Werken aan veiligheid en EHBO

Page 1

Werkboek

Werken aan veiligheid en EHBO Zorg en Welzijn

Naam: ................................................................. ................................................................. Klas: .................................................................

Edu4all Zorg en Welzijn Met de werkboeken van Edu4all leer je alles wat je moet weten en kunnen voor het beroepsgerichte profiel- en keuzevak. Door veel te doen ontdek je wat je leuk vindt en wat bij je past. Zo kun je je goed oriënteren en voorbereiden op je verdere (studie)loopbaan. ‘Ongelukken zitten in een klein hoekje’, is het gezegde. Veiligheid kan de kans op ongelukken verkleinen. Dit geldt in de thuissituatie, op de werkvloer en in je vrije tijd. In dit werkboek leer je de beginselen van veiligheid en EHBO. Je leert risico’s herkennen, verkleinen en hoe je moet helpen als er toch een ongeluk is gebeurd. Ze kunnen namelijk altijd en overal gebeuren. Edu’Actief maakt werk van onderwijs Edu’Actief wil jou helpen je te ontwikkelen tot een echte vakman of –vrouw. Om werk te maken van onderwijs, werken we samen met docenten, het bedrijfsleven en met jou. Dankzij dit netwerk kunnen we vernieuwende leermiddelen maken die aansluiten op jouw leerbehoefte en op de behoefte van de beroepspraktijk.

9 789037 242027

9789037242027_A3_druk.indd 1

Keuzevak Voorkomen van ongevallen en EHBO

18-07-16 21:22


c Werken aan veiligheid'A en EHBO u d E t h ir g y p o C

f it e

Keuzevak Voorkomen van ongevallen en EHBO

Serienummer:

Licentie:

Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. Te activeren tot:


COLOFON Uitgeverij:

Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Auteur(s): Ontwikkelgroep: Inhoudelijke redactie: Met dank aan: Foto’s:

Céline Lecluse Nicolette Di Giulio, Monique Duyvestijn, Ingrid Koops en Marjel Lecluse-Dielen Ingrid Koops Marjel Lecluse-Dielen Omslag: Erik Karst Fotografie www.pixton.com

Titel: ISBN:

Werken aan veiligheid en EHBO 978 90 3724 202 7

t h

ir g y p o C

Eerste druk/eerste oplage © Edu’Actief b.v. 2016 (Céline Lecluse 2016 – 2016)

' u d E

f it e

c A

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud WERKEN MET EDU4ALL ............................................................................................................................ 5 Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje .................................................................................... 7 Oriënteren ................................................................................................................................................ 7 Taak 1 Kennismaken met EHBO .............................................................................................................. 7 Taak 2 De leerdoelen bij Deel A .............................................................................................................. 10 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 11

f it e

Aan de slag ............................................................................................................................................. 12 Taak 4 Weet wat je moet doen ............................................................................................................... 13 Taak 5 Een verbanddoos gebruiken ...................................................................................................... 18 Taak 6 Voorkomen is beter dan genezen .............................................................................................. 21 Taak 7 Bewegen met beleid ................................................................................................................... 25

' u d E

c A

Evalueren & Reflecteren ...................................................................................................................... 28 Taak 8 Terugkijken en verder kijken ...................................................................................................... 28 Taak 9 Voorbereiden op de toets ........................................................................................................... 31 Deel B Levensreddend handelen ........................................................................................................ 32

t h

Oriënteren ............................................................................................................................................. 32 Taak 1 Kennismaken met het verschil dat jij kunt maken .................................................................... 32 Taak 2 De leerdoelen bij Deel B ............................................................................................................. 34 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 36

ir g y p o C

Aan de slag ............................................................................................................................................. 36 Taak 4 Helpen bij bewusteloosheid ....................................................................................................... 37 Taak 5 Zorgen voor een vrije ademhalingsweg .................................................................................... 42 Taak 6 Leren reanimeren ....................................................................................................................... 45 Taak 7 Helpen bij oog-, neus- en huidongelukken ............................................................................... 51 Evalueren & Reflecteren ...................................................................................................................... 55 Taak 8 Terugkijken en verder kijken ...................................................................................................... 55 Taak 9 Voorbereiden op de toets ........................................................................................................... 58 Deel C Veiligheid eerst ......................................................................................................................... 59 Oriënteren ............................................................................................................................................. 59 Taak 1 Kennismaken met veiligheid ...................................................................................................... 59 Taak 2 De leerdoelen bij Deel C .............................................................................................................. 61 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 62 Aan de slag ............................................................................................................................................. 63 Taak 4 Veilig werken ............................................................................................................................... 63 Taak 5 Veiligheidsrichtlijnen toepassen ................................................................................................ 69 Taak 6 Beperkingen van klanten signaleren ........................................................................................ 74 Taak 7 Hulp verlenen bij een actieve bloeding .................................................................................... 78

Werken aan veiligheid en EHBO

3


Evalueren & Reflecteren ...................................................................................................................... 83 Taak 8 Terugkijken en verder kijken ...................................................................................................... 83 Taak 9 Voorbereiden op de toets ........................................................................................................... 85 Deel D Een EHBO-oefendag organiseren ........................................................................................... 86 OriĂŤnteren ............................................................................................................................................. 86 Taak 1 Kennismaken met een EHBO-oefendag .................................................................................... 86 Taak 2 De leerdoelen bij Deel D ........................................................................................................... 87 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 88

f it e

Aan de slag ............................................................................................................................................. 89 Taak 4 Een EHBO-oefendag organiseren .............................................................................................. 89

c A

Evalueren & Reflecteren ..................................................................................................................... 94 Taak 5 Terugkijken en verder kijken ...................................................................................................... 94 Taak 6 Voorbereiden op de toets ........................................................................................................... 97

t h

ir g y p o C 4

Werken aan veiligheid en EHBO

' u d E


Werken met Edu4all REGISTREREN, AANMELDEN EN LICENTIE ACTIVEREN Je gaat aan de slag met Edu4all. Volg volgend schema om te kijken wat je moet doen. Ja

Is dit het eerste werkboek van Edu4all waar je mee werkt?

Ga naar bronnen.edu4all.nl/bronnen/ handleiding en bekijk de film Licentie activeren.

Zoek in een werkboek dat je eerder hebt gedaan je gebruikersnaam en wachtwoord op. Schrijf je gegevens op in de vakken onderaan deze pagina.

Ga naar licentie.edu-actief.nl. Klik op Aanmelden. Ja Kies voor Aanmelden via Edu’Actief.

Kies voor Een nieuwe gebruikersnaam aanmaken.

t h

Maak een gebruikersnaam en wachtwoord aan. Gebruikersnaam = je schoole-mailadres* Wachtwoord = naam van je school

ir g y p o C *Heb je geen schoole-mailadres? Vraag dan je docent om een gebruikersnaam.

Schrijf je gebruikersnaam en wachtwoord op in de vakken onderaan deze pagina.

Nee

' u d E

c A

f it e

Is dit het eerste werkboek voor dit profielvak of keuzevak?

Nee

Je kunt direct aan de slag. Ga naar www.edu4all.nl en log in met je gebruikersnaam en wachtwoord.

Ga naar licentie.edu-actief.nl.

Vul op de website de licentie in die op de eerste pagina van dit werkboek staat. Klik op Activeren.

Je hebt nu toegang tot de bronnen. Log in op www.edu4all.nl met je gebruikersnaam en wachtwoord. Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Werken aan veiligheid en EHBO

5


BRONNEN In dit werkboek staan opdrachten. Om deze opdrachten te maken, heb je soms bronnen nodig, zoals tekstbronnen, films, websites en de Theek-iT. Wanneer je een bron gaat gebruiken, staat er een pictogram in je werkboek: BRON Achter het pictogram staat in paarse, dikgedrukte tekst welke bron je nodig hebt. Bijvoorbeeld: BRON Lees Tekstbron 1.2 Persoonlijke verzorging. Maak daarna opdracht 13 tot en met 16.

f it e

BRON Bekijk de Film Werken in de thuiszorg bij ouderen. Maak daarna opdracht 1.

Bij het eerste voorbeeld ga je een tekstbron lezen. Bij het tweede voorbeeld ga je een film bekijken. Deze bronnen vind je op www.edu4all.nl. Op bronnen.edu4all.nl/bronnen/handleiding wordt uitgelegd hoe je werkt met de bronnen op de website.

' u d E

c A

OVERLEG MET JE DOCENT Soms is het nodig om te overleggen met je docent. Je ziet dan dit pictogram in je werkboek: Achter het pictogram staat waarover je met je docent gaat overleggen. Bijvoorbeeld:

61. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 12 tot en met 14 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo nee, overleg met je docent welke taken je nog moet doen.

t h

We wensen je veel succes en plezier met het maken van de opdrachten!

ir g y p o C

Team Edu4all

6

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje

OriĂŤnteren Taak 1 Kennismaken met EHBO

f it e

1. Waar staat de afkorting EHBO voor? eerste hulp bij ondervoeding echt helpen bij ongemakken eerste hulp bij ongelukken echt helpen bij ontstekingen BRON Bekijk de Film EHBO voor iedereen. Maak daarna opdracht 2.

' u d E

c A

2. De film laat zien dat EHBO-vaardigheden belangrijk zijn voor iedereen. Ongelukken en ongelukjes kunnen namelijk overal gebeuren. a. Hoeveel procent van de bevolking in Nederland heeft EHBO-vaardigheden? b. Dit is laag / hoog vergeleken met andere landen in Europa. c. Waarom is het handig om EHBO-vaardigheden te hebben?

t h

d. Waarom is het vooral bij scouting handig een EHBO-diploma te hebben?

ir g y p o C

e. Waarom is het vooral bij een supermarkt goed dat werknemers een EHBO-diploma hebben?

f. Een moeder vertelt dat ze een EHBO-cursus gaat volgen. Wat is hier de reden van?

g. Wat leren de leerlingen van de sportklas tijdens de lessen EHBO?

h. Verschillende organisaties kunnen EHBO-cursussen geven. Voor welke organisatie maakt de film reclame?

Werken aan veiligheid en EHBO

7


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje

f it e

3. In de vorige opdracht heb je voorbeelden gezien van plekken waar EHBO-vaardigheden handig zijn. Maar EHBO-vaardigheden kunnen overal van pas komen. Waar denk jij dat EHBO-vaardigheden extra belangrijk zijn? Bedenk andere voorbeelden dan in de film. 1.

4.

2.

5.

3.

6.

t h

' u d E

c A

4. Soms worden Het Oranje Kruis en het Rode Kruis door elkaar gehaald. Toch zijn het twee verschillende organisaties. BRON Bekijk de websites: Rode Kruis Het Oranje Kruis. a. Wat doet het Rode Kruis? Vul de zin in:

ir g y p o C Het Rode Kruis helpt als mensen in in Nederland en wereldwijd bij

zijn. Het geeft hulp bij en

.

b. Bekijk de poster op de website van Het Oranje Kruis. Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist? Het Oranje Kruis maakt lesmateriaal. Juist / Onjuist Bij Het Oranje Kruis werken mensen zonder EHBO-achtergrond. Juist / Onjuist Europese richtlijnen voor eerste hulpverlening vindt Het Oranje Kruis onbelangrijk. Juist / Onjuist Bij Het Oranje Kruis kun je zoeken naar EHBO-cursussen in de buurt. Juist / Onjuist

c. Zoek bij jou in de buurt twee organisaties die EHBO-cursussen geven. Je kunt hiervoor de cursuskiezer gebruiken op de website van Het Oranje Kruis. 1. 2.

8

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje 5. Vul het schema hierna in. Welke ongelukken heb jij wel eens gehad? Zet deze met een X in kolom 2. En welke heb jij wel eens meegemaakt bij iemand anders? Zet deze in kolom 3 met een X. Geef in kolom 4 aan welke EHBO-handelingen werden uitgevoerd bij de ongelukken. Wat denk jij dat er eigenlijk had moeten gebeuren? Zet dit in kolom 5. 1. Ongeluk

2. Zelf meegemaakt

3. Bij een 4. Uitgevoerde ander mee- EHBO-handeling gemaakt

5. Juiste EHBOhandelingen

f it e

Ongeluk in het verkeer Snijwond Schaafwond Botbreuk Kneuzing

t h

Ontwrichting Verbrand door de zon

ir g y p o C Verbrand door aanraking

' u d E

c A

Flauwvallen Hartaanval

Epileptische aanval Beroerte

Vergiftiging Bloedneus Oogletsel

Werken aan veiligheid en EHBO

9


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje 6. EHBO-vaardigheden zijn bij veel beroepen belangrijk. a. Ken jij iemand die op het werk wel eens EHBO moet verlenen? Zo ja, wie is dat? Zo nee, denk nog eens goed na. Iedereen kent zeker ĂŠĂŠn persoon met EHBO-vaardigheden. Dit is iemand bij wie je ook langs kunt gaan voor andere lichamelijke klachten.

b. Welk beroep heeft deze persoon?

f it e

c. Wat zijn de werkzaamheden van deze persoon?

d. Wanneer moet deze persoon EHBO verlenen?

' u d E

c A

7. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 2 De leerdoelen bij Deel A

t h

Om ongelukken te voorkomen, moet je: 1. kunnen handelen volgens de vijf basisregels eerste hulp van EHBO 2. de effecten van lichamelijke inspanning kunnen aangeven 3. kunnen uitleggen hoe je een goede conditie kunt opbouwen 4. een uitwendige wond kunnen herkennen en weten hoe je moet handelen 5. kunnen aangeven wat er minimaal in een verbanddoos moet zitten 6. kunnen uitleggen hoe je verwondingen, verbrandingen en vergiftigingen kunt voorkomen 7. een brandwond kunnen verzorgen 8. kunnen aangeven hoe gewrichten bewegen 9. een botbreuk en ontwrichting kunnen herkennen en uit kunnen leggen waarom je het lichaamsdeel onbeweeglijk moet houden 10. een kneuzing en verstuiking kunnen herkennen en verzorgen.

ir g y p o C

8. Bij verlenen van EHBO kan het zijn dat je bloed ziet. a. Hoe reageer jij bij het zien van bloed?

b. Waarom zou een slachtoffer of hulpverlener bang kunnen zijn voor bloed?

c. Welk leerdoel in deel A gaat over onderwerpen waarbij je bloed kan zien?

10

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje

9. Hiervoor heb je gelezen wat je moet weten en kunnen als je EHBO gaat verlenen. a. Welk leerdoel lijkt je het leukste om aan te werken? Leg je antwoord uit.

' u d E

f it e

c A

b. Welk leerdoel lijkt je het minst leuk om aan te werken? Leg je antwoord uit.

10. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 3 Taken plannen

t h

ir g y p o C

In deze taak ga je de taken van dit deel inplannen. 11. Bekijk Taak 4 tot en met 9. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4. b. Zoek in de taken naar de opdrachten met . Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?

c. Overleg met je docent: • op welke momenten jij de antwoorden van de gemaakte opdrachten gaat nakijken • op welke momenten je docent jouw werk zal beoordelen. d. Heb je een taak af? Zet een ✓ in kolom 5. Zet een − als je een taak niet kon doen. Als je Taak 1, 2 en 3 gedaan hebt, kun je deze nu afvinken. 1. Taak 2. Onderwerp

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

1

Kennismaken met EHBO

70

2

De leerdoelen bij Deel A

20

3

Taken plannen

10

5. Af 6. Paraaf docent

Werken aan veiligheid en EHBO

11


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje 1. Taak 2. Onderwerp

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

4

Weet wat je moet doen

100

5

Een verbanddoos gebruiken

100

6

Voorkomen is beter dan genezen

100

7

Bewegen met beleid

100

8

Terugkijken en verder kijken

55

9

Voorbereiden op de toets

45

Aan de slag

t h

ir g y p o C

' u d E

5. Af 6. Paraaf docent

f it e

c A

Winkelcentrum De Citadel is een van de grootste winkelcentra in Nederland. De Citadel is een populaire plek door de vele faciliteiten die aanwezig zijn. Er zijn verschillende soorten winkels, supermarkten, recreatie- en amusementsmogelijkheden en eetgelegenheden. In totaal werken er dagelijks 170 mensen in het winkelcentrum. Zo’n grote gelegenheid waar veel mensen komen, vraagt om extra veiligheidsmaatregelen. Zo is er in De Citadel bijvoorbeeld een AED aanwezig, hebben alle beveiligers een EHBO-diploma en hangen er verbanddozen op diverse plekken. In Deel A ga je met Felix Poorter, een vriend van jou, en zijn gezin mee naar De Citadel. De familie Poorter bestaat uit vader Zack, moeder Yara, opa Waly, jouw vriend Felix en zijn zusje Tess. Er gebeuren verschillende ongelukken en ongelukjes in De Citadel. Jij helpt door maatregelen te nemen en EHBO toe te passen.

12

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje

Taak 4 Weet wat je moet doen Zack Poorter, de vader van Felix, heeft je net opgehaald. In de auto praat je mee over een goede gezondheid. Eenmaal aangekomen bij De Citadel zie je dat er iets ernstigs is gebeurd. Je komt direct in actie. VOORBEREIDEN 12. De Citadel is een groot winkelcentrum. Daarom is er dagelijks veel te beleven. a. Welke faciliteiten biedt De Citadel? 1.

3.

2.

4.

b. Welke veiligheidsmaatregelen heeft De Citadel genomen? 1. 2. 3.

' u d E

f it e

c A

c. Waarom is het belangrijk dat De Citadel veiligheidsmaatregelen heeft?

t h

d. In welke winkelcentra ben jij wel eens geweest?

ir g y p o C

e. Heb jij wel eens in een winkelcentrum meegemaakt dat er EHBO moest worden toegepast? Zo ja, leg uit wat er gebeurde.

13. Als je een goede conditie hebt, kun je kleine ongelukken voorkomen. In de auto van de familie Poorter ontstaat een discussie over de betekenis van een goede conditie. a. Een goede conditie kun je op twee manieren omschrijven. Welke omschrijving gebruik jij het meest? omschrijving 1: een goede gezondheidstoestand, een sterk lichaam dat veerkrachtig is om kwalen tegen te gaan omschrijving 2: goede lichamelijke prestaties, een goed uithoudingsvermogen b. Welke omschrijving van een goede conditie hoort bij de volgende voorbeelden? • Je wilt naar de tweede verdieping van De Citadel. Bovenaan de trap kun je direct de winkels binnenlopen. Je bent niet buiten adem of uitgeput van het traplopen. Omschrijving 1 / Omschrijving 2 • De griep heerst. Sommige mensen zijn anderhalve week ziek met de griep. Gelukkig ben jij na vijf dagen alweer genezen. Omschrijving 1 / Omschrijving 2

Werken aan veiligheid en EHBO

13


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje BRON Lees ‘Bewegen’ van Tekstbron 9.1 Een gezonde leefstijl. Maak daarna opdracht 14.

14. Om een goede conditie op te bouwen is genoeg bewegen heel belangrijk. Dit geldt voor beide betekenissen van conditie. Hoe verbetert voldoende bewegen je gezondheid? Geef voorbeelden. 1. 2.

f it e

3. 4. 5.

t h

' u d E

c A

BRON Lees Tekstbron 9.2 Toepassen van de basisregels van EHBO. Maak daarna opdracht 15 tot en met

20.

ir g y p o C

15. Een goede conditie van mensen helpt om het aantal ongelukken te verminderen. Maar toch gebeuren er nog vaak ongelukken. a. Waarom is het belangrijk dat zo veel mogelijk mensen EHBO-vaardigheden hebben?

b. Welke verwondingen verzorg jij zelf?

16. Volgens de vijf basisregels van EHBO moet je altijd op vijf punten letten en op de juiste manier handelen. De omgeving analyseren is vaak het eerste waar je op let. a. Voor welke mensen moet je op gevaar letten als er een ongeluk is gebeurd? 1. 2. 3.

14

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje b. Verbind de vraag met het juiste antwoord.

1. Waarom moet je op gevaar letten?

A. Trek bijvoorbeeld een veiligheidsvest aan en zet de automotor uit.

2. Welke gevaren kunnen er zijn na een ongeluk?

B. Anders gebeuren er nog meer ongelukken.

3. Hoe kun je de veiligheid verhogen?

C. Bijvoorbeeld een tribune die op instorten staat of een cirkelzaagmachine die nog aan staat.

c A

c. Hoe kun je gebruikmaken van omstanders om de veiligheid te verhogen?

' u d E

f it e

17. Het is belangrijk om snel naar het slachtoffer toe te gaan. a. Waarom is het belangrijk te vragen wat er is gebeurd bij een ongeluk?

t h

b. Wat controleer je als eerste bij een slachtoffer? of hij nog alles kan bewegen of hij pijn heeft of hij bij bewustzijn is en of hij kan ademen

ir g y p o C

18. Een van de basisregels speelt in op je zorgzame kant. a. Een kind in aangereden door een auto. Je ziet een knuffel bij de voeten van het kind liggen. Hoe kun je het kind gerust stellen?

b. Wat kun je voorkomen met beschutting? 1. 2.

19. Om professionele hulp in te schakelen is een telefoon belangrijk. a. Vul de zinnen verder in: Bij spoedeisende situaties bel je

.

Bij minder spoedeisende situaties bel je

.

Werken aan veiligheid en EHBO

15


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje b. Het is noodzakelijk 112 te bellen. Wat doe jij in de volgende situaties? Jij

Omstanders

Wat doe of zeg je?

Jij hebt een telefoon.

Er zijn geen omstanders.

Jij hebt een telefoon.

Er zijn omstanders met een telefoon.

Jij hebt geen telefoon.

Er zijn omstanders met een telefoon.

Jij hebt geen telefoon.

Er zijn omstanders zonder telefoon.

Jij hebt geen telefoon.

Er zijn geen omstanders.

' u d E

f it e

c A

c. Stel, een omstander heeft meer EHBO-vaardigheden dan jij. Wat kun je het beste doen in de situatie van vraag b? Vul in:

t h

helpt het slachtoffer en

belt 112.

20. Terwijl je wacht op professionele hulp handel je op de juiste manier. a. Waarom moet je een slachtoffer niet verplaatsen als het niet noodzakelijk is?

ir g y p o C

b. Hoe moet je het slachtoffer verplaatsen als hij gevaar oploopt op zijn huidige plek?

UITVOEREN 21. Hoe kun je een goede conditie opbouwen om op die manier zo veel mogelijk ongelukken te voorkomen? BRON Bekijk het trainingsschema voor beginners op de Website Meer bewegen. a. Wat valt je op aan het trainingsschema? De totale looptijd:

Het aantal minuten tempo lopen: Het aantal minuten wandelen:

16

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje b. Een training heeft iedere week bijna dezelfde opbouw. Op de tijdsbalk hierna zie je hoe de verschillende onderdelen van een training elkaar afwisselen. Vul zelf de tijdbalk in voor week 3 en week 7. Gebruik dezelfde kleuren als in het voorbeeld. Week 1

f it e

Week 3

Week 7

' u d E

c A

22. Bekijk de strip hierna over de vijf basisregels van EHBO. BRON Gebruik de Strip De vijf basisregels van EHBO om bij elk plaatje het volgende in te vullen: • de titel • de uitleg van de basisregel in eigen woorden • de tekstballon(nen).

ir g y p o C

t h

Werken aan veiligheid en EHBO

17


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje 23. Werk in drietallen. De familie Poorter heeft net de auto geparkeerd op de parkeerplaats bij De Citadel. Opeens zie je een auto achteruit rijden en een vrouw omver rijden. Je komt direct in actie. Speel de situatie na en oefen het toepassen van de vijf basisregels van EHBO. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 6 Een rollenspel doen gebruiken. Leerling 1 is het slachtoffer. Ga op de grond liggen in een houding naar jouw keus. Leerling 2 ben jijzelf. Jij schiet direct te hulp en past de vijf basisregels toe. Leerling 3 is een omstander die net met een volle winkelwagen komt aanlopen. Benoem steeds de basisregels die leerling 2 toepast en ondersteun hem als hij hierom vraagt. Klaar? Wissel van rol. Zorg dat jullie alle drie hebben geoefend.

f it e

TERUGKIJKEN 24. In opdracht 23 heb je een rollenspel uitgevoerd over de basisregels van EHBO. a. Wat ging goed aan jouw uitvoering van de vijf basisregels? En wat kan beter? Vraag aan jouw medeleerlingen een tip en een top over jouw uitvoering. Tip: Top:

' u d E

c A

b. Welke basisregel vind jij het moeilijkste om uit te voeren? Leg je antwoord uit.

t h

25. Heb je alle opdrachten van Taak 4 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

ir g y p o C

Taak 5 Een verbanddoos gebruiken

Terwijl de familie Poorter en jij het winkelcentrum inlopen, zien jullie dat flyers worden uitgedeeld. Yara Poorter, de moeder van Felix, pakt een flyer aan. Ze snijdt zich flink aan de zijkant van het papier. Jij helpt Zack bij het verzorgen van de wond van Yara. Daarna zorg je voor aanvulling van de verbanddoos. VOORBEREIDEN 26. Werk in drietallen. Je gaat een wedstrijdje doen. a. Zorg voor een klok of horloge waarop je twee minuten kunt bijhouden. En pak pen en papier. b. Schrijf individueel zo veel mogelijk woorden op met het woord ‘wond’ erin. Degene met de meeste woorden wint de wedstrijd. Alleen woorden die echt bestaan tellen mee. c. Vergelijk jullie woorden met elkaar. Welke woorden had maar één iemand van jullie opgeschreven?

BRON Lees Tekstbron 9.3 Wonden. Maak daarna opdracht 27.

18

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje 27. Net als op iedere andere plek, verwonden bezoekers in De Citadel zich soms. a. Bekijk het schema hierna. Vul kolom 2 en 3 in. 1. Soort wond

2. Is de huid open of dicht?

3. Is de wond zichtbaar aan de buitenkant van het lichaam?

Uitwendige wond

f it e

Inwendige wond Uitwendige open wond

c A

b. Welke wonden kun je helemaal zelf verzorgen? Kies de juiste antwoorden. snijwond diepe wond wonden die blijven bloeden

' u d E

schaafwond botbreuk splinterverwonding

c. Wat betekent ‘steriel’?

t h

d. Waarom moet je steriele verbandmaterialen zo min mogelijk aanraken met je vingers?

ir g y p o C

28. Yara Poorter heeft zich flink in haar hand gesneden met de flyer die ze kreeg aangereikt in De Citadel. a. Wat voor een soort wond is dit? Een u

.

b. Hoe heet deze wond? Een s

.

c. Hoe ga je te werk met deze verwonding? Ik verzorg deze wond zelf. Ik neem tijdelijke maatregelen en daarna moet Yara naar de huisarts.

Werken aan veiligheid en EHBO

19


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje BRON Lees Tekstbron 9.4 De verbanddoos. Maak daarna opdracht 29.

29. Om goede eerste hulp te verlenen is het belangrijk dat je snel bij de juiste spullen kunt. a. Waar kun je bij jou op school verbanddozen vinden?

b. Een gymzaal hoort ook een EHBO-verbanddoos te hebben. Vaak heeft een gymzaal een EHBSO-verbanddoos. Waarvoor staat deze afkorting?

f it e

c. Waar staat de EHB(S)O doos in de gymzaal waar jij sport?

c A

UITVOEREN 30. In opdracht 29 heb je gelezen over de basisverbanddoos. Je gaat een moodboard maken over deze verbanddoos. Overleg met je docent of je een moodboard op papier of digitaal gaat maken. BRON Je kunt hierbij de volgende stappenplannen gebruiken: 7 Een collage of moodboard maken Werken met Lino. a. Maak een moodboard over alle verplichte materialen in een basisverbanddoos. • Bedenk een titel en zet deze op je moodboard. • Zet alle verplichte materialen op je moodboard. • Zet bij alle materialen een duidelijk plaatje. b. Bewaar je moodboard.

t h

ir g y p o C

' u d E

31. Werk in tweetallen. De snijwond in de hand van Yara bloedt. Een wondpleister zou niet voldoende zijn. Zack heeft een EHBO-diploma en vraagt in het winkelcentrum naar een verbanddoos. Hij verbindt de hand. Oefen het verbinden van een hand. BRON Je kunt hierbij de Film Een hand verbinden gebruiken. Leerling 1 is Yara Poorter. De snijwond op je hand doet pijn en bloedt. Hierdoor ben je onrustig. Leerling 2 verleent eerste hulp en legt een verband aan om de hand. Klaar? Wissel van rol.

TERUGKIJKEN 32. In opdracht 31 heb je een hand verbonden. a. Wat vond jij dat je goed deed bij het aanleggen van het verband om de hand?

b. Wat vond het slachtoffer dat jij goed deed bij het aanleggen van het verband?

c. Wat kun je verbeteren bij het aanleggen van een verband?

20

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje d. Vul het volgende schema in. Actie

Ja

Nee

Ik heb handschoenen aangehad tijdens het verbinden van de hand. Ik heb het steriele gaasje met één vinger aangeraakt.

f it e

Ik heb in de verbandrol gekeken bij het aanleggen hiervan. Ik heb op het eind gevraagd hoe het slachtoffer zich voelt. Ik heb alle materialen opgeruimd.

' u d E

c A

e. Heb je bij sommige vragen ‘nee’ ingevuld? Hier moet je dan nog aan werken. Kleur deze zinnen rood. 33. Bij het verzorgen van de snijwond van Yara Poorter in opdracht 31 heb je verschillende materialen gebruikt. Daarom is aanvulling van de verbanddoos nodig. Welke materialen moet Zack Poorter doorgeven aan de eigenaar van de verbanddoos?

t h

34. Heb je alle opdrachten van Taak 5 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

ir g y p o C

Taak 6 Voorkomen is beter dan genezen Een ongeluk zit in een klein hoekje. Zowel op een openbare plek, zoals een winkelcentrum, als thuis. In deze taak ga je kijken hoe je ongelukken kunt voorkomen en wat je moet doen bij brandwonden. VOORBEREIDEN

Werken aan veiligheid en EHBO

21


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje 35. Gezellig lopen jullie door het winkelcentrum. Er is van alles te zien. Het vierjarige zusje van Felix, Tess Poorter, kijkt haar ogen uit. Voor de wc’s staat de schoonmaakkar van de schoonmakers. Tess vindt het er interessant uitzien en loopt erop af. a. Waarom zou de schoonmaakkar er interessant uitzien voor een kind van vier jaar?

b. Welke gevaren heeft een schoonmaakkar voor een kind?

f it e

36. Gevaren kunnen overal op de loer liggen. Ook in je eigen huis. Bekijk de twee huizen hierna. a. Zoek de achttien verschillen tussen de twee huizen en omcirkel deze. Elk verschil is een gevaar.

t h

' u d E

c A

b. Kijkt opnieuw naar de omcirkelde gevaren van vraag a. • Omcirkel alle gevaren die verwondingen kunnen veroorzaken rood. • Omcirkel alle gevaren die verbrandingen kunnen veroorzaken blauw. • Omcirkel alle gevaren die vergiftigingen kunnen veroorzaken groen.

ir g y p o C

BRON Lees ‘Brandwonden’ van Tekstbron 9.5 Handelen bij lichte brandwonden en andere kleine

ongelukken. Maak daarna opdracht 37 tot en met 39. 37. In opdracht 36 heb je verschillende gevaren voor verbranding gezien. Bij brandwonden is koelen het belangrijkste: het vermindert de ernst van de brandwond, het verlicht de pijn en het helpt de genezing. a. Op welke manieren kun je brandwonden krijgen? 1.

4.

2.

5.

3.

b. Waarom mag je een blaar niet doorprikken?

22

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje c. Zijn de zinnen juist of onjuist? Een eerstegraads brandwond doet geen pijn. Juist / Onjuist Bij een tweedegraads brandwond zitten er blaren op de huid. Juist / Onjuist Een derdegraads brandwond doet heel veel pijn. Juist / Onjuist Koel elke brandwond met lauw water. Juist / Onjuist Koel een brandwond ten minste 10 minuten met water. Juist / Onjuist Kleding die vastgeplakt zit aan de huid mag je niet verwijderen. Juist / Onjuist Dek alle type brandwonden losjes af met steriel verband. Juist / Onjuist Alleen bij een derdegraads brandwond moet het slachtoffer naar de huisarts. Juist / Onjuist

f it e

38. Je gaat met de familie Poorter wat drinken in een lunchroom. Felix komt naar jullie tafel gelopen met koffie en thee. Hij zet het dienblad niet ver genoeg op de tafel en de hete thee en koffie komt over zijn hand. Vul in: Bij een brandwond koel je als eerste de huid met

c A

water gedurende

minuten. Bij tweede- en derdegraads brandwonden dek je daarna de brandwond losjes

af.

' u d E

UITVOEREN 39. Werk in tweetallen. Oefen hoe je de brandwond van Felix moet verzorgen. Het gaat waarschijnlijk om een tweedegraads brandwond. Leerling 1 is Felix en heeft net zogenaamd hete koffie en thee over zijn arm gekregen. Leerling 2 komt direct in actie en verleent eerste hulp. Dek na het koelen de brandwond losjes en steriel af zoals op de afbeelding hierna. Gebruik hiervoor handschoenen, een steriel kompres en vier stukjes kleefpleister om langs de randen van het steriele kompres te plakken. Klaar? Wissel van rol.

t h

ir g y p o C

40. Het allerbelangrijkste bij brandwonden is koelen. Je gaat een rebus maken over het belang van koelen bij brandwonden. a. Bedenk een sterke zin voor je rebus. Gebruik minimaal vijf woorden.

b. Maak de rebus. Deze kun je digitaal of op papier maken. c. Bewaar je rebus.

Werken aan veiligheid en EHBO

23


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje 41. In opdracht 36 heb je gezien welke gevaren er in een huis kunnen zijn. Deze gevaren heb je niet alleen thuis maar ook op andere plekken. Gelukkig kun je wel voorkomen dat deze gevaren tot ongelukken leiden. a. Zoek op internet welke maatregelen je kunt nemen om ongelukken te voorkomen. b. Verwerk de gevaren en hoe je deze kunt voorkomen in een overzicht: • Maak een tabel met drie kolommen. • Geef kolom 1 de titel ‘Gevaar’. Zet in deze kolom minimaal acht gevaren uit opdracht 36. • Geef kolom 2 de titel ‘Waar?’. Zet in deze kolom een andere plek dan thuis waar je dit gevaar vaak tegenkomt. Denk hierbij aan alle faciliteiten die in winkelcentrum De Citadel aanwezig zijn. • Geef kolom 3 de titel ‘Gevaar voorkomen’. Zet in deze kolom hoe je dit gevaar kunt voorkomen. Je kunt het internet gebruiken om ideeën op te doen. c. Bewaar je overzicht. TERUGKIJKEN 42. Door te letten op mogelijke gevaren kun je ongelukken voorkomen. a. Hoe goed let jij op gevaren bij jou thuis? Geef jezelf een cijfer. Helemaal niet goed 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10 Heel goed b. Op welke gevaren ga jij beter letten? 1. 2.

' u d E

f it e

c A

c. Op welke gevaren let je in andere situaties, bijvoorbeeld als je sport of uitgaat?

t h

1. 2.

ir g y p o C

43. In opdracht 39 heb je geoefend met het verzorgen van een brandwond. a. Hoe vond je het om een slachtoffer te helpen? Leg je antwoord uit.

b. Heb je sieraden afgedaan bij het verbrande lichaamsdeel? Ja / Nee c. Heb je de brandwond losjes afgedekt? Ja / Nee d. Heb je de brandwond steriel afgedekt? Ja / Nee

44. Werk in tweetallen en wissel jullie rebus van opdracht 40 uit. a. Wat is de oplossing van de rebus van jouw medeleerling?

b. Kon jouw medeleerling jouw rebus oplossen? Ja / Nee, omdat

45. Heb je alle opdrachten van Taak 6 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

24

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje

Taak 7 Bewegen met beleid Om kinderen en jongeren meer te laten bewegen, worden actieve spelvormen en actief speelgoed aangemoedigd. Voorbeelden hiervan zijn een waveboard en schoenen met wieltjes. Jammer genoeg gebeuren hier ook regelmatig ongelukken mee. In het winkelcentrum De Citadel komt een jongen op rolschoenen met een flinke snelheid jullie kant op gereden. Hij ziet niet dat de vloer een paar treden heeft en valt hard over de trap tegen opa Waly aan. Jij helpt bij het verzorgen van de gewonde jongen en opa Waly.

f it e

VOORBEREIDEN

t h

' u d E

c A

46. Het gebeurt vaak dat mensen een botbreuk oplopen of iets kneuzen. a. Vul het schema hierna in.

ir g y p o C

Heb jij dit bij jezelf meegemaakt?

Kneuzing

Heb jij dit bij iemand Wat was de anders oorzaak? meegemaakt?

Verstuiking Botbreuk

Ontwrichting (een gewricht is ‘uit de kom’)

b. Neem een van de verwondingen van vraag a in gedachten die jij, bij jezelf of iemand anders, hebt meegemaakt. Hoe werd deze verwonding verzorgd en behandeld?

Werken aan veiligheid en EHBO

25


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje 47. Door je botten en gewrichten kan je lichaam verschillende kanten op bewegen. BRON Bekijk de Website Gewrichten om de vragen te beantwoorden. a. Welke type gewrichten zijn er? 1. 2. 3. 4.

f it e

b. De naam van het gewricht zegt eigenlijk al hoe het gewricht kan bewegen. Onderstreep in je antwoord bij vraag a het deel van het woord dat aangeeft hoe het gewricht beweegt. c. Geef van elk gewricht een voorbeeld waar deze in je lichaam zit. Zet je antwoord in vraag a bij het juiste gewricht. BRON Bekijk de volgende websites:

Kneuzing en verstuiking Botbreuk en ontwrichting. Maak daarna opdracht 48.

' u d E

c A

48. De jongen op de rolschoenen is hard tegen opa Waly aangereden. Waly’s pols doet erg zeer en hij kan hem niet bewegen. De jongen is gewond aan zijn linkerenkel en rechterbovenarm. a. Hoe kun je een kneuzing of verstuiking herkennen?

t h

b. Bij een kneuzing en verstuiking is koelen belangrijk. Hoe moet je dit doen?

ir g y p o C

c. Hoe kun je een botbreuk herkennen?

d. Een bot is gebroken en steekt door de huid. Dit heet een e. Vul in: verergert - onbeweeglijk - houding Bij een botbreuk en ontwrichting moet je zorgen dat het lichaamsdeel wordt gehouden en in de

je het hebt aangetroffen. Zo voorkom je dat het letsel

26

Werken aan veiligheid en EHBO

blijft zoals .


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje UITVOEREN 49. Werk in tweetallen. Doordat je weet hoe verschillende type gewrichten werken, weet je ook waardoor ze geblesseerd kunnen raken. a. Kun jij de gewrichten goed uit elkaar houden? Leerling 1 doet met zijn handen en polsen de beweging van een van de gewrichten na. Zeg verder niks. Leerling 2 raadt welk type gewricht leerling 1 uitbeeldt. Klaar? Wissel van rol.

f it e

b. Hoeveel gewrichten had jij goed geraden?

c A

50. Werk in drietallen. Opa Waly is flink geschrokken toen de jongen op rolschoenen tegen hem aanreed. Terwijl Zack Poorter opa helpt met zijn pols, geeft hij een omstander instructie hoe de jongen geholpen moet worden. De jongen is gewond aan zijn linkerenkel en hij heeft zijn rechterbovenarm waarschijnlijk gebroken. BRON Je kunt hierbij de volgende stappenplannen gebruiken: 1 Een observatieformulier gebruiken 86 EHBO: een kneuzing of verstuiking verzorgen.

' u d E

Leerling 1 is de jongen. Je voelt je niet lekker want je rechterbovenarm is waarschijnlijk gebroken en je linkerenkel doet pijn: kies zelf of deze gekneusd of verstuikt is. Leerling 2 is Zack Poorter. Je geeft instructie aan een omstander over de hulp die de gewonde jongen nodig heeft. Geef duidelijke instructie in stappen, maar blijf beleefd. Leerling 3 is de behulpzame omstander. Je krijgt instructie van leerling 2. Doe alleen wat leerling 2 zegt wat je moet doen. Leerling 4 observeert leerling 2, Zack Poorter, die instructie geeft. Vul het observatieformulier in het werkboek van leerling 2 in. Klaar? Wissel van rol. Zorg dat iedereen alle rollen heeft gedaan. Kies steeds een nieuwe verwonding als je leerling 1 bent.

t h

ir g y p o C

Lees voordat je gaat observeren de vragen van dit observatieformulier goed door. Naam leerling die observeert:

Naam leerling rol omstander en hulpverlener:

Voorbereiden

De hulpverlener let op de vijf basisregels bij EHBO. Hij verzamelt het benodigde materiaal. Uitvoeren Hij koelt het pijnlijke lichaamsdeel tien tot vijftien minuten. Hij gebruikt een droge doek tussen de zak ijs of het coldpack en de huid. Hij zorgt dat de kneusde enkel rust krijgt en vrij ligt. Hij legt een steunverband aan en wikkelt de zwachtel daarbij richting het hart.

Werken aan veiligheid en EHBO

27


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje

Nazorg / Terugkijken Hij controleert of de zwachtel stevig maar niet te strak zit. Hij vraagt aan het slachtoffer hoe hij zich voelt. Hij ruimt alle materialen weer netjes op.

f it e

TERUGKIJKEN 51. In opdracht 50 heb je instructie gegeven en gekregen bij een ongeluk. Gebruik bij de volgende vragen het ingevulde observatieformulier. a. Wat kun jij beter? Instructie geven / krijgen. b. Wat vind jij leuker? Instructie geven / krijgen. c. Wat kun jij verbeteren bij het geven van instructies?

' u d E

c A

d. Welke instructie heb je gegeven of gekregen over het verzorgen van de rechterbovenarm die waarschijnlijk gebroken is?

t h

52. Heb je alle opdrachten van Taak 7 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

ir g y p o C

Evalueren & Reflecteren

Taak 8 Terugkijken en verder kijken Je bent in dit deel aan de slag geweest met EHBO verlenen in winkelcentrum De Citadel, samen met de familie Poorter. Je gaat nu kijken hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken. 53. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 8 en 9 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met Taak 7 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken. 54. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij in dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ te zetten. b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ hebt gezet. Wat moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5.

28

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.

1. Taak

4

5

2. Leerdoel

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

Ik kan: • de effecten van lichamelijke inspanning aangeven • uitleggen hoe je een goede conditie kunt opbouwen • handelen volgens de vijf basisregels van EHBO. Ik kan: • een uitwendige (open) wond herkennen en ik weet hoe ik moet handelen • aangeven wat er minimaal in een verbanddoos moet zitten.

t h

ir g y p o C 6

Ik kan: • uitleggen hoe je verwondingen, verbrandingen en vergiftigingen kunt voorkomen • een brandwond verzorgen.

7

Ik kan: • aangeven hoe gewrichten bewegen • een botbreuk en ontwrichting herkennen en uitleggen waarom je het lichaamsdeel onbeweeglijk moet houden • een kneuzing en verstuiking herkennen en verzorgen.

5. Dit ga ik verbeteren

' u d E

f it e

c A

Werken aan veiligheid en EHBO

29


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje BRON Bekijk de Website Mbo. Maak daarna opdracht 55.

55. EHBO kom je tegen in je eigen tijd, maar ook vaak op je werk. a. In welke domeinen denk jij dat je het meest in aanraking komt met het verlenen van EHBO?

f it e

b. In welk domein zou jij het liefste willen werken?

.

c. Ongelukken kunnen in alle domeinen gebeuren. Welke ongelukken zullen er in jouw domein het meeste voorkomen? 1.

3.

2.

4.

' u d E

c A

d. Als er een ongeluk gebeurt, op je werk of ergens anders, is het belangrijk dat er snel hulp komt. Dit kan gevoelens oproepen bij jou als hulpverlener, zoals druk, stress en spanning. Kun jij hier goed mee omgaan? Ja / Nee e. Wat zou je kunnen doen om jezelf gerust te stellen in zo’n situatie?

t h

ir g y p o C

BRON Open het Formulier Netwerkoverzicht. Maak daarna opdracht 56.

56. Kijk terug naar je antwoord van vraag 55b. Wanneer het je leuk lijkt om in dit domein te werken, is het handig dat je iemand kent die in dit domein werkt. Dan kun je aan die persoon vragen stellen of kun je misschien eens een dag op zijn werkplek meelopen. Zoek in jouw omgeving iemand die in dit domein werkt. Vraag bijvoorbeeld aan je familie, vrienden of op school of zij iemand kennen. Zoek anders op internet. Vul de gegevens van deze persoon in je netwerkoverzicht in.

30

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel A Ongelukken zitten in een klein hoekje

Taak 9 Voorbereiden op de toets In deze taak ga je je voorbereiden op de toets. 57. Werk in tweetallen. Je gaat een woordweb maken van de belangrijkste punten uit iedere taak. Ook de tekstbronnen en stappenplannen moet je erin verwerken. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 3 Een woordweb maken gebruiken. a. Vul in: Leerling 1 maakt een woordweb over taak

en

Leerling 2 maakt een woordweb over taak

en

b. Maak voor elke taak apart een woordweb. c. Presenteer je twee woordwebben aan je medeleerling. d. Wissel de woordwebben uit zodat je van elke taak een woordweb hebt.

' u d E

f it e . .

c A

58. Werk in drietallen. Doe een quiz over jullie kennis van de verplichte materialen in een verbanddoos. Zorg dat je alle materialen bij de hand hebt. Leerling 1 is de quizmaster. Houd een verplicht materiaal omhoog en vraag de deelnemers wat dit is. Als ze het allebei niet weten kun je de eerste letter verklappen. Leerling 2 en 3 zijn deelnemers. Wie als eerste het materiaal juist weet te benoemen krijgt een punt. Wie de meeste punten heeft aan het eind van de quiz wint. Klaar? Wissel van rol.

ir g y p o C

t h

Werken aan veiligheid en EHBO

31


Deel B Levensreddend handelen

Oriënteren Taak 1 Kennismaken met het verschil dat jij kunt maken BRON Bekijk de Film EHBO op een bevrijdingsfestival. Maak daarna opdracht 1.

f it e

1. In de film kun je zien hoe de EHBO op een bevrijdingsfestival georganiseerd is. a. Hoeveel EHBO-vrijwilligers werken op het bevrijdingsfestival? b. Hoeveel EHBO-posten zijn aanwezig op het bevrijdingsfestival? c. Hoeveel ambulances staan stand-by?

' u d E

d. Bij welke ongemakken helpen de vrijwilligers? Geef voorbeelden. 1.

3.

2.

4.

t h

e. Waar letten de EHBO-vrijwilligers op? 1.

ir g y p o C 2. 3.

c A

f. Uit welke mensen bestaat een team van EHBO-vrijwilligers?

g. ‘Bij het podium gebeurt het meeste’. Waarom is dat zo, denk je?

h. Wat moet je hebben om als EHBO-vrijwilliger te kunnen werken?

i. Wanneer je als EHBO-vrijwilliger werkt op een festival kun je, tussen het werk door, ook genieten van de muziek en gezelligheid. Lijkt het jouw leuk om als EHBO-vrijwilliger op een festival te werken? Leg je antwoord uit.

32

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen

f it e

2. Het is verstandig om bij activiteiten die je gaat doen, na te denken welke gevaren er zijn. a. Wat doe jij in je vrije tijd waarbij EHBO-vaardigheden handig kunnen zijn?

' u d E

c A

b. Weet jij waar de dichtstbijzijnde EHBO-verbanddoos dan te vinden is? Zo ja, waar?

c. Als je weet wat de risico’s van een activiteit zijn, kun je ze proberen te voorkomen. En voor het geval het toch mis gaat, kun je zelf de juiste EHBO-materialen meenemen. Welke letsels kun je oplopen bij vrijetijdsbesteding? Geef voorbeelden in het schema hierna. Vrije tijd activiteit

t h

Mogelijk letsel

ir g y p o C

EHBO-materialen voor het mogelijke letsel

Werken aan veiligheid en EHBO

33


Deel B Levensreddend handelen 3. Wanneer iemand bewusteloos is en niet meer ademt moet je reanimeren. Een AED, automatische externe defibrillator, is een apparaat dat shocken aan het hart kan geven tussen het reanimeren door. Hulpverleners die hierbij helpen, vinden vaak dat dit een grote indruk op hen maakt. BRON Bekijk de volgende websites om de vragen te beantwoorden: Hart4ALL Hoe werkt Hart4ALL? a. Wat doet Hart4ALL? Leg dit uit in je eigen woorden.

f it e

b. Waarom doet Hart4ALL dit? Leg dit uit in je eigen woorden.

c A

c. Na een reanimatie blijven burgerhulpverleners vaak achter met veel vragen. Leg in eigen woorden uit hoe Hart4ALL werkt. Gebruik de volgende woorden: familieleden – clickbandje(s) – ambulanceverpleegkundige – code – reanimatie – patiënt – privacy – burgerhulpverleners

t h

ir g y p o C

' u d E

d. Wat vind jij van het bestaan van Hart4ALL? Leg je antwoord uit.

4. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 2 De leerdoelen bij Deel B

Om goede hulp te kunnen geven bij ongevallen, moet je: 1. de werking kunnen noemen van hart, longen en de bloedsomloop 2. bewusteloosheid kunnen herkennen 3. iemand die bewusteloos is op zijn rug kunnen draaien 4. een (dreigende) flauwte kunnen herkennen en hierbij hulp kunnen verlenen 5. een verstoorde ademhaling kunnen herkennen 6. iemand in de stabiele zijligging kunnen leggen 7. hulp kunnen verlenen bij een verslikking 8. een AED kunnen gebruiken 9. een bloedneus kunnen stoppen 10. een splinter in de huid kunnen verwijderen 11. oogletsel kunnen herkennen en de oorzaken kunnen noemen 12. kunnen uitleggen waarom je zuinig moet zijn op je ogen.

34

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen 5. Bij EHBO kun je biologiekennis gebruiken. a. Welke woorden in de leerdoelen zijn onderdelen van het lichaam? Omcirkel deze woorden.

b. Wat heb jij al geleerd over de volgende onderwerpen? Werking van het hart:

.

Werking van de longen:

.

f it e

Werking van de bloedsomloop:

.

' u d E

c A

6. Sommige ongelukken zijn best ernstig. Zo’n gebeurtenis maakt dan een grote indruk op je. Je blijft er vaak meerdere dagen aan terugdenken. Bij kleinere ongelukken is dat meestal minder het geval. a. Heb jij een ongeluk meegemaakt dat een grote indruk op jou heeft gemaakt? Ja / Nee. Zo ja, wat voor ongeluk was dit?

t h

ir g y p o C

b. Bij de meeste leerdoelen gaat het om EHBO-vaardigheden. Welk van deze vaardigheden zou de minste indruk op jou maken, denk je? Leg je antwoord uit.

c. Welk van deze vaardigheden zou de meeste indruk op jou maken, denk je? Leg je antwoord uit.

7. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Werken aan veiligheid en EHBO

35


Deel B Levensreddend handelen

Taak 3 Taken plannen 8. Bekijk Taak 4 tot en met 9. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4. b. Zoek in de taken naar de opdrachten met . Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?

f it e

c. Overleg met je docent: • op welke momenten jij de antwoorden van de gemaakte opdrachten gaat nakijken • op welke momenten je docent jouw werk zal beoordelen. d. Heb je een taak af? Zet een ✓ in kolom 5. Zet een − als je een taak niet kon doen. Als je Taak 1, 2 en 3 gedaan hebt, kun je deze nu afvinken. 1. Taak 2. Onderwerp 1

Kennismaken met het verschil dat jij kunt maken

60

2

De leerdoelen bij Deel B

30

3

Taken plannen

10

4

Helpen bij bewusteloosheid

5

Zorgen voor een vrije ademhalingsweg

t h

ir g y p o C 6

Leren reanimeren

7

Helpen bij oog-, neus- en huidongelukken

8

Terugkijken en verder kijken

9

Voorbereiden op de toets

Aan de slag

36

Werken aan veiligheid en EHBO

' u d E

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

100 100 100 100 55 45

c A

5. Af 6. Paraaf docent


Deel B Levensreddend handelen Het is vrijdagavond en Felix Poorter en jij willen het weekend leuk beginnen. Jullie besluiten naar De Citadel gaan. Daar zijn verschillende recreatiemogelijkheden, zoals midgetgolf, bowlen en er is een bioscoop. Felix vertelt dat er net een nieuwe film uit is. Het lijkt jou wel wat en dus besluiten jullie naar de film te gaan. Vooraf gaan jullie naar een graffititentoonstelling. Na afloop van de film blijven jullie nog een tijdje in De Citadel en doen een dans-challenge. In Deel B kom je met Felix verschillende (acute) situaties tegen in De Citadel. Op jouw bijbaantje in Dierenwinkel Apenstaart heb jij toevallig pas een EHBO-les gehad. Daardoor weet jij in een aantal situaties hoe je moet handelen. Ook help je caissière Samia en beveiliger Khalid. Zij werken allebei bij De Citadel en hebben een EHBO-diploma.

f it e

Taak 4 Helpen bij bewusteloosheid

c A

Felix en jij zijn net naar De Citadel gefietst. Jullie lopen langs een graffititentoonstelling met als thema ‘het hart’. Felix vindt het nogal heftig en voelt zich niet zo lekker. Het lijkt erop dat hij flauw gaat vallen. Jij probeert dit te voorkomen.

' u d E

VOORBEREIDEN 9. In De Citadel zijn verschillende recreatiemogelijkheden. Het is een leuke plek om je vrije tijd te besteden. a. Wat ga je dit keer doen in De Citadel? 1.

t h

2. 3.

ir g y p o C

b. Wie ga je helpen bij het verlenen van EHBO?

c. Vind jij het belangrijk dat beveiligers een EHBO-diploma hebben? Leg je antwoord uit.

BRON Bekijk de Film Het hart. Maak daarna opdracht 10 en 11.

10. Het thema van de graffititentoonstelling, ‘het hart’, is niet zomaar gekozen. Het hart is een van de belangrijkste organen in je lichaam. a. Wat is de functie van het hart?

b. Hoe vaak slaat je hart per minuut in rust? c. Hoe vaak slaat je hart per minuut bij inspanning? d. Hoe heten de twee soorten holtes in het hart?

en

Werken aan veiligheid en EHBO

37


Deel B Levensreddend handelen e. Gebruik de volgende woorden om de tekst in te vullen: rechterkamer - linkerkamer - linkerboezem – linkerkamer Zuurstofarm bloed vanuit het lichaam komt het hart binnen in de . Daarna stroomt het bloed door naar de . Het zuurstofarme bloed wordt dan naar de longen gepompt en wordt zuurstofrijk. Het zuurstofrijke bloed komt het hart binnen in de

f it e

. Vervolgens wordt het naar de

gepompt. Het bloed wordt daarna via de aorta naar de rest van het lichaam gepompt.

c A

11. Hierna zie je een afbeelding van een hart. a. Zet bij elke holte van het hart de juiste naam. b. Hoe stroomt het bloed door het hart? Zet de getallen 1 tot en met 4 in de juiste volgorde bij de holtes.

t h

ir g y p o C

' u d E

12. Op een van de graffititekeningen staan een hart en een vis. Bij biologie heb je geleerd dat een vis een enkele bloedsomloop heeft terwijl een mens een dubbele bloedsomloop heeft. Bij de bloedsomloop werken het hart en de longen samen. BRON Bekijk de Film De bloedsomloop. a. Hoe heten de twee bloedsomlopen in het menselijk lichaam? 1. 2.

b. c. d. e. f.

38

In je longen wordt zuurstof / koolzuur afgegeven aan de lucht. In je longen wordt zuurstof / koolzuur opgenomen door je bloed. In de afbeelding hierna heeft zuurstofarm bloed de kleur blauw / rood. In de afbeelding hierna heeft zuurstofrijk bloed de kleur blauw / rood. In de film komen verschillende onderdelen van het hart- en bloedvatenstelsel aan bod. Zet de juiste namen in de afbeelding hierna.

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen

t h

' u d E

f it e

c A

BRON Lees Tekstbron 9.6 EHBO: flauwvallen en bewusteloosheid. Maak daarna opdracht 13 en 14.

13. Felix voelt zich niet zo lekker. Hij begint te zweten, krijgt een wit gezicht en zegt dat hij zwarte vlekken ziet. Je denkt dat hij misschien flauw gaat vallen. Als iemand is flauwgevallen dan lijkt dit op het eerste gezicht veel op iemand die bewusteloos is. Toch zijn er verschillen tussen een flauwte en bewusteloosheid. a. Wat zijn die verschillen? Vul je antwoord in het schema hierna in.

ir g y p o C Flauwte

Bewusteloosheid

Werken aan veiligheid en EHBO

39


Deel B Levensreddend handelen b. Wat doe je om te controleren of iemand bewusteloos is? 1. 2. c. Hoe reageert iemand die flauwgevallen is? d. Hoe reageert iemand die bewusteloos is?

f it e

e. Wanneer moet je 112 bellen bij een flauwte?

f. Wanneer moet je 112 bellen bij bewusteloosheid?

' u d E

c A

g. Als iemand bewusteloos is en niet meer ademt moet je reanimeren. Wat moet je doen bij reanimeren? 1. 2.

h. Kijk terug naar opdracht 10 en 12. Van welke twee organen neem je de werking over bij het reanimeren? Zet je antwoord achter je antwoord van vraag g.

t h

14. De handelingen die je moet uitvoeren bij een flauwte of een dreigende flauwte, zoals bij Felix, zijn bijna hetzelfde. a. Hoe kun je een dreigende flauwte herkennen?

ir g y p o C

b. Maak een eigen digitaal stappenplan over hoe je moet handelen bij een dreigende flauwte. De eerste stap is: 1. Begeleid het slachtoffer om te gaan liggen. • Maak minimaal zes stappen en maximaal negen stappen. • Bewaar je document. c. Als het slachtoffer al is flauwgevallen en op de grond ligt, kun je stap overslaan.

40

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen UITVOEREN 15. Werk in tweetallen. Felix dreigt flauw te vallen. Het is daarom belangrijk dat je weet wat je moet doen bij ongevallen. a. Lees jouw stappenplan van opdracht 14b voor aan je medeleerling. Laat hierbij één stap uit je stappenplan weg, zonder te zeggen welke. Weet je medeleerling welke stap er miste in jouw uitleg? Ja / Nee b. Wissel nu van rol. Weet jij welke stap er miste in de uitleg van je medeleerling? Ja / Nee c. Welke stap heb je weggelaten uit jouw stappenplan?

f it e

d. Welke stap heeft je medeleerling weggelaten uit zijn verhaal?

' u d E

c A

16. Werk in tweetallen. Na tien minuten rustig liggen voelt Felix zich weer goed. ‘Gelukkig raakte ik niet bewusteloos’, zegt hij. Bij bewusteloosheid is het heel belangrijk om de ademhaling te blijven controleren. Alleen kan dit soms moeilijk zijn, bijvoorbeeld wanneer iemand op zijn buik ligt. Als het geen ernstig ongeluk is, kun je het slachtoffer op zijn rug draaien. Oefen het herkennen van een bewusteloos slachtoffer. Oefen ook het draaien en het controleren van de ademhaling bij een bewusteloos slachtoffer. BRON Je kunt hierbij de volgende bronnen gebruiken: Tekstbron 9.6 EHBO: flauwvallen en bewusteloosheid Stappenplan 6 Een rollenspel doen.

t h

Leerling 1 is het slachtoffer. Ga op je buik op de grond liggen. Je bent bewusteloos. Leerling 2 is de hulpverlener. Jij ziet iemand stil op zijn buik liggen. • Controleer of het slachtoffer bewusteloos is. • Draai het slachtoffer op zijn rug. • Controleer de ademhaling. Klaar? Wissel van rol.

ir g y p o C

TERUGKIJKEN 17. In opdracht 16 heb je een bewusteloos slachtoffer omgedraaid. a. Wat vond je moeilijk bij het omdraaien van het slachtoffer of het controleren van de ademhaling?

b. Heb jij jouw medeleerling voorzichtig van zijn buik op zijn rug hebt gedraaid? Ja / Nee c. Op welke manier heb jij de ademhaling gecontroleerd van het slachtoffer?

18. Heb je alle opdrachten van Taak 4 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Werken aan veiligheid en EHBO

41


Deel B Levensreddend handelen

Taak 5 Zorgen voor een vrije ademhalingsweg Felix Poorter is weer een beetje bijgekomen. Jullie besluiten naar de bioscoop in De Citadel te gaan. Op weg naar de filmzaal merk je dat de mevrouw naast jou naar ademt hapt en naar haar keel grijpt. Ze heeft zich verstikt in een stukje popcorn. Jij roept snel iemand van het personeel. Samia, een caissière in de bioscoop, komt aangerend. Zij heeft een cursus bedrijfshulpverlening (bhv) gevolgd. Jij helpt haar bij het verlenen van EHBO.

' u d E

f it e

c A

VOORBEREIDEN 19. Het gebeurt regelmatig dat iemand zich verslikt. Gelukkig zijn de meeste gevallen niet ernstig. Je kunt het probleem dan zelf oplossen. a. Hoe vaak verslik jij je gemiddeld per week?

t h

b. Wat doe jij als je je verslikt?

ir g y p o C

c. Stel jouw medeleerling verslikt zich tijdens de pauze. Wat kun jij dan gemakkelijk doen om hem te helpen?

d. Wat denk jij dat er in het lichaam gebeurt als iemand zich verslikt in eten?

BRON Lees Tekstbron 9.7 EHBO: verslikken. Maak daarna opdracht 20 tot en met 22.

20. De mevrouw in de bioscoop verstikt zich in een stukje popcorn. Er gaat iets mis in haar keelholte. a. Wat gebeurt er normaal bij slikken en ademen? Bij het slikken sluit het strottenklepje de luchtpijp / slokdarm af. De luchtpijp / slokdarm is dan open. Bij het ademen sluit het strottenklepje de luchtpijp / slokdarm af. De luchtpijp / slokdarm is dan open. b. Wat gebeurt er op het moment dat de mevrouw zich verstikt? Op dat moment komt het stukje popcorn in haar luchtpijp / slokdarm. c. Hoe zou je aan de mevrouw kunnen merken dat ze zich heeft verstikt?

42

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen 21. De mevrouw is al even aan het hoesten maar het helpt niet. Je merkt dat ze angstig begint te worden. Je roept snel iemand van het personeel om te helpen. Samia komt aan gerend. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 82 EHBO: helpen bij verstikken (buikstoten) gebruiken. a. Met hoesten probeert het lichaam het stukje popcorn omhoog te duwen. Met welke twee andere manieren kun je als hulpverlener helpen om het stukje popcorn omhoog en uit de luchtpijp te krijgen? Vul het schema hierna in. Handeling

Waar sta jij ten Waar plaats je In welke opzichte van jouw handen op richting gaat het slachtoffer? het slachtoffer? jouw beweging met je handen?

t h

ir g y p o C

' u d E

Hoeveel keer mag je dit maximaal doen?

f it e

c A

b. Wat doe je na de vijf slagen tussen de schouderbladen?

22. Felix denkt terug aan het gesprek met jou over bewusteloosheid. a. Kies het juiste antwoord. Bewusteloosheid kan het gevolg zijn van een probleem in de ademhaling de oorzaak zijn van een probleem in de ademhaling de oorzaak en het gevolg zijn van een probleem in de ademhaling b. Wat moet je doen bij een bewusteloos maar ademend slachtoffer?

UITVOEREN 23. Werk in tweetallen. Samia is een van de bedrijfshulpverleners en heeft een EHBO-diploma. Je vertelt haar wat er aan de hand is. Ze begint direct met het helpen van de mevrouw. Oefen hoe je moet helpen bij een verstikking. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 82 EHBO: helpen bij verstikken (buikstoten) gebruiken. a. Waarom moet je vlug vertellen wat er is gebeurd?

Werken aan veiligheid en EHBO

43


Deel B Levensreddend handelen b. Wat mag je niet doen bij het oefenen van de buikstoten?

c. Oefen hoe je iemand helpt die zich verstikt. Leerling 1 is de mevrouw die zich heeft verstikt. Je krijgt heel weinig lucht en bent angstig. Leerling 2 is Samia en verleent EHBO. Deze opdracht is een oefening dus sla niet te hard bij de slagen tussen de schouderbladen. Geef ook geen stoot met je vuist in de buik bij de buikstoot, maar doe alsof. Klaar? Wissel van rol.

t h

' u d E

f it e

c A

24. Werk in tweetallen. Het stukje popcorn schiet gelukkig uit de luchtpijp van de mevrouw. Toch hebben haar hersenen net iets te weinig zuurstof gekregen. Ze raakt daardoor bewusteloos, maar ze ademt wel nog. Samia heeft veel kracht verloren bij de slagen en buikstoten, dus leg jij de mevrouw in de stabiele zijligging. Ondertussen belt Samia 112. a. Oefen hoe je een slachtoffer in de stabiele zijligging legt. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 79 EHBO: kinlift en stabiele zijligging toepassen gebruiken.

ir g y p o C

Leerling 1 verleent EHBO. Leerling 2 is het bewusteloze maar ademende slachtoffer. Ga op je rug liggen. b. Wanneer je iemand in de stabiele zijligging legt moet je verschillende stappen uitvoeren. Om goed te onthouden hoe de hele handeling uitgevoerd moet worden, ga je foto’s maken. Wissel van rol en maak van elke stap een foto. c. Zet in een digitaal bestand foto’s met de bijbehorende stap. d. Bewaar je bestand.

TERUGKIJKEN 25. In de vorige opdrachten heb je EHBO verleend bij een verstikking en bewusteloosheid. In deze ernstige situaties moest je direct in actie komen. a. Mensen reageren verschillend op ernstige situaties. Sommige mensen verstarren: ze weten even niet meer wat ze moeten doen en staan stokstijf stil. Andere mensen komen direct in actie om maatregelen te nemen. Wat voor een persoon denk je dat jij bent? Ik verstar 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10 ik kom direct in actie

44

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen b. Wat kun je doen als je direct in actie komt? Zet een X bij de juiste antwoorden. professionele hulp halen of bellen het slachtoffer te hulp schieten omstanders vragen naar de oorzaak zorgen voor een veilige omgeving het op sociale media zetten extra mensen vragen extra hulpmiddelen halen

f it e

26. Heb je alle opdrachten van Taak 5 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 6 Leren reanimeren

c A

De mevrouw die zich had verstikt en bewusteloos raakte, is door de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Felix, jij en Samia praten na over wat er is gebeurd. Samia vertelt over een ander voorval dat veel indruk op haar heeft gemaakt. Een beveiliger van De Citadel, Khalid, raakte twee jaar geleden bewusteloos en ademde niet meer: hij had een hartaanval. Ze heeft toen samen met omstanders gereanimeerd en een AED gebruikt. Jij gaat met Samia na wat in zo’n geval moet gebeuren.

' u d E

VOORBEREIDEN 27. Werk in drietallen. Steeds vaker hoor je de term ‘reanimeren’. Wat weet jij hier al vanaf? a. Overleg met je docent of je deze opdracht op papier of digitaal maakt, bijvoorbeeld met Woordwolk of Coggle. b. Iemand uit je groepje noteert in het midden het woord ‘reanimeren’. Geef om de beurt één woord wat hiermee te maken heeft. Probeer samen zo veel mogelijk relevante woorden te bedenken. c. Bewaar je woordwolk of mindmap.

t h

ir g y p o C

BRON Lees Tekstbron 9.8 EHBO: reanimeren en een AED. Maak daarna opdracht 28.

Werken aan veiligheid en EHBO

45


Deel B Levensreddend handelen 28. Samia heeft samen met omstanders gereanimeerd. Dit is handig omdat reanimeren veel kracht en energie kost. Daarnaast kun je elkaar helpen de juiste stappen uit te voeren. a. Bij reanimeren voer je twee handelingen uit. Vul het schema hierna in. Handeling

Doel

Aantal keer

f it e

b. Het duwen op de borst moet op een snelheid van 100 tot 120 keer per minuut. Hoeveel keer per seconde moet je op de borst duwen bij 120 keer per minuut?

' u d E

c A

c. Bij mond-op-mondbeademing komt er geen zuurstof in de longen van het slachtoffer. Juist / Onjuist d. Wat doet een AED?

e. Voor een zo groot mogelijke kans op overleven moet je binnen

t h

reanimeren en binnen

minuten

minuten een AED aansluiten en de juiste hulp verlenen.

f. Waarom moet een volwassen persoon reanimeren en het liefst geen kind?

ir g y p o C

29. Gelukkig heeft De Citadel een AED. Wanneer je een AED aanzet, zegt het apparaat precies wat je moet doen. Dit kan verschillen per apparaat omdat er verschillende fabrikanten zijn. BRON Bekijk de Film EHBO – Reanimatie en gebruik van een AED. a. In de film heb je een voorbeeld gezien van instructies die een AED kan geven. Nummer de instructies in de juiste volgorde. Kijk naar de afbeeldingen op de elektroden. Iedereen afstand. Druk op rode knop. Verwijder de andere elektrode van het blauwe plastic. Breng de elektrode aan op de ontblote borst volgens de illustratie. Druk stevig aan. Trek aan de rode hendel om de zak te openen. Start reanimatie.

Verwijder een elektrode van het blauwe plastic. Breng elektrode aan op ontblote borst volgens illustratie. Druk stevig aan. Raak patiĂŤnt niet aan. Verwijder alle kleding van de borst van het slachtoffer.

b. Waarom wisselen de hulpverleners af met het geven van borstcompressies?

46

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen c. Welke opdrachten krijgen de twee omstanders? 1. 2. d. Waarom gaat de eerste hulpverlener niet zelf een AED halen en 112 bellen? Daar heeft ze geen zin in. Reanimatie is het belangrijkste: laat het slachtoffer niet alleen zonder hulp. Ze weet niet wat ze moet zeggen tegen de centralist van 112.

f it e

e. Bij reanimatie en het gebruik van een AED zit je als hulpverlener naast het slachtoffer. Zet op de afbeelding hierna waar je de elektrodes moet plakken.

t h

ir g y p o C

' u d E

c A

UITVOEREN 30. Gelukkig wist Samia waar in De Citadel een AED hing. Ze vertelde een omstander deze te gaan halen bij de fontein in het midden van De Citadel. Omdat elke seconde telt bij een hartstilstand is het belangrijk dat je weet waar een AED hangt. Er zijn hiervoor verschillende apps en websites. BRON Bekijk de Website AED’s in de buurt. a. In welke straat, gebouw of bedrijf bij jou in de buurt ligt de dichtstbijzijnde AED? Vul in: Dichtstbijzijnde AED bij jouw school ligt: Dichtstbijzijnde AED bij jouw huis ligt: Dichtstbijzijnde AED bij een plek waar jij vaak komt in je vrije tijd ligt: Dichtstbijzijnde AED bij de supermarkt waar jij vaak komt ligt:

Werken aan veiligheid en EHBO

47


Deel B Levensreddend handelen b. Hoe ziet het logo van een AED eruit? Maak het hierna na.

' u d E

f it e

c A

31. Werk in tweetallen. Wanneer je borstcompressies geeft bij reanimeren, moet je een tempo aanhouden van 100 tot 120 borstcompressies per minuut. Er zijn liedjes met hetzelfde tempo. Deze kun je in je hoofd houden om de juiste snelheid aan te houden. Een voorbeeld hiervan is ‘Staying alive’ van de Bee Gees. a. Zoek dit liedje op internet op. b. Wat betekent de titel in het Nederlands?

t h

c. Plaats je handen boven op elkaar en doe mee op het ritme van het liedje. Dit doe je op je tafel. d. Wie van jullie twee kan het beste inschatten wat 30 borstcompressies zijn? Je gaat een wedstrijdje doen op de muziek.

ir g y p o C

Leerling 1 is kandidaat. Ga bij je tafel staan. Zodra het liedje start moet je op het ritme 30 borstcompressies op tafel uitvoeren. Als je klaar bent ga je zitten. Leerling 2 telt het aantal borstcompressies dat leerling 1 uitvoert. Doe dit zonder geluid of beweging. Klaar? Wissel van rol.

e. Wie zat het dichtste bij de 30 compressies?

32. Samia vertelt dat ze niet wist dat Khalid een hartstilstand had toen hij op de grond viel. Misschien was hij wel flauwgevallen. Ze heeft daarom eerst zijn bewustzijn gecontroleerd en vervolgens zijn ademhaling. Het kan van levensbelang zijn dat je precies weet wat je moet doen in verschillende situaties. Een stroomschema kan je helpen de handelingen per situatie uit elkaar te houden. a. Vooraan in dit werkboek staat ook een stroomschema. Deze is bedoeld om je te helpen bij het activeren van de licentie. Op welke bladzijde staat dit stroomschema?

BRON

48

b. Jij gaat een stroomschema invullen over de handelingen die je moet uitvoeren bij iemand die stil op de grond ligt. Overleg met je docent of je het stroomschema op een print of digitaal gaat invullen. Of dat je het zelf eerst namaakt en dan invult. Gebruik hierbij Schema Een stil liggend slachtoffer. Of maak zelf het stroomschema na met Stappenplan Werken met Popplet.

