6 minute read

NADÈGE

De ontwerpster is nu acht jaar artistiek directrice van de prêt-àportercollectie voor dames bij Hermès, waar ze een geraffineerde mode uitwerkt. Nadège vertelt honderduit over het traject dat haar van Antwerpen naar Parijs voerde, over haar werk, haar passies en haar plannen voor 2023.

Op de ochtend van onze ontmoeting besliste ze haar prerafaëlitisch kapsel in te ruilen voor een scherpe carré. Nadège Vanhee-Cybulski is een vastbesloten dame die lijkt te weten wat ze wil. Misschien is dat een van de geheimen van haar grote succes als artistiek directrice van de prêt-à-portercollectie voor dames, bij modehuis Hermès. Daar is ze al ruim acht jaar succesvol, maar relatief onopvallend aan de slag. Zonder veel toeters en bellen heeft ze haar beeldtaal ingeburgerd – net als het stijlvolle modehuis dat geen dramatische effecten nodig heeft om te scoren. Ze deed een esthetiek vol nuances en diepte gelden die bestaat uit kostbare details, uit eenvoud, uit een sensualiteit die crescendo gaat, zonder horten en stoten. Haar perfect samenhangend modeparcours bracht haar eerst bij Martin Margiela, in de tijd van de ‘onzichtbare couturier’, en vervolgens werkte ze bij Celine voor Phoebe Philo – haar leermeesters waren beide iconen. Ze verbleef een tijdje in New York om samen met de Olsen-zusjes het modelabel The Row te ontwikkelen, en verkaste ten slotte naar Parijs, naar

Hermès. Ze is net terug van een reis en verwelkomt ons voor een gesprek, waarbij we ongecomplexeerd van de hak op de tak springen.

Je lente-zomercollectie 2023 toonde modellen die voor een raveparty samenkwamen, aan de voet van een duin in de woestijn. Wat had je voor ogen bij het opzetten van dat spectaculaire decor?

“Toen we die collectie bedachten, staken we nog maar net ons hoofd weer boven water na het coronatijdperk. We wilden vertellen over die terugkeer naar verbinding en naar het collectief, vertellen dat alles weer kon en mocht.”

Wilde je ook de natuur en haar kwetsbaarheid oproepen?

“Het was eerder de bedoeling om ons aanpassingsvermogen te vieren. Een duin beweegt onophoudelijk, hij is allesbehalve doods. En er zit in deze collectie een avonturiersgeest, een verlangen om zich één te voelen met de natuur, een verlangen naar buitenlucht. Dat vertaalde zich in de kleren via verwijzingen naar kamperen en bivakkeren.”

Heeft kleding altijd een betekenis?

“Voor mij is een kledingstuk een toegangspoort. Natuurlijk moet kleding je warm houden en tegen de zon beschermen. Maar ze laat ook toe om vorm te geven aan je vrouwelijke identiteit. Verder verbergt ze herinneringen, iets heel intiems, bijna psychoanalytisch. Ze maakt het mogelijk je identiteit en je geslacht uit te stralen. Kleding heeft altijd die dubbele betekenis: ze is zowel functioneel als symbolisch.”

Ben je in je werk ontvankelijk voor de grote maatschappelijke vraagstukken? “Als je het geluk hebt je via ontwerpen te kunnen uitdrukken, word je een klankbord voor wat er om je heen gebeurt. Dus ben ik uiteraard gevoelig voor ecologische vraagstukken, voor het verstoorde evenwicht binnen menselijke verhoudingen... Twee zaken die de epidemie heeft blootgelegd. De wil om te ontsnappen, door middel van mode bijvoorbeeld, is niet laf. Het is een adempauze om jezelf terug te vinden en een stapje terug te zetten. Mensen zoeken plezier in mode, een zekere lichtheid.”

Hoe pak je ecologische uitdagingen aan?

“Dat is een boeiende vraag. In de negentiende eeuw was er de industriele revolutie, elektriciteit... Vandaag de dag moeten we onze productieprocessen inventariseren. Dat leidt tot nieuwe creatieve processen, nieuwe sourcingprocessen... Dat is positief.”

Het huis Hermès is dat pad al lang geleden ingeslagen. Het is per definitie een duurzaam modehuis.

“Ja, want precies dat is de gedachte achter het model van de ambachtsman, achter de topmaterialen en de traagheid (van kleding die lang meegaat, nvdr)... In elke fase zijn we alert op onze ecologische voetafdruk en op de manier waarop een kledingstuk wordt ontwikkeld. Het is complex om het logistieke, het reglementaire én het wettelijke aspect tegelijk te beheren. Zulke nieuwe reflexen moe- ten we aan de dag leggen met de teams. De revolutie moet structureel zijn: niet alleen de mode moet veranderen! Het gaat ook over de manier waarop we consumeren en produceren, over de maatschappij als geheel.”

Hoe verloopt je creatief proces?

Waaruit put je ideeën, hoe werk je aan vernieuwing?

“Net als bij die bewuste duin uit de modeshow staat dat proces nooit stil: er zijn geen blanco pagina’s, het is een perpetuum mobile. Sommige zaken zitten verborgen en leven plotseling op. We doen onophoudelijk nieuwe ontdekkingen. En dan is er het modehuis zelf: Hermès heeft een diepe bodem die rijk is aan geschiedenis, technieken, knowhow... Er valt altijd iets te onthullen. Het huis stimuleert me eigenlijk, en ook de mensen die er werken. Dat is allemaal rijkdom. Hoe dan ook probeer ik vrij te zijn, ik ben altijd op mijn hoede voor creatieve sloomheid.”

Maar het is moeilijk om altijd scherp te blijven, niet?

“Dat is gewoon mijn aard! Ik ben nieuwsgierig en voed me aldoor met alles... Zelfs tijdens de lockdowns ben ik bezig gebleven. Ik heb dan ook het geluk een beroep uit te oefenen dat mijn passie is.”

Laat je je ook inspireren door kunstenaars en kunstwerken?

“Wat mij in de eerste plaats inspireert, is kleding. De manier waarop ze in een tijdperk wordt geïnterpreteerd, of een verhouding, een materiaal, een techniek... Ik hou niet van het idee om een kunstenaar na te bootsen. Maar een dialoog aangaan met een creatieve persoonlijkheid of een kunstwerk is wat anders. Zo heb ik bijvoorbeeld veel bewondering voor Lynette YiadomBoakye, een Engelse kunstschilderes uit Ghana. Ik vind haar schilderijen en haar gevoel voor kleur prachtig.”

We bevinden ons in een tijdperk van body affirmation, waarin de traditionele code van vrouwelijkheid in vraag wordt gesteld. Wat vind je daar allemaal van?

“Het werd tijd! Ik vind dat het vrou - wenlichaam vaak is gehekeld, verstikt en gebruikt als zwart schaap voor alle zonden van de wereld. Het is niet verkeerd om het te bevrijden, toch? Het is belangrijk dat vrouwen zich hun lichaam en hun vrouwelijkheid weer kunnen toe-eigenen, en zelf zeggen wat aanvaardbaar is en wat niet.”

Hoe zou je jouw stijl omschrijven?

Er wordt vaak gezegd dat je mode sober, strak en verfijnd is...

“Subtiliteit omschrijft me het best. Ik hoop dat ik subtiel ben in mijn sensitiviteit. De vrouwelijkheid die ik in mijn kleding projecteer, is niet noodzakelijk direct. Het is iets vagers maar wezenlijks dat vrijkomt met de tijd. Een beetje zoals iemand die zichzelf beetje bij beetje ontdekt.”

Heeft je vrouw-zijn invloed op je ontwerpen, je visie op vrouwelijkheid?

“Ik ben altijd heel gematigd in die kwestie. Er zijn immers evengoed vrouwen die voortreffelijke mannenkleding ontwerpen en vice versa. Natuurlijk zal een vrouw kunnen zeggen: ‘Ik kan niet bewegen, ik kan niet gaan zitten...’

Maar mode is meer dan dat. Zo heeft Yves Laint Laurent tal van stukken ontworpen die heel functioneel zijn. En verder is een kledingstuk altijd het resultaat van een gezamenlijke inspan- ning: achter de ontwerper zit er nog patroonmaker, het hoofd van het atelier... Kortom, er zitten heel wat mensen achter een elegant wit hemd!”

Werk je graag in team?

“Doodgraag! Ik ben erg gewonnen voor diverse standpunten. Ik vind het belangrijk om te weten hoever je in je eentje kan gaan en om de mening van een expert te kunnen vragen.”

Hoe ben je in de ban van de mode geraakt? Je bent opgegroeid in het noorden van Frankrijk. Wanneer is bij jou de vonk overgeslagen?

“Je gaat misschien denken dat het een obsessie is, maar ik droomde er al heel vroeg van om dagelijks tussen kleren te zijn. Als kind zat ik heel vaak in mijn moeders of mijn grootmoeders kleerkast. Een kledingstuk is voor mij een soort dagboek, het roept emoties op.”

Je wist dus al heel jong dat dat je weg zou zijn?

“Mijn start is niet van een leien dakje gelopen. De mode is vandaag de dag toegankelijker dan toen ik begon. Het was een beetje een undergroundmilieu, redelijk gesloten en heel Parijs. Omdat ik geen Parijse was, leek het me een soort van ivoren toren… Pas toen ik naar België trok, naar de Academie voor

Schone Kunsten in Antwerpen, kreeg ik mijn eureka-moment! Daar was de mode experimenteel en identitair. Er werd minder belang aan techniek of elegantie gehecht dan aan individualiteit en expressie. Dat vond ik fijn.”

In deze industrie waarin imago zo’n obsessie is, ben je zeer onopvallend aanwezig op de sociale media...

Waarom?

“Er is al genoeg te zien op de sociale media, vind je niet? Desondanks vind ik er interessante zaken: het is een spreekbuis voor nieuwe ontwerpers, nieuwe boodschappen, een nieuwe zichtbaarheid voor bepaalde gemeenschappen... Ik ben onder de indruk van de jonge generatie opkomende ontwerpers die zich engageren voor upcycling. Dat is mode, dat moeten we aanmoedigen!”

Wat zijn je plannen voor 2023?

“In oktober brengen we voor de derde keer een beperkte, speciale collectie uit die Hors-série heet. Daarvoor gebruiken we wat we sleeping beauties noemen, ongebruikte stoffen die we bewerken met uitzonderlijk vakmanschap. Zo vinden we basics opnieuw uit. Het is een oefening om traditie en moderniteit, dagelijks en bijzonder, met elkaar te verzoenen. Heel Hermès dus!”

This article is from: