7 minute read

Als een zichbabyaandient, moet je er zijn’

Next Article
125 JAAR KNOV

125 JAAR KNOV

Sla de kranten open en grote kans dat je een artikel tegenkomt waarin Generatie Z wordt genoemd. Deze nieuwe generatie houdt de gemoederen op tal van vlakken bezig, maar wat kenmerkt deze groep nu precies? Wat drijft hen? Spreker en auteur Jos Ahlers deed hier onderzoek naar en schetst in dit artikel hoe Generatie Z zich manifesteert tussen de andere generaties in de verloskundige zorg. Lees hoe de praktijk én het vak hun voordeel kunnen doen met deze inzichten.

Generatie Z kijkt met een andere blik naar de wereld, zegt Jos.

‘Het gaat per generatie om mensen die allemaal binnen een bepaalde periode zijn geboren. Mensen van ongeveer dezelfde leeftijd gaan door dezelfde (maatschappelijke) gebeurtenissen. Dat leidt tot aannames, bepaalde vooroordelen en het vormt de manier waarop je naar de wereld kijkt. De jongeren van nu, ook wel Generatie Z genoemd, zijn opgegroeid met technologie, andere opvoedingskaders en andere maatschappelijke hangijzers.’ Uiteraard kent generaliseren beperkingen, want het zegt natuurlijk niets over een individu en het model van generaties in kaart brengen is wetenschappelijk discutabel. Maar volgens Jos kun je door naar al die generaties te kijken, wel meer leren over de verschillen en waar deze vandaan komen. ‘Dan weet je hoe daar rekening mee te houden, bijvoorbeeld op de werkvloer.’

Bak informatie

Jos Ahlers studeerde Sociale Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en deed daar tevens zijn promotieonderzoek. Toen hij overstapte naar het bedrijfsleven gaf hij als zelfstandig ondernemer strategisch marketingen communicatieadvies. Vanuit die rol kwam hij – een beetje per toeval – in aanraking met Generatie Z. ‘Een detacheringsbedrijf benaderde mij of ik onderzoek wilde doen naar deze generatie’, licht hij toe. Hij ging in 2010 met een team van onderzoekers aan de slag. ‘Dat onderzoek bestond uit deskresearch naar bestaande onderzoeken. We analyseerden

De Babyboomers

1946 – 1964

DE KINDEREN VAN DE WEDEROPBOUW

Steekwoorden: optimisme, opgegroeid met spullen en daar ook dol op, houden van eigendom, zijn overtuigd van hun (burger)rechten, individu staat voorop en erg overtuigd van zichzelf.

Generatie X

1965 – 1979

DE KINDEREN VAN ECONOMISCHE MALAISE

Steekwoorden: opgegroeid in economisch barre tijden (sluiting van de mijnen, de wereldeconomie stortte in, Koude Oorlog). Grote behoefte aan veiligheid. Streven naar inkomenszekerheid.

De Millenials/ Generatie Y

1980 – 1995

DE KINDEREN VAN DE BABYBOOMERS

Steekwoorden: deze groep groeide op met de ideeën van de Babyboomers: geluk is maakbaar. Twijfelen zit sterk in deze groep – de twijfel of ze de juiste keuzes hebben gemaakt.

Generatie Z

1996 – 2012

DE KINDEREN VAN DE X’ERS. Steekwoorden: opgegroeid met tegenslag (bankencrisis, energiecrisis, klimaatcrisis), daardoor diep wantrouwen naar autoriteiten. Zijn autonoom en onderhandelen in alles wat ze doen. De eerste generatie die vanaf hun geboorte via internet verbonden is met de wereld.

Generatie Z wringen, want zij willen graag de vrijheid hebben hun werkuren zo in te delen dat er voldoende tijd overblijft voor andere activiteiten. Maar ja, als een baby zich aandient, zullen ze er wel moeten zijn natuurlijk.’

Inspirerende omgeving cijfers van het Cultureel Planbureau, deden schoolpleininterviews en voerden groepsgesprekken met jongeren. Op die manier verzamelden we een enorme bak informatie. Die gegevens zijn teruggebracht tot mijn eerste boek over Generatie Z.’

Dwingend principe

Inmiddels is Jos, samen met co-auteur René Boender, drie boeken verder en is hij een veelgevraagd spreker over Generatie Z. ‘Ik ben een soort expertisecentrum geworden op dit gebied’, zegt hij lachend. Onlangs sprak hij bij Defensie over Generatie Z, een generatie die zij graag willen aanspreken als werkgever. ‘Dit ministerie heeft op bepaalde onderdelen te maken met dwingende regels. In het leger geldt; een commando is een commando en dat kan niet eerst besproken worden. Dat gegeven komt niet overeen met de wensen van jonge Z’ers. Datzelfde dwingende principe om er op cruciale momenten te zijn, gaat ook op in een verloskundigenpraktijk. Je kunt immers niet zeggen: ‘Wacht even, die baby moet morgen maar komen.’ Daar kan het bij

Eigen inbreng is dus belangrijk voor deze groep. Jos vertelt wat Generatie Z nog meer nastreeft: ‘Ze worden gedreven door autonomie en willen grip hebben op hun eigen bestaan. In hun werk streven ze naar vrijheid; waar ouderen veiligheid zoeken in een vaste baan, zoekt Generatie Z veiligheid in het hebben van veel keuzes. Ze staan redelijk los in de wedstrijd en zijn moeilijk vast te pinnen.’

Het moge duidelijk zijn: Generatie Z heeft op de werkplek ruimte en bewegingsvrijheid nodig. Hoe zou dat er voor een verloskundigenpraktijk of ziekenhuis uit kunnen zien? Jos merkt op dat er winst te behalen is rondom het beroepsimago. ‘Het harde werken met de soms onmogelijke werktijden maakt dit werk mogelijk uitdagend voor Generatie Z’, deelt Jos. ‘Maar op het moment dat je het vak als inspiratiebron kan overbrengen, dan kun je bij deze groep jongeren zeker positief de aandacht op je vestigen. Vertel bijvoorbeeld vanuit eigen ervaring en praktijkverhalen hoe je werk eruitziet, wat jij – als verloskundige – mogelijk maakt en hoe het je leven verrijkt. Laat ook vallen welke vaardigheden je ontwikkelt’, tipt Jos. ‘Dáár reageren Z’ers op. Ze zijn eager en willen graag allerlei vaardigheden ontwikkelen, zet daar vooral ook op in.’ Ook het ervaren van een sterk teamgevoel is volgens de onderzoeker een belangrijk element in het werkende leven van deze generatie. ‘Voor verloskundigen zal dat in netwerken kunnen zitten die gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen en voor achtervang kunnen zorgen. Ik denk dat het – met het oog op Generatie Z –heel belangrijk is fundamenteel na te denken over hoe het vak georganiseerd is. Let wel, dit zeg ik vanuit mijn eigen expertise en als iemand die de branche niet door en door kent.’

De vier generaties

Generatie Z is natuurlijk niet de enige generatie die op de verloskundige werkvloer actief is. Welke generaties er op de werkvloer zijn en in welk jaartal een generatie begint en wanneer deze eindigt, is niet eenduidig. Jos: ‘Er is geen overeenstemming over welke generatie wanneer begint. Je kunt het beschouwen als een soort lijnen in het zand, een model dat helpt om te kijken naar verschillen tussen mensen.’ De onderzoeker houdt vier generaties aan na de Tweede Wereldoorlog omdat die indeling internationaal veel wordt gebruikt en waar de meeste consensus over bestaat; de Babyboomers (1946 – 1964), Generatie X (1965 –1979), de Millenials/Generatie Y (1980 – 1995) en als hekkensluiter Generatie Z (1996 – 2012). ‘Als oud-wetenschapper moet ik wel melden dat het hele model van generaties wetenschappelijk wankel is’, deelt Jos. ‘Bij een woord als ‘attitude’ in de psychologie weet iedereen waar ik het over heb. Wanneer we het hebben over generaties en deze proberen te beschrijven, dan is de duiding veel vager.’

Botsende generaties

Kijkend naar de verschillende generaties verloskundigen die met elkaar samenwerken, kun je je afvragen hoe zich dat tot elkaar verhoudt. ‘Er is een aantal verschillen dat opvalt’, aldus Jos. ‘Veruit de belangrijkste is de manier van communiceren; Babyboomers zijn analoog opgegroeid. De internetrevolutie kwam toen ze dik in de veertig waren. Deze generatie wil het liefst bellen of mensen eenop-een spreken. Generatie Z communiceert voornamelijk via netwerken als WhatsApp. Ook de werkethiek is anders tussen de gene-

‘WAAR OUDEREN VEILIGHEID

ZOEKEN IN EEN VASTE BAAN, ZOEKT GENERATIE Z VEILIGHEID IN HET HEBBEN VAN VEEL KEUZES’

raties. De Babyboomers en Generatie X leven om te werken. Zij zien werk vaak als het belangrijkste onderdeel van hun bestaan. Voor Millenials en Z’ers is werk functioneel; zij werken om te leven. Op de werkvloer ontstaat op dit vlak vaak een probleem.’ In onderzoeken komt naar voren dat oudere generaties heel loyaal zijn naar de organisatie waar zij werken, terwijl jongere generaties loyaal zijn naar hun netwerken, familie en vrienden. Zij denken ook niet in één baan of functie, bij Generaties Y en Z zie je mensen vaak drie dagen in de week werken voor een werkgever op basis van een vast contract en daarnaast zzp’er zijn en/of vrijwilligerswerk doen. Jos: ‘Zij willen meer ruimte hebben om andere dingen te doen. Hun gedachte is: Als je alleen werkt, dan heb je niets aan je bestaan. Tijd om te sporten, culturele uitstapjes te doen is belangrijk voor deze jonge generaties. Terwijl de Babyboomers en Generatie X het een eer vinden om over te werken. Daar zitten de workaholics. Hun gedachte is: ‘Zonder mijn aanwezigheid functioneert de organisatie niet.’

Nachtdiensten

Vorig jaar sprak Jos op de landelijke opleidersdag Verloskunde. Hij blikt terug: ‘Voor de aanwezige Babyboomers en X’ers in de zaal was het totaal logisch om 24/7 beschikbaar te zijn. Terwijl de jongere generaties meer zoiets hebben van: ‘Ik ben verloskundige en daarnaast ook nog dit en dat.’ De spanning in de zaal was merkbaar, echt een generatieverschil.’ Een ander voorbeeld dat Jos geeft van die middag: voor Generatie Z zijn veel nachtdiensten niet vanzelfsprekend. ‘Dat is in hun ogen onderhandelbaar en daar gaan vooraf de nodige gesprekken over. Een nacht oproepbaar zijn vinden ze vaak nog wel oké, maar vijf is ingewikkeld en veel. Dat kan voor Generatie Z ook een reden zijn om geen verloskundige te worden. Binnen de verloskunde zal nagedacht moeten worden hoe ze het werk slim kunnen organiseren om deze generatie te behouden en naar zich toe te trekken. Dat kan door iets tegenover die nachtdiensten te stellen, dat je daardoor overdag meer tijd hebt voor andere activiteiten.’

Hiërarchie

Jos vindt het interessant om vanuit zijn achtergrond naar de verloskundigenpraktijk te kijken. Hij neemt geen blad voor de mond: ‘Voor mij voelt het als een streng beroep; een verloskundige moet altijd aanstaan om ergens te helpen. Als je in een ziekenhuis gaat werken, kun je dat al beter inplannen.’ Is er iets wat er in zijn ogen moet veranderen in het zorgveld om deze nieuwe generatie te laten bloeien? ‘Deze Generatie Z functioneert slecht in opgelegde hiërarchie en gelaagde organisaties’, zegt hij. ‘Als je ze in managementlagen probeert te duwen, dan haken ze af. Het zorgveld is behoorlijk groot, hiërarchisch en ondoorzichtig. De informatie loopt van boven naar beneden en het is een ingewikkeld en dichtgemetseld bouwwerk met zorgverzekeraars en ministeries en alle regelingen. Dat is iets waar deze generatie slecht op reageert. Als we iets kunnen doen aan het afbreken van hiërarchische structuren in de zorg, dan wordt het automatisch interessanter voor deze generatie. Dit is advies vanaf de zijlijn, dat besef ik. Ik snap hoe ingewikkeld het systeem is, maar vanuit mijn visie kan ik dit als toekomstbeeld meegeven.’

Na een aantal jaren studeren is het zover: het leven als werkende verloskundige gaat beginnen. Die overgang naar de praktijk wordt door startende verloskundigen als behoorlijk uitdagend en spannend ervaren.

Dat blijkt uit het onderzoek van Liesbeth Kool, docent aan de Academie Verloskunde in Groningen en onderzoeker bij de vakgroep Verloskundige Wetenschap. Om startende verloskundigen de steun te bieden waar ze behoefte aan hebben, startte de KNOV daarom het project Support Startende Verloskundigen onder leiding van verloskundige Sanderieke Verweij.

This article is from: