Filakrant2013 web

Page 1

2013 FILAKRANT Jaargang no. 2

Gratis jaarkrant voor actieve verzamelaars in België en Nederland

RECORDPRIJS:

NIEUW WIST JE DAT... ?

Duurste Nederlandse munt ooit geveild Vrijdag 16 november 2012 werd bij de veiling van de MPO (Muntenen Postzegel Organisatie) in IJsselstein de duurste Nederlandse munt ooit verkocht voor een bedrag van ruim € 76.000,- (exact 76.260,-). Het gaat hier om het eerste kwartje dat geslagen werd in het koninkrijk der Nederlanden: een kwartje van 1817.

Op bezoek bij buitenlandse postzegelbeurzen

Speciaal voor de jeugd

11-12

14 - 15

JAPANSE STRIPFIGUREN

“HELL DE MUNT- BANK SLAG NOTES”

Vervolg van krant 1-2012

door de Utrechtse Bisschoppen te Vollenhoven

19 - 22

30 - 34

41 - 42

Honduras/Nicaragua Mosquito kust en internationale wateren Het vorige record werd in 2001 gevestigd met een munt (een kwartje van 1891) van destijds hfl 94.750,- (ca. € 43.000). Een kwartje van 1817 is uiterst zeldzaam omdat destijds door Rijksmunt alleen enkele proefstukken werden geslagen. Een jaar later werden bijna al deze proefstukken weer teruggeroepen en vernietigd, slecht enkele exemplaren zijn bewaard gebleven. Pas enkele jaren later begon de massale aanmunting van het ‘nieuwe’ decimale Nederlandse geld met de afbeelding van koning Willem I. Op het kleingeld (de halve cent t/m het kwartje) werd niet het portret van Willem I getoond, maar een gekroonde gestileerde W (voor Willem I).

Vuurtorens: Hong Kong 1. Cap d’Aguilar (Hok Tsui) In dienst genomen op 16 april 1875. Buiten gebruik gesteld vanaf 1896 in gevolge van de indienstneming van de vuurtoren op Waglan Island in 1893. In 1975 werd de vuurtoren terug in gebruik genomen tot op heden. Op 3 maart 2006 werd de vuurtoren een geklasseerd monument. Kenmerken

Bouwjaar: 1875 Hoogte: 9,70 m Materiaal: ronde stenen toren met galerij, volledig wit geschilderd Lamp hoogte: 60 m Signaal: witte flash om de 15 sec. Reikwijdte: 20 nm Coördinaten: 22° 12.5’ N, 114° 15.5’ E Nummering: ARLHS HOK-001; HK158; Admiralty F3576; NGA 19330

2.The Green Island lighthouse compound (Tsing Chau) Green Island 1 In dienst genomen op 1 juli 1875, ongeveer drie maanden na de in gebruik name van Cap d’Aguilar en buiten dienst gezet in 1905. Het is een 12 meter hoge ronde toren opgebouwd uit graniet met een galerij en niet geschilderd. De lantaarn is weggenomen.

De Middenamerikaanse landen Nicaragua en Honduras hebben een lange geschiedenis van territoriale geschillen. Sinds de onafhankelijkheid van de beide landen was de streek “La Mosquitia”, een gebied van de pas bij de Teotecacinte rivier tot de Atlantische oceaan, omstreden. Nicaragua claimde het gebied tot aan de Patuca rivier, terwijl Honduras de grens tot aan de (zuidelijker gelegen) Poteca, Segovia en Coco rivieren opeiste. Zie bijgaande zegels t.w. 1937 Nic. Mi. 825 met in het noordoosten het omstreden gebied als “territorio en litigio, maar wel gearceerd als Nicaraguaans gebied. De zegel van Honduras uit 1935/48 Mi. 338 heeft het gebied binnen de landsgrenzen aangegeven. Tevens kaartje van de huidige situatie.

Mi. 582

Green Island 2 In gebruik sinds 1905 tot op heden. De beide vuurtorens werden geklasseerd als monument op 29 december 2000. Kenmerken

Bouwjaar: 1905 Hoogte: 17.50 m Materiaal: granieten ronde toren met lantaarn en galerij, volledig wit geschilderd Lamphoogte: 37 m Signaal: witte flash (0.4 sec) om de 10 sec. Reikwijdte: 16 nm Coördinaten: 22° 17.0’ N, 114° 7.0’ E Nummering: ARLHS HOK-002; HK069; Admiralty F3538; NGA 19460

3.Tang Lu Chau (Kap Sing) In gebruik genomen op 29 april 1912 en is één van de vijf vooroorlogse overgebleven vuurtorens. Hier doet hij dienst als gids voor de schepen in Ma Wan, de baai die het eiland Lantau van het moederland scheidt. De vuurtoren werd op 29 december 2000 een geklasseerd monument. Kenmerken

Bouwjaar: 1912 Hoogte: 12 meter Materiaal: vierkantig ijzeren skelet

Mi. 587

Mi. 825

Mi. 338

Uiteindelijk vroeg men koning Alfonso XIII van Spanje om arbitrage. In 1906 werd het geschil - op basis van oude documenten - geregeld. Hij concludeerde, dat de Poteca-Segovia-Coco lijn de grens moest zijn, wat in het voordeel van Honduras was. Honduras ging onmiddellijk accoord, maar Nicaragua vroeg om opheldering over bepaalde punten. Er werd een commissie benoemd die onder meer de precieze riviermonding met de lagunes van de Coco rivier moest bepalen en een regeling voor de Nicaraguaanse bewoners in het omstreden gebied moest uitwerken. In 1912 vocht Nicaragua de uitkomst opnieuw aan, wat tot de nodige spanning en in 1957 zelfs tot gevechtsactiviteiten leidde. De OAS moest tussenbeide komen en haalde de partijen over, de kwestie voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. In 1960 werd het oorspronkelijke arbitrale vonnis uit 1906 door het ICJ hergevestigd. De OAS hield toezicht op de afbakening van de grens. De zegels Mi. 587 en Mi. 582 van Honduras uit 1961 zijn uitgegeven n.a.v. de uitspraak van het ICJ in den Haag in 1960 over het grensgeschil.

toren met lantaarn en galerij. Volledig wit geschilderd. Lamphoogte: 37 m Signaal: witte flash (1 sec) om de 5 sec. Reikwijdte: 18 nm Coördinaten: 21° 20.4’ N, 114° 3.8’ E Nummering: ARLHS HOK-004; Admiralty F3530.6; NGA 19520.

station voor het observatorium van Hong Kong, een radar transponder (racon) een radiostation die de signalen ‘WL’ uitzendt om de schepen hun positie te laten bepalen. De site werd op 29 december 2000 geklasseerd als monument. Kenmerken

Waglan Island In gebruik genomen in 1893. Zwaar beschadigd tijdens de 2de wereldoorlog. Volledig geautomatiseerd sedert augustus 1989. Het complex is tevens een weer-

Bouwjaar: 1893 Hoogte: 16 m Materiaal: ronde toren uit gietijzer met lantaarn en galerij. Geschilderd in het wit met een horizontale rode band onder de galerij. Lamphoogte: 69 m Signaal: twee witte flashes per 20 sec. Reikwijdte: 24 nm Misthoorn: twee tonen per 60 sec. Coördinaten: 22° 10.8’ N, 114° 18.2’ E Nummering: ARLHS HOK-005; HK102; Admiralty F3578; NGA 19326.

Mi. 954 De 1e zegel van de grensoverdracht tussen de beide presidenten Mi. 587, de 2e geeft de grens aan met een afb. van koning Alfonso XIII Mi. 582. De 3e zegel uit 1979 Mi. 954 laat zien hoe belangrijk men het vindt, dat de Laguna de Catatasca in de riviermonding Honduraans is. Ap. Koopman, lid LACA


2

FILAKRANT 2013

* Betere zegels 1840-1959 postfris, ongebruikt en gebruikt � � �� � � � �� � � � � � � � * Jaargangen postfris 1960-2011 en partijen vanaf € 25,*�Collecties � �� � � � �� � � � � � � � van de gehele wereld

Kijk voor ons wekelijks groeiend aanbod in de online shop op

www.dutchstamp.nl

of bezoek ons in de winkel en op de volgende beurzen in 2013: 25 t/m 27 januari 23 - 24 maart 6-7 september 28-29 september 18 t/m 20 oktober 27-28 december

Loosdrecht, Pandahallen Antwerpen, Antwerp Expo Barneveld, Hollandfila Antwerpen, Antwerp Expo Apeldoorn, Postex Barneveld, Eindejaarsbeurs

Maanderpoort 11 6711 AB Ede. Tel. 0318-610334 E-mail postzegels@dutchstamp.nl

TE KOOP G E V R A AG D: *Postzegelcollecties, *Munten, goud of zilv er

Directe con tante betaling


FILAKRANT 2013

Inhoud

Pagina “La Mosquitia” Kust en internationale wateren 1 Vuurtorens van Hong Kong 1 Recordprijs voor een kwartje? 1 Voorwoord, Colofon, Adverteerders Index 3 In memoriam lonesome George 5 Agenda’s Internationale beurzen, beurzen met een regionaal karakter, Jeugdagenda, Filakrant per post 7 De beurzen van 2013 8-9 Op bezoek bij buitenlandse beurzen: Salon du Timbre 2012 en PPS convention in Albuquerque (New Mexico, USA) van 2012 11-12 Bankbiljetten/Papiergeld verzamelen, anders dan anders 13 Wist je dat: Jeugd 14-15 50 jaar UNTEA 17 Japanse Stripfiguren Deel 2,3,4 19-22 Oplichters en Vervalsers 23 Ilaliaanse Expert viel bijna van zijn stoel! 23 Balbo’s formatievlucht naar …. 24-25 Verenigingen aan het woord 27-29 - Zorg dat u er bij komt - Er gaat niets boven Rayon Noord - NVPVL - 100 (en) manieren om… - De Molen van Yemin Moshe - Samenwerking Usca en Laca - Poststukken, poststempels en publicaties De muntenslag door de Utrechtse Bisschoppen te Vollenhoven 30-34 Gezamenlijke uitgaven 35 De Spaanse en Portugese filatelie 36-37 Fouten op Duitse postzegels 39 Kwanzaa 39 “Hell Bank Notes” 41-42 Een bijzonder duo 43 Certificaten en betrouwbare kwaliteit 43 Geodetische boog van Struve 44 Veilingagenda 45 The Royal Britisch Legion 46 Staande Helvetia 46-47

Colofon

Redactie V.O.V.V. p/a Tienwoningenweg 53 7312 DL Apeldoorn Tel.: 055-355 86 00 e-mail: organisatie@eindejaarsbeurs.nl Vormgeving: DTP-Studio Joke Wensing Verspreiding: van 28 december 2012 t/m 2013

Voorwoord Het is weer een hele klus geweest om alle redacties op tijd binnen te krijgen. Ik neem mijn pet af voor alle redacteuren die dit elke maand moeten doen. We hebben ontzettend veel positieve reacties op de 1e filakrant ontvangen. Hieronder een kleine bloemlezing: “ Wat een verademing om kennis te maken en te lezen in de Filakrant! Eindelijk artikelen over ‘gewone’ postzegels en niet over de onbereikbare stukken zoals meestal in andere bladen”. “ Prettig dat ik eens wat andere handelaren / aanbieders ontdek dan altijd dezelfde in het maandblad”. “ Jammer dat dit een jaarlijkse uitgave is”. “ Kan ik een abonnement op de Filakrant nemen? ”. “ Komt de krant elke maand uit? ”. “ Ik ben zeer aangenaam verrast door het geheel, zowel qua inhoud als presentatie, ook de opmaak. Een heerlijke frisse wind door postzegelland !”. “ Een beetje concurrentie in de filatelistische en numismatische wereld is helemaal niet verkeerd”. “ Ik heb een krant gekregen van iemand, waarom wist ik niet van het bestaan af van deze krant. Wat is hij mooi…”. “ Kan ik de krant ook per post toegestuurd krijgen?” (zie pag.7, red.) “ Als volwassene vond ik de Wist je dat… pagina’s voor de jeugd ook schitterend”. “ Wat fijn om artikelen in te kunnen zenden die elders niet aan bod komen”. Het ging maar door en vanaf oktober kregen we al weer vragen binnen van b.v. wanneer komt de volgende krant eraan? Kan ik alvast opgeven dat ik er een per post wil ontvangen? Ook waren er negatieve reacties. Deze gingen in hoofdzaak over het niet gratis toesturen van Filakrant (de krant wordt gratis verstrekt en voor een belangrijk deel gesponsord door de Eindejaarsbeurs, de portokosten zijn door ons als niet commerciële vereniging niet te dragen). “Ik, en met mij

Kom eens kennismaken op de Apeldoornse postzegelbeurs! Tegen inlevering van deze bon krijgt u een GRATIS KOP KOFFIE aangeboden op 19 januari of 16 februari 2013 Zie meer info op pagina: 16

Ps:Wist u dat wij ook een maandbeurs organiseren? vele anderen, vinden dat u ook aandacht aan persoonlijke zegels moet geven”. We hebben zelfs een heuse dreigbrief ontvangen van een organisatie die ze blijkbaar niet allemaal op een rijtje heeft. De schrijver van deze brief zou misschien zoiets als een ‘inburgeringscursus’ kunnen volgen om iets over de Nederlandse grondwet te leren. Persvrijheid is daarin verankert. Zoals u zelf kunt constateren is de 2013-editie een stuk dikker geworden. Het zal u misschien verbazen maar we konden nog steeds alle artikelen niet kwijt.Veel van deze artikelen zullen dan ook pas in de 2014-editie geplaatst kunnen worden. Als u een leuk idee heeft voor Filakrant bel of mail ons dan. Na-tuurlijk kunt u artikelen/redactie blijven insturen. Het is een gratis krant voor en door verzamelaars. Dat betekent dat wij niet betalen voor artikelen, dus géén zgnd. “broodschrijvers”. Uiteraard moeten wij de vele inzenders van alle mooie en rijk geillustreerde stukken bedanken voor hun inzet en medewerking. In het bijzonder willen wij dank zeggen aan de hoofdredacteuren Johan Caers (De Postzegel) en Tom Passon (Muntkoerier). Peter Stolk en Jos F.M. Eijsermans voor hun inzet en support. Wij wensen u een gezond 2013 en veel leesplezier, Pamela en Evert.

Adverteerders index Pagina Apeldoornse postzegelbeurs 16 Bert Brinkman Filatelie 4 Brabantse Postzegel en muntenveiling 38 Brumunt 37 Catawiki 38 Catalogus Nederlandse Munten 35 De Postzegel 16 Dutch Stamps 2000 2 Eindejaarsbeurs 18

Filafair 10 Filatelie 48 Filateliebeurs Loosdrecht 10 FNIP 12 Geertzen Philatelie 6 Hillebrand Filatelie jr. 6 Hollandfila 18 Howell Holding 26 Leopardi Veiling 40 Leuchttrum 36 Luc Vansteenkisten 4

Postzegelhandel de Sassenpoort Schuurmanstraat 47 8011 KD ZWOLLE Tel: 038 – 42 32 444

IN VOORRAAD: Nederland / overzee Duitsland / Berlijn Kanaaleilanden Oostenrijk GUS Landen Franse koloniën Spanje Australie / Nieuw Zeeland Pacific Cambodja Rusland Op alle merken albums en supplementen 10 % korting

postfris/gebruikt postfris postfris postfris postfris postfris postfris postfris postfris postfris postfris

Luxemburg China Frankrijk Groot-Britanië Oost-Europa Noord/Middem/ Zuid America Cuba Thailand Vietnam Laos

MPO 45 NVPV Nunspeet 7 Officiele Postzegelcatalogus 2013 26 Omni Trading uitgeverij 34 Papermoney Fair 38 Pietersma/Nisja 42 Postbeeld.nl 16 Postzegel Tentoonstelling Achterhoek 10 Postzegelhandel De Sassenpoort 3 Pzh. Advantage 6

Pzh. Bredenhof Pzh.Voorschotense Pzh. W. van Vliet Pzv. De Hollandse Pzv. J.J. de Bruin Rietdijk Ten Kate Philatelie Van Osselaerveilingen Verzamelbeurs Lichtenvoorden

postfris postfris postfris postfris postfris postfris postfris postfris postfris postfris

Op alle merken albums en supplementen 10 % korting

DIVERSE MERKEN ALBUMS / PINCETTEN / CATALOGI /MUNTHOUDERS ENZ. + DIVERSE PARTIJEN. TEVENS PARTIJEN GEZOCHT.

6 3 42 43 43 48 4 40 10

Voorschotense Postzegelhandel http:/www.vph-wph.nl

Kantoor aan huis Geopend: ma. – 13.00-17.00. di. t/m za. 10.00-17.00 uur

3

e-mail: info@vph-wph.nl tel: 071-5619264

Specialist in Roltanding-Port-Dienst-Internering etc. Oud-Nederland in typen en tanding. Overzees gebiedsdelen ook goed aanwezig, Europese landen, Australië, Nieuw-Zeeland en Israël. Thematisch: Vogels, Vuurtorens, Schepen, Vliegtuigen en Motoren. Ook veel andere thema's beschikbaar. Aanwezig op de Filatelie beurs Loosdrecht, Antwerpfila Hollandfila, Eindejaarsbeurs, Filafair, Postex en de Verzamelaarsjaarmarkt Utrecht.


4

FILAKRANT 2013

BRIEVEN ~ POSTHISTORIE * Nederland & gebieden * FDC’s * Zuid Amerika * Fun Corner

www.bbfila.com Postgeschiedenis Nederland en gebieden Postwaardestukken Nederland Nederlandse gebieden luchtposten

Bert Brinkman - Gouda - e-mail bbfilatelie@planet.nl

Online brieven op: www.bbfila.com


FILAKRANT 2013

5

In Memoriam Lonesome George Galapagos, meer dan een toeristische attractie Onze vakantiebestemming was dit jaar Ecuador met aansluitend, als slagroom op de taart, nog een weekje de Galapagos eilandengroep. Echter ook zonder die “slagroom” is een reis door Ecuador al een schitterende ervaring met vele bezienswaardigheden. Quito was niet voor niets in 2011 de culturele hoofdstad van America. Een nieuwe fotocamera bleek dan ook een investering die zich direct terugverdiende.

Als ik dan toch in zo`n exotisch land ben, kijk of vraag ik altijd wel even rond of ik iets voor mijn filatelistische verzameling kan vinden. “En…, is er dan op postzegelgebied nog wat te beleven in Ecuador of op de Galapagos?” zal je vragen. Het antwoord is eigenlijk “nee”. Niet dat ik heb kunnen ontdekken althans. Je wordt al snel doorverwezen naar een postkantoor en zelfs die zijn schaars. Ik wist dat er in 2011 door Ecuador zegels waren uitgegeven met motieven van de nationale posterijen en ook zegels waar de Galapagos aan bod komen. De kans om die aan te schaffen was dus het grootst in een grote stad.

overal schilderachtige groenten-, bloemen- en fruitstalletjes. En natuurlijk een beestenmarkt.

De Galapagos Wereldberoemd geworden als de bakermat van de evolutietheorie van Charles Darwin die daar in 1835 was en door recent uitgezonden documentaires als de reis met de Beagle. De Galapagos eilanden die officieel Archipilago de Colon (Columbus Archipel) heten, hebben vaak twee namen. Soms zelfs wel drie. De eilandengroep werd reeds in 1535, bij toeval ontdekt door Toma de Berlanga en was toen nog onbewoond. Officieel zijn de Engelse namen in het Columbusjaar vervangen door Spaanse maar beiden worden nog door elkaar gebruikt. De Spaanse namen hebben veelal betrekking op de ontdekkingsreis van Columbus. Letterlijk vertaald betekent Isla de Galapagos, “ Schilpaddeneilanden” en de beroemdste schildpad is ongetwijfeld Lonesome George. Hij staat symbool voor zowel de evolutietheorie als het kwetsbare ecosysteem op de Galapagos.

met Baltra, een overweldigend groene oase. Er zijn diverse kleine dorpjes maar de belangrijkste plaats is Puerto Ayora, meteen ook qua inwonersaantal de grootste plaats van de eilanden. Op Santa Cruz staat het in 1959 opgerichte Charles Darwin Research Centre. Daar worden constant onderzoekingen gedaan naar het unieke ecosysteem en kweekprogramma`s uitgevoerd voor het behoud van de unieke reptielen, vogels en planten. Het Centre was tevens de verblijfplaats van “Lonesome George”, een langnek reuzenschildpad. De laatste van zijn soort afkomstig van het eiland Pinta. (de naam van een der schepen van de Columbusvloot).Een bezoek aan hem wordt dan ook steevast in het toeristisch programma opgenomen. En dan nu op 25 juni hoor ik in het ochtendnieuws het droeve bericht van het plotseling overlijden van. “Lonesome George”. Nog voor hij voor nageslacht heeft kunnen zorgen is hij op bijna 100-jarige leeftijd heengegaan.

Lonesome George zoals wij hem hebben kunnen vastleggen Ons reisdoel is Isla Isabela. Verreweg het grootste eiland. (Isabella; indertijd Koningin van Aragon) Het postkantoortje is gehuisvest (niet meer dan een apart stalen bureautje) in een souvenirwinkeltje. De winkel is gesloten maar de uitbaatster heeft ons gezien en komt uit de hangmat onder de veranda een stukje verderop graag naar ons toe. Zij heeft inderdaad de stripjes van de Galapagos in haar voorraad.

Charles Darwin Fragatvogel en Lonesome George afgebeeld in het poststempel van het eiland Isabela

De Santa Maria met op de achtergrond de Pinta

Het postkantoortje in Ottovalo is op de tweede etage, boven een tassenwinkeltje, met halverwege de trap een gewapende beveiliger. Foto?,…. Poseren…? Ja hoor…… hij is trots op zijn vak.

Het postkantoor van Ottovalo Als ik het vertrek binnen kom schrikt de beambte op, ruimt zijn stalen bureau wat op en gaat recht zitten voor de foto. Maar nee, die postzegels heeft hij niet. Of….?? Ja toch, na wat bladeren in zijn ordner, maar alleen die met de postbodefiets en al zeker geen velletjes of boekjes. Jammer. Ik besloot een deel van de voor de vakantiepost benodigde postzegels hier aan te schaffen in de hoop dat op de eilanden de anderen te koop zouden zijn. De aanvullende zegels van 50 dollarcent hebben de belangrijkste exportproducten van Ecuador als thema. Panamahoeden, houtsnijwerk, lederwaren, textiel, bezienswaardigheden en natuurschoon. En inderdaad het zijn ook precies de onderwerpen die we op foto hebben vastgelegd.

Als je van het vaste land van Ecuador de resterende 1000 km. over de Pacific Ocean naar de Galapagos vliegt, landt je op Baltra. Eenmaal op de grond doet niets hier vermoeden dat ruim 93% van Galapagos tot Nationaal Park is verklaard en dus een zeer beschermd gebied is. Het vliegveld (niet meer dan een landingsstrip) is in de tweede wereldoorlog door het Amerikaanse leger aangelegd als extra militair steunpunt in het conflict rond het Panamakanaal. Het eiland is 27 vierkante kilometer groot en heeft eigenlijk niets anders te bieden dan alleen het vliegveldje. Het is hier een volkomen kaal vulkanisch landschap met hier en daar nog overblijfselen van de Amerikaanse legerbasis. Er leeft geen enkel dier dat je op de Galapagos mag verwachten. De tamme, argeloze dieren werden indertijd volledig uitgeroeid door de zich stierlijk vervelende Amerikaanse militairen. Als we over de bochtige weg richting het haventje rijden is de onherbergzaamheid van het landschap pas goed zichtbaar. Hoewel vlak, bestaat alles hier uit lavagesteente dat deels groen begroeid is en hier en daar wordt afgewisseld door plakken beton waar vroeger de barakken en checkpoints van de Amerikanen hebben gestaan. Het haventje is niets meer dan een betrekkelijk kleine pier waar de pontjes, die nog het meest weg hebben van omgebouwde landingsvaartuigen, kunnen aanmeren om de bezoekers naar het grotere eiland Santa Cruz te brengen. Een tochtje van slechts tien minuten over het Itabaca kanaal.

Vlag van de Lavalandschap Galapagos met o.a. schildpad Ansichtkaarten versturen en ten dele ook brieven versturen valt in Ecuador onder een toeristische bijverdienste. Kaartje naar Nederland 2,25 US-dollar. Verwacht hier dus geen curiosa-markten of postzegelwinkeltjes.Wel

Veerstoep van de pont naar Santa Cruz

Santa Cruz is met haar 986 vierkante kilometers, het tweede grote eiland van de archipel. De centrale ligging maakt het tot de ideale uitvalbasis voor verdere reizen naar of langs de andere eilanden. Het is, zeker vergeleken

Het zeemans postkantoor “Post Office Bay” op het eiland Santa Maria. (de naam van het schip van Columbus). Hier konden zeelieden post achterlaten die door andere schepen dan weer werd meegenomen indien dat hun bestemming was. En dan nu het trieste bericht dat het boegbeeld van de evolutietheorie en onze kwetsbare leefomgeving is gestorven. Is het toeval dat San Marino juist in diezelfde periode een blokje uitgeeft met Charles Darwin en Lonesome George? Cees Ursem


6

FILAKRANT 2013

POSTZEGEL EN MUNTHANDEL BREDENHOF AL KW 50 J PR ALI AAR IJS TE V LI ITS ERK JS T O KILO OPE P A WA N W AN AR IJ VR . AA G

BOVENSTRAAT 286A 3077 BL ROTTERDAM TEL. 010-4826725 FAX 010-4797065 INTERNET: WWW.BREDENHOF.NL EMAIL: INFO@BREDENHOF.NL WINKEL GEOPEND VAN DINSDAG T/M VRIJDAG 9.00 T/M 17.00 UUR ZATERDAG VAN 9.00 T/M 16.30 UUR

KIJK OP:

www.bredenhof.nl

voor al onze aanbiedingen, postzegels, munten, verzamelingen, albums, catalogi, hieronder ziet u enige voorbeelden.

OOK AANWEZIG OP BEURZEN ZOALS: FILATELIEBEURS IN LOOSDRECHT, HOLLANDFILA IN BARNEVELD, POSTEX IN APELDOORN, EINDEJAARSBEURS IN BARNEVELD.

GROTE VOORRAAD NEDERLAND POSTFRIS EN GEBRUIKT. WIJ LEVEREN POSTZEGELS VAN VEEL EUROPESE LANDEN, AUSTRALIË, CANADA EN U.S.A. GESTEMPELD UIT VOORRAAD. OOK BEHANDELING VAN MANCOLIJSTEN. U KUNT BIJ ONS TERECHT VOOR ALLE NIEUWTJES VAN DE HELE WERELD ZOWEL LANDEN ALS MOTIEVEN, POSTFRIS OF GEBRUIKT.

Postzegelhandel “ADVANTAGE” Gespecialiseerd in klassiek topmateriaal van Nederland en de Overzeese gebiedsdelen in uitsluitend 1e klas kwaliteit. Europa t/m ca. 1960 – Israël – Indonesië – Ver. Naties

Heeft u internet, kijkt u dan op onze zeer uitgebreide website:

www.advantage-stamps.com

Bij ons is postfris 100% postfris met volledige originele gom en ongebruikt met 1e plakker of kleine plakkerrest met volledige originele gom, tenzij anders omschreven met volledige garantie op de omschreven kwaliteit. De duurdere zegels en/of series worden meestal met fotocerti�icaat van echtheid geleverd. Winkel aan huis (wilt u ons bezoeken, s.v.p. na tel. afspraak). Nieuwtjesdienst van de gehele wereld tegen gunstige condities. Hans Sundquest Jacques Perkstraat 39 – 3351 CP Papendrecht Tel: 078 6153386 – Fax 078 6428899 KvK nr: 23083937 – e-mail: sundquest@planet.nl

Wij maken graag kennis met u aan onze stand op de vele beurzen in Nederland en Belgie. U komt toch ook? Kijkt u ook eens op onze website: www.geertzenphilatelie.nl naar onze shop en beursagenda. Leuchtturm stockboeken; nieuwe kilowaar; zegels van de gehele wereld waaronder ook thema’s; in postfris of gestempeld zijn bij ons in stock.

Geertzen Philatelie

Prins Bernhardstraat 11 3466 LR WAARDER (nl) Tel: 00 31 348 501582 Mobiel: 00 31 653447302 Fax: 00 31 348 434602 e-mail: geertzen.phila@wxs.nl Lid van IFSDA en NVPH. Elektronisch betalen is bij ons mogelijk.

HILLEBRAND FILATELIE JR. Het adres voor o.a: ♣ Diverse landenstocks ♣ Goede gebruikte albums ♣ Fdc’s diverse landen ♣ Kilowaar uitzoekbakken v.a. €. 0.10

Aankoop frankeergeldige zegels/nominaal Zwitserland Duitsland zonder gom (Euro-waarden tot €.2.60

€. 0,48 / 1 Chf 55 %

∗ Voor een lijst van meer dan 25 landen zie onze website. ∗ Alle prijzen zijn onder voorbehoud van koerswijzigingen en houden geen aankoopverplichting in. ∗ Verdere voorwaarden, beursagenda en meer… zie onze website. ∗ Let op: geen winkel, wel bezoek aan ons bedrijf mogelijk tijdens onze open dagen (zie website) of op afspraak.

www.ishtrading.nl Hillebrand Filetelie Jr. Bizetstraat 15 (postadres) 3281 TR Numansdorp 06 53185877 ivarhillebrand@zonnet.nl

Kortingsbon 10% Op een aankoop naar keuze. Geldig t/m 31-12-2013


FILAKRANT 2013

Internationale Beursagenda 2013

Voor deze agenda komen alleen beurzen in aanmerking met een substantieel (en/of internationaal) handelarenaanbod vanaf ca. 50 stands. Datum

Wat

Waar

Plaats

Info

18 & 19 januari 2013

Yorkshow Stamp & Coinfair

Racecourse

York (GB)

www.stampshow.net

25 t/m 27 januari 2013

Filateliebeurs Loosdrecht

Achmea Health Center

Loosdrecht (NL)

www.filateliebeurs.nl

8 & 9 februari 2013

Holland Coin Fair

World Forum

Den Haag (NL)

www,hollandcoinfair.nl

20 t/m 23 februari 2013

Stampex

Business Design Centre in Islington

London (GB)

www.stampex.ltd.uk

28 februari & 2 maart 2013

Internationale Briefmarkenmesse

Messe München

München (D)

www.briefmarken-messe.de

21 t/m 23 maart 2013

Collecta

Gospodarsko razstavië

Ljubljana (SI)

www.collecta.si

23 & 24 maart 2013

Antwerpfila

Bouwcentrum

Antwerpen (B)

www.fnip.be

6 & 7 april 2013

Papermoneyfair

De Poffermolen

Valkenburg (NL)

www.papermoney-maastricht.nl

2 t/m 5 mei 2013

Internationale Briefmarkenmesse

Messe Essen

Essen (D)

www.briefmarkenmesse-essen.de

11 mei 2013

Filanumis, combinatiebeurs

Expo Houten

Houten (NL)

www.wbevenementen.eu

eind mei 2013

Veronafil, combinatiebeurs

Verona fair-trade center

Veronafil (IT)

www.veronafil.it

19 & 20 juli 2013

Yorkshow Stamp & Coinfair

Racecourse

York (GB)

www.stampshow.net

6 & 7 september 2013

Hollandfila

De Veluwehal

Barneveld (NL)

www.eindejaarsbeurs.nl

18 t/m 21 september 2013

Stampex

Business Design Centre in Islington

London (GB)

www.stampex.ltd.uk

21 september 2013

Muntmanifestatie

Hotel van der Valk

Assen (NL)

www.wbevenementen.eu

28 & 29 september 2013

Antwerpfila

Bouwcentrum

Antwerpen (B)

www.fnip.be

28 & 29 september 2013

Papermoneyfair, tevens munten

De Poffermolen

Valkenburg (NL)

www.papermoney-maastricht.nl

18 t/m 20 oktober 2013

Postex, nat.tentoonstelling

Americahal

Apeldoorn (NL)

www.postex.nl

24 & 26 oktober 2013

Briefmarkenmesse Sindelfingen

Messe Sindelfingen

Sindelfingen (D)

www.briefmarken-messe.de

1 november 2013

Salon Philatélique d’Automme

Espace Champerret - Hall A

Parijs (F)

www.cnep.fr

eind november 2013

Veronafil, combinatiebeurs

Verona fair-trade center

Veronafil (IT)

www.veronafil.it

27 & 28 december 2013

Eindejaarsbeurs/Stamptales

De Veluwehal

Barneveld (NL)

www.eindejaarsbeurs.nl

Aanvullende Beursagenda 2013 Voor deze agenda komen alleen sterk regionale beurzen in aanmerking en/of beurzen met een bijzonder karakter.

Datum

Wat

Waar

Plaats

Info

16 februari 2013

Postzegelmanifestatie Noord 2013

Sportcentrum De Hullen

Roden (NL)

www.wbevenementen.eu

8 t/m 10 maart 2013

Postzegeltentoonstelling Achterhoek

Van Pallandthal

Varsseveld

www.deglobe-achterhoek.nl

9 & 10 maart 2013

Dag van de jeugdfilatelie

Burgers Zoo

Arnhem

www.jeugdfilatelie.nl

29 & 30 maart 2013

Brievenbeurs

Sporthallen “de Mammoet”

Gouda (NL)

www.brievenbeurs.com

19 & 20 april 2013

Filafair

Maaspoort sports & Events

‘s-Hertogenbosch

www.filafair.nl

4 mei 2013

Verzamelbeurs met hoofdmoot filatelie

Sportcentrum de Brake

Nunspeet (NL)

www.wijverzamelenpostzegels.com

29 september 2013

Verzamelbeurs Lichtenvoorde

“De Swite”

Lichtenvoorde

www.deglobe-achterhoek.nl

Beste jongens en meisjes,

Agenda jeugdhoek en koopjescorner 2013

Op Appoldro, de postzegelclub van de jeugd in Apeldoorn is het altijd leuk. We krijgen iedere clubavond globepunten waarvan we dan weer postzegels kunnen ‘kopen’. Er is ook altijd een verloting met mooie zegels en/of velletjes.

Je kunt ook zelf kavels (b.v. een mapje met een serie postzegels) geven voor de ‘veiling’. Maar het is ook de mogelijk om gewoon gezellig postzegels te ruilen met de overige aanwezige leden. Eén of twee keer per jaar is het postzegelwinkeltje er ook. Je kunt daar ook je globepunten inleveren. De postzegels zijn ook te

koop tegen een speciaal jeugdtarief. Regelmatig bezoeken wij ook verschillende postzegelbeurzen met onze jeugd. Bijvoorbeeld de Eindejaarsbeurs, of Postex. Om het nog leuker te maken zou het fijn zijn als er nog meer leden komen. Want hoe meer, hoe beter. Kom eens kijken met een vriend of vriendinnetje op elke 3e woensdag van de maand in buurtcentrum Op Dreef, tel. 055-5218688. Misschien tot de volgende keer. Elselien ten Voorde

Filakrant per post ontvangen? Toezending van de Filakrant is alleen mogelijk bij vooruitbetaling van de portokosten (NL e 2,16, België e 4,50) op bankrekeningnummer: 39.31.20.112 t.n.v. V.O.V.V. Apeldoorn, onder vermelding van naam, adres, postcode en woonplaats.

16 februari - Postzegelmanifestatie Noord 2012 - Sporthal De Hullen - Roden (NL) (geen Koopjescorner) 23 & 24 maart - Antwerpfila - Bouwcentrum - Antwerpen (B) 7 september - Hollandfila - De Veluwehal - Barneveld (NL) 28 & 29 september - Antwerpfila - Bouwcentrum - Antwerpen (B) 27 & 28 december - Stamptales - De Veluwehal - Barneveld (NL)

!

GROTE VERZAMELBEURS NUNSPEET

ZATERDAG 4 MEI 2013 250 METER VERZAMELOBJECTEN PHILATELIE STERK VERTEGENWOORDIGD POSTZEGELS -TELEFOONKAARTEN MUNTEN - ANSICHTKAARTEN - BRIEVEN

SPORTCENTRUM ‘DE BRAKE’ OOSTEINDERWEG 19 NUNSPEET VAN 10.00 - 16.00 UUR

ENTREE IS GRATIS

GRATIS PENDELBUSJE VAN / NAAR STATION NUNSPEET

INFO VIA: POSTZEGELVERENIGING NUNSPEET tel. 0341 - 256163 www.wijverzamelenpostzegels.com AFDELING NUNSPEET

Nunspeet, augustus 2009.

7


8

FILAKRANT 2013

+ + + Beurzen van 2013 + + + Beurzen van 2013 + + + Beurzen van 2013 + + + Beurzen van 2013 + + + 25 T/M 27 JANUARI - FILATELIEBEURS LOOSDRECHT Achmea Health Center, Loosdrecht. 25 jan. 13.00-18.00 uur. 26 jan. 10.00-17.00 uur. 27 jan. 10.00-16.30 uur. Handelaren: ± 60. Verenigingen e.d.: ± 30. Organisatievorm: Stichting. Grootte in m2: ca. 1600

Handel: Uitgebreid en hoogwaardig aanbod. De N.V.P.H. gaat als organisatie opnieuw deelnemen aan de beurs. Dit kan een kwaliteitsverbetering voor de beurs betekenen, maar het kan ook als nadeel hebben dat er daardoor weer minder ruimte beschikbaar is voor andere (semi) handelaren. Pluspunten: Gratis toegang. Gratis parkeren. O.V. -Pendelbus. Mooi restaurant met zitjes. Veel N.V.P.H.-leden.Veel andere (semi) handelaren. Post.NL en Duitse Post.Veel gespecialiseerde verenigingen. Stoelen bij (semi) handel. De 2013 filakrant gratis af te halen (ook in aantallen) Plattegrond wordt uitgedeelt en handelaren zijn kenbaar met badge. Minpunten: Slechte locatie. Slecht (vals) licht en te koude hal. Gevaarlijke trap naar de hal. Geen stoelen bij N.V.P.H. stands. Teveel en te dominant aanwezige promotiestands. Géén jeugdactiviteiten. Hoge standprijs. 3 dagen is te lang. 8 & 9 FEBRUARI - HOLLAND COIN FAIR World Forum, Churchillplein 10, 2517 JW Den Haag. vrijdag 8 febr. 16.00-21.00 uur. zaterdag 9 febr. 10.00-16.30 uur. Toegang €. 5,00 Organisatievorm: Stichting Grootte in m2: ca. 1500

Handel: Alleen in Den Haag treft u één keer per jaar de leden van de Ned.Ver. van Muntenhandelaren (N.V.M.H.) bij elkaar. Gezamelijk verzorgen zij een uitgebreid aanbod in munten, penningen en bankbiljetten van uitstekende kwaliteit. Ook zijn er buitenlandse muntenhandelaren en een aantal munt/penninggerelateerde organisaties. Dit jaar zal tevens de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) aanwezig zijn. Tijdens de Holland Coin Fair wordt traditiegetrouw exclusief de HCF-muntset verkocht. In de reeks museumschatten zal de set in 2013 in het teken staan van het Rijkmuseum voor Oudheden. Tussen de ‘gewone’ muntsets zullen ook dit jaar weer rondom een aantal exemplaren zitten met daarin een zilveren penning. Een waar collectorsitem die zomaar in uw handen kan vallen! De beurs is ruim opgezet met stoelen voor bezoekers die eens uitgebreid willen snuffelen. Locatie: Zoals u gewend bent vindt de Holland Coin Fair plaats in het World Forum Den Haag. Voor meer informatie over bereikbaarheid en parkeren gaat u naar www.worldforum.nl De Hollandcoinfair is een initiatief van de Stichting Bevordering Numismatiek (SBN) 16 FEBRUARI POSTZEGELMANIFESTATIE NOORD 2013 Sportcentrum De Hullen, Centuurbaan Zuid 6, 9301 HX Roden. 10.00-16.00 uur.Toegang €. 4,-. Jeugd gratis tot 17 jaar. Voor wie met openbaar vervoer komt, is er een pendelbus beschikbaar. Aantal Handelaren: ± 50 Verenigingen e.d.: ± 5 Organisatievorm: Commercieel/WB-evenementen i.s.m. Fil.ver.Roden. Grootte in m2: ca. 1500

Handel: Redelijk aanbod met voldoende variatie. Pluspunten: Voldoende gratis parkeerplaatsen. Ruime lichte hal. Gezellige en goed betaalbare catering. Uitgebreid jeugdprogramma (V.O.V.V.) Stoelen bij de stands.Vrij toelatingsbeleid.Veel goedkope stands. Filakrant gratis verkrijgbaar. Minpunten: Waardeloze vloerafdekking. Eigenlijk alleen goed bereikbaar voor N.O.-Nederland. (Te) hoge entree voor regionale beurs. Handelaren niet kenbaar d.m.v. naambadge. 23 & 24 MAART - ANTWERPFILA Bouwcentrum, J.van Rijswijcklaan, Antwerpen. 23 mrt. 10.00-17.00 uur. 24 mrt. 10.00-16.00 uur. Toegang €.3,Aantal Handelaren: ± 60-70.Ver. e.d.: ± 5 Organisatie: F.N.I.P. Grootte in m2: ca: 3000

2 T/M 4 MEI - BRIEFMARKENMESSE - ESSEN Messehaus Süd Halle 1A Norbertstraße, D-45131 Essen (Duitsland) 2 en 3 mei. 10.00-18.00. 4 mei. 10.00-17.00 uur. Toegang gratis Handelaren en postagentschappen: ca. 110 Organisatie: Jan Billion, Grootte in m2: ca.3500.

Handel: Grote internationale beurs met veel stands. Doordat dit de dichtsbijzijnde beurs met veel postagentschappen is wordt de beurs ook druk bezocht door Nederlanders. Pluspunten: Gratis toegang. Goed bereikbaar, ook vanuit Nederland. Mooie entree met roltrappen. Goed licht.Veel postagentschappen aanwezig. Minpunten: Rommelig geheel en daardoor onoverzichtelijk. Betaald parkeren ! Te dure catering boven, te slechte catering beneden. Broodje en koffie zelf meenemen, maar dan helaas wel buiten opeten. Teveel veilinghuizen en materiaalfabrikanten aanwezig. 4 MEI – NUNSPEET Sport- en recreatiecentrum ‘De Brake’, Oosteinderweg te Nunspeet. 10.00-16.00 uur. Toegang en parkeren gratis. Gratis (O.V.) pendelbus. Aantal Handelaren: ± 60 Organisatievorm: Vereniging. Grootte in m2: ca: 1500

Handel: Een goed tot zeer goed aanbod met een internationaal karakter.Veel Nederlanders zijn er vaste bezoeker en dat zegt eigenlijk al genoeg. Pluspunten: Een goed en internationaal aanbod. Gemoedelijke sfeer. Makkelijk bereikbaar via snelweg. Veel gelegenheid voor gratis parkeren. Weinig promotiestands. Ruim van opzet met voldoende licht. Goed te combineren met een weekendje Antwerpen. Uitgebreid jeugdprogramma (V.O.V.V.) en koopjescorner. Gratis FNIP-nieuws en Filakrant. Veel gratis toegangsbonnen in omloop. Handelaren kenbaar d.m.v. badge. Stoelen bij de stands. Minpunten: Zaalcateraar met een beperkt assortiment. Weinig of geen semi-handel. Gèèn of nauwelijks gespecialiseerde verenigingen/studiegroepen. Bij warm weer slechte luchtverversing. Andere Horeca in en bij het hallencomplex was najaar 2012 gesloten. 6 & 7 APRIL - PAPERMONEY MAASTRICHT De Poffermolen, Plenkertstraat 50,Valkenburg. 6 & 7 april. Toegang €. 10,-. c.q. €. 5,-. Aantal Handelaren: ± 200 Organisatievorm: Commercieel Grootte in m2: ca. 2000 m2

Handel: Ca. 200 stands met deelnemers uit niet min-der dan ca. 70 landen.Van Nieuw-Zeeland tot Canada, van Singapore tot Zuid-Amerika enz. enz. Een bont en internationaal gezelschap van verzamelaars en handelaren die bezig zijn met papiergeld (de voertaal is voornamelijk Engels…) Pluspunten: Grootste aanbod in de wereld. Aangeboden wordt papiergeld uit de gehele wereld A-Z, waaronder natuurlijk ook Nederlandse biljetten. Dit wordt aangevuld met historische waardepapieren. Speciaal voor de handel ook grotere hoeveelheden in bundels. Bankfris of gebruikt. Handelaren kenbaar aan naambadge. Ideale beurs voor een gezellig weekendje Valkenburg. Minpunten: Betaald parkeren. Onoverzichtelijk. Hoge standprijs.

