Wonen moet betaalbaar zijn
BOUWFORUM 2023
Verslag van een prikkelend evenement
VERPLICHTE VEILIGHEIDSOPLEIDING De regelgeving is er
HEMELWATER In het najaar een nieuwe verordening
Kijk met een andere blik naar de bouw
Bezoek de werven in je buurt
Een initiatief van
Wonen betaalbaar en duurzaam maken vergt inspanningen van iedereen
Nieuwbouw is in één jaar tijd fors duurder geworden, zo bleek onlangs uit onderzoek van projectontwikkelaar Matexi en vastgoedplatform Realo. In ons land steeg de prijs van een nieuwbouwhuis op jaarbasis met 7,5 procent. Nieuwbouwappartementen werden 4,8 procent duurder. Voor Embuild zijn deze stijgende prijzen een zeer belangrijk aandachtspunt naar aanloop van de federale, regionale, lokale en Europese verkiezingen van 2024. Wonen moet betaalbaar zijn. Punt. Dat is goed voor de mensen én voor de bouw.
De stijgende prijzen voor nieuwbouw maken het zeker voor jonge gezinnen niet altijd even evident om een woonst te kunnen aanschaffen. Zonder hulp van mama en papa wordt het vaak onmogelijk om die voor de Belg nog steeds belangrijke aankoop te realiseren. Want, zo blijkt uit onderzoek van iVox in opdracht van Embuild bij 2000 Belgen, 82 procent van de Belgen wil een woning bezitten, slechts 18 procent is tevreden met een huurwoning. De baksteen in de maag is dus nog altijd realiteit en geen fabeltje. Slim gezien ook van de Belg, want, hoe je het draait of keert, een eigen woning is en blijft de beste vorm van pensioensparen.
Er is dus flankerend beleid nodig om die eigenaarsdroom van de Belgen te ondersteunen. Daarvoor kijken we naar de verschillende overheden die er met fiscale stimuli voor energiezuinige nieuwbouw voor kunnen zorgen dat woningen haalbaar blijven voor de portemonnee én dat de scherpe milieudoelstellingen die Europa vooropstelt gehaald kunnen worden. Daarom zijn btw-verhogingen die bouwen, maar ook verbouwen, duurder maken totaal onzinnig en dringen we er bij de federale regering op aan om dergelijke voorstellen zeker niet te weerhouden in het kader van de komende fiscale hervorming.
Ook de banken moeten hun duit in het zakje doen. Sinds een aantal kwartalen zit het aantal kredietaanvragen in een dalende lijn, mede door de energiecrisis en de inflatie, maar wij roepen de banken op om anders te kijken naar die kredietaanvragen. Een energiezuinige nieuwbouw (maar ook een doorgedreven energetische renovatie) levert immers een fiks lagere energiefactuur op. De bewoners van zo’n nieuwbouw kunnen zo tot 300 euro per maand besparen. Dat is meer dan een slok op een borrel. Het zou dan ook logisch zijn dat banken rekening houden met die winst bij de ontleningscapaciteit. Dit op voorwaarde natuurlijk dat de mensen dat uitgespaard geld gebruiken om hun grotere lening af te betalen. Tot nu toe is de bankensector hier niet happig op, maar Embuild gaat met hen en de politiek hierover de discussie aan. Nogmaals, om wonen betaalbaar en tegelijk duurzaam te maken, moet iedereen zijn duit in het zakje doen.
Niko Demeester CEO Embuild" De baksteen in de maag is nog steeds realiteit en geen fabeltje. Slim gezien ook van de Belg, want een eigen woning is en blijft de beste vorm van pensioensparen."
3 ● Edito
Wonen betaalbaar en duurzaam maken vergt inspanningen van iedereen.
7 ● Regionaal standpunt
De sector legde zijn wensen voor aan de Vlaamse regering.
PRIKBORD
8 ● BouwForum
Onze verkiezingscampagne komt op kruissnelheid!
BOUWBELANGEN
12 ● Verplichte
veiligheidsopleiding
Het koninklijk besluit is er.
DOSSIER
15 ● Intro
Betaalbaar wonen, een prioriteit.
16 ● Prof. Albrecht
Een studie van de woonkosten.
19 ● De visie van Embuild
Vlaanderen
Neem de obstakels voor
weg!
22 ● Verlaagde btw-tarieven Niet afschaffen, maar behouden en verruimen.
24 ● Kredietverlening
De trends voor de woonmarkt.
VERPLICHTE VEILIGHEIDSOPLEIDING
Onlangs werd besloten dat werkenden op de bouwplaats een veiligheidsopleiding gevolgd moeten hebben. Het koninklijk besluit dat dit concreet regelt, is er nu.
WONEN MOET BETAALBAAR ZIJN
Voor Embuild is betaalbaar wonen een prioriteit in de aanloop van de verkiezingen in 2024. De betaalbaarheid staat namelijk onder druk, zoals blijkt uit dit dossier.
INHOUD
SECTOR & BEROEPEN
27 ● Hemelwater
We moeten er nog zorgvuldiger mee omgaan.
28 ● eurakor
Maatwerkbedrijf dat interessante diensten levert aan bouwbedrijven.
29 ● Energiecongres op 30 mei Klimaat-klaar dankzij bouwinnovatie.
32 ● Buildwise
• Circulair bouwen en hergebruik van materialen.
• De Buildwise-laboratoria tot uw dienst!
PROJECTEN & BEDRIJVEN
36 ● Warmte uit de slotgracht Aquathermie voor een historisch kasteel.
38 ● Ledenvoordelen
Doe uw lidmaatschap renderen!
VERORDENING HEMELWATER
De klimaatverandering verplicht ons om zorgvuldig om te gaan met hemelwater. Een nieuwe verordening die in het najaar van kracht wordt, scherpt daarom sommige eisen aan.
41 ● Bouwmarkt
• Wienerberger Showroom transformeert tot belevingscentrum.
• MAN eTruck kan de poolwinter aan.
• Met ArmaWin optimaliseert Armacell zijn technisch berekeningsprogramma.
42 ● Markant
• Opleiding
De sector laat gamers aan de slag gaan met Minecraft.
• Maandcijfer
Weer meer faillissementen in de sector.
AQUATHERMIE VERWARMT EEN KASTEEL
Aquathermie heeft potentieel. Dat bewijst de aquathermische installatie die ons lid Eco-Technix In samenwerking met EXTRAQT plaatste voor het beroemde kasteel de Merode in Westerlo.
De violen gelijkstemmen met de Vlaamse regering
Eind maart hebben de Vlaamse regering en de bouwsector onder leiding van Embuild Vlaanderen hun jaarlijks overleg gehad: het Vlaams bouwoverlegcomité (VBOC). Daarbij werd het bilan opgemaakt van de afgelopen crises. Telkens heeft de bouwsector de veerkracht aan de dag gelegd om als motor de economie draaiende te houden. Naar de toekomst heeft het VBOC de krijtlijnen getekend om transities op de rails te zetten zoals een fossielvrije samenleving, energie-efficiëntie, circulariteit en digitalisering. Maar om dat aan te pakken, wil de Vlaamse regering samen met de sector de vergunningsprocedures verbeteren en het tekort aan geschoolde arbeidskrachten aanpakken.
Naast de recente renovatieplicht en het belang van fossielvrije nieuwbouw vanaf 2025, kwamen circulair bouwen, het Vlaams Betonakkoord en digitalisering in de bouw uitgebreid aan bod. Samen met o.a. het Facilitair Bedrijf wordt het gebruik van het Bouw Informatiemodel (BIM) verder uitgerold naar lokale overheden en andere publieke gebouwenbeheerders zoals scholen, sportcomplexen en sociale woningen. Want BIM verhoogt de efficiëntie en draagt bij tot de klimaatdoelstellingen. Dankzij informatie-uitwisseling tussen de bouwactoren wordt duurzaamheid naar een hoger niveau getild gedurende de hele levenscyclus van een bouwproject.
Ook kan BIM een grotere rol spelen in de digitalisering van vergunningsprocedures om aanvragen optimaal te behandelen. 3D-voorstellingen visualiseren projecten beter, vergemakkelijken de beoordeling door de vergunningverlenende overheid en kunnen het draagvlak positief beïnvloeden. Ook maakt de Vlaamse regering werk van een decreet rond tijdelijke natuur om op de lange termijn vergunningen te vrijwaren voor projectlocaties waar intussen meer groen werd gerealiseerd en de natuur de vrije hand heeft gekregen.
Voorts stond de grote woningvraag hoog op de agenda. Om tegemoet te komen aan kwetsbare huishoudens wordt o.a. het nieuwe stelsel van geconventioneerd huren gelanceerd. De bouwsector zet er zijn schouders onder. Private initiatiefnemers kunnen een subsidie krijgen om kwaliteitsvolle, energiezuinige en betaalbare huurwoningen te realiseren. In ruil wordt voor kwetsbare huishoudens de huurprijs lager gezet. Daarnaast wenst ook de Vlaamse regering het eigenaarspercentage van 70 procent te bestendigen.
Last but not least, de vele bouwvacatures voor arbeiders en hoger opgeleiden. De sector neemt het heft in eigen handen met ‘learning on the job’, maar vraagt de VDAB meer proactief oplossingen op maat te bieden. Ook zetten sector en overheid in op de modernisering van het bouwonderwijs. Daarnaast is het besef groot dat ook werkzoekenden uit andere sectoren en vakmensen uit andere landen een must zijn. Enkel met een brede waaier aan maatregelen kan de sector de nodige capaciteit uitbouwen om de maatschappelijke transities te helpen realiseren.
Marc Dillen Directeur-generaal Embuild Vlaanderen"Enkel met een brede waaier aan maatregelen kan de sector de nodige capaciteit uitbouwen om de maatschappelijke transities te helpen realiseren."
De prioriteiten van Embuild voor de verkiezingen van 2024
Op 17 maart, tijdens Batibouw, vond het traditionele BouwForum van Embuild plaats. Het thema was dit jaar Verkiezingen 2024: Embuild opent de werven. De 750 deelnemers werden vergast op een flitsend event, dat bondig maar boeiend bekendmaakte welke bouwdossiers prioriteit moeten krijgen van de politieke wereld.
Het BouwForum werd in goede banen geleid door Hanne Decoutere van het VRT-televisiejournaal. De eerste spreker aan wie ze het woord gaf was Thomas Scorier, voorzitter van Embuild. Hij gaf meteen aan welke thema’s het BouwForum verder zou uitdiepen: betaalbaar en duurzaam wonen, toekomstgerichte bouwketens, aantrekkelijke bouwbanen en ten slotte een toename van de overheidsinvestering. Het zijn de vier thema’s die voor iedere politicus een prioriteit zouden moeten zijn in de aanloop naar de verkiezingen in 2024 en in de daaropvolgende regeerperiodes. Ten slotte dankte Scorier de gouverneur van de Nationale Bank, Pierre Wunsch, die de uitnodiging had geaccepteerd om eregast van het BouwForum te zijn.
Betaalbaar wonen
Het eerste thema dat aan de beurt kwam, duurzaam en betaalbaar wonen, werd geanalyseerd door een ronde tafel met Hélène de Troostembergh (CEO BuildUp), Joy Verstichele (coördinator Vlaams Huurdersplatform) en Karel Baert (CEO Febelfin).
De CEO van Buildup, wees op de voordelen van de off-site constructie van prefab-elementen, volgens haar “via automatisatie de logische evolutie van bouw”: efficiënter, preciezer, sneller, minder afval en transport, en een kleinere koolstofafdruk. Joy Verstichele merkte op dat huren veel flexibiliteit biedt
aan jongeren in het begin van hun carrière, mensen die van baan veranderen en – helaas – ook aan een stel dat uit elkaar gaat. Hij pleitte voor grotere investeringen in sociale woningen, want de behoeften zijn enorm en de wachtlijsten zeer lang: “De bouwsector speelt een centrale rol in deze uitdaging.”
De exacte cijfers waren nog niet binnen, maar Karel Baert verwachtte dat er in het eerste trimester van dit jaar minder hypothecaire kredieten verleend werden dan een jaar eerder. Hij citeerde enkele cijfers gebaseerd op januari en februari van dit jaar: 18 procent minder kredietaanvragen voor de aankoop van een woning, 30,5 procent minder voor aankoop gecombineerd met renovatie, 29,5 procent minder voor een renovatie en 46 procent minder voor de resterende gevallen. Ook het aantal kredietaanvragen voor de bouw van een woning daalde fors, met 35 procent. Baert gaf aan hoe de kredietinstellingen reageren op de ambitieuze klimaatdoelstellingen van de EU: “Duurzaamheid en energie-efficiëntie zijn al enige tijd actueel bij de banken en worden steeds belangrijker bij de kredietverlening. Leningen voor renovaties moeten een stimulans krijgen, en wij hebben een partnership met Embuild op dat vlak.” Renovaties zijn cruciaal, want zoals Hélène
Er waren 750 deelnemers aan het BouwForum 2023. Op de scène Olivier Vandooren, directeur van Buildwise.
de Troostembergh zei: er moeten in de EU tientallen miljoenen gebouwen onder handen genomen worden om te komen tot klimaatneutraliteit in 2050.”
Toekomstgerichte bouwketens
Het tweede thema van dit BouwForum: toekomstgerichte bouwketens, werd geanalyseerd door Olivier Vandooren, CEO van Buildwise. Het vroegere WTCB staat met zijn 300 medewerkers elke dag klaar om bouwbedrijven bij te staan op talrijke domeinen. Daarbij onder meer digitalisering en automatisering, twee concepten van cruciaal belang voor de productiviteit en het concurrentievermogen.
Daarnaast besprak hij het begrip co-creatie: “Daarmee wordt een nauwere samenwerking bedoeld, om aan klanten te leveren wat ze verwachten. Niet meer functioneren in een gesloten koker of silo, waarin iedereen werk aflevert zonder te denken aan wie volgt, maar samenwerking die inspeelt op de volgende ingrepen en deze respecteert. Dat is gunstig voor de efficiëntie, de kostenbeheersing en de tevredenheid van de klant.”
Tegelijk zal de verdeling van de verantwoordelijkheden mee evolueren. Aannemers zullen meewerken aan het ontwerp en de verantwoordelijkheid delen met de architect.
Voor Buildwise zijn niet alleen de digitale bouw en de vakkennis sleutelconcepten. Ook
HARTELIJK DANK VOOR DE BIJDRAGE AAN HET BOUWFORUM!
Niet alleen de gesprekken met de experts maar ook de talrijke filmpjes stuwden het BouwForum voort. We danken dus iedereen die daaraan meegewerkt heeft. Wat duurzaam en betaalbaar wonen betreft, waren dat Eef Tanghe (Cohousing Projects) en Salim Chamcham (Embuild Wallonie). Jan Vrijs (Skilpod) en Lionel Devlieger (UGent) gaven voor de camera hun visie op toekomstgerichte bouwketens, en Adrien Vandervliet (ISOLUTION) en Veerle De Sutter (Embuild Vlaanderen) deden hetzelfde voor aantrekkelijke bouwbanen. Carine Drumont (Algemene Bouw Maes), Laurent Schiltz (Embuild.Brussels) en Annick De Swaef (OCW) ten slotte bespraken het belang van overheidsinvesteringen.
duurzaamheid en circulariteit krijgen prioriteit: “We hebben op dat vlak het voorbeeld proberen te geven bij de renovatie en de verbouwing van ons nieuwe hoofdkwartier in Zaventem, door materialen daar te hergebruiken."
Aantrekkelijke bouwbanen
Jobs, jobs en nog eens jobs. Voor Embuild is de werkgelegenheid in de bouw al jaren een nagel waarop het hamert. Maar helaas moeten we vaststellen dat er nog altijd 18 000 niet-ingevulde vacatures zijn bij aannemers. Het was dus logisch dat aantrekkelijke bouwbanen hoog op de agenda van het BouwForum 2023 stonden. Het thema werd aangesneden door een ronde tafel met Delphine Hallaux (Genetec), Claire Nonet (Jean Nonet), Bob Van Poppel (Van Poppel) et Gianni De Vlaminck (ABVV).
Hoe kunnen we de instroom in de sector verbeteren? Volgens Bob Van Poppel bestaan er twee verschillende manieren. “Enerzijds werkgevers die allemaal het nodige doen in hun eigen onderneming om hun personeel gelukkig te stemmen. Ik denk dat elke werkgever hier in de zaal ontelbaar veel voorbeelden kan geven die te maken hebben met welzijn in de brede zin van het woord en die onze sector een positief imago geven. Anderzijds de sectorale initiatieven die de bouwsector bekendmaken zoals
#WERFze, De bouw kijkt verder of Je construis mon avenir.
De bouw kijkt verder is een campagne van Constructiv die nu ongeveer een jaar loopt. Gianni De Vlaminck, de voorzitter van Constructiv, wilde nog geen cijfers geven over de resultaten. Daarvoor is het te vroeg, het is een langetermijnproject van tien jaar. “In de eerste fase is de campagne heel actief geweest op sociale media, onder meer met influencers. In de tweede fase willen we meer aanwezigheid in het straatbeeld, bijvoorbeeld tijdens muziekfestivals en evenementen in onze steden en gemeenten.”
De onderneming van Claire Nonet probeert om haar mensen te houden door hen carrièreplannen met inhoud aan te bieden. “Omdat er steeds meer materieel met spitstechnologie gebruikt wordt, kan de bouw mooie vooruitzichten op groei en uitdaging bieden, en dat geeft je nog een kans om talenten aan te trekken. Ik denk dat het belangrijk is de sector aantrekkelijker te maken met dergelijke carrièreplannen.”
Ook het aanwerven van vrouwen zou een oplossing kunnen zijn voor de krapte op de arbeidsmarkt van de bouw. Maar volgens Delphine Hallaux bestaat er dan wel een waslijst van voorwaarden: “De werkgevers bewustmaken dat het kan, vrouwen in manuele beroepen; de voorzieningen afstemmen op een gemengd personeelsbestand; subsidies
of lastenverminderingen toekennen bij de aanwerving van vrouwen; de sector blijven promoten en laten evolueren; vrouwen laten kennismaken met het vak tijdens niet-gemengde praktijkworkshops; de werktuigen en werkmethodes aanpassen zodat meer banen openstaan voor vrouwen; en ten slotte de werkaanbiedingen vervrouwelijken.”
Werkplekleren moet volgens Hallaux een volwaardige onderwijsvorm zijn en geen laatste redmiddel. “Het moet gepromoot worden bij leerlingen vanaf zeer jonge leeftijd, met het oog op opleiding in de onderneming. Daarbij moet het aanleren van soft skills en de bedrijfswaarden een prioriteit zijn.”
Overheidsinvesteringen
De overheidsinvesteringen kwamen als laatste aan de beurt. Heel wat aanwezigen zaten met spanning te wachten op de bijdrage van de gouverneur van de Nationale Bank, Pierre Wunsch, over dit onderwerp.
Hij startte met een overzicht van de conjunctuur en deed enkele macro-economische vaststellingen. “Er werd verwacht dat 2020 een recessiejaar zou zijn maar uiteindelijk bleek de economie veerkrachtig te zijn, met positieve groeicijfers. Ze hield beter stand dan voorzien. Er werden 100 000 nieuwe banen gecreëerd, wat historisch veel is. Ook de veldslag van de gasprijzen hebben we gewonnen want eind vorig jaar zijn die sterk gedaald. Wat staat ons nu te wachten? De indicatoren gaan de goede richting uit, ook al houdt de onderliggende inflatie aan. We mogen uitgaan van een groei van 0,4 procent in de eerste drie maanden van 2023.”
Onze sector kon vorig jaar ondanks de moeilijke omstandigheden 5000 banen scheppen. “Maar de stijging van de materiaalprijzen en de interestvoeten heeft een impact gehad op de hypothecaire kredieten. Er was een vertraging merkbaar van de investeringen door gezinnen in 2022. Dit jaar moeten we ervan uitgaan dat ze meer zullen investeren in energetische renovaties dan in nieuwbouw. Hoewel de prijzen minder snel gestegen zijn dan de inflatie zien we toch een daling van het aantal woonleningen, zoals ook Karel Baert al aangaf.”
En toen was het tijd voor de overheidsin-
158 000 BEZOEKERS VOOR BATIBOUW
Vorig jaar duurde Batibouw nog negen dagen, nu was de grootste bouw- en renovatiebeurs van België ingekort tot zes dagen. Maar toch konden de organisatoren een mooie stijging van het aantal bezoekers bekendmaken: afgerond 158 000 dit jaar, vergeleken met 116 000 in 2022.
Veel Vlamingen zijn op zoek naar informatie over duurzame en energiezuinige oplossingen. De
vesteringen. Die zijn nu goed voor 2,5 procent van het bbp. Embuild vraagt een verdubbeling van dat percentage in de komende vijf jaar. Pierre Wunsch bleef een beetje op de vlakte in zijn reactie en noemde die doelstelling zeer ambitieus. “Naar 5 procent gaan zou aanzienlijke inspanningen vragen. De regering heeft de ambitie om naar 3 procent en vervolgens naar 4 procent te gaan. Maar we hebben ook een overheidstekort dat zeer hoog blijft, meer dan 5 procent van het bbp.”
Besluit
CEO Niko Demeester van Embuild sloot het BouwForum 2023 af. Uw beroepsorganisatie heeft zeer aandachtig geluisterd naar de experts die aan het woord kwamen. Ze zal nu al het mogelijke doen om te garanderen dat de stem van de bouw gehoord wordt wanneer hij deze vier thema’s aankaart.
organisatoren speelden daarop in met de Batibouw Academy. Iedere dag konden bezoekers daar debatten, infosessies en de presentatie van praktijkvoorbeelden bijwonen. Daarnaast waren er de inspiratiezones zoals Energy Solutions (over energie-efficiëntie) en Flex-Living (gewijd aan de alternatieven voor het traditionele wonen). Deze initiatieven hebben Batibouw een nieuw élan gegeven,
stelt Philippe Lhomme (voorzitter van organisator Fisa): “Het succes van dit jaar is een voorteken van een nog geslaagdere editie 2024. Fisa gaat de dialoog met de exposanten verder intensifiëren om zo goed mogelijk in te spelen op hun desiderata. Ik ben ervan overtuigd dat sommige exposanten die dit jaar jammer genoeg weggebleven zijn, er in 2024 weer bij zullen zijn.”
“Deze vier thema’s vormen het kader waarbinnen we het debat zullen verderzetten met alle betrokkenen, vooral met de administratie, de politici en de politieke partijen. Op die manier zullen we onze voorstellen proberen te integreren in de partijprogramma’s en vervolgens in de regeerakkoorden. Onze voorstellen zijn immers van belang voor de oplossing van grote sociale problemen. De bouw is een sleutelsector voor de toekomst. In de komende maanden zal Embuild zijn stem luid en duidelijk laten horen, maar tegelijk zullen we rond de tafel gaan zitten voor een constructief debat. Vandaag lanceren we bovendien een nieuwe website waar u alles over onze acties vindt. We staan voor een belangrijk jaar, maar Embuild is er klaar voor!” Het BouwForum werd afgesloten met een aangenaam netwerkmoment. Tot volgend jaar!
Met dank aan onze sponsors
Basisveiligheidsopleiding voortaan verplicht voor IEDEREEN die werkzaamheden verricht op een bouwwerf
Op 1 april 2022 trad een cao in werking die aan alle werknemers van het paritair comité 124 de verplichting oplegde om een (minimale) veiligheidsopleiding van 8 uur te volgen. Het heeft even geduurd, maar midden april verscheen in het Staatsblad dan het koninklijk besluit dat vanaf 15 april 2023 deze verplichting uitbreidt naar werkkrachten van alle andere paritaire comités die op onze tijdelijke en mobiele bouwplaatsen actief zijn.
Dat geldt onder meer voor het PC 111, PC 145 en PC 149.01. Maar daar blijft het niet bij. Ook alle zelfstandigen en alle vanuit de buitenlandse sociale zekerheid gedetacheerde arbeidskrachten (zowel zelfstandigen als werknemers) zullen voortaan onder de opleidingsplicht vallen!
Transitieperiode
Om een stormloop op de opleidingscentra te vermijden en de bedrijven de gelegenheid te geven om zich in regel te stellen, was er in de cao van het PC 124 een overgangstermijn voorzien van 6 maanden, die op initiatief van het bedrijf en na overleg met de syndicale delegatie of - bij gebreke daaraanna melding aan Constructiv, voor een tweede keer met 6 maanden kon worden verlengd. Deze overgangsperiode liep op 31 maart 2023 definitief ten einde.
Ook in het zopas gepubliceerde KB van minister Dermagne wordt een transitieperiode van 1 jaar voorzien. Dat betekent dat tegen uiterlijk 15 april
2024 iedereen van de nieuw gevatte categorieën zich in regel zal moeten stellen. Alleen arbeidskrachten (zowel zelfstandigen als werknemers) die voor het eerst op een bouwwerf aan de slag gaan, zullen al binnen de maand de opleiding moeten gevolgd hebben.
Tijdens de overgangsperiode van 1 jaar zullen de Inspecteurs van TWW in de eerste plaats begeleidend optreden.
Toepassingsgebied
De verplichting zal voortaan dus voor iedereen gelden die op een tijdelijke of mobiele bouwplaats “werkzaamheden uitvoert met betrekking tot het realiseren van een bouwwerk”, zoals opgesomd in artikel 2 van het originele KB over tijdelijke en mobiele werkplaatsen van 25 januari 2001. Met andere woorden: manuele arbeid. Intellectuele tussenkomsten zoals van architecten, techno-commerciële vertegenwoordigers of externe adviseurs die een werfvergadering bijwonen of van werf- of projectleiders, vallen buiten de scope. Maar als diezelfde werfleider een paar uur zou bijspringen om te helpen met-
selen of beton te storten, moet hij de opleiding wél gevolgd hebben!
Werknemers die uitsluitend in het atelier of magazijn actief zijn (onderhoudstechniekers, magazijniers, poetshulpen, bedieners van een betoncentrale …) vallen evenmin onder het toepassingsgebied. Behalve als er een tijdelijke betoncentrale zou worden geinstalleerd op de werf zelf. Dan geldt de verplichting weer wel.
KB strenger voor vrijstelling op basis van ervaring
In de cao waren twee vrijstellingsgronden ingebouwd om de opleiding niet te moeten volgen. De eerste op basis van minstens 5 jaar ervaring binnen het PC 124 in het blok van de laatste 15 jaar. Maar het KB wijzigt hier de spelregels, want het heeft het over 5 jaar in de laatste 10. En aangezien de wetgeving prevaleert, zal de cao op dit vlak moeten worden aangepast …
Voor op de payroll ingeschreven werknemers valt die 5 jaar ervaring makkelijk te bewijzen. Hoe zelfstandi-
gen dit moeten doen, staat niet in het KB gestipuleerd maar makkelijkst lijkt ons via een uittreksel uit de Kruispuntbank Ondernemingen.
Al een evenwaardige opleiding gevolgd?
Tweede vrijstellingscriterium in de cao is al een opleiding Basisveiligheid VCA of gelijkwaardig gevolgd hebben. En in het PC 124 werd op dit vlak een belangrijke rol weggelegd voor het sectoraal preventie-instituut Constructiv, dat de voorbije maanden ondertussen al 12 opleidingen als equivalent verklaarde. Een overzicht is beschikbaar op www.constructiv.be.
Uiteraard beschikt niet elk paritair comité over een eigen preventie-instituut en onder meer daarom bevat het KB geen dergelijke nominatieve lijst. De tekst zegt wel dat de bouwvakkers een attest moeten kunnen voorleggen van een opleiding die hen voldoende skills heeft bijgebracht in volgende vijf domeinen (Toezicht Welzijn op het Werk zal dit later ook controleren):
1 beschikken over een basiskennis van de rol en de taken van de actoren betrokken bij tijdelijke of mobiele bouwplaatsen;
2 beschikken over een basiskennis betreffende de organisatie van een efficiënte samenwerking op een tijdelijke of mobiele bouwplaats, met het oog op de veiligheid en gezondheid op de bouwplaats en het welzijn op het werk;
3 beschikken over een basiskennis van de algemene preventiebeginselen bedoeld in artikel 5 van de wet;
4 kennis hebben van de toepassing van de passende preventiemaatregelen;
5 inzicht hebben in en toepassen van veilig en gezond gedrag op een tijdelijke of mobiele bouwplaats.
Specifiekere regels rond de basisveiligheidsopleiding en bepaalde gelijkstellingen van opleidingen kunnen altijd vastgelegd worden in een cao binnen de betrokken paritaire comités, zoals dat ook in het PC 124 gebeurd is. En niet onbelangrijk: sectoraal erkende
vormingsinstellingen zijn verplicht om ook zelfstandigen in hun basisveiligheidsopleiding toe te laten.
Kwaliteitsborgingssysteem
Het KB stipuleert dat de opleiding gevolgd moet worden bij organisatoren die een kwaliteitsborgingssysteem toepassen en dat (eens de transitieperiode voorbij zal zijn) bij voorkeur vóór het aanvatten van de werkzaamheden en uiterlijk binnen de maand erna. Zonder verder te specifiëren, bepaalt het KB ook dat “de veiligheidsopleiding op regelmatige tijdstippen dient herhaald, tenzij de werkgever kan aantonen dat de kennis van de werknemers actueel blijft, door middel van regelmatige of continue opleiding of informatieverstrekking (bijvoorbeeld via toolboxmeetings) en via praktijkervaring.”
