16 minute read

Interieurarchitecte Heleen Desmet roept op tot meer rust en minder franje. "Mijn hoofd kan geen chaos verwerken."

Tekst Jolien Vanhoof

STUDIO SOBER

NAAR DE ESSENTIE

Interieurarchitecte Heleen Desmet houdt zich dezer dagen niet alleen met renovatieplannen bezig. Onlangs maakte ze de stap naar een eigen meubellijn die naadloos aansluit bij haar Studio Sober. Natuurlijke materialen en intuïtief design zetten de toon.

Het interieur van eventlocatie Maison Jackie ging in 2019 viraal, nog voor het goed en wel was afgewerkt. De foto’s van de bamboekeuken van het Noorse Ask og Eng, de ovalen eettafel uit mortex en de gouden hanglampen boven het eiland werden een hit op Pinterest en Instagram. Het zette ook Studio Sober op de kaart, de creatieve conceptstudio van interieurarchitecte Heleen Desmet (32). Samen met Ellen Wauters van Maison Jackie verzamelde ze verschillende objecten en bracht ze met zorg bijeen in een gedeelde serene sfeer. Haar filosofie? ‘Leef de essentie, leef sober.’ Of hoe tien Tupperwarekommen in de keuken het nooit kunnen halen van één prachtige, handgemaakte kom. “Zie het als een oproep naar een uitgepuurde levensstijl, met meer rust en minder franje. Spullen die te veel aandacht vragen, zijn niet nodig naar mijn gevoel. Ze leiden af van de essentie en mijn hoofd kan dat niet verwerken. (lacht) Thuis trek ik de lijn door. Het huis moet opgeruimd zijn, zonder dat het er ooit onbewoond lijkt. Uiteraard mogen mijn kinderen hier vrijuit zichzelf zijn, met overal op de vloer speelgoed in de felste kleuren. Maar zodra ze in bed liggen, schuif ik het met plezier aan de kant.”

Hongerloon

Soberheid zit verweven in Heleens hele zijn. Ze verwijst naar haar kleding die al zo lang ze het zich kan herinneren basic en ongecompliceerd is. Haar interieurstijl volgde en ontwikkelde zich de eerste zeven jaar van haar carrière bij verschillende interieurarchitectenbureaus in het Antwerpse. In 2018 vond ze de tijd rijp voor iets van zichzelf. “Ik was mentaal klaar voor de switch naar een eigen studio. Die beginjaren als freelancer, van bureau naar bureau hoppen, waren slopend. Je werkt voor een hongerloon, want ‘je mag van geluk spreken dat je hier zelfs maar een kans krijgt’. Heel intimiderend allemaal. Bovendien was ik het beu om steeds ander-

PERSDOC.

mans ontwerpen verder uit te werken, terwijl ik steeds zekerder werd van mijn eigen kunnen en stijl. Dat begon te wringen. Als ik zelf ontwerp, sta ik er met hart en ziel achter en kan ik er veel harder voor gaan.” Het plaatje klopt bij Heleen. De interieurs die ze aflevert voor Studio Sober weerspiegelen haar persoonlijkheid. Rustig, bescheiden, warm. Ze heeft een vlotte babbel, maar zegt geen woord te veel. De essentie is voldoende. “Misschien is dat wel mijn grootste défaut: ik leg niet makkelijk contacten. Je zult me nooit tegenkomen op netwerkevents, daar ben ik te onzeker voor. Dat is dan weer het voordeel van werken voor een bekend bureau: zij hebben connecties in overvloed.” Ze zegt het niet met zoveel woorden, maar de wereld van architectuur en interieurdesign is bikkelhard. Vergelijk het met die van mode. Niet alleen worden klanten steeds veeleisender, ook tussen collega’s onderling lijkt er veel concurrentie en afgunst te bestaan. “Ik besef dat ik eigenlijk te zacht ben voor wat ik doe. Op de werf moet je als ontwerper je mannetje kunnen staan en je ideeën verdedigen. Het lukt me steeds beter, maar het blijft wel een rol die ik speel. Telkens als ik naar de werf vertrek, moet ik mezelf oppeppen. En al zeker als ik weet dat de aannemer in de fout is gegaan en ik hem zo dadelijk zal moeten corrigeren. Vreselijk vind ik dat. Maar ik moét het doen, voor mijn klant.”

Ontkenningsfase

Wat ze zelf haar grootste défaut noemt, is waarschijnlijk ook haar grootste troef. In een verkennend gesprek met nieuwe klanten voelt Heleen goed aan wat hun wensen zijn. Ze let op hun lichaamstaal, kleine details die verraden hoe ze leven … Op basis daarvan beslist ze hoe zacht of hoe krachtig ze gaat in de selectie •••

van materialen. “Het belangrijkste is dat de klant zich comfortabel voelt in het interieur dat ik voor hem heb ontworpen. Een beetje mensenkennis komt dus wel van pas. Zodra mijn eerste voorontwerp op tafel ligt, gaat het finetunen sowieso een stuk vlotter. Mensen zeggen nu eenmaal makkelijker ‘dat wil ik niet’ dan ‘zo zou ik het graag willen’. En dan zijn we vertrokken.” Het valt zelden voor dat ze er compleet naast zit. Gebeurt het toch, dan moet die feedback minstens een paar dagen bezinken. Ze noemt het haar ontkenningsfase. “Klanten vergeten soms dat er over een ontwerp vaak lang wordt nagedacht en dat er in de realisatie veel energie kruipt. Ik doe er altijd alles aan om een mooi voorstel op papier te zetten. Ik geef hen de best mogelijke opstelling van meubels, stoffen en andere objecten. Als dat zo eenmaal in mijn hoofd zit, is het lastig om daarvan af te wijken. Heel af en toe moet ik zoveel aanpassingen doen dat er van het oorspronkelijke ontwerp weinig overblijft en ik het gaandeweg kwijt raak. Dat is jammer, maar uiteindelijk moet ik het loslaten. Als de klant tevreden is, is mijn taak volbracht.”

Iedereen Japandi

Heleens klanten zijn vaak jonge gezinnen met een renovatieproject voor de boeg. Ze willen een nieuwe keuken of badkamer, of spreken de interieurarchitecte aan voor een totaalrenovatie. Vaak via Instagram, in een DM – zo eenvoudig gaat dat tegenwoordig. Voor iemand die niet van live netwerken houdt, zijn sociale media het gedroomde visitekaartje. “Ik kan van achter de schermen mijn verhaal naar buiten brengen. Heerlijk! (lacht) Ik denk dat dat verhaal ook wel klopt, juist omdat het niet fake of gemaakt is. Ik beeld mijn werk nooit anders af dan hoe het in de realiteit is. Zolang je eerlijk bent, kun je volgens mij geen flaters begaan en weet het juiste publiek jou wel te vinden.” Nu is Heleen vandaag lang niet de enige interieurarchitecte die zweert bij organische vormen, neutrale kleuren en zachte stoffen. Zelfs een Zara Home springt op de Japandi-trend en verkoopt sobere interieurstukken als zoete broodjes. Daar sta je dan met een ontwerp waarvan je de toegevoegde waarde bijna moet gaan bewijzen. “Dat klopt, het is niet makkelijk om jezelf te onderscheiden binnen een overweldigend aanbod. Door sociale media is het interieur bepalend voor een identiteit geworden, net zoals een bepaalde kledingstijl dat is. Vroeger was een woning iets intiems, nu is het een display van onze persoonlijkheid. Iederéén wil een mooi interieur om mee uit te pakken, en liefst tegen een betaalbare prijs. Ik snap dat. En ik bekijk het vooral positief: het geeft mij de mogelijkheid om toegankelijkere interieurs te creëren. Voor klanten die niet meteen over het grootste budget beschikken, kan ik duurdere items mixen met goedkopere alternatieven en toch eenzelfde unieke sfeer bereiken. Een win-win!”

Anna, Elisa en Cecile

Ze liet het al een paar keer vallen tijdens dit gesprek: ontwerpen is haar echte passie, de rest van de job neemt ze voor lief. Het is de reden waarom ze steeds vaker losse schetsen begon te tekenen in haar notitieboekjes, tussen de details van andere projecten door. “Werken aan mijn eigen collectie voelde als een vorm van escapisme. In de bouw duikt er altijd wel een of ander probleem op. Als interieurarchitect moet je overkoepelend werken en antwoorden naar de klant brengen. Maar ik ben geen loodgieter of elektricien; ik kan niet alles oplossen. Sommigen kicken op de stress van onbekende problemen. Ik niet. Meubelontwerp is een afgelijnd vak, met weinig verrassingen. Dat geeft me rust en het gevoel van ‘ik kan dit’.” Door de coronacrisis had Heleen plots wat meer tijd om van haar losse schetsen iets concreets te maken. Ze ontwierp een stoel,

“MIJN WERK IS EEN OPROEP NAAR EEN UITGEPUURDE LEVENSSTIJL, MET MEER RUST EN MINDER FRANJE”

“ZOLANG JE EERLIJK BENT, KUN JE GEEN FLATERS BEGAAN EN WEET HET JUISTE PUBLIEK JE WEL TE VINDEN”

een bijzettafel en een kamerscherm, die respectievelijk de namen Anna, Cecile en Elisa kregen. Degelijke, Vlaamse namen die doen denken aan eenvoudigere tijden en tegelijk het lokale karakter van de collectie benadrukken. “Aangezien ik twee zonen heb, was het ook eens fijn om meisjesnamen te mogen uitkiezen.” (lacht) Het kostte haar een dik jaar om de drie objecten op punt te krijgen, om een evenwicht te vinden tussen esthetiek, duurzaamheid, comfort en techniek. Ze werkte nauw samen met textielartieste Nathalie Van der Massen, Debbie van Dam van Studio Tout Près, natuursteenspecialist Elite Stone en Schrijnwerkerij Aerts in Nijlen, op twee straten van waar ze zelf woont. “Ik ben ontzettend trots op wat we samen verwezenlijkt hebben. Het smaakt absoluut naar meer, maar ik heb er momenteel de middelen niet voor. De productie is duurder uitgevallen dan wat ik had gehoopt. Ik wilde per se vasthouden aan mijn verhaal van natuurlijke materialen, lokaal en ecologisch vervaardigd, met als gevolg dat de meubels nu vrij prijzig zijn. Ik heb daar lang mee geworsteld, want ik wilde net een mooie én toegankelijke collectie maken.” Heleen hoopt voorzichtig op een succes, zodat de prijzen op termijn naar omlaag kunnen. Voorlopig blijft de Anna eerder een bijzonder bijzetstuk in de woonkamer dan een stoel waar je er zes van rond de keukentafel zet. “De ultieme droom is dat ik ooit kan leven van mijn meubels. En dat mijn man mee in de zaak stapt, als schrijnwerker bijvoorbeeld. Hij houdt ervan om met z’n handen te werken. Ik ontwerp, hij maakt. Ik weet niet of hij dat ziet zitten, maar mij lijkt het een goede deal.” (lacht) Nog een allerlaatste vraag: wanneer is een interieur in balans? “Dat hangt af van het type project. Een woning moet in de eerste plaats een veilige haven zijn voor de bewoners, een publieke ruimte net een plek waar meerdere mensen zich ontspannen voelen. Voor mij klopt een interieur als het een natuurlijke omgeving is die matcht met de persoon die zich erin beweegt. Als klanten tegen me zeggen: ‘hiér kom ik thuis’. Dat compliment krijg ik gelukkig vaker, dat is fijn.”

studiosober.be - @studio_sober

PERSDOC.

ONTDEK NAPELS VIER ROUTES WEG VAN DE PLATGETREDEN PADEN

Napels, gedomineerd door de Vesuvius en omgeven door kleine eilanden, blijft een prachtige bestemming. De op twee na grootste stad van Italië, met zijn architectonisch, historisch, cultureel en gastronomisch erfgoed, kun je op duizend-en-één manieren bezoeken. Stem je gps af op je zintuigen, verlangens en interesses.

De dolce vita-route: net als in de film

Sinds de jaren 1950 is de kust van de Eeuwige Zomer met zijn eilanden een van de meest gebruikte natuurlijke filmdecors. Heel wat Amerikaanse producties hebben de zuiderse landschappen met hun onvergelijkbare schoonheid vastgelegd op het witte doek. Soms werd de streek zelfs gebruikt als decor voor verhalen die zich daar helemaal niet afspeelden. Zo waren de weelderige kusten van Ischia en Procida stand-in voor de exotische locaties van ‘The Crimson Pirate’ (1953) met Burt Lancaster en van ‘Cleopatra’ (1963) met het mythische duo Elizabeth Taylor en Richard Burton. De Napolitaanse binnenstad was ook, en dan zonder kunstgrepen, het decor voor ‘It Started in Naples’ (1960) met de zwoele Sophia Loren, Clark Gable en Vittorio De Sica. Het sprookjesachtige vulkanische eiland Ischia was te zien in ‘Avanti!’ (1972), een komedie van Billy Wilder met Jack Lemmon. Ook nu nog spelen de straten en pleinen van Napels een hoofdrol in succesvolle films en series als ‘Gomorrah’ en ‘My Brilliant Friend’. Leuk om ze nog eens te bekijken voor je je reisroute uitstippelt.

De pasta-pizza-fritta-route: je smaakpapillen als gids

Ook geen slecht idee: laat je reisroute bepalen door je buikgevoel. Net als overal in het land begint de dag in Napels altijd met een goede kop koffie. De place to be? Het historische Gambrinus, met zijn chique kamers en adembenemend uitzicht op Piazza Plebiscito. Voor een hartige snack kun je terecht bij Isabella de Cham, met verkooppunten in twee populaire wijken: de ene in Pignasecca en de andere in Rione Sanità. Hier proef je de toppers van het Napolitaanse streetfood, zoals de de pizza fritta of de typische cuoppo, een hoorntje gevuld met gefrituurde heerlijkheden, om mee te nemen of om ter plaatse op te eten. Voor een diner in een trattoria ga je naar Ettore in Santa Lucia (traditionele gerechten), of naar Re Lazzarone vlakbij de Piazza Bellini voor een meer moderne keuken. De Taverna Santa Chiara, tegenover het beroemde klooster, heeft naast traditionele specialiteiten ook volop opties voor vegetariërs en veganisten. De pizza, het nationaal erfgoed, is overal te vinden, maar als je pizza op zijn best wilt, ga dan naar Sorbillo of Da Michele, die een ruime keuze bieden zonder afbreuk te doen aan smaak en kwaliteit. Voor meer bewerkelijke pizza’s ga je naar Bro op de historische Piazza Mercato. Als afsluiter trakteer je jezelf natuurlijk op een sappige babà al rum bij Capparelli.

De kunst- en cultuurroute: de mooiste museums

Naast het materiële UNESCO-werelderfgoed (de Vesuvius, Pompeï, Herculaneum, het paleis van Caserta, Santa Sofia, het Nationaal Park Cilento ...) en het immateriële erfgoed (de kunst van de pizzaiolo, om er maar één te noemen), heeft Napels de mooiste musea om de streek op een andere manier te leren kennen. Zo is er Nationaal Archeologisch Museum van Napels, waar je alles over de roots van ons continent te weten komt, en het Real Bosco di Capodimonte met zijn 124 hectare grote park en zijn kunstgalerij, een van de grootste ter wereld. Hier kun je werken bewonderen van Masaccio, Raffaello, Artemisia Gentileschi en Caravaggio, om er maar een paar te noemen.

“DE GROOTSTE TROEF VAN NAPELS

IS DE ENORME VERSCHEIDENHEID

VAN DE STAD”

Boven: Mimmo Paladino’s paard op het dak van het Madre Museum in Napels, met het Museo di Capodimonte op de achtergrond. Rechts: de 19de-eeuwse Galleria Umberto I met een schat aan boetieks, cafés en restaurants. Links: metrostation Toledo, ontworpen door de Catalaanse architect Oscar Tusquets Blanca. Voor hedendaagse kunst zijn er het Madre en het Hermann Nitsch-museum. Dat laatste is ondergebracht in een voormalige elektriciteitscentrale op een steenworp van de Piazza Dante. Maar ook een eenvoudige wandeling door de stad kan een artistiek avontuur worden, dankzij de typische steegjes, etalages, ambachtelijke ateliers, pleinen, openbare ruimtes, de metro ... Metrostation Toledo, ontworpen door de Catalaanse architect Oscar Tusquets Blanca, wordt beschouwd als het mooiste van Europa.

De shoppingroute: pure kwaliteit

De rijkdom van Napels ligt vooral in de verscheidenheid van de stad. Verschillende volkeren en culturen leven hier samen en inspireren elkaar. Dat komt ook tot uiting in de haute couture en het vakmanschap op modegebied. Kleding, schoenen, lederwaren ... In verschillende elegante winkelstaten ligt het mooiste van Napels in de etalages. Vertrek van de Piazza dei Martiri en ga verder naar de Via Calabritto met zijn ultrachique boetieks (pas op: de schoenen van Mario Valentino zijn onweerstaanbaar). Even later kom je in de Riviera di Chiaia, de oude doorgang voor de adel van de stad, die langs Villa Comunale loopt. In deze straat vind je twee prestigieuze boetieks: Marinella en Cilento. Deze tempels van stropdassen en zijde hebben al een eeuw lang staatshoofden en schatrijke industriëlen onder hun cliënteel. Iets verderop, in de Via San Pasquale in Chiaia, vind je Il Cappellaio, een winkeltje dat al sinds de 19de eeuw traditionele Italiaanse hoofddeksels verkoopt. Voor tijdloze handtassen met een perfecte afwerking ga je naar het atelier Tramontano in de Via Chiaia. Woody Allen bestelde er zijn klarinetkoffer en ook Luciano Pavarotti, Marcello Mastroianni, Jack Nicholson en Hillary Clinton waren er ooit klant.

“IN DE SMALLE STRAATJES VAN DE STAD LIJKT HET ALSOF JE EVEN TERUG IN DE TIJD GAAT”

APERITIEF AAN DE AMALFIKUST

DE MOOISTE ROOFTOPS EN TERRASSEN

De Amalfikust strekt zich uit van Sorrento tot Salerno, 50 kilometer ten zuiden van Napels. Ze is zonder twijfel de mooiste kustlijn van Italië. De steile kliffen en rotsachtige kust liggen aan een kustweg die je langs inhammen, vissersdorpjes, tuinen vol citrusvruchten en terrassen op de bergflanken leidt. Wie zeebenen heeft, kan een privécruise op een zeilschoener of een jacht boeken via Plaghia Charter of Premium Boat Charter. En overal kun je genieten van lekkere cocktails in een omgeving die zo uit een ansichtkaart komt.

POSITANO

1957 BAR BISTROT - GRAND HOTEL TRITONE

Hier kom je om te genieten van het uitzicht op het eiland Li Galli tot Capri, de pastelkleurige inrichting met handgemaakte majolicategels, de frisse orangerie en de heerlijke cocktails waarmee je in één slok al het goede uit de regio smaakt. De must-try? Hun herwerkte Cape Negroni, vergezeld van een caponatina.

BEE CHIC - THE SAN PIETRO OF POSITANO

Droom je van een Bellini? Dan ben je hier aan het juiste adres! Het klassieke aperitief is hier een signatuurcocktail die elke avond met honderden wordt bereid. Het recept voor dit zachte en sprankelende succes: 70% prosecco, 30% biologische witte perzikpulp en de vaardigheid van de barman. Op het enorme terras met uitzicht op Positano, Li Galli en Capri’s Faraglioni staat een atypische foodtruck waar je kunt genieten van succulente gerechten voor onderweg.

The San Pietro of Positano

RAVELLO

HOTEL RUFOLO

Hotel Rufolo is een huis vol geschiedenis met uitzicht op de beroemde tuinen van Villa Rufolo. In dit paradijs tussen hemel en aarde kun je je ogen en smaakpapillen de kost geven met het wereldberoemde panoramische uitzicht en een verscheidenheid aan cocktails, bereid door de bekroonde barman Lucio Ciardiello.

CARUSO, A BELMOND HOTEL

‘Let’s Aperitivo together’ is het dagelijkse happy hour in de bar Il Loggia van Caruso, een Belmond-hotel dat gevestigd is in een oud paleis uit de 11de eeuw. Vanaf 19 uur kun je in een kleurrijke tuin op de klif genieten van een door barman Tommaso bereide Negroni, gecombineerd met uitgebreide hapjes van chef-kok Mimmo di Raffaele.

Caruso, A Belmond Hotel

CONCA DEI MARINI

HOTEL LA CONCA AZZURRA

Of je nu op de rooftop of in de prachtige Belvédère-tuin bent: hier kun je genieten van een aperitief met een spectaculair uitzicht dat reikt van Capo di Conca tot het eiland Capri. En vergeet ook het heerlijke menu niet, met kroketten, beignets met zeevruchten en vlees, pizza fritta, tempura van courgettebloemen, salades ... Dat alles vergezeld van een Campari Orange, een Aperol Spritz of een Gin Lemon.

Hotel La Conca Azzurra La Moressa

PRAIANO

LA MORESSA ITALIAN BISTRÓ

Het grote terras van La Moressa Italian Bistró in Praiano biedt een adembenemend uitzicht over de zee. Het is dan ook een favoriete aperitivo-plek voor lokale en bezoekende fijnproevers. Het landschap past perfect bij een glas Bellini of een Spritz van lokale citroenen, afgewisseld met mediterrane tapas en hapjes.

HOTEL MARGHERITA

Het volledig open terras van dit chique hotel biedt een opwindend gevoel van vrijheid, met een panoramisch uitzicht begeleid door de zoete aroma’s van de Amalfikust. Bij het zwembad kun je proeven van klassieke of eerder innovatieve Italiaanse cocktails, vergezeld van voortreffelijke gerechten.

Doorblader het tijdschrift Authentic Amalfi Coast en ontdek de andere geheimen van de Amalfikust: authenticamalficoast.it

This article is from: