Embuild Magazine NL september 2024

Page 1


Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro

DOSSIER

Van een productgerichte naar een klantgerichte benadering

MAATSCHAPPELIJKE

VERANTWOORDELIJKHEID

Er komt een rapportageverplichting

URBAN MINING

Lessen van een testproject

CONSTRUCTIV

Breed gamma van diensten op maat

Wilt u uw bedrijf ontwikkelen?

De Renault Trucks C heeft alles wat u nodig hebt!

RENAULT TRUCKS C

De Renault Trucks C, efficiënt op het terrein en op de weg, verzekert dat u uw transport waar dan ook met volledige gemoedsrust kan uitvoeren. De korte draaicirkel en optimale tractie vergemakkelijken de toegang tot moeilijke of smalle locaties. Door veiligheid, comfort, rentabiliteit en productiviteit te combineren, wordt uw brandstofverbruik op basis van uw gebruik geoptimaliseerd.

renault-trucks.be

Nood aan federaal en regionaal beleid dat nieuwbouw en renovatie stimuleert!

Momenteel proberen politici de nieuwe federale, Vlaamse en Brusselse regering voor de komende 5 jaar te vormen. Dat verloopt jammer genoeg niet altijd zonder slag of stoot. Er is dus nog een pak onduidelijkheid over een aantal beslissingen en maatregelen, maar hier en daar komen al echo’s naar boven die aangeven hoe de toekomstige regeerprogramma’s er zouden uitzien. We houden de vinger aan de pols bij de politici om hen te overtuigen de juiste zaken te doen, vooral geen verkeerde beslissingen te nemen en graag snel ambitieus beleid uit te tekenen, want de uitdagingen zijn groot voor de bouw- en installatiesector.

Onze grootste prioriteit is duidelijk: nieuwbouw én renovatie moeten de volgende jaren gestimuleerd worden omdat de noden zeer hoog zijn. Door onder meer de groei van de bevolking en de gezinsverdunning moeten er tegen 2030 minstens 225 000 extra wooneenheden gebouwd worden. Het gaat daarbij zowel om de bouw en de ontwikkeling van woningen via aanneming en voor verkoop als huurwoningen en sociale woningen. Om het energieverbruik van ons woningpark te verminderen, in overeenstemming met de Europese klimaatdoelstellingen, moet daarnaast het aantal grondige energetische renovaties minstens verdrievoudigen.

We moeten dus tegelijk het aantal beschikbare koop- en huurwoningen sterk uitbreiden via nieuwbouw en het bestaand woningpark snel verduurzamen en moderniseren via renovatie. Meer bouw- en renovatieactiviteit is met andere woorden noodzakelijk om deze belangrijke doelstellingen te halen en bovendien ook nog positief voor de overheidsontvangsten, wat in de zeer moeilijke budgettaire context

beslist geen detail is. Daarom vragen we dat het toekomstig beleid gevoerd wordt vanuit een doordachte visie op de bouwen vastgoedsector en dat het op een technisch coherente manier wordt uitgewerkt in nauw overleg met de bouw- en vastgoedsector.

Daarom geeft het geen pas om bepaalde premies die renovatie stimuleren stop te zetten (zoals recent met Rénolution in Brussel) of premies om te zetten in leningen of garanties, zoals de nieuwe Waalse regering van plan is. Nieuwbouw en renovatie moeten net absoluut gestimuleerd worden via federale en regionale instrumenten. Daarom roepen we de komende regionale en federale regeringen op om btw, vergunningen, registratierechten, premies, waarborgen en leningen goed in te zetten. Bouwen en verbouwen mag de consument niet nog meer gaan kosten. Want dat is niet alleen nefast voor hem of haar, maar ook voor de bouw- en installatiesector, waardoor er alleen maar verliezers zouden overblijven. En dat kan absoluut niet de bedoeling zijn.

Demeester

" Meer bouw- en renovatieactiviteit is noodzakelijk om de demografische en milieudoelstellingen te halen en dat is bovendien ook positief voor de overheidsontvangsten."

3 ● Edito

Oproep aan de nieuwe regeringen

7 ● Regionaal standpunt Pleidooi voor een renovatieverplichting.

PRIKBORD

8 ● Digital Construction Brussls

De vakbeurs over digitalisering in de bouw.

BOUWBELANGEN

10 ● Vennootschapsregister

Nieuw register voor werkende vennoten en helpers.

12 ● CSRD

Europese richtlijn over rapportering maatschappelijke verantwoordelijkheid.

DOSSIER

15 ● Inleiding

De klant van vandaag wil een nieuwe benadering.

16 ● Buildwise

De nieuwe klant is een megatrend.

18 ● De woningbouwer

Regelgeving staat ook de koper in de weg.

20 ● Embuild Connect

De mensen weten precies wat ze willen tegenwoordig.

22 ● Techlink

Klanten verwachten geïntegreerde oplossingen van installateurs.

24 ● Immobel

Het belang van communicatie.

MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

Als gevolg van een Europese richtlijn zullen een aantal bouwbedrijven binnenkort moeten rapporteren over hun maatschappelijke impact. Embuild gaat een gids opstellen die deze taak heel wat eenvoudiger maakt.

VAN EEN PRODUCTGERICHTE NAAR EEN KLANTGERICHTE BENADERING De klanten van vandaag zijn niet die van gisteren. Onder meer door het internet zijn ze goed geïnformeerd. Ze zijn veeleisend en willen transparantie van de aannemer. Onze sector zal zich moeten aanpassen.

URBAN MINING

Je kunt gebouwen bekijken als rijke bronnen van grondstoffen en materialen voor nieuwe gebouwen. Maar hoe werkt dat in de praktijk? Dat werd onderzocht in een leerzaam project.

KONINKLIJKE MUNT

De Koninklijke Munt langs de Pachecolaan in Brussel krijgt een nieuw, multifunctioneel leven. Geen gemakkelijke opdracht, want het oorspronkelijke gebouw was niet bepaald bedoeld voor die bestemming.

26 ● De architecten

Keuzes van particulieren beperkt door budgettair carcan.

SECTOR & BEROEPEN

28 ● Urban mining

Realistische blik op een interessante evolutie.

31 ● Na de overstromingen

De wederopbouw van Eupen na de waterramp.

34 ● Explosieven verwijderen uit de grond

Er is betere regelgeving nodig.

36 ● Smart cities

Nieuw witboek gepubliceerd.

38 ● Lage-emissiezones

Webinar creëerde helderheid.

40 ● Constructiv

Advies en financiële steun op maat van de bouwbedrijven.

42 ● Cobaty

Een oude dame kreeg een verjongingskuur.

44 ● Buildwise

• Een digitale tweeling van een gebouw: bron van mogelijkheden of puur gadget?

• Slimme aanpak van het onderhoud van technische installaties.

PROJECTEN & BEDRIJVEN

48 ● Koninklijke Munt

De Bunker van Brussel kreeg een zeer grondige make-over.

50 ● Ledenvoordelen

Uw lidmaatschap rendeert!

53 ● Bouwmarkt

• Healthbox Go: nog toegankelijkere vraaggestuurde ventilatie voor renovatie.

• De derde Demo Days in Boussu/Dour.

54 ● Markant

• Baksteenfederatie Merkelijke daling van de baksteenproductie vorig jaar.

• Gezinsverdunning

De grootte van de huishoudens blijft dalen.

Empowering Event for Construction Experts

EEN INITIATIEF VAN

Woonmarkt heeft 99 problemen, maar de renovatieplicht is daar niet bij

Bij de vorming van de nieuwe

Vlaamse regering ligt het aanpassen van de renovatieplicht op tafel. Hoewel het systeem van de energieprestatiecertifcaten (EPC) grondig moet worden bijgestuurd, blijft Embuild Vlaanderen een fervent voorstander van de maatregel. Er zijn tot wel 99 redenen te bedenken die de betaalbaarheid van wonen onder druk zetten, maar de renovatieplicht is daar niet bij. De krapte op de woonmarkt, de hypothecaire rente en de hoge bouwkosten zijn gekende oorzaken, terwijl de renovatieplicht intussen de prijs van energieverslindende woningen doet stagneren of zelfs licht dalen. Daardoor wordt de kostprijs van een energierenovatie steeds meer verrekend in de woningprijs. Bovendien is de renovatieplicht nodig om de klimaatimpact van gebouwen te beperken, onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en af te raken van gevaarlijke stoffen zoals asbest. Het draagt er ook toe bij dat we het verouderde Vlaamse gebouwenbestand kunnen opwaarderen.

Sinds de invoering van de renovatieplicht wordt het prijsverschil tussen energiezuinige en energieverslindende woningen groter. De energieprestatie wordt almaar meer een bepalende factor bij kandidaat-kopers, die een deel van hun beschikbare budget voor renovatie gaan reserveren. Uit recente gegevens van notaris.be blijkt dat energiezuinige woningen in prijs blijven stijgen, terwijl woningen met een F-score erop achteruit blijven gaan. In vergelijking met vorig jaar zijn die meer dan 2 procent goedkoper geworden.

Embuild Vlaanderen stelt voor dit prijscorrigerend mechanisme nog te versnellen door van de renovatieplicht ook een renovatiekorting te maken. Bij het te koop aanbieden van een woning moet dan

niet alleen de vraagprijs en het EPC-label worden weergegeven, maar ook de ingeschatte kostprijs van de energierenovatie om tot het minimum label D en het maximum label A te geraken. Kopers zullen daardoor nog meer gesensibiliseerd worden over toekomstige kosten die aan een woning verbonden zijn en daarmee rekening houden bij het bepalen van de prijs die ze bieden.

Maar dan moet ook het instrument van de EPC-attesten hervormd worden. Het EPC werd oorspronkelijk ontwikkeld om de energieprestaties van bestaande woningen te vergelijken. Intussen heeft het er andere functies bijgekregen en is het steeds belangrijker geworden. Om als beleidsinstrument te dienen moet het EPC robuust en betrouwbaar zijn. Dat is nu onvoldoende het geval. Een drastische hervorming van het EPC moet het nuttige effect ervan vergroten en zo eigenaars en investeerders beter begeleiden in de energietransitie. Daarbij dient het reële energieverbruik in een woning veel beter tot uiting te komen.

Ook dienen mensen een investering in fossielvrij verwarmen en koelen – met een warmtepomp - te voelen in hun portemonnee. Maar zolang de energieprijs per kWh van elektriciteit ongeveer 300 procent duurder is dan de prijs van aardgas staat dit een echte transitie in de weg. Daarom moet de kostprijs van elektriciteit worden verminderd.

Deiteren

" De energieprestatie wordt almaar meer een bepalende factor bij kandidaat-kopers, die een deel van hun beschikbare budget voor renovatie gaan reserveren. "

Digital Construction Brussels, dé vakbeurs voor bouwprofessionals op zoek naar innovatie

Op dinsdag 15 oktober van 09.00 tot 18.00 u. vindt Digital Construction Brussels weer plaats in Brussels Kart Expo. Deze beurs over digitale tools voor aannemers van bouw- en installatiewerken mag u niet missen. Dit is gewoonweg dé vakbeurs voor bouwprofessionals op zoek naar innovatie.

Wilt u de efficiëntie van uw onderneming verhogen? Bouwfouten vermijden? Beter plannen en de voorraden beter beheren? Kortom: beter bouwen? Dan is Digital Construction Brussels de vakbeurs voor u, ongeacht de grootte van uw onderneming en ongeacht uw kennis van digitalisering. Er is voor iedereen wat wils op deze beurs, met een breed aanbod van providers, wervelende demo’s van Buildwise (het vroegere WTCB) en boeiende seminaries die u een dieper inzicht geven in de kansen die digitalisering schept. Nog niet overtuigd? Dan zijn hier VIJF REDENEN om Digital Construction Brussels te bezoeken.

● Deze beurs is gratis, met stands van de belangrijkste providers. Zij stellen een gevarieerd aanbod van diensten en producten voor.

● De bezoekers krijgen ruimschoots de mogelijkheid om te netwerken onder het nuttigen van heerlijke gerechtjes die gratis worden aangeboden.

● Digital Construction Brussels is na enkele jaren een begrip geworden. Het is een must deze beurs even te bezoeken om op de hoogte te blijven van alle digitale ontwikkelingen in de bouwsector.

● Digitalisering in de bouw is een breed begrip. Deze beurs richt zich dus op uiteenlopende

bouwberoepen. Denk aan planningsprogramma’s, ERP, calculatieprogramma’s, e-facturatie, cybersecurity … maar ook aan BIM, drones en exo-skeletten!

● Deze beurs biedt u een totaalpakket aan informatie aan. Via live infosessies van exposanten, Buildwise en Embuild krijgt u meer inzicht in de digitale bouwmogelijkheden. En vergeet vooral niet even stil te staan bij de demonstraties, u aangeboden door Buildwise.

Infosessies

Een van de sterke punten van Digital Construction Brussels wordt gevormd door de infosessies. We geven hier een greep uit het aanbod.

● VISMA BOUWSOFT: “Weg met Word en Excel. Bespaar heel wat tijd, werk en geld dankzij onze all-in-one bouwsoftware.”

Visma Bouwsoft is all-in-one software voor bouwprofessionals en installateurs, van het eerste contact met de klant tot de laatste factuur. Prijslijsten zijn altijd up-to-date door de connectie met verschillende leveranciers. Daardoor kunnen facturen en offertes snel opgesteld worden. De software omvat ook zaken als planning, tijdsregistratie, werkbonnen enzovoort, maar is modulair. De aannemer betaalt dus alleen wat hij nodig heeft.

PRAKTISCH

WAAR?

Brussels Kart Expo Alfons Gossetlaan 9 1702 Groot-Bijgaarden

WANNEER?

De beurs vindt plaats op dinsdag 15 oktober 2024 en is geopend van 09.00 uur tot 18.00 u.

U KOMT MET DE AUTO?

Parkeren kost 10 euro, zowel voor de bezoekers als voor de exposanten. Betaling kan cash of met bancontact.

U KOMT LIEVER MET HET OPENBAAR VERVOER?

Dat kan. Het treinstation van Groot-Bijgaarden ligt dichtbij Brussels Kart Expo. Er zullen wegwijzers staan. Wie liever de bus neemt, kan kiezen uit lijn 214 (Brussel-Noord – Aalst), lijn R15 (Brussel-Noord – Denderleeuw) en lijn 136 (Groot-Bijgaarden –Alsemberg). Deze stoppen dicht bij de ingang van Brussels Kart Expo.

● BAUWATCH: “Toegangscontrole van de werf en digitalisering van sociale administratie.”

● THE HAZARD FACTORY: “Roadblocks en opportuniteiten bij het gebruik van virtual reality in Learning & Development.”

● GEODYNAMICS: “Efficiënt bouwprojectbeheer: vereenvoudig Checkin@Work met één online platform.”

Met dit geïntegreerde online platform voor Checkin@Work en aanwezigheidsregistratie kan de aannemer de projectadministratie vereenvoudigen. Het maakt efficiënte strategieën mogelijk voor de uitwisseling en het beheer van A1, LIMOSA en andere verplichte documenten. Met dit platform kunnen onderaannemers betrokken worden bij de administratie en kunnen RSZ-aangiften en kwaliteitsbeheer geoptimaliseerd worden.

● OPENSPACE: “Bouw sneller en met minder risico met OpenSpace – De Google Street View voor de bouw.”

● EMBUILD VLAANDEREN: “Cybersecurity –AI op kantoor voor de bouwsector.”

● EMBUILD BXL-VLAAMS BRABANT: “AI op de werf.”

● BUILDWISE: “Lancering tweede reeks documenten in lijn met ISO 19650: de Project Informatiestandaard en de Project Informatieproductiemethodes.”

Deze documenten leggen de regels vast voor de omgang met het BIM-model (de Project informatiestandaard) en het BIM-proces (methodes en procedures). Inhoudelijk werd er veel overgenomen van het oude BIM-protocol en het BIM-executieplan, maar met toevoegingen in lijn met ISO 19650. De opdrachtgever is verantwoordelijk om deze documenten te initiëren, maar typisch vult de architect en de hoofdaannemer dit aan.

● BIM-EXAMEN

Inschrijven kan op www. digitalconstructionworld. be. De toegang tot de beurs is volledig gratis. Vooraf inschrijven via de website is verplicht. Na inschrijving ontvangt u via e-mail een persoonlijk e-ticket met QR-code. Breng dit ticket geprint mee of laat de barcode scannen vanop uw smartphone.

Met de 360 graden Reality Capture technologie van OpenSpace kunnen bouwplaatsen snel en eenvoudig vastgelegd worden voor een live as-built beeld van het project, van werkvoorbereiding tot oplevering en gebruik. Men kan vanop elke plaats op de hoogte blijven van de voortgang, en met tools zoals BIM Compare kan men verschillen ontdekken vóór ze een probleem worden. Zo kan men een project perfect op schema houden. Wijzigingen communiceren, QA/QC documenteren, opleveringslijsten en RFI’s stroomlijnen terwijl men over de bouwplaats loopt – het kan allemaal. De Field Notes en integraties helpen de coördinatie op kantoor en in het veld gemakkelijk te maken.

● GMI GROUP: “Eén totaaloplossing voor een optimaal bouwmanagement.”

Gbuild staat toe de stap naar een gedigitaliseerd en uitgebalanceerd bouwmanagement te zetten. Het gaat om een totaaloplossing die beantwoordt aan de noden van de moderne bouwonderneming.

Een nieuwigheid op Digital Construction Brussels is dit jaar het BIM-examen. Het is een speelse maar accurate manier voor de beursbezoekers om hun BIM-kennis te vergelijken met die van andere BIMmers. Buildwise garandeert de kwaliteit van de vragen van dit examen.

Deelnemers

Er heeft zich al een groot aantal exposanten zich aangemeld voor de beurs. Wanneer we dit schrijven gaat het om Globe Zenith, Visma Bouwsoft, Geodynamics, Bluefields, Next-BIM, Knauf, Ficos, Traxxeo, Robaws, Embuild, Exact, Mira Software, Kabandy, Bauwatch, Dalux, FG Software, Open Space, Build Software, Geo-IT, D-Studio, Brink, Nextlayer, KPD, Connectic BeNeLux, The Hazard Factory, GMI Group, 12 Build, Dispatcher, Abax, Astena, Bricsys, Wolters Kluwer, Leica, RVC, Buildwise, Botique, Deuse, Suivo, Auxivo, 4PS.

Nieuw register voor werkende vennoten en helpers

Voor vennootschappen en zelfstandigen die werken in onroerende staat uitvoeren trad deze zomer een belangrijke wijziging in werking. Het gaat om bedrijven uit de bouw- en de schoonmaaksector, maar ook de bedrijven uit andere sectoren die werken in onroerende staat uitvoeren, zoals de elektrotechnische sector, vallen onder de verplichting. Zij moeten sinds 1 juli 2024 hun werkende vennoten en helpers inschrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) via de toepassing My Enterprise en de gegevens van deze werkende vennoten en helpers up-to-date houden.

Voor de werkende vennoten en helpers die al actief waren vóór de inwerkingtreding van deze nieuwe verplichting, is een overgangsperiode gepland. De inschrijving bij de KBO moet in hun geval wel vóór 31 december 2024 gebeuren.

Waarom?

Het register dient als een controlemiddel om misbruiken van het sociaal statuut van zelfstandige via frauduleuze vennootschapsstructuren te bestrijden. Meer bepaald wil de wetgever hiermee voorkomen misbruik te maken van het statuut van een werkend vennoot of van diens helper voor de uitvoering van arbeidsprestaties.

Voor wie?

VENNOOTSCHAPPEN

De verplichting geldt voor vennootschappen die:

● onroerende werkzaamheden uitvoeren, zoals bedoeld in artikel 30bis, § 1, 1°, a), van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en;

● een of meer werkende vennoten hebben.

ZELFSTANDIGEN ACTIEF ALS NATUURLIJKE PERSOON

De verplichting geldt voor zelfstandigen die actief zijn als natuurlijke persoon en die:

● onroerende werkzaamheden uitvoeren, zoals bedoeld in artikel 30bis, § 1, 1°, a), van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944

betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en;

● een of meer helpers hebben.

BELANGRIJK! Deze verplichting staat los van de verplichting van de werkende vennoot of de helper om zich bij een socialeverzekeringsfonds aan te sluiten.

Wie moet er bij de KBO ingeschreven worden?

De vennootschappen en zelfstandigen zijn verplicht de inschrijving bij de KBO in orde te brengen voor:

● Iedere werkend vennoot, dat wil zeggen iedere houder van minstens één aandeel in een vennootschap, die in België persoonlijk een reële activiteit uitoefent binnen die vennootschap zonder dat hij, voor deze activiteit, aangegeven wordt in het stelsel van de loontrekkenden op het ogenblik waarop deze activiteit wordt uitgeoefend.

OPGELET! Dit geldt ook voor werkende vennoten die de rol van mandataris en werkend vennoot binnen dezelfde vennootschap cumuleren.

● Iedere helper, dat wil zeggen ieder persoon die in België een zelfstandige in de uitoefening van zijn beroep bijstaat of vervangt, zonder tegenover hem door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden.

Er geldt een uitzondering voor de volgende personen. Zij vallen niet onder deze inschrijvingsverplichting:

• ongehuwde helpers jonger dan 20 jaar,

• toevallige helpers,

• meewerkende echtgenoten.

Welke gegevens?

De volgende gegevens over de werkende vennoten moeten worden meegegeven:

● Rijksregisternummer of bis-nummer van de werkend vennoot;

● Begindatum en, indien van toepassing, einddatum van de activiteit als werkend vennoot binnen de vennootschap.

Voor helpers moet de volgende informatie worden meegedeeld:

● Rijksregisternummer of bis-nummer van de helper;

● Begindatum, en indien van toepassing, einddatum van de activiteit als helper.

Wanneer?

De inschrijving bij de KBO moet gebeuren vóór de aanvang van de activiteiten als werkend vennoot binnen de vennootschap of als helper bij de zelfstandige die actief is als natuurlijke persoon (de geholpene).

Bij stopzetting van de activiteit moeten de gegevens die bij de KBO zijn ingeschreven, worden bijgewerkt binnen de vijftien dagen volgend op de einddatum van deze activiteit.

Voor de werkende vennoten en helpers die al actief waren vóór de inwerkingtreding van deze nieuwe verplichting, is een overgangsperiode gepland. De inschrijving bij de KBO moet in hun geval vóór 31 december 2024 gebeuren.

Hoe ?

De vennootschappen en zelfstandigen moeten hun werkende vennoten en helpers

online inschrijven via: https://myenterprise. be/my_enterprise

Aannemers die hierover vragen hebben, of hulp willen bij de registratie, nemen hiervoor best contact op met hun lokale Embuild-vereniging.

Sancties als voor niet-naleving?

Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) staat in voor de controle van de naleving van deze nieuwe verplichting. Bij niet-naleving van de inschrijvingsverplichting of bij foutieve inschrijving, riskeert de vennootschap of de geholpene een administratieve geldboete van 500 tot 4.000 euro per vastgestelde inbreuk. Voor begin 2025 zal geen enkele sanctie toegepast worden.

Geldt er al een inhoudingsplicht voor sociale schulden van zelfstandigen?

De wet heeft ook een inhoudingsplicht voor sociale schulden van zelfstandigen ingevoerd. Als in een onderneming die werken in onroerende staat uitvoert zelfstandigen actief zijn die schulden hebben wat hun sociale bijdragen betreft, zal deze onderneming met inhoudingsplicht worden aangeduid in een databank. Deze databank zal echter pas op een later ogenblik operationeel worden. De verplichting om ze te consulteren en desgevallend een inhouding toe te passen bij de betaling van de factuur, treedt dus nog niet onmiddellijk in werking (volgens onze info pas ten vroegste begin 2026).

Gids voor bouwbedrijven die over hun duurzaamheid moeten rapporteren

Vanaf 2025 zullen grotere ondernemingen een duurzaamheidsrapport moeten publiceren. Dat is het gevolg van een Europese richtlijn, de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Slechts 150 leden van Embuild vallen rechtstreeks onder deze verplichting. Maar onrechtstreeks zullen veel meer aannemers de gevolgen voelen. Daarom gaat Embuild voor de leden een sectorale benadering ontwikkelen en een gids opstellen.

De CSRD is een Europese richtlijn die transparantie wil creëren over de impact van ondernemingen op mens en milieu. Hij werd in 2022 goedgekeurd door het Europees parlement en verving de Non-Financial Reporting Directive (NFRD). Door de CSRD zullen meer ondernemingen een duurzaamheidsrapport moeten publiceren. Boven moeten ze over meer thema’s rapporteren.

De maatregel wordt geleidelijk ingevoerd tussen 2025 en 2029, waarbij de grootste ondernemingen het eerste aan de beurt komen. Europese richtlijnen worden niet onmiddellijk van kracht, maar moeten door de lidstaten in lokaal recht omgezet worden. Verwacht wordt dat België dat nog dit jaar zal doen.

Dubbele materialiteit

De CSRD is een onderdeel van een breder beleid om de EU tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Maar dan moeten ondernemingen beter rapporteren over hun milieuaspecten, hun sociale aspecten en hun bedrijfsbestuur, in het Engels ESG genoemd (Environment, Social, Governance).

De CSRD omvat een standaardisering van de rapportering. Een belangrijk principe is ook de zogenaamde dubbele materialiteit Dit betekent dat de onderneming niet alleen rapporteert over de impact die zij heeft op de omgeving (inside-out) maar ook over de impact die de omgeving heeft op de onderneming (outside-in). Hierbij worden zowel de positieve als de negatieve, en zowel de

financiële als de niet-financiële impact behandeld. Op de website van VLAIO staan enkele voorbeelden:

• als de onderneming zich bevindt in een overstromingsgevoelig gebied, moet zij de (potentiële) impact op de waarde van de onderneming bij een overstroming rapporteren;

• als de onderneming aanzienlijke hoeveelheden broeikasgassen uitstoot, moet zij de (potentiële) negatieve impact op het milieu beschrijven;

• als de onderneming een circulair product op de markt brengt, moet zij de (potentiele) positieve impact op de waarde van de onderneming toelichten.

De hele keten

Heel belangrijk ook: de CSRD legt op dat organisaties de impact van hun volledige waardeketen in kaart brengen. Dit wil zeggen dat ondernemingen niet alleen moeten rapporteren over de eigen duurzaamheidsprestaties, maar ook over die van hun klanten en leveranciers.

Rechtstreeks en onrechtstreeks

Volgens de lijst van de Nationale Bank vallen er ongeveer 2000 Belgische ondernemingen rechtstreeks onder de richtlijn. Het gaat om grotere ondernemingen en beursgenoteerde kmo’s. Hoeveel bouwondernemingen zijn daarbij? Embuild heeft dat onderzocht en kwam tot de conclusie dat tegen 2026 ongeveer 150 leden rechtstreeks onder de verplichting zullen vallen.

Maar dat is niet het hele verhaal. Zoals opgemerkt moeten deze bedrijven de impact van hun hele waardeketen in kaart brengen. Daarbij hoort in de bouw ook de onderaanneming. Onrechtstreeks zullen dus veel meer aannemers de invloed van de CSRD voelen. Merk trouwens op dat de CSRD ook eist dat ondernemingen rapporteren over de duurzaamheidsprestaties van hun klanten. Het is dus heel goed mogelijk dat aannemers ook vragen zullen krijgen van bijvoorbeeld banken en verzekeraars.

Last of lust?

Is de CSRD een last? Je kunt het ook anders bekijken. Volgens Embuild is het ook en vooral een kans. Wanneer de bouw deze grijpt, kan hij een centrale rol spelen de transitie naar een duurzamere toekomst. Daarnaast zal een duurzamere bouw minder problemen hebben met het verkrijgen van krediet en het aantrekken van investeringen en getalenteerde mensen. Maar dan moet de hele sector mee zijn. Dat is een boodschap die we benadrukken.

Ondersteuning

Hoe je het ook bekijkt, het kan niet ontkend worden dat de CSRD een bijkomende administratieve belasting creëert. Om zijn leden te ondersteunen heeft Embuild dus een project opgezet in samenwerking met Buildwise (het voormalige WTCB), het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OWC) en vanzelfsprekend ook de regionale entiteiten, de lokale verenigingen en de beroepsverenigingen.

WERK MEE AAN

DIT PROJECT!

We nodigen onze leden uit om mee te werken aan dit project. Ze kunnen daarvoor contact opnemen met Embuild Vlaanderen, hun lokale vereniging en hun beroepsvereniging, of een e-mail sturen naar AnneLaure Lejeune van Embuild (anne-laure.lejeune@ embuild.be).

Zeer nuttig zou de bijdrage zijn van leden die in het verleden al een analyse van de dubbele materialiteit gemaakt hebben (Double Materiality Analysis of DMA). We zijn ook zeer geïnteresseerd in leden die al ervaring hebben met IROanalyses (Impacts, Risks and Opportunities).

Het succes van dit project hangt in belangrijke mate af van dergelijke bijdragen. Onze projectpartner CAP Conseil garandeert een strikt vertrouwelijke behandeling van deze gegevens. Samenwerken met dit project heeft trouwens ook voordelen voor een onderneming. Hoe meer gegevens en informatie we hebben, hoe efficiënter de instrumenten die we ontwikkelen en hoe beter deze afgestemd zijn op de specifieke situaties van bouwbedrijven.

Vragenlijsten

Uiteindelijk is het de bedoeling van dit project dat alle betrokken bouwbedrijven correct en gestructureerd kunnen rapporteren over hun duurzaamheid. Daarom zal een gids opgesteld worden. Deze zal vragenlijsten bevatten gebaseerd op de Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage ESRS en VSME.

De vragenlijsten zijn in overeenstemming met de audits die geëist worden door de CSRD. Er zullen vragenlijsten zijn aangepast aan alle betrokkenen: leveranciers, klanten, partners, financiële instellingen en verzekeraars.

Aan de hand van deze vragenlijsten wordt de informatie voor de rapportering verzameld. Dankzij de manier waarop dit gebeurt, maken de vragenlijsten een gestandaardiseerde structuur voor de rapportering mogelijk. De gids zal een dergelijke structuur aanbieden.

Er zal een onderscheid gemaakt worden tussen grote bedrijven en kmo's, rekening houdend met de verschillen in middelen en capaciteiten. Hierdoor kunnen alle bouwbedrijven op een consistente en gestructureerde manier rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties.

Het project zal er ook zorg voor dragen dat de vragenlijsten aangepast kunnen worden aan nieuwe vereisten zonder dat de aannemer van voor af aan moet beginnen.

Helderheid scheppen

CSRD is lang niet de enige afkorting die de aannemer tegenwoordig belaagt. In 2018 was er nog de GDPR. Intussen zijn daar ook CS3D en DNSH bijgekomen. En dan hebben we het nog niet gehad over de taxonomie … In het nieuwe project over de CSRD wil Embuild meer helderheid scheppen over deze initiatieven. We willen vermijden dat aannemers dubbel werk moeten verrichten als het gaat om thema’s die verwant zijn.

Voor de ondersteuning van het project is de firma CAP Conseil gekozen. Zij zal er onder meer voor zorgen dat de instrumenten aangepast zullen zijn aan kleine ondernemingen en zelfstandigen. Als alles volgens planning verloopt, kan dit project aan het einde van dit jaar resultaten voorleggen. We houden u op de hoogte.

ALTIJD MEE, PRO EN PRIVÉ

Je bent je eigen baas en je werkt elke dag hard voor je klanten. Je verwacht terecht ook het beste van je partners. Bij Federale Verzekering zetten we ons al meer dan 100 jaar in voor ondernemers zoals jij. We beschermen kostbare en onmisbare machines, maar ook je aansprakelijkheid. Een aanvullend pensioen? Daar hebben we de oplossingen voor. En natuurlijk ben je niet enkel ondernemer. We beschermen dan ook je gezinswoning en je familie... en we zorgen voor het spaarpotje voor je oogappel!

Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Meer info op federale.be

Raadpleeg altijd de algemene voorwaarden alsook de financiële en technische infofiches voor je intekent op een product leven. Federale Verzekering – V.U: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel  - www.federale.be - Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen - Vereniging van Onderlinge LevensverzekeringenCoöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV - RPR Brussel BTW BE 0407.963.786/BE 0408.183.324/ BE 0403.257.506.

Van een productgerichte naar een klantgerichte benadering

Wie zijn de klanten van vandaag? Wat willen ze? Hoe verschillen ze van de klanten van vroeger?

In dit dossier gingen we het vragen aan alle experts ter zake: leden van Embuild maar ook onze beroepsverenigingen, Buildwise, de architecten en de ontwikkelaars.

Drie dingen springer eruit. Ten eerste wil de klant tegenwoordig verregaande transparantie van de aannemer. Ten tweede is er het internet, waardoor klanten tegenwoordig al weten wat ze willen nog vóór ze naar een aannemer stappen. En ten slotte stellen klanten op veel vlakken nieuwe eisen. Het gaat dan om duurzaamheid en energieverbruik, maar ook om esthetiek, comfort en nog veel meer.

Verschuiving van een productgerichte naar een klantgerichte benadering

In 2022 voerde het Buildwise Visiecomité in samenwerking met KPMG een trend- en impactanalyse uit. Deze Inside-Out studie bracht de toekomstige ontwikkelingen in de bouwsector in kaart, met specifieke focus op ruwbouw/algemene aannemers, schrijnwerk en installateurs van sanitair & HVAC. Maar ze leverde ook zeer waardevolle inzichten op vanuit het klantperspectief.

De studie van het Buildwise Visiecomité was zeer grondig en omvatte een diepgaand literatuuronderzoek, gesprekken met meer dan 700 bouwprofessionals en een PESTEL-analyse, waarbij PESTEL staat voor zes aspecten: Political, Economic, Social, Technological, Environmental en Legal.

Op basis daarvan werden 10 megatrends en vijf belangrijke implicaties geïdentificeerd, die elk met hun eigen timing de sector zullen beïnvloeden. De relatie tussen bouwbedrijf en klant speelt een belangrijke rol in deze evolutie. Bij nagenoeg iedere trend zijn klantenaspecten aan de orde. Zeker megatrend 8 heeft de klant volledig in het vizier: Verhoogde verwachtingen van klanten doen de bouwsector van koers wijzigen richting klantgericht handelen.

“De bouwsector ondergaat inderdaad ingrijpende veranderingen door de verhoogde verwachtingen van klanten. Dit vereist een verschuiving van een productgerichte naar een klantgerichte benadering. Volgens de studie beïnvloeden verschillende trends en uitdagingen hoe bouwbedrijven moeten opereren om aan deze verwachtingen te voldoen,” stelt Tom Willemen (voorzitter van het Visiecomité van Buildwise).

1TRANSPARANTIE EN

KLANTGERICHTE DIENSTEN:

Klanten verwachten steeds meer transparantie en op maat geleverde diensten en producten. Dit betekent dat de bouwsector afhankelijk van de niche

waarin het opereert (high end producten of betaalbare oplossingen) moet evolueren van een productgerichte naar een klantgerichte benadering, waarbij de wensen en behoeften van de klant centraal staan.

2COMMUNICATIE

EN BETROKKENHEID:

Goede communicatie is cruciaal. De bouwsector staat voor de uitdaging om transparant te communiceren en afspraken na te komen. Dit omvat het actief betrekken van de klant gedurende het hele bouwproces om gebouwen op maat te maken die flexibel kunnen meegroeien of krimpen afhankelijk van de behoeften van de klant.

3BALANS

TUSSEN FLEXIBILITEIT EN VOORBEREIDING:

Het vinden van een juist evenwicht tussen flexibiliteit tijdens het bouwen en een gedegen voorbereiding is essentieel voor een efficiënt bouwproces. Klanten moeten vroegtijdig betrokken worden om beslissingen te nemen die later in het proces niet meer gewijzigd kunnen worden. Aanpassingen tijdens het bouwproces zijn duur omdat ze een procesmatige aanpak doorbreken.

4PRIJS EN KWALITEIT:

De focus van klanten ligt nog vaak op prijs en er bestaan redenen om bouwwerken betaalbaar te houden. Maar er is ook een groeiende vraag naar kwalitatieve en duurzame oplossingen. Dit vraagt om een herziening van het businessmodel in de bouwsector om de klant beter te kunnen bedienen zonder in

te boeten op kwaliteit. Focus op onderhoudsplanning en service is hier ook belangrijk.

5

TECHNOLOGISCHE

ONDERSTEUNING:

De inzet van digitalisering en nieuwe technologieën, zoals BIM, VR-AR en AI, kan bijdragen aan een efficiënter en klantvriendelijker bouwproces. Dit helpt niet alleen bij het ontwerpen en bouwen, maar ook bij het beheren en documenteren van gebouwen. Klanten kunnen zich zo ook een beter beeld vormen van het eindproduct nog voor de start van de bouw.

6OPLEIDING EN SOFT SKILLS:

Werknemers in de bouwsector moeten zich blijven ontwikkelen op het gebied van zowel technische vaardigheden als soft skills, zoals communicatie en klantencontact. Dit is essentieel om de klantgerichtheid en het vertrouwen te verbeteren door vooral een goeie communicatie te verzekeren.

7

DUURZAAMHEID:

Duurzaam bouwen wordt steeds belangrijker, zowel voor de bouwsector als voor klanten. Dit omvat het gebruik van duurzame materialen en technieken, evenals het aanbieden van advies over duurzame keuzes aan klanten.

8

INNOVATIE EN CREATIVITEIT:

Klanten zoeken steeds meer naar unieke (in high end niches) en innovatieve oplossingen. De bouwsector moet daarom creatief blijven en zichzelf voortdurend heruitvinden om aan deze verwachtingen te voldoen.

9

STAKEHOLDER MANAGEMENT:

Door intensievere samenwerking en co-creatie met verschillende actoren binnen de waardeketen, waaronder klanten, kan de bouwsector meer waarde creëren en de klanttevredenheid verhogen.

10NIEUWE

BUSINESSMODELLEN:

Er is een verschuiving naar nieuwe businessmodellen, zoals het as-a-service model, waarbij klanten diensten afnemen in plaats van producten te kopen. Dit vereist aanpassing van de competenties en een lan-

MEGATREND 6: DEMOGRAFISCHE EVOLUTIES DWINGEN DE BOUWSECTOR NA TE DENKEN OVER (ALTERNATIEVE)

WOONVORMEN VAN DE TOEKOMST.

Naast megatrend 8, die besproken wordt in dit artikel, is ook megatrend 6 van de studie relevant voor de relatie tussen bouw en klant. Verschillende demografische evoluties, waaronder de toenemende bevolkingsgroei, de vergrijzing, migratie en gezinsverdunning zorgen voor een (r)evolutie in de samenstelling van de bevolking. Voor het bouwbedrijf betekent dit dat de noden van de klanten wijzigen, met als gevolg dat de Belgische bouwsector gedwongen wordt om na te denken over de (alternatieve) woonvormen van de toekomst, en manieren om bouwen betaalbaar te houden. Daarenboven dient de aandacht te worden gevestigd op het feit dat zowel de beschikbare ruimte als de technische installaties flexibeler moeten worden ingericht. Woningen beschikten in het verleden hoofdzakelijk over statische eigenschappen, daar men nu steeds meer evolueert (of wenst te evolueren) naar dynamische bouwwerken doorheen de levenscyclus van de mens. Opportuniteiten kunnen hier worden gevonden in het modulair bouwen waarbij in functie van evoluerende noden of behoeftes van de klant een onderdeel kan worden bijgebouwd dan wel worden weggenomen.

gere termijnrelatie met de klant.

“De bouwsector staat duidelijk voor veel maatschappelijke uitdagingen. In het bijzonder is het nodig dat hij zich aanpast aan de veranderende verwachtingen van klanten. Dit vereist investeringen in technologie, communicatie, en duurzaamheid. Door klantgericht te denken en handelen, kunnen bouwbedrijven niet alleen de klanttevredenheid verbeteren, maar ook hun concurrentiepositie versterken. Het is van cruciaal belang dat de sector zich blijft ontwikkelen om te voldoen aan de steeds hogere eisen van de moderne klant,” analyseert Olivier Vandooren (CEO Buildwise).

Om dit interessante perspectief verder uit te diepen, is vorig jaar een tweede meer gedetailleerde Outside-In-studie naar de visie van de klanten van de sector gestart, gebaseerd op interviews met diverse typen klanten van de bouwsector (publieke opdrachtgevers / overheid, promotoren en ontwikkelaars, professionele eindklanten …). De resultaten van deze studie die momenteel wordt afgerond zullen op 5 december gepresenteerd worden tijdens een event bij Buildwise.

INFO : U kunt de trenden impactanalyse downloaden op www.buildwise.be. Op de homepage klikken op Publicaties en dan op Innovation papers.

Te strikt vergunningenbeleid fnuikt groei van het woningaanbod

Johan De Vlieger is CEO van de firma Bostoen waarvoor hij intussen al meer dan een kwarteeuw actief is. Hij kent de Belgische woningbouwmarkt door en door en kan uit eerste hand getuigen over wat de klanten willen en welke de tegenkantingen zijn die de klanten ondervinden om hun bouwdroom te realiseren.

Volgens Johan De Vlieger is en blijft de klant koning: “Dat is een heel oud principe en het zal nooit verdwijnen want het is uiteindelijk altijd de klant die betaalt. Maar het hoofd dat die kroon draagt, is veranderd. Zijn denkpatroon is gewijzigd onder twee invloeden: enerzijds door de grotere impact van het internet en anderzijds door een andere maatschappelijke beleving van bouwen en wonen.”

De klanten krijgen nu heel wat impulsen van het internet waar ook heel wat ‘fake news’ te vinden is. Die impulsen zijn talrijker en diverser dan ooit. Maar de klanten zien door de bomen het bos niet meer. Vroeger was veeleer de mond-tot-mond reclame bepalend en sturend. Het is daardoor belangrijker geworden om de klanten te helpen bij het maken

Bostoen verkoopt geen luxewoningen of sociale woningen. De onderneming bouwt voor gezinnen die nu nog juist kunnen kopen in plaats van te huren

van keuzes en om hen van hun keuzestress te verlossen.

Gewijzigde mindset

Tegelijk zijn vooral jongeren anders over bouwen en wonen gaan denken. Vroeger hadden de Belgen figuurlijk nog een baksteen in hun maag. Zij wilden door te bouwen financiele zekerheid verwerven voor hun pensioen. Nu denken jongeren er vooral aan om ergens te kunnen wonen en niet zozeer meer om een woning te verwerven. Wonen kan onder diverse vormen: naast kopen kan dat ook via cohousing of via huren. Maar dan komt de ontnuchtering want zij worden hoe dan ook geconfronteerd met de zevenkoppige draak van het vergunningenbeleid.

Wonen is een primaire behoefte. Hoe zouden Belgen zich voelen, als zij niet ergens

" Het denkpatroon van de klant is gewijzigd onder twee invloeden: enerzijds door de grotere impact van het internet en anderzijds door een andere maatschappelijke beleving van bouwen en wonen. "

JOHAN DE VLIEGER

CEO van de firma Bostoen. Hij is er intussen al meer dan een kwarteeuw actief.

zouden kunnen wonen? Dat wordt nu meer en meer de realiteit. Johan De Vlieger: “Na de Tweede Wereldoorlog kwam in ons land een eerste bouwgolf tot stand ten gevolge van de verwoestingen en door de talrijke babyboomers. Na jaren van stabilisering zijn wij nu toe aan een tweede woonbehoeftengolf. De oorzaken zijn zeer divers: de vergrijzing, de gezinsverdunning, de toegenomen migratie en het terug toenemend aantal geboorten (we evolueren stilletjes naar een positief sterftecijfer). Dit betekent vooral dat er meer en meer gezinnen komen en dus meer woonentiteiten nodig zijn. Want elk gezin heeft nu eenmaal recht op huisvesting.”

Meer vraag dan aanbod

Politici schermen dan wel met het hoge aantal toegekende vergunningen maar het aantal aangevraagde vergunningen ligt veel hoger. Tal van vergunningsaanvragen worden geweigerd. Daardoor verkleint het aanbod in vergelijking met de vraag en stijgen de prijzen. Door de hoge prijzen voor de aankoop van een woongelegenheid gaan meer gezinnen huren waardoor ook op de verhuurmarkt de prijzen stijgen. Op die manier gaan heel wat gezinnen op lange termijn verarmen.

Johan De Vlieger: “Er moeten dus dringend extra woongelegenheden komen. Zoniet steven wij af op een echte wooncrisis. Gezinnen zullen geen woning meer kunnen kopen maar ook geen woning meer kunnen huren. De primaire woonbehoefte dreigt bij velen onvervuld te blijven. Ik vrees bovendien dat de politieke wereld pas zal ingrijpen wanneer het te laat is. En dan dreigt een tsunami die niet meer kan worden tegengehouden. De klant zit nu gevangen in een kooi en stoot continu op de grenzen van die kooi, grenzen bepaald door de wetgever. Maar uiteindelijk zal de klant gelijk halen: hij is tenslotte koning.”

Impact van overheid en omwonenden

De residentiële bouwers en de vastgoedprofessionals worden volgens Johan De Vlieger ten onrechte met de vinger gewezen: “De facto liggen onze marges al tien jaar laag om ons uiteindelijke doel te kunnen waarmaken: betaalbaar bouwen voor elke woonbehoeftige. De belangrijkste kostenverhogende factor is trouwens de overheid zelf. Meer dan de helft van de kosten om een woning te kunnen ver-

werven, gaat naar de overheid in de vorm van onder meer btw- en RSZ-bijdragen en belastingen allerhande. In landen zoals Frankrijk en Italië bedraagt het overheidsbeslag minder dan 30 procent en is wonen betaalbaarder.”

Het is in België ook veel te gemakkelijk om de toekenning van een vergunning aan te vechten. De rechten van de omwonenden zijn overdreven. In Frankrijk heeft de overheid de beroepsmogelijkheden tegen vergunningen aan banden gelegd. Daar kan wel weer gebouwd worden.

Gemiste

ontwikkelingsmogelijkheden

Johan De Vlieger: “Residentiële bouwers en vastgoedprofessionals slagen erin om nieuwe wijken te creëren waarin groen en wonen harmonieus met elkaar samengaan. Maar zij krijgen daartoe te weinig kansen. Daar is visie voor nodig alsook durf. Zo bijvoorbeeld door verkommerde binnenstedelijke gebieden te onteigenen (mits voldoende en correcte compensaties) en oude wijken te herverkavelen. Zo’n herverkaveling stoot nu vaak op een njet. Sommige gemeentebesturen blijven op basis van hun verordeningen zelfs vasthouden aan de bouw van villa’s terwijl gezinnen nu vooral kleiner willen bouwen.”

Wat de klanten voornamelijk zoeken is een modale woning waar zij met hun gezin goed kunnen wonen. En waar komt het volgens Johan De Vlieger in gesprekken met klanten altijd op neer: wat kunnen zij betalen? Hoe dus klanten winnen? Door hen een gunstige prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden, een woning die tegelijk duurzaam en futureproof én betaalbaar is.

Belang van primaire woonbehoefte

Johan De Vlieger: “Van deze gedachte zijn al onze medewerkers doordrongen. Wij verkopen geen luxewoningen en al evenmin sociale woningen. Wij bouwen voor gezinnen die nu nog juist kunnen kopen in plaats van te huren. Om voor hen betaalbare woningen te bouwen, leveren wij in op onze marges en dat kunnen wij doen door van ons bouwbedrijf een goed geoliede machine te maken. Met architectuur win je het vertrouwen van de klanten niet. Op het eerste gezicht is wonen een beleving maar in het onderbewustzijn moet de woning vooral beantwoorden aan een primaire woonbehoefte.”

De klant weet wat hij wil nog vóór hij met de vakman praat

Een woning is pas geslaagd wanneer de afwerking precies is wat de klant wil. Logisch, want die afwerking is wat zichtbaar is voor iedereen. Maar in de afgelopen jaren is de relatie tussen de vakman en de klant op dat gebied grondig gewijzigd. Dat vertelden ons Dirk Van Kerckhove en Lawrence Steen, respectievelijk directeur en adjunct-directeur van Embuild Connect.

Als Dirk Van Kerckhove zijn betoog begint over de veranderende wensen van de klant, duurt het niet lang vóór het woord “internet” valt.

Dirk Van Kerckhove: “Door het internet kennen onze klanten de mogelijkheden op de markt veel beter. Ze hebben hun ideeën en eisen al gevormd vóór ze de vakman ontmoeten. Vroeger was dat omgekeerd. Toen vroegen ze aan de professional om uit te leggen wat kon gedaan worden op de bouwplaats. Het was dus de vakman en niet de klant die creatief moest zijn.”

Voorstelling

Het internet heeft nog een tweede vernieuwing veroorzaakt: klanten kunnen zich hun project vooraf veel beter voorstellen.

je natuurzink, dat typische glanzende grijze zink. Maar tegenwoordig bestaat het ook in het rood, het groen, het zwart en zelfs in goudkleur. Het gevolg is dat sommige klanten heel specifieke wensen hebben op dat gebied. Wij stellen vast dat de esthetiek belangrijker en belangrijker wordt, en doorgaans gaat dat gepaard met de wens dat kleuren op elkaar afgestemd zijn.”

Embuild, een excellent idee

Kortom, als afwerker moet je tegenwoordig heel goed weten wat er allemaal gebeurt in de sector. Leden van Embuild beginnen op dat punt met voorsprong aan de concurrentiestrijd.

" Jongeren met een bouwproject hebben veel minder verstand van techniek dan de generaties voor hen. "

Lawrence Steen: “Op Pinterest vind je inspiratie voor de inrichting van alle kamers: verf, behang, vloerbekleding enzovoort. Daarna kun je een zogenaamd moodboard maken met foto’s en illustraties, die je aan de aannemer kunt laten zien om hem meteen duidelijk te maken wat je wilt. En daar ligt tegenwoordig de moeilijkheid voor onze vaklui. Kunnen ze die wensen van de klant ook waarmaken? Zijn de getoonde producten verkrijgbaar in België? Dat is niet altijd het geval. Er bestaan bijvoorbeeld Amerikaanse materialen die je in Europa niet vindt. Maar een professional moet zich aanpassen en soms zal hij alternatieven moeten voorstellen.”

Daar komt bij dat de afwerking een sector is waarin buitengewoon veel keuzemogelijkheden bestaan – denk gewoon maar aan de mogelijke kleuren. En de fabrikanten maken nog voortdurend opties bij.

Lawrence Steen: “Neem bijvoorbeeld zink. Sinds het begin van de negentiende eeuw heb

Dirk Van Kerckhove: “Een van onze opdrachten is onze leden op de hoogte houden. Daarom organiseren we bijvoorbeeld studiedagen en bedrijfsbezoeken aan producenten. Onlangs nog hebben we in Knokke een dag voor onze glazenmakers georganiseerd. Een ingenieur heeft toen de mogelijkheden van glas besproken, met onder meer een prachtig project met een glazen balk. De sector van het glas heeft een hele evolutie doorgemaakt, en zulke dagen maken onze leden daarvan bewust.”

Communicatie en marketing

Het feit dat de relatie tussen aannemer en klant gewijzigd is, heeft ook zijn gevolgen voor de communicatie en de marketing. Deze twee aspecten zijn voor de nieuwe generatie klanten van levensbelang.

Lawrence Steen: “Jongeren met een bouwproject hebben veel minder verstand van techniek dan de generaties voor hen. We zien dus vaak dat ze de vakman kiezen die het beste gecommuniceerd heeft over zijn onderneming, die het snelste een bestek opstuurde …

Het commerciële aspect primeert.”

Dirk Van Kerckhove: “Maar tegelijk kan dat gebrek aan technische kennis ertoe leiden dat ze de bouwplaats niet goed begrijpen. Om een voorbeeld te geven: vóór je parket kunt plaatsen, moet de dekvloer drogen. Dat kan dagen en zelfs weken duren. Je moet dus wachten. Maar de klant beseft dat niet altijd. Hij vindt dat alles meteen moet gebeuren, wat natuurlijk niet kan.”

Planning

Het voorgaande houdt in dat je vooraf goed moet communiceren over de werken, en deze goed moet plannen.

Dirk Van Kerckhove: “Vóór de werken beginnen moet een aannemer uitleggen wat hij gaat doen en, als dat kan, ook wanneer hij dat gaat doen. Daarbij mag hij niet uit het oog verliezen dat ook het bestek van de architect eisen kan bevatten. Als hij die voorzorgsmaatregelen neemt, vermijdt hij problemen en misverstanden tijdens de werken.”

“Maar we moeten het toegeven: communicatie is niet altijd het sterkste punt van de aannemers. Ze zijn meer bezig met de technische kanten van hun vak. Hun orderboekje staat vol en voor goed communiceren nemen ze geen tijd. Dat is een probleem. Ik wil het dus nog eens herhalen: geef goede informatie. Als je dat niet doet, kun je ontevreden klanten krijgen. En dat kan snel een slechte reputatie

en een afname van de opdrachten veroorzaken. Zoals de studie van Buildwise/KPMG zegt: communicatie is van kapitaal belang”.

Laatste in de keten

De aannemers in de afwerking zitten in een bijzondere situatie. Enerzijds zijn ze de laatsten in de keten van de werken op de bouwplaats. Maar anderzijds is hun werk het eerste wat de mensen zien.

Dirk Van Kerckhove: “Bijgevolg liggen de eisen van de klanten veel hoger voor de afwerking dan voor zaken als de fundering, de ruwbouw en de stabiliteit. Die zijn van essentieel belang maar de klant ziet dat niet met zijn eigen ogen. Het gebeurt dat een metser zijn werk niet goed doet en een muur niet helemaal recht is. Wie moet het dan bijsturen? De plafonneerder. Hij is dan aan hem om uit te leggen wat er misliep en hoe hij dat gaat oplossen met zijn vakmanschap. Je ziet hier weer hoe belangrijk communicatie is.”

Besluit

Hoe kun je de klanten tevreden houden? Het antwoord zit volgens Dirk Van Kerckhove in drie tips:

“Goed communiceren van bij het eerste contact en dat volhouden tijdens de werken. Maak samen de planning. En ten slotte: blijf op de hoogte van de nieuwigheden op de markt en pas je aan.”

Links Lawrence Steen (adjunct-directeur Embuild Connect) en rechts Dirk Van Kerckhove (directeur).

KOM IN HET NAJAAR NAAR ONZE VAKBEURZEN!

Een beetje vereenvoudigd zou je kunnen zeggen dat de aannemer-afwerker tussen product en klant staat. Zoals dit artikel uitlegt, evolueren die twee allebei. Dat vraagt heel wat aanpassingsvermogen van de vakman. Maar gelukkig staat die er niet alleen voor. Embuild organiseert al sinds jaar en dag vakbeurzen die de aannemers op de hoogte houden van de meest recente trends, technieken en producten.

Dirk Van Kerckhove: “Ik zal hier even van de gelegenheid gebruik maken en alle aannemersafwerkers uitnodigen op onze vakbeurzen. Embuild organiseert die in het najaar in Brussels Kart Expo in Groot-Bijgaarden. Het zijn ideale momenten om nieuwe producten en materialen te ontdekken en om ervaringen uit te wisselen met andere professionals.”

Installateurs moeten integrale energiediensten aanbieden

Wat verwacht de klant van de installateurs? Met deze vraag trokken wij ook naar de Embuild-federatie Techlink, de Belgische beroepsfederatie van fabrikanten, distributeurs en installateurs die actief zijn op het vlak van technisch onderhoud en energiebeheer. Managing Director Kris Van Dingenen stond ons daarvoor te woord. Volgens hem beseft de klant dat hij voor de installaties in zijn woning moet vertrekken van een geïntegreerd energetisch concept dat optimaal beantwoordt aan de noden van de bewoners. De klant verwacht dus van de installateur dat hij daarvoor het passend advies moet kunnen geven.

De uitvoering van de bouwschil van gebouwen is de laatste jaren fors verbeterd en wordt nu nagenoeg perfect uitgevoerd.

De isolatie van gevels bijvoorbeeld is veel dikker geworden en de isolatiewaarde van glaspartijen is er ook aanzienlijk op vooruitgegaan, alsook de luchtdichtheid. Naarmate de schil van een woning alsmaar geoptimaliseerd werd, moesten de HVAC-installaties alvast dezelfde weg opgaan.

Kris Van Dingenen: “Omdat de gebouwschil performanter wordt uitgevoerd als voorheen, wordt ook van de installaties meer precisiewerk verwacht. Om een comfortabel binnenklimaat te realiseren gingen installateurs vroeger vaak over tot overdimensionering. Dan zou het binnen altijd warm genoeg

zijn. Maar overdimensionering leidt tot extra kosten en is inefficiënt. Hetzelfde toepassen in de moderne woningen zou de betaalbaarheid van de installaties zelfs in het gedrang brengen, terwijl de klant de prijs van installaties nu al vaak onderschat. Gericht dimensioneren wordt dus de boodschap.”

Multitechnische installaties

De installaties in gebouwen worden kritischer maar ook multitechnisch, met de integratie van zonnepanelen, batterijen en laadpunten voor elektrische voertuigen en daarnaast ook van toegangscontrole, camerabewaking en inbraakbeveiliging. Daardoor neemt de nood aan interacties tussen die installaties toe. Om aan de klant op dit vlak een betere dienstverlening te kunnen bie-

De klant verwacht van de installateur dat hij het passende advies geeft.

den gelooft Techlink sterk in het ecosysteem van fabrikanten, groothandelaars en installateurs die een totaaladvies kunnen formuleren. Die bedrijven moeten in staat zijn om hun technische en digitale skills om te zetten in begrijpbare oplossingen voor de klanten.

Kris Van Dingenen: “Vroeger kon een installateur zich makkelijker beperken tot één onderdeel. Hij kon zich bijvoorbeeld beperken tot de plaatsing van ketels. Maar nu wordt de warmtepomp (die ook kan koelen) aangestuurd via een energiemanagementsysteem dat rekening houdt met de zelfopgewekte stroom van de PV-installatie, de hoeveelheid opgeslagen stroom in de batterij, de aanmaak van sanitair warmwater en het opladen van een elektrisch voertuig. Installateurs die niet met deze complexiteit kunnen omgaan, zullen het moeilijk krijgen.”

Integrerende installateurs

Noodgedwongen zijn er dan twee opties: ofwel probeert de aannemer die complexiteit toch zelf onder de knie te krijgen, ofwel doet hij daarvoor een beroep op een distributeur of op een fabrikant uit het ecosysteem. De klant rekent nu eenmaal op een geïntegreerde oplossing. Naast die integrerende installateurs zal er uiteraard ook altijd plaats zijn voor installatiebedrijven die zich specialiseren in een niche zoals camerabewaking en inbraakbeveiliging. Maar ook daar zijn er links naar de rest van de technische installatie.

In haar toekomstvisie LINK2030 verwees Techlink al naar de voordelen die multitechnische installatiebedrijven kunnen bieden. Kris Van Dingenen: “In dat rapport zagen wij die evolutie al aankomen: installatiebedrijven zouden voor hun klanten moeten evolueren naar ‘one stop shops’. De klanten moeten bij hen terechtkunnen voor al hun energie- en binnenklimaatproblemen. In ons rapport stelden wij dat als een optie voorop. Momenteel spreken wij eerder over een must. Een aantal van onze installatiebedrijven gaan daarin trouwens nog verder: in hun aanbod integreren zij nu ook bewakingstechnologie. Daarvoor gaan zij dan een bijkomende vergunning verwerven.”

Meer documenteren

Installatiebedrijven moeten ook meer dan voorheen zaken documenteren: dimensioneringsnota’s voorleggen, productgegevens aan-

leveren en handelingen registreren. Dat heeft onder meer te maken met de EPB-reglementering (E-peil) voor nieuwbouw en het EPC (energieprestatiecertificaat) voor renovaties. Die score bepaalt ook steeds meer de vastgoedwaarde van een woning of appartement.

Kris Van Dingenen: “De installateur moet al de elementen kunnen aanleveren die de EPB/EPC-rapporteur nodig heeft, en die gegevens worden mee opgenomen in het postinterventiedossier. Het niet hebben van een dergelijk dossier bij de verkoop van een woning of appartement vormt meer en meer een ernstige minwaarde. Op vraag van de klant moet de installateur zijn dimensioneringsberekening kunnen voorleggen en technische keuzes kunnen staven. De installateur moet dus meer dan een handige vakman zijn: hij moet niet alleen over technische en commerciële skills beschikken maar ook administratief van wanten weten.”

Klanten maximaal bevragen

Een laatste aandachtspunt betreft de communicatie van de installateurs met hun klant. Het is belangrijk om de klanten zoveel mogelijk te bevragen om hun desiderata op voorhand te kennen zodat de installateur een aangepast bestek kan maken. Maar volgens Kris Van Dingenen kan je niet alles tot in het kleinste detail in het bestek beschrijven: “Wanneer de installateur bij de uitvoering van de werken dan toch beslissingen moet nemen die niet in het bestek staan, raad ik hem aan hierover maximaal de klant te bevragen vooraleer tot de uitvoering over te gaan. Op die manier vermijdt hij dat hij de werken moet herdoen: dubbel werk dat nodeloos extra kosten en werkuren vergt.”

Voor niet-residentiële gebouwen komt het al voor dat installateurs na de werken worden beoordeeld op basis van de gerealiseerde energieprestaties en niet alleen op basis van de bereikte EPB-parameters. Maar in de particuliere woningbouw komt dat nog niet voor. Als de installateur zou moeten instaan voor de verwezenlijkte energieprestaties, zou hij volgens Kris Van Dingenen ook moeten kunnen instaan voor het onderhoud. Want energiebesparing en -verbruik zijn vaak nauw verbonden met het al dan niet zorgvuldig gebruik dat de inwoners of gebruikers van een gebouw maken, en met het technisch onderhoud dat al dan niet uitgevoerd wordt.

" Omdat de gebouwschil performanter wordt uitgevoerd als voorheen, wordt ook van de installaties meer precisiewerk verwacht. "

DIRECTEUR-GENERAAL

KRIS VAN DINGENEN VAN TECHLINK.

“Onze klanten goed informeren is cruciaal”

Immobel is een vastgoedontwikkelaar die duurzame projecten laat uitvoeren. Bij het bouwen en renoveren respecteert deze beursgenoteerde firma de meest veeleisende normen. Bovendien kent Immobel de verwachtingen en eisen van de vastgoedklanten erg goed, mede dankzij de 160 jaar ervaring in deze sector. Embuild Magazine ging dus op bezoek en praatte met Valentine Van Malleghem, Head of Residential Projects Advisory.

Oxy, een gigantisch project dat het voormalige hoofdkwartier van de post tussen het Muntplein en het De Brouckèreplein in Brussel verbouwt tot een multifunctioneel complex.

Immobel werd opgericht in 1863 en bedenkt, ontwikkelt en commercialiseert vastgoedprojecten. Je kunt deze tegenwoordig vinden in talrijke Belgische en Europese steden. Zowel woningen als kantoren en gemengde projecten zitten in de portfolio. Immobel is actief in zeven landen van de EU en is een lid van de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector BVS. Kortom, wie iets wil weten over de attitudes van de vastgoedklant, is bij Immobel aan het juiste adres.

Communicatie en transparantie

Tijdens ons gesprek sluit Valentine Van Malleghem zich meteen aan bij de resultaten van het onderzoek van Buildwise/KPMG: klanten hechten steeds meer belang aan transparante communicatie. Ze zijn op dit punt zeer

veeleisend geworden.

Valentine Van Malleghem: “Na het uitbreken van de coronacrisis hebben we onze communicatie met de klanten herzien. Ze wilden meer en transparantere communicatie, zo bleek uit een enquête die we in 2020 hebben georganiseerd. Ze kregen niet genoeg nieuws over de stand van zaken van een project. Bij ons groeide dan weer het besef dat onze klanten zich niet bewust waren van onze betrokkenheid bij lopende werven. Er was aan beide zijden dus sprake van een zekere frustratie.”

“We hebben dan Ziggu opgezet, een platform met nieuwsbrieven, foto’s van bouwwerken enzovoort. Klanten krijgen er 24 uur op 24 online toegang tot hun dossier. Het systeem had een zeer gunstige impact op de tevredenheid van onze kopers, en vereenvoudigde het beheer van onze dossiers. Voor bouwbedrijven is er Letsbuild, een platform waarop ze via ons opmerkingen kunnen plaatsen over de vooruitgang van een bouwplaats.”

Veeleisender?

Op het internet is tegenwoordig voor iedereen veel informatie beschikbaar. Er worden nieuwe technologieën ontwikkeld. De normen worden steeds strenger, zeker wat betreft het milieu. Maken die zaken de klant veeleisender?

Valentine Van Malleghem: “Om eerlijk te zijn, nee, dat merk ik niet. Wij hebben veel ervaring en de klant komt naar ons omdat hij al jaren vertrouwen in ons heeft en omdat hij een kwaliteitsproduct op maat wil. Het is eerder zo dat wij zelf veeleisender geworden zijn voor onszelf. We stellen onszelf regelmatig in vraag, om te garanderen dat we alle normen op het vlak van energie, milieu, duurzaamheid, mobiliteit enzovoort respecteren … net als de ESG-criteria, waarover we steeds vaker praten. We hebben voor deze onderwerpen werk-

groepen en interne opleidingen. Iedereen moet begrijpen wat de inzet van dit alles is, en zijn steentje bijdragen.”

Volgens Valentine Van Malleghem maken de nieuwe normen de klant vooral nieuwsgierig en geïnteresseerd. “We krijgen steeds meer vragen over de oorsprong van materialen, het energieverbruik, de energieprestaties, warmtepompen, zonnepanelen, laadpalen en dergelijke. Het gaat om heel natuurlijke eisen die gepaard gaan met de evolutie van de normen die de klant gerespecteerd wil zien in zijn project.”

Maar de steeds uitgebreidere regelgeving roept nog andere vragen op. Komt een klant nu vaker tussen in de loop van een project, omdat hij een verandering wil?

Valentine Van Malleghem: “Bij Immobel koopt een klant op plan, vóór de bouw. Hij kan het goed dus aanpassen aan zijn persoonlijke smaak. Maar gezien de omvang van onze projecten zijn discipline en een kader noodzakelijk om de werf beheersbaar te houden. Het gaat om een strikt proces met milestones die de aannemers moeten respecteren. Onze teams werpen trouwens een zeer grondige blik op de plannen. Van bij de start is het de bedoeling om woningen met de hoogst mogelijke kwaliteit te verkrijgen. De nood aan veranderingen is daardoor minder aanwezig."

Coronacrisis

Het hoogtepunt van de coronacrisis is al lang voorbij, maar de gevolgen blijven voelbaar in het dagelijkse leven. Thuiswerk bijvoorbeeld is in veel ondernemingen een optie. Je zou kunnen verwachten dat de klanten van Immobel daardoor andere eisen zijn gaan stellen aan woningen. Maar Valentine Van Malleghem merkt daar niets van.

Valentine Van Malleghem: “Wat een koper wil, hangt eerder af van zijn profiel. Een investeerder legt de nadruk op efficiëntie, een goede prijs-kwaliteitverhouding, onderhoudsgemak en een lange levensduur. Een klant die iets voor eigen gebruik koopt, zal zich de ruimtes voorstellen en zal vaker advies vragen over materialen.”

En wat met de digitalisering? Vraagt een klant om digitale technieken toe te passen in een project, zodat hij het zich beter kan voorstellen en begrijpen?

Valentine Van Malleghem: “Wij bieden nog geen 3D-brillen aan om een project te visualiseren. Er is ook geen vraag naar. Misschien komt dat nog, maar onze prioriteiten zijn een efficiënt proces, de kwaliteit van de communicatie en de kwaliteit van de woningen. Als je de tevreden-

heid van de klanten zo hoog mogelijk wilt houden, is dat allemaal onmisbaar.”

Regionale verschillen

De regio’s in dit land hebben allemaal hun eigen kenmerken en hun eigen regelgeving. Heeft dat een invloed op de wensen van de klant?

Valentine Van Malleghem: “Ja. Er bestaan verschillen tussen projecten in verschillende regio’s. Het stedenbouwkundig reglement in Brussel verplicht relatief grote woningen. Maar de kust heeft een andere regelgeving en daar kun het ruimtegebruik verder optimaliseren. We zien ook dat kopers van een tweede verblijf een meer doorgedreven personalisatie wensen. En in de Duitstalige gemeenschap in de provincie Luik is het weer anders. We moeten erop letten dat prijs aantrekkelijk blijft, bijvoorbeeld voor jonge gezinnen die met een beperkter budget toch in een huis willen wonen.”

Besluit

De samenleving evolueert, er komen voortdurend nieuwe reglementen en normen bij. Voor Immobel is het belangrijk dat de klant goed begeleid wordt, van de start van een project tot de dienst na verkoop.

Valentine Van Malleghem: “Ik herhaal het: communicatie is essentieel geworden! En wat betreft de ESG-criteria: meestal gaat het daarbij over de E, die staat voor Environment. Maar ook de S, die staat voor Social, komt bij ons heel vaak aan bod. Vastgoedontwikkeling is tegenwoordig meer dan een gebouw produceren en verkopen. Het menselijke aspect wordt steeds belangrijker bij de ontwerpkeuzen. Wij letten altijd op de integratie van een project in de buurt, zeker als het gaat over groenzones.”

Dit interview vond plaats op de tiende verdieping van de zetel van Immobel aan de Anspach in Brussel. Het uitzicht op de gigantische werken aan het voormalige hoofdkwartier van de post tussen het Muntplein en het De Brouckèreplein was indrukwekkend. Oxy heet dit project, dat een multifunctioneel complex creëert met woningen, kantoren, winkels, hotels en restaurants. Oxy is een project van Whitewood en, jawel, Immobel.

Valentine Van Malleghem: “Het is een van onze vlaggenschipprojecten. Het is een nieuwe stap in de transformatie van de voetgangerszone in het centrum van Brussel. Rond het gebouw wordt een groenzone van 3000 vierkante meter aangelegd die voor iedereen toegankelijk is. Dit is dus een perfect voorbeeld van een project dat in de buurt geïntegreerd is!”

" Wat een koper wil, hangt eerder af van zijn profiel."

VALENTINE VAN MALLEGHEM HEAD OF RESIDENTIAL PROJECTS ADVISORY BIJ IMMOBEL.

Dirk Mattheeuws over desiderata van professionele en particuliere opdrachtgevers

Dirk Mattheeuws is architect-bestuurder bij The A-RK (ARW ARCHITECTEN) en voorzitter van het NAV (Netwerk Architecten Vlaanderen). Hij leidt een studie- en adviesbureau in Merelbeke dat een team van drie architecten, twee interieurvormgevers en een architect-stagiair in dienst heeft. Het bureau bedient zowel particuliere (ongeveer 40 procent) als professionele klanten (ongeveer 60 procent), wat Dirk Mattheeuws in staat stelt om de verwachtingen van beide groepen goed te begrijpen en te vergelijken.

DIRK MATTHEEUWS is architect-bestuurder bij The A-RK (ARW ARCHITECTEN) en voorzitter van het NAV (Netwerk Architecten Vlaanderen

Naast architectuur biedt het kantoor ook verschillende andere aan architectuur gerelateerde dienstverlening, waardoor klanten volledig worden ontzorgd op het gebied van omgevingsmanagement. Een recente toevoeging is onder meer het opstellen van stikstofattesten. Voor milieu-gerelateerde dossiers werkt The A-RK samen met een vaste pool van vier freelance deskundigen.

Professionele vrijheid versus particuliere budgetdruk

Voor professionele klanten ontwerpt The A-RK uiteenlopende bedrijfsgebouwen, variërend van dokters- en tandartspraktijken, kringwinkels tot beschutte werkplaatsen. Voor particulieren realiseert het bureau voornamelijk nieuwbouwprojecten maar ook en steeds meer woningrenovaties. Tussen beide klantengroepen stelt Dirk Mattheeuws een belangrijk verschil vast. Zodra de contouren van het project en het budget zijn vastgelegd, wil de professionele klant vooral nog meer ontzorgd worden en krijgt de ontwerper een grotere vrijheid op het vlak van vormgeving.

Strakke budgetten beperken particuliere keuzes

Particulieren focussen veel meer op de kostprijs. Mattheeuws: ”Sinds ik in 1995 begon als architect, zie ik dat jonge gezinnen steeds vaker hun volledige bouwbudget moeten lenen, zonder financiële hulp van ouders of grootouders. Hierdoor is hun budget vaak ontoereikend voor hun ambities. Men is zich ook niet altijd

bewust van de werkelijke kosten van bouwen en renoveren."

Door deze budgettaire beperkingen staan particuliere projecten onder grote druk. "Het komt erop aan om alles zo eenvoudig mogelijk te houden. Eenvoudige bouwvormen worden ook gedicteerd door de noodzaak tot energiezuinigheid. Daarnaast is er weinig ruimte voor fouten. Als er zich bij een renovatie onverwachte problemen voordoen, zoals vocht- of stabiliteitsproblemen, slaat al snel paniek toe," aldus Mattheeuws.

Betaalbaar versus duurzaam en kwalitatief als uitdaging

Om tot een betaalbaar bouwproject te komen, zijn er ruwweg twee mogelijkheden: ofwel kleiner bouwen met minder m2, ofwel beknibbelen bij de keuze van de materialen. "Klanten kiezen dan bijvoorbeeld voor keramische tegels in plaats van parket, of voor pvc in plaats van aluminium voor het buitenschrijnwerk. Maar het is belangrijk dat wij als architecten blijven streven naar kwaliteit en duurzaamheid, zonder verdere zorgen," benadrukt Mattheeuws. Dirk Mattheeuws stelt tegelijk vast dat de klanten energiebewuster zijn geworden dan voorheen. Dat heeft niet zozeer te maken met de tegemoetkomingen en verplichtingen vanwege de overheid – zoals de recente renovatieverplichting na aankoop van een woning met een F- of E-label – maar vooral met de forse stijging van de energie- en materiaalprijzen die zich vlak na de start van de oorlog in Oekraïne heeft voorgedaan.

Bij renovatiewerken hebben klanten vaak

een functionele aanpassing van hun woning op het oog, zoals extra ruimte of een herindeling van bestaande ruimtes, maar tegelijk houden ze ook bewust rekening met energiebesparende maatregelen. De projectvraag is vaak een combinatie van beide doelstellingen. "Wij als architect zijn het best geplaatst om deze balans te bewaken, het overzicht te bewaren en het project succesvol af te ronden," zegt Mattheeuws.

Mondigere en kritischere klanten

Klanten zijn ook mondiger geworden. Mattheeuws: “Zij vinden allerlei informatie op het internet en confronteren ons daarmee. In de ogen van de kandidaat-bouwers en -verbouwers is de positie van de architect er volgens mij op achteruit gegaan. Vroeger vertrouwden klanten meer op de oplossingen die de architect en de aannemer voorstelden. Nu stuiten we op een breed scala aan schijnbaar aantrekkelijke en goedkopere bouwactoren en -formules die ze online vinden."

Die diversiteit aan bouwformules legt een zware druk op de professionals. "We moeten nog sterker dan voorheen bewijzen dat onze aanpak de juiste is. We moeten onze uitspraken vaker onderbouwen en overtuigender zijn in onze tegenargumenten. Experimenteren op de bouwplaats is geen optie vanwege onze aansprakelijkheden. Tegelijk willen we onze klanten niet overweldigen met een overvloed aan mogelijkheden, want dat maakt het voor hen alleen maar moeilijker om een beslissing te nemen," aldus Mattheeuws.

Dienstverlening afstemmen op de klant

Het basispakket ‘architectuur’ dat The A-RK aanbiedt, gaat tot en met het indienklaar maken van de vergunning, bijstand bij de aanbesteding en dan de controle van de werken. "Bovenop onze wettelijke taken begeleiden we onze klanten ook bij het opvragen en vergelijken van offertes en bij de coördinatie van de bouwplaats. Onze offerte is flexibel; hoe meer advies de klant vraagt, hoe hoger ons ereloon," legt Mattheeuws uit.

Wij werken graag samen met een algemene aannemer maar volledig gesplitste loten kan ook. “Als de klant gesplitste loten verkiest, kan hij per post een aannemer naar eigen keuze aanduiden maar wij kunnen dan nog een extra aannemer suggereren. De ideale toestand bestaat erin tot drie aannemers per lot te komen. De meest aangename klanten zijn zij die je ver-

HEALTHBOX® GO

De slimme budgetoplossing

 Autonome werking door centrale CO2, RH en VOC detectie

 Alle technologie zit in de unit. Aansluiten en klaar.

 Eenvoudig leidingstelsel en intuïtief in te stellen

 Werking te personaliseren met de Sense app

trouwen geven en die niet onmiddellijk vragen naar je ‘prijs’ zonder meer. Zo merken we nu dat sommige kandidaat-bouwers of -verbouwers standaardmails naar tal van architecten rondsturen en daarin terstond vragen naar je prijs. Daar reageren wij zelfs niet op.”

Respect en samenwerking als sleutel tot succes

Het uiteindelijke doel van een bouwproject bestaat erin voor de klant een duurzaam project op te leveren, met minimale nazorg. “Een belangrijke uitdaging daarbij is de toegenomen complexiteit van de regelgeving tot op het niveau van de bouwdetails in combinatie met de dalende uitvoeringskwaliteit op de bouwplaats. Sinds de afschaffing van de verplichte registratie en het bekwaamheidsattest voor aannemers is de kwaliteit sterk achteruitgegaan. Wij moeten op de deskundigheid van onze aannemers kunnen rekenen. Op een bouwplaats zijn uiteindelijk drie partijen van belang: de klant (opdrachtgever), de ontwerper en de aannemer. En wij zullen enkel bouwprojecten tot een goed einde kunnen brengen, als elke partij de andere voldoende respecteert en volop samenwerkt,” besluit Dirk Mattheeuws.

" Een belangrijke uitdaging is de toegenomen complexiteit van de regelgeving tot op het niveau van de bouwdetails in combinatie met de dalende uitvoeringskwaliteit op de bouwplaats. Sinds de afschaffing van de verplichte registratie en het bekwaamheidsattest voor aannemers is de kwaliteit sterk achteruitgegaan."

Welke lessen trekt Bart Verstappen (evrarchitecten) uit dit project?

De transformatie van de voormalige rijkswachtkazernes van Elsene naar een open, multifunctionele wijk wordt een mooi staaltje van circulaire renovatie en duurzame ontwikkeling van stedelijk erfgoed. In mei is de eerste fase met de reconversie van zeven gebouwen afgerond. Samen met ingenieur-architect Bart Verstappen (evrarchitecten), projectleider voor dit Usquare-project, brengen we de uitdagingen bij urban mining, selectieve sloop en hergebruik in kaart én zoeken we oplossingen.

Opdrachtgevers ULB, VUB en de MSI schreven een wedstrijd uit voor de circulaire reconversie van zeven gebouwen van de Fritz-Toussaintkazerne in Elsene. In de gebouwen moesten zowel kantoren als onderwijsondersteunende functies en logement onderdak vinden. Ze vroegen ook om een masterplan uit te werken voor de volledige site. Het project kadert binnen de FEDER-subsidies, Europese subsidies met duidelijke doelstellingen op het vlak van circulariteit, duurzaamheid en energiebesparingen. Het ontwerpvoorstel moest dus ook de mogelijkheden van urban mining, selectieve sloop en hergebruik inhouden. Als ontwerpteam kwam het consortium evr-architecten, Callebaut architecten, BC architects & studies en VK Architects & Engineers als winnaar uit de bus.

“We ontwikkelden niet enkel een ruimtelijke visie over de site en de gebouwen”, vertelt Bart Verstappen (evr-architecten). “We gaven tijdens de wedstrijdfase ook aan hoe hoe we de andere gebouwen op en rond de site als materialenbank beschouwen, waar we wél en niet op zouden inzetten.”

Wat zit er in de mijn?

De voorstudie voor dit Usquare-project nam een viertal jaar in beslag. Het

consortium schakelde daarbij externe expertise in. Ze deden onder meer een beroep op Rotor om de recuperatiemogelijkheden van verschillende materialen in te schatten.

Bart Verstappen: “We lieten ook een drietal aannemers komen om een duidelijk beeld te hebben van de recuperatiemogelijkheden van de bakstenen. We leerden de gebouwen kennen, maakten de hergebruikinventaris op. Dit onderzoek tijdens de aanbestedingsfase liet ons toe om de materialenstromen te identificeren die we konden inzetten in het ontwerp. Tijdens het ontwerpproces zijn er op vraag van het studieteam nog bijkomende opmetingen, sonderingen en testen uitgevoerd om de exacte afmetingen en samenstelling van de gebouwen en materialen te kennen. Zo is er bijvoorbeeld beslist met de opdrachtgever om tijdens het aanbestedingsproces een extra omgevingsvergunning in te dienen voor de afbraak van enkele gebouwen die initieel niet in ons projectgebied zaten. De bakstenen die hieruit vrijkwamen, werden dan hergebruikt binnen ons project. Op die manier zijn we op zoek gegaan naar win-winsituaties op de site.”

“Bij circulair ontwerpen is het dus belangrijk dat je weet wat er aanwezig is in de mijn en hoe ‘groot’ de mijn is voor je start met het ontwerp. Idealiter doet de opdrachtgever die inventarisatie van de hele site in een voortraject.

Het is van belang dat dit in overleg met de architecten gebeurt zodat de analyse en resultaten bruikbaar zijn. Je zou als ontwerpteam vooraf een goed beeld moeten hebben van wat er precies in de mijn zit voor je een ontwerp uitwerkt. Er zaten nu mogelijkheden binnen de Usquare-site buiten ons afgebakend projectgebied die we misschien niet volledig hebben kunnen benutten. Toen wij in de ontwerpfase zaten, was de materialenbank van de volledige Usquare-site helaas nog niet volledig voorhanden of toegankelijk.”

Leerles: “Breng als opdrachtgever in kaart wat er precies in de urban mine zit in een voortraject.”

Aanbestedingsprocedure met onderhandeling

De architecten maakten een ontwerp, dienden een bouwaanvraag in en maakten een aanbestedingsdossier voor de algemeen aannemer. In dat dossier stond heel duidelijk dat aannemers niet enkel op de offerte beoordeeld zouden worden, maar ook op de ervaring, aanpak en ondersteuning op het vlak van circulariteit. “Er stond uitvoerig in beschreven hoe materialen verwijderd, gesloopt of ontmanteld moesten worden, welke bestemming ze kregen, ... We vroegen ook dat de aannemer een expert zou aanstellen om het circulaire traject op te volgen en een systematiek te ont-

Aan het project ging zeer grondig studiewerk vooraf. Maar de vertaling van papier naar realiteit bleek minder gemakkelijk dan gedacht (foto Victor Ooghe).

resultaat van

Opdrachtgevers ULB, VUB en de MSI schreven een wedstrijd uit voor de circulaire reconversie van zeven gebouwen van de Fritz-Toussaintkazerne in Elsene (foto sau-msi.brussels).

wikkelen”, licht Verstappen toe. Het project bestond uit een aanbestedingsprocedure in twee fases: een mededingingsprocedure met onderhandeling. Er waren na een eerste fase drie kandidaten geselecteerd waarvan uiteindelijk BPC en Democo een offerte hebben ingediend. “Door in een tweede fase in dialoog te gaan met de aannemers, wilden we de kloof tussen de theorie van het studiewerk dat wij vooraf gedaan hebben en de praktijk van het effectieve (sloop)proces zo klein mogelijk te maken. We merken dat daar de grootste kloof zit. Dat heeft te maken met het hoge risico voor de aannemer en de gevolgen in kostprijs, tijd en haalbaarheid. De aannemer moet zich binnen een korte termijn vertrouwd maken met enkele jaren studiewerk.”

Leerles: “Toets al vroeg in het proces af met een expert-aannemer of de demontage en sloop op de vooropgestelde manier haalbaar is. Het zou interessant zijn als je de uitvoerder/aannemer sneller in het bouwteam kan opnemen. Bij een

30 procent van de bakstenen werd gerecupereerd in plaats van de verhoopte 60 procent. In het algemeen lag de recuperatiegraad lager dan verwacht (foto Emile Deroose).

PPS-procedure, waarbij de overheid duidelijke circulaire doelstellingen geeft, zou je bijvoorbeeld als architect meteen met de aannemer aan tafel kunnen zitten.”

“Een dergelijke onderhandelingsprocedure is niet standaard”, aldus Verstappen. “De wetgeving laat dat niet toe, tenzij onder heel specifieke voorwaarden. In dit geval was het mogelijk omdat het om een innovatief traject ging, met allerlei voorwaarden.” Daarna werd een BAFO (Best And Final Offer) opgemaakt. Democo deed tijdens deze onderhandelingsfase enkele demontagetesten, bijvoorbeeld van de venstertabletten en bakstenen. Beide aannemers kregen voor deze fase een financiële vergoeding. BPC haalde uiteindelijk de opdracht binnen.”

Leerles: “Testen en sonderingen kunnen handig zijn om na te gaan of bepaalde methodes effectief gaan werken en of hergebruik in de vooropgestelde context haalbaar is. Al zijn er ook vragen: welke

Het
dit project (foto Farah Fervel).

testen moet je dan doen? Hoe ver ga je daarin? En is er budget en tijd voor?”

Leerles: “Scheid het proces van sloop en ontmanteling indien mogelijk van het bouwproces en besteed er ook genoeg aandacht en middelen aan. Dan is er tijd om de technische eigenschappen van de materialen te achterhalen en de haalbaarheid van het hergebruik te valideren en te integreren in het ontwerp.”

Onderaannemer: ruis in de communicatie

Verstappen: “Het studiewerk waar wij vier jaar aan werkten, moesten de aannemers zich in de aanbestedingsfase eigen maken. Zij maakten op enkele maanden zelf een inschatting van de haalbaarheid en kost. Dat houdt een risico-inschatting in en die kleurde de prijzen enorm. We merkten dat er een groot verschil was tussen de prijzen van de aannemers in de aanbestedingsprocedure en die van de aannemers die wij vooraf in de studiefase raadpleegden. Wij probeerden dat te ontmijnen in de onderhandelingsfase. Maar hoe sneller de aannemer betrokken is, hoe meer vertrouwen en (praktijk)kennis er bij de start is en hoe beter het risico voor de aannemer onder controle blijft.”

De vertaling van papier naar realiteit bleek minder gemakkelijk dan gedacht. In een standaard aanbestedingsprocedure wordt enkel een algemeen aannemer gekozen. BPC werkte samen met een onderaannemer voor het sloopproces. Dat zorgde voor ruis in de communicatie. Bovendien was er verloop van personeel en ging er kennis en continuïteit verloren. Er waren nochtans duidelijke afspraken over de ontmanteling en het hergebruik én de materialen konden makkelijk gestockeerd worden op de Usquare-site zelf.

Leerles: “Kies een sloop- en demontageteam met ervaring, en een projectleider die weet hoe hij of zij dit moet organiseren. En zorg dat dit team voldoende middelen en steun krijgt van de hoofdaan -

nemer. Waak erover dat er continuïteit is in dit team. Idealiter zit die expertise bij de aannemer verankerd in duidelijke structuren.”

De gebruikelijke werfuitvoeringsprocedures werden gehanteerd, er was een expert (Drees & Sommer) en een vast aanspreekpunt. Maar toch liep het in de praktijk dikwijls moeilijk. Het proces van sloop en demontage ging vaak anders dan vooropgesteld. Verstappen: “We moesten heel wat zaken tijdens de uitvoering herdenken. Dat vergt tijd en zet druk op het budget en de uitvoeringstermijn. De zaken die in het bestek beschreven waren, kregen soms een andere interpretatie door de aannemer. We kunnen als architect enkel opmerken, bevragen en controleren, maar niet altijd zaken afdwingen. Bij

CONCLUSIES VAN DE ARCHITECT

de analyse nu merken we dat er over de hele lijn minder materialen gerecupereerd zijn dan initieel vooropgesteld. Bij de bakstenen is bijvoorbeeld helaas maar 30 procent gerecupereerd in plaats van de 60 procent die we berekend hadden.”

INFO: Nog vragen? Stel ze aan charlotte. cambier@embuild.be. De redactie van dit artikel was het werk van Emilie Lachaert.

Dit zijn de conclusies van ir.-arch. Bart Verstappen.

• Organiseer indien mogelijk het vooronderzoek en de sloop vooraf. Maak dan een ontwerp.

• Voorzie voldoende tijd en middelen voor het studiebureau, de (sloop) aannemer en voor het project zelf.

• Omdat je met recupmaterialen werkt, kan je die het best vooraf testen of de technische eigenschappen nagaan.

• Spreek op basis van demontagetesten een realistische recuperatiegraad af. Eventuele tekorten kunnen aangevuld worden met gelijkaardige recuperatiematerialen van de hergebruikmarkt.

• Hoe vroeger je de praktijkkennis en ervaring van een aannemer-expert kan betrekken, hoe beter.

CONCLUSIES VAN HET ONDERZOEKSTEAM

De experten van het onderzoeksproject ‘Circulaire Sloopteams’ vullen Barts conclusies aan met enkele eigen leerlessen.

• Ga voor een logische, doelgerichte aanpak als opdrachtgever. Laat eerst een quick scan en dan pas een uitgebreide inventaris maken, en dit laatste enkel van de elementen die een duidelijk hergebruikpotentieel hebben. Vaak besteden opdrachtgevers te veel geld aan een heel gedetailleerde inventaris van moeilijk/niet-bruikbare elementen. Dergelijke negatieve ervaringen zijn nefast.

• Betrek in het vooronderzoek al een architect, een stabiliteitsingenieur, een sloopaannemer en/of sloopdeskundige met hergebruikexpertise om de volledigheid, bruikbaarheid en haalbaarheid van de resultaten van dat onderzoek te garanderen.

• Voorzie een aanbestedingsformule waarin dialoog mogelijk is. De uitvoerder van de sloopwerken zou in het bouwteam opgenomen moeten worden, zodat er zich zo ook een sloopteam vormt. Zo kunnen ontwerper, opdrachtgever en sloper samen over de sloopwijze nadenken.

De benedenstad van Eupen, één grote bouwplaats

Op 30 mei 2024 organiseerde Embuild Verviers-Ostbelgien een rondleiding langs de werkzaamheden in de benedenstad van Eupen na de overstromingen van juli 2021. Michael Scholl, de schepen van Openbare Werken van de gemeente, was de gids voor het bezoek, dat ongeveer honderd Embuild-leden trok. Embuild Magazine woonde deze informatiesessie ook bij.

AHier mondt de Hill uit in de Vesder. De stroming van deze twee rivieren, samen met de overloop van de stuwdam van Eupen, verwoestten de benedenstad volledig. De heropbouw is nog altijd bezig.

angekomen op ons ontmoetingspunt in het hart van de benedenstad van Eupen, merkten we al snel dat de hoofdstad van de Duitstalige Gemeenschap heeft geleden onder de verschrikkelijke overstromingen van juli 2021. De stad met ongeveer 20 000 inwoners is bezig met de wederopbouw. Langzaam maar zeker. Het landschap is een bouwplaats, en dat is bijna een understatement ... Er wordt gewerkt op zo'n twintig bouwplaatsen of ze staan op het punt te starten, goed voor een totale investering van 46 miljoen euro.

Hier mondt de Hill, of in het Frans de Helle, uit in de Vesder. De stroming van deze twee rivieren, samen met de overloop van de stuw-

dam van Eupen, verwoestten de benedenstad volledig. "We willen gebeurtenissen zoals die in juli 2021 niet opnieuw meemaken. Dankzij de steun van het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, die meteen 25 miljoen euro vrijmaakte voor de eerste werken, zijn we bezig met het herstel van de benedenstad”, legt Michael Scholl uit. Op 14 juli 2021 om 16 uur werden 1800 personen geëvacueerd. Dankzij deze beslissing zijn er geen slachtoffers gevallen in Eupen en onmiddellijk is veel solidariteit ontstaan met de hulp van vele bedrijven en buurgemeenten", stelt hij.

Heropgebouwde bruggen

Er waren rondleidingen in het Frans en het Duits. De Franse begint met een uitleg over de herinrichting van het Temsepark, waar in 2022 een park, een fontein, een paviljoen en een speeltuin zijn opgeknapt.

We vervolgen ons traject en bekijken zo een aantal nieuwe bruggen of voetgangersbruggen die heropgebouwd of gerenoveerd zijn, zowel op de Vesder als op de Hill. "In totaal werden acht bruggen beschadigd op het grondgebied van Eupen", zegt de schepen. Dit geldt met name voor het exemplaar in de Weserstrasse, Vesderstraat, dat eind

mei bijna klaar was. "Deze is volledig vernietigd. We hebben niet eens de betonblokken gevonden, die zijn in de vallei verdwenen. De wederopbouw was niet gemakkelijk. Bij sommige bruggen moesten duikers zelfs de funderingen controleren”, legt Michael Scholl uit. "Deze betonnen voetgangersbrug met roestvrijstalen wapening heeft als bijzonder kenmerk dat hij vleugels heeft. Tijdens de overstromingen kwam er veel hout tegen deze bruggen terecht. Deze vleugels moeten dienen als bescherming in de toekomst". De werken werden uitgevoerd door de tijdelijke maatschap Bodarwé-Haas & Co, bestaande uit twee leden van Embuild. Na het oversteken van nog een voetgangersbrug over de Helle is de volgende stap een groot renovatieproject voor de gebouwen in het Hillstrasse-complex, waar onder andere de politie, een jeugdcentrum, een bibliotheek, een buurthuis en sociale woningen zullen worden gehuisvest, en het Scheiblerpark & Red Court, waar een voetbalveld (Belgian Red Court) een geweldige sportruimte voor jongeren biedt en een park wordt ontwikkeld op de plek waar de rivieren de Vesder en de Hill samenvloeien. Er worden onder andere hoogstambomen, struiken en groenstroken aangeplant zodat het wa-

ter beter in de bodem kan sijpelen. Er gebeurt meer dan alleen het herstellen van de schade, er worden ook maatregelen genomen om het grondgebied te beschermen in het geval van toekomstige overstromingen.

De kabelfabriek-wijk

De stad Eupen staat bekend om zijn kabelfabriek, een belangrijke leverancier van Infrabel. De wijk Malmedyer Strasse, waar de hoofdingang zich bevindt, werd zwaar beschadigd door de overstromingen. De littekens van de tragische gebeurtenissen zijn nog steeds erg aanwezig. "Deze wijk heeft zware schade geleden. Huizen moesten worden afgebroken en sommige bewoners zijn nog niet sterk genoeg om met de wederopbouw/renovatie te beginnen. De hele infrastructuur, alle toevoerleidingen en het hele straatoppervlak worden vernieuwd. Deze bouwplaats valt niet gemakkelijk te leiden, want de kabelfabriek is de grootste werkgever in de Duitstalige gemeenschap, met ongeveer 850 werknemers en 400 tot 500 arbeiders die dagelijks door deze wijk passeren, evenals 20 tot 30 vrachtwagens. De werkzaamheden begonnen in de zomer van 2023 en moeten in de herfst van 2024 klaar

←←

Een honderdtal leden van Embuild nam gespreid over twee groepen deel aan het geleide bezoek.

De wijk van de bekende kabelfabriek had veel te lijden van de overstromingen.

" Dankzij de steun van het Waals gewest en de Duitstalige gemeenschap, die meteen 25 miljoen euro vrijmaakte voor de eerste werken, zijn we bezig met het herstel van de benedenstad. "

zijn. Een tegenslag biedt een kans om een wijk op te knappen”, legt de schepen van Openbare Werken uit. Onze leden Trageco en R. Gehlen werken in een tijdelijke maatschap op deze bouwplaats.

De rondleiding eindigt met een uitzicht op de hoofdbrug over de Vesder, in de oude straat naar Malmedy, de Alte Malmedyer Strasse. "Aangezien de basisstructuur in goede staat was, hoefde deze brug alleen gerenoveerd te worden. De historische waarde van het bouwwerk kon bewaard blijven. Net als bij de an-

Van links naar rechts: Michel Thérer (voorzitter Embuild VerviersOstbelgien), Oliver Paasch (minister-president van de Duitstalige gemeenschap), Christine Lhoste (directeur-generaal Embuild), Michael Scholl (schepen van Openbare Werken van Eupen) en Paul-Philippe Hick (directeur Embuild Verviers-Ostbelgien).

dere bruggen zijn de leuningen gemaakt van roestvrij stalen gaas, dat is ontworpen om los te komen bij hoge waterdruk.”

Veerkracht

De 1,5 uur durende rondleiding gaf een goed beeld van de omvang van de schade en liet zien hoezeer de stad Eupen en de regionale bedrijven de handen uit de mouwen steken om het leven weer op te pakken. Een mooi voorbeeld van veerkracht.

Eind mei 2024 stonden we aan de vooravond van de verkiezingen op 9 juni. Paul-Philippe Hick, directeur van Embuild Verviers-Ostbelgien en Luik, zette de prioriteiten en eisen uit de Embuild-memoranda uiteen.

Michel Thérer, voorzitter van Embuild Verviers-Ostbelgien, benadrukte tot slot met name het belang van het werk dat de regionale bedrijven hebben verricht om deze schok te boven te komen. "We zijn verheugd, want onze bedrijven zijn perfect uitgerust en hebben de knowhow om dit soort werken, die zeer complex kunnen zijn, uit te voeren.”

" De wederopbouw was niet gemakkelijk. Bij sommige bruggen moesten duikers zelfs de funderingen controleren. "

"WE HEBBEN ONDERWIJS-, CULTURELE EN SPORTFACILITEITEN VAN TOPKLASSE"

Na de rondleiding door de benedenstad van Eupen organiseerden onze collega's van Embuild Verviers-Ostbelgien een netwerkevenement in het Atelier, een gebouw dat ook getroffen werd door de overstromingen en volledig vernieuwd is, net als het zwembad en de tennisclub op een steenworp afstand. De avond begon met een paar toespraken.

Michael Scholl begon met een kort overzicht van de werken van burgerlijke bouwkunde in de benedenstad, in cijfers. "We hebben het over 1800 meter wegen, 150 meter bruggen, 2000 meter leidingen, 10000 meter elektriciteitskabels, 5000 meter gasleidingen, 4200 meter waterleidingen en 4000 meter telefoon- en glasvezelkabels. Het bedrag voor de werken van burgerlijke bouwkunde is 18 470 000 euro, 27 000 000 euro voor gebouwen en 525 000 euro voor diverse werken, waaronder de quick wins en rivieroeveraanleg, wat het totaal op 45 995 000 euro brengt", zei hij.

Vervolgens nam minister-president Oliver Paasch van de Duitstalige gemeenschap het woord. Ost-

belgien heeft een oppervlakte van 854 vierkante kilometer en telt 78 524 inwoners. Hij bedankte de stad Eupen en de bedrijven. Hij wees erop dat de Duitstalige gemeenschap 300 miljoen euro heeft geïnvesteerd om de vier grote crisissen te boven te komen, en 27 miljoen euro heeft geïnvesteerd in de gemeente Eupen na de overstromingen. "In totaal hebben we 2,2 miljard euro geïnvesteerd in onze infrastructuur en we zullen blijven investeren. We hebben onderwijs-, culturele en sportfaciliteiten van topniveau".

Paasch zei ook dat volgens koning Boudewijn de Oostkantons het mooiste plekje van België zijn. van het land hebben uitgeroepen tot het mooiste plekje van België. "We leven in een paradijs op aarde met een zeer hoge levenskwaliteit, want volgens een recent onderzoek is 95 procent van de inwoners van de Duitstalige Gemeenschap tevreden met deze levenskwaliteit".

Oude munitie in de bodem: vraag naar uniforme regelgeving

Embuild Vlaanderen en de Vakvereniging Opsporing Conventionele en Toxische Explosieven (VOCTEx) pleiten voor een wettelijk kader voor de opsporing van oude munitie, bijvoorbeeld op bouwplaatsen. Verschillende leden van Embuild hebben zich gespecialiseerd in dit werk, maar omdat de nodige wetgeving ontbreekt, zitten ze in een delicate juridische situatie.

De oproep van Embuild Vlaanderen en VOCTEx kwam er nadat in juli een zware Amerikaanse vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog gevonden werd bij graafwerken op een bouwplaats in Kortrijk. In de Belgische bodem zitten nog honderden tonnen oude oorlogsmunitie. Jaarlijks wordt daarvan 220 ton ontdekt volgens luitenant-kolonel Maarten Verburgh. Hij is stafofficier bij Defensie, onder meer voor DOVO. “Er is zeker plaats voor én nood aan bedrijven die deze problematiek voorafgaand aanpakken, want defensie beschikt niet over de capaciteiten om bijvoorbeeld op voorhand detecties uit te voeren.”

Werk voor specialisten

In België is een handvol bedrijven actief in het detecteren en opsporen van wat men vandaag definieert als Conventionele en Toxische Munitie (CTE). Als leden van Embuild bundelden vier van deze firma’s hun krachten in VOCTEx vzw. Samen organiseerden zij on-

langs in Mechelen de studiedag “Bommen en granaten op de werf”. Daarbij kwam aan bod dat oude munitie kan leiden tot ongevallen met zware materiële schade, maar ook met gewonden en zelfs doden tot gevolg. “De opkomst in Mechelen was groter dan verwacht”, zo weet VOCTEx voorzitter Liesbet Van der Burght. “We hebben onze handen vol met vragen van overheidsinstanties, grote en kleine aannemers die de risico’s ervan kennen, maar ook beducht zijn voor de werfstilstand die die onverwachte vondsten met zich meebrengen.”

Leidraad

“Al sinds 2017 pleiten we voor een regelgeving hieromtrent,” vervolgt Liesbet Van der Burght. “De samenwerking tussen de CTE-bedrijven, het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid (MOW) en Embuild Vlaanderen resulteerde in een Leidraad voor CTE die bindend is voor werven in opdracht van de verschillende entiteiten van MOW, en we merken dat die ook meer en meer door andere spelers in de grond- en wegenwerken gehanteerd wordt.”

Die Vlaamse Leidraad werd eind 2023 geactualiseerd en vormt een handig instrument. Maar natuurlijk is deze problematiek veel groter dan alleen Vlaanderen. Ook in Brussel en Wallonië is er vraag naar deze diensten. Aangezien ons land een grote, verspreide aanwezigheid kent van oude munitie in de bodem, dringt zich een uniform regelgevend kader op

voor het hele land.

“Het is allemaal – gelukkig – al zo lang geleden dat we die twee wereldoorlogen over ons heen kregen. Van alle westerse landen kent België de grootste CTE-problematiek”, vertelt Cynrik De Decker. Hij is secretaris van VOCTEx en houdt zich al vele jaren bezig met het inventariseren van historische data en vondsten. “Iedereen weet natuurlijk dat er in de Westhoek het één en het ander kan gevonden worden, maar velen zijn vergeten dat er verspreid over het hele land zeer zware luchtaanvallen plaatsgrepen, munitietreinen ontploften of dumps gevonden worden.”

Dankzij het werk van De Decker en van VOCTEx bestaat er nu een handige online tool, de bommenkaart.be, die voor de Vlaamse gemeenten beschrijft hoe groot het risico is dat er onontplofte munitie in de grond zit.

Uniforme regelgeving ontbreekt

Samen met Embuild Vlaanderen vraagt VOCTEx dat er eindelijk werk gemaakt wordt van een wettelijk kader dat dit soort activiteiten reguleert, en dat voorziet in een certificatie van de CTE-bedrijven die deze activiteiten uitvoeren. Tijdens de studiedag werd benadrukt dat die er in de ons omliggende landen al lang is, maar België blijft een blinde vlek.

“Eigenlijk is het onwaarschijnlijk,” zo gaf Nico Demeyere van Armalex aan. Als jurist

legt hij zich toe op de wetgeving van wapens, munitie en springstoffen.“ In België zijn er oude besluiten die aangeven dat het strikt verboden is naar munitie te graven. Moeten we die bedrijven nu veroordelen als criminele organisaties?”. De vraag is sterk geformuleerd, maar pertinent. Meer en meer worden de CTE-bedrijven opgeroepen om in te grijpen op terreinen van Defensie zelf, om werk uit te voeren dat eigenlijk bij wet verboden is. MOW speelde een voortrekkersrol om een enigszins regelgevend kader te bieden voor hun eigen opdrachten, maar de bal ligt nu in het kamp van federale overheidsdiensten om dit alles binnen een federale regelgeving te formaliseren.

Eigen certificering als eerste stap

In afwachting hiervan hebben de leden van VOCTEx besloten om samen met externe partners zelf voor een certificering en examinering van veldwerkers te gaan, zodat de opdrachtgevers overtuigd zijn dat ze geholpen worden door specialisten met kennis van zaken om de risico’s binnen aanvaardbare perken te houden. Liesbet Van der Burght: “Elke veldwerker op de werf kan nu een logboek voorleggen waarin zijn praktijkervaring en certificering genoteerd staat. Het is een eerste stap.”

De Smart Buildingcluster stelde zijn witboek voor tijdens een persconferentie in de HUBB.

Embuild heeft meegewerkt aan een witboek over smart buildings

In juni 2024 presenteerde de Smart Building-cluster, die onder meer Embuild Wallonie, Embuild.Brussels en Buildwise omvat, het witboek over Smart Building tijdens een persconferentie in de HUBB, het hoofdkantoor van Embuild. Deze overzichtspublicatie bundelt de goede praktijken en aanbevelingen voor Smart Building, in België. Het is gericht op vakmensen in de bouwsector en beleidsmakers.

Wie tegenwoordig iets leest over de trends in de sector, komt vaak de termen Smart Building of het Nederlandse equivalent slim gebouw tegen. Maar het gebeurt dan wel eens dat de lezer enigszins verward achterblijft. Het concept wordt enerzijds voorgesteld als zeer belangrijk, maar anderzijds lijkt soms ook erg vaag te zijn. De nieuwe Smart Building-cluster probeert alvast klaarheid te scheppen met de volgende definitie:

“Een smart building is een gebouw dat efficiënt is op milieu- en maatschappelijk vlak en dat voldoet aan de behoeften van de gebruikers dankzij slimme, open technologieen waarvan de gegevens en controlesystemen gecentraliseerd en beveiligd zijn.”

De drie functies van een smart building zijn: gegevens uitwisselen, technieken automatiseren en interactie met de gebruiker.

" Smart is een enorme kans voor onze bedrijven, in het bijzonder om nieuwe diensten te ontwikkelen, en is van toepassing op bijna alle beroepen "

Actoren in de waardeketen

Deze definitie vindt u in het eerste Belgische naslagwerk over smart buildings. Het kwam er dankzij een samenwerking tussen een vijftiental bedrijven, organisaties en publieke spelers, die hun ervaring willen delen en meer vooruitgang boeken.

"Bedrijven, architecten, studiebureaus, ontwikkelaars, fabrikanten, proptech... verschillende actoren in de waardeketen van de bouw hebben dit naslagwerk geschreven, onder leiding van Embuild en Buildwise", zegt Lara Pérez Dueñas van Embuild.Brussels. Deze actoren hebben zich ook verenigd in de Smart Building-cluster (zie apart kaderstuk).

Een smart building of een slim gebouw is onder andere een oplossing voor de energiecrisis. Tijdens de persbriefing werd benadrukt dat dit type gebouw de CO2-uitstoot met 8 tot 11 procent kan verminderen. Te duur? Niet echt. De kosten om een gebouw smart te maken worden geschat op

3-4 procent van de totale investeringskosten, met een financiële winst die geraamd wordt op 30 procent in de exploitatiefase. De investering betaalt zich dus terug in lagere energierekeningen, geoptimaliseerde onderhoudskosten, meer comfort en productiviteit voor de gebruikers en uiteindelijk laat je het gebouw als vastgoed renderen.

Aanbevelingen

"Smart is een enorme kans voor onze bedrijven, in het bijzonder om nieuwe diensten te ontwikkelen, en is van toepassing op bijna alle beroepen”, benadrukt Mélanie Léonard van Embuild Wallonie. Om dit te bereiken worden in het naslagwerk 18 sectorspecifieke aanbevelingen uiteengezet voor een efficient, flexibel en duurzaam smart building. "De voorwaarden voor het succes van een smart building-strategie zijn een bewuste en ruimdenkende klant, synergie en communicatie tussen de belanghebbenden en een duidelijke focus op de gebruiker, die absoluut centraal moet blijven staan in deze technologie. Het is technologie ten dienste van efficiëntie en het welzijn van de gebruikers".

Om ook de staatsinstellingen bewust te maken van de voordelen van deze gebouwen, bevat het witboek 15 aanbevelingen voor de overheden. "We kunnen ze indelen in drie hoofdcategorieën. De eerste betreft regelgevende en normerende bevoegdheden, waaronder de harmonisering van standaarden en incentives op gewestelijk en Europees niveau en het invoeren van een regelgevend kader voor gegevensbescherming. De tweede gaat over de voorbeeldfunctie bij overheidsopdrachten door het ontwikkelen van publieke proefprojecten inclusief smart. En de derde gaat over steun, subsidies en het belang van alle private en publieke belanghebbenden opleiding te geven over de digitale cultuur en ze bewust te maken van die cultuur”, legde Mélanie Léonard uit.

Vier concrete casussen

In dit boek worden vier concrete casussen voorgesteld. Ze laten zien dat het mogelijk is om op verschillende manieren een smart laag aan te bieden op basis van gedefinieerde doelstellingen en middelen. Dit zijn het Greenpeace-hoofdkantoor in Brussel, het Kortrijk Business Park, het Vinci Energie-gebouw in Gosselies en het Buildwise-hoofdkantoor in Zaventem. "Dit is het vlaggenschipgebouw om de mogelijkheden van smart in relatie tot de sector te laten zien en te illustreren”, legt

Van de gebouwen die het potentieel van smart voor de sector illustreren, is het Buildwise-hoofdkantoor in Zaventem het vlaggenschip.

"DE CLUSTER IS EEN AANSPREEKPUNT

VOOR OVERHEDEN DIE OP ZOEK ZIJN NAAR INFORMATIE"

De Smart Building-cluster brengt visionaire Belgische ondernemingen en organisaties samen die vernieuwende ideeën uitwisselen rond smart buildings en zo bijdragen tot duurzamere, gebruikergerichte en toekomstbestendige gebouwen. De cluster wil samenwerking en kennisuitwisseling bevorderen. Daarvoor organiseert hij verschillende events, gaande van studiedagen over webinars tot bedrijfs- en projectbezoeken. Hij wil ook referentiedocumenten opmaken met best practices om de bouwsector te ondersteunen in de evolutie naar smart buildings. “De cluster is een aanspreekpunt voor overheden die op zoek zijn naar informatie”, zegt Arnaud Deneyer van Buildwise.

De cluster ambieert bovendien om bruggen te slaan naar andere internationale initiatieven zoals de Smart Buildings Alliance (SBA) en het platform dat werd ontwikkeld voor het project Smart Building Innovation Community (SmartBuilt4EU).

Werkten mee aan het opstellen van dit witboek: Archipelago, Befimmo, Buildwise, CEGELEC, citydev.brussels,

Embuild.Brussels, Embuild Wallonie, ORI, SIEMENS, SOCATRA, SUMI Smart and Connected Buildings, Tractebel, TRIGRR, BVS en VINCI Facilities.

Volgens Laurent Schiltz, secretaris-generaal van Embuild.Brussels, "is het doel van het opstellen van een witboek om een duidelijke boodschap te sturen naar de regering, die rekening moet houden met het onderwerp smart dat nog altijd ontbreekt. Politici moeten deze aangelegenheid aanpakken en er is behoefte aan regelgeving voor gegevensbescherming. Dit is geen technologie voor de rijken. De smart building is de ruggengraat van de smart city.

Alexandre De Cesco, gedelegeerd bestuurder van SOCATRA en voorzitter van Embuild.Brussels, heeft ook meegeschreven aan dit naslagwerk. "We hebben gezorgd voor de aanbevelingen voor de privésector. We hebben dit hoofdstuk opgesteld door te kijken naar de best practices in België en Europa. Dit is belangrijk voor de technology watch in de sector. Ik heb veel geleerd en het was een goede persoonlijke ervaring”, legde hij uit.

Mélanie Léonard uit.

De boodschap van onze twee gewestelijke entiteiten is duidelijk: de smart building moet worden opgenomen in de beleidsprogramma's. Hij stelt ons in staat om ecologische, energie- en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en is een bron van economische kansen voor de bedrijven. De sector is er klaar voor!

Valt mijn voertuig in Brussel onder de Lage Emissie Zone?

In juni 2024 organiseerde Embuild.Brussels een webinar, in samenwerking met Brussel Economie en Werkgelegenheid, Leefmilieu Brussel en Ready Beton, over de Lage Emissie Zone (LEZ), in Brussel. Het doel was om bedrijven te informeren over de komende agenda, mogelijke vrijstellingen en de steun en premies die beschikbaar zijn om de overgang van jouw vloot te vergemakkelijken.

In het eerste deel van dit webinar legde Alice Gérard (Leefmilieu Brussel) de doelstellingen van de LEZ uit. Dit werd besloten in 2016 en ingevoerd in 2018, met als doel de luchtkwaliteit te verbeteren voor een betere gezondheid. De WHO heeft namelijk verklaard dat diesel kankerverwekkend is. Het vervoer is grotendeels verantwoordelijk voor de slechte luchtkwaliteit in Brussel: voor 47% van de Nox-emissies, voor 23% van de fijnstofemissies en voor 36% van de zwarte koolstof. De vervuilende voertuigen worden dus sterk aangepakt door deze reglementering, die van toepassing is op het grondgebied van de 19 gemeenten, met uitzondering van de ring, de wegen naar vijf transitparkings en de ziekenhuizen UZ-VUB, Erasmus en Saint-Luc. Auto's, minibussen, bussen, touringcars en bestelwagens vallen momenteel onder deze regelgeving. Deze voertuigen moeten momenteel voldoen aan de Euro 5-norm voor voertuigen die op diesel rijden en aan de Euro 2-norm voor voertuigen die op benzine, LPG of CNG rijden.

Passen/vrijstellingen

Als jouw voertuig niet in aanmerking komt voor toegang tot de LEZ-zone, kun je een dagpas kopen voor € 35, 24 keer per jaar. Deze zone wordt bewaakt door ongeveer 330 camera's en er zal ook een mobiel controlesysteem worden geïnstalleerd. De boete bedraagt € 350, per drie maanden. Vanaf 2025 krijgen de nieuwe voertuigen in kwestie eerst een waarschuwingsbrief. Als de persoon met dit voertuig terugkeert drie maanden nadat hij er voor het eerst mee gereden heeft, riskeert hij een boete. Ook vanaf 2025 zullen naast de huidige betrokken voertuigen ook gemotoriseerde tweewie-

lers en vrachtwagens worden toegevoegd. Al deze voertuigen, met uitzondering van twee/ drie/vierwielers, zullen moeten voldoen aan ten minste Euro 6-normen voor diesel en ten minste Euro 3-normen voor benzine, LPG en CNG. De dagpas kost € 20 voor tweewielers en € 50 voor vrachtwagens.

Er zijn vrijstellingen voor mobiele kranen, voertuigen voor uitzonderlijk transport en voor infrastructuuronderhoud en algemene nutsinstallaties. Bouwmachines en aanhangwagens vallen niet onder de LEZ.

Na 2025

Wat na 2025? Voor elk type bestelwagen is er een aparte agenda. Voor kleine voertuigen (N 1, klasse I) wordt diesel verboden in 2030 en benzine, LPG en CNG in 2035. Met grotere bestelwagens (N1, klasse II en III) mag nog tot 31 december 2034 worden gereden. Voor vrachtwagens is er nog geen beslissing genomen om af te stappen van fossiele brandstoffen, omdat de alternatieven nog onvoldoende beschikbaar zijn om een datum vast te stellen. Om de klasse van je voertuig en de specifieke agenda te weten te komen, controleer je goed de referentiemassa (veld G), waarbij 25 kilo moet worden opgeteld, op je kentekenbewijs.

Rapport 2022

Vraag: werkt deze LEZ-zone goed sinds de invoering ervan in 2018? Het antwoord is ja, want het nalevingspercentage is 99,2%. Er heeft een zeer significante verschuiving in dieselauto's plaatsgevonden: van meer dan 60% bij de introductie van de regelgeving naar ongeveer 30% op dit moment. N1's (bestelwagens) zijn nog steeds voornamelijk dieselvoertuigen (93%). De

NOx-uitstoot daalde met 31% en de uitstoot van zwarte koolstof met 62%. De NO2-concentratie daalde ook met 30%. De resultaten zijn dus bemoedigend, ook al is er, zoals we al zeiden, nog werk aan de winkel omdat het met deze resultaten niet mogelijk is om te voldoen aan de komende richtlijn betreffende de luchtkwaliteit, laat staan aan de normen van de WHO.

Bouw

Tijdens dit webinar lag de focus op de Green Deal Logistiek, die 65 private spelers, waaronder bouwbedrijven, en overheidsinstanties die actief zijn in stadslogistiek samenbrengt. Deze bedrijven hebben zich ertoe verbonden om gedurende twee jaar actie te ondernemen voor een duurzamere stadslogistiek en wisselen best practices uit. In april 2025 wordt een nieuwe cyclus gelanceerd. In juni 2024 is er een facilitator aangesteld om dit platform te leiden en verschillende projecten te ondersteunen. Voor meer informatie kun je gerust contact opnemen met de dienst Mobiliteit van Embuild.Brussels, die jou kan helpen met al jouw vragen.

Op de website https://electrify.brussels/nl vind je alle informatie over opladen in het Brussels Gewest, en op de website https://carcostcalculator.brussels/ kun je de kosten over de gebruiksperiode van elektrische voertuigen of voertuigen met een verbrandingsmotor simuleren, afhankelijk van jouw behoeften.

Premies

In het tweede deel legde Marie Nerincx van Brussel Economie en Werkgelegenheid de premies uit die beschikbaar zijn voor Brusselse kmo's en zelfstandigen met een eenmanszaak ingeschreven bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen, voor investeringen gericht op de naleving van de LEZ. In maart werd een hervorming van de bedrijfssteun ingevoerd, een belangrijke maatregel in de "Shifting Economy"-strategie, die een tweeledig doel heeft: de steun geleidelijk heroriënteren naar economische modellen die op sociaal en milieuvlak als "voorbeeldig" worden beschouwd, en de steun evalueren en aanpassen om hem relevanter en eenvoudiger te maken.

koop van een elektrisch bedrijfsvoertuig, het ombouwen van een voertuig tot een elektrisch bedrijfsvoertuig en de aankoop en installatie van een elektrisch oplaadpunt als accessoire bij de aankoop of vervanging van een elektrisch bedrijfsvoertuig of bij het ombouwen. Er zijn ook premies voor investeringen in materieel: rollend materieel (aanhangwagens, speciale voertuigen of machines voor speciale doeleinden), uitrusting, machines, apparatuur en aanleg en werken.

Ga voor meer informatie over de premies en om te zien of je in aanmerking komt naar de website https://economie-werk.brussels/ premieskmo. Ga om een aanvraag in te dienen naar https://mybee.brussels/#/login?returnUrl=%2Frequests/.

Ready Beton

Joachim Comer, Commercieel Directeur bij ons lid Ready Beton, deelde vervolgens zijn ervaring met het gebruik van een elektrische betonmixer. De positieve punten: de mixer is goed voor de stad, veilig, stil, prettig om mee te rijden en stoot geen directe luchtverontreinigende stoffen (PM, NOx) of broeikasgassen (CO2) uit. De negatieve punten: de aankoopprijs is nog steeds te hoog, de levensduur van de batterij moet worden verbeterd om rendabel te zijn en de mixer is te zwaar. De voorgestelde oplossingen zijn: een grotere batterij, maar dan is de mixer zwaarder en kan hij minder m³ vervoeren; een snellader installeren op de site van de betoncentrale, maar dit is erg duur; en ten slotte een lader op de bouwplaats installeren.

Embuild.Brussels

MEER WETEN?

Je kunt jouw vragen sturen naar mobiliteit @embuild.be.

Er zijn een dertigtal premies, waarvan sommige meer gericht zijn op de aankoop van voertuigen, met name alles wat te maken heeft met mobiliteit met een lage uitstoot. De soorten investeringen die worden ondersteund zijn: de aankoop van een bakfiets of fietskar, de aan-

Tot slot stelde Laurence Sailliez, Adviseur Mobiliteit, Logistiek en Verkeersveiligheid bij Embuild.Brussels, de doelstellingen van haar afdeling voor: het verbeteren van de bedrijfsverplaatsingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. het verhogen van de rentabiliteit ervan en het verminderen van de impact op de CO2-uitstoot. De beschikbare diensten zijn: helpdesk, online FAQ, persoonlijke ondersteuning, opleidingen, seminaries, webinars, nieuwsbrieven, projecten (logistiek werfplan, kitting, enz.), lobbywerk en werkgroepen. Deze diensten zijn opgezet als onderdeel van de Green Deal Logistiek, het Good Move plan, de Shifting Economy, het Gewestelijk Actieplan Verkeersveiligheid en Renolution.

Constructiv, de paritaire organisatie voor dienstverlening aan de aannemers

Het bestaan van een aannemer gaat niet altijd over rozen. Probeer maar eens goede mensen aan te trekken én in het bedrijf te houden. Gelukkig bestaat Constructiv. Dit sectorfonds, dat beheerd wordt door de sociale partners van de bouw, staat tot uw dienst. Bruno Vandenwijngaert, de CEO van Constructiv, gaf ons tekst en uitleg.

CBRUNO

VANDENWIJNGAERT, De CEO van Constructiv op het Baudet’Stival in Bertrix.

onstructiv bestaat sinds 2016 en is het resultaat van de fusie van de zogenaamde “fondsen” die de meeste aannemers zich nog zullen herinneren: het FVB voor opleiding, het NAVB voor veiligheid en welzijn, het Fonds voor Bestaanszekerheid … Volgens CEO Bruno Vandenwijngaert drong deze fusie zich op om de werking te vereenvoudigen en de focus te verscherpen.

Constructiv wordt gefinancierd door de bijdragen van de bouwondernemingen. In ruil kunnen die rekenen op een breed gamma van diensten. De doelstellingen van Constructiv zijn kort samengevat de promotie van de sector, en anderzijds het aantrekken van talent, dat talent in de sector houden en het begeleiden en ondersteunen gedurende de hele carrière. Anders gezegd: werven, boeien en binden!

Bruno Vandenwijngaert: “Onze werking steunt op vier pijlers: werkgelegenheid en opleiding, veiligheid en welzijn, het beheer van de aantrekkelijke sociale voordelen voor bouwvakarbeiders en tenslotte het aanvullende pensioen van deze arbeiders. Sinds 1 januari 2023 is daar trouwens ook het aanvullende pensioen voor de bedienden in bouwondernemingen bijgekomen.”

Werk en opleiding

Hebt u vragen over werkgelegenheid of opleidingen? Neem dan contact op met de regionale adviseurs van Constructiv. Zij kunnen voor uw arbeiders een opleidingsplan op maat opstellen en weten alles over de steunmaatregelen en subsidies.

Bruno Vandenwijngaert: “We beogen een kwalitatieve benadering voor de bijscholing van de arbeiders die al in de sector werken. Constructiv richt zich op de promotie, het sluiten van de opleidingsplannen en de financiële ondersteuning. De lokale afdelingen van Embuild houden zich bezig met de operationele organisatie van de opleidingen. Voor het op punt stellen van de inhoud van opleidingen beschikken we over een technisch competentiecentrum, dat nauw samenwerkt met Buildwise, het vroegere WTCB. Sinds dit jaar bestaat er ook een digitale catalogus van onze opleidingen, Construtraining genaamd. 10 000 bouwondernemingen hebben al opleidingsplannen met ons gesloten. Samen zijn die goed voor 40 000 arbeiders en anderhalf miljoen uur opleiding. De sector is ambitieus: binnen vijf jaar vijf dagen opleiding per arbeider en per jaar.”

Daarnaast doet Constructiv inspanningen om jongeren en werkzoekenden naar onze sector te leiden en om instromers optimaal te begeleiden. Deze werking heeft verschillende zwaartepunten.

Bruno Vandenwijngaert: “We hebben om te beginnen kwalitatieve en financiële steun voor bouwbedrijven die duaal leren organiseren voor jongeren tussen 18 en 25. Onze adviseurs helpen ondernemingen die in dit systeem willen stappen. De sector heeft ook voor jongeren premies.”

“Daarnaast is er de BouwIngroeiBaan voor arbeiders jonger dan 27 die nog geen jaar ervaring hebben in de bouwsector. Daarvoor hebben we premies voor de onderneming die kunnen oplopen tot duizend euro per traject. En tenslotte is er de financiële steun voor ondernemingen die een meester-mentor in hun rangen hebben. Deze compenseert de lagere productiviteit van de mentor die de jongeren in de onderneming opvangt. Voor beide systemen ondersteunen en helpen onze adviseurs de ondernemingen door een programma op maat op te stellen. De samenwerking met het bouwonderwijs blijft uiteraard ook cruciaal in onze werking.”

Welzijn en veiligheid

De tweede pijler waarop de werking van Constructiv rust, heet welzijn en veiligheid.

Bruno Vandenwijngaert: “Een thema van levensbelang voor de sector. We hebben hierover al veel campagnes georganiseerd, net zoals Embuild zijn campagne Safety My Priority lanceerde. Onze adviseurs gaan verder op de ingeslagen weg. Daarbij horen ook bezoeken aan bouwplaatsen, om samen met de onderneming een veiligheidsplan uit te werken. Een heel interessant instrument op dit gebied is onze Constructiv-scan. Daarmee kan een bouwbedrijf zien hoe het voor zes parameters scoort vergeleken met andere bouwbedrijven: leeftijd, anciënniteit, opleiding, werkgelegenheid, arbeidsongevallen en personeelsverloop. Op basis daarvan kan een veiligheidsplan opgesteld worden.”

“Intussen zijn we al bezig met de ontwikkeling van een nieuwe tool: myconstructiv. Dat wordt een soort sectorale itsme, een app waarmee een aannemer al zijn bedrijfsgegevens zal kunnen raadplegen.”

Sociale voordelen – Pensio B

Constructiv beheert de sociale voordelen die de sector voor de arbeiders gecreëerd

heeft. Dat is meteen de derde pijler van de organisatie.

Bruno Vandenwijngaert: “Een belangrijk onderdeel van de onderhandelingen door de sociale partners over sectorale cao’s zijn de maatregelen die de bouwvakarbeiders een goed sociaal statuut geven, met aanvullende voordelen boven op het loon.”

En dan is er nog de vierde pijler, die te maken heeft met de pensioenen. De sociale partners hebben Pensio B opgericht binnen Constructiv. Dankzij dit pensioenfonds hebben ook de bouwvakarbeiders sinds 2007 het recht op een sectoraal aanvullend pensioen.

Bruno Vandenwijngaert: “En in januari 2023 werd de bouw een van de eerste sectoren die een dergelijk aanvullend pensioen op sectoraal vlak ook introduceerde voor de bedienden. Zo maken we de bouw aantrekkelijker.”

Dat laatste kun je overigens de belangrijkste missie van Constructiv noemen: de sector aantrekkelijk maken en de bouwbedrijven en hun arbeiders ondersteunen via een sectorale, klantgerichte dienstverlening.

Bruno Vandenwijngaert: “Aarzel niet om contact te nemen met onze diensten, zowel centraal al in de verschillende provincies!”

DE BOUW KIJKT VERDER BEGINT AAN NIEUWE FASE

In 2022 begon De bouw kijkt verder, een grote imagocampagne voor onze sector die tien jaar zal duren. Ze wil het blazoen van de bouw oppoetsen, nieuw talent aantrekken en aantonen dat er toekomst in de sector zit. Kort samengevat gaat het om een 20-20-20-doelstelling: twintig procent meer jongeren in een bouwrichting van het klassieke of duale onderwijs; twintig procent meer instroom vanuit bouwopleidingen naar de bouwbedrijven; en twintig procent minder uitstroom uit de sector.

Bruno Vandenwijngaert: “De bouw kijkt verder zit nu in het derde jaar en de campagne gaat de fase van de activering in. Heel wat mensen hebben hun interesse voor de sector laten blijken op onze evenementen, zeker tijdens de festivalzomers van vorig en dit jaar.”

Bij die evenementen onder meer de Weken van de Bouw, acties tijdens de Open Wervendag van Embuild en tijdens Building the Future, een event dat Vlaamse jongeren die afstuderen in een bouwopleiding warm maakt voor een baan in de sector. In Wallonië doen de Builder Games iets gelijkaardigs aan de hand van een sectorale teambuilding. Daarnaast heb je in Vlaanderen de Bouwsafari’s die ontmoetingen organiseren tussen werkzoekenden en bouwbedrijven. In Wallonië heb je dan weer Je construis mon avenir, en in Brussel ten slotte zijn er de wekelijkse infosessies, de talrijke promotie-acties, de instroomen opleidingsprojecten, en de trajecten op maat van de Brussels

Constructiv was met stands aanwezig op talrijke festivals deze en vorige zomer.

bouwbedrijven en jongeren. Voor de organisatie daarvan staat Construcity in, de pool Opleiding-Werk die wordt beheerd door de sector en de Brusselse overheid.

De campagne is ook aanwezig op de talrijke zomerfestivals. “We hadden een stand op Couleur Café, op de Francofolies in Spa, op het Baudet’Stival in Bertrix, op Suikerrock in Tienen en op Alcatraz in Kortrijk”, aldus Bruno Vandenwijgaert. “Op een ludieke, digitale manier konden de mensen kennismaken met de bouw.”

Ten slotte trekt de campagne ook door het land met Construction on tour, “Met onze reclamekaravaan hebben we een potentieel publiek bereikt op de landbouwbeurs in Libramont, de Gentse Feesten en Maanrock in Mechelen. We laten de mensen dromen wat de bouw kan waarmaken!”

EEN HERSTART VOOR JONGEREN

Als partner van Reboot4you probeert Constructiv ook kwetsbare jongeren van 18 tot 25 op weg te helpen naar een zinvolle toekomst. “Samen met een andere partner, Defensie, proberen we jongeren die de school niet afmaakten warm te maken voor een baan in het leger of in de bouw. We hebben twee opleidingen en aan het einde daarvan kiest de jongeren voor ons of voor het leger.”

Cobaty: deze oude dame die een verjongingskuur kreeg

In mei 2024 vierde Cobaty International België vzw, afgekort Cobaty, zijn 50e verjaardag in het Koninklijk Legermuseum in het Jubelpark, te Brussel. Het was ook het moment waarop aftredend voorzitter Alain Lebens, na zes jaar voorzitter te zijn geweest van de businessclub, de fakkel doorgaf aan de nieuwe voorzitter, Wim Straetmans. We spraken met de nu ex-voorzitter over Cobaty en zijn werk binnen de vzw.

De gekozen locatie voor de ontmoeting is het Sint-Annakasteel, aan de rand van het Zoniënwoud, in Oudergem. Dat is geen toeval. Hier, vlak naast het Kasteel Hertoginnedal, dat beroemd is om zijn regeringsvergaderingen en onderhandelingen om een regering te vormen, worden de traditionele Cobaty-bijeenkomsten gehouden.

Alain Lebens, zou u eerst even Cobaty International België kunnen voorstellen aan wie daar nog nooit van gehoord heeft?

Deze businessclub werd 50 jaar geleden, in juni 1974, opgericht door 9 mensen: 4 aannemers, 4 architecten en 1 advocaat. Hun doel was het oprichten van een onafhankelijke, apolitieke en onconventionele vereniging van professionals die betrokken zijn bij het bouwen, en om samen te komen in een gezellige omgeving om te discussiëren en ideeën uit te wisselen over de bouw- en vastgoedsector. Het is een nationale, tweetalige businessclub die momenteel 150 leden telt met verschillende achtergronden, die een link hebben met de bouwsector in de breedste zin van het woord. De laatste jaren is de club uitgebreid met ontwikkelaars, studiebureaus, ambtenaren, notarissen, etc. Cobaty is internationaal, met leden in Frankrijk, Zwitserland, Marokko en Italië.

Het doel van Cobaty is dus om over zakelijke onderwerpen te praten in een aangename omgeving. Hoe worden de bijeenkomsten georganiseerd?

Onze Raad van Bestuur bespreekt en stelt beroemde sprekers voor uit de wereld van de politiek, het bedrijfsleven, de academische wereld of de kunsten, die elke laatste dinsdag van de maand naar het Sint-Annakasteel komen om over een thema te praten. Dit zijn tweetalige debatavonden, gevolgd door een maaltijd. We organiseren dit evenement negen keer per jaar. Deze momenten zijn ook een gunstige gelegenheid voor managers van verschillende beroepen om oplossingen te vinden voor eventuele problemen, in een geest van dialoog en respect. Net als bij het nabijgelegen Hertoginnedal zijn veel potentiële conflicten zeker vermeden, dankzij discussies in de gezellige salons van het Sint-Annakasteel. Dat is het geheim van netwerken! Een keer per jaar gaan we ook op uitstap voor een bezoek buiten de kasteelmuren, als ik het zo mag uitdrukken.

Op uw website vermeldt u het indrukwekkende aantal van 367 debat-maaltijden die in de afgelopen 50 jaar zijn georganiseerd. Welke herinneringen zijn u persoonlijk bijgebleven?

In mei vierde Cobaty zijn vijftigste verjaardag in het legermuseum in het Brusselse Jubelpark (foto Martin Pilette Prod.).

" We hebben nu veel leden van de nieuwe generatie en de diversiteit van onze beroepen is nog groter geworden. "

ALAIN LEBENS, de vorige voorzitter van Cobaty. Hij staat voor het kasteel van Sint-Anna in Oudergem, waar de leden van Cobaty vaak samenkomen.

Het is natuurlijk onmogelijk om ze hier allemaal te vermelden. We hebben ministers als Didier Reynders, Valérie De Bue en Bart Somers verwelkomd. Deze laatste, burgemeester van Mechelen, vertelde hoe hij zijn "dorp" had omgetoverd tot een moderne, aantrekkelijke en open stad. We verwelkomden ook staatssecretaris Alexia Bertrand. Al deze politieke figuren waren bereid om hun visie met ons te delen.

Ik wil ook Laurence Bovy van Vivaqua noemen, Johan Thijs van KBC en Jean-Pierre Buyle, de voormalige stafhouder van de Brusselse Balie, die ons vertelde over enkele grandioze avonturen in het hart van het Brusselse Justitiepaleis. En nog veel andere CEO's van Belgische bedrijven hebben ons het geheim van hun succes verteld, waaronder uw gedelegeerd bestuurder Niko Demeester.

Wat uitstappen betreft, herinner ik me Marc Raisière die ons verwelkomde in de Belfiustoren, een bezoek aan het Hôtel Solvay (Solvayhuis) aan de Louizalaan en het Afrikamuseum in Tervuren.

Wat hebt u bereikt tijdens uw voorzitterschap en hoe zou u het samenvatten?

Ik ben lid geworden in 2007. In die tijd was ik, na een periode bij SECO en Van Laere, commercieel directeur bij Louis De Waele, voordat ik daar CEO werd. In 2007 was de gemiddelde leeftijd van Cobaty-leden relatief hoog. Toen ik het voorzitterschap overnam van Christian Sibilde, die ik in dit interview wil bedanken, was ik veel jonger dan de meeste leden. En het begin van mijn mandaat, in 2018, is niet gemakkelijk geweest. Ik had een aantal doelstellingen: deze oude dame nieuw leven inblazen, verjongen, vervrouwelijken en openstellen voor alle beroepen. Ik denk dat ik mag zeggen dat ik mijn doelen heb bereikt en dat er een nieuwe dynamiek in gang is gezet. Vandaag hebben we veel leden van de nieuwe generatie en is de diversiteit van onze beroepen nog groter geworden. Mikken op en investeren in jongeren en in diversiteit is al die jaren mijn leidraad geweest.

We moeten het ook hebben over de Prijs Cobaty, een mooie prijs voor studenten. Juist ja. Die prijs wordt om de vier jaar uitgereikt aan studenten architectuur of in-

genieurswetenschappen. We werken hiervoor samen met verschillende faculteiten. Zij selecteren de beste eindwerken en sturen ze naar ons op. Wij van onze kant selecteren de winnaars, die elk een cheque van € 5.000 ontvangen. Het is ook een uitstekende manier om ideeën tussen beroepen uit te wisselen. Deze prijs ondersteunt innovatie in de sector.

Hoe verliep het 50e verjaardagsfeest van uw vzw?

Het was perfect! Ik wil Embuild, BAM en Archipelago bedanken voor hun steun bij het organiseren van deze geweldige avond. We verwelkomden al onze leden en vertegenwoordigers van Cobaty-verenigingen in Europa en Marokko, die de reis hadden gemaakt. Elk lid mocht een partner uitnodigen en mensen die geïnteresseerd waren om zich bij ons aan te sluiten, meldden zich tijdens het evenement. Onze businessclub staat open voor iedereen. Er zijn twee voorwaarden: u moet twee peters hebben en uw aanvraag moet worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur.

In die Raad van Bestuur hebben trouwens ook vertegenwoordigers van Embuild zitting, dat historische banden heeft met Cobaty. Ja, Francis Carnoy (noot van de redactie: aanwezig tijdens het interview), algemeen adviseur bij Embuild en voormalig directeur van Embuild Wallonie, is bestuurder bij ons. Patrice Dresse, algemeen directeur van de FABA, heeft ook zitting in onze Raad van Bestuur. We krijgen ook veel hulp van Buildwise voor alles wat logistiek betreft en Bart Ingelaere is de secretaris-generaal van onze vzw.

Hebt u tot slot nog een korte boodschap voor uw opvolger, Wim Straetmans, die in september aantreedt?

Cobaty is in goede handen bij Wim, een Nederlandstalige die werkt als managing director bij BAM Interbuild. Hij heeft me al verteld dat hij in dezelfde richting verder wil gaan als ik, namelijk de inclusie versterken. Ik wil ook graag iets zeggen over deze prachtige locatie, het Sint-Annakasteel, gebouwd aan het begin van de 20e eeuw en waar onze avonden al zoveel jaren plaatsvinden. Dit is ons ankerpunt en de thuishaven van Cobaty.

Een digitale tweeling van een gebouw: bron van mogelijkheden of puur gadget?

Smart buildings dragen bij aan de overgang naar duurzamere en leefbaardere gebouwen. Hun onderhoud vereist echter een zekere professionaliteit. Bouwbedrijven kunnen hierin een sleutelrol spelen door hun vakgebied uit te breiden naar het onderhoud en beheer van deze gebouwen.

Wat is een digitale tweeling van een gebouw?

Een digitale tweeling, ook wel digital twin genoemd, is een uniek digitaal model van een gebouw dat heel wat informatie bevat, zoals:

● invariabele informatie met betrekking tot de kenmerken van het gebouw (warmteweerstand van de wanden, vermogen en rendement van de productietoestellen voor verwarming of ventilatie ...)

● variabele informatie die afkomstig is van verschillende sensoren (aanvoer- en retourtemperatuur van de warmteverdeelkringen, lekdetectie, CO2-concentratie in de verschillende ruimtes ...).

Dankzij deze informatie kunnen bepaalde beheer- en onderhoudswerkzaamheden geoptimaliseerd en geautomatiseerd worden.

In tegenstelling tot het BIM-model, dat handmatig bijgewerkt moet worden, integreert de digitale tweeling automatisch en in real time de uitwisseling van informatie en opdrachten tussen het fysieke gebouw en zijn virtuele kopie.

Toepassingen van een digitale tweeling

De mogelijke toepassingen kunnen ingedeeld worden onder vier hoofdgroepen, afhankelijk van het beoogde doelpubliek:

● de verantwoordelijken voor het onderhoud van het gebouw (maintenance management)

● de eigenaars en beheerders van het ge-

bouw (property management)

● de verantwoordelijken voor de ondersteunende activiteiten van het gebouw (facility management)

● de grote vastgoedbeheerders (asset management).

Onderhoud van de gebouwen

Teneinde het onderhoud van de gebouwen te vergemakkelijken, maakt een digitale tweeling het bijvoorbeeld mogelijk om:

● de gebruiksduur van bepaalde toestellen na te gaan

● de werking van de technische installaties te optimaliseren en hun instellingen te wijzigen (stooklijn, ventilatiedebieten ...)

● op de hoogte gebracht te worden van eventuele defecten en bepaalde handelingen te sturen in afwachting van een interventie

● de ligging van ingebouwde technieken te visualiseren in augmented reality

● te anticiperen op bepaalde gebeurtenissen (predictief onderhoud)

● de onderhoudsschema’s te beheren en onderhoudstickets aan te maken.

Beheer van de gebouwen

Teneinde het beheer van de gebouwen te vergemakkelijken, maakt een digitale tweeling het bijvoorbeeld mogelijk om:

● het energieverbruik van de technische installaties te visualiseren en te optimaliseren

● de bestellingen en facturen van de onderhouds- en beveiligingsbedrijven te beheren en deze op te volgen

● de gegevens en de historiek van de in het gebouw gebruikte materialen bij te houden (digital building logbook)

● de verslagen van de reglementaire proeven voor de veiligheidsverlichting op te maken

Uitvoering van de digitale tweeling

De uitvoering van een digitale tweeling is veel gemakkelijker en dus goedkoper als er al een BIM-model van het gebouw bestaat. Bovendien is het voor de aannemer die verantwoordelijk is voor de bouw in dat geval ook gemakkelijker om met de tool aan de slag te gaan, omdat hij tijdens de bouwfase al betrokken was bij de uitwerking van het BIM-model. Het ontbreken van een dergelijk model hoeft echter geen rem te vormen op de uitvoering van een digitale tweeling. Dit geldt ook voor de installatie van sensoren in

het gebouw en de integratie van gegevens in het model. Hoewel het nooit te laat is, moeten de doelstellingen en toepassingen van een digitale tweeling zo vroeg mogelijk, en in het ideale geval in de ontwerpfase al, uitgedacht en gedefinieerd worden.

Om deze tot een succes te maken, moet een digitale tweeling gezien worden als een hulpmiddel voor de betrokken partijen, en niet als een bijkomende uitrusting voor het gebouw die toegevoegd moet worden aan de al lange lijst van aanwezige en te beheren technische installaties.

Dit artikel werd opgesteld in het kader van de Technologische Dienstverlening C-Tech, gesubsidieerd door Innoviris.

Samenvatting van een artikel, verschenen op de pagina’s 26-27 van het Buildwise Magazine 2023/5 (september-oktober 2023). Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

Slimme aanpak van het onderhoud van technische installaties

Vanaf 2025 zal het verplicht zijn om grote tertiaire gebouwen uit te rusten met een gebouwbeheersysteem (GBS). Wat als we de door dit systeem verzamelde gegevens nog voor andere doeleinden zouden kunnen gebruiken dan voor de regeling van de technische gebouwinstallaties en de opvolging van het energieverbruik?

Deze informatie opent immers de deur naar nieuwe functionaliteiten zoals het predictieve onderhoud van deze installaties.

De verschillende onderhoudstypes

Tijdens het gebruik van een gebouw kunnen er vele storingen optreden die de normale werking van de installaties beïnvloeden. Deze storingen zijn meestal te wijten aan de geleidelijke slijtage of vervuiling van de onderdelen. Een snelle tussenkomst van een gekwalificeerde technicus is dan noodzakelijk. Dit wordt ook wel curatief of herstellend onderhoud genoemd (zie schema).

Het is ook mogelijk om het risico op storingen of defecten te voorkomen door preventief onderhoud uit te voeren.

Er bestaan twee soorten preventief onderhoud: systematisch en conditiegebaseerd.

Systematisch onderhoud bestaat erin om op regelmatige tijdstippen preventieve acties uit te voeren, ofwel in functie van de tijd die verstreken is sinds de laatste interventie, ofwel in functie van de werkingstijd van het toestel. Onder deze acties vallen onder meer de inspecties, de reiniging en de vervanging van onderdelen van de installatie (zie onze Onderhoudsgids voor duurzame gebouwen). Op reglementair niveau moet het systematische onderhoud van HVAC-installaties uitgevoerd worden volgens de eisen van het minimale onderhoudsprogramma dat specifiek is voor elk van onze drie Gewesten.

Conditiegebaseerd onderhoud maakt het dan weer mogelijk om preciezer te bepalen welke acties ondernomen moeten worden en welke toestellen preventief vervangen moeten worden. Dit is gebaseerd op waarnemingen of indicatoren die erop wijzen dat er

De onderhoudstypes worden onderverdeeld in verschillende categorieën, gedefinieerd door de norm NBN EN 13306.

een storing dreigt. Dus, in tegenstelling tot het systematische onderhoud, voorkomt het conditiegebaseerde onderhoud de voortijdige vervanging van toestellen die nog in staat zijn om hun functie te vervullen. Deze methode vereist echter dat er gegevens verzameld worden over het onderzochte element (toestel, systeem ...). Er zijn twee subcategorieën: niet-gepland conditiegebaseerd onderhoud en gepland conditiegebaseerd onderhoud, vaak predictief onderhoud genoemd.

Bij niet-gepland conditiegebaseerd onderhoud worden drempelwaarden vastgelegd in de vorm van expliciete regels voor bepaalde installatieparameters (debiet, temperatuur, drukverlies ...). Het overschrijden van deze drempelwaarden geeft aan dat het onderzochte element slecht functioneert.

Voor het predictieve onderhoud worden ook gegevens over de werking van de installatie gebruikt. Dankzij meer geavanceerde analysemethoden die gebruikmaken van deze gegevens en hun historiek kan men bepalen of het toestel naar verwachting presteert. Deze geavanceerde methoden bieden betere prestaties doordat ze subtiele afwijkingen kunnen detecteren. Dit maakt het mogelijk om storingen in een vroeg stadium op te sporen en proactief onderhoud te plannen.

Het potentieel van predictief onderhoud

In het kader van de EPB-regelgeving wordt de installatie van een GBS vanaf 2025 verplicht voor grote tertiaire gebouwen en vanaf 2030 voor kleinere gebouwen. De verzamelde gegevens over de installatie zullen dus beschikbaar zijn in alle betrokken gebouwen. Om predictief onderhoud mogelijk te maken, zijn de kosten dan beperkt tot de ontwikkeling en integratie van analysemethoden in de GBS-omgeving. Als het aantal voorspellingsmethoden dat toepasbaar is op het gebouw toeneemt, dan kunnen we verwachten

KRIJG JIJ VAN JE KLANTEN OOK STEEDS VAKER VRAGEN OVER SLIMME GEBOUWEN EN

GECONNECTEERDE TECHNOLOGIEËN?

Buildwise heeft een nieuwe informatiecampagne gelanceerd met alles wat je over dit onderwerp moet weten: van intelligente en energiebesparende installaties tot nieuwe businessmodellen waarmee je je klanten extra diensten kan aanbieden en nieuwe inkomsten kan genereren. Maar ook predictief onderhoud, het bouwen van performante en duurzame smart buildings en nog veel meer komen aan bod.

BENIEUWD ? Neem dan snel een kijkje op https://buildwise.direct/ slimme-gebouwen-campagne.

dat ze gemakkelijker geïntegreerd kunnen worden in toekomstige GBS-systemen.

Predictief onderhoud is niet alleen weggelegd voor grote gebouwen die uitgerust zijn met een GBS. Het kan immers ook toegepast worden op één enkel toestel (ketel, warmtepomp ...) of op kleinere technische installaties

Teneinde deze innovaties op de voet te volgen, neemt Buildwise momenteel deel aan het PREMAI-project (PREdictive Maintenance using AI) dat als doel heeft om predictief onderhoud in de praktijk te brengen met behulp van artificiële intelligentie (AI).

Dit artikel werd opgesteld in het kader van de Technologische Dienstverlening C-Tech, gesubsidieerd door Innoviris.

Samenvatting van een artikel, verschenen op de pagina’s 18-19 van het Buildwise Magazine 2024/4 (juli-augustus 2024).

Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

SMART BUILDINGS: HOE ERAAN BEGINNEN?

Wat is een smart building, welke functionele en technische keuzes moet je maken bij de aanvang van een smart building-project en wat is de meerwaarde voor de aannemer?

Innovation Paper 45, die gedownload kan worden via de website www.buildwise.be, wil een antwoord bieden op deze kwesties door inzicht te geven in een aantal business cases van smart building-toepassingen.

Het doel is om aan te tonen dat de realisatie van een slimmer gebouw zowel voor de aannemer als voor de klant een aanzienlijke meerwaarde kan opleveren.

Daarom wordt er in dit document niet alleen aandacht besteed aan de investeringen die nodig zijn om een smart building uit te voeren, maar komen er ook enkele concrete, met cijfers gestaafde voorbeelden aan bod.

Verder bevat de publicatie een achtledig stappenplan dat kan helpen bij het realiseren van slimmere gebouwen en neemt het een aantal aandachtspunten (interoperabiliteit, cybersecurity, privacy …) onder de loep die de verschillende stakeholders in acht moeten nemen bij het maken van een gefundeerde keuze.

De Koninklijke Munt: van bunker tot multifunctioneel complex

De Koninklijke Munt aan de Pachecolaan in Brussel, tussen het station van Brussel-Centraal en de kleine Ring, wordt verbouwd. Het eerder sombere gebouw krijgt nieuwe, gemengde functies: kantoren, horeca en co-living-woningen. De hoofdaannemer, ons lid Louis De Waele Construction, won in 2022 een award van Renolab voor de duurzaamheid en de circulariteit van deze allesbehalve eenvoudige renovatie.

De eerste steen van de Koninklijke Munt van België (KMB) werd op 15 oktober 1973 gelegd door toenmalig vicepremier en minister van Financiën Willy De Clercq. De overheidsdienst Financiën liet er tot in 2017 muntstukken slaan. Maar nu doet de Koninklijke Nederlandse Munt dat voor ons land, en het gebouw kreeg bijgevolg een nieuwe functie. De indrukwekkende ondergrondse betonnen kluizen bleken een geschikte plaats voor Justitie om er documenten de archiveren.

Maar ook dat is nu verleden tijd. De Belgische staat verkocht het gebouw in 2006 aan Fedimmo, dat tegenwoordig Befimmo Group heet en de opdrachtgever is van de werken. Zoals aangestipt in de inleiding, zal de Munt na de verbouwingen multifunctioneel zijn. Maar een flink deel van de ruimte zal ingenomen worden door kantoren. Het is immers de bedoeling dat de WBE, de grootste onderwijskoepel in de Franstalige gemeenschap, hier een hoofdkwartier krijgt.

Zes niveaus en 12 000 vierkante

meter

Erg geliefd was de architectuur van de Koninklijke Munt niet in Brussel. Hij kreeg de bijnaam “de bunker”. Het nieuwe ontwerp is van Architectes Assoc +. De studies voor de installaties werden uitgevoerd door Arcadis, en die voor de stabiliteit door Ney WOW &

Partners. Dit project maakt gebruik van BIM en Lean-technieken.

De oorspronkelijke constructie heeft zes niveaus, waarvan twee ondergrondse. De totale oppervlakte bedraagt 12 000 vierkante meter. De kluizen waren ingericht op min twee. Op min één lag een parking, die na de verbouwing behouden blijft. Op het gelijkvloers, in een ruimte die twee verdiepingen hoog was, stonden de machines om de munten te slaan. De administratie en enkele kleine laboratoria lagen op de tweede verdieping. De installaties ten slotte stonden op de derde verdieping, die ook plaats gaf aan twee woningen: een voor de directeur, een voor de conciërge.

“Deze zware maar eco-verantwoorde renovatie zal kantoren creëren, dertien wooneenheden voor co-living en een gemeenschappelijke ruimte. Maar daarnaast is het ook de bedoeling om het gebouw veel meer lichtinval te geven. Daarvoor is er een atrium voorzien dat helemaal tot tegen het dak reikt en dat overdekt wordt met fotovoltaïsch glas. De houtskelet-glasgevels aan de voor- en vooral de achterkant zullen de lichtinval ook verbeteren, net als de vensters aan één zijde van het gebouw,” vertelde ons werfleider Jonathan Schmit.

Asbestverwijdering

De werken gingen van start in januari 2023. Eerst moest het asbest verwijderd wor-

" Erg geliefd was de architectuur van de Koninklijke Munt niet in Brussel. Hij kreeg de bijnaam “bunker”. "

Het gebouw heeft een oppervlakte van 12 000 vierkante meter en telt zes niveaus als je de kelderverdiepingen meetelt. Aan de zijkant zijn met zichtbeton nieuwe trappen gegoten in planchette-stijl.

Het atrium krijgt licht van een dak van 75 op 14 meter dat overdekt is met glas waarin fotovoltaïsche paneeltjes verwerkt zijn.

↑↗

De Koninklijke Munt ligt aan de Pachecolaan in Brussel, tussen het station van BrusselCentraal en de kleine Ring.

den. “Dat is in verschillende fasen gedaan door De Meuter. De techniek die gebruikt werd, was een première voor België. Het beton werd gezandstraald met ijzeren kogeltjes. Die werden dan verzameld en gescheiden van het asbest, en konden vervolgens opnieuw gebruikt worden. Het resterende asbest werd verwijderd met de drilboren die klassiek zijn voor een dergelijke operatie. Deze werken vroegen veel tijd, ongeveer zes maanden.”

Afbraak

Van juni 2023 tot aan het einde van dat jaar werden er dan uitgebreide afbraakwerken uitgevoerd. De derde verdieping moest er helemaal aan geloven, aangezien die vervangen wordt door een structuur van CLT. Ook de twee betonnen kernen van het gebouw werd afgebroken, net als de traphallen aan de uiteinden van het gebouw en een intern dakje uitgerust met koepels.

Atrium

Het atrium krijgt licht van een dak van 75 op 14 meter dat overdekt is met glas waarin fotovoltaïsche paneeltjes verwerkt zijn. De zijwanden van deze lichtput zijn samengesteld uit vier modules die verwijderd en onderling verwisseld kunnen worden door de gebruikers. Ze kunnen kiezen uit de opties raam, balustrade, akoestiek of latwerk met planten. “Aan de zijkant van het gebouw hebben we ter plaatse met zichtbeton nieuwe trappen gegoten in planchette-stijl. Er worden nieuwe liften geïn-

stalleerd. Aangezien dit een milieuvriendelijk gebouw is, hebben we natuurlijke ventilatie met nightcooling geïnstalleerd, die opengaat aan de straatzijde en in het atrium.”

Graniet

De buitengevels van het origineel waren afgewerkt met grijs graniet. Het nieuwe ontwerp voegt daar houtskelet-glasgevels en enkele ramen aan toe.

In 2022 kreeg dit project een award van Renolab, het Brusselse initiatief dat duurzame, circulaire renovaties ondersteunt. Het was een terechte beloning, gezien de grote inspanningen die gedaan werden om een negatieve milieu-impact te vermijden. Het gebouw werd aan de binnenkant geïsoleerd met biobased materialen gemaakt van houtvezels. 85 procent van het beton werd hergebruikt, en op bepaalde plaatsen werd ook graniet hergebruikt. Na de renovatie en de verbouwingen krijgt het resultaat een Well-certificaat van BREEAM.

Besluit.

Dit is een ambitieus maar geen eenvoudig project. “Het asbest, de metalen balken tijdens de sloopwerken, een onverwachte afvoer, de schoringwerken, het overbrengen van de installaties naar de oude kluizen in de kelder, de planning … Het was niet gemakkelijk. Maar dankzij de expertise van onze teams hebben we al deze obstakels overwonnen.”

PROMO VAN DE MAAND SEPTEMBER 2024

OTTO Office biedt ondernemingen een uitgebreid aanbod van kantoorartikelen, kantooruitrusting en –inrichting via een uitgebreide catalogus en online op www.otto-office.be

Ledenkorting:

Blijvend 10% korting op alle catalogus- en internetprijzen (uitgezonderd postzegels).

Bijkomende korting van 2% indien u voor meer dan 2000 € op jaarbasis bestelt. Na de éénmalige registratie wordt uw korting automatisch verrekend bij elke bestelling.

Contact:

Klantendienst OTTO Office 070 234 000 service@otto-office.be

Opdracht tot het uitvoeren van meerwerken

De bouwheer geeft u de opdracht om een bijkomend werk uit te voeren op de bouwplaats.

Omdat hiervoor vaak een schriftelijke opdracht is vereist geeft Embuild een handig reçuboekje uit in NCR papier (doorslagpapier) dat u onmiddellijk kunt invullen met de melding van de verlenging van de uitvoeringstermijn, prijsaanpassing … Eenmaal ingevuld kunt u direct ter plaatse een kopie bezorgen aan de architect en bouwheer.

Dit handig heruitgegeven boekje kost slechts 8,00 €/stuk (voor de leden van Embuild) en 15,00 €/stuk voor de niet-leden.

PROMOTIE (enkel voor de leden): 5 exemplaren = 35,00 € (prijzen exclusief BTW)

Speciale verkoopprijs enkel voor de maand september 2024

Ledenprijs voor deze publicatie: € 8,00 excl. btw

Niet-ledenprijs voor deze publicatie: € 15,00 excl. btw

Deze uitgave kan besteld worden via de website www.embuild.be, e-shop, categorie juridisch of door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be

Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Afgiftekantoor: Gent X

Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, tel. 02 545 57 30 peter.graller@embuild.be

Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be

Druk: Graphius

Reacties - vragen: communicatie@embuild.be

Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be

• Embuild Vlaanderen

Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be

• Embuild.Brussels Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be

• Embuild Wallonie

Katia Bogaard tel. 02 545 56 68 katia.bogaard@embuild.be

Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 claude.bernaerts@embuild.be

Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.

Prijs jaarabonnement

Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld

Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

nu wordt Embuild Magazine gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De duurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.

UW MAATSCHAPPELIJK

ENGAGEMENT LOONT

Doe jij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen? De Embuild Foundation Awards erkennen de maatschappelijke betrokkenheid van bouwbedrijven die samenwerken met externe partners die actief zijn op maatschappelijk gebied. Schrijf je in op embuildfoundation.be

De derde Demo Days in Boussu/Dour

De derde Demo Days powered by Matexpo vinden plaats op 6, 7 en 8 september (9u tot 17u) op

de site van de terril Saint-Antoine in Boussu/Dour (Henegouwen). Nieuw dit jaar: vanaf vrijdag kun

je al de Demo Days bezoeken. Het evenement is gericht op aannemers, operatoren, machinisten, werkplaatsverantwoordelijken, aankopers en technisch directeurs. Op het programma: doorlopende demonstraties en tests van meer dan 100 machines voor burgerlijke bouwkunde, trucks, kippers, accessoires en ander materieel. Er zullen meer dan 60 exposanten aanwezig zijn om je alles te vertellen over hun materieel. Houd er rekening mee dat het demonstratieterrein erg groot is en geen goed gemarkeerde paden heeft. De bezoekersroute is bijna 3 km lang, met rotsachtige hellingen tot 20%. Zorg dus dat je veiligheidsschoenen of laarzen draagt! Als je je registreert op de Demo Days-website, ontvang je een gratis ticket voor alle drie de dagen. De toegangsprijs ter plaatse is €25.

INFO : www.demodays2024.be

Healthbox Go: nog toegankelijkere vraaggestuurde ventilatie voor renovatie

Met de Healthbox 3.0 zette Renson al enige tijd terug de standaard voor volautomatisch en vraaggestuurd ventileren. De Healthbox Go maakt vraaggestuurde ventilatie nog toegankelijker. De eenvoudigere technologie en werking maken de compacte unit daarmee ook geschikt voor minder ingrijpende renovaties of sociale woningen, waar de ventilatie toch een impact kan betekenen op het energieprestatiecertificaat én zorgt voor gezond en duurzaam wonen. De keuze voor gerecycleerd kunststof om de behuizing van de ventilatie-unit te produceren doet er nog een milieubewust schepje bovenop. Met deze nieuwe unit van Renson kun je je klant een betaalbare oplossing bieden voor een energiezuinig huis of project die ook nog eens het voordeel biedt van een gezonde le -

vensstijl. Kortom, volledig geautomatiseerde ventilatie via een centraal, vraaggestuurd C+-systeem, voor alle

renovatie- of nieuwbouwbudgetten.

INFO : www.renson.eu

IN 2023 PRODUCEERDE BELGIË 2 172 000 TON BAKSTENEN

De Belgische Baksteenfederatie vzw heeft zijn jaarverslag 2023 gepubliceerd. Eerste vaststelling: vorig jaar werd in ons land 2 172 000 ton baksteen geproduceerd. Dat is 16 procent minder dan in 2022. De Belgische baksteenindustrie ondervond in 2023 de impact van de afkoelende bouwactiviteit.

Deze totale productie bestond uit 1 363 000 ton gevelbaksteen en 809 000 ton geperforeerde baksteen voor gewoon metselwerk. De gevelbaksteen was grotendeels handvormbaksteen (1 137 000 ton). De rest was strengpersgevelsteen.

De productie omvat tegenwoordig naast het klassieke formaat ook een slanker ecologisch formaat. De productie daarvan steeg van ongeveer 940 000 vierkante meter in 2022 naar ongeveer 1,3 miljoen vierkante meter in 2023. De baksteenfabrikanten hebben daarnaast een uitgebreid gamma van baksteenstrippen. Hier was er een daling in 2023, van 855 000 vierkante meter naar 675 000 vierkante meter.

Ongeveer 665 000 ton van de Belgische productie wordt uitgevoerd, voornamelijk naar onze buurlanden. Dat is een daling met 41 procent. Het Verenigd Koninkrijk blijft in 2023 het belangrijkste exportland voor gevelsteen. Ons land voerde ook 187 000 ton baksteen in. Dat komt overeen met 8,6 procent van de totale productie.

De transitie naar een koolstofarme industrie en

Op 1 januari 2024 waren er volgens de FOD Economie 5 163 139 privéhuishoudens in België. Dat zijn er 38 578 of 0,75 procent meer dan een jaar eerder. De bevolkingsgroei bedroeg in die periode slechts 0,57 procent. Het aantal particuliere huishoudens nam dus sneller toe. Dat wijst erop dat de gemiddelde grootte van huishoudens daalde. Daarmee wordt een trend voortgezet die al enkele decennia bezig is. In 1994 telde een Belgisch huishouden

maatschappij tegen 2050 plaatst de baksteensector voor grote uitdagingen, zegt de baksteenfederatie. Maar de sector wil zijn steentje bijdragen. Met een sectoraal charter van juni 2023 engageerden de bedrijven zich om na te denken over deze transitie en om hun energie- en grondstofgebruik te beperken zonder de kwaliteit en functionaliteit van de producten te verminderen. In het licht van de dematerialisatie van de producten zullen de bedrijven bij de promotie van hun assortiment aan de klant de eco-formaten hierin actief betrekken.

5 163 139

gemiddeld 2,44 personen. Twintig jaar later waren er dat 2,30, en in 2024 nog 2,25.

Er bestaat wel een opmerkelijk verschil tussen het Brussels gewest enerzijds en Vlaanderen en Wallonië anderzijds. In Vlaanderen en Wallonië daalt de gemiddelde

gezinsgrootte al dertig jaar. Maar in het Brussels gewest was er tussen 1994 en 2018 een stijging van 1,98 naar 2,17 personen. Vervolgens bleef de gezinsgrootte in Brussel stabiel, om vervolgens licht te dalen tot 2,14 in 2024.

DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH

W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET HEN DAAROP VOORBEREIDEN.

DIGITAL!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.