etcetera Tijdschrift voor podiumkunsten
jaargang 31, extra uitgave, september 2013 | gratis
‘Toneel is de kunstvorm van de eenentwintigste eeuw’ ivo van hove
1983 2013
P309488 | Afgif tek antoor 1080 Brussel 8 | Verschijnt 4 x per jaar (maart, juni, september, december)
30 JAAR / 40 PRODUCTIES IVO VAN HOVE IN DESINGEL Lange dagreis naar de nacht (2013) Persona & Na de repetitie (2013) De Russen! (2012) De Vrek (2011) Nooit van elkaar (2011 ) Meeting van Hove / Versweyveld (2010) Antonioni Project (2010) Zomertrilogie (2010) Kreten & Gefluister (2009) Romeinse Tragedies (2008) Angels in America, het leven naakt (2008) Romeinse Tragedies (2007) Hedda Gabler (2006) Opening Night (2006) Het temmen van de feeks (2005) Scènes uit een huwelijk (2005) De kruistochten (2005) Drie zusters (2003) Othello (2003) True Love (2001) The Massacre at Paris (2001) Alice in bed (2000) De dame met de camelia’s (2000) India Song (1999) Romeo en Julia (Studie van een verdrinkend lichaam) (1998) More Stately Mansions (1998) Koppen (1997) De Tramlijn die Verlangen heet (1996) Caligula (1996) Splendid’s (1994) Gered (1992) Toch zonde van die hoer (1991) Het Zuiden (1990) Jakov Bogomolov (1990) Lulu (1989) Don Carlos (1988) Macbeth (1987) Russische Openbaring (1987) Troilus en Cressida (1986) Blessures (1985)
NIEUWE REGIE / BELGISCHE PREMIÈRE IVO VAN HOVE . TONEELGROEP AMSTERDAM LANGE DAGREIS NAAR DE NACHT naar de roman van Eugene O’Neill
© Jan Versweyveld
DO 10, VR 11, ZA 12 OKT 2013 RODE ZAAL 20 UUR € 22 basis € 18 -25/65+ € 8 -19 jaar / +32 (0)3 248 28 28 / WWW.DESINGEL.BE DESINGEL INTERNATIONALE KUNSTCAMPUS / DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN 2 etcetera deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de Stad Antwerpen. Mediasponsors zijn Canvas, Cobra.be, De Groene Amsterdammer, De Standaard, Klara en Knack.
Wat zijn sluiswachters bij smalle beken? Hoe kun je van opera theater maken? Welke regisseur had de ambitie om zijn publiek te doen wenen? Wie riep: ‘Jan Fabre, waar zit je, ik kom op je gezicht slaan’? Hoe hedendaags is klassieke dans? Is een festival meer dan een optelsom van zijn voorstellingen? Wat is de nulgraad van het theater? Waarom wilde Dirk Pauwels het jeugdtheater afschaffen? Kan theater nog pijn doen? Hoe kijkt een dramaturg naar de kritiek?
–U leest het allemaal in het digitale archief van Etcetera–
de digitale etceter a
In januari 1983 verscheen het eerste nummer van Etcetera. Sindsdien heeft dit tijdschrift nauwgezet de ontwikkelingen in de podiumkunsten gechroniqueerd en becommentarieerd. De opgetelde jaargangen vormen een levend geheugen van wat er in dertig jaar tijd is gebeurd op het vlak van theater, dans, muziektheater en performance.
Onder leiding van Thomas Crombez werden in het kader van het Platform Digital Humanities aan de Universiteit Antwerpen de eerste 114 nummers van Etcetera – van januari 1983 tot december 2008 – digitaal beschikbaar en doorzoekbaar gemaakt. Nog dit jaar worden de jaargangen tot 2012 aan dit gratis toegankelijke archief toegevoegd. theater.ua.ac.be/etc/
redactioneel
Liveness Etcetera bestaat dertig jaar. Voor een klein deel is dat de verdienste van de huidige redactie, die het blad sinds 2008 realiseert. Voor het grootste deel is het de verdienste van degenen die ons hierin zijn voorgegaan en die het blad, vaak in moeilijke omstandigheden (helaas eigen aan alle tijdschriften voor kunst, het moet gezegd) al die jaren met overtuiging zijn blijven maken. Hulde! Naar aanleiding van die dertig jaar maakten we deze special. Hij bevat twee parallel lopende teksten. De ene is een tijdlijn van ‘dertig jaar theater, dans etc. in 200 en enige gebeurtenissen en citaten’. Het is een onvermijdelijk subjectieve terugblik waar véél in staat en ook – laten we daar eerlijk in zijn – veel niet in staat. Toch hopen we hiermee een beeld te kunnen geven van dertig jaar podiumactiviteit in Vlaanderen. Daarnaast is er een interview met Ivo van Hove. Hij is één van de exponenten van wat in Nederland in de jaren tachtig als de ‘Vlaamse golf ’ werd benoemd. Van Hoves carrière valt zowat samen met dertig jaar Etcetera. Hij begon – geheel buiten de gevestigde structuren – met locatietheater, groeide van de kleine zaal door naar een reisgezelschap en kwam uiteindelijk aan het hoofd van het grootste theatergezelschap van de Lage Landen, Toneelgroep Amsterdam. Ivo van Hove is méér dan een regisseur, hij is ook directeur en in die zin evenzeer zakenman als kunstenaar. We hadden met hem niet
alleen een gesprek over zijn theatercarrière, maar ook over de werking van een groot gezelschap. Over repertoire en publiek, over commercieel en gesubsidieerd toneel, en dus ook over de plaats die het theater in de wereld van vandaag bekleedt. Niemand zal ontkennen dat het Vlaamse theater in de voorbije dertig jaar gefloreerd heeft. Tegelijk is in die dertig jaar meer dan eens de dood van het theater voorspeld. In onze door snelle en virtuele technologie gedomineerde wereld zou een ouderwets format als theater geen toekomst meer hebben. Voor Ivo van Hove is het tegendeel waar. Meer zelfs, voor hem is het de kunstvorm van de 21ste eeuw. Gelijk heeft hij. Precies omdat we leven in de als hierboven getypeerde wereld, is er behoefte aan kunst die ambachtelijk maakwerk door en voor mensen is en die het bij uitstek moet hebben van zijn liveness. Op de cover van de allereerste Etcetera in 1983 stond Mozarts La Clemenza di Tito in een regie van Karl-Ernst Herrmann bij De Munt. Geen toeval, want Etcetera wou van meet af aan meer zijn dan een tijdschrift voor alleen theater; het wou de podiumkunsten in zijn volle breedte laten zien. Theater et cetera dus (ja, vandaar de naam), en daarom kwamen ook dans en muziektheater aan bod. Nu is zoiets vanzelfsprekend, toen was het nieuw.
Colofon
coverfoto: Ivo van Hove © Jan Versweyveld
Etcetera Tijdschrift voor podiumkunsten Verschijnt vier maal per jaar in september, december, maart en juni. Opgericht in 1982 door Hugo De Greef en Johan Wambacq.
Abonnementenadministratie abonnementen@e-tcetera.be Etcetera p/a TWI vzw, Linthoutbosstraat 37, B-1200 Brussel | tel. 02/733 42 25 (ma-wo, 8-12 u)
Een uitgave van Theaterpublicaties vzw, Sainctelettesquare 19, B-1000 Brussel, bestuur@e-tcetera.be, www.e-tcetera.be. ondernemingsnummer 0430.278.340
Abonnement 10 nummers – België: € 45 – EU: € 58 – Andere landen: € 69
Ivo van Hove – in de opera al lang niet meer aan zijn proefstuk toe – regisseert begin oktober dezelfde opera in hetzelfde Brusselse huis. Wél toeval natuurlijk, maar tegelijk maken we daarmee de cirkel van dertig jaar Etcetera symbolisch mooi rond. Etcetera blijft ook in de toekomst zijn rol vervullen als chroniqueur van de podiumkunsten. Voortaan doen we dat niet enkel meer met onze papieren nummers, we voegen aan onze werking een online component toe. Vanaf september plaatsen we tijdens het theaterseizoen wekelijks één recensie van een recente podiumvoorstelling op onze site. Etcetera online en de papieren nummers zijn twee aspecten van eenzelfde verhaal. Het ene laat ons toe om kort en snel op de actualiteit te reageren, met het andere gaan we breder en dieper in op de kunstenaar en zijn werk, en op actuele tendenzen in de podiumkunsten. Deze speciale editie kwam tot stand met de steun van het Vlaams-Nederlands huis deBuren. Zonder hen had dit nummer niet kunnen worden gemaakt.
de redactie
Betalingen via overschrijving IBAN: BE12 4331 1856 0192 BIC: KREDBEBB KBC Bank Brussel – Dansaert, Oude Graanmarkt 9, B-1000 Brussel Losse nummers: België: € 7 - Nederland: € 9 Verkooppunten : zie www.detijdschriften.be Distributie EPO, t 03 239 68 74 i.s.m. Culturele & Literaire Tijdschriften vzw
Abonnement 5 nummers – België: € 25 – EU: € 32
Grafisch ontwerp Van Looveren & Princen Druk Arte-Print, B-1090 Brussel Etcetera wordt gedrukt op ecologisch geproduceerd papier met FSC-label
– Andere landen: € 37
redactie: redactie@e-tcetera.be Johan Reyniers, hoofdredactie; Daniëlle de Regt, Ivo Kuyl, Bart Meuleman, Jeroen Peeters, Karlien Vanhoonacker, redactie. V.U.: Johan Wambacq, Mangelschotsstraat 13, B-1861 Wolvertem . Wie niet kon worden bereikt voor een regeling inzake copyright, wordt verzocht contact op te nemen met de redactie. ISSN 0774-2738
4
etcetera
Etcetera is lid van Culturele & Literaire tijdschriften vzw, www.detijdschriften.be | Etcetera wordt gesteund door de Vlaamse overheid – Kunsten en Erfgoed, deBuren | Participanten van Etcetera deAuteurs, Bozar (Brussel), deSingel (Antwerpen), HetPaleis (Antwerpen), Kaaitheater (Brussel), Leporello (Brussel), NTGent (Gent), Rosas (Brussel), Toneelgroep Amsterdam (Amsterdam), Toneelhuis (Antwerpen), Vlaams Centrum voor Circuskunsten (Gent), Vlaamse Opera (AntwerpenGent) culturele en literaire tijdschriften www.detijdschriften.be
Guy Cassiers (centraal in beeld) e.a. in Geruchten, Akt, 1981-82, foto K. Kuypers
Ivo van Hove
‘Toneel is de kunstvorm van de eenentwintigste eeuw’ interview door johan reyniers ‘Ik ben een zondagskind.’ Dat zegt Ivo van Hove (54) op het einde van een lang gesprek in zijn kantoor in Amsterdam, hoog boven de Marnixstraat, om de hoek van het Leidseplein. Van Hove is sinds 1981 in het theater aan het werk, maar hij heeft nog nooit ergens voor gesolliciteerd. Zijn eerste voorstellingen waren locatietheater. Niet in de marge van het toenmalige theaterbedrijf maar erbuiten, zoals hijzelf benadrukt. Door
de jaren ontwikkelde hij zich met zijn opeenvolgende gezelschappen Akt, Akt/Vertikaal, De Tijd en Het Zuidelijk Toneel tot één van de meest vooraanstaande regisseurs van deze tijd, niet alleen in Vlaanderen en Nederland, maar ook op internationaal vlak. ‘Een bewuste ambitie of strategie is er nooit geweest,’ zegt hij. ‘Als ik vond dat zich iets groters moest voordoen, dan deed het zich voor.’ Zijn theater is tegelijk koel en analytisch
als sterk fysiek en passioneel. ‘Onze afstandelijk verhitte hartstocht’, zo noemde acteur Steven Van Watermeulen dat in een terugblik op Het Zuidelijk Toneel. ‘Dat is nog altijd zo,’ zegt Van Hove. Twaalf jaar is hij nu al directeur van Toneelgroep Amsterdam, het grootste gezelschap van de Lage Landen. ‘Maar het voelt niet als twaalf jaar,’ zo zegt hij. ‘Ik ben er nog lang niet op uitgekeken. Dit is niet mijn job, het is mijn leven.’
etcetera 5
1983 2013
Dertig jaar theater, dans etc. in 200 en enige gebeurtenissen en citaten Samenstelling: Johan Wambacq m.m.v. Karlien Vanhoonacker
1982
Anne Teresa De Keersmaeker, Fase, 1982 © Herman Sorgeloos
In café Le Petit Bitter, tegenover de Beursschouwburg in Brussel, opperen Hugo De Greef en Johan Wambacq dat het nieuwe elan in het Vlaamse theater een tijdschrift verdient. De ene heeft als tewerkgestelde werkloze de organisatie van drie Kaaitheaterfestivals op zijn actief, de andere is promotie- en programmamedewerker van de Beursschouwburg. Ze brengen een redactie op de been. Uitgeverij Kritak (Leuven) stapt mee in het verhaal. ★ Schaamte vzw, een nevenactiviteit van dezelfde Hugo De Greef, produceert Fase, Four Movements on the Music of Steve Reich, de tweede choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker. ★ Het regisseursduo Herman Gilis en Pol Dehert vormt de artistieke kern van het Gentse Arcatheater. ★ In Gent opent Vooruit zijn deuren, in Antwerpen wordt deSingel opgericht. ★ In Antwerpen debuteert dichter en performer Tom Lanoye met de solovoorstelling Jamboree. ★ Vijf erg verschillende gezelschappen spelen vrijwel gelijktijdig vijf erg verschillende stukken van Shakespeare: Ro Theater (De Koopman van Venetië, regie Franz Marijnen), Malpertuis (Richard III, regie Jo Gevers), Globe (Pericles, regie Paul Vermeulen Windsant), kns (De Storm, regie Zdenek Kraus) en De Witte Kraai (Romeo en Juliet, regie Sam Bogaerts).
1983
Het Trojaanse Paard, Torquato Tasso, 1983 © Herman Sorgeloos
‘Ik wil een theater dat helder is zonder stom te zijn, dat duidelijk is zonder moraliserend te zijn, dat amoreel is zonder schroom, dat begrijpelijk is zonder kinds te zijn, dat zegt wat het op zijn lever heeft, dat niet verhult maar onthult, dat storend werkt, dat een politieke daad is, dat agressief is, dat me waanzinnig aan het huilen maakt, dat me uitzinnig aan het lachen brengt.’ Theaterrecensent en radiomaker Wim Van Gansbeke zet de toon in zijn column in het eerste nummer van Etcetera, dat op 14 januari 1983 wordt voorgesteld. ★ De vijf voormelde Shakespeares worden in dat eerste nummer tegen het licht gehouden. ★ Nog in datzelfde nummer: de bewerking door Jan Decorte van Goethes Torquato Tasso, dat eind 1982 in première was gegaan. ★ Op de cover: La Clemenza di Tito, een opera van Mozart, geënsceneerd door Karl-Ernst Herrmann voor de Muntschouwburg in Brussel. ★ In diezelfde Munt is Pina Bausch te gast met Kontakthof. ★ In de Stalker, een achterafzaaltje in Brussel, presenteert Antwerpenaar Jan Fabre Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was. ★ Op het vierde Kaaitheaterfestival gaat Rosas danst Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker in première. Het is het begin van haar gezelschap Rosas. ★ Het Leuvense Stuc organiseert zijn eerste Klapstukfestival. ★ In Amsterdam speelt een cast van jonge regisseurs Oscar Wildes An Ideal Husband, de eerste voorstelling (onder de naam) van Maatschappij Discordia.
1984 ‘Ik ben niet geïnteresseerd in naturalistisch theater of in het personage op zich. (…) Bij de Wooster Group zijn het de performers zelf die de dragers zijn van de idee en niet de personages die ze spelen. (…) Dat nog steeds vastzitten aan het naturalisme is een schande voor het theater.’ Liz LeCompte, regisseur en bezieler van The Wooster Group, laat in Etcetera 4 in haar kunstenaarsziel kijken. ★ Theater Radeis zet met Echafaudages een orgelpunt achter een korte maar baanbrekende en ook internationaal succesvolle carrière. De laatste voorstelling wordt gespeeld op het Olympic Arts Festival in Los Angeles. ★ Dichter bij huis, in het zaaltje van café King Kong in Antwerpen, gaat De geschiedenis van Don Quichote in première. Aanstichters zijn kns-dissident Luk Perceval en Guy Joosten. Het is het begin van de Blauwe Maandag Compagnie. ★ In Brussel debuteert Dito’Dito met Maagdelijkheid, naar verhalen van Witold Gombrowicz. ★ In Gent maakt Alain Platel met zus Pascale en enkele vrienden Stabat Mater, het begin van Les Ballets C de la B. ★ In Turnhout richt Ignace Cornelissen Het Gevolg op. Het productiehuis maakt theater voor zowel kleuters als pubers en volwassenen. ★ Auteur en regisseur Arne Sierens en componist Johan De Smet maken met hun groep De Sluipende Armoede de opera Het Rattenkasteel, naar een strip van Marc Sleen.
6
etcetera
Hoe ontstond bij jou het verlangen om theater te gaan maken? Waar en hoe is het begonnen? ivo van hove: Dat is heel vroeg begonnen. Ik bracht toen ik klein was veel tijd door bij mijn grootouders langs moederskant. Daar organiseerde ik al optredens. Mijn jongere broer moest gedwongen meewerken. We hingen een doekje op en speelden buiten, met bomma en bompa als enige publiek. Er was dus toen al de drang om iets te maken dat je kunt laten zien. Later zat ik op internaat in Hoogstraten. Op woensdagnamiddag was er geen les, dan kon je andere dingen doen. Ik zat in een theatergroep. Ik ben daarmee begonnen op mijn elfde. We zijn er ooit eens mee op Tienerklanken geweest, een televisieprogramma uit die tijd. Eén keer per jaar maakten we een productie die in april of mei twee of drie keer werd opgevoerd. Tijdens het jaar werkten we daarnaartoe. Ik speelde een keer een witte clown, de titel herinner ik me niet. Een diepe drang om te acteren had ik niet, anders was ik daar wel in doorgegaan. Na het middelbaar heb ik drie jaar rechten gestudeerd. Ik was geen superstudent, maar ik had ook nooit herexamen, wel altijd onderscheiding. Ik was heel goed in echtscheidingsrecht, terwijl dat toch de moeilijkste cursus was. Maar midden in dat derde jaar ben ik gestopt. Ik dacht: als ik hiermee doorga, dan word ik advocaat. En dat wou ik niet. Het is nochtans ook een soort theater. Inderdaad. Het gaat ook om tekstinterpretatie. Je gaat in bibliotheken op zoek naar elementen om een tekst te kunnen lezen zoals niemand anders hem leest en zo een proces te winnen. Ik ben er niet rouwig om dat ik dat een paar jaar gedaan heb, ik ben er nog altijd heel veel mee. Zo heb ik geleerd om op korte tijd veel informatie te verwerken. Daarna ben ik naar het ritcs gegaan. Een erg boeiende omgeving vond ik het niet. Sommige leraars zeiden zelf: je moet niet naar de les komen, je weet al genoeg. Daar heb ik Peter van Kraaij ontmoet die vanaf het tweede jaar in de filmopleiding zat. En er was de unieke Alex Van Royen die ons duidelijk maakte dat het theater een ernstige zaak was en ‘ze ons later Aziatisch zouden afmaken!’. André Van den Bunder gaf semiotiek van de film. Zo is mijn liefde voor film ontstaan en heb ik het werk van Antonioni leren kennen. Ik begreep het toen niet maar ik was er wel door gefascineerd. Op een feestje verscheen Jan Versweyveld. Hij
had tot het jaar daarvoor in Brussel gestudeerd en gewoond. Op die avond is meteen alles gebeurd, zal ik maar zeggen. (Jan Versweyveld is sindsdien de levenspartner en vaste scenograaf van Ivo van Hove, jr) Door Jan zat ik de hele tijd in Antwerpen bij de beeldend kunstenaars van de Academie. In zijn klas zat Guy Cassiers. Daardoor komt het dat ik mijn eerste voorstellingen met mensen uit vooral de beeldende kunst heb gemaakt. Dat was nog tijdens de opleiding. Geruchten heb ik gemaakt in de lente van 1980. Daarna volgden Ziektekiemen en Als in de oorlog. Allemaal buiten de school. Voor het eindexamen moesten we een komedie doen, Same Time Next Year van Bernard Slade. Wij waren met acht, iedereen moest één scène doen. Ik vond het een compleet idioot stuk en zei: dat doe ik niet, ik wil zelf iets kiezen. Ik heb toen ‘Marokko’ gedaan, de eerste monoloog uit Groot en klein van Botho Strauss. Alex Van Royen was komen kijken maar had niets gezegd. De volgende dag zei hij: ‘Gisteravond heb ik zeven keer géén toneel gezien en één keer slecht toneel.’ Ik was blij dat ik slecht toneel deed, het was tenminste toneel.
akt Jullie eerste stukken hebben jullie buiten de officiële structuren gemaakt. Was dat van moeten of was het een bewuste keuze? Geruchten speelden we in een oude wasserij. Een vriend van Jan zou daar gaan wonen. Het moest nog verbouwd worden, dus wij konden het gebruiken. We werkten bewust op locatie want echte theaters vonden we maar niks. Annie De Clerck van de brt kwam ons filmen. Ik zat daar in mijn leren jekker en stak heel brutaal een tirade af tegen het officiële theater. Voor ons was dat morsdood, verschrikkelijk, niets. We wilden daar op geen enkele manier mee geassocieerd worden. In die eerste jaren hebben we ook nooit subsidies aangevraagd. We deden het liever allemaal zelf. Niemand werd betaald. Een tijdlang hebben we tegenover de Academie in Antwerpen met een aantal mensen een grand café uitgebaat. De enige bedoeling daarvan was geld te genereren om voorstellingen mee te maken. Om onze vrijheid te kopen. Met 20.000 frank hebben we de acteurs voor Agatha betaald. In een zijkamer van het café hadden we een kaarsenfabriek, Aktine. We hadden dat idee van Jan zijn familie, heel katholiek. Zij deden
Ivo van Hove, begin jaren tachtig
dat voor ‘de Kongo’. Wij hadden een van onze medewerkers in een mooi pak gestoken en die ging met een auto vol paaskaarsen bij alle pastoors langs. Zo geraakten we aan geld van de kerk, uitsluitend bedoeld om subversief toneel mee te maken. Wij waren echt ondernemers! In die tijd bestond de legerdienst nog. Ik wou burgerdienst doen en op die manier theater blijven maken. Maar daarvoor moesten we dus een structuur bedenken. We richtten een vzw op: Akt. Jan was de voorzitter. Daar heb ik dus mijn burgerdienst kunnen doen. We zijn ooit gecontroleerd geweest en ik denk dat ze ons doorhadden. Maar ze zagen ook wel dat wij serieus bezig waren, dus we hebben er geen problemen mee gekregen. Akt stond voor Antwerps Kollektief voor Teaterproducties. Een grap eigenlijk, want van een collectief is nooit sprake geweest. Guy Cassiers studeerde grafiek, hij was geen acteur. Hoe kwam je tot de keuze om hem in Geruchten te laten spelen? Heb je hem gecast? We vormden met zijn allen een groepje. Wellicht zei Guy: ik wil dat wel doen. In die voorstelling stonden dertig mensen op scène, geen enkele was acteur. Ook het publiek bestond uit dertig mensen, een spiegeling dus. Ons publiek was, althans in mijn herinnering, niet het gewone theaterpubliek. Het was een avant-garde publiek, eerder in beeldende kunst geïnteresseerd. Het was heel nieuw om op locatie theater te gaan zien. Ziektekiemen speelden we twee of drie weken in Montevideo, een hangar waar grote kunsttentoonstellingen werden gehouden. Uiterst hip, maar niet sjiek. We konden de ruimte gratis gebruiken, als een vorm van ondersteuning. Je theater uit die tijd werd getypeerd als fysiek, beeldend, niet verbaal. Was
etcetera 7
Als in de oorlog, Akt, 1982-83
het een soort van performancetheater? Het was zeker beïnvloed door het performancetheater. Wij zaten ergens tussenin. Wilde heren en Wonderen der mensheid zou je nu montagevoorstellingen noemen. We gaven de acteurs individuele opdrachten. Na een tijd hadden we een aantal flarden bij elkaar. Daarmee trok ik mij terug en zo monteerde ik de voorstelling. Het was geen taalgedreven theater. In de pers verscheen geen woord over wat wij deden. Maar David Willinger, een Amerikaanse professor, had één jaar in België het theater bestudeerd en schreef daarover een artikel dat in De Standaard verscheen. Hij had één fantastisch stuk gezien, dat was Geruchten. Geen enkele journalist wist waarover het ging! Zo werd ik dus op slag beroemd met een voorstelling die niemand gezien had. Bij de volgende voorstelling, Ziektekiemen, was iedereen van de pers natuurlijk wél aanwezig.
Wij waren niet zo politiek. Reagan en Thatcher interesseerden ons niet. Wij maakten geen politieke statements, tenzij misschien onrechtstreeks. Kernwapens, dat was wél iets. Ik heb drie nachten wakker gelegen nadat een leraar in het seminarie ons in de klas had verteld hoe de atoombom in elkaar zit en wat die aanricht. Het besef van het kwaad. De betoging tegen kernwapens in 1982 is de enige waar ik ooit in meegelopen heb. Er was inderdaad veel werkloosheid maar met geld waren wij niet bezig. We deden gewoon verder. Mijn grote idool was Fassbinder. Hij had in München een theater gehad. Met de subsidie die hij daarvoor kreeg, maakte hij een toneelstuk en vervolgens maakte hij met dezelfde cast een film. Dat was onze inspiratie. Wij stonden met ons werk bewust buiten de maatschappelijke context. Niet ertegenover maar erbuiten.
Het begin van de jaren tachtig is de tijd van de ‘no future’ generatie: de jongerenwerkloosheid was hoog, Reagan en Thatcher voerden een rechts beleid, de Koude Oorlog was heropgeflakkerd, er was de angst voor de bom, …
Had je in die tijd contact met andere theatermakers van jouw generatie, zoals Jan Fabre en Jan Lauwers? Wij zaten in dezelfde cafés vijandig naar elkaar te kijken. Wij zagen elkaars werk en vonden het wederzijds natuurlijk verschrikke-
8
etcetera
lijk. Ik heb Asch gezien, de eerste voorstelling van Anne Teresa De Keersmaeker. Dat was iets heel anders dan wat zij daarna is gaan doen. Fase vond ik heel goed. Dat was ook veilig om goed te vinden, want het was dans. Jan Decorte was voor ons de godfather, terwijl hij niet zoveel ouder is dan ik, acht jaar, maar als je jong bent, is dat enorm. Hij was de eerste die op een extreme manier aan nieuw repertoire deed. Je begreep niet alles maar die nieuwe manier van spelen was fascinerend. De Beursschouwburg was voor ons echt een tempel. Als je daar stond, dan had je het gemaakt. Het was de plek waar ook Decorte en De Keersmaeker speelden, dus dat was hét van het. Je had toen ook De Mannen van den Dam, Pol Dehert en Herman Gillis bij Arca, Sam Bogaerts. Die deden allemaal op een nieuwe manier aan repertoire. Daar ging ik naar kijken. Akt fusioneerde in 1984 met Vertikaal tot Akt/Vertikaal. Wat betekende dat voor de ontwikkeling van je werk? Ronnie Commissaris, de directeur van Vertikaal, had Agatha gezien en kon niet geloven dat wij zoiets konden maken zonder geld. Onze affiches zagen er goed uit en wij hadden
Agatha, Akt, 1983-84
Kraai van Sam Bogaerts. Lucas Vandervost was daar, naast Warre Borgmans, dé superacteur. We waren nog in gesprek met Sam toen hij gevraagd werd om naar Eindhoven te gaan. Lucas heeft toen de leiding van De Witte Kraai overgenomen en zo is door een fusie met Akt/ Vertikaal in 1987 De Tijd tot stand gekomen. Waarom die fusie? Ik had behoefte aan schaalvergroting. Story of my life. Langer dan een paar jaar heeft ook dat niet geduurd. Waarom niet? Er was geen plek voor twee. Lucas was niet aan de grote zaal toe, maar ik wel. Gelukkig kon ik toen naar Het Zuidelijk Toneel en kreeg ik de mogelijkheid om een nieuwe stap te zetten. Zo is het bij mij altijd gegaan. Het was geen bewuste ambitie of strategie. Ik heb nooit ergens voor gesolliciteerd. Als ik vond dat er zich iets groters moest voordoen, deed het zich voor. Het enige wat ons dreef, was een artistiek gevoel. We wilden de mogelijkheid hebben om het werk te kunnen maken dat we wilden maken.
pinocchio
(boven) Bacchanten, Akt/Vertikaal, 1986-87, foto Keoon, (onder) Macbeth, De Tijd, 1987-88, foto Herman Sorgeloos
veel publiek. Door de fusie met Vertikaal, want zij hadden subsidie, beschikten we opeens over drie miljoen frank per jaar. Alle lof voor Ronnie Commissaris, die ons heeft binnengehaald. Maar na een jaar constateerde ik dat ik al het werk deed. Ik wou dus de leider van de groep worden. Ronnie was daar niet voor en mobiliseerde een tegenkandidaat: Arne Sierens. Ik weet nog hoe we in een kamertje elk op onze beurt zaten te wachten op een gesprek met het bestuur. Ronnie probeerde mij ervan te overtuigen om mij terug te trekken. Zoiets moet je met mij niet doen.
Dan ga ik vechten. Ik vind altijd dat je vanuit je eigen kracht moet werken, niet vanuit de kracht van iemand anders. Daarbij speelde nog dat ik de acteurs van het gezelschap mee had in mijn verhaal, zoals Luk de Koninck, Peter Van Asbroeck en Goele Derick. Ik had ook Jan mee, en Peter van Kraaij. Mijn kracht is altijd geweest dat ik een team heb om mee te werken. Als regisseur alleen ben je niks in het theater. Ik heb dat toen gewonnen, maar het was wel pijnlijk. Akt/Vertikaal heeft drie jaar geduurd. Toen zijn er contacten ontstaan met De Witte
Hoe ben je in 1990 bij Het Zuidelijk Toneel terechtgekomen? Toen was het nog een ‘toneelvoorziening’, een soort groot productiehuis dat aan verschillende regisseurs vroeg om bij hen werk te maken. Eric Antonis was er directeur. Hij kende ons vanuit De Warande in Turnhout. Toen hij moest worden opgevolgd (Antonis ging Antwerpen 93 leiden, jr), werd ik als artistiek leider gevraagd en heb meteen ‘ja’ gezegd. Tegen de tijd dat ik bij Het Zuidelijk Toneel kwam, had ik een programma klaar voor mijn eerste seizoen. Ik zou twee producties maken, Het Zuiden van Julien Green en Ajax/Antigone. Twee tragedies op één avond, dat zagen ze niet zitten. Ze zeiden: wij hebben hier nog de kostuums voor een Pinocchio, zou je dat niet
etcetera 9
(linksboven) J. Bacon en T. Hopper in More Stately Mansions, New York Theatre Workshop, 1996 Š Joan Marcus; (linksmidden) Chris Nietvelt in De tramlijn die verlangen heet, Het Zuidelijk Toneel, 1994-95, foto Deen van Meer; (linksonder) Bart Slegers in Splendid’s, Het Zuidelijk Toneel, 1994-95, foto Bart Michielsen (rechtsboven) Hans Kesting, Tom Jansen en Jip Wijngaarden in Rouw siert Electra, Het Zuidelijk Toneel, 1988-89, foto Patrick G. Meis; (rechtsmidden) Warre Borgmans en Johan Van Assche in Ajax/Antigone, Het Zuidelijk Toneel, 1990-91, foto Keoon (rechtsonder) Hilde Van Mieghem en Peter Van Den Begin in Het begeren onder de olmen, Het Zuidelijk Toneel, 199192, foto Keoon
10
etcetera
1985
1988
Gerard Mortier is vier jaar directeur van De Munt. Het operaklimaat is in die korte tijd omgeslagen. Het medium beleeft een hoogconjunctuur. Etcetera 10 wijdt een dossier aan De Munt. Gerard Mortier: ‘De kunstenaars zijn de enigen die Europa een gezicht gegeven hebben.’ ★ De ‘Bourla’ in Antwerpen beleeft zijn 150ste verjaardag in eenzaamheid: de kns verhuisde in 1980 naar de nieuwe Stadsschouwburg, sindsdien staat het monument leeg. ★ In een zaal van de Antwerpse Zoo spelen ins-De Mannen van den Dam een meesterlijke versie van Het Park van Botho Strauss. Regisseur is Sam Bogaerts. ★ Theater Arena (Gent), dat zich de laatste jaren vooral op musicals toelegde, gaat failliet. Na achttien jaar valt het doek. ★ De Beursschouwburg viert zijn 20ste verjaardag onder het motto Heimwee naar de toekomst. ★ Het Kaaitheaterfestival beleeft zijn vijfde en laatste editie. ★ Etcetera trekt van leer tegen de Raad van Advies voor de Toneelkunst. In plaats van kleinere gezelschappen te viseren, zou de Raad beter de ‘totaal verziekte boel’ van kvs en kns aanpakken. ‘De repertoiretheaters vatten hun opdracht niet.’ ★ Jan Decorte creëert zijn eerste komedie, Kleur is alles. Een radicale breuk in zijn werk. ★ Uitgeverij Kritak wordt overgenomen door Meulenhoff dat de samenwerking met Etcetera stopzet; het blad blijft verweesd achter.
De alleenheerschappij van de repertoiretheaters staat op de helling. De Tijd, Blauwe Maandag en Arca wringen zich tussen kns, kvs en ntg. Etcetera 24 wijdt er een dossier aan. kvs-coryfee Chris Lomme speelt een gastrol in De Meeuw van de Blauwe Maandag Compagnie: ‘Er is een (jonge) generatie goede regisseurs aan het werk en dat is nieuw. (…) Zij moéten op termijn ingeschakeld worden in de grote gezelschappen.’ Freelance acteur Dirk Roofthooft: ‘Studio-directeur Fons Goris waarschuwde me niet het zoveelste kleine theater te stichten. Het grote theater moest van binnenuit gezuiverd en verjongd worden.’ Jos Verbist en Jappe Claes vormen sedert kort de artistieke kern van Arca. Verbist: ‘Als je een ensemble wil tot stand brengen, is het erg belangrijk dat er een grote betrokkenheid ontstaat tussen thema en acteur. Voor Nachtasiel hebben de acteurs zelf een tijdje daklozen geobserveerd en bestudeerd. (…) De grote schouwburgen maken geen tijd vrij voor ensemblevorming.’ ★ Jan Decleir speelt Gilles, een solo geschreven en geregisseerd door Hugo Claus. ★ Na een kleine drie jaar bij uitgeverij Den Gulden Engel, wordt Etcetera voortaan uitgegeven in eigen beheer.
1986 De Antwerpse kns heeft een nieuwe directeur: actrice Ivonne Lex. In Etcetera 13 zegt zij: ‘De kns is op geen enkel vlak mee geëvolueerd met zijn tijd. (…) De politisering heeft daar voor een groot deel schuld aan.’ ★ Wim Vandekeybus, die in De Macht der Theaterlijke Dwaasheden (1985) van Jan Fabre voor het eerst op de planken stond, wil zijn eigen stuk maken en richt Ultima Vez op. ★ Ook in Brussel richt Dirk Opstaele Leporello op. Het ensemble groepeert Vlaamse, Waalse en buitenlandse podiumkunstenaars. ★ Het Circus van Vuile Mong en de Vieze Gasten bestaat 15 jaar. Maatschappijkritisch volkstheater. Sociaal-artistiek werk avant la lettre. ★ Het Epigonenteater zlv (zonder leiding van) heft zichzelf na vijf jaar op. Enter Needcompany, onder de artistieke leiding van Jan Lauwers. ★ De Vereniging van Vlaamse Theaterdirecties (vvtd) wordt opgericht. ★ Alex Van Royen, acteur en docent, overlijdt op 57-jarige leeftijd. Hij was samen met Hugo Claus en Carlos Tindemans auteur van T68, een manifest dat het immobilisme van het toenmalige Vlaamse theater wilde doorbreken.
1987 Regisseur Dirk Tanghe in Etcetera 20, tijdens de repetities van De Vrek voor ntg: ‘Veel hedendaagse stukken gaan over dingen die ik terugvind in de klassieken. Ik vind het boeiender om een Don Carlos tot leven te wekken, aangepast aan onze tijd, dan bijvoorbeeld een gave Lars Norén te monteren.’ ★ Het Vlaams Theater Instituut wordt opgericht. ★ Maurice Béjart en zijn Ballet van de xxste Eeuw trekken weg uit De Munt. In Lausanne richt de choreograaf het Béjart Ballet Lausanne op. ★ Het Kaaitheater presenteert zijn eerste seizoen. ★ Needcompany debuteert in Mickery (Amsterdam) met Need to Know. ★ Wim Vandekeybus debuteert met What the Body Does Not Remember. ★ Toneelgroep Amsterdam wordt opgericht als een fusie van het Publiekstheater en Toneelgroep Centrum. Regisseur Gerardjan Rijnders wordt artistiek leider. ★ De Witte Kraai (Sam Bogaerts, Lucas Vandervost) en Akt/Vertikaal (Ivo van Hove) gaan samen in De Tijd. ★ Tone Brulin laat de artistieke leiding van Tie 3 (Theater van de Derde Wereld) over aan Gène Bervoets. Met Ali, de 1001 nachtmerrie (tekst Paul Pourveur) haalt de nieuwe ploeg de eerste editie van Het Theaterfestival in Amsterdam. ★ Guy Cassiers wordt artistiek leider van het Gentse Oud Huis Stekelbees (later Victoria, nu Campo). ★ Jef Cassiers, Het Manneke, overlijdt op 57-jarige leeftijd. Drie jaar voordien stond hij voor het laatst op een scène, samen met zijn zoon Guy in Natuurgetrouw.
(boven) Needcompany, Need to know, 1987 © Michiel Hendryckx (onder) Blauwe Maandag Cie, De Meeuw, 1988 © Bie Peeters
etcetera 11
1989 Jan Joris Lamers (Maatschappij Discordia) in Etcetera 27 over repertoire, marge etc.: ‘Bij Dada bijvoorbeeld, voor onze tijd zo’n belangrijke kunstvorm, daar is nooit iemand bij geweest, dat zijn uitsluitend ooggetuigenverslagen, voorstellingen voor tien mensen in een café in Zürich of Berlijn. (…) Meestal blijkt later dat er allerlei dingen om ons heen hebben plaatsgevonden die we niet hebben meegemaakt.’ ★ Thomas Bernhard, ‘een mensenhater uit liefde’ (Etcetera 26), overlijdt op 58-jarige leeftijd. ★ ‘Filosofen beweren soms dat in principe niets ontsnapt aan filosofisch nadenken. Blijkbaar ontsnapt evenmin iets aan het theater, zelfs niet het filosoferen.’ Filosoof Herman De Dijn in Etcetera 26 over Wittgenstein Incorporated van Peter Verburgt, regie Jan Ritsema. ★ Drie collectieven zien het daglicht: de Koe, Toneelspelersgezelschap stan en De Vereniging van Enthousiasten voor het Reële en het Universele. ★ Toneelauteur Vaclav Havel wordt de eerste niet-communistische president van Tsjechoslowakije. ★ Samuel Beckett overlijdt, 83 jaar oud. ‘Hij zal herlezen en heropgevoerd worden want de molm van de tijd is in zijn teksten vereeuwigd.’ (Etcetera 29)
1990 ‘Terwijl de wereld een spektakelstuk geworden is, waarbij het ene hoogtepunt het andere opvolgt, lijkt het theater stil te staan. (…) Een jongere generatie Vlaamse theatermakers lijkt zich meer en meer van de werkelijkheid te verwijderen in een esthetiek die resoluut kiest voor grote middelen.’ Marianne Van Kerkhoven in Etcetera 29. ★ ‘Wanneer men later het theaterlandschap van de jaren ’80 in kaart brengt, zullen de topografische coördinaten van de kunstencentra zich als hoogtepunten van de theatervernieuwing in Vlaanderen laten lezen.’ Frank Peeters in Etcetera 31. ★ De Nederlands-Vlaamse toneelschrijfprijs gaat naar Arne Sierens voor Mouchette en naar Alex van Warmerdam voor Het Noorderkwartier. ★ Het Reizend Volkstheater (Antwerpen), opgericht in 1945, wordt Theater Zuidpool. ★ Romain Deconinck, boegbeeld van het Gentse volkstoneel, neemt afscheid van de ‘Minard’ waar hij vijftig jaar op de planken stond. ★ Nog in Gent organiseren Vooruit, het Nieuwpoorttheater e.a. het eerste Time Festival. ★ En nog altijd in Gent richt Hans Bruneel lod (Lunch Op Donderdag) op: hij organiseert lunchvoorstellingen in een theatercafé. ★ De Poolse theatermaker Tadeusz Kantor overlijdt. Hij werd 75.
1991
(boven) Jan Ritsema/Kaaitheater, Wittgenstein Incorporated, 1989 © Herman Sorgeloos (onder) Meg Stuart, Disfigure Study, 1991 © Don Rodenbach
‘De toneelschrijfkunst wordt hier op geen enkele manier structureel begeleid. Er zijn geen opleidingen voor theaterauteurs en er bestaat ook geen stevige basis en/of context van waaruit auteurs een brug naar de praktijk kunnen slaan. En dan maar emmeren over het gebrek aan toneeltraditie in Vlaanderen.’ Ann Olaerts (vti) in Etcetera 35. ★ Josse De Pauw krijgt de driejaarlijkse Staatsprijs voor Toneelletterkunde voor zijn stuk Ward Comblez. He do the life in different voices (1989) en voor Het kind van de smid (1990), dat hij met Peter van Kraaij schreef. ★ Jan Decorte krijgt voor zijn King Lear-bewerking Meneer de zot en tkint de Vlaams-Nederlandse Toneelschrijfprijs. ★ Op het Klapstukfestival in Leuven debuteert de Amerikaanse choreografe Meg Stuart met Disfigure Study. ★ In Gent realiseert lod zijn eerste muziektheaterproductie, Allons les gars, op muziek van Dick van der Harst en in regie van Alain Platel. ★ In Brussel wordt jeugdtheater bronks opgericht, op initiatief van Oda Van Neygen die in de Beursschouwburg het nieuwe jeugdtheater al op de kaart had gezet. ★ Het Theaterfestival is met zijn vijfde editie voor het eerst ook in Vlaanderen (deSingel) te zien. ★ De vvtd wordt Vlaamse Directies voor Podiumkunsten (vdp).
1992 In Etcetera 37 verschijnt de roemruchte Sluiswachters-column van Johan Thielemans. De ‘kunstencentra’ – de nieuwe, officiële naam voor het alternatieve circuit van tien jaar voordien – gaan mank aan profileringsdrang en bekeringsijver, stelt hij. Ze dreigen ‘sluiswachters bij heel smalle beekjes’ te worden. ★ Jappe Claes van Theater Teater (Mechelen) in Etcetera 38: ‘We willen regelmatig teksten van Tsjechov en Pinter spelen. (…) Ze draaien om wat Büchner in één lijn samenvatte als: “De mens is een afgrond. Het duizelt je voor de ogen als je erin kijkt.” Dergelijke teksten zijn open kunstwerken. Ze zijn transparant en geven je als theatermaker de ruimte.’ ★ Guy Joosten verhuist van de Blauwe Maandag Compagnie naar het prestigieuze Thaliatheater in Hamburg, waar hij Oberspielleiter wordt. ★ Rosas wordt dansensemble in residentie bij De Munt (en zal dat blijven tot 1997). ★ Eric De Volder, bekend van Parisiana, Radeis e.a., richt Toneelgroep Ceremonia (Gent) op. ★ Dora van der Groen, sedert 1978 artistiek leider van de toneelafdeling van het Conservatorium te Antwerpen en als dusdanig de artistieke moeder van vele jonge theatermakers, ensceneert Thyestes van Hugo Claus voor Het Zuidelijk Toneel (Eindhoven). Het is haar eerste regie. 12
etcetera
1993
1995
Dora van der Groen over haar werk aan het Conservatorium, in Etcetera 42: ‘Ik wil de jonge mensen bij zichzelf brengen. De vraag is: wat is de relatie tussen jezelf en de wereld, want daaruit zal het teken voortkomen. De acteur speelt zijn eigen verhaal via het personage. Je zendt dat uit in persoonlijke theatrale tekens. Die tekens zijn belangrijker dan de rol.’ ★ Het nieuwe podiumkunstendecreet erkent en subsidieert naast het theater ook andere podiumkunsten. ★ Antwerpen is Culturele hoofdstad van Europa, intendant is Eric Antonis. ★ De vzw Kunsthuis voor kinderen en jongeren zet een theaterseizoen voor de jeugd op in deSingel. Kort nadien omgedoopt tot Villanella, wordt ze de aanjager van projecten als De Nachten, Kunstbende, Inktaap en Tweetaktfestival. ★ Tristero debuteert met Garga Schlink (hun vertaling van Im Dickicht der Städte van Bertolt Brecht) in het Stuc in Leuven. ★ Nand Buyl verlaat de kvs. Franz Marijnen volgt hem op. ★ In Brussel heropent het Lunatheater na decennia van leegstand zijn deuren. Het wordt bespeeld door de ab en het Kaaitheater. ★ Op de terugweg van Nederland, waar hij een voorstelling had gespeeld, komt acteur en regisseur Dries Wieme om het leven in een auto-ongeval. Hij was een spilfiguur in de beweging van de kamertheaters in de jaren ’50 en de eerste directeur (1965-1969) van de Beursschouwburg. Hij werd 66.
Etcetera 49 polemiseert over het theater vandaag, over interculturaliteit etc. Marleen Baeten in het redactioneel: ‘Sinds zwarte zondag (24 nov. 1991) heeft Vlaanderen het probleem (voor de enen) of de uitdaging (voor anderen) van de multiculturele samenleving ontdekt. Het ene debat volgde het andere initiatief op. In de theaterwereld bleef het eerder stil. (…) Binnenkort zijn er weer verkiezingen. Er wordt weer volop gepraat over multiculturaliteit, nu ook in de theaterwereld. (…) Terwijl het politieke theater van de jaren ’70 vooral op naam te schrijven valt van de kunstenaars, manifesteert de belangstelling voor maatschappelijke thema’s zich nu minstens even sterk op het niveau van de organisatoren.’ ★ Choreograaf Alain Platel en schrijver Arne Sierens maken voor Victoria (Gent) Moeder en kind. ★ Datzelfde Victoria introduceert de Franse choreograaf Jérôme Bel met zijn debuutproductie uit ’94 Nom donné par l’auteur. ★ Rosas en De Munt starten met p.a.r.t.s. (Performing Arts Research and Training Studios). ★ Nakomertje van Antwerpen 93: eerste editie van het stadsfestival Zomer van Antwerpen. ★ Op de valreep van 1995 overlijdt de Duitse auteur en theatermaker Heiner Müller. ‘Zijn teksten hebben ongetwijfeld bijgedragen tot een paradigmaverandering in het Vlaamse theater,’ schrijft Luk Van den Dries in Etcetera 54.
1994 De Duitse regisseur Peter Stein wordt bekroond met de Erasmusprijs. Uit zijn dankrede, in Etcetera 44: ‘De immense problemen waar de mensheid voor staat, zijn kennelijk niet met de ratio van economisch voordeel en met het vertrouwen in de kracht van het marktmechanisme op te lossen. Noodzakelijke ecologische oplossingen hebben, om uitgevoerd te kunnen worden, een breed cultureel bewustzijn van het publiek nodig. Daarom is investeren in cultuur een directe investering in de overlevingskansen van de mensheid.’ ★ De Amerikaanse acteur Ron Vawter (The Wooster Group) overlijdt aan aids. In Philoktetes-Variaties (regie Jan Ritsema voor het Kaaitheater) thematiseerde hij zijn stervensproces. Er konden slechts vier voorstellingen van gespeeld worden. ★ Meg Stuart richt Damaged Goods op en vestigt zich in Brussel. ★ In Brussel heeft het eerste Kunstenfestivaldesarts plaats. Artistiek leider is Frie Leysen. ★ Het Speeltheater van Eva Bal verwerft een eigen plek: De Kopergietery. ★ Lucas Vandervost creëert bij De Tijd de solovoorstelling De ondergang van de Titanic op tekst van Hans Magnus Enzensberger. ★ In Antwerpen keert de kns terug naar de Bourla. ★ Nog in Antwerpen zien twee gezelschappen het licht: de Roovers, opgericht door afgestudeerden van het Conservatorium, en Muziektheater Transparant, opgericht door Guy Coolen. ★ Rudi Van Vlaenderen, acteur en regisseur, oprichter van Toneel Vandaag (1960), eerste directeur van het hritcs, overlijdt. Hij werd 64.
Alain Platel & Arne Sierens/Victoria, Moeder en kind, 1995 © Phile Deprez
etcetera 13
1996
1997
Paul Peyskens en Michel Van Beirendonck maken bij Bronks met jongeren Het Hamletmachien. Peyskens noemt het een ‘speelgoedversie’ van Müllers stuk, Pieter Van Bogaert vindt het eerder een ‘Brusselse’ versie van Shakespeare: ‘Geen episch drama, geen pluche zetel gevoel, maar het gevoel dat Bronks iets met die stad aan de Zenne zou kunnen te maken hebben.’ (Etcetera 54) ★ Etcetera 56-57 wijdt een aantal artikelen aan ‘theater en stedelijkheid’. Socioloog Paul Blondeel deed twee jaar onderzoek in Molenbeek: ‘Voor actrice Frieda Pittoors zit de laatste voorstelling van In de eenzaamheid van de katoenvelden erop. Ze zucht: “Koltès’ tekst is voor mezelf op steeds meer domeinen van toepassing. Als ik in Brussel buiten kom en ik zie aan de overkant een groepje jongens staan, dan kan ik twee dingen doen. Of ik heb hen niet gezien en blijf aan mijn straatkant lopen, of ik steek expres de straat over. Maar het resultaat blijft twee keer hetzelfde: we zeggen niets, we vallen stil.” Voor mij is de tekst van Koltès een verademing, ontluisterend en juist. Ik herken erin wat ik twee jaar lang in Molenbeek heb gezien.’ ★ In Antwerpen debuteert het MartHa!tentatief met Elias of het gevecht met de Nachtegalen (naar Maurice Gilliams). ★ In Kortrijk wordt het sociaal-artistiek gezelschap Unie der Zorgelozen opgericht. Acteur en regisseur Geert Six is een van de gangmakers. ★ Villanella organiseert de eerste editie van De Nachten, een melting pot van literatuur, rock en kunst voor een jong publiek.
Choreograaf William Forsythe in Etcetera 59: ‘Je maakt iets, maar achteraf kun je daar woorden aan toevoegen, inserten of deleten, enzovoort. (...) Deze werkwijze neemt veel druk van de ketel, dit zijn geen keuzen op leven en dood. Dat is onzin. Kunst is geen oorlog.’ ★ Tom Lanoye en Luk Perceval bewerken de acht koningsdrama’s van Shakespeare tot Ten Oorlog. Het lange en moeizame repetitieproces van deze megaproductie – de laatste grote productie van de Blauwe Maandag Compagnie – wordt een media-event an sich. ★ Met Ja ja maar nee nee en de Franstalige versie Ah oui ça alors là van Rudi Bekaert bundelen de Brusselse gezelschappen Dito’Dito en transquinquennal voor het eerst hun krachten. ★ Danseres en choreografe Charlotte Vanden Eynde debuteert met Benenbreken. ★ Het Koninklijk Jeugdtheater (Antwerpen) wordt omgevormd tot hetpaleis. Artistiek directeur is Barbara Wyckmans. ★ Peter De Graef staat in Het Theaterfestival met zijn stuk Henry (De Stichting/De Werf, Brugge). In ’94 stond hij daar ook al met Ombat. ★ Jean-Pierre De Decker wordt artistiek leider van het ntg. ★ Oostende zet een nieuw festival op: Theater aan Zee.
1998 Jo Roets, samen met Greet Vissers artistiek leider van jeugdtheater Blauw Vier, in Etcetera 63: ‘We vertrekken altijd van materiaal voor volwassenen. Daarin zoeken we een kruispunt tussen wat onszelf fascineert en wat kinderen of jongeren aantrekt. Ik zie ons geen dingen doen omdat het bevattelijk is voor kinderen.’ ★ De Blauwe Maandag Compagnie (Gent) en de kns (Antwerpen) vormen samen Het Toneelhuis. Voor de eerste voorstelling, Liefhebber van Toneelgroep Amsterdam, dient het Vlaams Blok een klacht in voor openbare zedenschennis. ★ Hugo De Greef verlaat het Kaaitheater. ★ Josse De Pauw creëert Weg, muziektheater op een eigen tekst en op muziek van Peter Vermeersch en Pierre Vervloesem. ★ Jan Lauwers van Needcompany herwerkt zijn Snakesong Trilogy (1994-1996) tot een avondvullend event. ★ Tg stan en de Koe serveren My Dinner with André, het jaar daarop bekroond met de Grote Theaterfestivalprijs. ★ Pascale Platel debuteert met De Koning van de Paprikachips bij Bronks. ★ Het Antwerpse festival De Beweeging viert zijn tiende editie. Huischoreograaf Marc Vanrunxt toont er Antropomorf en Mijn solo voor Marie (vernietigd). Hij is er ook nog te zien in een solo van Jan Fabre.
1999 Bestaat er in het Vlaamse theater zoiets als de generatie van de Tachtigers, vraagt Etcetera 67 zich af. Cultuursocioloog Rudi Laermans: ‘Het gaat om kunstwerken en niet om kunstenaars, om prestaties en niet om generaties. (…) Uiteindelijk delen de Tachtigers weinig meer dan een gemeenschappelijk institutioneel traject in Vlaanderen. Dat werd in 1993 tegelijk bekroond én afgesloten met de erkenning van de tijdens de jaren tachtig opgezette gezelschappen en kunstencentra als sleutelactoren door het nieuwe decreet op de podiumkunsten.’ ★ Na een afwezigheid van vijf jaar keert Jan Decorte terug naar de scène met de Oidipoes-bewerking Bêt Noir. ★ Het muziek Lod brengt met Diep in het bos van Dick van der Harst en Eric De Volder een ‘lamentatie’ over het post-Dutroux-tijdperk. ★ In Antwerpen richten de acteurs Tom Dewispelaere, Ben Segers, Stijn Van Opstal en Geert Van Rampelberg Olympique Dramatique op. ★ In Mechelen beginnen Stef Lernous, Nick Kaldunski en Tine Van den Wyngaert met Abattoir Fermé. ★ In Kortrijk opent de Tacktoren zijn deuren. ★ De kvs begint aan de renovatie van de negentiende-eeuwse schouwburg en verhuist naar de Bottelarij, hartje Molenbeek. ★ De Poolse theatergoeroe Jerzy Grotowski overlijdt op 66-jarige leeftijd. Pol Arias in Etcetera 67: ‘In elke voorstelling die vandaag gemaakt wordt, zit wel een of ander facet dat schatplichtig is aan Grotowski.’
Marc Vanrunxt, Antropomorf, 1998 © Raymond Mallentjer
14
etcetera
Ramsey Nasr en Camilla Siegertsz in Romeo en Julia, Het Zuidelijk Toneel, 1998-99, foto Deen van Meer
etcetera 15
doen? Ik zal er over nadenken, zei ik. Dat heb ik natuurlijk niet gedaan. Een week later heb ik hen gebeld om te zeggen dat ik dat niet zag zitten, en heb mijn plan doorgedreven. We zijn er meteen mee geselecteerd voor Het Theaterfestival. Ook heb ik de structuur van toen vrij snel omgevormd tot een gezelschap. Dat had ik aan het bestuur op voorhand niet gezegd. Ik zeg altijd: ja, dankjewel, en dan doe ik gewoon wat ik van plan was te doen. In de brochure van Het Zuidelijk Toneel voor 1993-94 schrijf je: ‘Toneel maken is altijd dwalen, zo lang vragen stellen tot er geen antwoord meer te geven is.’ Wat betekende dat toen voor jou? Aan wie stelde je die vragen? Aan jezelf, aan je publiek? Ja, maar niet zo bewust. Voor mij is dat ook niet veranderd. Als je Romeinse tragedies hebt gezien, dan blijf je na afloop, als het goed is, met honderd vragen zitten. Die vragen worden na het applaus ook letterlijk geprojecteerd. Ik ben meer geïnteresseerd in vraagtekens dan in uitroeptekens. Net zo ben ik niet erg geïnteresseerd in oordeelsvorming over goed en kwaad. Natuurlijk is Macbeth niet goed, maar dat weten we op voorhand, dus voor mij moet het over iets anders gaan. Is dat geen typisch avant-gardestandpunt? Vandaag wordt van de kunstenaar vaak verwacht dat hij ook antwoorden levert, een standpunt inneemt, een oplossing voorstelt. Ik ben er diep van overtuigd dat het een dwaling is om van de kunst antwoorden te vragen. Goede kunst heeft altijd iets tijdloos in zich. De dwang om je expliciet te moeten verhouden tot de samenleving vind ik niet per definitie artistiek. Waarom mag je je niet verhouden tegenover schoonheid? Waarde is niet alleen maar een praktisch iets. Veel van het theater van vandaag loopt zich daarop kapot. Wat vertelt een schilderij van Rothko, een bloem van Van Gogh? Je kent ze uit tijdschriften of boeken en denkt: dat weet ik wel. Maar dan zie ik zo’n bloem in een museum en ik blijf er een uur naar staan kijken, zozeer schokt het mij. Hoe komt dat? Dat is iets irrationeels. Je kunt dat proberen te benoemen maar het belangrijkste is toch dat er een zenuw geraakt wordt. Ik weet nog goed toen ik de eerste keer een voorstelling zag van Romeo Castellucci, Giulio
16
etcetera
Cesare was dat. Ik kwam thuis en was als aan de grond genageld. Jan zei: je ziet zo bleek, wat scheelt er? Ik zei: ik heb iets gezien, ik weet niet wat, maar het was fenomenaal. In het boek over tien jaar Zuidelijk Toneel noemde acteur Steven Van Watermeulen het gezelschap een ‘overgeprofessionaliseerd bedrijf’. Voor mij is dat noodzakelijk professionalisme. Ik ben altijd heel erg bezig geweest met hoe je de best mogelijke omstandigheden kunt creëren om topvoorstellingen te maken. Achteraf heb ik daarin gelijk gekregen: wij waren toch wel pioniers op dat vlak. Maar het werd indertijd, de jaren ’90, als minder artistiek gezien. Terwijl het precies het tegenovergestelde is. Neem nu het publiek. Je kunt geen toneel voor de grote zaal maken zonder rekening te houden met het publiek. Dat betekent niet dat je je op het publiek gaat richten. Wél denk je na over: hoe krijgen we voor het toch niet evidente werk dat we maken volle zalen. Dus alles staat altijd in functie van een artistiek verhaal. Steven heeft het ook over ‘de zinderende maar kille kracht van Het Zuidelijk Toneel, nog steeds weet men geen weg met onze afstandelijk verhitte hartstocht’. Dat is nog altijd zo. Vorig seizoen maakte ik Na de repetitie/Persona. Het ene deel is drift, het andere is kil en afstandelijk. Dat zit alle twee in mij, het is mijn yin en yang. Weet je wat het is, ik ben natuurlijk mijn vader én mijn moeder. Mijn vader was een sociale man, een apotheker in het centrum van een dorp. ’s Zondags ging hij naar de kerk. Niet voor de mis maar om daarna naar het café te kunnen gaan en met de mensen te praten en gul tournées générales te geven. Mijn moeder daarentegen is een huismus. Ze is wel eens graag onder de mensen maar ze trekt ook graag de gordijnen dicht. Welnu, ik heb die twee kanten in mij. Eigenlijk is het wel goed dat onze voorstellingen nooit alleen maar omarmd zijn geweest. Daardoor zijn we ook altijd onze eigen weg kunnen blijven gaan. Ik heb mijn ontwikkeling nooit afgemeten aan wat Wim Van Gansbeke, Pol Arias of wie dan ook vond wat ik moest doen. Die spanning van het nooit alleen maar opgehemeld worden, zo voel ik dat toch aan, vind ik alleen maar goed. Het werk mag wel wat dwars zijn en schuren.
Na tien jaar Zuidelijk Toneel verhuis je naar Toneelgroep Amsterdam, het grootste gezelschap van Nederland. Je eerste voorstellingen daar zijn The Massacre at Paris van Marlowe in een bewerking van Hafid Bouazza, en Con Amore, een toneelenscenering van het libretto van Monteverdi’s Poppeaopera. Heftige keuzes waren dat. Te heftig, ja. Wou je een statement maken? Hoe kijk je er op terug? Als ik het opnieuw zou doen, zou ik het zo niet meer doen. Maar de dingen zijn gelopen zoals ze gelopen zijn en uiteindelijk is er toch iets heel moois uit gekomen. Ik was begin veertig toen ik er kwam. Ik was aan iets nieuws toe en dacht: Toneelgroep Amsterdam, dat is dé plek voor experiment, hier kan ik dat doen op grote schaal. Ik vroeg Walter Van Beirendonck voor de kostuums van The Massacre, Harry de Wit voor de muziek, Jeroen Kooimans als videokunstenaar. Jan deed de scenografie. Het was nogal druk op het toneel en mezelf had ik op de laatste plaats gezet. Ik kon als regisseur geen kant meer op en maakte iets dat tegen mijn eigen aard inging. Pruiken, grote beelden. Maar het was mijn eigen keuze, ik wilde het echt wel zo doen. Ik besef dat ik toen een paar keer te veel voor de troepen ben uitgelopen. Gastregies van Emio Greco, van Richard Maxwell: alles lag moeilijk, vooral bij het ensemble. Daar heb ik zeker fouten gemaakt maar ik heb er ook veel uit geleerd. Ik ben me ervan bewust geworden dat het feit dat ik algemeen directeur ben ook inhoudt dat ik op elk moment aan een medewerker, acteur of wie ook duidelijk moet maken welke pet ik op dat moment op heb. In het repetitielokaal zeg ik: jongens, ik ben hier niet als directeur, wat jullie vragen moeten we op een ander moment bespreken, niet nu. Ik ben daar vroeger veel te slordig mee omgesprongen. Maar sommige mensen hebben toen zelf ook heel erg hun best gedaan om mij het leven moeilijk te maken, hoor. Het boek over je periode bij HZT is letterlijk een zwart boek. Niet alleen vanbuiten, ook vanbinnen. Dat was niet toevallig: je werk daar was in grote mate koel, hard, kaal en strak. Ik herinner me dat ik het daar wel eens moeilijk mee had. (droog) Dat zal wel.
Bij Toneelgroep Amsterdam werd je werk als op slag warmer, lichter, kleurrijker, zelfs al zijn de thema’s donker. Hoe kwam dat? Was het doordat je met een heel ander ensemble werkt? Was het de invloed van het vele internationale werk dat je jarenlang zag en programmeerde voor het Holland Festival? Of zit het meer op een persoonlijk niveau? Het is niets van alles wat je zegt maar het heeft er wel allemaal mee te maken. Waar het in eerste instantie om gaat, zijn een aantal veranderingen in Nederland en ook in de wereld, zoals de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Door collega’s ben ik aangevallen omdat ik toen een huwelijkscyclus ben gaan doen. Ze vonden het schandalig dat ik dat deed terwijl in Nederland om het zo te zeggen twee mensen dood op straat lagen. In Berlijn doen ze nu een avond rond Van Gogh, en wat doe jij? Ik zei: ik denk dat Amsterdam nu behoefte heeft aan iets anders, aan warmte namelijk. Ik vind het ongelooflijk belangrijk wat er gebeurd is maar ik weet niet wat ik daar nu op het toneel mee moet doen. Soms heb je behoefte aan afstand. Soms is het beter om even ingetogen te zijn. Toneel dient niet voor de onmiddellijke reactie. En ik heb gelijk gekregen, want onze zalen stroomden vol voor A Perfect Wedding. Door mij nu net niet op een directe manier te verhouden tot de tijd, voelde ik dat ik bij de mensen een zenuw raakte. Ik ben een aanhanger van de theorie van socioloog Richard Sennett die zegt dat grote maatschappelijke veranderingen emotioneel ingrijpen in het leven van mensen. Ik geloof dat het dat is wat er met mij en mijn toneel is gebeurd in die jaren.
repertoire Hoe kies je de stukken die je wilt doen? Doe je dat helemaal zelf? Of in overleg? Ga je op zoek naar een stuk dat bij een bepaald thema past? Ik kan me niet goed voorstellen dat je thuis in een zetel het verzameld werk van Shakespeare zit te lezen. Neen, maar ik heb ervoor gestudeerd, dus dat zit toch ergens op mijn harde schijf. Het is heel lastig vooraleer ik tot een beslissing kom. De ultieme keuze moet ik zelf maken want ik moet er 180 procent in geloven. Met thema’s werken kan ik niet, dat lukt niet bij mij. Het gaat toch eerder vanuit stukken. Op een bepaald moment ben je weg van een tekst. Zo van: nu ga ik Persona doen, punt. Maar waarom,
dat weet ik dan nog niet. Dat is zoiets als verliefd zijn. Ik heb geen lijst van stukken, dat is een grote ellende. Ik laat me niet makkelijk leiden maar wil toch geleid worden. Dus ik praat er veel over met mijn dramaturgen, en ook met anderen. Neem nu Antonioni. Ik had niet de hele trilogie gezien, wel La notte en L’eclisse. In een boek over zijn werk zag ik overal verwijzingen van het een naar het ander en zo is dat project in één weekend tot stand gekomen. De tekst in die films is heel dun maar vertelt wel iets over relaties in een tijdperk van verandering: de atoombom, de beurscrash. Dat vertaalt hij dan naar de emotionele levens van die mensen. Je gaat eind dit seizoen The Fountainhead doen. Zeven jaar geleden verwees je in een lezing al naar dat boek van Ayn Rand. Toen ik het las, dacht ik meteen: hier zit een toneelstuk in van O’Neilliaanse allure. Maar ik kreeg de rechten niet. Ik heb toen tegen mijn dramaturg gezegd: elke drie maanden opnieuw aanvragen. Ik denk dat ze een tijdlang dachten dat het verfilmd zou worden en daarom de rechten niet wilden vrijgeven. Nu is het dus eindelijk gelukt en gaan we het doen. Deze morgen sprak ik met Benjamin Barber (Amerikaans politicoloog, jr). Ik ken hem al een hele tijd, hij is in Amsterdam om zijn nieuwe boek voor te stellen. We praten wat over Syrië, ook over Ayn Rand natuurlijk. Begint hij over Brand van Ibsen. Ik zeg: ja, maar… er heeft al eens een dramaturg een bewerking gemaakt, maar ik kom er niet uit. Barber zegt twee, drie dingen, ik maak een paar notities. Dan denk ik: hé. Er moet dus een klik komen. Zo is het voortdurend aan de gang. Ik heb inspiratie nodig, maar dat ging bij Shakespeare ook zo. Romeo en Julia bestond ook al voor hij het deed. Hij heeft het bewerkt en er dingen aan toegevoegd. Sinds Geruchten heb je zelf geen teksten meer geschreven. Ik heb ontdekt dat andere mensen dat beter kunnen. Er zijn twee dingen die ik wel had willen doen. Schrijver worden, maar ik kan niet iets vanuit nul bedenken en dat is wat een schrijver doet. En rockzanger was ik ook graag geworden, maar ik kan niet zingen. Peter Verhelst, Hafid Bouazza en Tom Lanoye hebben bestaande stukken bewerkt. Het valt op dat nieuw oorspron-
kelijk werk door buitenlanders wordt geschreven: Charles Mee en Richard Maxwell. Het grootste gezelschap van het land creëert geen nieuwe stukken van Nederlandstalige auteurs. Blijf je op dat vlak niet in gebreke? Dat lijstje is toch erg onvolledig. Van Stefan Hertmans hebben we Mind the Gap gecreëerd. Oscar van den Boogaard schreef voor ons Nacht van de bonobo’s, Gerardjan Rijnders Snaren. Goed, die stukken zijn niet door mijzelf geregisseerd, maar ze zijn wel bij Toneelgroep Amsterdam gemaakt. In Vlaanderen zijn gezelschappen en huizen decretaal verplicht om nieuwe teksten te laten schrijven. Maar als je ziet wat dat oplevert, waar is die verplichting dan goed voor? Het is toch maar omdat er veel stukken geschreven worden dat er een toneelschrijfcultuur ontstaat die tot echt grote stukken kan leiden? Uit niets komt toch niets? Ik geef toe dat het mijn zwakke punt is. Het is niet mijn natuurlijke habitat. En het heeft ook wel met controle te maken. Ik ben superbang voor de dag dat het bestelde script binnenkomt en ik dan moet zeggen: hier heb ik niets mee. Daar zit je dan aan vast. Voor mij is er simpelweg ook geen onderscheid tussen nieuw werk van Nederlanders of Vlamingen of van waar dan ook. Charles Mee staat het dichtst bij wat ik oorspronkelijk en goed vind. Zoals Patrice Chéreau zijn Koltès had, zo wil ik ook graag iemand maar helaas, die heb ik hier nog niet gevonden. De Engelse toneelschrijver Simon Stephens gaat nu voor mij een kort stuk schrijven. Met hem heb ik een goeie chemie. En met Tom Lanoye zal het er ook wel van komen. De Russen! was trouwens veel meer dan een vertaling van twee stukken van Tsjechov, het zal vol nieuwe scènes. Zijn er bestaande stukken van auteurs van hier die je zou willen doen? Hugo Claus. Maar iedereen doet het nu voortdurend, dus hoef ik dat even niet te doen, vind ik. Het zijn toch vooral zijn romans die voor het toneel worden bewerkt. Zijn stukken worden nauwelijks nog gespeeld. Ik beloof je bij deze dat, als ik ooit een Vlaams theater mag leiden, mijn openingsvoorstelling een stuk van Hugo Claus zal zijn. Een bruid in de morgen.
etcetera 17
Je hebt nogal wat filmscenario’s op scène gezet: Koppen, Opening Night, Teorema, Antonioni Project, Rocco en zijn broers, Kreten en gefluister, Scènes uit een huwelijk, Na de repetitie/Persona. Is het je om de inhouden te doen? Of is het de vorm – een ander soort tekst dan toneel – die je aantrekt? Je repertoirekeuzes zijn meestal erg oude teksten, van Shakespeare tot – de recentste – O’Neill. De scenario’s zijn van veel recenter datum; de oudste zijn uit de jaren zestig. Die scenario’s gaan allemaal over themas’s die je niet zo makkelijk terugvindt in een toneelstuk. Kreten en gefluister gaat over doodgaan en wat dat betekent. Ik heb dat in geen enkel toneelstuk op die manier teruggevonden. Ik wou het doodgaan op toneel laten zien. Rocco en zijn broers gaat over emigratie, wat betekent dat? Je hebt een moeder met vier zonen, en daarmee evenveel verschillende attitudes tegenover emigratie: de jongste wil terug naar zijn roots, de tussenzoon past zich aan, nog een andere ontplooit zich buiten de familie. Het is niet alleen een familiaal maar ook een maatschappelijk drama. Theatraal gesproken is het werken met scenario’s een fantastische uitdaging. Ik heb daardoor heel nieuwe manieren gevonden om met het theater om te gaan. In Opening Night kijken twee publieken op een andere manier naar hetzelfde verhaal. In Scènes uit een huwelijk haspel ik heden en verleden door elkaar. Je moet echt out of the box denken. Om op je vraag van daarnet terug te komen: ik heb mijn bijdrage in het zoeken naar nieuw repertoire met name gedaan in het brengen van filmscripts op het toneel. Daarin waren we pioniers en dat heeft binnen onze contreien maar ook daarbuiten veel invloed gehad. Je houdt repertoire: heel wat voorstellingen worden in Amsterdam jarenlang hernomen. Is dat een strategische keuze in de zin dat het je in staat stelt om over de jaren heen met bewezen successen een groter en breder publiek te kunnen aanspreken? Of is het zo dat je wilt dat je publiek meerdere keren naar hetzelfde stuk komt kijken, zoals we dat in Duitsland kennen? Het zijn al die dingen samen. We maken nu Lange dagreis naar de nacht. Dan zie ik een opportuniteit om Rouw siert Electra terug te brengen, een ander stuk van O’Neill. Het zijn twee stukken van dezelfde auteur, met dezelfde regis-
18
etcetera
(boven) True Love, Toneelgroep Amsterdam, 2001-2002 © Chris van der Burght; (onder) Kruistochten, Toneelgroep Amsterdam, 2004-2005 © Chris van der Burght
seur en hetzelfde ensemble, maar toch zijn het twee totaal verschillende producties. Zo kun je voorstellingen met elkaar laten praten. Ik ken mensen die Angels in America wel zeven keer hebben gezien. Als je iets mooi hebt gevonden, dan praat je erover, je komt een volgende keer terug en dan breng je iemand mee. Dus ja, het is ook een marketingstrategie. Ons repertoire is onze bibliotheek. Soms is er eens een stuk uitgespeeld en valt het af. Maar alles samen hebben we meer dan twintig voorstellingen die we kunnen spelen. Ik ben er heel fier op dat we dat kunnen. Repertoire houden is altijd ook een gevecht tegen de vergankelijkheid.
Je maakt herhaaldelijk mega-producties: eerst Romeinse tragedies, vervolgens het Antonioni Project, daarna De Russen! Waarom? In het begin was het een puur inhoudelijk idee. Ik had het plan om Antonius en Cleopatra te doen, met een link naar Julius Caesar. Toen kwam ik ook referenties aan Coriolanus tegen. Dat stuk had ik nooit gelezen maar ik had er wel een paar verschrikkelijke ensceneringen van gezien. Ik las het en ik vond het fenomenaal: de moeder die geen politica kon zijn maar toch alles stuurt, dat soort dingen. Toen is Romeinse tragedies heel snel ontstaan. Als je de drie stukken na elkaar speelt, en je schrapt de scènes met
2000 Etcetera 72 is een themanummer gewijd aan het ‘project’ of ‘traject’ van de kunstenaar. Damiaan De Schrijver van tg stan: ‘Je gebruikt wel een aantal stelregels. Ten eerste probeer je jezelf niet te verloochenen. Ten tweede probeer je de realiteit niet te verliezen. Ten derde probeer je de realiteit niet alleen maar te kopiëren. Je probeert ook te universaliseren en te abstraheren, maar met de voeten op de grond zodat het herkenbaar blijft. Ik wil geen hermetische, onherkenbare voorstellingen maken. Dat is één van mijn stokpaarden, en dat is waar stan voor staat: eigenlijk maken we volkstoneel.’ ★ Jan Goossens neemt de artistieke leiding van de kvs over van Franz Marijnen. ★ Regisseur Jacques Delcuvellerie en zijn gezelschap Groupov (Luik) werkten vijf jaar aan wat Rwanda 1994 werd, een voorstelling die documentaire en fictie mengt, een symbolisch eerherstel voor een miljoen doden. Etcetera 73 wijdt er een dossier aan. Hoe vertel je een massamoord? ★ Het Vlaams Theater Instituut publiceert Alles is rustig – Het verhaal van de kunstencentra. Auteurs en geïnterviewden stellen vast dat er veel bereikt werd maar tegelijk is de teneur negatief: de structuren zijn een eigen leven gaan leiden; productiedwang en publiekscijfers domineren de werking; de kunstenaar staat niet meer op het voorplan. ★ In Rotterdam wordt de opera Aïsja van het Onafhankelijk Toneel – de vierde Marokkaanse voorstelling van Gerrit Timmers – afgelast omdat Aïsja, de jongste vrouw van de Profeet, niet op het toneel mag. De opera had een van de belangrijke evenementen van Rotterdam Culturele Hoofdstad 2001 moeten worden. ★ Wim Van Gansbeke neemt afscheid van de theaterwereld en opent een b&b in het Zuid-Franse Mauzac.
2001 Heftige polemieken in de sector over cultuurparticipatie, sociale mix etc. Erwin Jans in Etcetera 76: ‘Culturele en artistieke instellingen reproduceren dezelfde mechanismen van in- en uitsluiting als de samenleving waarvan ze deel uitmaken.’ ★ Lieven de Cauter in Etcetera 79: ‘Meer en meer worden kunst en cultuur gebruikt als sociaal-cultureel glijmiddel. (…) Kunst is geen middel, maar doel op zich (zoals een spel). Kunst kan de wereld niet verbeteren.’ ★ Lorent Wanson, regisseur van Les ambassadeurs de l’ombre (2000), in datzelfde nummer: ‘De artistieke ruimtes zouden evenzeer ruimtes van volkscultuur (niet: populaire cultuur) moeten zijn als van hoge
Guy Cassiers/LOD, The Woman Who Walked Into Doors, 2001 © Patrick De Spiegelaere
vzw De Roma wordt opgericht. ★ Het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten krijgt een nieuwe roepnaam: Bozar. Directeur Paul Dujardin begint aan een inhoudelijke en infrastructurele renovatie. ★ In Leuven wordt het vernieuwde stuk geopend. ★ Twintig jaar na de creatie van haar eerste solo Violin Phase maakt Anne Teresa De Keersmaeker op het klankdecor van de lp Joan Baez in Concert Part 2 de solovoorstelling Once. ★ Theaterwetenschapper Carlos Tindemans overlijdt op 71-jarige leeftijd.
2003 cultuur.’ ★ Het Mechelse Nona wordt erkend als kunstencentrum. Het heeft zijn roots in het gezelschap Theater Teater en is de vaste stek van Abattoir Fermé. ★ lod maakt zijn eerste opera, The Woman Who Walked Into Doors, op een libretto (naar het boek van Roddy Doyle) en muziek van Kris Defoort. Guy Cassiers regisseert. ★ Jeugdtheater Blauw Vier wordt omgedoopt tot Laika. Jo Roets en Peter De Bie brengen ‘theater der zinnen’: voorstellingen en zintuiglijke installaties voor kinderen, jongeren en volwassenen. ★ Ivo van Hove volgt Gerardjan Rijnders op aan het hoofd van Toneelgroep Amsterdam. ★ Het ntg fuseert met Arca en verandert zijn naam in het Publiekstheater. Een kleine maand eerder is ntgdirecteur Jean-Pierre De Decker onverwacht overleden.
2002 Brugge, Culturele Hoofdstad 2002, opent het gloednieuwe Concertgebouw op 20.02.2002 om 20.02 uur. ★ Jan Goossens in Etcetera 80: ‘De kvs gaat radicaal terug naar zijn kerntaak en wil in de komende jaren opnieuw een stadstheater zijn in, voor en mét Brussel, waar een breed spectrum van voorstellingen wordt geproduceerd in de hoop daar een breed publiek mee te bereiken. We kiezen voor repertoire, maar willen wel heel radicaal nadenken hoe dat begrip opnieuw ingevuld moet worden. (…) We stellen ons ook de vraag: wie heeft er géén repertoire? Hoe kunnen we daar een bijdrage aan leveren? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen die vandaag geen stem hebben, er ook een krijgen?’ ★ De Zweep, de groep rond acteurs Herwig Ilegems en Mark Verstraete en schrijver Bart Meuleman, herneemt drie producties onder de titel De smerige trilogie: Er hangt zwart in de lucht (1999), Staat er haar op? (2000) en Club Sandwich (2001). ★ In Oud-Borgerhout neemt Theaterwerkplaats Rataplan samen met honderden vrijwilligers de vernieuwing van Cinema Roma op zich. De
Acteur en beeldend kunstenaar Benjamin Verdonck is bekend van zijn soms dagenlange ‘straatacties’. In Etcetera 87 zegt hij: ‘De theaterzaal is te veilig geworden en heeft het protest geassimileerd. (…) Theater is een product dat geconsumeerd wordt. (…) Een voorbijganger komt in de straat per toeval mijn actie tegen. (... ) Hij krijgt het als een geschenk, misschien wel als een vergiftigd geschenk. (…) Geven is een mooi, kwetsbaar en subversief gebaar. Het ondermijnt het systeem: als er niet geconsumeerd wordt, stort het systeem in.’ ★ Victoria en De Koe produceren Poes Poes Poes, een ‘theaterfeuilleton-opdoek’, geconcipieerd door Dirk Pauwels, geschreven door Paul Mennes en geregisseerd door Frank van Passel en Peter Van den Eede. Het feuilleton wordt op vijf maandagavonden getoond in theaters, cafés en parochiezalen in het hele land. ★ Op het Komediefestival van het Kaaitheater creëert Tristero Abigail’s Party, een cultklassieker van Mike Leigh. ★ Chokri Ben Chikha speelt voor Union Suspecte en het Publiekstheater De Leeuw van Vlaanderen. Consciences verhaal is de backdrop waartegen hij het gastarbeidersverhaal van zijn eigen vader vertelt. ★ Voor Theater Zuidpool schrijft en speelt Johan Heldenbergh de monoloog Massis The Musical. Het verhaal van John Massis krijgt de allure van een manifest tegen een verrechtsend Vlaanderen.
etcetera 19
2004 Heeft het theater belang vandaag? Kees Vuyk, directeur van het Theater Instituut Nederland, schetst in Etcetera 90 een beeld van theater en maatschappij, van het antieke Griekenland tot vandaag, en besluit: ‘Als het toneel vandaag de dag niet maatschappelijk is, dan is dat niet omdat het toneel geen belangstelling zou hebben voor de maatschappij, maar omdat de maatschappij niet politiek genoeg is.’ ★ Het kunstendecreet van 2 april 2004 werkt voor de verschillende kunstendisciplines een gezamenlijke regeling uit. Het is sterk gemodelleerd naar het podiumkunstendecreet. ★ In een gesprek met Marianne Van Kerkhoven (Etcetera 93) zegt auteur en theatermaker Pieter De Buysser: ‘Ik doe het tegengestelde van wat de doorsnee politicus doet. Een politicus pakt de problemen aan op het moment dat ze zich stellen. Ik pak ze liefst daarvóór aan en ook nog eens: lang daarna. Ik dwaal door het geheugen van de toekomst.’ ★ De kvs opent zijn tweede plateau, een ‘black box’ op de Arduinkaai, naast de ‘oude’ kvs. ★ Geselecteerd voor Het Theaterfestival 2004: Bernard Van Eeghem met One Hand Waving Free, ‘een nieuwe stap in een sterk autobiografisch oeuvre dat stilaan de allure krijgt van een persoonlijke mythologie’.
2005 Etcetera 97 wijdt een cluster artikelen aan ‘avant-garde’. Cultuurjournalist Karl van den Broeck: ‘Ik heb nooit begrepen waarom de theatersector zich zo heeft teruggetrokken in haar elitarisme. Waarom bijvoorbeeld Het Theaterfestival niet houden zoals de Boekenbeurs: daar zit ook Montignac naast Van Bastelaere. Voor de aanvaarding van het betere boek is zoiets geweldig. Zet op het festival toch ook Joop van den Ende, de winnaars van het Landjuweel, de mannen van de sociaal-artistieke sector en de nieuwlichters. Er moeten dringend een paar significante collectieve momenten komen om het draagvlak te verstevigen.’ ★ De Australische Kathryn Bennets zet een nieuwe artistieke koers uit bij het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, met aandacht voor hedendaags klassiek repertoire van o.a. William Forsythe. ★ De Vlaams-Marokkaanse danser en choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui (Les Ballets C de la B) werkt voor het eerst samen met zijn Brits-Bengaalse collega Akram Khan. Ze creëren Zero Degrees, over de impact van hun gemengde culturele achtergrond. ★ Het Publiekstheater doopt zich om tot NTGent. De Nederlandse regisseur Johan Simons wordt artistiek leider. ★ Dramaturge en publiciste Marianne Van Kerkhoven wordt bekroond met de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Podiumkunsten. ★ Jan Lauwers vraagt zich in de nieuwsbrief van Needcompany af hoe het staat met ‘de sociale mix in, zeg maar, het Europees parlement?’
2006 Etcetera 103 buigt zich over kunst en pornografie. Kan kunst een slechte invloed hebben op jongeren? Jan Decorte : ‘Kunst niet, zelfs als het werk seksueel getint is. Rommel wel.’ ★ Minister van Cultuur Bert Anciaux roept 2006 uit tot het jaar van de culturele diversiteit. ★ Na 21 jaar zelfstandige werking gaat het Brusselse gezelschap Dito’Dito op in het ensemble van de kvs. ★ In de kvs brengt Union Suspecte Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen. Ze ‘halen de allochtone-Belgen-problematiek uit het verdomhoekje (…) en dragen een multiculturele boodschap uit (…) met zin voor humor en zelfrelativering.’ (De Morgen) ★ De gerenoveerde kvs opent zijn deuren met een feestelijk project met Brusselse koren. ★ De Onderneming (Antwerpen) speelt vanaf nu onder de naam Comp.Marius, naar hun openluchtvoorstelling uit 1999 waarmee zij voor het eerst ‘brood aan spelen koppelden’. ★ Bij NTGent speelt Koen De Sutter Martens, een koningsdrama van Bart Meuleman, rond de politicus die meer dan tien jaar Belgisch premier was. ★ Na tien jaar splitst het Leuvense fabuleus, een broedplaats voor jong theater- en danstalent, zich af van Artforum en gaat door als autonome vzw. ★ Ruud Gielens ensceneert Het moment waarop we niets van elkaar wisten van Peter Handke als een ‘stadsstripverhaal’ bij het Kaaitheater. ★ De vdp verbreedt haar werkterrein en wijzigt haar naam in Overleg Kunstenorganisaties (oKo). ★ Acteur Julien Schoenaerts, bij leven en welzijn al een legende, overlijdt op 81-jarige leeftijd.
de plebejers en de oorlogsscènes, dan gaat het over politiek en politieke mechanismen. Wil je die stukken samen tonen om daarmee méér te kunnen zegen? Ja. Toneelgroep Amsterdam heeft ook het potentieel om dat te doen. Dat is uitzonderlijk. Vind op wereldschaal maar eens een groep van twintig acteurs die al zeven jaar een zes uur durende voorstelling speelt, en dan nog wel in het Nederlands. Ariane Mnouchkine deed dat vroeger, nu niet meer. Anderen doen of kunnen het ook niet meer. Dat ik wel dat soort dingen maak, heeft zijn oorsprong in mijn enscenering van Wagners Ring des Nibelungen bij de Vlaamse Opera, doordat ik daar jarenlang ben bezig geweest met een materie die enorm gelaagd is. Dat heeft mij sterk beïnvloed. Een megaproductie als Romeinse tragedies heeft een evenementieel karakter. Mensen kunnen tijdens de voorstelling eten en drinken, ze zitten mee op scène en kunnen van plaats veranderen. Loop je niet het risico dat het event gaat overheersen? Dat het publiek alleen maar onthoudt dat het op de scène mocht gaan zitten waar het wou en dat er kon worden gegeten en gedronken? Je moet er toch wel een hele lange zit voor doen om het enkel op dat niveau te ervaren. Dan kom je er toch maar bekaaid af. In het laatste uur is het overigens afgelopen met rondlopen, dan staat het stuk stil: je ziet Cleopatra langzaam doodgaan. Je neemt als kijker toch zeker altijd iets ervan mee, dat het ergens onder je huid gaat zitten? Ik ben er diep van doordrongen dat iedere toeschouwer om een andere reden naar een voorstelling komt. Sommigen omdat ze graag bepaalde acteurs zien spelen. Anderen voor het intellectuele aspect. Weer anderen omdat ze eindelijk eens Coriolanus willen zien. Wel, als ik een goede regisseur van een goede grotezaalproductie wil zijn, dan moet ik iedereen daarin kunnen bedienen. Iedere toeschouwer moet voor zichzelf iets kunnen vinden.
repeteren
(links) Bart Meuleman/NTGent, Martens, 2006 © Phile Deprez; (rechts) Union Suspecte & KVS, Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen, 2006 © Kurt van der Elst
20
etcetera
Hoe ver ga je in de voorbereidingen van een stuk? Is er nog veel dat open tegen de tijd dat je begint te repeteren? Processen gaan bij mij heel traag, hoe efficiënt ik ook mag lijken. Ik ben geen regisseur die precies
Romeinse tragedies, Toneelgroep Amsterdam, 2006-07 © Jan Versweyveld
weet waar hij zal uitkomen voor hij begint te repeteren. Ja, sommige dingen weet ik wel. Voor Lange dagreis naar de nacht heb ik op voorhand beslist dat het op blote voeten zal worden gespeeld. De acteurs kijken mij dan aan, want zoiets doen ze niet zo graag, maar ze weten ook: dit is niet onderhandelbaar. In andere dingen ben ik dan weer heel makkelijk. Er zit altijd nog veel rek op. Chris Nietvelt zegt altijd: Ivo weet op elke vraag die ik kan stellen elk mogelijk antwoord dat gegeven kan worden. Dat is wel een beetje zo. Ik heb in mijn voorbereidende fase elke zin, elke gedachte, elke scène onderzocht, er langs alle kanten naar gekeken, er met de dramaturg over gepraat. Ik weet dus de mogelijke antwoorden op de vragen die de acteurs gaan stellen en ik weet ook de weg die we niet zullen opgaan. Maar is er ook veel dat ik nog niet weet. Mijn voorbereiding is een vangnet. Het is zoals bij een trapeze-act. Je kunt fenomenale dingen doen want je weet dat je niet dood gaat vallen. Mijn voorbereiding is mijn vangnet.
Heel veel bagage hebben en die bagage thuislaten, dat is de kunst. Dat is vaak het probleem als dramaturgen gaan regisseren. Ze gaan uitleg geven. En als acteurs gaan regisseren, dan gaan ze vaak voorspelen. Dat zijn twee dingen die acteurs heel vervelend vinden want ze moeten het gevoel hebben dat ze het zelf gevonden hebben. Dat is de kunst van het regisseren. Daarom is het ook de kunst van het wachten. Aan Jan hebben ze eens gevraagd: wat vind jij de grootste kunst van Ivo als regisseur? Hij zei: ‘geduld.’ Ik sta bekend als een heel ongeduldig iemand, maar in het repetitielokaal is dat anders. Jan zegt vaak: ‘als je nu eens wat meer geduld zou hebben, zoals je dat daar hebt.’ Ik kan pushen, maar als het moet kan ik ook echt wachten. Hoe gaat bij jou een repetitieproces in zijn werk? Heb je bepaalde methodes? Vallen daar lijnen in te trekken, afhankelijk van het soort stuk dat je doet? Het is geëvolueerd. Ik zal vertellen hoe ik het nu doe. De eerste dag lees ik met de acteurs
de tekst. Daarna doe ik een introductie voor het hele gezelschap, iedereen die wil komen. Ik zeg: we gaan dit stuk doen, wat me daarin boeit is dat en dat en dat. We doen een visuele presentatie van wat er in ons hoofd zit. De set wordt voorgesteld. ’s Anderendaags begint de eigenlijke repetitie. Met scène één. Vroeger gingen we eerst twee weken rond de tafel zitten. Dat heb ik afgeleerd door in New York te werken. Je hebt er maar vier weken om een stuk te maken, dus moet je wel meteen beginnen en ik ervaarde dat als een bevrijding. Ik vind het veel beter om de acteurs niet op voorhand lastig te vallen met de bagage die je zelf al hebt. Je merkt dan dat je sommige dingen niet meer moet zeggen omdat ze evident zijn want ze gebeuren al, zonder dat je erom vraagt. Een repetitieproces moet iets organisch hebben want de acteurs moeten ook op een organische manier spelen. Ik repeteer ook minder lang dan vroeger. Ik werk nu zes weken tot aan de première. Romeinse tragedies hebben we in elf weken ge-
etcetera 21
maakt. In die zes weken kun je een perfecte spanningsboog oproepen. Je komt niet in de verveling van de herhaling terecht. Er blijft daardoor ook een spanning naar de première toe, het is een proces dat nog doorgroeit. Je beheert een grote structuur. Vaak wordt gezegd dat grote structuren de kunst doden doordat ze van kunstenaars werknemers maken. Werken in een grote structuur kan heel veel artistieke vrijheid opleveren. Het gaat erom de best mogelijke omstandigheden te creëren om de best mogelijke productie te kunnen maken die te maken valt. Maken we daarbij wel eens fouten? Ja. Zijn er in zo’n structuur veel procedures? Ja. Zijn er dingen die niet mogen? Ja, er zijn grenzen. Maar dat is in een kleine groep ook zo. Ik heb niets tegen kleine structuren, laat dat duidelijk zijn. Maar er was een tijd dat je in Nederland als regisseur je eigen groep moest hebben, anders was je een nobody. Het was echt een dogma. Dat is nu veranderd. Jonge regisseurs willen vaak vooral regisseur zijn, zij hoeven niet noodzakelijk een eigen groep. Er is nu een veel betere aansluiting tussen de opleidingen en het veld zowel wat de grote als de kleinere groepen betreft.
publiek In de brochure voor 2007-08 schrijf je dat Toneelgroep Amsterdam groot toneel wil maken voor een groot publiek. Is dat grote publiek niet erg relatief in tijden van televisie en internet? Hoeveel toeschouwers hebben jullie? Natuurlijk is toneel nooit groot in verhouding tot andere media. Maar wat wij doen, is wel groot binnen het toneel. Het woord ‘groots’ zit er ook in. Voor mij gaat het ook om een breed publiek. Dat is niet de massa. Het budget waarmee wij werken betekent dat je er verantwoordelijk voor bent dat je veel mensen in je zaal krijgt. Vorig seizoen zijn er alles bij elkaar 119.000 mensen komen kijken. Een deel is internationaal, een deel is Nederland buiten Amsterdam. Het buitenland betekent heel veel voor ons, maar door de komst van de Rabozaal (het vlakke vloertheater in de Stadsschouwburg sinds 2010, jr) is Amsterdam zeer belangrijk geworden. We halen hier in de stad nu zo’n 50.000 toeschouwers. Ik kijk altijd naar de cijfers en ik ben er actief mee bezig. We maken best extreme voorstellingen maar we geloven dat er potentieel een
22
etcetera
groot, breed publiek voor is. Per avond halen we gemiddeld tussen de 300 en 400 toeschouwers. Doordat ik voorstellingen lang op het repertoire houd, hoef ik ze ook niet meteen vijftig keer na elkaar te spelen. Volgend jaar doet Susanne Kennedy hier een regie. Zij is nieuw, dus we beginnen met twintig voorstellingen, om te zien hoe het gaat. Een stuk moet zijn publiek kunnen vinden, daar moet je de tijd voor nemen. Het repertoire zorgt er voor dat de cijfers in hun totaliteit stabiel blijven en je toch extremiteiten kunt blijven uitproberen. Het is trouwens niet omdat een voorstelling eens wat minder loopt dat ik ze niet meer speel. Sommige voorstellingen zijn signature dishes en blijven we doen omdat ze gewoon bepalend zijn voor de taste van Toneelgroep Amsterdam. Dat is heel belangrijk. Voor welk publiek speelt Toneelgroep Amsterdam? Dat is heel divers. Het gaat om opgeleide mensen, daar moeten we eerlijk in zijn. Zestig procent van onze toeschouwers zijn eenmalige bezoekers, de anderen zijn herhaalbezoekers. In Amsterdam is het aanbod zeer groot, dat moet je niet onderschatten. Ik zit hier ook met de concurrentie in mijn eigen zaal, want wij bespelen de schouwburg niet alleen, hier staan ook veel andere gezelschappen. En recht tegenover ons heeft Joop van den Ende een zaal voor commericeel theater gebouwd. Er wordt wel eens gezegd dat het publiek voor repertoire aan het uitsterven is. Jongeren hebben andere interesses en de canon krijgen ze niet meer mee van op school. Dat laatste klopt zeker wel, maar evengoed blijven de jongeren komen. Er is hier blijkbaar toch iets dat hen aantrekt. De uitstraling van de acteurs speelt daarin zeker mee. En je moet er natuurlijk ook mee bezig zijn. We hebben openingen naar jonge mensen en naar scholen gemaakt. Ik zie niet in waarom toekomstige generaties het toneel niet zouden omarmen. Meer zelfs, ik beweer dat het theater de kunstvorm van de 21ste eeuw is. Wij hebben de ideale mix van wat je thuis niet kunt hebben. Film kun je thuis zien, de schermen voor home cinema zijn al zo groot geworden. Maar toneel niet, daar moet je live bij zijn om te weten wat het is. Gisteravond (16 juni, jr) ging er iets technisch fout tijdens de première van De Meeuw. Mijn hart stond stil. Je voelde de spanning in
de zaal want iederéén voelde dat er iets niet klopte. Het kan fout gaan. Elke avond is anders. Theater is iets levends, dat voel je, en dat is ook de aantrekking ervan. Is de relevantie van de podiumkunsten de laatste dertig jaar afgenomen? Speelt het toneel een rol in een maatschappelijke discussie? Te weinig. De Romeinse tragedies gaan wel degelijk ergens over, maar ze zijn geen referentie in een maatschappelijk debat. Dat is natuurlijk een spijtige zaak. Ik geloof dat het theater wel degelijk een belangrijke maatschappelijke functie heeft. Daar heb ik het over gehad in mijn Machiavellilezing. (*) Maar als politici in de Nederlandse media voortdurend zeggen dat kunst een linkse hobby is, dan wordt het moeilijk opboksen. Wat is er fout gegaan? Overal in de kunsten heb je raden van advies, commissies en fondsen die steeds meer tussen de politiek en de artiesten in zijn gaan staan. Als de politici daar bovenop zich negatief gaan uiten, dan wordt het moeilijk. Een bakker denkt: ik krijg voor mijn brood ook geen subsidie. Daarom zouden we het woord ‘subsidie’ eigenlijk niet meer mogen gebruiken. We kunnen beter spreken over investeringen. Een snelweg is een investering. In landbouw wordt geïnvesteerd. Maar bij ons in de kunsten noemen ze dat subsidie. Ik geloof dat het huidige model achterhaald is en dat we dat moeten doorbreken. Hoe het nieuwe model moet zijn, weet ik nog niet, maar ik weet wel dat we op zoek moeten. De schotten tussen kunst en politiek moeten weg. Duitsland is een goed voorbeeld van hoe het anders kan: de intendant van een groot gezelschap wordt er rechtstreeks door de politiek aangeduid. Daardoor is er van de kant van de overheid commitment. En daardoor ook is er in Duitsland nog geen euro gekort op cultuur. Er wordt daar nog altijd 32 miljoen euro in een huis als de Münchner Kammerspiele gestopt. En aan de andere kant van de straat heb je daar het Residenztheater, die krijgen ook nog eens zoveel. Dat is meer dan wij hier allemaal samen krijgen. Omdat de politici er achter staan, staat ook de samenleving er achter en vice versa. Ik zeg niet dat de politici bij ons de schuldigen zijn, we dragen samen de schuld. Daarom moeten we goed nadenken over de band tussen de kunsten en de samenleving. De jaren tachtig en negentig hebben voor het
Halina Reijn in Rouw siert Electra, Toneelgroep Amsterdam, 2006-07 © Jan Versweyveld
theater hier bij ons veel goeds opgeleverd. Maar ook een attitude van: ‘bezoekerscijfers, nou, daar doen we niet aan’. Daardoor zijn we verwijderd geraakt van de maatschappij.
leidseplein Je hebt herhaaldelijk en met nadruk gezegd dat je toneel wilt maken in het centrum, op het Leidseplein. Bestaat er vandaag nog wel zoiets als een centrum? Ik heb niets tegen locatietheater. Hoe zou het ook, ik kom daar zelf vandaan. Maar met meer dan zes miljoen subsidie heb ik als Toneelgroep Amsterdam de verplichting om midden in een samenleving te staan, letterlijk en figuurlijk. Ik kan niet gaan zeggen: nou, ik speel liever aan de rand van de stad. Mensen associëren ons met het centrum. Ze noemen deze plek – en dat is niet mijn term – het eerste podium van het land. Het is een symbool maar het is wel belangrijk. De Muntschouwburg in Brussel staat nu eenmaal waar hij staat, en op die plaats verwacht je ook
dat opera gemaakt wordt. Een samenleving heeft behoefte aan grote instellingen: om ervan te houden of om zich er tegen af te zetten. Maar wie herkent zich tegenwoordig nog in dat centrum? Is het ook niet de taak van het eerste podium van het land om andere sociale en culturele groepen binnen te trekken? Hebben zij een boodschap aan het repertoire dat jullie brengen? Wij zijn nu eenmaal een repertoiregezelschap. De kunst is om daar telkens weer een eigentijdse invulling aan te geven. Niet het kind met het badwater weg te gooien. Maar dat betekent toch dat je maar aantrekkelijk bent voor een deel van de bevolking van je stad. Werk je als theater dan niet voor de fictie van een homogene blanke gemeenschap die zich in de traditie van het Westerse theater en zijn canon herkent?
