6 minute read

Het-werkplan-en-het-PPD-formulier

• Wat doe je? • Toelichting:

c. Op de kleutergym moeten de kleuters over een schuin oplopende bank lopen en op de dikke mat springen. Jou valt op dat een paar kleuters niet over de bank lopen, maar om de bank heen lopen. • Wat doe je? • Toelichting:

Als medewerker sport en recreatie moet je goed weten wat je doet en waarom je het doet. Je denkt hierover na en gaat planmatig te werk. De voorbereiding van een activiteit wordt veelal uitgewerkt in een werkplan ter voorbereiding op een activiteit.

Voorbereiding Doel Waarom: Waar:

Wanneer (volgorde/tijd) Wat Werkzaamheden Wie Middelen Opmerking

Uitvoering

Wanneer (volgorde/tijd) Wat Werkzaamheden Wie Middelen Opmerking

Uitvoering

Na afloop

Wanneer (volgorde/tijd) Wat Werkzaamheden Wie Middelen Opmerking

Evaluatie:

Een dergelijk werkplan krijg je aangereikt van een collega of van een leidinggevende. Soms werk je zelf het werkplan uit. Voor sommige activiteiten is een PPD-formulier al voldoende om je goed voor te bereiden op de activiteiten of het onderdeel waarvoor je verantwoordelijk bent. Een PPD-formulier is vaak al voldoende als je je alleen moet voorbereiden op je eigen taak. Je bereidt je dan voor op het geven van instructie en het begeleiden van een activiteitenonderdeel. PPD staat voor Praatje-Plaatje-Daadje. Het PPD-formulier helpt niet alleen bij het nadenken over taken als instructie geven, controleren, corrigeren en complimenteren, maar helpt ook bij het bewaken van de tijdsplanning en het organiseren en regelen van de randvoorwaarden. Op het PPD-formulier schrijf je jouw activiteit uit. Door van tevoren al na te denken over de activiteit, zorg je ervoor dat je zelf goed weet wat de bedoeling is en wat je allemaal moet doen en regelen. Je bent dan goed voorbereid. Een goed begin is het halve werk! In de linkerkolom van het PPD-formulier staan de onderwerpen waarover je tijdens de voorbereiding na moet denken. De uitwerking schrijf je in de rechterkolom.

Onderwerp

Soort activiteit

Doelgroep

Datum + tijdstip Tijdsduur

Uitwerking

Welke activiteitsoort is het? Kies uit sport of spel, creatief, informatief, entertainment of evenement. Voor wie is het? Welke leeftijd? Wanneer en hoe laat vindt de activiteit plaats? Hoelang duurt de activiteit?

Onderwerp

Locatie/ruimte

Materialen

Doel

Praatje Geef hier in een aantal zinnen je uitleg weer.

Plaatje (organisatie) Teken hier de sportsituatie, ook met de verdeling van groepen en materiaal over het veld. Gebruik ook kleuren, bijvoorbeeld om groepen duidelijk weer te geven. Daadje (regels!) Op welke momenten ga je ingrijpen? Welke spelvariaties kun je aanbrengen?

Organisatie Hoe ga je dit doen?

Veiligheid Hoe zorg je voor een veilige omgeving? Wat doe je?

Uitwerking

Waar vindt de activiteit plaats? In welke ruimte? Welke materialen heb je nodig? En hoeveel? Wat is het doel van je activiteit? Wat wil je dat de deelnemers bereikt hebben aan het einde van de activiteit? Leg dit bij voorkeur in één zin uit. Om de activiteit duidelijk uit te leggen, houd je de volgende volgorde aan: • Zorg dat je de aandacht hebt (VKG-model: aandacht vragen-krijgen-geven). • (Stel jezelf voor.) • Noem de naam van de activiteit. • Leg in het kort het doel van de activiteit uit. • Leg de eisen/regels kort en krachtig uit. Na de uitleg doe je de activiteit of oefening voor. Houd hiervoor deze volgorde aan: • Geef de grenzen van de speelruimte aan. • Doe de activiteit voor of laat het voordoen. • Maak eventueel partijen of groepen (probeer dit op een originele manier te doen). • Stel de partijen of groepen op in de ruimte. Na de uitleg en het voordoen laat je de activiteit beginnen. De vier C’s (constateren-corrigeren-controleren-complimenteren) zijn belangrijk gedurende de activiteit. En verder: • Motiveer en enthousiasmeer. • Grijp in als het nodig is (let op veiligheid). • Doe zo nodig aanpassingen aan je activiteit (makkelijker/moeilijker). Hoe groot zijn de groepen waarmee je de activiteit uitvoert? Op welke manier ga je groepen maken? Wees creatief! Hoe staan de materialen in de ruimte? Hoe bewegen de sporters door de ruimte? Hoe beweeg jij door de ruimte? Hoe zorg je voor een veilig verloop van de activiteit?

Tips!

