Interview Xavier Malisse

XAVIER MALISSE

Xavier Malisse zet stappen als coach en neemt Amerikaans talent Korda onder zijn hoede

Het “ was moeilijk zonder die stress en adrenaline

”

XAVIER MALISSE GROEIT IN ZIJN NIEUWE ROL ALS TENNISCOACH. MAAR: VOOR DE EUROPEAN OPEN MAAKT HIJ VOOR HET TWEEDE JAAR OP RIJ EEN UITZONDERING OP ZIJN NIEUWE LEVEN: OOK IN DE ZEVENDE EDITIE ZAL HIJ ZIJN TENNISTALENT TONEN IN HET DUBBELSPEL.

Als we hem interviewen is Xavier Malisse net één dag terug in België na de US Open, waar hij het Amerikaanse talent Sebastian Korda (ATP-49) heeft begeleid. Zijn andere pupil, de ZuidAfrikaan Lloyd Harris, ligt al enkele maanden in de lappenmand met een polsblessure.

Je hebt dus een nieuwe uitdaging beet?

Xavier Malisse: “Ik heb er net een trial van twee maanden opzitten met Sebastian Korda en die is goed verlopen. We moeten nu alles even verder analyseren, maar een conclusie kan ik al trekken: Sebastian werkt heel goed en er zit nog veel potentieel in. Hij moet nog wel wat bijschaven en sterker worden, maar hij is nog maar 22 jaar. Mijn visie? Het is vooral belangrijk om de speler zelf niet te veranderen. Ik wil weten hoe hij zelf wil spelen. Sebastian en Lloyd zijn spelers die al heel goed zijn, dus werk je veel samen op details. Ook tijdens matchen. Het is belangrijk om die gasten kalm te houden, want er is nog wel eens paniek mogelijk net omdat ze nog zo jong zijn. En daar kan ik hen mee in begeleiden.”

Hoe groot is het verschil tussen zelf spelen en coachen?

Malisse: “Dat verschil is er wel. Ik wil elke keer bijleren. Ik doe die coaching graag. Niet met de ambitie om het fulltime te doen, anders ben ik zoals vroeger veel onderweg. 17 à 18 weken coach zijn en daaraan mijn eigen evenementen koppelen is ideaal. Ik tour de zomer in Amerika met als uitvalsbasis Florida. Voor mij is de mix België en Amerika uitstekend, ook wat tennisvisies betreft. Want die liggen toch wel uiteen: in Amerika is alles great, in België is dat niet zo.”

Je zei in een interview: coachen ligt mij, het geeft me als speler een gezonde dosis stress.

Malisse: “Het is vooral een andere soort stress. Als je stopt als speler, is het moeilijk om hetzelfde adrenalinegevoel te krijgen. Dat was aanvankelijk moeilijk voor mij. Nu voel ik dat wél weer als coach. Op een andere manier. Je bent blij voor een andere persoon en voor het werk dat je zelf levert om die speler beter te maken. Als ik zelf speelde, draaide alles om mij en nu werk je als team. Als de speler die je traint goed speelt, hou je daar een enorm goed gevoel aan over. Daar doe ik het voor.” “Het balgevoel was er wel. Het tennissen gaat nog steeds goed, maar het bewegen is het moeilijkste (lacht). Ik wil me goed voorbereiden. Ik wil scherp staan in Antwerpen. Ik sta nog altijd mijn mannetje op de Legends Trophy. Ik blijf zo in touch met de tenniswereld. Je ziet oude collega’s terug: op Roland Garros, Wimbledon,…: je blijft bewegen en spelen, zonder druk.”

De European Open zet jaar na jaar een stap vooruit. Wat verwacht je van deze zevende editie?

Maar speler zijn zit nog niet helemaal in de koelkast. Je bent net als vorig jaar opnieuw van de partij op de European Open!

Malisse: “Het dubbelen met Lloyd is vorig jaar heel goed gegaan, het was leuk. Ik had niet verwacht dat we zo ver zouden geraken. Ik had op één ronde gerekend, maar plots schakelden we het eerste reekshoofd uit. Er was ook ambiance en een goede connectie met het publiek.” Malisse: “Alles is goed georganiseerd. De European Open staat er ook nu weer. Spelers komen niet terug als het niet in orde zou zijn. Covid strooide wat roet in het eten, anders was het tornooi al zeker als een komeet de lucht in geschoten. Ik heb zelf veel ATP-250-tornooien gespeeld: 80 à 90 procent is niet zo goed georganiseerd als de European Open. Omkadering, hotel, vip, spelersruimte, velden, trainingsfaciliteiten, transport,...: alles is tot in de puntjes geregeld. Ook de locatie is goed, want spelers willen alles dichtbij en dat is het geval. Kortom: alle ingrediënten zijn aanwezig. In België heb je daarnaast Belgische spelers nodig natuurlijk. Zizou Bergs en David Goffin vullen die wens in.”