![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
1 minute read
De-medewerker-sport-en-recreatie-als-assistent-bij-de-uitvoering-van-activiteiten
Als medewerker sport en recreatie assisteer je bij de voorbereiding en uitvoering van sportieve en recreatieve activiteiten. In de sportsector begeleid je de sporters bij hun activiteiten en het behalen van hun sportieve doelstelling(en). Dit betekent dat je tijdens de les of training actief moet zijn en moet zorgen dat de sporters iets leren. Je eigen vaardigheid, kennis en inzicht en je eigen persoonlijkheid als medewerker sport en recreatie spelen daarbij een belangrijke rol.
In de recreatiesector zijn de activiteiten gericht op ontspanning en gezelligheid. De begeleiding van je gasten is veel meer gericht op plezier en het enthousiasmeren. En toch stellen we aan recreatieve activiteiten dezelfde eisen als aan sportieve activiteiten. Alleen de accenten zullen verschillen.
Een ‘goede’ sportieve of recreatieve activiteit is: • veilig • plezierig • actief • doelgericht.
Je bent een professional, je opdracht is duidelijk. Je hebt deze met je leidinggevende afgestemd dus je weet waar je mee bezig bent. Je houdt rekening met alle onderdelen in elke situatie. Je bent flexibel, dus je kunt inspelen op onverwachte situaties. Het is dus niet ‘afdraaien' wat je hebt voorbereid, maar observeren hoe de les of training verloopt en waar nodig bijsturen. Je houdt je leidinggevende op de hoogte van wat je doet. Iedere keer is het voor jou een uitdaging een veilige, plezierige, actieve en doelgerichte activiteit te begeleiden. Wat er ook gebeurt!
Opdracht 1 Professioneel begeleiden
Professionele begeleiding voldoet aan vier eisen. De medewerker sport en recreatie zorgt voor: • een veilige activiteit • een plezierige activiteit • een actieve activiteit • een doelgerichte activiteit.
a. a. Beschrijf wanneer je een activiteit veilig, plezierig, actief en doelgericht vindt. b. Hoe zorg je voor veiligheid? Voor plezier? Voor voldoende activiteit? Voor het bereiken van het doel? c. Geef bij elke eis een voorbeeld.
Eis
Veilig