De bepalingen rond deze basisveiligheidsopleiding doen geen afbreuk aan eventuele strengere regels die van toepassing kunnen zijn in een bepaalde sector (bijvoorbeeld de chemie of petrochemie) of onderneming; of op de werknemers van een opdrachtgever die werkzaamheden verrichten op een tijdelijke of mobiele bouwplaats die zich bevindt op de terreinen van die opdrachtgever.
Controleplicht hoofdaannemer
Wat de naleving van de opleidingsverplichting betreft, zal het in de eerste plaats iedere zelfstandige zijn die zowel voor zichzelf als voor zijn eventueel personeel verantwoordelijk is en bij niet-naleving van de regels, een proces-verbaal en boete riskeert. Maar … daar zal het niet bij blijven. De Inspectie van Toezicht Welzijn op het Werk wijst er nogmaals op dat in geval van onderaanneming, ook de hoofdaannemer mee verantwoordelijk kan worden gesteld als er lager in de keten inbreuken worden vastgesteld. En dat op basis van artikel 29 van de Welzijnswet, dat stelt dat wanneer de bouwdirectie belast met de uitvoering van de werken, “kon weten” dat een onderaannemer de welzijnswetgeving niet respecteert, zij deze firma onmiddellijk had moeten weren.
Buitenlandse ondernemingen
De gedetacheerde werknemers en zelfstandigen vallen dus ook onder de verplichting. Tenzij ze kunnen aantonen dat ze reeds voldoen aan vergelijkbare voorwaarden inzake basisveiligheidsopleiding voor veilig en gezond werken op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen in een andere lidstaat van de Europese Unie.
In geval van twijfel over buitenlandse attesten, kunnen ondernemingen uit het PC 124 deze laten checken door het sectoraal preventie-instituut Constructiv, dat daarvoor over een lijst met erkende opleiders, alsook over contacten met vergelijkbare preventie-instituten binnen de Europese Unie beschikt.
Indien de gevolgde basisopleiding in ander EU-land niet voldoet aan de voorwaarden, het bewijs ervan niet is voorgelegd of niet voldaan wordt aan de vrijstellingsvoorwaarden, zullen de gedetacheerde werkkrachten de basisveiligheidsopleiding hier moeten volgen.
Communicatie
Anticiperend op de trend van steeds meer anderstalige bouwvakkers op de Belgische werven, nam het kabinet Dermagne in het KB ook een passage op die het belang benadrukt van een betere verbale en non-verbale communicatie. Vooral met betrekking tot het verstrekken van informatie, (veiligheids) instructies en bevelen. Elkaar niet begrijpen, leidt immers tot onveilige toestanden en meer arbeidsongevallen.
In dit verband verwijzen we nog eens naar de website www.buildingyourlearning.be, de databank van Constructiv, met tal van interessante publicaties over veiligheid. In een aantal gevallen ook al vertaalde tools zoals de Gids voor Welzijn in de Bouw, die intussen beschikbaar is in meer dan 10 talen!
Ook de basisveiligheidsopleiding zelf, zoals uitgewerkt door Constructiv, kan naast in onze drie officiële landstalen, inmiddels ook al worden aangeboden in het Engels, Pools, Roemeens, Russisch en Oekraïens. Voor de verplichte opleiding kun je uiteraard ook terecht in de erkende opleidingscentra van de lokale Embuild-entiteiten.
Wat is Build-Safe?
Met Build-Safe kiest u zelf à la carte uw verzekeringen die u in uw Build-Safepakket wil opnemen. Op deze manier geniet u van een bescherming op maat van uw bedrijf. Bovenop onze concurrentiële premies, geniet u zo van een bijkomende pakketkorting van 10%*!
Uit welke verzekeringen kunt u kiezen? Onze verzekering B.A. Bouwwerken en/of de verzekering Arbeidsongevallen vormen de hoeksteen van het pakket, één van deze verzekering moet onderschreven worden. Verder kunt u kiezen uit B.A. Motorrijtuigen, Machinebreuk, Construct-10 – Abonnementspolis, de verzekering Alle Bouwplaats Risico’s – Abonnementspolis, de brandverzekering Multirisk Handel/KMO of Woning, Ongevallenverzekering 24u/24.
In totaal moet u aan minstens 3 verschillende verzekeringen komen om te kunnen genieten van het Build-Safe voordeel.
“De bouw”… die is volop in beweging, en dat voelt u alle dagen. Maar er zijn ook andere zaken om mee rekening te houden: nieuwe bouwtechnieken, de digitalisering, veranderende wetgeving, heel wat administratie, … Genoeg in elk geval om u niet nog eens met uw verzekeringen bezig te houden.
Daarom ontwikkelde Federale Verzekering Build-Safe, het verzekeringspakket op maat van bouwbedrijven tot 5 werknemers. Zo hebt u uw handen vrij om in alle gerustheid te bouwen aan uw bedrijf en aan het huis van uw klant!
Wat zijn de voordelen voor u?
Met Build-Safe geniet u dus niet enkel van een verlaagd tarief van -10%, maar krijgt u ook een flexibel verzekeringspakket. U kiest enkel die verzekeringen die samen uw bedrijf optimaal verzekeren. U breidt uit of legt zich toe op een andere activiteit? Dan kunt u uw Build-Safe eenvoudig laten aanpassen… en dit zonder uw korting te verliezen!
Vraag nu uw kortingsbon aan. Zo kunt u genieten van uw Build-Safe-korting! Ga naar go.federale.be/build-safe-embuild
Daar bovenop zorgen wij voor administratieve eenvoud. U krijgt de nodige tools in handen om het overzicht op uw verzekeringen te bewaren, schadegevallen op te volgen, … en dit zowel met de Build-Safe verzekeringsmap als met het online BuildSafe dossier op My FEDERALE.
*Actievoorwaarden op go.federale.be/build-safe-embuild
En u kunt te allen tijde beroep doen op 1 centraal aanspreekpunt, onze regionale verzekeringsadviseur die u ter plaatse bijstaat en advies verleent. U kunt bijkomend altijd terecht bij ons Info Center.
Wij kennen ook de risico’s die u – als bouwondernemer – loopt. U kunt dus gerust rekenen op de meer dan 100 jaar ervaring van Federale Verzekering in het verzekeren van bouwrisico’s.
Redactie: Federale Verzekering
Als lid van de Confederatie Bouw, krijgt u – bovenop de Build-Safekorting – een werfradio cadeau*!
Wonen moet betaalbaar zijn
Elke Belg moet de kans krijgen te wonen in een comfortabele, energiezuinige en betaalbare woning. Maar die betaalbaarheid staat onder druk. De rentes zijn gestegen, net als de materiaalprijzen. De regelgeving en de procedures hinderen de bouw van woningen. Daarom is voor Embuild de betaalbaarheid van wonen een prioriteit. In de aanloop naar de verkiezingen van volgende jaar kaarten we het thema aan op alle politieke niveaus en bij alle relevante betrokkenen. In dit dossier vindt u alvast een stand van zaken.
Betaalbaar wonen in turbulente tijden
We zijn een land van huiseigenaars, maar het wordt steeds moeilijker voor jonge huishoudens om een betaalbare woning te vinden. Dat is een van de conclusies van een studie uitgevoerd op vraag van Embuild Vlaanderen door prof. Johan Albrecht van de faculteit Economie & Bedrijfskunde van de UGent.
Het was de afgelopen weken enkele keren in het nieuws: een fatsoenlijke woning dreigt onbetaalbaar te worden voor een aanzienlijk aantal huishoudens. Een pijnlijke vaststelling, want een slechts woning maakt ongezond – en dat moet u letterlijk nemen. Tijdens de presentatie van zijn onderzoek op een studiedag van Embuild Vlaanderen, citeerde prof. Albrecht de paper The impact of housing conditions on mortality in Belgium (1991-2016) van Joan Damiens. Die legt een verband tussen de woontoestand en het sterftecijfer in België tussen 1991 en 2016. De resultaten zijn ontnuchterend.
In de periode 2011-2015 was het sterftecijfer van mensen die in woningen van lage kwaliteit leefden 25 procent hoger dan van mensen in woningen van betere kwaliteit. Deze 25 procent bleef over nadat de invloed van andere factoren zoals opleiding, werk of inkomen weg gefilterd was.
Hetzelfde verschil werd gevonden tussen eigenaars en huurders. Helemaal verbazingwekkend is dat niet. In 2011 was negen op tien van de Belgen die in een woning van slechte kwaliteit leefden, immers huurder.
In de periode 2011-2015 lag de levensverwachting van huiseigenaars bijna 5,7 jaar hoger dan die van huurders in het geval van mannen. Bij de vrouwen was het verschil in levensverwachting 3,8 jaar.
Deze verschillen zijn bovendien toegenomen in de loop der tijd. Bij mannen waren ze ongeveer een kwart kleiner in de periode 1992-1996, bij de vrouwen ongeveer een derde.
Fiscale maatregelen
De overheid heeft recent en minder recent maatregelen genomen om de betaalbaarheid van woningen te verbeteren. Het ging hoofdzakelijk om fiscale ingrepen. Prof. Albrecht stelt de vraagt of die volstaan. Het is voor Embuild evident dat fiscale maatregelen gunstig kunnen zijn, zoals de lagere btw-tarieven voor renovaties voor sloop gevolgd door heropbouw tot woning. Maar men moet tegelijk rekening met misschien ongewenste neveneffecten.
Een working paper van de Nationale Bank uit 2022 kwam tot de conclusie dat de recente verlaging van de registratierechten van 6 naar 3 procent in Vlaanderen de huisprijzen gemiddeld met 3 procent deed stijgen. De grootste winnaars van deze stijging waren de goedkoopste woningen, waarvan de prijs gemiddeld met 7 procent steeg. Maar het gevolg daarvan kan zijn dat de huurders van goedkope woningen de grootste verliezers zijn. Het is mogelijk dat voor hen de huur op de korte termijn zal stijgen.
Europese vergelijking
De studie keek ook naar het aandeel huishoudens met zeer hoge uitgaven voor huisvesting, waarbij “zeer hoog” gedefinieerd werd als meer dan 40 procent van het beschikbare inkomen. In België was dat in 2021 ongeveer 5 procent. Dat is minder is dan het gemiddelde in de Eurozone en ook minder dan buurlanden als Duitsland (ongeveer 10 procent) en Nederland (ongeveer 12 procent). Opvallend is het hoge aandeel in Denemarken, ongeveer 18 procent.
Het aandeel huishoudens met achterstal-
Tabel 1.
De woonmarkt in België en vergelijkbare landen. De som van de percentages in de eerste drie kolommen is voor Frankrijk kleiner dan 100. Dat heeft wellicht te maken met het grote aandeel tweede eigendommen in dat land.
lige betalingen van de woonkosten, inbegrepen de verbruikskosten, was in ons land in 2021 ongeveer 4 procent. Dat is veel minder dan het gemiddelde voor de Eurozone dat ongeveer 9 procent bedraagt. Het is ook minder dan in onze buurlanden, met uitzondering van Nederland. Daar lag het aandeel op iets meer dan 2 procent.
Hotel Ma & Pa
Het voorgaande suggereert dat het in ons land wel meevalt met die betaalbaarheid van woningen, of toch vergeleken met de rest van Europa. Maar die conclusie mag niet te snel getrokken worden. Er is namelijk ook een verband met de leeftijd. Wie jong het ouderlijke huis verlaat, verdient doorgaans ook minder en zal een hoger aandeel van het inkomen aan huisvesting moeten besteden.
Meer dan 90 procent van de Belgische mannen tussen 20 en 24 jaar is nog thuis gedomicilieerd. Bij de vrouwen is dat iets meer dan 80 procent. Iets meer dan 40 procent van de mannen en iets meer dan 25 procent van de vrouwen tussen 24 en 29 jaar woont nog thuis.
Vergeleken met onze buurlanden en met Denemarken zijn de Belgische jongvolwassenen opvallend sterk gehecht aan Hotel Ma & Pa. In de leeftijdscategorie 20 tot 24 jaar is slechts ongeveer 30 procent van de Deense mannen en ongeveer 20 procent van de Deens vrouwen nog thuis gedomicilieerd. Dat verklaart wellicht mee waarom in dat land zoveel huishoudens een groot aandeel van hun inkomen aan huisvesting besteden.
Maar waarom verlaten Denen en ook Nederlanders zo jong het ouderlijke huis? Dat blijkt samen te hangen met hun participatie op de arbeidsmarkt. Er bestaat een vrij duidelijke correlatie tussen de activiteitsgraad van jongeren van 15 tot 29 jaar en de gemiddelde leeftijd waarop ze het ouderlijke huis
35 (2017)
verlaten. Hoe hoger de activiteitsgraad, hoe lager de leeftijd waarop een jongere het huis verlaat. Bijna 70 procent van de Denen van in deze leeftijdscategorie heeft een baan of een baantje, en de gemiddelde leeftijd waarop ze het huis verlaten is dus amper 21 jaar. In ons land hebben jongeren daarentegen veel minder vaak een job.
De Belgische woonmarkt
Tabel 1 bewijst wat iedereen eigenlijk al weet: we zijn een land van eigenaars. De huurmarkt is ons land klein vergeleken met onze buurlanden. Het aandeel sociale huur ligt in België zelfs opvallend veel lager.
De laatste kolom van de tabel laat evenwel ook zien dat het percentage jongere eigenaars in België lager ligt dan het totale percentage eigenaars. Het lijkt erop dat het moeilijker is geworden voor jongeren om eigendom te verwerven.
Volgens prof. Albrecht kan dat verschillende oorzaken hebben. De vastgoedprijzen waren in de voorbije jaren hoog. Dat verplichtte een eigen inbreng. Maar die komt niet zelden van welvarende ouders en die zijn ongelijk verdeeld over de bevolking. Daarnaast zijn ook de structurele veranderingen op de arbeidsmarkt een mogelijke verklaring: minder jobzekerheid, meer deeltijdse arbeid enzovoort. Bovendien geven de banken na de crisis van 2008 wellicht de voorkeur aan zogenaamde prime-profielen , dus tweeverdieners met stabiele en goedbetaalde banen.
De globalisering zet de lonen onder druk, maar lage lonen leiden doorgaans tot slechter wonen. De factuur is voor de maatschappij.
Toegang tot de huurmarkt
Volgens tabel 1 zijn er in ons land veel eigenaars, maar in zekere zin is dit een blik op het verleden, op het aantal Belgen dat in staat was om een woning te kopen. Maar hoe
" Meer dan 90 procent van de Belgische mannen tussen 20 en 24 jaar is nog thuis gedomicilieerd. Bij de vrouwen is dat iets meer dan 80 procent. "
Aandeel huishoudens met achterstallige betalingen inzake woonkosten (inclusief verbruikskosten)
Aandeel fiscale huishoudens (%) met toegang tot de nieuwbouwmarkt; hogere rente duwt deel kandidaat nieuwbouwers naar koopmarkten
België relatief
scoort
vergelijking
buurlanden.
zit het met de modale Vlaming die zich nu op de koop- of huurmarkt wil begeven? Dat is een cruciale vraag. En het antwoord is dat zowel kopen als huren moeilijk is voor een grote groep.
Prof. Albrecht verdeelde de Vlaamse fiscale huishoudens in tien groepen van 375 000 en keek naar het inkomen in 2020 zoals aangegeven in de fiscale aangifte.
De groep huishoudens met het hoogste inkomen verdiende netto gemiddeld 8716 euro per maand. Voor de groep daar net onder was dat afgerond 5000 euro. Dat contrasteert sterk met de andere zijde van de verdeling. De groep met het laagste inkomen verdiende per maand netto gemiddeld slechts 249 euro. Voor de groep huishoudens daar net boven was dat 1122 euro. Deze inkomenscategorie houdt bij een relatief lage huurprijs van 650 euro per maand slechts 29 procent van het gemiddelde inkomen over nadat de verbruikskosten van de woning betaald zijn. Als de huurprijs 800 euro per maand bedraagt, blijft zelfs maar 6 procent van het inkomen over.
De op twee na laagste inkomenscategorie heeft netto een gemiddeld inkomen van 1476 euro per maand. Ook een huishouden in deze categorie houdt daarvan slechts 29 procent over als het een woning van 800 euro per maand huurt.
Toegang tot koopmarkt
De toegang tot de koopmarkt hangt niet alleen af van het inkomen maar ook van de rente op hypothecaire leningen en van de eigen inbreng van een huishouden. Om een schatting te maken, ging de studie van prof. Albrecht ervan uit dat de aflossing minder dan 40 procent van het inkomen moet zijn.
De stijgende rentes vormen duidelijk een bedreiging voor de lagere inkomens. Als de rente 1,25 procent is, kan een gezin in de op één na laagste inkomenscategorie 95 000 euro lenen. Bij een rente van 4,3 procent daalt dat tot 73 300 euro, een verschil van bijna 22 000 euro.
Hoeveel Vlaamse huishoudens kunnen zich in deze situatie een nieuwbouwwoning veroorloven? Laten we ervan uitgaan dat een halfopen bebouwing met een oppervlakte onder de 140 vierkante meter 470 000 euro inclusief btw kost. Zonder eigen inbreng en met een lening aan 1,25 procent is dat betaalbaar voor 16 procent van de huishoudens. Bij een rente van 3,5 procent daalt dat naar 11 procent. Met een eigen inbreng van 125 000 euro zijn deze percentages respectievelijk 31 en 22 procent, een verschil van 9 procentpunten.
Dezelfde berekening kan gemaakt worden voor een appartement van 290 000 euro. De conclusie is in grote lijnen dezelfde. Bij een hogere rente ligt het aandeel gezinnen dat zich nieuwbouw kan permitteren 5 tot 10 procentpunten lager. De hogere rente duwt dus een aanzienlijk deel van de huishoudens weg uit de nieuwbouwmarkt.
Wat met de markt van bestaande woningen? De studie van prof. Albrecht vertrok van de mediaanprijzen in het derde kwartaal van 2022. Voor een gesloten of halfopen bebouwing was deze 295 000 euro. Dat is goedkoper dan de halfopen nieuwbouw die we net als voorbeeld namen. Daardoor kunnen ongeveer dubbel zoveel gezinnen zich een dergelijke woning veroorloven. Maar ook het aantal gezinnen dat door een hogere rente uit deze markt geduwd wordt, is hoger en ligt in de meeste situaties boven 10 procent van alle huishoudens.
Prijsstijgingen op alle vlakken
Een eerste aspect dat een sterke invloed heeft op de betaalbaarheid van woningen zijn de energieprijzen. Volgens data van de Vlaamse energieregulator VREG waren de gemiddelde geschatte jaarkosten voor gas in september 2022 gestegen tot bijna 6000 euro. Daarna volgde gelukkig een daling tot een kleine 2000 euro in februari van dit jaar. Het gaat hier om de totale kosten, inbegrepen distributie, btw en dergelijke. Voor elektriciteit zijn de overeenkomstige bedragen ongeveer 3250 euro in september 2022 en ongeveer 1400 euro in februari dit jaar.
Daarnaast zijn er de sterk gestegen materiaalprijzen. De gemiddelde prijs van de bouwmaterialen is met 40 procent toegenomen in de voorbije twee jaar. En voor sommige materialen waren de stijgingen nog groter: hout plus 104 procent, ijzer en staal plus 163 procent en metalen constructiewerken plus 171 procent.
En ten slotte zijn er de vastgoedprijzen, die eveneens sterk stegen. Eind 2022 betaalde je voor een huis in gesloten of halfopen bebouwing in Vlaanderen gemiddeld 280 000 euro. Dat is 7,7 procent meer dan in het eerste semester van 2021. De huizen in open bebouwing stegen met 6,8 procent naar 390 000 euro; appartementen werden 6 procent duurder en kostten 230 000 euro.
Ook huurder ontsnappen niet aan de prijsstijgingen. De huur die ze betalen, kan verhoogd worden met de gezondheidsindex, en die steeg alleen al in het afgelopen jaar met 11 procent. Over de voorbije twee jaren bedroeg de stijging 14 procent. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat sinds 1 oktober
2022 de huur van woningen zonder EPC-attest en woningen met een EPC-label E of F niet geïndexeerd mag worden. Voor woningen met een EPC-label D wordt de indexering gehalveerd.
Versnelde energetische renovatie
Woningen betaalbaar houden is een complex probleem met verschillende aspecten. Eén daarvan is dat ons woningbestand dringend energiezuiniger gemaakt moet worden in de strijd tegen de klimaatverandering. Tabel 1 vertaalt het energieverbruik naar energiekosten.
De studie van prof. Albrecht keek vooral naar de vraag, of anders gezegd: naar de draagkracht van gezinnen die willen huren of kopen. Maar Embuild Vlaanderen kijkt ook naar het aanbod, en wijst erop dat enkele provincies plannen opgesteld hebben die de betaalbaarheid van het wonen in het gedrang brengen. Februari
Tabel 1.
Schatting van de verwarmingskosten per jaar van een woning in euro, gebaseerd op de energieprijzen van februari 2023 en september 2022.
Om de langetermijndoelstellingen van 2050 te halen, moet er een tweesporenbeleid komen, met één spoor gericht op een energetische renovatie wanneer de woning van eigenaar verandert, en een ander spoor gericht op de huidige eigenaars. Embuild pleit voor het benutten van alle sleutelmomenten in het leven van de eigenaar en de woning (zie tabel 2).
In de afgelopen vijf jaar werden gemiddeld 60 000 bestaande huizen en 25 000
bestaande flats verkocht. Van de flats kreeg 12 procent in 2021 een EPC-certificaat E of F. Bij de huizen was dat maar liefst 42 procent.
Sinds kort geldt er een renovatieverplichting als een woning van eigenaar verandert. Daarbij is label A het einddoel voor ieder huis en appartement tegen 2050. Op weg daarnaartoe zijn vier momenten vastgesteld waarop de lat hoger gelegd wordt. Binnen vijf jaar na overdracht moet label D gehaald worden vanaf 2023, label C vanaf 2028, label B vanaf 2035 en label A vanaf 2040. Bij de flats zijn er twee kleine verschillen: label B moet vanaf 2040 gehaald worden en label A vanaf 2045.
Loont het om de woning energiezuinig te maken omdat je de huur dan kunt indexeren?
De gemiddelde huurprijs van een huis was vorig jaar 960 euro per maand.
Een indexatie in oktober vorig jaar zou dat opgetrokken hebben met 108 euro.
Met dat bedrag kun je een lening van 20 000 euro aan 3 procent afbetalen in twintig jaar. Een woning opwaarderen van EPC-label E naar C kost naargelang de woning ongeveer 30 000 euro.
Conclusie
In tijden van hoge inflatie wordt het voor gezinnen steeds moeilijker om voldoende eigen middelen te verwerven voor de bouw van een woning. De aankoopkost stijgt vaak sneller dan een gezin kan sparen. Bovendien stijgt, als ze nog geen eigenaar zijn van een woning, ook de huishuur snel waardoor ze nog minder kunnen sparen.
Solvabele gezinnen die normaal een hypothecaire lening veilig kunnen afbetalen,
komen vandaag in een negatieve spiraal terecht. Daarbij vergroot het risico dat hun woonlasten onbetaalbaar worden. Zo kunnen ze zich als huurder ook niet beschermen tegen hogere energieprijzen door een energierenovatie uit te voeren.
Wat stelt Embuild voor?
Volgens Marc Dillen (directeur-generaal Embuild Vlaanderen) moet de vicieuze cirkel van steeds stijgende woonlasten doorbroken worden, en moet er hulp komen voor huishoudens die niet genoeg spaargeld en dus niet genoeg eigen inbreng hebben.
Marc Dillen: “We vragen dat de Vlaamse regering, in analogie met de energielening, een achtergestelde lening met uitstel van betaling in het leven roept voor potentiële kopers van een nieuwe woning. Deze lening kan bij huishoudens een gebrek aan eigen middelen opvangen.”
“Met dit voorstel kunnen huishoudens met te weinig eigen middelen de eerste jaren van een hypotheeklening overbruggen. Zo kunnen zij onmiddellijk profiteren van een energie-efficiënte woning en bijgevolg laag energieverbruik. Gezinnen die hiervan gebruik maken, betalen de lening terug, waardoor de kosten voor de overheid beperkt blijven. De enige kost voor de overheid is een rentekorting.”
Vooral bij nieuwbouw is de initiële investeringskost hoog aangezien alle investeringen in isolatie, hernieuwbare energie en duurzame technieken moeten gebeuren bij aanvang van het project. Zelfs als blijkt dat nieuwbouw op lange termijn de meest budgetvriendelijke en duurzame keuze is, haken gezinnen vandaag af omdat ze onvoldoende eigen middelen kunnen voorleggen bij de start van hun project.
Communicerende vaten
De woonmarkten in Vlaanderen, zowel het huur- als koopsegment, zijn verbonden. Hoe minder eigenaars, hoe meer druk op de huurmarkten. En vooral de kwetsbare huishoudens zijn daar de dupe van. Daarom is het van groot belang om het eigenaarspercentage in ons land op peil te houden.
Potentiële eigenaars die kampen met te weinig eigen middelen, kun je helpen met een eenmalig duwtje in de rug. Daardoor komen zij niet terecht op de private huurmarkt en brengen zij geen verdere stijgingen van de huurprijzen teweeg. Die stijgingen zijn het
pleit voor de oprichting van een Observatorium dat klaarheid en transparantie schept en de cumul van niveaus waarop beslissingen genomen wordt, weg filtert. "Tabel 2. De sleutelmomenten in het leven van een bestaande woning.
gevolg van de inelasticiteit van onze koop- en huurmarkt. Dat betekent dat het aanbod de vraag onvoldoende kan volgen.
Marc Dillen: “Met het voorstel van Embuild Vlaanderen kan je bijgevolg de cascade van inkomensgroepen richting de huurmarkten milderen. Want mocht die cascade ten volle op gang komen, worden lagere inkomensgroepen verder verdreven uit de private huurmarkten. Daardoor zouden de ellenlange wachtlijsten voor sociale (huur)woningen nog meer stijgen. En tegen het huidige ritme duurt het nu al bijna 100 jaar om die weg te werken. Om de grote noden van kwetsbare huishoudens sneller in te vullen, ondersteunt Embuild Vlaanderen onder andere het nieuwe stelsel van geconventioneerd huren. In ruil voor een subsidie, zetten investeerders de huurprijs lager dan de marktprijs. Zo krijgen kwetsbare huishoudens veel sneller toegang tot een energiezuinige woning.”
Fout bezig
Ten slotte is er volgens Embuild Vlaanderen een overkoepelend orgaan nodig dat in het oog houdt welke obstakels er bestaan voor betaalbaar wonen. Sociale huisvesting is één ding maar daartegenover staat dat elders in het beleid, bijvoorbeeld op het vlak van de ruimtelijke ordening of de vergunningen, soms maatregelen genomen worden die het moeilijker maken om het aanbod van betaalbare woningen te vergroten.
Bijvoorbeeld de provincies Vlaams-Brabant en Antwerpen zijn volgens Embuild Vlaanderen op dit gebied fout bezig. Er is op dit moment geen Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. De provincies maken van die leemte gebruik om zich te manifesteren en zelf beleidsplannen op te maken voor het ruimtelijke beleid. Maar volgens Embuild Vlaanderen onderschatten ze daarbij de toekomstige woonbehoeften.
Marc Dillen: “Het gevolg is dat Antwerpen en Vlaams-Brabant plannen opgesteld hebben die woningbouw te veel afremmen. In het plan van de provincie Antwerpen wordt op een totaal van 56 000 hectare woongebied 14 000 hectare buiten de kernen onbeschikbaar voor wonen gemaakt. Ook in heel wat dorpskernen mogen er geen woningen bijkomen. In verschillenden bestaande woongebieden gaat het de facto om een woonstop.”
De bevolkingstoename zou opgevangen moeten worden door de grotere kernen en de steden, maar het is onduidelijk hoe dat kan.
Met de maatregelen die Embuild Vlaanderen voorstelt, kan iedereen over tien jaar in een comfortabele en betaalbare woning leven.
De provincie heeft geen plan klaar om tijdig kwaliteitsvolle alternatieven te voorzien voor de 100 000 huishoudens die er bijkomen tegen 2050 in de provincie Antwerpen. Het gevolg is dat de prijzen van woningen fors zullen stijgen.
Vlaams-Brabant
In Vlaams-Brabant bakent het voorstel van plan deelgebieden af waar men extra streng is voor verkavelingen en het opsplitsen van woningen. Maar wat ontbreekt, is een beleid dat zegt waar dan wél nieuwe woningen kunnen komen. Bovendien hebben sommige gemeenten in Vlaams-Brabant fiscale regimes ingevoerd die bouwen alleen maar duurder maken.
Marc Dillen: “Aangezien de deelgebieden een nieuw niveau creëren naast het gemeentelijke, provinciale en gewestelijke niveau, dreigt er ook een administratieve nachtmerrie te ontstaan voor de vergunningen. Er ontstaan bijkomende administratieve mogelijkheden om vergunningen aan te vechten.”
Observatorium
Wonen is tegenwoordig onderworpen aan eisen en regelgevingen op talrijke vlakken, niet alleen ruimtelijke ordening maar ook milieu, energieprestaties, fiscaal enzovoort. Allemaal hebben ze een impact op het aanbod aan woningen maar er bestaat nog te weinig transparantie over de wisselwerking tussen deze aspecten.
Marc Dillen: “Daarom pleit Embuild Vlaanderen voor de oprichting van een Observatorium dat klaarheid en transparantie schept op dit vlak en de cumul van niveaus waarop beslissingen genomen wordt, weg filtert.”