• Met een PPD-formulier ben je vaak al voldoende voorbereid als je je alleen moet voorbereiden op je eigen taak. Je bereidt je dan voor op het geven van instructie en het begeleiden van een activiteitenonderdeel. Op het moment dat een activiteit of je werkzaamheden meer voorbereiding vragen, gebruik je het werkplan. • Door veel te oefenen met het uitwerken en uitleggen van activiteiten volgens het

PPD-formulier, zul je merken dat het steeds gemakkelijker gaat. Door de stappen te volgen, zorg je voor een duidelijke uitleg en kunnen je sporters of gasten meteen beginnen met de activiteit. • Bij sommige activiteiten is het duidelijker als je eerst de groepen opstelt en de activiteit daarna pas uitlegt en voordoet. Denk van tevoren goed na over een logische volgorde van je uitleg.

Opdracht 15 Spelen in het klaslokaal

Bereid een spel voor dat je in je klaslokaal en met de beschikbare materialen van school uit kunt voeren. Het spel mag maximaal 15 minuten duren. Gebruik daarbij het PPD-formulier. Houd er rekening mee dat de docent het spel ook daadwerkelijk laat spelen en dat je het spel moet uitleggen en begeleiden. Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent.

PPD-FORMULIER

Naam activiteit Soort activiteit Datum + tijdstip Tijdsduur Locatie/ruimte Materialen

Praatje

Plaatje

Daadje

Teamindeling

Veiligheid

Opdracht 16 Estafetterace

Megamaffe Estafetterace

Bij deze opdracht werk je samen met een klasgenoot. a. Bekijk de Megamaffe Estafetterace. Kies twee estafettes uit. Eén is geschikt voor kinderen tot 8 jaar en de andere voor kinderen vanaf 8 jaar. b. Gebruik het PPD-formulier en werk de instructie uit die je per estafette aan de kinderen gaat geven. Houd rekening met de doelgroep.

PPD-FORMULIER

Naam activiteit Soort activiteit Datum + tijdstip Tijdsduur Locatie/ruimte Materialen

Praatje

Plaatje

Daadje

Teamindeling

Veiligheid

c. Hoe gaan jullie het ‘plaatje’ invullen? Verwerk dit in jullie instructie.

Opdracht 17 Goed fout!

Website - spelensite

Bij deze opdracht werk je samen met twee klasgenoten. Jullie gaan een video maken van een ‘goed foute' instructie van een medewerker sport en recreatie. a. Log in op de website en kies met je groep een activiteit met een daarbij horende doelgroep.

Bedenk wat voor locatie of recreatiebedrijf de activiteit organiseert en wat het doel is van de activiteit (bijvoorbeeld een bedrijfsuitje, familiefeest, vakantieactiviteit). b. Bereid de uitleg die je gaat geven en wat je gaat (voor)doen voor op een PPD-formulier.

Denk ook aan de beleving van de doelgroep!

PPD-FORMULIER

Naam activiteit Soort activiteit Datum + tijdstip Tijdsduur Locatie/ruimte Materialen

Praatje

Plaatje

Daadje

Teamindeling

Veiligheid

c. Bedenk minimaal vijf dingen die je ‘goed fout’, oftewel helemaal fout zegt of doet bij je instructie (denk aan: houding, presentatie, uitstraling, stemgebruik, maar ook aan: te lange instructie, te kort, chaotisch, te makkelijk, te moeilijk, PPD, ...).

d. Verdeel de taken: cameraman, assistent, medewerker sport en recreatie. e. Maak de ‘foute’ video. f. Maak vervolgens de goede variant van deze video. g. Laat eerst de foute video zien en laat de klas de foute voorbeelden benoemen. h. Laat vervolgens de goede variant zien, om te kijken of het publiek alle foute voorbeelden had opgemerkt. i. Leg achteraf uit waarom jullie voor deze vijf goed foute voorbeelden gekozen hebben.

Opdracht 18 Sportinstructie

Bij deze opdracht werk je samen met een klasgenoot.

Met je klasgenoot leg je een sportactiviteit uit aan een groep.

Voorbereiden: a. Overleg wat voor sportactiviteit je wilt uitleggen. Kies voor een eenvoudige activiteit. b. Bereid de instructie samen op een PPD-formulier voor. Bedenk hoe je de instructie wilt geven, wat je gaat zeggen, in welke volgorde, waar je op moet letten en wat je daar eventueel bij nodig hebt.

PPD-FORMULIER

Naam activiteit Soort activiteit Datum + tijdstip Tijdsduur Locatie/ruimte Materialen

Praatje

Plaatje

Daadje

Teamindeling

Veiligheid

Spreek af wie van jullie de instructie geeft en wie daarbij assisteert.

Uitvoeren:

c. Voer de instructie uit. d. Check of de instructie is begrepen en of er vragen zijn.

Evalueren:

e. Was jullie instructie duidelijk voor de groep?

f. Welke feedback heb je gekregen van je klasgenoot, de groep of de docent?

g. Wat zou je een volgende keer anders doen?

Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent. Geef bij de uitwerking aan welke bijdrage jij aan het resultaat van deze opdracht hebt geleverd.

This article is from: