7 minute read
Eenstartgoede
Voor Elke Verloskundige
Een grote stap
‘De overstap van de opleiding naar de praktijk was een grote stap’, vertelt Annabel Horst. Zij studeerde vorig jaar af als verloskundige. Ze zag de oproep van de KNOV voor deelname aan de werkgroep om tools te ontwikkelen voor startende verloskundigen en meldde zich aan. ‘Er komt veel op je af waar je als student niet op bent voorbereid. Je gaat aan het werk, maar tijdens het inwerken loop je tegen van alles aan: je moet ineens dag en nacht veel zelfstandig doen. Dat is heel spannend en confronterend. Ook praktisch is er van alles wat je nog niet weet. Wat een AGB-code is en hoe je die aanvraagt, hoe je een BIG-aanvraag doet, dat je verzekeringen moet regelen, hoe je überhaupt werk vindt: je moet alles ineens op de rit krijgen. Na vier of vijf jaar studeren ben je nog steeds een jonkie, maar in mijn ogen was er geen voor de hand liggende hulp of informatie. Niet voor niets kampen veel beginnende verloskundigen met burn-outklachten. Ik ervaarde de start als verloskundige zelf ook als behoorlijk stressvol.’
Gat tussen opleiding en arbeidsmarkt
Dit gat tussen de opleiding en de start op de arbeidsmarkt wordt bevestigd door onderzoek in binnen- en buitenland. Liesbeth Kool doet promotieonderzoek naar het welzijn van startende verloskundigen in de beroepspraktijk. Uit haar onderzoek blijkt dat als verloskundigen starten in de praktijk, de begeleiding om competenties te ontwikkelen op gebied van organisatie, administratie en samenwerking vaak ontbreekt. Projectleider Sanderieke Verweij vertelt: ‘Terwijl het inwerken essentieel is voor een goede start. Voor de KNOV was dit daarom een duidelijke opdracht om middelen te ontwikkelen die deze support geven, zowel op praktisch als mentaal vlak. De doelgroep van dit project zijn werkzame verloskundigen in elke lijn in de eerste drie jaar van hun carrière en vierdejaarsstudenten verloskunde. De studenten kunnen de hulp goed gebruiken om de overgang naar de praktijk te maken.’ Annabel beaamt dat: ‘Al tijdens mijn opleiding hadden mijn klasgenoten en ik veel vragen. Ik houd van dingen uitzoeken en help graag mensen, maar ik dacht wel: volgens mij kan dit makkelijker. Het zou niet zo stressvol hoeven zijn.’
Opbouw projectgroep
Annabel meldde zich in juni 2022 aan voor de werkgroep Support Startende Verloskundigen. De eerste bijeenkomst was diezelfde zomer nog. ‘Het projectteam bestaat uit een werkgroep en klankbordgroep’, legt Sanderieke uit. ‘De werkgroep bestaat uit een gemengde groep verloskundigen: starters en ervaren verloskundigen, zowel uit de eerste als de tweede lijn, en zowel waarneemsters als verloskundigen in loondienst. Met deze werkgroep werken we aan de resultaten: de producten die we willen opleveren. De klankbordgroep gebruiken we voor feedback op deze producten. Hierin zijn de opleidingen vertegenwoordigd, maar ook onderzoekers, een cliëntenorganisatie en de senior programmamanager onderwijs en registers.’
Duurzame inzetbaarheid
‘Het doel van het project is dat iedere startende verloskundige aanspraak kan maken op ondersteuning in de eerste werkjaren’, legt Sanderieke uit. ‘De groep startende verloskundigen kan met behulp van de tools blijven leren en ontwikkelen. Daarnaast hopen we zo de verbinding van startende verloskundigen met het werkveld te vergroten en uitval te beperken. Eén van de speerpunten van de KNOV in 2023 is immers ‘duurzame inzetbaarheid’. Hier willen we vol op inzetten. NIVEL heeft vorig jaar een rapport gepubliceerd waaruit bleek dat er een tekort aan verloskundigen gaat ontstaan. Uit het onderzoek van
STARTENDE VERLOSKUNDIGEN…
…kunnen kampen met onzekerheid en twijfel over eigen functioneren; …hebben behoefte aan het bespreken van beleid, keuzes en ervaringen;
…hebben gebrek aan overzicht en inzicht hoe de praktijk werkt.
Scan de code voor het eerder gepubliceerde artikel ‘Hoe verduurzamen we ons beroep’.
Liesbeth Kool blijkt dat met name support van ervaren verloskundigen een positief effect heeft op hoe startende verloskundigen zich ontwikkelen in hun werk. Dit vergroot het zelfvertrouwen, de werktevredenheid, de betrokkenheid bij de praktijkorganisatie en het gevoel van competentie. Ook vermindert support werkstress en voorkomt het voortijdig uitvallen. Hier zetten we ons graag voor in!’
Handboek starten als verloskundige
De werkgroep heeft al aardig wat stappen gezet in het ontwikkelen van tools om startende verloskundigen te ondersteunen. Annabel vertelt: ‘Het handboek is onlangs gepubliceerd op de website van de KNOV. Dit boek geeft hele praktische handvatten: je komt van school, en dan? Dit is een handboek waarin antwoorden op veelgestelde vragen te vinden zijn. Bijvoorbeeld over verschillende werkvormen en wat je daarvoor moet regelen. De regelzaken zijn uitgezet in een tijdlijn.’
Duurzame Inzetbaarheid
• Ziekteverzuim nadert hoogste gemeten ziekteverzuim ooit, vooral in de zorg (7,9%, Bron: CBS).
• Er gaat de komende twintig jaar een tekort aan verloskundigen ontstaan (Bron: NIVEL 2022).
• 6% van de verloskundigen werkt vijf jaar na het afronden van de studie niet meer als verloskundige, 20% na tien jaar niet meer en 40% na vijftien jaar niet meer (Bron: NIVEL 2022).
• Reden van uitval is vaak een combinatie van de volgende factoren: onvrede over de organisatie van de verloskundige zorg, gezinsverplichtingen en gezondheid (Bron: Kool e.a. 2022).
• Tot en met 2030 worden er >10 % meer bevallingen verwacht (Bron: CBS).
Inwerkdocument voor verloskundigenpraktijken en ziekenhuizen
Een ander document dat is ontwikkeld is een inwerkdocument. ‘De doelgroep van dit inwerkdocument zijn zowel starters als praktijkhouders en ziekenhuizen. Uit één van de onderzoeken van Liesbeth blijkt dat zij het belangrijk vinden dat starters goed worden ingewerkt. Dat dat in de praktijk niet altijd het geval is komt onder andere door personeelstekorten of waarnemersfuncties. Doordat er bijvoorbeeld zomerwaarneming nodig is, is er geen tijd om in te werken. Nu kunnen de verloskundigenpraktijken en ziekenhuizen dit document aanbieden aan verloskundigen die bij hen aan de slag gaan. Het doel is om de nieuwe collega op weg te helpen met praktische informatie: hoe werken dingen bij jullie? Bij wie moet je waarvoor zijn? Hoe kom je aan telefoonnummers? Dit document is bedoeld als een basale leidraad. Je kunt zelf invullen wat voor jouw praktijk of ziekenhuis van belang is, of eruit halen wat niet van toepassing is. Dit is handig omdat wat voor ervaren verloskundigen vanzelfsprekend is, voor een nieuwe collega vaak onbekend is. Als de verloskundigenpraktijk of het ziekenhuis het inwerkdocument niet heeft ingevuld, kan de starter het inwerkdocument gebruiken als checklist. Weet hij of zij alles bij de start?’
Buddysysteem
Ook het buddysysteem is een instrument dat de projectgroep heeft ontwikkeld. Sanderieke vertelt: ‘Het buddysysteem levert een extra bijdrage aan het functioneren van de startende verloskundige. Daarom vinden wij dat iedere verloskundige een buddy verdient als vorm van support op de werkvloer. Dat is een collega-verloskundige die degene die start ondersteunt in allerlei situaties voor een periode van ongeveer drie tot zes maanden. Zo leert iemand het reilen en zeilen van de praktijk of afdeling en heeft diegene altijd iemand om vragen aan te stellen. Het is goed dat verloskundigen de noodzaak hiervan inzien: je investeert in iemand waardoor diegene met meer plezier en toewijding kan werken. We hebben een handleiding met een stappenplan ontwikkeld om het buddysysteem te implementeren in de praktijk. Om deelname bovendien verder te belonen, zijn er punten voor het Kwaliteitsregister aan gekoppeld. De tijd die je erin investeert krijg je terug in punten. Dat geldt zowel voor de starter als de buddy.’
Annabel juicht het invoeren van het buddysysteem van harte toe. ‘Als je in Nederland als verloskundige begint sta je er best snel alleen voor. Ik heb mijn opleiding in België gedaan, en daar is het heel vanzelfsprekend dat je
Bekijk het inwerkdocument uitgebreid wordt ingewerkt. Collega’s weten dat je nog veel moet leren. In Nederland is dit inwerken nog minder vanzelfsprekend. Wat fijn is, is dat ik in Nederland mijn stage met een inwerkperiode heb kunnen combineren. Daardoor was ik al wel enigszins bekend met het werksysteem in de eerste lijn. Maar de spanning, het nieuwe, daar bereidt de opleiding je niet op voor. Zeker in de eerste lijn: als je alleen de dienst in gaat heb je wel behoefte aan wat mentale ondersteuning. Ik zit daarom in een groepsapp met startende verloskundigen waarin we constant casussen naar elkaar door sturen. We stellen elkaar vragen: ‘Vergeet ik iets? Moet ik deze vrouw wel of niet doorverwijzen?’ Je merkt dus dat er veel behoefte is aan laagdrempelig overleg. En los van vakgerelateerde steun kan een buddysysteem bijdragen aan mentale ondersteuning. Bijvoorbeeld dat je even je ei kwijt kunt als je iets heftigs meemaakt, dat iemand naar je luistert.’
Mentorschap
Het mentorschap is een vorm van mentale ondersteuning die de projectgroep nog aan het ontwikkelen is. ‘Uit onderzoek over dit thema blijkt dat iemands ontwikkeling een boost krijgt als een senior een junior wegwijs maakt in het vak’, vertelt Sanderieke. ‘Mentoring is een bewezen
‘INVESTEREN IN STARTERS IS BIJDRAGEN AAN DUURZAME INZETBAARHEID’
krachtige en effectieve manier om werknemers te motiveren, kennisoverdracht en -behoud te stimuleren en talent te ontwikkelen. Het verschil met het buddysysteem is dat het mentorschap een vorm van begeleiding buiten de werkvloer is waarbij de groei en loopbaanontwikkeling van de mentee centraal staan. De mentor is een verloskundige die goed op de hoogte is van de inhoud van het vak. Die persoon wordt speciaal voor het mentorschap getraind en ondersteunt de starter met vragen rondom het vak, de loopbaan, persoonlijke ontwikkeling en issues op de werkvloer. We zijn nu bezig met het opstellen van de voorwaarden en randvoorwaarden.’
Op naar de toekomst
Zo ontwikkelt de projectgroep meerdere hulpmiddelen voor starters, die allemaal onder het grotere project duurzame inzetbaarheid vallen. Sanderieke: ’Duurzame inzetbaarheid is een belangrijk speerpunt binnen het meerjarenplan. We zijn op dit moment nog meer concrete ideeën aan het verzamelen om duurzame inzetbaarheid te stimuleren, dat doen we onder andere op de KNOV-ledendag. In nauwe afstemming met het bestuur willen we dit in het derde en vierde kwartaal van 2023 verder onderzoeken. Welke doelen willen we stellen? Hoe kunnen we de hele doelgroep van verloskundigen ondersteunen? Waar liggen de problemen? Met deze resultaten kunnen we in 2024 nog gerichter aan de slag! Na de publicaties van bovenstaande tools en projectresultaten, willen we deze nog actiever gaan verspreiden onder de verloskundigenpraktijken en ziekenhuizen. We gaan bovendien een webinar aanbieden waarin we onze tools uitleggen: wat is de aanleiding, waarom is dit nodig, en hoe gebruik je het?’ Hierover volgt nog informatie.
Nu aan de slag
Je kunt als verloskundigenpraktijk of ziekenhuis nu al aan de slag om meer support te bieden aan startende verloskundigen: vul het inwerkdocument in en koppel elke starter aan een buddy via het buddysteem. Sanderieke:
‘Dat is echt mijn wens, als iedereen dit zou doen zou het voor starters een enorm positief verschil maken.’
Wil je feedback geven op de tools voor starters? Mail suggesties of ideeën naar info@knov.nl.
Marjolein Lansbergen
is klinisch verloskundige in het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft. In deze column deelt ze haar stage-ervaringen.