HET MAGAZINE VAN DE GENTLEMAN TENNISMAN
ROGER FEDERER
39e JAARGANG Nr369 • e 4,50 • LENTE/ZOMER 2018 • AFGIFTEKANTOOR • BRUSSEL X P405246
The Artist !
ROLAND GARROS Parijse primeurs
DE KAMPIOENEN Best of the Best !
DAVIS CUP
www.playtennis.be
Een mooie Belgische geschiedenis…
© Mireille Roobaert
Join the legends
• Concept One Stop Evening : aperitif, dinner, evening in music • To discover: our new kitchen in the center of the restaurant The Lodge - Restaurant & Bar-Club I Rue des Pêcheries 2 I 1170 Brussels Reservation : +32 2 662 26 66 I e-mail : info@the-lodge.be I website : www.the-lodge.be
Inhoud INLEIDING Tijdloos 5
STUNTS! Roger Federer, de man die het uitzonderlijke banaal doet lijken
18
Elise Mertens, in stijgende lijn
32
ROLAND GARROS Bjorn Borg, de geboorte van een rockster
40
Chris Evert, de gravelkoningin
44
Steffi Graf onttroont Navratilova
48
Justine Henin verdedigt de Belgische eer
52
Rafael Nadal droomde van een zege op…Wimbledon!
56
40 32
EEN HETE ZOMER BNP Paribas Fortis Champions, vedettenparade in Brussel
64
Del Potro wil het feestje verbrodden
66
Rising Stars Tennis Tour, de jeugd aan zet
70
MYTHISCHE STADIONS Rod Laver Arena – Australian Open
74
Court Philippe Chatrier – Roland Garros
80
Center court – Wimbledon
86
Arthur Ashe Stadium – U.S.Open
92
DE KAMPIOENEN Best of the Best !
100
Ladies first...
106
DIT IS BELGISCH Drie keer bijna bingo in de Davis Cup
116
De Leopold Club viert zijn 125-jarig bestaan
128
106
100
Team Verantwoordelijke Uitgevers Edition Ventures Bernard de Wasseige & François Didisheim 431 D Ch. de Louvain 1380 Lasne Tél. : 02/379 29 90 Fax : 02/379 29 99
Algemene leiding Bernard de Wasseige François Didisheim
Directeur redactie Filip Dewulf Paul Grojean
Coördinatie Sabrina Rœrsch sro@ventures.be & Thierry Milan thierry.milan@ventures.be
Fotografen Reporters Philippe Buissin Shutterstock
Grafisme & layout Pascale Zidelmal Marielle Bauters
Drukkerij Corelio Printing
Advertenties
Thierry Milan - 0474/29 12 88 thierry.milan@ventures.be Élodie Andriveau - 0475/29 57 96 ean@editionsventures.be
Abonnementen & distributie
Julie Piret jpi@editionventures.be Grégoire Bornemann gbo@editionventures.be 02/379.29.90 BE93210098087967
ING Private Banking, maar vooral
Marchand Banking
Danielle Marchand, Bestuurder van de stichting “Opgroeien met ADHD”
Danielle Marchand heeft zich volledig toegelegd op het helpen van jongeren met aandachtstoornissen, met of zonder hyperactiviteit. Ze stampte zelf een school uit de grond die helemaal op hun noden is afgestemd. Als het over haar bankzaken gaat, vindt Danielle een zelfde toewijding terug bij haar ING Private Banker. Ook u kan kennismaken met de zeer persoonlijke aanpak van ING Private Banking op ing.be/privatebanking
Aanbod voor bank-, financiële en/of verzekeringsdiensten, onder voorbehoud van aanvaarding door ING België (of in voorkomend geval door de betrokken verzekeringsmaatschappij) en mits wederzijds akkoord. Voorwaarden en modaliteiten (reglementen of algemene voorwaarden, tarieven en andere bijkomende informatie) zijn beschikbaar in alle ING-kantoren en op www.ing.be. ING België nv – Bank /Kredietgever – Marnixlaan 24, 1000 Brussel – RPR Brussel – BTW BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verzekeringsmakelaar ingeschreven bij de FSMA onder het nr.12381A. Verantwoordelijke uitgever: Marie-Noelle De Greef – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.
Inleiding
Deze Play Tennis die nu voor u ligt speelt niet direct in op de actualiteit. Voor de gepassioneerden op de tennisclubs of de jongeren die net hun eerste balletje hebben geslagen kozen we ervoor om andere trajecten te verkennen en de tennisgeschiedenis, van de eerste profjaren tot nu, onder de loep te nemen. Een rondrit over de tennisplaneet waarbij we enkele historische gebeurtenissen opnieuw bezoeken en u daarbij trakteren op interessante weetjes. Wist u bijvoorbeeld dat Bjorn Borg tennislessen over de hele wereld geheroriënteerd heeft door met zijn dubbelhandige backhand successen te boeken? Of dat Chris Evert op gravel een palmares bezit dat de vergelijking met dat van Rafael Nadal makkelijk doorstaat? Of dat Steffi erin slaagde op één seizoen alle vier de grandslamtornooien te winnen én Olympisch goud?
Tijdloos
A
ls we het over de geschiedenis van het tennis hebben kunnen we vanzelfsprekend ook niet naast Roger Federer kijken. Zijn metamorfose van wilde, jonge hond die aan de lopende band rackets verwoestte naar de recordbrekende gentleman vandaag is opvallend. Na een carrière van twintig jaar staan er twintig grandslambekers in zijn prijzenkast. Daaronder ook één Coupe des Mousquetaires. Met Roland Garros voor de deur zochten wij de vijf eerste zeges van vijf toppers op het Parijse gravel op. Samen kwamen deze gravelkampioenen aan 35 Roland Garros-triomfen waarbij Rafael Nadal met zijn tien stuks maar ook Borg en Evert in de jaren ’70 of Graf een decennium later en Justine Henin op haar top mooi aan hebben bijgedragen. In 2003 werd de Belgische nationale feestdag trouwens aan de Porte d’Auteuil gevierd. Roland Garros heeft de Court Philippe Chatrier als voornaamste stadion en dat is één van de vijf tennisarena’s die wij in dit nummer van dichterbij hebben bekeken. Van Parijs naar Londen, over New York en Melbourne zo u wil. Ook gaan we terug naar de drie finales van ons land in de Davis Cup en werpen we een blik op de warme zomer waar de reus op lemen voeten, Juan Martin Del Potro, voor staat. Dat hij terug aan de top vertoeft na zijn enige grandslamtitel in 2009 en vooral de daaropvolgende calvarietocht omwille van zijn polsproblemen verdient al uw aandacht. De sympathieke Argentijn staat op een plaatsje dat ook, op zeer discrete wijze, door Elise Mertens wordt geambieerd. Op anderhalf jaar tijd ging die van de 127ste plaats op de wereldranglijst naar een plek in de top 20 door onder meer vier WTA-titels te winnen en de halve finale te halen op de Australian Open. Een tijdloos icoon zoals Kim of Justine is ze nog niet maar Mertens is op haar bescheiden manier een heel mooie pagina aan het schrijven in het grote Belgische tennisboek. U leest er hier alles over.
Lesuco realiseert ook Padel terreinen, een sport
Lesuco N.V. - Leuvensebaan 317 - 3040 Huldenberg - T +32 (0)16 47.28.70 - F +32 (0)16 47.32.09 - info@lesuco.be
De No°1 van België voor de constructie en renovatie van tennisterreinen Zowel voor clubs als privé-terreinen, zowel indoor als outdoor, LESUCO realiseert alle types van bekleding. Reeds meer dan 35 jaar, staan de specialisten van Lesuco u bij voor het realiseren van uw project.
t in volle opkomst in België.
Voor meer informatie
www.lesuco.be
Les joueurs pro du team Babolat peuvent jouer avec un modèle personnalisé ou différent de l’équipement présenté.
*L’homme. La raquette. La légende.
BABOLAT PURE AERO
BABOLAT PURE AERO
BABOLAT PURE AERO
BRENG DE ZOMER IN DE S TAD DOOR Verfrissende zwembaden, een verkwikkende spa, sportactiviteiten voor de ouders en stages voor de kinderen... Geen vertragingen. Geen baggage. Alleen maar uw privéparadijs, Aspria.
15 F I TN E S S Z O N E S
STAGES VO O R K INDEREN
W E L L N E SSR UIM TE S
4 HECTAR E GROEN
Aspria Royal La Rasante Donkerstraat 56 1200 Brussel +32 2 609 19 10
aspria.com/zomer
HYPERCOURT EXPRESS HB LIGHTWEIGHT COMFORT BREATHABLE GENEROUS FIT
100%
TENNIS
passionate about strings
passionate about strings Made in Belgium
Discover the coloured force of Luxilon Alu Power
Luxilon Alu Power BLUE
Luxilon Alu Power RED
Luxilon Alu Power LIME
Luxilon Alu Power GREEN
When we say #1 string on the pro tour,
we mean it...
Luxilon® is used by more top tennis players than any other brand in the world. Currently, over 60% of the ATP® and WTA® Top 100 players choose Luxilon as their favourite string* *2017 US Open stringing service compilations.
LUXILON BELUX Dirk Van Haele Industriepark Z1, Vosveld 11L B-2110 Wijnegem, Belgium Tel. 0473 64 31 13 dirk.vanhaele@luxilon.be
@LuxilonBeLux
www.luxilon.tennis
HET BESTE TENNIS IS TERUG IN BELGIË
Ga naar onze Facebookpagina en maak kans op een
ONTBIJT MET EEN EUROPEAN OPEN SPELER.
Stunts
PLAY TENNIS 17
De man die het uitzonderlijke Sinds Wimbledon 2012, en dus al vier seizoenen, had hij geen grandslamtitel meer gewonnen. Ondanks de hoop in de harten van elk rechtgeaard tennisfan opdat deze ‘kampioen onder de kampioenen’ nog één keer zou scoren, op zijn 35ste nota bene, waren er toch niet zo heel veel kenners die nog durfden geld inzetten op een laatste kunststukje van de goddelijke Zwitser. Edoch…Op een jaar tijd won Federer drie van de vier grandslamtornooien die hij aandeed en zette hij zijn totaal op een verbluffende 20 stuks.
Roger Federer 18 PLAY TENNIS
Stunts
banaal maakte
U
itzonderlijk, verwarrend, onlogisch en irreëel was het. Federer had maar enkele maanden nodig opdat zijn aanhangers (en tegenstanders) niet meer opkeken. Zijn succes word je nu eenmaal snel gewoon. Zelfs in België slaagden we er ooit in de triomfen van twee wonderen der natuur alledaags te vinden. Zo ook met Federer. Door velen werd hij al aanzien als de beste speler aller tijden maar door zijn prestaties het laatste anderhalf jaar heeft hij nog een di-
mensie toegevoegd aan zijn status van levende legende. En het is natuurlijk dit deel, op deze leeftijd en met dat soort tennis dat het meest in het oog springt. Nochtans had hij in zijn bijna 20-jarige carrière, waarbij hij zowat alle records heeft gebroken die er te breken zijn, de lat al redelijk hoog gelegd. Om maar één voorbeeldje te geven (eentje dat nogal makkelijk vergeten wordt): zijn onvoorstelbare serie van 24 zeges op rij in ATP -en grandslamfinales tussen juli 2003 en november 2005!
Superlatieventekort Federer loopt al lang niet meer achter die records. Hij denkt op de eerste plaats aan zijn gezondheid, lichaam, duurzaamheid, het rekken van zijn carrière. Want momenteel mogen we dan wel in een bizarre periode zitten waarin iedereen het normaal is gaan vinden dat hij het uitzonderlijke banaal heeft gemaakt maar ooit komt hier, aan zijn loopbaan, een einde. “Van iemand die zelf een mythe is verwacht je elke keer weer te veel”, schreef een journalist na Indian Wells. Vorig jaar had hij de Sunshine Double (Indian Wells-Miami) gedomineerd maar dit keer pakte het net iets anders uit nadat hij nochtans 2018 was begonnen met zeventien overwinningen op rij en een 20ste grandslamtitel op de Australian Open. Op zijn 36ste staat Federer dichter bij de exit maar gezien zijn tennis, zijn gezondheid, zijn status en zijn carrièremanagement lijkt niets een voorzetting tot aan bijvoorbeeld de Olympische Spelen van Tokio 2020 in de weg te staan. Buiten ‘Rodger’ is er trouwens nog één bijzonder persoon in het internationale tennis die een grandslamtitel wist te winnen op de gezegende leeftijd van 35 jaar: Serena Williams. Federer heeft er ondertussen al drie op zijn conto als juniorveteraan terwijl het niveau van het mannencircuit toch niet mis is. Daardoor werd hij ook de oudste nummer een van de wereld in het professionele tijdperk. Nog een recordje (waar hij niet zat op te wachten). Wij, en wij niet alleen, hebben
de Australian Open dit jaar zagen we tranen bij Federer, gepakt door de emoties, zoals we het niet meer gezien hadden sinds zijn eerste grote triomf op Wimbledon 2003. Een beetje vreemd daar de schokgolf die twaalf maanden geleden door de tenniswereld ging toen Federer vanuit het niets, en na een blessurepauze van zes maanden, in Melbourne opnieuw aanknoopte met grandslamsucces vele malen groter was. Dit keer werd het ergens verwacht, was iedereen het al gewoon, behalve hij. “Ik voel me een beetje verloren”, snikte hij. “Dat cijfer…20…dat is veel…moeilijk te geloven. Na zoveel jaren hier opnieuw winnen...Ik denk dat ik wel een tijdje van deze titel ga genieten. Deze zege gaat me alleszins een beetje langer bijblijven dan vele anderen.” Heel wat collega’s deden hun petje af, zo ook Sascha Zverev: “Een grandslamtornooi winnen is een droom die realiteit kan worden. Maar het dan 20 keer doen is iets dat we waarschijnlijk nooit meer gaan meemaken.”
De indruk dat hij zich nooit moet forceren
Vanzelfsprekend gingen er ook stemmen op dat de terugkeer van de maestro op het voorfront samenviel met een afbrokkeling van de hiërarchie aan de top van het mannentennis. Novak Djokovic, Andy Murray en Stan Wawrinka verdwenen een tijdje van de radar terwijl jongens als Nishikori en Raonic eveneens met blessures te maken kregen. Daardoor was er inderdaad wel een kleine nivellering “Soms heb je de indruk dat hij ‘danst’ op een tennisbaan. en als je daarbij optelt dat Federer in zijn vier ‘magere Als je kijkt naar een ballet dan zie je amper de fysieke in- jaren’ (2013-2016) maar drie bereikte – spanning, maar er zit ongelooflijk veel training achter. Als grandslamfinales twee keer op Wimbledon en Roger erin slaagt die inspanning te doen vergeten, dan één keer op de U.S.Open en was een supersterke toont dat alleen maar hoeveel hij daarvoor heeft gezweet.” telkens Djokovic de boeman – dan (Pierre Paganini, conditietrainer) is de rekening snel gemaakt. Langs de andere kant is het niet de fout van de FC stilaan last van een superlatieventekort. De Basel-fan dat zijn rivalen om een of andere Franse sportkrant L’Equipe titelde dan maar reden niet thuis geven en zich te pletter heb‘De legende van de eeuw’ en noemde zijn 20 ben getennist toen ze een ranking of een doel grandslamzeges ‘Vingt d’honneur’ (naar ‘vin nastreefden. Het is net één van de geheimen d’honneur’, een soort ‘erewijn’, een verlengde van zijn duurzaamheid dat Federer naast een receptie op een huwelijk). Best dat ze nu al onwaarschijnlijk vloeiende techniek ook een beginnen zoeken naar een woordspeling voor verbluffende coördinatie hanteert en telkens uiterst stabiel en ontspannen in de slag gaat. titel nummer 25? Hij geeft nooit de indruk te forceren. Buiten een mononucleose in 2008 was het wachten tot 2016 vooraleer dat de man met de goddelijke allures toonde dat hij van vlees en bloed Dit hoofdstuk, het meest onverwachte van is en dus ook gekwetst kan raken. Met een rug zijn sublieme carrière, plaatst Federer nog wat -en knieblessure werd hij niet gespaard maar steviger op zijn sokkel tussen de ‘monumen- hij bewaarde wel het overzicht en nam metten’ van de sportwereld waar hij net als ande- een een half jaar pauze. Uiteindelijk zou het re onsterfelijke figuren zoals Michael Jordan, hem geen windeieren leggen want hij versloeg Mohamed Ali of Michael Schumacher zijn Nadal niet minder dan vier keer in 2017 waarbiotoop volledig ontstegen is. Na zijn zege op bij vooral de finale in Melbourne eruitsprong.
Zoals Michael Jordan of Mohamed Ali
20 PLAY TENNIS
Stunts
L’une des personnes les plus influentes au monde Comme chaque année, Time Magazine a dévoilé son classement des 100 personnalités les plus influentes de l’année écoulée. Roger Federer en fait partie et a même été choisi pour faire l’une des six couvertures du prestigieux magazine. Il était déjà présent dans ce classement en 2007 et 2010. Récompensé de ses victoires en Grands Chelems, il l’est également pour le travail avec sa fondation pour l’éducation des enfants dans le monde. C’est Bill Gates, le fondateur de Microsoft, qui s’est chargé de faire son éloge. “J’ai eu deux fois le plaisir d’être son partenaire de double pour l’aider à récolter des fonds pour sa fondation, et nous sommes devenus amis”, raconte-t-il. “J’ai appris à quel point Roger et son équipe travaillaient sincèrement à améliorer les perspectives de vie des enfants pauvres - une mission qui découle de ses visites durant son enfance dans le pays d’origine de sa mère, l’Afrique du Sud, où il a pu voir de ses propres yeux l’extrême pauvreté”.
Voor Time Magazine is hij één van de invloedrijkste personen op aarde Zoals elk jaar lijstte Time Magazine nu ook weer een ranking op van de 100 meest invloedrijke personen van het afgelopen jaar. Roger Federer maakt er deel van uit en werd voor één van de zes prestigieuze covers uitgekozen. In 2007 en 2010 kwam hij ook al eens voor in dit klassement. Niet alleen wordt hij bewierookt voor zijn grandslamzeges maar ook voor het werk van zijn stichting voor het goede doel die kinderen overal ter wereld helpt. Het was Bill Gates, oprichter van softwaregigant Microsoft, die Federer mocht huldigen. “Ik had twee keer het plezier om met hem op de baan te staan als zijn dubbelpartner, om zo hem te helpen geld in te zamelen voor zijn stichting. Hierdoor zijn we vrienden geworden. Ik heb daarbij van dichtbij mogen ondervinden hoe hard Roger en zijn team werken om die arme kinderen een beter leven te gunnen. Een missie die teruggaat naar zijn jeugdjaren en zijn visites aan het geboorteland van zijn mama, Zuid-Afrika, waar hij met zijn eigen ogen de armoede heeft mogen aanschouwen.”
Op zoek naar het perfecte tennis Bijna alles aan deze unieke en fascinerende kampioen is voorbeeldig. Lang vervlogen is de tijd dat hij het predicaat ‘beste speler die nog nooit een grandslamtitel heeft gewonnen’ kreeg opgespeld. Als zeventienjarige speelde hij zijn eerste ATPtornooi in 1998, bij hem thuis in Gstaad, om daarna vijf jaar ‘droog’ te blijven staan. Vergeten is ook dat hij in het begin van zijn carrière nog een ruwe diamant was, in de schaduw van Marc Rosset en Martina Hingis, die moest geslepen worden en dan vooral de scherpe kantjes van zijn balorig gedrag. Hij was bovenal vanaf het begin een competitiebeest dat altijd ‘twee keer beter tenniste in een match dan op een training’ en die bij elk partijtje wilde winnen. Van jongs af aan bezag hij zijn tegenstanders eerder als collega’s die hetzelfde doel nastreefden dan als vijanden. Een fijne en sociale kant van zijn persoonlijkheid die hem meteen een goede reputatie gaf in de kleedkamer. Maar op de baan kwam er af en toe nog een duiveltje bovendrijven, die het soms zover dreef dat zijn formidabel tennis 22 PLAY TENNIS
leed onder het gemor en gevloek. Het is moeilijk te geloven als je hem vandaag aan het werk ziet maar in zijn juniorenjaren was Federer een ongeleid projectiel dat voor het minste kon ontploffen en menig racket naar de vuilnisbelt stuurde. Hij durfde zichzelf zelfs kritiek te geven als hij het punt gewonnen had maar de manier waarop hem niet aanstond. Hij was toen al op zoek naar het perfecte tennis. Iets dat niet bestaat maar waar hij desalniettemin erg dicht bij is geweest.
De vooruitziende psycholoog Het strafste is misschien nog dat, eenmaal dat emotioneel juk van zich afgeworpen, hij met een grote precisie kon aanstippen op welke punten hij nog vooruitgang moest boeken als hij die queeste naar volmaaktheid wilde vervolmaken. Hij wilde niet alleen rijk en beroemd worden of trofeeën en titels winnen maar hij wou het ook doen terwijl hij de wereld toonde tot wat hij in staat was met een geel balletje. “Ik ben
Stunts
Federer in vijf zinsneden • “Roger Federer is de meest getalenteerde speler die ik ooit gezien heb. En ik heb met Laver Sampras, Becker, Connors, Borg…nogal wat volk zien passeren. Hij is waarschijnlijk de grootste sportman die ik heb meegemaakt en zeker de mooiste om naar te kijken.” (John McEnrœ)
• “Ik zou graag één dag in zijn schoenen staan om te voelen hoe het is om zo te kunnen tennissen.” (Mats Wilander)
• “Hij lukt slagen die niemand anders aankan. Soms heb je echt zin om over het net te springen en hem een high five te geven. Maar dat is niet mogelijk. Je moet trachten hem te kloppen, hè. Maar het is zo fijn om hem te zien spelen.” (Andy Murray)
• “Hij is geen mysterie of een enigma, hij is een normale gast die buiten de baan nooit tracht iemand anders te zijn. Als je hem zou tegenkomen bij McDonalds zonder te weten wie hij is, zou je nooit denken dat hij één van de grootste kampioenen is in de sportgeschiedenis.” (Andy Roddick)
• “Ik heb ergens gelezen dat hij 54 grandslamkwartfinales zou hebben, wat zo’n dertien jaar op rij is. Ik vind dat compleet hallucinant. Ik vind het dan ook een eer om in dezelfde periode als hem op het circuit te zitten.” (Nicolas Mahut)
me er wel van bewust dat ik niet de hele tijd mag roepen Chris Marcolli, een man die ook voor het nationale Zwitserse en klagen”, zei Federer in die periode. “Dat doet me pijn en ijshockeyteam werkte. Dat liep niet direct van een leien dakmijn spel lijdt eronder. Maar ik kan mezelf nu eenmaal maar je en zorgde zelfs geregeld voor een tegengesteld effect (“Ik moeilijk kleine foutjes vergeven, al is het geheel normaal was te kalm geworden op de baan, ik verveelde me haast”) dat ik er maak. Toch moet het ooit mogelijk zijn om een maar Federer moest achteraf wel erkennen dat hij daar enorperfecte match te spelen.” Later zou me mentale stappen heeft gezet. Zo Andy Roddick hem ergens gelijk geliet hij gedurende zijn eerste grandsven: “Hoe kan je een speler kloppen “Ik vergeef me maar heel moeilijk lamoverwinning op Wimbledon in die geen mindere punten heeft?” Dat mijn missers, ook al is het normaal 2003 twee weken lang als een voljeugdig ongeduld, dat zorgde voor leerde pokerspeler niet in zijn kaardat ik er maak.” een innerlijke tweespalt tussen zijn ten kijken en straalde hij een sergrootste verwachtingen en de realiteit eniteit uit die respect inboezemde. (Roger Federer) van het moment, overwon hij toch Enkel bij de trofee-uitreiking brak alleen. De Federer van die periode hij helemaal en liet hij zijn emoties de vrije loop. Wat een – toen er nog op jongere leeftijd werd doorgebroken – die transformatie was me dat! Hij kon het zelf haast niet geloverloor van Malisse en Van Garsse tijdens de Davis Cup op ven. “Toen mijn coach me vroeg om te kalmeren leek me dat Primerose, die voor 2003 maar twee keer tot in de kwartfi- onmogelijk om te doen”, gaf Federer toe. “Ik moest de druk nale van een grandslamtornooi geraakte (hij verloor zes keer kwijt, de duiveltjes moesten uit mijn hoofd. En dat moest in de eerste ronde) zocht wel steun bij een sportpsycholoog, allemaal uit mezelf komen.”
Door voor de zesde keer in zijn carrière de Australian Open te winnen heeft de Zwitser zijn legende nog wat verstevigd, met ondertussen 20 grandslamtitels op het palmares.
24 PLAY TENNIS
Stunts
Leermeester Paganini
De lichamelijke en biologische leeftijd
Federer is vanzelfsprekend een begenadigd tennisser. Maar steentje bij steentje heeft hij aan zijn kampioenenstatus gebouwd waarbij hij uit verschillende hoeken steun kreeg. Hij omringde zich niet voor niets met de juiste personen en gebruikte de juiste materialen op de juiste momenten van zijn carrière terwijl enkele personen ware steunpilaren zijn geworden in zijn team. De puzzel mentaliteit/conditie/tennis/ tactiek/esthetiek heeft zich langzaamaan samengevoegd. De maestro kon daarbij rekenen op Pierre Paganini die hem heel wat stukjes aanreikte. Op zijn 20ste besefte Federer dat hij met zijn talent waarschijnlijk altijd in de top tien zou moeten eindigen maar wist tegelijkertijd dat hij zonder de nodige inzet nooit de nummer een van de wereld ging worden. Waarop hij begon te werken met de erg discrete Paganini. Deze conditietrainer kende Federer als puber en werd vanaf 2000 zijn officiële fitnesscoach. Meteen werd een masterplan van drie jaar uitgewerkt waarin een verbetering van zijn lichamelijke prestaties en zijn uithouding voor een groter vertrouwen in zijn tennis moesten zorgen. Het resulteerde in een eerste grandslamtitel in 2003. De rest is geschiedenis. “Ik heb een methode die ik al 35 jaar bijstel”, zei Paganini. “Ik kan iemand trainen opdat hij een goede uithouding heeft, weerstand heeft of hoog springt maar dat wil niet zeggen dat hij dan die kwaliteiten correct gaat gebruiken voor zijn tennis. Zeker niet als ik geen link leg met de persoon, zijn persoonlijkheid niet ken of niet op de hoogte ben van zijn sterke punten en zijn manier van spelen. ‘Rodge’ heeft een enorm potentieel, een fenomenale atletische coördinatie maar dat wil daarom niet zeggen dat hij minder hard moet werken. Heb je soms de indruk dat hij ‘danst’ op de baan? Dat is het hem net. Als u naar het ballet gaat dan ziet u daar nooit de fysieke inspanning in, de vreselijke arbeid die daar is ingestoken. Dus als Roger met zijn tennis de inspanning erachter doet vergeten, dan toont dat alleen maar aan hoe hard hij gezweet heeft op de trainingsbaan. Sinds zijn zeventiende, achttiende werkt hij heel hard maar niemand ziet dat.
Ook al valt er niet aan te ontsnappen dat Federer eveneens een onwaarschijnlijke geldmachine is – twee miljoen dollar voor een exhibitiewedstrijd en naar verluidt meer dan 500 miljoen euro aan inkomsten tot nu toe – toch is er vooral het beeld van de gentleman dat naar voren komt. Lekker in zijn tennis en zijn vel. Dat respect is verdiend, anders win je geen vijftien keer de fair play-prijs uitgereikt door je collega’s. Dat neemt niet weg dat naast die natuurlijke elegantie, zijn passie voor de sport en zijn edele levensfilosofie het vuur van een echte kampioen in hem woedt. Een zegehonger die onstilbaar lijkt. Het blijft zijn motor draaiende houden. Als hij dat niet had, was hij al lang gestopt uiteindelijk. Buiten de baan is hij relax en vriendelijk, op de baan kan hij zijn competitiemasker opzetten waarbij hij niet terugdeinst om wat psychologische prikjes uit te delen. Zo probeerde hij in de finale van Indian Wells nog Juan Martin Del Potro te destabiliseren door hem te torpederen aan het net. “Ik vertel mezelf dat ik ook volgend jaar nog kan winnen, ook al gaat dat waarschijnlijk niet gebeuren”, zei Federer na de Australian Open. “Mijn leeftijd en mijn ervaring helpen me wel om de juiste attitude te behouden.” Paganini hield de kerk in het midden: “Is hij sterker of minder sterk dan vroeger? Voor mij blijft Roger Federer Roger Federer. Even sterk als in de periode dat bepaalde mensen hem al wilden begraven omdat hij grandslamfinales speelde zonder ze te winnen. Wat je wel kan zien in zijn carrière, in het verleden en vandaag, is dat hij blijft oplossingen vinden, situaties kan beoordelen en problemen kan controleren. Zijn manier van trainen is natuurlijk door de jaren heen veranderd. Hij heeft zijn duurzaamheid moeten leren managen, nog meer progressie moeten maken in zijn creativiteit terwijl zijn conditie nog altijd top is en zijn competitiegeest vergelijkbaar is met die van iemand die zijn debuut maakt.” Paganini besluit: “Zijn biologische leeftijd is 36 jaar maar voor mij is zijn atletische leeftijd veel lager. Hij heeft de maturiteit van een kerel van 40 jaar. Hij is in evenwicht. Op zijn 20ste wist hij trouwens al dat hij een lange carrière ging hebben.”
26 PLAY TENNIS
Ils ont marqué 2017
#WINNINGMOOD
BLOEMENLEI 2
I
KAPELLEN
Luxevilla met tennis court en 4 ruime slaapkamers op perceel van ca 3.000 m². Rustig gelegen in een doodlopende straat vlakbij het centrum van Kapellen. Zuidgerichte tuin met verwarmd buitenzwembad. Dubbele garage met fitnessruimte. EPC 182 kWh/m² I Vg-Wg-Gmo-Gvkr-Gvv Verkoopprijs: 849.000 Euro, excl. registratiebelasting
MUSEUMSTRAAT 14B
I
2000 ANTWERPEN
I
03 237 48 00
I
INFO@PROVAS.BE
DE GLOEDNIEUWE ECLIPSE CROSS. VERLEIDELIJK ALS EEN COUPÉ. OVERTUIGEND ALS EEN SUV.
Laat u verleiden door het dynamische design van deze krachtige SUV-coupé. Proef van zijn intens rijplezier en al zijn innovatieve rijbijstandssystemen. Zoals actieve remassistentie met voetgangerdetectie (FCM), head-up display en 360° camera. Ontdek verbluffende innovaties als Mitsubishi Connect, dat uw smartphone weergeeft en bedient via het multimediascherm. En vooral: ervaar zelf wat voor fenomeen de Mitsubishi Eclipse Cross wel is.
KOM DUS SNEL DE ECLIPSE CROSS ONTDEKKEN.
6,6 - 7,0 l /100 KM
151 - 159 G/KM NEDC
Geef voorrang aan veiligheid. Milieu-informatie KB 19.03.2004
www.mitsubishi.be
E.R. / V.U.: Beherman Motors nv Industrieweg 3 - 2880 Bornem - BE 0479.367.565 - IBAN BE65 0688 9815 9096.
Stunts
Mirka, de wederhelft die telt Roger Federer moet zowat de enige topsporter op aarde zijn die de hele wereld afreist met twee tweelingen van acht en drie jaar in zijn kielzog. Hij geeft daarbij toe dat hij nooit zo’n carrière had kunnen uitbouwen zonder een echtgenote als de zijne. “Ik zou dan al een heel aantal jaren niet meer tennissen”, gaf hij toe. Mirka Vavrinec is zijn discrete partner maar ferme vrouw die het schip recht houdt. De rots waarop Federer kan bouwen. “Toen ik haar leerde kennen had ik nul titels”, aldus de Zwitserse familieman. Vavrinec heeft Sloveens roots maar kwam in Zwitserland terecht toen haar familie het communisme ontvluchtte. Ze maakte van de Olympische Spelen 2000 in Sydney een onvergetelijke ervaring voor Federer. En dat ondanks dat hij er één van de grootste ontgoochelingen in zijn carrière opliep toen hij de wedstrijd om
Zij stond al aan zijn zijde in 2003 bij zijn eerste zege op Wimbledon en is nog altijd even blij, ook als hij voor de zesde keer in Melbourne wint.
“Roger heeft me mijn tennisleven teruggegeven. Als hij wint, lijkt het alsof ik ook win.” (Mirka Wavrinec) het brons verloor van Arnaud Di Pasquale. Maar het was in het Australische Olympische dorp dat de liefde tussen de twee partners in het dubbel gemengd openbloeide. “Hij was grappiger dan ik verwacht had maar hij heeft wel pas de laatste dag de stap durven zetten om te kussen”, herinnerde Vavrinec zich. “Zij was altijd veel sneller volwassen dan mij”, glimlachte Federer. “Toen ik haar kuste zei ze me: ‘je bent nog zo jong, net een baby!’ In die periode trainde zij vijf à zes uur per dag en ik geloofde niet dat ik zelf daartoe in staat was. Ik was het meestal beu na anderhalf uur, waarna ik werd buitengegooid omwille van mijn slecht gedrag.” De carrière van Vavrinec, die drie jaar ouder is dan Federer, was geen lang leven beschoren. Ze werd nog wel het nummer 76 van de wereld en bereikte de derde ronde van de U.S.Open (nederlaag tegen Justine Henin) maar een voetletsel gooide roet in het eten. Federer hielp haar uiteindelijk van haar depressie en ontgoocheling af. “Roger heeft me mijn tennisleven teruggegeven. Als hij wint, lijkt het alsof ik ook win.”, aldus mevrouw Federer.
30 PLAY TENNIS
Stunts
20 titels in cijfers Tijdens zijn 20 grandslamzeges deed Roger Federer het volgende: • Hij speelde 138 matchen en kreeg daarin twee forfaits (Pavel/U.S.Open 2004, Haas/Wimbledon 2007) en twee opgaves (Dolgopolov/Wimbledon 2017, Chung/Australian Open 2018) • Hij klopte zeven keer Roddick, zes keer Hewitt, vier keer Djokovic, drie keer Nadal en Murray. • Hij moest maar één keer vier spelers uit de top tien verslaan voor de titel (Australian Open 2017). • Hij won zijn eerste grandslamtitel op 21 jaar en elf maanden tegen Mark Philippoussis op Wimbledon. Bij zijn 20ste was hij 36 jaar en vijf maanden tegen Marin Cilic in Melbourne. • Hij won tien procent van het totale aantal grandslamtornooien sinds de start van het professionele tijdperk in 1968. • Hij speelde zijn langste wedstrijd tegen Roddick in de finale van Wimbledon 2009 (4h16) en zijn kortste (54 minuten) tegen Alejandro Falla in de tweede ronde van Wimbledon 2004. • Hij bleef in totaal 284h14 op de baan of elf dagen, 20 uur en veertien minuten. Zijn langste tornooi: 18h35 tijdens zijn enig succes op Roland Garros 2009. Het kortste tornooi: 11h34 tijdens Wimbledon 2017.
De rijzende ster op die hoogte houden Als er op de internationale waardenladder niet direct rekening werd gehouden met de triomfantelijke terugkeer van Roger Federer dan was op Belgisch niveau de razendsnelle opkomst, 120 plaatsen op de WTA-ranglijst maar liefst, van Elise Mertens misschien nog wel straffer. De rijzende ster van dit Limburgs meisje, eenvoudig en charmant, moet vandaag gestabiliseerd worden. Als je op je 22ste zo’n sprong maakt en zo’n prestaties – halve finale Australian Open! – neerzet heb je soms wel wat tijd nodig om te bekomen en de nieuwe verwachtingen te kaderen. Met Mertens kunnen we echter op beide oren slapen, zij wil maar één richting uit: nog hogerop.
32 PLAY TENNIS
Stunts
Elise Mertens N
et zoals bij David Goffin werd ook over Elise Mertens getwijfeld op haar twaalfde in het topsportcentrum van Tennis Vlaanderen in Wilrijk. Zij zocht haar weg echter (via het buitenland) en vond uiteindelijk het juiste pad om door te breken op het hoogste niveau. Dat ze dat deed op de Kim Clijsters Academy is daarbij een vergiftigd geschenk. Het geeft de minder fijnbesnaarde analisten de kans om Mertens te vergelijken met haar illuster idool. Gelukkig heeft de Hamontse haar hoofd ferm op de schouders en zorgt haar bescheidenheid en discretie ervoor dat ze niet gaat zweven maar eerder sterk met de voeten op de grond blijft staan. Mertens heeft zich op haar eigen wijze en tempo ontwikkeld. Al is dat tempo het laatste anderhalf jaar wel naar een zesde versnelling geschoten. Zo begon ze ook dit jaar weer met een
hernieuwing van haar titel in Hobart, een première voor het tornooi in Tasmanië, en haalde ze daarop de laatste vier in Melbourne. Dat ze daarna even kennis maakte met de andere kant van de medaille en op de sterke tornooien van Dubai, Doha – mede door een voedselvergiftiging – Indian Wells en Miami een klein beetje onder de verwachtingen bleef kwam er doordat die verhoopte resultaten naar Clijsteriaanse normen opgeschoven waren. Niet vergeten echter dat Mertens begin vorig seizoen nog op de 140ste plaats van de wereldranglijst stond. Twaalf maanden later staat ze in de top 20. Verbluffend. Maar daardoor bekijken mensen, fans en tegenstanders haar ineens wel met andere ogen. Haar statuut en de daarbij horende druk zijn veranderd. Op haar 22ste is het dan even aanpassen, zij is niet voor niets bij de drie jongste speelsters op dat niveau.
“Wees Elise Mertens” In een minimum van tijd is Mertens erin geslaagd haar tennis een metamorfose te laten ondergaan. Waar ze bij de junioren nog eerder een counterspeelster was die aasde op fouten bij de tegenstandster en wedstrijden won op basis van haar ijzeren wilskracht en fysieke kwaliteiten staat er vandaag een moderne, agressieve baselinespeelster op de baan die geen schrik heeft van een netaanval of om wat risico’s in haar spel te stoppen. “De vier eerste ballen zijn telkens zeer belangrijk”, begreep ze. “Als je daarbij al in het defensief gedrongen wordt dan verlies je meestal het punt.” Er kan niet naast gekeken worden dat Mertens op haar leeftijd nog een flinke progressiemarge heeft en dat ze die, met haar spelintelligentie en werkijver, ook gaat waarmaken. Zo kan haar tweede opslag nog wat pep gebruiken, mag ze nog meer voor het punt gaan met haar forehand – haar backhand is, zoals bij veel meisjes, haar
Haar parcours was atypisch maar daarom niet minder fantastisch. meest natuurlijke wapen – en is haar explosiviteit nog een werkpunt, al is ze op dat gebied al flink verbeterd en is ook haar benenspel samen met haar agressief tennis geëvolueerd. Mentaal is Mertens ongemeen sterk en heeft ze al meermaals aangetoond dat ze zich uit elke hachelijke situatie kan knokken. Het ontbreekt haar, logisch haast, nog een tikkeltje aan maturiteit om wedstrijden beter in te delen en op de juiste momenten de juiste intensiteit te brengen. Niets onoverkomelijks en iets dat vanzelf, door meer grote tornooien en matchen te spelen, gaat gebeuren. Mertens is geen superbegaafde speelster, om de namen van haar geniale voorgangsters maar niet te noemen. “Alles wat zij gewonnen hebben is inderdaad niet normaal”, lachte Mertens. “Vergeet daarom die titels met ‘de nieuwe Kim’. Daar zit ik nog zover vanaf. Een tijdje geleden heb ik nog een wedstrijdje tegen haar gespeeld en heb ik kunnen ondervinden wat zij nog allemaal kan. Kim is altijd open en vriendelijk met mij geweest. ‘Wees vooral Elise Mertens’, drukte ze mij op het hart. ‘Blijf jezelf’. Zij is echter wel mijn idool. Ik stond vroeger ’s nachts op om naar haar matchen te kijken. Of die van Justine natuurlijk. Dat mensen nu hetzelfde gedaan hebben voor mij tijdens de Australian Open, wat ze mij toch verteld hebben, maakt me enorm fier.”
Wilrijk, Mouratoglou…en twee parkieten Mertens verdient alle lof omdat haar parcours niet voor de hand liggend is geweest. Op haar twaalfde en nadat ze de scouts, de danslessen en het klarinetspelen opzij had gezet voor haar tennisdroom ging ze op internaat naar Wilrijk. Ze bleef er maar een jaar. “Ze hebben me er toen verteld dat mijn resultaten niet goed genoeg waren. De meesten van de jongeren die hetzelfde te horen hebben gekregen zijn uiteindelijk gestopt met tennis maar bij mij is mijn motivatie nooit verzwakt.” Ze verkaste een jaartje naar Bree vooraleer ze voor een avontuur bij Patrick Mouratoglou koos in een Parijse banlieu. Een levenservaring. Ze moest zich behelpen in het Frans, woonde op de academie in een houten chalet met een toilet en een douche maar geen internet of televisie. Twee parkieten waren haar enig gezelschap. “Gelukkig dat mijn mama, die ook gestopt was met lesgeven om zich bezig te houden met mij, geregeld langskwam. Zo vierden we mijn vijftiende verjaardag op de top van de Eiffeltoren. Parijs heeft me alleszins geholpen om uit mijn schelp te komen en heeft me sneller volwassen gemaakt. Het was daarom een belangrijke etappe in mijn ontwikkeling, er zijn daar bovendien ook veel goede speelsters gepasseerd in die periode.” 34 PLAY TENNIS
Stunts
“Ze dachten dat ze de zusjes Williams waren” • Mertens had eigenlijk een deel van een tweeling moeten zijn maar haar broertje of zusje overleefde de zwangerschap niet. Zelf was ze daardoor ook een prematuurtje van zeven maanden. “Haar vechtersmentaliteit komt daar vandaan”, meende mama Mertens. • Haar grote zus heet Lauren. Zij speelde ook tennis en het is door haar dat Elise op 3,5 jaar met de sport begonnen is. De twee meisjes hebben veel aan elkaar. “In het begin zeiden ze dat ze later samen dubbel zouden spelen zoals de zusjes Williams”, herinnerde mama Mertens zich. Lauren doorliep evenwel een ander parcours, maakte ook haar droom waar en werd uiteindelijk pilote voor KLM. • Yanina Wickmayer haalde ook eens de halve finale van een grandslamtornooi, zij deed dat op de U.S.Open 2009 en werd het nummer twaalf van de wereld. Vandaag staat ze daar ver vanaf. “Ik denk niet dat zoiets mij ooit gaat overkomen”, aldus Mertens. “Maar op dat niveau, waar je voortdurend aan grote tornooien meedoet, verlies je nu eenmaal meer dan dat je wint. Je moet daarom leren omgaan met nederlagen, iets dat me in het verleden wel niet zo goed afging.”
“We hebben alles zelf moeten betalen” Zonder de steun van Tennis Vlaanderen – “We hebben alles zelf betaald.”, onderstreepte mama Mertens (Liliane Barbé) – moest het budget gewikt en gewogen worden, met een papa die kerkmeubelen fabriceerde en een mama die geen onderwijzeres meer was. “Ik was me daar altijd bewust van”, zei Mertens. “Ik wilde werken voor elke gespendeerde euro. Ik deed daarom soms zelfs te veel. Ik zal ook nooit het geld door de ramen zwieren. Ik weet goed genoeg wat ik gekost heb aan mijn ouders.” Ze was nummer zeven van de wereld bij de junioren, maar dat wilde uiteindelijk niet zoveel zeggen. “Bij de profs vertrekt iedereen opnieuw van nul”, wist Mertens. “Ik heb me ook regelmatig afgevraagd of ik er wel zou geraken. Of het de moeite en het geld wel allemaal waard was. Zeker in een periode dat ik meisjes van mijn leeftijd de top 100 zag binnengaan en ikzelf stagneerde tussen 120 en 150. Op training lukte nochtans alles heel goed, maar niet in een match, misschien dat ik wel te hard wilde winnen. Maar in Hobart vorig jaar is de klik gekomen. Ik heb er de kwalificaties voor de Australian Open laten voor schieten maar won de titel en realiseerde me tegelijkertijd dat als ik vrijuit tenniste alles veel makkelijker ging. Plots besefte ik: ‘ik kan het maken!’ Iets dat mijn ouders me trouwens altijd hebben voorgehouden.”
Een Berlijnse bol in Hamont Mertens, zeer discreet in het dagelijkse leven, zag na haar formidabele tournee down under plots de media op haar deur bonken. Ook al houdt ze zich meestal op de vlakte als het over haar privéleven gaat toch geraakt ze niet uitgepraat over haar liefde voor dieren en de kleine dierentuin die ze bij haar thuis mee heeft opgebouwd. Honden – “Sommigen komen uit een asiel, Elise vindt dat ook zij thuis verdienen”, aldus de mama – en vogels komen er het meeste voor. “Ik ben een simpel meisje”, glimlachte Mertens. “Ik vind altijd rust en liefde bij mijn dieren. Ik houd niet van de spotlights en ga niet op zoek naar blitse auto’s of dure schoenen. Toen ik mijn eerste 10.000 dollar-tornooi heb gewonnen kreeg ik van mijn papa twee schildpadden. Een belofte van lang geleden die hij is nagekomen. En na mijn titel in Hobart heb ik mezelf twee parkieten cadeau gedaan.” De Limburgse laat zich niet gek maken. “Ik snap wel dat de mensen me anders bekijken en begroeten nu. Hier in mijn dorp hebben ze zelfs een gebak, een soort Berlijnse bol, gemaakt en naar mij genoemd. Het lijkt op een gele tennisbal en er staat een E op, en het is lekker! Maar ook dat zal mijn hoofd niet op hol jagen.” Iets dat beaamd
36 PLAY TENNIS
wordt door het hoofd van de Kim Clijsters Academy, Carl Maes: “Elise zal altijd de Elise uit Hamont blijven, net als Kim altijd het meisje uit Bree is gebleven.”
Eén coach, één vriend Vanzelfsprekend viel de naam Kim Clijsters vaak op het moment dat Mertens de Belgische vlag met brio verdedigde op de Australian Open maar als er één persoon misschien wat meer krediet verdiende voor de opgang van zijn vriendin, dan is het Robbe Ceyssens wel. Heel vaak komt het niet voor dat coach en lief één en dezelfde persoon zijn, het is ook niet simpel om die beide leefwerelden van elkaar gescheiden te houden, maar sinds hun samenwerking op de U.S.Open 2016 heeft de carrière van Mertens wel een hoge vlucht genomen. Ondanks de successen rezen er wel vragen of deze samenwerking een lang leven beschoren was. Niet dus. Begin april viel toch nog redelijk onverwacht de beslissing dat Mertens en Ceyssens op professioneel vlak hun relatie beëindigden. Haar ex-coach Rick Vleeshouwers nam de rol van meereizende begeleider op terwijl Ceyssens de job van de Nederlandse exprof op de tennisacademie in Bree voor zijn rekening nam. De switch kende een directe respons: in Lugano won Mertens haar derde WTA-titel (ook al was Vleeshouwers daar zelf niet bij en nam papa Guido de honneurs waar). “Achttien maanden lang hebben Robbe en ik mooie resultaten geboekt terwijl we hebben getracht ons professioneel en privéleven gescheiden te houden”, zei Mertens. “Zoals in elk koppel kunnen er wel eens spanningen optreden maar dat mocht dan wel mijn tenniscarrière niet beïnvloeden. Onze relatie als koppel is er nog sterker door geworden. Robbe en ik waren al veel samen toen we tien jaar oud waren en tennisten op TC Hamont. Ik kende bovendien zijn ouders en grootouders. Daarna zijn we elkaar zo’n tien jaar uit het oog verloren maar op een dag ben ik naar wat jeugdwedstrijden gaan kijken van spelertjes die hij trainde en daar is de vlam terug overgeslagen. Hij is gepassioneerd door tennis en zonder hem zou ik niet staan waar ik nu sta. Hij gaat me ook nu nog opvolgen en begeleiden als ik op de academie ben. En thuis natuurlijk. Maar door onze professionele samenwerking te herzien, door opnieuw met Rick te werken onder supervisie van Carl Maes, gaan we meer tijd en ruimte hebben om privémomenten te beleven en dat gaat ons leven als koppel alleen maar verbeteren.”
IN EEN WERELD IN VERANDERING,
V.U.: E. Jacqueroux, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE0403.199.702. FSMA n° 25.87 94.
KIEST U VOOR EENVOUD.
GEBRUIK EASY BANKING APP Ook om onze adviseurs te bellen.
De bank voor een wereld in verandering Easy Banking App is de gratis dienst voor mobiel bankieren van BNP Paribas Fortis en is een aanvulling op de online dienst Easy Banking Web.
Geweldige premières
38 PLAY TENNIS
Geweldige premières
Roland Garross Ook al zijn de verschillende ondergronden van de grandslamtornooien de laatste jaren een beetje uniform geworden, het gras is minder snel en het gravel minder traag waardoor de kampioenen sowieso allrounders zijn moeten worden, toch blijft ‘Les Internationaux de France’ een apart verhaal. Een oppervlak waar sommigen zich beter op thuis voelen dan anderen, om met Rafael Nadal maar even het grootste voorbeeld aan te stippen.
I
n de volgende pagina’s hebben we ervoor gekozen de vijf figuren op te voeren die de laatste 50 jaar het mooie weer hebben gemaakt op Roland Garros. Samen verzamelden ze maar liefst 35 grandslamtitels op het gravel aan de Porte d’Auteuil. Van in de jaren ’70 met Borg en Evert, over de heerschappij van Steffi Graf en de sublieme superioriteit van Justine Henin tot de dominantie van Nadal geven we tekst en uitleg bij legendarische momenten die het tornooi markeerden. Terugblikkend kan het zijn dan hun eerste titel niet noodzakelijk de spectaculairste verwezenlijking was maar het was voor elk van hen wel een primeur in Parijs en het vertrekpunt van een uitzonderlijke carrière.
De ultieme zoektocht Om maar even in te schatten hoe moeilijk het is om op Roland Garros te zegevieren volstaat het om naar de lijst met grote namen te kijken die daar nooit in geslaagd zijn. John McEnroe bijvoorbeeld. Hij won wel de titel bij de junioren maar bleef jaren later lang achter met een bittere ontgoocheling nadat hij in de finale van 1984 een twee sets tegen nul-voorsprong tegen Ivan Lendl (die hij bovendien haatte) niet kon afmaken. Ook voor Novak Djokovic was de zoektocht naar de Coupe des Mousquetaires een vreselijk beproevende missie. Zijn uiteindelijke realisatie van een droom – in 2016 won hij in de finale van Andy Murray nadat Nadal in de derde ronde had moeten opgeven met een polsprobleem – was meteen ook de aanzet tot een even onverwachte als indrukwekkende dip in zijn carrière. Alsof hij onbewust aan het einde van een queeste was gekomen. “Ik heb het me zelfs niet gerealiseerd toen ik gewonnen had”, zei Djokovic enkele maanden later. “Zoveel energie had ik verbruikt en zo tevreden en (mentaal) leeg was ik tegelijkertijd.”
Emoties En wat gezegd van Roger Federer? Ook hij moest, net zoals Djokovic, wachten op een moment van zwakte van Nadal – de Spanjaard verloor verrassend van Robin Söderling die in de finale geen partij was voor de Zwitser – om in 2009 zijn enige Parijse overwinning te boeken. “Ik kon niet meer normaal denken in het laatste game”, gaf Federer naderhand toe. “Ik kon haast niet meer tennissen. Ik hoopte er op dat hij vier fouten zou maken. Het was verschrikkelijk.” Andre Agassi kan erover meespreken. Tien jaar eerder (1999) dacht hij op zijn 29ste aan zijn laatste kans bezig te zijn om de vier grandslamtornooien op zijn palmares te zetten terwijl in het begin van zijn carrière en de jaren ’90 al twee kansen had laten schieten – mede omwille
van de schrik om zijn zwierige pruik te verliezen voor een vol Court Philipp Chatrier – om te zegevieren aan de Porte d’Auteuil. In zijn biografie vertelt hij het verhaal dat hij in dat seizoen op het tornooi van Monte Carlo nog Andrei Medvedev moed had ingesproken. “Hij voelde zich oud op zijn 24ste en had geen zin meer om te tennissen”, aldus Agassi. De Oekraïner vroeg raad bij enkele experten en dat zorgde ervoor dat hij in de weken daarop opnieuw uitstekend tennis serveerde en uiteindelijk in de finale van Roland Garros belandde…tegen Agassi.
Een andere Agassi “Ik had al mijn geheimen met hem gedeeld”, schreef Agassi in ‘Open’. “Hij wist alles van mij. Hij speelde bovendien cool, zonder druk. Ik had heel de voorraad vodka van de minibar er doorgedraaid. Brad (Gilbert, zijn coach) was gechoqueerd.” Gilbert was dat nog wat meer toen zijn speler, min of meer zelf in shock, de eerste set met 6-1 verloor en ook in de tweede set (6-2) in hetzelfde bedje ziek bleef. Moment gekomen opdat het lot, in dit geval de weergoden, in actie trad. Een regenbui zorgde voor een onderbreking waarin coach Gilbert een sermoen uit de kast haalde dat muren in de vestiaires onder het centercourt deed daveren. Met wel als gevolg dat er een andere Agassi op de baan kwam en die deed de match helemaal kantelen. Agassi was op dat moment niet langer het ongeleid projectiel en de intense provocateur die als jonge twintiger het circuit was komen opstormen. Hij was een kalende bijna-dertiger die zijn tranen niet kon tegenhouden omdat hij zijn (Parijse) duivels had kunnen bedwingen en de eerste speler werd die alle vier de grandslamtitels op zijn palmares had staan sinds Rod Laver. Hij won daarop ook nog de U.S.Open en eindigde het jaar als nummer een van de wereld. Tijdens die Roland Garros leerde Agassi bovendien ook Steffi Graf kennen, zijn latere vrouw. Uiteindelijk zou hij nog drie keer de Australian Open winnen en op de U.S.Open afscheid nemen als een levende legende van de sport.
1974.
Bjorn Borg
Bjorn Borg vierde zijn achttiende verjaardag in de eerste dagen van een French Open die in de annalen zou vereeuwigd worden. Die editie ’74 was nochtans niet onvergetelijk op tennisgebied maar de eerste grote titel voor de jonge, Zweedse held was wel de start van een onwaarschijnlijke periode van zeven jaar, vooral gesitueerd tussen Parijs en Londen, die zoveel stof deed opwaaien dat ze er recent zelfs een film aan gewijd hebben. 40 PLAY TENNIS
Geweldige premières
De geboorte van een rockster
M
et de tijd is het moeilijk om nog andere dingen te herinneren dan de pandoeringen die Borg aan zijn tegenstanders gaf in de lichtstad. Zijn demonstratie in 1978 bijvoorbeeld (acht games verloren in zijn eerste drie wedstrijden, 32 in totaal en vijf in de finale tegen Vilas) of zijn titel in 1980 zonder setverlies. Maar het jaar dat Borg voor het eerst zijn opwachting maakte aan de Porte d’Auteuil had de koele Scandinaviër nog niet zoveel pijlen op zijn boog. De tweede week was het zelfs harken en zweten voor de latere ‘IceBorg’. In de achtste finale had hij zo bijvoorbeeld vijf sets (0-6, 6-3, 6-3, 5-7, 6-3) nodig tegen Eric Van Dillen, een Amerikaan die op dat ogenblik de nummer 41 van de wereld was. Zelfde gevecht in de kwartfinale waarin de Mexicaan Raul Ramirez (ATP 21) ook pas na een vijfsetter (6-2, 5-7, 4-6, 6-2, 6-3) wou buigen. En in de finale, op 16 juni om precies te zijn, was het van hetzelfde laken een pak tegen de Spaanse gravelmeester Manuel Orantes (ATP 12).
Zes keer Parijs, vijf keer Londen
Borg laat vanzelfsprekend vooral zijn racket spreken. Hij is zuinig op zijn glimlach maar gul met onvergetelijke tennismomenten. Hij wint zes keer Roland Garros en vijf keer Wimbledon met zijn houten Donnay-racket en domineert het circuit van 1974 tot 1981. In zoverre zelfs dat hij op dat ogenblik, samen met Mohammed Ali, de populairste sporter ter wereld wordt. Hij is zo gefocust en beweegt zo snel over de baan dat die kleiner lijkt aan zijn kant van het net. Zijn tennissymfonie lijkt op voorhand op muziekpapier uitgeschreven waarbij hij de perfectie zo hard benadert dat het haast saai wordt. Zeker als hij in vorm is en op gravel staat. Maar, en dat is waarschijnlijk het spectaculairste aan Borg, toch slaagt hij er telkens in – door hard te trainen met zijn coach Lennart Bergelin – zich als een kameleon aan te passen aan de snelle omstandigheden van het gras op Wimbledon en zelfs tegen de beste volley-spelers van die periode voldoende ritme te vinden om vijf keer te zegevieren op de All England Club.
Backhand met twee handen
Verbijsterde Orantes Orantes was op dat moment zes jaar ouder dan Borg en had dus zijn ervaring mee. Tegenover de Zweedse metronoom probeerde hij het verschil te maken met een elegant soort tennis, gebracht door een linkshandige met veel balgevoel. Borg, volledig in het geel gekleed, was op dat moment nog niet het fysieke monster en kwam dan ook op een 2-6, 6-7-achterstand. En het was net op dat moment dat de match volledig omsloeg. Borg begon met zijn revolutionaire topspin Orantes stilaan te doen kraken. De Spanjaard doofde compleet uit en bleef verbijsterd achter.
De topspinforehand en de passingshots van Borg hebben een hele generatie kapotgespeeld. Revolutionair was echter vooral zijn backhand. Samen met Jimmy Connors en Chris Evert introduceerde hij in 1974 de dubbelhandige versie op het profcircuit, die daarna gemeengoed zou worden. Een nieuwigheidje dat indertijd haast als een barbaarse aanval op de tennisetiquette werd aanzien. Maar meteen kreeg de dubbelhandige backhand wel overal ter wereld navolging en werd de eenhandige versie door de coaches niet meer voorgeschreven aan de beginnende tennissertjes. Het woord ging snel rond: ‘dit is dé uitvinding!’. Van de ene dag op de andere was de dubbelhandige backhand van Borg het te volgen voorbeeld in het moderne tennis.
Opgehitste schoolmeisjes
Hockeystick
Het is de start van een heerschappij die het aangezicht van de sport doet veranderen. En niet alleen op de baan. Borg is de eerste tennisspeler die erin slaagt voor een massahysterie te zorgen bij de jeugd. Zijn posters hangen aan de muren van de kamers van teenagers alsof hij de volgende rockster is. Met zijn lange benen en manen, zijn kenmerkende Fila-bandana en zijn aura van een onbereikbare vedette wordt hij zelfs het vijfde lid van de popgroep Abba genoemd. Hij is de lieveling van de Engelse kostschoolmeisjes die ervoor zorgen dat Wimbledon wordt overrompeld en in een krijsende mensenzee verandert bij elke verschijning van de koele tennisgod.
Borg speelde in zijn jeugd in het Hoge Noorden veel ijshockey, en hij pakte zijn racket dan ook vast als een ijshockeystick. “Het voordeel van die backhand is dat je er erg veel kracht uit kan halen en de tegenstander moeilijker kan raden naar waar de bal gaat vertrekken. Het minpunt is een gebrek aan reikwijdte maar dat compenseerde ik met mijn snelheid. Ik zeg niet dat de tweehandige backhand de juiste oplossing is maar de slag moet wel passen bij je temperament.” Vandaag nog is die slag overheersend op het circuit, al blijven spelers als Henin, Mauresmo, Federer, Wawrinka of Gasquet bewondering oproepen met hun eenhandige beauty’s.
42 PLAY TENNIS
Geweldige premières
Einde carrière op zijn 25ste Terwijl de Zweed zijn eerste grandslamtitel won op zijn achttiende kwam zijn carrière tot een vroegtijdig einde in de zomer van 1981, na zijn nederlaag tegen John McEnroe in de finale van U.S.Open. De Amerikaan had dat jaar zijn grootste rivaal ook al geklopt in de eindstrijd van Wimbledon. Borg was toen nog maar 25 jaar. “Direct na het verlaten van de baan ben ik in mijn zwembad gesprongen van het huis dat ik in die tijd bezat in Lond Island”, aldus Borg. “Als een echte toerist. Ik besefte toen dat mijn motivatie niet meer dezelfde was. Ik was de nummer een van de wereld geweest, nummer twee zijn interesseerde me niet.”
Return...niet goed Borg won nooit op Flushing Meadows en dat ondanks vier finales. Ook de Australian Open was niet aan hem besteed, mede omdat hij maar één keer (1974) naar down under afreisde. Het tornooi in Melbourne had in die periode niet het belang van de huidige versie. In 1991, op zijn 35ste en twee jaar na een zogenaamde zelfmoordpoging door middel van een overdosis slaapmiddelen, waagde Borg zich aan een comeback. Het bleek even utopisch als pathetisch, net zoals het vasthouden aan zijn houten Donnay-racket.
Opvolging
De rock en roll-jaren! Naast Adriano Panatta zit Jimmy Connors en de vrouw van Ilie Nastase, Dominique.
Sindsdien heeft Borg wel een evenwicht hervonden in zijn leven, al was zijn post-carrière niet direct een voorbeeld van goed management. Zo werd zijn onderbroekenimperium failliet verklaard, had hij problemen met de belastingen en wilde hij zelfs op een bepaald moment zijn vijf Wimbledon-trofeeën verkopen om geld in het laatje te brengen. Iets waar hij uiteindelijk toch vanaf zag. Hij was bovendien drie keer getrouwd en heeft daarbij twee kinderen. Eén daarvan is Leo die de jonge Borg speelt in de film ‘Borg/ McEnroe’ en zelf zeer behoorlijk tennist. Hij nam bijvoorbeeld al deel aan het prestigieuze jeugdtornooi ‘Les Petits As’.
1974.
Chris Evert
Een blonde engel, Chris Evert, net negentien en op de baan een verpersoonlijking van de traditionele elegantie. Zij ook begon aan haar imperium in 1974, één dag eerder dan Bjorn Borg. Zeven keer won ze op Roland Garros en in totaal haalde ze tien toptitels op gravel daar ze ook drie keer de U.S.Open op haar naam schreef toen dat tornooi nog op clay gespeeld werd. Zonder twijfel was zij de gravelkoningin.
W
e gaan die editie van 1974 hier niet verkopen als een magische gebeurtenis want daarvoor waren de finales – Borg tegen Orantes maar nog meer Evert tegen Olga Morozova die maar drie games wist te winnen – niet direct voer voor de geschiedenisboeken maar het staat buiten kijf dat het graveltennis dat jaar een nieuwe
44 PLAY TENNIS
époque was ingeslagen met de ontbolsterring van die twee tenoren in de Parijse arena. Vandaag lijkt het palmares van Rafael Nadal op Roland Garros onnavolgbaar en onovertrefbaar maar u gaat versteld staan in hoeverre Chris Evert, die Nadal de beste speler aller tijden noemt op gravel, met haar dominantie en palmares in de buurt kwam van zijn status.
Geweldige premières
De gravelkoningin Ze had tien titels kunnen/moeten winnen
Vanzelfsprekend spreken we hier over een ander tijdperk en een ander soort tennis maar we overdrijven niet als we stellen dat Evert op gravel even hallucinant was in de jaren ’70-’80 als Rafael Nadal vandaag. De zeven titels die ze daarbij verzilverde op Roland Garros, een record in het vrouwentennis, geven daarbij haar superioriteit eigenlijk nog niet voldoende weer. Zoals we eerder aangaven won ze ook drie maal (19751977) de U.S.Open (waarbij ze maar één set verloor op de drie tornooien!) toen dat tornooi nog gespeeld werd op de groene, snellere gravel van de Forest Hills Tennisclub. Tien toptitels dus in totaal op deze ondergrond. Bovendien deed ze niet mee op Roland Garros tussen 1976 en 1978 omdat ze zich toen had aangesloten bij de professionele liga WTT (World Team Tennis). Het is moeilijk in te schatten wat ze had kunnen verwezenlijken in die periode maar wetende dat ze in ’74 en ’75 al had gezegevierd aan de Porte d’Auteuil en het tornooi bovendien ook in ’79 en ’80 op haar naam zou schrijven terwijl in die jaren zonder haar de titels naar Sue Barker, Mima Jausovec (die zij in de finale in 1983 met 6-1, 6-2 zou verslaan) en Virginie Ruzici (die ze in 1980 in hetzelfde stadion 6-0, 6-3 zou geven) dan laat het weinig aan de verbeelding over dat Evert, de absolute nummer een in die periode, nog drie titels meer had kunnen winnen in Parijs en zo dus tien Coupes Suzanne Lenglen had kunnen bezitten.
Chris Evert heeft 125 gravelwedstrijden op rij gewonnen.
94,55% winst op gravel Bent u onder de indruk? U weet nog niet alles. Evert won tussen 1973 en 1979 maar liefst 125 matchen op rij op gravel, 44 wedstrijden meer dan Nadal op zijn best, waarbij ze maar acht sets moest afgeven en meer dan een kwart van die sets met 6-0 binnenhaalde. 94,55 procent van de wedstrijden op gravel sloot ze als winnares af, ofte 382 zeges tegenover 22 nederlagen, en ook dat is beter dan Nadal. De laatste keer dat ze op Roland Garros met de eindzege aan de haal ging was in 1986, op haar 31ste. Op die leeftijd speelt de Mallorcaan nog altijd en daarbij kan je niet ontkennen dat de fysieke en mentale belasting en de concurrentie vandaag de dag enorm zwaar is op het mannencircuit, vooral als je weet dat Rafa in 35 duels 26 keer twee van de grootste tennishelden aller tijden klopte. Maar laat u niet van de wijs brengen want ook Evert kreeg in haar tijd te maken met levende legendes zoals Martina Navratilova, Margaret Court, Billy Jean King en Evonne Goolagong. Een kransje topdames dat in totaal 61 grandslamtitels verzamelde maar op gravel gedomineerd werd door de blonde Amerikaanse. Navratilova, met haar negen zeges de koningin van Wimbledon, had bijvoorbeeld tien jaar nodig om in Parijs van Evert te kunnen winnen waarbij ze die zege in 194 nog altijd als de meest indrukwekkende in haar carrière beschouwt. In de twee jaren nadien zette Evert trouwens direct terug de puntjes op de i.
“Ik was nooit Little Miss Perfect”
Moeilijk om twee meer tegengestelde karakters, levenswijzen en tennisstijlen te vinden als die van Evert en Navratilova. En toch zijn ze voor eeuwig aan elkaar gelinkt en hebben ze hun carrières beëindigd met quasi perfect vergelijkbare palmaressen: allebei achttien grandslamtitels en 61 finales tegen mekaar gespeeld, met Martina als nipte winnares (35/26). Toen ze als zestienjarige vanuit Praag in Amerika was aangekomen, op de vlucht voor de Russische tanks, was het eerste dat Navratilova opviel het modernisme, het gigantisme, het junkfood en…Chris Evert. “Zij was alles waar ik van droomde”, lachte Navratilova. “In haar ogen moest ik dan weer een boerin uit het Oostblok geweest zijn die zich in Amerika kwam volproppen.” Leuk en proper was Evert het toonbeeld van de katholieke bourgeoisie uit Fort Lauderdale waarbij haar fijne verschijning haast als een anomalie werd aanschouwd in een circuit dat niet direct bekend stond voor een uitgesproken vrouwelijkheid. Haar idylle met Jimmy Connors was voer voor de kranten. En toch zal ook de extra-sportieve kant van beide dames, de ene die nogal wat amoureuze watertjes doorzwom en de andere die haar homoseksualiteit naar buiten bracht, ook met elkaar gelieerd blijven. Links het brute beest uit het Oostblok, een activiste met een opvliegend karakter en een agressief soort tennis. Aan de rechterkant het perfecte meisje van de buren met haar vrouwelijke kleedjes maar ook een stalen mentaliteit en een ijzeren baselinegame. Zij waren tegelijk rivalen en vriendinnen, tegen elkaar opgezet en met elkaar opgezadeld, ze stonden tegenover mekaar maar vonden ook steun bij mekaar. Zoals toen Navratilova van nota bene haar ex-landgenote Hana Mandlikova te horen kreeg dat het nu eenmaal niet eenvoudig was om tegen een man te spelen. Evert schrok er uiteindelijk niet voor terug om haar eigen imago onderuit te halen om haar concullega te verdedigen: “Iedereen dacht dat zij, van ons twee, de harde tante was op de baan maar eigenlijk was ze zo lief als een poesje. Ze was fragiel, ik was de kwaaie. En buiten de baan ben ik nooit Little Miss Perfect geweest. Ik heb nogal wat mannen gekend in mijn leven. Ik kan drinken, vloeken en hou van platte humor…”
Opgegroeid op gravel Het geheim van Evert? Dat ze, in tegenstelling tot het merendeel van de Amerikaanse jeugdspelers, was opgegroeid op gravel. “Ik begon op die ondergrond te spelen toen ik zes jaar oud was, waardoor mijn spelstijl uiteindelijk gebaseerd werd op de regelmaat en de capaciteit om de fout af te dwingen bij de tegenstandster. Ik was geen krachtige speelster, ik was eerder een geduldige counterpuncher. Ik bedank nog altijd de goden dat ik in de jaren ’70 ben kunnen opkomen omdat in die periode het tennis meer open was. Ik kwam na Billy Jean King. Tennis won alsmaar aan populariteit en dat bleef door toedoen van Borg, McEnroe en Connors groeien. Het stoot me een beetje tegen de borst om dat te moeten zeggen maar de laatste tijd is het mannentennis leuker om naar te kijken dan het vrouwentennis. Bij de heren is er nu eenmaal een sterkere rivaliteit. Matchen tussen topvedetten. Dat vind je niet meer bij de meisjes. Fysiek zullen ze zeker en vast straffer zijn dan vroeger, er zit duidelijk veel meer kracht in het tennis maar ik heb toch de indruk dat strategie en finesse minder van belang zijn geworden en dat komt vooral omdat iedereen hard tegen een bal slaat.”
Elke morgen croissants Als men Evert wijst op de drie gemiste jaren (1975-1977) op Roland Garros heeft ze toch geen spijt: “Ik stond daar zelfs niet bij stil. Ik had toen geopteerd voor het World Team Tennis terwijl de grandslamtornooien nog niet hetzelfde belang hadden als vandaag. We waren absoluut niet bezig met het tellen van het aantal titels. De Australian Open heb ik bijvoorbeeld ook niet vaak meegedaan omdat je daar eind december naartoe moest gaan en ik mijn familie niet wilde verlaten tijdens de Kerstperiode.” Haar beste herinnering aan Roland Garros is niet haar titel in 1974, ook al was het haar eerste grandslamkroontje, maar wel een voorval met haar ‘liefste vijand’: “Mijn laatste twee successen in 1985 en 1986 liggen mij het nauwst aan het hart omdat ik in die finales twee keer van Martina (Navratilova) heb kunnen winnen, twee keer in drie sets. Niemand geloofde er toen immers in dat ik haar nog kon kloppen, zij was toen ontegensprekelijk de beste speelster ter wereld.” Haar dieet in die tijd stelde in se niet zo heel veel voor. “Ik kreeg elke morgen croissants. Een sportdieet bestond niet, net zo min als vegetarische gerechten. We aten elke dag steak met aardappelen”, lachte Evert.
46 PLAY TENNIS
Geweldige premières
1987.
Steffi Graf
Lang voor Justine Henin was er ene Steffi Graf die Roland Garros beheerste en begeesterde. Ze was tegelijkertijd auteur van de kortste (34 minuten in 1988) en langste finale (3h04 in 1996) in Parijs. Op een paar dagen van haar achttiende verjaardag werd Graf de allerjongste laureate terwijl ze in totaal met zes Coupes Suzanne Lenglen zou eindigen. Die warme zomerdag in 1987 toonde ze zich voor het eerst de meerdere van Martina Navratilova en stootte daarmee de poort open naar een nieuw tijdperk op het WTA-circuit.
H
et mondiale tennis heeft altijd geteerd op grote rivaliteiten, intense duels, charismatische figuren en verschillende spelstijlen. Borg versus McEnroe, Federer versus Nadal of Evert versus Navratilova staken eruit. Eentje kwam minder naar voren maar kon qua intensiteit, verbetenheid en niveau best wel tippen aan de rest, die tus-
48 PLAY TENNIS
sen Graf en Navratilova. Mogelijk dat de generatiekloof wel een rol speelde. Twaalf jaar zat er tussen de Duitse Fraulein en de Tsjechisch-Amerikaanse volleymachine. Uiteindelijk stonden beide grote dames wel achttien keer tegenover elkaar en dat waren bijvoorbeeld toch vier wedstrijden meer dan wat McEnroe en Borg voor mekaar kregen.
Geweldige premières
Op haar zeventiende onttroonde ze Navratilova Sleuteldatum
Dubbele fouten
Noem die 6de juni 1987 trouwens gerust maar een sleuteldatum voor het damestennis. Dat was tot dan volledig in de ban van de rivaliteit tussen Chris Evert en Martina Navratilova, twee erg verschillende kampioenes die elkaar uiteindelijk in zestien jaar liefst 80 keer zouden ontmoeten en mede daardoor beste vriendinnen zouden worden. Toen een jonge maar erg ambitieuze blondine dat ‘evenwicht’ kwam verstoren keek een deel van de tennisgemeenschap en het grote publiek natuurlijk vreemd op. In 1986 keken Graf en Navratilova elkaar al eens in de ogen in de halve finale van de U.S.Open en toen al was het een strijd op leven en dood uitgedraaid. Graf kreeg drie matchpunten waarvan er eentje stierf op de netband en verloor met 10-8 in de tiebreak van de derde set. Graf was duidelijk op weg om de koningin te onttronen en lang heeft ze niet moeten wachten om dat waar te maken.
Tegenover het superagressieve serve and volley-tennis van Navratilova plaatste Graf een snoeiharde forehand maar het was toch vooral afwachten hoe de Duitse supervrouw de linkse opslag van haar tegenstandster met haar minder geachte backhand ging retourneren en of ze ook leep genoeg ging zijn om de aanvallen op haar backhand met een passingshot te pareren. Op het moment dat Navratilova bij 5-3 in de derde set voor de overwinning mocht serveren leek de koers gelopen maar ondanks al haar ervaring sloeg de spanning toe bij de Amerikaanse en enkele belangrijke punten gingen met dubbele fouten pijnlijk verloren. Graf haalde het uiteindelijk met 8-6 en won zo haar eerste grandslamtitel. Achteraf reageerde ze op haar eigen complexe en discrete manier: “Ik ben tegelijk tevreden en ontzet. Want zonder haar dubbele fouten had ik het waarschijnlijk nooit gehaald.”
Coach en transgender De situatie voor aanvang van die Roland Garros was op zijn minst een beetje paradoxaal te noemen. Graf, die gepast had voor de Australian Open, telde reeds zes WTA-titels op haar conto dat seizoen terwijl Navratilova, nummer een van de wereld en eigenares van dertien grandslamkronen nota bene, nog niet van het succes had kunnen proeven dat jaar. Ze koos er daarom zelfs voor om opnieuw samen te werken met één van haar oud-coaches, de transgender Renée Richards (geboren als Richard Raskin), en zou ook een nieuwe racket uittesten. Toen ze dan ook nog eens in de halve finale Chris Evert met 6-2 6-2 versloeg – in de twee vorige edities had Navratilova telkens de finale verloren van haar rivale en het tennis van Evert was duidelijk beter voor gravel geschikt – leek het dat ze de juiste beslissingen had genomen. Maar dat was buiten Graf gerekend. Die gaf na afloop wel ruiterlijk toe dat ze het misschien niet verdiend had om te winnen.
Golden Slam Navratilova had nadat ze op Key Biscane al eens gedomineerd was geweest door Graf trouwens reeds met een kwinkslag gereageerd door te zeggen dat “Graf de beste speelster ter wereld is…tot onze volgende ontmoeting.” In Parijs toonde ze zich nog strijdvaardiger. “Trek hier geen conclusies uit dat ze mij onttroond heeft”, zwoer Navratilova en ze voegde prompt de daad bij het woord door Graf te verslaan in de finale van Wimbledon, haar favoriete speeltuin, en de U.S.Open. Uiteindelijk bleek dat echter maar een vertragingsmanoeuvre want de Duitse machine had zich wel degelijk op gang getrokken. In 1986 had Navratilova 89 matchen gewonnen en er amper drie verloren. Het jaar daarop zou Graf eindigen met 75 zeges en twee nederlagen, haar overwinning op Roland Garros was haar 39ste triomf op rij. Het was dan ook een echte machtsoverdracht. De hertogin, zoals Graf ook wel genoemd werd naar het beeld van een ietwat koude maar elegante en sportieve speelster, won in 1988 zelfs de Golden Slam – de vier grandslamtitels en Olympisch goud (Seoel). Niemand deed het haar ooit voor of zou het haar ooit nadoen.
50 PLAY TENNIS
Geweldige premières
1999, mijn mooiste herinnering Steffi Graf is de enige speelster die ooit de finale van Roland Garros won met een dubbele 6-0. Slachtoffer van dienst: de jonge Russische Natasha Zvereva die in de halve finale niemand minder dan Martina Navratilova had gewipt. Zelf vindt ze evenwel haar mooiste herinnering aan de Porte d’Auteuil haar zesde en laatste overwinning. Die had ze in 1999, toen ze na een bewogen finale Martina Hingis onder de knoet hield, immers niet meer verwacht. De achttienjarige Zwitserse verloor, al te zelfzeker, volledig de pedalen nadat ze met 6-4, 2-0 had voorgestaan en bij 5-4 zelfs voor de match had geserveerd. “Dit is de laatste keer dat ik hier heb meegedaan”, zei Graf die anderhalve set compleet van het kastje naar de muur werd gespeeld door het Zwitserse supertalent. “Dit souvenir moet intact blijven. De hele match zei ik tegen mezelf dat ik het waarschijnlijk niet ging halen. Nooit eerder ben ik iemand tegengekomen met zo’n spelinzicht. Dit is zonder meer mijn allermooiste zege.” Dat jaar mocht Graf bovendien het kampioenenbal in Parijs openen met ene Andre Agassi, die net zijn enige titel had gewonnen op Roland Garros. Het was het begin van een even mooie liefdesgeschiedenis. Enkele weken na die laatste triomf hing Steffi Graf haar rackets aan de haak, een maand nadat ook Boris Becker dat had gedaan. Haar atletische capaciteiten waren fenomenaal, haar benenspel is zelfs vandaag nog een voorbeeld. Vanzelfsprekend had haar carrière er heel anders uit kunnen zien als haar grote rivale, Monica Seles, in april 1993 niet was aangevallen geweest door een gestoorde fan van Graf – op het tornooi van Hamburg kreeg Seles tijdens een wedstrijd een mes in de rug geplant – maar daar kan de ondertussen in Las Vegas residerende Duitse niets aan doen. De superkampioene die op de baan nooit een krimp gaf en amper emoties toonde kende haar eigen sores met haar bezitterige vader die veroordeeld zou worden tot drie jaar gevangenis voor belastingfraude en zo ook een nefaste invloed had op de carrière van zijn dochter.
2003.
Justine Henin
Nooit had een Belg een grandslamtitel weten te winnen. Op die historische 7de juni stonden er twee in de finale van het grandslamtornooi dat zich het dichts bij onze landsgrenzen bevindt. De Vlaamse Kim en de Waalse Justine stormden samen naar de top van het internationale damestennis en zorgden voor een gouden tijdperk. Henin was de eerste die de Heilige Graal omhoog mocht steken, waarbij ze ook haar belofte aan haar overleden mama eerde. Emoties.
52 PLAY TENNIS
Geweldige premières
België boven aan de Porte d’Auteuil
D
ie finale van Roland Garros maakt ontegensprekelijk deel uit van de Belgische geschiedenis, net zoals de overwinningen van Eddy Merckx in de Tour de France of de halve finale van de Rode Duivels op de wereldbeker voetbal in Mexico 1996 of de wereldexpo van 1958. Een evenement waarbij ons landje op de wereldkaart wordt gezet, onze kwaliteiten onder de spotlights komen te staan en de hele natie met trots vervuld raakt. Op Roland Garros waren er altijd al veel Belgische supporters, niet abnormaal op amper 300 kilometer van Brussel, maar die zaterdag in juni 2003 leek de Court Philippe Chatrier werkelijk geannexeerd. Zelfs de presidentiële loge was overrompeld door hoogwaardigheidsbekleders, politici en leden van de koninklijke familie waaronder Koning Albert II zelve. Niemand wilde dit historisch moment missen en het centercourt werd dan ook een zwartgeelrode zee. België boven aan de Porte d’Auteuil. Om nog maar te zwijgen over hoe het in ons land zelf aan toeging waar zowat elk zichzelf respecterend dorp, café of tennisclub wel een groot scherm had opgezet en het leven op die zaterdagnamiddag volledig stilviel. Dit in tegenstelling tot wanneer beide tenoren bij hun terugkomst in triomf werden gevierd op de Grote Markt van Brussel.
Kim twee jaar eerder Eigenlijk was alles al twee jaar eerder in hetzelfde stadion begonnen, met de eerste 100 procent Belgische halve finale op een grandslamtornooi. De tableau had zich in die editie trouwens mooi geopend voor onze beide heldinnen – Justine negentien en Kim achttien – opdat ze tegen elkaar voor een plek in de finale konden strijden. In die tijd was het geen verrassing als een teenager een grandslamtitel won en was je op je negentiende al lang geen ‘belofte’ meer. Die tijden zijn ondertussen wel veranderd. Het zorgde alleszins voor een nooit geziene heisa rond het Belgische tennis en de druk was dan ook navenant. Henin gaf in die halve finale anderhalve set lang tennisles aan Clijsters en kreeg bij 6-2, 4-2 drie ballen om naar 5-2 op te schuiven. Moment gekomen om de spanning te voelen binnensluipen en de match uit haar handen te zien glippen (6-2, 5-7, 3-6). Emoties hadden eens temeer een belangrijke rol gespeeld in de uitkomst van een vrouwenmatch. “De kans lag er voor het oprapen maar ik heb ze niet gegrepen”, zei Henin achteraf. “Misschien ontbrak het me aan de nodige ervaring. Ik heb mijn voet niet op het gaspedaal gehouden en Kim heeft me ingehaald en voorbijgestoken. Dit was mijn droom maar ik heb hem laten ontsnappen.” De ontgoocheling bij Henin was enorm maar Clijsters zorgde wel, samen met Jennifer Capriati, voor één van de mooiste, spannendste en meest hoogstaande damesfinales in de geschiedenis van Roland Garros.
Het Amerikaanse ex-kindsterretje haalde het uiteindelijk met 12-10 in de derde set. We zullen nooit weten hoe het Belgisch duel verder zou verlopen zijn als Clijsters daar, op het Parijse gravel, wel haar eerste grandslamtitel had gewonnen.
De hand van God? Na een editie 2002 om snel te vergeten voor onze Belgische wondervrouwen – een gekwetste Henin verloor in de eerste ronde, Clijsters in ronde drie – wordt 2003 het jaar waarin alles echt begint te lopen voor beide dames waarbij Henin (mentaal) de bovenhand neemt. Ze verslaat in die periode Clijsters drie keer op rij: in de finale van Roland Garros, de U.S.Open en de Australian Open (2004). Paradoxaal genoeg zijn het twee halve finales die in het geheugen van menig tennisliefhebber gegrift blijven en in de tennisannalen zullen terechtgekomen, die tegen Serena Williams in Parijs en tegen Jennifer Capriati in New York. De jongste Williams had Roland Garros aangevat als het nummer een van de wereld en deed dat met een reeks van 33 ongeslagen grandslamwedstrijden in de bagage. Ondanks dat beide dames in een verschillende gewichtscategorie boksten had Henin al eens van Williams gewonnen, op het groene gravel van Charleston, en haar eerste set van die halve finale op Roland Garros was regelrechte reclame. “Ik denk niet dat ik iets gemist heb”, lachte Henin. In de tweede set verloor ze echter de controle en liet ze net als tegen Clijsters twee jaar eerder haar kans schieten (4-6). Het was evenwel het derde bedrijf dat even bloedstollend als controversieel was. Williams liep uit naar een 4-2 (30-0)-voorsprong toen ze een eerste service in het net sloeg, Henin had echter haar hand omhoog gehouden als teken dat ze nog niet klaar was. De Amerikaanse krachtbatterij had dat opgemerkt maar zo niet de scheidsrechter. Toen Williams dan ook een ‘let’ aanvroeg begreep die niet waarom, waarop Henin gebaarde van krommenaas en er het nodige tumult ontstond op de Court Philippe Chatrier. Het publiek was sowieso al op de hand van underdog Henin en Williams had dat nog een beetje geholpen door twee keer ‘out’ te roepen en te stoppen met spelen terwijl bij nazicht van de afdruk ze twee keer in het ongelijk moest gesteld worden. De ambiance werd vijandig en elektrisch en Williams verloor nu op haar beurt de pedalen. “Ik heb zowat alle emoties meegemaakt op de baan”, zei Henin. “Het was een onwaarschijnlijke wedstrijd. Ik kwam op voorsprong, Serena werd minder dominant en begon minder te serveren waardoor de match nog een laatste keer gedraaid is. Na drie games op rij mocht ik serveren voor een plaatsje in de finale. Het werd een heel slecht spel met twee dubbele fouten. Ik was er niet klaar voor. Gelukkig wel bij 6-5.”
“Françoise was er jammer genoeg niet bij” Met een joelend publiek op de banken was de handdruk tussen de twee tenoren ijskoud. Henin gaf later toe dat het tegelijk een fantastisch moment in haar carrière en de geschiedenis van Roland Garros was maar ook een herinnering waarop ze niet bijzonder fier is. “Er hing veel spanning rond die match. Het instinct pakt op zo’n moment vaak de beslissingen over. Het was waarschijnlijk ook een manier voor mij om me te doen respecteren. Haar attitude is immers ook vaak limiet geweest, ze was een echte killer op de baan. Ze speelde vaak op intimidatie.” Op de vooravond van de finale kwam haast vanzelf de belofte van Henin aan haar mama, die ze op haar twaalfde had moeten afgeven aan een lelijke ziekte, weer naar boven. “In 1992 had Justine twee tickets gewonnen om naar de finale tussen Graf en Seles te gaan kijken op Roland Garros”, deed vader José nog eens het relaas. “Eenmaal ter plaatse heeft ze, al wijzend naar de spelersboxen, tegen haar mama gezegd: ‘Op een dag, mama, ga jij daar ook zitten’. Helaas, toen dat moment aanbrak was Françoise niet meer onder ons om dat mee te maken.” De druk op beide speelsters in de finale moet voelbaar geweest zijn. Maar in tegenstelling tot wat er verwacht werd waren het de schouders en knieën
“Ik zou het iedereen willen aanraden om zo’n moment te beleven.” (Justine Henin) van Kim die het hardst knikten. “Ik voelde haar verlamd aan”, aldus Henin. “Minder hardnekkig en agressief dan anders. Maar ik heb haar dan ook geen enkele keer twee dezelfde ballen gegeven.” Ondanks een eerste game waarin ze (0-40) achterkwam ging ze er vandoor als een sneltrein (6-0, 4-2). Totdat het niet te vermijden moment van paniek toesloeg en de halve finale van 2001 in haar hoofd de revue passeerde. “Ik ben er zeker van dat ook Kim daaraan gedacht heeft, en dat ook heel veel mensen dachten dat er ook nu een ommekeer inzat, maar ik wist dat ik veel sterker was dan twee jaar daarvoor.”
“Overal kippenvel” “Het duurde maar een seconde maar het gevoel was overweldigend. Ik wens iedereen over de hele wereld het toe om het eens mee te maken.” Nadat ze met een knoop in haar maag de matchbal toch tot een goed einde had weten te brengen, stond de wereld even stil. “De bal raakt de netband en ik vroeg me af aan welke kant hij ging vallen. En dan was daar die totale ontlading. Een flits van adrenaline, overal kippenvel, onmogelijk om dat te beschrijven”, glimlachte Henin. “Ik dacht wel meteen aan mijn mama. Ik kon het niet geloven. Ik meende zelfs dat het onmogelijk was. Ik wilde gewoon mijn armen in de lucht steken maar verborg mijn gelaat in mijn handen, tranen in de ogen. Ik zag dat Kim vreselijk ontgoocheld was maar in onze omhelzing voelde ik wel een echte warmte en oprechtheid die me goed deed. Zij weet wat het is om een gezin te hebben dat geraakt is door kanker. Ik had die dag gewoonweg zo’n innerlijke kracht in me dat zij dat aan de andere kant van het net wel gevoeld moet hebben.”
54 PLAY TENNIS
Geweldige premières
In de voetsporen van Steffi Graf Toen Justine Henin in het begin van haar profcarrière meer en meer vedetten op het circuit ontmoette en leerde kennen gaven die haar de goesting om er vol voor te gaan. “Ik had geen idolen maar ik had wel tonnen respect voor Graf, Seles, Evert, Navratilova of Sanchez. Speelsters die het vrouwentennis op de kaart hebben gezet. Dat was wel een beetje ontzagwekkend voor een meisje van vijftien jaar. Ik kon haast niet geloven dat ik ook in hun wereldje meestapte. Het verstikte me haast, zo timide was ik. Ik weet nog dat ik Pete Sampras was tegengekomen op de trap van het trainingspark van Wimbledon en dat ik nooit zo onder de indruk was geweest in mijn leven. Het heeft me echt wel enkele maanden gekost vooraleer ik begon normaal om te gaan met die toppers. De enigste met wie ik nooit echt geconverseerd heb is Steffi Graf, en dat is misschien maar beter ook. Zo is haar aura intact gebleven in mijn hoofd. Kijk, als ik ben geraakt waar ik geraakt ben, dan komt dat voornamelijk door haar. Zij was mijn voorbeeld. Ik ben in het tennis terechtgekomen door naar haar te kijken op televisie toen ik zes jaar oud was.” In 2007 en tijdens het beste seizoen van haar carrière – zeges op Roland Garros, de U.S.Open waar ze de zusjes Williams klopte en op de Masters waar ze in een epische finale afstand nam van Maria Sharapova – kon ze eindelijk fatsoenlijk kennismaken met haar ‘idool’ tijdens een demonstratiematch voor het goede doel in Mannheim., waarbij ook echtgenoot Andre Agassi en Goran Ivanisevic opdraafden. “Wat een eer!”, zei Henin. “Dat had ik echt voor geen geld ter wereld willen missen. Ik voelde me weer een klein meisje, dit voelde aan als puur geluk.”
Justine viert haar terugkeer op de Grote Markt van Brussel, gevuld met 10.000 fans.
2005.
Rafael Nadal
Dertien jaar geleden, de jongen met de wilde manen was net negentien geworden, schoot Rafael Nadal de internationale scène op met een eerste grandslamtitel op Roland Garros, nadat hij eerder al de tornooien van Monte Carlo, Barcelona en Rome op zijn palmares had gezet. Sindsdien is Rafa bezig aan een onverbeterbare serie, een gravelkoning die heerst en verdeelt in zijn rijk.
A
ls je aan 100 leken zou vragen om het favoriete grandslamtornooi van Rafael Nadal te gissen dan gaat bijna iedereen voor de French Open opteren. Zozeer heeft hij er al geschiedenis geschreven. En toch was het de ultieme kinderdroom van de Mallorcaan om ooit op Wimbledon te staan. “Mijn nonkel Toni, de strafste en strengste coach, is mij vanaf mijn jongste jaren blijven inprenten dat dat het belangrijkste tornooi was. Op mijn veertiende beeldde ik het me dan ook in dat ik er ooit zou
56 PLAY TENNIS
meedoen en zou winnen natuurlijk. De grootste match van mijn leven is dan ook de finale van 2008 waarin ik Roger Federer versla op het Londense gras. Langs de andere kant voelde ik ook wel dat het eerste grote obstakel dat ik zou moeten overwinnen Roland Garros zou worden. Dat als ik er niet in zou slagen om in Frankrijk te winnen, op de ondergrond waarop ik had leren tennissen en die ik het beste beheerste, dat ik dan zeker niets kon gaan doen in Engeland.”
Geweldige premières
Het was zijn droom om…Wimbledon te winnen Zeventien zeges op rij
“Geen moment kunnen ademhalen”
In 2005 was Nadal nog een opkomende jongen die zich in volle ontplooiing bevond. Nummer vijf van de wereld al wel maar enkel maar deelgenomen aan twee grandslamtornooien, Wimbledon en de U.S.Open, zonder dat hij daarbij de kwartfinale had bereikt. En toch werd hij meteen naar voren geschoven als de te kloppen favoriet, net omdat hij aan de Porte d’Auteuil aankwam met zeventien zeges op gravel op rij in de achterzak. “Ook al had ik toen al de Davis Cup op mijn palmares staan (waarin hij van Andy Roddick won, red), toch overviel me vaak nog een twijfel of ik wel de capaciteiten had om het te maken op het allerhoogste niveau”, onderstreepte Nadal. “Vooral ook omdat sinds Mats Wilander (1982) niemand ooit nog het tornooi had gewonnen bij zijn eerste deelname en Federer ook van de partij was. Toen al was dat nog de enige titel die hem ontbrak om alle vier de grandslamtornooien op zijn erelijst te zetten. In de eerste rondes voelde ik me dan ook veel meer gespannen en nerveus dan normaal het geval was.”
Het meest opvallende aan de Rafael Nadal van die periode was het niet-aflatend dynamisme dat van hem afspatte. Van voor de opwarming als hij naar de baseline sprintte tot de laatste bal als hij de hand van zijn doodgestreden tegenstander gaat schudden blijft Rafa aan 100 procent stuiteren. “Vandaag probeer ik mijn energie toch wat meer te kanaliseren”, aldus Nadal. “Ik heb mijn tennis ook ontwikkeld en mijn service verbeterd.” In de finale tegen de nummer 37 van de wereld Mariano Puerta, die de avond van de eindstrijd voor de tweede keer in zijn carrière op doping zou betrapt worden, slaagde hij er zo in de Argentijn te verslaan op zijn eigen terrein. Dankzij een heroïsche verdediging waarvan hij alleen het geheim heeft om ze op de belangrijke momenten nog een beetje aan te schroeven overleefde hij een laatste stuiptrekking van Puerta. “Zelfs al zei Toni na de finale en trouw aan zichzelf dat Puerta beter had gespeeld dan mij – wat niet helemaal fout was – is wat ik mij herinner van die wedstrijd dat er heel veel emotionele spanning in de lucht hing en er enorm veel energie werd verbruikt. Nu ik eraan terugdenk heb ik de indruk dat ik zelfs geen tijd had om te ademhalen. Ik vocht voor elke bal en liep naar elke bal alsof ik nog twee dagen kon doorgaan. Uithouding was niet voor niets het codewoord van nonkel Toni. Hij heeft het me heel mijn leven ingeprent. Hij gaf me geen enkel respijt. ‘Je hebt de keuze tussen lijden en opgeven’, zei hij altijd. ‘Alles zit in je hoofd. In je attitude om te blijven doorgaan, langer en beter dan je tegenstander.’ Ik was zo opgewonden dat ik kon winnen dat ik op geen enkel ogenblik de vermoeidheid gevoeld heb, wat uiteindelijk ertoe geleid heeft dat Puerta zijn kaars uitdoofde.”
Een menselijke muur Een kleine anekdote: Rafa ontdekte in Parijs een passie voor de chocoladebroodjes van de Parijse patissiers. Een probleempje dat niet aan de ogen van nonkel/coach Toni was ontsnapt maar zoals wel vaker op zijn eigengereide maar wijze manier werd opgelost. “Toni zei tegen de rest van mijn entourage: ‘laat hem die zoetigheden maar eten, op een bepaald ogenblik gaat hij begrijpen dat hij verkeerd bezig is, als hij een indigestie heeft gekregen’. En zoals meestal kwam het ook zo uit. Uit ervaring heb ik geleerd moeilijk verteerbaar voedsel te vermijden als ik in competitie ben”, glimlachte Nadal. Dat eerste jaar leed zijn ijzeren fysiek alleszins niet onder zijn zoet regime en stuurde hij met zijn stalen forehand, een gezonde portie wilskracht en heel wat onwaarschijnlijke balrecuperaties – hij werd een menselijke muur gedoopt – tegenstanders als Gasquet, Grosjean en Ferrer, de wanhoop nabij, naar huis. Zo vierde hij op de vrijdag van de tweede week van het tornooi niet alleen zijn negentiende verjaardag maar ook een halve finale op Roland Garros tegen Federer. Het was hun allereerste ontmoeting op gravel.
Federer vond de sleutel niet Op dat ogenblik wist niemand dat Nadal met zijn voorarm van beton zou uitgroeien tot zowat de grootste nachtmerrie van het Zwitsers genie op die ondergrond. Federer zou maar twee keer kunnen winnen van de Mallorcaan op gravel. “Ik dacht nochtans de sleutel te hebben om hem te kloppen”, keek Federer vlak na de match met gemengde gevoelens terug. “Maar ik ben er niet in geslaagd mijn beste tennis te spelen. Ik ga daarvoor nu niet de kleedkamer afbreken maar ik wil natuurlijk hier wel nog ooit winnen.” Hij zou er vier jaar op moeten wachten, en dat nadat zijn rivaal verrassend zijn eerste nederlaag opliep tegen Robin Söderling. “Een groot deel van die halve finale heeft het gemiezerd”, herinnerde Nadal zich. “Federer trachtte er dan ook voor te zorgen dat de arbiter de match zou stilleggen. Hij zei voortdurend dat hij gegeneerd werd door de regen maar ik besefte goed dat ook mijn tennis hem stoorde. De match is uiteindelijk niet stopgezet en ik heb gewonnen.”
“Je wint nooit alleen” In zijn biografie beschrijft Nadal de ongelooflijke gevoelens die zo’n verwezenlijking teweegbrengt: “Het jaar voordien had ik een eerste letsel aan mijn voet gekend. Ze hadden me toch uitgenodigd op Roland Garros, om me een plezier te doen, maar ik was vooral gefrustreerd om de anderen te zien tennissen. En kijk, op zes maanden tijd, had ik drie stappen vooruitgezet met een eerste Davis Cuptriomf, een eerste ATP-zege in Monte Carlo en, nog groter, een eerste grandslamtitel in Parijs. Ik had ervan geproefd en het smaakte naar meer. Meteen had ik ook begrepen, toen ik me na de matchbal naar mijn box omdraaide en daar mijn familie in tranen zag, door het dolle heen terwijl ze elkaar omhelsden, dat je nooit alleen wint. Ook al sluit je je zo hard af in je bubbel en werk je je krom. De beloning was dan ook voor mij maar evenzeer voor mijn ouders, mijn nonkels, mijn meter die weende terwijl ze terugdacht aan het jongetje van zeven jaar dat ik ooit was en voor allen die me ooit hebben geholpen door de jaren heen. Het eerste dat door mijn geest ging toen ik de hand van Puerta geschud had was van mij in de massa te werpen en me een weg te banen om hen allemaal in mijn armen te sluiten.”
“De passie van McEnroe en de controle van Borg” Het dubbele aan Nadal, een jongen die extreem vriendelijk is en door zijn naasten als een vat val onzekerheden wordt omschreven, is dat hij zich in de kleedkamers transformeert in een nietsontziende krijger. “Hij staat dan wel aan de top van het mondiale tennis maar diep vanbinnen is het een zeer gevoelige kerel, ongerust en voorzichtig, vol scrupules eigenlijk en bang van alles – het donker, onweer, de zee en dingen die zijn familie zouden kunnen overkomen. Maar dat is moeilijk in te schatten voor de mensen buitenuit natuurlijk. Ik verwonder me altijd over het contrast tussen zijn onovertroffen moed op de baan en zijn ongelooflijke angstigheid ernaast. Privé is hij kwetsbaar terwijl hij zich intimiderend toont op het veld. Alsof hij van persoonlijkheid verandert en telkens voor een match de gladiator gaat zoeken die zich ergens in zijn lichaam schuil houdt.” Rafael Nadal heeft het geluk gehad om te kunnen rekenen op een nonkel die dan wel niet zijn eigen tennisambities had kunnen waarmaken maar wel zijn leven eraan gewijd heeft om van hem een competitiebeest te maken van het allerhoogste niveau. Bovendien had hij het uitzonderlijke privilege om van zijn veertiende op Mallorca te kunnen optrekken en trainen met een echte topper, in casu de tien jaar oudere nummer een van de wereld Carlos Moya. Die nam hem onder zijn vleugels als een grote broer en werd zijn mentor, raadgever en uiteindelijk ook zijn coach. “Het is de mentaliteit van Rafa die het verschil maakt”, wist Moya. “Forehand, backhand, dat is bij iedereen hetzelfde. Natuurlijk heeft hij ook talent, ik weet zelfs niet of hij zelf beseft hoe hoog zijn niveau soms is. Maar mentaal is hij van een andere planeet. Hij is een moordenaar met een buitenaardse focus op de belangrijke momenten. Zijn ambitie heeft geen limieten. Hij wil altijd en overal winnen. Hij gaat nooit genoeg hebben. Hij speelt met de spirit van Fort Alamo, tegenhouden en nooit opgeven. Je ziet in hem de passie van een McEnroe en de controle van een Borg, de koele killer. Vandaar dat hij over de hele wereld zo geliefd is.”
58 PLAY TENNIS
Geweldige premières
Na een match van 3h24 tegen Mariano Puerta won Rafael Nadal op zijn negentiende zijn eerste grandslamtitel op Roland Garros.
Tennis World Tour & Roland Garros eSeries by BNP Paribas Enkele dagen voor de start van ‘Les Internationaux de France’ in Parijs komt Tennis World Tour, het nieuwe supergame van Bigben, op de markt. Een tennisspel dat zonder meer uitzonderlijk is, waarbij je alle vier de grandslamtornooien kan aandoen op de verschillende ondergronden en je kan meten met alle toppers, waaronder Roger Federer. Het is een ongelooflijk en levensecht game dat zelfs rekening houdt met de belangrijkste factoren tijdens zo’n grandslamtornooi: vermoeidheid of de duur van de matchen. Kortom, het is bijna alsof je zelf op de baan staat. En de timing voor de lancering is bovendien perfect daar ter gelegenheid van Roland Garros 2018 de Franse Tennisfederatie en BNP Paribas samen de ‘Roland Garros eSeries by BNP Paribas’ organiseren. Dat wordt een eGaming-tornooi over de hele wereld waarbij de competitie zich vanzelfsprekend op de Tennis World Tour afspeelt. In acht landen, waaronder België en Frankrijk, zullen er kwalificaties georganiseerd worden. De winnaars van elk tornooi krijgen de eer om zich met elkaar te meten in het stadion van Roland Garros op vrijdag 25 mei. De gravelbaan in Tennis World Tour is natuurlijk in de kleuren van Roland Garros gemaakt en onder de spelers kan je ook Gaël Monfils, peter van het spel, terugvinden. Het game zal vanaf 22 mei verkrijgbaar zijn voor PlayStation®4, Xbox One, Nintendo Switch™ en PC. “De Franse Tennisfederatie is blij om samen met BNP Paribas, trouwe partner van Roland Garros, te kunnen investeren in het universum van de e-sport. Dit initiatief bevestigt dat het Parijse grandslamtornooi ook in deze groeiende sector voet aan de grond wil krijgen. Dit tornooi laat ons alvast toe om zowel de gepassioneerde tennisspelers als de gamers te verzamelen.”, legde Stéphane Morel, adjunct-directeur-generaal van de pool Strategie en Ontwikkeling van de FFT, uit.
Roland Garros onderscheidt zich hiermee als eerste grandslamtornooi dat dit soort competitie organiseert. Van zijn kant herbevestigt ook BNP Paribas We Are Tennis zijn engagement in deze sector. Reeds in 2005 creëerde BNP Paribas met PlayStation de Roland Garros Virtual Tour, het eerste virtueel tennistornooi voor spelers van twaalf tot 25 jaar. We kunnen alvast beamen dat Bigben met deze Tennis World Tour de bal niet heeft misgeslagen en heel waarschijnlijk miljoenen fans warm gaat maken voor de sport.
60 PLAY TENNIS
DISPONIBLE MAINTENANT
©2018 Published by Bigben Interactive and developed by Breakpoint. 2 , Ø and ”PlayStation” are registered trademarks of Sony Interactive Entertainment Inc. All rights reserved. ©2018 Nintendo. Nintendo Switch and Joy-Con are tradmarks of Nintendo. ©2018 Valve Corporation. Steam and the Steam logo are trademarks and/or registered trademarks of Valve Corporation in the U.S. and/or other countries.
Zomer seizoen
PLAY TENNIS 63
64 PLAY TENNIS
Zomer seizoen
Olé Del Potro! Un trouble-fête en embuscade Zijn moed en doorzettingsvermogen zorgden ervoor dat Juan Martin del Potro algemeen geliefd en gerespecteerd wordt op de tennisplaneet. Niemand geloofde in zijn terugkeer op het hoogste niveau maar vandaag is de grote Argentijn in elk tornooi dat hij meedoet een kanshebber op de eindzege, getuige zijn verovering van Indian Wells waar hij Roger Federer afhield. Del Potro is opnieuw een speler waar rekening mee gehouden moet worden.
H
et mag gezegd worden, de bruuske en eerder onverwachte neergang van de nummers een en twee, Andy Murray en Novak Djokovic, begin 2017 hebben de top van het mannentennis enigszins door elkaar geschud en er ook voor gezorgd, mede door de blessure van Stan Wawrinka, dat er een zekere nivellering plaatsvond. De langverwachte aanval en intrede van de jeugd liet daarbij, zeker op grandslamniveau, nog een beetje op zich wachten. Er was een superieure Roger Federer en een naar zijn beste vorm weerkerende Rafael Nadal nodig om die afbrokkelende hiërarchie te verdoezelen. Met de Zwitser uit eigen beweging aan de zijlijn en de Spanjaard op eenzame hoogte op zijn favoriete ondergrond lijkt ook het gravelseizoen niet direct voor suspense en spanning te zorgen. Gaat de echte show dan toch nog in de zomer losbarsten? Begin juli hoopt Federer alleszins opnieuw aan het feest te zijn in zijn Londense achtertuin (acht zeges op Wimbledon) waarna de Amerikaanse hardcourttournee volgt waarop Nadal vorig jaar zijn stempel drukte met een even indrukwekkende als overtuigende zege in New York. Een verrassing in de zomermaanden zou, door de relatieve chaos aan de top al niet meer zo uitzonderlijk zijn – zie de overwinning van John Isner in Miami – als in de beste periode van de ‘Big Four’ maar als er iemand de orde kan verstoren, dan denken wij aan één naam.
Gefrustreerde Federer Als er één partycrasher durft het feestje van Federer en Nadal binnen te vallen dan is het wel Juan Martin Del Potro. De vriendelijke reus uit Tandil is verrezen uit de doden en beschikt opnieuw over al zijn (indrukwekkende) capaciteiten. Zijn wilskracht, doorzettingsvermogen en zijn ijver om terug te keren van enkele carrièrebedreigende ingrepen aan de pols verdienen daarbij alle lof. Dat hij na jaren van calvarie opnieuw tot het kransje superspelers behoort toonde hij in Indian Wells waar hij in een pikante en hoogstaande finale drie matchpunten van een gefrustreerde Federer afweerde en diens serie van zeventien overwinningen op rij verrassend tot een einde bracht. Het is duidelijk dat Del Potro capabel is om van iedereen te winnen, als hij zijn lichaam niet te zeer belast en onderweg niet al te veel energie verspeelt. De Argentijn met de kanonforehand won misschien maar zeven keer in 25 ontmoetingen van Federer maar de Zwitser weet ook dat elkeen van die nederlagen er in belangrijke matchen kwamen en echt pijn deden.
Zoals die kwartfinale van de U.S.Open vorig jaar, de eindstrijd op Flushing Meadows in 2009 of zelfs de twee gemiste titels (2012-2013) in Basel, voor de ogen van zijn familie.
Kristallen pols Del Potro heeft op zijn palmares al een halve finale in Parijs, Londen en New York staan maar het is toch vooral op die U.S.Open dat hij de mooiste momenten in zijn carrière beleefde. Met drie kwartfinales, een halve finale en vooral de bekroning negen jaar geleden voelt hij zich er meer dan thuis. Zou Del Potro na een straffe, Amerikaanse lente – waarin hij op het hardcourt aldaar maar liefst zeventien matchen op rij wist te winnen – nu ook een even formidabele Amerikaanse zomer kunnen forceren? 3017 dagen zitten er tussen zijn triomf op Federer in New York en zijn overwinning op dezelfde tegenstander in Indian Wells dit jaar. Op 14 september 2009
“Ik moet mijn pols verzorgen alsof het mijn racket is. Vandaag geniet ik overal van, ik stond dan ook zeer dicht bij een afscheid..” maakte het een einde aan een vijf jaar durende heerschappij van Federer in ‘the big apple’. Iedereen was er daarbij van overtuigd dat de toen 21-jarige Del Potro zijn wagonnetje zou koppelen aan de Zwitserse locomotief. Uiteindelijk had hij niet alleen de kwaliteiten – forehand, opslag en mentaliteit van een kampioen – maar ook de persoonlijke overtuiging dat het mogelijk was. Het was evenwel zonder zijn broos lichaam gerekend. De kolos bleek van porselein en zijn pols van kristal. Del Potro won daardoor niet alleen geen enkele grandslamtitel meer maar tot dit jaar had hij zelfs nog nooit een ATP 1000-titel in de wacht kunnen slepen. Niemand kan ook maar een beetje inschatten waar de carrière van de gaucho zou gestaan hebben als zijn pols even sterk was geweest als de forehand die hij ermee produceert. Maar door zijn ontelbare tegenslagen – vier operaties in vijf jaar tijd (één aan de rechterpols in 2010 en drie aan de linkerpols in 2014 en 2015) miste Del Potro in die zeven jaar wel veertien grandslamtornooien en 40 Masters Series-tornooien. Zoiets helpt natuurlijk niet om je palmares aan te vullen.
66 PLAY TENNIS
Zomer seizoen
Vreselijke video “Ik denk dat de mensen mijn inspanningen om terug te keren wel appreciëren”, legde Del Potro uit. “Ze zeggen dat ze geraakt zijn door mijn verhaal. Ondanks alle minder fijne zaken die me overkomen zijn, ondanks alle operaties en momenten van depressie, heb ik nooit de armen laten zakken.” Richard Berger, de Amerikaanse chirurg die er uiteindelijk voor zou zorgen dat del Potro opnieuw op een tennisbaan terechtkon, meende zelfs dat alle beginnende tennissers een poster van de Argentijn op hun kamerdeur zouden moeten hangen hebben, als voorbeeld. Del Potro was dat trouwens al vroeg in zijn carrière. In 2005 was hij als zeventienjarige de jongste speler in de top 200 van de wereld. Een jaar later was hij de jongste in de top 100. In 2007 werd hij het jongste lid van de top 50 en weer een seizoen later en op zijn 20ste de jongste toptienspeler op dat moment. In 2009 won hij de U.S.Open, na een spectaculaire vijfsetter tegen de vijfvoudige titelhouder Federer. De grote vier wisten toen al dat ze er een concurrent bijkregen. Ware daar niet een hardnekkige tendinitis die enkele maanden later de kop opstak en hem het hele volgende seizoen aan de kant hield en hem uiteindelijk naar de kliniek in Amerika stuurde. Dokter Berger zorgde voor een oplossing waarna Del Potro in 2011 meteen de comeback van het jaar, hij kreeg een prijs van de ATP, lukte. Del Potro won een jaar later als bekroning een bronzen medaille op de Olympische Spelen van Peking. In 2013 stond de ‘Toren van Tandil’ door onder andere een finale in Indian Wells (na zeges op Murray en Djokovic) en een halve finale op Wimbledon opnieuw in de top vijf van de wereld. Een zeurende pijn aan zijn linkerpols zorgde nochtans voor het nodige ongemak waarbij enkele inspuitingen niet voor het nodige herstel zorgden. Dat deden ook twee operaties niet. Half juni 2015 postte Del Potro een hartverscheurende video op sociale media: “Ik verdien het niet om met zoveel pijn op de baan te staan. Ik wil geen pijn meer lijden. Ik wil niet dat ik deze sport ga haten.”
Een Boliviaanse kapper Iedereen dacht op dat ogenblik dat Del Potro een kruis kon maken over zijn carrière. Hijzelf bevestigde dat: “Ik zei tegen mezelf dat ik misschien aan het einde was gekomen. Ik kon het niet meer aan om ’s nachts te liggen wenen en overdag geen energie meer te hebben om door te gaan. Maar ik wist wel dat het leven verder zou gaan ondanks mijn problemen. Ik was echter nog zo jong, 27 amper, en uiteindelijk koos ik ervoor om tegen mijn naasten te zeggen dat ik het nog één keer ging proberen. Ik heb dan de telefoon genomen
en naar Amerika gebeld om te zeggen dat ik een derde operatie overwoog. Dat hebben we gedaan en kijk, hier sta ik nu.”, vertelde hij aan l’Equipe Magazine. “Ik stond stijf van de schrik toen ik er naartoe moest. Maar het was uiteindelijk een video van een Boliviaanse kapper die me er terug bovenop gehaald heeft en de kracht heeft gegeven om de operatie te ondergaan. Na een ongeval was hij verschillende vingers verloren. Zijn passie in het leven was haar knippen en hij wou absoluut zijn job blijven uitoefenen. Hij toonde in de video hoe hij zich had aangepast om te blijven knippen, door te werken met de vingers die hem restten. Ik vond dat een ongeloof sterk beeld!” Ook Del Potro paste zijn techniek, zijn tennis en vooral zijn backhand aan. “Drie operaties, dat laat sporen na”, wist hij. “Ik blijf nog altijd hier en daar wat pijn hebben Maar daar moet ik mee leven. Ik heb er elke dag veel werk mee alleszins. Ik moet voor de pols zorgen alsof het mijn racket is. Maar dat zijn dingen die er van kindsbeen af bij mij zijn ingehamerd. Mijn eerste coach had maar één adagium: hard werken! Hij bleef benadrukken hoe we enkel maar iets konden bereiken als we opofferingen maakten en inspanningen deden. Van die ingesteldheid profiteer ik vandaag nog. Ik stond immers meermaals op het punt om alles op te geven.”
Een zegen Sinds zijn laatste comeback lukte hij een zilveren medaille op de Olympische Spelen van Rio, waar hij verloor van Murray nadat hij Djokovic en Nadal geklopt had. Hij won tevens de Davis Cup, een première voor zijn land, tegen de Kroaten in Zagreb en geraakte bij de laatste vier op een grandslamtornooi. Bovendien vond hij terug aansluiting bij de top van de tenniswereld en won hij zijn eerste ATP 1000. Indian Wells is dus wel en niet een mirakel. Del Potro was al een paar maanden goed bezig. Voor de terugkeer van Nadal op zijn gravel had enkel Federer meer ATP-punten vergaard als de Argentijn in eenzelfde periode. In februari 2014 was Del Potro al eens de nummer vier van de wereld geweest maar dit keer zou hij wel eens nog hoger kunnen eindigen. Zijn absolute droom zou het zijn om ooit eens een grandslamtrofee in handen te houden maar het is onduidelijk of hij het fysiek zou aankunnen om zeven matchen op veertien dagen tijd tot een goed einde te brengen. Als zijn tennis echter blijft evolueren, zijn dubbelhandige backhand begint meer en meer op de oude versie te lijken, en zijn vertrouwen op zenit blijft staan, dan is veel mogelijk. In de chaotische maanden van begin 2017, toen het mannentennis op zoek was naar een nieuwe hiërarchie, kon zijn terugkeer enkel maar als een zegen voor de sport omschreven worden. Sindsdien hebben trouwens nog niet alle tenoren de weg naar de top teruggevonden. Del Potro deed dat wel. Waarom zou 2018 dan ook niet zijn jaar kunnen worden?
Oude gloriën!
“Ik reis de hele wereld rond om onze sport te promoten en om fans overal op de planeet te tonen dat die oude gasten toch nog altijd stevig kunnen tennissen.” (John McEnrœ)
68 PLAY TENNIS
Zomer seizoen
BNP Paribas Fortis Champions In het prestigieuze kader van de David Lloyd Club in Brussel wordt een Belgische etappe van de ATP Champions Tour georganiseerd. Dit circuit dat zich over de hele wereld verspreidt verzamelt de oud-sterren die nog altijd een aardig potje kunnen tennissen. Dat wil zeggen dat de toeschouwers van de BNP Paribas Fortis Champions enkele zeer leuke affiches en wedstrijden krijgen voorgeschoteld met een aroma van nostalgie en een gezonde dosis vertier.
I
n de schaduw van het Zoniënwoud ligt de David Lloyd Club in Brussel. Het is de ideale plek voor dit evenement. Er is immers voldoende plaats om een klein tennisdorp te installeren op de omringende terreinen waar de bezoekers en bedrijven met hun klanten in uitstekende omstandigheden kunnen ontvangen worden. Na twee jaar afwezigheid maakt de ATP Champions Tour zo opnieuw zijn opwachting op de Belgische velden met een tornooi dat van 24 tot 26 mei zal plaatsvinden. Tot twee jaar geleden werd de Belgische manche van dit evenement, de Optima Open, in Knokke gehouden maar na het failliet van de hoofdsponsor werd het project begraven om nu een heropleving te kennen in de Brusselse rand. Voor deze comeback kan de BNP Paribas Fortis Champions alvast rekenen op enkele ronkende namen. De Amerikaan John McEnroe is al meer dan twintig jaar een vaste klant op het circuit en nog altijd een superieure publiekstrekker. Naast hem zullen internationale vedetten en Belgische coryfeeën als Malisse, Rochus, Clijsters, Monami en Appelmans het publiek op een aangenaam schouwspel trakteren. Het principe van het tornooi is simpel: enkel ex-nummers een van de wereld, grandslamfinalisten of Davis Cupwinnaars mogen hier aan meedoen. Daarom dat naast McEnroe ook Henri Leconte, Thomas Enqvist (negentien ATP-titels op zijn palmares), Thomas Muster (winnaar op Roland Garros 1995) en Mark Philippoussis (ook wel ‘Scud’ genoemd naar zijn raketopslag) van de partij zijn. De Australiër won voor zijn land twee keer de Davis Cup (1999 en 2003) en kreeg toch nog een mooie elf ATP-titels op zijn erelijst. www.championsclassic.be
Donderdag 24 mei 14h30: 17h00:
Olivier Rochus tegen Xavier Malisse Thomas Enqvist tegen Henri Leconte
Vrijdag 25 mei 14h30: 17h00:
Winnaar van Rochus/ Malisse tegen Thomas Muster Winnaar van Enqvist/ Leconte tegen Mark Philippoussis
Zaterdag 26 mei 14h30: Finale ATP Champions Tour Gevolgd door een dubbel gemengd: Kim Clijsters & John McEnrœ tegen Dominique Monami & Henri Leconte
Rising Stars Tennis Tour
I
n het begin was de benaming Rising Star Tennis Tour geassocieerd met tornooien in de zomer aan de kust voor opkomende, jeugdige, mannelijke talenten maar door de jaren heen is het minicircuit geëvolueerd tot een verzameling van dames -en herentornooien aan beide kanten van de taalgrens. De formule 2018 begint in Havré in juni en eindigt in Damme begin september. Mooie matchen zullen op het programma staan maar vooral is het een kans voor onze beloften om internationale ervaring op te doen zonder hun land te moeten verlaten. De meeste tornooien hebben een dotatie van 15.000 dollar en zelfs 25.000 dollar, plus onderdak in het geval van het damestornooi in Koksijde en het herentornooi van Aarlen.
Tom Guetens, de sponsoring en eventmanager voor BNP Paribas Fortis, legt ons even uit waar het idee voor deze tornooien ontstaan is: “In 2010 is het concept voor het eerst aan de oppervlakte gekomen. Onder impuls van James Storme en Christophe Verhaege werd er een reeks van tornooien georganiseerd om de jonge Belgen dicht bij huis aan hun eerste ATP-punten te helpen, waardoor ze minder voor verre verplaatsingen naar het buitenland moesten opteren. Knokke, Middelkerke en Duinbergen waren er het eerst bij. De formule groeide uiteindelijk gestaag en de twee mannen contacteerden daarop BNP Paribas Fortis om wat sponsoring te verkrijgen. Dat kwam ons goed uit daar wij net op dat moment meer en meer begonnen te investeren in tennis op lokaal niveau. Zo is onze samenwerking uiteindelijk gestart. Andere tornooien zoals Damme, De Haan en Oostende hebben zich bij ons aangesloten. Waarna we ook overschakelden van uitsluitend mannentornooien naar evenementen voor dames en heren. We insisteerden ook dat de organisatoren echte amateurs bleven maar dan in de juiste zin
van het woord. Gepassioneerde personen met een groot hart die meestal ook de beheerders zijn van de club. Je kan alleen maar je petje afdoen voor het werk van die mensen, voor wie niets onmogelijk is. Voor elk van die tornooien neemt BNP Paribas Fortis een groot deel van de communicatie voor zijn rekening via de Rising Stars Tennis Tour. We maken op voorhand reclame voor het evenement, publiceren foto’s en video’s en staan mee in voor de logistiek. Vandaag staan we wel voor een verandering. Zoals u weet wordt er voor volgend seizoen een hervorming van het profcircuit voorzien waarbij verschillende van die kleinere tornooien zullen verminderen in belang. Dat zou wel eens een grote impact kunnen hebben op de motivatie en de interesse van de spelers die normaliter meedoen in dat soort tornooien. De formule moet dus herzien worden maar wij blijven een luisterend oor hebben voor al onze partners.” Rendez-vous op de deelnemende clubs deze zomer voor de toekomstige sterren aan het werk te zien. www.risingstars.be
DE TIEN TORNOOIEN VAN DE RISING STARS 2018 Havré M Arlon M Knokke D Knokke M Duinbergen M Eupen M Coxyde M
16 tot 24 juni 23 juni tot 1 juli 7 tot 15 juli 14 tot 22 juli 21 tot 29 juli 4 tot 12 augustus 11 tot 19 augustus
Coxyde Flanders Ladies Trophy D
4 tot 12 augustus
Baulet Ladies open D
18 tot 26 augustus
Damme/ Sijsele M
25 augustus tot 2 september
Met Longines en Play Tennis
Win het uurwerk
« CONQUEST V.H.P. »
Als partner en officieel tijdopnemer voor ‘Les Internationaux de France’ op Roland Garros sinds 2007 nodigt Longines voor het achtste jaar op rij jonge talenten vanaf dertien jaar oud uit om zich met elkaar te meten op een tornooi dat de vergelijking met de profs kan doorstaan: de Longines Future Tennis Aces. Opnieuw ondersteund door de twee ambassadeurs van het merk, Steffi Graf en Andre Agassi, zal de competitie tussen de 20 spelertjes plaatsvinden op een gravelbaan die geïnstalleerd wordt in het hart van Parijs, onder de Eiffeltoren. In diezelfde spirit van ondersteuning aan de jonge talenten heeft Longines zich ook geassocieerd met het evenement ‘Rendez-vous op Roland Garros’ dat als doel heeft om het graveltennis te promoten in Brazilië, China en India. De winnaar en winnares van dat tornooi krijgen allebei een wildcard toegeschoven die hen in staat zal stellen om de degens te kruisen met de beste junioren ter wereld tijdens het juniorentornooi van Roland Garros. Laat deze kans dan ook niet onbenut om de toekomst van het wereldtennis aan het werk te zien in Parijs!
WEDSTRIJD Om een uurwerk te winnen volstaat het om te antwoorden op de drie volgende vragen: Eerste vraag: In welk jaar won Andre Agassi zijn eerste Roland Garros? Tweede vraag: In welk jaar won Stefanie Graf haar eerste Roland Garros? Derde vraag: Hoeveel juiste antwoorden zullen wij binnengekregen hebben op 10 juni? Uw antwoord, met uw coördinaten, mag voor 15 juni opgestuurd worden naar sro@ventures. be. De winnaar wordt per mail verwittigd.
« CONQUEST V.H.P. » Het Zwitserse horlogemerk Longines, partner van Roland Garros sinds 2007, zorgt voor een eerbetoon aan de tennisliefhebbers met het uurwerk Conquest V.H.P., dat een nieuwe dimensie toevoegt aan het domein van de quartz door ultraprecisie te combineren met de strafste technologie en een sportief karakter. Vanzelfsprekend in het elegante jasje dat het merk voorstaat. Met de Conquest V.H.P. (Very High Precision) tekent Longines voor een terugkeer naar de technologie waar ze pionier en expert in waren, nota bene wat de chronometrage betreft.
H E
D R E A M
C O N T I N U E S
# 1 R O G E R F E B R U A R Y
1 6 T H ,
2 0 1 8
“
“T
Mythische arena’s
PLAY TENNIS 73
Ondanks de opkomst van enkele monumentale tennisstadions in China, onder meer in Peking en Shanghai, blijven de arena’s gelinkt aan de grootste tornooien ter wereld toch voor het meeste weerklank zorgen in de sportwereld. De Rod Laver Arena in Melbourne, de court Philippe Chatrier in Parijs, het Centre Court in Londen en het Arthur Ashe Stadium in New York zijn gastheren voor de belangrijkste afspraken van het seizoen. Alles wat u altijd wilde weten over deze stadions vindt u op de volgende bladzijden.
74 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
Rod Laver Arena Australian Open
D
ertig jaar na de inauguratie van de Rod Laver Arena staat het stadion opnieuw in de steigers. Exponent van de dadendrang van de Australische tennisfederatie. Die zag in 1988 reeds in dat ze om te groeien als evenement een voorloper moesten worden. Vandaar dat de arena het eerste uitschuifbare dak kreeg in de tenniswereld. Vandaag is de Rod Laver Arena een multifunctioneel stadion quasi in het hart van Melbourne dat de Australian Open mee op de kaart heeft gezet. Oubollig, voorbijgestreefd, onvoldoende capaciteit of ontwikkelingsmogelijkheden. Kooyong, de legendarische club met de grasvelden waar tot 1988 de Australian Open plaatsvond, werd eind jaren ’80 geconfronteerd met zijn limieten. Het eerste grandslamtornooi van het jaar had op dat ogenblik geen al te beste reputatie: te ver, te weinig lucratief, te veel specialistenwerk op het droge gras en te warm in de Australische zomer. Beleidsbepalers begrepen dat ze het over een andere boeg moesten gooien. Het National Tennis Centre in Flinders Park zag het levenslicht. Op een boogscheut van het hart van Melbourne werd een gloednieuw complex gebouwd, met voldoende tennisbanen op een Rebound Ace-ondergrond en een stadion met 14.820 zitjes én een uitschuifbaar dak. In 1996 kreeg de arena de redelijk toepasselijke naam Centre Court maar vier jaar later werd terecht de legendarische Australische tennisser Rod Laver, eigenaar van twee Grandslams, geëerd met een vernoeming. De Rod Laver Arena was definitief geboren en zorgde mee voor de boom van de Australian Open in de 21ste eeuw.
Zwembad Door de beweegbare overkapping, de enorme ruimte en het feit dat de Australian Open maar drie weken op een jaar het stadion inpalmt is de Rod Laver Arena inzetbaar voor allerlei activiteiten. Naast het tennis werd de arena het meest gebruikt voor basketbal – in 1990 vond de eerste partij plaats tussen de Australian Boomers en een Amerikaans All Star Team en dat voor 15.000 toeschouwers – motorcross, professioneel worstelen, turnen en zwemmen. In april 2007 werd er in het stadion een zwembad – de Susie O’Neill Pool – aangelegd en op de plek waar Roger Federer enkele maanden eerder voor de derde
keer zegevierde maakte nu Laure Manadou en Pieter Van den Hoogenband het mooie weer tijdens het wereldkampioenschap zwemmen. Twaalf jaar eerder was de Rod Laver Arena trouwens al eens omgevormd tot een zwembad, maar dan op een natuurlijke wijze. Net na de halve finale tussen Andre Agassi en Aaron Krickstein gingen de hemelsluizen open boven Melbourne. Terwijl iedereen zich naar binnen haastte bleek een geblokkeerd afvoerputje voldoende om heel het centercourt enkeldiep onder water te zetten. Gelukkig voor het tornooi was het euvel snel opgelost en kon de volgende dag het speelschema afgewerkt worden zoals gepland. Naast sport zijn er ook nog andere spektakels te bewonderen in het stadion zoals musicals, balletopvoeringen en muziekconcerten. De Australische hardrockband AC/DC kreeg de eer om de arena in februari 1988 luidruchtig te openen terwijl Justin Timberlake in 2007 met 16.183 fans voor een recordopkomst zorgde. De Amerikaanse zangeres Pink voerde in de winter van 2013 maar liefst achttien keer haar show op in de Rod Laver Arena, en ook dat is een record.
In 2000 werd het Center Court herdoopt in de Rod Laver Arena, naar de grootste Australische tennisser die twee keer de vier grandslamtornooien in één jaar tijd won.
Epicentrum Dat de arena inzetbaar is voor allerlei evenementen toonde ook de Davis Cup aan: voor de finale in 2001 – 2-3 verlies tegen Frankrijk – werd er een grasbaan gelegd op Melbourne Park, iets dat herhaald werd voor de eindstrijd tegen Spanje – 3-1 winst – twee jaar later. Sowieso was er al eens van ondergrond veranderd in de Rod Laver Arena. Flinders Park begon met het rubberen, veerkrachtige maar bij warm weer kleverige Rebound Ace maar Melbourne Park, en dus ook de Rod Laver Arena, kreeg in 2008 met het als hardcourt aanvoelende Plexicushion een veiligere ondergrond. De kleur van de baan, en de omgeving, ging daarmee ook van groen naar blauw en het was tevens de aanzet voor nog meer uitbreidingen en aanpassingen in en rond het stadion. Het epicentrum van de arena is zonder meer het spelersrestaurant dat door de jaren heen vergrootte en een meer uitgebreide kaart kreeg 76 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
naar de noden van de deelnemers. Dat ankerpunt mondt uit in een iets hectischer plekje tussen kleedkamers en de Players Desk, waar spelers hun trainingsbanen kunnen boeken en ballen oppikken. De opgestelde televisies laten iedereen toe alle wedstrijden van nabij te volgen om zich zo op tijd gereed te maken voor hun eventuele wedstrijd. Aan de andere kant van het spelersrestaurant is er nog een klein stukje tuin en een tweede Players Lounge, of wachtruimte waar er een wagen naar de hotels kan geboekt worden, toont alleen maar de verdere professionalisering van het evenement. In dat opzicht is een grotere fitness en een soort van opwarmzone voor de spelers ook een teken aan de wand. De originele kost van het complex bedraagt 58,5 miljoen euro maar waar de renovaties in 1996 kwam daar nog 14,5 miljoen euro bij terwijl voor uitbreidingen in 2010 maar liefst 227 miljoen euro werd uitgetrokken en nog eens zoveel voor de recentste vernieuwingen – zoals de ingang van de Rod Laver Arena in een nieuw kleedje steken – wordt gereserveerd.
Tranen in de braadoven
In 2013 gaf de Amerikaanse zangeres Pink achttien concerten op rij in de arena!
Al die investeringen moeten ervoor zorgen dat de Australian Open een voorloper blijft onder de grandslamtornooien, zowat het meest geliefde tornooi onder de spelers. Dat het evenement in het begin van het seizoen wordt georganiseerd zorgt er niet alleen voor dat alle deelnemers veel goesting hebben om er tegenaan te gaan maar ook dat de meeste spelers fit en gezond aan de start komen. Vandaar dat er ook regelmatige epische partijen worden geserveerd in de Rod Laver Arena. In 1997 was het stadion bijvoorbeeld het toneel voor een historisch moment toen Martina Hingis op haar zestiende de jongste grandslamwinnares ooit werd door Mary Pierce makkelijk te verslaan in de finale. Haar eindstrijd tegen Jennifer Capriati vier jaar later was mogelijk nog een stuk pakkender omdat de thermometer voortdurend met de 40 graden flirtte en beide dames elkaar toch geen strobreed toegaven. Uiteindelijk won de Amerikaanse in twee sets haar eerste grandslamkroon in Melbourne. Francesca Schiavone en Svetlana Kuznetsova toonden in 2011 dat het damestennis op fysiek gebied flink geëvolueerd is door een meer dan vier uur beklijvend kijkstuk te serveren aan de enthousiaste toeschouwers. Dat kunnen wij beter, moeten Rafael Nadal en De Australian Open Novak Djokovic gedacht hebben. In de finale van 2012 hielden heeft iets met memorabele finales. ze het bijna zes uur vol, al was niet iedereen overtuigd over het geleverde niveau in deze titanenstrijd. Daarover bestond geen twijfel in 2009 toen de Spanjaard Roger Federer te slim af was in een werkelijk formidabele vijfsetter. De Zwitser lukte vorig jaar wel een straffe revanche met zijn achttiende grandslamtitel. Het meest beklijvende moment in de geschiedenis van de Rod Laver Arena kwam er misschien wel in 1995. In de kwartfinale tegen Jim Courier barstte Pete Sampras in tranen uit nadat een supporter hem vroeg te knokken voor zijn met een hersentumor naar huis gereisde coach Tim Gullikson. Sampras won uiteindelijk de wedstrijd toch maar verloor enkele dagen later de finale tegen zijn aartsrivaal Andre Agassi. 78 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
Tevreden? Dat mag ook wel voor Novak Djokovic, na een bijna zes uur durende marathoneindstrijd tegen een ontketende Rafael Nadal.
Martina Hingis wordt de jongste speelster die een grandslamtitel wint.
De Rod Laver Arena kreeg meermaals een make-over. In 2008 ging de ondergrond van het groene Rebound Ace naar de blauwe Plexicushion.
80 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
Court Philippe Chatrier Roland Garros
Eindelijk kwam er beweging in de renovatie -en uitbreidingwerken op Roland Garros waarbij ook het legendarische ‘Court Central’ een serieuze make-over zal krijgen. Sowieso zal het 90 jaar oude stadion het schouwtoneel blijven voor heroïsche taferelen, daarmee een eer betonend aan de man aan wie het zijn naam te danken heeft.
U
it zijn voegen barstend. Een uitdrukking van toepassing op de laatste edities van Roland Garros. De site aan de Parijse Porte d’Auteuil is amper de helft zo groot als die van Wimbledon of de Australian Open. Toeschouwers werden op elkaar gepropt in de smalle tribunes en de allées rond de banen. Bij regenweer was het helemaal behelpen waarbij de organisatoren de fans letterlijk en figuurlijk en willens nillens in de kou lieten staan. Uitbreiding was noodzakelijk maar door politieke en lokale tegenstrubbelingen bleef de ultieme goedkeuring door het stadsbestuur uit. Tot in 2017 eindelijk het licht op groen werd gezet en de nabijgelegen en geklasseerde ‘Serres d’Auteuil’ konden geannexeerd worden en er zo een stadion, mét uitschuifbaar dak, alsmede heel wat ruimte bijgevoegd kon worden. Tien jaar daarvoor kwam de discussie al op gang of het befaamde graveltornooi moest verhuizen naar de buitenwijken van Parijs (Versailles of in de buurt van EuroDisney werd geopperd) waar wel plaats was maar alles van de bodem af aan zou moeten opgebouwd worden. Na een kleine, interne enquête binnen de Franse tennisfederatie werd ervoor gekozen om Roland Garros op die plaats naast de ‘périphérique’ en niet ver van het Bois de Boulogne te laten en te ijveren voor een vernieuwing en uitbreiding via de aanpalende tuinen.
In 1929 doneert de Stade Français een terrein van drie hectaren aan de Franse Tennisfederatie dicht bij de Porte d’Auteuil waar een nieuw stadion mocht worden gebouwd. Enige voorwaarde: het complex moest de naam krijgen van één van hun leden die tien jaar eerder gestorven was. Roland Garros, pionier in de luchtvaart.
82 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
Vliegen In sé was die plaats trouwens al gebouwd om het succes van het Franse tennis te kanaliseren en commercialiseren. In de jaren ’20 genoot de Franse Davis Cupploeg, met de vier musketiers (Brugnon, Borotra, Lacoste en Cochet) als gerenommeerd kwartet, heel wat bijval. In 1927 versloegen ze Amerika in de finale en om de beker het jaar nadien op een volwaardige manier te kunnen verdedigen werd overgegaan op de bouw van het stadion. Dat gebeurde op terreinen van de omnisportclub (vooral rugby) Stade Français. In weerwil vroeg de voorzitter dat het stadion de naam zou krijgen van zijn vroegere vriend Roland Garros, die eveneens lid was van de club. Hij was de eerste piloot die de Middellandse Zee overvloog en verloor tien jaar eerder het leven als gevechtspiloot in de eerste wereldoorlog. ‘Les Internationaux de France’, later omgedoopt naar Roland Garros, zagen er het levenslicht. Tijdens de tweede wereldoorlog deed het stadion dienst als transitkamp voor ongewenste buitenlanders waarbij zo’n 600 personen onder het centercourt passeerden. Langzaamaan werd daarna de site vergroot en zo kwam men in de jaren ’70 uit bij één Court Central en negen andere tennisbanen. In 1975 werd er voor het eerst aan het stadion gewerkt, de bureaus van de Franse tennisfederatie kregen er onderdak onder tribune C.
Koning Filip en Koningin Mathilde (Prins en Prinses in die periode) in het bijzijn van Prins Albert van Monaco.
Waar zijn de Vips? Net voor de eeuwwisseling vond de grootste aanpassing plaats. Tribunes A en D gingen tegen de vlakte en werden vervangen door meer comfortabele constructies met aan de binnenkant grotere vestiaires en een perszaal. Daardoor moest er wel ingeboet worden op het aantal beschikbare plaatsen. De Court Central ging van 16.500 naar 15.000 zitjes. Tevens werden er nog meer lokalen voor de Franse bond gemaakt en ook de zogenaamde ‘Espaces Vip’ deden hun intrede. De constructie van het stadion en de (Franse) cultuur zorgen er wel voor dat de eerste rangen rond de voornaamste baan op Roland Garros zouden moeten bevolkt worden door die sponsors en VIPs maar dat die genodigden vaak op zich laten wachten of ’s middags eerst een uitgebreide lunch prefereren vooraleer ze hun box gaan opzoeken. Dat geeft steevast een vertekend en slecht beeld op televisie waarbij het lijkt alsof de eerste wedstrijden van de dag voor lege tribunes worden afgewerkt. Een terugkerende smet op het blazoen van het grootste graveltornooi ter wereld.
Koning Felipe en zijn vader Juan-Carlos van Spanje.
Prins Laurent en Prinses Claire
Intiem en zonnig karakter In 2001, enkele maanden na zijn overlijden, nam de ‘Court Central’ de naam van ex-speler Philippe Chatrier over. Die had misschien nog meer naam gemaakt als voorzitter van de Franse tennisbond en de Internationale Tennisfederatie. Hij was één van de grondleggers van de overgang van het amateurisme naar het proftennis. Drie jaar later werd er gestart aan de complete heropbouw van tribune C, waar nog niets aan veranderd was sinds 1928. In totaal investeerde de FFT zo 180 miljoen euro in de complete renovatie van het complex. De Court Philippe Chatrier is met 14.911 zitjes pas het elfde grootste tennisstadion ter wereld maar die relatieve intimiteit zorgt mee ook voor de aparte sfeer op Roland Garros. Het terrein komt alleszins niet zo groot over als in andere arena’s. Onder het stadion bevindt zich de Players Lounge waar ook een uitstekend restaurant bij hoort. De vestiaires zijn grotendeels met hout afgewerkt, wat voor een warme feel zorgt. Er zijn lockers voorzien waarin de spelers hun belangrijkste spullen kunnen opbergen. Aanpalend is er een dokterskabinet en een ruimte met kinesisten. Een ander belangrijk onderdeel van het stadion is de ‘Tribune Presidentielle’ waar de voorzitters van de internationale tennisbonden en hoogwaardigheidsbekleders elk jaar een plaatsje krijgen toegewezen. De meegeleverde Panamahoedjes in die sectie accentueren het zonnige karakter van het tornooi (ook al moeten er haast even vaak paraplu’s uitgedeeld worden).
Clijsters & Henin Graveltennis stond lang garant voor spektakelrijke matchen en heroïsche uitputtingslagen. Roland Garros was het uitgekiend schouwtoneel voor enkele van de meest spraakmakende wedstrijden. Zo daverde ‘Court Central’ op zijn grondvesten in 1983 toen Yannick Noah de laatste Fransman werd die de ‘Coupe des Mousquetaires’ kon winnen. De overrompeling van het terrein staat in het geheugen van menig (Frans) tennisfan gegrift. Net zoals die ene, onderhandse opslag van Michael Chang tegen Ivan Lendl in de achtste finale van de editie 1988. Dat de zeventienjarige Amerikaan ook de jongste Roland Garros-winnaar werd – hij versloeg Stefan Edberg in de finale – kwam daarbij bijna in de schaduw te staan. De damesfinale tussen Jennifer Capriati en Kim Clijsters in 2001 was een spannend en briljant kijkspel (12-10 in de derde set) dat een nieuw tijdperk inluidde. Een era dat gekenmerkt zou worden door de dominantie van Justine Henin, mogelijk de beste vrouwelijke gravelspeelster die ooit op aarde heeft rondgelopen. Haar incidentrijke en hoogstaande overwinning op Serena Williams in de halve finale van 2003, in de finale had Henin geen kind aan een gespannen Clijsters, was de voorbode van een ware demonstratie die enkel door blessures, ziekte en haar carrièrepauze met vier Coupes Suzanne Langlen zou eindigen. In de laatste jaren valt er vanzelfsprekend niet naast de gravelgod Rafael Nadal te kijken. De Spanjaard zit aan tien trofeeën in Parijs. Zijn overheersing is zo onwaarschijnlijk dat de meest memorabel partij zijn nederlaag tegen Robin Söderling is in 2009. Zes jaar later verloor hij ook een kwartfinale tegen een ontketende Novak Djokovic maar zijn aantal zeges (hij zit aan 79 stuks maar dat is nog aan te vullen) zullen voor eeuwig in de recordboeken blijven staan. 84 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
86 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
Center court Wimbledon
Tempel, kathedraal, heiligdom. Over het Centre Court van Wimbledon wordt er enkel maar met ontzag en religieuze connotaties gesproken, zo groot is het respect voor dit stadion in het zuidwesten van Londen dat nu al meer dan 100 jaar gedurende twee weken in juli de ogen van de (tennis)wereld op zich gericht krijgt. Met de elegante All England Lawn and Croquet Club als chique kader blijft het een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht uitoefenen op elk rechtgeaard tennisliefhebber.
1980, Borg wint een legendarische finale tegen McEnroe.
88 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
G
ekleed in een groen jasje straalt het belangrijkste stadion van de All England Club voornaamheid en traditierijke elegantie uit. De wirwar van gangetjes onder het complex geeft het een ietwat oubollige charme dat nog eens geaccentueerd wordt door de zin voor detail en aankleding die Wimbledon tot een ware belevenis – in zekere zin zelfs een bedevaartsoord – voor de tennisfans maakt. Dat het tornooi zichzelf nog steeds ‘The Championships’ noemt kan afgedaan worden als een naar arrogantie neigende zelfzekerheid maar ondanks het feit dat grastennis eigenlijk een rariteit is op het professionele circuit en de beperkte inbreng en zichtbaarheid van sponsors contradictorisch is in elk hedendaags economisch model blijft Wimbledon niets minder dan een primus op velerlei gebied. Wist u bijvoorbeeld dat de organisatie een voorloper is op gebied van gebruik van sociale media? Of dat de camera’s aan elke baan bevestigd in functie van het Hawk-Eye-systeem geverfd zijn in de kleuren van het terrein waardoor ze amper opvallen in de omgeving? Het zijn dat soort details dat het tornooi optilt boven de massa en ervoor zorgt dat er niet alleen elk jaar meer dan 470.000 mensen door de poorten van de All England Club wandelen maar ook dat er jaarlijks zo’n 36 miljoen euro winst wordt gemaakt. Geld dat deels naar het tennis in Engeland gaat maar ook wordt aangewend om het stadion mee de 21ste eeuw in te leiden.
Prinses Diana en haar moeder.
Het middelpunt Het woord ‘Centre Court’ is eigenlijk ooit echt ontstaan op Wimbledon. In 1877 vond daar het eerste kampioenschap plaats maar toen waren er enkel maar twaalf banen in drie rijen van vier aangelegd. Dat veranderde vier jaar later toen de middelste twee terreinen werden samengevoegd en er zo één centraal veld ontstond. Bij de verhuis van de club in 1922 naar de huidige locatie aan Church Road nam het de naam ‘Centre Court’ mee. Dat belangrijkste terrein had van in het begin een dak over zich, zeer waarschijnlijk om het regenachtige weer in Engeland buiten te houden, en kon bijna 15.000 toeschouwers herbergen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (oktober 1940) werd een deel van het stadion vernield door drie zware bommen tijdens een luchtoffensief. 1200 zitjes werden daarbij vernietigd en ook al werd het tornooi in 1946 hernomen toch duurde het nog tot 1949 vooraleer alles in zijn originele staat hersteld was. Het dak
Prins William en Prinses Kate.
Zelfs Queen Elizabeth verwaardigt Wimbledon met een bezoek.
boven het stadion werd geregeld aangepast, zo werd het in 1979 één meter verhoogd waardoor er 1088 stoeltjes bij konden geplaatst worden. In 1992 kwamen er nog meer aanpassingen aan te pas waardoor zo’n 3601 zitjes een beter zicht kregen op de baan. Er kwamen toen ook betere commentaarposities, bredere stoeltjes, grotere trappen en liften alsmede modernere scoreborden bij.
Dak inspireert Clijsters De grootste modificatie aan het Centre Court was vanzelfsprekend het uitschuifbare dak dat er op werd geplaatst. Net na de eeuwwisseling begreep de tornooidirectie al dat er iets moest gebeuren om de ellenlange en elk jaar weerkerende regenonderbrekingen te counteren. Televisiezenders waren het beu om de legendarische finale tussen Borg en McEnroe uit 1980 vanonder het stof te halen telkens een regenbui de uitzending een halt toeriep en ook uit spelersmiddens kwamen er meer en meer klachten dat het weerkerende euvel uiteindelijk voor een onrechtvaardige tornooiplanning zorgde. In 2006 werd er gestart met de afbraak van het bestaande dak, wat het geheel tijdens het tornooi wel een paar jaar een desolaat uitzicht gaf. Op 17 mei 2009 werd de uitschuifbare constructie ingehuldigd met een demonstratiewedstrijd voor een vol huis tussen Andre Agassi en Steffi Graf tegen Tim Henman en Kim Clijsters. Om zich klaar te stomen voor die partij was de Limburgse, die twee jaar eerder gestopt was met proftennis, terug aan het trainen gegaan. Het bleek uiteindelijk zo mee te vallen dat ze in diezelfde zomer aan haar, zelfs meer succesvol, tweede deel van haar carrière begon. Het duurt maar tien minuten om het dak dicht te schuiven maar ruim drie kwartier vooraleer er terug kan getennist worden indien de airconditioning moet aangepast worden om het voor alle 15.000 toeschouwers aangenaam te maken. Het ruim 3000 ton wegende gevaarte zou zo’n 115 miljoen euro gekost hebben en krijgt er tegen volgend jaar een broertje bij boven baan een.
Negen keer Navratilova Grastennis staat vanzelfsprekend voor memorabele en spectaculaire wedstrijden, al was er een periode in de jaren ’90 dat het opslaggeweld zo’n impact had op het tennis dat er eigenlijk weinig te beleven viel. De krachtmetingen tussen Borg en McEnroe blijven vanzelfsprekend wel in het geheugen gestald. Net zoals de heerschappij van Pete Sampras die werd opgevolgd door een hegemonie van Roger Federer. Martina Navratilova is met haar negen titels dan weer de tenniskoningin van Wimbledon. Haar duels met Chris Evert zijn voer voor de geschiedenisboeken terwijl haar dominantie in 1983 – Navratilova won de finale in 54 minuten en verloor dat jaar geen set – het ultieme bewijs gaf voor haar suprematie op het Londense gras. Serena Williams zit ondertussen aan zeven titels op de All England Club en het Centre Court kijkt dan ook hard uit naar haar terugkeer in de 132ste editie van Wimbledon. 90 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
Negen overwinning voor Martina Navratilova op het heilige, Londense gras.
92 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
Arthur Ashe Stadium US Open
Het grootste tennisstadion ter wereld zag pas 21 jaar geleden het levenslicht. Passend bij de Amerikaanse way of life – alsmaar groter – is het een landmerk geworden in de wijk Queens, alwaar het begin september voor elektriciteit in de New Yorkse lucht zorgt. Vanaf de bovenste rij in het 23.000 zitjes tellende stadion is amper uit te maken of een bal in of uit is. Het uitzicht over de skyline van ‘the big apple’ is wel fantastisch.
E
en ruimteschip. Mocht er geen duidelijke verwijzing naar een Amerikaanse grootbank op de zijkant staan, die deels ook het prijskaartje voor haar rekening nam, dan zou dat mogelijk de reactie kunnen zijn op de eerste aanblik als je vanop de autostrade uit Manhattan het gevaarte opmerkt. Het Arthur Ashe Stadium verrees in 1997 op het Billy Jean King National Tennis Centre nadat gebleken was dat het voormalige centercourt, het Louis Armstrong Stadium, stilaan uit zijn voegen aan het barsten was en ouderdomskwaaltjes begon te vertonen. Met steeds meer toeschouwers die de weg vonden naar de U.S.Open en andere grandslamtornooien, zoals de Australian Open, die een voortrekkersrol aannamen moest de Amerikaanse tennisfederatie uit haar schelp komen. Het deed dit door een stadion van 250 miljoen dollar met 23.771 zitjes te creëren. Die worden onderverdeeld in 22.547 individuele stoeltjes en 90 loges. Gelegen naast het Citi Field Stadium van de baseballploeg New York Mets en omzoomd door Flushing Meadows (de oude naam van de U.S.Open) en Corona Park – waar nog overblijfselen van de wereldtentoonstellingen 1964 roest liggen te vergaren – is het een immens bouwwerk dat er tevens voor zorgt dat het vierde grandslamtornooi van het jaar het drukst bezochte evenement is op de tenniskalender.
Drie ondergronden De U.S.Open is een moderne versie van het oudste tennistornooi ter wereld: in 1881 werd voor het eerst de U.S. National Championship georganiseerd, toen nog op gras in Newport. In 1915 verhuisde het tornooi naar Forest Hills, waar er – op twee jaar Philadelphia na – tot 1974 ook op gras zou getennist worden. De laatste drie edities (tot 1977) werd die ondergrond evenwel veranderd naar gravel. Door de jaren heen werden er nog
wel meer vernieuwingen in de tenniswereld voor het eerst gerealiseerd op de U.S.Open. Zo deed in 1970 de tiebreak zijn intrede, kregen in 1973 de winnaar en winnares evenveel prijzengeld – zowel John Newcombe als Margaret Court gingen met 25.000 dollar naar huis – en werd er in 1975 voor het eerst officieel onder licht gespeeld. In 1978 werd de West Side Tennis Club in Forest Hills achtergelaten en werd er definitief intrek genomen in de wijk Queensborough, amper enkele kilometers verderop, waar er voor hardcourt geopteerd werd op het USTA National Tennis Center. Jimmy Connors werd daarbij de enige man die de U.S.Open ooit won op drie verschillende ondergronden. In 2006 kreeg het complex de naam van Billy Jean King, die als topspeelster en voorvechtster van vrouwenrechten een belangrijke rol speelde in de sportgeschiedenis.
Guillermo Vilas op de schouders gedragen na zijn zege op Jimmy Connors in 1972.
Leuke tuin Op ruim twintig jaar tijd is er heel wat verwezenlijkt in en rond het Arthur Ashe Stadium. De Players Lounge op de eerste verdieping, net boven de kleedkamers en een tuintje met een kleine bar waar het in de namiddag aangenaam vertoeven is, werd functioneel en netjes ingericht met veel comfortabele zetels, heel wat televisies en een Players Desk die de spelers bijstaat in al hun extra-sportieve beslommeringen (hotels, musicals, uitstappen). Ook de ATP -en WTAbureaus zijn daar ondergebracht. Op het gelijkvloers ligt naast de besnaringsdienst het boekingskantoor voor de trainingsbanen en die plek is zowat uitgegroeid tot het kloppend hart van het spelersgedeelte. Het restaurant op de eerste etage werd dan weer zowel qua infrastructuur als qua kaart flink uitgebreid door de jaren heen. Journalisten hebben vrije toegang tot de meeste van deze spelerszones – het enige grandslamtornooi waar dat van toepassing is – en dat bevordert de werksfeer. Het mediacentrum zou een update kunnen gebruiken maar is ruim en het restaurant is misschien een tikkeltje te Amerikaans maar kan ermee door. Grootste minpunt aan dat pershol is de airconditioning die er soms een ware diepvries van maakt. Gelukkig dat de perszitjes in het enorme stadion, niet te ver van de baan, veel goed maken.
Dak op het ruimteschip
In 1975 wordt er voor het eerst een avondwedstrijd georganiseerd, vandaag is het de specialiteit van het tornooi.
Nadat de mannenfinale begin 21ste eeuw vijf jaar na mekaar naar maandag moest verschoven worden omwille van het slechte weer begreep men bij de Amerikaanse tennisbond dat er iets moest gedaan worden om dat soort geldverlies tegen te gaan. Een dak boven het gigantische Arthur Ashe Stadium leek lang te duur en technisch niet haalbaar maar uiteindelijk werden in 2013 de eerste plannen gesmeed
94 PLAY TENNIS
Mythische arena’s
In 1979 wordt een wedstrijd tussen Nastase en McEnroe onderbroken door een rumoerig publiek. In zoverre zelfs dat de ordediensten dienen in te grijpen om de fans te kalmeren.
voor een loodzware (5000 ton) superconstructie om het onmogelijke te verwezenlijken. Daar het National Tennis Centre op een vuilnisbelt, die vroeger een moeras was, werd gebouwd bleek de bodem vreselijk instabiel om zo’n gevaarte te kunnen dragen. Acht pijlers die zo’n 60 meter diep in de grond zitten, moesten de constructie dan maar in de lucht houden. In 2016 stond het dak, dat zo’n 150 miljoen dollar kostte, erop. Het Arthur Ashe Stadium kan, met 23.000 enthousiaste toeschouwers, al een luidruchtige omgeving zijn maar eenmaal het dak dicht is is het hek helemaal van de dam. Verschillende spelers klaagden al over de geluidsoverlast waarbij de hinder zo groot is dat het onmogelijk is dat je de bal hoort vertrekken uit de snaren van het racket van de tegenstander. Een directe oplossing voor dit euvel lijkt moeilijk haalbaar waardoor er voor de tenoren waarschijnlijk niets anders opzit dan zich aan te passen aan de luide arena.
Doodsbedreigingen De U.S.Open heeft nooit enige controversie geschuwd. De avondsessies onder de lampen van het centercourt zorgden steevast voor een elektriciteitspiek in Queens waarbij er niet zo nauw werd omgesprongen met de regels of de normale gedragsprincipes. De legendarische partij tussen John
96 PLAY TENNIS
McEnroe en Ilie Nastase, waarbij het publiek de spelers bedreigde en de politie de baan moest opkomen om de fans te bedaren, was een voorbode voor vaak door alcohol geïnspireerde avondjes entertainment. Sowieso wordt er in het Arthur Ashe Stadium voor gezorgd dat de toeschouwers iets meemaken. Op het reuzescherm worden tijdens kantwissels, bombastisch omkaderd met de bijhorende muziek, ‘kiss cams’ of danscompetities gelanceerd of prominenten in beeld gebracht. Er valt altijd wel iets te beleven in New York, gelukkig meestal op het veld. De onwaarschijnlijke prestatie van Justine Henin in de halve finale in 2003 waarin ze niet alleen een in topvorm verkerende Jennifer Capriati moest afhouden maar ook diens 23.000 supporters was fenomenaal. Dat de wonderbaarlijke Waalse een dag later, en nadat ze de nacht met dehydratatieverschijnselen in het hospitaal had doorgebracht, ook de finale won van Kim Clijsters benadrukt enkel maar haar heldhaftigheid. Clijsters kwam onbewust ook zelf in het oog van de storm terecht: in de halve finale van 2009 ontbond Serena Williams haar duivels nadat ze op een cruciaal ogenblik een voetfout kreeg aangesmeerd. Haar ‘doodsbedreigingen’ aan het adres van een klein, Japans lijnrechtertje zorgden voor een strafpunt en het einde van de wedstrijd. Clijsters won daarop ook de finale van Wozniacki en haar tweede grandslamtitel.
" ETHIAS, PARTNER VAN TENNIS VLAANDEREN "
TENNIS VERZEKERD MEER NOG ! V ia haar par t ner ship met de sportfederaties, waaronder Tennis Vlaanderen, geeft Ethias invulling aan haar waarden als humanisme, ethiek, engagement en nabijheid. Gestoeld op haar ervaring als onderlinge verzekeraar biedt Ethias iedereen, zowel aan particulieren als verenigingen, collectiviteiten als ondernemingen verzekeringscontracten aan met de beste prijs/kwaliteitverhouding. Ethias NV, rue des Croisiers 24, 4000 Luik RPR Luik BTW: BE 0404.484.654 – IBAN: BE72 0910 0078 4416 - BIC: GKCCBEBB
Voor meer info : www.ethias.be/sport
Kampioenen
PLAY TENNIS 99
Ilie Nastase was de eerste nummer een in de geschiedenis van het mannentennis.
100 PLAY TENNIS
Kampioenen
Best of the Best ! Het is moeilijk om een objectieve ranking in elkaar te knutselen met de beste spelers verspreid over verschillende periodes sinds het ontstaan van het professionele tennis. Heel wat specialisten zouden hun stem op Roger Federer uitbrengen. Misschien kunnen we daarom maar beter de beste spelers achter de legendarische Zwitser oplijsten. Met deze opsomming willen we u alvast op weg zetten naar een persoonlijk klassement, de uiteindelijke beslissing ligt in uw handen.
D
e allereerste tennistornooien werden georganiseerd rond 1877. In die tijd mochten daar enkel de amateurs aan meedoen. Na verloop van tijd gingen de beteren echter over naar een profstatus om exhibitiewedstrijden te kunnen spelen. Vanaf 1931 werden vroeg of laat alle toppers uiteindelijk allemaal professionals, van Bill Tilden over Rod Laver via Henri Cochet, Fred Perry, Donald Budge, Bobby Riggs, Jack Kramer, Pancho Segura, Pancho Gonzales, Frank Sedgman, Tony Trabert, Ken Rosewall en Lew Hoad.
‘open’ evenzeer mochten overnemen. Op 21 april debuteert zo het tornooi van Bournemouth als eerste ‘Open’ tornooi in de tennisgeschiedenis. Het is daar en dan, in 1968, dat het professionele tijdperk zijn start kent. Vanaf 1969 zeggen alle grandslamtornooien vaarwel tegen hun status van tornooien die gereserveerd zijn voor amateurs en staan ze ook open voor profspelers. Quasi meteen (1970) doet de tiebreak zijn intrede. Ook de Masters (waar Stan Smith de eerste editie van wint) ziet het
In 1966 staat het inHet eerste ‘open’ tornooi, ternationale tennis voor een schokgolf. voor profs en amateurs, Het is op dat moment dat de tornooidirectie wordt in 1968 georganiseerd. van Wimbledon een onderhoud aanvraagt met Jack Kramer, één van de grootste daglicht. In 1972 komt er niet alleen tornooipromotoren in die tijd, om het een einde aan de Challenge Round in jaar daarop een proftornooi te organi- de Davis Cup maar vindt ook de oprichseren in Londen. Het evenement, dat ting van de ATP (Association of Tennis acht spelers zou tellen en zou uitge- Professionals) plaats. Een jaar later, op zonden worden door de BBC, vond 23 augustus 1973, zorgt de ATP voor uiteindelijk plaats van 25 tot 28 au- een eerste wereldranglijst (die onder gustus 1967. Het succes, zowel bij de meer de reekshoofden op de tornooien toeschouwers als de tv-kijkers thuis, bepaalt). De eerste nummer een van de was opvallend. Vandaar dan ook de wereld wordt Ilie Nastase. Op dat mobeslissing van de directeur van de All ment zijn de bepalende spelers echter England Lawn and Tennis Club om de Australiërs Rod Laver (die in 1969 van de editie 1968 van Wimbledon zijn tweede Grand Slam wint), Ken een ‘Open’ versie te maken. Rosewall en John Newcombe. Daarnaast Toegankelijk dus voor profs en ama- staan ook de Amerikanen Stan Smith teurs. Op 30 maart ’68 accepteerde en Arthur Ashe hun mannetje terwijl de Internationale Tennisfederatie dat Ilie Nastase en de Tsjech Jan Kodes de een vijftiental tornooien dat concept Europese eer hooghouden.
Een Duitse tank genaamd Boris Becker wint tussen 1984 en 1990 49 titels.
102 PLAY TENNIS
Kampioenen
Van Conners en Lendl, over Borg en McEnroe De eerste echt grote speler van het open era is Jimmy Connors die in 1974 een kleine Grand Slam realiseert door de Australian Open, Wimbledon en de U.S.Open te winnen. Hij zou vijf jaar op rij het seizoen als nummer een van de wereld afsluiten waardoor hij in totaal 268 weken op die plaats zal vertoeven. In zijn uiterst lange carrière zal hij acht grandslamtitels winnen waaronder vijf maal de U.S.Open en twee keer Wimbledon. Tussen 1972 en 1996 zal hij maar liefst 109 ATP-titels winnen, een absoluut record dat mogelijk nooit verbeterd gaat worden. Deze temperamentvolle linkshandige Amerikaan was zonder meer één van de belangrijkste spelers in de geschiedenis. In deze periode kwam ook Bjorn Borg voor het eerst piepen. Op zijn achttiende won hij meteen zijn eerste van zes Roland Garros-titels. Op Wimbledon triomfeerde de blonde Zweed vijf keer tussen 1976 en 1980. Zijn grootste stunt bestond erin om drie keer de dubbel ParijsLonden tot een goed einde te brengen (1978, 1979, 1980). Borg speelde ook vier keer de finale van de U.S.Open en zou tussen 1973 en 1983 eindigen met 64 tornooizeges. Twee jaar op rij (’79 en ’80) eindigde hij als nummer een van de wereld. Op zijn 26ste gaf hij er geheel onverwacht de brui aan.
McEnroe kende in Ivan Lendl een felle rivaal. De tot Amerikaan genaturaliseerde Tsjech zou zich aan de wereld kenbaar maken met een Davis Cupzege in 1980. Een jaar later speelt hij zijn eerste van elf verloren grandslamfinales. Hij verliest in Parijs van Borg. Het zou uiteindelijk nog drie verloren finales duren vooraleer Lendl zijn eerste grandslamtitel mag in ontvangst nemen na een legendarische finale (1984) op Roland Garros tegen McEnroe. De stuurse Tsjech zou uiteindelijk met acht grandslamtrofeeën in zijn prijzenkast pronken (drie keer Roland Garros, drie keer de U.S.open en twee keer de Australian Open). Wimbledon werd de grootste smetvlek op zijn palmares daar hij die titel ondanks twee finales nooit in de wacht wist te slepen. Hij werd wel vier keer de nummer een van de wereld. Als coach maakte hij furore aan de zijde van Andy Murray waarbij hij evenveel opviel met zijn successen als met zijn donkere humor. Lendl was de man die als tennisser het professionalisme naar een andere dimensie bracht.
Een volgende generatie met Wilander, Becker en Edberg
Mats Wilander kwam in 1982 het circuit opgestormd door in de finale van Roland Garros Guillermo Vilas te verslaan. Hij zou uiteindelijk nog twee keer triomferen aan de Porte d’Auteuil, drie keer in Melbourne en één keer in New York. Zeven grandslamtitels dus waarbij hij nog vier verloren finales mocht optellen. Vooral in 1988 scoorde hij goed met drie grandslamzeges en een plak op het hoogste schavotje van de wereldranglijst. Wilander mocht eveneens drie keer de Davis Cup in de lucht steken en won in totaal tussen 1981 en 1996 33 ATPRechtstreekse aanleiding titels. Op zijn palmares mist hij wel voor dat afscheid is de opeen overwinning op Wimbledon en komst van John McEnroe. op de Masters om echt supertop te Ivan Lendl maakt voor het eerst naam in 1980. Het Amerikaanse enfant zijn. Toch werd hij in 2002 meer terrible versloeg de koele Scandinaviër in de finale van dan verdiend in de Hall of Fame opgenomen. Wimbledon en de U.S.Open ondanks dat hij in 1980 nog Zijn landgenoot Stefan Edberg vergaste de tenniswereld daaropvolgend een legendarische eindstrijd tegen zijn rivaal had verloren met een mooie rivaliteit met Boris Becker. De Zweed scoorde met een op de All England Club. McEnroe bereikte zijn top in 1984 gouden medaille in Los Angeles 1984 en zou zes grandslamtitels op toen hij Wimbledon, Flushing Meadows en de Masters op zijn conto krijgen (twee keer de Australian Open, twee keer Wimbledon zijn palmares zette terwijl hij de finale van Roland Garros ui- en twee keer de U.S.Open). In 1989 werd hij met zijn aanvallend tennis terst nipt aan Ivan Lendl moest laten. In totaal wist Johnny zelfs finalist op Roland Garros en won hij de Masters. Vier zeges in de Mac tussen 1977 en 1992 77 titels te winnen waaronder ze- Davis Cup misstaan ook niet op zijn erelijst. Met 41 ATP-titels tussen ven grandslamkronen. Hij wordt vier keer de nummer een 1983 en 1996 eindigt hij twee keer het jaar als nummer een van de wevan de wereld. Dat alles terwijl hij ook nog in het dubbelspel reld. Becker van zijn kant moest het stellen met een gouden medaille in een formidabel duo vormt met Peter Fleming (vier keer winst het dubbelspel op de Olympische Spelen van Barcelona 1992. Net als op Wimbledon, drie keer op de U.S.Open). McEnroe schrijft Edberg kreeg hij zes keer een grandslamtrofee (twee keer de Australian ook vijf keer de Davis Cup op zijn naam. Op de baan was hij Open, drie keer Wimbledon en één keer de U.S.Open) terwijl hij toch een rotjong maar tegelijk ook geniaal en in het bezit van een zeven finales speelde in Londen. Voor de Masters staat zijn teller op drie fluwelen baltouch. Tegenwoordig komt hij nog steeds spitant overwinning in acht finales. De Davis Cup sloot hij twee keer zegevieuit de hoek als tv-commentator. rend af. 49 titels waren tussen 1984 en 1999 zijn deel.
Sampras of Agassi? In 1990 staat de internationale tenniswereld versteld te kijken naar het talent van Pete Sampras terwijl die de U.S.Open op zijn naam schrijft. Pistol Pete geraakt uiteindelijk aan veertien grandslamtitels (twee keer de Australian Open, zeven keer Wimbledon en vijf keer de U.S.Open) en wint vijf maal de Masters. Hij is de enige speler die erin slaagt om zes maal het jaar te eindigen als nummer een van de wereld. Ook de Davis Cup is twee keer van hem. Met 64 ATP-titels tussen 1988 en 2002 toont hij zijn klasse. Sampras wordt daarom ook, net achter Roger Federer, beschouwd als één van de beste spelers aller tijden. Zijn grootste concurrent en niet bepaald zijn beste vriend was Andre Agassi. Met finales op Roland Garros en de U.S.Open in 1990 toont die zich, helemaal in het fluo, aan het grote publiek. Hij wint dat jaar wel de Masters en de Davis Cup. Agassi geraakt uiteindelijk aan acht grandslamtitels (een ‘Career Slam’ met vier keer de Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en twee keer de U.S.Open). Hij vulde dat palmares nog aan met een Masterszege, drie Davisbekers, en een gouden plak in Atlanta 1996. De evolutie van enfant terrible, ‘The Las vegas Kid’, naar een gelouterde en spirituele prof was mooi om te volgen tijdens zijn carrière. Hij zou eindigen met 60 titels en Steffi Graf aan zijn zijde.
Jimmy Connors wordt vijf jaar op rij de nummer een van de wereld op het eind van het seizoen.
104 PLAY TENNIS
Federer met in zijn schaduw Nadal en Djokovic 2003 is het jaar dat de tenniswereld een nieuwe weg insloeg met de ontbolsterring van Roger Federer. Hij won dat seizoen zijn eerste Wimbledon en vijftien jaar later, op zijn bijna 37ste, staat de Zwitser nog steeds aan de top. Zijn onverbeterbaar palmares is daarbij nog niet afgesloten. We staan momenteel op 97 ATP-titels met daarbij 20 grandslamzeges (Zes keer de Australian Open, Roland Garros, acht keer Wimbledon en vijf keer de U.S.Open). In totaal deed hij mee in 30 grandslamfinales, won hij de Davis Cup en was hij zes maal de beste op de ATP World Tour Finals. Daardoor stond hij ook 308 weken op nummer een, een record, en eindigde hij vijf keer het seizoen als de primus inter pares. Op 19 februari 2018 werd hij als 36-jarige de oudste nummer een in de geschiedenis van het proftennis. Ondanks dat hij aanzien wordt als de beste speler aller tijden heeft ook hij nog (kleine) lacunes op zijn palmares: een Grand Slam winnen (zoals zijn voorbeeld Rod Laver), een gouden medaille in het enkelspel (Federer heeft er eentje in het dubbel) en Connors voorbijgaan met zijn 109 tornooizeges. Hij heeft nog wat tijd.
Kampioenen De prestaties van Federer zijn zo uitzonderlijk omdat ze er van totale dominantie waarin hij ook Federer – 23-22 in kwamen in een periode dat ook Rafael Nadal rondliep op de onderlinge duels – achter zich hield. Djokovic kwam het circuit. De Mallorcaan staat in de onderlinge duels met in 2008 aan de oppervlakte met zijn eerste grandslamzijn Zwitserse rivaal niet voor niets 23-15 voor (eerste duel titel down under. Hij klokt voorlopig af op twaalf stuks in maart 2004). Nadal is zonder meer de beste gravelspe- (zes keer de Australian Open, Roland Garros, drie keer ler ooit. 55 van zijn 77 titels won hij op die ondergrond. De Wimbledon en twee keer de U.S.Open). Vijf maal was hij Spanjaard stond 23 keer in een grandslamfinale en wist die de beste op de Masters en hij maakte Servië gelukkig met het winnen van de Davis Cup in zestien keer winnend af te sluiten 2010. Djokovic heeft ondertussen (Australian Open, tien keer Roland Net voor de ontbolsterring 68 ATP-overwinningen op zijn conGarros, twee keer Wimbledon en van Roger Federer leek drie keer de U.S.Open). De Masters to en werd vier keer de nummer een Pete Sampras goed op weg staat, ondanks twee finales, nog van de wereld. De vraag is enkel of niet op zijn erelijst. De Davis Cup hij nog ooit dat oude topniveau zal als beste speler aller tijden dan weer vier keer (hij verloor in weten te evenaren. gecatalogeerd te worden.” die competitie voor het laatst in 2005!) en hij heeft ook een gouden Het is quasi onmogelijk om aan de medaille van Peking in zijn schuif liggen. Hij was vier keer hand van dit bewijsmateriaal een ranglijst der kampioenen de beste op de wereldranglijst en is op zijn 32ste samen te stellen. Federer lijkt er voor ons toch een beetje nog lang niet aan het einde van zijn Latijn. bovenuit te steken, van dichtbij gevolgd door Sampras en Borg. Simpelweg omdat zij de aanvoerders waren van hun Novak Djokovic ook niet, al gaat hij periodes op het profcircuit. Maar tegelijkertijd mogen de nu wel door een mindere periode. prestaties van Nadal en Djokovic niet onder de mat geschoDie kwam er na een tweetal jaren ven worden. Soit, aan u om te kiezen…
De grote rivaal van Pete Sampras, Andre Agassi, won alle grandslamtornooien, drie keer de Davis Cup en een gouden, Olympische medaille.
Billy Jean King was één van de negen speelsters die inging op de uitnodiging van Gladys Heldman om een profcircuit op te starten voor vrouwen. 106 PLAY TENNIS
Kampioenen
Ladies first... Door haar de ‘Medal of Freedom’ toe te kennen bevestigde voormalig President Barack Obama in 2009 dat Billy Jean King tot de zeven vrouwen behoorde die de wereld veranderd hebben (net zoals Anne Frank en Simone de Beauvoir). Het moet gezegd dat de Amerikaanse een voorvechtster was wat betreft gelijke kansen voor vrouwen en mannen. Het is alleszins door King dat de tennisspeelsters op de grandslamtornooien ondertussen evenveel verdienen als hun mannelijke confraters. Het is dan ook moeilijk om aan haar voorbij te gaan als je 50 jaar professioneel tennis evoqueert. Naast haar vonden we nog elf kampioenen die in die halve eeuw het damestennis op de kaart hebben gezet. In 1968 begon het professionele tennis- gante en vooral veel oudere tegenstrever tijdperk. Gladys Heldman, oprichtster flink te vernederen. Het zal een dooren uitgeefster van het magazine World braak worden op vele gebieden voor het Tennis, besloot daarop een profcircuit damestennis. Dat krijgt plots evenveel in het leven te roepen dat enkel voor aandacht als de mannen en de WTA tevrouwen bestemd was. Negen speelsters kent in 1974 dan ook een eerste tv-congingen in op de uitnodiging: Billy Jean tract met de Amerikaanse zender CBS. King, Rosie Casals, Nancy Richey, Kerry Tijdens de mythische Melville, Peaches ‘Battle of the Sexes’ vernedert Bartkowicz, Kristy Pigeon, Judy Dalton, Billy Jean King op haar 20ste de arrogante Valerie Ziegenfuss maar ook 55-jarige tegenstrever, en Julie Heldman. Op de Australische Bobby Riggs. Melville na allemaal Amerikanen. Snel kon organisatrice Heldman de steun In die periode domineren King en van sponsor Philippe Morris (sigaretten) de Australische Margaret Court het aankondigen. Waardoor op 25 septem- gebeuren. In totaal zal de uitgesprober 1970 in Houston de Virginia Slims ken Court 64 titels weten binnen te International, gedoteerd met 7500 dol- rijven, verdeeld over het amateur -en lar, kon plaatsvinden. Het wordt meteen profcircuit. Daaronder ook 24 grandseen succes. Een jaar later telt de tour, lamzeges in het enkelspel, negentien nog steeds onder de naam Virginia in het dubbel en 21 in het dubbel geSlims, reeds negentien tornooien en mengd. Court wint de Grand Slam in wordt er 309.100 dollar verdeeld. 1970, iets dat voorheen door Maureen King creëert daarop in 1973 de WTA (Women’s Tennis Association) om zo beter de belangen van de speelsters te kunnen verdedigen en een maximum aantal tornooien op de tour te krijgen. In dat jaar vindt ook in Houston de fameuze ‘Battle of the Sexes’ plaats tussen King (29) en ex-prof Bobby Riggs (55). De topspeelster laat niet na haar arro-
Connolly (1953) was bewerkstelligd en later nog eens herhaald zou worden door Steffi Graf (1988). King blijft achter met een niet-onaardige 39 tornooizeges waaronder twaalf grandslamtitels, zestien in het dubbelspel en elf in het gemengd. Zeven keer was ze wel aan het feest in de Fed Cup. Niet slecht.
Evert en Navratilova na Goolagong Chris Evert was vermoedelijk de eerste speelster in het proftijdperk met de uitstraling van een echte kampioene. Zij was ook de eerste die bovenaan de ranking van de WTA mag prijken in 1975. Vijf jaargangen zou ze als nummer een eindigen waarin ze de basis legde voor haar 154 WTA-titels met daaronder ook achttien grandslamkroontjes (twee keer de Australian Open, zeven keer Roland Garros, drie keer Wimbledon en zes keer de U.S.Open). Daar mogen nog acht Fed Cupzeges bij en vier Masterstitels. Zij wordt aanzien als de beste gravelspeelster aller tijden. Haar 125 opeenvolgende overwinningen op die ondergrond zitten daar voor iets tussen. Sinds 1995 heeft Evert een plaatsje in de Hall of Fame. Als men het over Evert heeft kan Martina Navratilova nooit veraf zijn. Maar dan vergeet men gemakshalve natuurlijk wel dat er eerst nog Evonne Goolagong was. De Australische aboriginal was een dochter van een schaapsscheerder en slaagde er toch in 69 WTAtitels te verzamelen waaronder zeven op grandslamniveau (vier keer de Australian Open, Roland Garros en twee keer Wimbledon). Ze was tevens vier keer finaliste op de U.S.Open. Goolagong zit sinds 1988 in de Hall of Fame in Newport. Maar Navratilova was natuurlijk wel dé grote rivale van Chris Evert. Haar palmares is verbluffend met maar liefst 168 tornooizeges waaronder ook achttien grandslamtitels (drie keer de Australian Open, twee keer Roland Garros, negen keer Wimbledon en vier keer de U.S.Open). In alle disciplines samen won zij 59 grandslamtrofeeën. Plus natuurlijk ook nog vier zeges in de Fed Cup en acht op de Masters. Zeven maal beëindigde zij het jaar als nummer een van de wereld. Navratilova kreeg in 2000 een plaats naast Evert in de Hall of Fame. 108 PLAY TENNIS
Kampioenen
Graf en Seles via Sanchez Steffi Graf is vanzelfsprekend niet weg te denken uit het beeld van 50 jaar vrouwentennis. Dit Duits tennisicoon won in totaal 107 titels en was maar liefst 22 keer aan het feest op de grandslamtornooien (vier keer de Australian Open, zes keer Roland Garros, zeven keer Wimbledon en vijf keer de U.S.Open). In 1988 behaalde ze de zogenaamde ‘Golden Slam’ waarbij ze alle vier de grandslamtitels op haar naam schreef alsmede een gouden medaille op de Olympische Spelen van Seoel. Vier maal stak ze de dubbel Roland GarrosWimbledon in haar achterzak (1988, 1993, 1995, 1996) en acht keer was ze op het eind van het seizoen het nummer een van de wereld, een record. Graf kreeg hoogst verdiend in 2004 een portret in de Hall of Fame. In die tijd probeerde de Spaanse opdonder Arantxa Sanchez-Vicario aan te klampen. En zij verdiende respect voor die hardnekkigheid want het leverde haar uiteindelijk 29 WTA-titels op, waaronder vier grandslamzeges (drie keer Roland Garros en de U.S.Open). Ze was bovendien twee keer finaliste in Melbourne en stond twee keer in de eindstrijd op de All England Club. Vijf eindzeges in de Fed Cup waren ook niet mis. In 2007 mocht zij dan ook naar de Hall of Fame. De carrière van Graf had er mogelijk helemaal anders uitgezien als Monica Seles midden in Voor Roger Federer kon Zwitserland genieten haar opmars niet gestopt was door een gestoorde fan van van de even getalenteerde Martina Hingis. de Duitse. In 1993 kreeg de voormalige Joegoslavische een mes in de rug tijdens het tornooi van Hamburg waardoor ze een hele tijd van het circuit verdween en Graf haar ding kon doen. Seles geraakte uiteindelijk toch nog aan 53 tornooizeges, waarvan negen grandslamtitels (vier keer de Australian Open, drie keer Roland Garros en twee keer de U.S.Open). Ze won tevens drie maal de Fed Cup en drie maal de Masters. Twee keer was ze het nummer een van de wereld op het einde van het seizoen. In 2009 trad ze als genaturaliseerde Amerikaanse toe tot de Hall of Fame.
Hingis of Davenport? Voor Roger Federer had Zwitserland met Martina Hingis nog een supertalent dat de wereld met verstomming sloeg. Deze kampioene met Slovaakse roots werd de jongste grandslamwinnares in het professionele era en het jongste nummer een ooit. Ze zou met 43 titels eindigen waaronder vijf grandslamoverwinningen (drie keer de Australian Open, Wimbledon en de U.S.Open). Ook daarbij Justine Henin geteld twee zeges op de Masters. Hingis kon wel wint in 2003 haar eerste nooit de Fed Cup binnengrandslamtitel halen (ondanks een finale tegen Kim Clijsters, ze in 1998) maar mocht in doet dat voor de ogen van 2013 wel plaatsnemen in de Hall of Fame. Koning Albert II. Lindsay Davenport was in vele opzichten de tegenpool van de ‘Swiss Miss’ maar tenniste toch een even indrukwekkend palmares bij mekaar. Ze won wel ‘maar’ drie grandslamtitels (Australian Open, Wimbledon en de U.S.Open) maar eindigde daarentegen wel vier keer als het nummer een van de wereld. Bovendien zegevierde ze drie maal in de Fed Cup en één keer op de Masters. Haar gouden medaille van Atlanta (1996) was de kers op de taart, net zoals haar intrede in de Hall of Fame (2014).
Justine versus Kim Natuurlijk konden we niet naast het gouden tijdperk van het Belgische tennis kijken. Dominique Monami en Sabine Appelmans waren hun illustere voorgangers maar Justine Henin en Kim Clijsters waren zo wonderbaarlijk dat ze een tijdlang het internationale vrouwentennis domineerden en er een dimensie aan toevoegden. Henin spande de kroon met 43 titels waaronder zeven grandslamzeges (Australian Open, vier keer Roland Garros en twee keer de U.S.Open). Haar eerste overwinning in Parijs in 2003 was de meest beklijvende, ook al omdat Clijsters aan de overkant van het net stond en Koning Albert II in de tribune zat. Henin was tevens twee keer finaliste op Wimbledon, won twee keer de Masters en haalde één keer (samen met Clijsters) de Fed Cup binnen. Drie maal beëindigde ze het jaar op de hoogste plaats van de WTA-ranglijst. Haar knapste zege was evenwel haar gouden plak in Athene 2004 en volgens John McEnroe bezat ze de mooiste eenhandige backhand ter wereld. In 2016 kreeg zij haar terechte plaats in de Hall of Fame. Haar rivale aan Vlaamse zijde, Kim Clijsters, kende een carrière in twee delen waarbij die comeback het meeste succes opleverde. In totaal kwam ze aan 41 titels waaronder vier grandslamtornooien (Australian Open 2011 en U.S.Open 2005, 2009 en 2010). Drie maal verloor ze een grandslamfinale van Henin maar in totaal zou ze de onderlinge duels wel met 13-12 winnend afsluiten. Naast haar zege in de Fed Cup (2001) staan er ook nog drie Masters-trofeeën in haar kast. Op 14 februari werd Clijsters de allereerste mama die nummer een van de wereld werd in de geschiedenis van het damestennis. Clijsters staat sinds vorig jaar in de Hall of Fame.
Samen met Justine verdedigde Kim de Belgische eer op het hoogste niveau.
110 PLAY TENNIS
Conquest V.H.P.
De zusjes Williams Nog meer dan Clijsters en Henin hebben Venus en Serena Williams hun stempel gedrukt op het damestennis van de laatste twintig jaar. Venus werd in 1980 geboren in Lynwood en is vandaag nog, op haar 37ste, een topspeelster. Ze zit aan 49 WTA-titels waaronder zeven grandslamkroontjes (vijf keer Wimbledon en twee keer de U.S.Open). Ook de Masters en de Fed Cup staan op haar palmares. Met haar zus Serena won ze maar liefst veertien grandslamtornooien in het dubbelspel. Venus behaalde een gouden medaille in Sydney 2000 en voegde daar daarna nog drie gouden medailles in het dubbelspel, met een oude bekende, aan toe. In 2001 stonden beide zusjes voor het eerst tegenover mekaar in de finale van de U.S.Open, Venus won die zusterstrijd. Het zou echter Serena worden die alle aandacht naar zich toe zou trekken. De één jaar jongere zus van Venus had nog net een iets groter kampioenenkarakter. Net zoals haar voorkomen en haar persoonlijkheid is ook haar palmares grandioos. 72 WTA-zeges staan daar op te blinken met 23 grandslamtornooien (zeven keer de Australian Open, drie keer Roland Garros, zeven keer Wimbledon en zes keer de U.S.Open). Vijf maal won ze ook de Masters en in de Fed Cup bleef het bij één zege. Niet vergeten dat ze ook nog een gouden medaille wist weg te kapen op de Olympische Spelen van Londen 2012 (en drie dubbelmedailles met zusterlief). Serena
was vijf jaar het nummer een van de wereld bij het sluiten van het seizoen. Er wordt verwacht dat de jongste Williams binnenkort het record van Margaret Court en haar 24 grandslamzeges gaat verbreken maar als jonge mama heeft ze het toch niet zo makkelijk om haar oude niveau terug te vinden.
Steffi of Serena? Bij de mannen staat er geen naam op Roger Federer als het erop aankomt om de beste speler van het moderne tijdperk aan te duiden. Bij de dames ligt het iets gevoeliger omdat Serena Williams en Steffi Graf erg dicht bij elkaar liggen. Wij kiezen voor ‘Fraulein Forehand’. Graf heeft misschien wel één grandslamzege minder dan Williams maar met haar gouden Slam in 1998 heeft ze toch een streepje voor op de Amerikaanse krachtpatser die in 2003-2004 wel vier grandslamtornooien op een rij wist te winnen. Graf haalde ook vier keer de dubbel Roland Garros-Wimbledon binnen terwijl Serena daar maar twee keer in slaagde. Graf beëindigde bovendien acht keer het jaar als nummer een van de wereld terwijl Williams dat maar vijf keer deed. Ziedaar ons doorslaggevend argument. De Duitse won haar laatste grandslamtornooi op haar 30ste terwijl Williams vijf jaar later nog steeds meedoet voor de prijzen. Die duurzaamheid is zonder meer een kwaliteit en maakt ook van Williams een icoon van de sport.
Venus en Serena Williams kleurden de geschiedenis van het damestennis. 112 PLAY TENNIS
Bladert de volgende Lotto-miljonair momenteel door Play Tennis?
# P L AY E R S O N LY A N DY MURRAY
N OVA K DJOKOVIC
M ARI A SHARAP OVA
H EA D P RO P LAYE R S M AY P L AY WI TH DI FF ERE NT RACQU ETS FROM T H E M O D E L S H OW N .
MARIN CILIC
RECOMMENDED BY HEAD PLAYERS
114 PLAY TENNIS
Dit is Belgisch
PLAY TENNIS 115
De Davis Cup in zwart, geel, rood!
116 PLAY TENNIS
Dit is Belgisch
In de 114 jaar dat België deelnam aan de Davis Cupcompetitie bereikte ons land vier keer de finale. De eerste keer, in 1904, was dat niet direct een prestatie daar er in het uitdagingstornooi enkel van Frankrijk moest gewonnen worden om in de eindstrijd tegen de Britse Eilanden uit te komen. De finales in 1957 (opnieuw in de zogenaamde Challenge Round), 2015 en 2017 waren vanzelfsprekend wel geschiedenis schrijvende momenten. Tekst en uitleg over die drie spraakmakende campagnes vindt u hieronder.
12-14 december 1957 België vs Amerika: 2-3 Milton Courts, Brisbane, Australië Het gouden tijdperk van het Belgische tennis dat gedragen werd door de wereldspelers die Philippe Washer en Jacky Brichant waren kende enkele uitschieters. Zo haalde bijvoorbeeld de supergetalenteerde Washer in 1957 de kwartfinale op Roland Garros terwijl Brichant zelfs drie keer bij de laatste acht geraakte in Parijs en in 1958 tot in de halve finale meedraaide. Beiden speelden ook uitstekend dubbel samen waardoor hun successen in de Davis Cup niet als een verrassing kwamen. In 1953 speelde ze zichzelf al eens tot in de finale van de uitdagingsronde – in die tijd wachtte de winnaar van de Davis Cup het volgend jaar op een uitdager die zich door een mini-tornooitje moest worstelen – en vier jaar later deden ze dat kunststukje nog eens over. Net zoals in de latere succesvolle campagnes kon België profiteren van het thuisvoordeel, alle vier de ontmoetingen in de Europese zone werden in 1957 op eigen bodem afgewerkt.
Europese Mexicanen
De gouden periode van het Belgische tennis werd gedragen door het mythische paar Washer-Brichant.
In de eerste ronde werd in Brussel van Hongarije gewonnen. Een kolfje naar de hand van Washer en Brichant die enkel in het dubbelspel – (niet) toevallig ging dat verloren nadat Brichant daarin met Gino Mezzi aantrad – de winst aan de Magyaren moesten laten. In ronde twee kwam Mexico – wat die kwamen doen het Europese uitdagingstornooi is ons een raadsel – op bezoek op de Royal Leopold Club van Ukkel en de ZuidAmerikanen, in casu Francisco Contreras en Mario LLamas, waren vanzelfsprekend begaafde gravelspelers. Washer ondervond het aan de lijve want hij moest na een zware vijfsetter het onderspit delven. Gelukkig kon Brichant daarna, ook al na vijf loodzware sets, de 1-1 op het bord zetten. Het dubbelspel ging zelfs uiterst eenvoudig in drie sets naar de Mexicanen maar die bleken daarbij hun beste pijlen verschoten te hebben. Op de slotdag wonnen zowel Brichant als Washer zeer makkelijk hun partij waardoor België met 3-2 naar de Europese halve finale mocht.
In die periode was de Davis Cup belangrijker dan de grandslamtornooien.
Vechtlust
Spanning in de lucht
Bij de laatste vier kwamen de beduchte Britten op bezoek in onze hoofdstad. Dat de eilandbewoners een deel van hun kwaliteiten verloren eenmaal ze het kanaal overstaken hoeft niet uitgelegd te worden, in Engeland speelden zij voornamelijk op gras en snellere ondergronden waardoor ze op gravel het regelmatig hard te verduren kregen. Nochtans kwamen de Britten – Mike Davies en Bobby Wilson – op een 2-1-voorsprong nadat Washer zich op de eerste dag liet verschalken en ook het dubbelspel verloren ging. Maar net als tegen de Mexicanen zetten de Belgen de scheve situatie op overtuigende wijze recht: Washer smeerde Wilson een 6-0 in de vierde set aan terwijl Brichant in vijf sets beter bleek dan Davies en dat nadat hij twee sets tegen nul had achtergestaan! De finale in de Europese zone was opnieuw een feit.
De Royal Leopold Club zat begin augustus met 8000 toeschouwers afgeladen vol. Onder die nieuwsgierigen ook Eric Drossart. De latere grote man van managementbureau McCormack (IMG) en organisator van het Brussels Indoor Championship in Vorst Nationaal was als achttienjarig talent net naar de hoofdstad verhuisd om deel te nemen aan de nationale trainingen en speelde daarna nog een aantal jaren met Jacky Brichant. Italië kwam naar ons land afgezakt met Nicola Pietrangeli in de rangen en dat was zonder meer één van de beste spelers ter wereld, iets wat Brichant ook in de eerste partij van het duel kon ondervinden. “Het was bloedheet in Ukkel dat weekend”, wist Drossart nog. “Je kon de spanning ook in de lucht voelen. Het centercourt zat barstensvol, er hingen mensen in de bomen om toch maar niets van de wedstrijden te moeten missen. De Belgen kwamen 1-2 achter na het dubbelspel maar ze slaagden er toch nog in om terug te komen.”
118 PLAY TENNIS
Dit is Belgisch
Avontuur Meteen wisten de Belgen dat ze begin december voor een avontuurlijke tocht stonden. “Het is moeilijk om dat vandaag de dag te begrijpen maar de competitie toen was vooral geografisch ingedeeld, zonder stijgers of dalers”, aldus Drossart. “De winnaars van elke zone kwamen elkaar tegen in het land van de titelverdediger die wachtte op het verdict van die onderlinge duels om de uiteindelijke overlever partij te geven. In dat tijdperk domineerde Australië het gebeuren. En twee keer hebben de Belgen ginds de halve finale verloren van Amerika.” Dat het geen sinecure was om van Zaventem naar Brisbane te vliegen hoeft geen betoog. “In 1957 hebben ze de trip in twee stukken opgedeeld”, wist Drossart. “Eerst een lange reis naar Los Angeles, waar ze een tijdje getraind hebben. Acclimatiseren was sowieso niet eenvoudig. Ze zijn een beetje onderuitgegaan door de warmte. In Australië was het meer dan 40 graden in de schaduw.”
Zonneslag versus bom “Mensen hingen in de bomen om toch maar niets van de wedstrijd te missen”.
Duisternis redt Belgen “Brichant begon eraan door Merlo te verslaan in vijf sets na een meer dan vijf uur durende marathon.”, ging Drossart verder. “De Italiaan kreeg op het eind af te rekenen met krampen. Er waren geen tiebreaks in de sets indertijd en ik heb zelfs nog een tijd gekend waarin je niet mocht gaan zitten tijdens de kantwissels. De match tussen Washer en Pietrangeli moest daarna onderbroken worden voor de invallende duisternis op een moment dat de Italiaan met twee sets tegen een voorstond. De mensen moeten de volgende dag wel congé genomen hebben want het centercourt zat op maandag opnieuw eivol. Washer ging daarbij beter om met de spanning en begon op een wolk te tennissen, gedragen door een elektrische ambiance kon hij het tij keren. Het was waanzinnig. Sommige mensen verborgen zich om niet te laten zien dat ze aan het wenen waren van vreugde. Het tennis was nog van en voor de amateurs in die periode, Davis Cup was dan ook belangrijker dan de grandslamtornooien.”
Desalniettemin verkochten onze landgenoten hun (rood verbrande) huid duur. In de eerste match ging Brichant pas na vijf sets onderuit tegen Herbie Flam. “En in die wedstrijd is er iets vreemds gebeurd”, glimlachte Drossart die zich herinnerde dat Brichant twee sets tegen een en 3-0 voorstond alvorens compleet in te storten. “De overlevering wil dat Jacky een zonneslag heeft gekregen maar ook dat de Amerikaan als een bom uit de kleedkamers is gekomen na de verplichte pauze na set drie. In die tijd was er niemand die meeging naar de vestiaires om te zien wat er daar gebeurde, hè. Maar bon, ik was daar niet bij. We hebben uiteindelijk met 2-3 verloren. Maar had Jacky zijn wedstrijd gewonnen, dan hadden we de Challenge Round gehaald.” Topspeler Victor Seixas was de grote man bij de Amerikanen door zijn twee enkelspelen vrij makkelijk te winnen. De yankees verloren op het gras van Kooyong uiteindelijk trouwens de finale van de Australische thuisploeg.
