![](https://assets.isu.pub/document-structure/210622101851-e1bbb79c63d4150b3f8c2e53657f9164/v1/4756de359410e22094fad3690a5fa91b.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
2 minute read
Controle-en-onderhoud-van-schoonmaakmaterialen ....................................................... 62 Controle-en-onderhoud-van-schoonmaakmaterialen
CONTROLE EN ONDERHOUD VAN SCHOONMAAKMATERIALEN
Controle en onderhoud van schoonmaakmaterialen
Goed schoonmaken kan alleen als de schoonmaakmaterialen heel en schoon zijn. Met vieze materialen verspreid je vuil en kun je de hygiëne in gevaar brengen. Kapotte materialen doen hun werk niet goed of maken het schoonmaken lastig. Als je met een schoonmaakklus begint, wil je niet dat je nog alle aandacht aan het onderhoud moet geven. Je doet het liefst alleen een snelle controle om meteen aan de slag te kunnen. Niets is zo irritant als ontdekken dat je niet met een klus kunt beginnen omdat iets aan de materialen niet deugt. Helemaal omdat je vaak onder tijdsdruk werkt. Daarom is de regel dat je meteen na de schoonmaak het materiaal grondig schoonmaakt, onderhoud pleegt en dan pas het materiaal op de goede plaats opruimt.
Praktische tips voor het schoonmaken en onderhouden van schoonmaakmaterialen
Schoonmaken: • Borstels spoel je goed uit onder heet water. • Bezems klop en schud je goed uit. • Emmers maak je schoon, spoel je onder heet water en droog je. • Afwasborstels was je in de vaatwasmachine mee. • Stelen, handvatten en ander schoonmaakmateriaal neem je af met een vochtige doek en een geschikt schoonmaakmiddel. • Materialen van stof, zoals de mop en de hoezen van de vloerwisser, was je in de wasmachine op minstens 60 °C. Bij die temperatuur gaan schadelijke bacteriën dood. • Ruim alle materialen op de vaste plaats op. • Meld onoplosbare tekorten of gebreken aan de leidinggevende.
Onderhoud: • Schoonmaakmaterialen controleer je op ontbrekende onderdelen, beschadigingen of versleten plekken. • Materialen als doeken en borstels vervang je. Gebruik stoffen schoonmaakmaterialen hoogstens een dag. Werkdoeken gebruik je maar voor één schoonmaakklus. Borstels en bezems met versleten haren werken niet goed. • Van machines controleer je de opvangzak of watertank. Je controleert of alle onderdelen van binnen en buiten leeg, heel en schoon zijn en zorgt eventueel voor vervanging. De buitenkant neem je af met een vochtige doek. • Kleine beschadigingen repareer je zelf. Zoals een bezem die niet goed aan de steel vastzit. • Wat je niet zelf kunt oplossen, overleg je met de leidinggevende. Kapotte elektrische apparaten of machines meld je altijd aan je leidinggevende! Die repareer je nooit zelf.
Je ruimt de materialen pas op als je ze gecontroleerd, schoongemaakt en onderhouden hebt.
Tip!
Zet materialen en middelen die je moet aanvullen, repareren of vervangen op een duidelijk zichtbare plaats. Zodanig, dat je er bij wijze van spreken bijna je nek over breekt. Dan kun je niet vergeten dat je dat nog moet afhandelen.
Opdracht 1 Schoonmaakmateriaal voor elke klus
a. Welke schoonmaakmaterialen kies je in welke situatie? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
b. Vergelijk jouw antwoorden met die van een ander. Bespreek de verschillen. Heeft de ander een zinvolle aanvulling? Schrijf die onder jouw eigen antwoorden. c. Hoe maak je na afloop van de schoonmaakklus de schoonmaakmaterialen schoon?