummers. Bent u zo iemand, of kent u zo iemand ? Neem dan even co ntact op met Ron va n den En den, Molenve ltl aan 30, 20 71 BS Sa ntpoo rtNoord , Nederl and, te lefoon 023 -53 75389 . Over een redelij ke ve rgoeding va lt natuurlijk met ons te praten! Out-of-stock back issues of Dutch Birding Frequently, subscribers request inform ati on w here to find back issues of Dutch Birdin g th at are out of stoc k. Good advice was, unfortun ately, not ava il abl e and we had to di sa ppoint many of those interested . Th erefore, we wa nt to appea l to readers w ho perh aps have dupli cate copi es or w ho are no longer interested in keeping th eir copi es. Do you have back iss ues ava il abl e, or do yo u know som ebody w ho has? If so, pl ease, contact Ron va n den Enden, M o lenve ltl aan 30, 2071 BS Santpoort-N oord , Neth erl ands. A reason abi e pri ce ca n be negoti ated ! Wijzigingen in DBA-bestuur Per 1 janu ari 1999 zijn Peter M eijer en secretari s Chri s Q ui spel uit het DBAbestuur getreden. Peter is ruim acht jaar bestuurslid geweest (e n verzo rgde de adve rte ntieadmini stratie) en Chri s zes jaa r. O ok va naf deze pl aats wo rden z ij hartelijk bed ankt voor de nuttige werkzaa mh eden di e z ij de afgelopen j aren voor de DBA hebben ve rri cht. Leon Edelaa r en Rob Oli v ier z ijn inmiddels toegetreden tot het bestuur. Leon zal z ich onder meer bez ig gaa n houden met ledenwe rfacties en Rob za l z ijn ta lenten onder meer gaan aanwenden ten behoeve va n de DB AInte rnetsite. O p dit moment bestaat het DBA-bestuur naast de genoe md e nieuw komers uit Th eo Admiraa l (penningmeester), Gij sbert va n der Bent (voorz itte r) en M arc Pl omp, die het sec retari aat heeft overgenomen va n Chri s Q ui spel. GUSBERT VAN DER BENT DBA-vogelweek in najaar 1999 Het komende najaar staat de DB A-voge lweek gepl and voor de wee k va n zaterd ag 2 oktobe r tot en met zaterdag 9 oktober 1999 . De locati e is uiteraard opni euw het onvo lprezen Texel, Noord-H o ll and . Met de nieuwe eigenaa rs va n het Texel Birdwatchin g Center is ove reengekomen dat de DB A oo k gedurende deze week voo r de lez ingen gebruik kan maken va n de gemeensc hapsruimte va n het centrum. Hier zullen in prin c ipe alle lez in gen wo rd en gehouden. Over het programm a is nog niets bekend. In de vo lgende nummers va n Dutch Bird ing, op de DB Avoge llijn en v ia de DB A- homepage op Internet za l men hierva n op de hoogte wo rd en gesteld . GUSBERT VAN DER BENT
299
Aankondigingen & verzoeken Colour-ringed Northern Lapwings For stud ies on their breeding bio logy, Northern Lapw ings Vanel/us va nel/us are bein g co lour-ringed at th e sewage farm s nea r Mün ster, Nordrh ein-Westfa len, Germ any, sin ce 1994 . Together w ith a metal rin g (Voge lwa rte Helgoland) up to fi ve co lour rings are used for each in d ividu al. Th e fo ll ow in g co lours occ ur in combin ation: red, ye ll ow, li ght blue and bl ack, and since 1999 w hite, v iol et, li ght green and blac k. Bird s are marked on th e tarsus w ith two rin gs (co lour rings or one co lour ring and a metal ring). In addition, up to one colour rin g is used on th e tibi a of each leg . Pl ease se nd yo ur obse rvati ons of co lour-rin ged North ern Lapw in gs, together w ith info rm ation on pl ace, date, time of day and, if poss ibl e, on behaviour, number of North ern Lapw ings etc, to : Imm ogen Blüh dorn, Biologisc he Statio n Rieselfelder Münster, Coermühl e 181, 48 157 Münster, Germ any, e-mail ib.bi o lstat.m s@t-onli ne.de. A ll obse rvers w ill rece ive informati on on date and pl ace of ringing of 'th eir lapw ing' and about its former findin gs . Pontische Meeuwen in Nederland: verzoek om waarnemingen Sind s kort bl ijkt Ponti sc he M eeuw Larus cachinnans cachinnans in aanzienlijk hoge r aa ntal in Nederland voo r te kom en dan we rd gedacht. De CDNA heeft daarom ze lfs bes loten gevall en van deze soort met in ga ng va n 1 j anu ari 1998 niet meer te beoo rd elen. Paul Kn olIe bereidt voor Dutc h Birdin g een artikel voo r ove r het voorkomen va n Ponti sc he M eeuw in Nederl and, in relati e met de presentie van deze soort in omrin gende landen. Om ove r zo vo lledi g moge lijke gegevens te beschikken wo rdt waa rnemers va n Ponti sc he M eeuwen ve rzoc ht de vo lgende gegeve ns op te sturen: datum (indien genoteerd ook tijdstip) en p laats va n waa rn eming (li efst met vermelding va n gemeente en atlasb lok), aa nta l wa argenomen indi v idu en, leeftijd va n de voge ls en - graag per soo rt aangegeven - aa nta llen va n tegelijkertijd aanwez ige andere soo rten meeuwe n. Va nze lfsprekend z ijn rin ggegevens
Maste rs of Myste ry
zee r we lkom. Geva llen va n voo r 1 janu ari 1998 behoren aan de CDN A te z ijn voo rgelegd en te zijn aanvaa rd , of alsnog te w orden ingediend . Bij geva llen va n na 1 januari 1998 w ordt de waa rn emer(s) ve rzoc ht aan te geven op grond van we lke waa rgenomen kenmerken de determin ati e pl aatsvond. A lle inze nders va n bruikbare gegevens zull en in het artikel wo rd en bedankt. Gegevens kunn en w ord en gezonden aan: Pau l Kno lI e, Venderinkl anden 13, 7542 MK En sc hede, Nederl and. Programma NOU-symposium over voge ltaxonomie Het NOU-sy mpos ium ove r vogeltaxonom ie, ond er de titel 'Voge len in de vo lgende eeuw' (cf Dutch Birding 20 : 178, 199 8), wordt gehouden op zaterd ag 10 apri l 1999 in het audito rium va n het Natio naa l Natuurhi stori sc h Museum N atural is (NN M ), Darw inweg 2, Leiden, Zuid-Ho ll and (v ijf minuten lopen va n het N Sstati on Leiden; ingang v ia het Pesthui s) . Het programma z iet er als vo lgt uit : 10:00 zaa l open; 10 :30 opening (Rud y Drent, voorzitter NOU); 10:35 Drawing spec ies limi ts in bi rds: w hat ca n DNA sequences contribute? (A ndreas Helbi g, Vogelwa rte Hiddensee); 11 :05 Higher order systemati cs of b ird s: w hat have genetic data contributed (Arn e Mooers, Zoölogisc h Museum Am sterdam); 11 :35 Steltlopers in de praktijk: va n indi viduen naar populati es (M einte En gelm oer, co-auteur van Ceographica l variation in waders; 12 :05- 13:3 0 lunch; 13:3 0 Het ph ylogeneti sc h soortbegrip (George Sangster, CS NA); 14 :15 Soo rtbegrip of soo rtm odel Uan W attel, lid NOU); 15:00 rond etafeldi sc ussie (o lv Ed i Gittenberger, Uni ve rsiteit Leiden/ NNM); 16 :00 Eind e. Naa r nu blijkt va lt het Nati onaal Muse umwee kend in 1999 op 10 en 11 apri l. De meeste Nederl and se mu sea, inc lu sief het NNM, zijn om d ie reden het gehele weekend - dat dus gelijk va lt met dit NOU-sy mpos ium voor iedereen gratis te bezoeken. Dit za l naar verwac htin g leiden tot grote drukte. Voor verdere inl ichtingen kan men contact opn emen met René Dekke r, NNM , telefoon 071-5687623 , e-mail dekker@naturali s.nnm.nl .
~_----,---S~--~:_,t;-9=----JZ-
'V ----=-c SK -,---,-,-,I
0
Solutions of fifth round 1998 The so lutio ns of mystery photographs IX- X of th e fifth round of 1998 (Dutch Bird ing 20: 24 5-246, 1998) appear below. 300
P T I K
IX Th e genera I stru cture and th e prom inent malar and submoustachi al stripes of this bird point quite simpl y towa rds a thru sh Turdus. M ost th rush es show c1 ea r dark spotting on th e breast and flanks, in stead of the mystery bird's qu ite IOule" Birding 20: 300-305, 79981
Masters of Mystery
uniform grey breast and contrasting w hite be ll y. The general co loration of the underparts resembies first-winter Black-throated Thrush T rufico/lis atrogu/aris, but even a less we ll-m arked indiv idual of this species shou ld show a more mottled breast and streaked flanks (compare, eg, the f irstw inter Black-throated in nearly the same position in plate 161 in the same issue of Dutch Birdi ng as the mystery bird (Dutc h Birding 20: 199, 1998). Eyebrowed Thrush Tobscurus can be ruled out as it shows brownish to orange flanks and lower breast as we il as a different head-pattern. The comb in ati on of the plain blui sh-grey head, grey breast and flanks contrasting w ith the wh ite belly and the ye ll ow orb ita l ring are in fact character istic for Tickell's Thrush Tunica/or. This Centra I As ian spec ies has occurred once in the Western Palearctic, an adu lt male on Helgoland, Sch iesw ig-Ho istei n, Germany, on 15 Octobe r 1932. The clear grey breast and flanks indi cate that it is a male, but an adu lt male Tickell's does not show the dark mal ar stripe and streaked throat and upper breast shown by the mystery bird. Dark streaks on throat and breast are shown by females, but these typically have a brown wash to the underparts. Therefore, the comb i nation of grey breast and dark streaks on throat and breast indicate a first-winter male. The dusky patterned bill is another sign of immaturity. Thi s f irst-w inter male Ticke ll 's Thru sh was photographed at Keoladeo G hana National Park, Bharatp ur, Rajasthan, Indi a, o n 20 December 1993 by Arno ld Meij er. 44% of the entrants identified it correctly, w ith most incorrect answers mentioning Black-throated Thrush. X It is not d ifficu lt to recognize this mystery bird as a larger-s ized gu ll Larus. As always with guii s, trying to age the bird shou ld be do ne fi rst. A ll wing-coverts show the pattern and co loration of ju ve nil e feathers: mostly dark brown w ith pa le fringing and some pale patterning. A lso, the eye is dark, the bill is still all-bl ack, the visibl e primaries are black w ith out pale t ips and rather po inted and there are no adu lt-type feathers (eg, plain blue-grey feathers) visible on the upperparts. Consequently, the bird must be less than one year o ld . The scapu lars of th e mystery b ird are mostly sti ll juvenile feathers, being un iform dark brown w ith a pa le fr in ge. Severa l upper scapulars, however, have just been replaced. These new f irst-w in ter scapu lars differ from the retained juveni le scapulars in thei r more bo ld ly pattern w ith a dark anchor mark, giv in g a less plain dark overa ll im pression. The fi rst-w inter scapu lars can
also be seen to be very fresh, in contrast to the juvenile scapu lars wh ich show some wear (most noticeab ly on the hindmost scapul ars). Sin ce th is bird is replacing its scapu lars, it can be aged as a juvenile moulting to first-winter plumage. Severa l of the larger-s ized gu ll spec ies can be rather qu ickly elimin ated based on a comb in ation of characters. Greater Black-backed Gu ll L marinus shows a different structure with a heavier, th icker and relatively shorter bill and more chequered greater coverts and tertia ls. Amer ica n Herring Gull L sm ithsonianus has uniform brown underparts, thus not as pa le as those of the mystery bird. Ba lti c Gu ll L fuscus is sma ll er than the mystery bird w ith a more slender and elongated bu ild . Pontic Gu ll L cachinnans cachinnans is more sim il ar to th e mystery bird, but this spec ies has a longer, more slender bill, without the pronounced gonys angle shown by the mystery bird, and, amongst oth ers, also a different pattern on the greater coverts. Hence, the main poss ibilities to focus o n are Lesser Black-backed L graellsii, Yellow-Iegged L michahellis and Herrin g Gull L argentatus. The var iati on in juvenile and firstw inter plumages of these spec ies is very large and, therefore, the identif icatio n has to be based on as many characters as possible. The tertia l pattern always presents an important clue when id entify ing a first-year (j uve nil el first-w inter) gu ll. Th e tertials of th e mystery bird are dark except for a narrow w hiti sh frin ge around the feather-tip w hi ch does not reac h the base of the feather but ends rath er ab ru ptl y (except fo r the inner (upper) terti als). This tertial pattern f its both fi rst-year Ye ll ow-I egged and Lesser Black-backed Gu ll, though the wh iti sh frin ge wh ich is on most tertials co nfined to the distal third is sli ghtl y more typical for Ye ll ow-I egged . The tert ials of first-year Herring Gu ll are typically very d ifferent from those of the mystery bird, a distinctly chequered pattern w ith pale notches, unlike the pale tertial frin ges shown by the mystery bird , but some Herrin g can show tertial patterns approac hing those of Ye ll ow- Iegged. The pattern of th e greate r coverts is another important field mark for f irst-year gu ii s. In the mystery bird, the greater coverts are packed together rather closely, wh ich does not all ow a stud y of the exact pattern. Desp ite th is, the outer greater coverts appear so lid dark with a pale frin ge, whereas the inner show a more cheq uered pattern; this greater covert pattern can be found in both Yel low-Iegged and Lesser Blackbacked Gu ll. Compared with Lesser Black-backed, the number of greater coverts wi th so l id dark 30 1
Masters of Mystery
bases is genera ll y lower in Yellow-Iegged (dark bases more restricted to the outermost coverts), making the dark pane l over the greater coverts less conspicuous. A lso, Ye llow- Iegged usually shows rather broad whitish fringes to the greater coverts as shown by the mystery bird, whereas these are genera ll y finer and less prominent in Lesser Black-backed, often even lacking on the outermost greater coverts. In Herring Gu ll , al l greater coverts are normally clearly barred and chequered, unlike the mystery bird. The patterns of the tertials and greater coverts thus indi cate Ye ll ow-I egged and Lesser Blackbacked Gu ll , most strongly the former. Separatin g fi rst-year Ye llow- Iegged from first-year Lesser Black-backed can be problematic, though usualIy size and structure are particularly helpful. As manyentrants wi ll have noticed, most of the su rrounding gul ls in the mystery photograph are Herrings (there is aLesser Black-backed just partIy visible in the extreme left of the picture). The mystery bi rd is sl ightl y larger than the accompanying Herrings, w hi ch is good for Yel low- Iegged; aLesser Black-backed wou ld be expected to be sli ghtl y sma ll er. The stru cture of the mystery bird also matches th at of Yellow-Iegged perfectly:
long legs, slim rear end, fu ll, high-positioned chest, thick neck, marked ang le between nape and flat crown and heavy bi ll w ith rather we ll developed gonys. Lesser Black-backed would normally show shorter legs, a more slender bui ld, a sma ll er head and a sma ll er and less blunt-tipped bill. The wh iti sh head with dark eye-mask is also typical for Ye ll ow- Iegged Gu ll ; in juvenile Lesser Black-backed Gu ll , the head is usually not as pale but in stead finely streaked with brown. The mystery bird also shows the rather unmarked wh iti sh vent and bel ly of Yel low-I egged, w ith dark streaks and verm iculations largely restricted to the flanks and breast(-sides). The und erparts of Lesser Black-backed are normally darker and more heavily patterned, although they become pa ler during the w inter. The identification of a first-year Yellow-Iegged can often be clinched most easily in flight, w h en it typically shows a rather narrow, but we il demarcated dark tai lband (broader in Lesser Black-backed), contrastingly w hite, almost unmarked uppertail-coverts and rump (more patterned in Lesser Black-backed) and slightly pa ler inner primaries (absent in Lesser Black-backed).