Symbolisch overlijden Jacky Brichant, die tijdens zijn tenniscarrière in de winter van plunje veranderde en het zelfs tot de nationale basketploeg schopte, overleed in 2011 net voor zijn 81ste verjaardag. Philippe Washer was dan weer een superieur sporttalent dat zowel in het tennis als in squash, skiën en golf uitblonk en Belgisch kampioen werd. De laatste jaren van zijn leven zonderde hij zich een beetje af in Knokke. Hij blies op zijn 91ste zijn laatste adem uit op 27 november 2015, de eerste dag van de Davis Cupfinale tegen GrootBrittannië in Gent...
8000 uitzinnige fans zorgden er mee voor dat Darcis voorbij Delbonis geraakte in Vorst Nationaal.
120 PLAY TENNIS
Dit is Belgisch
27-29 november 2015 België – Groot-Brittannië 1-3 Flanders Expo, Gent, België ‘I have a dream’, schatplichtig aan Martin Luther King hamerde kapitein Johan Van Herck elk jaar weer op het vervullen van ‘zijn droom’. Op het sterfbed van zijn mama had de Kempenaar nog enkele uitdagingen aangehaald die hij graag zou verwezenlijken. De Davis Cup winnen, was er daar één van. In het begin werd er nog een beetje meewarig geluisterd naar het bevlogen betoog van Van Herck. Met David Goffin had België wel een echte topper in de rangen en met Steve Darcis een Davis Cupkrijger pur sang maar de spoeling was toch een beetje dun om het grote lot te ambiëren. Tenzij dat lot een beetje hielp natuurlijk.
Kaas met gaten In de eerste ronde werden de jongens van kapitein Van Herck alvast op hun wenken bediend: Zwitserland kwam naar de Country Hall van Luik afgezakt met een B-ploeg. Geen Roger Federer of Stan Wawrinka, wat de ware tennisliefhebber natuurlijk speet maar de rekening van de Belgische ploeg niet maakte. Met nobele onbekenden als Henri Laaksonen, Michael Lammer, Adrien Bossel en Yann Marti had de Zwitserse skipper Severin Lüthi niet direct een volwaardig team ter zijner beschikking. Temeer daar op de persconferentie na de loting op donderdag de heer Marti zich ook nog eens zo belangrijk achtte dat hij met een vlammend discours over zijn niet-selectie niet alleen zijn hart luchtte maar ook zichzelf buitenspel zette. Dit Zwitserland was een kaas met gaten waar wij zelfs speerpunt Goffin, geblesseerd aan een rib, niet voor nodig zouden hebben. Of toch?
Laatste bal Op de eerste dag ging Ruben Bemelmans evenwel in vijf sets onderuit tegen de degelijke Laaksonen. Die toonde op zondag nogmaals zijn kunnen – in augustus van vorig jaar zou hij even de top 100 binnenglippen – en ook een zieke Darcis verslaan. De onverwachte 2-2-tussenstand noopte Van Herck ertoe in allerijl de gekwetste Goffin uit de lappenmand te halen en hem toch op te stellen. De Luikenaar klaarde voor eigen volk makkelijk de klus maar de week en het weekend hadden toch maar weer eens aangetoond dat in Davis Cup veel mogelijk is en nooit een duel op voorhand beslist is. “Na alles wat er deze week gebeurd is was het bang afwachten tot de laatste bal”, zuchtte Van Herck indertijd. “Rankings stellen in Davis Cup niets voor. We hebben veel problemen gehad, met blessures en krampen. Als we moe zijn slaan we in paniek. Dat moeten we echt veranderen.”
Voor het eerst sinds 1999 stond België opnieuw in de halve finale.
Halve finale na zestien jaar
Arena wordt inferno
Aan het geluk dat ons land dat jaar toelachte veranderde gelukkig niets. In de kwartfinale kwam een gehavende Canadese ploeg naar Middelkerke afgezakt. Boegbeelden Milos Raonic en Vasek Pospisil bleven met blessures in Noord-Amerika achter waardoor het Belgische team opnieuw als grote favoriet op de tijdelijke baan in sportpark Krokodiel naar voor trad. En dit keer werd die favorietenrol ook zonder al te veel problemen waargemaakt. Goffin en Darcis op dag één en het dubbelduo BemelmansCoppejans, die laatste speelde trouwens een regelrechte thuismatch, zorgden voor een even simpele als onoverkomelijke 3-0 op zaterdag. Dat er op zondag toch nog zo’n 4000 mensen opdaagden om onder een mooi zonnetje voor een uitstekende ambiance te zorgen was misschien wel de grootste overwinning van het weekend. Voor het eerst sinds 1999 stond België alleszins terug in de halve finale van de Davis Cup.
Bij de laatste vier kreeg België, wat had u gedacht, opnieuw het thuisvoordeel. Om het sterke Argentinië te ontvangen koos de Franstalige tennisfederatie voor het mythische Vorst Nationaal als arena. Een keuze die zowat elke speler gelukkig stemde en de verwachtingen ook zou invullen. Eveneens weer van de partij, het lot, dat wederom de kant van de Belgen koos. Argentinië kwam eind september immers zonder Juan Martin Del Potro en Juan Monaco, beiden geblesseerd, naar Brussel afgereisd. De gaucho’s bleven wel over een zeer homogeen en uitgebalanceerd team beschikken maar die twee kleppers hadden toch voor wat extra’s kunnen zorgen. Nu deden de Belgische spelers en supporters dat door van Vorst Nationaal drie dagen lang een kolkend inferno te maken.
122 PLAY TENNIS
David Goffin toonde zich heer en meester op de relatief snelle indoorbaan en gaf de Argentijnen enkele serieuze
Dit is Belgisch
Groot-Brittannië aan het feest! Andy Muray en zijn team triomferen in Gent.
Doek valt Voor de eindstrijd tegen Groot-Brittannië was Tennis Vlaanderen verantwoordelijk maar simpel was het niet om een zaal te vinden die tegemoetkwam aan alle eisen van de Internationale Tennisfederatie. Die stemde in met enkele aanpassingen en uiteindelijk kwam Flanders Expo in Gent uit de bus. De organisatie had makkelijk een veelvoud van de dagelijks beschikbare 13.000 tickets kunnen verkopen maar koos ervoor het thuisvoordeel uit te spelen en enkel het opgelegde aantal Britse supporters – ook zij op zoek naar een eerste Davis Cuptitel sinds 1936 – toe te laten. Het zorgde alleszins voor een zinderende sfeer die geaccentueerd werd door een emotionele en knap in elkaar gestoken opening waarbij de doeken rond de baan vielen en de teams werden gepresenteerd aan de uitzinnige massa.
Verdoofde pols
tikken door professioneel en koel zijn beide enkelspelen tot een goed einde te brengen. Dé man van deze ontmoeting was evenwel Steve Darcis. De 31-jarige Luikenaar verloor op de eerste dag nog een uitputtingsslag tegen Leonardo Mayer, ging ook in het dubbelspel aan de zijde van Bemelmans in vier betwiste sets de boot in maar stond er opnieuw om het vijfde en beslissende punt over de streep te trekken. In een zelden geziene ambiance – ondanks dat het autoloze zondag was in de hoofdstad geraakten toch zo’n 8000 dolle tennisfans tot in Vorst – ging hij tot het uiterste en verder om Federico Delbonis in vier sets het hoofd te bieden. De decibels overstegen een wekelijks concert in Vorst Nationaal en de Belgische ploeg was het delirium nabij. “Dit is een uniek moment in de Belgische sportgeschiedenis”, meende kapitein Van Herck en gelijk had hij. Voor het eerst sinds 1904 stond ons land in de (echte) finale van de Davis Cup.
In tegenstelling tot in hun vorige duels kregen de Belgen met Andy Murray nu wel een topper tegenover zich. Een sterspeler die bovendien erg gemotiveerd was om de Davisbeker binnen te halen en daarvoor de hulp kreeg van een opkomend talent ( Kyle Edmund) en een dubbelspecialist (zijn broer Jamie). Bovendien zat het geluk voor één keer niet aan Belgische zijde. In de aanloop naar de finale liep Darcis een stevige polsblessure op en hij moest dan ook gespaard worden op de eerste dag – Bemelmans deed het niet slecht tegen Murray – om hem überhaupt op de baan te krijgen. Darcis trad aan in het dubbelspel aan de zijde van Goffin en het was daar dat de Belgen even hun hand uitstaken naar de eindoverwinning: een break voorsprong in de derde set kon evenwel niet worden vastgehouden waarna de verdoofde pols van Darcis een beter resultaat tegenhield.
Beker aanraken Het slotakkoord was weggelegd voor een superieure Andy Murray die in een schitterend kader met weergaloos tennis voor het Britse orgelpunt zorgde door Goffin kansloos te laten. De Belgische ploeg had alles gegeven, was (emotioneel en fysiek) heel diep gegaan en huilde na afloop uit op de schouders van Koning Filip en Koningin Mathilde. Het publiek was fier op hun falanx maar de bekroning was uitgebleven. “Onze droom spatte keihard uit mekaar”, aldus Van Herck. “We konden de beker bijna aanraken.” Niemand die geloofde of besefte dat ze amper twee jaar later opnieuw een kans zouden krijgen.
24-26 november 2017 Frankrijk – België 3-2 Stade Pierre Mauroy, Lille, Frankrijk Prachtige coulissen, uitzinnige fans, een België dat de hand uitstak naar de eindoverwinning, een Steve Darcis die niet over al zijn capaciteiten beschikte en emotionele taferelen na afloop. De tweede finale van ons land in drie edities tijd was in velerlei opzichten een kopie van de eerste. Opnieuw werd nipt verloren van een land met een rijke tennisgeschiedenis en opnieuw was het net niet. Zonder meer was het burenduel in het voetbalstadion van Rijsel een groot tennisfeest en reclame voor de Davis Cup.
Übermensch Dat ‘Shark’ Darcis niet ten volle zijn tanden kon zetten in die finale kwam door een elleboogblessure die hij enkele weken voordien had opgelopen en naderhand zo ernstig zou blijken dat hij een heel seizoen aan de kant moest toekijken. Nochtans had Mister Davis Cup nog maar eens zijn patriottisme en strijdershart getoond door haast in zijn eentje – het moet gezegd: de steun van het dubbelduo Bemelmans-De Loore was verbluffend! – België in de eerste ronde in Duitsland over de streep te trekken. Met zeges op Philippe Kohlschreiber en vooral supertalent Alexander ‘Sascha’ Zverev had Darcis nog maar eens bevestigd dat hij in de landencompetitie boven zichzelf kan uitstijgen.
De som van de delen Nochtans gaf niemand een cent voor de kansen van de Belgen in de redelijk aftandse Fraport Arena in Frankfurt. Goffin koos ervoor even aan zichzelf te denken en gaf verstek voor deze moeilijke verplaatsing. Tegen de broertjes Zverev, Kohlschreiber en Jan-Lennard Struff leek een stuntzege onbegonnen werk. Maar Darcis ontketende vanaf dag één zijn duivels door met 7-6 in de vijfde set het eerste Belgische punt op het bord te zetten. De dubbeltandem deed dat kunststukje op zaterdag over door eveneens in vijf sets de broers Zverev te ontnuchteren. En de ouderdomsdeken van de ploeg toonde op zondag dat hij niet alleen over goede benen beschikte maar ook het fantastische tennisbrein om de relatief onervaren Zverev in vier spannende sets onder de knoet te houden. Een formidabele prestatie en het bewijs dat de ploegwerking van het Belgische team een meerwaarde is ten opzichte van de individuele klasse bij de tegenstander. Want wie was uiteindelijk de eerste om felicitaties richting Frankfurt te sturen? David Goffin…
Halve finale een gewoonte De Waalse topper was wel weer van de partij voor de kwartfinale tegen Italië in Charleroi. Zo ook de Belgische fans die het succes van de Davis Cupjongens wel konden smaken. In de Spiroudôme zorgden ze alleszins voor een leuke, zuiderse sfeer. Ook terug van de partij: de geluksfactor. De Italiaanse numero uno Fabio Fognini gaf immers verstek voor deze ontmoeting waardoor de Azzuri’s wel een tikkeltje onthoofd aan de start kwamen. Met Andrea Seppi, Paolo Lorenzi en Simone Bolelli hadden ze nog wel veel ervaring in de squadra maar het ontbrak toch wel aan een tikkeltje genialiteit en kwaliteit. Daar zorgde Goffin op zijn eentje wel voor door op zondag de beslissende 3-1 zeer eenvoudig en volwassen op het bord te zetten. België zat opnieuw bij de laatste vier in de Davis Cup, het werd haast een gewoonte. 124 PLAY TENNIS
Goffin aan het werk Paleis 12 op de Heyzel was een schot in de roos voor de titanenstrijd tegen Australië. De Aussies kwamen met een zeer gemotiveerd team naar Brussel afgezakt, aangevoerd door hun skipper en Davis Cupheld Lleyton Hewitt. Die kon rekenen op Nick Kyrgios die het zijn persoonlijke doelstelling had gemaakt om zijn land naar de Heilige Graal te leiden. Hewitt verkoos ietwat verrassend de werkmier John Millman boven de getalenteerde Thanasi Kokkinakis in de ploeg maar die kwam dan ook terug van een lange blessurepauze. Dat deed ook Goffin min of meer. Hij had sinds zijn enkelletsel op Roland Garros met vallen en opstaan aan zijn remonte gewerkt en die twijfel scheen nog een beetje door op de eerste dag van de ontmoeting. Daarin moest de Belgische nummer een verdomd hard knokken en harken om voorbij Millman te geraken. Geholpen door een fijn publiek – ook die hadden hun handen meer dan vol om het overwicht te bewaren ten overstaan van de Australische Fanatics! – slaagde hij toch in zijn opzet. Darcis weerde zich nadien zoals we van hem gewoon zijn maar tegen een ontketende Kyrgios, en diens fenomenale opslag, was er in de laatste twee sets van de vijfsetter geen beginnen meer aan.
Lik op stuk Kapitein Van Herck offerde zijn dubbel op – Joris De Loore was net voor de ontmoeting uitgevallen met een meniscusblessure en Degreef-Bemelmans waren geen partij voor specialisten Peers-Thompson – om zo op zondag een frisse tandem op de baan te krijgen. Het pakte schitterend uit. Eerst speelde
Dit is Belgisch
Na de nederlaag in 2017 zit er voor de Belgen niets anders op dan het opnieuw te proberen… Goffin een weergaloze partij tegen Kyrgios waarna Darcis de kers op de taart zette door nog maar eens het beslissende punt binnen te halen (tegen Thompson). Het dak van Paleis 12 was er toen al lang af, zo fantastisch was de ambiance. “Ik kan als kapitein alleen maar trots zijn op wat de ploeg en de mensen hier gedaan hebben”, stak Van Herck zijn lof niet onder stoelen of banken. “Deze finale is bovendien een mooi antwoord op de critici die twee jaar geleden zeiden dat we enkel door geluk de eindstrijd hadden gehaald. Nu gaan we naar Frankrijk om te winnen.”
Voetbalstadion = tennisarena Heel ver moesten de Belgen niet reizen om die finale bij te wonen. Een helft van de prachtige voetbaltempel (OSC Lille) werd omgetoverd tot een fantastische tennisarena waarin 27.000 enthousiaste fans een wonderbaarlijk weekend meemaakten. De roodgeelzwarte aanhang liet zich daarbij niet onbetuigd en kwam in grote getale naar het Noord-Franse Villeneuve d’Asq afgezakt. Zeker op de eerste dag werd de match in de match beslist in het voordeel van de Belgische supporters. In zoverre dat het de Franse kapitein Yannick Noah een redelijke cynische opmerking ontlokte: “We hebben gekregen wat we verwacht hadden: 3.500 enthousiaste Belgen, 3500 Franse fans en 20.000 mensen die naar het tennis kwamen kijken.” Het zou het thuispubliek wel aanzetten om de twee resterende dagen van het weekend zich luider te laten horen en het wankelende thuisteam harder aan te moedigen. Met het gekende gevolg.
Kans grijpen Het moet gezegd dat de tennisliefhebbers op de eerste dag twee relatief eenzijdige partijen kregen voorgeschoteld. Goffin speelde na zijn Mastersfinale in Londen, en ondanks de bijhorende vermoeidheid, op een wolk en gaf zijn vriend Lucas Pouille geen schijn van een kans. Jammer genoeg deed ook Jo-Wilfried Tsonga dat niet met een aangeslagen Darcis. Voor, tijdens en na het dubbelspel werd er hard gediscussieerd over de opstelling van de Belgen, het vaste duo Bemelmans-De Loore, maar uiteindelijk bleek dat de enige mogelijke koppeling daar Goffin enkel met Darcis wilde spelen maar die laatste geen drie wedstrijden op een weekend aankon. Hadden de Limburger en de Oost-Vlaming hun kans gegrepen – bij een set gelijk en 4-1-voorsprong leken de wanhopige Fransen (Gasquet-Herbert) rijp voor de sloop – dan was er achteraf niet meer over gesproken. Nu moesten de Belgen, na die nederlaag in vier sets in het dubbelspel, met een achterstand aan de laatste dag beginnen.
2015, 2017, 2019? Het verhaal is gekend: Goffin speelde verbazingwekkend sterk tegen Tsonga en Darcis verbazingwekkend vlak (door zijn verminderde fysieke capaciteiten) tegen Pouille. Frankrijk in delirium en hun tiende Davis Cuptitel was binnen. Voor België zit er niets anders op dan het opnieuw te proberen. Afspraak volgend jaar dan maar?
Gedurende bijna 40 jaar heeft Lesuco zich opgeworpen als de leider in het opbouwen en installeren van tennisterreinen in België. Een ervaring die ertoe bijdraagt dat het bedrijf zich door de tijd heeft kunnen plaatsen als een onderneming met heel wat sportinfrastructuren in ons land en een essentiële speler in deze sector. Een team van niet minder dan 35 personen heeft zich speciaal op dit soort constructies toegelegd. Wij zetten graag even de spotlights op dit Belgisch bedrijf dat in Gembloux en Huldenberg is ingeplant. Door Jeff Ribas Het avontuur van Lesuco begon in 1977. Het bedrijf was toen gespecialiseerd in tennisbanen en vooral bekend omdat het de enige onderneming was die alle soorten ondergronden kon aanbieden en eender welke aanvraag van een club dan ook kon inwilligen. De heraanleg van een gravelterrein, kunstgras en al zijn afgeleiden, een rubberen ondergrond die beter is voor de
gewrichten of alle soorten hardcourt die het voordeel hebben dat ze minder onderhoud vragen en sneller bespeelbaar zijn na een regenbui, niets was en is te veel of te moeilijk voor Lesuco. Het bedrijf is boven dien de officiële verdeler van het merk Greenset, algemeen bekend als de beste ondergrond ter wereld die gebruikt wordt op de Masters, ATP-tornooien, de Olympische Spelen en de Davis Cup. De terreinen van het AFT-centrum zijn ook van Greenset voorzien. In hun laatste selectie vloerbekleding, nota bene voor de indoorhallen, beschikken ze over een soort van fluwelen tapijt dat zeer gegeerd is op dit ogenblik. Al die projecten worden trouwens van begin tot einde door Lesuco uitgevoerd en opgevolgd. Bovenop de installatie van velden, de permanente en tijdelijke, verzorgt Lesuco ook de verlichting, de besproeiing of accessoires en afsluitingen die apart staan van de infrastructuur. Hun knowhow heeft zich trouwens snel verspreid naar andere sportinstallaties.
Vandaag wordt Lesuco gevraagd voor voetbalvelden, zowel gras als synthetisch, voor bijvoorbeeld het Belgian Football Center in Tubeke – het vaste trainingsoord van de Rode Duivels – hockey en rugby, alsmede atletiekpistes (in het Koning Boudewijn-stadion onder andere) en recent nog Padel-banen.
Padel , de nieuwe hype Padel is een sport die het licht zag in Zuid-Amerika, via Spanje Europa binnenkwam en in dat land zelfs zijn ledenaantal dat van het tennis zag overstijgen om zo daar de tweede meest beoefende sport te worden net na het voetbal. Stilaan lijken ook de andere landen de hype te begrijpen en dat komt omdat de sport gelinkt is aan tennis en squash maar net iets makkelijker dan die sporten. Heel wat tennisliefhebbers hebben de overstap al gemaakt naar deze nieuwe discipline die alsmaar blijft groeien. Als onderlegde en ervaren onderneming sprong Lesuco meteen op deze kar en werd zo één van de belangrijkste leveranciers van de Padel-banen. Met idealiter afmetingen van 20 meter op 10 meter, een net en twee opslagvlakken die ook dienst doen als speelveld (zonder baseline of dubbellijnen) was het te verwachten dat die infrastructuren als paddenstoelen uit de grond gingen schieten in België. Het merendeel van de tennisclubs had snel begrepen in welke richting deze tendens zou groeien waarbij ze zagen dat er op de plaats van één tennisbaan makkelijk drie Padel-kooien konden gezet worden. Lesuco begeleidt zijn klanten dan ook met een sleutelformule die gaat van het ontwerpen tot het neerpoten van zulke Padel-terreinen, waarbij zelfs een mooi uitgewerkte studie kan gemaakt worden over een optimaal gebruik van de aanwezige sportinfrastructuur. Maar naast het Padel en tennis is Lesuco gewoon een bedrijf dat toegewijd is aan de sport in zijn integraliteit. Hun verwezenlijkingen vind je terug over het hele land en dat blijft maar groeien, of het nu om een multisportveld gaat of een sportinrichting in een dorpskern of stadspark. Het lijdt geen twijfel dat u al eens gebruikgemaakt heeft van hun savoir-faire in Brussel, Antwerpen, Bergen of Louvain le Neuve, om maar enkele plaatsen te citeren. Daar kan u van op aan! www.lesuco.be
Lesuco S.A. Leader in Sport Facilities Leuvensebaan 317 B-3040 Huldenberg (0)16 47 28 70 info@lesuco.be
Het mooie verhaal van de Léo
Hoeveel clubs kunnen al meer dan honderd jaar bogen op een toppositie in de Belgische sportwereld? Hoeveel clubs lieten in 3 verschillende takken van sport (voetbal, tennis, hockey) hun sporen na in de Belgische sportgeschiedenis? Voor zover ik weet, zijn dat er niet zoveel. De Royal Léopold Club mag zijn 125ste verjaardag dan ook in stijl vieren. Een bridgetoernooi, een galadiner, een tennistoernooi, een hockeytoernooi en een slotavond: het hele jaar 2018 was en is er volop iets te beleven voor de 3000 clubleden. Wij brengen hulde aan deze Belgische sportlegende: een Ukkelse club met 5 hectare groen, een oase van rust in Brussel…
128 PLAY TENNIS
Dit is Belgisch
De Royal Léopold Club: al 125 jaar... In 1891 schreef Albert de Bassompierre zich in bij Brusselse tennissectie. Daar leerde hij enkele jonge Engelsen kennen die hun hart hadden verloren aan voetbal, een elitesport in Engeland die bij ons nog in de kinderschoenen stond. De sport beviel hem en twee jaar later besloot hij samen met enkele vrienden een club op te richten. Zo kwam op 11 februari 1893 het kruim van de Belgische aristocratische jeugd bijeen. Het elftal stond onder voorzitterschap van kapitein Reyntiens, adjudant van Leopold II. De club werd naar de Koning-Bouwer vernoemd: de Léopold Club was een feit – de eerste voetbalclub in Brussel (maar niet in België).
Van het Brugmannplein naar het Brugmannpark
Olympische Spelen in Parijs en schopte het in 1902 tot Belgisch vice-kampioen. In mei 1953 ging de voetbalsectie zonder de Royal Léopold Club verder. Ook op tennisgebied heeft Léo heel wat voorbij zien komen. We noemen enkele namen: Paul de Borman, 9 keer Belgisch kampioen; Jean Washer, 8 keer Belgisch kampioenen en 9de speler op wereldniveau; diens zoon, Philippe Washer, 9 keer Belgisch kampioen; en Jacky Brichant, 8 keer Belgisch kampioen. De prestaties van die laatste tijdens de Davis Cup in de jaren 50 zijn bepaald onvergetelijk te noemen. En dan is er uiteraard nog hockey. Léo had en heeft heel wat in huis op hockeygebied. Denk maar aan de 14 vrouwentitels en de 26 mannentitels, waaronder 9 achtereenvolgende van 1964 tot 1973. Een record.
Club of bedrijf?
“Léo” zoals de club ook wel werd genoemd, vestigde zich in 1893 op het In de jaren 80 konden dankterrein Tenbosch, op een zij een kapitaalverhoging, perceel dat van baron subsidies en sponsoring (een Georges Brugmann werd nieuw fenomeen) overdekte gehuurd. Het liep van de tennisvelden worden aangeWaterloosesteenweg tot legd en kregen de hockeyvelwaar zich vandaag het den een kunstgrasmat. De Philippe Verdussen & Bernard Lescot, Brugmannplein bevindt. De moderne tijd was aangebrohet nieuwe winnende paar van de Leopold! buurt rondom verstedelijkte ken; de raad van bestuur ging in in hoog tempo. Gelukkig bezat baron Frédéric Brugmann de discussie over de toekomst. Er waren twee kampen: de belangrijkWalzin, de erfgenaam van oom Georges, meer grond in de ste aandeelhouders aan de ene kant, die een financieel rendabel mooie gemeente Ukkel. En dus verhuisde de club in 1901 naar plan voorstonden van het Aspria-type, zoiets als La Rasante, en het Brugmannpark. En daar is het ook vandaag nog te vinden, aan de andere kant de kleinere aandeelhouders – groter in aantal ten zuiden van de Tennislaan (de huidige Dupuichlaan). De maar moeilijker bijeen te brengen – die onder de leuze “De vrienclubbestuurders plantten volop bomen op het domein; vandaag den van Léo” vochten om de clubtradities te behouden. Na heel is het dankzij hen een van de mooiste clubs van Europa. Later wat gebakkelei wonnen de kleine vrienden de strijd. – vermoedelijk in 1904 – werd een hockeyafdeling toegevoegd. Begin 2009 gingen, onder leiding van Bernard Lescot, de werken van start en in de herfst van dat jaar werd de “Nieuwe Léo” geopend. Philippe Verdussen – inmiddels de voorzitter van de raad en drijvende kracht achter het project – herinnerde er bij Léo is een van de 10 clubs die samen de Belgische Unie die gelegenheid aan dat Léo “een club met leden moet blijven, (nummer 5) oprichtten. De club nam in 1895 deel aan het en geen bedrijf met klanten moet worden”. Dat is en blijft de eerste Belgische voetbalkampioenschap. Hij maakte deel roeping van deze club – en dat is belangrijker dan rentabiliteit uit van het Belgische team dat in 1900 brons won op de of aandeelhouderschap.
Voetbal, hockey, tennis
130 PLAY TENNIS
GEEN SUIKER, WEL VLEUGELS. ENSMAAK IMO L T
ME
W U E I N KE
R
ZO N
I DER SU
IN EEN WERELD IN VERANDERING,
V.U.: W. Torfs, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702. FSMA nr. 25.879A.
IS EMOTIES DELEN HET BELANGRIJKSTE.
Deel alvast jouw emoties op Ace, lob, smash, volley… als de nummer 1 partner van tennis delen wij graag onze passie voor deze prachtige sport, want wij zijn WE ARE TENNIS!
@WTennisBelgie
facebook.com/ wearetennis
De bank voor een wereld in verandering 132 PLAY TENNIS