Loopbaan & Burgerschap voor mbo-niveaus
Uitgeverij Angerenstein
1-2
profi-leren LB
Inhoud
1
Colofon Titel:
Loopbaan & Burgerschap 1-2
Isbn:
978-90-85241-539, eerste druk
Uitgever:
Uitgeverij Angerenstein
Postbus 2056
6802 CB Arnhem
Š uitgeverij Angerenstein 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
2
Loopbaan & Burgerschap 1-2
Inleiding Profi-leren LB is een serie leermiddelen voor Loopbaan & Burgerschap voor het mbo. Profi-leren LB bestaat uit: • een basisboek; • verwerkingsopdrachten; • gratis verwerkingsopdrachten, extra verdiepende thema’s en een zoekmachine op www.profi-leren.nl. Basisboek
‘Loopbaan & Burgerschap 1-2’ is een boek met 23 thema’s die de mbo’er gedurende zijn/ haar opleiding veelvuldig moet raadplegen als achtergrondinformatie bij het werken aan LB-opdrachten.
Inhoud Inleiding
3
De thema’s van ‘Loopbaan & Burgerschap 1-2’ 1 Nederland als democratie en rechtsstaat
13 Leefbaarheid
2 Politieke stromingen en verkiezingen
14 Cultuur
3 Politieke besluitvorming
15 Wereldgodsdiensten
4 Europa
16 Gezondheid
5 Invloed uitoefenen
17 Seksueel gezond gedrag
6 Invloed van massamedia
18 Sport en bewegen
7 Rechten en plichten in je werk
19 Verslavingen
8 Gedrag op het werk
20 Analyse van je eigen functioneren
9 De kritische consument
21 Arbeidsmarkt en solliciteren
10 Duurzame ontwikkeling
22 Deskundigheidsbevordering
11 Budgetteren
23 Feedback en assertiviteit
12 Vrijheid van meningsuiting
Aanvullende thema’s staan als digitale content (dc-thema’s), op www.profi-leren.nl. De formule van de thema’s
Dit boek kent de volgende formule: Theorie met voorbeelden
De theorie is gestructureerd in thema’s die relevant zijn voor alle mbo’ers. Deze thema’s worden verlevendigd met voorbeelden. Aanvullende thema’s staan als digitale content – thema’s (dc-thema’s), op www.profi-leren.nl. Mini-samenvattingen
De theorie is opgehangen aan minisamenvattingen. Deze minisamenvattingen staan als powerpoint op www.profi-leren.nl.
4
Loopbaan & Burgerschap 1-2
Profi-leren LB
Op www.profi-leren.nl vindt de mbo’er, gratis: • extra digitale content (dit zijn dc-thema’s), met onderwerpen die minder frequent geraadpleegd hoeven te worden, of thema’s waarvan de inhoud te snel verandert. • verwerkingsopdrachten; • een zoekmachine die verwijst naar thema’s uit het boek en/of direct toegang geeft tot thema’s die direct gedownload kunnen worden. Verwijzingen
In het boek wordt verwezen naar thema’s binnen het boek. De lezer kan vinden wat waar staat via de zoekmachine op www.profi-leren.nl of via de trefwoordenlijst achterin het boek. Veel plezier en succes bij het werken van dit boek!!
Inhoud Inleiding
5
6
Loopbaan & Burgerschap 1-2
Inhoud Thema 1 Nederland als democratie en rechtsstaat 1.1 1.2 1.3
Inleiding.....................................................................................11 Een parlementaire democratie...................................................12 De rechtsstaat ...........................................................................15
5.3 5.4 5.6
Lid worden van een vakbond.....................................................50 Zitting nemen in de ondernemingsraad.....................................53 Meedoen aan een handtekeningenactie....................................55
Thema 6 Invloed van massamedia Thema 2 Politieke stromingen en verkiezingen 2.1 2.2
2.3
Inleiding.....................................................................................19 Politieke partijen en stromingen................................................20 2.2.1 Politieke partijen..........................................................20 2.2.2 Politieke stromingen....................................................21 Verkiezingen..............................................................................23
6.1 Inleiding.....................................................................................57 6.2 Injectienaaldtheorie...................................................................58 6.3 Opinieleidertheorie....................................................................59 6.4 Selectieve perceptie...................................................................61 6.5 Agendasettingtheorie......................................................................62 Thema 7 Rechten en plichten in je werk
Thema 3 Politieke besluitvorming 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
3.6
3.7
Inleiding.....................................................................................27 Begrippen en uitgangspunten...................................................28 Van voorstel tot besluit..............................................................30 Politieke functies........................................................................31 De gemeentelijke overheid........................................................32 3.5.1 Zaken die binnen de gemeente geregeld worden.........32 3.5.2 Besluitvorming.............................................................33 3.5.3 Financiën......................................................................33 De provinciale overheid..............................................................34 3.6.1 Zaken die provinciaal geregeld worden........................34 3.6.2 Besluitvorming.............................................................35 3.6.3 Financiën .....................................................................35 De landelijke overheid................................................................36 3.7.1 Zaken die landelijk geregeld worden............................36 3.7.2 Besluitvorming.............................................................37 3.7.3 Financiën......................................................................38
Thema 4 Europa 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Inleiding.....................................................................................39 Lidstaten....................................................................................40 Zaken die Europees geregeld worden.........................................40 Bestuursorganen en besluitvorming in Europa...........................41 De betekenis van Europa in je leven...........................................45
7.1 7.2
7.3
Thema 8 Gedrag op het werk 8.1 8.2 8.3 8.4
8.5
Inleiding.....................................................................................47 Lid worden van een politieke partij............................................48
Inleiding.....................................................................................75 Professionaliteit.........................................................................76 De beroepshouding ...................................................................78 Uiterlijke verzorging...................................................................82 8.4.1 Gezond en fit zijn..........................................................82 8.4.2 Verzorgde kleding dragen............................................82 8.4.3 Hygiëne .......................................................................84 Procedures en afspraken............................................................86
Thema 9 De kritische consument 9.1
Inleiding.....................................................................................87
9.2 9.3
Wat is een consument................................................................88 Kiezen wordt ingewikkelder.......................................................89 9.3.1 Prijs-kwaliteitverhouding.............................................89 9.3.2 Gebruikersgemak.........................................................90 9.3.3 Gevolgen voor milieu en gezondheid...........................91 9.3.4 Gevolgen voor je eigen leven........................................92 9.3.5 Kiezen met je geweten.................................................92 Ondersteuning voor de consument............................................93
Thema 5 Invloed uitoefenen 5.1 5.2
Inleiding.....................................................................................65 Arbeidsovereenkomsten............................................................66 7.2.1 De collectieve arbeidsovereenkomst.............................66 7.2.2 Individuele arbeidsovereenkomst . ..............................69 Arbowet ....................................................................................71 7.3.1 Veiligheid.....................................................................71 7.3.2 Werkklimaat.................................................................73
9.4
Inhoud
7
9.5 9.6
Consumentenrecht.....................................................................94 Klachtenprocedure.....................................................................97 9.6.1 Teruggaan naar de winkel............................................97 9.6.2 De geschillencommissie...............................................98
Thema 10 Duurzame ontwikkeling 10.1 10.2 10.3 10.4
Inleiding.....................................................................................99 Wat is duurzame ontwikkeling?...............................................100 Duurzaam consumeren............................................................102 Duurzaam produceren en ondernemen....................................106
14.4.2 Op welke gebieden zie je verschillen..........................148 14.5 Omgaan met cultuurverschillen...............................................151 Thema 15 Wereldgodsdiensten 15.1 15.2 15.3 15.4 15.5 15.6 15.7
Inleiding...................................................................................153 Hindoeïsme..............................................................................154 Boeddhisme.............................................................................156 Jodendom ...............................................................................158 Islam 160 Christendom............................................................................162 Overeenkomsten .....................................................................165
Thema 11 Budgetteren 11.1 Inleiding...................................................................................109 11.2 Uitkomen met je geld...............................................................110 11.2.1 Budgetteren...............................................................111 11.3 Reclame...................................................................................115 11.4 Geld tekort...............................................................................117 11.4.1 Schulden opbouwen...................................................117 11.4.2 Schuldhulpverlening..................................................119 Thema 12 Vrijheid van meningsuiting 12.1 Inleiding...................................................................................121 12.2 Wetgeving over vrijheid van meningsuiting.............................122 12.3 Vrijheid van meningsuiting in de praktijk.................................124 Thema 13 Leefbaarheid 13.1 Inleiding...................................................................................129 13.2 Een leefbare openbare ruimte..................................................130 13.3 Wat je beter niet kunt doen......................................................132 13.3.1 Vooroordelen..............................................................132 13.3.2 Te grote assertiviteit...................................................134 13.3.3 Overlast geven............................................................134 13.4 Wat je wel kunt doen...............................................................136 13.4.1 Ruzies voorkomen en bijleggen..................................136 13.4.2 Je actief opstellen.......................................................138 13.4.3 Realistisch zijn............................................................139 13.4.4 Tips om de openbare ruimte leefbaarder te maken....140
Thema 16 Gezondheid 16.1 Inleiding...................................................................................167 16.2 Voeding....................................................................................168 16.2.1 Gezonde voeding is gevarieerd...................................168 16.2.2 Niet te veel.................................................................169 16.2.3 Weinig verzadigd vet..................................................170 16.2.4 Veel groente, fruit en brood........................................170 16.2.5 Veilig..........................................................................171 16.2.6 Snacks........................................................................171 16.2.7 Vitaminepillen............................................................171 16.3 Nachtrust.................................................................................172 16.3.1 Wat doet slaap? .........................................................172 16.3.2 Hoeveel slaap heb je nodig? ......................................172 16.3.3 Wat kun je doen als je niet kunt slapen? ....................173 16.4 Hygiëne ...................................................................................174 16.4.1 Infectieziekten............................................................174 16.4.2 Besmettelijke ziekten.................................................176 16.4.3 Tips voor hygiënisch gedrag.......................................176 Thema 17 Seksueel gezond gedrag 17.1 Inleiding...................................................................................179 17.2 Seksueel overdraagbare aandoeningen...................................180 17.3 Veilig vrijen..............................................................................183 17.3.1 Hormonale methoden................................................183 17.3.2 Niet-hormonale methoden........................................184 17.4 Alleen wat je zelf wilt...............................................................186
Thema 14 Cultuur 14.1 Inleiding...................................................................................141 14.2 Wat is cultuur?.........................................................................142 14.3 Socialisatie...............................................................................143 14.3.1 Socialisatie thuis en op school....................................144 14.3.2 Latere socialisatie.......................................................145 14.4 Cultuurverschillen....................................................................146 14.4.1 Hoe zien de regels eruit?.............................................146
8
Loopbaan & Burgerschap 1-2
Thema 18 Sport en bewegen 18.1 Inleiding...................................................................................187 18.2 Het belang van sport en bewegen............................................188 18.2.1 Voor jezelf...................................................................188 18.2.2 Voor de organisatie of instelling ................................189 18.2.3 Voor de samenleving..................................................190 18.3 Georganiseerd of ongeorganiseerd sporten.............................192
18.4 Doelgroepen............................................................................193 18.4.1 Sport voor allochtonen...............................................193 18.4.2 Sport voor mensen met een beperking......................196
20.4.3 20.4.4 20.4.5 20.4.6
Het gesprek................................................................221 360 graden feedback voor jezelf.................................221 Welke onderwerpen komen aan bod .........................222 Voordelen van 360 graden feedback...........................222
Thema 19 Verslavingen Thema 21 Arbeidsmarkt en solliciteren
19.1 Inleiding...................................................................................197 19.2 Roken ....................................................................................198 19.2.1 De effecten.................................................................198 19.2.2 De risico’s....................................................................199 19.2.3 Aandachtspunten.......................................................201 19.3 Alcohol 202 19.3.1 De effecten.................................................................202 19.3.2 De risico’s....................................................................204 19.3.3 Aandachtspunten.......................................................205 19.4 Drugs ....................................................................................206 19.4.1 Cannabis.....................................................................207 19.4.2 XTC.............................................................................209 19.4.3 Speed.........................................................................210 19.4.4 Aandachtspunten bij het gebruik van drugs...............211
21.1 Inleiding...................................................................................223 21.2 De arbeidsmarkt .....................................................................224 21.2.1 Welke organisaties zijn er? . .......................................225 21.2.2 Welke organisaties passen bij jou?..............................226 21.3 Een vacature zoeken.................................................................229 21.3.1 Zoeken via het UWV WERKbedrijf ..............................229 21.3.2 Zoeken via uitzendbureaus ........................................229 21.3.3 Zoeken via personeelsadvertenties ............................230 21.3.4 Zoeken via internet ....................................................231 21.4 Een sollicitatiebrief schrijven....................................................232 21.4.1 De brief.......................................................................232 21.4.2 Het CV........................................................................234 21.5 Op sollicitatiegesprek gaan......................................................237
Thema 20 Analyse van je eigen functioneren
Thema 22 Deskundigheidsbevordering
20.1 Inleiding...................................................................................213 20.2 Intervisie..................................................................................214 20.2.1 Wat is intervisie? . ......................................................215 20.2.2 Persoonlijke leerdoelen stellen...................................215 20.2.3 Geen tijd voor intervisie..............................................217 20.3 Functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken...........218 20.4 360 graden feedback................................................................220 20.4.1 Informatie van je collega’s..........................................220 20.4.2 Informatie vanuit de leidinggevende.........................221
22.1 Inleiding...................................................................................239 22.2 Vaardigheden en houding bij deskundigheidsbevordering .....240 22.3 Manieren voor deskundigheidsbevordering.............................243 Thema 23 Feedback en assertiviteit 23.1 23.2 23.3 23.4
Inleiding...................................................................................247 Assertief tegenover agressief en subassertief...........................248 Feedback geven en ontvangen.................................................251 Feedbackregels........................................................................254
Inhoud
9
10
Loopbaan & Burgerschap 1-2
Thema
1
Nederland als democratie en rechtsstaat
1.1 Inleiding Nederland is een democratie. Wij kiezen bepaalde mensen - de volksvertegenwoordigers die namens ons regeren. Zij nemen besluiten en besturen het land, maar wij hebben hen gekozen om dat te doen. Nederland is een vrij land. Je mag overal naar toe reizen en op vakantie gaan als je dat wilt. Je hoeft niet bang te zijn om je mening te geven. Je mag gerust kritiek leveren op de regering. Het is toegestaan dat je deelneemt aan actiegroepen. Dat hoort bij een democratie. Iedereen mag doen wat hij wil, als hij zich aan de regels houdt. Nederland is een rechtsstaat, omdat iedereen zich aan het Nederlandse recht moet houden, zowel de burgers als de overheid. Dit staat in de grondwet. In dit thema kijken we naar Nederland als democratie en als rechtsstaat.
De inhoud van dit thema:
1.2 Een parlementaire democratie
1.3 De rechtsstaat
1-1
Dit thema staat in verband met thema 2 ‘Politieke stromingen en verkiezingen’ en thema 3 ‘Politieke besluitvorming’.
Thema 1 Nederland als democratie en rechtsstaat
11
1.2 Een parlementaire democratie Nederland is een parlementaire democratie: • Het woord democratie komt uit het Grieks. Demos betekent volk en kratos betekent kracht of macht. Democratie wil dus zeggen ‘het volk aan de macht’. • Parlementair betekent dat er een parlement is. Het woord parlement komt uit het Frans. Het Franse woord parler betekent praten. Parlement betekent zoiets als vergadering. Daarnaast hebben we in Nederland ook nog een staatshoofd. Parlementaire democratie in Nederland:
• een parlement
• een regering
• een staatshoofd
1-2
Het parlement
Het parlement bestaat uit een Eerste en een Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft 150 leden. Ze discussiëren over de wetten die de regering voorstelt en kunnen wijzigingen voorstellen. Uiteindelijk keuren ze een wet goed of ze keuren hem af. Vervolgens gaan de wetten naar de Eerste Kamer. De Eerste Kamer kan wetten goedkeuren of afkeuren. Ze mag geen wijzigingen in de wet meer voorstellen. In de Eerste kamer zitten 75 leden. De Tweede Kamer vervult zijn taak voor maximaal vier jaar. Daarna zijn er verkiezingen en kunnen er weer andere volksvertegenwoordigers worden gekozen. Als ‘het volk’ vindt dat regering en Tweede Kamer niet goed gefunctioneerd hebben, kiest ze voor andere partijen. De kiezers kiezen dan partijen, waarvan ze vinden dat ze het beter voor hebben met het volk. Die partijen krijgen meer stemmen; dus meer macht.
12
Loopbaan & Burgerschap 1-2
De regering
In een parlementaire democratie wordt niet alleen door vertegenwoordigers beslist wat er gedaan moet worden. De beslissingen moeten ook uitgevoerd te worden. Dat uitvoeren gebeurt door een regering.
Onze regering zetelt in Den Haag
De regering heeft het voor het zeggen en neemt dagelijks belangrijke beslissingen voor het land. Ze bedenkt wetsvoorstellen. Daarbij gebruikt ze het regeerakkoord. De Nederlandse regering bestaat uit de koning(in) en de ministers. De ministers vormen samen de ministerraad. Het staatshoofd
Onze parlementaire democratie heeft een koning of koningin als staatshoofd. Dat is niet in alle landen het geval. Een land dat een koning of koningin als staatshoofd heeft, noemen we een ‘monarchie’. Engeland en België zijn ook monarchieën. Frankrijk en Duitsland zijn republieken, zij hebben een president als staatshoofd. Sinds de invoering van de grondwet van 1848 is de macht van de koningin steeds kleiner geworden. Het bestuur van het land ligt bij de ministers en het parlement. De ministerpresident treedt op als regeringsleider.
Thema 1 Nederland als democratie en rechtsstaat
13
Wat doet de koningin tegenwoordig dan nog? • Ze heeft een representatieve taak. Zij treedt op als gastvrouw voor buitenlandse staatshoofden. Zij opent gebouwen, laat schepen te water, bezoekt bejaardentehuizen enzovoort. Op de derde dinsdag in september, leest zij in de Ridderzaal in Den Haag de troonrede van de regering voor aan het parlement. • Zij heeft een rol bij de vorming van nieuwe kabinetten. De koningin benoemt, in overleg met anderen, de persoon die het nieuwe kabinet bij elkaar moet gaan zoeken. • Zij overlegt regelmatig met de premier en de overige ministers. Het is namelijk haar recht om over allerlei staatszaken geïnformeerd te worden. • Ook ondertekent de koningin alle wetten en Algemene Maatregelen van Bestuur. De koningin is onschendbaar, zegt de grondwet. Dat houdt in dat de ministers verantwoordelijk zijn, ook voor wat de koningin zegt of doet als staatshoofd. Maar dat betekent dat de koningin in het openbaar niets kan doen of zeggen zonder de goedkeuring van Nederland heeft een koningshuis de ministers. Als het kabinet vindt dat de koningin niet naar een bepaald land kan gaan om vakantie te houden, dan krijgt ze dit te horen van het regeringshoofd. De onschendbare koningin Er is veel onrust geweest rond Willem-Alexander toen hij verkering kreeg met Maxima. De vader van Maxima zat in de regering toen er een dictatuur was in Argentinië. Omdat de koningin onschendbaar is, was de minister-president in deze kwestie de verantwoordelijke persoon. Het was zijn taak om het Koninklijk Huis te verdedigen. Uiteindelijk is Maxima door het Nederlandse volk geaccepteerd en bij velen zeer geliefd.
14
Loopbaan & Burgerschap 1-2
1.3 De rechtsstaat Nederland is een rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat die gebaseerd is op recht. Een rechtsstaat biedt je naast plichten ook bescherming. In een rechtsstaat zijn er regels die voor burgers en overheid gelden.
Kenmerken van een rechtsstaat: • de grondwet • grondrechten • scheiding van machten • het legaliteitsbeginsel • openbaarheid van bestuur • de overheid moet zich aan wetten houden 1-3
We lichten de punten toe. De grondwet
De eerste Nederlandse grondwet is uit 1818. In 1848 is hij door de staatsman Thorbecke veranderd. In de grondwet kun je lezen hoe ons land bestuurd moet worden en welke grondrechten Nederlandse burgers hebben. De grondwet zorgt ervoor dat het land democratisch blijft. Er kan niet zomaar iemand opstaan die de rechten van de burgers wil verkleinen. Daar moet eerst de grondwet voor gewijzigd worden en dat gaat niet zomaar. Grondrechten
Alle burgers in het land moeten zich aan de grondwet houden. Dat is hun plicht. Maar ze ontlenen aan de grondwet ook rechten. Dat zijn geen gewone rechten, maar ‘grondrechten’. Eén ervan is dat alle burgers gelijk zijn. Artikel 1 van de grondwet luidt namelijk: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.’ Discriminatie vanwege iemands godsdienst, levensovertuiging, politieke keus, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Rechtsgelijkheid voor alle burgers is een belangrijk kenmerk van een rechtsstaat.
Thema 1 Nederland als democratie en rechtsstaat
15