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen c. Het stroomschema is niet helemaal ingevuld. Jij gaat het stroomschema kloppend maken: • Vul in het stroomschema de ontbrekende woorden verder in zodat het stroomschema compleet is. • Geef de randen, lijnen en tekst een kleur zodat het voor jou overzichtelijk is. Je kunt ook plaatjes toevoegen. • Bewaar je stroomschema. 33. Werk in drietallen. Wanneer iemand stil op de grond ligt is het niet makkelijk de situatie te beoordelen en de juiste handelingen uit te voeren. Je gaat verschillende situaties oefenen. BRON Je kunt hierbij gebruikmaken van: Stappenplan 79 EHBO: kinlift en stabiele zijligging toepassen Tekstbron 9.6 EHBO: flauwvallen en bewusteloosheid Taak 4 opdracht 14: stappenplan Taak 6 opdracht 32: stroomschema. a. Leerling 1 is het slachtoffer. Bekijk de tabel hierna. Kies uit iedere kolom één onderdeel. Samen vormt dit jouw situatie. Je kunt bijvoorbeeld de combinatie maken bewusteloos maar ademend, je ligt op je zij en je hebt een ernstig ongeluk gehad. Vertel je groepsgenoten niet wat je gekozen hebt. Boots nu de combinatie na. Kies steeds een andere combinatie wanneer jullie wisselen van rol. Lichaam

Houding

Bewusteloos maar ademend Op je rug

t h

Bewusteloos en niet ademend Op je zij Flauwte

ir g y p o C

Op je buik

' u d E

f it e

c A

Omstandigheid Ernstig ongeluk

Geen ernstig ongeluk

Leerling 2 is een omstander die EHBO verleent. Jij ziet een slachtoffer stil liggen. Beoordeel de situatie. Gebruik hierbij het stroomschema van opdracht 32. Verleen vervolgens ook eerste hulp als dat kan. In het geval van een reanimatie hoef je bijvoorbeeld niet echt te handelen. Leerling 3 observeert de omstander die EHBO verleent. Wat valt je op aan zijn handelen? Wat gaat goed en wat kan beter? Maak aantekeningen over de omstander die EHBO verleent in zijn werkboek. Klaar? Wissel van rol. Zorg dat iedereen alle rollen heeft gedaan. Kies steeds een nieuwe combinatie als je leerling 1 bent.

Werken aan veiligheid en EHBO

49


Deel B Levensreddend handelen b. Aantekeningen van de observator bij jouw rol als hulpverlener: Vijf basisregels bij EHBO:

Bewusteloosheid controleren en beoordelen:

Correct uitvoeren van de handelingen en/of stappen:

f it e

Omgang met het slachtoffer:

Nazorg:

' u d E

c A

TERUGKIJKEN 34. In opdracht 33 heb je geoefend met het toepassen van EHBO in verschillende situaties. Bekijk de aantekeningen van een medeleerling over jouw EHBO-vaardigheden. a. Welke punten uit de aantekeningen denk jij dat je nog niet volledig of voldoende kan? 1. 2.

t h

3.

b. Op welke manieren wil je dit gaan verbeteren? een medeleerling observeren filmpjes bekijken van een professional die het voordoet tekstbronnen en stappenplannen nalezen meer oefenen een medeleerling of docent vragen om tips.

ir g y p o C

35. Je moet veel oefenen om te onthouden wat je moet doen bij een bewusteloos persoon. a. Vind je het moeilijk om te onthouden wat je moet doen bij een bewusteloos persoon? Leg je antwoord uit.

b. Vind je het moeilijk om te onthouden wat je moet doen bij een hartstilstand? Leg je antwoord uit.

c. Zou jij een officiĂŤle reanimatiecursus willen volgen? Ja / Nee Zo ja, waar in de buurt kun jij een reanimatiecursus volgen? Zoek eventueel op internet.

50

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen d. Wat vind jij van de stelling ‘In de toekomst moet iedereen leren reanimeren op de middelbare school’? Bedenk een argument vóór deze stelling en een argument tegen. Argument vóór:

Argument tegen:

f it e

36. Heb je alle opdrachten van Taak 6 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 7 Helpen bij oog-, neus- en huidongelukken

c A

In De Citadel staat sinds kort een groot scherm waarop twee virtuele mensen dansen. Klanten van De Citadel kunnen vervolgens met een gratis app meedoen met de dansjes die op het scherm worden voorgedaan. Felix Poorter stelt voor om de dag met een danswedstrijd af te sluiten. Een ander tweetal is nog bezig. Tijdens een beweging raakt de jongen zijn danspartner met zijn elleboog in haar gezicht. Het meisje heeft een bloedneus en haar oog doet pijn. Je assisteert beveiliger Khalid bij eerste hulp. Ook help je Felix met een splinter in zijn hand.

' u d E

VOORBEREIDEN 37. De vijf basisregels van EHBO kun je bij grotere en kleinere ongevallen gebruiken. Hoe kun je in deze situatie de basisregels van EHBO toepassen? Vul het schema hierna in. Geef in kolom 1 de vijf basisregels van EHBO. Geef in kolom 2 aan of de basisregel van toepassing is op de situatie van het dansende meisje dat een elleboog in haar gezicht krijgt. Geef in kolom 3 een voorbeeld van wat je in deze situatie het best kunt doen, zeggen of vragen.

ir g y p o C

t h

1. Vijf basisregels van EHBO

2. Is het van toepassing op het gewonde meisje?

3. Voorbeeld

BRON Lees ‘Bloedneus’, ‘Vuiltje in het oog’ en ‘Splinter’ van Tekstbron 9.5 Handelen bij lichte brandwonden

en andere kleine ongevallen. Maak daarna opdracht 38 tot en met 40.

Werken aan veiligheid en EHBO

51


Deel B Levensreddend handelen 38. Felix is beveiliger Khalid gaan halen. Jij stelt het meisje ondertussen gerust en bekijkt haar gezicht. Ze heeft een bloedneus. a. Een bloedneus komt vaak voor. Heb jij wel eens een bloedneus gehad? Ja / Nee Zo ja, waardoor kwam dit?

b. Welke drie stappen moet je uitvoeren bij een bloedneus?

f it e

1. 2. 3. c. Waar moet je de neus dichtknijpen?

' u d E

c A

d. Als na tien minuten het bloeden is gestopt, moet je niet meer aan je neus zitten. Waarom?

t h

ir g y p o C

39. Khalid komt snel naar het meisje toe. Hij vertelt het meisje dat hij haar oog goed moet nakijken. a. Met je zintuigen kun je van alles ervaren. Welke vijf zintuigen heeft een mens? 1. 2. 3. 4. 5.

b. Zet een X bij de juiste antwoorden. Je moet zuinig zijn op je ogen omdat: je maar twee ogen hebt je anders geen vrienden kunt maken ogen niet makkelijk genezen

52

Werken aan veiligheid en EHBO

ogen noodzakelijk zijn om te kunnen leren je gehoor anders ook achteruit gaat ogen belangrijk zijn voor veiligheid


Deel B Levensreddend handelen c. Door welke delen van je lichaam worden je ogen beschermd? 1. 2. d. Hoe komt een vuiltje in het oog er vaak zelf weer uit?

f it e

e. Welke stappen moet je uitvoeren bij een vuiltje in het oog als het er niet zelf uitkomt? 1. 2. 3. f. Over welk deel van het oog mag je nooit vegen?

' u d E

c A

40. Terwijl jij en Khalid bij het meisje blijven, pakt Felix een stoel voor het meisje. Het is een oude, houten stoel en Felix krijgt een splinter in zijn vinger. a. Heb jij wel eens een splinter gehad? Ja / Nee. Zo ja, wat voor soort splinter? houtsplinter glassplinter metaalsplinter b. Hoe heb jij deze splinter eruit gehaald?

t h

c. Vertel in je eigen woorden hoe je een splinter moet verwijderen.

ir g y p o C

BRON

Je kunt hiervoor de Website Een splinter verwijderen bekijken. d. Wanneer moet je langs de huisarts bij een splinter?

UITVOEREN 41. Werk in tweetallen. Terwijl Khalid naar jullie toe komt met een verbanddoos, help jij het meisje alvast met haar bloedneus. Oefen hoe je een bloedneus moet stoppen. Je kunt hierbij jouw stappen van opdracht 38b gebruiken. Leerling 1 heeft een bloedneus. Je weet niet goed wat je moet doen. Leerling 2 verleent EHBO. Stel het slachtoffer gerust en vertel wat je doet. Klaar? Wissel van rol.

Werken aan veiligheid en EHBO

53


Deel B Levensreddend handelen 42. Het oog van het meisje heeft schade opgelopen doordat ze een elleboog in haar gezicht kreeg. Bekijk de afbeeldingen hierna. Waaraan zou je oogletsel kunnen herkennen?

f it e

c A

43. Er zijn verschillende oorzaken waardoor oogletsel kan ontstaan. Zoek de antwoorden op de vragen hierna eventueel op internet. a. Hierna staan twee rijen. De eerste rij geeft voorbeelden van oorzaken waardoor je oogletsel kan oplopen. In de tweede rij staan voorbeelden van soorten oogletsel. Verbind de oorzaken van oogletsel met het juiste soort oogletsel. Bij het tuinieren krijg je zand in je oog.

Een mug vliegt in je oog bij het fietsen.

t h

Vuurwerk vliegt in je gezicht.

ir g y p o C Zeep komt in je oog.

' u d E

Bijtende stof in het oog

Verbrand oog

Een vuiltje in het oog

Je sprayt haarspray in je oog.

Bij het schoonmaken komt chloor in je oog.

b. Door ultraviolet (uv) licht kan het hoornvlies van je oog beschadigen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer je zonder bescherming gaat lassen of veel in de felle zon bent. Hoe kan een lasser zijn ogen beschermen?

.

Hoe kun je jouw ogen tegen felle zon beschermen?

.

c. Geef zelf nog twee andere voorbeelden waardoor je oogletsel kan oplopen.

54

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel B Levensreddend handelen 44. Werk in tweetallen. Nadat het meisje is geholpen, ga jij de splinter van Felix verwijderen. Je doet dit met een pincet. Er komt een beetje bloed uit het wondje. Om te voorkomen dat bacteriën het wondje ingaan, plak je er wondpleister op. a. Oefen met het plakken van een wondpleister zonder het gaasje of de plakstrip aan te raken. • Plak een wondpleister op de rug van de hand van je medeleerling. • Plak een pleister om het onderste deel van een ringvinger. b. Waarom moet je het pincet na gebruik desinfecteren?

f it e

TERUGKIJKEN 45. In opdracht 41 heb je geoefend met het stoppen van een bloedneus. a. Wat heb jij als hulpverlener tegen het slachtoffer gezegd bij het stoppen van de bloedneus?

c A

b. Het is vaak prettig voor een slachtoffer als de hulpverlener tegen hem praat. Dit geldt bij een bloedneus, maar ook bij andere ongevallen. Waarom is dit prettig?

' u d E

c. Hoe makkelijk is het voor jou om tegen een slachtoffer te praten terwijl je EHBO-handelingen uitvoert? Geef een cijfer over jezelf. Heel moeilijk 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 – 10 Heel makkelijk 46. Heb je alle opdrachten van Taak 7 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

t h

ir g y p o C

Evalueren & Reflecteren

Taak 8 Terugkijken en verder kijken

Je bent in dit deel aan de slag geweest met EHBO verlenen in winkelcentrum De Citadel. Je gaat nu kijken hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken. 47. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 8 en 9 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met Taak 7 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken. 48. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij in dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ te zetten. b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ hebt gezet. Wat moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5.

Werken aan veiligheid en EHBO

55


Deel B Levensreddend handelen c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.

1. Taak

4

5

2. Leerdoel

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

Ik kan: • de werking noemen van hart, longen en de bloedsomloop • bewusteloosheid herkennen • iemand die bewusteloos is op zijn rug draaien • een (dreigende) flauwte herkennen en hierbij hulp verlenen. Ik kan: • een verstoorde ademhaling herkennen • iemand in de stabiele zijligging leggen • hulp verlenen bij een verslikking.

t h

ir g y p o C 6

Ik kan een AED gebruiken.

7

Ik kan: • hulp verlenen bij een bloedneus • oogletsel herkennen • oorzaken van oogletsel noemen • uitleggen waarom je zuinig moet zijn op je ogen • een splinter uit de huid verwijderen.

5. Dit ga ik verbeteren

' u d E

c A

BRON Bekijk de Website Beroepen. Maak daarna opdracht 49.

49. Via het vmbo en een vervolgopleiding kun je op verschillende plekken gaan werken. a. Kies op de website bij ‘Ik wil iets met … match je interesses’ voor drie interesses. Ik heb gekozen voor de interesses:

, en

56

Werken aan veiligheid en EHBO

f it e


Deel B Levensreddend handelen b. Je kunt ook nog filteren op niveau. Kies welk niveau het best bij jou past. Ik kies niveau: Hoeveel beroepen heb je gevonden? Van welk beroep wil je meer te weten komen? c. Bekijk de film en/of lees de tekst over dat beroep. Leg uit of jij dit beroep wel of niet geschikt voor jezelf vindt.

d. Wat vind jij het leukste aan dit beroep?

e. Wat vind jij niet zo leuk aan dit beroep?

t h

ir g y p o C

' u d E

f it e

c A

50. In elk beroep moet je rekening houden met veiligheid. Beantwoord de volgende vragen over het beroep dat je bij opdracht 49b hebt ingevuld. a. Hoe moet je bij dit beroep rekening houden met veiligheid? Denk bijvoorbeeld aan apparaten en noodgevallen. 1. 2.

b. De Nederlandse overheid heeft onderzocht welke gevaren het meeste voorkomen op de werkvloer. Welk gevaar denk jij het vaakst tegen te komen in jouw beroep? Zet hierbij het getal 1. En welke het minste? Zet hierbij het getal 5. Zet ook de getallen 2 tot en met 4 op de juiste plek. uitglijden of struikelen van een trap of helling vallen contact met elektrische apparatuur tegen een object opbotsen agressie van mensen

Werken aan veiligheid en EHBO

57


Deel B Levensreddend handelen BRON Open het Formulier Netwerkoverzicht. Maak daarna opdracht 51.

51. Misschien zit er op dit moment iemand bij jou in de groep die jou kan helpen met het opbouwen van een netwerk. Door een netwerkoverzicht te maken kun je de gegevens van mensen in je netwerk snel terugvinden. Dat is bijvoorbeeld handig als je iemand vragen wilt stellen over zijn beroep. a. Wie loopt er op dit moment stage in een bedrijf waar jouw droomberoep wordt uitgevoerd? Vul de gegevens van deze medeleerling in jouw netwerkoverzicht in. b. Vraag je medeleerling bij welk bedrijf hij stage loopt. Vraag ook wie hem begeleidt. Vul alle gegevens in je netwerkoverzicht in.

f it e

Taak 9 Voorbereiden op de toets

c A

52. Werk in tweetallen. Er zijn verschillende manieren hoe je informatie en vaardigheden kan leren. Een goede manier is anderen de informatie uitleggen. a. Stel dat jij een les moet geven over EHBO aan een andere klas. Maak een digitale presentatie over Taak 4 tot en met Taak 7. Kies zelf welke ondersteuning je gebruikt voor je presentatie, zoals Prezi of PowerPoint. Werk ook met afbeeldingen. b. Presenteer jouw presentatie aan een ander tweetal. c. Vraag aan het andere tweetal een tip en een top voor jouw presentatie. Tip: Top:

t h

' u d E

d. Welke informatie had het andere tweetal wel in de presentatie en miste in jouw presentatie?

ir g y p o C 58

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst

OriĂŤnteren Taak 1 Kennismaken met veiligheid BRON Bekijk de Film EHBO Een bedrijfshulpverlener aan het werk. Maak daarna opdracht 1.

f it e

1. Ongelukken kunnen makkelijk gebeuren. Elk bedrijf is daarom verplicht bedrijfshulpverleners te hebben. In de film zie je een voorbeeld van hoe zij worden ingezet. a. Wat is de afkorting voor een bedrijfshulpverlener?

c A

b. Hoe kun je een bedrijfshulpverlener herkennen wanneer zij moeten optreden?

' u d E

c. De voornaamste taak van een bedrijfshulpverlener is helpen bij noodsituaties. Juist / Onjuist d. Wie belt Ricardo, de omstander, zodra hij de rook ziet?

e. Waardoor kunnen andere werknemers en studenten weten dat ze naar buiten moeten?

t h

f. Wat doen de bedrijfshulpverleners om alle mensen in het gebouw in veiligheid te brengen? 1.

ir g y p o C 2.

g. Welke EHBO-handelingen hebben de bedrijfshulpverleners uitgevoerd? 1. 2. 3.

h. Wat is er fout gegaan toen er brand uitbrak bij het kopieerapparaat?

i. Wat had de meneer wel moeten doen nadat hij de brand zag?

Werken aan veiligheid en EHBO

59


Deel C Veiligheid eerst 2. Zoals je in de film hebt gezien, moet er in grotere organisaties een calamiteitennummer zijn. Bij noodsituaties bel je eerst dit nummer en de bedrijfshulpverleners bellen vervolgens 112. a. Heeft jouw school een calamiteitennummer? Ja / Nee Zo ja, welke nummer is dit? b. Vind jij het belangrijk dat jij het calamiteitennummer weet? Leg je antwoord uit.

f it e

c. Stel je maakt gebruik van een ander groot gebouw, bijvoorbeeld op je werk of in je vrije tijd. Vind jij het belangrijk dat jij dan het calamiteitennummer weet? Leg je antwoord uit.

c A

d. Wie zijn de bedrijfshulpverleners bij jou op school? Geef de namen van de meest bekende bedrijfshulpverleners voor jou.

' u d E

3. Soms zijn er in Nederland noodsituaties die levens- of gezondheidsbedreigend zijn. De Nederlandse overheid kan haar inwoners dan waarschuwen via NL-Alert. Hiervoor moet je jezelf wel eerst aanmelden. BRON Gebruik hierbij de Website NL-Alert. a. Wat zijn voorbeelden van noodsituaties waarbij NL-Alert wordt ingezet? 1.

t h

2. 3.

ir g y p o C

b. Wat staat er in een NL-Alert tekstbericht?

c. Werkt NL-Alert ook wanneer het telefoonnetwerk overbelast is? Ja / Nee d. Ga naar veel gestelde vragen bovenaan de pagina. Hoe kun je weten of jouw telefoon goed is ingesteld voor NL-Alert? 1. 2.

e. Naar welke andere veel gestelde vragen ben jij het meest nieuwsgierig? 1. 2. 3.

f. Zou jij jouw telefoon instellen voor NL-Alert? Leg je antwoord uit.

4. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

60

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst

Taak 2 De leerdoelen bij Deel C Om voor veiligheid te zorgen, moet je: 1. handelingen kunnen uitvoeren volgens veiligheidsrichtlijnen 2. onveilige situaties op de werkvloer kunnen herkennen en bespreekbaar maken 3. mogelijkheden en beperkingen van een klant kunnen herkennen met de daarbij horende risico’s en gevaren 4. een shock kunnen signaleren 5. hulp in kunnen roepen en bereikbaar zijn 6. een ernstige uitwendige bloeding kunnen herkennen en stoppen door druk op de wond uit te oefenen.

t h

' u d E

f it e

c A

5. Onveilige situaties herkennen is belangrijk op je werk, maar ook in je dagelijkse leven. a. Welke vaardigen heb je nodig om onveilige situaties op de werkvloer te herkennen en bespreekbaar te maken?

ir g y p o C 1. 2. 3.

b. Hoe goed ben jij in deze vaardigheden? Heel goed 1 – 2 – 3 – 4 – 5 helemaal niet goed

BRON

6. Risico’s kom je op verschillende plekken tegen. Bekijk de Film RI&E en bhv om de vragen te beantwoorden. a. Hoe zorg jij in het algemeen voor jouw veiligheid? Geef voorbeelden.

b. Welke voorbeelden van gevaren heb jij gezien in de film?

c. Wat staat er in een risico-inventarisatie en -evaluatie, RI&E?

Werken aan veiligheid en EHBO

61


Deel C Veiligheid eerst d. Een bedrijfshulpverlener, bhv’er, geeft hulp wanneer er een ongeval is bij een bedrijf. Welke voorbeelden van ongevallen heb je in de film gezien waarbij een bhv’er helpt?

7. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

f it e

Taak 3 Taken plannen In deze taak ga je de taken van dit deel inplannen.

c A

8. Bekijk Taak 4 tot en met 9. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4. b. Zoek in de taken naar de opdrachten met . Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?

' u d E

c. Overleg met je docent: • op welke momenten jij de antwoorden van de gemaakte opdrachten gaat nakijken • op welke momenten je docent jouw werk zal beoordelen. d. Heb je een taak af? Zet een ✓ in kolom 5. Zet een − als je een taak niet kon doen. Als je Taak 1, 2 en 3 gedaan hebt, kun je deze nu afvinken.

t h

ir g y p o C 1. Taak 2. Onderwerp

62

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

1

Kennismaken met veiligheid

2

De leerdoelen bij Deel C

20

3

Taken plannen

10

4

Veilig werken

100

5

Veiligheidsrichtlijnen toepassen

100

6

Beperkingen van klanten signaleren

100

7

Hulp verlenen bij een actieve bloeding

100

8

Terugkijken en verder kijken

55

9

Voorbereiden op de toets

45

Werken aan veiligheid en EHBO

70

5. Af 6. Paraaf docent


Deel C Veiligheid eerst

Aan de slag

f it e

Als bijbaantje werk jij op zaterdag in De Citadel bij Dierenwinkel Apenstaart. Het is een grote en gezellige dierenwinkel. Je kunt er voeding en materiaal voor dieren kopen, maar ook huisdieren. Veel mensen komen binnen om gewoon te kijken naar de leuke dieren. Jij hebt verschillende taken in de dierenwinkel, zoals de winkel schoonmaken, bestellingen aannemen en controleren, dierenverblijven schoonmaken en klanten helpen. Veiligheid voor de dieren, jouw collega’s, klanten en jezelf is ook een belangrijk onderdeel van jouw werk.

' u d E

c A

In Deel C kijk jij samen met jouw collega Lina naar de veiligheid van de winkel. Jullie onderzoeken veiligheidsrisico’s en maatregelen voor de werknemers en klanten. Ook verleen je eerste hulp bij een ernstige bloeding van Lina. Zij is een van de vier bedrijfshulpverleners in de dierenwinkel.

Taak 4 Veilig werken

t h

Een klant heeft per ongeluk een zak met water en waterplanten laten vallen. Een collega heeft het vocht opgezogen maar heeft de vloer onvoldoende gedroogd. Lina is daardoor uitgegleden. Jij gaat kijken welke onveilige situatie er is geweest. Ook kijk je hoe je deze kunt bespreken met je collega’s. Zo kunnen jullie er gezamenlijk voor zorgen dat de risico’s in de toekomst beperkt blijven.

ir g y p o C

VOORBEREIDEN 9. In De Citadel heb jij een bijbaantje bij Dierenwinkel Apenstaart. a. Wat zijn jouw taken? 1. 2. 3. 4.

b. De veiligheid in de winkel is een belangrijk onderdeel van jouw werk. Voor welke doelgroepen in de dierenwinkel bekijk jij de veiligheid naast je eigen veiligheid? 1. 2. 3. c. Wie ga jij assisteren?

Werken aan veiligheid en EHBO

63


Deel C Veiligheid eerst d. Naast haar werk als dierenverzorger, schoonmaker en verkoper heeft zij nog een functie. Welke?

10. Net als in je vrije tijd kunnen er op je werk ongelukken gebeuren. a. Heb jij een bijbaantje? Ja / Nee Zo ja, waar werk je en wat is jouw functie?

f it e

Zo nee, werk bij de volgende vragen samen met een medeleerling die wel een bijbaantje heeft. b. Heb jij je al eens bezeerd op het werk? Ja / Nee Zo ja, wat gebeurde er?

c. Heb jij meegemaakt dat een collega zich bezeerde? Ja / Nee Zo ja, wat gebeurde er?

d. Hoe let jij op veiligheid tijdens het werk?

t h

ir g y p o C

' u d E

c A

11. Lina is uitgegleden en heeft zich daarbij flink bezeerd. Ze vertelt dat ze niet wist dat de vloer nog nat was. Jij praat met Lina over de onveilige situaties die jij tegenkomt op school. a. Welke onveilige situaties in een theorielokaal kun jij tegenkomen? Beschrijf deze situaties. Denk bijvoorbeeld aan de woorden: stoel, tassen, rennen, tafel, ramen, deur, pesten, bureaustoel. 1. 2. 3.

64

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst b. Welke onveilige situaties kun jij tegenkomen in een praktijklokaal? Beschrijf deze situaties. Denk bijvoorbeeld aan de woorden: banken, gereedschap, laden, vloer, apparatuur, luchtkwaliteit.

c. Welke onveilige situaties kun jij tegenkomen in de gezamenlijke ruimtes van de school, zoals de hal, aula en schoolplein? Beschrijf deze situaties. Denk bijvoorbeeld aan de woorden: vloer, rekken, trappen en versiering.

f it e

c A

d. Welke van deze onveilige situaties denk jij dat het meeste voorkomt?

' u d E

e. Welke onveilige situaties zullen de meest ernstige gevolgen hebben, denk je? Leg je antwoord uit.

t h

BRON Bekijk de Film RI&E. Maak daarna opdracht 12.

12. Om te zorgen voor een gezonde en veilige werkplek zijn alle werkgevers verplicht een RI&E te maken. Ook Dierenwinkel Apenstaart. Een RI&E staat voor risico-inventarisatie en -evaluatie. Lina vertelt dat een RI&E ingaat op de gevaren voor de veiligheid, gezondheid en het welzijn van werknemers. a. Vul de ontbrekende woorden in na het bekijken van de film.

ir g y p o C Werk brengt altijd

met zich mee.

Voorbeelden van risico’s zijn werken met gevaarlijke

, werken met , confrontatie met agressie en

en beeldschermwerk of .

Als iemand ziek wordt, is dit vervelend voor de persoon die zit en ook voor het bedrijf waar de werkdruk In een gezond bedrijf zijn werknemers

. en

. b. Welke stappen horen bij een RI&E? 1. 2. 3.

Werken aan veiligheid en EHBO

65


Deel C Veiligheid eerst c. Hoe beoordeel je welke risico’s het meest belangrijk zijn? 1. 2. d. Wat moet er in een plan van aanpak staan? 1. 2.

f it e

3. 4. e. Wat moet je doen nadat je een plan van aanpak hebt gemaakt?

' u d E

c A

13. Jij wilt erachter komen wat de oorzaak van het ongeval van Lina was. Daarvoor ga je een gesprek voeren met Lina en de schoonmaker. BRON Gebruik hierbij Tekstbron 9.10 Een gesprek voeren. a. Wat voor soorten vragen kun je stellen? 1. 2.

t h

b. Wat ga je doen nadat je actief geluisterd hebt?

ir g y p o C c. Hoe doe je dit?

d. Hoe kom je achter onduidelijke en vage delen in het verhaal?

66

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst UITVOEREN 14. Werk in drietallen. Je gaat een gesprek voeren met Lina en de schoonmaker. Je gaat vragen wat er aan de hand was en samen kijken naar een toekomstige oplossing. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 6 Een rollenspel gebruiken. Leerling 1 is Lina. Je bent overstuur en je hebt geen natte vloer gezien. Leerling 2 is de schoonmaker. Jij hebt het water opgezogen maar de grond daarna blijkbaar niet goed genoeg gedroogd. Je denkt niet dat je iets verkeerd hebt gedaan. Leerling 3 is de gespreksleider. Je past de LSD-techniek toe om het verhaal helder te krijgen. Bespreek aan het eind van het gesprek met Lina en de schoonmaker twee van de volgende maatregelen die de schoonmaker had moeten toepassen: • een waarschuwingsbord plaatsen • afzettingslint plaatsen • iemand vragen het werk te controleren • erbij blijven staan tot de vloer is opgedroogd en persoonlijk waarschuwen. Klaar? Wissel van rol.

' u d E

f it e

c A

15. Elk bedrijf moet minimaal één keer per jaar een RI&E en een plan van aanpak maken. Bij Dierenwinkel Apenstaart zijn deze elf maanden geleden gemaakt. Dus besluiten Lina en jij dat dit bedrijfsongeval een goede aanleiding is om een nieuwe RI&E en plan van aanpak te maken. a. Als eerste zoek naar je onveilige situaties in Dierenwinkel Apenstaart. Bekijk de afbeelding hierna. Welke vier onveilige situaties herken jij in de afbeelding? Een werknemer loopt over een natte vloer zonder waarschuwingsbord. Een werknemer werkt op een scheve trapladder. Een werknemer werkt met een elektrisch apparaat waarvan de kabel bloot ligt. Een werknemer plaatst een doos niet goed op te hoge planken waardoor deze op een werknemer dreigt te vallen. Een werknemer maakt een dierenverblijf schoon zonder veiligheidshandschoenen. Een werknemer draagt zware dozen. Een werknemer wordt bedreigd door een schreeuwende klant.

t h

ir g y p o C

b. Als tweede evalueer je de onveilige situaties. - Welke van deze onveilige situaties zal het vaakst voorkomen?

Werken aan veiligheid en EHBO

67


Deel C Veiligheid eerst - Welke van deze onveilige situaties denk jij dat de meest ernstige gevolgen heeft? Leg je antwoord uit.

- Sommige situaties zullen misschien minder vaak voorkomen, maar de gevolgen kunnen des te groter zijn. Bedenk hoe vaak een situatie zal voorkomen in combinatie met de ernst van het gevolg. Welke situatie heeft dan het grootste risico, denk je? Zet ze in volgorde van het grootste risico naar het kleinste risico.

f it e

1. 2. 3. 4.

c A

c. Je hebt nu een RI&E gemaakt. De volgende stap is een plan van aanpak om de risico’s zo klein mogelijk te maken. Geef per risico aan welke maatregelen nodig zijn. 1. 2. 3. 4.

t h

' u d E

TERUGKIJKEN 16. In opdracht 14 heb je geoefend met communiceren tijdens een gepland gesprek. a. Welke onderdeel van de LSD-techniek vond jij het moeilijkste?

ir g y p o C

b. Vraag aan een medeleerling uit je groepje een tip om dit te verbeteren.

c. Waarom is communiceren belangrijk bij EHBO? 1. 2.

17. Je hebt je verdiept in een RI&E. a. Vind jij het moeilijk om gevaren te herkennen? Ja / Nee b. Vind jij het moeilijk om maatregelen te bedenken om onveilige situaties en risico’s te voorkomen? Ja / Nee c. Waarom is je werk laten controleren een goede manier om onveilige situaties en risico’s te voorkomen?

68

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst d. Vind jij het fijn als collega’s jou controleren? Leg je antwoord uit.

18. Heb je alle opdrachten van Taak 4 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

f it e

Taak 5 Veiligheidsrichtlijnen toepassen

Tijdens jouw werkzaamheden in Dierenwinkel Apenstaart merk je dat twee jongens onvriendelijk staan te duwen en te trekken aan elkaar. In de veiligheidsrichtlijnen van zowel de dierenwinkel als De Citadel staat dat je de beveiliging moet inschakelen. Khalid is als eerste bij de jongens en spreekt ze aan.

c A

VOORBEREIDEN 19. Veiligheid is belangrijk. Regels over veiligheid kunnen gaan over fysieke veiligheid en sociaal-emotionele veiligheid. a. Fysieke veiligheid gaat puur over de veiligheid van het lichaam. Geef een voorbeeld van fysieke veiligheid.

' u d E

b. Sociaal-emotionele veiligheid gaat om communicatie en dat mensen prettig met elkaar omgaan. Geef een voorbeeld van sociaal-emotionele veiligheid.

t h

c. EHBO is nodig bij fysieke / sociaal-emotionele onveiligheid. d. Welke regels heeft jouw docent om voor fysieke veiligheid in de klas te zorgen?

ir g y p o C 1. 2.

3. 4.

e. Wat vind jij van deze regels? Leg je antwoord uit.

f. Welke regels heeft jouw docent om voor sociaal-emotionele veiligheid in de klas te zorgen? 1.

3.

2.

4.

g. Wat vind jij van deze regels? Leg je antwoord uit.

h. Bij de twee jongens in De Citadel gaat het om fysieke / sociaal-emotionele onveiligheid.

Werken aan veiligheid en EHBO

69


Deel C Veiligheid eerst i. Wanneer het bij de twee jongens gaat om schelden en bedreigen, spreek je van fysieke / sociaal-emotionele onveiligheid.

f it e

c A

20. Om voor veiligheid te kunnen zorgen, zijn er op veel plekken veiligheidsrichtlijnen. Deze zijn er ook in De Citadel en in Dierenwinkel Apenstaart. Veiligheidsrichtlijnen gaan over fysieke veiligheid. a. Bekijk het woord ‘veiligheidsrichtlijnen’. Hoeveel losse woorden herken jij hierin?

' u d E

b. Wat betekent het woord richtlijn? Zoek op internet.

t h

c. Jij zag twee jongens onvriendelijk duwen en trekken aan elkaar. Wat zal er in de veiligheidsrichtlijnen staan waarom jij in deze situatie de beveiliging moet bellen?

BRON

ir g y p o C

21. Khalid vertelt dat de bouwmarkt in De Citadel veel werkt aan veiligheid en veiligheidsrichtlijnen. Bekijk de Film Veilig werken om de vragen te beantwoorden. a. Wie denkt er na over veiligheid op de werkvloer? Leidinggevende / Werknemers / Beide b. Veiligheidsrichtlijnen staan op papier. In de film zie je voorbeelden van de uitvoering hiervan. Welke? 1.

4.

2.

5.

3.

6.

c. Wat is de titel van de grote poster bij de zaagmachine?

d. Waarom hangt deze poster hier?

70

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst e. Wat zijn de kleuren van de verschillende pictogrammen in de film? 1. 2. 3. f. Waarom worden vaak veiligheidspictogrammen gebruikt in plaats van woorden?

f it e

g. De blauw met witte pictogrammen op de poster zijn gebodstekens. Wat betekent het woord ‘gebod’?

c A

UITVOEREN 22. De Citadel en Dierenwinkel Apenstaart hebben voor werknemers de volgende veiligheidsrichtlijnen:

t h

ir g y p o C

' u d E

a. Lees de tekst over Lina die ’s morgens als eerste op haar werk komt. Lina komt ’s morgens De Citadel binnen en opent de deur van Dierenwinkel Apenstaart. Als eerste zet ze het alarm uit. Daarna doet ze het licht aan, gaat naar alle dieren toe, knuffelt ze en doet vervolgens haar spullen in haar kluisje. Lina wisselt haar kleding en schoenen voor een dichte werkjas en dichte platte schoenen. Hierna gaat ze de hokken van de dieren schoonmaken. Voor de bovenste hokken heeft ze een ladder nodig en plaatst ze een bord met ‘pas op, nat!’. Ze merkt dat ze haar sieraden nog om heeft bij het aantrekken van de rubber handschoenen. Lina stopt haar sieraden in haar broekzak. Na het schoonmaken van de hokken maakt ze alle spullen schoon en ruimt deze weer op. Met een ‘goedemorgen’ verwelkomt Lina haar collega die binnenkomt. Haar collega attendeert Lina op haar losse haar. Samen bespreken ze de brand- en ontruimingsoefening van gisteren. Lina geeft een compliment aan haar collega over het goed opvolgen van haar advies als bhv’er.

Werken aan veiligheid en EHBO

71


Deel C Veiligheid eerst b. Welke woorden in de tekst hebben te maken met het handelen volgens de veiligheidsrichtlijnen? Markeer de woorden: • groen als de veiligheidsrichtlijnen goed worden opgevolgd • rood als de veiligheidsrichtlijnen niet correct worden opgevolgd. c. Leg uit waarom je sommige woorden een rode kleur hebt gegeven. 1. 2.

f it e

3. 4. 5.

t h

' u d E

c A

23. Scholen hebben ook veiligheidsrichtlijnen. Werknemers horen die op te volgen. a. Hierna staan voorbeelden van veiligheidsrichtlijnen voor een school. Controleer of jouw school handelt volgens deze voorbeelden. Vul kolom 2 in met ‘ja’ of ‘nee’. b. Geef jouw school advies over veiligheidsrichtlijnen waaraan de school niet voldoet. Gebruik in kolom 3 de woorden: herplaatsen – vervangen – checklist nalopen – bevestigen – weggooien – informeren – aanschaffen – herinrichten – repareren.

ir g y p o C 1. Veiligheidsrichtlijnen

1. Looppaden zijn minstens 60 cm breed. 2. Tafels en stoelen zijn onbeschadigd en stabiel. 3. Kasten, stellingen zijn stabiel en/of verankerd.

4. Op school is ten minste één goed goedgevulde verbandtrommel. Mag ook buiten het klaslokaal.

72

Werken aan veiligheid en EHBO

2. Voldoet aan eisen?

3. Advies


Deel C Veiligheid eerst 1. Veiligheidsrichtlijnen

2. Voldoet aan eisen?

3. Advies

5. Verbrandtrommel wordt regelmatig gecontroleerd. 6. Blusmiddelen zijn direct bereikbaar en de plek is aangeduid met een pictogram. Mag ook buiten het klaslokaal. 7. Elektrische apparaten worden jaarlijks gecontroleerd. 8. Wandcontactdozen, stekkers, verdeeldozen en snoeren zijn onbeschadigd en voldoende afgeschermd. 9. Er liggen geen losse snoeren op de vloer op looproutes.

ir g y p o C

t h

' u d E

f it e

c A

TERUGKIJKEN 24. In opdracht 22 heb je gezien hoe Lina handelt volgens de veiligheidsrichtlijnen. a. Zou jij het moeilijk vinden om volgens de veiligheidsrichtlijnen van Dierenwinkel Apenstaart te werken? Leg je antwoord uit.

b. Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat je de veiligheidsrichtlijnen beter toepast?

25. Jouw school heeft verschillende regels om te zorgen voor fysieke en sociaal-emotionele veiligheid van leerlingen en personeel. Welke onveilige situaties zijn er bij jou op school waarvoor nog geen regel is? Bedenk hiervoor een regel. Sociaal-emotionele veiligheid:

Fysieke veiligheid:

Werken aan veiligheid en EHBO

73


Deel C Veiligheid eerst 26. Heb je alle opdrachten van Taak 5 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 6 Beperkingen van klanten signaleren Het is druk in De Citadel en Dierenwinkel Apenstaart. Je probeert klanten zo veel mogelijk van dienst te zijn. Maar dan gaat het brandalarm af in de dierenwinkel. Lina roept dat iedereen het gebouw moet verlaten via de nooduitgangen. Jij helpt Lina bij de ontruiming.

f it e

VOORBEREIDEN 27. Een paar maanden geleden is in De Citadel een brandoefening gehouden. Door zo’n oefening zie je waar het nog niet helemaal goed gaat. Ook laat je de deelnemers weer nadenken over wat je moet doen in zo’n situatie. Bij jou op school doen ze dat ook. Kijk eens rond in jouw lokaal. a. Zijn er noodknoppen? Ja / Nee Zo ja, waar zitten ze? b. Hoe zien de noodknoppen eruit?

' u d E

c. Welke deuren in het lokaal noem je brandwerende deuren?

t h

d. Wat moet je doen met deze deuren?

e. Welke deuren in het lokaal noem je vluchtdeuren of nooduitgangen?

ir g y p o C f. Waar vind je blusmateriaal?

g. Welke regels heeft de school over het gebruik van de brandblusser?

h. Wat betekenen de pictogrammen hierna? Zoek op internet.

74

Werken aan veiligheid en EHBO

c A


Deel C Veiligheid eerst

f it e

28. In de dierenwinkel zijn verschillende klanten aanwezig. Soms heb je te maken met klanten die beperkt zijn in hun mobiliteit. Op deze mensen moet je extra letten. Mensen met een lichamelijke beperking hebben vaak een hulpmiddel waardoor ze zo veel mogelijk toch zelfredzaam zijn. a. Waarom moet je extra letten op mensen met een beperking?

' u d E

c A

b. Een klant met een kinderwagen heeft geen beperking maar is wel beperkt door de kinderenwagen. Wat is hierbij de beperking als het brandalarm in de dierenwinkel afgaat?

ir g y p o C

t h

c. Welke van de volgende mensen met een beperking gebruiken een hulpmiddel? klant met een gehoorapparaat klant heeft een lengte van 1,20 meter klant gebruikt een wandelstok klant heeft het syndroom van Down klant is acht maanden zwanger klant zit in een rolstoel klant draagt een mitella

klant heeft een prothese een peuter van twee jaar klant is 75 jaar oud klant gebruikt een rollator klant zit in een scootmobiel klant loopt heel schuifelend klant heeft een blindengeleidehond

Werken aan veiligheid en EHBO

75


Deel C Veiligheid eerst d. Maak een overzicht met de beperkingen en mogelijkheden van klanten zoals in het voorbeeld hierna. Gebruik de situatie van het brandalarm dat afgaat. • Maak een tabel met vier kolommen en 15 rijen. • Zet in de eerste rij dezelfde titels als in het voorbeeld hierna. • Zet in de eerste kolom alle klanten van vraag c onder elkaar. • Vul de tabel verder in zoals in het voorbeeld. • Bewaar je tabel.

f it e

Klant

Waarom is dit een beperking?

Geef een voorbeeld Geef een voorbeeld wat de klant wat de klant nog wel moeilijk of niet meer goed kan. kan.

Klant met een gehoorapparaat

Hij hoort het gevaar of de maatregelen niet.

Horen dat een alarm afgaat

t h

ir g y p o C

Hij kan de nooduitgang bordjes volgen.

' u d E

c A

29. Werk in tweetallen. Een van de klanten in de dierenwinkel is slecht ter been en loopt met een rollator. Bij de ontruiming merkt Lina dat de man gevallen is en niet meer goed kan lopen. Ze besluit de Rautekgreep toe te passen om de man te verplaatsen naar de nooduitgang. BRON Bekijk de Film Rautekgreep. Beschrijf de stappen van de Rautekgreep. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

76

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst UITVOEREN 30. Werk in tweetallen. De man die niet meer goed kan lopen, moet geholpen worden het gebouw te verlaten. a. Oefen de Rautekgreep. Zorgt eerst dat er voldoende ruimte is. Leerling 1 is de man die gevallen is. Ga op de grond liggen. Leerling 2 is Lina. Pas de Rautekgreep toe en versleep je medeleerling drie meter. Klaar? Wissel van rol.

f it e

b. Als iemand zit, kun je ook de Rautekgreep toepassen. Kijk naar je antwoord van opdracht 29. Welke stappen sla je dan over?

c. De Rautekgreep kun je ook gebruiken als iemand staat en dreigt flauw te vallen. Je kunt hem dan vanuit een staande positie langzaam naar de grond toe brengen. Om dit te doen sla je dezelfde stappen over als bij een slachtoffer dat zit. Oefen hoe je iemand die dreigt flauw te vallen voorzichtig naar de grond brengt met de Rautekgreep. Klaar? Wissel van rol. d. De

' u d E

c A

basisregel van de vijf basisregels van EHBO zegt dat

je een slachtoffer moet helpen op de plek waar hij ligt. Als de omstandigheden te onveilig zijn, mag je het slachtoffer toch verplaatsen en bij voorkeur met de Rautekgreep.

31. Terwijl jij klanten helpt naar de uitgang zie jij dat Lina druk bezig is in haar rol als bedrijfshulpverlener. Lina staat op een centrale plek te communiceren met hulpdiensten. Ze overlegt bijvoorbeeld met de brandweer over de evacuatie van de dieren in de dierenwinkel. a. Om goede hulp te kunnen verlenen is het belangrijk dat je weet wanneer je welke hulpdienst moet inschakelen. Welke hulpdienst heb je nodig bij de volgende ongevallen? • Bij ernstige tweede- en derdegraads brandwonden bel je 112 / de huisartsenpost. • Bij een bewusteloos slachtoffer bel je 112 / de huisartsenpost. • Bij een kleine schaafwond bel ik de huisartsenpost / verzorg ik de wond zelf. b. Er zijn verschillende manieren om hulp in te schakelen en bereikbaar te zijn voor collega’s en hulpdiensten bij een ongeval. Voorbeelden hiervan zijn: • centraal gaan staan • hesje dragen • telefoon of portofoon bij je hebben • calamiteitennummer en telefoonnummers van belangrijke collega’s bij de hand hebben • weten wie je voor welk probleem, gevaar of situatie moet bereiken • weten waar brandblussers en EHBO-dozen liggen en nooduitgangen zijn • pictogrammen kennen. Je gaat een collage maken over hulp inschakelen en bereikbaar zijn in het geval van een ongeval of noodsituatie. Overleg met je docent of je de collage digitaal of op papier gaat maken. Ik ga de collage digitaal / op papier maken. c. Maak de collage. BRON Je kunt hierbij de volgende stappenplannen gebruiken: 7 Een collage of moodboard maken Werken met Lino. d. Bewaar de collage.

ir g y p o C

t h

Werken aan veiligheid en EHBO

77


Deel C Veiligheid eerst TERUGKIJKEN 32. In opdracht 30 heb je geoefend met de noodvervoersgreep van Rautek. a. Vond je het zwaar om iemand die ligt te vervoeren met deze greep? Ja / Nee b. Bij het omhoog tillen van het slachtoffer heb ik vanuit mijn rug / benen getild. c. Waarom is het beter om vanuit je benen te tillen?

d. Vond je het zwaar om iemand die staat naar de grond te brengen met deze greep? Ja / Nee

f it e

33. Heb je alle opdrachten van Taak 6 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 7 Hulp verlenen bij een actieve bloeding

c A

Bij de ontruiming komt Lina als een van de laatste personen het gebouw uit. Ze hinkt naar buiten en jij schiet haar direct te hulp. Ze heeft haar been flink opengehaald aan een omgevallen winkelrek toen ze een klant hielp. Lina’s been bloed hevig. Je verleent snel eerste hulp.

' u d E

VOORBEREIDEN 34. Wanneer er veel bloed uit een wond blijft stromen, heet dit een actieve bloeding. a. Wat voor een soort wond heeft Lina? Kijk eventueel bij opdracht 27 in deel A. uitwendige wond uitwendige open wond inwendige wond b. Wat is het gevaar als je niet snel handelt bij de actieve bloeding van Lina?

t h

ir g y p o C

35. Er zijn verschillende soorten verband om uitwendige wonden mee te verbinden. Om goede EHBO te kunnen verlenen is het belangrijk dat je weet welk verband je moet gebruiken. BRON Bekijk de volgende stappenplannen: 76 EHBO: een dekverband aanleggen 78 EHBO: een snelverband aanleggen 80 EHBO: een wonddrukverband aanleggen.

78

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst a. Vul het schema hierna in. Meerdere verbandsoorten kunnen goed zijn. Dekverband Snelverband Wonddrukverband 1. Dit verband gebruik je om kleine verwondingen af te dekken.

f it e

2. Dit verband gebruik je om snel een ernstig bloedende wond te verbinden. 3. Dit verband leg je aan over een ander verband en zorgt voor extra druk op de wond. 4. Bij het aanleggen van dit verband moet je handschoenen dragen. 5. Voordat je het verband aanlegt moet je de wond schoonmaken met water of anders ontsmettingsmiddel rondom de wond.

t h

6. Bij dit verband gebruik je synthetische watten.

ir g y p o C

' u d E

c A

b. Als je goed kijkt naar de naam van de verschillende soorten verbanden, dan kun je hieruit het gebruik van het verband aflezen. Waarvoor gebruik je: Dekverband:

Snelverband:

Wonddrukverband:

c. Voor Lina’s actieve bloeding is onvoldoende helpt ook

verband nodig en als dit verband.

36. Als Lina veel bloed verliest, kan zij in shock raken. Er zijn in de volksmond twee verschillende soorten shocks. Welke ken jij? psychische shock (acute stressstoornis): wanneer iemand iets ernstigs heeft meegemaakt en daardoor niet helder kan denken shock: de bloeddruk in de bloedvaten is te laag, de belangrijkste lichaamsfuncties kunnen daardoor niet meer blijven functioneren.

Werken aan veiligheid en EHBO

79


Deel C Veiligheid eerst BRON Bekijk de Website Een shock herkennen. Maak daarna opdracht 37 en 38.

37. Wanneer je EHBO verleent bij iemand met een ernstig letsel, zoals Lina, dan moet je beide soorten shocks in gedachten houden. De meest levensbedreigende vorm is de shock waarbij de lichaamsfuncties niet meer goed kunnen functioneren. Wanneer je een shock vermoedt, moet je direct 112 bellen. a. Lees op de website over de shockcirkel. Wat is het doel van het lichaam om in shock te raken?

f it e

b. Welke organen krijgen het langste bloed en zuurstof wanneer iemand in shock is? 1. 2. 3.

c A

c. Wat gebeurt er als ook deze organen onvoldoende bloed en zuurstof krijgen?

d. Vul de shockcirkel hierna in

t h

ir g y p o C 80

Werken aan veiligheid en EHBO

' u d E


Deel C Veiligheid eerst 38. Als je merkt dat Lina in shock raakt moet je dit zo snel mogelijk melden bij 112. Zo vergroot je de kans dat Lina de juiste zorg krijgt en in leven blijft. a. Een shock kun je goed herkennen als je de symptomen weet. Vul de puzzel in.

' u d E

f it e

c A

1. Een ander woord voor ‘bang’. 2. Als je spieren slap zijn. 3. Wanneer de huid vochtig en een beetje plakkerig is. 4. De reden waarom je wilt drinken. 5. Als je niet meer op alles reageert, is er sprake van een … bewustzijn. 6. Wanneer het hart onvoldoende zuurstof krijgt, heb je pijn op dit lichaamsdeel. 7. Dit doe je als je moe bent en wanneer er te weinig zuurstof naar je hersenen gaat. 8. Als je niet meer reageert op vragen of aanraking. 9. Wanneer je wangen een beetje naar binnen vallen, heb je een … gezicht. 10. Als je het gevoel hebt dat je moet overgeven. 11. Een ander woord voor hoogrood.

t h

ir g y p o C

b. Welk woord staat er in het midden van de puzzel, van boven naar beneden?

c. Wat heeft dit woord met een slachtoffer in shock te maken?

UITVOEREN 39. Werk in tweetallen. Lina heeft direct EHBO nodig voor haar gewonde been. Jij zegt een omstander snel een verbanddoos te halen en 112 te bellen. Jij verleent EHBO. BRON Je kunt hierbij de volgende stappenplannen gebruiken: 79 EHBO: een snelverband aanleggen 80 EHBO: een wonddrukverband aanleggen. Leerling 1 is de gewonde Lina. Je bent slapjes maar ook angstig. Leerling 2 ben jijzelf. Je verleent eerste hulp bij Lina: je legt een snelverband aan en een wonddrukverband omdat de wond ernstig bloedt. Klaar? Wissel van rol.

Werken aan veiligheid en EHBO

81


Deel C Veiligheid eerst 40. Terwijl je Lina verbindt let je op de symptomen van een shock. Geef in de afbeelding hierna minimaal zeven symptomen aan van een shock. Je kunt kleuren, pijlen, woorden en afbeeldingen gebruiken.

t h

' u d E

f it e

c A

41. Je merkt dat Lina bleek begint te worden, ze geeuwt en is zweterig. Ze vertelt dat ze misselijk is en pijn op haar borst heeft. Je vermoedt een shock. Wat doe je? Ik zorg ervoor dat huisartsenpost / 112 / een omstander mijn vermoeden van shock weet.

ir g y p o C

TERUGKIJKEN 42. In opdracht 39 heb je een ernstige uitwendige wond verzorgd. a. Vind jij dat je het slachtoffer netjes verbonden hebt? Ja / Nee / Een beetje b. Welke materialen uit de verbanddoos moet je aanvullen?

c. Stel je hebt geen verbanddoos in de buurt en iemand heeft een actieve bloeding. Wat kun je dan doen bij het verlenen van EHBO?

43. Heb je alle opdrachten van Taak 7 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

82

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst

Evalueren & Reflecteren Taak 8 Terugkijken en verder kijken Je bent in dit deel aan de slag geweest met de veiligheid in winkelcentrum De Citadel en Dierenwinkel Apenstaart. Je gaat nu kijken hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken.

f it e

44. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 8 en 9 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met Taak 7 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken.

c A

45. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij in dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ te zetten. b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ hebt gezet. Wat moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5. c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.

1. Taak

t h

2. Leerdoel

ir g y p o C 4

Ik kan: • onveilige situaties op de werkvloer herkennen en bespreekbaar maken • een RI&E maken.

5

Ik kan: • handelingen uitvoeren volgens veiligheidsrichtlijnen • de Rautekgreep toepassen.

6

Ik kan: • mogelijkheden en beperkingen van een klant signaleren en de daarbij horende risico’s en gevaren herkennen • hulp inroepen en bereikbaar zijn.

' u d E

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

5. Dit ga ik verbeteren

Werken aan veiligheid en EHBO

83


Deel C Veiligheid eerst 1. Taak

7

2. Leerdoel

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

5. Dit ga ik verbeteren

Ik kan: • een ernstige uitwendige bloeding herkennen en stoppen door druk op de wond uit te oefenen • een shock signaleren.

BRON Bekijk de Website Bedrijfshulpverlening. Maak daarna opdracht 46.

46. In dit deel heb je meerdere malen gelezen over bedrijfshulpverlening. a. Wat is de taak van een bedrijfshulpverlener?

' u d E

b. Geef voorbeelden van wat bedrijfshulpverleners doen. 1. 2. 3.

t h

f it e

c A

c. Waarom is het belangrijk dat bedrijfshulpverleners verspreid over de locatie werken?

ir g y p o C

d. Elk bedrijf met werknemers is verplicht te zorgen voor goede hulpverlening. Wat vind jij hiervan? Ik vind dit goed / niet goed omdat

e. Een bedrijfshulpverlener krijgt een training waarin hij kennis en vaardigheden leert. Welke van de volgende vaardigheden vind jij het belangrijkste voor een bedrijfshulpverlener? Nummer de vaardigheden van meest belangrijk naar minder belangrijk. rustig blijven

duidelijk kunnen communiceren lichaamstaal van slachtoffers of werknemers in paniek begrijpen gestructureerd werken samenwerken met andere bedrijfshulpverleners samenwerken met hulpdiensten

84

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel C Veiligheid eerst f. Risico’s komen in elk beroep voor. Kijk naar het beroep dat je in opdracht 49 bij Deel B hebt gekozen. Hoe kunnen werknemers in dit beroep deze ongelukken of gevaren voorkomen? 1. 2. 3. g. Zou jij bedrijfshulpverlener willen zijn in het bedrijf waar jij werkt?

f it e

BRON Open het Formulier Netwerkoverzicht. Maak daarna opdracht 47.

47. Zoek in jouw omgeving iemand met jouw droomberoep. Vraag bijvoorbeeld aan je familie, vrienden of op school of zij iemand kennen met dit beroep. Dan kun je aan die persoon vragen stellen of kun je misschien eens een dag op zijn werkplek meelopen. Vul de gegevens van deze persoon in je netwerkoverzicht in.

t h

ir g y p o C

' u d E

c A

Taak 9 Voorbereiden op de toets

In deze taak ga je je voorbereiden op de toets.

48. In deel C ben je verschillende voorbeelden tegengekomen van veiligheidsmaatregelen. Ze verminderen de kans op ongelukken. BRON Speel het Spel Safety Heroes. a. Kies of je het spel online speelt of op je tablet. b. Kies een sector die jou het meest aanspreekt en speel het spel. c. Wat is het hoogste level dat je hebt bereikt? d. Wat is jouw highscore?

e. Welke gevaarlijke situaties ben je in het spel tegengekomen?

f. Welke maatregelen heb je in het spel gezien die de werknemers beschermden tegen gevaren?

Werken aan veiligheid en EHBO

85


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren

Oriënteren Taak 1 Kennismaken met een EHBO-oefendag BRON Bekijk de Film EHBO-oefening met Lotus. Maak daarna opdracht 1.

f it e

1. Vaak wordt bij EHBO geoefend met lotusslachtoffers. Dit zijn mensen die zijn getraind om een slachtoffer te spelen en wonden na te maken. a. Waarom wordt de EHBO-oefening gehouden in de film?

b. Welke problemen hebben de slachtoffers? 1. 2. 3. 4.

t h

5. 6.

ir g y p o C

' u d E

c A

c. Wat was de reden dat de organisator een EHBO-cursus heeft gevolgd?

2. Na een EHBO-cursus heb je een goede basiskennis over wat je moet doen bij een noodgeval of ongeluk. Maar ook al heb je geen EHBO-cursus gevolgd, dan kun je nog steeds helpen. BRON Bekijk de Website Verplicht eerste hulp verlenen om de vragen te beantwoorden. a. Ben je verplicht om eerste hulp te verlenen bij een ongeluk of noodgeval? Ja / Nee b. Leg uit wat ‘hulp bieden naar vermogen’ betekent?

86

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren c. Wat is het minste wat je kunt doen om te helpen?

d. Vergeleken met andere landen in Europa hebben weinig mensen in Nederland een EHBO-cursus gevolgd. Dat komt doordat in sommige landen een EHBO-cursus bijvoorbeeld verplicht is voor nieuwe ouders of automobilisten. Vind jij dat een EHBO-cursus in Nederland verplicht moet worden voor alle middelbare scholieren? Leg je antwoord uit.

f it e

3. Er zijn verschillende apps ontwikkeld om mensen te helpen bij het verlenen van EHBO. Dat komt goed van pas aangezien niet iedereen in Nederland een EHBO-cursus heeft gevolgd. a. Zoek op internet vijf apps over EHBO. b. Maak een tabel waarin je voor elke app de volgende vragen beantwoordt: • Welke informatie geeft de app? • Hoe gebruik je de app? • Welk cijfer geef jij de app? c. Bewaar je tabel.

' u d E

d. Welke app vind jij het beste? Leg je antwoord uit.

c A

4. In dit deel ga je een EHBO-oefendag voor verschillende doelgroepen organiseren. Geef zo veel mogelijk doelgroepen waarvoor een EHBO-oefendag nuttig zou kunnen zijn. Gebruik daarbij geen leeftijdsgroepen, maar doelgroepen zoals organisaties of groepen mensen die iets met elkaar gemeen hebben.

t h

ir g y p o C

5. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 2 De leerdoelen bij Deel D

Als je een EHBO-oefendag gaat organiseren, moet je: 1. de vijf basisregels van EHBO kunnen uitleggen aan deelnemers 2. minimaal vier EHBO-vaardigheden kunnen demonstreren 3. de benodigde EHBO-materialen voor verschillende letsels kunnen benoemen 4. slachtoffers in een bepaalde situatie en met bepaalde symptomen kunnen nabootsen 5. deelnemers kunnen begeleiden bij het zelf oefenen met EHBO-vaardigheden 6. de mogelijkheden en beperkingen van deelnemers kunnen signaleren en eventueel extra ondersteuning kunnen bieden 7. de deelnemers feedback kunnen geven 8. kunnen zorgdragen voor de fysieke veiligheid van de deelnemers.

Werken aan veiligheid en EHBO

87


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren 6. Sommige deelnemers kunnen een lichamelijke beperking hebben waardoor ze extra hulp nodig hebben op de EHBO-oefendag. a. Een voorbeeld hiervan is iemand met zijn pols in het gips. Hoe zou je deze deelnemer kunnen ondersteunen bij het oefenen van de EHBO-vaardigheden?

b. Geef nog een voorbeeld van hoe een deelnemer lichamelijk beperkt kan zijn.

f it e

c. Hoe zou je deze deelnemer kunnen ondersteunen op de EHBO-oefendag? En bij EHBO–oefeningen?

t h

7. Je kunt op verschillende manieren leren. a. Wat vind jij een fijne manier van leren?

ir g y p o C

kijken naar iemand die het voordoet zelfstandig lezen luisteren naar uitleg samenwerken een samenvatting maken

' u d E

c A

zelf oefenen zelf informatie opzoeken iemand anders iets uitleggen discussiĂŤren naar een film kijken

b. Denk terug aan de laatste keer dat jij een presentatie hebt gegeven. Wat kon jij verbeteren aan jouw presentatie of manier van presenteren?

8. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 3 Taken plannen In deze taak ga je de taken van dit deel inplannen. 9. Bekijk Taak 4 tot en met 6. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4.

88

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren b. Zoek in de taken naar de opdrachten met . Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?

c. Overleg met je docent: • op welke momenten jij de antwoorden van de gemaakte opdrachten gaat nakijken • op welke momenten je docent jouw werk zal beoordelen. d. Heb je een taak af? Zet een ✓ in kolom 5. Zet een − als je een taak niet kon doen. Als je Taak 1, 2 en 3 gedaan hebt, kun je deze nu afvinken. 1. Taak 2. Onderwerp

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

1

Kennismaken met een EHBO-oefendag

70

2

De leerdoelen bij Deel D

20

3

Taken plannen

10

4

Een EHBO-oefendag organiseren

400

5

Terugkijken en verder kijken

55

6

Voorbereiden op de toets

t h

ir g y p o C Aan de slag

45

' u d E

f it e

5. Af 6. Paraaf docent

c A

Je gaat voor een doelgroep een EHBO-oefendag organiseren. Je bedenkt welke doelgroep je uit gaat nodigen en welke oefeningen de deelnemers gaan doen.

Taak 4 Een EHBO-oefendag organiseren Je gaat in een groepje een EHBO-oefendag bedenken en organiseren. Het doel is om een groep mensen EHBO-vaardigheden aan te leren door ze uitleg te geven en te laten oefenen. Om het een leuke en zinvolle bijeenkomst te laten zijn, gaan jullie echte situaties nabootsen. Jullie kunnen daarbij zelf om de beurt de rol van ‘lotusslachtoffer’ vervullen of de deelnemers hiervoor vragen. Jullie kunnen alle bronnen gebruiken die je in Deel A, B en C hebt gebruikt, zoals tekstbronnen, filmpjes, websites en stappenplannen.

BRON Tip! Misschien heb je voor een ander werkboek al eens een takenplan of een draaiboek gemaakt. Dan

kun je hier ook de volgende tekstbronnen gebruiken: 4.4 Samenwerken 4.10 Een activiteit organiseren.

Werken aan veiligheid en EHBO

89


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren VOORBEREIDEN 10. Overleg met je docent over: • de leerlingen met wie je gaat samenwerken; samen vormen jullie een groepje • de doelgroep van de EHBO-oefendag en de deelnemers die je mag uitnodigen • de locatie of ruimte waar je de EHBO-oefendag kan houden • het tijdstip en de duur van de EHBO-oefendag • de tekstbronnen, filmpjes, stappenplannen, websites, werkplannen en andere bronnen die je nodig hebt om de opdracht goed uit te voeren • de EHBO-vaardigheden die worden geoefend.

f it e

11. Vul het schema hierna in. Titel activiteit EHBO-vaardigheden Doelgroep Aantal deelnemers Locatie

t h

Duur Budget

ir g y p o C Extra informatie

' u d E

c A

Let op! Kijk naar de leerdoelen bij opdracht 6. Vergeet de uitleg over de vijf basisregels van EHBO niet. 12. Maak een verzamelmapje waarin je alle resultaten van de voorbereiding verzamelt. Zo houd je overzicht en controle. Als iemand bijvoorbeeld ziek is, kan de EHBO-oefendag toch doorgaan. 13. Maak een uitnodiging om deelnemers mee te werven. Zorg ervoor dat mogelijke deelnemers de uitnodiging op tijd ontvangen. 14. Werk de EHBO-oefendag uit. a. Maak een tabel met vijf kolommen en zet hierin de titels: • naam van de oefening • uitleg van de situatie en EHBO-vaardigheden • hoe dit wordt uitgelegd: bijvoorbeeld met een filmpje, voordoen of gezamenlijk lezen • situatie en symptomen van het ‘lotusslachtoffer’ • benodigde materialen voor de uitleg en oefeningen. b. Vul de tabel in voor elk onderwerp dat je met de deelnemers gaat behandelen. c. Bewaar je tabel.

90

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren d. Wie worden de ‘lotusslachtoffers’? medeleerlingen deelnemers iemand anders, namelijk e. Welke voorbereidingen zijn nodig bij de ‘lotusslachtoffers’ net voor het begin van de EHBO-oefendag?

' u d E

f it e

c A

15. Zorg voor een duidelijk begin en einde van de EHBO-oefendag. a. Bedenk een introductie en afsluiting voor de bijeenkomst. Denk voor een introductie bijvoorbeeld aan een interessant filmpje, introductiespel, toneelstuk, ervaringsverhaal of quiz zoals Socrative. b. Bereid een welkomstpraatje voor van drie minuten. Denk hierbij aan: • deelnemers welkom heten • jezelf voorstellen • het doel van de bijeenkomst uitleggen • de planning van de oefendag uitleggen • eventueel groepjes maken • deelnemers vertellen wat te doen bij ontruiming van het gebouw • de deelnemers enthousiast maken om te beginnen en om actief mee te doen.

t h

ir g y p o C

16. Maak een planning voor de EHBO-oefendag. a. Maak een overzicht met de volgorde van jouw activiteiten en hoelang dit duurt. b. Ga je de groepjes laten rouleren? Ja / Nee c. Zo ja, dan heb je een rouleerschema nodig: • Maak een tabel. • Zet in de kolommen de nummers van de groepjes. • Zet in de rijen de tijden van elke ronde. • Vul nu voor iedere cel in waar welk team hoort te zijn op een bepaald tijdstip. 17. Maak een indeling van de locatie voor de EHBO-oefendag. Teken een plattegrond van de locatie en geef aan waar welke oefening wordt gehouden. Houd rekening met een handige omgeving voor sommige oefeningen: heb je een kraan of extra ruimte voor een liggend slachtoffer nodig? 18. Maak een enquête die de deelnemers kunnen invullen na de EHBO-oefendag. Bedenk minimaal vijf vragen. Je kunt bijvoorbeeld enquêtevragen maken over de onderwerpen die aan bod zijn gekomen, de acteerkwaliteiten van de slachtoffers en de leerzaamheid van de oefendag.

Werken aan veiligheid en EHBO

91


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren 19. Maak een duidelijke taakverdeling voor de werkzaamheden op de EHBO-oefendag. UITVOEREN 20. Zet alle materialen en andere spullen klaar voor EHBO-oefendag. • Gebruik de plattegrond uit opdracht 17. • Gebruik de lijst van materialen uit opdracht 14. Denk ook aan de materialen voor de introductie en afsluiting van de EHBO-oefendag, zoals papier, pennen, beamer, enquêtes. • Zorg dat de ‘lotusslachtoffers’ weten welke symptomen ze moeten nadoen. Maak eventueel de nepwonden op het lichaam.

f it e

21. Verwelkom de deelnemers, geef het welkomstpraatje en voer jouw introductie-activiteit uit. Let op eventuele lichamelijke beperkingen van deelnemers en geef ondersteuning indien nodig.

22. Begeleid de EHBO-oefeningen. Geef duidelijke uitleg in de werkvorm naar jouw keuze en begeleidt het oefenen. Let op de planning die je hebt gemaakt. 23. Sluit de EHBO-oefendag af: • bedank de deelnemers en ‘lotusslachtoffers’ voor hun inzet • geef de mogelijkheid tot vragen stellen • deel de enquêtes uit • neem afscheid van de deelnemers.

' u d E

c A

24. Voer de werkzaamheden uit die bij nazorg horen: a. Ruim alle materialen en andere spullen op. b. Zorg dat gebruikte materialen uit verbanddozen weer worden aangevuld. c. Maak de ruimte schoon. d. Verwerk de enquêtes in een overzicht.

t h

ir g y p o C

TERUGKIJKEN 25. Je hebt de enquête verwerkt in een overzicht. a. Welke positieve punten kwamen uit de enquête naar voren?

92

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren b. Welke verbeterpunten kwamen uit de enquête naar voren?

26. Hoe heb jij de EHBO-oefendag ervaren? a. Stonden alle materialen en spullen klaar? Zo nee, wat was je vergeten?

b. Hoe ging het uitleggen van de EHBO-vaardigheden? Heel goed 1 – 2 – 3 – 4 – 5 helemaal niet goed c. Hoe ging het oefenen van de EHBO-vaardigheden? Heel goed 1 – 2 – 3 – 4 – 5 helemaal niet goed d. Welke EHBO-vaardigheden moet jij extra oefenen?

' u d E

f it e

c A

e. Bij welke letsels vind jij het moeilijk om te onthouden welke EHBO-materialen je nodig hebt?

f. Welke EHBO-materialen heb je moeten aanvullen?

t h

g. Waren er deelnemers met een lichamelijke beperking? Zo ja, wat was de lichamelijke beperking en hoe heb jij geholpen?

ir g y p o C

h. Waaruit kwam jouw professionele houding op de EHBO-oefendag naar voren?

27. Je hebt samen met medeleerlingen de EHBO-oefendag georganiseerd. a. Vul het schema hierna in. Tops van het samenwerken

Tips voor het samenwerken

1.

1.

2.

2.

3.

3.

Werken aan veiligheid en EHBO

93


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren b. Geef voorbeelden in welke situaties samenwerken handig is bij het verlenen van eerste hulp. 1. 2. 28. Heb je alle opdrachten van Taak 4 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in de planning in Taak 3.

f it e

Evalueren & Reflecteren Taak 5 Terugkijken en verder kijken

c A

Je bent in dit deel aan de slag geweest met een EHBO-oefendag. Je gaat nu kijken hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken.

' u d E

29. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 5 en Taak 6 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met Taak 4 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken.

t h

30. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij in dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ te zetten. b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ hebt gezet. Wat moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5. c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.

ir g y p o C 1. Taak

4

2. Leerdoel

Ik kan de vijf basisregels van EHBO uitleggen. Ik kan minimaal vier EHBO-vaardigheden demonstreren.

Ik kan de benodigde EHBO-materialen voor verschillende letsels benoemen.

94

Werken aan veiligheid en EHBO

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

5. Dit ga ik verbeteren


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren 1. Taak

2. Leerdoel

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

5. Dit ga ik verbeteren

Ik kan slachtoffers in een bepaalde situatie en met bepaalde symptomen nabootsen. Ik kan deelnemers begeleiden bij het zelf oefenen met EHBO-vaardigheden. Ik kan mogelijkheden en beperkingen van deelnemers signaleren en eventueel extra ondersteuning bieden. Ik kan deelnemers feedback geven. Ik kan zorgdragen voor de fysieke veiligheid van deelnemers. Ik kan de EHBO-oefendag evalueren en verbeterpunten aangeven.

t h

ir g y p o C

' u d E

f it e

c A

31. Bij elke taak die je uitvoert op je werk of in het dagelijks leven gebruik je vaardigheden. a. Bij het verlenen van EHBO en zorgen voor veiligheid gebruik je een aantal algemene vaardigheden. Hoe goed beheers jij de volgende vaardigheden? Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10. doorwerken

niet in paniek raken communiceren met slachtoffer/klant/patiĂŤnt/cliĂŤnt multitasken

inschattingen kunnen maken mensen kunnen instrueren samenwerken

overzicht houden zorgzaam zijn

stapsgewijs werken

Werken aan veiligheid en EHBO

95


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren

f it e

b. Deze vaardigheden zijn ook in veel beroepen nodig. Welk beroep of domein lijkt jou het leukste om in te werken?

' u d E

c A

c. Maak een overzicht van de vaardigheden uit vraag a die ook in jouw droombaan of domein terugkomen. • Maak een tabel met twee kolommen: geef kolom 1 de titel ‘Vaardigheden’ en kolom 2 de titel ‘Toepassing in mijn droombaan/domein’ • Vul onder kolom 1 alle vaardigheden van vraag a in en nog drie andere vaardigheden die jou belangrijk lijken in jouw droombaan of domein. • Geef bij minstens zeven vaardigheden aan op welke manier jij dit nodig hebt in jouw droombaan of domein. Zoek eventueel op het internet. d. Bewaar je overzicht.

t h

BRON Open het Formulier Netwerkoverzicht. Maak daarna opdracht 32.

ir g y p o C

32. Bij vraag 31 b heb je ingevuld in welke beroep je het liefst zou willen werken. Om een goed inzicht te krijgen hoe het is om in dit beroep te werken, kun je het beste vragen naar iemands persoonlijke ervaring hiermee. In deel A, B en C heb je in jouw omgeving gezocht naar mensen die in jouw gewenste domein werken of stage lopen. a. Wie van deze personen heeft voor jou de meest interessante werkplek of stageplaats?

b. Houd een kort interview met deze persoon. Bedenk vier vragen waarin jij geïnteresseerd bent. Denk bijvoorbeeld aan leuke en moeilijke werkzaamheden. 1. 2. 3. 4.

BRON

96

c. Neem contact op met deze persoon en stel je vragen. d. Verwerk de vragen en antwoorden in een kort verslag. Je kunt hierbij Stappenplan 8 Een schriftelijk verslag maken gebruiken. e. Bewaar je verslag.

Werken aan veiligheid en EHBO


Deel D Een EHBO-oefendag organiseren BRON Open je Loopbaanlogboek. Maak daarna opdracht 33.

33. Vul je loopbaanlogboek in als voorbereiding op je volgende LOB-gesprek.

Taak 6 Voorbereiden op de toets In deze taak ga je je voorbereiden op de toets.

BRON

f it e

34. Maak een verslag van de EHBO-oefendag. Het verslag moet uit minimaal 250 woorden bestaan. Je kunt hierbij Stappenplan 8 Een schriftelijk verslag maken gebruiken. • Leg uit wat je van de EHBO-oefendag vond. • Beschrijf hoe jouw groepje zich heeft voorbereid op de EHBO-oefendag. • Beschrijf wat je opviel bij de deelnemers. • Leg uit welke oefeningen je op deze dag moeilijk en makkelijk vond. • Beschrijf jouw leerpunten en hoe je deze gaat aanpakken.

ir g y p o C

t h

' u d E

c A

Werken aan veiligheid en EHBO

97


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.