Amsterdam is een heel diverse stad en precies daarom is er ook een cultuurvoorziening die heel breed is. Iedereen die iets wil zien, kan ergens terecht. Ik vind niet dat elke instelling elk publiek moet bereiken. Het Concertgebouworkest heeft een notoir ouder publiek. Daar is niets fout mee. Want er zal altijd een ouder publiek zijn. Mensen zeggen: dat sterft uit. Neen, want mensen gaan op hun zestigste niet per definitie nog naar popconcerten. Wie vandaag in Brussel naar het Kaaitheater gaat, die gaat over twintig jaar misschien liever naar de Muntschouwburg. Dat wil niet zeggen dat we bij Toneelgroep Amsterdam niet met diversiteit bezig zijn. Onze afdeling educatie staat in heel nauw contact met de scholen – en ik heb het over zogenaamd gemengde scholen –, die brengen we naar hier. Het is belangrijk dat die jongeren over de drempel komen: ze maken hier voorstellingen en daarna proberen we ze ook als publiek vast te houden. We hebben ook een hele werking met amateurgezelschappen.
etcetera 23
Zomertrilogie, Toneelgroep Amsterdam, 2009-10 Š Jan Versweyveld
Daarnaast zijn er onze alliantiepartners, zoals Adelheid Roosen. Zij heeft al die knowhow op vlak van interculturaliteit. Wij organiseren dat helemaal mee achter de schermen. Niet uit opportunisme, maar omdat ik het belangrijk vind. Opportunisme is in de kunst geen lang leven beschoren. Aan de overkant van de straat heb je hier sinds 2010 het nieuwe DeLaMar theater. Ze doen er ook aan repertoiretoneel. Tjitske Reidinga speelt er nu De ideale man van Oscar Wilde. Volgens de Volkskrant van vandaag is het een
24
etcetera
ongevaarlijk blijspel maar wel met een fris concept en een ideale hoofdrol. Is dat voor jullie een bedreiging? Ik was de eerste om Joop Van den Ende te steunen toen hij hier een nieuw theater wou bouwen. Waarom? Omdat ik dan mijn ding kan doen, en hij het zijne. We staan niet tegenover maar naast elkaar. Pas toch op, zeiden ze toen we met de Rabozaal kwamen, want het bestaande publiek gaat zich verspreiden. Neen, zei ik. Wij hebben nu binnen een straal van vijftig meter de grote zaal en de Rabozaal binnen de Stadsschouwburg, het nieuwe DeLaMar met twee zalen, en Bellevue, dat er al was. Het
is dus het West End van Amsterdam. Mensen gaan naar DeLaMar, ze zien van ons een affiche hangen en denken: o, hier gebeurt ook wat. Krijgen jullie dan publiek van DeLaMar over de vloer? In elk geval hebben we sinds de komst van DeLaMar bij ons geen terugloop gehad. Integendeel: meer bezoekers dan voorheen. Stel nu dat ze er in het vrije circuit in slagen om repertoirevoorstellingen te brengen die niet alleen veel publiek trekken maar ook nog eens artistiek zeer
hoogstaand zijn. Kom jij dan niet in de problemen met je gesubsidieerde toneel? Als dat zo zou zijn, dan zou het inderdaad een probleem kunnen zijn. Maar het is niet zo. Goed, Tsjechov is traditioneel iets dat wordt gedaan door het gesubsidieerde toneel. Nu kun je dat gaan zien bij een vrije producent in een regie van iemand die uit het gesubsidieerde toneel komt, Gerardjan Rijnders. Met Pierre Bokma in de hoofdrol. Uitstekend. Maar kijk eens naar de rest van de cast! Een tijd geleden vielen de premières van onze Kinderen van de zon en van één van die Tsjechovs samen. Bij zo’n premiere overlapt
een deel van het publiek. Die komen dan later bij ons en ze zeggen: nu weten we weer héél goed waarom er gesubsidieerd toneel moet zijn. Waarom? Omdat er bij ons tot in de kleinste rol is nagedacht over de cast en we het ook kunnen waarmaken. Je kunt dit soort stukken niet laten steunen op één of twee sterren. Daarnaast moet het in de vrije sector ook allemaal voor minimale kosten, want het moet commercieel winst maken. Bij De kersentuin, De Meeuw en Oom Wanja zag je drie keer hetzelfde decor. Alsof elk stuk hetzelfde is. Dus ik beweer dat om dit soort voorstellingen kwalitatief op hoog niveau te brengen je een structuur nodig hebt die
alleen een groot repertoiregezelschap kan bieden. Het omgekeerde is ook waar. Ik vind dat te veel grote gezelschappen aan repertoire doen waar de vrije producenten ideaal voor zijn. Goed, Noël Coward kun je heel extreem doen. Maar als je hem heel ‘gewoon’ doet, moet dat dan door een gesubsidieerd theater? Laat dat toch aan de vrije producenten over. Het gesubsidieerde en het commerciële theater gedeien het beste naast mekaar, als ze elk doen waar ze goed in zijn. Aan de andere kant van het plein heb je sinds kort de Apple Store. Ze zullen wel niet voor niets hier op het Leidseplein
etcetera 25
2007 Etcetera 106 onderzoekt multi-, inter- en transculturalisme. Hoe creëer je in de podiumkunsten een gedeelde plek voor ontmoeting? Chokri Ben Chikha en Flore Opsomer: ‘Union Suspecte maakt geen allochtonentheater, omdat dit zou betekenen dat het meestapt in het discours van “wij en de ander”. (…) Ons gezelschap is gewoon een bonte mix. De zogenaamde allochtonen verschillen onderling evenveel van elkaar als van hun autochtone collega’s. Die bonte mix, het klinkt mooi, maar het is geen evidentie.’ ★ Directeur Bernard Foccroulle neemt afscheid van De Munt, die hij vijftien jaar geleid heeft. Hij wordt opgevolgd door Peter de Caluwe. ★ Na Klein Jowanneke Ziet de Dinges Rondom Zich (1997), Klein Jowanneke is een Aardig Manneke (2003) en Klein Jowanneke Zaaagt (2004) besluit Johan Petit van het MartHa!tentatief (Antwerpen) zijn Klein Jowanneke-cyclus met Klein Jowanneke Gaat Dood. ★ ‘Er bestaan in de sector twee soorten plekken,’ zei Johan Reyniers bij zijn aantreden als artistiek leider van het Kaaitheater in 1998, ‘die waar mensen te lang blijven en die waar mensen te snel weggaan. Ik wil iets ertussenin.’ Na tien jaar neemt hij afscheid. ★ In Lausanne overlijdt choreograaf Maurice Béjart. Hij werd net geen 80.
2008 In de Brusselse Noordwijk opent abc (Art Basics for Children) zijn nieuwe huis voor kunsteducatie. ★ In Gent smelten Victoria en Nieuwpoorttheater samen tot campo. Artistiek directeur is Dirk Pauwels. Op de vraag naar de meerwaarde zegt Carl Gydé in De Morgen: ‘We koppelen bijvoorbeeld Victoria’s expertise in de creatie van nieuw werk aan de receptieve werking van het Nieuwpoorttheater. Zoals dat ook bij de eerste kunstencentra het geval was: maken én tonen.’ ★ Na jaren van afwezigheid is Johan Leysen opnieuw op de Belgische planken te zien: in Wolfskers van Guy Cassiers en in End van Kris Verdonck. ★ Wim Van Gansbeke overlijdt op 70-jarige leeftijd. Marianne Van Kerkhoven schrijft een in memoriam in Etcetera 111: ‘Iedere kunstenaar weet dat “to kill your darlings” een belangrijk aspect is van het creatieve werk, maar Wim eiste méér dan dat: kunstenaars moeten consolidering vrezen, moeten de moed hebben om hun hele aanpak, hun creatiemethodes en zelfs hun eigen structuren onderuit te halen. Want: “Kunst, die naam waardig, gedijt niet op harmonie maar op radicale breuken, niet op lieflijke glooiingen maar op levensgevaarlijke escarpen waar de geit gedijt, om het de dichter na te zeggen. Al de rest is min of meer acceptabele vrijetijdsbesteding. Ziedaar mijn laatste provocatie.”’ ★ Ook op 70-jarige leeftijd overlijdt in Amsterdam Ritsaert ten Cate, oprichter van het Mickery Theater en van de opleiding DasArts.
2009 Na een nomadisch bestaan van 17 jaar, krijgt bronks een eigen stek op de Brusselse Varkensmarkt. ★ FC Bergman wint de Jong Theater Prijs op Theater Aan Zee met zijn bewerking van De Thuiskomst van Harold Pinter. ★ Laatste editie van het Gentse Time Festival. Vanuit hun ‘onrust over de toestand en de toekomst van de wereld’ besluiten curatoren Els Dietvorst en Dirk Braeckman om er geen festival van te maken maar ‘een boek, een denkplek’. ★ Nand Buyl overlijdt op 86-jarige leeftijd. Tien dagen voor zijn dood was hij nog op tournee met het Ensemble Leporello. Robbe De Hert zegt op één: ‘Elke mens die sterft, is een museum dat brandt. In het geval van Nand Buyl is dat het Centre Pompidou.’ ★ Wayn Traub verlaat het Toneelhuis. Na de laatste voorstelling van Maria Magdalena wordt een aantal objecten uit zijn voorstellingen verkocht door het veilinghuis Mon Bernaerts. Guy Cassiers koopt voor 550 euro de artiestennaam Wayn Traub. ★ Ook Lotte van den Berg verlaat het Toneelhuis: ‘Makers als Cassiers en Simons hebben ooit eerst hun eigen structuur ontwikkeld en zijn dan naar een groot huis geëvolueerd. Wij zijn een verwende generatie die meteen een welverzorgd plekje in een stadstheater kreeg. Dat is niet goed. Wij hebben nooit zelf de waarde leren aftasten van je theater te organiseren terwijl dat je meer in de maatschappij zet.’ ★ Regisseur Piet Arfeuille wordt directeur van Theater Malpertuis. ★ Choreografe Pina Bausch overlijdt geheel onverwacht op 69-jarige leeftijd. ★ Eén maand later overlijdt ook de 90-jarige Merce Cunningham.
26
etcetera
zijn neergestreken. Want daarmee claimen ze toch een symbolische plek. Het is alsof ze zeggen: niet het theater, maar wij zijn het raam waardoorheen je naar de wereld kijkt. Natuurlijk hebben ze die locatie bewust gekozen. Maar een uitgestoken vinger naar het toneel is het volgens mij toch niet. Ze zullen wel een gebouw hebben gezocht dat als een window on the world kan doorgaan. Het is een heel toegankelijk, open gebouw, en er is hier veel passage. Maar ik zie dat niet als een bedreiging. De betrachting van Steve Jobs was naast geld verdienen ook iets moois maken. Hij ging daarvoor echt tot het gaatje. Ik herken dat wel. Ik heb er geen probleem mee dat je dit soort vragen stelt. Maar ik vind altijd dat je van je eigen kracht moet uitgaan, niet van de bedreiging van iemand anders. We moeten vooral doen waar we denken dat we goed in zijn, en dan zien we wel verder.
lincoln center Onlangs is in Vlaanderen bij de vrt Claude Blondeel met pensioen gegaan. In interviews herinnerde hij ons er aan dat je vroeger stukken van Shakespeare en opera-opvoeringen integraal op tv kon zien. Ja, ik weet dat nog goed. Op die manier heb ik trouwens La Clemenza di Tito leren kennen. De vanzelfsprekendheid waarmee kunst een plaats kreeg op televisie is weg. Je moet ook steeds vaker uitleggen waar je mee bezig bent. Zo van: kunst, moet dat nu? Twintig jaar geleden zaten we in een fase waarin we van een tijdperk afscheid hadden genomen. Alles wat wij deden, was nieuw. Alles was mogelijk. De televisie ging daar in de jaren tachtig heel erg in mee. Als jonge theatermaker kon ik er gaan vertellen waar ik mee bezig was. Dat is nu voorbij. Ik sta dan wel aan het hoofd van het grootste Nederlandse gezelschap maar in die talkshows van vandaag geraak ik niet binnen. Dat soort dingen keren is heel moeilijk. Een tijd geleden zijn er drie stukken van ons op de televisie uitgezonden. Het was heel goed gedaan: de opnames gebeurden met zeven camera’s. We hebben de stukken speciaal daarvoor een beetje ingekort. Maar het werd uitgezonden om half twaalf ’s nachts. En dan
Karina Smulders in Na de repetitie/Persona, Toneelgroep Amsterdam, 2012-13 © Jan Versweyveld
zeggen ze: er kijken te weinig mensen naar. Ja, wat wil je. Maar we moeten onszelf ook niet de hele tijd kastijden. Het is niet dat er geen interesse is. Het publiek is niet weg. De kranten staan er vol van dat de bezoekerscijfers in het theater teruglopen, wel: dat is in elk geval niet bij ons. Het probleem daarbij is: goed nieuws is niet interessant. Als bij ons één acteur weggaat, dan staat het in de krant. Maar als er drie bij komen, dan moeten we nabellen om het er in te krijgen. In zijn nieuwe boek If Mayors Ruled the World zegt Benjamin Barber dat steden de wereld zouden moeten besturen. De facto, zo zegt hij, doen ze dat nu al. Welke rol is daarin weggelegd voor het theater? (glundert) Ik kom in het boek voor, heeft hij mij verteld. Kunst speelt in een stad een essentiële rol omdat het voor creatie zorgt. Creatie brengt inspiratie en brengt daardoor
leven in een stad. Barber heeft mij genoemd als een kunstenaar die linken kan leggen tussen steden. Ik heb daarvoor natuurlijk diep gebogen. Mijzelf wil ik het niet toedichten maar hij heeft wel onze werking als voorbeeld gegeven. Je kent New York goed, je hebt in het Lincoln Center gespeeld. Lou Reed zingt op zijn plaat New York uit 1989: ‘Outside it’s a bright night, there’s an opera at Lincoln Center/ Movie stars arrive by limousine/ The klieg lights shoot up over the skyline of Manhattan/ But the lights are out on the mean streets’. – Lincoln Center wordt opgevoerd als het centrum van de kunst, daar brandt het licht. In de ‘mean streets’ zitten de mensen in het donker. Ja. Lou Reed zit ondertussen zelf in die limousine. Maar over die ‘mean streets’ heeft hij wel al zijn fantastische platen gemaakt. Die gaan dáár over. De downtown artists zitten daar, het bruist er van de creativiteit. Ik vind
die ‘mean streets’ vaak veel interessanter dan the ‘main street’. Jij hebt het nu over de East Village of over Williamsburg, waar de culturo’s op een hoopje zitten. Ik geloof niet dat hij dat bedoelt. Hij bedoelt de arme wijken. Ik weet het wel, het gaat over die verschrikkelijke splitsing in de maatschappij. Het licht brandt voor de mensen die het zich kunnen permitteren om naar het Lincoln te gaan. Het is iets waar ik zeker over nadenk. Ik reken ook uit wat het voor mensen kost om met twee naar het theater te gaan. Je betaalt een kinderoppas, komt met de auto, drinkt een glas. Ik ben me daar heel goed van bewust. Daarom probeer ik er ook voor te zorgen dat er altijd ook echt goedkope kaarten zijn. Met een last minute ticket kun je er altijd wel in. Studenten betalen 10 euro en ben je lid van de Voedselbank, mag je gratis naar de voorstelling. Daarnaast werken we met gedifferentieerde prijzen. Voor een bewezen succes betaal
etcetera 27
2010 Uit een rondvraag van het VTi en het Kaaitheater bij de stadstheaters en kunstencentra blijkt dat van de 32 directiefuncties er slechts 7 door een vrouw worden ingevuld. Hooguit 20 procent van de regisseurs is een vrouw. ★ Wim Opbrouck volgt Johan Simons op als artistiek leider van het NTGent. Hij noemt het ‘een huis van spelers’. Simons gaat naar de Münchner Kammerspiele. ★ Sidi Larbi Cherkaoui richt zijn eigen gezelschap, Eastman, op. ★ Al zwaar ziek, regisseert Christoph Schlingensief Via Intolleranza II op het Kunstenfestivaldesarts; enkele maanden later overlijdt hij. ★ Irakese Geesten van de jonge maker Mokhallad Rasem haalt de selectie van het Theaterfestival 2010. ★ Muziektheater Braakland/ ZheBilding en jongerentheater fabuleus krijgen in Leuven het statuut van stadsgezelschap. ★ In ‘De fatale dialectiek genaamd Het Publiek’ in Etcetera
122 buigt Daniëlle de Regt zich over de verhouding tussen kritiek, publiek en maatschappelijke relevantie: ‘Ik heb nog nooit een debat over theaterkritiek bijgewoond dat grondig inging op hoe er tegenwoordig geschreven wordt over theater. Het zijn altijd het waar en voor die centraal staan.’ ★ DeSingel breidt zijn kunstcampus uit met een nieuwbouw van Stéphane Beel; er is o.a. een vlakkevloertheater. ★ Eric De Volder regisseert Frans Woyzeck bij het NTGent en sterft op 28 november, ’s nachts na de première.
2011 Tijdens de presentatie van de veldanalyse van het VTi De ins & outs van podiumland doet Diederik Peeters – als typevoorbeeld van de ‘postfordistische, immateriële cultuurarbeider slash jobhopper’ – een statement over de positie van de individuele kunstenaar in het kunstenlandschap, waarbij hij zichzelf vermanend toespreekt met: ‘Stop nu verdorie toch eens met zo ijverig de handelsreiziger en de deur-aan-deurverkoper uit te hangen! Stop met dat eindeloze gehengel naar de gratie en de goedkeuring van al die artistiek directeurs en curatoren! Trek zelf de scheefgetrokken balans tussen artiesten en hun ondersteuning recht! Wentel u niet zo knorrig in die afhankelijke bedelaarsrol en neem zelf heft en initiatief weer in handen!’ ★ Na een rondvraag bij specialisten roept het Duitse vakblad Opernwelt De Munt uit tot ‘Operahuis van het jaar’. ★ Villanella neemt de voormalige Studio Herman Teirlinck over en maakt er De Studio van. Samen met Theater Froefroe, Laika, Theater De Spiegel, Zonzo Compagnie e.a. zet het er een uitgebreid programma voor kinderen en jongeren op poten. ★ Toneelgroep Ceremonia (van de in 2010 overleden Eric De Volder) en Het geit, een jong collectief uit Gent rond o.a. Gilles de Schryver en Robrecht Vanden Thoren, fusioneren tot Het kip. ★ De Nederlandse overheid beslist om 200 miljoen euro te besparen in de kunstensector; de podiumkunsten gaan daarbij van 236 naar 156 miljoen.
2012 Paul Corthouts (oKo) zegt in een interview (in Etcetera 129) dat de economische factor van de kunsten niet de eigenlijke reden is waarom ze belangrijk zijn. ‘Eigenlijk is de vraag die wij stellen: welk mensbeeld willen we? De vraag naar geld voor het kunstendecreet is altijd ook een vraag naar een mensbeeld. (…) Kiezen we voor de consumerende, recreatieve mens die moet uitgeven om gelukkig te zijn? (…) Ons mensbeeld is dat van de kritische, creatieve burger.’ ★ Kris Defoort en Josse De Pauw creëren bij lod An Old Monk, geïnspireerd op leven en werk van Thelonius Monk; de productie wordt het jaar daarop geselecteerd voor Het Theaterfestival. ★ Stef Lernous doet in zijn State of the Union een oproep voor theater dat buiten de lijntjes kleurt: ‘Denk van binnen naar buiten, van onderin en van bovenop. Denk micro, macro en meta. Experimenteer. Maak werk waarvan je bang bent om het te tonen. Het kan, op dit moment, niet abnormaal of raar genoeg zijn.’ ★ Minister van Cultuur Joke Schauvliege trekt de aanvankelijk voor het Kunstendecreet voorziene enveloppe voor de periode 2013-2016 op van 87 tot 94,4 miljoen euro. Het aantal erkende organisaties – waaronder 27 nieuwkomers – zakt van 278 naar 256. ★ Na vijf jaar renovatie opent het voormalige postkantoor in Oostende als cultuurcentrum De Grote Post. ★ Frie Leysen wordt aangesteld als de nieuwe theaterdirecteur van de Wiener Festwochen. ★ Vlaanderen en de Franse Gemeenschap sluiten een cultureel samenwerkingsakkoord.
2013
(links) Josse De Pauw/LOD, An Old Monk, 2012 © Bache Jespers – Benoît van Innis (rechts) Studio Orka, Duikvlucht, 2013 © Phile Deprez
‘Kan lachen meer zijn dan wéglachen, kan het bevrijdend werken, zoals expliciet Wouter Deprez en impliciet Wim Helsen betrachten? Kan comedy een spiegel zijn waarin de zelfgenoegzame Vlaamse middenklasse zijn “ware”, weinig fraaie, gezicht te zien krijgt?’ (Marc Holthof in Etcetera 133) ★ Vooruit viert de honderdste verjaardag van het arbeiderspaleis/feestlokaal. ★ Kris Defoort en Josse De Pauw creëren bij LOD An Old Monk, geïnspireerd op leven en werk van Thelonius Monk; de productie wordt het jaar daarop geselecteerd voor Het Theaterfestival. ★ Met Duikvlucht wordt Studio Orka voor de derde keer geselecteerd voor het Theaterfestival. ★ Big in Belgium. Onder dat label presenteren Ontroerend Goed, Abattoir Fermé, Berlin, Nick Steur en Giulio d’Anna elk een voorstelling op het festival van Edinburgh. David Bauwens van Ontroerend Goed in De Standaard: ‘Het festival is een ideale plek voor internationale zichtbaarheid. Avignon is dat ook, maar naar ons gevoel vertelt dat festival te veel het verhaal van een vorige generatie.’ ★ Ook dit jaar veel Vlaamse artiesten op de affiche van Avignon: Anne Teresa De Keersmaeker, Jan Lauwers, Jan Fabre, Guy Cassiers en Alain Platel. ★ De Roovers zijn de centrale gast op Theater aan Zee. Dank aan Bart Magnus (VTi) voor zijn hulp bij het opsporen van de beelden bij de tijdlijn en het interview met Ivo van Hove.
28
etcetera
je meer want je weet dat het bewezen is. Vanaf dat de voorstelling voor zeventig procent vol zit, worden de prijzen duurder, net zoals in een vliegtuig. Want ik weet dat als ik zeventig procent verkoop, dat het dan gaat vollopen. Dan willen de mensen het zien. In New York ben ik toch eens flink geschrokken. In de Theatre Workshop waar ik werk kunnen zo’n 250 mensen binnen. Je betaalt daar zeventig dollar als je naar een voorstelling van mij komt kijken. Zeventig fucking dollars! Behalve op zondag: als de acteurs na acht voorstellingen die week te hebben gespeeld bijna op de grond liggen, dan mogen de studenten komen kijken voor twintig dollar. In Vlaanderen vind ik de prijzen persoonlijk erg laag. Lage prijzen betekent ook niet dat er daardoor een ander publiek komt kijken. Kaartjes voor rockfestivals en musicals zijn perperduur en toch loopt het storm. Als ik een prijs verhoog, dan rinkelt de kassa nog altijd. Protesteert er iemand? Nooit! Voor de mensen die naar onze voorstellingen komen zijn de prijzen – als je tenminste binnen bepaalde limieten blijft, er is natuurlijk wel een grens, én je prijzen differentieert – niet het scheidende principe. De jongste jaren is ecologie in het theater een issue geworden. Hoe reisbaar is toneel nog, gegeven de ecologische voetafdruk? Moet theater niet lokaler worden? Moeten we in plaats van te reizen niet eerder hier voor eigen publiek spelen? Dat gebeurt al. Thomas Ostermeier is uit Berlijn gekomen om hier bij ons een productie te maken. Maar je kunt onmogelijk niet meer reizen. Het zou immers betekenen dat we in Amsterdam niets meer te zien krijgen van Alain Platel, om maar een voorbeeld te geven. Het kan toch niet dat zijn werk enkel nog in Gent te zien zou zijn, waar hij zijn voorstellingen maakt. Dan zouden we overigens met z’n allen naar Gent moeten reizen. Trouwens, Ostermeier mag hier dan wel werken, hij vliegt elke week over en weer naar Berlijn want hij moet ook nog zijn theater blijven leiden. De mens is per definitie een nomade. Zolang als we bestaan, hebben we andere gebieden opgezocht en daar ontdekkingen gedaan. Dat kun je niet aan banden leggen. Ja, maar wil dat zeggen dat je met een gezelschap uit Amsterdam in Sydney
moet gaan spelen? Op die manier wordt de aarde wel langzaam leeggeplunderd. Er is hier in Amsterdam al zoveel. Moet Platel – om maar een voorbeeld te geven - daar dan echt nog bij? Je stelt het nu wel erg extreem. Ik ben er diep van overtuigd dat de meest universele kunst de meest provinciale kunst is. Hoewel ik zelf al een beetje ontheemd ben, want ik werk niet in België, wat toch mijn eigen land is. Hoe ver kun je daarin gaan? Ik kom uit een klein dorp. Wil dat zeggen dat ik daar had moeten blijven? Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Ik werk in de wereld, zo zie ik dat echt.
optimisme Hoeveel is Toneelgroep Amsterdam gekort bij de recente subsidieverminderingen door de overheid? Kun je de werking die je had daarmee aanhouden? Wij zijn twaalf procent gekort. Dat is niet niks. Het verhaal is bekend. Op een bepaald moment was duidelijk dat het onvermijdelijk werd. Ik had hard kunnen gaan zeuren en klagen, maar dat lost niets op. Ik heb toen gezegd: twaalf procent is 650.000 euro, dit is een realiteit. Wat gaan we er aan doen? Eén. We zijn actief op zoek gegaan naar interesse vanuit de zakenwereld. We hebben twee sponsors gevonden, Accenture en Rabobank. Daarnaast hebben we een meceneaat opgezet: een vijftigtal individuele personen geeft per jaar een bijdrage, en dit gedurende vijf jaar. Lange dagreis naar de nacht wordt ook nog voor een bepaald bedrag gecoproduceerd door één enkel individu. Op een jaar tijd hebben we voor de komende vier jaar telkens al 350.000 euro binnengehaald. Twee. We zijn naar onze internationale partners gegaan. Gezegd: er wordt hier gecut. Wij willen graag dat we ons kwaliteitsniveau kunnen handhaven. Jullie willen dat zelf ook want wij spelen bij jullie op het hoogste level. Ons volgende grote Shakespeare-project wordt gecoproduceerd door Barbican in Londen en door het Théâtre de Chaillot in Parijs. Als je een goed verhaal hebt dat aansluit bij hun werking, dan hebben organisaties dus wel degelijk iets extra voor je over. Aan coproducties haalden we al 120.000 euro binnen, ook voor vier jaar. Het betekent dat ik in mijn organisatie niemand heb moeten ontslaan. Ik heb wel het aantal producties over diezelfde periode van vier jaar moeten
reduceren: twee gewone, twee ta-2 producties, en we doen ook één megaproductie minder, dus we maken er één in plaats van twee. En ik maak zelf één stuk dat qua transport in één trailer gaat – anders zijn het er altijd twee –, hetgeen doortikt op de hele productie. Ik heb dus moeten afslanken maar ik heb er tegelijk voor gezorgd dat ik de omstandigheden heb gecreëerd waarbij ik niet op kwaliteit moet inboeten. Ik sta er altijd van te kijken welk optimisme spreekt uit wat je zegt en doet. Dat is hoe ik ben. Het is een levensinstelling. Anders moet ik toch gewoon doodgaan? Wat heb ik te klagen? Kijk, deze morgen ben ik opgestaan en heb met Benjamin Barber een leuk gesprek gehad in de zon. Daarna had ik een vergadering over sponsoring. Met de acteurs heb ik even over de première van De Meeuw gesproken. Dan was er repetitie voor de Lange dagreis naar de nacht. Iemand uit Londen die een boek maakt over theater kwam me interviewen. En nu zit jij hier om uren met mij te praten over dertig jaar theater maken. Onze problemen zijn luxeproblemen. Op dat vlak ben ik een beetje Amerikaans. Ik zie altijd en overal mogelijkheden. Door het gesprek met Barber deze morgen kwam ik tot een inzicht dat misschien ooit nog eens ergens toe leidt. Ja, soms grom en knor ik. Maar dat is niet fundamenteel een probleem. Ik ben een zondagskind. Ik zit hier nu twaalf jaar maar het voelt niet als twaalf jaar. Ik ben er nog lang niet op uitgekeken. Iedereen kent Toneelgroep Amsterdam en wil hier graag komen werken. Ik geniet ervan dat Ostermeier met mijn acteurs een stuk maakt. Dat is toch fenomenaal? Ik kan dingen mogelijk maken die anders niet mogelijk zijn. Dit is niet mijn job, het is mijn leven. (*) De Machiavelli-lezing van Ivo van Hove ‘De kunst is een ontembaar wild dier. Over de betekenis van kunst voor onze samenleving’ (2008) kan worden gelezen op www.stichtingmachiavelli.nl. Lange dagreis naar de nacht is tot 13 december in Nederland en Vlaanderen (deSingel, Antwerpen) te zien. De volgende nieuwe productie van Ivo van Hove bij Toneelgroep Amsterdam is The Fountainhead; première 15 juni. Bij De Munt regisseert Van Hove dit seizoen La Clemenza di Tito; première 10 oktober. www.tga.nl www.demunt.be
etcetera 29
Ja argang 26, nr. 113, september 2008 | belgië: € 7,00 – nederland: € 9,00
113
--
| België: € 7,00 – n ederland: € 9,00
‘Het eerste wat wij als jonge toneelspelers wilden doen, was het contact met het publiek herstellen. Want wij werden met een bus gedropt ergens in de provincie, je ging op scène, en dan keek je dat zwarte gat in, want je zag niks. Je speelde het stuk en dan ging je terug die bus in. Verder wist je niets van wat er gebeurde.’
b russel 8 A Ar (febru Ari, April, juni, september, december)
| wunder Bau M
en bedrieg je de mensen, want wat ze willen zien is iets oorspronkelijks, en het enige wat je aan oorspronkelijks kunt laten zien, dat ben je zelf.’ jan joris lamers
Romeinse t Ragedies Anton en Cleo’s tergend sterven Bertolt Brecht
| Kris Verdonc
theater en waanzin ik ben het die Art Aud z Al spelen K | Union sU specte | d e c ollega’s
hedendaagse dans tussen eigenheid en beleid
115
| b elgië: € 7,00 – n ederland: € 9,00
P309488 | a fgiftekantoor 1080 Brussel 8
Nature t heater of o klahoma Choreografie van de werkelijkheid s meds | r omeo en Julia
Kristian
een veel grotere mechaniek.’ Pieter T’Jonck over Dance van Lucinda Childs
|
Falsta FF | Guillermo Gomez-Pena
| v ers Chijnt 5 x
‘Ons wereldbeeld mist actiebereidheid. We verzuchten “Naar Moskou, Blader door de nieuwste edities van 30 culturele en naar Moskou!” en blijven doorgaan met hetzelfde.’ Wouter Hillaert hield op literaire tijdschriften uitrepertoire; Vlaanderen en Nederland vraag van deBuren een lezing over Tobias Kokkelmans en Klaas
Per ja ar (fe Bruari, a Pril, juni, se Ptem Ber, de CemBer)
--
etcetera TIJDSCHRIF T VOOR PODIUMKUNSTEN
www.e-tcetera.be
t ijds CHrift voor
| België: € 7,00 – n ederland: € 9,00
etcetera t ijdschr ift
Voor podi UmKUnsten
Ja argang 26, nr. 112,
Juni 2008 | België: € 7,00 – n ederland: € 9,00
JA ARGANG 28, NR. 120, FEBRUARI 2010 | BELGIË: € 7,00 – NEDERLAND: € 9,00
etcetera t ijdschr ift voor podiumkunsten
Ja argang 26, nr. 113, september 2008
| b elgië: € 7,00 – n ederland: € 9,00
van wat er gebeurde.’
| Verschijnt 5 x per j
| v ers Chijnt 5 x
t i Jdschri F t voor
| Kris Verdonc
jan joris lamers
theater en waanzin ik ben het die Art Aud z Al spelen K | Union sU specte | d e c ollega’s
Podium Kunsten
P309488 | a fgiftekantoor 1080 Brussel 8
Kristian
hedendaagse dans tussen eigenheid en beleid
115
s meds | r omeo en Julia
|
Falsta FF | Guillermo Gomez-Pena
etcetera Tijdschrif
120
Bruari, a Pril, juni, se Ptem Ber, de CemBer)
T voor podiumkuns
c hrysa parkinson |
Ten
| België: € 7,00 – n ederland: € 9,00
r oland Bar
T voor podiumkuns
Ten
| b elgië: € 7,00 – n ederland: € 9,00
Moordend Muzikaal mAc Beth Bij Zuid Pool en in de
pe Ter sT ein Benjamin v erdonck d e fa Tale dialec Tiek genaamd ‘ h e T pu Bliek’
124
Thes | s usanne k ennedy | maxim Gorki
Antoor 1080 Brussel 8
Antoor 1080 Brussel 8
| Verschijnt 4 x
| Verschijnt 4 x
Per j A Ar (m A Art, juni, se
Per j A Ar (m A Art, juni, se
Ptem Ber, decem Ber)
Ptem Ber, decem Ber)
De actualiteit van Heiner Müller Boodsch APPen uit een Verzonken tijd
Tijdschrif
ja argang 29, nr 124, ma art 2011
Tijdschrif
Ja argang 28, nr. 122, september 2010
Ptem Ber, decem Ber)
etcetera
123
Ptem Ber, decem Ber)
| b elgië: € 7,00 – n ederland: € 9,00
P309488 | Afgiftek
P309488 | Afgiftek
Voor wie meer wil zien. Al dertig jaar.
Ten
‘Het Niets ruist bij iedereen onder de oppervlakte. Je kan de angst daarvoor toelaten, zelfs tegemoet gaan, en dan voel je soms hoe zoiets energie a drian h ea Thfield | e ric a n Tonis | philippe Boesmans en vrijheid oplevert.’ Jeroen Versteele sprak met Susanne Kennedy. ‘Dat voorstellingen bovendien een tijdelijke gemeenschap van toeschouwers creëren, maakt van hedendaagse dans een eminente plek voor reflectie over het sociale en zijn politieke resonanties.’ Jeroen Peeters over recent werk van Laurent Chétouane en Boris Charmatz ‘Het continue geroezemoes van de ring doet Beel denken aan het geruis van de zee.’ Geert Bekaert over de nieuwbouw van kunstcampus deSingel ‘Naar de wapens wordt in België nog niet gegrepen, maar na de verkiezingen zit het poitieke systeem muurvast. Wie doet iets? Wie neemt verantwoordelijkheid?’ Evelyne Coussens over Zomergasten van tg stan en Kinderen van de zon van Toneelgroep Amsterdam/NTGent. ‘Aanvankelijk dacht men dat dit nooit zou werken. Vooral het idee om een deel van het publiek te laten rechtstaan (de “groundlings”) leek te gek voor woorden.’ Johan Thielemans zag Henry IV in het Londense Globe Theatre. ‘Ik denk dat ik gewoon meer geïnteresseerd ben in mensen dan in producten.’ Moriah Evans sprak met Chrysa Parkinson over de praktijk van het dansen. ‘In de praktijk blijken verschillen tussen kunst, activisme en sociaal-artistiek engagement veel minder problematisch dan in theorie.’ Ruth Mariën over Fobbit van Steigeisen, Irakese geesten van Mokhallad Rasem en Blue Key Identity van Ernst Maréchal ‘Terwijl Van Plato tot nato een voorstelling over “eindigen” is, over het overgaan van werkelijkheid in schijn, over de realiteit die zich oplost in spektakel, is De Wederopbouw van het Westen/wit een voorstelling over “beginnen”.’ Erwin Jans over De Koe en kvs/De Enthousiasten Ric Allsopp zag van de Sloveense theatermaker Janez Janša de voorstelling Monument G2 en ontwikkelt aan de hand daarvan een theorie over de space of appearance, de verschijningsruimte. etc.
etcetera
121
binnenlands conflict.’ Geert Sels over de Macbeths van Krzysztof Warlikowski bij de Munt en van Theater Zuidpool. ‘Als je mensen niet leert kijken, zullen ze nooit zien.’ Evelyne Coussens formuleert enkele bedenkingen naar aanleiding van Oerol. ‘Kritiek, het publiek en maatschappelijke relevantie, dat is niet alleen vanuit ethisch oogpunt een lastig driespan.’ Daniëlle de Regt over de fatale dialectiek genaamd ‘Het Publiek’, of waarom het tegenwoordig zo lastig is om aan kritiek te doen ‘Toen kwam de vraag: jullie zijn hier eind de jaren vijftig geweest, nu is het 2005, moeten we nu weer vijfenveertig jaar wachten tot jullie terugkomen?’ Erwin Jans sprak met Paul Kerstens en Jan Goossens over het Congo-traject van de kvs. Bart Philipsen over Bakchai van Jan Decorte, Titus Andronicus van kvs & Olympique Dramatique, Nachtevening van Inne Goris, Philoktetes van Raven Ruëll, en (A)pollonia van Krzysztof Warlikowski. ‘We moeten klassieke teksten durven spelen, ook voor toeschouwers uit de wijk die niet getraind zijn in het kijken naar theater.’ Johan Simons hield een toespraak bij de presentatie van zijn eerste seizoen bij de Münchner Kammerspiele ‘Mediterraan pathos, stemretoriek en dadendrang zijn weggetrimd in wat Stein een “oefening in filmacteren” noemt.’ Geert Sels zag van Peter Stein op het Holland Festival I Demoni, Tobias Kokkelmans ging kijken naar zijn Il prigioniero/Hertog Blauwbaards burcht in De Nederlandse Opera ‘Als we over dramaturgie spreken als de productie van problemen, dan kan succes niet haar meetlat zijn. Dramaturgie als praktijk kan in het beste geval speculatief zijn.’ Bojana Cvejic´ noemt dramaturgie ‘een vriendschap van problemen’ etc.
Per j A Ar (fe Bru Ari, APril, juni, se
Per ja a r (fe
T voor podiumkuns
j ona Than Burrows &
Per j A Ar (fe Bru Ari, APril, juni, se
| v ers Chijnt 5 x
Tijdschrif
Ja argang 28, nr 123, december 2010
Ten
| België: € 7,00 – n ederland: € 9,00
Perk
munt
CeLT
Culturele en Literaire Tijdschriften
Fuck you, Fuck art! Het lastige niets van ivo DimcHev
TOT BLOED & ROZEN Land in oor Log Steigei Sen Speelt Fo BBit
etc_124_cover.indd 1
122
‘Een heuse volkssamenscholing vindt plaats op de plek van de ramp, waar
onderW eenlijden wit laken k een vogelkarkas zijn laatste ademstootjes lijkt uit te WAt een Vrou An blazen.’ Ruth Mariën over kalender van Benjamin Verdonck ‘Macbeth is Halina Reijnde pedalen kwijt en zijn inschattingen zijn vertroebeld. Door zijn toedoen in l A Voix hum Aine is er van een internationale oorlog geen overgang naar vrede, maar naar een
c harlo TTe v anden e ynde d e parade in pales Tina r eper Toire in dans
DON CARLOS | JOSSE DE PAUW | MERCE CUNNINGHAM | ABATTOIR FERMÉ
* kopie studenten- of lerarenkaart bezorgen aub
etcetera ‘Punk is tegenwoordig niet iets is dat je doet. Het is iets dat je je slechts tot op zekere hoogte kunt permitteren.’ Daniëlle de Regt over culturele tijdschriften Steven Heene had een gesprek met Eric Antonis: ‘Uit Rotterdam kwam toen Jean-Pierre Voos met een theatergroep genaamd Kiss. Zij speelden de Oresteia in drie delen, waaronder een in het Grieks en een in het Latijn. Stel je voor.’ Arne De Winde over Heiner Müller: ‘De Wende bracht bij hem een schrijfcrisis teweeg: hij had zijn wrijvingsvlak en resonantiebodem verloren.’ ‘Tijdens het vallen van de avond, tussen acht en negen, vliegt er boven Kinshasa een grote zwarte vogel. Die vogel zie je niet. De lucht boven Kinshasa is net zo zwart als de vogel zelf.’ Anoek Nuyens was met Lotte van den Berg in Congo ‘Ik zie niets binnen de huidige avant-garde dat nog niet eerder gedaan is. Maar ik zie ook dat de huidige avant-garde het beter doet dan die van daarvoor.’ Klaas Tindemans en Karel Vanhaesebrouck hadden een gesprek met Richard Schechner en Carol Martin ‘De curator komt niet langer met een discours, maar laat het discours ontstaan vanuit de praktijk van de voorstellen.’ Elke Van Campenhout over de artiest-curator ‘Veronderstel dat Lawaai means hawaai science-fiction is. De zon die wij kennen, is net geïmplodeerd, en ergens ver weg, in een ander zonnestelsel, herontdekken drie lichamen na een reis van vele maanjaren waarin hun denken on hold werd gezet, tijd en ruimte.’ Lars Kwakkenbos over Sara Manente ‘Het oude wordt opnieuw verpakt en zo aan ons terugverkocht. En alles is tegenwoordig performance, zelfs schoenen en auto’s, of een telefoongesprek.’ Jonathan Burrows en Adrian Heathfield schreven elkaar brieven ‘Koning Ignace weet zich in zijn masculiene drift gesteund door opgeschroefde chromatiek. Koningin Marguerite mag zich wentelen in flemende zanglijnen en laatromantische harmonieën.’ Tom Janssens over de toneelopera’s van Philippe Boesmans etc.
T voor podiumkuns
Ja argang 28, nr 121, april 2010
TUTTI FRATELLI LYSISTRATA
Oude nummers kunnen worden nabesteld
| Verschijnt 5 x
| b elgië: € 7,00 – n ederland: € 9,00
Nature t heater of o klahoma Choreografie van de werkelijkheid
Abonnementen en betalingen uit het buitenland: zie colofon
| Verschijnt 5 x
ja argang 27, nr. 115, februari 2009
Betalingen: Op rekening 433-1185601-92 bij de KBC te 1000 Brussel
Antoor 1080 Brussel 8
Bertolt Brecht
etcetera
Abonnement 10 nummers: 55 euro (studenten en leraren: 50 euro*) Abonnement 5 nummers: 30,00 euro (studenten en leraren: 27,50 euro*)
Antoor 1080 Brussel 8
Ptem Ber, de CemBer)
Bruar I, apr Il, jun I, septem Ber, decem Ber)
A Ar (febru Ari, April, juni, september, december)
Per j A Ar (fe Bru Ari, APril, juni, se
| v ersch Ijnt 5 x per ja a r (fe
‘Ik vraag me werkelijk af waar die organisaties zo voor nodig zijn. Het is natuurlijk wel prettig als het een beetje georganiseerd is, maar nu lijkt het me toch echt wel overgeorganiseerd.’ ‘Als je niet voor jezelf speelt, dan verlies je je, is iets oorspronkelijks, en het enige wat je aan oorspronkelijks kunt laten zien, dat ben je zelf.’ etcetera had een gesprek met
| wunder Bau M
‘Er is geen enkel opschrift, geen affiche. Niks doet vermoeden dat dit The Palestinian National Theatre is. Zelfs op de deurbel staat geen naam.’ Rudi Meulemans en De Parade waren met Dhakara in Palestina Leslie Van Eyck sprak met Charlotte Vanden Eynde: ‘Als je je benen zo draait dat je nog maar de helft ziet, dan heb je afgesneden benen. Ik ben op zoek naar die vormen die ook een zekere dramatiek inhouden. Of hoe benen en tenen een eigen leven leiden.’ ‘De auteurs wisten voor wie ze schreven.’ Erwin Jans over het Vlaamse drama van het eerste decennium van het derde millennium in 9 ½ theaterstukken ‘Mijn lieve schat, ik heb nooit iets anders te doen gehad dan jou.’ Evelyne Coussens over Autopsie van een gebroken hart van lod en La voix humaine van Toneelgroep Amsterdam Aengespoeld over credit management: ‘In de huidige economische crisis zijn operationele excellenties nodig op specifieke deelgebieden van de kunstactiviteit.’ ‘Hij wou niets meer uitleggen, geen eenduidigheid voorwenden, geen illusie van een eenvoudig te hanteren betekenis wekken. Zijn ideaal was het dubbelzinnige, vage, geheimzinnige, “alles wat in een leven onuitgesproken blijft”.’ Peter Friedl over Maurice Maeterlinck ‘Ik doe mijn kostuum aan, ik zeg mijn tekst en ik ben Hamlet. Zo simpel is dat.’ Op 9 mei 2010 wordt Jan Decorte 60 – een fotocollage ‘Mogelijk schuilt de duurzame levensvatbaarheid van een dansrepertoire vooral in de moedwillig vermetele ontrouw aan de oorspronkelijke stukken. Wanneer het spel tussen heden en verleden tot overspel wordt.’ Timmy De Laet over de draaglijke lichtheid van de traditie in Re:Move ‘Het lichaam als archivaris is één ding. Het lichaam als archief is iets helemaal anders.’ André Lepecki over re-enactment in dans ‘Als ik me iets herinner, breng ik niet iets terug van het verleden naar het heden, maar bal ik het samen en actualiseer ik het door mijn bewustzijn en mijn zintuigen.’ Martin Nachbar over zijn reconstructie van Dore Hoyers Affectos Humanos etc.
113
b russel 8
zwarte gat in, want je zag niks. Je speelde het stuk en dan ging je terug die bus in. Verder wist je niets
en bedrieg je de mensen, want wat ze willen zien
Romeinse t Ragedies Anton en Cleo’s tergend sterven
over d e c ollega’s (2008)
| Meeting Points
‘In Nederland mag het neoliberalisme dan zo langzamerhand wel een halt zijn toegeroepen, de Engel van de Stilstand en Terugkeer zweeft ook bo ven ons land.’ Tom Blokdijk over Angels in America Ivo Kuyl sprak met Kristian Smeds: ‘Theater moet een wolf zijn en geen schaap. Het gaat niet om een economische transactie. Het gaat om een wijze van leven, een wijze van bestaan.’ kunnen niet anders dan concluderen dat de theatertekst geen literaire nieuwswaarde meer heeft, noch voor de uitgevers, noch voor de media.’ ‘Elke opvoering is een actualisering van “dode stof ”. Van het theatrale erfgoed dat min of meer aanhoudend te zien is.’ Eric de Kuyper over repertoire en actualisering ‘Dit is theater zoals te verwachten en te voorzien was, dit is Shakespeare zoals het hoort, lijkt dit decor uit te schreeu wen.’ Pieter T’Jonck over Nature Theater of Oklahoma O, wees een andere naam. Wat zegt een naam? / Een roos zou toch niet minder lekker ruiken / als je haar met een ander woord benoemde? Frank Albers over Romeo en Julia ‘Het hoeft geen betoog dat de Falstaff uit de koningsstukken veel inte ressanter is dan de opgeblazen kikker uit de komedie. Elizabeth wilde maakwerk, ze heeft het ook gekregen.’ Johan Thielemans over Falstaff ‘Elk fragment is als een snapshot, een momentopname waarin de essentie van de plot meteen aan de oppervlakte ligt.’ Tobias Kokkelmans schreef een repetitiedagboek bij deWoyzeck van Gerardjan Rijnders Elke Van Campenhout sprak met Guillermo Gomez-Pena: ‘Zogenaamde wes terse democratieën keren hun rug naar hun kunstenaars en maken het steeds moeilijker voor hen om op een waardige manier te overleven.’ Hij raakte haar vingers aan en toen haar heupen en toen haar borst. / De kussen bloeiden op als rozen. Jeroen Versteele over Rose is a rose is a rose is a rose van Ivana Sajko door Wunderbaum etc.
P309488 | Afgiftek
doen, was het contact met het publiek herstellen. Want wij werden met een bus gedropt ergens in de provincie, je ging op scène, en dan keek je dat
Antoor 1080 Brussel 8
t indemans, d e sociale rol van het theater (1962)
bevoorrechten dan maar hun toevlucht hebben gezocht, al niet meer dan tweeduizend jaar op
| Mauri Ce Béjart
Antoor 1080
en uiteraard voortdurend op het punt te worden weggedrukt door andere compromissen. Uitgedaagd tv staat het theater thans oog in oog met
‘Mensen die doorgaans aan één kijk- of luisterbeurt genoeg hebben om een doorsnee mop of plot te
theater, waartoe een aantal van die achtergestelde
michaël Bellon
Hugo Claus
112
‘Het eerste wat wij als jonge toneelspelers wilden
uitmaakt, dat het een – vaak hopeloos – compromis is tussen vele verwante en concurrerende belangen,
kunnen behappen, ergeren zich wel eens aan de zendtijd die de herhalingen van programma’s op televisie toebedeeld krijgen. Maar draait het
Johan Leysen: herhalingen en hernemingen? Nu herhalen ze op ‘ Ik w Il verm Ijden het toneel zelfs een televisiereeks: De Collega’s maken zonder veel complexen de brug van de planken naar dat Ik een oordeel het scherm en terug.’ ga spelen’
P309488 | AFGIF TEK ANTOOR 1080 BRUSSEL 8 | VERSCHIJNT 5 X PER JA AR (FEBRUARI, APRIL, JUNI, SEPTEMBER, DECEMBER)
‘Ik neem aan dat het voor zowat iedereen duidelijk is dat een toneelstuk een gemengd probleem
de vragen: welk is het nut? Welk is de opdracht?’ c arlos
P309488 | Afgiftek
Januari 1983
p309488 | Afgiftek
e tcetera,
p309488 | a fg Ift e k an toor 1080 Bru ssel 8
lachen brengt, dat adembenemend reëel is, dat me
w iM v an g ans Beke in zi Jn column in het allereerste nummer van
111
Podiu Mkunsten
Ja argang 26, nr. 111, april 2008
politieke daad is, dat agressief is, dat me waanzinnig aan het huilen maakt, dat me uitzinnig aan het
persoonlijk en exemplarisch is. Dat de waarheid is. En de waarheid ligt niet in het midden.’
P309488 | Afgiftek
etcetera
‘Ik wil een theater dat helder is zonder stom te zijn, dat duidelijk is zonder moraliserend te zijn, dat amoreel is zonder schroom, dat begrijpelijk is zonder kinds te zijn, dat zegt wat het op zijn lever heeft, dat niet verhult maar onthult, dat storend werkt, dat een
ondersteboven gooit, dat me de keel dichtknijpt, dat me niet met rust laat, dat me gelukkig maakt, dat schijt heeft aan academische ethica, esthetica, phonetica en logica, dat zijn eigen logos is, dat
Tindemans reageren ‘De tweede scène is gedrenkt in bloedrode tinten, en ook het blonde haar van Lulu is rossig geverfd.’ Tom Janssens over Lulu van Krysztof Warlikowski in De Munt ‘Nadat Ornella Balestra met koffiebonen sporen van haar omtrek op de vloer heeft gestrooid, probeert hij zich in dit ontwerp in te passen. Natuurlijk krijgt hij het niet opgevuld.’ Franz Anton Cramer over Raimund Hoghe Johan Reyniers sprak met Franz Marijnen: ‘Hoe vaak hebben mijn ontwerpers en ik geen nachten doorgebracht om het literatuur: fictie & poëzie • literatuur: non-fictie & essay • “Twitter aan 140 juiste beeld heeft te vinden! Dattekens komt niet zomaar aanwaaien, hoor.’ ‘Na de genoeg om een mening te hebben. jeugdliteratuur • graphic novel & strip • taal • beeldende oorlog kan Macbeth zich niet meer voegen in het dagelijkse leven. Hij lijdt Laat de culturele tijdschriften kunst & vormgeving • muziek klassiek • muziek hedendaags • aan een posttraumatische stressstoornis die instaat voor zijn slapeloosheid, dan maar de echokamer zijn opera & muziektheater • theater, dans, performance • film zijn waanbeelden en zijn angsten.’ Evelyne Coussens over de Macbethwaarin de wereld nog & audiovisuele media • architectuur, design & stedenbouw • ensceneringen van Theater froe froe, Nevski Prospekt, en van Johan Simons met nuance kan bezinken.” filosofie • geschiedenis • erfgoed • ecologie & milieu • bij Toneelgroep Amsterdam etc. VAN DE CANADESE MUUR Marc Reynebeau in Trage opinies politiek • mens & maatschappij • humane wetenschappen • OVER TEN OORLOG (CeLT-lezing 2013) exacte wetenschappen
P309488 | Afgif tek Antoor 1080 Brussel 8 | Verschijnt 4 x Per jA Ar (mA Art, juni, sePtemBer, decemBer)
| Verschijnt 5 x per j
| Meeting Points
Podium Kunsten
132
Wouter Hillaert sprak met Laura van Dolron: ‘Er zijn intussen mensen
op de maan geweest, dat heeft effect op wat je zou moeten vertellen als Brood & Rozen • Cinemagie • Das Magazin • De Brakke Hond • De Gidstheatermaker! Daar wordt altijd zo makkelijk aan voorbijgegaan.’ ‘De sterk literair • De Gids-maatschappelijk • Deus ex Machina • De Witte Raaf • fysieke kwaliteit van zijn acteertaal en de brutale poëzie die kenmerkend DW B • Etcetera • Faro • Filmmagie • Gonzo (Circus) • Karakter • Kluger was voor zijn esthetiek vonden hun weg naar een enthousiast publiek en Hans Kunsttijdschrift Vlaanderen • Kwintessens • M0* magazine • nY naar• positieve, soms zelfs dwepende recensenten.’ Luk Van den Dries over • Oikos • Ons Erfdeel • Poëziekrant Rekto:verso • Sampol Spiegel der komt het voor alsof de•dans achter de jonge jaren van Franz Marijnen •‘Zo Letteren • Staalkaart • Streven • Stripgids • Verzin • Zacht de schermen doorloopt en het zichtbare gebeuren slechts eenLawijd deel is van
over d e c ollega’s (2008)
| Mauri Ce Béjart
jAArgAng 31, nr 132 , mAArt 2013 | België: € 7,00 – nederlAnd: € 9,00
JAARGANG 29, NR 127, DECEMBER 2011 | BELGIË: € 7,00 – NEDERLAND: € 9,00
113
Antoor 1080
‘Ik vraag me werkelijk af waar die organisaties zo voor nodig zijn. Het is natuurlijk wel prettig als het een beetje georganiseerd is, maar nu lijkt het me toch echt wel overgeorganiseerd.’
etcetera had een gesprek met
| b elgië: € 7,00 – n ederland: € 9,00
p309488 | Afgiftek
t i Jdschri F t voor
t ijdschrif t voor podiumkunsten
Ja argang 26, nr. 113, september 2008
‘Als je niet voor jezelf speelt, dan verlies je je,
Ptem Ber, de CemBer)
michaël Bellon
Hugo Claus
etcetera ja argang 27, nr. 115, februari 2009
Juni 2008 | België: € 7,00 – n ederland: € 9,00
Per j A Ar (fe Bru Ari, APril, juni, se
op televisie toebedeeld krijgen. Maar draait het theater, waartoe een aantal van die achtergestelde bevoorrechten dan maar hun toevlucht hebben gezocht, al niet meer dan tweeduizend jaar op
Johan Leysen: herhalingen en hernemingen? Nu herhalen ze op ‘ Ik w Il verm Ijden het toneel zelfs een televisiereeks: De Collega’s maken dat Ik een oordeel zonder veel complexen de brug van de planken naar ga spelen’ het scherm en terug.’
etcetera
112
Voor podi UmKUnsten
| v ers Chijnt 5 x
Januari 1983
‘In Nederland mag het neoliberalisme dan zo langzamerhand wel een halt zijn toegeroepen, de Engel van de Stilstand en Terugkeer zweeft ook boven ons land.’ Tom Blokdijk over Angels in America Ivo Kuyl sprak met Kristian Smeds: ‘Theater moet een wolf zijn en geen schaap. Het gaat niet om een economische transactie. Het gaat om een wijze van leven, een wijze van bestaan.’ kunnen niet anders dan concluderen dat de theatertekst geen literaire nieuwswaarde meer heeft, noch voor de uitgevers, noch voor de media.’ ‘Elke opvoering is een actualisering van “dode stof ”. Van het theatrale erfgoed dat min of meer aanhoudend te zien is.’ Eric de Kuyper over repertoire en actualisering ‘Dit is theater zoals te verwachten en te voorzien was, dit is Shakespeare zoals het hoort, lijkt dit decor uit te schreeuwen.’ Pieter T’Jonck over Nature Theater of Oklahoma O, wees een andere naam. Wat zegt een naam? / Een roos zou toch niet minder lekker ruiken / als je haar met een ander woord benoemde? Frank Albers over Romeo en Julia ‘Het hoeft geen betoog dat de Falstaff uit de koningsstukken veel interessanter is dan de opgeblazen kikker uit de komedie. Elizabeth wilde maakwerk, ze heeft het ook gekregen.’ Johan Thielemans over Falstaff ‘Elk fragment is als een snapshot, een momentopname waarin de essentie van de plot meteen aan de oppervlakte ligt.’ Tobias Kokkelmans schreef een repetitiedagboek bij de Woyzeck van Gerardjan Rijnders Elke Van Campenhout sprak met Guillermo Gomez-Pena: ‘Zogenaamde wes terse democratieën keren hun rug naar hun kunstenaars en maken het steeds moeilijker voor hen om op een waardige manier te overleven.’ Hij raakte haar vingers aan en toen haar heupen en toen haar borst. / De kussen bloeiden op als rozen. Jeroen Versteele over Rose is a rose is a rose is a rose van Ivana Sajko door Wunderbaum etc.
t ijdschrif t
Ja argang 26, nr. 112,
Antoor 1080 Brussel 8
e tcetera,
t indemans, d e sociale rol van het theater (1962)
‘Mensen die doorgaans aan één kijk- of luisterbeurt genoeg hebben om een doorsnee mop of plot te kunnen behappen, ergeren zich wel eens aan de zendtijd die de herhalingen van programma’s
Bruar I, apr Il, jun I, septem Ber, decem Ber)
w i M v an g ans Beke in zi Jn column in het allereerste nummer van
‘Ik neem aan dat het voor zowat iedereen duidelijk is dat een toneelstuk een gemengd probleem uitmaakt, dat het een – vaak hopeloos – compromis is tussen vele verwante en concurrerende belangen, en uiteraard voortdurend op het punt te worden weggedrukt door andere compromissen. Uitgedaagd tv staat het theater thans oog in oog met de vragen: welk is het nut? Welk is de opdracht?’ c arlos
etcetera
111
Podiu Mkunsten
P309488 | Afgif tek
‘Ik wil een theater dat helder is zonder stom te zijn, dat duidelijk is zonder moraliserend te zijn, dat amoreel is zonder schroom, dat begrijpelijk is zonder kinds te zijn, dat zegt wat het op zijn lever heeft, dat niet verhult maar onthult, dat storend werkt, dat een politieke daad is, dat agressief is, dat me waanzinnig aan het huilen maakt, dat me uitzinnig aan het lachen brengt, dat adembenemend reëel is, dat me ondersteboven gooit, dat me de keel dichtknijpt, dat me niet met rust laat, dat me gelukkig maakt, dat schijt heeft aan academische ethica, esthetica, phonetica en logica, dat zijn eigen logos is, dat persoonlijk en exemplarisch is. Dat de waarheid is. En de waarheid ligt niet in het midden.’
hedendaagse dans tussen eigenheid en beleid
Tijdschrif T voor podiumkunsTen
TIJDSCHRIF T VOOR PODIUMKUNSTEN
t ijds CHrif t voor
Ja argang 26, nr. 111, april 2008
theater en waanzin ik ben het die ArtAud zAl spelen
etcetera
30 tijdschriften,1website etcetera 127 detijdschriften.be
www.e-tcetera.be
etcetera
2/03/11 11:17
abonnementen vanaf 27,50 € | oude nummers kunnen worden nabesteld
Vo rm g e v i ng : Ste f a n Lo e c k x @ Q u a s i . b e
tijdschrif t voor podiumkunsten
| v ersch Ijnt 5 x per ja ar (fe
lies je je, e willen zien wat je aan ben je zelf.’
etcetera
p309488 | a fg Iftekantoor 1080 Brussel 8
rganisaties zo l prettig als r nu lijkt het .’
* Of het zou moeten zijn dat u al een abonnement hebt. In dat geval, hebben uw vrienden een abonnement?
p309488 | Afgiftek Antoor 1080 brussel 8 | Verschijnt 5 x per jA Ar (februAri, April, juni, september, december)
pelers wilden ek herstellen. pt ergens in n keek je dat eelde het stuk er wist je niets
U hebt alles welbeschouwd geen enkele reden* om niet stante pede en via digitale weg een abonnement te nemen op Etcetera
EN DE RUSSEN!
30 tijdschriften,1 nieuwsbrief: vraag ’m aan via detijdschriften.be
TOM LANOYE CeLTvzw OVER ZIJN 2030 tijdschriften maken zich sterk Cellebroersstraat 55, B-1000 Brussel TONEELSTUKKEN met de steun van het Vlaams Fonds voor de Letteren
beeld moet bijgewerkt worden
Abonnement 8 nummers: België € 45; EU € 58 4 nummers: België € 25, EU € 32 Bestellen: www.e-tcetera.be
roBert Wilson AlAin frAnco christoPh mArthAler AntoniA BAehr
!
NIEUW
E SEIZ OE
U
EN
R EE
N
ON
AB
E
UW
EUWE SE I
SE
NI
ZO
N
I Z O E N NI E V.U. Peter de Caluwe – Foto : © Colin Anderson / Gallery Stock
LA CLEMENZA
DI TITO WOLFGANG AMADEUS MOZART
LUDOVIC MORLOT / IVO VAN HOVE
10, 11, 13, 15, 16, 17, 19, 20, 22, 23, 24 & 26 OKTOBER 2013
DE MUNT LA MONNAIE Info & tickets 02 229 12 11 www.demunt.be
tell me a story | vertel me een verhaal | raconte-moi une histoire © Martijn van de Griendt | citybooks Oostende
die je gratis kunt downloaden in diverse talen. Korte literaire luisterverhalen voor op vakantie, als filetroost of ... tijdens het strijken. Reis deze zomer op verbeeldingskracht van Boekarest tot Yerevan. Lees wat
Cees Nooteboom over Venetië
© Stephan Vanfleteren
Het Vlaams-Nederlands Huis deBuren heeft een unieke collectie audioboeken
Annelies Verbeke over Gent
© Simone Sassens
© Keke Keukelaar
Unieke stadsportretten: schrijvers & kunstenaars over steden
Arnon Grunberg & Mauro Pawlowski beleefden in Lublin, volg Stefan Hertmans naar Tbilisi of ga op avontuur met Saskia de Coster in Skopje en Stellenbosch. Op www.citybooks.eu vind je unieke stadsportretten van verrassende steden door meer dan 100 internationale schrijvers, dichters, fotografen en videasten.
Arnon Grunberg over Lublin
Luister en download de citybooks gratis als audioboek (podcast) van een half uur, lees de verhalen online als webtekst of download ze als e-book. Alle verhalen zijn te lezen en te beluisteren in het Nederlands, Engels, Frans én in de taal van
Gustaaf Peek over Semarang
het gastland. Bovendien kun je iedere stad niet alleen via 5 literaire portretten
Peter Terrin over Turnhout
Gerda Dendooven over Grahamstown
© Stephan Vanfleteren
© Frosina Stojkovska | citybooks Skopje
© Andrea Galiazzo | citybooks Venetië © Maciej Rukasz | citybooks Lublin
... en nog veel meer!
Ontdek citybooks van theatermakers Zowel bekende namen als jong talent schreven al een stadsportret. Tussen de schrijvers en dichters zijn ook theatermakers te ontdekken. Bijvoorbeeld Walter van den Broeck, Thomas Gunzig, Maud Vanhauwaert, Peter Holvoet-Hanssen, Rebekka de Wit, Jeroen Olyslaegers, Abdelkader Benali en Lasha Bugadze, een grote naam in de Georgische toneelwereld. Chris Van Camp liet zich door Chartres inspireren tot een dialoog. Rebecca Lenaerts schreef een imaginaire performance over Sheffield, in het audioboek aangevuld met een soundscape van geluiden opgenomen in die stad.
Ontdek meer audioboeken van deBuren op www.radioboeken.eu
Volg ons op facebook/citybooks en via twitter #citybooks_eu
© Marianne Hommersom
© Joost Vanderdeelen
ontdekken maar ook via 24 foto’s en 24 City One Minute-filmpjes.
Rebekka de Wit Venetië
Thomas Gunzig Charleroi
Maud Vanhauwaert Lublin
Rebecca Lenaerts Sheffield