Fiscaliteit en wetgeving die wonen ondersteunen: het kan
Embuild is ondubbelzinnig: de verlaagde btw-tarieven op bouwwerken, inbegrepen de verlaagde btw op sloop gevolgd door heropbouw tot woning, moeten blijven bestaan en zelfs uitgebreid worden. Daarnaast moeten de vergunningszaken die bij de Raad van State terechtkwamen, vlot getrokken worden. En de consument heeft het recht op de bescherming die de wetBreyne hem biedt.
Het onderzoek van prof. Albrecht (zie blz. 16 in dit dossier) is een bevestiging van wat een enquête van Embuild aan het licht bracht: de betaalbaarheid van woningen maakt de Belg ongerust. 75 procent van wie eigenaar wil worden, geeft aan dat de kosten van grond, de bouwkosten en de prijs van bestaande woningen een probleem zijn. De huurprijs vormt een probleem voor eenzelfde percentage van de huurders. Meer dan de helft van de eigenaars wijst ook nog op de normen voor energierenovatie als een probleem. Eveneens is de helft van hen van mening dat het gebrek aan financiële middelen het belangrijkste obstakel is voor energierenovatie. Bovendien meldde bijna de helft van de eigenaars problemen met de terugbetaling van hun krediet, hoewel de enquête uitgevoerd werd vóór de recente rentestijgingen, toen de hypotheekrente historisch laag stond.
Fiscale stimuli
Zoals opgemerkt in het artikel over de studie van prof. Albrecht, is Embuild een voorstander van aangepaste fiscale ingrepen die de betaalbaarheid van woningen verbeteren.
Wat de btw betreft, bestaat er nu het verlaagde tarief van 6 procent voor een hele reeks werken aan privéwoningen: renovaties van woningen die meer dan 10 jaar oud zijn, de plaatsing van diverse installaties die met
energie te maken hebben in nieuwe woningen of woningen die nog geen 10 jaar oud zijn. Daarnaast is er natuurlijk het tijdelijk verlaagde btw-tarief voor sloop gevolgd door heropbouw tot woning.
Aan deze verlaagde tarieven mag niet geraakt worden. Ze moeten zelfs uitgebreid worden. Het verlaagde tarief voor sloop en heropbouw moet daarnaast permanent worden. De ervaring wijst namelijk uit dat het werkt. In 2021 werd deze btw-verlaging 14 820 keer aangevraagd, en het jaar daarna 9995 keer. Het heeft dus bijgedragen aan de verschuiving naar een duurzaam woningaanbod.
Maar er is niet alleen de btw. Ook op verschillende andere niveaus heeft fiscaliteit een invloed op de huisvestingskosten en op de draagkracht van gezinnen om een woning de financieren, te renoveren of energiezuinig te maken. Een modernisering van de belastinggrondslag voor de onroerende inkomsten moet bijvoorbeeld rekening houden met de energieprestaties van de woningen.
Er bestaan al fiscale stimulansen voor de energierenovaties van huurwoningen. Maar zij helpen slechts in beperkte mate, want ze staan alleen in de vennootschapsbelasting, dus voor professionele huurders. Dergelijke stimulansen moeten er ook de personenbelasting komen, want het zijn vooral particulieren die een woning huren.
De personenbelasting beïnvloedt ook het huuraanbod via de verschillende fiscale be-
handeling van beleggingen in roerende of onroerende goederen. De verhouding tussen deze twee mag niet slechter worden ten nadele van onroerend goed. Dat zou het minder aantrekkelijk maken voor potentiële verhuurders om te investeren in een woning, en dus ten koste gaan van het aanbod op de huurmarkt.
Embuild is daarnaast tegen fiscale hervormingen die het kopen of bezitten van vastgoed duurder maken. Als men de werkelijke huurinkomsten en meerwaarde wil belasten, dan moet daar zeker tegenover staan dat alle werkelijke kosten aftrekbaar worden. Dan moeten dus ook de kosten voor herstellingen, onderhoud en renovaties aftrekbaar worden, naast de verzekering en de andere jaarlijkse kosten voor het beheer van een woning.
Hypothecaire leningen
Verreweg de meeste consumenten die een woning kopen, gaan daarvoor een hypothecaire lening aan. Hoeveel ze kunnen lenen, hangt onder meer af van hun terugbetalingscapaciteit. Als kredietverstrekkers deze beoordelen, gaan ze al in de richting van een geval-per-geval-aanpak. Maar daarbij houden ze doorgaans nog geen rekening met de energieprestaties van de woning, hoewel de terugbetalingscapaciteit groter zal zijn bij zuinige en zeer zuinige woningen.
Embuild pleit ervoor dat kredietverstrekkers ook de gebruikskosten in overweging nemen. Dat stelt gezinnen beter in staat een energie-efficiënte woning te financieren. Bovendien zullen de kredietverstrekkers beter beschermd zijn tegen wanbetaling.
Voor Embuild moet het wel gaan om een positieve, belonende differentiatie ten gunste van de consument die een zuinige woning koopt. Een negatieve differentiatie als de woning minder energie-efficiënt is, zou de koper minder kansen geven om het pand zuiniger te maken. Bovendien zou het risico toenemen dat de vastgoedprijzen dalen. Een vastgoedcrisis zoals die in 2008 in de Verenigde Staten zou economische gevolgen hebben die we beter vermijden.
Vergunningen
Het duurt normaal gezien al erg lang voor je een omgevingsvergunning krijgt voor bouwwerken. Volgens een onderzoek door de beroepsorganisatie van de vastgoedsector (BVS) uit 2019 zou de doorlooptijd 20 tot 30 maanden lang zijn, naargelang het gewest. En als er beroep wordt aangetekend, wordt hij nog langer.
De rechtsonzekerheid in geval van een beroep, en de lange doorlooptijden in het algemeen, hebben een negatieve economische impact die niet meer te verantwoorden is. De opvolging van een vergunningsdossier kan flinke administratieve kosten veroorzaken. Tegelijk is er wellicht ergens een particulier die langer moet huren, in afwachting van een nieuwe woning. Als de bouwkosten stijgen terwijl men op een vergunning wacht, wordt het project duurder enzovoort.
Om de bouwkosten te beheersen, moeten vergunningsprocedures dus korter worden. Dat is grotendeels een gewestelijke bevoegdheid, maar ook de Raad van State speelt een rol. Helaas is die overbelast, wat tot vertragingen leidt bij de behandeling van betwiste vergunningsdossiers. Embuild vraagt dus dat de Raad van State meer middelen krijgt, om de doorlooptijd van hangende vergunningsdossiers te versnellen.
Wet-Breyne
Op een gezonde woningmarkt hebben gezinnen niet alleen nood aan rechtszekerheid maar ook aan bescherming. De wet-Breyne garandeert deze voor gezinnen die een nieuwbouwwoningen willen optrekken of kopen. Ze is van dwingend recht en in principe kan er dus niet van afgeweken worden.
Deze wet zit goed in elkaar. Volgens Embuild moet ze haar specifieke karakter behouden. Een uitbreiding naar casco- of renovatieprojecten is ongewenst. Ook het systeem van financiële garanties, dat gelinkt is aan de financiële soliditeit van de ondernemingen, moet intact behouden blijven.
Maar Embuild stelt wel vast dat dat de toepassing van de wet-Breyne onvoldoende gecontroleerd wordt. Dat creëert een opening voor aannemers die de wet proberen te omzeilen. De consument is daarvan het eerste slachtoffer. Maar ook voor de reputatie van de sector is dit niet goed.
Volgens Embuild moet er een beter handhavingsbeleid voor de wet-Breyne uitgewerkt worden. Dat vereist eerst en vooral dat de economische inspectie daarvoor de middelen krijgt. Maar daarnaast is er meer bewustmaking van de consument nodig. Dit is een taak voor de FOD Economie. Een notaris zou altijd vóór de ondertekening moeten controleren of een verkoopcompromis of een verkoopbelofte in overeenstemming zijn met de Wet-Breyne.
Explosie van consumentenkredieten voor energetische renovaties
Voor de betaalbaarheid van woningen bestaat een interessante barometer: de hypothecaire kredieten en de consumentenkredieten voor werken aan woningen. Een blik op de cijfers laat twee trends zien: van 2021 tot 2022 daalden de hypothecaire kredieten met 5 procent, maar er was tegelijk een explosie van consumentenkredieten voor energetische renovaties.
We gingen uitleg vragen aan Bart Vervenne, de voorzitter van de Beroepsvereniging van het Krediet. Als iemand de trends kan toelichten, dan is hij het wel. BVK vertegenwoordigt 90 procent van de markt van hypothecaire kredieten en 95 procent van de consumentenkredieten.
17 procent daling
Wie de cijfers in iets groter detail onderzoekt, ontdekt in 2022 eigenlijk twee trends. In de eerste helft van dat jaar was er een toename van het aantal verstrekte kredieten, gevolgd door een afname in de tweede helft. Bart Vervenne: “Vergeleken met de eerste helft van 2021 steeg dat bedrag met meer dan 10 procent in de eerste helft van 2022. Maar onder meer de stijgende rentevoeten en de energiecrisis hebben een toenemende impact gehad op de terugbetalingscapaciteit, en dus ook op de kredietverlening. Het vertrouwen van de consumenten werd aangetast, en ze hebben hun kredietaanvragen op de lange baan geschoven. Het bedrag van de toegekende kredieten lag 4 procent lager dan in de tweede helft van 2021. Dat was ook voelbaar in de bouwsector denk ik. De activiteit daar vertraagde in de tweede helft van 2022, met een zeer sterke stijging van de materiaalprijzen die aanhield, gekoppeld aan de gestegen rentevoeten.”
In 2022 werden ongeveer 255 000 hypothecaire kredieten toegekend, 5 procent minder
dan in het jaar daarvoor. Het totale toegekende kredietbedrag was bijna 43 miljard euro. Maar onder dat gemiddelde gaat een veel grotere daling in het laatste trimester van 2022 schuil. Toen waren er ongeveer 71 000 kredietaanvragen ter waarde van iets meer dan 12,5 miljard. Dat is een daling met 9 procent vergeleken met het laatste trimester van 2021.
De voorbije jaren waren natuurlijk zeer woelig. Het laatste jaar vóór de coronacrisis was 2019. Vergeleken daarmee was er zelfs en daling van meer dan 17 procent.
Doel van het krediet
De evolutie van de toegekende hypothecaire kredieten varieert naargelang het doel van het krediet. Tussen 2021 en 2022 ging het aantal kredieten voor de aankoop van een woning van 137 302 naar 142 273. Dat is een stijging met 3,6 procent. Het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing ging van 11 588 naar 12 386, opnieuw een stijging en wel met 6,9 procent.
De hypothecaire kredieten voor de bouw van woning gingen daarentegen van 37 792 naar 34 944, een daling van 7,5 procent. Bij de kredieten voor de renovatie van een woning was er zelfs een daling van 17,3 procent (van 63 067 naar 52 163).
Een gemengd beeld dus, maar dat verdwijnt als de vergelijking gemaakt wordt met 2019. Dan is er elk segment een daling.
Bart Vervenne: “Voor de aankoop van een woning bedraagt deze ongeveer 13,5 procent, en voor de bouw van een woning ongeveer 18,5
procent. De krimp bedraagt 24 procent voor de woningrenovaties en 33 procent voor de aankoop met verbouwing.”
Een vergelijking van de geïnvesteerde bedragen met 2021 toont een stijging van 10 procent van de kredieten voor de aankoop van een woning, een forse toename. Bij de kredieten voor de aankoop met renovatie was er een stijging van 4,4 procent. Bij de kredieten voor het bouwen van een woning was er daarentegen een daling van 3,7 procent, die oploopt tot 17 procent voor hypothecaire renovatiekredieten.
Consumentenkrediet
Maar dat waren dus de hypothecaire kredieten. Consumentenkredieten worden doorgaans gebruikt voor zaken als de aankoop van een auto, voor een nieuwe keuken, een nieuwe badkamer of een andere renovatie, voor zonnepanelen, isolatie of andere energiebesparende ingrepen enzovoort. De ontleende bedragen zijn kleiner dan bij hypothecaire kredieten.
Hier stelde BVK – dat dus 95 procent van deze markt vertegenwoordigt - een opvallend hoge stijging voor renovaties vast. En de grootste stijging was er voor energetische renovaties. In 2021 werden er nog 29 000 kredieten van dit laatste type verstrekt. In 2022 waren er dat 61 000 geworden, met een totale waarde van bijna een miljard euro.
Bart Vervenne: “Een ongelofelijke boom, meer dan een verdubbeling in één jaar. Steeds vaker zijn consumentenkredieten bestemd voor projecten die bijdragen aan de groene energietransitie. Over het algemeen gaat het om investeringen in fotovoltaïsche installaties en zonnepanelen, in warmtepompen, in isolatie enzovoort. De energiecrisis van vorig jaar heeft de Belgen zeer bewust gemaakt van de energieprestaties van hun woning. Om deze te verbeteren wordt gemiddeld tussen 30 000 en 50 000 euro geïnvesteerd. Dankzij dergelijke consumentenkredieten zijn duurzame investeringen mogelijk en is onze samenleving in staat de groene bocht te maken.”
Ook bij de gewone, niet-energetische renovaties is er een stijging van de consumentenkredieten, al is die minder uitgesproken.
In 2021 werden 40 000 dergelijke kredieten toegekend, en het jaar daarop 54 000, een toename van meer dan een derde.
Stabiel wettelijk kader
Gezien de ambities van de Europese Green Deal zullen er in de komende jaren talrijke miljarden nodig zijn voor de renovatie van het Belgische gebouwenbestand. Maar Bart Vervenne waarschuwt.
Bart Vervenne: “Op dit gebied is het zeer belangrijk dat de wetgever een helder en stabiel wettelijk kader creëert. Volgens een recente juridische interpretatie door het Hof van Cassatie van artikel 91 van boek VII van het wetboek van Economisch Recht is een kredietverstrekker altijd verantwoordelijk voor de goede afwerking van de investeringen die door hem gefinancierd worden, zelfs al bestaat er geen enkele band tussen de kredietverstrekker en de installateur.”
“Maar wat gebeurt er als de ontlener in zee gaat met een partner met wie we geen enkele band hebben? Neem een installatie als voorbeeld. Er komen op dit moment heel wat nieuwe installateurs van zonnepanelen en andere installaties bij. Volgens de net vernoemde recente gerechtelijke uitspraak zijn wij ook verantwoordelijk voor de correcte levering en plaatsing. Maar wij kunnen niet alles controleren wanneer er zich een probleem voordoet. De regering, en dan vooral de minister van Economie, moet hiervoor een oplossing vinden en het wettelijke kader aanpassen, anders wordt het voor de financiële sector moeilijk om dergelijk investeringen, en dus de energietransitie, te financieren met een consumentenkrediet.”
Besluit
Wat mogen we uit deze cijfers besluiten?