Handel: Een beurs met ca. 45-60 filateliestands aangevuld met andere verzamelgebieden zoals munten en ansichtkaarten. Het aanbod is redelijk en divers. Alweer de 18e keer als regionale trekker. De sfeer is gemoedelijk en ongedwongen zoals dat eigenlik hoort wanneer een filatelievereniging iets organiseerd (N.V.P.V.-Nunspeet). Pluspunten: Ruime en goed verlichte sporthal. Gratis toegang. Gratis parkeren. Gratis (O.V.) pendelbus. Overzichtelijke indeling. Stoelen bij de stands. Minpunten: Matige (sporthal) catering. Geen plattegrond en handelaren niet kenbaar. Niet al te veel parkeerplaatsen bij de hal. 11 MEI - FILANUMIS Euretco Expo Center Meidoornkade 29, 3992 AE Houten. 9.30-16.00 uur. Toegang vanaf 16 jr. €.4,-. Gratis parkeren. Handelaren: ± 50. Filatelie en ± 50 Munten Organisatievorm: Commercieel/ WB-Evenementen. Grootte in m2: ca.3000

Handel: Gecombineerde beurs met zowel filatelie als numismatiek. Met in beide categorieën zo’n 50 stands is dit een flinke beurs te noemen. Het aanbod zal zeker redelijk tot goed zijn. Locatie: Centraal gelegen nabij de A27 en dus goed bereikbaar. Voldoende gratis parkeerplaatsen. Een ruime en goed verlichte zaal. Pluspunten: Stoelen bij de stands. Vrij toelatingsbeleid dus ook semi-handel. Laatste beurs voor de zomerstop. Weinig of geen promotiestands. Minpunten: Handelaren niet kenbaar aan naambadge. Door de vele pilaren niet echt overzichtelijk. Zaalcatering is matig ( helemaal als men dan het restaurant sluit) Gèèn jeugdprogramma. Gèèn gespecialiseerde verenigingen of studiegroepen.


FILAKRANT 2013

9

+ + + Beurzen van 2013 + + + Beurzen van 2013 + + + Beurzen van 2013 + + + Beurzen van 2013 + + + 6 & 7 SEPTEMBER - HOLLANDFILA De Veluwehal, Nieuwe Markt 6, 3771 CB Barneveld. 10.00-17.00 uur. Toegang €. 3,-. Jeugd gratis t/m 16 jr. Station Barneveld op ca. 400 meter lopen. Ook kunt u gebruik maken van het transferium. Gratis parkeermogelijkheden in de wijken nabij de hal en de grote parkeerplaats de Vetkamp. Handelaren: ± 120. Ver. e.d.: ± 20 Organisatie: Vereniging V.O.V.V. i.s.m. Fil. ver. De Globe en Fed. IV-Philatelica. Groote in m2: ca: 3000

Handel: Het aanbod is geweldig. Dit is Nederlands grootste filateliebeurs! Een enorm aantal officiële handelaren waaronder een groot aantal NVPH-leden en buitenlandse handelaren, grote inloopstands, geselecteerde semi-handelaren uit binnen- en buitenland, grote uitzoekbergen enz. enz. De hal is goed verlicht. De ruime en overzichtelijke opstelling van de beurs alsmede het grote aantal zitplaatsen is duidelijk bedoeld om filatelisten de rust en ruimte te geven die ze bij andere beurzen nog wel eens te kort komen. Er zijn géén tentoonstellingen en ook géén ruiltafels. Een echte handelsbeurs waarbij iedere filatelist iets van zijn gading kan vinden. Jeugd: Op zat. 7 september organiseert de commissie jeugdfilatelie van De Globe in de toneelzaal in samenwerking met de jeugdleiders van De Postduif, IV-Philatelica e.a. een speciale jeugddag. Er is een uitgebreid (spannend) spellencircuit. Er zijn veel postzegels en prijzen te verdienen. Prachtige albumbladen (zoals bij Stamptales). Deze dag wordt afgesloten met een grote jeugdveiling. Locatie: Prachtig centraal gelegen en zowel per auto als O.V. goed bereikbaar (station op 400 m.). Er zijn veel gratis parkeerplaatsen in de nabije omgeving (o.a. De Vetkamp). Maar doordat de beurs veel bezoekers trekt moet u toch soms echt een stukje lopen. De hal ligt tegen de gezellige dorpskern aan, dus alle voorzieningen als banken, winkels, eethuisjes e.d. bevinden zich binnen loopafstand. De hal zelf heeft een gemoedelijke en ruimtelijke uitstraling en is schitterend verlicht. Er is een gezellig en goed restaurant met een ruime keus en betaalbare prijzen. Pluspunten: Ruime en overzichtelijke opstelling. Stoelen bij de stands. Zeer goede verlichting. Enorm aantal handelaren. Bij centrum gelegen. Goed bereikbaar met O.V. Goed restaurant. Op zaterdag een uitgebreid jeugdprogramma. Veel gespecialiseerde verenigingen. Gratis taxaties. Weinig promotiestands. Handelaren kenbaar aan naambadge. Minpunten: Soms lang wachten bij restaurant. Geen gratis parkeerplaatsen direct bij de hal. 21 SEPTEMBER - MUNTMANIFESTATIE Hotel van der Valk, Balkweg 1, 9405 CC Assen. 9.30-16.00 uur. Toegang vanaf 16 jr. €.4,-. Gratis parkeren. Bereikbaar met openbaar vervoer. Aantal Handelaren: ± 100.Ver. e.d.: ± 10 Organisatievorm: Commercieel.WB.-evenementen. Groote in m2: ca. 1500 m2.

Handel: Speciaalbeurs voor verzamelaars van munten, penningen en papiergeld. Locatie: Goede ligging nabij de snelweg. Een grotere locatie zou beter zijn voor deze beurs. Er is beneden een kleine catering maar u kunt natuurlijk ook naar het van de Valk restaurant boven. Pluspunten: Veel gratis parkeerplaatsen. Groot en internationaal aanbod. Stoelen bij de stands. Vrij toelatingsbeleid. Minpunten: Benauwend en rommelig geheel. Géén jeugdactiviteiten. Eén dag te weinig?

29 & 30 SEPTEMBER - ANTWERPFILA Bouwcentrum, J. van Rijswijcklaan, Antwerpen. 28 sept. 10.00-17.00 uur. 29 sept.10.00-16.00 uur. Toegang €.3,- (Zie bespreking 23 & 24 april) 29 & 30 SEPTEMBER PAPERMONEY MAASTRICHT De Poffermolen, Plenkertstraat 50,Valkenburg. 29 & 39 sept. Toegang €. 10,- c.q. €.5,-. Handelaren: ± 120.(waaronder ook munten) ( zie bespreking 6 &7 april) 18 - 20 OKTOBER - POSTEX Americahal, Laan van Erica 50, 7321 BX Apeldoorn 18 & 19 okt. 10.00-17.00 uur. 20 okt. 10.00-16.00 uur. Toegang €. 5,- p.p. Jeugd t/m 17 jr. gratis. Handelaren: ± 50. Verenigingen e.d.: ± 25 Organisatievorm: Stichting. Grootte in m2: handel ca. 2000. rest: 2000.

Tentoonstelling en handel: Voor liefhebbers van tentoonstellingen en groots opgezette evenementen een absolute aanrader. De hele wereld der filatelie in één hal. Als verzamelaar kun je weinig snuffelen. Doordat de beurs alleen officiële handelaren toelaat is het assortiment beperkt. Gezien de grootte van de hal staan er ook relatief weinig handelaren. De ruis (alles wat géén postzegels verkoopt) overheerst aan alle kanten. Als beurs is het dus minder geslaagd. Natuurlijk is Post.nl aanwezig en zo’n 25 postzegelhandelaren van de N.V.P.H. aangevuld met veilingen, albumfabrikanten en toebehoren. Een tiental buitenlandse handelaren en enkele niet N.V.P.H.-leden. Het blijft helaas staan !!! Verenigingen e.d.: Er zijn een flink aantal gespecialiseerde verenigingen aanwezig. Jeugd: Er zijn jeugdaktiviteiten m.m.v. JFN maar deze hebben niet altijd wat met filatelie te maken. Locatie: Zeer goede locatie met uitstekend licht. Goed bereikbaar en ruim voldoende gratis parkeerplaatsen. Helaas (nog steeds) niet veel voorzieningen in de nabije omgeving. Dat is jammer want de catering in de hal is tot nu toe (2012) in prijs/kwaliteit verhouding het slechts van alle besproken beurzen. Pluspunten: Ruime goed verlichte hal. Veel gratis parkeerplaatsen. Goed bereikbaar met O.V. Veel gespecialiseerde verenigingen. Handelaren kenbaar aan naambadge. Minpunten: Prijs/kwaliteit verhouding catering slecht. Veel te veel overbodige stands waarmee de zaal wordt opgevuld. Staan bij de N.V.P.H.-handelaren. Geen semihandel aanwezig. Entree zou best lager mogen. 27 & 28 DECEMBER - EINDEJAARSBEURS De Veluwehal, Nieuwe Markt 6, 3771 CB Barneveld. 10.00-17.00 uur. Toegang €. 3,-. Jeugd gratis t/m 16 jr. Station Barneveld op ca. 400 m. lopen. Ook kunt u gebruik maken van het transferium. Gratis parkeermogelijkheden in de wijken nabij de hal en parkeerplaats de Vetkamp. Aantal handelaren: ± 110 filateliestands en ± 35 munten, bankbiljetten en ansichtkaarten. Verenigingen e.d. ± 20 Organisatievorm: Vereniging V.O.V.V. Groote in m2: 3000

Handel: Beurs met enorme wachtlijsten en een gigantisch aantal deelnemers.Voor de filatelie geldt hetzelfde verhaal als bij Hollandfila. Echter, toch andere stands aanwezig.Vanwege het ruimtegebrek staat deze beurs minder veel grote stands toe. Door het voeren van strenge regels, brede paden, schitterende banieren en zaalaankleding oogt de beurs fantastisch! De beurs kent ook een apart gesitueerd en redelijk groot segment met een divers aanbod in munten, penningen en bankbiljetten. Tevens een aantal grotere stands met ansichtkaarten. Verenigingen: Er zijn veel gespecialiseerde verenigingen aanwezig. Jeugd: Zie stamptales hieronder. Locatie: Zie de beursbespeking van Hollandfila. Echter, doordat de beurs inmiddels is uitgegroeid tot hét evenement dat je écht niet moet missen zijn de bezoekersaantallen ook dusdanig groot dat je langer bezig kunt zijn om je auto kwijt te raken. Er kunnen dus ook wachttijden bij de handelaren ontstaan. Dit geldt ook voor het restaurant. Aangezien de (kerst) sfeer en gemoedelijkheid van deze beurs fantastisch is hoeft u zich daardoor niet te laten weerhouden van een bezoek. Filakrant: Op de eerste dag van de eindejaarsbeurs verschijnt de Filakrant voor het daaropvolgende jaar. Pluspunten: Zie Hollandfila, echter op deze beurs ook veel handelaren met penningen, munten en bankbiljetten. Tevens ook ansichtkaarten. Minpunten: Zie Hollandfila. Kan soms echt te druk zijn vooral voor de openening. 27 & 28 DECEMBER - STAMPTALES Toneelzaal Veluwehal, Nieuwe Markt 6, 3771 CB Barneveld. 10.00-17.00 uur. Voor iedereen gratis toegang echter het jeugdprogramma is alleen voor jeugd t/m 17 jr.

Het grootste jeugdevenement van de Benelux, en misschien wel van Europa. Dit steeds internationaler wordende jeugdevenement wordt gesponsord door de eindejaarsbeurs. Er wordt ieder jaar voor een bepaald thema gekozen waarop de zaalinrichting wordt afgestemd. Groot en uitgebreid spellencircuit die allemaal iets te maken hebben met postzegels en/of het gekozen thema. Schitterende jeugdbladen die de deelnemers in hun eigen Stamptalesringband kunnen opbergen.Veel jeugdleiders vanuit verschillende verenigingen en landen werken nauw samen tijdens dit evenement. Dit is uniek te noemen ! Zelfs voor munten is er een leerzaam jeugdprogramma. Jeugdveiling: Elke dag wordt afgesloten door een grote en uitgebreide jeugdveiling met prachtige kavels.

Belangrijk voor beursbezoekers

Controleer altijd voor u gaat of het betreffende evenement wel doorgaat. (b.v. via een website of bel met de organisatie). Beurzen kunnen verschoven worden, hallen kunnen failliet gaan evenals commerciële organisaties. Hoewel het u op alle beurzen kan overkomen dat u tegen niet-deugende waren aanloopt, is deze kans een stuk groter op beurzen met een volledig vrij toelatingsbeleid van commerciële organisatoren (meestal zonder naambadge). Hoewel van oorsprong niet zo bedoeld hebben veel stichtingen ook commerciële belangen. Anders dan verenigingen kan het bestuur zichzelf fors belonen. Meldt niet-deugende handel ten allen tijde bij de organisatie zodat deze maatregelen kan treffen. Zorg voor voldoende kleingeld b.v. voor parkeerautomaten en/of toiletbezoek. Ook is het handig om met gepast geld bij de kassa te betalen. Als u niet te veel contanten mee wilt nemen controleer dan of pinnen in de nabije omgeving van de beurs mogelijk is (u weet immers nooit waar u tegen aan loopt). Voorzie tassen, catalogi etc. van uw naam! Als u met de auto bent onthoud dan waar u hem hebt geparkeerd.


10

FILAKRANT 2013

  



 

        

    



   

 

www.filafair.nl

Filafair... 2013 is meer dan alleen postzegels verzamelen! scaled based to 400 on me % from wid th heig 27 mm asurem actual stam ht 31 ents p size mm .

al actu from ts 400% suremen ea ed to scal d on m base 27 mm m th wid ht 31 m heig

e. p siz

stam

nationale postzegelbeurs Filafa ir

...

r...

i Filafa

Actual size wid th heig 27 mm ht 31 mm

Eurosty le fon perplat t e Got ‘Filafair hic fon ’ ‘201 t 0’

Cop

nt yle fo ir’ fa ‘Fila nt fo thic 0’ e Go ‘201 plat st Euro

spandoek_300x100cm.indd 1

19-08-2011 09:17:42

4e Nationale postzegelbeurs Maastpoort Sport & Events er

Copp

e al siz Actu 27 mm m th wid ht 31 m heig

Marathonloop 1 te ’s-Hertogenbosch

19 & 20 april 2013

Fila

.. . r i fa

Vrijdag van 10.00 u t/m 17.00 u Zaterdag van 10.00 u t/m 16.00 u

met nationale en internationale standhouders

.

VARSSEVELD 8-9-10 MAART 2013 MET BEURS EN JEUGDHOEK Vrijdag 8 maart Zaterdag 9 maart Zondag 10 maart

19.00 t.m. 22.00 10.00 t.m. 18.00 10.00 t.m. 16.00

VAN PALLANDTHAL

Van Pallandtstraat 4 * 7051 DE Varsseveld

Inl: Henk Grievink T 0544375707 (na 18.00 uur) E henkgrievink@hotmail.com www.deglobe-achterhoek.nl


FILAKRANT 2013

11

+ + + Op bezoek bij buitenlandse beurzen + + + Op bezoek bij buitenlandse beurzen + + + Op bezoek bij

PSS convention in Albuquerque (New Mexico – U.S.A.) 2012 Zie mijn artikel over precancels (voorafstempelingen) in de Filakrant van 2012, pagina 31.

Als je naar Amerika vliegt mag je maar 23 kilo bagage meenemen; dat is natuurlijk niet veel. Elke meeting wordt er gevraagd een aantal zegels of collecties te doneren voor de veiling. Dit wordt zeer gewaardeerd, aangezien de kosten voor zo’n meeting worden betaald door de organiserende precancelclubs. In dit geval waren de precancelclubs uit Texas en Zuid-California de organisatoren. Natuurlijk heb ik ook een goede waardevolle precancel gedoneerd en tevens een pak stroopwafels. De stroopwafels werden verkocht voor $ 9,00. Elk jaar neem ik een groot aantal pakken stroopwafels mee om uit te delen en onze Amerikaanse verzamelaars weten inmiddels hoe lekker ze zijn.

Eindelijk was het weer zover: de jaarlijkse conventie van de Precancel Stamp Society ( PSS - De Amerikaanse vereniging van Voorafstempelingen). Op vrijdagmorgen 3 augustus vloog ik naar Phoenix (Arizona) om eerst ons lid en mijn vriend Matt Stephenson te bezoeken. Na een lange vlucht met een tussenstop in Philadelphia, kwam ik om 6 uur s’avonds aan in Phoenix. Het tijdsverschil met Nederland bedraagt 9 uur, dus voor mijn gevoel was het midden in de nacht. Nadat ik mijn koffer had opgehaald, zag ik vrij snel dat Matt al op me stond te wachten. Eerst hebben we mijn spullen naar Matt’s huis gebracht. Matt had me namelijk gevraagd om stroopwafels mee te nemen. We wilden niet de stroopwafels in de auto laten, want de temperatuur is daar s’avonds ook nog boven de 40 graden Celsius; de stroop in de wafels zou smelten en een grote smeerboel worden. We hadden namelijk afgesproken om met Jim en Gary Callis uit te gaan eten; zij hadden hun vriend George Killinsky bezocht die in Arizona woont. Jim en Gary wilden zaterdag naar Albuquerque rijden. Gelukkig had ik zaterdag de tijd om te wennen aan het grote tijdsverschil en had genoeg tijd om een aantal van Matt’s collecties door te werken. Samen hebben we Matt zijn auto vol geladen met precancels en perfins (firma perforaties) die Matt verkoopt. Zondagmorgen zijn we rond half acht op pad gegaan naar Albuquerque; een rit van ongeveer 7 uur. Tijdens de rit konden we genieten van prachtige landschappen.Voor diegene die cowboyfilms kijkt, weet precies wat ik bedoel. ‘s-Middags aangekomen bij het hotel hebben we snel ingecheckt om direct al een aantal handelaren en verzamelaars te ontmoeten. Maandagmorgen is gereserveerd om de zaal voor de handelaren in te richten. Samen met Matt hebben we zijn spullen uitgeladen en was ik klaar om me te storten op de miljoenen precancels, die daar tijdens zo’n meeting aanwezig zijn. Alle bekende precancelhandelaren waren aanwezig. De zaal gaat ‘s morgens om 08.00 uur open en sluit ongeveer om 23.00 uur ‘s-avonds, maar dat wordt regelmatig later. Een niet verzamelaar kan niet begrijpen dat je dagenlang van ‘s-morgens tot ‘s-avonds bezig bent met precancels; zij zijn ook niet ‘besmet’ met het precancel virus. Jim Callis had van zijn vriend George Killinsky twee grote verhuisdozen met literatuur meegekregen om te doneren aan de PSS. Gelukkig liet Jim mij eerst nakijken wat ik kon gebruiken en vond ontzettend veel materiaal voor mijn literatuurcollectie. Zelfs zoveel dat ik Phil Cayford heb gevraagd een gedeelte te bewaren voor mij en volgend jaar weer mee te nemen.

Woensdag is de eerste businessmeeting. Tijdens deze meeting worden een aantal zaken besproken en is het gebruikelijk dat de aanwezige leden zich voorstellen en vertellen waar zij vandaan komen en wat zij verzamelen. Na deze meeting wordt altijd een groepsfoto gemaakt. Daarnaast werd er dit jaar nog een andere foto gemaakt van de aanwezige voorzitter en zijn acht voorgangers. Zelden gebeurd het dat er 9 (ex)voorzitters aanwezig zijn tijdens een conventie. Donderdagmiddag was de veiling en met de vele kavels die aanwezig waren, duurde het vrij lang en werd er flink geboden op de kavels. Vrijdag werd ‘s-morgens de tweede businessmeeting gehouden. Tijdens deze meeting werd een nieuwe voorzitter en raad van bestuur benoemd. De voorzitter blijft twee jaar voorzitter voordat hij zijn taak overgeeft aan zijn opvolger. De raad van bestuur, bestaand uit 4 leden, voert haar taken voor vier jaren uit. Daarna volgt in de middag de catalogusmeeting. Tijdens de catalogusmeeting worden alle zaken met betrekking tot catalogi besproken. Momenteel wordt aan diverse projecten gewerkt door verschillende verzamelaars. Eén van deze projecten is de Classic catalogus deel II; hierin komen met name alle Washington/Franklin precancels en andere zegels uit de periode 1908 tot en met 1921. Een enorm project dat zeker nog twee jaar in beslag neemt voordat deze catalogus klaar is. Er zijn erg veel naslagwerken en catalogi beschikbaar voor de zeer vele precancels. Zaterdag, jammer genoeg alweer de laatste dag. Zelf had de conventie voor mij nog weken mogen duren, want er is zoveel materiaal aanwezig. Het is onmogelijk om in die week alle aanwezige albums door te kijken. Aan de andere kant is het maar goed ook dat het afgelopen is, want ik was al flink over mijn budget heen ... . Zaterdagavond wordt traditioneel afgesloten met een diner. Na het diner wordt altijd de ‘Travelers Hat’ uitgereikt. Diegene die het verst gereisd heeft moet de ‘hat’ (hoed) op: een rare pet met lang haar en daarbij een bijpassende ‘Marx-brothers’ bril. Wie had nu het verst gereisd? Ik was weer diegene die het verste had gereisd, maar de regels zeggen dat je nooit deze ‘Travelers Hat’ twee jaar achter elkaar kan winnen, ik was namelijk afgelopen jaar de ‘gelukkige’. Zondagmorgen zijn Matt en ik teruggereden naar Arizona. Onderweg zijn we gestopt bij het ‘National Park’ met het ‘Petrified Forest’. Een prachtig natuurverschijnsel met versteende bomen die zo’n 225 miljoen jaar oud zijn. Die dag hebben we een andere route genomen om onderweg

prachtige bergen en Canyon’s te zien.‘s-Avonds aangekomen de spullen uitgeladen bij een temperatuur van 112 graden Fahrenheit, ruim 40 graden Celsius. Het koelt daar ‘s-avonds bijna niet af, maar gelukkig heeft Matt airconditioning is zijn gehele huis. De afgelopen weken waren weer fantastisch met vele nieuwe mooie precancels voor mijn collectie en een berg literatuur. Daarnaast is het geweldig om tijdens zo’n conventie zoveel andere leuke precancel verzamelaars en enkele echtgenotes van deze verzamelaars te ontmoeten. Deze mensen geven me elke conventie een warm gevoel; het is één grote familie. Het aantal bezoekers van zo´n groot evenement bedraagt ongeveer 100 verzamelaars en/of handelaren; daarnaast zijn er ook nog eens ongeveer 25 echtgenotes, die gedurende die week een eigen programma hebben. Door mijn werk ben ik gedurende een aantal jaren woonachtig in Amerika geweest. Naar mijn bescheiden mening het ‘Walhalla’ op precancelgebied. Er zijn natuurlijk nog vele andere landen die precancels hebben uitgegeven, maar geen enkel land ter wereld heeft zo’n grote variatie en hoeveelheid aan precancels. Ik heb gedurende die buitenlandplaatsing mijn verzameling flink uit kunnen breiden. Niet alleen precancels, maar ook een enorme collectie aan naslagwerken en tijdschriften heb ik in Amerika kunnen kopen. Daar haal ik vele leuke artikelen uit, die ik dan weer vertaal en bewerk voor onze eigen Nederlandse precancelclub, de Studiegroep Voorafstempelingen. Waarschijnlijk zult u ook nooit een verzameling precancels ‘compleet‘ krijgen, maar het plezier die u aan dit verzamelgebied beleefd is enorm. Het aantal precancels bedraagt bijna 2 miljoen verschillende. Natuurlijk duizelt iedereen die ziet hoeveel verschillende Amerikaanse precancels er zijn. Laat u zich hier vooral niet door afschrikken. Er zijn zeer veel mogelijkheden om deze precancels te sparen, zoals een bepaalde serie, een bepaalde zegel, een bepaalde Staat, steden met Nederlandse namen, steden langs route 66, Nederlandse plaatsnamen in Amerika, fouten op precancels, perfinned precancels etc. tal van mogelijkheden om precancels te sparen. Over het algemeen zijn precancels niet duur en zeer gevarieerd. Als u ‘geprikkeld’ bent door dit artikel kijkt u dan eens op de website van de Nederlandse precancelclub: www.precancel.nl of nog beter wordt lid van de Nederlandse studiegroep van voorafstempelingen voor slechts € 12,50 per jaar. Deze vereniging beschikt over een grote bibliotheek op het gebied van precancels. Gezellige bijeenkomsten, veilingen en rondzendingen. Tijdens de meeting in Albuquerque heb ik weer drie Amerikanen lid van onze Nederlandse precancel vereniging kunnen maken. Er wordt me regelmatig gedurende zo´n week gevraagd waarom er niet meer leden van onze Nederlandse vereniging komen. Ja, mij is dat ook niet duidelijk. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe prettig het is om daar te zijn en ik kijk alweer uit naar de volgende conventie die gehouden wordt in Chattanooga - Tennessee van 20 - 24 augustus 2013. Wellicht zie ik u daar ook? Wellicht koppelt u een korte vakantie aan een bezoek van zo’n bijeenkomst vast; bijvoorbeeld Memphis (Graceland) ligt niet al te ver van Chattanooga.

FILAKRANT 2014 KOMT UIT OP 27 DECEMBER 2013


12

FILAKRANT 2013

buitenlandse beurzen + + + Op bezoek bij buitenlandse beurzen + + + Op bezoek bij buitenlandse

Salon du Timbre 2012 Al vele jaren hebben we op de Eindejaarsbeurs twee standhouders uit Parijs. Eén van hen heeft regelmatig gevraagd om eens een kijkje te komen nemen op de Salon du Timbre in Parijs. “Dat is een grootschalig evenement, waar veel voor de jeugd wordt gedaan”, zo luidde de aanbeveling. Dit jaar bood een gaatje in de agenda een uitgelezen mogelijkheid om eens in Parijs te gaan kijken. De beurs werd gehouden van 8 t/m 17 juni. Op zaterdag 16 juni was het zo ver. Met metrolijn 1 reizen we naar de halte Château de Vincennes. Bij de uitgang van het metrostation staat een toeristentreintje gereed, dat filatelisten naar de ingang van het Parc Floral brengt.

Bij de ingang van dat park stappen we uit. Bezoekers aan de beurs kunnen voor € 1 een toegangskaartje voor het Parc Floral kopen. Omdat het steeds harder gaat regenen, hebben we geen oog voor dit park, maar gaan we snel naar binnen. We zoeken eerst de eigenaar van

Marigny Philatélie op en schudden hem de hand. Hij vindt het leuk dat we er zijn, maar heeft het erg druk met een belangrijke klant. Kortom, hij heeft geen tijd voor ons en handel is handel, dat begrijpen wij ook wel. We doen wat inkopen bij de posterijen van Monaco, twee leuke velletjes, beide gewijd aan het huwelijk van Prins Albert. Verder valt de beurs ons wat tegen. In Frankrijk lijkt postzegels verzamelen duidelijk een elitaire hobby, de handel biedt vooral dure stukken aan. Het is natuurlijk wel zo dat deze beurs maar liefst tien dagen wordt gehouden en alleen al daarom zal er vooral professionele handel staan. De activiteiten voor de jeugd richten zich tot onze verbazing helemaal niet op postzegels verzamelen. Slechts het decor toont postzegels van het thema dat onder de aandacht van de jeugd wordt gebracht. Kinderen kunnen kalligrafie leren, een aardewerk schaaltje maken of met houten blokjes een groot bouwwerk maken.

We brengen nog een bezoek aan de Franse post. Peter informeert naar de Coffret Marianne Etoiles d’Or. Hij heeft op een website gezien dat de alsmaar aanzwellende lawine van nieuwe Franse postzegels dit jaar wordt aangevuld met een doos, waarin vijftien velletjes zitten met elk vier frankeerzegels van Marianne de Beaujard, waarvan één in grootformaat. Daarna zijn er étoiles d’or, gouden sterren, op gedrukt. Dit setje, in een gelimiteerde oplage van 6000 stuks (dat is nog minder dan de eerste twee blokken van Frankrijk), had € 125 moeten kosten. De medewerker achter de balie legt uitvoerig uit dat de doos vorige week zaterdag in de verkoop kwam en op diezelfde dag omstreeks 16:00 uur uitverkocht was ... .

Wat wel aardig is, is dat je hier de zelfklevende postzegels die normaal alleen aan bedrijven worden geleverd, ook als particulier kunt kopen. Zodoende kochten we een vel van de Europazegel van dit jaar in een zelfklevende variant.

Hadden we beslist iets bijzonders op de ansichtkaarten voor onze postzegels sparende vrienden en familieleden ... . In een ander deel van de hal tonen de Franse posterijen een elektrische auto, de Renault Twizy, waarmee je op de foto kunt. Dat is dan wel weer erg leuk.

Uiteraard is een gedeelte van de hal ook gevuld met kaders waarin collecties worden tentoongesteld. De belangstelling hiervoor lijkt minimaal. Samenvattend is deze Salon du Timbre niet te vergelijken met de Eindejaarsbeurs. Het is echt een commercieel evenement van een heel ander kaliber. Jan-metde-pet die gewoon gestempelde zegeltjes verzamelt kan hier in

elk geval niet terecht. En een jeugdhoek zou naar mijn mening als doel moeten hebben: het stimuleren van de jeugd om te verzamelen. Het is een leuke ervaring om hier een keer te kijken, maar we zullen het niet zo gauw weer doen. Tijdens de zomervakantie heb ik nog een exemplaar op de kop getikt van het altijd erg fraai uitgevoerde maandblad Timbres. Daarin wordt even voorgerekend dat Laposte met dat doosje dus 6000 x € 125 = € 750.000 naar binnen harkt. Daarmee zijn de kosten van het evenement vermoedelijk wel gedekt. En passant wordt gemeld dat sommige mensen zelfs hun familieleden hadden meegenomen om deze doosjes (maximaal 2 exemplaren per klant) in te slaan.Voor mensen die speculatieobjecten als dit doosje leuk vinden: naar verwachting wordt dit evenement in 2014 weer georganiseerd met een soortgelijk filatelistisch (?) grapje. Zorg dan wel dat je er op tijd bij bent. En werk van te voren aan een goede conditie.Want achterin datzelfde maandblad Timbres schrijft de columnist Socrates: zaterdagmorgen 9 juni stonden er wel honderden filatelisten voor de ingang, die rennend en soms over heggen springend naar het paviljoen renden. Zij hadden volgens hem een goede kans gemaakt op de Olympische Spelen ... . Peter Stolk.


FILAKRANT 2013

13

Bankbiljetten/papiergeld verzamelen, De overlappingen van diverse bekende(re) hobbies met papiergeld verzamelen.

B – oudere ansichtkaarten – 20-, 30- en 40-er jaren De traditie van dit soort kaarten werd in Nederland eigenlijk pas weer voortgezet nadat de economie zich hersteld had van de gevolgen van de 1e Wereldoorlog en de crisis in de 30-er jaren. Dat was pas in de late 30-er jaren. De stijl van de kaarten was echter enorm veranderd. In die tijd wordt een ander type kaart mode : een kaart met een openklapbaar deel. “Leparello’s.” Deze komen meestal voor met daarin een opgevouwen strook met foto’s van stadsgezichten. MAAR ook met miniatuur bankbiljetten. Zo kwamen ook in Nederland deze kaarten in de mode met een klepje en daarin strookjes met – Nederlandse miniatuur bankbiljetten. De eigenlijke motieven op de kaart zelf hebben niks van doen met de biljetten. Dit type zette zich door tot in de 50-er jaren. Wat blijkt uit de op de strook als afbeeldingen gebruikte biljetten.

Onder deze titel al eerder gepubliceerd in meerdere uitgaven van de Muntkoerier in het jaar 2001/2. *Deze keer beperkt tot alleen Nederlandse Ansichtskaarten, maar ook enigszins geactualiseerd. Het is natuurlijk niet zo dat ik nu na zoveel jaren uitgekeken ben op het verzamelen van papiergeld, maar toch ... soms wil je ook wel eens iets anders! En dat heb ik gevonden! Namelijk het op alternatieve manier verzamelen van papiergeld. Zonder een vooraf “uitgestippeld“ patroon, zonder catalogi bedoel ik daar dan mee. Niet alleen maar dat afhaken van manco’s, maar gewoon op goed geluk snuffelen in albums en bakken. En tot dan toe onbekende dingen vinden. Just for fun!”. Gewoon leuk dus! Dat vind ik tenminste.. Tijdens mijn vele bezoeken aan toch vooral algemene ruilbeurzen zoals ook de Eindejaarsbeurs met een zeer divers en gemengd aanbod heb ik in de loop der jaren gezien dat men ook binnen diverse meer bekende verzamelgebieden ook papiergeldmotieven kan aantreffen. Dan heb ik het over munten, postzegels, telefoonkaarten ... en natuurlijk ansichtkaarten. Er zijn overigens zelfs bankbiljetten afgebeeld op bankbiljetten! Maar ook is dit motief aan te treffen bij de wat minder bekende verzamelgebieden. Maar dit artikel beperkt zich tot: NEDERLANDSE ANSICHTKAARTEN MET AFBEELDINGEN VAN NEDERLANDS PAPIERGELD

Mijn collectie is ca. 15 jaar geleden ontstaan, en is natuurlijk begonnen met een eerste kaart. Door toeval eigenlijk. Maar is dat niet vaak zo? Overigens ken ik maar twee andere papiergeldverzamelaars die ook dit soort kaarten “erbij” verzamelen. Een ervan alleen maar Nederlandse kaarten ... geen buitenland! Ik zoek echter uit kaarten uit alle landen. Dit is typisch zo’n collectie waarvan niemand weet wanneer deze compleet is. Er zijn nergens gegevens te vinden van wat er is gemaakt ... niemand weet wat er nog is na al die jaren! Happy Hunting!

Alleen of als collage’s met meerdere biljetten. De kaarten met collage’s bestaan vaak uit dezelfde biljetten maar anders gerangschikt ... . De variatie is echter lang niet zo groot als in Duitsland. Ca. 3000? Mijn collectie Nederland omvat inmiddels ca. 100-120 kaarten maar inklusief varianten. Zijn er misschien meer? Sommige waarden bankbiljetten zijn meerdere malen gebruikt als model voor een kaart. Men kan dit zien aan verschillende serienummers en jaartallen op de vaak gefotografeerde biljetten van dezelfde waarde. Sommige zijn ingekleurd – met de hand ... Ook zijn meerdere drukken herkenbaar, al of niet met verschillende namen van drukkerijen.. C – moderne ansichtkaarten – na 1945 Ook bij moderne ansichtkaarten komen kaarten voor met afbeeldingen van vaak moderne en in omloop zijnde biljetten (op het het tijdstip van verkoop in de boekwinkels en kiosken.) Zo zijn er veel kaarten met afbeeldingen van guldenbiljetten. Een mooi voorbeeld zijn de kaarten in 1e oplage waar de kleuren identiek waren aan de echte biljetten. In een 2e oplage moesten de kleuren op last van de Nederlandsche Bank afwijkend gedrukt worden.

Net zo min als dat ik postzegels met afbeeldingen van papiergeld verzamel vanuit een philatelistisch oogpunt (dus geen watermerk-, tanding- en papiervarianten bijv.!), verzamel ik ook ansichtkaarten niet als een echte ansichtkaarten-verzamelaar. Zo maak ik me dan ook niet druk over het wel of niet gebruikt zijn van een kaart. Of de perfekte kwaliteit ervan. Dit thema blijkt zó moeilijk te vinden dat je niet kieskeurig mag zijn ... ! Maar de gebruikte postzegels en -stempels helpen natuurlijk wel bij het dateren van de kaarten!

Graag uw reactie ... en mocht iemand van de lezers informatie of materiaal aan kunnen bieden, dan zou ik dit zeer op prijs stellen. Alvast bedankt.

Het versturen van ansichtkaarten met afbeeldingen van geld, bankbiljetten in het bijzonder, was een modeverschijnsel, en was van land tot land anders ... Vanwege de herkenbaarheid als “geld” werden vrijwel altijd uitsluitend biljetten afgebeeld die in die tijd in omloop waren. Naast het poststempel helpt ook dit gegeven om een kaart te dateren ... . A – klassieke ansichtkaarten – tot ca. 1914 De oudste Nederlandse kaarten met afbeeldingen van papiergeld (in mijn collectie tenminste!) zijn vrijwel allemaal rond 1910! Het moet toen enorm in de mode geweest zijn, want uit de periode 1910-1914 komen deze vrijwel allemaal… Niemand echter weet hoevel er bestaan. Bij de Nederlandse kaarten praten we over ca. 80 bekende kaarten. Waarvan enkele in dit artikel zullen worden beschreven en afgebeeld. Ook vrijwel alle bekende Nederlandse kaarten met afbeelding van bankbiljetten stammen uit de tijd rond 1900. In tegenstelling tot de Duitse kaarten tonen deze kaarten op een paar uitzonderingen na alleen en uitsluitend een bankbiljet. Bijna altijd zelfs nog zonder enige tekst of toevoeging ... een voor die tijd typisch nuchter Calvinistisch Nederlandse manier van doen. Afgebeeld zijn o.a. de bankbiljetten die sinds 1860 tot 1914 vrijwel ongewijzigd werden uitgegeven. De kaarten zijn zonder enige verandering of toevoeging. Zo ook de uiterst zeldzame 200, 300 en 1000 Gulden biljetten uit die periode. Ook diverse vroege “Muntbiljetten” van 10 en 50 Gulden en het eerste 10 Gulden bankbiljet zijn diverse keren afgebeeld.

maar dan anders!

Eén kaart moet heel populair geweest zijn. Deze kaart bestaat als een 10 Gulden 1900 (serienummer 01779 N) in één stuk, én als gebroken cliché. (= dunne witte streep door het midden, over de “1” van het serienummer) Want ook op de andere produkten die deze (onbekende) drukker maakte komt deze gebroken plaat steeds weer terug. Bijvoorbeeld de kaarten met als afbeelding een lederen portemonnee met een echt klepje. Hierin zit o.a. weer een dubbelgevouwen helft (!) van o.a. ditzelfde biljet! Eenzijdig bedrukt! Deze drukker maakte deze kaarten ook met “biljetten” in diverse andere waarden, met zowel linker als ook rechter helften van biljetten. Ook een apart hoofdstuk vormen de kaarten waarop slechts een linker- of rechterdeel van een biljet is afgebeeld en de rest van de kaart is gebruikt voor een ludieke tekst. Bijvoorbeeld “HAD JE ME MAAR!” Bankbiljetten als WC-rol in houder is een motief dat in meerdere landen terugkomt.

U kunt mij bereiken per: Post: Postfach 1145 – D-47547 Bedburg-Hau - Duitsland Tel. 0049-2821-7116668 E-mail: Eijsermans-events@t-online.de Jos F.M.Eijsermans, juli/augustus 2001 + november 2012


14

FILAKRANT 2013

+ + + Wist je dat ... ? Speciaal voor de jeugd! + + + Wist je dat ... ? Speciaal voor de jeugd! + + + Wist je

De gelaarsde Kat Er was eens .... een oude molenaar met drie zonen. Toen de molenaar stierf, moesten zij de erfenis verdelen. De oudste kreeg de molen, de tweede de ezel en de jongste, Hans kreeg de kat. Hoewel Hans dol was op de kat, vond hij de verdeling van de erfenis niet eerlijk, want hoe kun je nou brood verdienen met een kat? De kat had medelijden met Hans en sprak: ‘Treur niet, meester. Als je mij een paar laarzen geeft, dan maak ik van jou de gelukkigste man van de hele wereld.’ Hans wist niet wat’ ie hoorde en dacht: ‘Een kat die kan praten is wel heel bijzonder, dus misschien spreekt’ ie wel de waarheid.’

Van z’n laatste dukaten kocht hij een paar mooie laarzen. ‘Wat ga je nu met die laarzen doen?’vroeg Hans. De Kat gaf hem een ondeugende knipoog en zei: ‘Wacht maar af’. De slimme kat gooide de zak over zijn schouder en verdween. Even later stopte hij een wortel in de zak en hup, er sprong een hongerig konijn in. Hebbes, dacht de kat en hij rende met de buit naar het paleis van de koning. ‘Majesteit’ zei hij na een diepe buiging, ‘dit is een geschenk van mijn meester, de markies van Carabas..’ De kat zag dat de koning erg in zijn nopjes was met dit geschenk. Vervolgens bracht hij ook hazen en patrijzen naar het paleis, net zolang tot de koning zijn nieuwsgierigheid niet meer kon bedwingen. Wie was toch die markies van Carabas? Op een dag hoorde de kat dat de koning samen met zijn mooie

dochter een ritje langs de waterkant zou maken. De kat haalde zijn meester en toen hij de koets hoorde naderen, fluisterde hij: ‘Snel, trek je kleren uit en duik in het water.’ de kat holde vervolgens naar de statige koets en riep: ‘Help! Mijn meester, de markies van Carabas, verdrinkt!’ de koning herkende de kat aan zijn laarzen en gaf zijn bedienden opdracht de markies te redden. Toen Hans kletsnat uit het water kwam en vertelde dat zijn kleren waren gestolen, schonk de koning hem prachtige kleren. Hans zag er plotseling uit als een knappe prins. En de prinses werd op slag verliefd.... De koning nodigde de markies uit om een ritje in de koets te maken. De kat liep vast vooruit en riep tegen alle boeren die op het land werkten, dat ze tegen de koning moesten zeggen dat dit land van de markies van Carabas was. ‘Als je het niet doet, dan zal er in het hele land geen kat meer zijn die nog muizen eet’, dreigde de kat. Dus toen de koning vroeg van wie het land was, riepen ze in koor: ‘Van de markies van Carabas, Majesteit!’ De kat, die voor de koets uit bleef rennen, herhaalde zijn verhaal bij alle boeren die hij tegenkwam. De koning hoorde dus keer op keer dat het land van de markies van Carabas was. ‘Tsjongejonge, u bezit waardevolle eigendommen’, zei de koning tegen de markies van Carabas. Maar ....in werkelijkheid waren al die landerijen van een reus, die niet ver daar vandaan in een prachtig kasteel woonde. De kat, die nog steeds voor de koets uitliep, kwam als eerste bij het kasteel aan en klopte op de deur. Toen de reus opendeed, vroeg de kat beleefd of hij even binnen mocht komen: ‘Ik heb gehoord dat u zichzelf kunt omtoveren in een olifant of een leeuw.’ ‘Inderdaad, dat kan ik’, zei de reus

Lieveheersbeestje en zonnestralen

trots en in een flits stond er een grote brullende leeuw tegenover de kat. Zelfs de muren trilden ervan. De kat sprong van schrik op een hoge kast. Na een tijdje veranderde de leeuw weer in de reus en de kat sprong opgelucht van de kast: ‘Nou dat was indrukwekkend, maar ik weet zeker dat u zich niet kunt veranderen in een piepklein dier, zoals een muis.’ ‘Oh nee?! Ik kan alles!’, brulde de reus. Twee tellen later veroverde de kat een rondscharrelend muisje. Dat was het einde van de reus! Net op tijd want hij hoorde de koets van de koning in de verte al aankomen. De kat rende het kasteel uit, hield de koets tegen, maakte een diepe buiging en zei: ‘Welkom Majesteit, in het kasteel van mijn meester, de markies van Carabas!’ De koning was stomverbaasd dat de markies zoveel landgoed én een kasteel bezat. Hij bekeek vol verwondering de grote zalen, die werkelijk práchtig waren ingericht. De koning wist nu zeker dat de rijke markies van Carabas een goede man zou zijn voor zijn mooie dochter. Al snel werd de bruiloft gevierd. En Hans leefde nog lang en gelukkig met de mooie prinses!

De haas Er was bijna een postzegeloorlog uitgebroken tussen de Duitse Democratische Republiek en Albanië. Het was namelijk zo, dat een door de Duitse posterijen uitgegeven zegel een haas afbeeldde die sprekend leek op de haas die voorkwam op een Albanese postzegel. De haas loopt van rechts naar links, heeft zijn oren in de nek, het lichaam gestrekt in een voorwaartse sprong. Het exemplaar van Duitsland dateert echter van 1959 terwijl de Albanese zegel uit 1964 stamt, dus als er al van diefstal sprake is, dan zijn het wel de Albanezen die de haas van de Duitsers hebben... gegapt. De laatste jaren is de haas om zo te zeggen helemaal thuis geraakt in de postzegels : Joegoslavië, Zwitserland, Rusland, Tsjecho-Slowakije en Finland hebben veelkleurige exemplaren aan hem gewijd, en ook de republiek Jemen en de Franse kolonie Saint Pierre et Miquelon hebben aan dit dier gedacht dat ook ons soort jagers wel dierbaar is. De haas is niet alleen in de filatelie binnengedrongen, maar ook in legendes en folklore. In het Engelse graafschap Cornwall beweert men dat als je af en toe een haas van de heuvel af ziet rennen naar een herberg, dit lokaal elke keer bedreigd wordt door één of ander groot gevaar. Volgens de dorpsbewoners is de haas de verpersoonlijking van een meisje dat heel jong gestorven is. Het is niet duidelijk wat dit meisje met de herberg te maken heeft, maar zeker is dat er ook vandaag nog veel mensen geloof hechten aan deze legende. Een paar jaar geleden zond een Tsjechische dame een lange brief aan de minister der posterijen, waarin ze zich erover beklaagde dat een brief van haar drie maanden nodig had om zijn bestemming te bereiken. De dame merkte op dat de plaats van afzending en die van aankomst nauwelijks 150 kilometer van elkaar verwijderd lagen en, zo voegde ze eraan toe, de brief was gefrankeerd met een postzegel waarop een haas voorkwam die razendvlug rende alsof hij vliegende haast had. ‘Nog een geluk,´ besloot de dame, ‘dat die haas er was. Als er op die postzegel een schildpad gestaan had, na hoeveel jaar zou mijn brief dan wel zijn aangekomen.?’

Het lieveheersbeestje in het logo van Het Zonnehuis is afkomstig van de omstreeks 1900 in Zwitserland opgerichte Société des Coccinelles. Deze vereniging werd opgericht door de langdurig zieke, 25 jaar oude Adèle Kamm. Door middel van brieven, die men in schoolschriften schreef en onder de leden liet rondgaan, troostte men elkaar. Een soortgelijke correspondentieclub kwam in Nederland tot stand op initiatief van jonkvrouw M.C.W. Kalkoen. Deze club heet nog altijd: “Zonnewende”. Uit deze kring kwam in 1921 de Vereniging Het Zonnehuis tot stand. Het vignet stelt een krans van zonnestralen voor, die duidt op de naam van de Vereniging. Centraal staat een kruis, met daarop een gestileerd lieveheersbeestje. Omdat langdurig zieken kwetsbaar zijn en afhankelijk van de goede zorg van de gezonde medemens, vergeleek Adèle Kamm hen met lieveheersbeestjes, die gemakkelijk te vangen zijn en dus kwetsbaar - en zodoende ook afhankelijk van de mildheid van de mens.Van het lieveheersbeestje is namelijk bekend, dat wanneer hij op zijn rug is terecht-gekomen, hij niet meer zelfstandig overeind kan komen. Dan heeft het diertje hulp van buitenaf nodig om weer op zijn pootjes terecht te komen.Voor de mens heeft het lieveheersbeestje een bijzonder nuttige functie: in zijn korte leven (drie maanden tot een jaar) verslindt het gestippelde insect vele duizenden bladluizen. Het lieveheersbeestje wordt tegenwoordig ook als logo gebruikt tegen zinloos geweld. In heel veel dorpen en steden vind je stoeptegels met het lieveheersbeestje erop.

De Krubi wordt.. Als je tijdens een bezoek aan een botanische tuin plotseling voor een krubi zou komen te staan, zou je kunnen denken, dat het een reuzenplant was. De bloem van deze plant, die familie van de philodendron is, heeft zulke reusachtige afmetingen, dat je, zelfs als je bovenop iemands schouder zou gaan staan, nauwelijks bij het topje zou kunnen komen. De Krubi, die gewoonlijk wordt aangeduid met de naam ‘reuzenarum’en die officieel Amorphophallus titanum heet, groeit in de jungle van Sumatra. Het bloeiende gedeelte van de plant bestaat uit een gevlekte groene schacht een vervormd, gevouwen blad - die om een gele speervormige, vlezige punt gewikkeld is. Er zijn exemplaren van de krubi gevonden, waarvan de schacht een hoogte en tevens grootste diameter van twee en een halve meter haalde en waarbij de punt nog eens ruim twee meter mat. De totale hoogte van de bloem bedroeg dan dus meer dan vier en een halve meter! De bladeren van een behoorlijke plant kunnen, als ze uitgevouwen worden, een oppervlakte met een omtrek van veertien meter beslaan. Toch kan de krubi niet de grootste bloem ter wereld genoemd worden,

want in feite hebben we hier met meerdere bloemen te maken, die de suggestie van één grote bloem geven. In de schacht zitten de mannelijke bloemen bovenaan de punt en de vrouwelijke delen onderaan. Maar de krubi maakt wel aanspraak op twee andere records: hij vormt als geheel de grootste bloeiende eenheid uit het plantenrijk en zijn groeitempo gaat dat van alle andere planten te boven. De krubi lijkt misschien een ideale plant om je vrienden eens verbaasd te doen staan, maar helaas groeit deze kolos alleen in heel hete vochtige klimaten en zelfs daar bloeit hij maar een paar dagen. Bovendien ruikt hij helemaal niet lekker, dus waarschijnlijk wil je hem niet in de buurt van je huis hebben. Ze noemen de krubi ook wel lijkenplant. De geur doet je denken aan rottend vlees.


FILAKRANT 2013

15

dat ... ? Speciaal voor de jeugd! + + + Wist je dat ... ? Speciaal voor de jeugd! + + + Wist je dat ... ? Speciaal

De Orang-Oetan, intelligent en zeldzaam Van alle mensapen is de Orang-oetan de meest bedreigde. Eens was deze soort talrijk in heel Zuidoost-Azië, maar in historische tijden is het verspreidingsgebied van dit zeer nieuwsgierige, gevoelige en oplettende dier beperkt geraakt tot twee grote eilanden: Sumatra en Borneo. De huidige wereldpopulatie wordt tussen de 5000 en 10.000 geschat.

Wetenschappelijk staat de Orang-oetan te boek als Pongo pygmaeus’. Een weinig toepasselijke naam, want de Orang-oetan is noch een clown noch een dwerg. Nee, dan is hij eerder de bosmens, de Orang-oetan, waar de Maleiers hem voor houden. De Orang-oetan is sinds de oudste tijden bekend. De Romeinse schrijver Plinius bericht al dat er in de Indische bergen saters leven, ‘zeer boosaardige dieren met een mensengezicht, die nu eens rechtop lopen en dan weer op handen en voeten, en die wegens hun snelheid alleen maar gevangen kunnen worden als ze oud en ziek zijn1. Zijn verhaal overleeft vele eeuwen en blijkt zelfs in de loop der tijden sterk te zijn uitgebreid. Men vergeet bijna dat men over dieren spreekt en langzaam worden de apen wilde mensen. Zo wordt er nog steeds op Java beweerd, dat

de Orang-oetan best zou kunnen spreken, als hij dat maar wilde. Ze doen het echter niet volgens de overlevering, omdat ze bang zijn dan te moeten werken. Vast en zeker zouden deze bosmensen zijn ontstaan uit een vermenging van apen en inheemse vrouwen. Mensapen en mensen behoren tot dezelfde groep. Dat betekent niet, zoals sommige mensen plachten te geloven, dat de mens van de apen afstamt. Maar de meeste biologen menen tegenwoordig dat de mens en de mensaap een gemeenschappelijke voorvader hebben gehad. Deze moet dan zo’n 20 miljoen jaar geleden hebben bestaan. Uit recent onderzoek is gebleken dat niet alleen de lichaamsbouw van de mensaap praktisch gelijk is aan die van de mens, maar dat ook hun cellen en bloed nauw verwant zijn. Dankzij bestudering van apen en mensapen in

hun natuurlijke omgeving wordt het steeds duidelijker, dat deze dieren ook in hun sociale gedrag veel dichter bij de mens staan dan iemand had kunnen vermoeden. Zo leven de Orang-oetans in hoog-georganiseerd groepsverband. In een troep apen zijn sommige dieren goede vrienden, andere verklaarde vijanden. Sommige apen zijn populair, andere weinig gemogen. Alle leden van een troep apen zijn met elkaar verbonden door een uitgebreid communicatiesysteem, dat zowel geluiden als gebaren omvat. Uiteraard moet men de vergelijking met het menselijk gedrag niet te ver doorvoeren, maar toch vertonen de apen in hun dagelijks gedrag en in vele opzichten ook in hun onderlinge relaties verrassende overeenkomsten met de mens. Bewoner van de bomen De Orang-oetan is een boombewoner die speciaal voor deze levenswijze is aangepast. De voorpoten (armen) zijn erg lang en de handen zijn groot en voorzien van sterke vingers, waarmee de dieren zich uitstekend kunnen vastgrijpen aan de takken. Ondanks de betrekkelijk korte achterpoten kan de Orang-oetan een lengte van zo’n 180 cm bereiken. Een Sumatraanse Orang-oetan weegt ongeveer 70 kg en een vrouwtje 37 kg. Heel wat zwaarder wordt dit dier op Borneo waar het mannetje makkelijk de 189 kg haalt en het vrouwtje 80 kg. Kenmerkend voor de volwas-

Zweedse motorhelden Enduro: De naam komt oorspronkelijk uit het Spaans en betekent “volhardend”. Een endurorace wordt verreden over verharde wegen maar ook over speciale trajecten met slechtere wegen, paden en door ongebaand terrein.

De Zweedse posterijen brengen een filatelistische hulde aan de helden uit de wereld van speedway, enduro, wegrace, motorcross en trial. De postzegels tonen een aantal succesvolle motorcoureurs vanaf de jaren vijftig tot en met de huidige wereldkampioenen Tony Rickardsson en Andres Eriksson. Zweden heeft in de loop der jaren vele successen geoogst in de verschillende takken van motorsport. Sinds de doorbraak van de motorsport in de jaren vijftig heeft Zweden vele wereldkampioenen voortgebracht. Speedwaycoureur Tony Rickardsson heeft al vier wereldtitels op zijn naam staan. In de jaren vijftig produceerde Zweden zijn eerste succesvolle speedwayrijder in de persoon van wereldkampioen Ove Fundin. Twee andere succesvolle motorcrosscoureurs waren Håkan “Carla”Carlqvist- in 1983 wereldkampioen in de 500 cc-klasse- en Sten Lundin, bijgenaamd “De ooievaar”, die in de jaren vijftig en zestig vijf maal goud veroverde. De beste Zweedse motorcoureur aller tijden is

Motorsport op postzegels is niet zo’n veel voorkomend onderwerp. Je moet er wel wat moeite voor doen, maar je vindt ze wel. endurorijder Anders Erikson die in zijn sportieve loopbaan maar liefst zes wereldtitels behaalde. In 1980 werd Ulf Karlsson wereldkampioen in de tak trial waarbij de rijder tijdens de rit zijn voet niet op de grond mag zetten. In de jaren vijftig kreeg Zweden ook zijn eerste ster in het wegracen. Varg Olle Nygren was een voorbeeld voor vele jonge coureurs. In het jaar 2000 veroverde Peter Lindén als eerste Zweed de wereldtitel in de speciale motorsporttak Endurance.

Motorcross: Wordt gehouden op speciaal aangelegde, heuvelachtige en bochtige circuits, die de conditie en het evenwichtsvermogen van de rijder zwaar op de proef stellen.

sen mannetjes Orang-oetan is de keelzak, waarin vele liters lucht kunnen worden opgenomen. De Orang-oetan leeft in families van twee tot vier dieren. Mannetjes leven wel geïsoleerd. Het zijn rustige dieren, stil en meestal schuw en normaal gesproken zijn het zeer zachtaardige dieren. Ze bewegen zich voort door de bomen met behulp van handen en voeten. Hun bewegingen zijn echter niet acrobatisch, maar wel behendig. Ze komen langzaam maar zeker vooruit zonder de minste haast. Paring kan bij dit ernstige, en intelligente dier het gehele jaar plaatsvinden. De draagtijd is negen maanden. Een pasgeboren jong weegt iets minder dan l ,5 kg. Met 7 tot 10 jaar wordt het dier volwassen en het kan 40 jaar of ouder worden. Bedreigd dier Geen enkel dier in Zuidoost-Azië werd in de loop der tijden zo sterk met uitsterven bedreigd. Geen wonder, overal ter wereld behoren Orang-oetans tot de populairste dieren in de dierentuinen. Inboorlingen hebben gedurende de laatste 25 jaar 99% van alle dieren gevangen, die dan verhandeld werden naar de kuststreken, waarbij de dieren uiterst wreed en slecht behandeld werden en de sterfte zeer hoog was. Bovendien, de enige manier om een Orangoetan snel en goedkoop te vangen is om de baby in handen te krijgen. Volwassen dieren zijn te sterk, halfvolwassen exemplaren te moeilijk om te houden.

Speedway: Is een stoere baansport die op speciaal geconstrueerde motoren wordt verreden over 400600 m lange ovale sintelbanen. Speedway komt oorspronkelijk uit Australië en Engeland. Wegracen: Is een pure snelheidsrace over permanente 2-4 km lange asfaltcircuits. Wegracen kan worden vergeleken met de Formule 1 in de autosport.

De grote meerderheid van de Orang-oetans die men heden ten dage in dierentuinen ziet, werd als baby uit de armen van hun doodgeschoten moeder gehaald. Op dit moment doet men alles om de schandelijke handel in de Orang-oetan aan banden te leggen. Een moeilijk probleem, want

de jacht op deze apen is een van de weinige manieren waarop sommige eilandbewoners in één keer een belangrijke som geld in handen kunnen krijgen. Een Orang-oetan baby kon en kan voldoende geld opbrengen om één familie een paar jaar in leven te houden. Niet alleen de jacht, maar ook het massaal kappen van de tropische regenwouden, vormt een grote bedreiging voor dit bijzondere dier. De Orang-oetan past zich dan niet gemakkelijk aan bij de steeds ongunstiger wordende omstandigheden. Ondanks hun verstoorde milieu blijven de dieren vaak in hetzelfde gebied. Ze verplaatsen zich niet naar een voor hen beter geschikt, maar onbekend gebied.

Mensaap of aapmens? Zoölogisch onderzoek heeft aangetoond dat de mensaap niet zomaar wat doet. Hij vertoont dan ook de neiging tot logisch denken. Zo blijkt zowel de Chimpansee als de Orang-oetan in staat om onderscheid te maken tussen voorwerpen van verschillende kleur en vorm. De bestudering van de aap kan dan ook een waardevolle bijdrage leveren aan ons inzicht in de werking van ons menselijk verstand, bijvoorbeeld in de manier waarop de mens leert hoe hij moet leren. Onze neef de Orang-oetan... Sociaal en in anatomisch opzicht lijkt hij het meeste op onze verre voorouders. Roepen we hem uit tot naaste verwant van de mens? Of is het alleen maar omdat de andere “mensapen” verder gespecialiseerd zijn, terwijl de Orang-oetan – de vierhandige vruchteneter uit het tropische regenwoud – zijn oorspronkelijke plaats in de afstamming behouden heeft? De wetenschap vorst verder op zoek naar een antwoord, op zoek naar de aap in de mens...


16

FILAKRANT 2013

De Postzegel De Postzegel

746 75e jaargang

September 2012 ISSN 1782/6306 MAANDBLAD VAN DE V.Z.W. KONINKLIJKE VLAAMSE BOND VAN POSTZEGELVERZAMELAARS

Het grootste filatelistisch maandblad in Vlaanderen Verschijnt 11 maal per jaar op min. 64 blz. met o.a.: * Diverse artikels van vooraanstaande filatelisten * Uitvoerige rubriek “Nieuwe uitgiften” met zeer veel afbeeldingen * Overzicht van filatelistische tentoonstellingen en ruilbeurzen * GRATIS speurdertjes voor leden * Tijdschriften- en boekbesprekingen * Drie KVBP-veilingen voor en door leden per jaar * Nieuws van de veilinghuizen in binnen- en buitenland * En nog zoveel meer ......... ABONNEER U NU!! Bon voor GRATIS proefnummer van ‘De Postzegel’ het maandblad van de Koninklijke Vlaamse Bond van Postzegelverzamelaars stuur naar het secretariaat: W. Verlinde, Kortestraat 21, BE 3053 HAASRODE Nog geen KVBP-lid? Zonde! Gewoon doen! Naam: ............................................................................................................................................ Straat + Nr. : ................................................................................................................................... Postcode : ........................... Woonplaats : .................................................................................... e-mail: ...........................................................................................................................................

PostBeeld.nl De grootste postzegelwinkel op internet

Megavoorraad postzegels Te zien en te bestellen via internet en in onze winkels Haarlem: PostBeeld, Gen. Cronjéstraat 68 Rotterdam: PostBeeld Medo, Nieuwe Binnenweg 255a kijk op onze website voor de openingstijden van de winkels

Ook van PostBeeld:

www.Freestampcatalogue.nl

Gratis online wereldcatalogus postzegels. De meest actuele, wekelijks aangevuld met nieuwe uitgaven.

www.Postzegelblog.nl

Gratis online filatelistisch tijdschrift en informatiebron.


FILAKRANT 2013

ZWP: 50 jaar UNTEA Vijftig jaar geleden, op 1 oktober 1962, hield ons laatste overzeese gebiedsdeel in de ‘Oost’ op te bestaan. Nederlands Nieuw-Guinea werd op deze datum overgedragen aan de Verenigde Naties, dat na een lange periode van hoog opgelopen politieke en militaire spanningen tussen Nederland en Indonesië de uiteindelijke overdracht van het gebied aan Indonesië moest regelen. Het tijdelijke VN-bestuur, dat tot 30 april 1963 fungeerde, kreeg de naam UNTEA (United Nations Temporary Executive Authority). Vanaf 1 mei 1963 kregen de Indonesiërs het voor het zeggen; zij gaven het gebied de naam ‘Irian Barat’ (West Irian). Voor de duur van UNTEA werden in totaal 19 waarden van de oude NNG-frankeerzegels overdrukt. Deze zegels waren vanaf het eerste begin populair bij verzamelaars, mede omdat zij werden beschouwd als een VN-uitgifte. Het was de eerste keer dat de Verenigde Naties het bestuur over een betwist gebied rechtstreeks uitoefenden.

Afb 1. De vier opdruktypen.

De laatste jaren is er sprake van hernieuwde belangstelling voor UNTEA, zowel nationaal als internationaal. In het kader van het UNTEA-jubileum geven wij daarom een aantal redenen waarom UNTEA nog altijd geschikt is als verzamelgebied, of u zichzelf nu als leek beschouwt of als gevorderd verzamelaar. Opdruktypen In totaal zijn er vier opdruktypen geweest, die op verschillende momenten in omloop zijn gebracht (afb. 1). Opdruktype I: alle 19 waarden, oktober-november 1962, overdrukt in Hollandia. Opdruktype II: alle 19 waarden, februari 1963, overdrukt in Haarlem. Opdruktype III (‘kleine opdruk’): de kroonduiven (3) en de paradijsvogels (5), maart 1963, overdrukt in Hollandia (afb. 2). Opdruktype IV (‘grote opdruk’): paradijsvogels 1 cent, 10 cent, maart 1963, overdrukt in Hollandia (afb. 3). Opdrukafwijkingen Er zijn vele opdrukafwijkingen te vinden, vooral bij opdruktype I, als gevolg van de haast waarmee de overdrukken bij de Landsdrukkerij in Hollandia werden aangebracht. De bekendste daarvan zijn de dichtgelopen ‘A’, de ‘N’ met ‘hinkepoot’ (afb. 4) en de ‘A’ met ‘horrelvoet’ (afb. 5). Er zijn er echter veel meer. Bij ZWP onderscheiden wij inmiddels 15 regelmatig terugkerende afwijkingen. Ook verschoven opdrukken komen voor (afb. 6). Waarschuwing: wees extra voorzichtig met kopstaande opdrukken. Er bestaan ‘op verzoek’ vervaardigde kopstaande opdrukken en ook vervalsingen. Postwaardestukken Behalve de 19 frankeerzegels werden de postwaardestukken van Nederlands Nieuw-Guinea eveneens voorzien van een overdruk ‘UNTEA’. Het betreft de binnenlandse briefkaart van 7 cent (afb. 7), het binnenlandse postblad van 15 cent (afb. 8) en het luchtpostblad voor het buitenland van 35 cent. *Frankeringen Tijdens UNTEA bleven de oude posttarieven van Nederlands

Afb 2. Opdruktype III: kleine opdruk.

Afb 3. Opdruktype IV: grote opdruk. Positie 80 (in vel van 100): weggevallen ‘N’; positie 88: kopstaande opdruk. Aantal overdrukte zegels 10 cent: 3000, waarvan 2300 goedgekeurd.

Afb 7. Bestelhuis Wamena 2 DEC 1962. Briefkaart 7 cent opdruktype II, met 55 cent bijfrankering in zegels met opdrukvel I. Dit is een ‘radiokaart’, waarmee verzoeknummers werden aangevraagd bij de Radio Omroep Nieuw-Guinea (R.O.N.G.).

Afb 8. Hollandia 7-1.X.62. Binnenlands luchtpostblad 15 cent, opdruktype I, met 20 cent bijfrankering voor gebruik als luchtpostblad naar Nederland, verzonden op de eerste dag van het UNTEAbestuur..

Afb 9. Hollandia Binnen 2-19.11.62. Aangetekend poststuk naar de bekende Papoealeider Nicolaas Jouwe, die naar Nederland was vertrokken. Frankering ƒ 1,15 voor een brief 10-15 gram; aantekenrecht 40 cent.

Afb 4. Rechterzegel met opdrukafwijking ‘N’ met ‘hinkepoot’, positie 43 in vel van 100. Afb 10. Hollandia 7 18.II.63. In Haarlem gedrukte nieuwe voorraden frankeerzegels hebben een iets grotere opdruk: opdruktype II. Frankering: 25 cent porto, vermeerderd met 25 cent luchtrecht voor een brief naar Indonesië tot 5 gram.

Afb 13. Veldpost 99 (Biak) 19.X.62. Dienstbrief Koninklijke Marine (5-10 gram) naar de Commandang van het Marinehospitaal in Overveen.

Afb 11. Sorongdoom 10.4.63. Formulier RC 1, gefrankeerd met 10 cent voor een gestort bedrag tot ƒ 100,-. Opdruktype I: 1 cent, 7 cent; opdruktype II: 2 cent.

Nieuw-Guinea van kracht. Het is een hele toer om alle 19 waarden te vinden op gewone, niet-filatelistisch geïnspireerde poststukken (afb. 9, 10).Vanwege de bijzondere omstandigheden bij de productie en uitgifte van de UNTEA-zegels is er veel maakwerk vervaardigd. Postale formulieren Het bekendst is het girostortingsbewijs, dat officieel formulier RC 1 werd genoemd (afb. 11). Dit formulier tref je regelmatig aan bij handelaren op beurzen en op eBay. Het stortingsrecht was 10 cent per 100 gulden. Een ander bekend formulier is de postwissel (afb. 12). Militaire post en Dienstpost Militairen en ambtenaren uit vele landen deden dienst in West Nieuw-Guinea. Tot november 1962 waren nog Nederlandse troepen aanwezig (afb. 13), terwijl de Indonesiërs inmiddels rechtmatig aanwezig waren. Ook het Papoea Vrijwilligers Korps (P.V.K.), opgericht om het gebied tegen Indonesische infiltraties te beschermen, was nog niet opgeheven. De troepenmacht van de Verenigde Naties bestond voornamelijk uit Pakistani (landmacht en marine) (afb. 14); daarnaast waren er kleine aantallen Canadezen en Amerikanen (luchtmacht). De overgangsperiode Nederlands Nieuw-Guinea – UNTEA Poststukken van begin oktober laten soms een bijzondere behandeling zien (afb. 15, 16).

Afb 14. UNTEA Base P.O. 5 NOV 1962. Luchtpostbrief verzonden door een lid vam het Pakistaanse contingent. Het postkantoor van de V.N.-troepen. (U.N.S.F.) was in Biak gevestigd.

De overgangsperiode UNTEA – Irian Barat Ook poststukken rond de overdracht aan Indonesië uit de periode eind april-begin mei 1963 zijn interessant (afb. 17). Aan een bijzondere periode was een eind gekomen (afb. 18).

Afb 15. Hollandia 7-2.X.62. Poststukken met de oude frankeerzegels van Nederlands Nieuw Guinea werden begin oktober getolereerd. De afstempeling werd dan naast de zegels geplaatst..

Afb 16. Bestelhuis Wasior 9 NOV 1962. Doorhaling van de ongeldige frankeerzegel. De brief werd zonder nabeporting bezorgd. Luchtpostbrief naar Nederland tot 5 gram: 55 cent.

Afb 5. Opdrukafwijking ‘A’ met horrelvoet’, positie 65..

Afb 6. Verschoven, schuin aflopende opdruk.

Afb 12. Fakfak 1 - 19.3.63. Binnenlandse postwissel naar Sorong, gefrankeerd met ƒ 12,75, alle opdruktype I.

17

Afb 17. Kokenao 4.5.63, stempel Indonesisch type. ‘Radiokaart’ met 55 sen bijfrankering in zegels van Irian Barat. Hoewel het UNTEA-bestuur op 30 april 1963 was geëindigd, werden UNTEA-postwaarden tot medio mei 1963 toegelaten.

Mocht uw belangstelling gewekt zijn, dan kunt u alle politieke en postale achtergronden bij het UNTEA-verhaal vinden in de Jubileumpublicatie van ZWP ‘Plaatfouten en (op)drukafwijkingen Nederlands Nieuw-Guinea en UNTEA 19501963’, die verkrijgbaar is bij de informatiestand van ZWP. Voor informatie over UNTEA en de activiteiten van Studiegroep ZWP (voor ‘Tropisch Nederland’ en Australasia) kunt u zich wenden tot de secretaris: J.A. Dijkstra Dolderstraat 74 6706 JG Wageningen j.dijkstra50@chello.nl ZWP heeft ook een website: www.studiegroep-zwp.nl Onze voornaamste aandachtsgebieden zijn: Nederlands-Indië, West Nieuw-Guinea (Nederlands Nieuw-Guinea, UNTEA, Irian Barat, Irian Jaya, Papua), Indonesië, Papoea Nieuw Guinea, Australië, Nederlandse Antillen en Suriname. Behalve aan de ‘klassieke’ onderwerpen wordt regelmatig aandacht besteed aan de recente ontwikkelingen in Suriname en de (voormalige) Nederlandse Antillen.


18

FILAKRANT 2013


FILAKRANT 2013

19

Stripfiguren op Japanse postzegels (2) door: Aimé Van Laarhoven Om de vijftigste verjaardag te gedenken van een van de belangrijkste stripmagazines van Japan, ‘Wekelijkse Shonen Zondag’, heeft de Japanse post twee velletjes van 10 zegels elk uitgegeven met de afbeelding van stripfiguren die in dit magazine hun avonturen beleefden. Op 17 maart 2009 was het 50 jaar geleden dat ‘Wekelijkse Shonen Zondag’ voor de eerste maal verschenen is. Naast de zegel is in het vel ook de frontpagina van een van de series uit het magazine weergegeven. Onderstaande figuur geeft een afdruk van de folder waarmee het eerste velletje werd aangekondigd.

1. Osomatsu-kun Osomatsu-kun is een manga serie geschreven en getekend door Fujio Akatsuka. Deze serie liep in het magazine ‘Shonen Zondag’ van 1962 tot 1969. Het is een reeks verhalen rond het leven van de stripfiguren Iyami, Chibita, Dekapan, Dayon en de Matsuno familie. Het personage van Iyami met zijn uitroep “Sheeee!” is begonnen als een achtergrond figuur maar is na verloop van tijd uitgegroeid tot één van Akatsuka’s meest populaire mangafiguren. Zijn uitspraken en grappen werden gekopieerd en geïmiteerd door iedereen. Zelf door John Lennon toen The Beatles Japan bezochten. De Osoma series liepen gedurende 8 jaar en waren daardoor de langstlopende van alle Akatsuka manga.

De manga is aangepast in twee verschillende anime series met dezelfde naam, de eerste in 1966, geproduceerd door Studio Zero, en de tweede in 1988, geproduceerd door Pierrot en uitgezonden in 86 afleveringen op Fuji Televisie Japan en op het anime satelliet-televisie netwerk, Animax. Deze series hebben zeer sterk geholpen om van Akatsuka de belangrijkste gag strip kunstenaar van zijn tijd te maken. Een andere gag strip is zijn populaire manga, Tensai Bakabon. De figuur Osomatsu-kun is verschenen in tal van bijzondere uitgiften van ‘Shonen Zondag’. katsuka heeft ook diverse manga aanpassingen gemaakt van verhalen uit de Charlie Chaplin films. In 1964 heeft Fujio Akatsuka de 10de Shogakukan Manga Award ontvangen voor zijn Osomatsu-kun. Fujio Akatsuka werd geboren in Rehe, Mandsjoerije, China, op 14 september 1935 als de zoon van een Japanse militaire officier. Hij verhuisde terug naar Japan met zijn moeder na de Tweede Wereldoorlog en woonde eerst in de Niigata Prefectuur en later in de Nara Prefectuur. Na zijn afstuderen trok hij naar Tokyo, hij was toen 19. Om aan de kost te komen nam Akatsuka een baan in een chemisch bedrijf. Hij haatte echter deze job. Tegelijkertijd tekende hij verschillende manga. Enkele hiervan stuurde hij naar uitgeverijen en magazines. Zijn ‘Shojo manga’ en ‘Arashio Koete’ werden aangenomen en gepubliceerd in 1955 door Tkiwa-so. In 1958 verkocht hij zijn eerste gagstrip, ‘Nama-chan’, aan het tijdschrift Manga Õ. Het echte

succes voor Akatsuka kwam in 1962, toen ‘Osomatsukun’ gepubliceerd werd en later ‘Himitsu no Akko chan’. Het was het begin van een lange productie van populaire manga, zoals ‘Otasuke-ku ‘, ‘Shibire no Skatan’, ‘Ijiwaru Ikk ‘, ‘Tensai Babakon’ (‘Genius Idiot’), ‘Moretsu Ataro’ en ‘Waru Waru Wereld’. Fujio Akatsuka is een van Japan’s grootste humor manga kunstenaars van die tijd. Men zegt dat hij beïnvloedt is door Buster Keaton en het Amerikaanse MAD magazine. Zijn humoristische stijl en zijn anti-helden als komische personages waren erg populair en trokken een grote schare fans. Verschillende van zijn manga series werden tot anime aangepast, waardoor de kring van bewonderaars nog aangroeide. Hij won in 1964 met ‘Osomatsu-kun’ de Shogakukan Manga Award. In 2000 tekende hij manga in braille voor blinde personen. Fujio Akatsuka is overleden in Tokyo op 2 augustus 2008 tengevolge van een hersenbloeding. 2. Makoto-chan Makoto-chan is een ‘shonen’ gag manga gemaakt door Kazuo Umezu. De serie werd aanvankelijk gepubliceerd in het magazine “Shonen Zondag” in de latere jaren ’70 tot in het begin van de jaren ’80. Op het einde van de jaren ’80 is de serie opnieuw opgestart maar nu onder de naam “Heisei-ban Makoto-chan”. De serie volgt het leven van de knotsgekke kleuteronderwijzer Makoto Sawada en zijn familie. Makoto komt terecht in allerlei vulgaire en humoristische situaties. Ook verkleedpartijen komen regelmatig voor in de manga. Soms trek hij de jurken van zijn moeder of de hippe kleren van zijn zus aan.Vaak hangen lange slijmpieten uit zijn neus wat hij dan weer als doodnormaal beschouwd. Enkele figuren uit de serie spelen ook een rol in andere manga van Kazuo Umezu. Zo is Makoto’s grootvader het hoofdpersonage in de manga ‘Again’.

Enkele andere werken zoals “Kuchi GA Mimi made Sakeru Toki” (Het Moment dat de Berg Tranen aan zijn Oren heeft), “Hebi Shoujo” (Slangen Meisje) en “Hito-kobuShoujo” (Meisje met Knobbel op haar Wang) maken Umezu bekend en beroemd als een horror mangaka. In 1975 ontvangt Umezu de ‘Shogakuka Manga Award’, die gesponsord wordt door de grootste manga magazines van Japan, voor zijn manga “Hyouryu Kyoushitsu” (Klas op drift). Een serie die verscheen in het weekblad ‘Shonen Zondag’ van 1972 tot 1974. In dit ernstige verhaal portretteert hij op een levendige manier het leven van een groep kinderen die verder moeten leven in een verwoeste wereld. Met zijn volgende manga “Makoto-chan” (1976) verrast hij iedereen. Hij verlaat het ernstige verhaal en gaat met deze slapstick komedie de surrealistische en vulgaire toer op. De creativiteit van Umezo strekt zich ook uit op muzikaal gebied. Hij werkt met een muziekgroep en speelt een actieve rol in verschillende songs en dansen. Hij heeft zelfs een muziekalbum uitgebracht, “YAMI no Album” (Album in Duisternis). Umezo heeft nog vele andere uitstekende komische producties gemaakt. Enkele hiervan zijn: “Neko-me Kozou” (De Jongen met Katogen), “Senrei” (De Doop), “Watashi ha Shingo” (Mijn Naam is Shingo), “Kami no Hidari-te Akuma no Migi-te” (God’s Linkerhand en de Rechterhand van de Duivel). Meerdere van zijn manga zijn bewerkt in anime, in films, TV drama series en andere media producten. In 1994 wordt hij gevraagd om de leiding op zich te nemen van een spookhuis, ‘De Vloek van de Familie Azuchi’, in het pretpark ‘Kourakuen’ in Tokyo. Wat maakt Kazuo Umezo zo speciaal? Hij weet de mensen aan te trekken met zijn scherpe opmerkingen en dit in allerlei gebieden. Het is zijn originaliteit, zijn uniekheid als kunstenaar die hem boven de gemiddelde mangaka uittilt. 3. Legende van Kamui De ‘Legende van Kamui’ is een legendarische ninja manga gemaakt door Shirato Sanpei. De serie is verschenen van december 1964 tot juli 1971 in het maandelijkse magazine ‘Garo’. Het is één van de eerste manga titels die vertaalt en gepubliceerd is in de USA. (1987 - Viz Comics) Het verhaal speelt zich af in het feodale Japan. Deze manga is, naast een sociaal commentaar op de klassestrijd en onderdrukking van minderheden, een verzameling van historische feiten, van ninja gevechtskunsten en van beelden van tomeloos geweld. Shirato ninja’s zijn meer historisch correct en realistischer dan het populaire beeld in de meeste films van het Westen. Zijn ninja’s zijn niet altijd in zwart gekleed maar gebruiken de geestelijke trucs van de historische ninja’s om zo hun geheimzinnige reputatie alle eer aan te doen. Het hoofdpersonage uit de manga, Kamui, is geboren in een ’buraku’. Dit is een volksgemeenschap die reeds in de Edo-periode gediscrimineerd werd. Het is de periode van het Tokugawa-shogunaat dat zich situeert tussen 1603 en 1868. Zijn manga wordt een schilderij waarin Shirato de problemen van discriminatie, onderdrukking, uitbuiting en de absurditeit van het feodale systeem aan de kaak stelt en indirect ook commentaar levert op de huidige problemen in de Japanse samenleving.

Een van de meest bekende aspecten van de serie is het modewoord “Gwashi!” gebruikt door veel van zijn personages. Deze kreet wordt meestal vergezeld door een handgebaar waarbij middelvinger en pink gekromd worden terwijl de andere vingers recht blijven. Dit eigenaardig gebaar werd een soort symbool voor Umezo. Kazuo Umezo werd geboren in een dorp op de berg Kouya in de Wakayama Prefectuur op 3 september 1936. Zijn jeugd bracht hij door in de stad Gojo in Nara, in het westen van Japan. Zijn talent voor het maken van originele tekeningen werd al gezien in zijn krabbeltekeningen toen hij nog een kind was. Hij begon aan zijn eerste cartoon op de leeftijd van slechts 10 gwashi toen hij in het 4de jaar zat van de basisschool. Op de leeftijd van 19, in 1955, begint zijn carrière als professionele cartoonist toen zijn twee verhalen “BetsuSekai” (Andere Wereld) en “Mori-no-Kyoudai” (Broer en Zus in een Bos) werden uitgegeven. In deze periode kwamen zijn werken voornamelijk terecht in de zogenaamde “Kashi-schat”, dit zijn tijdschriften in Japan die niet te koop maar alleen te huur waren. Met een grappig verhaal, “Romansu-no-Kusuri” (Magische Geneeskunde voor Romantiek), uitgegeven in 1962, werd hij een pionier in het genre romantische komedies.

Kamui groeit op en besluit een ninja te worden, vooral om te ontsnappen aan zijn ‘burakumin’ afkomst, maar realiseert zich al snel dat dit niet is wat hij echt wil. Hij stopt met zijn opleiding, verlaat zijn clan en wordt een ‘nukenin’ (een ninja-outlaw). Voor het verlaten van zijn clan wordt hij opgejaagd en met de dood bedreigd. Hij weet nooit wie hij kan vertrouwen of wie gewoon een ninja is die zijn pad kruist. Kamui zwerft door Japan om te ontsnappen aan die dreiging. Tijdens deze zwerftocht maakt hij gebruik van zijn schranderheid en zijn talenten om te overleven. Door de druk om steeds te moeten vluchten begint Kamui in de loop van het verhaal paranoïde te worden. Hij gelooft dat iedereen hem wil vermoorden en wordt wantrouwig tegenover iedereen. De serie is een klassiek, lyrisch en melancholisch opgebouwd werk. De manga Kamui is zó bekend in Japan dat hij werd besproken in scholen en op universiteiten door het personeel en studenten en dat hij in veel intellectuele discussiekringen een onderwerp van gesprek was. In feite


20

FILAKRANT 2013

is er geen enkele Japanner die niets weet over Kamui. Het verhaal van de manga heeft een geest van adel die slechts in weinige andere series ontdekt kan worden. Het tekenwerk is ook groots, de achtergronden en decors worden zeer gedetailleerd en realistisch afgebeeld. De personages zijn zeer dynamisch en de acties stralen kracht en energie uit. In feite, terwijl je het leest, worden de stripfiguren schaduwen en knipperen de lijnen en strepen van de dynamiek. Het volledige verhaal van Kamui wordt verteld in drie series, deze zijn: • Kamui-den (Legende van Kamui), oorspronkelijk verschenen als seriële manga in het magazine ‘Garo’ en verzameld in de ‘Golden Comics’, 1964-1971. Het beslaat 74 hoofdstukken die werden verzameld in 21 ‘tankobon’ volumes en 15 ‘bunko’ volumes. • Kamui Gaiden (Meer Legenden van Kamui), oorspronkelijk gepubliceerd van 1965 tot 1967. Er waren twee volumes. • Kamui-den Dai 2 Bu (Legende van Kamui, deel 2), Oorspronkelijk gepubliceerd 1982-1998 en verzameld in ‘Golden Comics’, vanaf 1988. Er zijn 22 volumes tot nu toe. Deel 2 is een samenwerking met ‘Tetsuji Okamoto’ en ‘Goseki Kojima’. Bovendien is er een geanimeerde film van gemaakt, bekend als ‘Dagger of Kamui’. De serie is ook aangepast in een televisie serie in 1968. Sanpei Shirato is de artiesten naam van Okamoto Noboru. Hij werd geboren op 15 februari 1932 in Tokio

in de Suginami wijk. Hij is een Japanse manga kunstenaar bekend om zijn sociale kritiek en zijn realistische tekenstijl van de personages. Als zoon van de proletarische Japanse schilder Toki Okamoto is het zijn droom om eens een artiest te worden gelijk zijn vader. Zijn vader leerde hem zijn schildervaardigheden in de naoorlogse periode. Maar Noboru leerde ook het land- en boerderijleven kennen, omdat zijn familie uit de stad vluchtte tijdens de oorlog. De wrok van de oorlogsjaren en de grimmige emoties uit deze periode lieten een sterke indruk na op zijn jeugd. In feite vinden we deze dingen geportretteerd in zijn manga. Vanwege dit artistieke erfgoed begon hij zijn loopbaan als ‘kamishibai’ kunstenaar direct na zijn afstuderen aan de middelbare school. Kamishibai is een vorm van straattheater waarbij met behulp van tekeningen en foto’s het dramatisch gebeuren ondersteund wordt. Zoals vele kunstenaars ontwikkelde Shirato hierdoor zijn talenten en paste die later toe in de manga wanneer de televisie de kamishibashi kunst begon te verdringen. Zijn debuut als professionele mangaka komt er in 1957, op de leeftijd van 25 jaar, met de manga ‘Ninja Bugeichõ’, een op historische feiten gebaseerde ninga manga die vooral aansloeg bij studenten en intellectuelen van die tijd. Daarvoor had hij gewerkt als assistent bij de mangaka Kazuma Maki. Zijn eerste werken werden verspreid door de bibliotheken op basis van uitlenen. Zelfs in deze vroege werken had hij zich reeds toegespitst op zijn belangrijkste onderwerp: De Japanse geschiedenis. De hoofdpersonen in zijn werk waren ninja’s, voornamelijk vanwege zijn afkeer van de hogere klasse. Op dat moment waren

de ninja’s populaire stripfiguren, maar werden vooral afgeschilderd als tovenaars. Maar op het eind van de jaren ‘50, samen met een ‘boom’ in ninja romans en de werken van Shirato, begon deze voorstelling te veranderen in het meer realistische beeld van de ninja als geschoolde huurmoordenaar en spion. ‘De Legende van Kamui’ waarvan de eerste serie gepubliceerd werd in het magazine ‘Garo’, kan worden beschouwd als zijn belangrijkste en invloedrijkste manga werk. De werken van Shirato zijn hoofdzakelijk historisch drama’s die zich richten op ninja’s en op kritiek op onderdrukking, discriminatie en uitbuiting. Tegelijkertijd zijn de verhalen zeer onderhoudend en overtreffen ze de andere manga van die tijd in diepte, expressieve technieken en tekenkunst. Veel van de werken van Shirato zijn aangepast als anime series en films, waaronder ‘Ninja Bugeichõ’, (deze werd aangepast door Nagisa Oshima) in 1967. Het werd een ongewone film die enkel bestond uit beelden uit de manga en stemmen maar zonder animatie. (wordt vervolgd) Bronnen

JP POST: www.post.japanpost.jp/… Gigazine: http://en.gigazine.net/… Anime News Network: http://animenewsnetwork.com/…

Stripfiguren op Japanse postzegels (3) door: Aimé Van Laarhoven 4. Ganbare Genki Ganbare Genki (Doe Je Best Genki) is een sport manga geschreven en getekend door Yü Koyama. Het verhaal vertelt de belevenissen van Horiguchi Genki. De manga begint als Genki 5 jaar oud is. Zijn moeder is gestorven bij zijn geboorte en hij zal alleen door zijn vader opgevoed worden. Zijn vader, Shark Horiguchi, was eens een bekend en gevierd beroepsbokser maar werd opgelicht en geraakte daardoor aan lagerwal en moest tenslotte zijn brood gaan verdienen als rondtrekkende gelegenheidsbokser. Hoe dan ook, Genki is ervan overtuigd dat zijn vader een grote bokser is en dat hij eens opnieuw kampioen zal worden. In zijn dromen wordt hij groot en sterk als zijn vader en eveneens een beroemde bokser.

Na de dood van zijn vader wordt hij geadopteerd door zijn grootouders. Zijn droom om eens een groot bokser te worden laat hem echter niet los. Als hij aan zijn grootouders vertelt dat hij bokser wil worden zijn ze niet blij. Ze stellen alles in het werk om dit uit zijn hoofd te praten maar het besluit van Genki staat vast: Ik wil bokser worden. In het geheim volgt hij bokstrainingen. Hier ontmoet hij veel mensen. Sommige zullen een grote invloed op hem uitoefenen zoals de trainer Ashikiwa, die zijn moeder nog gekend heeft, en Mishima, de bokskampioen van de school, die hem helpt zijn weg te vinden in de bokswereld. De manga ‘Ganbare Genki’ werd aangepast voor anime TV series door Toei Animation en uitgezonden door verschillende TV kanalen in Japan. De manga ontving in 1977 de ‘Shogakukan Manga Award’ in de categorie ‘Shonen’ Yü Koyama werd geboren op 20 februari 1948 in Ogasa in de Shizuoka Prefectuur en is een Japanse manga artiest. Na zijn afstuderen aan de Universiteit van Shizuoka in 1968 trekt hij naar Tokyo. Hier gaat hij werken voor de uitgeverij ‘Saito Productions’, een bedrijf dat eigendom is van de mangaka Takao Saitö. In 1971 verlaat hij het bedrijf om te gaan samenwerken met Kazuo Koike in de ‘Ship Studio’. Hij debuteerde in 1978 met zijn manga ‘Ore wa Chokkaku’ dat gepubliceerd werd in het wekelijkse magazine “Shukan Shonen Zondag”. Hij won verschillende onderscheidingen in de mangawereld waaronder tweemaal de ‘Shogakukan Manga Award’. In 1977 met de manga ‘Ganbare Genki’ en in 1998 met één van zijn belangrijkste manga ‘Azumi’. Met deze laatste manga had hij in 1997 reeds de ‘Excellence Award’ gewonnen op het ‘Kunst Festival van de Media’ in Japan. Door de hand van Yü Koyama verschenen meerdere zeer

populaire manga’s zoals: ‘Ai ga Yuku’, ‘Sprinter’, ‘Momotaro’, ‘Oi, Ryoma!’ en zijn meest gekende werk ‘Azumi’.Verschillende van zijn manga zijn aangepast tot anime voor de TV of verschenen op DVD. Op dit ogenblik is hij een vaste medewerker van het manga magazine ‘Big Comic Superior’. 5. Pãman Pãman (uitgesproken als ‘Perman’), is de titel van een Japanse manga en anime over een onhandige jongen, Mitsuo Suwa, die is uitgekozen om een leerling van Superman te worden. De manga is geschreven en getekend door Fujiko F. Fujio. De naam “Pãman” is gebaseerd op deze van “Superman” maar zonder de ‘Su’. Echter, als gevolg van auteursrechten, werd de naam van Pãman’s baas later veranderd in ‘Birdman’. De eerste reeks verscheen in wekelijkse afleveringen in “Shonen Zondag” en in enkele andere tijdschriften in 1967 en 1968. De tweede reeks afleveringen verscheen in het weekblad “Coro Coro Comic” van 1983 tot 1986. De eerste anime serie werd geproduceerd in zwart/wit in 1967 door TMS Entertainment en uitgezonden door TBS netwerk. Deze anime bestond uit 26 afleveringen. Er was een ‘remake’ in kleur in 1983 eveneens gemaakt door TMS Entertainment. De serie bestond toen uit 526 afleveringen en werd door TV Asahi uitgezonden van 1983 tot 1986. Bijkomend werden in 2003 en 2004 nog twee anime films gemaakt door Studio Toho.

In het verhaal geeft Superman (later omgedoopt tot Birdman) aan een onhandige menselijke jongen, Mitsuo Suwa, vier hulpmiddelen die hem moeten helpen als “Päman” een goede leerling van Superman / Birdman te zijn. Deze hulpmiddelen zijn: - Een masker waardoor zijn fysieke kracht 6.600 maal vergroot. - Een cape voor het vliegen in de lucht met een snelheid van 119 km per uur. - Een badge die hem in staat stelt van op afstand te communiceren met andere Pãmannen en te ademen onder water met behulp van een kleine zuurstoftank. - Een licht van X-stralen waardoor hij alle dingen in het donker kan zien en de afstand kan bepalen. Daarnaast heeft Päman van Superman een ‘kopieerrobot’ gekregen die, tijdens missies en opdrachten, een kopie van hemzelf kan maken waardoor hij de geheime identiteit van Päman kan bewaren. Want als zijn geheime identiteit

bekend geraakt aan vreemden worden zijn hersenen vernietigd als straf voor het verraden van het geheim van Pãman. In de latere hoofdstukken wordt deze straf verminderd. Zijn hersenen worden niet meer vernietigd maar hij verandert in een dier. Mitsuo begint met het redden van mensen die het slachtoffer zijn van misdrijven en verleent hulp bij natuurrampen. Hierdoor wordt hij als Pãman bewonderd en geprezen. Echter in zijn binnenste heeft hij vaak last van zijn tweeledige leven, enerzijds een briljante superheld en anderzijds een onvolprezen gewone jongen. Hij wenst niet langer zijn rol van Pãman te spelen, maar onbewust blijft hij zijn Päman rol vervullen door mensen te helpen die getroffen worden door rampen. Later ontmoet hij andere Pämannen en samen vormen ze een onovertroffen team. Op het einde van het verhaal bereikt Mitsuo Suwa zelf de status van Superman. Hij verlaat de aarde voor een planeet waar alleen Supermannen leven en wordt daar een Superheld. Mitsuo Suwa is de hoofdpersoon in de serie. Mitsuo is een 11-jarige jongen die gekozen wordt als eerste Päman (Päman1). Van de vijf bekende Pãmannen heeft hij de meeste problemen om zijn geheime identiteit te bewaren. Hij haat studeren, is bang van geesten en kakkerlakken maar is vooral de schreeuwende kritiek door zijn moeder beu. Kakkerlakken zijn de insecten die door de slechteriken (ZenAkuRen) ooit gebruikt werden om onrust te zaaien. Mitsuo is een grote fan van de zanger Sumire Hoshino, die eigenlijk Päman3 is. Ze weten echter van elkaar niet dat ze Pämannen zijn. Fujiko Fujio is de schuilnaam van een duo gevormd door twee Japans manga artiesten. Hun echte namen zijn Hiroshi Fujimoto (1933 - 1996) en Motoo Abiko (1934 - ). Ze ontbonden hun samenwerking in 1987. Ze wonnen vele individuele en gezamenlijke prijzen. Hun meest bekende werk is de populaire en langlopende serie ‘Doraemon’. Deze serie is officieel erkend als cultureel symbool van Japan. Hiroshi Fujimoto en Motoo Abiko zijn beide afkomstig uit Toyama, Japan. Fujimoto is geboren op 1 december 1933 en Abiko op 10 maart 1934. In 1944, toen zij allebei nog basisschool leerlingen waren, verhuisde Abiko en kwam zo in dezelfde school als Fujimoto terecht. Ze werden vrienden omdat ze allebei graag tekeningen maakten. Na de lagere school volgden ze middelbaar onderwijs in verschillende scholen maar ze bleven vrienden. Terwijl ze studeerden (1946-1948), werden ze begeesterd door het komisch boek “Shin Takarajima” (Het Nieuwe Schatten Eiland), geschreven door mangaka Osamu Tezuka. Ze waren ook onder de indruk van Tezuka’s “Verloren Wereld” en Disney’s “Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen” en schreven fanbrieven aan hen. Terwijl ze nog middelbare scholieren waren, begonnen ze korte manga te schrijven en te tekenen voor verschillende uitgevers. Hiermee verdienden ze geld en daardoor konden ze Tezuka’s huis bezoeken in Takarazuka, in de Hyogo Prefectuur, nog voordat ze de middelbare school afgemaakt hadden. Na afstuderen in 1952 besloten ze te gaan werken. Fujimoto begon in een onderneming waar snoepgoed gefabriceerd werd terwijl Abiko een job aannam in de uitgeverij van een lokale krant. Samen ontwierpen ze in hun vrije tijd manga. Fujimoto vond het fabriekswerk te zwaar en ging


FILAKRANT 2013

zich volledig toeleggen op het tekenen van manga. Ze waren zeer actief en werkten dag na dag aan hun manga die ze onder hun schuilnaam Fujiko Fujio brachten. Ze hadden vele kontakten met uitgevers en kregen op die manier de opdracht om een seriële manga te tekenen. Op korte tijd werden ze populaire mangaka’s. Echter in 1956 verloren ze hun job. Ze waren teruggekeerd naar hun geboorte streek Toyama en feestten en relaxten daar zoveel dat ze de termijnen en deadlines van hun lopende manga uit het oog verloren en niet nakwamen. Het zou enkele jaren duren voordat hun geloofwaardigheid hersteld werd maar ondertussen bleven ze wel manga produceren. In 1959 verhuisden ze naar Kawasaki, Kanaawa en in 1963 ontving Fujiko Fujio de Shogakukan Manga Award voor hun manga’s ‘Susume Robot’ en ‘Tebukuro Tecchan’. 6. Urusei Yatsura Urusei Yatsura is een science-fiction manga serie getekend door Rumiko Takahashi. De serie werd gepubliceerd in het magazine ‘Wekelijkse Shonen Zondag’ van 1978 tot 1987. De manga werd aangepast in TV anime. De series werden uitgezonden op Fuji Television van 1981 tot 1986 met in totaal 195 afleveringen van 30 minuten. Later werden de series ook uitgezonden op de Japanse ‘Anime Satelliet Zender’ ‘Animax’. Animax heeft de series ook verdeeld over netwerken in Zuidoost Azië, Hongkong, Taiwan en Zuid-Azië. Later is de serie ook uitgezonden in Italië, Frankrijk en de Verenigde Staten. Deze TV reeks is ook bekend onder de titel ‘Lum/Lamu’ en ‘De Invader Girl’. De serie wordt beschouwd als een uitstekende bron voor informatie over de Japanse cultuur en mythologie. De manga ontving de “Shogakukan Manga Award” in 1981. De Engels vertaling van de manga, gepubliceerd door “Viz Communications”, was maar van korte duur. Hij bestond slechts uit twee series en was getiteld “Lum” en “De terugkeer van Lum”, vernoemd naar de vrouwelijke hoofdrolspeelster.

De titel “Urusei Yatsura” van de manga is een Japanse woordspeling die ongeveer vertaald kan worden als ‘die onaangename vreemdelingen’. Het woord “Urusei” is een ruwe manier om te zeggen “urusai”, wat betekent ‘luidruchtig’ of ‘onaangenaam’ maar is ook een uitdrukking in de dieventaal voor ‘zwijg!’ Het tweede woord in de titel, ‘Yatsura’, is het meervoud van Yatsu. Een familiaire uitdrukking voor ‘die persoon daar’ met een ondertoon zonder respect als voor een hooligan of een eikel. In de persoonsnamen in de manga zijn nog meerdere woordspelingen gebruikt.

21

De manga vertelt de avonturen van een groep tieners die leven in Tomobiki, een fictief gebied van Tokyo in de wijk Nerima. De naam Tomobiki komt van de Rokuyõ kalender, waarin Tomobiki vertaald kan worden als ‘vrienden die je meesleuren’. De naam verwijst vermoedelijk naar de plaats waarop ‘Lum’ en de ‘aliens’ in de stad zijn aangekomen. Het is een heel geheimzinnige plek die vaak bezocht wordt door deze soort vreemdelingen. Hun bezoeken veroorzaken verschillende rampen en catastrofes die vooral plaatsvinden in de plaatselijke middelbare school of in het huis van de hoofdpersoon Ataru Moroboshi. Het onheil heeft altijd te maken met ‘Lum’ en haar vrienden. De kern van het verhaal draait rond een extreem geile en zeer ongelukkige middelbare schooljongen, Ataru Moroboshi en de in bikini geklede vreemdelinge ‘Lum’. Op de eerste dag van het verhaal voorspelt een Boeddhistische monnik ‘Sakurambo’ (vertaling = krankzinnige monnik) een groot onheil aan Ataru. Onderweg naar huis ontdekt de jongen een zeer onaangename verrassing. Een grote groep ‘Oni’ (vertaling = boemannen) vreemdelingen zijn in Tomobiki geland om de planeet ‘Aarde’ te veroveren. Ze geven de mensheid echter een kans om te vechten, een vechtpartij via de computer. Ze hebben willekeurig enkele mensen geselecteerd om te kampen met hun vertegenwoordigers in het spel ‘Onigokko’ (vertaling = Het Spel van het Krijgertje). Eén van de geselecteerde mensen is Ataru. Indien hij het spel wint dan zullen de ‘Oni’ zich terugtrekken en de mensheid met rust laten. Zijn tegenstander is niet hun vrij robuuste leider maar zijn dochter, de in bikini en go-go-laarzen geklede prinses ‘Lum’. Het spel is eenvoudig: als Ataru haar bij haar horens kan pakken binnen de tien dagen heeft hij gewonnen. Lum weet hem echter zeer gemakkelijk te ontwijken en kan veel sneller lopen dan Ataru. Na negen dagen begint de hele wereld zich ongerust te voelen omdat hij na herhaalde pogingen er zelfs nog niet in geslaagd is haar aan te raken. ‘Shinobu’, de huidige vriendin van Ataru die hem altijd afwees, belooft met hem te trouwen als hij de aarde weet te redden. Dit is een nieuwe en sterke motivatie voor Ataru. Met een snelle truc weet hij de bikinitop van Lum af te rukken. Hierdoor is deze zo geschrokken dat ze op Ataru afvliegt om het topje terug te pakken. Ataru grijpt nu zijn kans en pakt haar bij de horens. Op dat moment van triomf roept hij ‘Nu kan ik eindelijk met haar trouwen!’. Lum begrijpt dit verkeerd en beschouwt zijn kreet als een huwelijksaanzoek voor haar. Tijdens het spel is Lum namelijk stiekem verliefd geworden op Ataru, maar deze laatste is niet echt geïnteresseerd en maakt zoals vroeger nog altijd jacht op elk meisje dat hij ziet … De manga is sterk episodisch met slechts af en toe een verhaal dat loopt over meer dan één serie aflevering. Elk van deze verhalen handelt over het geluk of ongeluk van Ataru, over zijn wellust, over de jaloezie van Lum of gewoon over de grote verscheidenheid aan gewone mensen, vreemden en aliens die haten en liefhebben of zich gewoon bemoeien met de relatie tussen Lum en Ataru.

aardbeving en dit op ‘Butsumetsu’, de meest ongelukkige dag van de Boeddhistische kalender. Ondanks dit gebrek aan geluk weet hij toch de ‘Aarde’ te redden van de ‘Oni’ invallers. Ataru is zeer wellustig. Zijn belangrijkste wens in het leven is te vertoeven in het centrum van een harem bestaande uit exotische en mooie vrouwen. Zijn veroveringstechniek is eenvoudig. Als hij een meisje ziet stapt hij op haar toe en vraagt meteen haar naam, telefoonnummer en adres. Vrijwel geen enkele kracht op aarde of een andere plaats in de melkweg kan hem dan nog stoppen. Deze vasthoudendheid werkt in zijn voordeel in bittere tijden want het maakt hem vastbesloten ongeacht zijn kans op slagen. Ataru komt over als dom en lui maar eigenlijk is hij heel intelligent en in staat vele situaties te manipuleren in zijn voordeel. Hoewel hij door het spel te winnen op een ongelukkige wijze gekoppeld is aan Lum flirt hij openlijk met andere meisjes. In het begin van de manga weigert hij toe te geven dat hij echt gevoelens heeft voor Lum maar in de latere afleveringen bewijst hij dat hij toen al echt van Lum hield.

Ataru Moroboshi is het belangrijkste personage uit de serie. Hij is student aan de Tomobiki School en zit in klas 2-4. Zijn leven dreigt één groot ongeluk te worden want hij is geboren op ‘vrijdag de dertiende’ tijdens een grote

JP POST: www.post.japanpost.jp/… Gigazine: http://en.gigazine.net/… Anime News Network: http://animenewsnetwork.com/…

Lum is de tweede belangrijkste stripfiguur uit de manga. Ze is een prachtige ‘Oni’ alien of vreemdeling die in staat is te vliegen en het genereren van elektrische schokken en bliksems. Ze is populair en staat er voor bekend om haar zinnen steeds te beëindigen met “daccha” (vertaling = weet je?). Behalve wanneer ze naar school gaat draagt ze een sexy outfit bestaande uit een bikini in tijgerstrepen en kniehoge go-go laarsjes. Over het algemeen is Lum goedhartig, lief, trouw en onschuldig maar ze heeft een opvliegend humeur en is erg jaloers. Haar droom is te leven in een groot huis met haar kinderen terwijl haar man (ze denk dan Ataru) werkt. Als alien beschikt ze over vele bizarre gadgets waarvan ze het gebruik in feite niet zo goed kent wat altijd leidt tot komische resultaten. Bijvoorbeeld haar manier van koken. Bij de spijzen voegt ze zeer pittige ingrediënten zoals cayennepeper en tabasco om ze nadien te bestralen met een soort bazooka zodat ze verkolen in niet eetbare gekristalliseerde nootjes. Ook de verschillen in fysiologie tussen mens en alien brengen bizarre toestanden voort. Lum wordt stomdronken door het eten van ingemaakte pruimen en haar horens zijn beginnen groeien nadat ze gebeten is door een koe … Rumiko Takahashi werd geboren in Niigata op 10 oktober 1957 en is een vrouwelijke Japanse mangaka. Ze is één van de rijkste en meest welvarende mangaka van Japan. De manga die ze gemaakt heeft en haar anime aanpassingen zijn erg populair in Japan maar ook in de Verenigde Staten en Europa waar zowel de manga als de anime in Engelse vertaling verschenen zijn. Takahashi is de best verkopende vrouwelijke artiest in de geschiedenis van de strips. Meer dan 170 miljoen exemplaren van haar verschillende werken zijn verkocht. Ze heeft twee keer de Shogakukan Manga Award gewonnen: Een eerste maal in 1981 met Urusei Yatsura en een tweede maal in 2002 met Inu Yasha. (wordt vervolgd) Bronnen

Stripfiguren op Japanse postzegels (4) door: Aimé Van Laarhoven 7. Dame Oyaji Dame Oyaji (Geen Goede Papa) is een Japanse manga serie geschreven en geïllustreerd door Mitsutoshi Furuya. Vrij vertaalt betekent ‘Dame Oyaj’”: een man van middelbare leeftijd die nutteloos en dwaas is. Vanaf 1970 tot 1982 verscheen de manga in het magazine “Shonen Zondag”. De manga werd aangepast als een anime van 26 episoden en uitgezonden op TV Tokyo tussen april en oktober 1974.

In de manga wordt Damesuke, een mannelijke kantoorbediende, als hoofdpersoon opgevoerd. Hij is getrouwd met Onibaba, een vrouw die hem met ijzeren vuist de levensregels oplegt. Damesuke probeert herhaaldelijk hier onderuit te komen maar faalt jammerlijk en

wordt daarna nog harder door zijn vrouw geterroriseerd. Ook op kantoor wordt hij beschouwd als incompetent en waardeloos. Hoewel hij zo minachtend wordt behandeld blijft hij ijverig verder werken voor zijn gezin. Want hij weet dat wanneer hij stopt met werken hij nog veel slechter behandeld zal worden. Deze serie bracht in1970 een grote schok teweeg in Japan, waar in het traditionele gezin de vaderfiguur nog steeds in hoog aanzien staat als de autoriteit van de familie. In het laatste deel van de oorspronkelijke strip komt hij eindelijk onder het juk van zijn vrouw uit en weet hij een klein eigen bedrijf te stichten. Deze wending is niet in de anime versie terug te vinden omdat de TV serie geannuleerd werd vóór het bereiken van dit punt in het verhaal. Opmerkelijk is ook dat de hatelijkheden en de gewelddadigheden van de manga in de anime sterk afgezwakt werden om het vroege avond TV publiek niet te ergeren. Mitsutoshi Furuya werd geboren op 11 augustus 1936. Hij is een Japanse manga artiest. Hij begon als assistent van de mangaka Fujio Akatsuka. Hij is vooral bekend geworden door zijn reeks ‘Dame Oyaji’. In deze serie parodieerde hij het traditionele Japanse gezin door een onzekere en wankele man te laten domineren door zijn vrouw. De serie kreeg in 1979 de Shogakukan Manga Award.

8. Cyborg 009 (zero-zero-kyu) Iedereen die een beetje vertrouwd is met manga en anime van de jaren zestig en zeventig herkent de titel ‘CYBORG 009’. Oorspronkelijk is het verhaal begonnen in 1963 als een manga maar de populariteit ging steil de hoogte in wanneer Toei het bracht als een anime in de jaren 1970. De manga bleef verder gepubliceerd in diverse tijdschriften, waaronder ‘Shonen Zondag’. Hoewel niet meer zo populair in de jaren ‘80 en ‘90 werd de publicatie van de laatste aflevering gepland in het jaar 2000. De auteur, Ishinomori Shoutarou, overleed echter op 28 januari 2000 en dus zullen we nooit zijn versie van het einde van dit beroemde en invloedrijke verhaal kennen.


22

FILAKRANT 2013

Wat is het verhaal? CYBORG 009 begon als een manga over een team van negen ‘mensen – cyborgs’ die vechten voor rechtvaardigheid en vrede tegen een machtige kwade organisatie. Maar uiteindelijk, na enkele jaren, werd het verhaal meer en meer een manga over onderzoekers van het mysterieuze en het occulte, met vaak interacties met dingen als verloren beschavingen, oude robots, goden, aliens en zelfs tijdreizigers. De stijl van Ishinimori is duidelijk en direct. Met een minder scherpe belijning dan in de moderne manga en met een neiging tot minder detail en meer interpretatieve beweging. Zijn stijl grijpt duidelijk terug naar de wortels van de manga industrie in zijn begin periode. Het begin van het verhaal schetst de situatie van Japan in de vroege jaren ‘60. De wereld is nauwelijks hersteld van de Tweede Wereldoorlog en nu, met de Spoetnik en de ruimte race, blijkt de toekomst zich razend snel te ontwikkelen naar een wereld met ruimteschepen en high-tech oorlogsvoering. Cyborg 009 speelt hierop in. Een ultra high-tech organisatie, ‘Black Ghost’, (Zwarte Geest) dreigt met een oorlog over de hele wereld. Hiervoor heeft ze de mogelijkheid geschapen om cyborg-mensen te produceren speciaal geschikt voor deze oorlogsvoering. Om dit doel te kunnen bereiken begint deze groep met het ontvoeren van een reeks geschikte personen: een super intelligente baby uit de USSR, een Amerikaanse bende leider, een plichtbewuste Amerikaan, een ontsnapte gevangene uit Oost Berlijn, een mislukte Britse auteur, een Franse studentin, een uitgehongerde Chinees, een slaaf uit Afrika en een jeugddelinquent uit Japan. Elk van deze mensen wordt omgezet in een cyborg. Het resultaat is gedeeltelijk een machine maar met behoud van de menselijke kern. De grote held in de manga is natuurlijk de Japanse jonge man: ‘Shimamura Joe’. De cyborgs, genummerd van 001 (de baby) tot 009 (de Japanse held) beginnen te rebelleren tegen de kwade organisatie die hen veranderde in superkrachtige moordmachines. Samen met een oudere wetenschapper beginnen ze een strijd om aan de invloed van de ‘Zwarte Geest’ te ontsnappen. Uiteindelijk slagen ze in hun opzet. Net als in de meest manga zou hier het verhaal moeten eindigen maar onder druk van zijn fans geeft Ishinomoru Shoutarou in 1967 zijn helden een wedergeboorte die nog meerdere decennia zal nazinderen. Deze wedergeboorte blijft waarschijnlijk het meest krachtige en memorabele moment van de gehele Cyborg 009 saga en staat bekend als één van de beste scènes uit de manga geschiedenis. Shotaro Ishinomori was een invloedrijke figuur in de manga, anime en tokusatsu (*) geschiedenis van Japan. Hij werd geboren als Shotaro Onodera op 25 januari 1938 in Tome, Miyagi. Hij gebruikte als schuilnaam Shotaro Ishimori, maar in 1985, om zijn 30ste verjaardag als manga artiest te vieren, wijzigde hij zijn schuilnaam in Shotaro Ishinomori. Terwijl hij nog op de middelbare school zat (1954) maakte hij zijn debuut als mangaka met ‘Nikyu Tenshi’ in het magazine ‘Shonen Manga’. Zoals de meeste van de Japanse kunstenaars werd hij beïnvloed door ‘Osamu Tezaku’. Na afstuderen verhuisde hij naar Tokyo waar hij ging werken als professionele mangaka. In 1959 creëerde hij het oorlogsverhaal ‘Kaiketsu Harimao’. In 1964 begon hij met de manga ‘Cyborg 009’, een immens populaire langlopende sciencefiction serie. In 1989 begon hij aan een grote serie over de geschiedenis van Japan, ‘Manga Nihon no Rekishi’, een manga die ontvoltooid zou blijven als gevolg van het vroegtijdig overlijden van de kunstenaar. In de loop van 1997 werd een jonge en beloftevolle mangake, Kazuhiko Shimamoto, door Shotaro benaderd om met hem samen te werken. De steeds zieker wordende Shotaro had hulp nodig voor de hergeboorte van ‘Skull Man’, een manga van 1970. Shimamoto was stomverbaasd dat hij uitverkoren was om met zijn idool te werken. In 2007 werd ‘Skull Man’ bewerkt tot een anime voor televisie. Ishinomori is gestorven aan een hartziekte op 28 januari 1998, slechts drie dagen na zijn 60ste verjaardag. Een manga museum met zijn naam werd in 2001 geopend in Ishinomaki, Miyagi. Daarnaast kreeg hij postuum een vermelding in het Guinness World Record boek voor de meeste strips uitgegeven door één auteur. Het waren in totaal 128.000 pagina’s. (*) Tokusatsu (letterlijk vertaald = speciale effecten) is een Japanse term die gebruikt wordt voor manga, anime of televisie films waarin superhelden spelen en waarbij veel gebruik gemaakt wordt van speciale effecten. Tokusatsu is een van de meest populaire vormen van Japanse animatie, maar de meeste tokusatsu films en televisie programma’s zijn niet algemeen bekend buiten Japan. 9. Pro Golfer Saru Deze sport manga doet een beetje vreemd aan. Hij kronkelt zich op een abnormale wijze van de ene situatie in de andere. Pro Golfer Saru is geschreven en getekend door Fujiko Fujio, het reeds bekende mangaka duo (zie deel 3). De basis van het verhaal is eenvoudig. Saru, Japans voor ‘aap’, heeft het in zijn hoofd gehaald om de beste golfer

van de wereld te worden. Hoe dan ook, om dat doel te bereiken volgt hij een opleiding bij een gemaskerde man die hem ook nog een hele reeks kung-fu krijgskunsten leert.

Deze manga heeft model gestaan voor het spel ‘Pro Golfer Saru’ dat op dit ogenblik op de Wii van Nintendo beschikbaar is. De stripfiguren uit de manga, Sarumaru Sarutani, Dragon en Benpachi, worden ook in het spel opgevoerd waarbij elk personage zijn unieke speciale ‘moves’ heeft. Fujiko Fujio, de schuilnaam van het mangaka duo Hiroshi Fujimoto en Motoo Abiko, hebben we reeds uitvoerig besproken in deel 3. Zij hebben ook een semi-autobiografische manga serie gemaakt van hun leven en loopbaan. Hierin wordt Fujimoto afgeschilderd als het ietwat naïeve hoofdpersonage. Na vele succesvolle manga verbraken ze hun samenwerking in 1987. Motoo Abiko tekent nu zijn werk met “Fujiko Fujio A” en Hiroshi Fujimoto met “Fujiko F. Fujio”. 10.Touch (Tacchi) Touch ( Tacchi ) is een manga over baseball aan een Japanse middelbare school. Hij is geschreven en getekend door Mitsuru Adachi. De series zijn verschenen in het wekelijkse manga magazine ‘Shonen Zondag’ in de periode 1981-1986. Van de manga werden tevens 101 anime episodes voor TV gemaakt. Touch werd in 1983 bekroond met de ‘Shogakukan Manga Award’ voor de categorie ‘Shonen en Shojo’. Het verhaal in de manga volgt de belevenissen van drie jonge mensen: Kazuya en Tatsuya Uesugi (identieke tweelingbroers waarvan Tatsuya de eerst geboren is) en Minami Asakura. Ze woonden naast elkaar sinds hun geboorte en groeiden samen op. Hun ouders bouwde zelfs een speelhuisje op de scheiding van hun tuin zodat ze samen gezellig konden ravotten. Het was pas in hun tienerjaren dat ze plots merkte dat een van hen een meisje was. Kazuya en Tatsuya voelen zich allebei tot Minami aangetrokken. Op school zijn het alle drie uitstekende studenten. Reeds vanaf het eerste jaar in het middelbaar onderwijs zijn beide broers erg sportief en uitstekende honkbalspelers. Tatsuya heeft het meeste talent, maar is een beetje verlegen en een treuzelaar terwijl zijn broer geniet van in de schijnwerpers te staan. Daardoor heeft Kazuya al meerdere prijzen ontvangen en erkenning gekregen voor zijn uitmuntend spel als werper en honkbalspeler. Hij is ook de aanvoerder van het team van de school. Tatsuya blijft liever op de achtergrond omdat hij niet bereid is om rechtstreeks te gaan concurreren met Kazuya. De meeste mensen en ook hun ouders denken dat Minami en Kazuya een perfect paar zouden vormen maar Minami is geneigd haar voorkeur te geven aan Tatsuya. Op weg naar de finale van het lokale baseball kwalificatie toernooi wordt Kazuya aangereden door een vrachtwagen toen hij een kind dat overstak wilde tegenhouden. Vanwege Kazuya’s dood wil Tatsuya niet meer spelen. Maar na vele gesprekken met vrienden en Minami neemt hij het besluit de taak van zijn broer over te nemen. Tatsuya zal het team leiden gedurende de nationale baseball kampioenschappen van de middelbare scholen. Uiteindelijk worden ze kampioen op het eindtornooi. De hoofdpersonages uit de manga zijn:

Tatsuya Uesugi Hij is de belangrijkste persoon in het verhaal. Hij is de oudste van de Uesugi tweeling. Schijnbaar is hij egoïstisch en lui maar dat is in werkelijkheid niet zo.Tatsuya’s belangrijkste kwaliteit is zijn onzelfzuchtigheid. Op atletische gebied is hij de mindere van zijn jongere broer die dan ook met de eer gaat lopen in het honkbal. Zijn kinderdroom is het winnen van het ‘nationaal scholen honkbal toernooi’.

Evenals Kazuya houdt hij van Minami Asakura, het meisje naast de deur, waarmee ze reeds bevriend zijn van in hun kindertijd. Echter, op het gebied van de liefde is hij ook onzelfzuchtig, ondanks zijn gebroken hart, en vertelt aan iedereen dat Minami en Kazuya een uitstekend koppel zouden zijn. Kazuya Uesugi Hij is de jongste van de Uesugi tweeling. Hij is ernstig en een harde werker. Hij is het complete tegenovergestelde van zijn oudere broer. Zijn honkbalvaardigheden en andere kwaliteiten maakt hem tot de favoriet van zijn ouders, die ondanks zijn jonge leeftijd, samenspannen om hem en Minami te koppelen. Zijn atletisch gebouwd lichaam maakt hem populair bij de meisjes op school. Dit valt niet in goede aarde bij Tatsuya die hierdoor flink jaloers is. Kazuya moet echter hard werken en trainen om zijn vaardigheden in het honkbal te verwerven. Net als zijn broer is Kazuya verliefd op Minami. Hij vermoedt echter dat Minami in stilte verliefd is op Tatsuya. Hij hoopt haar voor zich te winnen door met zijn team het honkbal scholen toernooi te winnen. Minami Asakura Is het buurmeisje en jeugdvriendin van de Uesugi tweeling. Zij is een intelligente en actieve studente die haar vader zoveel mogelijk helpt met klusjes in huis. Omdat haar moeder stierf op jonge leeftijd helpt Minami ook in het theehuis dat de familie uitbaat. Minami is een mooi meisje en is populair op school. Ze is ook een natuurtalent in de atletieksport. Niet alleen de Uesugi tweeling maar vele andere jonge mannen zijn verliefd op haar. Hoewel haar vader en de heer en mevrouw Uesugi vaak aansturen om Minami en Kazuya te koppelen ligt haar hart echt bij Tatsuya. Dit ondanks dat ze vaker gezien wordt met Kazuya en hem actief ondersteunt op weg naar het scholen honkbal toernooi. Hierdoor denkt iedereen dat Minami eigenlijk verliefd is op Kazuya, de ‘sterwerper’ van het honkbal team. Mitsuru Adachi is een mangaka geboren op 9 februari 1951 in Isesaki, gelegen in de Gunma Prefecture, Japan. Na zijn afstuderen aan de Gunma Prefectural Maebashi Commercial High School volgt hij zijn oudere broer en verhuist in 1969 naar Tokyo. Hier gaat hij werken als assistent voor Isami Ishii een bekende mangaka. Hij maakt zijn manga debuut in 1970 met ‘Kieta Bakuon’, gebaseerd op een manga oorspronkelijk gecreëerd door Satoru Ozawa. In het begin van de jaren ’70 publiceert hij verschillende aanpassingen op korte verhalen en korte reeksen die gebaseerd zijn op werken die door anderen zijn uitgebracht. Het meest bekende hiervan is de aanpassing van ‘Rainbowman’ uit 1972-1973. In 1978 publiceerde hij zijn eerste originele serie, ‘Nine’ in ‘Wekelijkse Shonen Zondag’. Adachi werd pas een echt bekende naam met de publicatie van zijn serie ‘Touch ‘ die liep van 1981 tot 1986 in het ‘Wekelijkse Shonen Zondag’ magazine. ‘Touch’ werd bewerkt in een tv-anime-serie in 1985, en de serie had een looptijd van twee jaar op Fuji TV. In 1982 wordt zijn manga ‘Hiatari Ryõkõ! ‘ aangepast voor een TV drama serie. Het volgende jaar, 1983, was een groot jaar voor Adachi. Hij ontving de 28ste jaarlijkse “Shogakukan Manga Award” in de categorie ‘shonen / shojo manga’ voor zijn twee series Touch en Miyuki. Zijn Miyuki reeks werd later aangepast in zowel een tv-anime serie als in een ‘live action’ film en ‘Nine’ werd verwerkt in drie films met een extra vervolg in 1984. Adachi staat bekend om zijn romantische komedies en zijn sport manga (vooral honkbal), zoals Touch, H2, Slow Step en Miyuki. Hij wordt omschreven als: de schrijver van ‘prachtige dialoog’, een genie als het gaat om ‘het portretteren van het leven van alle dag’, ‘de grootste zuivere verteller’, en ‘een meester mangaka’. Hij is een van de weinige mangaka die schrijven voor zowel de ‘shonen’, de ‘shojo’ en de ‘seinen’ manga tijdschriften. Hij is populair in alle drie de genres. Daarnaast wordt gesuggereerd dat de accurate weergave van de broeder rivaliteit in ‘Touch’ kan afkomstig zijn van Adachi’s ervaringen tijdens het opgroeien met zijn oudere broer. Zijn werken zijn uitgebracht in de belangrijkste manga tijdschriften van Japan zoals ‘Wekelijkse Shonen Zondag’, ‘Ciao’, ‘Shojo Comic’, ‘Big Comic’ en ‘Petit Comic’. De meeste van zijn werken worden gepubliceerd door de uitgeverijen Shogakukan en Gakken. Slechts twee korte verhalen bundels, ‘Short Program 1’ en ‘Short Program 2’ zijn verschenen in Noord-Amerika. Hij was een van de belangrijkste auteurs in de nieuwe ‘Maandelijks Shonen Zondag’ (Gekkan Shõnen Sandë) een tijdschrift dat met de publicatie begon in juni 2009. In 2009 won Adachi de 54ste Jaarlijkse Shogakukan Manga Award voor “shonen manga” voor ‘Cross Game’ en deze serie werd eveneens aangepast in een TV-anime-serie. (wordt vervolgd in Filakrant 2014) Bronnen

JP POST: www.post.japanpost.jp/… Gigazine: http://en.gigazine.net/… Anime News Network: http://animenewsnetwork.com/…


FILAKRANT 2013

23

Oplichters en vervalsers, de Italiaanse carabinièri pakt ze allemaal! door Vincent Prange, voorzitter Filitalia Wie de zoekopdracht “propaganda” op Ebay-postzegels intikt, zal verbaasd staan van de honderden fantasieproducten die worden aangeboden. Het loont blijkbaar de moeite om bijvoorbeeld op waardeloze zegels een hakenkruis te drukken en deze voor enkele Euro’s aan te bieden. Er zijn altijd weer mensen te vinden die het leuk vinden deze dingen te kopen en daarmee hun verzameling te “verrijken”. In tegenstelling tot Ebay weert internetsite Delcampe voortaan aanbieders van fantasieproducten (vaak uit Nederland en Duitsland). Op Ebay kunnen de aanbieders van dergelijke reproducties, Lückenfüllers, tappabuchi, ristampa, facsimile’s, falsi en hoe ze deze dingen ook noemen, vrolijk hun gang gaan. Ik heb al verschillende keren dergelijke aanbieders bij de kladden gepakt en bij Delcampe en Ebay aangemeld. En ik moet zeggen: Delcampe reageert snel met het verwijderen van dergelijke aanbiedingen. Maar Ebay? Enfin, kijkt u zelf maar ... . Speciale carabinieri In Italië heeft de bond van postzegelverzamelaars in samenwerking met een speciale politiemacht (!) onder leiding van een heuse maarschalk de strijd aangebonden met vervalsers van zegels en producenten van fantasieproducten. Er is een werkgroep onder de toepasselijke naam Off! (Osservatorio contro i Falsi Filatelici), die nauw samenwerkt met de politie-eenheid TPC (Tutela del Patrimonio Culturale). Deze rechercheurs zijn gespecialiseerd in vervalsingen van het culturele erfgoed (vooral kunst), waar in Italië ook postzegels onder vallen. Zij kijken bij postzegels ook naar de aanbiedingen op internet en hebben al enige opmerkelijke successen geboekt. Zo hebben ze in 2011 beslag gelegd op ongeveer een miljoen (!!!) zegels met een aangeboden waarde van 20.6 miljoen Euro.

Er zijn 7 Italiaanse falsarissen gearresteerd, waarbij een recidivist! Dit alles is mogelijk omdat Italië (in tegenstelling tot Nederland waar vervalsers en flessentrekkers ongestoord hun gang kunnen gaan) sinds 2004 een bijzonder scherpe wet heeft, die het aanbieden van welke vervalsing dan ook strafbaar stelt. Daaronder vallen dus ook nadrukken van postzegels en fantasieprodukten, ook indien deze als zodanig worden aangeboden. Het is overigens jammer dat de carabinieri geen vat hebben op buitenlandse (en dus ook Nederlandse) boeven. Net zo goed als het jammer is dat de Nederlandse politie zich totaal niet voor deze vervalsers lijkt te interesseren ... . Fantasieproducten Het aanpakken van fantasieproducten is relatief gemakkelijk, maar anders ligt het bij valse opdrukken en afstempelingen, die voor veel geld als echt worden aangeboden. Let bij afstempelingen in ieder geval op de juiste geldigheidsdatum, want daarmee worden de meeste fouten gemaakt. Kijk bij stempels ook goed naar de plaatsnaam. Heb je bij-voorbeeld een zegel met de opdruk Somalia Italiana met het stempel Monza, nou dan weet je het wel: de opdruk is vals! Oplichters Ten slotte nog een ander soort oplichters die internet vervuilen en die als je niet oppast je veel geld kunnen kosten. Er zijn twee soorten boeven: 1. Schurken die waardeloze zegels aanbieden tegen belachelijk hoge Direct Kopen prijzen, bijvoorbeeld een modern flut-zegel voor 5000 dollar. Deze oplichters gokken er op dat iemand per ongeluk de direct kopen knop intikt en dan hang je! (Nou ja, het geeft enig gedonder maar je betaalt natuurlijk niet.) 2. Oplichters die heel goedkope aanbiedingen van veel gevraagde zegels doen en die na betaling niet leveren. Deze zijn herkenbaar doordat ze vaak komen uit landen van het voormalige Oostblok. Let dus goed op de herkomst van de aanbieder. Bovendien hebben ze meestal nog geen positieve feedback ontvangen en bieden iets voor de eerste keer aan. Let dus ook goed op het getal van de feedbacks achter de naam van de aanbieder. Is dit lager dan 10, dan niet bieden!

Patiëntenvereniging Er zijn gelukkig veel verzamelaars die flink gebruik maken van de aanwezige kennis van anderen. Heeft u een probleem met een internetveiling en u weet niet zeker of u bezig bent een vervalsing te kopen of een echte zeldzaamheid, schakel dan een bestuurslid van uw vereniging in. Wij, van de Italië-vereniging Filitalia zien onszelf niet alleen maar als een clubje van toevallige verzamelaars van dat land, maar ook een soort patiënten-vereniging die probeert de lijders aan de Italiaanse postzegelziekte met raad en daad bij te staan. Dat zal bij andere verenigingen hopelijk niet anders zijn, doe dus uw voordeel en vraag raad bij anderen! door Vincent Prange, voorzitter Filitalia

Italiaanse Expert viel bijna van zijn stoel:

“Een Italiaanse club in Holland met 120 leden? Dat bestaat niet! Een van de oudste en bekendste postzegelexperts van Italië is de heer Giangiacomo Orlandini in Rome. Hij is eigenaar van twee internationale veilinghuizen: Italphil en Harmers in Londen. Een korte vakantie in Rome werd door mij aangegrepen om dit beroemde veilinghuis met een bezoekje te vereren. Ik had zojuist enige vondsten op internet gedaan en besloot deze bij Italphil te veilen. Ik werd ontvangen op het kantoor, dat is gevestigd in een stokoude, statige “palazzo”. Het ligt vlakbij de Trevi-fonteinen, dus dat kwam goed uit. Omdat de door mij aangeboden spullen niet alledaags waren, werd door de heer Orlandini in hoogste eigen persoon er bij gehaald. Hij bleek een allervriendelijkste grijze oude heer, die over de gehele wereld bekend staat als een van de beste en betrouwbaarste postzegelexperts.

Hij bekeek mijn meegebrachte zegels onder goedkeurend gebrom en verklaarde zich al snel bereid een en ander tegen hoge prijzen te laten veilen. Wij raakten onder een kop sterke espresso verder in gesprek over Italiaanse postzegels en nieuwsgierig geworden vroeg hij mij waar ik als Hollander toch al die kennis over Italiaanse postzegels vandaan haalde. Ik vertelde hem dat ik voorzitter ben van Filitalia, een Nederlandse club van 120 enthousiaste leden die allemaal op de een of andere manier een grote liefde hebben voor alles wat met Italië te maken heeft, in het bijzonder met postzegels. De mond van de heer Orlandini viel open van verbazing en het scheelde weinig of hij viel van zijn stoel. Hij haalde eens diep adem en stamelde: “Meer dan 120 leden in Holland. Dat bestaat toch niet. Dat heeft bijna geen enkele club in Italië. Hoe kan dat?”. Toen vertelde ik hem over de lage contributie van maar 15 Euro per jaar, over de gezellige bijeenkomsten met gratis eten en drinken en over de zes geanimeerde veilingen per jaar. Ik liet hem ook de prachtig uitgevoerde clubbladen zien, die onze leden zes maal per jaar in de bus krijgen. Enthousiast bladerde hij door het stapeltje en bekeek de mooie illustraties van bijzondere zegels en brieven. “Jammer dat ik geen Nederlands kan lezen, maar die verhalen lijken mij allemaal even interessant!” was zijn reactie. En toen ik hem ook nog eens meldde dat ieder nieuw lid een speciaal voor Filitalia gemaakte koffiebeker met lepel en schotel ontvangt, kon hij alleen nog maar hoofdschuddend zeggen:“Die Hollanders toch, die moeten wel gek van ons mooie land zijn!”

En zo is het. Ook lid worden van deze fantastische club? Ga naar www.filitalia,nl en meld je aan! door Vincent Prange, voorzitter Filitalia


24

FILAKRANT 2013

Balbo’s formatievlucht naar de Wereldtentoonstelling in Chicago 1933 en de relatie met IJsland Van de 298 bekende brieven met een IJslandse frankering die wereldwijd bekend zijn, hebben wij onlangs het geluk gehad één van de meest bijzondere exemplaren te kunnen aanschaffen. Graag illustreren wij dit mooie filatelistische stuk met het daarbij horende verhaal en maken u daarbij deelgenoot van onze speurtocht. Ter meerdere eer en glorie van de Italiaanse Luchtmacht besloot de Italiaanse dictator Mussolini dat Italie met het paradepaardje dat haar luchtmacht destijds was vertegenwoordigd moest zijn bij een internationaal evenement. Deze gelegenheid deed zich voor in de vorm van de wereldtentoonstelling in Chicago van 1933, hierin vond hij een perfecte etalage voor dat doel. Deze deelname aan de wereldtentoonstelling van de Italiaanse Luchtmacht heeft ook filatelistische sporen nagelaten. In diverse landen zijn speciale zegels uitgebracht, daarnaast zijn diverse reeds uitgegeven zegels voorzien van een opdruk. Voor Ysland gaat dat om 1, 5 en 10 Kronen van de gangbare serie uit de serie van Christian X uit 1920 en de later aangepaste fijne gravure uit 1931. Yslandse zegels en brieven Omdat het Squadron op weg naar America ook Ysland aandeed besloot de Yslandse post tot uitgave van een speciale serie. Omdat het drukken van nieuwe zegels teveel tijd in beslag zou nemen, dat kon niet meer omdat de tijd tussen aankondiging van de vlucht en de daadwerkelijke aankomst tijd te kort was, besloot men in Ysland om zegels van een opdruk te voorzien. Dat kon lokaal in Reykjavik. Het maken van nieuwe zegels zou voor Ysland domweg te omslachtig zijn omdat dit veelal via Kopenhagen diende te verlopen, nog afgezien van het hele ontwerp en toestemmingsproces. Het zou dus een opdruk worden net zoals dat 2 jaar eerder met de vlucht van de Graf Zeppelin naar Ysland was gebeurd. Destijds was de opdruk zwart en horizontaal, nu besloot men tot een rode diagonale opdruk. Een drietal (hoge) waarden van de gebruiksserie van Christan X werdt hiervoor gebruikt. De opdruk werd verzorgd door drukkerij Gutenberg in Reykjavik.

Figuur 1 1 Kr. 9.900 stuks(waarvan 5900 in ciruclatie gebracht) Uitgave 1931 (fijne gravure) 5 Kr. 8.600 stuks (waarvan 4600 in ciruclatie gebracht) Uitgave 1930 (grove gravure) 10 Kr. 8.00 stuks (waarvan 4000 in circulatie gebracht) Uitgave 1931 (fijne gravure) Slechts 4.000 complete series kwamen dus op de markt en slechts 298 brieven werden tussen 2 en 11 juni 1933 aangebracht voor aangetekende verzending naar Amerika en Europa. Samen met de andere zegels van Christain X verloren de “Balbo zegels” in 1946 hun geldigheid. Hoewel niet vastgelegd in regels, lijkt het erop dat deze zegels uitsluitend zijn gebruikt voor deze speciale vlucht. Het totale frankeerbedrag van een serie was dus 16 Kronen. De prijs van het versturen van een aangetekende brief met deze zending was echter 16 Kronen en 30 Aur. De 30 Aur aantekenrecht diende middels toegevoegde zegels te worden gedaan. Op de wel bekende Balbobrieven treft men meestal de 30 aur uit de serie van Christian X als aanvullingswaarde maar ook andere frankeringen zijn bekend. Naast de aantekenstrook is er een speciaal strookje met de vermelding: “Croisière aérienne italienne du Décennal” en in veel gevallen een “par avion / Lofteidis” strookje. Figuur 2 Speciaal IJslands strookje voor de Balbovlucht.

Andere landen met zegels Italië gaf voor de gelegenheid de luchtpostzegels die destijds gangbaar waren een opdruk. De Italiaanse zegels werden gedrukt in 2 vellen van 20 “Triptieken” waarbij van elk triptiek het linkerzegel werd voorzien van de opdruk van de “callsign” van de piloot/het vliegtuig. Over deze callsigns later meer. Zodoende onstonden vellen met 20 verschillende zegels immers elk triptiek had een andere opdruk. Ook deze zegels van Italië behoren bij de meer kostbare soort. Op brieven zelfs tot de meest vervalste.

Figuur 6 Vlucht-schema van Balbo’s Noord Atlantische Squadron-vlucht. Etappe Plaats

3 Italiaanse triptieken met callsigns.

Figuur

Figuur 4 Newfoundland uitgave. New Foundland kent een opdruk “1933 Balbo Flight $ 4,50”. Welke ook tot haar meest kostbare uitgiften behoort. Ook andere postale kenmerken zijn bekend. Zo heeft Nederland voor de vlucht een speciaal (rood) stempel laten aanmaken dat gebruikt is op alle post die in Amsterdam aan boord van de vliegtuigen is gegeaan. En u raadt het al: ook deze brieven zijn erg kostbaar.

1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13)

Vertrek Bestemming

Orbetello (Rome) 1-7-1933 Amsterdam 2-7-1933 Londonderry 5-7-1933 Reykjavik 12-7-1933 Cartwright 13-7-1933 Shediac 14-7-1933 Montreal 15-7-1933 Chicago 19-7-1933 New York 25-7-1933 Shediac 26-7-1933 Shoal Harbour 8-8-1933 Azoren 9-8-1933 Lissabon 12-8-1933

Aankomst Afstand

Orbetello (Rome) 2-7-1933 Londonderry 2-7-1933 Reykjavik 5-7-1933 Cartwright 12-7-1933 Shediac 13-7-1933 Montreal 14-7-1933 Chicago 15-7-1933 New York 19-7-1933 Shediac 25-7-1933 Shoal Harbour 26-7-1933 Azoren 8-8-1933 Lissabon 9-8-1933 Orbetello (Rome) 12-8-1933

1400 km 1000 km 1500 km 2400 km 1200 km 800 km 1400 km 1600 km 1200 km 900 km 2700 km 1500 km 2200 km

De basis van de Italiaanse luchtmacht “Orbetello” ligt ca. 150 km ten noorden van Rome.

De vliegtuigen De SX-55 waren watervliegtuigen (vliegboten). Er werd dus gezocht naar plaatsen waar de vliegtuigen en manschappen opnieuw bevoorraad konden worden op weg naar de wereldtentoonstelling.

Figuur 7 Foto van het vliegende squadron. Figuur 5 Stempel “Vliegtocht van Italiaansche vliegtuigen” (Veiling € 2.000,- nov. 2007). Bekende brieven Door de hoge prijs van de zegels zijn er niet veel Yslandse series verkocht die ook daadwerkelijk voor frankering zijn gebruikt. 16 Kronen was in Ijsland destijds een vermogen. Een groot aantal van de zegels is ongebruikt in verzamelingen terecht gekomen, hoewel ook zelfs dit nog steeds een kostbaar verhaal blijft. Vakjes voor Hopflug zegels blijven in veel verzamelingen leeg. Door de hoge prijs om een brief met de “Hopflug” te kunnen versturen is het aantal gemaakte en overgebleven brieven erg laag (volgens de Facit slechts 298 stuks). Dit maakt juist deze brieven veelal tot summum sluitstuk van de meeste Ysland verzamelingen. Het aanbod is erg beperkt en er gaan jaren voorbij dat er geen brieven op veilingen (wereldwijd) worden aangeboden. Het avontuur De afstand Rome–Chicago kan tegenwoordig in “een” keer worden gevlogen. Dat was in 1933 uiteraard nog niet zo. Ook speelden weersinvloeden een nog veel grotere rol dan dat dat tegenwoordig het geval is. Dat gaf een “squadronvlucht” een heel eigen dimensie.

De Vluchten De Italiaanse luchtmacht behoorde in de beginperiode van de luchtvaart tot de absolute creme de la crème. Al heel vroeg zag men de militaire mogelijkheden van de vliegtuigen. Sinds 1928 waren er ook al enige “massa-vluchten” geweest waarbij het Squadronvliegen werd toegepast. Gezien de enorme kosten past het formaat van de “Squadronvlucht” zich wel geleidelijk aan de tijdgeest, aan immers Europa onderging in die tijd een grote recessie De mogelijk te overbruggen afstanden werden door het voortschreiden der techniek natuurlijk gaandeweg wel groter. Eerdere squadronflights van Balbo * 1928 Westelijke Middellandse Zee vlucht (61 vliegtuigen, 200 mensen) 2.800 km * 1929 Oostelijke Middellandse Zee vlucht (35 vliegtuigen, 160 mensen) 5.300 km * 1930 Zuid Atlantische vlucht (32 vliegtuigen, 64 mensen) 10.500 km * 1933 Noord Alantische vlucht (25 vliegtuigen, 100 mensen) 19.800 km Balbo koos voor de grootse presentatie van ”zijn” luchtmacht uiteraard het best beschikbare personeel. Hij wilde immers net als Mussolini, goed voor de dag komen in Chicago. De gevaren van het fasicsme waren destijds nog niet goed doorgedrongen in de Verenigde Staten, al rees


FILAKRANT 2013

hier en daar natuurlijk ook wel twijfel. Italië had een zeer roerige tijd achter de rug. Mussolini zag in de presentatiemogelijkheid op de Wereldtentoonstelling een ideale gelegenheid het fasicsme als goed en vooruitstrevend aan de wereld voor te stellen. De Verenigde Staten waren destijds nog erg gespitst op Europese Ontwikkelingen. Balbo en zijn squadron werden als helden ontvangen, eerst in Chicago en later in New York. Op 15 juli werden Balbo en zijn gevolg in Chicago opgewacht door meer dan 100.000 mensen. De Burgermeester verklaarde 15 juli tot “Balbo Dag.” De 21e juli in New york was voor Balbo en de piloten zelfs een “tickertape parade” weggelegd op Broadway. Dit alles maakte Mussolini jaloers. Bij terugkomst van Balbo in Italië werd Balbo eigenlijk weggepromoveerd. Hij werd weliswaar luchtmaarschalk (een rang nog niet eerder toegekend in het Italiaanse leger) maar eveneens gouveneur van de kolonie Libië. Mussolini vond dat Balbo teveel macht kreeg en schoof hem met deze zet eigenlijk op een zijspoor. Figuur 8 Mussolini

Figuur 9 Gen. Balbo

Figuur 10 Capt. Miglia Een van de piloten was Allesandro Miglia die ook al was meegevlogen op de eerdere formatievlucht naar Brazillie (De Zuid Atalantische vlucht van 1930) zij het toen als bemanningslid en niet als piloot. Over hem later meer. De vliegtuigen, de divisie, de squadrons, callsigns en de formatie De 24 (25) vliegtuigen waren onderverdeeld in 2 divisies van 12 vliegtuigen. De 2 divisies waren weer onderverdeeld in 2 squadrons van elk 6 vliegtuigen, genoemd naar de “kleur” van het facisme (zwart) en de kleuren van de Italiaanse vlag. De vliegtuigen waren op hun beurt genoemd naar de gezagvoerder. Vliegtuigen/ Div. Squadron Piloot 1 Zwart

BALB, QUES, BISE, MIGL, PELL, BORG

2 Rood

NANN, LIPP, ROVI, DINI, LEON, TEUC

3 Wit

GIOR, NAPO, VERC, RECA, GALL, ABBR

4 Groen

BIAN, RANI, ARAM, LONG, CANN, CALO

Dagen op IJsland Van 5 juli 1933 tot 12 juli 1933 verbleef het squadron van Balbo dus op IJsland. Daarmee is de link met Scandinavie natuurlijk duidelijk. Voor de piloten moet het vertrek uit Orbetello, (en later uit Amsterdam, en Londonderry) een schril contrast zijn geweest met het verblijf op IJsland, ook destijds al erg dunbevolkt. Zeker in vergelijking met de latere enorme ontvangsten, feestelijkheden, buffetten en ontmoetingen met beroemde Amerikanen in Chicago en New York. Verblijf op IJsland De piloten verbleven in Reykjavik in Hotel Borg. Dit Hotel Borg bestaat nu nog steeds en wordt wel als het meest chique hotel van Reykjavik beschouwd. Mogelijk waren er destijds weinig andere hotels die de vliegers van voldoende allure vonden maar dat weten we natuurlijk niet zeker.Vast staat wel dat “Hotel Borg” in der 30-er jaren in Reyjavik een “place-to-be” was en ook toen al alleen weggelegd voor welgestelden. Hopflug Waarom het squadron IJsland aandeed laat zich makkelijk verklaren. IJsland lag nu eenmaal ideaal midden tussen Europa en Amerika voor een tussenstop. Het hele squdaronvlucht principe gebeurde met kleine “hupjes” de hele afstand werd gewoon onderverdeeld in “hapklare” brokken. Dat was al zo tijdens de eerste formatievluchten waarbij destijds de inhoud van de tanks van de vliegtuigen de maximale lengte van een “etappe” op circa 500 miles bepaalde. Dat werd met de komst van nieuwere vliegtuigen natuurlijk beter (lees: men kon langer doorvliegen) maar natuurlijk nog niet zoals men dit heden ten dage placht te doen met vluchten van soms meer dan 24 uur. Dit verklaart ook de IJslandse naam: “Hopflug.” Men “hopte” van de ene (tussen)bestemming naar de volgende. De invloed van het weer Weersomstandigheden bepalen zoals zo vaak de regels in Scandinavië. Bij aankomst in Reykjavik bleef het weer de volgende 6 dagen zo slecht dat verder vliegen, voor de een van de langste etappes naar Canada/New Foundland, Balbo onverantwoord leek. Het squadron vertrok uiteindelijk op 12 juli in mist en regen. Dit gaf wel het probleem dat “in formatie vliegen” niet mogelijk was. Wel bleven de vliegtuigen in elkaars zicht en na 2400 lange kilometers bereikte men het Noord Amerikaanse vaste land, en begon de feestelijke zegetocht van Balbo in Amerika. Ook de terugreis was niet zonder weersproblemen. Het aanvankelijke plan om via Ierland terug te vliegen liet Balbo varen toen beter weer (door een cycloon) te lang op zich liet wachten. Balbo besloot een langere route te nemen via de Azoren, terug richting Portugal en Italië. Een Balbobrief Op 26 april 2006 deed zich een gelegenheid voor waarbij wij een Balbobrief konden bemachtigen. Voor de prijs waarvoor je makkelijk met zijn 2-en een week naar IJsland kan verruilde onderstaande brief van eigenaar en bevindt zich thans in onze collectie. Dit is geen “gewone” Balbobrief voor zover die al bestaan.

Ons viel uiteraard de geadresseerde als eerste op. Kapitein Allessandro Migila is een van de piloten die tijdens deze vlucht commandant op een van de vliegtuigen was. De envelop is een envelop van hotel Borg! De opdruk van het hotel staat op de achterzijde van de envelop. Dit maakt het hoogst waarschijnlijk dat Kapitein Miglia tijdens de dagen van zijn verblijf op Ijsland heeft besloten zichzelf een souvenir te doen toekomen van deze historische reis. Dit sterkt ons in de aanname dat het gezelschap van Balbo tijdens het verblijf op Ijsland in Hotel Borg verbleef.Vervolgens viel ons op dat de frankering (inclusief aantekenrecht) correct is maar dat een aantekenstrookje ontbreekt. Van de vluchten is erg nauwkeurig bijgehouden hoeveel post op elke tussenbestemming is uitgeladen, en gezien de prijs van iets dergerlijks zal dat niet achteloos vergeten zijn. De brief draagt ook geen “Loftleidis-strookje” maar wel een “croiseire du decennal strook.” Erg apart, want niet zo als het hoort. De brief heeft overigens een certificaat van een Scandinavisch keurmeester. Stempels op de brief

Vertrekstempel 11–7–1933 Reykjavik Transitstempel 28–7–1933 Cartwright Aankomststempel 29–8–1933 Roma

Figuur 13, 14 en 15 Afbeeldingen van de stempels op de brief

Onze brief Het lijkt erop dat de brief vanaf Reykjavik helemaal is meegevlogen tot Rome. Wij vermoeden dat Kapitein Miglia tijdens het verblijf op IJsland de brief voor zichzelf heeft vervaardigd, hij tijdens het oponthoud in Shoal Harbour tussen 26 juli en en 8 augustus de brief in op 28 juli in Clarenville van een stempel heeft laten voorzien en Bij thuiskomst in Rome op 29 augustus hetzelfde heeft gedaan. Door het ontbreken van het aantekenstrookje op de brief en de horizontale en verticale vouw (wat een erg raar formaat oplevert) is er een gerede kans dat Miglia de brief buiten het oorspronkelijke postvervoer gewoon in zijn jaszak van Reykjavik tot Rome op deze vlucht heeft meegenomen: een uniek stukje postgeschiedenis. Maar daarbij stellen wij ons wel een aantal vragen: Wellicht is Miglia gedurende het gedwongen oponthoud in Reykjavik de filatelie gaan ontdekken, of was hij zelfs al een toegewijde filatelist? Als dat zo is, zijn er mogelijk ook brieven vanuit Italië, Nederland, Engeland, New Foundland, Canada, de Verenigde Staten, de Azoren of Portugal gericht aan Kapitein Miglia in Rome bekend? Mogelijk heeft hij zijn eigen reis filatelistisch in kaart willen brengen? Het is mogelijk! In IJsland en Shoal Harbour (Clarenville) heeft hij gezien het reisschema daarvoor wel de “meeste” tijd gehad. In de Verenigde Staten (met name in Chicago en New York) is de groep van Balbo bij vele plichtplegingen betrokken. In ieder geval is het verzamelgebied dat wij “in de gaten” houden door deze brief alweer groter geworden want wie weet zijn er meer brieven van Kapitein Migila. Rieneke Kuin-Hulshof NFV Scandinavië John Kuin Rietdijk B.V.

Figuur 11 De formatie van het Squadron De gevaren van de vlucht Uit Orbetello vertrokken 25 vliegtuigen met in totaal 100 bemanningsleden. De formatie bestond uit 24 vliegtuigen waarbij het 25e vliegtuig als reserve gebruikt kon worden. De etappes waren niet zonder problemen. Al bij de eerste landing in Amsterdam ging het mis. Op de Zuiderzee sloeg het vliegtuig van Kapitein Baldini (I-DINI) over de kop. Een van de bemanningsleden Sergeant Ugo Quintovalle, kwam hierbij om het leven. Op de terugreis was bij de Azoren hetzelfde lot beschoren aan het vliegtuig van Kapitein.. rani..(I-RANI) waarbij Luitenant Enrico Squalia het leven liet. Het was dus destijds echt niet zonder gevaar dergelijke lange vliegreizen te ondernemen. Na ruim 40 dagen en weer terug in Italië had de vlucht dus 2 levens en 2 vliegtuigen geëist.

25

Bronnen

The Mass Flights of Italo Balbo/R.E. Lana 100 Years of Icelandic Stamps Facit Rietdijk veiling 384, 389 Fotobijlagen Zweeds filatelistenblad Dank aan Nico Bongers voor de vertaling van een stukje Zweeds http://www.clarenville.net/balboflight.html

Figuur 12 Een Balbobrief


26

FILAKRANT 2013

WENST U FIJNE FEESTDAGEN X-MAS SALE KORTING TOT 30% www.collect4all.com

Kom ook eens langs bij Howell Holding In- en verkoop postzegels. Iedere zaterdag van 10-16 uur 5cent-boeken, partijen, covers, series, blokken Zuiderparklaan 133, Den Haag, 070-3925409


FILAKRANT 2013

27

Filatelistenvereniging ‘De Globe’: zorg dat u er bij komt!

Vlak na de oorlog, als jongetje van zes, begon ik met het verzamelen van postzegels. Net als mijn twee oudere broers, die de nieuwe concurrent slechts met tegenzin aan de ruif toelieten. Mijn eerste schatten, twee prinsessenzegels van 1½ en 7½ cent bewaarde ik in mijn kerkboek, zodat ik er elke dag naar kon kijken. Want in die dagen gingen katholieke schoolleerlingen nog elke dag vóór de school begon ter kerke. De gewone postzegels haalde ik van de dagelijkse post, uiteraard alleen als mijn broers ze al hadden; de pikorde werd consequent aangehouden. En eens in de maand kwam er brief van Tante Marie - die officieel Zr. Antonia heette- uit de Nederlandse Antillen, die toen nog samen het gebiedsdeel ‘Curaçao’ vormden. Tante Marie was als missiezuster werkzaam bij het lager onderwijs op Saba. Toen Koningin Juliana op staatsbezoek kwam, fungeerde Tante Marie bij ontstentenis van de bewindvoerder van het eiland als plaatsvervanger en mocht zij Hare Majesteit afhalen op het vliegveld. Sedertdien noemde mijn vader zijn zus gekscherend

de ‘Koningin van Saba’. Watertandend keek ik naar de mooie postzegels op haar brieven en een enkele keer mocht ik er ook eentje hebben. Enkele jaren later nam ik wraak door de beide verzamelingen van mijn spilzieke broers van mijn spaarcenten op te kopen! Op school ruilde ik met vriendjes, want iedereen spaarde wel iets. Mijn filmsterren, voetbalplaatjes en sigarenbandjes waren welkom ruilmateriaal. En thuis, ‘verdiende’ ik postzegels uit vreemde landen met aardappels schillen en boontjes afhalen. Elke zaterdag na het wekelijkse teilbad werd het karig loon van twee postzegels uitbetaald. En zo groeide mijn verzameling langzaam, maar gestaag. Mijn eerste opbergboek was een schoolschrift, waarvoor nog een ‘papierbon’ moest worden ingeleverd en waarin de zegels per land werden ingeplakt. Met reepjes bruin plakband met ‘zwarte-pietjes’ op de achterkant. In een ander schrift werden de aanwinsten zorgvuldig genoteerd, zodat ik precies wist hoeveel zegels ik van elk land had. Pas op de middelbare school begon het verzamelen serieuzere vormen aan te nemen. Er kwamen voordrukalbums van ‘Nederland en Koloniën’ en van Europa, terwijl de verre landen op lege bladen werden gekleefd. Ik kocht mijn eerste DAVO Catalogus Nederland en Overzeese Gebiedsdelen 1953, waarin de meeste zegels nog

tussen de 1 en 5 cent noteerden en de ’10 gulden bontkraag’ wel 70 gulden waard was. En ik ontdekte de postzegelhandels van Van de Wel in de Delftse Nieuwstraat en van Keiser in de Haagse Passage. Bij Keiser kon ik alleen hunkerend kijken naar de voor mij onbereikbaar dure zegels in de vitrine, maar Van de Wel had ook bakjes met zegels van één of een paar cent en Missiepakketten voor een kwartje. Daaraan verspilde ik mijn dubbeltjes zakgeld en het geld dat ik overhield door tussen de middag geen kopje thee (à 2 cent) bij mijn middagboterham te nemen. Pas na enkele ‘leerjaren’ ging ik gericht mijn manco’s van Nederland kopen. En op de Haagse postzegelmarkt leerde ik door schade en schande het verschil tussen verzamelwaardige zegels, vervalsingen en massawaar. Zo groeide ik langzaam naar filatelistische volwassenheid. Om tenslotte op volwassen leeftijd geheel vertrouwd te raken met de wondere wereld van postzegelverenigingen, vakbladen, studieclubs, veilingen en tentoonstellingen. Hoe armzalig vergeleken met dit boeiend groeiproces is het lot van menig huidige verzamelaar. Eenzaam op zijn hobbykamertje tuurt hij naar het blauwe scherm van pc, laptop of tablet. Begerig glijdt zijn oog over ontelbare reeksen aanbiedingen van

rijp en groen. Zonder enig houvast en begeleiding moet hij zijn weg zien te vinden in de jungle van onfrisse en bonafide aanbieders en onderscheid zien te maken tussen waardevol materiaal en filatelistische junk. Maar waarom doet hij dan zo dom? Weet hij niet dat er door heel het land van noord tot zuid en van oost naar west, in talrijke plaatsen filatelistische verenigingen bestaan, die hem met liefde in hun gelederen willen opnemen? Verenigingen, waar hij medeverzamelaars ontmoeten kan om gegevens uit te wisselen en postzegels te ruilen of te kopen voor een luttel bedrag. Niet achter het flikkerende ledlicht, maar bij een geurig kopje koffie. Waar voordrachten worden gehouden over interessante onderwerpen, demo’s worden gepresenteerd en hij advies kan krijgen over de opzet van zijn verzamelingen. Waar ernst en luim hand in hand gaan, een humoristische quiz in de decemberbijeenkomst, een verloting zonder nieten of een gezellige interne veiling. En waar hij als hij ‘roeping’ voelt zijn filatelistische pennenvruchten kwijt kan in het eigen verenigingsorgaan. Eén van die verenigingen is Filatelistenvereniging ‘De Globe’. Een vereniging, die meer dan honderd jaar geleden in Arnhem opgericht werd, maar die nu afdelingen kent door heel Gelderland en ook een paar ‘over de grens’, in de provincie Utrecht. De plaatselijke afdelingen hebben hun eigen bestuur en kunnen

hun bijeenkomsten op eigen wijze invullen. Zo heeft de ene afdeling bijna elke bijeenkomst een kleine veiling, terwijl een andere kiest voor een grote veiling per seizoen. In de ene afdeling is er een traditie van het regelmatig organiseren van tentoonstellingen, bij een andere wordt veel aandacht gegeven aan het houden van lezingen, het presenteren van demonstraties door de eigen leden, of het uitgeven van een vooraanstaand eigen tijdschrift. Bij sommige afdelingen kunnen de leden kopen uit ‘stuiverboeken’, bij andere ruilen de leden vooral met elkaar. Naast de afdelingsbesturen heeft ‘de Globe’ ook een Hoofdbestuur, die de zaken van algemeen belang regelt, zoals het opzetten van een website, het onderhouden van contacten met de Koninklijke Bond van Filatelistenverenigingen en zusterverenigingen en het organiseren van een Rondzenddienst en twee maal per jaar een grote verenigingsveiling ‘voor leden door leden’. Voor de veilingen kunnen alle leden hun overtollig of dubbel materiaal inleveren, mits van goede kwaliteit en van voldoende waarde. Losse zegels en series kunnen zij ook via de Rondzenddienst aan de man brengen. Kortom, waar wacht u nog op? Zorg dat u er bij komt. NU! Informatie en contactpersonen: www.fv-deglobe.nl

Er gaat niets boven Rayon-Noord Deze variant van de bekende reclameslogan van Groningen is zeker van toepassing op de verenigingen in het noorden van ons land in Groningen en Drenthe. De verenigingen van IV Philatelica in het noorden onderhouden warme contacten met elkaar, ondanks de vaak grote afstanden. Zij stemmen o.a. zaken rondom het organiseren van ruilbeurzen met elkaar af en promoten de beurzen van de collega-verenigingen bij hun eigen leden. Maar ook met de andere verenigingen zijn de contacten en de samenwerking buitengewoon. Zo worden bijvoorbeeld ook met deze verenigingen gegevens uitgewisseld over interessante lezingen en beamerpresentaties, waarmee de clubavonden verrijkt kunnen worden.De samenstellers van deze lezingen, filatelisten in hart en nieren, bereiken daarmee een groot publiek en enthousiasmeren daarmee vele medeverzamelaars om eens dieper in hun verzameling te duiken of een leuk nieuw verzamelgebied op te zetten. Een mooi voorbeeld van samenwerking zijn o.a. de ruilavonden in Stadskanaal waar ook de verenigingen Veendam, HoogezandSappemeer en Roden-Leek aanwezig zijn evenals op de dagbeurs in Stadskanaal, die ieder jaar in november plaatsvindt. En ondanks de vergrijzing, die ook in onze hobby toeslaat, mogen wij ons in het noorden nog steeds verheugen op verzamelaars die zich bij onze verenigingen aansluiten en daar een waardevolle ondersteuning bij hun hobby vinden. Bent u al lid van één van verenigingen in Groningen, Roden-Leek, Winschoten, Emmen, Stadskanaal, Coevorden, Assen, Veendam, Hoogezand-Sappemeer,Appingedam? U kent de gezellige bijeenkomsten al! Bent u nog geen lid van een vereniging? U bent van harte welkom.

Het doel van de NVPVL is: “De behartiging van de belangen van de verzamelaars van postzegels van het Vorstendom Liechtenstein in de ruimste zin van het woord en bevordering van de Liechtenstein-filatelie in al zijn facetten”. Wat biedt de NVPVL • Een mededelingenblad “LIECHTENSTEIN”, dat vier keer per jaar verschijnt. Het mededelingenblad bevat naast de filatelie ook informatie over economische, culturele, politieke en toeristische situatie in het land. Frequent worden lezers in staat gesteld te bieden op kavels om tegen gunstige prijzen postzegels van Liechtenstein te kopen. Het mededelingenblad wordt van uit Liechtenstein aan de leden toegezonden. • Tenminste één maal per jaar wordt er een Ledenvergadering en een ledenbijeenkomst in Utrecht of op een nader te bepalen locatie uitgeschreven. • Gratis toezending van brochures met beschrijvingen van nieuwe uitgiften. • Een speciaalabonnement, waarin postzegels, eerstedagenveloppen, maximumkaarten, ect. worden geleverd. Deelnemers hiervan ontvangen de leveringen vier maal per jaar. Postzegels van Liechtenstein • De eerste poststukken met adressering in of afkomstig uit Liechtenstein dateren van 1880. Tot 1912 werd voor frankering van brieven en andere poststukken, uitsluitend gebruik gemaakt van de postzegels van het Oostenrijkse Keizerrijk. • Vanaf 1912 heeft Liechtenstein een postdienst die eigen postzegels uitgeeft. Deze dienst heeft vanaf het begin zegels uitgegeven die uitmunten in voorstelling en kwaliteit van druk. Om bovenstaande redenen worden de postzegels door filatelisten dan ook bijzonder gewaardeerd. • 2012 Is het jubileumjaar 100 jaar postzegels uit Liechtenstein. Dit evenement is gevierd tijdens de LIBA 2012 van 16 t/m 19 augustus 2012 “im Saal am Lindauplatz” te Schaan (FL). Zie ook www.philatelie.li • Het gebied van de Liechtenstein Filatelie is inmiddels zeer uitgebreid, maar desondanks overzichtelijk gebleven.Voor veel filatelisten zullen er gebieden te vinden zijn die de aandacht zullen trekken. • Voor informatie: secretariaat NVPVL Vanenburgerhout 2 3845 EJ Harderwijk, telefoon: 0341-417557, e-mailadres: nvpvl@live.nl of kijk op onze website www.nvpvl.nl


28

FILAKRANT 2013

Hollands Glorie in Israël De restauratie van de molen van Yemin Moshe Initiatiefnemer voor dit project is de heer Gerrit Keunen, voormalig molenspecialist bij de Rijksdienst Monumentenzorg. Het project staat onder leiding van de Stichting Christenen voor Israel, sponsor van dit project. De werkzaamheden worden verricht door bouwbedrijf Lont BV uit St. Annaparochie, dat voor het molentechnische gedeelte Dijkstra Bouw en Molenbouw uit Sloten als onderaannemer heeft ingehuurd. De molenbouwer Bertus Dijkstra legde deze zomer de laatste hand aan de molen, nadat de kap met behulp van een hoogwerker op de romp was gezet. Op dinsdag 28 augustus 2012 werd de gerestaureerde molen feestelijk geopend door premier Benjamin Netanyahu. In 2013 zal de molen maalvaardig zijn, dat wil zeggen dat dan ook graan tot meel gemalen kan worden.

Daarbij werd hij in 1854 ook nog eens executeur testamentair van zijn vriend Judah Touro uit New Orleans. Het fortuin van dit testament besloeg miljoenen dolars en moest worden besteed aan de terugkeer van Joden naar Eretz Israel. Hij investeerde in de gezondheidszorg, industrie en onderwijs. In 1857 maakte hij al een plan om een spoorlijn aan te leggen tussen Yafo en Jeruzalem. De spoorlijn werd echter pas in 1890 geopend. De eerste wijk buiten de muren van Jeruzalem werd op zijn initiatief gebouwd en ook door hem en zijn stichting betaald. De nieuwe buurt heette toen Mishkenot Sha’ananim (vredige woonstede). De eerste 20 huizen met 28 appartementen, een windmolen, een waterpomp en een gemeenschappelijke oven kwamen in 1860 gereed. In 1866, toen in Jeruzalem een cholera epidemie het leven bijna onmogelijk maakte, werd een tweede rij woningen gebouwd. Na latere uitbreidingen werd de wijk ter ere van hem Yemin Moshe genoemd, woonwijk van Moshe of Moses (Montefiore). Montefiore stierf op hoge leeftijd in 1885 op zijn landgoed in Ramsgate,Engeland.

Met name de “windroos” aan de achterzijde van de kap van de molen is een verschijnsel, dat in Nederland niet veel gebruikt is. Een windroos zorgt ervoor dat de wieken automatisch juist in de richting van de wind bleven staan. In de ons omringende landen komt dit veel voor, in Nederland nauwelijks. Rond 1878 raakte de molen in verval, waarschijnlijk, omdat de vervanging van kapotte onderdelen helemaal uit Engeland moesten komen en dus duur waren. Allerlei geïmproviseerde maatregelen werden getroffen om de molen niet te laten instorten, maar de wieken konden niet meer draaien.

De molen van Yemin Moshe. Yemin Moshe werd in 1858 op initiatief van Sir Moses Montefiore gesticht. Moses Montefiore werd geboren in Livorno, Italië in 1784. Zijn familie, om precies te zijn, zijn grootvader kwam ook uit Livorno, maar had zich reeds in Engeland gevestigd. Zijn ouders waren op zakenreis, toen hij in Livorno geboren werd. Hij verwierf grote rijkdom op de Londense effectenbeurs. Na zijn eerste bezoek aan Eretz Israel en Jeruzalem besloot hij zijn rijkdom in te zetten voor de Joden in Eretz Israel.

Opname uit 1858 (foto Mendel John Diness/Israel Museum). De molen van Yemin Moshe heeft dus ook het bouwjaar 1858. Naast allerlei andere beelden, zoals de Klaagmuur en de poorten van Jeruzalem is ook de molen een belangrijk beeldmerk of icoon van Jeruzalem. De molen is een typisch Engelse molen met Kentse karakteristieken. Het is een zogenoemde “Holmanmolen”, genoemd naar de molenbouwer, de gebroeders Holman uit Canterbury.

Het stempel van 25 augustus 2010. In 1948 werd de molen tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog door de Engelsen opgeblazen. Weer werd de schade geïmproviseerd hersteld met korte wielen en een rare koperen halve bol als kap. De huidige eigenaar, The Jeruzalem Foundation, heeft in 2011 het startsein gegeven voor de reconstructie van de molen.

Samenwerking USCA - LACA Nadat de voorzitter van USCA lid was geworden bij LACA kwam al gauw de meerwaarde van samenwerking tussen LACA en USCA aan de orde. Beide verenigingen hebben raakvlakken met elkaar. Denk bijv. maar eens aan de Canal Zone, waarvan in beide verenigingen verzamelaars zitten. Het leidde tot een Email-stroom tussen de voorzitters met de mogelijke kansen. Toen die eenmaal afgebakend waren, werd het volledig bestuur van beide verenigingen ingelicht met het verzoek hun goedkeuring te verlenen. En dan kwam de grote dag. Op 6 oktober j.l. kwamen Wout en Bas van USCA en Paul en Jan van LACA bij elkaar tijdens de FNIP beurs in Antwerpen.Want wat gaan we concreet met elkaar doen en wat gaan de leden van deze positieve ontwikkeling merken. Er zijn voor 2013 twee belangrijke ontwikkelingen 1. De 3e bijeenkomst van LACA op 14 september 2013 zal een gezamenlijke bijeenkomst zijn met USCA. Met veiling en spreker. De gezamenlijke bijeenkomst wordt in De Bilt gehouden. Aangezien we denken aan circa 75 bezoekers, gaan we een grotere zaal boeken. En kunnen we de leden meer spektakel bieden en daarmee een nieuw hoogtepunt. Met de veiling kunnen leden hun filatelistisch materiaal aanbieden.Van zowel latijns amerika als noord amerika. 2. Leden van LACA en USCA worden op de hoogte gehouden van de bijeenkomsten van de andere vereniging en kunnen er een aantal keer vrij heen gaan als introducee. Om eens vrijblijvend rond te kijken. Voor beide verenigingen liggen er ook prachtige kansen. 1. Zo gaan we stands op beurzen naast elkaar aanvragen. Dit heeft als voordeel, dat je minder bemensing nodig heb, mocht het even tegen zitten met de bemensing van een stand. Daar waar slechts één vereniging vertegenwoordigd is op een beurs, daar zullen altijd flyers van de andere vereniging aanwezig zijn. 2. Het opbouwen van bestuurlijke know how is een kwestie van lange adem. Heeft een vereniging die know how, dan is het prettig als daar door de andere vereniging gebruik van gemaakt kan worden. Zo heeft USCA een draaiboek gemaakt voor haar 40 jarig bestaan, wat in 2010 plaatsvond. Maar LACA bestaat in 2014 50 jaar. Wat is prettiger als er gebruik gemaakt kan worden van het draaiboek van USCA! Zo starten we in 2013 al met de samenwerking en beide besturen zijn overtuigd, dat dit een mooi succesverhaal gaat worden. Wout en Jan

De molen in de steigers, begin 2012. (foto Chaim Barimbaum) Redactie: Bronnen:

Theo de Munnik voor Vereniging Nederland-Israël Philatelie - Wikipedia - Molens nr 105, 106, - Kwartaalblad van vereniging De Hollandsche Molen. - Israel 50 jaar postzegels,Vereniging NIP, J. Mourik


FILAKRANT 2013

29

Po&Po: poststukken, poststempels en publicaties De Nederlandse Vereniging van Poststukken- en Poststempelverzamelaars (kortweg: Po&Po) is een van de grotere gespecialiseerde filatelistenverenigingen in Nederland. Net als bij andere verenigingen treffen de leden elkaar op verenigingsbijeenkomsten waar kennis en ervaring uitgewisseld worden, er worden veilingen gehouden en er is een levendig rondzendverkeer. Door de leden wordt op veel terreinen verzameld: van postwaardestukken (binnen- en buitenland), diverse soorten afstempelingen en frankeringen op brieven, tot en met spoorwegzegels en fiscaalzegels. Er zijn en groepen die zich expliciet bezig houden met Posthistorie (modern en oud) en Postmechanisatie. Het Verenigingsnieuws en De Postzak Een verenigingsorgaan heeft Po&Po ook, eigenlijk zelfs twee. Allereerst is er het Verenigingsnieuws, dat vier keer per jaar uitkomt, met mededelingen, nieuwtjes, advertenties en kleine artikelen. Veel bekender, zeker buiten Po&Po, is De Postzak. In dat blad worden filatelistische artikelen van hoog niveau gepubliceerd: lange en kortere stukken over postgeschiedenis, postwaardestukken en stempels. Er verschijnen twee nummers per jaar en een jaargang omvat minstens 100 pagina’s. Posthistorische Studies Binnen Po&Po wordt wordt veel waarde gehecht aan het vastleggen en uitwisselen van kennis. Dat gebeurt in De Postzak, maar ook in andere publicaties. Onder de serienaam “Posthistorische Studies” zijn in de loop der jaren al 27 boeken verschenen. Het gaat te ver om ze hier allemaal te noemen, maar de laatste vier titels waren “De brievenposterij in het Markiezaat van Bergen op Zoom” (2011), “Gevolgen van oorlog en bevrijding voor het Nederlandse postverkeer” (2011), “Luchtpost onder invloed van oorlogsomstandigheden” (2010) en “Padvinderspost” (2009). Het is misschien aardig om te weten dat elke nieuwe Posthistorische Studie gratis aan de leden van Po&Po verstrekt wordt.Daarnaast zijn er uitgaven van filatelistisch belang die verkocht worden, die Po&Po-leden tegen een gereduceerde prijs kunnen aanschaffen, zoals de hierna genoemde. De Geuzendamcatalogus Onder de poststukken nemen de postwaardestukken een speciale plaats in: briefkaarten, verhuiskaarten, luchtpostbladen en alle andere soorten poststukken met een ingedrukte waardeaanduiding. Voor de Nederlandse postwaardestukken bestaat er een uitgebreide catalo-gus onder de naam “Geuzendam’s Catalogus van de Postwaardestukken van Nederland en Overzeese Rijksdelen”. Zoals u uit de titel kunt afleiden, komen in deze catalogus ook de postwaardestukken van NederlandsIndië, de Nederlandse Antillen en Suriname aan bod. De tegenwoordige uitgever van de Geuzendamcatalogus is Po&Po, en de laatste editie van het boek is internationaal bekroond. Stempelcatalogi De Nederlandse poststempels vormen een bijzonder uitgebreid verzamelgebied. Denkt u maar aan de halfrondstempels, puntstempels, kleinronden grootrondstempels, typenraderstempels en bestellerstempels. In de loop der jaren heeft Po&Po verschillende stempelcatalogi uitgegeven, onder meer de standaardwerken van Van der Wart over machinestempels en reclamehandstempels & gelegenheidsstempels. Een nieuwe catalogus, uitsluitend over de reclamehandstempels, is in 2011 verschenen in de Po&Po-reeks “De Poststempels van Nederland”. PEP Onder liefhebbers van posthistorie zijn de boeken van Korteweg (“300 jaar postmerken van Nederland 15701870”) en Vellinga (“De Poststempels van Nederland 16761915”) een begrip. Niet omdat deze boeken verouderd zouden zijn, maar omdat er inmiddels heel veel nieuwe gegevens beschikbaar gekomen zijn, wordt binnen Po&Po gewerkt aan een opvolger van Korteweg en Vellinga. Dit project heeft de naam gekregen “Postmerken en Postinrichtingen in Nederland in Nederland tot 1871”, afgekort tot “PEP”, en het eerste deel is inmiddels verschenen. Bij handelaren en veilinghuizen is de PEPnummering al aardig ingeburgerd. Suriname Een andere uitgave van Po & Po die een standaardwerk belooft te worden, is “Posthistorie van het Rijksdeel Suriname 1650-1975”. De auteurs, W.K. Erfmann en E.B.

Stuut, bundelen in dit boek hun gezamenlijke postale kennis over Suriname, het resultaat van tientallen jaren onderzoek. Deel 1 werd eind 2011 gepresenteerd en Deel 2 zal in 2013 verschijnen. Toekomstige publicaties De “publicatiemachine” van Po&Po staat bepaald niet stil. Er is een imposante lijst van publicaties die gepland staan voor de komende jaren: ≠ Posthistorische Studies over Joodse Kampen in Nederland vóór de Tweede Wereldoorlog (2012), Inklaring (2013) en Internering van buitenlandse militairen in Nederland gedurende de Eerste Wereldoorlog (2014) ≠ “Postmerken en Postinrichtingen in Nederland in Nederland tot 1871, Deel 2” (2013) ≠ “Posthistorie van het Rijksdeel Suriname 1650-1975, Deel 2” (2013) ≠ Geuzendam’s Speciale catalogus van de Particulier bedrukte Postwaardestukken van Nederland en Nederlands-Indië (2013). Lidmaatschap Po&Po Wilt u lid worden van Po&Po? Dat kan. Het lidmaatschap kost € 40 euro per jaar. Inlichtingen over lidmaatschap en publicaties zijn te verkrijgen via onze ledenadministrateur H. Kolner op emailadres h.kolner@planet.nl. De website po-en-po.nl is wel in de lucht, maar wordt door omstandigheden slechts beperkt bijgewerkt. Afbeeldingen Afbeelding 1

Deze brief werd in 1684 verstuurd vanuit Den Haag naar Bergen op Zoom. De aanduiding “6”, geschreven met rood krijt, geeft aan dat het port 6 stuivers bedroeg, te betalen door de ontvanger van de brief . Dat klinkt onlogisch, maar de bode werd daardoor wel gedwongen de brief werkelijk te bezorgen! (Uit “De brievenposterij in het Markiezaat van Bergen op Zoom”). Afbeelding 2

Prentbriefkaart van 9 mei 1940 uit Amsterdam naar Hoogvliet bij Rotterdam met het machinestempel “Vakantie in Vredig Vaderland” en de tekst: ‘Vrolijke Pinksterdagen’. Het is niet waarschijnlijk dat de kaart de geadresseerde nog heeft kunnen bereiken voordat op 10 mei om 05.00 uur ’s morgens de Duitse luchtlandingen bij Rotterdam begonnen. (Uit: Gevolgen van oorlog en bevrijding voor het Nederlandse postverkeer”). Afbeelding 3 “Air Mail Letter Card” (luchtpostblad) in 1945 verstuurd door een Britse militair in Irak naar Southampton. Het poststuk werd per vliegboot vervoerd naar Cairo en vandaaruit per vliegtuig via Malta en Gibraltar naar Engeland. Tarief inclusief luchtrecht 3 pence.

Air Mail Letter Card. (Uit : “Luchtpost onder invloed van oorlogsomstandigheden”). Afbeelding 4

Brief verstuurd op 19 mei 1945 vanuit Barneveld naar Gouda. Kort na de Bevrijding functioneerde de post nog niet overal even goed. Padvinders verleenden daarom handen spandiensten bij de postbezorging. Deze brief is blijkbaar via Dan Haag en Rotterdam vervoerd, gezien het ronde stempel in rood en het stempel “P.P.D.”van de Haagse padvinders en het ronde stempel in paars van de Rotterdamse padvinders. (Uit : “Padvinderspost”). Afbeelding 5 In 1939 werd een speciaal postwaardestuk uitgegeven waarmee men zijn kennissen kon melden dat men aangesloten was op het telefoonnet. Deze kaarten zijn nauwelijks gebruikt: in de Geuzendamcatalogus worden correct gebruikt exemplaren op 500 euro gewaardeerd. (Uit : “Geuzendam”). Afbeelding 6 Het reclamehandstempel van Barneveld werd gebruikt van 1926 tot begin 1930. De tekst luidt: BEZOEKT DONDERDAGS DE KIPPENMARKT – BEZOEKT / DONDERDAGS / DE EIEREN- / MARKT”.

(Uit : “Reclamehandstempels”).

Afbeelding 7 Voorbeelden van postmerken (geschreven of gestempeld) van zogeheten distributiekantoren uit de eerste helft van de 19e eeuw. (Uit : “PEP, Deel 1”). Afbeelding 8

Een voorgefrankeerde envelop die in 1905 verstuurd werd vanuit Boven Para in Suriname naar Brussel. De brief werd per rivierboot over de Boven Pararivier vervoerd naar Paramaribo en van daaruit per Engelse mail naar Plymouth (GB) en tenslotte naar Brussel. (Uit: “Posthistorie van het Rijksdeel Suriname, Deel 1”.) Afbeelding 9 De briefkaart die door PostNL werd uitgegeven bij het 65-jarige jubileum van Po&Po in 2011.

Afbeelding 10 Het embleem van Po& Po.


30

FILAKRANT 2013

De muntslag door de Utrechtse bisschoppen te Vollenhove © Tom Passon - Apeldoorn De muntslag door de Utrechtse bisschoppen te Vollenhove U kent wel het gezegde “Het venijn zit in de staart”, voor deze lezing buigen we dit om tot “De muntslag te Vollenhove zit in de staart”. We beginnen met een overzicht van de ontstaansgeschiedenis van het bisdom Utrecht. Vervolgens besteden we aandacht aan de muntslag van de Utrechtse bisschoppen. In dit deel van het verhaal zit ook de muntslag te Vollenhove en ontstaansgeschiedenis van de stad verweven. Ontstaan van het bisdom Utrecht In de vroegste tijden was Utrecht in twee delen gesplitst door de Rijn met de Kromme Rijn als belangrijkste tak. Het gebied ten zuiden ervan behoorde tot het Romeinse Rijk. Er lag een weg die de versterkingen zoals Traiectum (Utrecht), Fectio (Vechten) en Fletio (Vleuten) met elkaar verbond.

Lezing voor de Numismatische Kring Kampen - Zwolle 19 maart 2012

Gregorius wordt geïnspireerd door de Heilige Geest, die in de gedaante van een duif de muziek toefluistert, waarna Gregorius de Notarius Petrus Diaconus dicteert, die vervolgens de muziek noteert. Bron afbeelding: St. Gallen, Stiftsbibliothek, Cod. Sang. 390: Antiphonarium oficii (Antifonarium van Hartker, p. 13) (ca. 990-1000).

Het Romeinse castellum is omgebouwd tot vestingplaats van de Franken, ca. 600-650. In de 7de eeuw behoorde het gebied ten zuiden van Utrecht tot het Frankische Rijk met Dorestad als belangrijkste handelsplaats. Het was Pepijn III (714-768) vanaf 741 hofmeier en sedert 751 koning der Franken, die het noordelijke gebied wist te veroveren. In 756 voert Pepijn een monetaire hervorming door waarbij de zilveren denarius als eenheidsmunt in het Frankische Rijk wordt ingevoerd. Domplein te Utrecht. De omtrekken van het Romeinse castellum met daarin geprojecteerd: de restanten van de Romaanse St.Thomas kathedraal(geel), de Heilige Kruis Kapel (groen) en de St. Salvator kerk (rood). Het grootste kerkgebouw is gewijd aan St. Maarten. De bouw begon in 720, omstreeks 750 werd ze domkerk (zwart). Utrecht, gebouwd op het Romeinse castellum Traiectum, werd de zetel van het ‘Friese bisdom’. Dit bisdom omvatte globaal het huidige Nederland met uitzondering van: het gebied ten zuiden van de Waal, de Gelderse Achterhoek en de Groninger Ommelanden. De eerste Utrechtse kerkbestuurder was Willibrord (695739). Hij werd opgevolgd door Bonifatius (739-754). Hij is vooral bekend als missionaris in Friesland en Duitsland. De opmars van de kerstening van het Friese gebied was bij Dokkum tot staan gekomen. In 754 ondernam hij op hoge leeftijd een derde poging het Friese gebied geheel onder kerkelijk gezag te plaatsen. Het gezelschap rond hem bestond uit medemissionarissen en gewapende knechten. De Friezen zagen dat hun heiligdommen werden vernield en ondernamen een expeditie om hieraan een einde te maken. Bij een gewapend treffen met de Friezen kwamen Bonifatius en zijn begeleiders om het leven. Gregorius (754-776), later heilig verklaard, werd de nieuwe leider van de Utrechtse kerk. Tot een bisschopswijding is het nooit gekomen. Hij zette het missiewerk van Bonifatius bij de Friezen voort. Verschillende ambten werden door hem vervuld zoals hoofd van de abdijschool waar Liudger studeerde. Hij werd opgevolgd door zijn neef Alberik (ca.776-ca.784) die als eerste tot bisschop werd gewijd. Het bisdom kende daarna een rustige periode.

Liudger wordt door zijn vader Thiadgrim de kloosterschool van Sint Maarten te Utrecht binnengebracht. Uit Vita secunda St. Liudger, 11e eeuw. Hieraan kwam in de 9de eeuw een einde door de invallen van de Noormannen. Dorestad werd door Rorik en zijn broer Harald veroverd. Bisschop Hunger (854-866) wist merkwaardig genoeg goede betrekkingen met de Noormannen aan te knopen. Door zijn toedoen liet Rorik, die in 841 van keizer Lotharius I het leenheerschap over Dorestad had verkregen, zich in 862 zelfs dopen. In 857 werd Dorestad, tijdens de afwezigheid van Rorik, door Deense plunderaars volledig in de as gelegd.

Een pagina uit de Ansfriduscodex (ca. 950-1000). Het is een van de kostbaarste handschriften in de collectie van Museum Catharijneconvent in Utrecht. Bisschop Ansfridus schonk het boek, gemaakt in het Zwitserse klooster Sankt Gallen, aan de Utrechtse Martinus- of Domkerk. Op de boekband staat: „Versierd met flonkerende edelstenen en schitterend goud ben ik een geschenk van bisschop Ansfried aan Martinus.” Ansfridus was graaf van Hoei en vergezelde keizer Otto II (eind 955-983) naar Rome om daar het gezag van paus Benedictus VI te herstellen, die door de Romeinse burgerij gevangen werd gehouden. Hij ontving voor zijn verdiensten van zijn opvolger Otto III (983-1002) de Koninklijke bezitting Medemblik in leen. Hieraan waren Koninklijke tienden verbonden, een tolhuis en er is zelfs sprake van een “Munt”. Otto III schonk in 999 aan Zaltbommel het tol- en muntrecht. Voor zover bekend heeft Ansfried van beide rechten geen gebruik gemaakt. Hij hield zich liever met hemelse in plaats van aardse zaken bezig.

Schoolplaat Noormannen voor Dorestad, J.H. Isings, 1927 Dit was aanleiding de bisschoppelijke zetel te verplaatsen. Eerst naar Roermond en later naar Deventer. Deventer was in de tijd van de Karolingen al een belangrijke handelsnederzetting. In 952 bezat keizer Otto I al een koningshof in de stad. Onder Otto III wordt voor het eerst in Deventer gemunt. Het zijn zilveren penningen naar Keuls voorbeeld.

Otto III (980-1002), penning geslagen te Deventer Onder bisschop Balderik (918-975) werd Utrecht weer de hoofdplaats van het bisdom. Hij stond op zeer goede voet met de Duitse koning Hendrik I (919-936). Zijn zoon Otto werd in Utrecht opgevoed. In 936 verleende Otto I aan de Utrechtse bisschop het muntrecht. In 975 werd dit privilege bevestigd door Otto II. Onder Balderik begon de wereldlijke macht van de Utrechtse bisschoppen toe te nemen. Hij werd opgevolgd door Folcmar (976-990) en Ansfried (995-1010).

Links Ansfried (S. ANSFRIDUS EPISCOPUS) en zijn echtgenote Hereswint (SA. HILSONDIS FUNDATRX), stichters van de abdij van Thorn op gebrandschilderde ramen in de romaanse crypte van de abdijkerk. Beide ramen circa 60 x 120cm uit 1956 door Joep Nicolas. Foto:Wikimedia Commons Hij was gehuwd met Hereswint, gravin van Strijen. Samen stichtten zij de abdij van Thorn. Hun dochter Benedicta werd de eerste abdis. Op aandringen van Otto III liet hij zich tot bisschop van Utrecht benoemen. Zo stichtte Ansfried rond 1000 een klooster in Hohorst in de nabijheid van Amersfoort. In 1005 werd hij blind maar hij zette zijn werkzaamheden als bisschop voort tot 1009. Hij overleed op 3 mei 1010 in het klooster Hohorst. Zijn lichaam werd - na schermutselingen tussen kloosterbroeders en Utrechtenaren - overgebracht naar Utrecht waar hij in de dom werd begraven. Zijn hart werd later overgebracht naar Thorn. Hij werd opgevolgd door Adelbold II (1010-1027). Net als zijn voorganger was hij een trouw dienaar van de Duitse keizer. Deze trouw werd door de Duitse keizer met vele schenkingen beloond. In 1024 werd hij beleend met het graafschap Drenthe en in 1026 het graafschap Teisterbant. Hij verwierf ook de hieraan verbonden grafelijke rechten. In 1023 werd de door hem gebouwde kerk gewijd, de voorganger van de huidige Domkerk.


FILAKRANT 2013

Adelbold is de eerste bisschop die gebruik maakte van het muntrecht. Er werd gemunt in Deventer, Utrecht en Zaltbommel. De eerste bisschoppelijke munten werden te Utrecht vervaardigd tijdens de regering van Heinrich II (Rooms koning in 1002, Rooms keizer in 1014-1024). Ze tonen op de voorzijde een van voren gezien gekroond portret. Op de keerzijde staat een kerkgebouw met daarin de tekst T / RA / IEC / TV en hebben de tekst XRISTIANA RELIGIO als omschrift. Een naamsvermelding van de bisschop zult u op munten uit deze periode niet aantreffen.

in dat vermeerderen van die goddelijke eredienst en het aanwenden daartoe van de hem ter beschikking staande middelen.

31

Op de munten vervaardigd tussen 1027 en 1039 is er sprake van een nieuwe machtverhouding. Op de munten staat, behalve de Duitse keizer, ook de naam van de Utrechtse bisschop. Bernold Utrecht

Adelbold II Utrecht

Vz: Kz: Z.j.

Vz: Kz: Z.j.

Gekroond portret van voren gezien HEINRICVS REX Kerkgebouw waarin in vier regels: T / RA / IEC / TV XRISTIANA RELIGIO Van der Chijs (FDNV) XVII-3, Danneberg 539, Ilisch 10.1

Onder de regering van Koenraad II (Rooms koning in 1024, Rooms keizer in 1027–1039) wordt dit type voortgezet. Adelbold II

Deze schitterende boekomslag omvat het evangelistarium dat bisschop Bernold (1027-1054) aan de Utrechtse Maartensdom schonk. Bij de schenking zelf had het handschrift nog geen band; deze dateert pas van rond 1200. Als rijksbisschop stond hij in dienst van de Duitse koningen en keizers, die op hun beurt het bisdom Utrecht met vele privileges en goederen begunstigden. Onder Bernold kende het wereldlijk gezag van de Utrechtse bisschop zijn grootste omvang.

Utrecht

Gekroond portret van voren gezien CVONRADREX Kerkgebouw waarin in vijf regels: T / RA / IEC / TV BERNOLDEPISCOP Dannenberg 543a

Na 1039 komt de naam van de Duitse Keizer niet meer op de bisschoppelijke munten voor. In 1040 krijgt Bernold het muntrecht voor Groningen verleend, in 1046 ook voor Deventer. De Duitse keizer heeft duidelijk andere territoriale belangen dan in dat lage land gelegen in de uithoek van het rijk. De nieuwe gezagsverhoudingen zijn direct aan de beeldenaar van de munten na 1040 vast te stellen. De buste van de Duitse keizer maakt plaats voor een afbeelding van de schutspatroon van het Utrechtse bisdom, Sint Maarten. Op de keerzijde staat een stadsmuur met daarboven de tekst S TRA / IECTV. Het omschrift geeft duidelijk de naam van de uitgevende instantie: Bernoldus Episcopus. Bernold Utrecht

Vz: Kz: Z.j.

Gekroond portret van voren gezien CVONRADREX Kerkgebouw waarin in vijf regels: T / RA / IEC / TV +XCTIAIARELG Van der Chijs (FDNV) XVII.7, Dannenberg 540, Ilisch 10.2

Zittend op een troon heeft Koenraad II de Rijksappel in zijn linkerhand en een medaillon met de afbeelding van zijn zoon Hendrik III in zijn rechterhand. Daaronder is Hendrik IV te zien met drie van zijn kinderen. Tijdens het bewind van Bernold stierf keizer Koenraad II tijdens een verblijf in Utrecht in 1039, waarop diens ingewanden in de Domkerk werden bijgezet. De zoon en opvolger van Koenraad, Hendrik III, overlaadde het Utrechtse bisdom daarna met gunsten. Zo werd het Oversticht aan de bisschop toegewezen. Bisschop Bernold werd na zijn dood in het koor van de Pieterskerk bijgezet.

Portret van bisschop Bernold(1027-1054)

Kz: Z.j.

Sint Maarten met kromstaf en kruisscepter van voren gezien +SCS.MARTINIS.ARCHIEPS Stadsmuur waarboven de tekst: S TRA / IECTV ++.S.BERNOLDVS.EPISCOPV Van der Chijs I.9,11-15

Bernold werd opgevolgd door Willem I (1054-1076). Hij is waarschijnlijk verwant aan de graven van Gelre. Tot de goederen van het bisdom behoorden omstreeks 1060 de huidige provincie Utrecht, Teisterbant (tussen Lek en Maas), de Veluwe, Overijssel, Drenthe en Groningen. De keizer liet in de 11de eeuw een pied-à-terre bouwen in de vorm van een kleine palts, waar hij kon logeren en bezoek ontvangen wanneer hij in Utrecht verbleef.

Adelbold II wordt opgevolgd door Bernold (1027-1054). Hij mag als de bouwbisschop van Utrecht worden aangemerkt. Behalve uit persoonlijke en religieuze overwegingen – de zorg om het eigen zielenheil – zullen bij Bernold in de eerste plaats motieven die verband houden met zijn taak en positie als bisschop en vertrouweling van de keizer hem tot zijn bouwactiviteiten hebben aangezet. De zogenoemde ‘keizersteentjes’ in de Dom, hierop staan de namen en sterfdata van twee keizers, Koenraad II (1039) en Hendrik V (1125). Ze markeren de plaats waar de ingewanden werden begraven. Bernold treed, ook wat de muntslag betreft, in de voetsporen van zijn voorganger. Op de voorzijde staat een gekroond portret en het omschrift CVONRAD REX. Op de keerzijde staat een kerkgebouw met daarin de tekst T / RA / IEC / TV en hebben de verbasterde tekst XRISTIANA RELIGIO als omschrift. Bernold Utrecht Bisschop Bernold met de door hem gebouwde kerken: de Sint-Pieter, Sint-Jan en Sint-Paulus in Utrecht en Sint-Lebuinus in Deventer.Tekening Pieter Saenredam in 1636 naar een muurschildering, verloren gegaan. Machtsvertoon en prestige zullen bij de bouw van het drietal groots opgezette stenen kerken in Utrecht zeker een rol hebben gespeeld. Door naast de reeds bestaande kapittels van dom en Sint-Salvator nog eens twee nieuwe gemeenschappen van kanunniken en een van monniken te stichten – waarvan de hoofdreden van bestaan op zich ‘de vermeerdering van de goddelijke eredienst en het lezen van missen was’ – voldeed Bernold echter vooral ook aan zijn bisschoppelijke taak, die eveneens gelegen was

Vz:

Vz: Gekroond portret van voren gezien CVONRADREX Kz: Kerkgebouw waarin in vijf regels: T / RA / IEC / TV +XCTIAIARELG Z.j. Van der Chijs (FDNV) XVII.7, Dannenberg 540, Ilisch 10.2

Reconstructie hoe het keizerlijke paleis ‘Lofen’ er mogelijk heeft uit heeft gezien. Rechts de Romaanse kerk van Adelbold. Enkele van de bogen zijn nog te bezichtigen in de kelder van stadscafé Traiectum. Door Heinrich IV (Rooms koning in 1056, Rooms keizer in 1084 – 1106) werd aan hem het gebied van de graven van Holland geschonken. Dat pikte Dirk V (1054-1091) van Holland niet die daarop de hulp van Robert I van Vlaanderen in riep. Op zijn beurt riep Willem een beroep op hertog Godfried III met de Bult van Neder-Lotharingen. Na gewonnen veldslagen in 1071 en 1072 wist de Utrechtse bisschop de gebieden onder zijn gezag te plaatsen. Internationaal blies bisschop Willem zijn partijtje mee. Hij was een trouwe medestander van keizer Heinrich IV tijdens diens Investituurstrijd tegen paus Gregorius VII (1073-1085).Tijdens een synode te Worms wist hij andere bisschoppen te bewegen de gehoorzaamheid aan de paus op te zeggen. Deze excommuniceerde daarop Heinrich IV. Als tegenreactie sprak Willem tijdens een synode te Utrecht op 27 maart 1076 de banvloek over de paus uit. Willem stierf een maand later.


32

FILAKRANT 2013

Zo liet hij omstreeks 1175 vier sterke burchten bouwen aan de grenzen van zijn machtsgebied, kasteel Horst aan de Gelderse zijde, Vollenhove aan de Friese kant, Montfoort aan de Hollandse kant en Woerden als dwangburcht voor Woerden en het omliggende land. Hij overleed op 27 mei 1178. Het Sticht kreeg de heerlijkheid Rhenen als schenking.

Hoogtepunt van de Investituurstrijd: Hendrik IV vraagt Mathildis van Toscane en abt Hugo van Cluny te bemiddelen in het geschild (excommunicatie) met de Paus. Hij onderneemt een de tocht naar Canossa, een kasteel van Mathildis, waar bij de paus om vergeving vraagt die daarop de excommunicatie van Hendrik IV beëindigde. De keizer wist de ban over hem op te heffen door blootsvoets en gekleed in een hemd de paus – die zich toen in het Italiaanse Canossa ophield – om vergiffenis te vragen. De paus trok dus aan het langste eind. Met de uitdrukking “de gang naar Canossa” wordt publieke boete doen bedoeld. De nieuwe bisschop werd Koenraad van Zwaben (10761099). Door hem te benoemen als bisschop van Utrecht probeerde de koning het koninklijk gezag ten opzichte van paus Gregorius VII te versterken. Koenraad vergezelde de koning tijdens een expeditie in Italië in 1083 en was aanwezig bij diens kroning tot keizer in 1084. Ook de opvoeding van de zoon van Heinrich IV, de latere Heinrich V, werd hem toevertrouwd. Keizer Heinrich IV beleende hem met een aantal graafschappen in het Oversticht waaronder Stavoren in (1086) en Oostergo, Westergo en een onbekend graafschap aan de IJssel in (1088). Hierdoor het Sticht Utrecht een van de belangrijkste gebieden in de Nederlanden werd. Hij is de stichter van de vijfde Utrechtse kerk en kapittel, gewijd aan Sint-Marie. Het is een lange weg voordat we bij de munten van Vollenhove aankomen. We slaan in ons verhaal een paar bisschoppen over om de vaart erin te houden. De laatste machtige bisschop was Harbert van Bierum (1139-1150). Tijdens zijn bewind ontstond er opstand in Groningen die door hem met harde hand werd neergeslagen. Met de stad maakte hij de afspraak dat deze geen omwalling zou aanleggen. Iets waar de Groningers zich niet aan hebben gehouden.

Geheimzegel van Jan II van Sierck: De bisschop met mijter, kromstaf en bijbel.Voor hem een wapenschild: [Rood], een [wit] kruis. L.: secretvihois : epi : traiecten :.

Kaart van Overijssel met helemaal linksboven Vollenhove Eindelijk, de eerste verwijzing naar Vollenhove. Vollenhove ligt in het noordwesten van de provincie Overijssel (Kop van Overijssel) en maakt sinds 1 januari 2001 deel uitmaakt van de gemeente Steenwijkerland. Vollenhove is omringd door het Ambt Vollenhove, de dorpen en gehuchten Sint Jansklooster, Barsbeek, Heetveld, Kadoelen, De Krieger en Moespot maken hier deel vanuit. Een eerste vermelding gaat terug tot 944. Er is dan sprake van een bosrijk gebied, Sillva Fulnaho (woud van Vollenhove), dat eigendom was van de Duitse keizer. In 1010 schonk keizer Heinrich II het gebied aan de Utrechtse bisschop.

Zijn opvolgers werden hoe langer hoe meer afhankelijk van Holland en Gelre. Teisterbant was rond 1000 al Gelders geworden. De Veluwe kwam in deze periode onder het gezag van de graaf van Gelre. Hierdoor werd het Oversticht (Utrecht) gescheiden van het Nedersticht (Overijssel). We pakken de draad op bij bisschop Godfried van Rhenen (1156-1178). Kort na zijn aantreden, in 1159, kreeg hij te maken met opstandige burgers en overheidsdienaren. Oorzaak was de strijd tussen Welfen (pausgezind) en Hohenstaufers (keizergezind). De bisschop was aanhanger van de keizergezinden. In 1160 werd de strijd in het voordeel van de Hohenstaufers beslecht. De bisschop kon zich nu geheel wijden aan het versterken van zijn machtspositie in het Oversticht en Friesland.

Margaretha II van Constantinopel (1244-1280), baudekin z.j. geslagen te Valenciennes. Het muntbedrijf van toen is niet te vergelijken met de moderne muntfabrieken van nu. Je zou ze als een luxe smederij kunnen beschouwen. Een goede oven om het metaal te kunnen smelten was het belangrijkste onderdeel van het muntbedrijf. De muntactiviteiten werden vaak uitgeoefend in de plaats waar de vorst zich op hield of permanent gevestigd was. Jan II van Sierck

Vollenhove, detail uit een kaart van Blaeu uit 1649 De door bisschop Godfried gebouwde burcht aan het Almere staat bekend als het Olde Huys en bestond uit een donjon, een kapel en enkele bijgebouwen. In de jachthaven is nog steeds de bult te zien waarop de burcht was gebouwd. In het Cultuurhistorisch Centrum Land van Vollenhove op de hoek van de Bisschopstraat -Kerksteeg is een maquette te zien.

Gezicht op de fortificaties en de ommuurde stad Groningen door Casper Merian 1659.

De aanmunting onder Jan II was beperkt. Zo liet hij in Zwolle penningen slaan als electus en werden in Vollenhove ruitergroten vervaardigd. Een voor het einde van de 13de eeuw zeer gangbare muntsoort. Ze zijn onder meer in Kuinre, Coevorden, Selwerd en Friesland geslagen. Als model diende de baudekin ter waarde van twee esterlingen van Margaretha II van Constantinopel (1244-1280) geslagen te Valenciennes.

Rond de burcht ontstond het dorp Op ten Camph. Het is bisschop Jan II van Sierck (1291-1296) die hier voor het eerst munten liet slaan. Jan van Sierck was voor zijn benoeming door paus Nicolaas IV (1288-192) aartsdiaken en kapelaan in het aartsbisdom Trier. De benoeming gebeurde buiten de Utrechtse kapittels om.

Maquette ’t Olde Huys

Ruitergroot - Vollenhove

Vz: Kz: Z.j.

Kort gevoet kruis met dubbele omschrift *SIGNVM*CRVCIS* IOHIS TRAIECTENSIS:E: Ridder te paard rijdend naar rechts +MONTA VOLLEHO:I:OMI:DMI Van der Chijs XXX

Na het overlijden van bisschop Frederik II (van Sierck) (1317-1322) ontbrandde er een strijd om de bisschopszetel los. De keuze van het kapittel viel op Jacob van Oudshoorn. Hij werd door Hendrik II van Virneburg, aartsbisschop van Keulen, gewijd. Hij kon zijn benoeming bij de paus alleen veilig stellen door betaling van een grote som geld. Kort na zijn benoeming overleed hij. Er wordt vermoed dat hij vergiftigd werd. Daarop koos het kapittel Jan van Bronkhorst, deken van Utrecht, als opvolger. Dit tegen de zin van Willem III van Holland en Reinoud II van Gelre. Zij wisten de wijding bij de paus ongedaan te maken. Zal wat hebben gekost. Paus Johannes XXII verklaarde de benoeming van Jan van Bronkhorst ongeldig en wijdde daarop Jan van Diest in Avignon persoonlijk tot bisschop. Zijn priesterwijding vond pas in 1327 plaats.

Zijn belangrijkste verdienste was de hervorming van de rechtspraak in het Sticht. Met hulp van graaf Floris V van Holland wist hij de aan Gijsbrecht van Amstel en Herman van Woerden verpande kastelen Vredelant en Montfoort te heroveren. In 1296 werd hij door paus Bonifatius VIII overgeplaatst naar het bisdom Toul, Frankrijk. Detail van een kaart van Vollenhove van Blaeu uit 1649

Gezicht op het pauselijke paleis in Avignon, Frankrijk


FILAKRANT 2013

Jan van Diest (1322-1340) was afkomstig uit het Brabantse adellijke geslacht Heren van Diest en bekleedde voor zijn benoeming het ambt van proost bij het bisdom Kamerijk (Cambrai, Frankrijk).Veel plezier zal hij niet van zijn nieuwe ambt hebben gehad. Bij zijn aantreden werd hij direct al met hoge schulden van zijn voorgangers geconfronteerd.

Jan van Diest overleed op 1 juni 1340 en werd begraven in de Dom van Utrecht. De weg was vrij voor een Hollandse kandidaat, Jan IV van Arkel (1342-1364). Graaf Willem IV prees hem publiekelijk aan als flink, machtig en onafhankelijk.

33

Dit type wordt door Jan van Arkel gebruikt voor zijn munten. In Deventer en Utrecht wordt voor het eerst een echte serie munten vervaardigd en geen losse denominaties zoals voorheen. De serie bestaat uit een hele, een halve, een kwart en een achtste groot. Jan van Arkel (1342-1364) Groot Deventer

Gezicht op Diest. Eerste vermelding van een heer van Diest in 1099.Vier eeuwen later sterft het geslacht uit en komt de heerlijkheid in het bezit van het geslacht Oranje-Nassau. Tijdens de regering van Jan van Diest werd er weer te Vollenhove gemunt. Het betreft hier een emissie van kwart groten met op de voorzijde een klimmende leeuw en een lang kruis op de keerzijde. Een munttype dat door tal van vorsten werd geslagen. De aanmaak zal omstreeks 13301335 hebben plaatsgevonden. Jan van Diest Kwart groot Vollenhove

Vz: Kz: Z.j.

Klimmende leeuw +IOHES.EPC.TRAIECTENC Lang gevoet kruis MON – ETA – VVLE – NHO Van der Chijs IX, XXX

Jan verergerde de financiële situatie van het bisdom door aankoop van diverse goederen in het Oversticht. De hiervoor noodzakelijke gelden werden gesouffleerd door de graven van Holland en Gelre die hiermee de bisschop in hun macht kregen.

Vz:

Kaart van Het Sticht rond 1350. Paars Het Sticht, groen Graafschap Holland, oranje het Hertogdom Gelre. Het was zonneklaar dat deze nieuwe Jan niet gekozen werd om een sterk, machtig en onaantastbaar Sticht tot stand te brengen. Nu Reinoud II overleden was en een minderjarige jongen het bestuur over het intern zeer verdeelde Gelre op zich had genomen, leek de tijd gunstig om een Hollandse zetbaas het bisdom te laten beheren. Ondanks andere verwachtingen ontpopte de domkanunnik zich als een man die de aanprijzingen van zijn mentor waarmaakte. De bisschop deed, tot grote schrik van de Hollandse graaf, flink zijn best om zich onafhankelijk op te stellen. Hij trachtte het Oversticht weer in te lossen en om geld te sparen ging ook hij enige tijd in het buitenland wonen. Zowel de steden (de kooplieden dus) als de Ridderschap van het Oversticht betaalden fors mee aan het aflossen van de schuld aan Gelre (1346).Wellicht uit argwaan tegen het op dat moment in chaos en financiële nood verkerende hertogdom.

In 1336 was de schuldenlast dermate hoog opgelopen dat hij genoodzaakt was heel Overijssel aan Reinoud II (13391343) van Gelre te verpanden. Voor 43.000 pond tournoois was Reinoud nu feitelijk heer van Overijssel en kon vervolgens de inkomsten uit de tollen en de belastingen opstrijken. ‘Onse ende onse gestichs huyse, lant ende goet also dat huys tot Vollenho ende mitten landen van Zallant ende bi der Vecht, dat huys tot Gore mitten lande Twenthe, ende met allen steden, poorten, kerspelen ende dorpen, die in den voerseyden lande gelegen zijn, mit ambachten ende allen weerlycken rechten, hoge ende laghe, cleijn ende groot, buten steden ende binnen steden (....)’ waren voor het graafschap Gelre ‘te berichten ende te besitten’, tot de bisschop zijn schuld afloste. Reinoud betrok kort daarop de burcht te Vollenhove om van daaruit strooptochten tegen de Friezen te ondernemen. De nieuwe machtsverhouding blijkt uit de “kopjes” die Reinoud lieten munten met als muntplaats vermelding VOL – EHO. Tijdens de regering van Reinoud is er in Arnhem, Elburg, Harderwijk en Roermond gemunt. Of de muntjes daadwerkelijk in Vollenhove zijn gemaakt blijft de vraag. Ze kunnen evengoed in Harderwijk zijn gemaakt met als doel zijn aanspraken op Vollenhove kracht bij te zetten.

Stadsrecht Vollenhove 12 juli 1354. Foto: gemeentearchief Toen het aantal mensen dat zich in de onmiddellijke nabijheid van het bisschoppelijk residentie hadden gevestigd steeds toenam en er een aaneengesloten buurt had gevormd, verleende bisschop Jan van Arkel 12 juli 1354 aan de “ghoede lude die woenaftich siin voer onsen huse tot Vollenho, dat gheheiten is opten Camp” het stadsrecht “ewelic durende alse anders onse steden hebben die in onsen lande van Sallandt gelegen siin”. Ondanks de verlening van het stadsrecht werd door Jan van Arkel niet in Vollenhove gemunt. Zijn munten werden in Deventer en Utrecht vervaardigd.

Reinoud II van Gelre Kopje of penning Vollenhove

Aartsbisdom Keulen,Walram von Julich (1322-1349), Turnose of groschen z.j. geslagen in Deutz Vz: Kz: Z.j.

Portret naar links +REINALDVS.DVX. Lang gevoet kruis MON - ETA - VOL - EHO (na 1336) Van der Chijs II.14-16

Numismatisch verplaatsen we ons even naar Keulen. Daar wordt onder aartsbisschop Walram van Julich een variant op de bekende Tourse groot geïntroduceerd. Op de voorzijde is het gebouw omgeven door twaalf medaillons vervangen door een buste van de bisschop.

Gemijterde buste van voren gezien, omgeven door zeven bogen. Hieronder het wapen van Arkel +IOHANES:EPES-TRAIECTENSIS Kz: Kort gevoet kruis met dubbel omschrift. In het eerste kwadrant een adelaar Binnen: MON - ETA - DAV - ENT Buiten: +BNDICTV:SIT:NOME:DNI:IhV:XPI Z.j. Van der Chijs X.7-10 Na de overplaatsing van de bisschop Jan van Arkel van Utrecht naar Luik werd de sede vacante door paus Urbanus V opgevuld door de overplaatsing van Jan van Virneburg van Münster naar Utrecht. Het bewind van bisschop Jan van Virneburg (1364-1371) was geen succes. Al tijdens de vacature sloten de kapittels en de stad Utrecht zich aaneen om hun rechten vast te leggen in de zogenaamde Overdrachte. Het kerkelijk vorstendom Utrecht kende zeker sinds de 14e eeuw, wanneer een nieuwe bisschop zijn intrede deed, naast een kerkelijke ook een wereldlijke procedure van “inwijding”. De kerkelijke procedure had als hoogtepunt de intronisatie van de bisschop of elect in de domkerk. Hieraan vooraf ging de aflegging van de zogenaamde generale eed door de nieuwe bisschop in handen van de domdeken ten overstaan van de leden van de vijf kapittels. Deze eedsaflegging gebeurde in de vergadering van geestelijken omdat deze het recht van de bisschopsvoordracht bezat en tijdens de sede vacante het bisdom bestuurde. In de 14de eeuw was het ook een gewoonte geworden om ten aanzien van het wereldlijk bestuur aan de generale eed bijzondere, afzonderlijk te bezweren zinsneden toe te voegen: de zogenaamde particuliere artikelen. Op grond hiervan konden de onderzaten van de vorst de naleving van bepaalde politieke toezeggingen afdwingen. Na afloop van de beëdiging door de vijf kapittels werden de vertegenwoordigers van de wereldlijke onderzaten van de bisschop, die zich tijdens de kerkelijke procedure in afzonderlijke kamers hadden opgehouden, toegelaten tot de vergaderzaal, waarop de bisschop of elect in aanwezigheid van de drie Staten de eed op zowel de generale als de particuliere artikelen aflegde. Een voorbeeld van de steeds sterker wordende positie van de onderzaten is de concordantie van 11 mei 1364, waarin de vijf kapittels al hun privileges uitvoerig opsommen en waarin de rechtsregels worden beschreven waaraan de bisschop zich te houden heeft. Dit alles om hun houding te bepalen tegenover de nieuwe bisschop Jan van Virneburg bij wiens pauselijke benoeming zij niets in te brengen hadden gehad. Een week nadat de kapittels deze overeenkomst hadden gesloten, sloot het bestuur van de stad Utrecht zich hierbij aan, later nog gevolgd door de stad Amersfoort. Deze gezamenlijke opstelling van de kapittels en de stad Utrecht werd vastgelegd in een oorkonde, overdracht of composicio genoemd. Jan van Virneburg een, in vergelijking met zijn voorganger Jan van Arkel, niet erg krachtige persoonlijkheid, zag zich genoodzaakt zowel de concordantie als de composicio te bezweren bij de inbezitneming van zijn bisdom. De kapittels en de stad hadden met succes munt weten te slaan uit de zwakte van de nieuwe kerkvorst. Ook de ridderschap liet zich niet onbetuigd: in 1366 traden ridderschap en kapittels met succes gezamenlijk op bij de vaststelling van de bepalingen van een nieuw muntverdrag. Door Jan van Virneburg werd te Vollenhove een serie munten vervaardigd. Het is een vervolg op het muntserie die door Jan van Arkel werd ingevoerd. De serie bestaat uit: een halve, een kwart en een 1/16 groot. Op de voor-zijde van alle munten staat een gemijterde buste en hieronder het wapen van Het Oversticht.


34

FILAKRANT 2013

Jan van Virneburg (1364-1371) Halve groot Vollenhove

Tijdens de oorlog tegen graaf Albrecht van Holland leed hij verschillende nederlagen en tijdens een expeditie naar Twente werd hij in Goor gevangen genomen. Om zijn losgeld te kunnen betalen moest hij het Oversticht en het ambt Vollenhove verpanden. Jan van Virneburg stierf op 23 juni 1371. Geen van zijn opvolger heeft te Vollenhove gemunt.

Na 1380 wordt de stad rond de bisschoppelijke burcht aangeduid als Vollenho. De plaats kent tal van bezienswaardigheden. De havezate Marxveld ca. 1620, het voormalige stadhuis uit 1621 met open galerij, Old Ruitenborgh uit de 18de eeuw, de Grote Kerk (tweebeukige hallenkerk) met losstaande toren, de Maria, de Kleine of O.-L.-Vrouwekerk uit vermoedelijk 1434.

z:

Gemijterde buste van voren gezien, hieronder het wapen van het Oversticht +IOH.EPI TR - AIECTENSIS Kz: Kort gevoet kruis met dubbel omschrift Binnen: I.N - OI – E.D – NI Buiten: +MONETA.VOLEHO.TRAIECT Z.j. Van der Chijs XI.12 Kwart groot Vollenhove Verder de trapgevel aan de voormalige Latijnse school, de ruïne van de 16de eeuwse Toutenburg en vele fraaie gevels aan woonhuizen uit de 17de en 18de eeuw. Gezicht op het stadhuis (1621), de toren en de Grote Kerk Vz: Kz: Z.j.

Een goede gelegenheid hiermee kennis te maken is tijdens de jaarlijkse Open Monumentendag die elk jaar in september wordt gehouden.

Gemijterde buste van voren gezien, hieronder het wapen van het Oversticht IOH.EPC.TRAIECTE Lang gevoet kruis MON - ETA - VOL - EHO Van der Chijs XXVIII.2

Tom Passon

Achtste groot Vollenhove

Vz: Kz: Z.j.

Gemijterd portret, hieronder het wapen van het Oversticht +IOH.EP.TRAIECT Lang gevoet kruis MON - ETA - V..-... Van der Chijs XI.13

De Kerkstraat met de kapel. De kapel was een onderdeel van het in 1370 door de stad gestichte H. Geestgasthuis voor de verzorging van zieken.

Het enige onafhankelijke maandblad in de Nederlandse taal voor verzamelaars van munten, papiergeld en penningen. Een uitgebreide staf van redacteuren met elk hun eigen specialiteit staat garant voor een optimale informatie aan de verzamelaar. Elke maand een uitgebreid overzicht van de veilingen, beurzen, tentoonstellingen en andere numismatische evenementen in Nederland en België. Vaste rubrieken: • Nederland (alles uitgegeven in, voor en met betrekking tot Nederland), • Nieuwe munten en bankbiljetten • Euronieuws • Moderne penningkunst • Nieuws van de numismatische kringen in Nederland en België enz. Verder interessante en wetenswaardige artikelen over vele aspecten van het verzamelen van munten, papiergeld en penningen uit binnen- en buitenland.Verschijnt 11x per jaar. Op verzoek sturen wij u zonder verplichtingen graag een gratis proefnummer toe!

Bezoek onze website www.muntkoerier.com Omni-Trading b.v. Postbus 1044 7301 BG Apeldoorn Tel. 055-5216629 Fax 055-5223963 e-mail info@muntkoerier.com

Plaatsen waar Utrechtse bisschoppen hebben gemunt: Amersfoort alleen emissie ca. 1370 De Weerd bij Utrecht Deventer Groningen Harderwijk – Arnold van Hoorne (1371-1378) Hasselt Kampen Leeuwarden Rhenen Stavoren Utrecht Vollenhove Wesel (?) Westergo (Leeuwarden of Dokkum?) Wijk bij Duurstede Zaltbommel Zwolle Stadsrechten Vollenhove verleend door bisschop Jan van Arkel op 12 juli 1354: Wi, Johan bi der ghenade Goeds bisscop t’ Utrecht, doen te weten alle dienghenen die desen brief zullen zien of hoeren lesen, dat wi om orbaer onser kercken ende onses ghestichts van Utrecht ende om trouwen dyenst die onse ghoede lude die woenaftich sijn voer onsen huze tot Vollenho, dat geheiten is Opten Camp, onsen voervaderen bisscoppe t’ Utrecht eermaels ghedaen hebben ende noch daghelix doen, so hebben wi hem ghegheven voer ons ende voer onsen nacomelinghen, bisscoppe t’ Utrecht, een stafrecht, ewelic durende alse anders onse stede hebben die in onsen lande van Zallant gheleghen sijn, binnen alzulken paelen als wi hem bewisen zullen: Ende onse borghere die binnen dier stat woenaftich sijn, zullen jaerlix op Sunte Petersdach ad Cathedram bi raede ende goetdunken onses schouten van Vollenho, zoeven scheperve kyesen, ende die zullen wi of onse schout voerseit van onserweghen eeden in allen zulken manieren als wi onse scepenen van Utrecht te eeden pleghen. Literatuur: Charlotte Broer, Het Utrechts kerkenkruis. Feit of fictie? Een beoordeling in het licht van de vroege ontwikkeling van de Utrechtse kerk, Utrecht 2001. P.O. van der Chijs, De munten der bisschoppen, van de heerlijkheid en de stad Utrecht van de vroegste tijden tot aan de pacificatie van Gend, Haarlem 1859. P.O. van der Chijs, De munten der voormalige

graven en hertogen van Gelderland van de vroegste tijden tot aan de pacificatie van Gend, Haarlem 1852. A. Delmonte, De gouden Benelux, Amsterdam 1964. J. Fortuyn Droogleever, De muntslag van Floris van Wevelinkhoven, bisschop van Utrecht 1379-1393, De Beeldenaar 1989, p.119-122. H. Enno van Gelder, Drie onbekende middeleeuwse munten, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 39, pag. 90-93. Amsterdam 1952. H. Enno van Gelder, De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 57/58, p. 10-50. G.A. Hulsebos, Monnaies et jetons inédits ou peu connus des Evêques d’Utrecht, Tijdschrift voor Munt- en Penningkunde 9e jaargang, pag. 235-242. Amsterdam 1901. J.F.G. Meijer, Monnaies rares Cabinet Royal de la Haye, Revue Belge de Numismatique, jaargang 29, pag. 281-320. Brussel 1873. M. Nahuys, Monnaies de l’évêché de Utrecht du treiziéme siécle provenant d’une trouvaille faite a Beekbergen, Revue Belge de Numismatique 1860, pag. 172-177. Brussel 1860. Gerard Raven, De enige muntuitgifte van Amersfoort (ca 1370), De Beeldenaar 2004, p. 205-207. A.S. Stapel, Inventaris van de Staten van Utrecht in de landsheerlijke tijd 1375-1581, Utrecht 1986. S. Wigersma Hz., Eenige aanteekeningen over de Nederlandsche, in het bijzonder over de Friesche Muntgeschiedenis, Tijdschrift voor Munt- en Penningkunde14e jaargang 2e aflevering p. 61-140. Amsterdam 1906. Internet Henk van Heerde, Vollenhove door de eeuwen heen. http://www.henkvanheerde.nl/ vollenhove/ Hubert de Vries, Het wapen van Utrecht. www.hubert-herald.nl/UTRECHTW.htm Bisschop Jan van Arkel. http://itt.hu.nl/1558655/bisschop_jan_van_ arkel.htm S.Zwanepol & J.J.Seekles.Verzamelinventaris van de archieven van de colleges van de Nederduits Hervormde Gemeente te Vollenhove (1401) 1600-2004 http://www.hervormdvollenhove.nl/gemeente/ inhoudsopgave_archief.pdf


FILAKRANT 2013

35

Gezamenlijke uitgaven Toen ik nog jong was, was ik als verzamelaar erg gefascineerd door het feit dat Nederland en de Verenigde Staten een zegel lieten verschijnen met hetzelfde ontwerp. Zo’n gezamenlijke uitgave, internationaal bekend als een joint issue, was op dat moment niet eens heel nieuw. Er waren binnen het verzamelgebied Nederland al zegels gewijd aan het samenwerkingsverband Benelux. Ook hadden de meeste Europazegels uit de periode 1956-1973 een gemeenschappelijk ontwerp. Hetzelfde gold voor de Nordenemissies van Scandinavische landen. De fascinatie kwam

Wat me het meest blijft fascineren, zijn de combinaties over een grote geografische afstand of exotische combinaties. Ooit ging ik bij een stand van de posterijen van Estland informeren naar een gezamenlijke envelop van hun joint issue met Chili. De dame achter de stand keek me stomverbaasd aan. Wellicht was haar reis naar Essen al zo buitenaards, dat het helemaal onvoorstelbaar was dat je aan postzegels uit Chili kunt komen. Kortom, daar had ze nooit aan gedacht. Zo’n envelop bestaat dus niet, maar ook de Chileense zegels zelf vinden is me nog niet gelukt ... . In een Frans tijdschrift heb ik ooit een prachtig verhaal gelezen over een joint issue tussen Oostenrijk en Argentinië. Op de blokrand stond de wereldkaart. Op het Oostenrijkse exemplaar hadden de betwiste Falkland-eilanden niet de juiste kleur gekregen. Om die reden is er bij het Argentijnse exemplaar een afbeelding overheen gezet. Of het waar is weet ik niet, ik heb het Argentijnse blokje nooit gezien. Misschien had ik Maxima een mailtje moeten sturen ... ;)

waarschijnlijk voort uit de geografische afstand zoals ik die tussen deze landen ervoer. Dat buurlanden weleens iets samendoen ligt min of meer voor de hand. Bijvoorbeeld tussen Frankrijk en Duitsland. Sinds de jaren ’80 zijn er veel voorbeelden van joint issues van twee landen. Het kan ook met z’n drieën. Of, toen Duitsland nog uit drie onderscheiden gebieden bestond, zelfs met z’n vijven. Het kan niet alleen met zegels, maar

Joint issues komen in steeds grotere aantallen voor. Vermoedelijk zien posterijen van minder bekende landen het als een mogelijkheid om bij landenverzamelaars onder de aandacht te komen. Ook Nederland doet er aan mee, maar is in deze 21e eeuw weinig gelukkig. De gezamenlijke uitgave met Duitsland gaf meteen een schandaal vanwege een prestigeboekje waarin ongeautoriseerd de Duitse zegel was opgenomen. Het velletje met bloemen had ook in Oostenrijk moeten verschijnen, maar omdat de kiemkracht van de zaadjes werd betwijfeld is de Oostenrijkse versie teruggetrokken. Hoewel er nadien toch enkele exemplaren in omloop zijn gekomen, waardoor het wel in de Michel catalogus te vinden is ... . Ik heb ook nog een droom. In 2009 is een enorm succesvolle dependance van de Hermitage geopend in Amsterdam. Ik zou het persoonlijk erg leuk vinden als de Nederlandse posterijen, bij een tentoonstelling over Peter de Grote die gepland is voor 2013, samen met Rusland een joint issue doet. En nu maar hopen dat zowel medewerkers van de Hermitage als de verantwoordelijken voor het Nederlandse emissiebeleid dit stuk goed gelezen hebben ... . Peter Stolk.

ook met een blokje. Een erg leuk voorbeeld is een joint issue tussen Zwitserland en China. Misschien ziet u het niet direct, maar hou het blokje eens op z’n kop.... De relatief lage nominale waarde van de Zwitserse zegels valt op. Waarschijnlijk is men daarin tegemoet gekomen aan de Chinese verzamelaars.

Catalogus van de nederlandse Munten geslagen sinds het aantreden van Philips II tot aan het einde van de Bataafse Republiek (1555 – 1806) 2de geheel herziene en verbeterde druk Door Jan C. van der Wis en Tom Passon

Je kunt ook gezamenlijk een boekje uitgeven, zoals gedaan is door Zweden en de Baltische staten. Estland, Letland en Litouwen hebben sowieso grappige joint issues in de vorm van blokjes met van elk land één motief. Tussenvarianten zijn ook mogelijk, zoals de samenwerking tussen Frankrijk en Zweden. Zij gaven elk een boekje met zes zegels uit, waarvan twee met een gemeenschappelijk motief. En in 1992 gaven Spanje, Portugal, Italië en de Verenigde Staten met z’n vieren een serie blokken uit om aandacht te schenken aan de ontdekking van Amerika. Wat helemaal bijzonder is, is dat er één zegel bestaat die in twee landen kan worden gebruikt. Zoals Zwitserland en Liechtenstein dat hebben gedaan in 1995, ter gelegenheid van hun goede nabuurschap. Dat kan natuurlijk alleen omdat beide landen dezelfde valuta en dezelfde tarieven hanteren. Op zich zouden er met de komst van de Euro meer mogelijkheden moeten zijn om dit grapje te herhalen tussen andere landen, maar bij mij zijn er geen voorbeelden bekend. Soms worden er speciale enveloppen gemaakt, waarop de tweelingen te zien zijn. Een leuk voorbeeld hiervan is een recente gezamenlijke uitgifte tussen Zweden en Canada.

In deze catalogus staan in alfabetische volgorde van muntheer de uitvoerige beschrijvingen van alle bekende munten en noodmunten uit de periode 1555-1806, van Alkmaar tot en met Zwolle. Alle hoofdstukken met een historische inleiding, een overzicht van muntmeesters en relevante literatuur. In totaal zijn bijna 2.500 munttypen opgenomen, inclusief jaartallenreeksen, belangrijkste varianten en prijsindicaties voor vier gangbare kwaliteiten. Aparte hoofdstukken zijn gewijd aan massa’s en gewichten, Latijnse opschriften en spreuken en aan kloppen die op sommige munten kunnen voorkomen. Geschiedkundige achtergronden maken de gebruiker duidelijk waarom deze kloppen of instempelingen zijn aangebracht. Kortom, een onmisbaar naslagwerk voor iedere muntverzamelaar. ISBN: 978-90-6622-006-5

Prijs € 49,50

Verkrijgbaar bij uw munthandelaar of de boekhandel


36

FILAKRANT 2013

De Spaanse en Portugese filatelie In deze Filakrant presenteert de Kontaktgroep Spanje-Portugal u graag een selectie van de in beide landen in de loop der tijd uitgegeven postzegels en vertellen wij u graag iets over de specifieke bijzonderheden van deze verzamelgebieden.

Spanje

Zoals in ieder land bij de introductie van postzegels gebeurde staan op de klassieke zegels van Spanje de portretten van de vorsten die het land bestuurden, tot 1869 Koningin Isabela II en na 1873 Koning Alfonso XII en

Alfonso XIII uit het koningshuis Bourbon. Na de Spaanse Burgeroorlog van 1936-1939 werd dictator Generaal Franco de machthebber totdat in 1975 Koning Juan Carlos uit het koningshuis Bourbon aan de macht kwam. Van al deze staatshoofden bestaan grote hoeveelheden zegels die ongetand voorkomen of met een grove of fijne tanding en met of zonder watermerk. En ook kleurverschillen en plaatfouten komen veelvuldig voor zodat hiervan veel variëteiten bestaan. Ook in Spanje werden veel van deze zegels door bedrijven voorzien van (firma-)perforaties, vaak om diefstal te voorkomen. Naast de postzegels stonden de vorsten ook op de telegraafzegels die in de eerste 50 jaar nog werden gebruikt. In Spanje doet zich daarbij de typische eigenaardigheid voor dat indien postzegels werden gebruikt als betaling voor het verzenden van een telegram deze postzegels werden voorzien van een rond gat (taladro circular); dit gat geeft dus aan dat ze gebruikt zijn en dergelijke postzegels kun je dus onderbrengen bij de telegraafzegels. Vanaf het eerste jaar dat er postzegels waren (1850), waren er ook vervalsingen. Hierdoor werd de overheid er toe genoodzaakt om jaarlijks een nieuwe emissie uit

te geven om de vervalsers voor te blijven. De na een jaar nog op de postkantoren aanwezige zegels gingen dan terug naar de FNMT (de staatsdrukkerij in Madrid) en werden daar overdrukt met 3 zwarte strepen (sellos barrados). In Spanje heeft men er nooit een probleem van gemaakt dat deze ongeldig gemaakte zegels vervolgens toch weer in de handel terecht kwamen waardoor iedere Spanje verzamelaar deze zegels ook is gaan verzamelen. Datzelfde geldt overigens ook voor drukkersuitschot, vellen papier die meermalen door de drukmachine gehaald werden om de machine af te stellen; ook deze vellen die eigenlijk vernietigd hadden moeten worden zijn in overvloed op de markt gebracht en vormen een gewild verzamelobject. Een heel specifiek Spaans verzamelgebied is wel de Spaanse Burgeroorlog. In de strijd tussen de Republikeinen en de Nationalisten werden door beide zijden in iedere plaats die ze veroverden of bezet hielden zegels uitgegeven die we vignetten noemen en waaruit kan worden opgemaakt bij welke partij het hoorde. Er bestaan duizenden van zulke vignetten en je kunt dit verzamelgebied tot je levenswerk maken. Ook waren er veel steunvignetten (bijplakzegels) waarmee geld werd opgehaald voor medische doelen, kinderzorg of het wezenfonds. Veel van deze vignetten hadden overigens alleen een politieke propaganda tot doel en zijn voorzien van leuzen en politieke voorstellingen. In de 20e eeuw begon Spanje met de uitgifte van thematische zegels en daarvan bestaan diverse langlopende series. In de dertiger jaren (en ook later) kwamen de prachtige zegels van Columbus en de schepen die hij gebruikte bij zijn ontdekkingsreizen naar Amerika. Door de jaren heen verschenen er ook vele postzegels met schilderijen van Spaanse schilders, zoals Goya, Velazquez, Miro, Dali en Picasso. Vanaf de vijftiger jaren kwamen de touristische series met afbeeldingen

van kloosters, kastelen en paleizen die u de weg wijzen door Spanje en veel van deze zegels zijn nog mooier dan de ansichtkaarten die u tijdens uw vakantie in Spanje naar huis stuurde. Alle zomer- en winterpaleizen van de Spaanse koningen die de afgelopen 500 jaar regeerden zijn er wel op afgebeeld, zoals het imposante El Escorial, even ten noorden van Madrid. In de zestiger jaren kwamen twee langlopende series met wapens en klederdrachten; deze laatste geven een mooi overzicht van de voortlevende cultuur in Spanje want deze kledij wordt nogsteeds gedragen bij feesten en bijzondere gelegenheden. Tenslotte bestaan er veel series met soldaten in tenue en van beroemde Spaanse helden uit de geschiedenis, vaak conquistadores en strijders die hielpen om Zuid en Midden Amerika te veroveren en bekeren. Nu we het toch over de koloniën hebben, totdat Spanje in 1898 de Spaans-Amerikaanse oorlog verloor had zij nog koloniën in het Caribisch Gebied (Cuba en Puerto Rico: Ultramar) en de Filipijnen met omliggende eilanden en een aantal gebieden in Afrika. Alleen de Afrikaanse gebieden bleven na de oorlog in Spaanse handen. In al deze gebieden zijn postzegels uitgegeven die zeer boeiend zijn, vóór 1898 waren dit vaak dezelfde klassieke zegels als in het moederland met vermelding van de naam van de kolonie, maar in de Afrikaanse gebieden werden dat meer en meer thematische voorstellingen van ter plaatse voorkomende flora en fauna. Omdat het Spaanse rijk zo groot was bestond er veel postverkeer tussen die gebieden en het moederland en de rest van Europa en Noord-Amerika. Als u de posthistorie als onderwerp van uw verzameling maakt gaat er een wereld voor u open. Zo zult u dan ontdekken dat in Cuba vaak halve postzegels voor frankering gebruikt werden (sellos bisectados) als er geen passende zegel beschikbaar was en soms zelfs fiscale zegels. Maar op het buureiland Puerto Rico is het een

5

MEGAPIXEL Geïnterpoleerd

Digitale microscoop incl. standaard met 20-200 x vergroting Hoge kwaliteit digitale microscoop voor velerlei doeleinden in huis, op school of voor de studie. Ontdek details die onzichtbaar zijn voor het blote oog: zoals afwijkingen, fijne lijnen of beschadigingen. De bijgevoegde software, eenvoudig in gebruik, maakt het mogelijk om foto‘s of video‘s te maken, welke U kunt opslaan. Incl. stevige microscoop standaard voor extra scherpe opnamen of foto‘s. Handmatig instelbaar met afstand tussen microscoop en object. art.nr. 342 598

Set slechts Q

139,80

Incl. standaard

Meer info bij uw LEUCHTTURM dealer of direct via LEUCHTTURM: LEUCHTTURM ALBENVERLAG GMBH & CO. KG · Postfach 1340 · D-21495 Geesthacht Tel. +49 (0) 4152/801-200 · Fax +49 (0) 4152/801-300 · service@leuchtturm.com · www.leuchtturm.com Anzeige_Holland_12-2012.indd 1

21.11.12 12:42


FILAKRANT 2013

grote zeldzaamheid als u een bisectado op brief vindt. En het gebruik van fiscaalzegels voor frankering is daar zelfs helemaal onbekend. Zoals ook in andere landen gebruikelijk is bestaan er fraaie 1e-dag enveloppen en afstempelingen en gelegenheidszegels. Vanaf 1980 kwamen daar de etiketten of automaatstroken bij waarop de variabele waarde gedrukt werd die voor de frankering was betaald. Er zijn nu al ca 130 verschillende met series over lokomotieven, oude auto’s en motoren en zeilschepen en ze zijn zeer kleurrijk. Tenslotte, ook in Spanje zijn erg veel fiscaal zegels uitgegeven; in de 15e-19e eeuw was dit veelal voorgedrukt papier met een gepreegde en gedrukte zegel van het staatshoofd (sellos timbrados) maar vanaf het midden van de 19e eeuw werden dat gedrukte bladen en later zegels. Er waren zegels voor de meest uiteenlopende heffingen, zoals (slaven-)belasting, lokale heffingen, accijnzen op rum, vlees, zout, tabak, parfum, etc. en voor vergunningen voor transport van vee of gevangenen of in- en uitvoer. Ook zakelijke transacties werden belast zodat b.v. wissels en kwitanties en cognossementen van zegels werden voorzien als bewijs van betaling. Naast zegels uitgegeven door de overheid is er in Spanje door de jaren heen altijd een sterke belangstelling geweest voor de uitgifte van allerlei vignetten, vaak voor het goede doel (b.v. een wezenfonds of een ziekenhuis) of om de aandacht te vestigen op een beurs of tentoonstelling. Ook vignetten met een religieus motief komen in grote hoeveelheden voor en bijna iedere stad heeft deze wel uitgegeven. Deze zegels werden naast de gewone frankering bijgeplakt op de post als steunbetuiging.

Portugal

Ook op de klassieke Portugese zegels staan door de jaren heen de staatshoofden op de zegels. Vanaf de eerste zegel in 1853 was dit Koningin Maria II (een dochter van keizer Pedro I van Brazilië) en daarna kwamen achtereenvolgens vanaf 1855 Koning Pedro V, vanaf 1862 Koning Luis I, vanaf 1892 Koning Carlos I en in 1910 Koning Manuel II. Na 5 oktober 1910 kwamen de emissies van de Republiek Portugal. In de eerste 40 jaren waarin er zegels verschenen waren de zegels ten dele gepreegd zodat deze als reliëfzegels worden aangeduid. Alle zegels kenmerken zich voorts door een grote verscheidenheid van gebruikte papiersoorten die in de catalogi met aanzienlijke waardeverschillen worden vermeld.Dus de Portugal verzamelaar komt er niet onderuit om papiersoorten te leren onderscheiden ! Vele van deze klassieke zegels zijn enige tijd later officieel herdrukt en die zegels zijn eveneens vaak aan de afwijkende papiersoort te herkennen. Aparte zegels voor telegraafgebruik kwamen in Portugal veel minder vaak voor dan in Spanje en veelal werden dus postzegels gebruikt voor dit doel die voorzien waren van een overdruk of die geperforeerd werden met een ster of voorzien van drie gerolde rode strepen. Het zal niemand verbazen als we hier weer opmerken dat ook in Portugal veel zegels zijn vervalst alhoewel het in de meeste gevallen geen postale maar filatelistische vervalsingen betreft. De zonder twijfel belangrijkste zegel in de Portugese filatelie is de Ceres zegel. Van deze zegel zijn er ca. 2.000 uitgegeven in verschillende waarden, kleuren en tandingen in zowel het moederland als in de koloniën. De grote verscheidenheid is o.m. het gevolg van het feit dat dezelfde zegels vaak in meerdere drukkerijen in verschillende landen werden gedrukt, waardoor onderlinge afwijkingen ontstonden en verschillende papiersoorten gebruikt werden. Deze zegel alleen al vormt een verzamelgebied waar je nooit mee klaar bent, steeds weer duiken er nieuwe vondsten op. Tevens bestaan er opdrukken op de Ceres zegels w.o Revalidado om enkele ongeldige (oude type) zegels weer geldig te maken of met het woord Porteado (port) of de naam van de kolonie.

Bezoek Brumunt op de Eindejaarsbeurs !!! Op vrijdag 28 en zaterdag 29 december 2012 van 10.00 tot 17.00 uur

Een enorme verscheidenheid en een uitdaging om je hier in te verdiepen.

in de Veluwehal, Nieuwe Markt 6, 3771 CB BARNEVELD Brumunt betaald uw inkom terug bij aankoop of verkoop van minmum 30, euro

Wi j kopenal uwedel met al en,munt en, oudgoud, goudenenz i l ver enl i ngot s , j uwel en, t af el z i l vere. d. ! ! !

Ookvooruwander emunt engevenwi j debet er epr i j s! ! !

Deexper t i s ekans t eedsbi j onsi ndewi nkel ofbi j ut hui sgebeur en

Brumunt, Gistelse Steenweg 381, B-8200 Brugge 2, Belgie Tel: +32 50 71 85 06, Mobiel: +32 478 36 27 95, info@brumunt.be openingsuren: Maandag, dinsdag, woensdag van 14.00 tot 18.00 uur Donderdag, vrijdag en zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur

Wij verkopen ook gouden en zilveren munten en lingots, Alle euro-, Belgische- en wereldmunten Benodigdheden voor elke verzamelaar, diverse catalogi, mooie loten postzegels en zoveel meer.

In Portugal kende men ook een aantal instanties die portvrijdom genoten en die eigen postzegels mochten gebruiken, zoals de Atiradores (een soort Bescherming Bevolking), de Geografische Vereniging en zegels voor Tuberculose en het Rode Kruis. Thematische onderwerpen zijn er natuurlijk ook.

Veel Portugese zeevaarders werden beroemde ontdekkingsreizigers, zoals Vasco da Gama, Bartolomeus Dias en Magalhães, ook al was deze laatste in Spaanse dienst toen hij de doorgang om Zuid-Amerika ontdekte.

37

Hun portretten en hun schepen staan op vele Portugese zegels afgebeeld. Naast schepen zijn ook andere typische Portugese onderwerpen op zegels afgebeeld, met als belangrijkste wel het aardewerk en de tegels die beroemd zijn en prachtige zegels opleveren. Verder zijn er veel zegels met religieuze motieven en herdenkingszegels, kostuums en kastelen. De langlopende series die ook in de koloniën voorkomen zijn Lusiadas vanaf 1931, Caravela vanaf 1943 en van de historische Koning en held Dom Dinis vanaf 1953. Al deze series kennen vele variëteiten in druk en gebruikte papiersoort. Evenals in de meeste landen kent Portugal langstempels, portstempels en stempels die fiscaal gebruik aangeven. Deze werden ook in de koloniën gebruikt. De zegels in de koloniën waren vooral in de beginjaren nagenoeg identiek aan die van het moederland maar dan met de opdruk van de naam van de kolonie. Dus ook daar vindt u de zegels met Maria II, Pedro V, Luis I en Manual II. Bij het uiteenvallen van het Portugese koninkrijk vindt u veel van deze oude zegels met de overdruk Provisorio of Republica wat weer een schat aan nieuwe varianten oplevert. Ook de koloniale zegels zijn geschikt voor een thematische verzameling, maar bijzondere vermelding behoeven wel de zegels van Moçambique waar in 1892 toestemming werd gegeven aan de Companhia de Moçambique om eigen ontworpen en Portugese overdrukte postzegels uit te geven. Tot 1942 zijn er in totaal zo’n 280 zegels verschenen en bijna allemaal met prachtige voorstellingen van de lokale flora en fauna van het land. Ook de Companhia do Niassa in noord-Moçambique kreeg dit recht van 1892-1925 en dit vormt een soortgelijk apart verzamelgebied met bijna 150 zegels die net zo fraai zijn. Bijna alle Portugese gebieden waar postzegels werden uitgegeven lagen in Afrika of in Azie (India, Goa, etc) maar ook Açores en Madeira horen erbij. Het postverkeer tussen de koloniën en het moederland en die binnen Portugal vormen een interessant verzamelgebied voor geïnteresseerden in posthistorische geschiedenis waarbij de bestudering van de route, het tarief en de stempels boeiend is. In de moderne Portugese filatelie vindt men ook etiketten en automaatstroken met variabele waarden en veel verschillende afbeeldingen die in een motiefverzameling passen. Voetbal, schepen, medische onderwerpen en dieren zijn hier ondermeer op afgebeeld. Maar in aantal zijn deze beperkt. Dat geldt ook voor vignetten voor het goede doel en als reclame voor tourisme of Portugese producten en religieuze voorstellingen, tenminste als je het aantal vergelijkt met Spanje. Tenslotte vormt de fiscale filatelie een aardige specialisatie. Ook hier kende men zegels voor de meest uiteenlopende belastingen, accijnzen en andere heffingen, al of niet als oorlogstoeslag. Zowel in Portugal als in de koloniën werden deze zegels gebruikt, ook in het zakelijke verkeer zoals op wissels in het betalingsverkeer. In bovenstaand artikel hebben wij in grote lijnen de belangrijkste aandachtspunten en bijzonderheden van de Spaanse en de Portugese filatelie genoemd. In de vereniging KSP is over deze gebieden uitgebreide kennis aanwezig en wordt u met raad en daad terzijde gestaan als u zich hierin wilt gaan specialiseren. Wilt u meer informatie over de vereniging, het tijdschrift ‘Iberia’ of over de bijeenkomsten en veilingen dan kunt u kontakt opnemen met de heer Henk Veen op tel.nr. 079-361.1910 of via ksp-iberia@ planet.nl of kijken op onze website www.ksp-iberia.nl.

Verzamelt u Spanje of Portugal? KSP is uw bron van kennis en komt vier keer per jaar bijeen in Utrecht. De contributie bedraagt € 25,- per jaar en u ontvangt vier keer ons blad ‘Iberia’ en vijf keer een veilinglijst. Gratis comsumpties voor leden. Info: de heer H. Veen, telefoon (079) 361 19 10 of via ksp-iberia@planet.nl Word lid!


38

FILAKRANT 2013

cata catawiki.nl Wekelijkse postzegel- en muntenveiling! •

Online bieden vanaf vrijdag

Kavels lopen op dinsdag af vanaf 20:00 uur

Aanbod van professionele en particuliere aanbieders

Alle 70.000 Catawiki-verzamelaars berichten we over de veiling

catawiki.nl/pmveiling Zelf verkopen op de veiling? Kijk op catawiki.nl/pmveiling/verkopen

's Werelds grootste catalogus & marktplaats voor verzamelaars Advertentie A4:Opmaak 4-kl. (150)

14-09-2012

09:31

Pagina 1

Brabantse

BP V

Postzegel- en

Muntenveiling

Wij houden voor u 4 openbare en 12 online veilingen per jaar met hierin opgenomen, diverse betere en zeer goede nummers Nederland, O.R. en buitenland. Tevens hebben we steeds een ruime sortering in goede verzamelingen Nederland, O.R., Buitenland en rest partijen in dozen en kisten enz. VEILINGHOUDER J.A.M. Kokx Kerver 10, 5521 DB Eersel Tel : 0497-512057 Fax : 0497-516605 E-mail : info@brabantsepostzegelveiling.nl

www.brabantsepostzegelveiling.nl


FILAKRANT 2013

39

Fouten op Duitse postzegels Wie verwacht dat Duitsland in zijn Gründlichkeit nooit een vergissing op postzegels heeft begaan, komt bedrogen uit. Er zijn wel wat voorbeelden te geven van Duitse postzegels die een fout in de afbeelding of tekst hebben. De lijst van dergelijke Fehler kan lang of kort zijn, al naar gelang je muggenzifter of een normale kritische beschouwer bent. Laten we maar eens beginnen in de DDR. De nummers tussen haakjes verwijzen naar het nummer in de Michelcatalogus.

Eigennamen op postzegels komen er niet al tijd zonder kleerscheuren van af. Zo wordt onze Rembrandt in 1955 voorgesteld als Harmensz Rembrandt van Ryn (507). Twee jaar later heet hij gelukkig weer zoals wij hem ook kennen: Rembrandt Harmensz van Rijn, en nu dus ook met een lange ij (590).

De grootste blunder van de DDR op postzegelgebied wordt natuurlijk gevonden bij de twee Schumann-zegels uit 1956 ter gelegenheid van zijn honderdste sterfdag. De partituur op de achtergrond is echter van de hand van Schubert. De autoriteiten hebben zich zo diep geschaamd dat er een verbeterde versie uitgegeven is. De foute zegels (528-529) verschenen op 20 juli – bekende datum in Duitsland – en werden reeds op 23 juli uit de verkoop genomen maar toen was het kwaad al geschied. Ze zijn echter niet zeldzaam geworden want naderhand waren ze voor verzamelaars gewoon verkrijgbaar.

Op 8 oktober kwam de rectificatie met twee soortgelijke zegels (541-542). Dit is een van de zeldzame gevallen dat de PTT een gemaakte fout hersteld heeft door een nieuwe uitgifte.

Een jaar na zijn dood werd er in 1956 een zegel uitgegeven ter ere van Thomas Mann (534). Zijn hoofd is echter van links naar rechts verschoven. Het is de ontwerper ontgaan dat zijn tekening in spiegelbeeld wordt overgebracht op de drukplaat. Thomas Mann had zijn scheiding links, dus op de zegel van de kijker uit gezien rechts. Toen Mann dit ontdekte, heeft hij zich waarschijnlijk in zijn graf omgedraaid. Ter vergelijking wordt ook de West-Duitse zegel (237) afgebeeld die de scheiding wel goed weergeeft.

Voor de Dag van het Kind werd in 1964 een serie van vijf zegels (1025-1029) uitgegeven waarop figuren voorkomen uit tvuitzendingen voor kinderen. Op alle zegels is een dak afgebeeld; daarop staat echter geen tvantenne maar een omgekeerde UKW-antenne, een technisch hoogstandje dus.

In 1965 verscheen er een lawaaierige serie van negen zegels ter gelegenheid van twintig jaar bevrijding van het fascisme. Op de 20+10 Pf (1105) wordt een betoging gehouden voor de vrijlating van Ernst Thälmann; op een Spaans spandoek staat de tekst ‘Libertad pro Thälmann’. Het voorzetsel pro moet echter para zijn.

Op de zegels die de Deutsche Bundespost sinds 1949 heeft uitgegeven, komen ook wel fouten voor, zij het in mindere mate dan in de DDR. Dat is ook wel te verklaren, want in OostDuitsland waren er op 2 oktober 1990 – de laatste dag dat er zegels uitkwamen in de DDR - in totaal 3365 verschenen, terwijl de teller op dat moment bij de Bundespost op 1476 stond, dus veel minder dan de helft.

Toen Radio DDR in 1970 vijfentwintig jaar bestond, verschenen er twee zegels aan elkaar waarbij de linker (1573) o.a. de kortegolfantenne van Radio Berlin International toonde. Om die internationale sfeer te onderstrepen kwam het zetduiveltje met het woord INTERNATIAONAL te voorschijn en dat woord stond – heel consequent - ook op de eerstedagenvelop gedrukt.

Bij de Deutsche Bundespost ging er iets mis met de Wohlfahrtsmarke van 1955 waarop Florence Nightingale staat afgebeeld; ze heet daar echter geheel ten onrechte Florentine (225).

Een ander voorbeeld van verwisseling van links en rechts is te vinden op de zegels van

En wat te denken van de hübsche druivenplukster die staat afgebeeld op de Wohlfahrtsmarke van 1958 (299)? Ze kan beter lachen dan plukken, want druiven worden niet met de hand geplukt maar moeten met een schaar worden afgeknipt. De toenmalige minister van Posterijen heeft een stevige reprimande van

KWANZAA Op 14 oktober 2001 gaf de US Postal Service een kleurrijke postzegel uit met als onderwerp ‘KWANZAA’. Ik vermoed dat er onder ons weinigen dit woord kennen en weten wat het inhoudt. Dus maar eens gaan opzoeken. Kwanzaa is een feest van het leven gebaseerd op Afrikaanse cultuur. Het wordt gevierd door Amerikanen van Afrikaanse afkomst tussen 26 december en 1 januari, en duurt dus een volle week. Kwanzaa werd in 1966 bedacht door Dr. Maulana Karenga (Ron Everett), een professor aan de faculteit Black Studies aan de universiteit van Californië. Karenga is auteur en activist die strijdt voor het behoud van Afrikaanse rituelen in de Amerikaanse cultuur. Kwanzaa is geen religieuze viering, maar een culturele, gebaseerd op elementen uit oogstfeesten die zowel in Afrika als in de rest van de wereld worden gevierd. Elk van de zeven dagen symboliseert een van de Zeven Principes (Nguzu Saba) van zwart-zijn: Umoja (Eenheid); Kujichagulia (Zelfbeschikking); Ujima (Collectief werken en verantwoordelijkheid); Ujamaa (Coöperatieve economie); Nia (Doel); Kuumba (Creativiteit) en Imani (Vertrouwen). De naam Kwanzaa is afgeleid van het Swahili “matunda ya kwanza”, hetgeen “eerste vruchten” betekent. De extra “a” werd toegevoegd zodat het woord uit zeven letters zou bestaan, één voor elk van de zeven principes. De felle kleuren zijn de kleuren van de Kwanzaa vlag: groen voor groei, rood voor het bloed en zwart voor het Afrikaanse volk. Dezelfde kleuren worden herhaald in de kaarsen die worden aangestoken elke avond van het feest. Dit is de vierde postzegel met dit ontwerp uitgegeven door de US Postal Service voor de viering van Kwanzaa. De eerste postzegel werd uitgegeven in 1997. Andere ontwerpen volgden in 2004 en 2009. Johan Caers, A.I.J.P. Bron: USPS en Wikipedia

Rheinland-Pfalz (14, 28 en 41) dat toen in de Franse bezettingszone lag. Op de zegel vaart een sleepboot aan de linkerkant van de midden in de rivier liggende palts stroomopwaarts de Rijn bij Kaub op, maar ook op de Rijn houdt de scheepvaart rechts. De fout zou nog te verdedigen zijn geweest als Rheinland-Pfalz in de Britse zone had gelegen. Deze zegel is het eerste voorbeeld van een spook-schipper… De fout is een gevolg van het feit dat de tekening in spiegelbeeld op de drukplaat wordt overgebracht en daar had de tekenaar niet aan gedacht bij zijn ontwerp.

Bondspresident Theodor Heuss gekregen voor deze stommiteit.

Als je in 1965 met de bus ging die op nummer 470 staat, moest je erop bedacht zijn dat je bij het uitstappen midden op de rijbaan terechtkwam want de deuren zaten aan de verkeerde kant.

Bij het Deutsches Reich is de lijst van fouten op postzegels zeer klein. Ik kan er maar een noemen en dat betreft zegel 556 waarop een handelaar zit te telefoneren terwijl er geen snoer aan de hoorn zit. Een draadloze verbinding avant la lettre maar in 1934 toch echt wel een fout in het ontwerp. En waar is trouwens zijn rechter revers (voor de kijker links) gebleven?

Ik nodig de lezers uit om ook eens op zoek te gaan naar fouten op zegels uit uw verzamelgebied. Thom van Rossum


FILAKRANT 2013

openbare postzegelveilingen Sinds 1986 houdt Veilingen Van Osselaer, tweemaal per jaar, een internationale postzegelveiling, met steeds meer dan 1.000 loten. Gespecialiseerd in België en andere Europese landen, kolonies, volledige verzamelingen, wonderdozen, enz. De veilingen in 2013 zijn voorzien op 4 mei en 14 december. Indien u wenst in te leveren, breng tijdig uw materiaal binnen ! !!! Er wordt geen kavelgeld aangerekend en slechts 18% commissie !!! Breng zeker eens een bezoek aan de gemoedelijkste veiling van België. Raadpleeg tevens de beursagenda op onze website en schrijf u in voor onze elektronische nieuwsbrief .

Veilingen Van Osselaer sales catalogue – online – catalogue de vente www.vanosselaer.com - info@vanosselaer.com Koolsveldlaan 39A – 2110 WIJNEGEM (BELGIUM) 0032 (0)3 354 48 88 – fax 0032 (0)3 303 63 96

POSTZEGELVEILING

’LEOPARDI’ VEILINGAGENDA 2013 Nu ook op internet: www.Leopardi.nl

40

POSTBUS 176 7440 AD NIJVERDAL KANTOORADRES: RIJSSENSESTRAAT 203B 7441 AD NIJVERDAL TELEFOON 0548-655855 FAX nr. 0548-655088 EMAIL info@leopardi.nl

in onze EIGEN VEILINGZAAL, Rijssensestraat 203B te Nijverdal.

• Veiling 183 • Veiling 184 • Veiling 185 • Veiling 186 • Veiling 187 • Veiling 188

19 16 11 6 21 16

januari maart mei juli september november

Vraag de GRATIS CATALOGUS! Tevens renteloze voorschotten op grotere kollekties. W.V. Leopardi, filatelistisch makelaar en beëdigd taxateur.


FILAKRANT 2013

41

Het stiefkindje van onze hobby:

de zogenaamde “Hell Bank Notes” of:

de jacht naar de biljetten “met mijn naam”... Jos F.M.Eijsermans, juli 2003 Ingekort en aangepast november 2012

Ze worden door slechts weinigen van ons papiergeldverzamelaars gewaardeerd en verzameld, deze “bankbiljetten voor de hel”. Eigenlijk ten onrechte als je het mij vraagt. “Onbekend maakt onbemind” zegt een oud Nederlands spreekwoord ... . Want te verzamelen zijn ze, want ze worden vaak genoeg aangeboden. Dat is het probleem niet. Ze zijn zeker niet duur en ze zijn vooral interessant! Maar ook weer niet altijd even mooi, dat moet erbij gezegd worden.. alhoewel... “Beauty is in the eye of the beholder...” “Wat zijn dat nou?” Er is mij al heel vaak gevraagd “Is dit geld écht?”. Ja, écht is het zeker, maar op een heel andere manier! Want men kan er beslist niet mee betalen bij de “bakker op de hoek” of om meer in de oriëntaalse sfeer te blijven “bij de toko op de pasar” of elders. Zelfs niet in het oorsprongs-gebied, grote delen van China en in vrijwel alle landen die deel uitmaken van Zuid-Oost-Azië... ! Deze vorm van “geld” is feitelijk niet veel anders dan een middel om (symbolisch weliswaar!) geld mee te geven óf na te sturen aan de voorouders, zodat deze zich met dit “geld” een plek kunnen verwerven in de hemel (vandaar de ook wel af en toe gebruikte naam “Heavenmoney”,“Bank of Heaven”.) Of simpelweg met dit “geld” de bewakers van de hel kunnen omkopen, om er zodoende uit te blijven. Vandaar de vrijwel altijd gebruikte naam “Hell Bank Note” en “Bank of Hell”. Een andere uitleg zoals die mij werd verteld, is, dat de overleden voorouders zich met dat “geld” ook in het hemelse hiernamaals alle luxe konden veroorloven en het hun daardoor aan niets hoeft te ontbreken. Onze eigen bankbiljetten zijn toch feitelijk ook niet meer dan een papieren symbool van waarde, een middel om schulden te voldoen en leveringen betaald te krijgen. Het papier zélf heeft tenslotte geen waarde. Ik heb verscheidene keren geprobeerd te achterhalen of de geofferde “waarden’ van het geld - er zijn waarden vanaf 1 tot in de honderden biljoenen - en de afgebeelde mythologische figuren en andere decoraties nog enige

betekenis had voor de persoon die het verbrandt of voor de overledene “aan gene zijde”. Dit bleek eigenlijk niet het geval te zijn. Het gaat om het gebaar. Zo zei men tenminste. Maar waarom dan zo’n verscheidenheid...? Ik heb er zelf alleen al zo’n 1500-2000 in de collectie. Het vereist een diepgaande studie of kennis van de Chinese mythologie en gebruiken om dit allemaal te kunnen verklaren.Voor een Westerling vaak niet altijd even logisch en duidelijk. Laat staan begrijpelijk en te accepteren. Maar wel fascinerend... Vind ik wel - en toch ook wel enkele anderen met mij ... . Alleen al het gebruikte middel om dit aan de voorouders te geven, nl. door ritueel verbranden is voor ons Westerlingen wat vreemd. Zou het toch eigenlijk niet hoeven zijn. Want het gebruik om in de R.K. kerk kaarsjes aan te steken of in de Bhoedistische sfeer wierook-stokjes te verbranden is toch niet erg veel anders... Dit verbranden gebeurt dan ook voornamelijk tijdens de Chinese feestmaand “Festival of the Hungry Ghost”, tijdens het Chinese Nieuwjaar maar ook tijdens begrafenissen. Tijdens mijn laatste bezoek aan Singapore - nu al weer een paar jaar geleden - was het “Festival of the Hungry Ghost” in volle gang. Overal huistempeltjes in deuropeningen van woningen en winkels. Natuurlijk ook in de indrukwekkend mooie tempels zelf... In de woonwijken moesten we zig-zaggend over de paden en trottoirs lopen; tussen de brandende of smeulende hopen offergaven met doorgaans nogal wat geblakerde resten van Hell Bank Notes. Soms ook nog niet verbrande exemplaren. inclusief types die ik nog niet had in mijn collectie! Maar ik heb ze desondanks toch maar niet opgeraapt. Dat hoort niet, want deze behoren de Goden toe. Dat wilde ik toch wel respecteren. Zeker ook als de “stoker” in de buurt was ... . Oorspronkelijk is dit gebruik een tiental eeuwen geleden ontstaan in het oude China als papieren vervanging, imitaties, van munten. Om als offergave te dienen in plaats van de echte. “De Goden kennen het verschil toch niet...” zal men gedacht hebben. Ik heb ooit ergens gelezen dat een van de vele Chinese keizers het niet economisch verantwoord vond om vele generaties lang bij iedere begrafenis weer muntgeld mee te begraven en gaf opdracht tot deze oplossing. Voor zover mij bekend in landen zoals V.R.China (alhoewel het daar lange tijd verboden was na de Chinese Revolutie) maar ook Taiwan en HongKong, Macao, VietNam, Laos, Thailand, Indonesië, Maleisië en Singapore. Maar dus ook overal ter wereld dáár waar Chinezen wonen. U kunt ze vinden in China Town’s, chinese wijken in grote steden, over de hele wereld en niet zelden kunt u deze ook kopen in diverse aziatische toko’s, zelfs hier in Nederland! Vraag er maar naar. Ze zullen u vreemd aankijken - dat weet ik uit eigen ervaring - maar u zult zien dat het zo is. Zij begrijpen niet waarom je die zou willen kopen/hebben als je niet van plan bent deze te verbranden. Verzamelen? Dat is voor hen totaal onbegrijpelijk. Voor velen is het ook nog eens een taboe om deze in huis te hebben tenzij ze verbrand gaan worden! PAS OP: Neem er dan

ook nooit eentje mee naar de “Chinees om de hoek” om je te laten voorlezen wat er op staat. Afgezien van het feit dat lang niet meer alle in Nederland wonende en werkende Chinezen de Chinese karakters kunnen lezen (spreken doorgaans wel...) is het voor hen ook vaak heel onaangenaam om met dit “geld” voor de doden - dat voor hen toch een bijzondere betekenis heeft - geconfronteert te worden. Vaak is het wel de “nieuwe kok uit HongKong” in de keuken die het misschien wel kan, Chinees lezen. Meestal ook niet, want het vereist een hoge opleiding om alle Chinese karakters te kunnen lezen.. Dan komt zo’n biljetje terug met vingerafdrukken van babi-pangangsaus of zo. Ik heb één keer die fout gemaakt... Járen geleden. Pas sinds de jaren 30 van de 20e eeuw kennen we deze vorm van Hell Bank Notes: Imitaties van in omloop zijnde bankbiljetten. Omdat deze imitaties allemaal bedoeld waren om te verbranden en men er van uit mag gaan dat er slechts weinige dit lot niet hebben hoeven ondergaan zijn deze “oudjes” nu zeer zeldzaam. Zowel “munten” als ook “biljetten”. Dat is nu wel anders... de moderne zijn zeker niet zeldzaam. Pas in de beginjaren van het papiergeldverzamelen op grotere schaal - 196070 - werden er kleine hoeveelheden “gered” voor ons verzamelaars. Tot nu toe. Want verzameld worden ze wel degelijk. Er zijn zelfs gespecialiseerde clubs van! Zo rond 1970 was ook de periode waar ik voor het eerst in aanraking kwam met collega verzamelaars en de eerste handelaren. Zo ook een Duitse handelaar - toen nog verzamelaar - met wie ik nu nog altijd een goed kontakt heb. Hij reisde toen al naar Thailand en zodoende kreeg ik via hem mijn eerste in Thailand gedrukte Hell Bank Notes. Te onderscheiden omdat zij de “waardes” in Thaise cijfers vermelden. Sindsdien probeer ik elk nieuw type Hell Bank Note dat ik vind aan mijn collectie toe te voegen. Vooropgesteld dat de prijs nog “leuk” is. Sommige handelaren vragen soms idiote prijzen voor ze. Is dat onkunde van hen zelf of misbruik maken van de onkunde van de verzamelaar? Vanaf ca. €0,50 voor de kleine tot wat grotere exemplaren is vrij normaal.Voor de grote tot hele grote, vaak kwetsbare exemplaren ca. €2-4 per stuk. Dat geldt alleen voor moderne. Ik heb vorig jaar voor enkele exemplaren uit de begintijd - jaren 30 - ca. €25 per stuk betaald. Op de biljetten staat vrijwel altijd hetzelfde portret afgebeeld. Daarom “lijken ze allemaal op elkaar” wat natuurlijk niet waar is... Daarnaast kan men een of meerdere van een hele reeks mythologische dieren, leeuw, pauw, paard e.d. in “draakvorm” op deze biljetten aantreffen naast natuurlijk de bekende vuurspuwende Chinese Draak zelf. Verder nog personages uit de Chinese mythologie, veel potten met gouden munten en goudbaren, fruit en bloemen, weldoorvoede kindertjes e.d. Allemaal als symbolen van bescherming, voorspoed en geluk e.d. Dingen die men de “ontvanger” toewenst. Op de achterkant is vaak niet meer dan een afbeelding van een of meer tempels afgedrukt. Ze bestaan in afmetingen die variëren van de grootte van een €5 biljet en zelden kleiner tot enorme lappen van meer dan 50cm lang... Niet bepaald gemakkelijk in een album te doen! Dat is dan altijd een probleem voor ons verzamelaars. En dit weerhoudt ook verzamelaars ervan deze te verzamelen, heb ik vaker gehoord. Hier kan alleen een album zoals dit verzamelaars van oude aandelen gebruiken uitkomst bieden. De meeste biljetten passen wél in een A4 formaat album. 1-2 of 3 vaks is OK. Vrijwel alle Hell Bank Notes die men in heel Z-O-Azië en de rest van de wereld vindt zijn gedrukt in V.R.China. Deze drukken de Hell Bank Notes voor dermate concurrerende prijzen, daar kan geen drukker tegenop. Op slechts weinigen is een naam van de drukker te vinden. Deze dan doorgaans met adressen in HongKong. Oude uitgaven zijn vaak heel simpel gemaakt en doorgaans op slecht papier.Tegenwoordig zijn ze meerkleurig en vaak op goed papier, alhoewel er nogal wat uitzonderingen zijn. De types die we kennen uit de 60-er en 70-er jaren zijn dan ook heel eenvoudig en eerlijk gezegd wel interessant maar gewoonweg saai in ontwerp. Doorgaans maar 2-kleurig. Altijd rood, de Chinese gelukskleur, en daarnaast, grijs, blauw of zwart of zo. Altijd klein van formaat. Maar hier al vaak gigantisch hoge waardes. De achterkant is altijd - op een enkele uitzondering na - éénkleurig en heel simpel gehouden. Ook nu nog!


42

FILAKRANT 2013

De laatste jaren worden deze steeds fantasierijker, mooier in ontwerp, meerkleurig maar vaak ook groter en met enorm hoge en vreemde waarden. In de miljoenen en miljarden. Vaak met het geluksgetal “8”. De bijgelovigheid wat getallen aangaat neemt soms bizarre vormen aan. Het zijn ook leuke biljetten voor thematische verzamelaars van papiergeld. Dieren, maar vnl. mythologische dan, maar wel vaak schepen en veel bloemen. ik heb er zelfs een met een vliegtuig. De overbekende Amerikaanse Dollar is vaak inspiratie-bron voor het ontwerp van deze biljetten. Inmiddels is ook de Euro vaak terug te vinden op deze biljetten. Ieder jaar komen er nieuwe Hell Bank Notes bij. Er is er zelfs een met een afbeelding (in “bleeblegeips” = spiegelbeeld) van het eiland in de Seine (Parijs) waarop de bekende Notre Dame staat! Maar het is voor Chinezen daar blijkbaar net zo moeilijk om onze teksten te lezen als voor ons het Chinees schrift. Dit kan leiden tot nogal wat komische verschrijvingen tot aan verkeerde waardes toe. Verschil tussen waardes in tekst en en cijfers bijv. Hell Bank Notes Ze worden nooit los verkocht! Altijd in bundels van enkele tientallen tot 100 stuks. Met papieren banderollen. Geplakt, waardoor je vaak de bovenste en de onderste kunt weggooien...Wat echter niet altijd wil zeggen dat alle “biljetten” “biljetten” of goede “biljetten” zijn. Ik heb al eens bundels gekocht die alleen enkele bedrukte Hell Bank Notes boven en onder hadden en de rest was blanco papier.. Ook is de druk enorm slordig. Misdrukken en versnijdingen te over. Dus bij elke bundel veel “afval”. Natuurlijk worden deze “biljetten” net als echt geld gedrukt op vellen. Die daarna versneden worden... Onlangs kon ik via dat oude kontakt in Duitsland complete vellen van een type biljet krijgen... Best apart.

Postzegel - Partijenhandel Van Vliet Molencatenlaan 16 B 7339 LM Apeldoorn (ugchelen) Tel: 055-54161808 Mail: info@pzh-vanvliet.nl Openingstijden winkel: woensdag t/m zaterdag 11.00 – 17.00 uur. Al ruim 20 jaar zijn we gespecialiseerd in het verkopen van verzamelingen en partijen postzegels. Onze succesformule is gebaseerd op het verkopen zoals het binnenkomt. Er worden dus nooit betere zegels en/of series uitgehaald of los verkocht. Onze prijsstelling is uiterst gunstig te noemen en komt meestal overeen met veilinginzetprijzen. Ook kunt u bij ons terecht voor een abonnement van landen, motieven en uiteraard voor alle benodigdheden op postzegelgebied. Wij nodigen u van harte uit om eens een kijkje te komen nemen in onze gezellige winkel. Zoals gewoonlijk staat de koffie altijd klaar.

Wij zijn doorlopend op zoek naar nette collecties en/of partijen. Als u iets aan te bieden hebt kunt u altijd even langskomen of bellen voor een afspraak. Taxaties aan huis zijn ook mogelijk.

De laatste paar jaren heeft er een verandering plaatsgevonden en zijn de waarden van dit “geld” - dan wel gedrukt in Singapore of Maleisië - weer vergelijkbaar aan de in omloop zijnde échte bankbiljetten. Compleet met geïmiteerde “echtheidskenmerken” zoals “watermerk”, “veiligheidsdraad” en speciale serienummering. In tegenstelling to vroegere tijden zijn er nu dus ook weer waarden van 1-2-5-10 e.d. tot 10.000. (Een coupure normaal voor Singapore) Ze verschijnen nu ook - net als echte bankbiljetten - als complete series... Vaak is ook de gelijkenis van de biljetten zeer duidelijk te zien. Ik heb echter ook een deel van serie die geënt is op de inmiddels vorige serie van V.R.China. Dit “geld” is maar een klein onderdeeltje van een gebruik om allerlei gebruiksvoorwerpen naar de voorouders te sturen door middel van ceremoniële verbranding. Dit variëert van auto’s in originele grootte (!) tot complete huisinrichtingen, computers (!) kleding zoals overhemden en schoeisel, sigaretten, thermoskannen, handy’s, blikjes bier, cheques, creditcards, paspoorten, vliegtickets (je wil in de hemel nog wel ergens anders heen vliegen, of niet soms??) en nog veel meer. Allemaal nagemaakt van papier, karton en soms zelfs bamboestokjes. Daar zit een hele “bedrijfstak” achter... Al deze artikelen worden verkocht in zgn. Joss Paper winkeltjes, offer-papier winkeltjes dus... vaak in de buurt van tempels. (Dus een beetje “mijn” winkeltjes..) Geld met “mijn naam erop” moet ik toch verzamelen... (:-) Text op een biljetje : “Joss Paper On Tai Lung made in Shen Zhen China”. Die wierookstokjes heten overigens Joss-sticks. Misschien dat na het lezen van dit artikel enig interesse is gewekt? Dan heb ik dit niet voor niets geschreven.... Jos F.M. Eijsermans, 0049-2821-7116668 JE


FILAKRANT 2013

43

Certificaten en betrouwbare kwaliteit Gevorderde verzamelaars stellen zich vroeg of laat allemaal dezelfde vraag: “ Als ik behoorlijke bedragen ga investeren in de duurdere postzegels voor mijn collectie, hoe weet ik dan dat de kwaliteit die ik koop ook goed is?” In de postzegelwereld zijn er een aantal zaken waar een verzamelaar dan een keus in kan maken. Allereerst is er het vertrouwen in de postzegelhandelaar als persoon en de manier waarop deze omgaat met klachten en/ of reacties van de verzamelaar: postzegels kopen blijft allereerst een vertrouwenszaak, en daarom is het van belang een bedrijf te zoeken dat voldoet aan uw wensen omtrent bereikbaarheid, aanspreekbaarheid, service en garantie. Daarnaast is het raadzaam, en ik zou zeggen zeer gebruikelijk, dat duurdere en/of zeldzame zegels (wat niet hetzelfde hoeft te

Een bijzonder duo Belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis laten op vele terreinen hun sporen na. Bijgaand het verhaal van twee poststukken die een inkijkje geven in een spannend moment in de Nederlandse geschiedenis: het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Op 30 april 1940 schreef mw. Visser in Nederlands Indië een briefkaart aan haar zoon in Nederland. De tekst gaat over een toespraak van prinses Juliana voor het Rode Kruis die via de radio is uitgezonden. Terloops vraagt ze over de mannenstem die de aankondiging deed “was jij dat?” en schrijft ze over familieaangelegenheden en het politieke leven in Indië. De briefkaart wordt op 1 mei 1940 door het postkantoor te Buitenzorg verwerkt en wordt per luchtpost op donderdag 2 mei per KLM luchtpost met de Emoe (PH-ARE) van Batavia naar Napels vervoerd. Op 7 mei arriveert de post in Napels en wordt verder per trein via Duitsland naar Nederland vervoerd. De briefkaart gaat via de Duitse censuur en krijgt een

rood stempel Geprüft. Vanwege de Duitse inval in Nederland op 10 mei blijft de briefkaart onbesteld liggen en wordt pas op 5 augustus in Den Haag bezorgd en doorgestuurd naar het nieuwe adres van de heer Visser in Arnhem. Terwijl de briefkaart van zijn moeder een moeilijke reis doormaakt, schrijft de heer Visser in Den Haag op 7 mei 1940 een briefkaart aan haar in Buitenzorg. De tekst gaat over de angst in het land en de militaire verloven die zijn ingetrokken … (“niemand weet waarvoor, misschien maar goed ook”). Hij refereert nog even aan de radiouitzending: “en heb je nu op 29/4 vóór en nà Prinses Juliana nog mijn stem gehoord ... ?”. De briefkaart wordt op 8 mei 1940 voor-zien van een stempel “Vacantie in Vredig

Vaderland” - ’s Gravenhage, maar blijkbaar te laat behandeld om nog voor de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 het land uit te komen. De briefkaart is voorzien van een stempel RETOUR AFZ/ VERBINDING/VERBROKEN in violet en bij de heer Visser terug bezorgd. De familieVisser heeft dus moeten wachten voordat ze bericht van elkaar kregen. De briefkaarten markeren op een interessante wijze het begin van de 2e wereldoorlog voor Nederland. Qua tekst op de kaarten, waarin de spanning al voelbaar wordt, maar vooral posthistorisch: de postverbindingen die stil is komen te liggen door het uitbreken van de oorlogshandelingen. Bert Brinkman Geraadpleegde literatuur: Hans E.. Aitink; Luchtpost onder invloed van oorlogsomstandigheden (Po&Po 2010)

Muiderwaard 410 1824 XT Alkmaar Tel. 072-5614153 email: info@de-hollandse.nl

Veilingdata voor 2013: • 13 april • 7 september • 14 december Kijkdagen in Den Haag en Alkmaar Gratis catalogus op aanvraag Bezoek ons op Internet: www.de-hollandse.nl Veilingen en taxaties van: postzegels, munten, ansichtkaarten en andere verzamelgebieden.

zijn), met een certificaat worden verkocht van een onafhankelijk expert, dus niet een zelfgemaakt certificaat van de betreffende handelaar zelf. Onafhankelijk betekent dat de betreffende expert niet degene is die het zegel verkoopt, maar objectief zijn mening geeft over het zegel/ de zegels op dat moment. De belangrijkste onafhankelijke experts voor Nederland en Overzeese Gebiedsdelen op dit moment zijn: de keuringscommissie van de NVPH (met vijf onafhankelijke, roulerende keurmeesters), Henk Vleeming (BPP Keurmeester) en de NKD (Cees Muis, Bas Bulterman en Rene Dreskens). Daarnaast zijn er nog enkele anderen die eveneens onafhankelijke certificaten kunnen uitschrijven, meestal oud veilinghouders die hun expertise ter beschikking stellen aan verzamelaars. Ook de Nederlandse Bond heeft keurmeesters die certificaten

verstrekken aan verzamelaars. Daarnaast zijn er ook certificaten in omloop van oudere keurmeesters, welke niet meer handelen of inmiddels overleden zijn. Ook een dergelijk certificaat kan een goede waarborg zijn, zij het dat ze vaak oud(er) zijn. Voorbeelden hiervan zijn Koopman en Louis, die zeer gerenommeerde keurmeesters voor N.O.R. zijn/waren. Voor buitenlandse postzegels zijn er voor ieder gebied even-als voor Nederland en Overzeese gebiedsdelen, afzonderlijke experts aan te wijzen, op een vergelijkbare manier. Uw postzegelhandelaar kan u ook daar het een en ander over vertellen. Wanneer u nog vragen heeft omtrent deze materie, schroom niet om ons te bellen, mailen of aan te schieten op een beurs. Jean Aelmans Dutchstamp 2000 BV


44

FILAKRANT 2013

UNESCO Wereld Erfgoed Geodetische boog van Struve De Geodetische boog van Struve strekt zich uit van Fuglenes (Hammerfest) in Noorwegen tot in StaroNekrasovska in Oekraïne aan de Zwarte Zee. De boog beslaat een lengte van 2820 kilometer. Door middel van de meetpunten, driehoeken op de boog, kan nauwkeurig de grootte en de vorm van de aarde worden berekend door middel van driehoeksmeting. De boog is genoemd naar de astronoom Friedrich Georg Wilhelm von Struve (1793-1864). In zijn opdracht werden tussen 1816 en 1855 niet minder dan 258 driehoeken en 265 vaste punten geïnstalleerd op de boog. Deze punten kunnen op verschillende wijze zijn gemaakt, zoals gaten in rotsen, ijzeren kruisen, stenen en obelisken die de punten aangeven. Ten minste twee punten liggen in gebouwen: het Observatorium van Tartu in Estland en de kerk van Alatornio in Finland. De term ‘geodetisch’ verwijst naar het wiskundige begrip ‘geodeet’ dat de kortste verbinding tussen punten aanduidt, en naar ‘geodesie’, de wetenschap die onder andere de vorm van de aarde bestudeert.

De Geodetische boog van Struve loopt door de volgende landen: Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland, Estland, Letland, Litouwen, Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië. Ten tijde van aanleg waren dit slechts twee landen: Zweden-Noorwegen en het Russische keizerrijk. De boog van Struve is naast zijn uitzonderlijke belang voor de geodesie ook een vroeg voorbeeld van de internationale wetenschappelijke samenwerking tussen wetenschappers uit verschillende landen en tussen verschillende staatshoofden. De punten die deel uitmaken van het Cultureel Erfgoed, zijn geselecteerd op basis van hun belang. Ze zijn gelijkmatig verdeeld over de gehele boog en vertegenwoordigen alle betrokken landen. De plaatsen komen overeen met de originele gebruikte plaatsen en zijn slechts in geringe mate kwetsbaar, zodat ze door de lokale instellingen op een eenvoudige manier onderhouden kunnen worden. In 2005 zijn 34 punten van de Geodetische boog van Struve op de Werelderfgoed lijst van UNESCO geplaatst. De geklasseerde punten zijn: Fuglenes, Lille-Reipas, Lodiken en Baelljasvarri in Noorwegen, Tynnyrilaki, Jupukka, Pullinki en Perävaar in Zweden, Stuor-Oivi, Aavasaksa, Kirche von Alatornio, Oravivuori, Tornikallio en Mustaviiri in Finland, Mäki-päälys en Gogland in Rusland, Woibifer, Katko en Tartu Observatorium in Estland, Sestu-Kalns en Jacobstadt in Letland, Karischki, Meschkanzi en Beresnäki in Litouwen, Tupischki, Lopati, Ossownitza,Tchekuzk en Leskowitschi in Wit-Rusland, Katerinowka, Felschtin, Baranowka en StaroNekrassow-ka in Oekraïne en Rudi in Modavië.

Wie was Friedrich Georg Wilhelm von Struve? Friedrich Georg Wilhelm von Struve werd geboren in Altona (tegenwoordig onderdeel van Hamburg), dat destijds deel uitmaakte van Denemarken. Struve’s familie verhuisde tijdens zijn jeugd van het door Frankrijk bezette Duitsland naar het Keizerrijk Rusland om aan de dienstplicht te ontkomen. In 1808 ging Struve studeren aan de Universiteit van Tartu in Estland.Aanvankelijk studeerde hij filologie, maar al snel stapte hij over op astronomie.Van 1813 tot 1820 gaf hij les aan de universiteit, en observeerde hij de sterren vanuit het Tartu-observatorium. In 1820 werd hij professor en directeur van het observatorium. Friedrich Georg Wilhelm Struve bleef tot 1839 in Tartu, waar hij zich vooral bezighield met de studie naar dubbelsterren en geodesie. In 1826 kreeg hij voor zijn werk op dit gebied de Gouden medaille van de Royal Astronomical Society. In 1833 werd hij verkozen tot lid van de Kungliga Vetenskapsakademien. In 1839 richtte hij het Pulkovo-observatorium in SintPetersburg op. In 1862 ging hij met pensioen daar zijn gezondheid verslechterde. Hij stierf in St. Petersburg op 23 november 1864. Hij was twee keer getrouwd en had 16 kinderen. Johan Caers, A.I.J.P.

50 Leu muntstuk van Moldavië en een 20 roebel rechthoekig muntstuk van Wit-Rusland, telkens met een landkaart en de doorgang van de Boog van Strude.


FILAKRANT 2013

Veilingagenda 2013 Datum

Door wie

19 januari 2013

Leopardi Veiling

15 & 16 februari 2013

Brabantse Postzegel- & Muntenveiling

22 & 23 februari 2013

MPO

eind februari 2013

Van Looy & Van Looy

8 maart 2013 16 maart 2013

Verklaringen van de afkortingen in de kolom ‘Soort’: P = Postzegelveiling / M = Muntenveiling Soort

Veilinglocatie

Plaats

Informatie

Rijssensestraat 203 B

Nijverdal (NL)

0548 - 655855

Kever 10

Eersel (NL)

0497 - 512057

P

Energieweg 7

IJsselstein (NL)

030 - 6063944

P

Frankrijjklei 12

Antwerpen (B)

0032 - 3 - 2322205

Postzegelveiling Friesland

P

Hidalgoweg 2a

Leeuwarden (NL)

058 - 2122096

Leopardi Veiling

P

Rijssensestraat 203 B

Nijverdal (NL)

0548 - 655855

21 t/m 23 maart 2013

De Nederlandsche Postzegel- & Muntenveiling

P

Leeuwenveldseweg 14

Weesp (NL)

0294 - 433020

12 & 13 april 2013

Van Dieten postzegelveiling

P

Bakkerstraat 22

Roermond (NL)

0475 - 563500

13 april 2013

De Hollandse Postzegel- en Muntenveiling

Wijkcentrum Wijkwaard

Alkmaar (NL)

072 - 5614153

22 t/m 24 april 2013

Rietdijk Veilingen

P

Noordeinde 41

Den Haag (NL)

070 - 3647957

eind april 2013

Van Looy & Van Looy

P

Frankrijklei 12

Antwerpen (B)

0032 - 3 - 2322205

4 mei 2013

Veilingen Van Osselaer

P

Frans Van Dijkstraat 46

Deurne (B)

0032 - 3 - 3544888

11 mei 2013

Leopardi Veiling

P

Rijssensestraat 203 B

Nijverdal (NL)

0548 - 655855

16 & 18 mei 2013

MPO

M

Energieweg 7

IJsselstein (NL)

030 - 6063944

24 & 25 mei 2013

Brabantse Postzegel- & Muntenveiling

Kever 12

Eersel (NL)

0497 - 512057

25 mei 2013

De Nederlandsche Postzegel- & Muntenveiling

M

Leeuwenveldseweg 14

Weesp (NL)

0294 - 433020

6 juni 2013

Leopardi Veiling

P

Rijssensestraat 203 B

Nijverdal (NL)

0548 - 655855

medio juni 2013

Rietdijk Veilingen

M

Noordeinde 41

Den Haag (NL)

070 - 3647957

eind juni 2013

Van Looy & Van Looy

P

Frankrijklei 12

Antwerpen (B)

0032 - 3 - 2322205

23 & 24 augustus 2013

Brabantse Postzegel- & Muntenveiling

P/M

Kever 15

Eersel (NL)

0497 - 512057

7 september 2013

De Nederlandse Postzegel- & Muntenveiling

P/M

Wijkcentrum Wijkwaard

Alkmaar (NL)

072 - 5614153

13 & 14 september 2013

MPO

P

Energieweg 7

IJsselstein (NL)

030 - 6063944

21 september 2013

Leopardi Veiling

P

Rijssensestraat 203 B

Nijverdal (NL)

0548 - 655855

eind oktober 2013

Van Looy & Van Looy

P

Frankrijklei 12

Antwerpen (B)

0032 - 3 - 2322205

P

Leeuwenveldseweg 14

Weesp (NL)

0294 - 433020

31 oktober & 2 november 2013 De Nederlandsche Postzegel- & Muntenveiling

P P/M

P/M

P/M

8 & 9 november 2013

Brabantse Postzegel- & Muntenveiling

Kever 17

Eersel (NL)

0497 - 512057

11 t/m 13 november 2013

Rietdijk Veilingen

P

Noordeinde 41

Den Haag (NL)

070 - 3647957

15 & 16 november 2013

Van Dieten postzegelveiling

P

Bakkerstraat 22

Roermond (NL)

0475 - 563500

16 november 2013

Leopardi Veiling

P

Rijssensestraat 203 B

Nijverdal (NL)

0548 - 655855

21 & 23 november 2013

MPO

M

Energieweg 7

IJsselstein (NL)

030 - 6063944

30 november 2013

De Nederlandsche Postzegel- & Muntenveiling

M

Leeuwenveldseweg 14

Weesp (NL)

0294 - 433020

14 december 2013

De Hollandse Postzegel- en Muntenveiling

Wijkcentrum Wijkwaard

Alkmaar (NL)

072 - 5614153

14 december 2013

Veilingen Van Osselaer

P

Frans Van Dijkstraat 47

Deurne (B)

0032 - 3 3544888

medio december 2013

Rietdijk Veilingen

M

Noordeinde 41

Den Haag (NL)

070 - 3647957

eind december 2013

P/M

Van Looy & Van Looy

P

Frankrijklei 12

Antwerpen (B)

0032 - 3 - 2322205

P/M

Bij een groot aantal veilinghuizen waren de veilingdatums van 2013 nog niet bekend. Onze excuses hiervoor en we hopen dat de lijst van 2014 meer vermeldingen op tijd ontvangt.

Munten& Postzegel Organisatie . . . Munten Postzegels Bankbiljetten . Ansichtkaarten Onderscheidingen

Op zoek naar dat ene missende stuk of een collectie? Ook u kunt de MPO-veilingen bezoeken! In onze rijk geïllustreerde catalogi vindt u per verzamelgebied een groot aanbod van postzegels. Hierdoor is een bezoek zowel voor de beginnende als de gevorderde verzamelaar zeer de moeite waard.

Verkoop . Taxatie . Veiling Wilt u uw verzameling laten veilen? Neem dan contact op met MPO en wij verzorgen professionele begeleiding van taxatie tot veiling.

WWW.MPO.NL

Energieweg 7 3401 MD IJsselstein TEL: 030-6063944 FAX: 030-6019895

45

MPO organiseert vier maal per jaar een grote internationale veiling voor postzegels en munten. Het platform waar kopers en verkopers van kleine en grote verzamelingen elkaar ontmoeten en waar de werkelijke marktwaarde wordt gerealiseerd.


46

FILAKRANT 2013

De Staande Helvetia Inleiding Hoe een kleine Belg tot het besluit kan komen om een ander land te verzamelen is niet altijd te doorgronden, maar soms is daar niets vreemds aan. Bij mij heeft men mij ertoe verleid om Luxemburg, Zwitserland, Vaticaan en Hongarije te verzamelen. Niet moeilijk, laat een kleurrijke verzameling zien en je bent verkocht. Zwitserland werd nadien één van mijn meest uitgebreide verzamelingen. Dubbels genoeg, doch doe ik die niet weg, want er valt altijd wel iets te ontdekken. En uiteraard doen oudere zegels het altijd goed, zeker als ze nog uit de XIXde eeuw stammen. En daar heb je ondanks alles materiaal genoeg om een gespecialiseerde verzameling rond op te bouwen: kantonnale uitgiften ... mits je kapitaalkrachtig bent, de Rayon zegels, de Strübel of Rappen zegels (vreemd toch, want zelfs nu wordt de munt ook als Rappen aangeduid, naast de Francs), de zittende Helvetia en tenslotte de Staande Helvetia. Deze laatste is het rijkst aan variaties gedurende haar lange looptijd (1882-1907) en is het meest uitgebreid behandeld in de Zumstein Spezialkatalog, de Bijbel der catalogi volgens mij. Het is rond deze zegels dat ik een eenkader verzameling heb opgebouwd, doch van meet af aan had men mij aangeraden de verzameling uit te breiden tot meerdere kaders. Het zal ervan komen, maar men moet mij tijd laten. Laten we vooralsnog deze uitgifte nader belichten.

waarden tot 15 c werden vervangen door het type kruis en waardecijfer. Temeer dat het nieuwe onderwerp nauwelijks verschilde van de voorgaande: Helvetia met lans en wapenschild. Akkoord, bij de Rappen zegels “zat” zij, “face to face”, bij de “zittende Helvetia” had zij het hoofd afgewend en bij de nieuwe was ze rechtop gaan staan, vandaar die bijnaam “Staande Helvetia”. We zullen het maar houden op “moegekeken op die zittende”. Met die cijferwaarden gaan we ons niet bezighouden, zelfs al maken ze deel uit van het geheel. Als men er de Y&T op naslaat, hebben we slechts te maken met drie reeksen, die vijf zegels met tanding 9½ zijnde een tijdelijke tandingwijziging. Mogelijk is een cliché-breuk van de matrijs de oorzaak van de nieuwe types van de 25 c en de 40c. Bij deze laatste is de graveur wel erg ver gegaan, want niet alleen zag het waardecijfer onderaan er kleiner en anders uit, hij deed hetzelfde met de twee waardecijfers bovenaan; en dat vertellen de catalogi jullie niet!

De Zumstein echter voorziet in totaal elf reeksen, die met grove tanding (9½) meegerekend. De eerste reeks telt er in totaal zes, onderverdeeld in twee groepen van drie, de volgende reeks telt er ook drie, de laatste slechts 2. Let wel “reeksen” is soms veel gezegd. Sommigen ervan omvatten slechts twee zegels! De moeilijkheid met de eerste “Y& T-reeks” is dat men zowel de tanding als het controlemerkteken moet bestuderen om de zes verschillende uitgaven te onderscheiden. Gelukkig toont de Zumstein Spezialkatalog ons de afbeeldingen van die tandingen, zodat we maar de zegel ertegen moeten plaatsen om de juiste tanding te kennen. De zijtandingen tellen helpt ook, doch is enkel 100% praktisch wanneer je de zegels met tanding 11½:11 zoekt: 13 tanden.Vind je er toch 14, kun je maar beter je tandingmeter bovenhalen.

Genesis van een zegel Wat drijft een overheid van een land ertoe om een bestaande gebruikreeks te laten vervangen door een nieuwe. In feite door twee nieuwe, want de kleine

Type 1

Type 2

The Royal British Legion Johan Caers, A.I.J.P.

Het Koninklijk Britse Legioen werd gevormd op zondag 15 mei 1921 door de samenvoeging van vier andere verenigingen: de National Association of Discharged Sailors and Soldiers; de National Federation of Discharged and Demobilized Sailors and Soldiers; Comrades of The Great War en de Officers’ Association. Het samen gaan van deze vier verschillende verenigingen kan groten-deels worden toegeschreven aan twee mannen: veldmaarschalk Earl Haig en de heer T. F. Lister van The Federation of Discharged and Demobilized Sailors and Soldiers.

In 1971 vierde het Legioen zijn 50ste verjaardag en verleende H.M. Koningin Elizabeth II het predikaat ‘Koninklijke’ in de titel. Vandaag, The Royal British Legion, behartigt het welzijn, de belangen en de herinnering aan degenen die hebben gediend en die tewerk gesteld zijn in de krijgsmacht.Het is een van de grootste Britse organisaties en wordt erkend als hoeders van de “Remembrance”, het best bekend voor de jaarlijkse “Poppy Day” die voor het eerst werd gehouden op 11 november 1921. Enkele van de bloedigste gevechten van de Eerste Wereldoorlog vonden plaats in Vlaanderen en en de franse regio Picardië. De papaver was het enige wat nog groeide in de nasleep van de complete verwoesting. McCrae, een arts die er diende met de Canadese strijdkrachten, diep geraakt door wat hij zag, schreef het beroemde ‘In Flanders’ Fields‘. Dit inspireerde Moina Bell Michael op haar beurt voor de oprichting van “de rode papaver velden van Vlaanderen” als een universeel symbool van eerbetoon aan de mannen die zijn omgekomen in de Eerste Wereldoorlog en de overlevende veteranen van die oorlog. Naar aanleiding van de 70e verjaardag van The Royal British Legion, heeft Gibraltar op 21 januari 2011 een speciale postzegel uitgifte gewijd. De uitgifte omvat acht zegels van 50 p en een velletje van £ 2.00. De zegels van 50 p werden gedrukt in velletjes van zes.


FILAKRANT 2013

Weetjes vooraf In totaal werden gedurende al die jaren twaalf verschillende postwaarden uitgegeven, waaronder drie kleurwijzigingen (wegens UPU conventies) en twee typewijzigingen. De totaaloplagen zijn ook niet mis: 20cts 124.200.000 ex; 25cts 501.900.000 ex; 30cts 48,7 mil-joen ex; 40cts 97.400.000 ex; 50cts 71.300.000 ex; 1Fr 50.500.000 ex en 3Fr 4.429.000 ex. Enkele uitschieters zijn er wel: de allereerste uitgave van de 30 cts, met tanding 11¾ moet U niet gaan zoeken, de allerlaatste uitgave van de 40 cts type II tanding 11½:11 evenmin, net als de tweede oplage van de 3 Fr, voordat het controlemerkteken zich wijzigde. Ook betwijfel ik of U de allerlaatste uitgave van de 1 Fr karmijn zult vinden met tanding 11½:11 of de voorlaatste van de 3 Fr met tanding 11½:12 ... of U zou bereid moeten zijn om minstens 10.000 euro’s neer te tellen! Mocht onverhoopt één van de weinige gekende exemplaren te koop aangeboden worden.

Ook een moeilijk te vinden stuk is een 3Fr geelbruin met het slank controlemerkteken, waarvoor de verkoper wellicht 3.000 euro zal vragen ... . De verschillende oplagen In 1882 verschijnen de eerste waarden met tanding 11¾ (14 tanden), nl de 20cts, de 25cts groen, de 40cts type I, de 50cts blauw en de 1Fr lila, met het controlemerkteken dik kruis in dubbel ovaal. Dit controlemerkteken is geen watermerk, al vervult ze wel dezelfde functie. Normaal werd ze geslagen op de gomzijde van het postzegelvel, maar er komen ook zegels voor waarbij het merkteken duidelijk aan de voorzijde werd aangebracht (variëteit). En als men er niet zachtzinnig mee omsprong, kon men een zeldzaam resultaat bekomen. Deze tanding werd gebezigd tot 1891, met een onderbreking in 1888-1889 voor een experiment met een grovere tanding (9½, volgens Zumstein eigenlijk 9¾:9¼). Blijkbaar moet het resultaat eerder negatief zijn overgekomen bij de toenmalige filatelisten, omdat heel wat hoektanden, bij het losscheuren, eraan moesten geloven. Vanaf 1891 werd overgeschakeld naar tanding 11½:11 (13 tanden), wat werd aangehouden tot 1899-1903 naargelang de waarde. In die periode werden twee nieuwe waarden uitgegeven: de 30cts vanaf 1892 en de 3Fr vanaf 1891, deze weliswaar met tanding 11¾. In de loop van eind 1893/1894 werd de tekening van het controlemerkteken gewijzigd, doch waren het vooral de cijferwaarden die ermee gedrukt werden. Pas in 1895 kwamen de hogere waarden aan de beurt, eind 1994 voor wat de 40cts betreft, eind 1900 voor wat de 3Fr betreft. Gezien het duidelijk prijsverschil van de zegels met T11½:11 tussen beide merktekens is het wel duidelijk dat men beide types uit elkaar moet onderscheiden. Soms helpt een duidelijke afstempeling, doch ook hier telt de regel van het “laattijdig gebruik”. Bij de 3Fr 13 tanden is dat onderzoek niet nodig ... anders ben je de gelukkige bezitter van een zeldzaamheid. In 1899 ondergingen twee waarden een kleurverandering, vermoedelijk opgedrongen door de internationale conventies van de U.P.U., de 25cts, die van groen naar blauw ging, en de 50cts blauw die gelijk overstak en groen werd. Eind 1902 moest ook de 1Fr lila eraan geloven en een karmijnrode kleur aannemen, doch dàt gold voor beide types tandingen, 11½:11 en 11½:12, omdat sinds eind 1900 deze nieuwe tanding voor de meeste waarden werd gebruikt (bij de 3Fr vanaf 1902, de 40cts een jaar later). De praktijk leert ons evenwel dat beide tandingen gelijktijdig werden gebruikt.

Even stak de tanding 11¾ (14 tanden) weer zijn kop op voor twee waarden: de 3Fr in 1901, een redelijk zeldzame zegel, en de 40cts in 1904 in een nieuwe tekening. Voor deze laatste is een gebroken cliché van de matrijs de enige mogelijke verklaring, anders zijn die duidelijke verschillen in de waardecijfers niet te verklaren. Daarbij kan men zich nog de vraag stellen waarom men aan de graveur geen model van de oude 40cts had gelaten, zodat hij een gelijkend werk kon afleveren.

Of heeft hij zich gebaseerd op de eerste proefdruk van dit zegeltype, welke “toevallig” de faciale van 40cts droeg? In 1905 besloot de Zwitserse posterijen dat het welletjes was geweest om steeds maar die extra drukgang te laten uitvoeren, gewoon om die ellendige controlemerktekens op de rugkant van de postzegelvellen te persen, terwijl ze meestal toch niet goed zichtbaar waren. Daarom kreeg de toenmalige drukkerij, Max Girardet in Bern, en nadien de firma Benziger & Ci!e uit Einsiedeln de opdracht om voortaan papier aan te maken waarin een watermerk zou verwerkt worden, liefst een nationaal symbool. Nu kan men wel alle kanten op, wat dat betrof, symbolen had Zwitserland genoeg: dame Helvetia; Wilhelm Tell, de Tellknabe (zoon van de vorige) en uiteraard het typische witte kruis van de nationale vlag. Men koos voor het eenvoudigste, een meervoudig kruis in een vast patroon. Ze zullen het geweten hebben, want achteraf bleek dat dit patroon in twee richtingen kon liggen. Doch omdat niemand precies kon bepalen in welke verhouding beide types tot elkaar stonden, besloot men in filateliemiddens om tot een Salomonsoordeel te komen: fifty-fifty.

Voor de rest bleef het papier nog altijd even wit ... enfin, voor die tijd toch. Van witmakers zullen ze toen nog niet gehoord hebben. Hoe ze plots weer teruggrepen naar die tanding 11½:11, ze waren toch volop in de periode 11½:12, zal altijd een mysterie blijven, vooral omdat ze twee jaar later naar die tweede tanding teruggrepen. Maar toen was het lot van de Staande Helvetia zo goed als beklonken. In die periode kreeg tanding 11¾ ook een kleine, laatste opstoot, wederom voor slechts twee waarden: de 25cts type II en de 40cts, eveneens type II. Om het tweede type van de 25cts te herkennen heb je toch wel goede ogen nodig, zeker als de zegels afgestempeld zijn. Want is het jullie nooit opgevallen dat die “rotstempels” altijd op de verkeerde plaats staan? Daar waar het onderscheid te zien is ... , of waar juist zo’n zeldzame variëteit te vinden is! Er wordt soms wat afgevloekt bij filatelisten ... .

47

Waarom het type II ontstond wordt ook niet uitgelegd, al mogen we van de veronderstelling uitgaan dat de platen tot de draad versleten waren, alsook die matrijs die nodig was voor de aanmaak van die platen. Als je er al meer dan 400.000.000 zegels mee gedrukt had, was dit wel begrijpelijk. We gaan hier niet terugkomen op die historische lessen hoe zegels worden gemaakt, iedere filatelist zou dat stilaan moeten weten! Dus was het logisch dat een nieuwe matrijs moest worden gegraveerd. Deze keer hield men zich grotendeels aan het onderwerp, wat niet wegnam dat er toch een klein verschil zou ontstaan, in de stand van die “FR” van de rechtse “FRANCO”. Of men dat meteen had gezien blijft uiteraard een open vraag, al zullen het wel de filatelisten zijn geweest die de ontdekking deden. Doordat de Zwitserse posterijen in 1907 beroep deden op de firma Benziger & Cie, reeds vernoemd, creëerden ze wellicht een nieuw type in de Staande Helvetia.Want deze firma ontving meteen van de papierfabrikant “Papierfabrik an der Sihl” uit Zürich papier dat vermengd was met zijdedraadjes, wat in principe slechts voorbehouden was voor de kleine waarden tot 15cts.

Het verschil is uiteraard moeilijk te zien, maar links heb je wit papier, rechts heb je gemengd papier. Zouden ze het trouwens gemerkt hebben? Alleszins werden de laatste zegels op dat papier gedrukt, zelfs tot 1909, terwijl er inmiddels al nieuwe gebruikszegels in omloop werden gebracht. Maar ja, de Staande Helvetia werd pas op 31 december 1924 definitief uit omloop genomen. Voor marcofielen uiteraard zeer interessant om gemengde frankeringen te zoeken met o.a. de Staande Helvetia zegels. Gezien het einde van dit zegeltype naderde, is het begrijpelijk dat de oplagen veel kleiner waren. Daarom vind men ook in die periode drie van de uitschieters van de Zwitserse filatelie. Het is uiteraard normaal dat een gebruiksduur van 25 jaar heel wat variëteiten met zich meebrengt, zeker als men weet dat deze zegels in diepdruk werden gerealiseerd. De Zumstein Spezialkatalog spendeert er 65 bladzijden aan, met honderden afbeeldingen. In mijn uitgebreide verzameling zal ik enkele van deze variëteiten belichten. Met deze doe ik een oproep om documenten te bekomen met dit zegeltype, zolang men natuurlijk geen onmogelijke prijzen vraagt (ik ben Cresus niet). Zo ken ik een Duitse postzegelhandelaar die me de zelfde prijs vraagt, in euro’s, als het document in de Zumstein gecatalogeerd staat in ZwFr! (1 euro = 1,34 ZwFr). Afkomen met “Mischfrankaturen” (gemengde frankeringen) zijn veel zeldzamer, dat pakt niet bij mij, want ze staan ook vermeld in mijn Zumstein Spezial-katalog. Aanbiedingen, liefst met foto recto-verso, tevens met opgave van mogelijke verzendkosten (altijd aangetekend) mogen me altijd, vrijblijvend, toegestuurd worden via mail naar freddy.poelmans@telenet.be Freddy Poelmans


48

FILAKRANT 2013

Meer dan 93 jaar in dienst van de verzamelaar 1919-2013

Agenda 2013:

Postzegelveiling

Grote voorjaarsveiling april 400e Jubileumveiling Grote najaarsveiling november

Noordeinde 41 2514 GC Den Haag The Netherlands Tel.: +031-(0)70-364 79 57 Fax : +031-(0)70-363 28 93

info@rietdijkveilingen.nl www.rietdijkveilingen.com

Muntveiling: Grote voorjaarsveiling juni Grote najaarsveiling december

Het prachtige aanbod omvat o.a.: Schitterend Nederland met vele topnummers, engros en een enorm aantal collecties. Tevens een zeer mooie afdeling stempels en brieven. Prima afdelingen buitenland met heel veel diverse landen inclusief betere zegels en de zeer gezochte blokken, provinciale- en koninkrijksmunten, penningen, onderscheidingen, beleggingsgoud en zilver en vele avontuurlijke partijen.

Vraag nu de veilingcatalogus aan! Het totale aanbod per veiling tussen de 2000 en 4000 kavels en is daarmee een van de grootste verzamelaarsveilingen in de Benelux.

De catalogus voor verschijnt 1 maand voor de veiling op onze website: www.rietdijkveilingen.com

Filatelie Maandblad voor postzegelverzamelaars

Abonneren kan via: www.defilatelie.nl Nieuwe abonnees krijgen nu het welkomstgeschenk Filatelie van A tot Z!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.