251 Ye ll ow- Iegged Gu ll l Geelpootmeeuw Larus michahellis, juveni le moulting to fi rst-win ter plumage, Scheveningen, Zuid-Holl and, Netherlands, 18 August 1998 (peter de Knijff)
302
Masters of Mystery
252 Herrin g Gu ll / Zil vermeeuw Larus argentatus, ju veni le, Scheven ingen, Zuid-Ho ll an d, Netherlands, 17 August 1997 (Peter de Knijff)
253 Lesser Black-backed Gu ll / Kleine Mantelmeeuw Larus graellsii, ju ven il e, Scheveningen, Zuid-Holland, Netherl ands, 1 7 August 1997 (Peter de Knijff)
303
Masters of Mystery This Yell ow- Iegged C uli was photograp hed at Sc heven i ngen, Zu id-H o ll and, the Netherlands, on 18 August 1998 by Peter de Knijff. Another photograph of the same bird appea rs as plate 25 1. It is interesting to compare this bird wi th the juvenil e Herrin g C uli in pl ate 252 and the ju venil e Lesser Black-backed C uli (rin ged as a pullus at the Maasv lakte, Zuid-H o ll and, the Netherlands) in plate 253, since all three photographs were taken in the same tim e of yea r. While the Herring and the Lesser Black-backed look very fresh, the Yellow-Iegged is typ ica ll y already quite abraded in August (most noticeab le o n the tertials and ju venil e scapul ars). In genera l, ju ven il e Yellow-Iegged C uli also sta rts its postju ven il e moult to first-winter plumage d istin ctl y earl ier than the other two spec ies (as a resu It of its ear l ier hatching) . Thi s also holds for the mystery bird w hi ch is already moulting its scapul ars, w hereas the scapul ars of the Herrin g and Lesser Black-backed are still all ju venil e feathers. This mystery bird was id entifi ed co rrectly by
34% of the entrants, w ith the most mention ed in correct answers being Lesser Black-backed (29%), Herrin g (1 1%) and Pontic Cu li (10%). 11 entrants managed to identify both mystery birds correctly: Sietse Bernardus, Ruud va n Beusekom, Rob Bouwman, Steve Dodgson, jan van der Laa n, Sander Lagerve ld , Timo Marijnissen, j am ie McLaren, Rudy Offereins, Hein Prinsen and Rik Winters. Fro m them, Steve Dodgson, Timo Marijnissen and Hein Prinsen were drawn as the w inners of a copy of A field guide to warblers of North America by j on L Dunn and KimbalI Carrett, donated by Houghton Mifflin (publi shers). Hannu j ännes is still lead ing the competition w ith eight correct identifi cations, c10sely fo ll owed by Sietse Bernardus, j an van der Laan, Sander Lagerveld and Timo Marijnissen w ith seven and Rob Bouwman , Mark Nieuwenhuis, j yrk i Normaja and Dave van der Spoel with six. A more comprehensive overview of the leadership of the competition will be given at http ://www.dutchb irding. nl.
Oiederik Kok, Pelmolen weg 4,35 77 XN Utrecht, Netherlands (d.s.kok@students.chem. uu .nl) Nils van Duivendijk, Gu ldenhoeve 34, 345 7 TC Vleuten, Netherlands (du ivendijk@multiweb. nl)
Sixth round 1998 Please, stud y th e rul es (D utch Birding 20: 42-43, 1998) carefu ll y and identify the birds in mystery photographs XI and XII of th e sixth and last round of th e 1998 competition. Solutions can be sent in three different ways : • by postcard to Dutch Birding Association, Postbus 7561 1, 1070 AP Amsterdam, Netherlands • bye-mail tod.s.kok@students.chem.uu.nl • by Internet via th e homepage of the Dutch Birding Association, http://www. dutchbirding.nl Entries for the sixth round have to arri ve by 25 February 1999. From those entrants havi ng identified both mystery birds correctly, three persons w ill be drawn w ho w ill receive a copy of the video The large gul/s of North America by Larry Rosche and j on L Dunn , donated by Bird Images. Swarovsk i Benelux w ill award a pa ir of the hi ghl y accla im ed Swarovski SLC 8x30 WB binoculars to the overall w inner at the end of the competiti on . Oiederik Kok, Pelmolen weg 4, 357 7 XN Utrecht, Netherlands (d.s.kok@students.chem.uu.nl) Nils van Duivendijk, Gu ldenhoeve 34, 345 7 TC Vleuten, Netherlands (duivendijk@mu ltiweb.nl) 304
Masters of Mystery
WP reports Thi s rev iew li sts rare and interesting birds reported in the Western Palearcti c in November-December 1998 and focuses on north-western Europe. Som e reports from ea rly November and before ca n be found in Dutch Birding 20: 246-253, 1998. Th e reports are largely unchecked and thei r publication here does not impl y future acceptance by th e rariti es committee of the releva nt co untry. Observers are requested to subm it reco rds to each coun try's rariti es comm ittee. Corrections are we lcome and w ill be publish ed. In Northern Ire land, a Whistling Swan Cygnus co/u m bianus was found at Loug h Neagh, A ntrim, on 9 November. O n 18 December, last w inter's fifth for th e Netherlands had returned to north-eastern Drenthe for its second w inter. A lso in the Netherland s, an adult Greenland White-fronted Goose Anser a/bifrons f/av irostris was present at Bandpold er, Lauwe rsm eer, Fri es land, on 29 December. On 8 November, a fl ock of 12 Lesser White-fronted Geese A erythropus still stayed at Troll e-Ljungby, Skane, Sweden . On 15 November, th e regular f lock at Petten, Noord- Holl and, the Netherlands, had arrived; acc identa ll y, on 30 November, an adult ma le was shot here by hunters. Despite this 1055, th e Petten number had increased to 27 on 5 January. A lso in th e Neth erl and s, a flock of eight (inc ludin g ' Limpin g Lotta ') left Anjumerko lken , Fri es land, fo r
IDutch 8irding 20: 305-373, 79981
Strijen, Zuid-H oll and, on 12 November; elsewhere, a total of c 10 sing les and twos we re seen plus another seven at Anjumerko lken on 30 December. Two canada geese Branta ca nadensis/ hutchinsii we re found at Lagoa da s Furn as, S채o Miguel, Azores, on 15 November and one or two remai ned o n Islay, Argy ll , Scotland, during Decembe r. Th e first Black Brant B nigrica ns for Pol and was an adu lt at Wl adys lawowo, Gu lf of Gdansk, from 31 October to 8 November. In th e Netherl ands, numbers are still on the increase and, from 1 January 1999, it is removed from the li st of species cons idered by the Dutch rarities comm ittee (C DNA). Th e oi l disa ster ca used th is autumn by a stranded freighter in th e vulnerable Wadden Sea nea r Am rum , Schi esw ig-Hoistein , Germany, killed 11 400 Common Eider Somateria mollissima, 3700 Common Scoters Me /anitta nigra and probab ly 10005 of waders. In th e Coto Doiiana, Anda lucia, Spa in, five Ruddy Shelducks Tadorna ferruginea we re see n on 10 November. If accepted, a Black-bellied Whistling Duck Dendrocygna autumna/is (s how in g no signs of ca pti v ity) at Kotu , th e Gambia, from 3 December w ill be th e fi rst for Afr ica . Th e fourth Lesser Scaup Aythya affinis for Denm ark was a first-w inter fema le at Bruun shab, Viborg, Nordjy ll and, from 21 November into December. In Scotland, a group of one ma le and two females remai ned at Loc h of Spiggie, Shetland, from 1
305
WP reports November to 2 December, w hil e other females we re see n on Islay and in Orkney durin g December. On 25 November, a female had returned to North Slobs, Wexford , Ireland. In the Canary Island s, two mal es and six fema les remained at Roq uito del Frail e, Teneri fe, throu gh November- December. On Sao M iguel, Azores, a ma le Lesser Scaup was see n on 31· October, a firstw inter male and a fema le Ring-necked Duck A col/aris on 1-3 November, an American Wigeon Mareca america na on 1 November and a mal e and a female Bluewinged Teal Anas discors on 1 November. On Flores, Azores, two fema le Black Ducks A rubripes we re see n at Lagoa Comprida on 5 November, two single immature Surf Scoters M perspicil/ata at Lajes and Santa Cru z on 7 November and an adu lt w inter Pied-billed Grebe Podi/ymbus podiceps at Lagoa Funda on 7 November. The first Bufflehead Bucepha /a a/beo/a for the Azores was an immature at Laj es do Pi co, Pi co, on 10 November. A lso on Pi co, three American Wigeons we re see n at Lagoa Ca iado on 13 November. Two fema le-type Common Goldeneyes B clangu/a at Faja dos Cubres, Sao jorge, on 13- 16 November constituted the first reco rd in th e 20th century for th e Azo res (there was a previous record before 1888). A lso on Sao jorge, a first-w inter male Ring-necked Duck was see n on 16 November. Durin g December, eight were repo rted in Britain and three in Ire land. A Bufflehead was reported in Canta l, France, on 5 November (w hile another at Roadford, Devon, En gland, from 20 November apparently wo re a metal ring) . During November, a min or influ x of Surf Scoter beca me apparent in western Europe with, for in stance, 11 in Scotland, six in Ireland, four in England and one in Finistère, France; in December, there were at least six in Britain, five in Ireland and two in France (including a first-w inter female at Boulogne-sur-M er, Pas-de-Ca lais, from 29 December into j anu ary). Durin g December, at least two American Wigeons were reported in Ireland and c 10 in Britain. Sin gle male Black Ducks were see n at Tacumshin, Wexford, on 15-16 November, at Stithi ans, Cornwall , England, until at least 8 December, at Barrow Harbour, Kerry, Ireland, on 10-1 2 December, and in Lugo, Spa in, on 13-1 4 December. For November, three sin gle mal e Green-winged Teals A caro/in ensis we re reported in Ireland and c 10 in England ; fo r December, about the same number was reported in both co untries. The first Common Quail Coturnix coturnix fo r Ice land was seen at Husav fk on 23 October. The lon g-stay ing adult Pied-billed Grebe rema in ed at Rostel lan, Cork, Ireland, during November-December and one was present on Tresco, Scill y, En gland, from 24 November until at least 24 December (presum ably, the sa me as on Bryher, Scill y, until 1 November). Durin g November-December, a minor in flu x of Great Northern Diver Cavia immer occu rred in Germ any (c 10 in d iv idu als, most of wh ic h in the so uth) and the Netherland s (13, includin g a group of four at Veerse Meer, Zee land, in Dece mber), w ith sin gles also in Switze rland and Lecco, Italy (o n 10 December). In north-eastern France, a White-billed Diver G adams ii
306
was cl aimed at Kraft-P lobs heim, Bas-R hin, from 9 December. A Swinhoe's Storm-petrel Oceanodroma monorhis was see n at Ra s al Kh abba, Oman, on 2 November (th e first was recorded as recent as 1997) . The second Double-crested Cormorant Pha/acrocorax auritus for the Azores was a first-winter at Lagoa Comprid a, Fl ores, on 8 November (for the first, see Dutch Birdin g 14: 173-176, 1992). Single White Pelicans Pe /eca nus onocrota/us turned up at Ebro delta, Cata lun ya, Spa in, on 22 November and at Mondragon, Vaucluse, France, from 28 December into j anu ary. A Cattle Egret Bubu/cus ibis stayed on Sao Miguel, Azores, from 30 October to at least 2 November. On Tenerife, a Great White Egret Casmerodius a/bus fl ew past on 22 October and a Great Blue Heron Ardea herodias was frequentl y seen at Embalse de la Cru z Santa at least until 17 December. N umbers of Great White Egret in northern Italy are increasin g rapidl y w ith 100 at a roost near Bologna in late November and over 200 between Orbetell o, Burano and Di acc ia Botrona, Tosca na, during December. Th e c 12th G reat Blu e Heron for the Azores was an adult at Faj a dos Cu bres, Sao j orge, on 14-1 6 November. In A iga rve, Portuga l, a Glossy Ibis P/egadis fa /cinel/us was see n at Qu in ta do Lago on 28 October and an imm ature at Pêra Marsh from 30 October. Th e in flu x in th e Netherlands on 418 October co ncerned a minimum of 10 bird s in two flocks of up to seven indi v idu als in Fri es land/G ron ingen and three in Noord-H oll and (cf Dutch Birding 20: 247, 1998). Th e flock of six juvenile Greater Flamingos Phoenicopterus roseus present from 1 September at Fan el, La c de Neuchäte l, Switzerl and, of w hich one was co lour-ringed in the Camargue, remained until 5 November. Th e first Marsh Harrier Circus aeruginosus for the Azores was an immature on Tercei ra on 17 November. On 1-3 November, three sin gle ju ve nile Pallid Harriers C macrouros were (still) seen in so uthern Sweden . Th e third annual report on birds from the Cape Verde Islands (Bull Zoo l Mus Un iv Amsterd am 16: 65 -71 , 1998) included deta il s on seven new species: a fema le Montagu's Harrier C pygargus on 14 March 1997, an adu lt w inter Solitary Sandpiper Tringa so/itaria on 12 M arch 1997, an ad ult male Namaqua Dove Oena capensis on 2 1 jul y 1995, three Red-throated Pipits Anthus cervinus in Febru ary-March 1997, a Savi's Warbier Loc uste l/a /uscinoides on 23 September 1997, a Western Bonelli's Warbier Phyl/oscopus bonel/i on 20 September 1997 and a Southern Grey Shrike Lanius meridiona/is on 24 janu ary 1997 . Th e rin ged juvenile Long-Iegged Buzzard Buteo rufinus present since September at Ostalbkreuz, Baden-Württemberg, German y, was still see n on 6 November. The third w inter record fo r Sici ly, Italy, was a rufous-morph adult at Simeto on 20 December. As in previous w inters, Spotted Eagles Aqui/a clanga we re back in France at Étang de Lin dre, Mosell e, from 1 November, in th e Camargue, Bou ches-d u-Rh6ne, from 1 November into jan uary (two), and at Saint-Martin-de-Seignaux, Land es, from 29 December. In Switzerl and, one was back sou th
WP reports
254 Red-fl anked Bluetail / Blauwstaart Tarsiger cyanurus, adu lt female, Ll obregat delta, Cata lunya, Spa in, 17 November 1998 (Ricard CutiĂŠrrez) 255 Audou in 's Gu ll / Audouin s Meeuw Larus audouinii, first-w inter, Lac LĂŠman, Sw itzer land, 9 September 1998 (Lione! Maumary) 256 Rose-breasted Grosbeak / Roodborstkardinaal Pheucticus !udovicianus, first-win ter male, Bryher, Sc ill y, England, October 1998 (Nige! Bean) 257 Amer ica n Rob in / Roodborstlijster Turdus migratorius, fi rst-winter male, St Agnes, Sci ll y, England, October 1998 (Nige! Bean)
307
WP reports of Aarberg at Auwenha lbin se l, N iederri edstausee, Bern, from 22 December in to Janu ary. In th e Azo res, Ospreys Pandion ha/ia e tus were seen at Sete Cidades, Sao Miguel, on 1-21 November and at Lagoa Comprida, Flores, on 8 November. In the Camargue, a Lanner Falcon Fa/co biarmicus was see n from 14 December and a Saker Falcon F cherrug from 30 December. The first Sora Crakes Porzana caro/in a for the Azo res we re two adu lts and a fir st-w inter at Faja dos Cubres, Sao Jorge, on 14-16 November. Also in the Azo res, two American Coots Fu/ica am ericana we re seen at Lagoa das Furn as, Sao M iguel, on 9 November. In India, two ad ults Siberian White Crane Crus /e ucogeranus with out youn g had arrived at Keo ladeo G hana, Bharatpur, Rajasthan , on 11 November. Possibl y the third Macqueen's Bustard Ch/amydotis m acqueenii for Cyprus (the first two we re not spec ifi ca ll y identified, the last being in 1993) was a first-yea r at Spi ros Pool , Larn aca, on 24 November. Ju ve nile American Golden Plovers P/uvia/is dominicus stayed at GetterÜn, H all and, Sweden, on 17-25 O ctober and on Ouessant, Fini stère, on 2 November. Two European Golden Plovers P apricaria at Dauka on 13 November co nstituted th e sixth and seventh for Oman . In th e Azo res, a Northern Lapwing Van el/us vanel/us was seen on Pi co on 11 November, a first-w inter KiI!deer Plover Charadrius vociferus on Flores on 8 Novem ber (s ixth reco rd ), a first-w inter White-rumped Sandpiper Ca /idris fuscico l/is on Pi co on 11 November, an Upland Sandpiper Bartramia /ong icauda on Flores on 6 November, a Spotted Redshank T erythropus on Terceira on 19 November (seve nth reco rd), and Spotted Sandpipers Actitis macu/aria on Sao Mi guel (o ne) on 31 October, on Faial (one) on 10 November, on Pico (at least five) on 11-1 2 November, and on Sao Jo rge (a t least one) on 13- 16 November. In Israel, a group of 22 Sociable Lapwings V gregarius stayed durin g November in the north-western Negev; moreover,
four stayed at Kefar Ruppin. On 18 December, the fourth for Ireland was found on Bull ock nea r Banagher, Offaly. Th e first two Pectoral Sandpipers C me/anotos for the United Arab Emirates we re see n at H atta lake, Dubai, on 27-28 October. Th e second Wilson's Snipe Callinago de /icata for Europe at Lower Moors, St Mary's, Sc ill y, stayed from 10 October to at least 30 December (cf Birdin g World 11: 382-385, 1998) . In the Canary Islands, one was cl aimed at Embalse de Va lle Molin a, Tenerife, on 9 December. On 20-2 1 November, the second Pintail Snipe C stenura for Israel was photograph ed at Kefar Ruppin (for th e first, see Dutch Birdin g 10: 1-11 , 1988); th e first for Europe was found dea d on 27 December 1996 on Si c il y (B irdin g World 11: 435 -437,1998). Th e seventh Long-billed Dowitcher Limnodromus sc%paceus for Spa in was at Llobregat delta, Catalunya, from 30 October to 21 November. In Sweden, a fi rst-w inter was present from 24 October to 15 November at Foteviken, Skane. The third for Oman was see n at Sohar Sun Farms on 6 November. In Ireland, up to three ju ve niles stayed at Th e Cu li , Wexford , from 18 October into December, and one was at Ba ll ycotton , Cork, from 7 November to at least 14 December. In Britain , six indi v idual s we re reported during November and four during December. In Spain, a Lesser Yellowlegs T f/avipes was present in th e Ebro delta, Cata lun ya, in ea rl y Nove mber. In England, four were reported during November. A co lour-ri nged Terek Sandpiper Xenus cinereus enco untered at W esterhever, Sch iesw ig-Hoi stein, on 25 Jul y 1998 appeared to have been rin ged as an adu lt on th e nest at Kemi, Lappl and, Finl and, on 21 June 199 2. In Israel, a Grey Phalarope Pha/aropus fulicaria stayed at Kefar Ruppin on 7-2 1 November. For th e third wi nter, two adult Great Black-headed Gulls Larus ichthyaetus we re see n at Lentini, Siracusa, Si c il y, on 27 Dece mber. In th e Azores, an adult Laughing Gull L atricil/a was found on Flores on 6 Novem-
258 Possible Heuglin 's Gu ll / mogelijke Heuglin s Meeuw Larus heuglini, ju venil e, A nj alankoski , Finl and, 24 O ctober 1998 (Henry LehtoJ
308
WP repo rts
259 Surf Scoter / Brilzee-eend Melanitta perspicillata, first-w inter female, Ouessant, Fini stère, France, 26 O ctober 1998 (Vin cent Legrand) 260 Pi ed-billed Grebe / Dikbekfuut Podilymbus podiceps, Bryher, Sc ill y, En gland, O ctober 1998 (Nigel 8ea n) 261 Ruby-crowned Kingiet / Roodkroonhaan Regulus ca lendula, Vestm annaeyjar, Ice land , 11 O ctober 1998 (Örn Óskarsson) 262 Oli ve-backed Pi pit / Siberi sc he Boompi eper Anthus hodgsoni, Zeebru gge, W est-V laanderen, Belgium, 6 Nove mber 1998 (johan 8uckens)
ber, a first-w inter Bonaparte's Gull L philadelphia on Pi co on 11 Nove mber (fourth record), and Ring-billed Gulls L delawarensis at Faj a Grande, Flores, on 8 November (on e first-w inter), at Laj es do Pi co, Pi co, on 10 November (o ne first-winterl, and on Terceira on 1619 Nove mber (at least four first-w inters and an adult). In France, a first-w inter Laughing Gull was see n at Noirmoutier, Ve nd ée, on 31 O ctober and 18 Nove mber. In the north-eastern USA, an influ x of Franklin's Gulls L pipixcan foll owed a storm from th e Pl ain s in th e second wee k of November; for in stance, dozens we re see n around Ca pe M ay, New Jersey, poss ibl y the spec ies' best show in g ever in thi s part of th e w orld. Th e third Audouin's Gull L audo uinii for Sw itzerl and was a first-w inter at Lac Léman on 9 September (th e bird was also reported for 6 September on th e French side of th e lake) . An all eged American Herring Gull L smithsonianus at Scheveningen, Zuid-Holl and, th e Netherland s,
from 1 Nove mber to at least ea rl y Janu ary (pl ate 276278) is now believed to be a first-w inter European Herring Gull L argentatus w ith mu ch dark on the uppertail (contra Birdin g W orld 11: 41 7, 1998) . In th e south-easternmost prov ince of th e Netherl and s, Limburg, large-gull counts on 5 December tota lled 52 45 Herrin g, 57 Pontic L cachinnans cachinnans, 30 M editerranean Yell ow-I egged L michahellis michahellis, 16 Lesser Black-backed L graellsii, and six Greater Bl ackbacked Gull s L marinus. Pres um abl y, th e first Heuglin's Gull L heuglini for Cypru s was an adult at Larnaca sewage w orks on 23 November. In Britain, Kumlien's Gull L glaucoides kumlie ni has been removed from th e li st of spec ies con sidered by th e British Bird s Rariti es Committee (BBRC); interestingly, th ere is no record of thi s taxon vet for th e Neth erl and s and Belgium. From 24 December onw ards, a ju venil e Thayer's Gull L g thayeri was reported from Newport, M ayo, Ireland. The
309
WP reports
263 Ring Ouzel / Beflijster Turdus torquatus, Dana, Jordan, 6 December 1998 (RenĂŠ Pop) 264 Sardinian Warbi er / Kleine Zwartkop Sy/via me/anocepha/a, Atlantic Ocean, off Morocco, 28 October 1998 .
310
(Sven Achtermann)
WP reports first Greater Black-backed Gul! for Sici ly turned up on 2 December at Catania. In New j ersey, an ad ult w inter Black-tailed Gul! L crass irostris was sporadicall y seen at Cape May on 3-10 December (there are c six prev iou s record s for the east coast of North Ameri ca; Birdin g 30 : 4 70-483, 1998) . A subad ult Ross's Gul! Rhodostethia rosea turned up at Farsund, Vest-Agder, Norway, on 17 November. A first-winter Ivory Gul! Pagophila eburnea was reported in Hi ghl and, Scotland, on 7 December and, in Ireland, an adult was bri efl y seen at Newport, Mayo, o n 31 December. In Tuni sia, an ad ult w inter Lesser Crested Tern Sterna bengalensis was present at Ras Lall a Hadria, Djerba, on 14-25 December. A fjrst-winter Forster's Tern S forsteri was reported in Cornwa ll on 5 November. O n 27 November, a Longbilled Murrelet Brachyramphus perdix (recently spl it from Marbied Murrelet B marmoratus by AOU) was found at Narragansett Bay, Rhode Isl and, USA, w here it stayed into December; another was see n in Oregon this autumn. Unti l 1996, there had been 36 reco rd s of this Asian species in North America of w hi ch at least 12 in th e eastern half (Birding 29 : 460-4 75, 199 7) . More surpri singly, th ere are rumours that one was found dead at Z체r ichsee, Switzerland, in the w inter of 1997/98 (first being mi sidentified as Black Guillemot Cepphus grylle); if accepted, it wo uld be th e first for Europe. An Ancient Murrelet Synth liboramphus antiquus flew past Point Pelee, Ontario, Canada, in the second week of November. The fourth Oriental Turtle Dove Streptopelia orientalis for Israel was a first-winter at Kefa r Ruppin on 20 November. On 2 j anu ary, a Snowy Owl Nyctea sca ndiaca turned up on Sylt, Schieswig-Hoistein. At Eil at, Israel, a Striated Scops Owl Otus brucei was reported from 4 November through December. A Hume's Owl Strix butleri was ca lling at Mughsayi, Oman, on 10 November. At Oued Sou ss, Agad ir, Morocco, a Shorteared Owl Asio flammeus was seen on 24 November. A White-rumped Swift Apus caffer was reported at Mirador del Rio, Lanzarote, Canary Islands, on 16 October. In th e Netherlands, numbers of Middle Spotted Woodpecker Dendrocopos medius remained hi gh during 1998 in Limburg and, from 1 january 1999, th e spec ies is removed from th e list of spec ies co nsidered by th e Dutch rar ities comm ittee (C DNA) . The second record of Oriental Lark Alauda gulgula fo r Oman concerned at least three in d ividu als at Sohar Sun Farms on 5-7 November. In Israe l, 14 we re present during November at Kefa r Ruppin. The second Blyth's Pipit A godlewskii for Belgium was trapped at Hoeve nen, A ntwerpen, on 16 October. In Scotland, one was reported on Stro nsay, Orkney, on 7-2 1 November. The fi rst for Sweden was at Flundrev iken, Visby, Gotland, on 18-2 1 November and the first for Denm ark was at Skjern, Vestjy ll an d, on 22-28 November. At Portl and Bi ll , Dorset, England, two we re found on 22 November; after trapping on 23 November, one remained until 6 December. Th e first Olive-backed Pi pit A hodgsoni fo r California, USA, was trapped on
the Farall on Island s during October. Th e first for Belgium was present at Zeebru gge, West-Vlaanderen, o n 4-6 November. Like last w inter, a Grey Hypocolius Hypo colius ampelinus stayed at Ei lat from the last days of December into january. On 6 Decem ber, the fifth Siberian Accentor Prunella montanella for Finland was found at a feeder at Kerava, Helsinki, w here it had been present for a few weeks and it seemed ready to stay for th e w inter. Th e first Red-flanked Bluetail Tarsiger cyan urus fo r Spa in was an adult female trapped at Remolar-Filipines, L1 0bregat delta, on 17 November. A n Isabel!ine Wheatear Oenanthe isabellina was see n in the Crau, Bou ches-du-Rh 6ne, on 8 November. The 11 th Pied Wheatear 0 pleschanka for Italy was a first-winter male at Orbetello lagoon, Toscana, on 28 November. In England, a fem ale stayed at Tynemouth , Tynes ide, on 8- 14 December. A Greycheeked Thrush Catharus minimus was found dead in a ga rd en in St Ives, Cornwa ll , on 23 October. Th e second and third Ring Ouzel Turdus torquatus for jordan were see n at Dan a on 6 December; other jordan rariti es we re a Redwing T iliacus at Wadi AI Btum on 1 December and a Goldcrest Regulus regulus at Azraq on 1-2 December. On 29 December, a Redwin g was also seen at St john 's, Newfoundland , Canada. The third Eyebrowed Thrush T obscurus for Arabia occurred at Dauka, Oman, on 13 November. A first-yea r femal e Black-throated Thrush T ruficollis atrogularis was seen in Sm채land, Sweden, on 14 November and a male stayed from 29 December into january in Berksh ire, En gland. In Fran ce, a Blyth's Reed Warbier Acrocephalus dumetorum was reported on Ouessant on 4-6 November. One all egedl y trapped in Belgium in late September appears to be mi sidentified (co ntra Dutch Birdin g 20: 260, 1998) . In Britain, Savi's Warbier L luscinioides has been added (togeth er w ith Ferruginous Duck A nyroca) to the li st of spec ies co nsidered by th e BBRC. On 2629 October, photographs we re made of a Sardinian Warbier Sylvia melanocephala quickl y becom in g hand-tame during a northward journey aboard th e TS A lbatros from Lanza rote, Canary Island s, v ia Agadir to Tanger, Morocco . An Arctic Warbier Pborealis trapped at Broome Bird Observatory, Western Austra li a, during 23-25 j anu ary 1998 constituted (onl y) the first record for mainl and A ustrali a (A ust Bird Watcher 17: 365-369, 1998). A Yel!ow-browed Warbier P inornatus trapped at Remo lar-Filipines on 16 November might be the first good record for north-eastern Spa in ; on 18 November, a Siberian Chiffchaff P collybita tristis was also trapped in this area . Th e sixth Hume's Warbier P humei fo r Germany was fo und on 7 November on Helgoland, Sch iesw ig-Hoistein. Th e second Caucasian Mountain Chiffchaff P lorenzii for Israel was see n at Ceuetura sewage fa rm o n 3 1 October. Photograph s of an all eged Plain Willow Warbier P neglectus trapped on 3 October in Belgium show a Common Chiffchaff P collybita (co ntra Birding World 11: 378, 1998). The seco nd Ruby-crowned Kingiet R ca lendula for Ice land and Europe was photographed on Vestmannaeyjar on 10- 11
3 11
WP rep o rts
265 Siberi an Acce ntor / Bergheggenmu s Prunella montanella, Kerava, Helsin ki, Finl and, December 1998 (M arkku Ranta/a & Kari Eischer)
266 Pin e G rosbea k / Haakbek Pinico /a enuclea tor, H alm stad, V채 rml and, Sweden, 23 November 1998 (Felix Heintzenberg)
3 12
WP reports October. Th e feral population of parrotbill s Paradoxomis in reedbeds in northern Italy now see ms to co nce rn the pale-eyed Ashy-throated Parrotbill P a/phonsianus rather than th e dark-eyed Vinous-throated Parrotbill P webbianus (cf Dutch Birding 20: 253, 1998) . If accepted, Eastern Great Grey Shrikes L excubitor homeyeri on Lagskä r on 3 October, at joensuu on 30 October and at Esbo on 15-29 November w il l be the first three record s for Finland. In Sweden, a firstyear Steppe Grey Shrike L pallidirostris .at Haby Bukt, Bohu slän, from 31 October to 1 November followed upon one at Munkfors, Värmland, on 15-18 October. Th e first for Cyprus was at Larnaca from 20 November unti l at least 4 December. In Israel, another two we re see n at Gamla on 16 December and at K33, Eilat, o n 19 December. A Eurasian Jackdaw Corvus monedu/a was present from 31 December into january at St j ohn 's, Newfoundl and, Ca nada; presumably, the sa me indi v idu al was firstseen in December 1994. The male Spanish Sparrow Passer hispan io/ensis present from jul y 1996 at Waterside, Cumbria, England, remain ed during the period . The first Snow Finches Montifringilla niva/is for Portu gal we re two birds from ea rly December onwards at Cabo St Vincent, A iga rve. A Red-eyed Vireo Vireo o/ivaceus was at Helston , Cornwall, on 310 Novem ber. In so uthern Sweden, it has been th e best yea r since 1983 for Pi ne Grosbeak Pinico/a enucleator with many flocks of 10-15 b irds near Stockholm; on 28 October, 134 we re co unted at Ladholmen, Värmlandsnäs, Värmland (a lso seve n Two-barred Crossbills Lox ia /eucoptera on 27 October), and, on 31 October, 37 at Kinn eku lle, Västergötland . In mid-Dece mber, probably 10005 we re feeding on berri es in ce ntral Sweden. In so uthern Norway, the in vas ion beca me apparent from 14 November onwards reachin g a first height w ith a co unt of 60 on 18 November at Hodne, Klepp, Roga land ; until 26 December, 842 indi vidu als were reported w ith more than 220 at Farsund, Vest-Agde r, on 7 December, and more than 70 at Hu seby, Os lo, on 8 December. In Denmark, at least 77 we re seen in Skagen, Nordjyl land, during 8-2 4 November, inc ludin g 48 of w hich 23 adult mal es on 22 November at Gyvelstien (in 1965-97, th ere we re 23 record s for Denmark). On 10 and 12 November, singles fle w by in Latv ia. A maj or influx of Hawfinches Coccothraustes
coccothraustes occ urred in late October and ea rl y November in Israel, w here more than 300 we re seen in the jeru sa lem area and 30 were rin ged at Beer ' Sheva, w ith so me reachin g Eilat. In late November, th ere was an influ x in Cyp ru s w ith , fo r in stance, 30 at Paphos during December. in jordan, two we re seen as fa r so uth as Wadi Dana on 6 December. In the Azores, a Snow Bunting P/ectrophenax niva/is was present at Faj a Grande, Flores, on 6-8 November. Th e first for the Balearics was a femal e at S' lli ot on 15 November. Sin gle Pi ne Buntings Emberiza /eucocepha/os stayed in the Camargue on 2-18 December and from 29 December and a ma le was di scovered at Utö, Söderman land , Sweden, on 12 December. For a number of reports, publ icat ions in Bird ing World , Birdwatch, British Bird s, Limi co la, Orn ithos, Var Fage lvä rld and Winging It we re consulted. News from Britain was kindly supplied by Birdl ine (089 1-700-222 or 0891-700-242) and Rare Bird News (088 1-888- 111). I wish to thank Sven Achtermann, Leo Boo n, Col in Bradshaw (BB RC), Ruud Brouwer, P A Bu ck ley, Ag ri s Celmin s, Rolf Chri stense n, Tony Clarke (Azores; Canarian Nature Tours), A ndrea Corso, Eric Dempsey, jochen Di erschke (Ge rm any), Philippe Dubois, Hugues Du fo urn y, Marc Duqu et, Enno Ebels, Gonçalo Elias (Portu ga l), Tomm y Frand se n (Azo res), Peter Fraser (U K), Steve Gantlett, Martin Garner, j eff Gordon (Cyprus), Marce llo Grussu, Klaus Günther, Morten G ünther, Rica rd Gutiérrez, Hans ter H aar, Cornelis H azevoet, Felix Heintzenberg, Erik Hirsc hfeld (O man), ju stin j anse n, Bertil j ohansso n, Adrian jordi , Robert Keizer, Yann Kolbeinsso n, Paul Lehm an, Pierre Le Marécha l (Fran ce), Mike Leven, André van Loon , Bru ce Mactavish, Anthony McGeehan, Peter Mein inger (Tunisi a), Fatima Melo (Azores), Ri chard Mil lin gton , Ki ll ian Mullarney, Mika Ohtonen, Georges O li oso, Gerald Oreel, René Pop, Vald is Roze, Lu c iano Ru gg ieri, George Sangster, Dave Sargeant, Bob Scott, Bri an Short, H adoram Shirihai, A rkad iusz Sikora, james P Smith, Maarten va n Steen is, Norman va n Swelm, D W Tay Ior, Ray Tipper, Rol and va n der V li et (the Gambia) and Arend W ass ink (Jordan) for their help in co mpilin g this review.
Amoud B van den Berg, Ouinlustparkweg 98, 2082 EG Santpoort-Zuid, Netherlands (a rnoud. vandenberg@inter.nl.net)
Recente meldingen Dit overzicht va n recente meldingen va n ze ldzame en interessa nte voge ls in Nederland en België bes laat voo rn amel ijk de periode oktober-november 1998. De ve rmelde geva ll en z ijn merendeels niet geveri fiee rd en het ove rz icht is niet vo lledi g. A lle voge laars die de moeite namen om hun waarnemingen aan ons door te geven worden hartelijk bedankt. Waarnemers va n soorten in Nederl and die wo rden
[Ou/eh Birding 20: 373-322, 1998J
beoo rd eeld door de Commissie Dwaa lgasten Nederlandse Avifauna wo rdt ve rzoc ht hun waa rn emin gen zo spoedi g moge lijk toe te zenden aan: CDNA, Postbu s 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Nederl and. Hiertoe gelieve men gebruik te maken va n CDNA-waa rn em ingsformu l ieren di e eveneens ve rkrij gbaa r zijn bij bovenstaand adres.
313
Recente meldingen
Nederland Groepjes Dwergganzen Anser erythropus werd en waa rgenomen va n 25 oktober tot 11 novembe r in de Anjumer Kolken, Fri es land (ac ht), en op 14 en 15 novem ber wede rom acht bij Strij en, ZuidHolland . Vanaf 18 november waren er max im aa l 18 bij Petten, Noord-Holl and. Bij beide groepen was ' Limpin g Lotta' betrokken. Op 18 november werd en zes exempl aren gez ien tu ssen Sandfirden en Oudega, Fri es land. Losse exemplaren werde n waa rgenomen op 20 oktober in de Ko llumerwaard, Friesland, op 11 nove mber op de Slikken va n Flakkee, Zuid -H oll and, va naf 20 november langs de Praamweg, Fl evo land, op 22 novem ber (twee) bij Gaast, Fri esland, en va naf 25 november in de Prunjepolder, Zee land. Van midden september tot 31 oktober verbl eef in de omgev in g van de Praamweg een gehalsrin gde parti eel bl auwe vo rm Sneeuwgans A caerulescens. W itte exemp laren verbl eve n op 13 nove mber in de Ooypold er, Gelderl an d, op 14 en 15 november in de Lauwersmeer, Groningen, op 15 november bij Oudega, Wymbritseradee l, Fri es land (twee), en een blau we aan de Oostvaardersd ijk, Fl evoland, va n 20 tot 27 november vier bij de Mokkebank, Friesland, op 2 1 nove mber één over het W estduinpark bij Den Haag, Zu id-H oll and, op 29 november een bl auwe in de Aa lkeetbuitenpo lder, Zuid-Holl and, en op 1 december één in de Eemsh aven, Groningen. Ross' Ganzen A rossii waren aanwezig op 7 november in de A njumer Kolken en va n 12 tot 15 november ten minste één in de driehoek Parrega -Brandeburen-Gaastmeer in Fri es land . Roodhalsganzen B ruficollis werden aangetroffen op 3 oktober bij Strijen, op 11 november op de GANZ EN TOT VALKEN
267 Koereiger / Cattle Egret Bubu lcus ibis, De Putten, Camperduin, Noord-Holl and, november 1998 (Ruud E Brouwer)
314
Sli kken va n Fl akkee, op 15 november bij Kl ein Gaastmeer, Fri es land, bij Eern ewoud e, Frieslan d, en in de Lau wersmeer, va naf 15 november langs de Oostvaardersd ijk, va n 23 tot 26 novem ber bij Stad aan 't Harin gvliet, Zuid-Ho ll and, va n 25 tot 27 november bij de Mokkebank en op 25 nove mber bi j Workum, Fri esland. Er we rden Witbuikrotganzen Branta hrota gez ien op 18 oktober op Wi erin gen, Noord-Ho ll and, op 22 oktober op Schi ermonnikoog, Fri esland, en van 7 tot 15 noverpbe r twee nabij Noordpolderz ijl , Groningen. Zwarte Rotganzen B nigricans we rden opgemerkt op 18 oktober op Wieringen, op 25 oktober op Texe l, Noord-Holl and, op 31 oktober bij De Kooy te Den Helder, Noord-Holland , en op 1 november twee bij Hui sd uinen, Noord-Ho ll and, en va n 7 tot 21 november ve rbl even er twee bij Noordpolderzijl en op 11 nove mber één te Scharendijke, Zee land. Een Blauwvleugeltaling Anas d iscors va n 14 tot 16 nove mber in 't Tw iske bij Oostzaan, Hoord-Holl and, bleek ontsnapt te z ijn. 12 Krooneenden Netta rufina zwommen op 31 oktober in de Haagse Waterl eidingduinen, Zu id-H olland. Witoogeenden Aythya nyroca verbl even op 9 oktober in het Harderbroek (twee), op 15 en 19 oktober b ij de Kampina, Noord-Brabant, va n 20 tot 22 nove mber op de pl as Aquabest bij Best, Noord-Brabant, en op 21 nove mber op de surfplas bij Reeuw ijk, Zu id-Ho ll and. Van ondu idelijke kom af waren een paartje Ringsnaveleenden A collaris op 15 nove mber bij Oost-Maarl and, Lim burg, en een vrouwtje Kokardezaagbek Lophodytes cucullatus op 29 november bij Den O eve r, NoordHolland. C 800 Middelste Zaagbekken Mergus serrator trokken op 2 november langs tel post De Vu lkaan in Den H aag. De eerste twee IJsduikers Cavia immer va n het najaa r v logen op 30 oktober lan gs Terschellin g, Fri es land; daarna vo lgden pleisterende exemplaren van 31 oktober tot 2 november op de Nieuwe W aterweg bij de Maasvlakte, Zuid-Ho ll and, va naf 6 november op het Veerse Meer, Zee land, va naf 7 november op het Oostvoo rn se Meer, Zu id -Holland, op 19 november bij Tern euzen, Zee land, vanaf 22 nove mber op de ZuidWill emsvaart ten zuidoosten va n Helm ond, NoordBrabant, va naf 23 november max im aa l twee b ij de Brou wersdam, Zu id-H olland, en op 28 november twee langs de Zuidpier va n Ij muiden, Noord-Holl and. Daar oktober noga l regen- en storm achtig was werden er heel wat zeevoge ls gez ien. Op 30 oktober was er weer een gekke dag met c 6200 Noordse Stormvogels Fulmarus g lacialis langs Tersc hellin g. Er werden 250300 Grauwe Pijlstormvogels Puffinus griseus gemeld tu ssen 10 oktober en 1 november waarvan het merendeel tussen 10 en 12 oktober. De hoogste te lling was 105 op 10 oktober langs Texe l. C 35 Noordse Pijlstormvogels P puffinus ve rsc henen in vrij we l . dezelfde periode, tu sse n 10 en 28 oktober, met ook hier de meeste tussen 10 en 12 oktober. Een Vale Pijlstormvogel P mauretanicus werd nog gez ien op 20 oktober bij Tersc hellin g. Op 12 oktober werd een Grote Pijlstormvogel P gravis gemeld langs Camperdu in, NoordHoll and. Een Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borea lis werd aldaar op 1 nove mber gedetermineerd. Mogelij ke Kuhls/Scopoli's Pijlstormvogels C borea lis/diomedea
Recente meldingen
268 IJsduiker / Great Northern Diver Cavia immer, Helmond, Noord-Brabant, 22 november 1998 (Rob C Bouwman) 269 Kuifaalscholver / Shag Stictocarbo aristotelis, Vijfhoek, Diemen, Noord-Holland, 12 november 1998 (Cuus van Duin) 270 Zwarte Zeekoet Cepphus grylle, eerste-winter, Brouwersdam, Zeeland, 28 november 1998 Uan den Hertog) 271 Siberische Tj iftjaf / Siberian Chiffchaff Phylloscopus collybita tristis, Park Zestienhoven, Rotterdam , Zuid-Holland, 27 november 1998 (Chris van Rijswijk) 272 Rosse Franjepoot / Grey Pha larope Phalaropus fulicaria , Katwijk aan Zee, Zu id-Holland, 30 oktober 1998 (RenĂŠ van Rossum)
315
Recente meldingen we rd en gemeld op 11 oktober bij Texel en op 12 oktober bij Katwijk, Zuid-Holl and. Na een hand vo l Stormvogeltjes Hydrabates pe/agicus in de vor ige periode en een exemp laar op 12 oktober bij Katw ijk, we rd en tussen 26 oktober en 2 november maar liefst 50 to 55 'stofj es' gemeld. Het merend ee l werd op 30 en 31 oktober en voorn amelijk bij Scheven in gen, ZuidHolland, gez ien. Ook Vale Stormvogeltjes Oceanodrama /eu corhoa lieten zic h niet onbetuigd. Na een respecta bel aantal in midden september we rden er va n 11 oktober tot 1 november nog eens 260 geturft. I:>e pi ekd agen waren 12 oktober (43) en va n 25 tot 30 oktober (c 200). Vanaf 13 oktober ve rbl even Kuifaalscholvers Stictocarbo aristote/is in w isse lend aantal (max im aa l zes) te Ijmuiden . Andere we rden gesignalee rd op 13 oktober bij Westkapel le, Zeeland, op 20 oktober bij de Maasvlakte, op 8 november langs de Oostersche ldekerin g, Zee land, op 11 , 12 en 15 november bij Diemen, Noord-Holl and, en op 12 november in de buitenh aven van V li ss in gen, Zee land. In nove mber we rd en wee r enkel e Kwakken Nycticorax nycticorax aa ngetroffen bij het Veerse Meer. Koereigers 8ubu/c us ibis werden gez ien op 17 november nabij Camperduin en va naf 21 nove mber bij Schipluiden, Zuid- Holland. Er we rd en in totaa l c 32 Kleine Zilverreigers Egre tta garzetta gemeld waa rva n ten min ste 13 in het VeerseMeergebied in oktober-november en lOop 11 november in de westelijke Grevelingen (Kabbe laarsbank en Preekhilpold er), Zee land . Dri e exemplaren v logen op 20 november over Papend rec ht, Zuid-Holl and . C 27 Grote Zilverreigers Casmeradius a/bus werd en gez ien op 21 versc hillende locaties. Ma xim aa l v ier hierva n ve rbl even va n 25 oktober tot hal f november in de Lauwe rsmeer, twee van 24 oktober tot 22 november in de Oostvaardersplassen, Fl evo land, en drie vlogen op 13 november over Wijn gaa rden in de A lblasserwaard, Zuid- Ho ll and. De overige wa ren so litair en werden voora l in Zu id-Holl and aangetroffen . Een late Purperreiger Ardea purpurea ve rbl eef op 20 en 21 november in polder Bles kensgraaf in de A lbl asserwaard . Op 4 oktober landden zeve n, uit ooste lij ke ri chting kom ende, Zwarte Ibissen P/egadis {a /cinel/us in de Eemsha ve n en werde n er vi jf over Harlin gen, Fri es land, gez ien. Vij f, vermoedelijk dezelfde, exempl aren ve rbl even van 10 tot 18 oktober bij Gaast. Daa rn aast werden er drie gez ien op 17 oktober bij Den Hoo rn op Texe l en eveneen s drie op 18 oktober bij De Putten va n Camperd uin. Zwarte Wouwen Mi/vus migrans verschenen op 6 oktober tu sse n Sp ijkeni sse en Rhoon , ZuidHolland, va n 6 tot 10 oktober op Texel, op 17 oktober in De Wieden, Overij sse l, en op 2 1 november aan de Voge lweg, Fl evoland . Er werden 18 Rode Wouwen M mi/vus gez ien, voo rn amelij k in de eerste decade va n oktober en in de eerste en laatste decade va n november. Zeearenden Ha/iaeetus a/bicil/a werden waa rgenomen op 3 oktober over het Aamsveen bij Enschede, Overij ssel, op 6 oktober in De Groede op Terschellin g en over Texel, in nove mber in De W ieden, op 2 novembe r in de Emmapolder, Gron in gen, op 7 nove mber in de An j umer Kolken , op 8 november uit zee op het ooste lij ke Eemsha ve nterrein, va naf 11 november
316
een adult in de Oostvaardersplassen, op 20 november over het W estduin park in Den H aag, op 21 november in het Ve rdronken Land va n Saeftinge, Zee land, op 22 november op Schouwen-Duive land , Zee land, op 23 novem ber zuidwaarts de Oostvaardersplassen uit en op 27 nove mber in de Dordtse Biesbosch, Zu id-Holl and. Tot 20 oktober werden nog 12 Visarenden Pandion haliae tus gemeld. Er werd en c 50 Slechtvalken Fa/co peregrinus doorgegeven. A ll een al in het Grevel in gengebi ed werden op 11 nove mber 10-12 exempl aren geteld. Grote bruine va lken va n ondu idelijk fabr ikaat en onbekende herkom st werden op zes locaties gez ien. Mogel ijke Lanners F biarmic us we rden gemeld op 23 se ptember en 6 en 12 oktober in de Anjumer en Li oessenser Pold er, Friesland, op 10 oktober over het Ramm egors, Zee land, en 23 november b ij de Pl aat va n Scheel hoek, Zu id -Ho ll and. Een Lann er of Saker F cherrug was op 18 en 21 oktober aanwezig bij de Westplaat, Zuid-Holland, en een mogelijk hybrid e Saker x Slechtva lk werd op 23 oktober gez ien bij de Weevers Inl aag, Zee land. Tot slot was er nog een se ri euze melding van een Giervalk F rustica/us op 7 november over het Westduinpark te Den Haag. RALLEN TOT A LKE N Een opmerke lij k late Kwartelkoning
