3 minute read

Sport--en-spelactiviteiten

c. Welke activiteit spreekt je het minst aan? En waarom?

d. Zie je jezelf al stage lopen op een vakantiepark? Waarom wel? Of waarom niet?

Onder sport- en spelactiviteiten verstaan we alle activiteiten waar een sportief of een spelelement in zit. Hieronder vallen allerlei activiteiten waarbij wordt bewogen. Je kunt denken aan voetbal, badminton, bootcamp, dansles, (beach)volleybal, frisbee, jeu de boules, fitness, sportworkshops, kinderspelletjes, waterspelen, tafeltennis, speurtochten, maar ook allerlei varianten daarvan. Ook is er een verschil wáár je sport- en spelactiviteiten organiseert. Dit kan zijn: • in een sportschool • bij een sportvereniging • op een vakantiepark • bij een dagrecreatiebedrijf.

Sport- en spelactiviteiten in de sportsector.

Als medewerker sport en recreatie in de sportsector kom je met allerlei sport- en spelactiviteiten in aanraking. Denk aan sportactiviteiten gericht op fitheid, gezondheid en lichaamsconditie, outdooractiviteiten en bekende sporten als voetbal, volleybal, basketbal, hockey, handbal,

waterpolo, atletiek, zwemmen, tennis, darten, tafeltennis en badminton. Voorbeelden van spelactiviteiten zijn balspelen, kinderspelen, waterspelen, speurtochten, bos- en natuurspelen en gezelschapspelen.

Bedenk wel dat je altijd onder een leidinggevende werkt en je bij de uitvoering van sport- en spelactiviteiten assisteert. Het organiseren en uitvoeren van wat kleinere activiteiten mag je vaak wel zelfstandig doen. Denk hierbij aan het voorbereiden en uitvoeren van: • de warming-up • de cooling-down • de open dag • de wandelingen • de circuittrainingen • het buikspierkwartier.

Bedenk ook dat hoe meer initiatief jij toont en hoe beter jij je werkzaamheden uitvoert, hoe meer je zelf mag doen. Belangrijk daarbij blijft dat je je leidinggevende op de hoogte stelt van je plannen.

Sport- en spelactiviteiten in de recreatiesector.

Ook in de recreatiesector worden sport- en spelactiviteiten georganiseerd. Deze vinden vaak plaats in de middag en soms ook in de avond. In de recreatiesector ga je vaak aan de slag met het organiseren en begeleiden van de volgende activiteiten: • zeskamp • sporttoernooi • ochtendgymnastiek • tikspellen: bijvoorbeeld kat en muis of slingertikkertje • kringspellen: bijvoorbeeld zakdoekje leggen of fruitmix • bosspellen: smokkelspel of levend stratego • waterspellen: bijvoorbeeld lepels opduiken, onderwaterhockey of waterpolo.

Dit zijn enkele voorbeelden; de mogelijkheden zijn eindeloos. Laat je creativiteit er maar op los!

Bij sport- en spelactiviteiten kan het er ook in de recreatiesector fanatiek aan toegaan. Toch is het belangrijk om te onthouden dat in de recreatiesector plezier en ontspanning vooropstaan. Of je nu goed bent in de activiteit of het nog moet leren, of je snel bent of langzaam, of je jong bent of oud. Alles draait om de sfeer, samen iets ondernemen, elkaar leren kennen. Meedoen is hier belangrijker dan winnen.

Als gasten in groepen sporten, gaan ze soms ook net wat verder dan ze eigenlijk aankunnen. Het kan dus gebeuren dat gasten over hun grenzen gaan, omdat ze bijvoorbeeld niet onder willen doen voor iemand anders of omdat ze zo aangemoedigd worden dat ze niet meer durven te stoppen. Als begeleider van deze activiteiten probeer je dit te voorkomen. Let daarom goed op de sfeer en hoe het met je gasten gaat. Luister niet alleen naar wat iemand zegt, maar kijk ook naar zijn gezichtsuitdrukking en lichaam. Grijp in waar nodig. Het is natuurlijk prima als gasten hun grenzen verleggen, maar dit mag geen blessure of een vervelende sfeer opleveren.

Opdracht 10 Verschillende spelen

Website - spelensite

Zoek telkens drie spelen. Geef van ieder spel een korte omschrijving en noteer de belangrijkste kenmerken. a. voor een grote binnenruimte

Spel Kenmerken Omschrijving

b. een kringspel

Spel Kenmerken Omschrijving

Spel Kenmerken

c. een balspel dat 30-60 minuten duurt

Spel Kenmerken Omschrijving

Omschrijving

d. zwembadspelen

Spel Kenmerken Omschrijving

e. bosspel met hevige intensiteit

Spel Kenmerken Omschrijving

Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent.

Opdracht 11 Oud in een nieuw jasje!

Als medewerker sport en recreatie wordt van je verwacht dat je creatief bent. Iedereen kan de ‘standaardactiviteiten' uitwerken en uitvoeren maar het is juist leuk als je er een nieuwe variatie voor bedenkt. Bedenk twee variaties voor elk van de volgende activiteiten: a. trefbal:

b. voetbal:

c. ochtendgymnastiek:

Opdracht 12 Spelregels en kenmerken

Het is belangrijk dat je de spelregels en de kenmerken van de sport- en spelactiviteiten goed onder de knie hebt. Hoe beter jij het spel kent, hoe soepeler de activiteit verloopt. a. Kies vier sporten uit de volgende lijst: twee balsporten en twee racketsporten.

Balsporten: • volleybal • basketbal • unihockey • handbal • voetbal. Racketsporten: • badminton • squash • tafeltennis • tennis.

b. Werk vervolgens per sport de genoemde onderdelen uit:

Balsport 1:

• doel van het spel • spelregels • telling/scores/wedstrijdopzet • vorm en afmetingen speelveld • aantallen spelers • benodigde materialen • belangrijke overtredingen en sancties (straffen)

Balsport 2:

This article is from: