REFLECTIENOTA
MASTERPROEF 2013_ELINE VANOVERBERGHE
REFLECTIENOTA MASTERPROEF 2013
_ELINE VANOVERBERGHE
_LUCA SCHOOL OF ARTS
_MASTER OF SCIENCE IN DE ARCHITECTUUR
_BEGELEIDENDE DOCENTEN:
Campus Sint-Lucas Architectuur Gent
Urban Architectural Design
Erik Van Daele Bart Van Gassen
INHOUD_
_POSITIONERING 6 _INLEIDING AARHUS _ONDERZOEKSVRAGEN ONDERZOEKSVRAAG 1 ONDERZOEKSVRAAG 2 ONDERZOEKSVRAAG 3
8 12 28 46
_BRONNEN 58
POSITIONERING_
6
Elk ontwerp ontstaat uit een eigenheid van een plek. Vooraleer een architect begint aan het ontwerp moet de omgeving grondig geanalyseerd worden. ‘We voelen ons architecten met een stedenbouwkundige reflex en stedenbouwers met een architectuurreflex: de context is generator van een doorgedreven zoeken naar vanzelfsprekende en haalbare oplossingen.‘ - WIT Architecten
‘The art of urban design consists in identifying the places within the urban chaos, naming them and discovering their special features.’ - O.M. Ungers en S.Viets
Door deze analyse is het mogelijk om een gebouw te ontwerpen met respect voor de omgeving. Dit wil niet zeggen dat we die omgeving letterlijk moeten overnemen. Ieder project is een evenwichtsoefening tussen het bestaande en het nieuwe. De verschillende bestaande elementen en layers worden gebruikt om een nieuwe stedelijke structuur te ontwerpen. Aan de hand van onderzoek wordt de kwaliteit van het bestaande afgewogen en een waardering van het nieuwe vastgelegd. Naast de context is ook de mens een belangrijk uitgangspunt. Architectuur moet ruimte scheppen waarin men zich goed voelt en goed kan functioneren. ‘Architects in the past have tended to concentrate their attention on the building as a static object. I believe dynamics are more important: the dynamics of people and their interaction with spaces.’ - John Portman
We moeten proberen te begrijpen hoe mensen in elkaar zitten, hoe mensen gebouwen gebruiken, zodat de architectuur die we creëren aangepast is aan de behoeften van de gebruiker. Dit kan niet door alleen maar te focussen op de nieuwste trends en technieken, zoals te veel architecten doen. ‘Buildings should serve people, not the other way around.’ 7
INLEIDING AARHUS_ Aarhus is met 300.000 inwoners de tweede grootste stad van Denemarken en tevens de hoofdstad van het westelijk deel van het land, Jutland. De stad wordt gekenmerkt door de industriële haven die zich tussen de binnenstad en de zee in bevindt. De industriële haven bestaat uit verschillende lobben. Een aantal van deze lobben hebben verouderde infrastructuren, waardoor bedrijven wegtrokken naar de nieuwe uitbreiding van de haven. Daardoor bleven de oudere gedeeltes leeg en verwaarloosd achter. Deze gebieden vormen de basis voor het nieuwe masterplan van de stad. Het plan vormt het noordelijk deel van de haven om tot een nieuw maritiem stadsdeel waardoor de binnenstad een connectie krijgt met de zee. Het zuidelijke deel van de haven blijft zijn industriële functie behouden en breidt nog verder uit, weg van de stad. In deze masterproef wordt onderzocht hoe we kunnen omgaan met het gegeven van stad versus haven en hoe we een overgang kunnen creëren tussen de twee.
8
ONDERZOEKSVRAGEN_
10
1_
Welk ruimtelijk model is geschikt om het nieuw ontwerp en de bestaande Filmby een geheel te laten vormen en om een overgang te creëren tussen de stad en de haven?
2_
Studenten van de filmschool en coworkers worden samengebracht in één gebouw. Hoe kan het gebouw vorm gegeven worden zodat de verschillende ruimtes voldoen aan de noden van beide groepen en zo samenwerking en kennisoverdracht kunnen genereren?
3_
In het masterplan is in de zuidelijke projectzone enkel ruimte voorzien voor bedrijven. Dit zorgt dat deze zone ‘s avonds en in het weekend een doodse plek wordt en dat de recreatieve as in het zuiden gewoon een passagestrook wordt. Welke functies kunnen voorzien worden om deze site ook op die tijdstippen leven in te blazen en om de recreatieve as te voeden?
11
ONDERZOEKSVRAAG 1_
12
1_
Welk ruimtelijk model is geschikt om het nieuw ontwerp en de bestaande Filmby een geheel te laten vormen en om een overgang te creëren tussen de stad en de haven?
2_
Studenten van de filmschool en coworkers worden samengebracht in één gebouw. Hoe kan het gebouw vorm gegeven worden zodat de verschillende ruimtes voldoen aan de noden van beide groepen en zo samenwerking en kennisoverdracht kunnen genereren?
3_
In het masterplan is in de zuidelijke projectzone enkel ruimte voorzien voor bedrijven. Dit zorgt dat deze zone ‘s avonds en in het weekend een doodse plek wordt en dat de recreatieve as in het zuiden gewoon een passagestrook wordt. Welke functies kunnen voorzien worden om deze site ook op die tijdstippen leven in te blazen en om de recreatieve as te voeden?
13
14
grenzen
COMPLEMENTARY PLACES Aarhus kan gezien worden als een aaneenschakeling van verschillende gebieden, namelijk de historische stad, de industriële haven en de nieuwe maritieme stad. Deze gebieden verschillen van elkaar in bouwschaal, typologie, programma en beleving. ‘The city made up of ‘complementary places’ consists of the largest possible variety of different parts, in each of which a special urban aspect is developed with a view to the whole. In a sense it is a system of the ‘city within a city’. Every part has its own special features, without however being complete and self-contained. In each case only one aspect, residential, cultural or commercial, is highly developed and therefore combines with other highly developed places to form a complex system, a kind of federation.’ - O.M. Ungers, S. Vieths, The Dialectic City
Tussen deze verschillende gebieden bevindt zich meestal geen overgangszone, maar een harde afbakening. Deze harde grenzen worden gevormd door infrastructurele elementen: voornamelijk door spoorwegen of wegen. Het postindustriële gebied in het zuiden van Aarhus kan gezien worden als enige tussengebied. Het is gepositioneerd tussen de historische stad en de industriële haven. Ondanks deze positionering is het gebied allesbehalve een overgangsgebied. Het vormt eerder een buffer, een barrière tussen de twee zones. Het tussengebied is volledig omsloten door verkeersinfrastructuur. Ook binnen het gebied zelf bevinden er zich verschillende infrastructuren, waardoor het gebied opgedeeld wordt in verschillende geïsoleerde delen. Elk deel heeft zijn eigen karakteristieken, maar daar houdt het masterplan geen rekening mee.
15
16
doorwaadbaarheid
In het masterplan wordt meer dan de helft van de bebouwing gesloopt. In plaats van de postindustriële gebouwen voorziet men een strip van kantoren. De volledige strook wordt op dezelfde manier aangepakt, zonder rekening te houden met de bestaande eigenschappen van de site. Door het toevoegen van een groene bufferzone en een kanaal versterkt het masterplan de bestaande toestand van barrière. Het biedt weinig doorwaadbaarheid van de stad naar de haven toe en omgekeerd. Er is slechts één plek waar dit mogelijk is op een gebied van een kilometer lang. Het masterplan biedt dus geen oplossing voor de problemen van de bestaande site. In tegendeel, ze versterkt ze alleen maar. Het is dan ook absoluut noodzakelijk om met dit ontwerp een overgang te creëren tussen de stad en de haven.
17
FILMBY Om een succesvolle overgang te vormen is naast een fysieke verbinding ook een aangepast programma nodig. Aangezien in het masterplan het gebied vooral voorbehouden is voor de audiovisuele sector is een goed voorbeeld van zo een programma een filmschool in combinatie met coworkruimte. Zowel de filmschool als de coworkruimte vormen door hun activiteiten een link naar het stedelijke aspect alsook naar het industriële aspect. In plaats van de lange filmstrip in het masterplan wordt geopteerd voor een filmcluster. Deze wordt gepositioneerd rond het huidige Filmby Aarhus gebouw. Filmby Aarhus, letterlijk vertaald ‘filmstad Aarhus’, is momenteel een losstaande entiteit binnen het stadsweefsel. Het is een eiland omgeven door een zee van parking. Door middel van de nieuwe gebouwen zou deze site meer context krijgen, een echte ‘filmstad’ vormen. Zoals O.M. Ungers en S. Vieths vertellen in hun boek Dialectic city bestaat een stedelijk landschap uit ‘steden in steden’, kleine individuele entiteiten die samen dat landschap vormen. De nieuwe filmcluster zou één van deze entiteiten vormen binnen de stad Aarhus. De cluster wordt georganiseerd op basis van publieke ruimte en verbindingen. Op dit moment heeft de publieke ruimte rond Filmby Aarhus één enkel programma, namelijk parking. Ondanks het uniforme programma is er toch een veelheid aan karakters te vinden. Sommige gebieden zijn ingesloten tussen gebouwen of infrastructuren, andere net open met zicht op de zee. The art of urban design consists in identifying the places within the urban chaos, naming them and discovering their special features. So urban design is the art of discovery, and not invention. - O.M. Ungers, S. Vieths, The Dialectic City 18
19
1_TOEGANGSAS + PLEINEN 2_PATIO’S 3_FUNCTIONELE STROOK
Er worden zeven publieke ruimtes ontwikkeld, elk met andere karakteristieken en gebruiken. De publieke ruimtes zijn gevormd door de bestaande gebouwen, de recreatieve as die passeert en de reeds aanwezige karakters. Ze zijn telkens een unieke combinatie van volgende eigenschappen: open, intiem, groen, stedelijk, functioneel en recreatief. Langs de publieke pleinen worden verbindingen aangelegd. Deze kunnen opgesplitst worden in twee categorieën: doorgang voor zacht verkeer en functionele assen. De ingangen van de verschillende gebouwen zijn gepositioneerd langs één as die van stad tot haven loopt. De functionele assen omvatten laad- en losruimte voor decor en materiaal alsook parkeerruimte. Door vorm te geven aan de publieke pleinen ontstaan restruimtes. Deze ruimtes vormen de contouren van de nieuwe bebouwing. Aangezien de audiovisuele sector geleidelijk groeit, worden in eerste fase drie zones ingevuld als gebouwen. Deze vormen een schakel tussen het kleinschalige stadsweefsel en het grootschalige havengebied. De bebouwing in dit gebied heeft dus nood aan een tussenschaal. ‘The ideal city, as it has been proposed, does not correspond in any way to the reality of a built city. The danger lies in solidifying in a site plan the future of our cities and our landscapes. Of course, it is impossible to predict what type of city will be built thirty years from now.' - Michel Desvigne, Intermediate natures_Lyon Confluence
De rest van de zones wordt groen ingevuld. Deze kunnen gezien worden als wachtzones. Deze wachtzones zijn in eerste instantie groene gebieden, maar wanneer de filmindustrie blijft groeien bieden deze zones de mogelijkheid om verder uit te breiden.
21
Parallel met de bestaande straat wordt een verbinding voor zacht verkeer aangelegd. Deze gaat onder en door gebouwen waardoor er verschillende types publieke ruimtes ontstaan. Het ontwerp heeft de ambitie om een dynamische combinatie van kennis, cultuur en onderwijs binnen de stadscampus te realiseren.
24
Stadscampus Tilburg_Barcode Architecten
25
Het ontwerp voor Lyon Confluence wordt niet in ĂŠĂŠn keer gebouwd, maar verloopt in fases. Daarom werden de braakliggende zones ingericht als groene wachtzones. Er werd een kaart opgemaakt die zicht geeft op hoe de site stap voor stap volgebouwd wordt. De groene zones nemen de vormen aan van de toekomstige bouwblokken en worden ingericht als recreatieve parken voor de bewoners van de stad.
26
Lyon Confluence_Michel Desvigne
27
ONDERZOEKSVRAAG 2_
28
1_
Welk ruimtelijk model is geschikt om het nieuw ontwerp en de bestaande Filmby een geheel te laten vormen en om een overgang te creëren tussen de stad en de haven?
2_
Studenten van de filmschool en coworkers worden samengebracht in één gebouw. Hoe kan het gebouw vorm gegeven worden zodat de verschillende ruimtes voldoen aan de noden van beide groepen en zo samenwerking en kennisoverdracht kunnen genereren?
3_
In het masterplan is in de zuidelijke projectzone enkel ruimte voorzien voor bedrijven. Dit zorgt dat deze zone ‘s avonds en in het weekend een doodse plek wordt en dat de recreatieve as in het zuiden gewoon een passagestrook wordt. Welke functies kunnen voorzien worden om deze site ook op die tijdstippen leven in te blazen en om de recreatieve as te voeden?
29
GEMENGD PROGRAMMA Het programma van het gebouw bevat een filmschool en ruimte voor coworkers. Om te voorkomen dat iedereen in zijn eigen deel van het gebouw werkt, wordt op zoek gegaan naar ruimtes die aan de noden voldoen van elke doelgroep. Daarom is het noodzakelijk om eerst te onderzoeken welke ruimtes er vereist zijn voor zowel studenten als mensen uit het beroepsleven. Een filmschool werkt niet zoals de meeste hogescholen of universiteiten. Er zijn minder lessen waar een docent voor een groep studenten staat, maar vooral praktijkgerichte lessen. Dit zorgt ervoor dat er naast enkele individuele leslokalen vooral nood is aan open werkruimtes zoals ateliers en computerruimtes. Hoe deze ruimtes gebruikt worden, is afhankelijk van het tijdstip binnen het semester. In het begin van het semester worden volop scenario’s geschreven, storyboards getekend, decormaquettes gemaakt… terwijl naar het einde van het semester toe men de gefilmde fragmenten onder meer edit en van geluid voorziet. De werkruimtes binnen de school moeten dus flexibel opgesteld worden zodat ze bruikbaar zijn gedurende het volledige semester. Flexibility is not the exhaustive anticipation of all possible changes. Most changes are unpredictable… Flexibility is the creation of a margin – excess capacity that enables different and even opposite interpretations and uses. - Rem Koolhaas, S M L XL
Het programma van filmschool wordt aangevuld met coworking ruimte. Deze ruimte biedt plaats aan zelfstandigen, freelancers, thuiswerkers… in de audiovisuele sector die voor een beperkte tijd een werkruimte of technisch materiaal nodig hebben. Zij hebben nood aan zowel open ruimtes als kleinere intieme ruimtes. Zo kunnen ze kiezen hoe ze werken, afhankelijk van het soort werk of hun gemoedstoestand. 31
LAYERS De ruimtes binnen het gebouw worden niet opgedeeld volgens het klassieke gang-lokaalpatroon. Om het beschikbare volume vorm te geven is vertrokken van het ‘box in box’ principe. Er is een onderscheid gemaakt tussen twee soorten functies: vaste en flexibele. Onder vaste functies verstaan we bijvoorbeeld sanitair, berging, filmstudio. Deze functies worden in boxen geplaatst. Door deze volumes in de open ruimte te plaatsen, box in box, worden de contouren van de flexibele ruimtes bepaald. Dit zijn delen waar geen vast programma aan wordt gegeven en die flexibel in gebruik zijn. Door het plaatsen van de boxen wordt dus een verscheidenheid aan ruimtes gecreëerd die in elkaar overvloeien. ‘There is no ‘circulation space’ as we understand it, connections are made between rooms, each room is an antechamber to another.‘ - Rabeneck, Sheppard en Town, Housing Flexibility
Om ondanks het open plan toch de gevraagde diversiteit aan ruimtes te creëren worden er verschillende layers gebruikt in het ontwerp. De eerste layer is de ‘snede’. Door sommige ruimtes dubbele of zelfs driedubbele hoogte te geven worden zowel open als meer intieme ruimtes gecreëerd. Samen met de plaatsing van de vaste boxen in het grondplan geeft dit een diversiteit aan ruimtes. Om deze diversiteit nog verder uit te breiden wordt nog een tweede layer toegevoegd, namelijk de organisatie op plan. Hieronder wordt de plaatsing en keuze van het meubilair gezien. Er is een diversiteit aan meubilair zodat er zowel formele als meer informele ruimtes ontstaan. Deze organisatie, samen met de verschillende hoogtes, zorgt ervoor dat er een veelheid aan diverse karakteristieken is, wat telkens leidt tot een ander gebruik van de ruimtes ondanks het open plan.
32
33
‘The aim was to create an office environrrent that was alive, that facilitated interaction and that did not draw any distinctions between working and living.’ - Vitra
Interessant aan het Vitra Citizen Office concept is het gebruik van verschillend meubilair. Zo ontstaan in één en dezelfde ruimte zowel intieme, open, formele als informele plekken.
36
Vitra Citizen Office
37
Werknemers hebben geen vaste bureau meer, maar gebruiken plug-in werkplekken. Laptops worden bewaard in lockers of mee naar huis genomen. Naast open ruimtes zijn er in dit ontwerp ook kleinere intieme ruimtes voorzien. Zo kan iedereen elke dag kiezen waar hij werkt, afhankelijk van het soort werk of de gemoedstoestand. ‘Today office spaces no longer have defined and fixed functions. Current technology allows a greater liberty of movement and offers a larger selection of workspace to office users.’ - G. Pesce
38
TBWA/chiat day_Gaetano Pesce
39
40
SERENDIPITY De ruimtes in het gebouw zijn zo georganiseerd dat ze zowel door studenten als door coworkers kunnen worden gebruikt. Daardoor werken deze door elkaar, wat zorgt voor een mix van kennis, capaciteiten, persoonlijkheden … Door iedereen in dezelfde ruimtes te laten samenwerken kunnen er onverwachte ontmoetingen ontstaan. ‘If a building doesn’t encourage (collaboration), you’ll lose a lot of innovation and the magic that’s sparked by serendipity. So we designed the building to make people get out of their offices and mingle in the central atrium with people they might not otherwise see.’ - Steve Jobs, Pixar Headquarters
Jane Jacobs, een stedenbouwkundig theoreticus, omschreef zulke toevallige gesprekken als ‘knowledge spillovers’. Deze gesprekken kunnen tot nieuwe samenwerkingen leiden, kennisoverdracht genereren en creativiteit stimuleren. Zo kan dit gebouw de audiovisuele sector in Aarhus een extra boost geven.
41
Pixar Headquarters in Californië is één van de eerste gebouwen die ontworpen is met de bedoeling toevallige ontmoetingen uit te lokken. In het midden van het gebouw bevindt zich een groot atrium, dat het kloppend hart is van het bedrijf. Er bevinden zich verschillende centrale functies zoals een café, de mailboxen van de werknemers en een fitness. ‘The atrium initially might seem like a waste of space… But Steve Jobs realized that when people run into each other, when they make eye contact, things happen. Steve’s theory worked from day one. I’ve never seen a building that promoted collaboration and creativity as well as this one.’ - Brad Bird, regisseur van The Incredibles en Ratatouille
44
Pixar Headquarter_Bohlin Cywinski Jackson
45
ONDERZOEKSVRAAG 3_
46
1_
Welk ruimtelijk model is geschikt om het nieuw ontwerp en de bestaande Filmby een geheel te laten vormen en om een overgang te creëren tussen de stad en de haven?
2_
Studenten van de filmschool en coworkers worden samengebracht in één gebouw. Hoe kan het gebouw vorm gegeven worden zodat de verschillende ruimtes voldoen aan de noden van beide groepen en zo samenwerking en kennisoverdracht kunnen genereren?
3_
In het masterplan is in de zuidelijke projectzone enkel ruimte voorzien voor bedrijven. Dit zorgt dat deze zone ‘s avonds en in het weekend een doodse plek wordt en dat de recreatieve as in het zuiden gewoon een passagestrook wordt. Welke functies kunnen voorzien worden om deze site ook op die tijdstippen leven in te blazen en om de recreatieve as te voeden?
47
48
RECREATIEVE AS De recreatieve as is een van de ingrepen in het masterplan. Het is een groene strook die de bossen ten noorden en ten zuiden van Aarhus met het stadscentrum verbindt. De recreatieve as is vooral een infrastructuurstrook, een veilig fietspad en een trambedding. In de noordelijke helft van het masterplan zijn er wel enkele functies ingeplugd op de as om deze op te laden, maar eenmaal het mediacenter voorbij is dit een pure passagestrook. Het zuidelijk deel van het masterplan, ten zuiden van het nieuwe mediacenter, voorziet tal van nieuwe gebouwen. Deze kregen echter allemaal een bedrijfsprogramma. Dit zorgt ervoor dat deze strook ’s avonds en in het weekend een doodse plek wordt. De recreatieve as die erlangs passeert krijgt nergens input, wat resulteert in een pure passagestrook. Er is een groene verbreding voorzien ter hoogte van de nieuwe kantoren, maar aangezien het merendeel van dat groen voorzien is als buffergroen en parking kan dit niet echt gezien worden als een volwaardig recreatief programma. Het is dan ook noodzakelijk om in dit zuidelijk deel extra programma’s te voorzien die ervoor zorgen dat de recreatieve as meer wordt dan een groene passagestrook.
49
TIME BASED USE Hoe kunnen we reeds aanwezige ruimtes en functies gaan inzetten om de recreatieve as te voeden? Herman Hertzberger, Nederlands architect, gebruikt voor het eerst de term ‘polyvalent’. Hij beschrijft het als ‘putting the same space to different use that would otherwise be occupied for only part of the day or the week’. Dit principe zal worden toegepast om de recreatieve as op te laden. Naast de twee layers die reeds aanwezig zijn in het ontwerp wordt er dus nog een derde toegevoegd, namelijk het tijdsafhankelijk polyvalent gebruik. Deze layer zorgt ervoor dat de ruimtes zeven dagen op zeven gebruikt kunnen worden. Tijdens de week is het gebouw overdag school en coworkruimte. ’s Avonds en in het weekend kunnen enkele ruimtes gebruikt worden voor recreatieve doeleinden. Zo kan bijvoorbeeld een ruimte zowel als atelierruimte, foyer en feestzaal gebruikt worden, afhankelijk van het tijdstip. De cinemazaal kan naast filmzaal ook dienst doen als auditorium voor lessen en lezingen. Ook de buitenruimtes kunnen ingezet worden. Zo kan de functionele as dienst doen als groot evenementenplein en kunnen er films geprojecteerd worden op bepaalde muren, waardoor er in de zomer openluchtvoorstellingen kunnen georganiseerd worden. ‘Multi-purpose spaces could probably meet the reasonable requirements of modern architects who attempt to get flexibility. Spaces designed or various purposes and portable equipment are utilized in them instead of moveable walls inspire the observer of a changing space. Such flexibility could mentally be perceived and there are no physically changes in the space. Besides such space makes us believe such perceived feeling. Multi attribute features of the space could lead to performance flexibility.‘ - Robert Venturi, Complexity and contradiction in architecture 50
Het masterplan bestaat niet uit individuele gebouwen maar kan gezien worden als een continue project. Er worden drie layers van publieke activiteiten voorzien, wat leidt tot een grote diversiteit aan evenementen. De publieke activiteiten zijn complementair wat ervoor zorgt dat er 24 uur op 24 evenementen zijn die de locatie en de aanwezige infrastructuur maximaal kunnen benutten.
54
Yokohoma Masterplan_OMA
55
Een brede school heeft als doel de ontwikkeling van kinderen en jongeren te stimuleren. EĂŠn van de manieren die ze daarvoor gebruiken is de schoolgebouwen ook buiten de schooluren open te stellen voor activiteiten. Deze activiteiten zijn meestal voor kinderen, jongeren of hun ouders, maar kunnen ook uitgebreid worden naar de buurtbewoners of andere doelgroepen. Enkele voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn het openstellen van de speelplaats in de zomervakantie, de schoolbibliotheek die ook toegankelijk is voor de omwonenden en de turnzaal die ook als buurtzaal kan dienstdoen.
56
Brede scholen in Nederland
57
BRONNEN_
_DESVIGNES, M., Intermediate natures, Birkhäuser Verlag AG, Basel, 199 p. _HILL, J., Actions of Architecture, Routledge, 2003, New York, 222p. _JENSEN, K., ‘Capturing more value in office design through co-working strategies’, internet, VIA Architecture, (http://via-architecture.blogspot. be/2012/07/capturing-more-value-in-office-design. html). _KOOLHAAS, R. en MAU, B., S M L XL, 010 Publishers, Rotterdam, 1995, 1376 p. _LEHRER, J., ‘Groupthink’, internet, The New Yorker, (http://www.newyorker.com/reporting/2012/01/30/ 120130fa_fact_lehrer?currentPage=all). _LEUPEN, B., HEIJNE, R. en VAN ZWOL, J., Time-based Architecture, 010 Publishers, Rotterdam, 2005, 254p. _MOLLOY, J., ‘Can architecture make us more creative?’, internet, (http://www.archdaily.com/353496/ can-architecture-make-us-more-creative/). _NEUTELINGS RIEDIJCK ARCHITECTS, At Work, 010 Publishers, Rotterdam, 2005, 399p. _PORTMAN, J., ‘Design Philosophy’, internet, (http:// www.portmanusa.com/designphilosophy.php). _RABENECK A., SHEPPARD, D. en Town, P., ‘Housing Flexibility?’, Architectural Design, 1974, nummer 11, p. 689. _SEARER, S., ‘Pixar Headquarters and the legacy of Steve Jobs’, internet, Office Snapshots, (http://officesnapshots.com/2012/07/16/pixar-headquarters-andthe-legacy-of-steve-jobs/). _UNGERS, O.M. en VIETHS, S., The Dialectic City, Skira Editore, Milaan, 1997, 98p.