Crex crex werd op 4 november gez ien in de Starrevaart bij Leid sc hendam, Zuid-Holland. Kraanvogels Grus grus wa ren dit najaar wederom sc haars met op 10 oktober 27 exemp laren op de Strabrechtse Heide, Noord-Brabant, op 17 oktober 17 ove r H eelsum, Gelderl and, op 21 november één bij Edam, NoordHoll and en op 23 nove mber vier over de Oostvaarderspiasse n. De jufferkraanvogel Anthropoides virgo tusse n Montfort en Mariah oop, Limburg, bl eef in die omgev in g aanwez ig tot ten minste 3 november. Een Morinelplevier Charadrius morin el/us v loog op 7 oktober ove r Oud-Zevenaar, Gelderland, en een andere werd op 1 november op Texel gez ien. D e Witstaartkievit Vanel/us /eucurus va n Assende lft, NoordHo ll and, we rd na 9 oktober niet meer waa rgenomen. Op 9 oktober was een Temmincks Strandloper Ca/idris temminckii nog aanwez ig op de Maasvlakte. Een Gestreepte Strandloper C me/anotos liep op 4 oktober in de Oostel ijke Binn enpolder va n Ti enhove n, Utrecht. Van 9 tot 11 oktober verbl eef een Terekruiter Xenus cinereus in De Putten va n Camperduin. Grauwe Franjepoten Pha/aropus /obatus we rden gez ien op 6 oktober in de W eevers Inlaag (twee), op 10 oktober twee op Texe l, va n 11 oktober tot 10 nove mber twee op het Kennemermeer bij Ijm uiden, op 25 oktober één bij Huisduinen en op 28 en 29 oktober één in het j aap Deensga t, Gron in gen. Dankzij het storma chti ge wee r wa ren Rosse Franjepoten P {u/icaria ta lrijker dan normaal. Tu sse n 10 oktober en 5 nove mber we rden er c 35 gemeld waa rva n het merendeel eind oktober. Da arn aast wa ren er plakkers va n 20 tot 24 oktober bij Petten, va n 31 oktober tot 11 nove mber bij Ijmuiden (2 à 3) en va n 6 tot 10 november in de spuikom bij Ritthem, Zee land. Bijna 100 Middelste jagers Stercararius pomarinus we rden gez ien tussen 10 oktober en 1 november. Er werden nog 12 Kleinste jagers 5 /ongi-
Recente meldingen
273 Pontise he Meeuw / Ponti c Gu ll Larus caehinnans cachinnans, adult (rechts) en Zil ve rm eeuw / Herrin g Gu ll L argenta tus, adult, Katw ij k aa n Zee, Zuid-Ho ll and, 7 november 1998 (RenĂŠ van Rossum) 274 Pontisehe Meeuw / Pontic Gu ll Larus cach inn ans cachinnans, ad ul t, Brouwersda m, Zuid-Holland, 26 oktober 1998 (Norman van Swe/m)
317
Recente meldingen caudus gemeld tu sse n 10 en 30 oktober. Kleine Jagers S parasiticus traden in twee gescheiden perioden op: c 355 tussen 10 en 13 oktober en c 260 tussen 26 oktober en 6 nove mber. Het totaa l aan Grote Jagers S skua deze periode was c 440 va n 10 oktober tot 6 november, waa rva n driekwart in de laatste decade van oktober. Op 30 oktober vlogen hierva n 84 lang Terschell ing. Vorkstaartmeeuwen Larus sabini kwamen door tu sse n 10 en 12 oktober (v ier), op 18 oktober (éé n) en va n 23 oktober tot 6 november (c 28). De Ringsnavelmeeuw L de/awa rensis va n Goes, Zee land, bl eef nog tot eind november aanwez ig. Meldingen van Baltische Mantelmeeuwen L fuscus wa ren op 1 en 4 oktober bij Arcen, Limburg, op 3 oktober op het strand bij Egmond-Binnen, Noord-Ho ll and, en twee op de Maasvlakte, op 7 oktober bij Hui zen, Noord-Holl and, op 9 oktober op het Rutbeek bij Ensch ede, op 11 en 16 oktober bij Ijmuiden, op 12 oktober langs de Waterlandseweg, Flevoland, op 14 oktober bij Wanssum, Limburg, en op 4 nove mber bij Eij sden, Limburg. Ten minste 80 Pontische Meeuwen L cach innans cachinnans en 60 Geelpootmeeuwen L michahellis werden gemeld voo rn amelijk va n de grind gaten in Limburg maar ook, z ij het in klein ere aantal len, aan de kust en elders in het land. Een Zilvermeeuw L argentatus va n het 'omissus' -type werd op 13 november waa rgenomen in de Keihoogte Inl aag, Zee land . Een Z ilvermeeu w met kenmerken va n Amer ikaanse Zi lve rmeeuw L sm ithsonianus hield de gemoederen bezi g va naf 1 november bij het Patatpal eis in de haven van Schevenin gen. Adu lte Grote Burgemeesters L h yperbore us werd en gez ien op 11 oktober op het Amstelmeer, Noord-H o ll and, en op 29 oktober bij W estkapelle. Onvolwassen exemplaren werden opgemerkt op 30 oktober langs Lauwersoog, Groningen, en op 1 novem ber bij Scheven in gen. Tu sse n 28 oktober en 1 november we rd een opmerkelijk aa ntal va n 16 000 à 17 000 Drieteenmeeuwen Rissa tridacty/a gerapportee rd waa r-
va n c 11 000 all een al op 30 oktober langs Tersc helling. Een late Reuzenstern Sterna caspia werd op 5 oktober gez ien te Wervershoof, Noord-Holland. Een late Noordse Stern S paradisaea werd op 6 november gemeld bij de Sloehaven te V li ss in gen. Witvleugelsterns Ch/idonias /eucopterus vlogen op 18 oktober bij Den Oever en op 7 november langs de Afs lui tdijk ter hoogte van de grens Noord-Holl and/ Fri esland. Tu sse n 25 oktober en 1 november we rden langs de ku st flinke aanta ll en Alken/Zeekoeten A/ca torda/Uria aa /ge geteld. Dit res ultee rde pas later in de ontdekkin g va n een Zwarte Zeekoet Cepphus grylle di e va n 22 november tot 3 december langs de Brouwersdam ve rbl eef. U iteraa rd waren er ook vee l Kleine Alken Alle alle langs de kust, in totaa l c 210, voorn amelij k va n 21 oktober tot 4 november met pieka antallen op 30 oktober met 92 langs Tersch ellin g en 12 langs Lauwersoog. Pleisteraars verbl even va n 1 tot 10 novem ber bij Ij mu iden en va n 11 tot 28 november langs de Brouwersdam. H et aantal van 26 Papegaaiduikers Fratercu/a arctica d at va n 10 oktober tot 2 november we rd genoteerd mag respectabel genoemd worden . Daa rvan trokken er 12 op 30 oktober langs Tersc hellin g. BIJE NETERS TOT GORZEN Op 3 oktober werd een overvliegende Bijeneter M erops apiaster gemeld va n de Maasvlakte. De Hop Upupa epops va n A lkm aa r, Noord-Holl and, bl eef daa r tot 5 oktober. Op 6 oktober v loog er één langs het W estduinpark. Draaihalzen lynx torquilla werden gez ien op 10 oktober b ij Den Oever en op 11 oktober op Vli eland, Friesland. Er was een melding van een KorUeenleeuwerik Ca/andrella brachydacty/a op 13 oktober op de Slikken van de Heen, Noord-Brabant. 29 Grote Piepers Anthus richardi we rden geteld tot 14 november maa r voo rn amelijk in de eerste twee decaden va n oktober. Hieronder bevonden z ich zeven op 9 oktober ter pl aatse bij Hoek va n H oll and, Zu id- Holl and, en v ij f tu sse n 31 oktober en 2
275 W aterspreeuw / D ipper Cinclus cinclus, Mariënda l, Den Helder, Noord -Ho ll and, 21 november 1998
(Ruud E Brouwe r)
318
Recente meldingen november over De Vulkaan in Den H aag. Duinpiepers
A campestris verschenen op 9 oktober bij Hoek van Holland (twee) en op 2 november twee over De Vulkaan. Roodkeelpiepers A cervinus werden opgemerkt op 3 en 31 oktober in de Dintelhaven, ZuidHolland, op 6 oktober één en op 7 oktober één op de Maasvlakte, op 7 oktober bij De Cocksdorp op Texel, op 8 oktober bij Koudekerke, Zee land, op 11 oktober op Sch iermonnikoog, op 18 oktober over de Haagse Waterleidingduinen en op 19 oktober in de Eemshaven. Een Siberische Boompieper A hodgsoni zat van 11 tot 15 oktober heel af en toe in de tu in van het Texel Birdwatching Center. Andere kortstondig aanwez ige exemplaren werd en gemeld op 7 oktober op de Maasvlakte en op 16 oktober bij Budel-Dorplein. Een Pestvogel Bombycilla garru /us werd op 17 november over het Westduinpark te Den Haag gezien. Waterspreeuwen Cinc/us cinc/us verbleven va n 6 tot 20 november in Park Rozendaal bij Velp, Gelderland, op 7 november bij Winde, Drenthe, op 8 november in de AW-duinen, Noord-Ho ll and, van 20 tot 22 november te Mariëndal, Den Helder, en vanaf 25 november in de Hierdense Beek, Gelderland . Een Aziatische Roodborsttapuit Saxicola maura was op 7 oktober aanwez ig op Vlieland. Beflijsters Turdus torquatus waren opvallend aanwez ig op 6 oktober op de Maasvlakte (80l, en op 10 oktober op Texel (120) en Schiermonnikoog (30). Op 13 oktober trokken c 30 000 Koperwieken T iliacus in breed front over Katwijk. Enorme aantallen voge ls trokken van 31 oktober tot 2 november over de De Vulkaan in Den Haag: c 24 000 Veldleeuweriken Alauda arvensis, c 129 000 Kramsvogels T pilaris, c 290 000 Spreeuwen Sturnus vulgaris en c 73 000 Vinken Fringilla coelebs. Spreeuwen piekten ook op 31 oktober met c 12 600 over Huisduinen en c 70 000 over de Vijfhoek bij Diemen, en op 2 november 100 000 over Katwijk. Tussen de 5000 en 10 000 Kramsvogels werden op 5 november gez ien bij Benthuizen waar de dag tevoren een Vale Lijster T obscurus geclaimd was. Op 31 oktober werd zee r kort een Cetti's Zanger Cettia cetti gez ien op de Zuidp ier van Ijmuiden. Een Graszanger Cisticola juncidis werd op 10 oktober gemeld op de stu ifdijk op de Maasvlakte. Een Orpheusspotvogel Hippolais polyglotta zou op 13 oktober gez ien zijn bij de Robbenjager op Texel. Sperwergrasmussen Sylvia nisoria werden gezien op 2 oktober bij Westkapelle en op 6 oktober op de Maasv lakte. In de Kennemerduinen, Noord-Holl and, werd een exemplaar geringd op 10 oktober en teruggevan-
gen op 31 oktober. Dit najaar werden ald aar zes va ngsten gedaan. Pallas' Boszangers Phylloscopus proregulus verschenen op 3 november op Schiermonnikoog (vangst), op 7 november bij Petten en op Neeltje Jans, Zee land, en van 17 tot 19 november in Hilversum, Noord-Holland. Mogelijk vanwege het regenachtige weer werden 'slechts' 23 Bladkoningen Phylloscopus inornatus gemeld, voorname lijk in oktober. Een hoogtepunt werd gevormd door een buitengewoon simpel te bezoeken Raddes Boszanger P schwarzi op 10 en 11 oktober op Vlieland. Op 4 en 5 oktober was er een melding van een heel wat lastigere Bruine Boszanger P fuscatus op de stu ifdijk op de Maasvlakte. Veel 'phyllo's' werden gemeld op 9 oktober met op de Maasvlakte en b ij Hoek van Holland vele 100en voge ls, voornamei ij k Tjiftjaffen P collybita. Siberische Tjiftjaffen P c tristis werden gemeld op 9 oktober op de Maasvlakte, op 18 oktober bij het Laakse Strand aan de Nijkerkerdijk, Flevoland, op 1, 12 en 18 november te Castricum, Noord-Ho ll and (vangsten), van 26 tot 28 november in Rotterdam-Overschie, Zu id-Holl and, en vanaf 27 november bij Oudemirdum, Friesland. Alleen op 10 en 11 oktober werd nog een Kleine Vliegenvanger Ficedula parva gez ien en wel op de Maasvlakte. Taigaboomkruipers Certh ia familiaris verb leven op 4 oktober bij Petten, van 11 tot 24 oktober vermoedelijk drie verschillende op Vlieland, op 19 oktober bij Oisterwijk, Noord-Brabant en op 26 oktober en 1 november op Schiermonnikoog. Vier Huiskraaien Corvus splendens bleven aanwezig in Hoek van Holland. Een Notenkraker Nucifraga caryocatactes v loog op 3 november over Emmen, Drenthe, en een andere verbl eef op 4 november in Bakkeveen, Friesland. Een Roze Spreeuw Sturnus roseus werd op 25 oktober over het Jaap Deensgat gemeld . Er waren Roodmussen Carpodacus erythrinus op 7 en 8 oktober op Vlieland en op 9 oktober bij Hoek va n Holland. Ortolanen Emberiza hortulana werden opgemerkt op 9 oktober op de Maasvlakte, op 16 oktober over het Westduinpark en, een nogal laat exemplaar, op 7 november over de Strabrechtse Heide. Op de vo lgende locaties werden Bosgorzen E rustica gezien : op 7 oktober op Tersc helling, op 9 oktober bij Hoek van Holland en op 13 oktober, zij het kort, op V lieland. Dwerggorzen E pusilla werden gevonden op 12 oktober op Vlieland, op 15 oktober twee op de kwelders bij Rilland, Zeeland, en op 8 november bij Renkum, Gelderland. Een groep van meer dan 150 Sneeuwgorzen Plectrophenax nivalis pleisterde op 6 november in de Eemshaven.
Ruud M van Dongen, Taalstraat 762, 5267 BJ Vught, Nederland Remco Hofland, Koningstraat 23A, 23 76 CC Leiden, Nederland Peter W W de Rouw, Schoolstraat 3-bis, 3587 PM Utrecht, Nederland
België Wilde Zwaan Cygnus cygnus b lijft een goede soort voor België en deze winter hadden de voge ls van Schu len, Limburg, op 20 november ZWANEN TOT VALKEN
er wel drie juveniele bij. Op 22 november verb leven er twee in de Baai van Heist, West-Vlaanderen. Op 30 oktober trok een Witbuikrotgans Branta hrota langs Oostende, West-Vlaanderen, en van 6 tot 11 november was er één te z ien in de Voorhaven van Zeebrugge, West-Vlaanderen. Op 13 november werd een Zwarte
319
Recente meldingen Rotgans B nigrica ns waa rgenomen in de po lders va n Ui tkerke, West-V laa nderen. Had de waa rn emer gewete n dat het hier om een ni euwe Belgische soo rt ging, dan had hij de waa rn emin g mi ssc hien wé l doo rgebeld. De hybrid e Amerikaanse Smient x Smient M areca america na x penelope keerde op 15 nove mber te ru g naar Doel, Oost-V laa nderen, maar werd daa r later niet meer gezi en. Een mannetj e Bronskopeend M fa /ca ta in eclipsk leed was op 13 nove mber aa nwez ig bij Roksem, West-Vlaanderen. De laatste Zomertaling A nas querquedu/a zwom op 18 novem ber rond bij Di epenbeek, Limburg. Krooneenden Netta ru fina ve rbl even te SintPi eters-Wolu we, Bru sse l, op 26 oktober, te O udHeverl ee, Vl aa ms-Brabant, op 11 november en te Gent-Bl aa rmeerse n, Oost-Vlaanderen, va naf 30 november. Het mannetj e Witoogeend A nyroca va n O bourg, H ain aut, bl eef daa r nog tot 15 oktober. Een juve niele zat op 31 oktober eerst te Zo nh ove n, Limburg, en later te Di epenbeek. Op 17 oktober keerde het mannetj e Ringsnaveleend Ayth ya collaris voor z ijn negende w in te r teru g naa r Bl okkersdijk, A ntwe rpen. O p 2 november ve rsc heen een ontsnapt paartj e bij Visé, Li ège. O p 19 oktober vloog een IJseend Clangu/a hyema /is langs M ari akerke, W est-Vl aa nderen, op 1 nove mber tro k er één langs Ooste nde en op 4 nove mber trokke n er zeven langs W enduine, W estVl aanderen. Langs de ku st v logen in totaa l 23 Grote Zee-eenden M e/anitta fusca, in het binn enl and werd en er 10 opgemerkt. Va n 2 tot 10 oktober en op 11 november ve rtoefde een Rosse Stekelstaart O xyura j ama icensis te Zw ijn aa rde, Oost-V laa nderen. Va n 20 oktober tot 21 november zwo m een v rouw tj e op Blokkersdijk. Op 7 november zaten er twee te Rij kevo rse i, Antwe rpen, waa rva n er één bl eef tot dece mber. Langs de Belgisc he kust vloge n in deze periode 48 Parelduikers Ca via arctica; de max im a w erd en geteld te Oostende (zeve n) op 15 november en te N ieuw poo rt, W est-V laanderen (zes), op 6 november. O p 3 1 oktober zwom een adulte voge l bij Klui ze n, O ostV laanderen, en op 1 en 2 november één op de Spu ikom te Oostende. IJsduikers C immer vloge n langs Oostende op 25 en 29 oktober en langs W enduine op 1 november. Va n 11 tot 21 november pl eiste rde een ju ve niele in de Spuikom te Oostende, op 14 nove mber werd er één gez ien te N ieuwpoo rt en va naf 15 november zwom er één in de Ac hterhave n va n Zeebru gge. Va naf 10 okto ber passeerden in totaa l 109 Grauwe Pijlstormvogels Puffinus griseus; max im a we rd en geteld te Oostende op 29 oktober (25) en 25 oktober (36). De laa tste waa rn emingen gebeurden op 1 nove mber. In oktober we rden slec hts v ij f Noordse Pijlstormvogels P p uffinus opgemerkt. Op 6 nove mber werd er nog één gez ien langs N ieuw poo rt. O nd anks de influ x langs de Nederl andse ku st we rd en in België enkel Stormvogeltjes H ydrobates pe /agicus gez ien te N ieuwpoo rt op 29 oktober, te Oostende op 30 oktober en te Lombards ijd e, West-V laanderen, op 1 nove mber. Tu sse n 12 oktober en 1 november trok ken 29 Vale StormvogeItjes Ocea nodroma leucorh oa lan gs, met als hoogste tellin g negen langs O ostende op 29 oktober. Het gros aan Jan-van-genten M orus bassa nus passee rde tu s-
320
sen 25 en 30 oktober met meer d an 1500 langs N ieuw poo rt op 29 oktober. Langsvliegende Kuifaalscholvers Stictocarbo aristote/is werd en opgemerkt te De Pa nn e, W est-Vlaanderen; N ieuw poort; O o stende; Wenduine (drie); en Zeebru gge. Twee ju ve niele ve rbl even va n 3 1 oktober tot 2 nove mber te Bl ankenbe rge, WestV laanderen. Nog eens twee ju veni ele, waa rva n één met En ge lse ring, wa ren va n 7 tot 21 november aa nwezig op de fortv ij ver va n Edegem, A ntwe rpen. A ndere pl eisteraars verbl even op 7 november te Mechelen, A ntwe rpen, en (max im aa l twee ju ve niele, waa rva n er één in een krui snet verdron k) va n 11 tot 21 november in de Spu ikom te Oostende. Tot 17 oktober bl eef de ju ve niele Kwak N ycticorax nycticorax nog aan wez ig in het M ech els Broek en op 22 nove mber we rd hi er een ove rtrekkend exempl aar opgemerkt. O p deze laatste dag zat er bove ndien één te Koolkerke, West-V laanderen. Naast de Koereiger Bubu/cus ibis va n Krui beke, Oost-V laa nderen, die nog tot 7 november te r pl aatse bl eef, pleisterden er nog drie bij Ramskapell e, WestV laanderen, va n 7 tot 13 nove mber (waa rschijnlijk de vogels van Kn okke, W est-V laanderen); hierva n werd er op 15 november één gez ien in de Ac hterh aven va n Zeebru gge. O p de favori ete pl aatse n bl even groe pj es Kleine Zilverreigers Egretta garzetta aa nwez ig, met max imaal 25 te Knokke-Zw in op 4 oktober (op 30 nove mber nog vijf) en 10 te Zee bru gge-Li ssewege op 31 oktober en 16 november. A ndere werd en gez ien te Heist (twee) op 8 oktober; de Voo rh aven va n Zeeb ru gge op 9 en 20 oktober; te U itkerke op 26 oktober en 22 november; op Blokkersdijk op 30 o ktober; te Damm e, West-V laa nderen, drie op 21 nove mber; en te Za nd voord e, West-V laanderen, op 22 november. Het bijzonder uitgebreide relaas ove r Grote Zilverreigers Casmerodius a/bus begin t bij de Limburgse voge ls; zo wa ren er max im aa l v ier te Schul en van 3 tot 6 oktober en één op 22 november; rege lmati g max im aa l dri e te Zo nh ove n tu ssen 17 oktober en 12 november; max imaa l dri e Genk-de Maten tot 11 oktober; en te lkens één te Zolder op 11 nove mber en te Kesseni ch op 14 en 28 november. Uiteraa rd was er sprake va n uitw isselin g tu ssen deze gebi eden. D aa rn aast wa ren er nog ' losse' waa rnemin gen te Brecht, A ntwe rpen, twee op 11 nove mber; te Doo rnze le, Oost-Vlaanderen, op 18 oktober; te Harchi es, H ain aut, op 29 oktober en 9 en 21 november; te H arelbeke, W est-V laa nderen, op 16 okto ber en 21 nove mber; te Li er, A ntwerpen, op 11 november; te V li ssegem, W est-Vl aa nderen, op 1 nove mber; en te W oumen, W est-V laanderen, va n 10 tot 23 november. De laatste Purperreigers A rdea purpurea we rd en gemeld te Vierse l, A ntwerpen, op 3 oktober en te Genk tot 16 oktober. De Zwarte Ooievaar Cicon ia nigra va n Schulen we rd voo r het laatst gez ien op 4 oktobe r. Na de waa rn emin gen in Nederl and va n steeds dri e voge ls op respecti evelij k Texe l, Noord -H oll and, op 17 oktober, en bij Campe rduin, Noord- Ho ll and, op 18 oktober, vloge n op 20 oktobe r dri e Zwarte Ibissen Plegadis fa /cinellus ove r De Gavers te H arelbeke . De laatste Wespendief Pem is apivo rus trok op 12 oktober over Herentals, A ntwerpen. Tot 5 november we rden in totaa l negen Rode Wouwen M i/vus milvus waa rgeno-
Recente meldingen men en tu sse n 11 en 27 november we rd en 12 waa rn emin gen ontva ngen. Op 25 oktober we rd de eerste Zeearend Haliaeetus albicilla opgemerkt te Opgrimbie, Limburg. Op 22 nove mber v loog er één boven de Kal mthoutse Heide, Antwerpen, en op 23 novem ber ove r Marcourt, Lu xembourg. Het ging steeds om ju veniele. Tu sse n 1 en 24 oktober trokken nog 17 Visarenden Pandion haliaetus langs en de laatste werd op 4 november opgemerkt te Frasnes- Iez-Bui sse nal, H ain aut. Een mannetj e Amerikaanse Torenvalk Falco sparverius w ist op 22 nove mber te o ntsnappen uit een vo lière in Ed egem, Antwerpen . Een late Boomvalk F subbuteo v loog op 7 november langs Galm aa rden, Oost-Vlaanderen. Op 1 november werd te Dud ze leZeeb ru gge wee r een grote va lk va n het Saker F cherrug-ty pe waa rgenomen. Er werden in totaal 43 Slechtvalken F peregrinus gemeld. KRAANVOGELS TOT ALKE N Op 2 oktobe r v loog een Kraanvogel Crus grus over Gaurain-Ramecroix, H ainaut, en op 6 oktober vlogen er negen over Schulen. Op 3 november was er een auditieve waa rn emin g te W illebrin gen, Vlaams-B rabant, en op 7 november trokken er 17 ove r Loppem, West-V laa nderen. Een meld ing va n een Steltkluut Him antopus himantopus kwa m op 2 nove mber va n de Voorhaven va n Zeeb ru gge. De laatste Temmincks Strandlopers Ca lidris temmin ckii plei sterden op 8 oktober bij Schulen en va n 20 tot 31 oktober te O udenburg-Sta lhill e, West-V laanderen. Een ju ve niele Gestreepte Strandloper C melanotos verbl eef op 13 en 14 oktober in een niet toeganke lij k geb ied b ij Wa rco in g, Hainaut. Op 10 en 11 oktober was een Poelsnip Ga llinago media aanwez ig te Ti enen, V laa msBrabant. H et was het beste naj aa r ooit voor Rosse Franjepoot Phalaropus fulicaria: va n half oktober tot 6 nove mber we rd en er 19 waa rgenomen. Het leukst ware n max imaa l drie p leisterende te Blankenberge va n 29 oktober tot 5 nove mber. Verde r gin g het om langsvli egende of kortstondi g pleisterende voge ls te Heist op 5 novem ber; te N ieuwpoo rt op 29 oktobe r (twee) en op 6 november; te Oostdu inkerke, West-V laanderen, op 25 oktober; te Oostende op 25 (d ri e), 29, 30 (twee) en 31 oktober en op 1 nove mber; bij Uitkerke op 16 oktober; en te Zeebrugge op 17 en 27 oktobe r. Langs de ku st trokken 54 Middelste Jagers Stercorarius pomarinl/S met als max imum c 20 langs N ieuwpoo rt op 29 oktober. Van 31 oktober tot 3 novembe r joeg er één in de omgevin g va n Blokkersd ijk. Tu sse n 25 oktober en 1 novem ber trokken negen Kleinste Jagers 5 longicaudus langs Oostende, vier langs N ieuwpoort en één langs Zeebrugge. Op 10 november v loog de laatste langs Oostende. De 130 Grote Jagers 5 skua passee rd en voora l in de tweede helft va n oktober; 29 oktober was de pi ekdag met 27 langs Oostende en c 40 langs N ieuwpoo rt. Er werd en nog 44 Zwartkopmeeuwen Larus melanocepha/l/s opgeme rkt met als hoogste tellin g zeve n te Klui ze n op 24 oktober. Langs N ieuwpoo rt vloge n ju ve niele Vorkstaartmeeuwen L sabini op 19 en 29 oktober, langs Zeebr ugge op 26 oktober en langs Wendu ine op 1 november. De grootste groepen Geelpootmeeuwen L michahellis te lden 44 te Gaura in -
Ramecroix op 6 oktober en acht te Harelbeke op 2 nove mber. Ve rd er wa ren er ve rspreide waa rn emin gen. Op 24 oktober ve rbleef een Pontische Meeuw L cach innans cachinnans te D iepenbeek en op 25 oktober één te Harlebeke . De meeste (11 ) arri vee rden in nove mber met als hoogste aantal drie te Hofstade, Vlaams-Braba nt, op 12 november. De adulte Grote Burgemeester L hyperboreus keerde va naf 3 oktober terug naa r de haven va n Oostende. Op 16 oktobe r was er één bij Knokke, op 1 en 2 november een adulte bij U itkerke en op 29 november een eerste-win ter te Koksijde, West-V laanderen . Bij Nieuwpoort we rd op 6 november een adulte hyb rid e Grote Burgemeester x Zilvermeeuw L hyperboreus x argentatl/s herkend. Tu ssen 20 oktober en 2 nove mber v loge n Kleine Alken Alle alle langs Blankenberge; Lombard sijd e; Mariakerke; N ieuw poo rt; Oostende (v ij f); Wenduin e (zeven, waa rvan zes op 2 nove mber); en Zee bru gge. Een Papegaaiduiker Fratercu la arctica trok langs Oostende op 18 oktober en langs N ieuw poort op 29 oktober en 14 november. Op 31 oktobe r v loog een late Gierzwaluw Apus apl/S ove r Sint-Truiden, Vlaams-B rabant. Te Dudze le-Zeeb ru gge we rd op 20 november een Kortteenleeuwerik Ca landrella brachydactyla gerin gd. De grootste groepen Strandleeuweriken Eremophila alpestris telden 36 in de Voorhaven va n Zeeb ru gge en 19 te H eist-Baa i. Grote Piepers Anthus richardi we rden opgemerkt in De Panne op 19 oktober; te Dudzele-Zeeb ru gge op 4 oktober en va n 10 tot 15 oktober (twee); bij U itkerke op 16 oktober; in de Voorh aven va n Zeebrugge op 4 oktober; in de Ac hterhaven va n Zeeb ru gge op 2 novembe r (va ngst); en op 15 november te Kallo-Mel se le, Oost-Vlaanderen. Een Mongoolse Pieper A godlewskii we rd op 16 oktober gevangen en gerin gd te Hoevenen, Antwerpen. De laatste twee Boompiepers A trivialis trokken op 18 oktober over maar op 4 november wa ren de kr iebe ls pas gerechtvaa rdi gd toen in de Voorhave n van Zeebrugge ein delij k de eerste Siberische Boompieper A hodgsoni voo r België we rd ontdekt. Deze kon tot 6 novem ber gemakkelij k bekeken en gefotografeerd worden . Tot 20 oktober was er nog doortrek va n Roodkeelpiepers A cervinl/s met waa rn em in gen te Bierbeek, Vlaams-Brabant; Brecht; Bredene, West-Vlaanderen; Doornze le (twee); Goz in, Namur; Heist; Li er; Mechelen; Oostma ll e, A ntwe rpen; Ti enen; Torgny; en in de omgevin g va n Zeebru gge (v ier). Op 24 oktober vloog de laatste Gele Kwikstaart Motacilla flava langs Zeebrugge. Paapjes Saxicola rl/betra b leven maar opduiken; de laatsten zaten te Doel op 21 en 22 november (twee) en op Blokkersd ijk va n 22 tot 27 novembe r. Bij Melsen, Oost-Vlaanderen, ve rbl eef op 10 oktober een Aziatische Roodborsttapuit 5 maura en op 18 oktober één op het Sch ietveld te Brec ht. Op 16 november werd nog een Tapuit Oenanthe oenanthe gez ien te Heist. Va n begin oktober tot 5 novembe r we rden c 45 Beflijsters Tu rdus torql/ÇJtus gemeld met maximaa l 10 te Heist op 7 oktober. Op 13 oktober passeerde overdag een massa Koperwieken T iliacl/s, met GIERZWALUWEN TOT GORZEN
32 1
Recente meldingen 73 00 over Kall o; 15 320 ove r Wilrijk, Antwerpen, en 18 000 over Hoogstraten, Antwerpen. Deze massa le trek gebeurde dus over een re latief small e strook in het binnen land. Op 4 november we rd nog een Braamsluiper Sy/via curruca gez ien te Zeebrugge en va n 7 tot 10 november was er één aanwezig te Heist. Van 31 oktober tot 2 november verbl eef een Pallas' Boszanger Phyl/oscopus proregu/us te Middelkerke, W est-V laa nderen. Op 8 nove mber werd ' s nachts een ve rzwakt exempl aar opgeraapt in de drukke uitgaansbuurt va n Oostende; later op de dag werd die succesvol vrij gelaten. Op diezelfde dag arriveerde er bovendien één te Heist, samen met twee Bladkoningen P inornatus. Dit gezelschap bleef ter plaatse tot 11 november. Eerder was het voo r Bladkoningen slechts een magere vertoning geweest, met waa rn emin gen te Zeebrugge (twee) op 7 oktober; te Knokke op 8 en 9 oktober; te Middelkerke op 11 oktober; en te N ieuwpoort op 19 oktober. Op 25 oktober werd een Raddes Boszanger P schwarz i gezien te Bree, Limburg. Verm oede lijke Siberische Tjiftjaffen P col/ybita tristis werden gemeld te Wenduine op 26 oktober; te Middelkerke op 3 nove mber; te Raversijde, West-V laanderen, te Knokke op 7 november; en te Heist op 11 november. Op 20 oktober we rd nog een Fitis P trochi/us gez ien in de Voorhaven van Zeebrugge. Bij Heist verbl eef op 7 oktober een Kleine Vliegenvanger Ficedu/a parva. Op 19 oktober kon er één bekeken worden in Zeebrugge . Twee eerstew inters lieten zich, eveneens te Zeebrugge, heel goed bek ijken op 4 november. Op 19 november werd op Blokkersdijk nog een Bonte Vliegenvanger F hypo/euca opgemerkt. Vanaf half oktober deden Baardmannen Panurus biarmicus in groten getal e hun intrede. Het moeten zo'n 135 Buidelmezen Remiz pendu/in us zijn geweest die alleen al in oktober door België trokken. Telkens 10 werden gez ien te Ti enen op 1 oktober en te
Genk op 3 oktober, op 7 oktober wa ren dat er 14 te Kru ibeke en op 4 oktober vlogen er ze lfs 40 langs het Mechels Broek. Voor november vermelden we nog exemplaren te Kru ibeke tot 15 november; te H arelbeke en Genk op 2 november; te H eist op 11 november en te H archi es op 21 november. Bij Gentbrugge, OostV laanderen, ve rbl eef op 12 oktober nog een ju ven iele Grauwe Klauwier Lanius col/urio en een nog later exemplaar bleef op 20 oktober hangen bij Eghezée, Namur. Russische Kauwen Corvus monedu/a soemmerringii (althans voge ls met d ie kenmerken) werd en gez ien te Meetkerke, West-V laan deren (twee), op 10 oktober en op 2 nove mber; te Deurne, Antwerpen, va n 16 tot 20 oktober; bij Damme op 30 oktober; en te Brugge, W est-Vlaand eren (twee), op 5 november. De groep van 80 Fraters Cardue/is f/avirostris te Heist op 29 nove mber is naar Belgisc he maatstaven zeker ve rmeldenswaard. In oktober werd en 21 Ijsgorzen Ca/carius /appon icus opgemerkt en in nove mber kwamen daar nog eens 10 bij. De grootste groepen Sneeuwgorzen P/ectrophenax niva/is werd en geteld te Zeeb ru gge op 7 november (50) en te Knokke op 15 nove mber (22). De eni ge binnenlandwaarneming gebeu rd e te Doel op 30 nove mber. Op 10 oktober was ged uren de enkele minuten een Bosgors Emberiza rustica aanwez ig bij Kruibeke . Een lui d roepende Dwerggors E pusil/a vloog op 11 nove mber langs Li er. Deze waa rnemin genrubriek kwam tot stand met medewe rk ing va n Lu c Bekaert (Oost-Vl aanderen), Peter Co ll aerts (Ti enen), Frank De Scheemaeker (Mergus), Koen Leysen (Lim burg), Dirk Symens (Vlavico), Willy Verschueren (Groenlink) en Didi er Vieuxtemps (Luxembourg) . Ook de hulp van al diegenen d ie (hun) waa rnemin gen in spraken op de Belgische Dutc h Birdingvoge llijn (03 -4880194) was hier onontbeerlij k.
Gerald Driessen s, Pastoriestraat 16, 2500 Lie r, Be lg ië
DB Actueel New species of booby Cu rrentl y, several subspec ies of Masked Booby Su /a da cty/atra are recogni zed, most of w hi ch have a ye ll ow bill. In th e eastern Pacific, however, two distin ct forms coex ist: a ye llow-bill ed form, S d ca /ifornica, and an oran ge-bill ed form, S d granti, and these are often seen together. During th e past 15 yea rs, the two form s have been extensive ly studied by Roger Pitm an and Joseph Jehl, both in the field and in museums. Th ey recentl y reported on the ir find in gs and presented an excellent case for co nsiderin g th e orangebilled form as a full species, Nazca Booby S granti (P itman, R L & Jehl , J L 1998. Geographic va riation and reassessment of species limits in the 'masked' boobies of the eastern Pac ific Ocean. Wil so n Bull 11 0: 155170) . Nazca Booby is sma ller, w ith a shorter, sha ll ower bi ll, shorter legs and longer wi ngs and tail, and also has distinct p lumage characters. In co ntrast to Masked Booby, wh ich breeds in low fl at areas, Nazca Booby
322
typi ca ll y nests on cliffs and steep slopes. At sea, Nazca Boobi es are mainl y seen in nea rshore waters off the coast of th e Americas, w hereas Masked Boobi es forage mu c h farther offshore. At Cl ipperton Island, so uth-west of M ex ico, both species nest sympatrica ll y, and members of each spec ies we re shown to mate preferentiall y with the ir own species . GEORGE SANGSTER New species of scops owl Ever since Joe T Marsha ll 's famou s stud y of scops owl spec ies (1978), w hi ch revea led the existe nce of several sin gle- islan d endem ics in the O ri ental regio n, orn ithologists have been aware that th e di versity of the genu s Otus is still inco mpletely known. Pamela Ras musse n has recentl y described a new species of scops owl from Great Nicobar Island, India, w hich she named Nicobar Scops Owl Otus a/ius (Rasmussen, P 1998. A new scops-owl from Great N icoba r Island . Bull Br Ornithol Clu b 118 : 141-
IDutch Birding 20: 322-324, 19981
OB Actueel 153). Th e descript ion is based on two mu seum specimens co ll ected in 1966 and 1977 . Compari sons w ith oth er taxa in the genu s showed that th e spec imens are cl ea rl y di stin ct in a number of plumage characters. These compari so ns also led to the co nclu sion th at the fo rm 0 (magieus) sulaensis (Sul a Scops Owl) pro bably also represents a d istin ct species and th at the status of the little-known fo rm s 0 (m) ka lidupae (Tukangbes i Scops Ow l), 0 (m) menden i (Pe leng Sco ps Owl) and (m) siaoensis (S iau Scops Owl) needs further attenti on. Th e statu s and geographic di stri bution of N icobar Scops Owl are as vet unkn own and voca li zation s are onl y know n from ve rbal descriptions. However, as Rasmu sse n notes, now th at th is taxon has fin all y been named, the process of study in g and conserving it ca n co mmence. N ico bar Scops Owl represents th e 11 th
o
newly described species of owl since 1980 . GEORGE SANGSTER De meeuw van Scheveningen O p zo ndag 1 november 1998 bevond en w ij ons op de pretpi er va n Schevenin gen, Zuid-H o ll and, gelokt door de goede zeetrek va n de dag ervoo r (met onder meer vee l Storm voge ltj es H ydrobates pelagicus) . A I gauw bl eek dat 'th e d av after' stukken minder was, zodat we om 11 :30 de aant rekkin gskracht va n de bij de visafslag aa nwez ige meeuwe n niet langer konden wee rstaa n. O p een grasve ldje tu ssen twee patatkramen aan de zuidpunt va n de bouleva rd was een grote groep meeuwen aanwez ig die zich goed lieten bestuderen. Vrij we l direct we rd hier een eerste-w inter Ponti sche Meeuw Larus cachinnans cachinnans gevonden, terw ijl op de stoep tu sse n
276-278 Zil ve rmeeuw Larus argentatus, eerstejaars met kenmerken va n A merikaanse Z il vermeeuw L smithsonianus / H erring Gull L argentatus, first-yea r showin g characters of Ameri ca n Herring G ull L smithsonianus, Scheveningen, Zuid-H oll and, 21 nove mber 1998 (A rn oud B va n den Berg)
323
DB A ctueel de dagj es mensen ee n eerste-w inter Geelpootmeeuw L michahe llis (later bijgenaamd 'M ichae l de mi chaheIIi s') ro nd sc harreld e; d it wa ren reeds de negende en 10e mee uwe nsoo rt va n de dag. Na ee n half uur and ere meeuwe ngroepen te hebben afgezocht, keerden we teru g bij het gra sve ldj e, waa r de sa men ste llin g va n de groep wat gew ij z igd bl eek te z ijn. Hier attendee rden w ij elkaa r op ee n ee rste-w inter meeuw di e opviel door de donkere bas is va n de grote dekve ren di e res ulteerd e in een donkere baa n over de grote dekveren. De bas is was solid e donker op de buitenste (c 10) grote dekve ren en werd geleid elijk kle in er en mind er so lid e donker richtin g de binn enste grote dekve ren. De grote dekve ren va n de meeste (maa r ni et all e) ee rste-w inter Z il verm ee uwe n L argentatus zijn vo ll edi g gebandee rd , terw ijl het vertoond e grote-dekvee rpatroon overeenkomt met d at va n vee l eerste-winter A merik aa nse Z il ve rm ee uwe n L sm ithsonianus. Daarom begonnen w ij o ns voo rzi chti g (en aa nva nkelijk min of meer voo r de gein) af te vragen of dit ee n Amer ikaanse Z il ve rmeeuw ko n z ijn. Het was duidelijk dat di t ze ker geen ' kl ass ieke' do nkere, makkelijk te determineren ee rstew inter Amer ikaa nse Z il ve rmee uw was, maar toc h merkten w ij ee n aa ntal andere ve rschill en op ten opzichte va n de omrin gend e ee rste-w inter Zilvermee uwe n. Zo was de voge l iets donkerd er en ma akte ee n d ieper bru in e indru k, de tertial s hadden mind er li chte tekening di e mee r beperkt was tot de top va n de vee r, en de o nd erstaa rtdekve ren ware n zwaa rder en rege lm atiger geband ee rd. Af en toe vingen w ij ee n glimp op va n de erg donker lij kende staa rt maa r het staartpatroon (het belangrijkste kenmerk va n eerstew inter Amerikaanse Z il ve rm ee uw) kon hi erbij ni et goed wo rd en vastgesteld. Gespannen wac htten w ij gedurend e ruim een half uur af of de voge l zo u gaa n poetsen en daa rbij zijn staa rt zou sp reiden. De staa nde en dan weer li ggend e mee uw bleef ec hter in acti ef, totdat deze wegv loog. Bij het wegv li egen konden we ve rsche id ene foto's maken, maar hi erdoor wa ren we ni et in staat de tekening van sta art en bovenstaartdekveren goed te bestuderen. De staa rt leek in ieder geva l gehee l zwart en de bovenstaartdekveren en stuit leken ni et duidelijk li chter dan de ru g... Het zag er du s all emaa l erg spannend uit maa r de vogel was inmiddels uit het zicht ve rd we nen en w ij had den ni et vo ldoe nde gez ien om een ni euwe soo rt voo r Nederland te claimen. Pogingen o m de voge l di e midd ag teru g te v inden mi slukten. Na bestuderin g va n de gemaa kte foto's en raadpl egin g van literatuur bl ee k dat de voge l ind erdaad meerdere kenm erken va n A merikaa nse Zilvermeeuw had . De va ri atie in deze soo rt is voora l in het ee rste w in terkleed eno rm en oo k de var iatie va n eerste-w inter Z il vermeeuwen is groot, hetgeen de determ in ati e va n de voge l aa nzi enlijk bemoei lij kte. De foto's too nden een staa rtpatroon dat doorgaans d iag nostisc h ve ro nd ersteld wo rdt voo r Amer ikaanse Z il verm eeuw : de li chte teke nin g o p de bovenstaart was beperkt tot de bas is van de buitenste staa rtpe n (later zo u op foto's blijken dat ook de twee meer naa r binnen gelegen staartpennen wat li chte teke ning aa n de bas is had den). Daar-
324
naast wa ren er de reeds genoemde kenmerken (in het bijzonder het patroon va n de grote dekveren), waren stuit en bovenstaartdekveren vrij zwaa r getekend en wa ren de kl eine en midd elste o nd ervleugeldekveren uniform donkerbruin. De combinatie va n deze kenmerken wees er ste rk op dat de voge l ee n A merikaanse Z il vermee uw was . Naast de kenmerken va n Amerikaanse Zilvermeeuw, ve rtoo nde de voge l ook kenmerken d ie mind er goed of minder typisch zijn voo r die soo rt: de ni et egaa l donkere onderdelen, de w itac htige gro nd kleur va n de stuit, de grove (in plaatse va n dichte) band erin g op de onderstaartdekveren en de ve rgevorderd e sc houd errui. Geen va n deze kenm erken va lt ec hter buiten de va riati e va n Ame ri kaanse Z il ve rmeeuw . Op 7, 8 en 9 november hebben w ij weer gezoc ht naar de vogel maa r het was ni et eerder dan de namiddag va n 14 november dat A ndrĂŠ va n Kleunen, sa men met DK en Ro land va n der V li et, de meeuw wee r terugvo nd. De voge l sto nd nu sne l op de pieper als vrij zekere A merikaan se Z il ve rm ee uw, waa rdoo r hij voo r donker nog doo r c 30 voge laa rs kon worden waa rgenomen. De vo lgende morgen we rd de vogel weer waa rgenomen door ee n langzaa m aanzwe ll ende meni gte. Tot ten min ste beg in janu ari 1999 we rd de meeuw va n Schevenin gen met eni ge regelmaat gez ien, meesta l aa n het eind va n de boul eva rd bij de patatkramen. De vogel werd doo r enkele 100en voge laars bezocht en de algemee n hee rsend e men i ng was dat dit de eerste Amerikaanse Z il vermee uw voor Nederland betrof. Omdat dit zeker geen makkelijk ind ividu was, werden versche idene meeuwenexperts geraadpleegd. De menin gen va n deze expe rts (geba see rd op foto's) ve rsc hild en sterk ; o p z ich geen onbekend ve rsc hijn se l bij grote mee uwen. De determin ati e va n de voge l als Amerikaa nse Z il ve rm eeuw ontv in g positieve reacti es va n versc hill end e kanten (ook uit Amerika), maar Bruce Mactavish, Anthony McGeehan en Kil lian Mullarney reageerden bed uidend minder enth o usiast. Een groot discussiepunt bij de determinatie va n deze voge l is uitera ard hoe groot de va ri ati e va n Z il ve rm ee uw nu we rkelijk is. AMG en KM zijn va n mening dat de voge l in kwestie waa rsc hijnlij k ee n Z il ve rmee uw is en dat de vertoo nd e kenm erken binn en de va ri atie va n Z il ve rmee uw va ll en. Z ij beargumenteren dat er Z il verm eeuwe n z ijn met erg vee l do nker op de staa rt en bove nstaa rtdekvere n en dat no rm ali ter bij ee n A merikaa nse Z il ve rmee uw de basis va n de buitenste staa rtpenn en donkerder is dan bij de mee uw va n Scheveningen, de onde rstaartd ekveren dichter geband ee rd z ijn en nog vee l ju veni ele sc houderve ren aanwezig z ijn. De uiteenl opende meningen hebben natuurl ijk voo r de nod ige tw ijfels gezorgd omtre nt de identiteit va n deze voge l. De meeuw va n Scheveningen zal daarom ni et de ee rste A merikaa nse Z il vermeeuw op de Nederl and se li jst worden. Misschien dat het eerste (zeke re) Nederl and se geva l toch ni et lang op z ich zal laten wac hten dankzi j de toegenomen interesse en kenni s die het bestud eren van de voge l va n Schevenin gen met z ich meebracht. NILS VAN D UIVEND IJK & DIEDERIK KOK
NATUUR en BOEK Gehuisvest in het complex van Nationaal Natuurhistorisch Museum I
NATURAlIS
Darwinweg 2 2333 CR - Leiden Telefoon 071 568 76 91 Geopend: dinsdag t/m zondag van 12.00-18.00 uur
Specialist voor al uw vogelboeken
THERMISCH ONDERGOED
~
V
Met thermisch ondergoed kun je je favoriete buitensport in een kouder seizoen blijven beoefenen. Het houdt je behaaglijk warm, neemt geen vocht op, draagt licht en comfortabel, is makkelijk te wassen en zeer sterk. Bever heeft een enorme kollektie
Q
in
div~en van
het
tO~DLO.
fl)
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Den Haag Calandplein 4 • Amsterdam Stadhouderskade 4 • Rotterdam Adm. de Ruyterweg 33 Utrecht Balijelaan 10-12 • Arnhem Utrechtsestraat 3-5 • Haarlem Zijlweg 63 • Breda Wilhelminastraat 22 Apeldoorn Stationsstraat 134 • Hilversum Havenstraat 16 • Steenwijk Woldmeentherand 11 Groningen St. Jansstraat 17 • Eindhoven Leenderweg 202 • Antwerpen Bredabaan 968
48EYER@ ("'~W'ERFSPORT Ovtdooi'" Itll1Ovatoi"'t;
Tel. 070-3883700 E-mail: info@bever.nl. ODLO-katalogus op aanvraag
III
ISRAEL - EILAT & ARAVA VALLEY
Architectura &.. Natura
Autumn/Winter/Spring: Sept 20 - May 20
International Booksellers . 1-2 week fully guided tour programme incorporating wide variety of habitats with unique resident & migratory species . • Impressive raptor mjgratioo, seabi rds, waders & songbirds in spectaclJl~r desert environment.
Vogelboeken
• Birds on your doorstep!! More than 100 species in a day possible within a 3 Kilometre rad ius of your room on lotan.
Bezoek onze nieuwe winkel!
. 245 species recorded within 5 Kilometre radius of Lotan .• Trips to Northern Israel available fbr up to 7 days.
Leliegracht 22 1015 DH Amsterdam Telefoon 020-623 61 86 fax 020-638 23 03 e-mail kemme@architectura.nl
Fu ll details from: James Smith Kibl:5utz lotan Birding Tours Doar Na (hevel Eilot 88855 ISRAEl Fax: +972-7-6356-827 Tel +972-7-6356-935
re ·
fl)rnithos
naar ongerepte gebieden waar u individueel niet zomaar komt:
The French magazine for every birdwatcher
Wit- Rusland,' Prypjalmoerassen en oerbossen o.a. TerekruiIer, Walerrietzanger & Azuurmees Polen: Biebrzamoerassen en oerbos van Bialowiei:a O.a. Poelsnip, Waterrietzanger en Bastaardarend Roemenii! " Donaudella en Zwarte o.a. Roze Pelikaan, Bonte tapuit & Vellrirll~tZainll/~r Verder levens Duistland, Estland, IInl"onriip. Spanje, Griekenland, Marokko en
• Status and Identification of Birds of France and WP • Annual Report of French Rarities Committee • Annual Report of Rare Breeding Birds in France • French and WP Birding Spots • Notes and News
Bijzondere waarnemingen gej!ar,1na'eerd,' / onze lokale gidsen welen waar de soorten zich ophouden!
48 or 56 pages, c%ur photographs
» < ", .~;.;";::' . .: ·~~-i.:i,tC -"~~" Brochure: '":~,~~v >
, -
' "
:
"r
Eco Tourist S.~ices: 033-4565201 (wij zij. IIllt .......d••• wuig ep ~.
DBA-vog.l~eg)
(France)
IV
I()
+ 33 546 821 234
Dutch Birding CHIEF EDITOR A rnoud va n den Berg (tel +31-23 5378024, fax +31-235376749, e-mai l arnoud. vandenberg@ inter.nl.n et)
Dutch 8irding
DEPUTY CHI EF EDITOR Enno Ebels (tel I fax +31-3029 61 33 5, e-mail ebels@wxs.n l) ExECUTIVE EDITOR A ndré van Loon (tel I fax +31-2 06997585, e-mail laa n@bio .vu.nl ) PHOTOGRAPHIC EDITOR René Pop (tel +31-22369014 1, fax +31-223690142, e-mail pop.en.p@wxs.nl) EDITORlAL BOARD Ferd y H ieselaa r, Peter M ein inger, Gerald O reel, George Sa ngster and Roland va n der VI iet EDITORlAL ADVISORY BOARD Peter Barthel (Germ any), Klaas Eigenhui s (Netherland s), Di ck Forsman (Finland), Rica rd Gutiérrez (Spain), Ted Hoogendoorn (Netherlands), Lars Jo nsson (Sweden), Paul Lehman (USA), Anthon y M cGeeh an (North ern Ireland), Ki l li an Mull arn ey (I re land ), Kees Rose laa r (Netherl and s), Frank Rozend aa l (Netherlands), Hadoram Shirihai (l srae l), Gunter De Smet (Belgium ), Lars Svensson (Sweden) and Peter Symens (Belgium) EDITORlAL ASSISTANTS Ruud van Do ngen, Gera ld Driessens, N il s va n D ui vendij k, Remco Hofland , Graham Hol loway, D iederik Kok, Hans va n der M eulen a ~d Peter de Rou w PRODUCTION AND LAY-OUT A nd ré va n Loon and René van Rossum ADVERTISING Dutch Bird ing, Postbu s 75 611 , 1070 A P A msterd am e-m ail dba@dutchb irdin g.n l SUBSCRIPTIONS The subsc ription rate for 1998 is: N LG 65.00 (Netherlands), BEF 1320 .00 (Belgium), N LG 72 .50 (other countries inside Europe) and N LG 77 .50 (countries o utsid e Europe) . A subscriptio n ca n be entered preferabl y by sendi ng a Eurocheque, w ith the amoun t payable in Dutch guilders, t~: Dutch Birding (subscriptio ns), c/o Jea nnette Admiraa l, Iepenlaa n 11, 1901 ST Castricum, Netherl ands. Payment maya lso be made by credit card (Access, Euroca rd , M asterCard or V isa) . Please send your cred it ca rd type and account number, indicating the expiry date and appending a signature. (Note: thi s latter method of payment is not app licab le to subsc ribers resident in the Netherl ands and Belgium .) British and Iri sh subscribers are requ ested to pay exclu sivel y by Sterli ng cheque (G BP 26 .00) . The subsc ription starts upo n receipt of payment. Dutch Bird ing is a bimonth ly journal w ith issues in Febru ary, April , Ju ne, A ugust, October and December. It publ ishes original papers and notes on morph o logy, systemati cs, occurrence and di stribution of birds in the Benelu x, Europe and elsewhere in the Palea rctic reg io n. It also pu bli shes contri butions o n b ird s in th e As ian- Pacifi c reg ion and other reg io ns. The sequence of bird s in Dutch Bi rd ing bas ica ll y fo llows a class ic 'Wetmore sequence' . W ithin th is fram ework, the follow ing l ists are used fo r taxonomy and no menclature: Lijst 98 Nederlandse vogelsoorten by A B van den Berg & C A W Bosman (1998, Sa ntpoort-Zuid) (taxonomy and sc ienti fic and Dutch names of birds record ed in the Netherlands); List of birds of the Western Palearctic by Briti sh Bird s· (1997, Blunham) (English names of Western Palea rctic bird s); the li st comp iled by C S Roselaa r in Geïllustreerde encyclopedie van de vogels by C M Perrin s (199 1, W eert), w ith modifica tion s and additio ns by A J va n Loon in Vogels van de wereld - complete cnecklist by M W alters (1997, Baa rn) (Dutch names of rema ining bird s of the wor ld); and 8irds of the world door C G Sibl ey (1996, Version 2 .0, Cincinnati ) (taxonom y and sc ientifi c and Engli sh names of remaining bi rds of the wo rld). Deviation s from and add ition s to these lists are based on CS NA dec islon s (cf Dutch Bi rding 19 : 21-28, 1997; 20: 22-32, 1998) . A sc hedu le of payment rates for authors, photograph ers and artists is ava il able from the editors.
Dutch Birding Association BOARD Theo Admiraa l (treasurer), Gij sbert va n der Bent (pres ident, tel +31-7 1402454 7), Leon Edelaar, Rob O livier, M arc Plomp (sec reta ry, tel +31-348433 730); also the editors of Dutch Birding ha ve o ne seat in the boa rd. BOARD ASSISTANTS Jea nnette Adm iraal, Gerald Dri essens, Ron va n den Enden, Hans Gebui s, Leo Heemskerk, Remco Hofland, Paul Knoli e, Sand er Lagerve ld, Ger Meesters, Arn o ld M eijer, A nd ré va n der Plas and Kees Tiemstra . DUTCH BI RDING TRAVEl REPORT SERVICE (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 73 7, 9700 AS G roningen, Netherl ands, tel +31-505274993, fax +31-505272 668, e-mail DBTRS@Natuurschool.com , intern et http Jlwww.Natuurschoo l.com/ DBTRS.
Dutch rarities committee (CDNA)
International jou rna I on Palearctic birds ED ITORS
Dutch Birding Postbus 116 2080 AC Santpoort-Zuid etherlands fax +31-235376749 e-mail editors@dutchbirding.nl PHOTOGRAPHIC EDITOR
Dutch Bird ing c/o René Pop Postbus 1007 1780 EA Ju lianadorp etherlands S UBSCRIPTIO N ADM INISTRA n O N
c/o Jeannette Admi raal Iepenlaan 11 1901 ST Castricum etherlands e-mail circu lation@dutchbirding.nl BOARD
Dutch Birdi ng Association Postbus 75611 1070 AP Amsterdam Netherlands e-mail dba@dutchbirding.nl D UTc H RARITI ES COMM ITTEE
CD A Postbus 45 2080 AA Santpoort-Zuid etherl ands e-mai l cdna@dutchb irding. nl D UTcH CO MM ITTEE FOR AVIA S YSTEMAYI CS
CSNA, c/o George Sangster ieuwe Rijn 27 2312 JD Leiden etherlands e-ma il csna@dutchbirding.n l
M EMBERS M ax Berlijn, Ruud van Beuseko m, Bert de Bruin, Karel Mauer, Jan va n der Laa n (c hairman, tel +3 1-7 2520309 1), Kees Roselaa r, Jelle Scharrin ga (secreta ry, te l + 31302523801) and W im Wi ega nt (a rchiv ist). The CD NA is a com mi ttee of the Dutch Bi rding Assoc iation and the Netherland s O rn itholog ica l Uni o n.
Dutch committee for avian systematics (CSNA) M EMBERS A rn oud van den Berg, Corn elis Hazevoet, Kees Roselaa r, George Sangster (secretary, tel I fax +31-715143790) and Ronaid Slu ys . The CS NA is a committee of the Du tch Birding Assoc iatio n and the Netherl ands Ornitholog ica l Unio n.
© 1998 Stichti ng Dutch Birding Assoc iatio n. The copyri ght of the photographs and draw ings remain s w ith the photographers and artists . ISSN 0167-2878 . I NTERNET
Printed by Drukkerij Ro b Sto lk bv, Mauritskade 55, 1092 AD Amsterd am, Netherl ands
http-J/www.dutc hbird ing.nl
Dutch 8irding Artikelen
J AARGANG
261 27 1 275
20
NUMM ER
6 199 8
VOLUME
20
NUMBER
6 7998
Identifi catio n of Green land and Iceland Redpo ll s J M Reid & Roger Riddington Dikbekfuten bij Akersloot in april 1997 en V laardingen in j anu ari 1998 Jan Wattel, CS (Kees) Roselaar, Willem van Rijswijk Jr & Enno B Ebels Ivoo rmee uw langs Nederl andse en Duitse kust in mei-juni Marc Argeloo
29 1
Fluitzwaan in Veenko loniën in w inters van 1997/9 8 en 1998/9 9 A (Bert) de Bruin & Emo Klunder European Honey-buzzards in Ital y in j anuary 1995 and 1997 Marcello Crussu, Maurizio Azzolini & Andrea Corso Bastaardarend in Lauwersmeer in augustu s 1997 Sybrand de Bruin, Anne van Dijk & Eric Koops Forsters Stern te Kin derdijk in j anu ari 1995 Piet van Meerkerk Littl e Swift possibly breeding in Spain in 1996 Roland E van der Vliet Breeding of Wh ite-rumped Swift in Portu ga l CC Moore Noordse Boszanger op Terschel ling in oktober 1996 Roland E van der Vliet & Arie Ouwerkerk Huiskraa i broedend in Hoek van Holl and in 1997 en 1998 Enno B Ebels
Brieven
295
Records of w hite-eyes in Belgium Editors of Dutch Birding
Varia
296
Agai n leucisti c Great Grey Owl in Finland in March 1998 Jari Peltomäki
Recensies
296
The advanced birding video series: the large gu lls of North America by jon L Dunn, Larry Rosche & john W Vanderpoe l Arnoud B van den Berg Photographic handbook of the wildfowl of the world by Ma lco lm Ogilvie & Steve Young Diederik Kok
278 281 283 285 287 288 290
297
CDNA-mededelingen
298
Recente CDNA-bes lu iten
DBA-nieuws
298
Nieuw Internet-adres en nieuwe e-ma il adressen; New Intern et address and new e-mai l addresses; N ieuwe semafoo ngroep; Te lefonische bere ikbaarheid DBA-informatielijnen; Uitverkochte nummers van Dutch Birding; Out-ofstock back issues of Dutch Birding; W ijz igin gen in DBA-bestuur; DBAvoge l week in najaa r 1999
Aankondigingen & verzoeken
300
Co lour-ringed Northern Lapw in gs; Ponti sc he Meeuwen in Nederland: ve rzoek om waa rn emin gen; Programma NOU-symposium over voge ltaxonom ie
Masters of Mystery
300 304
Solutions of fifth round 1998: Ticke ll 's Thru sh and Ye ll ow-Iegged Gu ll Diederik Kok & Nils van Duivendijk Sixth round 1998 Diederik Kok & Nils van Duivendijk
WP reports
305
WP reports: November-December 1998 Arnoud B van den Berg
Recente meldingen
313
Nederland : oktober-november 1998 Ruud M van Dongen, Remco Hofland & Peter W W de Rouw België: oktober-november 1998 Cerald Driessens
319 DB Actueel
322
New spec ies of booby; ' New spec ies of scops ow l; De meeuw va n Scheven ingen
Voorplaat / front cover
Arab isc he Trap / Arabian Bustard Ardeotis arabs, Awash NP, Ethiopi ë, septembe r 199 7 (Hadoram Shirihai)
Abstracted / indexed in
Auk, Ecolog ica l Abstracts, Emu, GEOBASE (Geo Abstracts Database), Ibis, Orn itholog ische Schriftenschau, Wild li fe Rev iew, Zoo log ica l Record