Bart Vervenne: “De laatste jaren zijn de hypothecaire kredieten voor de bouw van een woning vrij stabiel. Mensen kopen steeds vaker een bestaande woning die ze vervolgens energetisch renoveren met onder meer een consumentenkrediet. De investeringen in de energietransitie stijgen en dat zal nog versnellen in de komende jaren. Gewoonlijk bestaat de Belgische top 3 van kredieten uit een hypothecair krediet, gevolgd door een lening voor een auto en dan een lening voor een renovatie. Tegen 2030 zullen de kredieten voor renovaties ongetwijfeld opklimmen naar plaats twee.”
" Om de energieprestaties van een woning te verbeteren wordt gemiddeld tussen 30 000 en 50 000 euro geïnvesteerd. "
UW VOERTUIG BESCHERMT U. MAAR WIE BESCHERMT UW VOERTUIG?
De Omnium van Federale Verzekering: de verzekering die uw voertuig beschermt.
U bent de gelukkige (toekomstige) eigenaar van een nieuwe bestel- of vrachtwagen? U koos voor zo wat alle opties voor uw veiligheid? Heel goed! U bent helemaal beschermd. Maar... wat met uw nieuwe voertuig? Bescherm het tegen materiële schade met onze verzekering Omnium, de onmisbare bescherming voor nieuwe voertuigen. Geniet van een dienstverlening op maat en ontdek het plezier van het rijden zonder zorgen...
Bereken uw premie op federale.be/3maandgratispro
NU
3 MAAND GRATIS *
Voor iedereen met plannen in het leven
* Korting geldig vanaf het eerste jaar van de overeenkomst onderschreven tijdens de actie, rechtstreeks verwerkt in de berekening van de premie en pro rata herberekend bij verzekeringsduur van minder dan één jaar. M eer info en voorwaarden van onze actie op federale.be/3maandgratispro
De nieuwe gewestelijke hemelwaterverordening
Het vertrekpunt van de nieuwe verordening is dat elke druppel telt. Daarom is de regelgeving op een aantal punten strenger geworden:
• de minimale volumes van hemelwaterputten worden opgetrokken;
• het zal verplicht zijn een hemelwaterput te plaatsen voor een bestaand gebouw dat verbouwd of uitgebreid wordt;
• het opgevangen hemelwater moet zoveel mogelijk gebruikt worden voor het doorspoelen van toiletten, de schoonmaak, de wasmachine en andere toepassingen waarvoor drinkwaterkwaliteit niet nodig is;
• het buffervolume en de infiltratieoppervlakte van de verplichte infiltratievoorziening worden vergroot;
• het buffervolume voor grote verharde oppervlakten wordt vergroot als om technische redenen geen infiltratievoorziening kan aangelegd worden;
Daarnaast voert de nieuwe hemelwaterverordening de mogelijkheid in om verplichtingen collectief op te nemen.
Hemelwaterputten
Om even terug te komen op de hemelwaterputten: tot nu toe moest je een standaardvolume van 5000 liter installeren bij eengezinswoningen en 10 000 liter bij andere gebouwen. Vanaf oktober 2023 zal dit onderscheid tussen eengezinswoningen en andere gebouwen niet meer gemaakt worden. Het
BELANGRIJKE DATUMS
De nieuwe hemelwaterverordening 2023 treedt in werking op 2 oktober 2023.
Ze is van toepassing op vergunningsaanvragen en meldingen die worden ingediend vanaf die datum.
In het openbare domein geldt een andere startdatum. Daar zijn de verplichtingen in de verordening van toepassing op aanvragen van een omgevingsvergunning ingediend vanaf 7 januari 2025.
Als het openbaar domein deel uitmaakt van een vergunningsaanvraag voor een verkaveling dan gelden voor dat stuk openbaar domein tot 7 januari 2025 de normen van de bestaande verordening van 2013.
De hemelwaterverordening 2023 is niet van toepassing op vrijgestelde handelingen die zijn aangevat vóór 2 oktober 2023.
volume zal dan afhangen van de horizontale dakoppervlakte:
• kleiner dan 80 vierkante meter: 5000 liter;
• tussen 80 en 120 vierkante meter: 7500 liter;
• tussen 120 en 200 vierkante meter: 10 000 liter;
• vanaf 200 vierkante meter: 100 liter per vierkante meter.
Waarom?
De nieuwe hemelwaterverordening 2023 werd op 10 februari door de Vlaamse regering goedgekeurd. Ze kwam er omdat de bestaande verordening niet genoeg inspeelde op de klimaatextremen die we recent meegemaakt hebben en die steeds vaker zullen voorkomen. Denk maar aan de lange droogteperiodes in vijf van de zes voorbije jaren,
en aan de overstromingen in de zomer van 2021.
De nieuwe verordening is strenger dan die van 2013, maar geen grote breuk met het verleden. De basisprincipes van het integrale waterbeleid blijven behouden: eerst water en hemelwater vasthouden, dan bergen en pas afvoeren als het niet anders kan. Dat vasthouden wordt in Vlaanderen bemoeilijkt door het feit dat 16 procent van de oppervlakte verhard is. Daardoor wordt hemelwater vaak te snel naar de riolen afgevoerd.
Over enkele jaren wordt de verordening ook van toepassing op het openbare domein. Aansluitend op de eerste pijler van de Blue Deal willen de Vlaamse overheden het goede voorbeeld geven.
Op 2 oktober 2023 wordt een nieuwe hemelwaterverordening van kracht. We stippen even de voornaamste veranderingen aan. Onder meer het volume van de verplichte regenwaterputten is gewijzigd.
eurakor levert diensten op maat aan bedrijven
Bij de leden van Embuild hoort ook eurakor, een maatwerkbedrijf dat allerlei diensten levert aan ondernemingen en dan vooral aan bedrijven in onze sector. eurakor heeft zijn thuisbasis in Leuze-en-Hainaut en geeft werk aan 200 mensen, met een sterke nadruk op maatschappelijk verantwoord ondernemen en op duurzaamheid.
Kent u eurakor al? Misschien hebt u er nog niet van gehoord maar de onderneming viert volgend jaar haar zestigste verjaardag al. Met haar grote bedrijfsruimte, haar moderne uitrusting en haar flexibele personeel is ze de Belgische onderaannemer bij uitstek voor uiteenlopende fabricage- en verpakkingsdiensten.
eurakor productie
In 2022 werden de activiteiten ondergebracht in twee verschillende afdelingen, eurakor diensten en eurakor productie, vertelde ons directeur-generaal Alain Moucheron.
Alain Moucheron: “Wat productie betreft zijn me hoofdzakelijk actief in drie grote sectoren: de bouw, de chemie en de landbouw. Wat we aanbieden, is het mengen, zeven en verpakken van niet-voedingsmiddelen die poedervormig, plantaardig, mineraal en vloeibaar kunnen zijn. Daarnaast hebben we BLICQ, een eigen merk van bouwmaterialen.”
Voor de bouwsector bestaan er talrijke diensten. Het lijstje dat Alain Moucheron opsomt, is verre van volledig.
Alain Moucheron: “Voor de verdelers van bouwproducten kunnen we bijvoorbeeld beton en mortel verpakken in zakken van elk gewenst volume. Voor een van onze klanten zeven we een additief voor cement. Ook zaken die hier arriveren in big-bags of tankwagens kunnen we verpakken in zakken of emmers van alle formaten.”
eurakor kan flexibel inspelen op de meest diverse vragen en situaties: een machine die stuk gaat, de lancering van een nieuw product, zaken klaarmaken voor specifieke promotie-acties, kleine of middelgrote aantallen behandelen, problematische loten opnieuw
verpakken, maar ook permanente dienstverlening als onderaannemer. Op zijn site behandelt eurakor meer dan 200 ton producten per dag. Bovendien heeft de onderneming een laboratorium voor onderzoek en ontwikkeling, testen, kwaliteitscontrole en het opstellen van doseringen.
eurakor services
De tweede afdeling in de onderneming heet eurakor services. Alain Moucheron benadrukt dat ook deze beschikt over flexibele werknemers, mannen en vrouwen met de nodige kwaliteiten voor dienstverlening op maat.
Alain Moucheron: “We doen dat bij de klant, of doen het werk in onze opslagplaatsen. We zijn actief in verschillende sectoren waarbij ook de bouw, en wat we aanbieden is onder meer verpakking, goederenbehandeling, schoonmaak, assemblage, controle, sorteren, fabricage, afhandeling en nog veel meer. We hebben een polyvalent, modulair atelier van 2000 vierkante meter voor het uitvoeren van de taken die de klanten ons toevertrouwen, en een opslagplaats van 4000 vierkante meter voor goederen, en ook met de organisatie van het vervoer houden we ons bezig.”
" Wat we aanbieden is onder meer verpakking, goederenbehandeling, schoonmaak, assemblage, controle, sorteren, fabricage, afhandeling en nog veel meer. "In 2020 verhuisde eurakor naar een nieuw gebouw van 13 000 vierkante meter in Leuze-enHainaut.
Specifiek in onze sector hebben mensen van eurakor bijvoorbeeld al bouwplaatsen gecontroleerd en schoongemaakt. Voor een schrijnwerker zijn er al stukken geassembleerd voor de bouw van ramen.
Maatschappelijk verantwoord
Het ruime aanbod van eurakor is niet alledaags, maar wat de onderneming zeker onderscheidt van anderen is dat maatschappelijk verantwoord ondernemen van in het begin in het DNA zat. eurakor geeft werk aan mindervalide mensen, begeleidt hen en omkadert hen. Ze zijn gemotiveerd en dat maakt hen bijzonder productief.
Alain Moucheron: “Bedrijven die een be-
INZET VOOR CIRCULARITEIT
roep op ons doen zijn zeer tevreden over de productiviteit van ons personeel. 60 tot 70 procent van onze klanten, bedrijven of fabrikanten komen uit de bouwsector. Door gebruik te maken van onze diensten, activeren ze hun eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Menselijkheid maakt macht
eurakor bestaat al sinds 1964, maar heette in het begin Les Ateliers de Blicquy. De onderneming begon als beschermde werkplaats, en zou nu (mocht ze in Vlaanderen liggen) een maatwerkbedrijf genoemd worden. Om de activiteit te kunnen verdubbelen tegen 2025, verhuisde de onderneming vorig jaar naar een nieuwe site. Ze is nu gevestigd in een gebouw van 13 000 vierkante meter op een industrieterrein in Leuze-en-Hainaut. De operatie ging gepaard met een naamsverandering in eurakor. De eu verwijst naar Eureka!, de beroemde uitroep van Archimedes, en naar de gepersonaliseerde, oplossingsgerichte aanpak. De ra is een hint naar de Egyptische zonnegod Ra die de weg wijst. De kor ten slotte is een fonetische versie van het Franse woord voor hart (cœur), een symbool voor de waarden van de onderneming. De slogan van de onderneming kan, met een knipoog naar de wapenspreuk van België, vertaald worden als “Menselijkheid maakt macht.”
Net zoals de rest van onze sector, wil eurakor zich engageren voor een meer duurzame en circulaire bouweconomie. De onderneming zette dus een project op, Granulakor genaamd, dat afval omzet in grondstof. Het kreeg subsidies van het Waalse gewest.
Alain Moucheron: “Met Granulakor willen we voor kleine, lokale aannemers een reeks producten ontwikkelen die gemaakt zijn van bouwafval. Het gaat hier om kwaliteitsproducten, gemaakt van afval van grond- en wegenwerken. Intussen hebben we contacten met Buildwise, dat zich bezig zal houden met de ontwikkeling en de analyse.”
“Granulakor is een project dat toegankelijk is voor de kleinste ondernemingen. Het is een manier om de stijgende prijzen van grondstoffen te omzeilen. Er is minder materiaal uit groeves nodig en de transportkosten dalen. Het is een transparant project, met garanties voor de kwaliteit en de conformiteit.”
Energiecongres over “Climate-fit dankzij bouwinnovatie”
Op 30 mei vindt in congrescentrum Lamot in Mechelen het veertiende energiecongres van Embuild Vlaanderen plaats. Het onderzoekt hoe innovatie de bouw milieuvriendelijker kan maken en de klimaatcrisis helpt bestrijden.
Het is al de veertiende keer dat Embuild Vlaanderen zijn energiecongres organiseert. Goedele Wachters van de VRT leidt het event in goede banen. Bezoeker zijn welkom vanaf 09.30 u. maar het eigenlijke energiecongres begint om 10.00 u. met een verwelkoming door Marc Dillen (directeur-generaal Embuild Vlaanderen).
Vervolgens wordt het energielandschap geschetst door Frederik Loeckx (CEO van Flux50). Het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap VEKA geeft informatie over de toekomstige normen en beleidsintenties. Er komt een woordvoerder van het kabinet van minister Somers aan het woord, en de deelnemers krijgen een update van het investeringsprogramma FLUVIUS-VREG TBC.
Vervolgens ziet het programma er als volgt uit.
11.30 u.: Pitching sessie en micro-beurs met tien innovatieve producten, processen en projecten.
12.00 u.: Lunch
13.30 u.: Drie gelijktijdige workshops (zie verder).
15.30 u.: Pauze
16.00 u.: Slotbespreking met een panel gemodereerd door Goedele Wachters.
Van 17.00 tot 18.30 u. volgt een aangenaam netwerkevent.
De workshops
Van 13.30 tot 15.30 u. kunnen de aanwezigen deelnemen aan een van de drie gelijktijdige workshops. De resultaten van de workshops worden gepresenteerd tij-
dens de slotbespreking. De onderwerpen zijn dit jaar:
Het bouwproces tot integraal renoveren van het gebouwenpark (moderator: Wim Boydens)
Elke energetische renovatie vergt een doorgedreven planning zowel op technisch, organisatorisch als financieel vlak. Dikwijls moet om één of andere reden ook gefaseerd tewerk gegaan worden. Een traject van voorbereiding van de werken duurt meestal twee keer langer dan de uitvoering zelf.
Hoe kan de renovatiemarkt zich bekwamen in het opstellen en hanteren van een masterplan, kan hiervoor een menukaart ontwikkeld en aangereikt worden? Welke rol kan de professionele vakman spelen in dit beslissingsproces en wat is het voordeel van de aanpak in bouwteams of met een one-stop-shop aanbod? Ook van renovatiecoaches, energiehuizen, enz.
Technische oplossingen (moderator: Lieve Helsen)
Elk gebouw is uniek, al was het maar omwille van de locatie waar het zijn plaats in onze landschap inneemt. En bij een grondige renovatie van een afgeleefd gebouw is de eerste afweging of sloop en herbouw misschien een betere oplossing is.
Dit vereist verschillende materialen en technieken voor elk gebouw. Ook de thermische massa van het gebouw wordt ingezet als factor in de renovatiestrategie. Welke technieken ondersteunen de ambities? Welke oplossingen zijn er voor individuele woningen en collectieven? Als we academici, aannemers en ontwerpers samenbrengen, komen we als vanzelf tot innovatie.
PRAKTISCH
Waar? Congrescentrum Lamot, Van Beethovenstraat 8/10 in 2800 Mechelen
Wanneer? 30 mei 2023 van 10.00 tot 17.00 u.
Wat kost deelname? Leden van Embuild betalen 150 euro; niet-leden betalen 250 euro (exclusief btw).
Opgelet: wie niet opdaagt zonder op tijd te verwittigen, betaalt een no show fee van 100 euro.
Info: inschrijven kan op www.embuildvlaanderen.be.
Acceleratie door collectieve systemen (moderator: Vincent Vancaeyzeele)
In stedelijke omgeving bestaat het gebouwenpark grotendeels uit grotere en vooral collectieve gebouwen. Die hebben natuurlijk hun eigen aanpak nodig. Aan de ene kant bots je op struikelblokken in het mede-eigendom, maar aan de andere kant biedt het clusteren van installaties grote techno-economische schaalvoordelen voor hernieuwbare energie en duurzame warmte.
Hoe staat het met de uitrol van de slimme digitale meters en het energiedelen, waarom gaat het moeizaam? Wat is de stavaza in batterijtechnologie, wanneer kan de batterij op wielen een oplossing bieden voor het afvlakken van piekbelastingen?
Laat je HR-administratie over aan Group S.
Of je nu een startende ondernemer bent of een HR-manager met jaren ervaring, je persoonlijke payroll advisor van Group S helpt je vlot bij al je HR-administratie. Met ervaring in je sector én advies op maat. Zodat jij gerust kan doen waar je goed in bent.
Kijk voor meer informatie of maak een afspraak op groups.be
De Buildwise-laboratoria tot uw dienst!
Wist u dat meer dan 80 % van de in België gebruikte isolatiematerialen getest werden in de Buildwise-laboratoria? Dat nieuwe technologieën, zoals optische vezels, alsmaar vaker als meettechniek gebruikt worden? Dat Buildwise over meer dan honderd proefposten beschikt, evenals over verschillende unieke meetuitrustingen? Buildwise evolueert, en zijn laboratoria doen dat ook! Hieronder een woordje uitleg om ze beter te leren kennen...
Een groot aantal proeven op diverse materialen
Buildwise voert meer dan duizend proeven uit op bouwmaterialen zoals beton, metselwerk, kitten, isolatiematerialen, ETICS, verven, schrijnwerk- en dakelementen, wanden en scheidingswanden, borstweringen en zelfs gevelelementen. Er worden ook wateranalyses uitgevoerd. Nog andere proeven vinden plaats op de werf, zoals bijvoorbeeld proeven op het gebied van geotechniek en akoestiek.
Hoewel de bepaling van de mechanische sterkte van bouwelementen en van de lambdawaarde van isolatiematerialen belangrijke en vaak uitgevoerde metingen blijven, is er door de groeiende aandacht voor het comfort en de energieprestaties van gebouwen een evolutie in de uitgevoerde proeven ge-
komen. Zo is er de laatste jaren steeds meer vraag naar proeven ter beoordeling van de akoestische karakteristieken van wanden, vensters en vloeren, maar ook van de lucht- en waterdichtheid van gevelelementen. Daarnaast voert Buildwise talrijke milieu-impactanalyses uit, analyses die sinds kort aan populariteit aan het winnen zijn.
Ook de geteste producten zijn aan het evolueren. Zo worden er alsmaar meer materialen op basis van gerecycleerde elementen en nieuwe biogebaseerde materialen beproefd. De aandacht ligt hierbij voornamelijk op hun duurzaamheid (vorstweerstand, carbonatatieweerstand in het geval van beton ...) en hun schimmelbestendigheid. De beoordeling van hergebruikmaterialen is eveneens een activiteit die zich sterk aan het ontwikkelen is.
Genormaliseerde en innovatieve meettechnieken
De groeiende belangstelling voor houtconstructies of voor bouwwerken met innovatieve materialen heeft Buildwise ertoe aangezet om mechanische karakteriseringsproeven op ware grootte te ontwikkelen. Om de vervorming van structuren te evalueren, gebruiken onze laboratoria een optisch meetsysteem, DIC (Digital Image Correlation) genoemd.
Dit systeem met twee high-definition camera's volgt in real time de bewegingen in drie richtingen van één zijde van het geteste element.
Sinds begin 2023 beschikt Buildwise eveneens over een in Europa unieke onderzoeks- en proefuitrusting met de naam ‘Hamster’. Deze proefpost laat toe om het hygrothermische gedrag en de energieprestaties van bouwelementen met grote afmetingen (tot drie vierkante meter) te onderzoeken.
Laboratoria ten dienste van de aannemer
Alle Buildwise-laboratoria staan uiteraard in de eerste plaats ten dienste van de aannemers.
De eisen die gesteld worden aan schrijnwerkelementen en de verplichte CE-markering hebben verschillende schrijnwerkers en producenten van schrijnwerkelementen ertoe aangezet om hun deuren en vensters te laten testen. Zo is het niet alleen noodzakelijk om kennis te hebben over de mechanische sterkte en de veiligheids- (inbraak- en schokbestendigheid ...) en duurzaamheidsaspecten (dimensionale stabiliteit, openings- en sluitingscycli...). Er wordt ook alsmaar vaker een karakterisering van de luchtdoorlaatbaarheid, de waterdichtheid en de windweerstand gevraagd. Daarom heeft Buildwise zich een nieuwe proefpost aangeschaft waarmee het mogelijk is om gevelelementen met afmetingen tot ongeveer 40 m² te testen.
Verder worden er jaarlijks ook meer dan 150 adviezen verstrekt op basis van de in de Buildwise-laboratoria uitgevoerde proeven.
Een aantal van deze proeven zijn bovendien door BELAC (certificaat nr. 042-TEST) geaccrediteerd op basis van de eisen uit de norm NBN EN ISO/IEC 17025
Voor meer informatie kan u terecht op de website http://www.buildwise.be of kan u contact opnemen met Buildwise via het e-mailadres info@buildwise.be..
Valérie Pollet, Coördinatrice R&D bij Buildwise
Circulair bouwen en hergebruik van materialen
De consumptiefilosofie van ‘ik gooi weg, ik koop opnieuw ...’ leidt tot de progressieve uitputting van de niet-hernieuwbare grondstoffen van onze planeet. Gelukkig begint de bouwsector tegenwoordig duurzamer te werk te gaan. Bij Buildwise is er veel interesse voor deze ‘circulaire economie’, die gepaard gaat met de recuperatie en recyclage van materialen die het einde van hun levensduur bereikt hebben.
In een lineair economisch model wordt er ontgonnen, geproduceerd, verbruikt en vervolgens weggegooid. In een circulaire economie liggen de zaken helemaal anders. Hier gaat men uit van het principe dat men de waarde van de gebruikte producten en materialen zo lang mogelijk dient te behouden. Bij deze economische vorm wordt er dus hersteld, onderhouden, hergebruikt en gerecycleerd.
De Belgische bouwsector produceert op jaarbasis miljoenen tonnen afval. Het grootste deel hiervan – met name de minerale fractie van de bouwelementen – wordt gerecycleerd. Vaak gaat het hier echter om een downcycling, d.w.z. een hergebruik in toepassingen van lagere waarde. Ook het andere bouwafval gaat niet noodzakelijk verloren.
Zijn bouwwerk duurzaam ontwerpen
Bij deze aanpak is het niet alleen belangrijk om afzetmogelijkheden te vinden voor de bouwelementen die het einde van hun levensduur bereikt hebben, maar ook om deze vanaf het begin zodanig te ontwerpen en te assembleren dat ze achteraf een tweede leven kunnen krijgen. Dit zorgt voor minder druk op het milieu, meer zekerheid omtrent de materiaalbevoorrading en lokale werkgelegenheid door anders en beter te werken. Iedereen heeft er baat bij!
Een eerste aanbeveling is om aanpasbare gebouwen op te trekken, d.w.z. gebouwen die na verloop van tijd van functie kunnen veranderen. Het is niet ongewoon dat een kantoorgebouw omgebouwd wordt tot een woonge-
bouw. Hiertoe moet er in het oorspronkelijke ontwerp echter in een toereikende hoogte onder het plafond voorzien worden.
Men dient ook vanaf het begin te denken aan de interventiekalender. De elementen die geassembleerd worden om het gebouw op te trekken, hebben immers niet noodzakelijk dezelfde levensduur. Er moet onderscheiden worden tussen de structuur, de gebouwschil, de indeling, de systemen ... Bepaalde onderdelen zullen sneller vernieuwd moeten worden dan andere. Men moet er dus voor zorgen dat de interventies onafhankelijk van elkaar kunnen gebeuren, zonder te hoeven raken aan de andere lagen.
Geef steeds de voorkeur aan recyclage! Er kan gebouwd worden met gerecycleerde materialen. Beton met gerecycleerde granulaten is hier een perfect voorbeeld van. Er kan ook gebruikgemaakt worden van materialen die op het einde van hun levensduur gerecycleerd kunnen worden. En beide oplossingen combineren, is nog beter.
Het gebruik van omkeerbare verbindingen zoals schroeven of clips heeft ook een aantal voordelen te bieden. Dit laat immers toe om de materialen later gemakkelijk van elkaar te kunnen scheiden zonder ze te beschadigen met het oog op hun hergebruik.
Een bestaand gebouw = een mijn van materialen voor de toekomst
Vóór elke afbraak of renovatie is het nuttig om over te gaan tot een sloopinventaris waaruit men de hoeveelheden van de recupereerbare fracties kan afleiden. Deze inventaris laat ook toe om de fracties te identificeren die een bron van vervuiling kunnen vormen.
Blauwe steen, keramische tegels, bakstenen, straatstenen en dakpannen zijn elementen die vaak – voor zover ze intact zijn – als dusdanig in dezelfde functie als oorspronkelijk voorzien hergebruikt kunnen worden. De moeilijkheid – en de uitdaging – is dikwijls om het aanbod en de vraag op elkaar af te stemmen en om het behoud van de prestaties van het gerecupereerde element te waarborgen.
Een andere uitdaging is om de te recycleren afvalstromen homogener te maken. Een fijnere afvalsortering zou de recyclage en de remanufacturing in een gesloten kringloop kunnen vergemakkelijken. Het overgrote deel van de steenachtige fractie wordt momenteel gerecycleerd. Voor diverse andere fracties met grote volumes en een lage waarde of die bestaan uit composietproducten of verlijmd zijn, ligt de situatie helemaal anders en moeten er nog goede technische oplossingen gevonden worden ...
Naarmate de levensduur van een materiaal langer is, wordt het ook duurzamer en dit, zowel in de etymologische betekenis van het woord als in ecologisch opzicht.
Referenties op
www.buildwise.be:
● Innovation Paper nr. 28 'Naar een circulaire economie in de bouw. Inleiding tot de principes van de circulaire economie in de bouwsector'
● Laboratorium 'Duurzame en circulaire oplossingen'.
Enkel deze originele Buildwise-bijdragen gelden als referentie.
Aquathermie verwarmt het kasteel de Merode
Geothermische installaties voor verwarming en koeling zijn geen uitzondering meer. Maar zachtjesaan dient zich in ons land een alternatief aan: aquathermie. In samenwerking met het studiebureau
EXTRAQT plaatste ons lid Eco-Technix een aquathermische installatie voor het beroemde kasteel de Merode.
Het kasteel de Merode ligt in Westerlo niet ver van de Grote Nete. Het oudste deel, de versterkte woontoren of donjon , dateert van de veertiende eeuw. In 1484 kwam het in handen van de familie de Merode, een adellijk geslacht waarvan de leden een prinselijke titel mogen dragen. Meer dan vijf eeuwen later wordt het kasteel nog altijd door deze familie bewoond.
Maar zelfs oude adellijke families ontsnappen niet aan de realiteit. Om het kasteel te verwarmen is elk jaar 250 000 kWh energie nodig. Bij een stijging van de gasprijzen zoals vorig jaar wordt dit onbetaalbaar. De kasteelheer zocht dus een alternatief en kwam uiteindelijk terecht bij EXTRAQT, een jong studiebureau gespecialiseerd in aquathermie. Medeoprichter Jan Denayer van EXTRAQT legt uit.
Jan Denayer: “Lucht-lucht-warmtepompen waren onmogelijk. Ze leveren niet het nodige rendement, en daarnaast is het kasteel beschermd erfgoed. Installaties aan de gevel hangen, was dus uitgesloten. Je kunt een warmtepomp ook aan geothermie koppelen, maar daarvoor zouden dure boringen nodig geweest zijn. Bovendien is er de slotgracht. Die zou tussen de boorputten en het kasteel liggen en zou dus overbrugd moeten worden.”
Energie uit water
De slotgracht bleek uiteindelijk niet het probleem, maar de oplossing. Er kwam een aquathermische installatie uit de bus, die met een water-water-warmtepomp energie haalt uit de slotgracht. De uitvoering van de werken werd toevertrouwd aan Eco-Technix
uit Rotselaar, een specialist in milieuvriendelijke installaties.
Michel Ferir (zaakvoerder): “We bestaan nu twaalf jaar, en vier jaar geleden hebben we beslist geen installaties op fossiele brandstoffen meer te plaatsen. De opdracht in Westerlo was onze eerste aquathermische installatie, maar wij geloofden meteen in dit concept. In essentie is aquathermie trouwens erg vergelijkbaar met geothermie, waarmee we veel ervaring hebben. Maar bijvoorbeeld de aquathermische warmtewisselaar was wel nieuw voor ons.”
Gemengd systeem
Een warmtepomp wordt doorgaans aangesloten op vloerverwarming. Maar die ligt er niet in het kasteel de Merode, dat hoofdzakelijk uitgerust is met gietijzeren radiatoren.
Jan Denayer: “Gelukkig viel dat nogal mee. Uit onze analyses bleek dat bij een watertemperatuur van 45 tot 50 graden Celsius er met die gietijzeren radiatoren voldoende verwarmd kon worden zolang het niet vriest. En met 50 graden is het rendement van een warmtepomp nog altijd voldoende hoog.”
Michel Ferir: “De water-water-warmtepomp die we geplaatst hebben, is een Ecoforest High Power 15–70 modulerende groep, met een verwarmingsvermogen van 17 tot bijna 60 kW. Het toestel kan water met temperaturen tussen 20 en 60 graden Celsius leveren. In theorie kun je er ook mee koelen in de zomer, maar dat valt af te raden als de warmtepomp gekoppeld is aan gietijzeren radiatoren. Het risico op condensatie op de radiatoren is te groot.”
De gasketels en de warmte-kracht-koppeling (WKK) die er al stonden, bleven be-
De Ecoforest High Power 15–70 modulerende groep heeft een verwarmingsvermogen van 17 tot bijna 60 kW.
houden. Maar voortaan wordt de warmtepomp zoveel mogelijk gebruikt, eventueel aangevuld met de WKK. De gasketel dient alleen als back-up.
Jan Denayer: “De verwarming van het kasteel stootte vroeger 55 ton CO2 per jaar uit. Dat is nu teruggebracht tot 25 ton. En met duurzaam geproduceerde elektriciteit zou dat nog minder kunnen zijn.”
Op de waterfiets
De warmtewisselaar die in de slotgracht ligt, is vier meter breed, vijf meter diep en 90 centimeter hoog en heeft 155 vierkante meter contactoppervlak met het water. Vooral het maken van de verbinding tussen de warmtewisselaar en de warmtepomp was bij momenten een avontuur.
Michel Ferir: “Eerst hebben we hem met een kraan in het water gelegd, terwijl er al een stuk van de twee hoofdleidingen aan vast zaten. Maar daarna moesten we de warmtewisselaar aansluiten op de warmtepomp, waarvoor alles samen ongeveer honderd meter leiding nodig was. Alleen: zo’n leiding moet je maken van buizen die twaalf meter lang zijn, en dat moet deels op het water gebeuren. Hoe doe je dat? Het antwoord: op de waterfiets!”
Neveneffecten?
Bij geothermie en de bijhorende boringen moeten strikte maatregelen voorkomen dat er grondwaterlagen vervuild worden. Kan ook aquathermie ongewenste neveneffecten hebben?
Jan Denayer: “Niet voor bijvoorbeeld de temperatuur van het water in de slotgracht. Je haalt daar wel energie uit, maar we hebben een modellering gedaan en de daling van de temperatuur was verwaarloosbaar, minder dan een halve graad.”
Michel Ferir: “Ook de kans op vervuiling van het water in de slotgracht is heel klein. We hebben de beste lasverbindingen tussen de buizen gebruikt. De vloeistof in de leidingen is een mengsel van water met monopropyleen-glycol, een niet-giftig product dat gebruikt mag worden in installaties voor de farmaceutische en de voedingsindustrie.”
Jan Denayer: “In het buitenland staan aquathermische installaties die al vijftien jaar werken zonder één lek.”
Potentieel
Er bestaat weinig twijfel over dat er steeds meer warmtepompen geplaatst zullen worden. Als deze krachtiger moeten zijn, worden ze vaak aan geothermie gekoppeld. Maar dat is dus duur. Is aquathermie een alternatief dat op grotere schaal gebruik kan worden?
De warmtewisselaar heeft een contactoppervlakte met het water van 155 vierkante meter.
←
Het effect van de installatie op de watertemperatuur in de slotgracht is verwaarloosbaar. → Waterpret! De buizen tussen de warmtewisselaar en de warmtepomp werden op de waterfiets aan elkaar gelast (links Michel Ferir).
Jan Denayer: “Zeker. En niet alleen voor kastelen, maar ook als bron voor warmtenetten of voor bijvoorbeeld appartementsen kantoorgebouwen. Als er maar water in de buurt is. Het hoeft niet tot bij het gebouw te komen, voorlopig merken we dat ongeveer 100 meter een kantelpunt vormt. Ik zie ook een mooie toekomst voor open systemen, dus in stromend water. We hebben de berekeningen gedaan: met de energie in de Dijle zou je een groot stuk van de Leuvense binnenstad kunnen verwarmen. Het segment van de aquathermie is vrij snel aan het groeien. We hebben nu vijf projecten in de wachtrij, en dan komt Eco-Technix altijd in beeld als partner.”
Michel Ferir: “Om mensen te overtuigen moet je voorbeeldprojecten hebben, iemand die ervoor wil gaan. Prins de Merode heeft die stap gezet, en met dit project hebben wij kunnen tonen dat aquathermie werkt. De opvolging van de gegevens van de warmtepomp bevestigt dat.”
De ruchtbaarheid die aan dit project is gegeven, zorgt voor ruime interesse, zowel uit Vlaanderen als uit Wallonië. Aquathermie, binnenkort misschien ook in uw buurt!
PROMO VAN DE MAAND MEI 2023
Arbeidsorganisatie – 3de uitgave
Er zijn veel mogelijkheden om de arbeidstijd aan te passen aan de vaak veranderende omstandigheden op bouwplaatsen, maar deze zijn niet goed bekend en worden daarom niet genoeg gebruikt door bouwbedrijven.
De regels met betrekking tot de arbeidstijdorganisatie zijn herhaaldelijk veranderd. Daarom heeft de aannemer, om zo goed mogelijk aan zijn behoeften te voldoen, verschillende mogelijkheden. Met verschillende arbeidsregelingen kan trouwens hetzelfde resultaat bereikt worden. Niet al deze regelingen worden echter vanuit fiscaal oogpunt op dezelfde manier behandeld. Daarnaast heeft de loonlastenvermindering ook een impact.
Om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen, is het essentieel dat de aannemer over een praktisch instrument beschikt dat alle mogelijkheden biedt. Deze mogelijkheden staan overigens in een grote overzichtstabel op A3-formaat. Deze tabel toont u de belangrijkste kenmerken van de verschillende arbeidsregelingen en omvat ook hun fiscale aspecten
Daarom is er een nieuwe uitgave van de brochure "Arbeidstijdorganisatie" gemaakt. Ze is heel concreet. Zo staan er bijvoorbeeld overzichtstabellen en vele voorbeelden in zodat de zaken snel duidelijk worden. Bovendien vullen verschillende praktische fiches deze informatie aan en in de bijlagen vindt u uitvoeriger uitleg over bepaalde meer technische aspecten.
Sinds de publicatie van deze brochure in 2020 hebben wijzigingen in de regelgeving ertoe
geleid dat wij de brochure op 1 maart 2022 hebben geactualiseerd. Deze bijwerking is nu beschikbaar en zal bij de brochure worden gevoegd.
Verkoopprijs (exclusief btw):
● leden: € 50
● niet-leden: € 90
Deze uitgave kan besteld worden door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be
Krijg inzicht in uw wagenpark, externe activa en eindklantenservice om uw digitale transformatie mogelijk te maken. Kies uit vele flexibele gpstrackingoplossingen die dashboards, rapporten en meldingen bieden.
Met ABAX Wagenparkbeheer heeft u als verantwoordelijke over het wagenpark de informatie om dagelijkse taken efficiënt uit te voeren. Rapporteer middels slimme dashboards naar management en stuur bestuurders aan op diverse onderdelen zoals planning, rijgedrag, stationair draaien en inzet van voertuigen.
Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel
Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel
Afgiftekantoor: Gent X
Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, tel. 02 545 57 30 peter.graller@embuild.be
Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be
Druk: Graphius
Reacties - vragen: communicatie@embuild.be
Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be
ABAX Materieelbeheer houdt de belangrijkste factoren voor u bij waaronder; de locatie van uw materieel in een kaart, draaiuren, beweging naar een nieuwe locatie met het gebruik van geofences. Via meldingen op basis van gebruik weet u wanneer u de volgende servicebeurt kunt verwachten.
ABAX Gereedschap is weten dat je het juiste materieel en gereedschap bij de hand hebt wanneer het nodig is. Verliezen, achterlaten, lenen en helaas... zelfs bedrijfsgereedschap stelen. Het zoeken naar gereedschap kan op zijn best frustrerend zijn, maar vaak geeft het veel tijdverspilling en vertraging. Tool tracking is ons antwoord voor digitale optimalisering in de bouw.
Sinds 2005 werken we als RAM Mobile Data samen met EMBUILD en hebben ons opgewerkt tot expert in het domein van installatie en bouw. Sinds eind 2020 zijn we onderdeel van ABAX. Dat geeft ons, naast onze bestaande expertise, het voordeel van schaalgrootte en innovatiekracht. Ontdek net als vele KMO’s ook de voordelen met ABAX. www.abax. com
Ledenkorting:
Leden van EMBUILD genieten al sinds 2005 van ledenvoordeel, informeer over de mogelijkheden.
Contact:ABAX Belgium BV Tel. 02 715 25 55 sales@ abax.com www.abax.com
• Embuild Vlaanderen
Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be
• Embuild.Brussels
Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be
• Embuild Wallonie
Katia Bogaard tel. 02 545 56 68 katia.bogaard@embuild.be
Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 claude.bernaerts@embuild.be
Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.
Prijs jaarabonnement
Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld
Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)
Vanaf nu wordt Embuild Magazine gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De duurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
FLUX+ FLAT
Balansventilatie in combinatie met puur installatiegemak
Vocht, CO2 en VOC vraagsturing
Plafond- of wandmontage
25 kg & Quick-Fix ophangsysteem
Bespaar tot 50 % totale installatietijd
www.renson.net
Met ArmaWin optimaliseert Armacell zijn technisch berekeningsprogramma
Armacell, een wereldwijd marktleider in flexibel schuim voor de isolatie van apparatuur en toonaangevend leverancier van technische schuimen, heeft zijn technische berekeningsprogramma volledig opnieuw gelanceerd en biedt nu met ArmaWin een geoptimaliseerde gebruikersinterface en vele extra functies. Met de krachtige, cloud-based software kunnen alle gangbare en vele nieuwe berekeningen worden uitgevoerd in zowel de koel-/ klimaatsector als de sanitair-/verwarmingssector.
Hoogtepunten van de nieuwe
Wienerberger Showroom transformeert tot belevingscentrum
15 jaar na de opening neemt Wienerberger officieel zijn vernieuwde showroom in Londerzeel in gebruik. Naast het up-to-date interieurconcept kreeg de showroom een sterke belevingsfactor, opgebouwd rond de kracht van digitale inspiratietools.
De Wienerberger Showroom langs de A12 in Londerzeel is al jaren een vertrouwd informatie- en inspiratiepunt voor bouwprofessionals en particuliere bouwers, verbouwers en tuinliefhebbers. Ze kunnen er alle Wienerberger-producten en oplossingen zien, voelen en combineren en krijgen daarbij het gewenste advies van de showroomadviseurs.
De nieuw ingerichte showroom kreeg er, naast de
tactiele dimensie, een nieuwe dimensie bij: beleving. Inspiratiefoto’s, visualisaties, textuurschermen, … nemen de bezoeker mee in de vele mogelijkheden van de Wienerberger-producten in zijn eigen woon- of tuinproject. Het is een toegevoegde waarde op de fysieke beleving waarrond het vroegere showroomconcept was opgebouwd. Dankzij de kracht van digitale technieken begint die belevingsreis al thuis in de luie zetel. Via de Wienerberger-website kan de bezoeker namelijk al concrete info over zijn project opladen en een moodboard samenstellen met inspirerende foto's.
INFO : www.wienerberger.be
software: voor het eerst kunnen gebruikers nu tot vijf berekeningen met elkaar vergelijken en een eigen account aanmaken waarin ze hun berekeningen kunnen opslaan. De energiebesparing van het geïsoleerde object ten opzichte van het ongeïsoleerde object wordt als percentage weergegeven. Dit betekent dat planners, aanbesteders en isolateurs nu eenvoudig het hogere besparingspotentieel door een hogere isolatiedikte kunnen bepalen en dit aan opdrachtgevers kunnen aantonen.
INFO : www.armacell.be
MAN eTruck kan de poolwinter aan
Van december tot maart liet MAN de komende e-truck voor serieproductie deelnemen aan zijn jaarlijkse wintertests in het noorden van Zweden. Daar bewees de MAN eTruck, die geschikt is voor dagelijkse afstanden tussen de 600 en 800 kilometer, dat hij ook probleemloos opereert in ijs, sneeuw en temperaturen tot min 40 graden. De rijfuncties en het rijbereik, de airconditioning en het laadgedrag vormden de focus van duizenden succesvolle elektrische testkilometers onder arctische omstandigheden. “De wintertests waren een groot succes. Onze ingenieurs hebben de nieuwe eTruck dag en nacht aan de tand gevoeld onder de zwaarste omstandigheden. Het maturiteitsniveau is al extreem hoog en het ontwikkelingsteam werkt met veel passie aan de verdere tests om onze klanten een optimaal product te bieden voor de overstap naar CO2-vrij goederenvervoer over de weg”, aldus Dr. Frederik Zohm, Executive Board Member voor Research and Development bij MAN Truck & Bus.
Veeleisende tests maken de MAN eTruck als CO 2 -vrije dieselvervanger klaar voor marktlancering in 2024.
INFO : www.man.be
CONSTRUCTION CHALLENGES BELONEN JONGEREN MET TALENT EN INZET
Een jaar geleden lanceerden de sociale partners van de bouw, verenigd in Constructiv, De Bouw Kijkt Verder. Met deze langdurige campagne wil de sector mensen en dan vooral jongeren warm maken voor een baan in de sector. Met succes: in 2022 gaf 30 procent van de jongeren en studenten aan een job in de bouw wel te zien zitten, tegenover slechts 19 procent in 2021.
Binnen deze campagne worden dit jaar de Weken van de Bouw georganiseerd, met als doel het versnellen van de rekrutering door bouwbedrijven. Een spectaculair onderdeel daarvan zijn de Construction Challenges, die een digitale brug slaan met de jongeren. De bouwsector daagt gamers uit om uitdagingen in de bouw te belichten en jongeren aan te moedigen om deze op te lossen via Minecraft, een van de populairste games ter wereld. Zo laat de sector de jongeren kennismaken met de veelzijdigheid van een job in de bouw.
“Veel jongeren gamen bijna dagelijks en hoewel dat niet altijd even positief onthaald wordt, zien wij hierin veel leermogelijkheden. Jongeren ontwikkelen tijdens
het gamen vaak skills die ook in andere sectoren van pas komen. We dagen jongeren uit om hun online-vaardigheden ook in een realistische context toe te passen in een sector die echt wel tot de verbeelding spreekt," aldus Natacha Jérouville (voorzitter van Constructiv).
In 2021 werden in de bouwsector 1411 ondernemingen failliet verklaard. Vorig jaar waren er dat 1953 geworden, een stijging met 38,4 procent. In de hele economie stegen de faillissementen in dezelfde periode met 41,8 procent, van 6533 naar 9265. In onze sector waren er in 2022 weer ongeveer evenveel faillissementen als vóór de coronacrisis. Ter herinnering: in 2019 legden 1969 bouwbedrijven de boeken neer.
55 procent van de bouwondernemingen die vorig jaar failliet verklaard werden, was een bvba. Met 28,5 procent stonden de eenpersoonsondernemingen op plaats twee. Het aandeel van de andere vennootschapsvormen is kleiner: 10,5 procent was een vennootschap onder firma, 3 procent een naamloze vennootschap en 2,7 procent een coöperatieve vennootschap. De resterende 0,3 procent had een andere, hier niet vernoemde vennootschapsvorm.
unieke talenten, non peut-être !
En met Actiris vind ik de juiste kandidaat
Brussel leert je doorzetten, geduld hebben, onderhandelen… Je plan trekken, quoi. In meerdere talen. Op zoek naar een kandidaat met al die competenties uit de grootstad? Bij Actiris begeleidt een sectorexpert je in al je rekruteringen. Voor de meer uitdagende vacatures gaan we aan de slag met onze partners en jouw organisatie om samen Brusselaars te vormen voor de job. On y va ?