3 minute read
DE UITSMIJTER Elspeth houdt het luchtig
DE UITSMIJTER
ELSPETH HOUDT HET LUCHTIG
Fashion Director Elspeth Jenkins plukt de dag op haar manier en laat haar (diva-)gedachten de vrije loop.
We mògen terug... Dé uitspraak van herfst 2021. Want oh wat hebben wij collectief uitgekeken naar onze nieuw herwonnen vrijheden: terug op cafè, op reis - en als laatste in het rijtje - naar een feestje. Dingen die pre-Covid de normaalste zaak van de wereld leken en waar ik vaak ook gewoon neerbuigend over deed. Want er was keuze, te veel keuze. Wat heb ik mij tijdens de pandemie geërgerd aan alle keren dat ik niet was uitgeweest of ergens vroeg was vertrokken. Nu zat ik hier. Thuis. Voor anderhalfjaar jaar thuis. Mijn allerallergrootste nachtmerrie, nog steeds. Want vanaf het woordje lockdown ergens terug zou opduiken, begin ik publiekelijk met zelfmoord te dreigen. Of dat zeg ik toch tegen iedereen die het wel of niet wil horen. De realiteit is dat ik na één dag terug in pyjama voor de tv zit, maar dreigen met zelfmoord klinkt glamoureuzer. Oké, terug naar het goede nieuws. De cultuursector heeft het langst van iedereen op de tanden moeten bijten, maar een dikke maand geleden was het dan eindelijk zover: we mochten terug een ganse nacht gaan dansen. Of in mijn geval: tot 2 uuur, om dan een halfuur lang hardop tegen de Uberapp te staan smeken terwijl die naarstig op zoek gaat naar een chauffeur, maar niet één slachtoffer vindt die mij buiten de stad wil brengen. Ik durf het toe te geven: ik word oud. Ik ben momenteel zes maanden verwijderd van 40 en ik begin het te voelen. De vorige keer dat ik uitging, was ik 37 en toch een ander iemand dan de post-Covidversie die hier nu achter de laptop zit. Mijn vrienden lachten er vaak mee: ik was altijd de persoon die niet naar huis was te slaan... Als een vriendin het tegen het ochtendgloren waagde om nog maar naar haar gsm te kijken, riep ik al van ver dat ze er niet aan moest denken om te vertrekken. Ik kreeg ook de charmante naam ‘de tank’ toebedeeld. Omdat ik het meest kon drinken van iedereen zonder ziek te worden. En wat kon ik doorgaan! Weliswaar tot ik er ineens genoeg van kreeg en systematisch verdween met een Irish goodbye. Wel, die reputatie lijkt voorgoed opgeborgen. Daar heeft meneertje Covid-19 voor gezorgd. De waarheid is dat ik er gewoon niet meer tegen kan. Wanneer iemand in een rokerskot tegen mij ademt dat ze mij nog kent van toen ze ooit in de pr werkte, wil ik al wegrennen. Omdat ik geen lucht van andere mensen wil inademen, op dat moment enkel van sigaretten, dank u. Maar vooral omdat die luchtige gesprekken mij simpelweg niet boeien. Sinds de pandemie deel ik mensen in categorieën in: de personen die het niet moeten riskeren om in mijn buurt te komen om mij te besmetten en mensen van wie ik het niet erg zou vinden om door hen te sterven. Lang verhaal kort: ik doe niet meer aan smalltalk, want van smalltalk kan je ziek worden. Fysiek en mentaal. Dàt is de les die ik uit deze pandemie heb getrokken.
Even iets anders, er is nog het concept van de wc in een nachtclub. Iedereen die ooit is uitgeweest, kent het: je wacht zo lang tot je echt niet meer kan om dan achteraan in een rij van 20 man/vrouw/x post te vatten. Om opnieuw naar bliebloebla te luisteren. Eén van mijn favoriete uitspraken ooit was dat mijn grootste wens is dat er iemand in mijn plaats naar de wc zou kunnen gaan. Gewoon even aan je bestie vragen of ze dat voor jou wil doen. Net zoals een extra pint meebrengen. Tot mijn uitspraak plots in een Vlaamse serie opdook - zou ze gepikt zijn door de regisseur? - en ik ze nu van anderen hoor. Ach, zolang het maar niet in het rokerskot of in de rij voor de wc is. Want ik interageer niet meer. Noem het een Jenkins goodbye: een persoon die een feestje of sociale bijeenkomst verlaat omdat ze niet meer wil ademen of moet plassen. Niet noodzakelijk in die volgorde.