Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro
ARBEIDSRECHT
Is het toegestaan om op zaterdag te werken om regenvertragingen in te halen?
NIEUW GEBOUW TECHLINK
Oproep tot aannemers voor de uitvoering
BELEID
Maak kennis met de nieuwe directeur-generaal van Embuild Vlaanderen
Heel wat knipperlichten staan op rood in de bouw- en installatiesector. Zo kwamen er tijdens de eerste helft van dit jaar netto amper 92 bedrijven bij in onze sector, een absoluut diepterecord. En het komend werkjaar belooft amper beterschap. Conjunctuuronderzoek van Embuild toont aan dat slechts 18% van de bouw- en installatiebedrijven beterschap qua activiteit, rendabiliteit, investeringen en tewerkstelling verwacht tussen nu en de zomer van 2025.
En er zijn nog meer alarmsignalen: bij 53% van de bedrijven uit onze sector is hun orderboek minder tot veel minder gevuld dan normaal, bij 12% is het zelfs bijna leeg. Even zorgwekkend: bij 61% is het aantal contacten voor potentiële nieuwe contracten sinds dit voorjaar gedaald.
Ook 2025 belooft dus, jammer genoeg, opnieuw een moeilijk jaar te worden voor de bouw- en installatiesector. Dat blijkt ook uit een macro-economische analyse van Embuild. In 2025 zal de volledige sector wellicht een activiteitdaling kennen van 0,5% en zal het voor zowat alle subsectoren lastig zijn. De bouw en de renovatie van woningen en gebouwen zullen het ook de komende maanden moeilijk blijven hebben, terwijl we als samenleving net extra woningen moeten voorzien en ons renovatieritme minstens moeten verdrievoudigen. Een bijkomende tegenvaller is dat de infrastructuurwerken vanaf 2025, na twee sterke jaren, opnieuw riskeren sterk terug te vallen. Dat gebeurt dikwijls na verkiezingen, maar is bijzonder nefast nu, want onze infrastructuur (scholen, ziekenhuizen, waterwegen, fietspaden, …) heeft net extra investeringen nodig om aan de hedendaagse en toekomstige noden te voldoen.
Het mag duidelijk zijn: we hebben op alle niveaus dringend sterke regeringen nodig die zonder dralen maatschappelijke kwesties, zoals de woonnood, ons verouderd woning- en gebouwenpark en de achterhaalde infrastructuur, aanpakken. De bouw- en installatiesector is daarbij de bondgenoot bij uitstek. Eén ding is zeker: wij kunnen een cruciale rol spelen in het oplossen van deze problemen, maar hebben daarvoor, ondanks de gekende, moeilijke budgettaire omstandigheden, beleidsondersteuning nodig. Bovendien zijn meer bouw- en renovatieactiviteiten ook goed voor de schatkist: zij zorgen immers voor meer overheidsinkomsten. Daarom vraagt Embuild dat het toekomstig beleid op elk niveau volop inzet op een relance van de bouw- en installatiesector.
Niko Demeester CEO Embuild
" De bouw- en installatiesector kan de grote maatschappelijke problemen aanpakken, maar heeft daarvoor wel ondersteuning vanwege alle regeringen nodig "
3 ● Edito
Bouw- en installatiesector onder druk: dringend nood aan sterke regeringen!
7 ● Regionaal standpunt
Embuild Vlaanderen klaar om grote uitdagingen mee aan te pakken.
PRIKBORD
8 ● Nieuw kantoor van Techlink
Oproep tot aannemers voor de uitvoering.
BOUWBELANGEN
10 ● Arbeidsrecht
Is het toegestaan om op zaterdag te werken om regenvertragingen in te halen?
12 ● Europese Unie
Huisvesting, circulaire economie en overheidsopdrachten vormen kern van de commissie ‘von der Leyen II’.
DOSSIER
15 ● Inleiding
Ledengetuigenissen over digitalisering.
16 ● Group Jansen
Flexibiliteit en opleiding sleutel om alle partners mee te krijgen.
18 ● Bâtis-Moi
"Test je digitale volwassenheid en laat je begeleiden.”
20 ● Goblet & Fils
"Een aanzienlijke investering, maar winstgevend op de lange termijn."
IS HET TOEGESTAAN OM OP ZATERDAG TE WERKEN OM REGENVERTRAGINGEN IN TE HALEN?
Embuild meldde onlangs dat meer dan een miljoen werkdagen in de sector verloren zijn gegaan door de zware regenval. Dit problematische cijfer heeft ook de krantenkoppen gehaald. Onze bedrijven denken misschien dat werken op zaterdag een manier is om de achterstand in te halen. Maar dat is niet zo. Je moet een reden hebben en de regenvertragingen passen niet in dat rijtje. Dit is wat je moet weten over werken op zaterdag.
DOSSIER: LEDENGETUIGENISSEN OVER DIGITALISERING
Digital Construction Brussels vindt plaats op dinsdag 15 oktober 2024. Deze vakbeurs mag je echt NIET missen om te bekijken wat er allemaal nieuw is op het gebied van digitale tools in de bouw- en installatiesector. In de aanloop naar dit evenement hebben we het dossier van deze maand gewijd aan jullie eigen ervaring met digitalisering.
Sedert de maand juni van dit jaar is Caroline Deiteren de nieuwe directeurgeneraal van Embuild Vlaanderen. Zij heeft dan Marc Dillen opgevolgd die aan het hoofd stond van Embuild Vlaanderen van 1990 tot 2024. Onze redactie heeft deze juriste van 42 jaar geïnterviewd om nader met haar kennis te maken en om haar projecten met Embuild Vlaanderen te leren kennen.
"WIJ ZIJN DE AMBACHTSLIEDEN VAN DE RAAMINDUSTRIE"
Ons lid Pierret Ramen en Deuren, specialist in buitenschrijnwerk, blijft groeien. In zijn vestiging van Transinne (Libin), in de provincie Luxemburg, gaat het € 100 miljoen investeren in een nieuwe fabriek voor pvc-raamkozijnen. Dit grote succesverhaal van een familiebedrijf is ons project van de maand. 44
22 ● Vrancken
“Mijn arbeiders willen vooral dat het vooruitgaat.”
SECTOR & BEROEPEN
26 ● Beleid
Maak kennis met de nieuwe directeurgeneraal van Embuild Vlaanderen.
30 ● Niet-woongebouwen
Tegen 2050 moeten alle niet-residentiële gebouwen koolstofneutraal zijn.
34 ● Van offerte tot nazorg
Efficiënter werken met tools.
36 ● Renolution
“Hello Toit” biedt alternerende opleiding voor jonge dakwerkers aan.
38 ● Opleiding
“Cevora onderscheidt zich door de toegankelijkheid en haar vlotte vooraf betaalde diensten."
40 ● Buildwise
• De methode van de 5S voor een geoptimaliseerd beheer van uw instrumenten.
• De kitting, een oplossing voor leveringen op de bouwplaats.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
44 ● Project
"Wij zijn de ambachtslieden van de raamindustrie."
46 ● Ledenvoordelen
Uw lidmaatschap rendeert!
49 ● Bouwmarkt
• Demo Days.
• Velux.
• Wienerberger.
50 ● Markant
• De bouw goed vertegenwoordigd op de Worldskills 2024 in Lyon.
• Cijfer van de maand.
Wij beklemtonen al langer de noodzaak aan bijkomende woningen en zijn blij dat de nieuwe Vlaamse regering deze behoefte onderschrijft. "
De federatie Techlink die deel uitmaakt van Embuild, plant in Kortenberg een nieuw kantoorgebouw op de plaats van hun bestaande gebouw. De plannen staan intussen volledig op punt. Daarvoor heeft Techlink een beroep gedaan op Assar Architects uit Antwerpen. Het komt er nu op aan voor de bouw ervan aannemers te zoeken. Techlink hoopt dat de werken tegen de zomervakantie van 2026 volledig zullen kunnen worden gefinaliseerd en dat het ganse team dan tijdens de zomerperiode in dit stateof-the-art kantoorgebouw zijn intrek kan nemen. Hierna gaan wij dieper in op de projectspecificaties en de eisen die Techlink aan de uitvoerende aannemers stelt.
Gebouw in de vorm van logo
Het nieuwe gebouw zal de vorm van het logo van Techlink aannemen en zal op de beneden- en de eerste verdieping ongeveer 1.700 m 2 omvatten. Het zal beschikken over een auditorium en over een atrium met een vide op de eerste verdieping en met daarboven een glazen dakkoepel. Daarnaast komen er landschapskantoren, een professionele keuken en een refter. De plannen voorzien in een bezoekerslift én een cateringlift. De kelder zal ongeveer 430 m2 omvatten en plaats bieden aan de technische ruimtes, aan kleedkamers met sanitair en aan een opnamestudio.
Aan de buitenkant komt een gordijngevel met doorzichtige beglazing en aluminium gevelbanden. Voor het interieur werd gekozen voor wanden in zichtbeton en voor gepolierde betonvloeren maar ook voor parket en verhoogde vloeren met tapijt.
Gebruik van technieken
Voor verwarming en koeling maakt het gebouw gebruik van warmtepomptechnolo-
gie en geothermie. In de kantoorruimten en vergaderzalen komt er een klimaatplafond. In het auditorium komt er luchtverwarming en -koeling en in het atrium is er bovendien vloerverwarming. De ventilatie gebeurt via twee groepen: een voor het auditorium en het atrium en een voor de kantoren en de vergaderzalen.
Een uitgebreide automatische regeling zal al de parameters van de installaties registreren. Deze registratie zal steeds via een online platform consulteerbaar zijn. De sanitaire installaties zijn gebaseerd op een gescheiden afvoerstelstel en maken gebruik van gekoeld kraanwerk en regenrecuperatie.
Iedere toegangsdeur zal met een bewakingscamera worden uitgerust. De aannemer moet enkel in de bekabeling voorzien. Derden zullen voor de hardware en de opnamesystemen zorgen. Bovendien komt aan elke toegang van het gebouw inbraakdetectie.
Buiten komen er op de bezoekers- en personeelsparking 22 slimme laadpalen van 22 kW. Die worden gevoed via een apart elektrisch bord en worden beheerd met een load
Het gebouw zal over een atrium beschikken met een vide op de eerste verdieping en met daarboven een glazen dakkoepel.
balancing systeem. Zo dicht mogelijk bij de hoogspanningscabine komt er één snellader van 80 kW. Al de overige parkeerplaatsen zullen over de nodige infrastructuur voor een toekomstige uitbreiding beschikken. Als optie is een batterijopslag van 430 kWh mogelijk.
De opdracht bestaat uit 8 loten. Deel 1 en tegelijk lot 1 van het project dat 60% van de totale opdracht vertegenwoordigt, omvat de sloop- en ruwbouwwerken, de verdere afwerking en de vaste bemeubeling. De aannemer die voor dit deel inschrijft, staat als hoofdaannemer voor de ruwbouw en de afwerking ook in voor de werfinrichting en -coördinatie totdat het gebouw volledig is afgewerkt. Dan zal dus een pro rata verrekening tussen de aannemers van de verschillende loten voor het gebruik van deze infrastructuur moeten gebeuren.
Deel 2 van het project dat 40% van de totale opdracht vertegenwoordigt, omvat de overige 7 loten: van geotechniek over sanitaire installaties, HVAC en GBS (gebouwbeheersysteem), elektronische installaties (inclusief de toegangscontrole, de brandbeveiliging en de domotica), de beveiliging van het gebouw (tegen inbraak en met camerabewaking), de liften en de vaste uitrusting van de keuken tot de omgevingsaanleg en de beregeningsinstallatie.
Techlink zal als opdrachtgever instaan voor de coördinatie van de loten en zal zelf leveranciers en onderaannemers aanbrengen die verplicht moeten worden opgenomen in de aanbelangende loten.
INFO :
Techlink zoekt nu in eerste instantie onder de leden van Embuild aannemers die lot 1 (afbraakwerken, gesloten ruwbouw, afwerking en vast meubilair) willen uitvoeren. Geïnteresseerden mailen hun kandidatuurstelling naar Techlink (nieuwbouw@techlink. be), wat kan tot en met 31 oktober 2024. Op 4 november zal Techlink aan de kandidaten de bestekken bezorgen. De offertes worden dan uiterlijk op 31 december 2024 verwacht. De toekenning van de opdracht voor lot 1 zal gebeuren uiterlijk op 31 januari 2025 zodat de werken van start kunnen gaan uiterlijk op 1 maart 2025.
De aannemers moeten lid zijn van Embuild (meer in het bijzonder voor lot 1) en van Techlink. Niet-leden kunnen dus niet deelnemen. De overige uitsluitingscriteria liggen voor de hand, zoals een blanco strafregister, voldaan hebben aan RSZ-, fiscale en btw-verplichtingen, zich niet in faling bevinden, geen ernstige beroepsfouten gemaakt hebben en over de nodige verzekeringen beschikken.
Techlink zal de opdracht voornamelijk gunnen op basis van de prijs (voor 75%) en voor 10% op basis van de voorgestelde planning. De opgegeven referentie (minimaal een) voor een eerder kantoorgebouw gebouwd tijdens de laatste 5 jaar zal voor 5% meetellen. Voor het overige zal de gunning ook nog rekening houden met de eerdere toepassing van het duurzaamheidscertificaat Breeam en van BIM (Building Information Modeling).
Opvolging van het project
Techlink zal enkel voor de loten 1 en 3 (sanitaire installaties en HVAC) een BIM-model vragen dat de uitvoerders op basis van een ontwerpmodel verder moeten uitwerken. Kandidaten moeten daarvoor hun ervaring met BIM kunnen aantonen, inclusief met issue management en clash detectie. De uitvoering zal verlopen volgende de werkmethodiek van BouwData met een intensief gebruik van een CDE (Common Data Environment), met budgetopvolging via Earned Value Management en een ticketsysteem waarbij er, na toekenning van de opdracht, nog ruimte is om voorstellen in te dienen om binnen het budget en de planning te blijven.
Embuild meldde onlangs dat meer dan een miljoen werkdagen in de sector verloren zijn gegaan door de zware regenval. Dit problematische cijfer heeft ook de krantenkoppen gehaald. Onze bedrijven denken misschien dat werken op zaterdag een manier is om de achterstand in te halen. Maar dat is niet zo. Je moet een reden hebben en de regenvertragingen passen niet in dat rijtje. Dit is wat je moet weten over werken op zaterdag.
In de regel is zaterdag een rustdag voor bouwvakkers. Deze zaterdagrust vindt zijn oorsprong in de wet van 6 april 1960, die de zogenaamde bouwwerken opsomt en bepaalt dat het verboden is om deze werken op zaterdag uit te voeren. De werken die niet in deze lijst staan, vallen niet onder het verbod en kunnen dus wel degelijk op zaterdag worden uitgevoerd (bijvoorbeeld het openen van een showroom). En zelfstandigen vallen niet onder deze wet.
Afwijkingen
Voor de werken die op de lijst staan, zijn er verschillende afwijkingen op basis van wetteksten. Om verschillende redenen kan het namelijk zijn dat een bouwbedrijf absoluut op zaterdag moet werken. Maar je hebt een goede reden nodig om het te rechtvaardigen. En regenvertragingen zijn geen goede reden. Deze uitzonderingen zijn gebaseerd op: (a) De arbeidswet van 16 maart 1971.
● Toezicht op de bedrijfsruimte (we wijzen erop dat het overigens niet gaat om een activiteit die onder de wet van 6 april 1960 valt).
● Schoonmaken, herstellen en onderhouden (in zover deze werkzaamheden voor de regelmatige voortzetting van het bedrijf nodig zijn) en tevens de werkzaamheden buiten de productie, die nodig zijn voor de regelmatige hervatting van het bedrijf op maandag (= bij de klant van de aannemer).
● Arbeid in opeenvolgende ploegen.
● Buitengewone vermeerdering van werk.
● Dringende arbeid aan machines of materieel.
● Arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist.
(b) De cao van 22 december 2005 van het PC Bouw over arbeidstijdorganisatie.
● Werken die worden beïnvloed door de getijden.
● Werken die, wegens hun bijzondere aard, onderhevig zijn aan onderbrekingen van verschillende duur.
● Werken die worden uitgevoerd door gespecialiseerde ploegen voor het onderhoud en de herstelling van bedrijfsmaterieel.
(c) KB 213 van 26 september 1983.
● De werken kunnen op geen enkel ander ogenblik uitgevoerd worden.
● De gelijktijdige uitvoering van bouwactiviteiten en andere activiteiten op dezelfde plaats houdt risico’s in voor de veiligheid en/of gezondheid van de werknemers of derden.
Als de regenvertragingen geen juridische rechtvaardiging vormen om op een zaterdag te werken, bestaan er toch twee andere interessante pistes om de achterstand in te halen:
● Arbeid verricht om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval.
● De bijkomende vrijwillige relance-overuren (120 uur per jaar), die zijn vrijgesteld van sociale lasten en niet belastbaar zijn;
● De bijkomende overuren in de bouw (KB 213), waarvoor een fiscaal voordeel geldt (maximaal 180 uur per jaar). Een verstandig gebruik van deze twee regelingen (300 uur per jaar) maximaliseert de voordelen voor zowel werkgever als werknemer.
● De werken zijn om technische redenen niet combineerbaar met andere activiteiten.
d) De wet van 17 maart 1987 en cao nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen maken het mogelijk een arbeidsregeling in te voeren die aangepast is aan de noden van de onderneming (met inbegrip van zaterdagarbeid).
Let op: regenvertragingen en vrijwillige overuren zijn niet in deze lijst opgenomen. In de praktijk betekent dit dat de regen en de wens om vrijwillige overuren te maken geen voldoende reden zijn. Zodra je echter een reden kunt aanvoeren die op deze lijst voorkomt, staat niets je in de weg om vrijwillige overuren te maken.
Hoe ga je te werk?
De toepassing van deze verschillende uitzonderingen is onderworpen aan de regels en beperkingen die voor elk van hen zijn vastgesteld. Sommige vereisen de invoering van aangepaste uurroosters in het arbeidsreglement van het bedrijf (bijvoorbeeld: KB 213, arbeid in opeenvolgende ploegen, nieuwe arbeidsregelingen enz.). Andere staan je toe om buiten de normale werkuren te werken (bijvoorbeeld: bij een voorgekomen of dreigend ongeval, onvoorziene noodzakelijkheid, enz.). Neem gerust contact op met je lokale vereniging van Embuild voor meer informatie.
De wet van 6 april 1960 vereist dat het Toezicht op de Sociale Wetten (TSW) op de hoogte wordt gebracht van de plaats waar de werken worden uitgevoerd als er moet gewerkt worden buiten de uurregelingen op-
INFO :
Op de website www. embuild.be, surf je naar het tabblad Bibliotheek, klik op Personeelsbeheer en vervolgens op Arbeidstijd en -organisatie.
genomen in het arbeidsreglement (AR) van de onderneming. Om de lijst van de lokale directies van de sociale inspectie te raadplegen, surf je naar de website van de FOD Werkgelegenheid www.werk.belgie.be, klik op over-de-fod/structuur-van-de-fod/arbeidsinspectie-ad-toezicht-op-de-sociale-wetten/ regionale.
Wat veiligheid betreft, gelden bij zaterdagarbeid geen andere regels dan op de andere dagen van de week. De belangrijkste regels worden uiteengezet in een zeer praktische samenvatting, beschikbaar in 13 verschillende talen. Dit is dossier 118 "Welzijnsadviezen voor de bouw" van Constructiv dat beschikbaar is op de website www.buildingyourlearning.be.
Zaterdagarbeid wordt soms echter in kleine ploegen gedaan, of zelfs alleen. In deze situaties gelden speciale veiligheidsmaatregelen. Een lastminuterisicoanalyse moet bepalen of het werk al dan niet in gevaarlijke omstandigheden zal worden uitgevoerd. Als de omstandigheden gevaarlijk zijn, is de aanwezigheid van een tweede persoon vereist. Zo niet, dan moeten er alarmsystemen beschikbaar zijn (bijvoorbeeld mobiele telefoon, elektronische alarmknop, enz.). Voor meer informatie kun je zeker de Constructiv preventiefiche nr. 1042 (afzonderlijk tewerkgestelde werknemers) raadplegen, beschikbaar op het tabblad Welzijn van www.buildingyourlearning.be.
Medio juli werd Ursula von der Leyen voor een tweede termijn herkozen aan het hoofd van de Europese Commissie, een beslissend moment voor de Europese Unie, die wordt geconfronteerd met tal van uitdagingen op economisch, sociaal en milieugebied, in het bijzonder wat betreft de uitvoering van de Green Deal. Zij heeft een aantal nieuwe initiatieven voor onze sector voorgesteld.
In haar maidenspeech voor de leden van het Europees Parlement schetste Ursula von der Leyen haar strategische prioriteiten voor haar tweede ambtstermijn, waarbij ze focuste op continuïteit in de initiatieven die tijdens de vorige zittingsperiode zijn genomen en tegelijkertijd ambitieuze nieuwe initiatieven introduceerde. Hieronder staan de belangrijkste initiatieven die de Voorzitter van de Europese Commissie noemde en die betrekking hebben op de bouw- en installatiesector.
Een van de belangrijkste aangekondigde maatregelen is de aanstelling van een Europees Commissaris voor Huisvesting. Een primeur in de geschiedenis van de Europese Unie. De opdracht van deze commissaris is het aansturen van een Europees Plan voor Huisvesting, gericht op het aanpakken van de crisis rond betaalbare huisvesting waarmee veel lidstaten te kampen hebben. Dit plan, dat tegemoet komt aan de verwachtingen die we hebben uitgesproken in ons memorandum voor de Europese verkiezingen, bestaat uit verschillende belangrijke onderdelen:
● Duidelijk maken van de structurele factoren achter het tekort aan betaalbare woningen: Een diepgaande analyse van de onderliggende oorzaken, zoals het te-
kort aan bouwgrond, de stijgende bouwkosten of de administratieve lasten, zal worden uitgevoerd om de dynamiek te begrijpen die specifiek is voor elk land of elke regio.
● Ontwikkeling van een strategie voor woningbouw: Het doel is om een Europese routekaart op te stellen die het mogelijk maakt de bouw van nieuwe woningen te stimuleren, met de nadruk op duurzaamheid.
● Aanbod technische bijstand aan steden en lidstaten: De Commissie is van plan lokale overheden te ondersteunen met technisch advies om hun huisvestingsbeleid te verbeteren.
● Investeringen in de sector verbeteren: Ursula von der Leyen benadrukte het belang van meer geld voor de bouw van duurzame sociale woningen. Dit omvat nieuwe financiële mechanismen zoals subsidies en leningen met verlaagde rente.
● Herziening van de regels voor staatssteun: Om de bouw van sociale en ener-
giezuinige woningen te stimuleren, stelt de Commissie voor om de regels voor staatssteun te herzien, zodat nationale regeringen meer hierin kunnen investeren.
2. EUROPESE WET CIRCULAIRE ECONOMIE
De ecologische transitie blijft een centrale pijler op de agenda van Ursula von der Leyen. Om deze transformatie te versnellen, heeft ze de oprichting van een Europese Wet Circulaire Economie aangekondigd. Dit wetgevingskader zal verschillende ambitieuze doelstellingen hebben:
● Een gemeenschappelijke markt voor afval creëren: Om de recyclage en het hergebruik van materialen te vergemakkelijken, zal de EU gemeenschappelijke regels voorstellen voor de behandeling van en de handel in afval over de Europese grenzen heen.
● De vraag naar secundaire materialen stimuleren: Deze interne markt voor gerecycleerde materialen zal moeten worden ontwikkeld door middel van stimuleringsmaatregelen, om de afhankelijkheid
van primaire hulpbronnen te verminderen en industrieën aan te moedigen meer gerecycleerde materialen in hun productieketens te integreren.
HERZIENING VAN DE RICHTLIJNEN BETREFFENDE OVERHEIDSOPDRACHTEN
Als onderdeel van de modernisering van het economisch en ecologisch beleid plant Ursula von der Leyen een herziening van de richtlijnen betreffende overheidsopdrachten. Het doel van deze hervorming is:
● Groene overheidsopdrachten een impuls geven: De nieuwe regels zijn bedoeld om de toepassing van duurzame praktijken bij openbare aanbestedingen te bevorderen, met name door strengere milieucriteria op te nemen voor bedrijven die willen inschrijven.
● Administratieve vereenvoudiging: Om de toegang tot overheidsopdrachten te vergemakkelijken, zet de Commissie zich in om de administratieve complexiteit van deze procedures te verminderen en zo een grotere deelname van kmo's mogelijk te maken.
Op 17 september heeft Ursula von der Leyen haar nieuwe ploeg van 17 commissarissen voorgesteld, een per lidstaat, die bestaat uit 11 vrouwen en 16 mannen. Hadja Lahbib, minister van Buitenlandse Zaken in de regering-De Croo, werd aangesteld als de commissaris voor België. Zodra die aanstelling door het Europese parlement zal worden bevestigd, wordt zij verantwoordelijk voor humanitaire bijstand en voor crisisbeheer. Deze tweede ambtstermijn van de Duitse staatsvrouw belooft beslissend te worden voor de toekomst van de Europese Unie, met hervormingen gericht op het stimuleren van het concurrentievermogen van bedrijven, het voldoen aan dringende sociale behoeften zoals huisvesting en tegelijkertijd het versnellen van de overgang naar een duurzame en circulaire economie.
Embuild zal met aandacht al deze dossiers opvolgen in het belang van de sector en zal niet aarzelen u hiervan op de hoogte te houden.
Je bent je eigen baas en je werkt elke dag hard voor je klanten. Je verwacht terecht ook het beste van je partners. Bij Federale Verzekering zetten we ons al meer dan 100 jaar in voor ondernemers zoals jij. We beschermen kostbare en onmisbare machines, maar ook je aansprakelijkheid. Een aanvullend pensioen? Daar hebben we de oplossingen voor. En natuurlijk ben je niet enkel ondernemer. We beschermen dan ook je gezinswoning en je familie... en we zorgen voor het spaarpotje voor je oogappel!
Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Meer info op federale.be
Raadpleeg altijd de algemene voorwaarden alsook de financiële en technische infofiches voor je intekent op een product leven. Federale Verzekering – V.U: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel - www.federale.be - Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen - Vereniging van Onderlinge LevensverzekeringenCoöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV - RPR Brussel BTW BE 0407.963.786/BE 0408.183.324/ BE 0403.257.506.
Digital Construction Brussels vindt plaats op dinsdag 15 oktober 2024. Deze vakbeurs mag je echt NIET missen om te bekijken wat er allemaal nieuw is op het gebied van digitale tools in de bouw- en installatiesector. In de aanloop naar dit evenement hebben we het dossier van deze maand gewijd aan jullie eigen ervaring met digitalisering. Gebruiken jullie digitale tools in jullie onderneming? Welke?
In welke afdeling? Waarom ? Wat zijn de voordelen en de belemmeringen? We hebben al deze vragen gesteld aan verschillende lidbedrijven van Embuild, werkzaam in verschillende beroepen. Doel: een overzicht van wat met al deze tools mogelijk is. Maar ook andere collega’s inspireren zodat ze de digitale trein nemen, als dat nog niet gebeurd is.
Zelfs het meest gedigitaliseerde bouwbedrijf wordt soms geconfronteerd met een onaangename waarheid: niet alle partners zijn mee. Dat kan een bottleneck veroorzaken in de werking. Bij ons lid Group Jansen, een voorloper op het vlak van digitalisering, lossen ze dat op met twee zaken: flexibiliteit enerzijds, en anderzijds investeren in de opleiding van partners. Chief Commercial Officer Sarai Bervoets en BIM-manager Joey Opheide leggen uit.
Group Jansen bestaat intussen uit 14 ondernemingen. Zo goed als alles is gedigitaliseerd.
Sarai: “In alle bedrijven in de groep wordt alles intussen met ERP gedaan, van productie tot service. Onze magazijnen zijn nog niet volledig gedigitaliseerd, maar dat heeft er ook mee te maken dat een aantal bedrijven in de groep overnames zijn. Om iedereen op hetzelfde niveau van digitalisering te brengen, is tijd nodig.”
Bij Group Jansen is de toepassing van BIM al ver geavanceerd. De groep heeft daarin drie niveaus gedefinieerd.
Joey: “Het BIM-model is onze centrale database van project gerelateerde informatie. Het hoogste BIM-niveau is pro. Pro-gebruikers bouwen het 3D-model op en voegen informatie toe. Dan heb je advance, het niveau waarop je data uit het model kan analyseren. En ten slotte is er het basic level. Dit zijn de profielen die het BIM-model moeten raadplegen en als basis voor de communicatie gebruiken (projectleiders, architecten, klanten, onderaannemers, kortom alle partners).”
Sarai: “We gebruiken Dalux als digitaal common data environment op alle projecten. Document management volgens de norm ISO19650 met goedkeuringsflows, werfopvolging met preventieve kwaliteitscontrole en communicatie van issues, en het BIM-model zitten naadloos in elkaar verweven.”
Het is geen geheim dat de digitalisering een proces met verschillende snelheden is in de sector. Sommige bedrijven – zoals Group
"
Je moet een actieve rol spelen als onderneming. Ook naar de andere partners toe, zoals de opdrachtgever en de stakeholders. "
Jansen – zijn voorlopers, niet alleen in de bouw maar ook in het algemeen.
Sarai: “Voor één van onze projecten werken we samen met een zeer grote onderneming. Ik zal de naam niet noemen, maar ze beschrijft zichzelf als een ‘wereldleider’ wat betreft technische installaties en onderhoudsdiensten. Maar wij moeten vaststellen dat wij al verder staan dan hen op dat gebied.”
Maar er bestaan ook heel wat bouwbedrijven die digitaal een beetje achterlopen. Regelmatig hoort Embuild Magazine bedrijfsleiders verzuchten dat de bottleneck voor digitale toepassingen in de bouw tegenwoordig bij de partners ligt, bijvoorbeeld de onderaannemers. Bij Group Jansen pakken ze die bottleneck op twee manieren aan: met flexibiliteit en opleiding.
Joey: “Onze onderaannemers zitten op het basic niveau. Ze vinden daar alle informatie nodig voor hun opdracht. Deze is gekoppeld aan het 3D-model maar – en dat is belangrijk - ze is ook raadpleegbaar zonder dat model.”
Sarai: “In het begin bezorgden we sommige mensen nog wekelijks documenten per e-mail, bijvoorbeeld in een pdf die ze kunnen printen en waarmee ze dan handmatig verder kunnen. We werken ook samen met bedrijven die ons mankracht leveren. Vaak zijn dat arbeiders die niet Nederlandstalig zijn. Dergelijke ondernemingen hadden zeker in verleden meer aandacht nodig. Maar desnoods exporteren we de informatie en doen we dingen met hen nog op papier. Dat kan nog altijd.”
Opleiding
Sarai: “Maar het is natuurlijk wel zo dat BIM en digitale samenwerkingsplatforms pas
goed werken als iedereen mee is. Daarom stoppen wij veel energie in de gratis opleiding van onze partners. Joey geeft hun bijvoorbeeld enkele uren opleiding over de BIM-viewer Dalux. Dat is een stap die niet alle ondernemingen zetten. Maar wij hebben besloten een voorloper te zijn, en dus hebben we de strategische keuze gemaakt om daarin te investeren.”
Group Jansen werkt met veel partners al jarenlang samen. De onderneming stelt vast dat hun houding tegenover digitale tools sterk geëvolueerd is.
Joey: “De meeste van onze onderaannemers en partners kunnen nu overweg met Dalux. Ze zijn vragende partij geworden. ‘In dit project doen we toch alles digitaal, hoop ik?’ Het is allemaal erg intuïtief, en voor hen bovendien gratis.”
Sarai: “Daarnaast werkt het ook voor hen sneller. De werfopvolging gebeurt digitaal met de smartphone of de tablet, je kunt problemen visueel signaleren met een beeld van de plaats, je hebt veel meer inzicht dan vroeger, toen je alleen een grondplan had. Eigenlijk zien we weinig weerstand, nietwaar Joey?”
Joey: “Dat klopt. Maar je moet een actieve rol spelen als onderneming. Ook naar de andere partners toe, zoals de opdrachtgever en de stakeholders. Dat zijn partijen die gemakkelijk te overtuigen zijn, omdat alle informatie heel transparant en raadpleegbaar is.”
Voortraject met klanten
Joey: “Ook in het voortraject met de klanten gaan we vrij ver met deze digitale aanpak. Er is bijvoorbeeld een productconfigurator waar architecten makkelijk de Jansen-producten en 3D-elementen terugvinden. Verder gebruiken we ook virtual reality om hun een beeld te geven ... Bij Group Jansen hebben we zelf een design-afdeling en dergelijke tools zijn een supergemakkelijke manier om klanten mee te nemen naar hun toekomstige gebouw.”
Sarai: “Bovendien hebben we een eigen productiebedrijf dat zaken als systeemwanden en klimaatplafonds maakt. We kunnen de machines rechtstreeks aansturen vanuit het 3D-model, zonder tussenstappen.”
↑↗ Group Jansen werkt met de BIM-viewer Dalux.
↖ Op het vlak van digitalisering is Group Jansen een pionier, niet alleen in de bouw maar ook in andere domeinen.
En dan nu de vraag die we ook aan Jan Van Paesschen gesteld hebben: waar zit de winst van digitalisering?
Joey: “Je kunt heel moeilijk de exacte relatie meten tussen een specifieke investering en een gunstig effect. Het is niet één op één. Volgens mij is het een forse investering, maar met een serieuze return on investment. De efficiëntie gaat enorm de hoogte in, en je kunt heel transparant werken met alle partijen.”
Sarai: “Als je niet op tijd meegaat in de digitalisering riskeer je zoveel achter te lopen dat het een enorme stap wordt. Maar je mag niet te veel processen tegelijk veranderen. Dan verlies je je mensen in die overgang. De grootste uitdaging bij digitalisering of de vernieuwing van het digitale landschap is voor mij het change management bij het personeel.”
Joey: “Akkoord. Een werfleider van vijftig die iets al dertig jaar op een bepaalde manier doet, zal zeggen: ‘Verdomd, waarom moet dat nu anders?’ Ook hem moet je meekrijgen. Je kunt alles op technisch vlak op punt stellen. Maar uiteindelijk hang je af van de mensen die ermee moeten werken en die de informatie eruit moeten halen en erin stoppen.”
Ten slotte vroegen we om met drie woorden te zeggen waarom digitalisering de moeite loont in een bouwbedrijf.
Sarai: “De toegenomen efficiëntie van het bouwproces is het allerbelangrijkste. Het tweede is het imago, het beeld dat de klant krijgt van de onderneming. En ten derde: de employer branding, het beeld van de onderneming als een plaats met aantrekkelijke banen.”
Joey: “Zeker voor jongeren is dat laatste belangrijk. Enkele BIM-collega’s geven les bij verschillende bouwgerelateerde opleidingen. De studenten die mee zijn met digitale tools staan te springen om hier hun stage te komen doen!”
Bâtis-Moi, gevestigd in Sombreffe, is een kmo met ongeveer dertig werknemers die gespecialiseerd is in de bouw van eengezinswoningen en appartementsgebouwen voor zowel particulieren als projectontwikkelaars. "We zijn overtuigd van het belang van digitalisering in ons bedrijf”, zegt Vincent Meynaerts, technisch en logistiek manager.
We voelden het vanaf het begin van ons gesprek. Ons lid wilde heel graag praten over digitalisering in de sector. Hij is erg geïnteresseerd in het onderwerp. Maar er is geen sprake van om alles te digitaliseren! Sommige processen worden nog altijd "op de ouderwetse manier" uitgevoerd. Het doel is om de juiste balans te vinden.
Om zijn digitale volwassenheid te meten, gebruikte het bedrijf overigens de online tool DigiScore, aangeboden door het “Agence du Numérique”. Ons resultaat is bovengemiddeld in twee van de vier hoofdgebieden in deze test: infrastructuur, strategie, organisatie en processen. In de eerste twee waren we gemiddeld en in de volgende twee bovengemiddeld. We evolueren hier dan ook niet trager dan anderen”, zo beklemtoont Vincent Meynaerts. “Deze test diende als basis voor de digitale ondersteuning aangeboden door Embuild Wallonie. We willen de ruimte voor verbetering in de gaten houden, en in dit opzicht is de gedachtewisseling lonend gebleken.”
ERP
Het eerste onderwerp dat we behandelen is de “klassieke” ERP. "Na een eerste test met een minder succesvol programma, kozen we drie jaar geleden voor de software van Vertuoza. Deze tool, een online platform, heeft onze manier van werken ingrijpend veranderd door het hele bouwplaatsproces van a tot z te stroomlijnen. Dit omvat het bestek, de werfopvolging voor de arbeiders en onderaannemers, tot en met de facturatie", legt de
Vincent Meynaerts is technisch en logistiek manager van het bedrijf.
" Het nut en de toegevoegde waarde van elk voorgesteld hulpmiddel moet vooraf zorgvuldig worden beoordeeld. "
technisch en logistiek manager van Bâtis-Moi uit. "De ploegbaas heeft toegang tot al deze gegevens via zijn tablet. Hij kan in deze software ook zijn werfverslagen invoeren. En de arbeiders kunnen hun werkuren in deze software invoeren.”
Volgens Vincent Meynaerts kunnen de meer gespecialiseerde beroepen (chauffagisten, tegelzetters, enz.) al tevreden zijn met 30% van het potentieel van de software. Dit is niet het geval voor Bâtis-Moi en de algemene
aanneming. "De aard van ons werk brengt ons ertoe 80 tot 90% van de mogelijkheden van de oplossing te benutten. We willen nog andere functionaliteiten ontwikkelen, zoals de integratie van posten- en materiaaldatabases. Met als doel onze kostprijsberekening en daardoor onze prijsoffertes nog verder te optimaliseren.”
Personeelsbeheer
Digitalisering wordt ook vaak genoemd in het personeelsbeheer van een bedrijf. Bâtis-Moi gebruikt met name Traxxeo voor track-and-trace. "’s Ochtends vroeg badgen onze arbeiders wanneer ze in het busje stappen en zodra dit binnen de perimeter van de bouwplaats aankomt, ontvangen we een tweede signaal via een chip. Ze doen hetzelfde aan het einde van de dag als ze weer in het busje stappen. Hierdoor weten we niet alleen de reistijd naar de bouwplaats, maar ook de arbeidstijd. Dit is de basis waarop we nauwkeurige loonfiches kunnen aanmaken.” Dit brengt wat kosten met zich mee, maar de winst in tijd en nauwkeurigheid is onmiskenbaar. De arbeiders en de HR-manager hebben deze tool snel omarmd, ook al vereist het wat kordaatheid in de regels voor het badgen.”
Wanneer het op planning van de ploegen aankomt, werken de werfleiders daarentegen met een eenvoudige gratis applicatie. "Als het niet nodig is, investeren we niet. Over het algemeen hebben we projecten van 3 tot 12 maanden met een langetermijnplanning. Deze oplossing is meer dan voldoende om dit te beheren. Ik weet niet zeker of bouwspecifieke, betalende software ons in staat kan stellen om dit aspect beter te beheren.”
Voor zijn grondwerken heeft ons lid ook geïnvesteerd in een GPS-stok voor de meetstaat. Vincent Meynaerts legt uit hoe die werkt en waar die voor wordt gebruikt. "Eerst moet je met de stok het bouwterrein gaan opmeten. De architect stuurt de plannen daarna toe in een specifiek bestandsformaat voor geolocatie. Van hieruit kan het grondwerkplan worden opgesteld en naar het bedieningspaneel van de kraan worden gestuurd. Met deze stok kun je het reële volume op maat van je bouwplaats opmeten. Hiermee zijn we ook in staat om snel te controleren waar de gebouwen staan. Nooit eerder kon dit zo nauwkeurig als nu. Het bespaart tijd, het is nauwkeuriger en het
is een belangrijke bron van duidelijkheid voor de klant. Bovendien geeft het ons geloofwaardigheid.”
Er zijn nog andere bedrijfsprocessen gedigitaliseerd. Het bedrijf voert zijn boekhouding met behulp van een gespecialiseerd boekhoudprogramma dat veel wordt gebruikt. Als het gaat om cyberbeveiliging is online cloudopslag al een grote hulp geweest. "We hebben al eerder te maken gehad met ransomware-hacking, maar we hebben nooit betaald dankzij deze systemen, die het makkelijk maken om bestanden terug te zetten naar een eerdere datum in het geval van een aanval."
Gebruiken jullie een drone? "We hebben er een gekocht. Op dit moment gebruiken we hem alleen om reclame voor bouwplaatsen te maken. Maar er zijn plannen om hem in de nabije toekomst te gebruiken om fouten op te sporen, bijvoorbeeld op daken.”
Ons lid is niet van plan het hierbij te laten en heeft al “digitale” plannen voor de toekomst. "We zullen steeds meer gaan renoveren, omdat de markt uit haar voegen barst. Daarom gaan we investeren in helmen met 3D-camera's voor opmetingen. We willen onze kosten van a tot z nog beter beheersen met alle hulpmiddelen die dit mogelijk maken. EN we houden ook de beschikbare premies in de gaten om ons te helpen investeren in al deze hulpmiddelen.”
Tot slot heeft Vincent Meynaerts de volgende boodschap. "Al deze digitale tools besparen ons tijd en maken onze processen efficienter en transparanter. Maar het is belangrijk om afstand te nemen en niet blindelings te investeren. Het nut en de toegevoegde waarde van elk voorgesteld hulpmiddel moet vooraf zorgvuldig worden beoordeeld. Het verleden heeft ons bijvoorbeeld geleerd dat het niet erg productief is om te proberen de aangeboden hulpmiddelen af te stemmen op onze eigen werkelijkheid. Het is vaak beter te aanvaarden dat we ons aan de aangeboden tool moeten aanpassen. Kortom, ik zou de ondersteuning die wordt geboden door de adviseurs van Embuild Wallonie zeker aanraden, want zij helpen je echt om wijs te raken uit het oerwoud van digitale tools die worden aangeboden!"
Menuiserie Goblet & Fils werd in 1929 opgericht in Châtelet. Deze familiale kmo bestaat uit 7 personen en is gespecialiseerd in binnen- en buitenschrijnwerk voor nieuwbouw- en voornamelijk renovatieprojecten. Ons lid viert dus binnenkort zijn honderdjarig bestaan. Met zijn knowhow en gedegen ervaring aarzelt het bedrijf niet om te investeren in innovatie. Alin Goblet, de CEO van het bedrijf, legt uit.
In de smalle straatjes van de gemeente Châtelet, in de regio Charleroi, is nummer 46 rue des Chasseurs een echt instituut. De schrijnwerkerij is hier sinds 1977 gevestigd. Aan de linkerkant is de ingang van de werkplaats en aan de rechterkant is de receptie. Achter deze muren weten ze alles over houtbewerking. Al bijna 100 jaar maakt deze schrijnwerkerij, die oorspronkelijk gespecialiseerd was in begrafenissen, deuren, ramen, parketvloeren, inbouwkasten, doet ze aan binnenhuisarchitectuur, restaureert ze herenhuizen en richt ze zolders in.
Alin Goblet is de achterkleinzoon van de oprichter van het bedrijf, Léon-Jules. In 2013 nam hij samen met zijn echtgenote het bedrijf over. Sinds dit jaar is hij ook actief binnen onze organisatie als voorzitter van de Menuisiers du Hainaut, die ongeveer 150 leden telt. Deze door passie gedreven schrijnwerker aarzelt nooit om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen in zijn sector, door zijn collega's te ontmoeten op verschillende evenementen en door de vakbeurzen van Embuild en andere vakbeurzen te bezoeken.
Geautomatiseerde machine
Het is overigens tijdens een bezoek aan de Prowood-beurs in Gent, het evenement gewijd aan de houtverwerkende industrie, in 2021, dat hij op het idee kwam om te investeren in een volledig geautomatiseerde machine voor het snijden van hout in zijn productiewerkplaats. "We ontvingen het hout al jaren en sneden het met de hand, op de ouderwetse manier. Het is arbeidsintensief en tijdrovend. De werklieden die hiermee bezig zijn kan ik niet inzetten op
de bouwplaats. Ik kende deze machine om die opdracht te automatiseren al een tijdje. In 2022 besloot ik de sprong te wagen en te investeren. Ik ontving ze aan het eind van dat jaar", legt hij uit.
Bijna twee jaar later is hij blij met deze aankoop, die een enorme toegevoegde waarde heeft voor de manier waarop zijn kmo werkt. "Het is een CNC 5-assige machine van Maestro, dus ze werkt horizontaal, verticaal en ook schuin. Je kunt dus op allerlei manieren houtsnijden. We voeren de gegevens van de afmetingen in de software in, die ze vervolgens doorstuurt naar de machine. Wij hoeven alleen maar het onbewerkte hout erop te leggen en
Dankzij de aankoop van deze geautomatiseerde machine voor het snijden van hout heeft Alin Goblet het omzetcijfer van zijn schrijnwerkerij kunnen verhogen.
" Vroeger duurde het drie uur om een deur te ontwerpen, nu nog een uur, een derde van de tijd."
de op maat gesneden stukken komen uit de machine. Het is veel preciezer, het afwerkingsniveau is onberispelijk en deze machine vervangt twee mensen die ik op de bouwplaats kan inzetten. Dus we zijn efficiënter en we werken sneller. Het duurde vroeger drie uur om een deur te ontwerpen, nu nog een uur, of een derde van de tijd", zegt Alin Goblet. Een ander voordeel is dat de schrijnwerkerij nu haar eigen trappen kan maken. "Vroeger kochten we ze kant-en-klaar. Nu kunnen we ze zelf maken, na enkele tests. Dit is niet alleen een toegevoegde waarde voor ons bedrijf, maar ook voor onze klanten”, benadrukt Alin Goblet. In de werkplaats is de machine indrukwekkend. Ze meet 9 m 50 bij 3 m 50 en de werktafel is zes meter lang. Het moet niet makkelijk zijn om een machine als deze snel onder de knie te krijgen. Hoe zat het met de opleiding? "We hebben een opleiding van vijf dagen van de fabrikant gekregen. We kunnen altijd de opleidingscheques van Constructiv gebruiken om ze te financieren, wat erg interessant is.”
Het is een grote aanloopinvestering. We hebben het over een machine die € 350.000 kost, inclusief de kantenlijmmachine, het gereedschap en de computerprogramma’s voor de machine. "Je moet de sprong durven te wagen! De eerste zes maanden, of zelfs het eerste jaar, verdien je niets. Ik kan nu zeggen dat mijn omzet is gestegen dankzij deze pro-
ductiefaciliteit. Het is een aanzienlijke investering, maar wel een die op de lange termijn winstgevend is.”
En Alin Goblet is niet van plan het hierbij te laten. "Ik woon regelmatig informatiebijeenkomsten en demonstraties van tools bij, die Buildwise organiseert. Onlangs zag ik in hun centrum van Limelette een robot aan het werk die parket schuurde en tegels legde. Het was erg leerzaam. Ik ben momenteel geïnteresseerd in 3D-metingen met een camera op een helm. Ik denk dat dit mijn nieuwe investering wordt. We werken momenteel samen met Buildwise aan een trappentest waarbij deze 3D-cameratechnologie wordt gebruikt. We werden gevraagd om een houten spiraalvormige trapleuning van enkele meters lang te maken boven op een bestaande metalen leuning. De trapleuning draait terwijl ze stijgt, waardoor dit een zeer complex project is waarbij precisie van het grootste belang is. De test is aan de gang en Buildwise heeft de gegevens naar de fabrikant van het Maestro-programma, Rogiers, gestuurd. Deze investering in tijd, samen met het sectorale onderzoekscentrum, zal ons in staat stellen om te diversifiëren en nieuwe markten aan te boren. Dit alles loont op de lange termijn.”
In gesprekken met zijn collega's op verschillende evenementen merkt hij op dat de interesse in deze nieuwe tools sterk leeft in het beroep. "Het is belangrijk om elkaar te ontmoeten, te discussiëren en ideeën over dit onderwerp uit te wisselen, zodat we van elkaars ervaringen kunnen leren. Het was overigens een goed idee om met een collega te bespreken dat ik zin had om te investeren in een nieuwe machine. Hij vertelde me dat het merk waarin ik geïnteresseerd was geen service bood. Dus maakte ik een andere keuze. Het is belangrijk om niet blindelings de sprong te wagen en zich goed te laten adviseren over de productiefaciliteit die je nodig hebt. Dus ik raad al mijn collega's aan om naar de Embuilden Buildwise-evenementen te gaan. Ik heb ook deelgenomen aan de digitale coaching aangeboden door Embuild Wallonie, wat resulteerde in een zeer interessant verslag."
"Wie niet vooruitgaat, gaat achteruit." Dit spreekwoord past perfect bij de mentaliteit van Alin Goblet. Een lid dat duidelijk wil innoveren en de sector vooruit wil stuwen.
Ons lid Vrancken uit Linden in Vlaams-Brabant is een bijzonder geval als het over digitalisering gaat. In 2008 werd de onderneming namelijk overgenomen door Jan Van Paesschen, iemand die in een vorig leven ruime ervaring opdeed met de ontwikkeling van software. Wie wil weten welke kansen en valkuilen ICT creëert voor een kmo in de sector, is dus bij hem aan het juiste adres.
De firma Vrancken plaatst en onderhoudt installaties voor verwarming, klimaatregeling en sanitair. Ze heeft op dit moment 11 mensen in dienst. In de bouw hoor je daarmee al niet meer bij de kleinste ondernemingen.
Jan Van Paesschen: “Om te beginnen is er naast mezelf mijn zoon Tom en Patricia. Tom is onze projectleider, en Patricia is onze administratieve duizendpoot die de loonadministratie doet, de planningen opstelt, instaat voor het documentbeheer en dan ook nog eens de telefoon opneemt.”
“Wij doen het onderhoud van ongeveer 2500 installaties en doen ook plaatsing. Daarvoor hebben we twee onderhoudstechnici en zes montagetechnici in dienst. We werken nagenoeg uitsluitend voor particulieren, rechtstreeks voor de eindklant, en dus niet in onderaanneming.”
Toen Jan Van Paesschen de onderneming in 2008 overnam, regeerden de spreadsheets nog in de administratie en de werking. Hij introduceerde dus een ERP-systeem voor het bedrijfsbeheer. Maar die eerste poging bleek geen succes. De reden? Het systeem sloot niet aan op de manier waarop in de deelsector van Vrancken gewerkt wordt.
Jan Van Paesschen: “De naam van de provider zal ik niet vermelden, want die is hier niet relevant. Het probleem was vooral dat een ERP-systeem moet afgestemd zijn op de specifieke omgeving waarin de aannemer werkt.”
“We kwamen tot de ontdekking dat de kostprijsberekening niet goed functioneerde. In onze sector weet de klant, bijvoorbeeld omdat hij bij FACQ is langsgegaan, doorgaans wat hem zal aangerekend worden voor een toestel. Maar als aannemer betaal je minder. Dat prijsverschil creëert een marge die mee bepaalt hoe je de offerte opstelt, hoeveel je aanrekent voor de installatiewerken, en hoeveel marge je uiteindelijk overhoudt.”
“Het ERP-systeem dat we toen hadden, was niet geschikt om daarmee rekening te houden. Dat werd bevestigd toen Buildwise aan de hand van onze balansgegevens onze kostprijsberekening onderzocht. Het heeft er ook mee te maken dat wij werken met een enorm artikelenbestand, ongeveer 9700 stuks. Die hebben allemaal een kostprijs voor ons en een verkoopsprijs voor de klant, die je moet gebruiken bij het opstellen van offertes. Dat kun je alleen met het juiste programma.”
Vrancken werkt nu het ERP-systeem Plenion. De onderhoudstechnici zijn op dat systeem overgeschakeld, compleet met de mobiele toepassingen. Maar bij de montagetechnici ligt dat anders.
Jan Van Paesschen: “Zij werken nog altijd met papieren plannen en werkbonnen. Het verschil is vooral dat onderhoudstechnici grotendeels werken met een vast assortiment producten. Dat is digitaal beheersbaar. Maar onze montagetechnici moeten werken met die 9700 artikels. Dat proces helemaal digitaliseren zou te complex zijn. We hebben een poging gedaan, maar het resultaat was niet bevredigend.”
Kenny is een van de technici van de onderneming Vrancken.
“Dat sommige arbeiders de voorkeur geven aan papier is niet omdat ze tegen technologie zijn. Mijn arbeiders willen vooral dat het vooruitgaat. Het gebruik van digitale tools, met de registraties die je mobiel moet doen, wordt ervaren als tijdsverlies. Trouwens, op een papieren plan heb je een beter overzicht. Je hoeft niet in en uit te zoomen. Je hoeft ook niet bang te zijn omdat je werkt in een kelder waar de ontvangst niet goed is.”
“We doel veel renovaties, en dan kom je vaak verrassingen tegen. Mijn arbeiders moeten zich dus voortdurend aanpassen aan de situatie. Daarom willen ze flexibiliteit, en in die omstandigheden worden digitale tools vaak als een hinderpaal ervaren.”
“Een ander voorbeeld: de nacalculatie. Na de werken gaan onze mensen na hoeveel en welk materiaal er over is. Onze installatietechnici hanteren daarvoor een eigen logica. Maar dat blijkt niet altijd de logica van de
digitale tool te zijn.”
“Maar om te eindigen toch een belangrijke kanttekening: ik ben er zeker van dat digitale tools voor de bouw alleen maar beter zullen worden.”
Hou de kosten in het oog
Niet lang geleden publiceerde Embuild Magazine een serie artikels over as-a-service, de benadering waarin een klant geen product meer koopt of huurt, maar betaalt voor een welbepaalde dienstverlening. As-aservice zie je tegenwoordig ook meer en meer bij providers van digitale tools, en dat kan onverwachte gevolgen hebben.
Jan Van Paesschen: “Vroeger kocht je een pakket en betaalde je elk jaar voor de licentie en de kosten van de service. Nu merk ik inderdaad dat providers evolueren van een facturatie van hun tools naar een facturatie op basis van hun dienstverlening. Ze zien hun tools meer en meer als een bron van recurrente inkomsten. En dat dikt aan, als ik kijk naar de facturen. Het maakt de zaak duurder. Maar ik wil daarmee mijn providers niet veroordelen, het gaat waarschijnlijk om een algemene evolutie.”
“Met Vrancken zijn we de weg van asa-service trouwens nog niet ingeslagen. Daarvoor moet de vraag van de klant een kritische massa bereikt hebben. Die massa zien wij niet bij onze particulieren. Ook met BIM komen we voorlopig niet in aanraking, hoewel de fabrikanten er volledig klaar voor zijn, met databanken die alle nodige BIMgegevens van hun producten bevatten. Ooit zal het moment wel komen dat Vrancken op de BIM-trein moet springen, en dat zullen we dan doen. Ik volg dus de evolutie maar proactief ben ik er niet mee bezig.”
Jan Van Paesschen: “Een digitale tool is als een foto in een kader. De tool levert het kader maar de foto zul je zelf moeten maken. Een onderneming als Vrancken evolueert, en de software evolueert mee. Intussen zit er door de continue ontwikkeling veel van onze kennis en knowhow in Plenion. En dat maakt het niet eenvoudiger om over te stappen naar een ander systeem, mochten we dat willen.”
" Ik wist dat je moet luisteren naar de gebruikers van digitale tools, en dat je moet horen wat ze zeggen. "
Jan Van Paesschen is geen debutant als het op ICT aankomt. Integendeel zelfs: jarenlang werkte hij bij Dolmen, het IT-bedrijf in de Colruyt-groep. Bij Dolmen zat hij op de afdeling die voor het moederbedrijf werkte, eerst als programmeur en later als systeemontwerper, de link tussen de programmeurs en de gebruikers.
Jan Van Paesschen: “Die achtergrond kwam heel goed van pas bij Vrancken. Ik wist dat je moet luisteren naar de gebruikers van digitale tools, en dat je moet horen wat ze zeggen. Mijn ervaring bij Dolmen heeft me ook doen beseffen dat mensen moeten weten hoe ze optimaal kunnen profiteren van een tool.”
Maar ook op een praktisch niveau bleek de ICT-achtergrond van Jan Van Paesschen een voordeel. Je moet tegenwoordig een digitale vorm van de onderhoudsattesten van cv-ketels opsturen naar VEKA (het Vlaamse Energie- en Klimaatagentschap). Maar de on-
Toen Embuild zijn eerste BouwForum organiseerde over digitalisering, was er nog geen sprake van artificiële intelligentie. Nu is AI in opmars, ook in onze sector. Maakt de firma Vrancken er ook al gebruik van?
Jan Van Paesschen: “Niet voor de planning of de uitvoering van werken. Maar ik heb ChatGPT wel gebruikt voor klantgerichte teksten. Ik denk dan
derhoudstechnici vonden dat erg omslachtig. Zeker met het invullen van de serienummers van de toestellen was er een probleem.
Jan Van Paesschen: “Ik zal je de details besparen maar ik heb toen naar mijn mensen geluisterd. Bij de firma Testo heb ik dan een oplossing gevonden die mijn mensen gebruiksvriendelijk vonden. En de link naar Plenion ten slotte, heb ik zelf gemaakt.”
Het voorgaande kan de indruk wekken dat digitalisering heel wat kommer en kwel is voor een aannemer, zeker als die geen kaas gegeten heeft van ICT. Maar dat wil Jan Van Paesschen toch tegenspreken.
Jan Van Paesschen: “Het punt is alleen dat je de winst niet meteen ziet. Maar als we tegenwoordig een installatie onderhouden, weten we meteen wanneer er ooit onderhoudswerkzaamheden geweest zijn, wat er moet gebeuren, welk materiaal er nodig is enzovoort. Er ontstaat gaandeweg winst omdat de onderneming efficiënter werkt.”
De efficiëntiewinst kan in een klein hoekje zitten. Dat bleek toen Vrancken een nieuwe telefooncentrale installeerde.
Jan Van Paesschen: “Zoals veel bedrijfsleiders blijf ik ’s avonds vaak langer op kantoor, omdat ik dan ongestoord kan doorwerken. Maar helaas, Patricia gaat om vier uur naar huis, en vroeger kwamen alle telefoontjes dan bij mij terecht. Van ongestoord doorwerken kwam weinig terecht. Heel vervelend was dat, want de meeste mensen bellen met zaken die niet urgent zijn en die rustig kunnen wachten tot de volgende dag.”
“Gelukkig is er nu onze nieuwe telefooncentrale. Die is uitgerust met een systeem met voicemail dat een schifting maakt van dringende en minder dringende problemen. De technologie is hier zéér ontstressend voor mij.”
bijvoorbeeld aan een tekst die uitlegt welke betekenis de prijs van een toestel bij FACQ of een andere distributeur heeft. Dat gaat heel goed, vind ik. Je krijgt een duidelijk en goedgeschreven resultaat. ChatGPT is een goed instrument om zaken om te zetten in een taal die de klant begrijpt.”
Je bent je eigen baas en je werkt elke dag hard voor je klanten. Je verwacht terecht ook het beste van je partners. Bij Federale Verzekering zetten we ons al meer dan 100 jaar in voor ondernemers zoals jij. We beschermen kostbare en onmisbare machines, maar ook je aansprakelijkheid. Een aanvullend pensioen? Daar hebben we de oplossingen voor. En natuurlijk ben je niet enkel ondernemer. We beschermen dan ook je gezinswoning en je familie... en we zorgen voor het spaarpotje voor je oogappel!
Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Meer info op federale.be
Raadpleeg altijd de algemene voorwaarden alsook de financiële en technische infofiches voor je intekent op een product leven. Federale Verzekering – V.U: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel - www.federale.be - Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen - Vereniging van Onderlinge LevensverzekeringenCoöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV - RPR Brussel BTW BE 0407.963.786/BE 0408.183.324/ BE 0403.257.506.
Sedert de maand juni van dit jaar is Caroline Deiteren de nieuwe directeur-generaal van Embuild Vlaanderen. Zij heeft dan Marc Dillen opgevolgd die aan het hoofd stond van Embuild Vlaanderen van 1990 tot 2024. Onze redactie heeft deze juriste van 42 jaar geïnterviewd om nader met haar kennis te maken en om haar projecten met Embuild Vlaanderen te leren kennen.
Mevrouw Deiteren, kunt u zichzelf even voorstellen?
“Zeker. Ik ben voorlopig nog relatief nieuw in de bouwsector. In januari van dit jaar ben ik begonnen bij Embuild Vlaanderen. In de maanden voor de zomer heb ik goed samengewerkt met Marc Dillen, en heb ik me kunnen inwerken in de verschillende dossiers, die trouwens heel boeiend zijn. De officiële overstap van adjunct van Marc naar volwaardig directeur-generaal is dan op 1 juni gekomen. Dat was snel, maar ik gooi me vol enthousiasme en energie op deze taak! Met het team van Embuild Vlaanderen rond mij kan ik ook op heel wat ondersteuning rekenen.”
Embuild is een ledenorganisatie. Het is niet iedereen gegeven om daarin goed te functioneren. Wie bij ons aangesloten is, is altijd méér dan een klant.
“Het is niet de eerste keer dat ik voor een ledenorganisatie werk. Ik ben acht jaar bij UNIZO aan de slag geweest. Het doet me plezier dat ik na een korte passage in de politiek, als kabinetschef bij Open Vld, weer in het ondernemerslandschap zit. Doorheen mijn carrière is het altijd een drijfveer geweest om een gunstig klimaat voor ondernemers te creëren, zowel economisch als politiek, en het is ook nu weer mijn ambitie om daaraan mee te bouwen.”
“Mij valt vooral op dat Embuild Vlaanderen een warme, menselijke organisatie is. Ik heb intussen al veel aannemers ontmoet, en het treft me met hoeveel passie ze vertellen over hun bedrijf en over de plannen die ze hebben.
" Ik heb intussen al veel aannemers ontmoet en het treft me met hoeveel passie ze vertellen over hun bedrijf en over de plannen die ze hebben. "
Het contact met die leden-ondernemers is bijzonder waardevol. Ik zie bij Embuild Vlaanderen veel geëngageerde bestuurders op alle niveaus. Ze geven mee sturing aan de organisatie. Het is een ploeg van gedreven mensen die de vinger aan de pols van de bouw hebben. En daardoor bereiken zaken mij heel snel.”
“Het is ook een sterk punt dat we aannemers kunnen meenemen naar onze politieke contacten om iets vanuit de praktijk uit te leggen. Ik faciliteer dergelijke ontmoetingen graag en leer er zelf verder van bij.”
In welke zin verschilt Embuild van andere ledenorganisaties?
“UNIZO en Embuild zijn verschillende organisaties. UNIZO werkt interprofessioneel terwijl Embuild Vlaanderen een sectorale organisatie is. Wel gelijkaardig is dat we beide veel kleine ondernemingen tot ons ledenbestand kunnen rekenen.”
“De bouwsector is wel een enorme sector. Hij is goed voor ruwweg 8 procent van het Belgische bbp. En toch slaagt Embuild erin om heel representatief te zijn voor die ondernemingen, ongeacht hun formaat. En het merendeel van de grotere aannemers en installateurs zijn lid bij ons. Daardoor hebben we een breed draagvlak.”
Waarom hebt u voor deze baan gesolliciteerd? U hebt geen verleden in de bouw- en installatiesector.
“Dat is juist, maar ik voel me hier op mijn plaats. De sector staat voor heel wat
Caroline Deiteren is sedert juni directeurgeneraal van Embuild Vlaanderen.
Caroline Deiteren is 42 jaar oud en behaalde in 2005 het diploma van master in de rechten. Ze werkte een tijdlang als advocaat arbeidsrecht. Daarna werd ze adviseur arbeidsrecht en sociale zekerheid op de studiedienst van cd&v.
In 2012 maakte ze de overstap naar de ondernemersorganisatie UNIZO, waar ze raadgever en vervolgens coördinator sociale zaken was. In die hoedanigheid vertegenwoordigde ze UNIZO in de Nationale Arbeidsraad, de SERV en verschillende andere advies-, overleg- en beheersorganen op federaal en Vlaams niveau.
Van 2020 tot midden 2023 was Caroline Deiteren de kabinetschef van de voorzitter van Open Vld. Sinds juni van dit jaar is ze directeur-generaal van Embuild Vlaanderen. Ze volgde toen Marc Dillen op, die eind mei zijn loopbaan bij Embuild Vlaanderen beëindigde. Caroline Deiteren werd directeur-generaal na een inloopperiode die begon op 8 januari 2024. In deze periode was ze de adjunct van Marc Dillen.
Mensen die haar kennen, beschrijven Caroline als een gedreven en deskundige belangenbehartiger en stakeholder-manager. Zij heeft meer dan tien jaar ervaring in het landschap van ondernemersorganisaties, sociaal overleg en de Vlaamse en Belgische politiek waar ze regelmatig een doorslaggevende rol speelde. Doorheen haar carrière is het altijd haar drijfveer geweest om ondernemers en bedrijven te versterken en een gunstig ondernemingsklimaat te cree ren, met aandacht voor het algemene belang, innovatie, welvaart en welzijn.
uitdagingen. In veel samenlevingsdossiers is hij een essentieel deel van de oplossing, of het nu over klimaatverandering, betaalbaar
wonen of economische groei gaat. Tegelijk staan heel wat bedrijven voor zwaar weer. Hen ondersteunen om die uitdagingen aan te gaan en samen met de beleidsmakers een goed kader creëren, dat is waarom ik gekomen ben. Ik weet hoe een ondernemersorganisatie functioneert. Ik ken de kant van de politiek en de kant van de administratie. En met mijn achtergrond heb ik een brede maatschappelijke visie ontwikkeld.”
“Het specifieke van de bouw kende ik natuurlijk niet. Ik moet nog studeren vóór ik de puur technische zaken voldoende onder de knie heb, maar ik heb heel bewust iets nieuws gekozen. Enerzijds geeft de uitdaging me veel energie, anderzijds breng ik de organisatie een frisse blik bij op een aantal dossiers. En vergeet niet dat ik kan rekenen op een heel sterk team van medewerkers. Ik sta er niet alleen voor.”
Je hoeft hier maar enkele dagen te werken vóór je beseft dat de bouw een heel complexe sector is. Hebt u dat vooraf onderschat?
“Nee, absoluut niet. In tegendeel, die complexiteit is net wat me boeit. Maar ik moet wel toegeven dat ik vooraf niet helemaal doorhad hoe groot het maatschappelijke belang van onze sector is. Dat is iets waar we goed over moeten communiceren, niet alleen richting de leden maar ook richting het brede publiek. In dat maatschappelijke debat moeten we onze stem laten horen, Niko Demeester op het federale en ik op het Vlaamse niveau.”
U bent de allereerste vrouw die het tot directeur-generaal schopt in deze organisatie. Vindt u dat Embuild meer aandacht moet besteden aan vrouwen in de sector?
“Ik ben niet het type feministe dat voortdurend zal praten over de vrouw in de bouw. Maar je kunt er niet omheen: het beeld van de bouw als mannenbastion leeft. Maar dan stel ik vast dat er ook een ander beeld bestaat. Ik kom veel mannen, maar ook veel vrouwen tegen. Het aantal vrouwelijke bedrijfsleiders ligt hoger dan de mensen denken. Persoonlijk denk ik dat het evenwicht nog beter kan. Maar dat gaat ook gebeuren, want de bouw evolueert en verandert. Ik zie op dat punt veel openheid bij onze leden.”
Waarop wilt u in de nabije toekomst de nadruk leggen?
“Embuild Vlaanderen wil de toekomst van het bouwen vormgeven, dus één van onze prioriteiten is het versnellen van de innovatie in de bouw- en installatiesector. Dat gaan we onder andere doen door de oprichting van een nieuw platform, Flanders Build.”
“Dat platform moet alle actoren bezig met onderzoek en innovatie samenbrengen: de sectororganisaties binnen de brede bouwketen, maar ook de collectieve onderzoeksinstellingen zoals Buildwise, OCW en VOLTA. Daarnaast zoeken we ook de samenwerking met andere actoren zoals de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), de universiteiten en hogescholen, Energyville enzovoort. Zo kan een gemeenschappelijke strategie ontwikkeld worden om innovaties sneller bij onze bedrijven te brengen. Dat is nodig. We zijn de oplossing voor veel uitdagingen, maar dat kan alleen als we erin slagen om meer te doen met minder mensen. Er bestaat al heel veel, bijvoorbeeld op het vlak van modulair bouwen en dergelijke, maar het stroomt nu niet door.”
Tijd voor de laatste vraag. Als ik even mijn bril van buitenstaander opzet, dan valt me iets op. Embuild Vlaanderen staat niet graag aan de zijlijn. Het is heel vaak de trekker of initiatiefnemer geweest van projecten. Gaat u deze traditie verderzetten?
“Ja, Embuild Vlaanderen wil een netwerkorganisatie zijn die samenwerkingen aangaat met heel wat partners. Flanders Build is daar een voorbeeld van, maar ook op andere thema’s wil ik brede coalities sluiten. Over betaalbaar wonen, bijvoorbeeld. Dat is geen zaak van bouwbedrijven alleen. We zouden samen met architecten, ontwikkelaars, ingenieursbureaus, de Vlaamse en de lokale overheden, maar ook heel wat sociale organisaties, een gemeenschappelijke visie moeten ontwikkelen. Want de komende tien jaar moeten er 500.000 woningen nieuw gebouwd of gesloopt en heropgebouwd worden. Anders kunnen we sommige gezinnen geen betaalbaar dak boven het hoofd bieden. Waar en hoe gaan we dat doen? Dat moeten we gezamenlijk aanpakken en Embuild Vlaanderen heeft de ambitie om daarbij trekker te zijn.”
We citeren even uit het afscheidswoord van Marc Dillen, die van 1990 tot mei 2024 de leiding had van Embuild Vlaanderen en zijn voorgangers.
“Zelf blik ik terug op een decennialange loopbaan waarbij ik, gepassioneerd door de sector en de bouwbedrijven, heb kunnen bijdragen tot de groei en de uitbouw van een sterke Vlaamse bouworganisatie, eerst onder de naam Vlaamse Confederatie Bouw en daarna als Embuild Vlaanderen.”
(…)
“De voorbije maanden hebben mij er volledig van overtuigd dat Caroline op haar eigen wijze hierop succesvol zal verder bouwen. Zij zal Embuild Vlaanderen voortaan vertegenwoordigen naar de buitenwereld en binnen de verschillende organisaties, fora en werkgroepen waarin ik tot op heden vanuit mijn functie als directeur-generaal actief was.”
“Aan de vele mensen en organisaties waarmee ik gedurende die 35 jaar heb mogen samenwerken, binnen en buiten de organisatie, zeg ik: bedankt.’
“En we zijn nog, op andere terreinen bezig. Vorig jaar lanceerden we het Klimaatdak tijdens het BouwForum 2024. In 2025 zullen we iets gelijkaardig doen rond biogebaseerd bouwen. Het is een sterk punt van Embuild Vlaanderen dat we alle relevante actoren bijna altijd bij elkaar kunnen brengen. Wij zijn bezig met de hele bouwketen, en onze gesprekpartners weten dat. We staan heel erg centraal in onze sector.”
0,81 seconde
0,81
ZO SNEL KRIJG JIJ
RELEVANTE PROJECTEN OP JOUW PLATFORM
Hiermee is EBP de snelste in Europa, en krijg jij een voorsprong op jouw concurrenten.
SCAN DE QR-CODE EN ONTDEK MEER
De Vlaamse overheid wil ons gebouwenbestand duurzamer maken. Daarbij horen ook de nietwoongebouwen. Maar het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap VEKA krijgt signalen dat sommige beheerders van deze gebouwen niet weten wat de regelgeving oplegt. Daarom vatten we de lange-termijndoelstellingen voor de niet-woongebouwen nog even samen. Een nietresidentiële gebouweenheid is bijvoorbeeld een kantoor, school, ziekenhuis of sportinfrastructuur.
Onder meer door de persaandacht is de lange-termijndoelstelling voor woningen al een tijdlang vrij goed bekend: tegen 2050 moet elke woning EPC-label A behalen. Deze finale doelstelling blijft ook met het nieuw Vlaams regeerakkoord overeind. Minder bekend is dat er ook voor niet-residentiële gebouwen een lange-termijndoelstelling vastligt: tegen 2050 moet het hele Vlaamse niet-residentiële gebouwenbestand koolstofneutraal zijn. Dat betekent dat al het energiegebruik van deze gebouwen gedekt is door hernieuwbare energie of restwarmte.
Het gaat in deze context niet over industrie- en landbouwgebouwen. Ook kleine niet-residentiële gebouwen zoals een bakkerij, een tandartspraktijk of een B&B vormen in zekere zin een uitzondering. Hun eigenaars kunnen namelijk kiezen tussen een aangepast traject en het algemene traject van de niet-residentiële gebouwen. In dit artikel beperken we ons tot dat algemene traject. De kadertekst legt uit waar u meer informatie kunt vinden over het aangepaste traject.
Om de koolstofneutraliteitsdoelstelling te halen, hanteert de Vlaamse overheid de stok en de wortel. De stok zijn de eisen opgelegd door de renovatieverplichting, de EPC-plicht en de minimale labelplicht. Maar er is ook een wortel, namelijk de premies en subsidies die
verkrijgbaar zijn via instanties zoals MijnVerbouwPremie en het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO).
Renovatieplicht: binnen vijf jaar na notariële overdracht
Sommige mensen denken nog altijd dat de renovatieplicht alleen geldt wanneer een gebouw verkocht wordt. Dat klopt niet. Ze is van toepassing na elke notariële overdracht. Binnen vijf jaar na een dergelijke overdracht (en niet binnen zes jaar zoals het nieuw Vlaams regeerakkoord voor de woningsector heeft bepaald) moeten de dakisolatie van niet-woongebouwen, de beglazing, de verwarming en de koeling aan minimumeisen voldoen. Dat zal doorgaans een aantal ingrepen vragen. Daarnaast moet het gebouw een bepaald energielabel halen.
● Voor dakisolatie moet er op het moment van de overdracht minstens al een paar centimeter isolatie aanwezig zijn (minimale R-waarde van 0,75 m²K/W). Is dat niet het geval, dan moet het dak geïsoleerd worden (minimale R-waarde van 4,5 m²K/W of een maximale U-waarde van 0,24 W/m²K).
● Als de niet-residentiële gebouweenheid nog beschikt over enkel glas, moet dat vervangen worden door beglazing met een maximale U-waarde van 1 W/m²K.
● De verwarmingsinstallatie moet binnen vijf jaar vervangen worden als deze ouder is dan 15 jaar, tenzij aangetoond kan worden dat de installatie aan de minimale installatie-eisen voor renovatie voldoet. Als er een aardgasnet aanwezig is in de straat, mag een stookolieketel niet vervangen worden door een nieuwe stookolieketel. Elke warmteopwekker mag geplaatst worden, behalve een stookolieketel.
● Ook koelinstallaties die ouder zijn dan 15 jaar moeten vervangen worden als ze gebruik maken van koelmiddelen op basis van ozonafbrekende stoffen of koelmiddelen met een GWP-waarde van 2500 of hoger.
Dit minimumpakket van maatregelen geldt enkel voor de individuele onderdelen van de gebouweenheid die overgedragen wordt. Onderdelen van gebouweenheden die niet overdragen worden, of collectieve onderdelen zoals gemeenschappelijke dakdelen en installaties die ook andere eenheden koelen of verwarmen, moeten niet aangepakt worden.
Sinds 1 januari 2023 moet een niet-residentiële gebouweenheid binnen vijf jaar na een notariële overdracht een EPC NR-label E behalen (NR staat hier voor “niet-residentieel”). Dat wil zeggen dat minstens 5 procent van het totale energiegebruik van de eenheid moet gedekt worden door hernieuwbare energie en/of restwarmte die ter plaatse wordt opgewekt en gebruikt. De eigenaar beslist zelf op welke manier dit minimumaandeel
hernieuwbare energie behaald wordt. Dat kan bijvoorbeeld door gebruik van elektriciteit uit een PV-installatie, verwarmen met een (hybride) warmtepomp, recupereren van restwarmte uit een koelinstallatie enzovoort.
De labelverplichting geldt enkel als de gebouweenheid deel uitmaakt van een niet-residentieel gebouw dat in totaliteit verkocht wordt.
Sinds begin 2023 moet een EPC NR opgemaakt worden bij verhuur en bij alle notariële overdrachten van eenheden met een niet-residentiële hoofdbestemming. Sinds januari 2024 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid in een publiek of een overheidsgebouw beschikken over een EPC NR, ook als het niet overgedragen of verhuurd wordt. De verplichting om over een EPC NR te beschikken zal de komende jaren stelselmatig verder uitbreiden. Vanaf 1 januari 2025 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 1.000 vierkante meter over een EPC NR beschikken, ongeacht overdracht of verhuur. Een jaar later, vanaf 1 januari 2026, geldt deze verplichting ook voor
grote niet-residentiële gebouweenheden die kleiner zijn dan 1.000 vierkante meter. Het EPC voor niet-residentiële gebouwen wordt opgemaakt door een energiedeskundige type D en is vijf jaar geldig. Het EPC NR geeft het energielabel, dat varieert van A tot G, en de energiescore. Daarnaast bevat dit EPC ook aanbevelingen om de niet-residentiële gebouweenheid (nog) energiezuiniger te maken. Het kan beschouwd worden als een instrument voor de eigenaar om hem te begeleiden naar label A en dus te voldoen aan de lange-termijndoelstelling, namelijk een koolstofneutraal gebouw.
Een belangrijk verschil tussen het EPC voor een residentieel gebouw en het EPC voor een niet-residentieel gebouw, is dat het energielabel van het EPC NR gebaseerd is op het werkelijke energiegebruik. Daarom moet de energiedeskundige de meterstanden en metingen van hernieuwbare technologieen registreren. Als er geen of onvoldoende meetgegevens beschikbaar zijn, krijgt het EPC NR het label ‘X’ toegewezen. Zo weet de eigenaar dat er tegen de hernieuwing van het EPC meters moeten bijgeplaatst worden om een geldig label te bekomen, en dus ook om te kunnen voldoen aan de labelplicht.
vanaf 1 januari 2030
Vanaf 1 januari 2030 moeten niet-residentiële gebouweneenheden een minimum-energielabel halen, ongeacht een notariële overdracht, dus ook wanneer het niet van eigenaar verandert. Voor niet-residentiële gebouweenheden is dat label E. Label E is een eerste tussenstap. Tussen 2030 en 2050 zal dit verplicht te behalen minimale energielabel stelselmatig verstrengen.
Publieke gebouwen en overheidsgebouwen moeten hier al vanaf 1 januari 2028 aan voldoen.
Via MijnVerbouwPremie kunnen er premies aangevraagd worden voor energetische verbeteringswerken. Ook niet-residentiële gebouwen komen hiervoor in aanmerking. Er zijn premies voor het isoleren van de gebouwschil (dak, buitenmuren, vloer en buitenschijnwerk) maar ook voor de installatie van hernieuwbare energie (warmtepomp, warmtepompboiler en zonneboiler).
Voor het isoleren van het dak bedraagt de premie 8 euro per vierkante meter en voor
EEN AANGEPAST TRAJECT
Er bestaan heel wat kleine niet-residentiële gebouwen, denk maar aan een bakkerij, een restaurant of een B&B. Eigenaars van dergelijke gebouweenheden hebben de keuze tussen enerzijds het normale traject voor niet-residentiële gebouwen, met een EPC NR en de bijbehorende verplichtingen, zoals uitgelegd in de tekst. Maar ze kunnen ook een aangepast traject kiezen. Dan wordt er een EPC kNR opgemaakt en zijn verplichtingen voor kleine niet-residentiële (kNR) eenheden van toepassing. Meer info over kleine niet-residentiële eenheden staat op www.vlaanderen.be/ epcknr
vloerisolatie 6 euro per vierkante meter. Voor het isoleren van de buitenmuren varieert het bedrag van 5 tot 30 euro per vierkante meter. Voor het plaatsen van hoogrendementsbeglazing bedraagt de premie 16 euro per vierkante meter.
De premie voor een warmtepomp hangt van het type af en varieert van 300 tot 4.000 euro. Voor een warmtepompboiler is de premie 900 euro. Voor grote installaties kunnen deze premies overigens nog hoger liggen. Voor een zonneboiler bedraagt de premie 200 euro per vierkante meter zonnecollector. Maar let op: voor alle premies geldt één regel: maximaal 40 procent van het factuurbedrag wordt terugbetaald.
Ook kunnen er enkele premies via Fluvius aangevraagd worden. Zo is er bijvoorbeeld de relightingpremie voor wie investeert in energiezuinige binnenverlichting van een niet-residentieel gebouw.
Ondernemingen die kiezen voor duurzame technologieën voor hun productieprocessen of de klimatisatie van hun gebouwen kunnen hiervoor subsidies krijgen bij VLAIO. Denk daarbij aan de recuperatie van restwarmte, warmte uit biomassa, warmteopslag of het installeren van een warmtepomp op geothermie. Wil een onderneming stappen zetten richting een beter EPC NR, dan kan ze voor de investering in bepaalde technologieën een subsidie krijgen via de VLAIO-ecologiepremie+. Dit is een steunmaatregel die werkt met een lijst van gesubsidieerde technologieën. Staat de technologie waarin geïnvesteerd wordt niet op deze lijst, dan is subsidie mogelijk via de GREEN-Investeringssteun. Bezoek vlaio.be/ ecologiesteun voor alle mogelijkheden.
INFO: een overzicht van alle subsidies voor ondernemingen voor energiebesparende maatregelen: vlaanderen.be/energiesubsidiesvoor-bedrijven. Meer info? Zie: EPC voor een niet-residentiële eenheid (www.vlaanderen.be/ verplichtingen-niet-residentiele-gebouwen)
Het VEKA zal op 27 november van 11 tot 12.30 uur een webinar organiseren over de verplichtingen in het kader van het Vlaamse renovatiebeleid in het licht van het nieuw Vlaams regeerakkoord.
Een aannemer die lid is van Embuild - de voormalige Confederatie Bouw - mag op beide oren slapen. Er bestaat geen betere partner voor:
• advies
• informatie
• ondersteuning
• belangenbehartiging
• netwerking
• promotie van jouw bedrijf bij het grote publiek onder meer via buildyourhome.be
Word nu lid op embuild.be/nl/lid-worden
Door onder andere inflatie wordt het moeilijker om vooropgestelde winstmarges te halen, want de productiekosten stijgen. Dit voorjaar organiseerde Embuild Vlaanderen in samenwerking met Buildwise twee lerende netwerken rond bestaande tools voor de bouwsector waarbij rendement in de kijker stond. Efficiënter werken willen we toch allemaal?
We gingen door het bouwproces heen en begeleidden deelnemers naar een meer digitale en duurzamere omgeving zodat ze tijdig kunnen ingrijpen bij veranderingen in de markt. Zo leerden ze tal van bedrijfsbeheer-tools kennen en stonden we ook stil bij de juridische handvaten die je hebt als ondernemer.
Procesverbetering m.b.v. lean-tools
Om processen te verbeteren moeten we eerst kritisch kijken naar de werkmethodes. Op zoek gaan naar verbetermogelijkheden was hier het doel. We reikten technieken aan om verbetertrajecten gestructureerd aan te pakken, en om werkmethodes in kaart te brengen, zodat ze kritisch geanalyseerd kunnen worden.
Besproken tools: Waste walkformulier, Verbeterbord, VSM (Value Stream mapping / Swimlane)
Diagnose, ontwerp en digitaal opmeten
We zetten alle stappen van digitalisatie op een rij en bekeken die vanuit de praktijk. Veel tools kunnen helpen bij de diagnose van een gebouw, het ontwerp en de uiteindelijke verkoop ervan. Digitaal meten bespaart heel wat tijd. Kennis van de juiste methode is echter cruciaal: Welke opmeet- en virtual reality-tools ken jij al?
Besproken tools: Digitalisatiegids als leidraad doorheen het bouwproces; Bimio/Bim , Renocheck, Augmented reality 360°camera, drones, laserscanning.
en contract
Hier gingen we de evolutie van de prijzen van materialen, lonen en energie na. We toonden hoe je de -vaak gebruikte- prijsherzieningsformule toepast op basis van de loon- en materiaalindexen (imat) en hoe je een gedetailleerde herzieningsformule kan gebruiken die overeenstemt met de specifieke kenmerken van jouw activiteiten. Dit alles werd getoetst aan de inhoud van het contract met de klant. Ook offertes kwamen aan bod: ben je voldoende mee met de kosten van je bedrijf om offertes goed op te maken? Reken je alle kosten door? Worden jouw werkelijke kosten gedekt?
Besproken tools: Revtool, Calc & Go,
Welke tools passen nu het best bij jouw type planning; de resourceplanning of de projectplanning? Het verschil tussen beide, de voor- en nadelen werden toegelicht. En heb je al overwogen om met lean-planning te werken? Ook het belang van opwaartse planning, materieel- en financiële planning kwamen aan bod.
We wisselden hierover ervaringen uit en ontdekte welke tools en sjablonen (gratis) ter beschikking staan.
Besproken tools: MS Project, specifieke rescourceplanners. (lijsten met diverse leveranciers van planningsprogramma’s.)
In deze sessie ontdekten we wat het Obeya-concept kan betekenen voor jouw projecten. Obeya-wat? Samenwerken rond lean-planborden, werfinrichtingsplannen, projectvisualisaties, partnerbeoordelingen, continu verbeteren, ... Een Obeya-room dient als project-communicatieruimte, wat we in deze sessie uitgebreid hebben bekeken in een daarvoor speciaal ingerichte ruimte in Zaventem.
Besproken tools: typedocumenten lean werden beschikbaar gesteld.
De aandacht voor duurzaamheid en circulariteit in het bouwproces zit in een stroomversnelling. Hoe kan je je werf en bouwactiviteiten verduurzamen? Tools en systemen helpen je om je werven en activiteiten te monitoren en optimaliseren. Via praktische voorbeelden leerden we als bedrijf hoe je zelf aan de slag kan met circulariteit en hergebruik en kreeg je zicht op de aandachtspunten en valkuilen.
Besproken tools: CO2-prestatieladder, TOTEM en “circulair-gebouwd”.
Wil je meer uitleg bij de tools? Neem contact op met freija.jongbloet@embuild.be ; zij schakelt je door met de juiste expert.
Vooraleer zich in te schrijven in de opleiding, hebben de jongeren het beroep van dakdekker kunnen ontdekken via door het efp georganiseerde stages, met de steun van Embuild en Construcity. brussels.
“Hello Toit”
In Brussel loopt sinds september een alternerende opleiding voor jongeren die dakwerker willen worden in het centrum voor deeltijds beroepsonderwijs efp. Dit is het project "Hello Toit", winnaar van Renolab.ID, een instrument van Leefmilieu Brussel dat innovatieve projecten ondersteunt om de renovatie van gebouwen te versnellen. Het is ontworpen in samenwerking met de Pool Opleiding Werk Construcity.brussels.
De doelstellingen van Renolution, de Brusselse renovatiestrategie voor gebouwen, zijn ambitieus. Beter, sneller en veel meer gebouwen renoveren om het gemiddelde energieverbruik in woningen door 3 te delen en energieneutraliteit in de tertiaire sector te bereiken tegen 2050. "De meeste gebouwen in Brussel zijn echter gebouwd voor de jaren 1950 en slechts 30% van de daken is geïsoleerd. En we weten niet altijd wat de kwaliteit van de isolatie is. 70% van de daken moet dan ook nog worden gerenoveerd en geïsoleerd. Dit geeft een idee van de omvang van de opdracht die de dakwerkers moeten uitvoeren. Dit is essentieel werk, want de meeste energie gaat via het dak verloren. Het eerste wat je moet doen om het certificaat van een gebouw te verbeteren is het dak isoleren", legt Philippe Van Ginderdeuren uit terwijl hij de renovatiecontext schetst. Hij is directeur van Construcity.
" Aan het einde van deze opleiding ontvangt de jongere een gehomologeerd getuigschrift en een ervaringsbewijs van arbeiderdakwerker. "
Er is dus nog veel werk aan de winkel! Dat is het minste wat we kunnen schrijven. Probleem: de orderboekjes van dakwerkers zitten maanden of zelfs een jaar vol. "Er zijn niet genoeg arbeidskrachten om aan de spontane vraag te voldoen, zou ik zeggen. Als je daar de renovatiedoelstellingen van het gewest bij optelt, wordt het erg ingewikkeld.”
Opleiding een duw in de rug geven
De oplossing ligt dan ook bij de instroom van jonge, goed opgeleide dakwerkers. Het is daarom van vitaal belang om de opleiding in dit specifieke vakgebied een duw in de rug te geven, dat net als de bouwsector als geheel op zoek is naar geschoolde en bekwame arbeidskrachten.
De sector heeft dit goed begrepen en is net gestart met een alternerende opleiding tot dakwerker voor jongeren tussen 15 en 23 jaar (noot van de redactie: de inschrijvingen lopen
nog tot half oktober). Dit is een primeur voor Brussel! In het kader van een leercontract leren jongeren drie jaar lang alle aspecten van het dakwerkvak, van knowhow tot sociale vaardigheden. Een deel van de opleiding wordt gegeven bij efp en het andere deel op het werk, bij een dakwerker. Inschrijven kost € 70 per jaar en de jongeren ontvangen een progressieve maandelijkse vergoeding en een jaarlijkse sectorpremie. Na afronding van deze opleiding ontvangen de jongeren een gehomologeerd getuigschrift en een ervaringsbewijs van arbeider-dakwerker Ze kunnen voor een baas werken en overwegen om in de toekomst hun eigen bedrijf te beginnen, terwijl ze hun opleiding voortzetten. Er is zeker werk, de behoeften zijn gigantisch!”
De Brusselse Pool Opleiding Werk is de spil van het “Hello Toit”-project. Philippe Van Ginderdeuren legt zijn rol uit. "Construcity bracht de behoeften in kaart en werkte samen met sfpme aan de opleidingsprogramma’s.
Hij bracht efp ook in contact met dakwerkers die interesse hadden om deze jongeren op te leiden. Voor hen is het een zeer interessante formule. Ze hebben arbeidskrachten die meteen op de bouwplaats werken en die ze volgens hun behoeften kunnen opleiden. En als de jongere geschikt is, nemen ze hem na zijn opleiding in dienst!”
Daarnaast is er ook educatieve ontwikkeling. "We voorzien efp van leermiddelen. We hebben contact met actieve dakwerkers die deze opleiding willen geven bij efp. Ik wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om de boodschap door te geven dat we nog altijd op zoek zijn naar dakwerkers die tijd willen steken en investeren in opleiding, en naar bedrijven die deze jongeren die een alternerende opleiding volgen, willen verwelkomen. Het is een uitstekende manier van rekruteren, waarmee deze jonge dakwerkers op maat kunnen worden opgeleid, zodat ze passen in de bedrijfscultuur”, zo stelt de directeur van Construcity. "Om dit alles op poten te zetten, werken we samen met Embuild, waarvan het team helpt bij het vinden van gastbedrijven en het begeleiden van leerlingen, evenals met BEVAD-ABEE, de Belgische Vereniging van Aannemers van Dichtingswerken en ACF, de Franstalige Vereniging van Dakdekkersopleiders.”
Tijdens die stages hebben de jongeren hun vaardigheden kunnen testen op kleine dakmodules.
Samen met Embuild heeft Construcity.brussels geholpen om jongeren bewust te maken van deze nieuwe opleidingsmogelijkheid als onderdeel van haar sectorpromotieactiviteiten. "Met onze steun kon efp twee inleefstages organiseren voor 22 jongeren. Meer dan een derde heeft al de nodige stappen ondernomen om zich in te schrijven voor deze nieuwe opleiding”, zegt Philippe Van Ginderdeuren.
Laurent Schiltz, secretaris-generaal van Embuild.Brussels, is ook voorzitter van Construcity.brussels. Hij is erg blij dat deze opleiding is opgezet. "De RENOLUTION-revolutie is aan de gang en dankzij de acties van deze alliantie beginnen we geleidelijk de capaciteit van de sector te verhogen om aan de groeiende vraag naar energierenovatie te voldoen, zodat iedereen de kans krijgt om tegen 2033 aan zijn verplichtingen te voldoen. Embuild. Brussels is voortdurend op zoek naar mensen die gemotiveerd zijn om in onze sector te komen werken en wil de instroom van gemotiveerde werknemers doen toenemen. Hiertoe werkt Embuild.Brussels als een gei ntegreerd onderdeel van de Pool Opleiding Werk Construcity.brussels, waar alle spelers, zowel publiek als privaat, samenwerken om het tekort aan arbeidskrachten in de sector op te lossen. Energierenovatie gaat vaak gepaard met dakrenovatie en daarom neemt de vraag in deze specifieke sector een hoge vlucht. Het is dankzij deze Renolab.ID projectoproep, en een geweldige samenwerking tussen efp en Construcity.brussels, dat we van plan zijn om nieuwe mensen aan te werven voor de dakwerkberoepen.”
Voor opleiding en competenties is Embuild een partner van Cevora. De vzw biedt een breed scala aan opleidingen voor werknemers van PC 200, van wie er 50.000 in de bouw werkzaam zijn. Deze diensten zijn kosteloos beschikbaar dankzij de bijdrage van ondernemingen van PC 200. Ons lid BPC Group gebruikt de diensten van Cevora voor zijn 250 werknemers. Talent Manager Angela Tache legde uit wat de toegevoegde waarde is van deze relatie tussen een onderneming en deze vzw. Interview.
Mevrouw Tache, hoe lang maakt u al gebruik van de diensten van Cevora en waarom?
We hebben drie jaar geleden voor Cevora gekozen vanwege de diversiteit en kwaliteit van hun opleidingen. Cevora biedt een interessante reeks opleidingen, met name op het gebied van digitalisering, waarover steeds meer wordt gesproken in de sector. De recente modernisering van hun platform laat ook zien dat ze zich willen aanpassen aan veranderingen in de markt en proactief willen inspelen op onze behoeften.
nodig hebben.
Voor sector- en functiespecifieke opleiding werken we samen met zorgvuldig geselecteerde partners, waaronder Embuild. Deze opleidingen voor bouwbedrijven en studiebureaus zijn vaak kosteloos of tegen een gereduceerd tarief beschikbaar voor werknemers die onder Paritair Comité 200 vallen.
Cevora biedt op haar website ook opleidingen aan voor werkzoekenden, waaronder het thema "Bouw en studiebureaus”. Meer mensen verleiden tot een baan in de bouwsector is natuurlijk een uitstekend initiatief.
" Door te investeren in onze ontwikkeling stimuleren we betrokkenheid, innovatie en tevredenheid, wat een positieve invloed heeft op onze bedrijfscultuur. "
Welke opleidingen volgen uw werknemers?
We maken gebruik van het opleidingsaanbod van Cevora om aan de interne behoeften te voldoen. Bij BPC Group bieden we de hele catalogus aan: digitale opleidingen zoals Canva, een soort PowerPoint; LinkedIn; MS Project, software voor projectbeheer of communicatiemodules zoals conflicthantering of hoe je constructieve feedback geeft. Iedereen is vrij om te kiezen op basis van zijn/haar/ hun professionele behoeften en in overleg met zijn/haar/hun manager. Dankzij deze flexibiliteit kunnen we ons snel aanpassen en de specifieke competenties ontwikkelen die we
In een maatschappij waar "we altijd rennen en geen tijd hebben", is het voordeel van deze opleidingen dat het vaak kleine modules zijn die gemakkelijk kunnen worden aangepast. Klopt dat? Inderdaad. Het gaat om verschillende opleidingsvormen, die passen bij onze drukke agenda's. Er zijn online sessies, van drie uur, gepland in de ochtend of de namiddag. We hebben ook toegang tot fysieke opleidingen, die één of meerdere dagen duren, en een meer diepgaande onderdompeling in de behandelde competenties bieden. Deze diversiteit aan opleidingsvormen maakt het voor iedereen gemakkelijk om leren in te passen in zijn/ haar/hun agenda.
Wat zijn de sterktes van deze opleidingen? Wat zijn de voordelen voor de organisatie en haar werknemers?
Ik kies er vijf. Ten eerste, de kwaliteit van de opleidingen. Ze zijn ontworpen om onderwerpen op een relevante en effectieve manier te introduceren. Sommige aspecten moeten soms nog verder worden uitgediept voor meer gevorderde niveaus. Ten tweede, de kwaliteit van de opleiders. De feedback die we krijgen getuigt van de expertise en professionaliteit van de sprekers. Ten derde, de rijke en gevarieerde catalogus. Cevora biedt een breed scala aan opleidingen, waaronder modules in het
Frans en Engels. Ten vierde, de toegankelijkheid en de flexibiliteit: de opleidingen kunnen overal in België gevolgd worden. Tot slot de ondersteuning en de inzet van de medewerkers van Cevora, die behulpzaam, flexibel en responsief zijn.
Waarom is het belangrijk om tijd te investeren in leren, vooral in de bouwsector?
De bouwsector evolueert snel, met nieuwe technologieën en methodes die regelmatige bijscholing vereisen. De sector is concurrerend en om het beste talent aan te trekken en te behouden, is het essentieel om mogelijkheden voor professionele ontwikkeling te bieden. Dit is een groeiende vraag van de jongere generaties en bij BPC Group willen we hierop ingaan.
Permanente vorming maakt het ook mogelijk om je aan te passen aan veranderingen en de efficiëntie te verbeteren door de technische en gedragsgerichte competenties aan te scherpen. Hoe meer opleiding iemand volgt, hoe meer hij/zij/hun een positieve houding ten opzichte van opleiding ontwikkelt en zijn/ haar/hun collega's aanmoedigt om hetzelfde te doen. Zo ontstaat een leercultuur binnen de onderneming. Leren stimuleert ook creativiteit en innovatie, waardoor we effectievere oplossingen kunnen vinden en concurrerend kunnen blijven in een dynamische en uitdagende sector.
Hoe versterkt werkplekleren BPC Group en zijn medewerkers? En hoe dragen de diensten van Cevora hieraan bij?
Door te investeren in onze ontwikkeling stimuleren we betrokkenheid, innovatie en tevredenheid, wat een positief effect heeft op onze bedrijfscultuur. Ik ben BPC Group enorm dankbaar voor het belang dat zij hechten aan leren en ontwikkelen. Deze benadering waardeert ieder van ons. Samen bouwen we zo aan een sterke leercultuur, die trouw is aan onze waarden: Happener, Engaged, Reliable, One en Safety.
Cevora biedt fysieke opleidingen, van één of meerdere dagen, die een meer diepgaande onderdompeling in de behandelde competenties bieden.
Door opleidingen aan te bieden die zijn afgestemd op een aantal van onze behoeften en door een vlotte toegang te bieden tot inhoud van vaak hoge kwaliteit, helpt Cevora ons om een team te bouwen dat competenter en gemotiveerder is en klaarstaat om de uitdagingen van morgen aan te gaan.
Nog vermeldenswaard: deze opleidingen zijn vooraf betaald en kosteloos toegankelijk, en het is mogelijk om voor bepaalde opleidingen een subsidie te krijgen van Cevora.
Ja, onder bepaalde voorwaarden kunnen we subsidies aanvragen via het Cevora-platform, wat ons helpt om ons opleidingsbudget te optimaliseren.
Nog een slotwoordje om uw collega's die dit interview lezen en die misschien geen beroep doen op Cevora te overtuigen?
Cevora onderscheidt zich door het feit dat de opleidingen vooraf betaald zijn, wat betekent dat ze zonder extra kosten toegankelijk zijn, en door haar vlotte diensten. Het is een aantrekkelijke partner voor bedrijven die willen investeren in de ontwikkeling van de competenties van hun werknemers. We raden Cevora aan bij elke onderneming van PC 200 die professionele groei wil stimuleren. In een tijd waarin talentmanagement en het ontwikkelen van competenties essentieel zijn voor de toekomst, is het aanbieden van kwaliteitsvolle opleidingen van cruciaal belang.
Door uw werknemers te ontwikkelen, motiveert u hen en versterkt u uw onderneming. Cevora kan u in dit proces helpen met opleidingen en ondersteuning op maat. Als werkgever van het Paritair Comité 200 hebt u hiervoor al betaald via de bedrijfsbijdrage aan het Sociaal Fonds. En door uw werknemers in staat te stellen hun kennis en competenties tijdens hun hele loopbaan te verbeteren, optimaliseert u de prestaties van uw bedrijf.
INFO : www.cevora.be/voormijn-bedrijf
Als aannemer gebruik je dagdagelijks verschillende soorten gereedschap. Deze uitrustingen moeten correct aangewend en onderhouden worden om de levensduur ervan te verlengen. Het efficiënt inzetten van je gereedschap kan ook een grote invloed hebben op de kwaliteit van je werkzaamheden en de rendabiliteit van je bouwplaats.
Op bouwplaatsen worden vaak verspillingen vastgesteld (zie Buildwise-artikel 2019/03.07) die onvermijdelijk tot een vermindering van de rendabiliteit leiden. Door het gereedschap efficiënter te gebruiken, zal er echter minder verloren tijd in het dagelijkse werk sluipen en zal de flow van de werken gegarandeerd kunnen worden (zie Buildwise-artikel 2020/03.07). Hiervoor kan men zich baseren op de 5S-methode van het lean bouwen (zie Buildwise-artikel 2018/02.15). Deze bestaat
uit vijf stappen en reikt bedrijven een werkstructuur aan die hen in staat moet stellen om systematisch en op al hun bouwplaatsen een kwaliteitsvolle werkomgeving te creëren. Deze moet functioneel, proper, makkelijk te onderhouden en veilig zijn.
De eerste stap van de 5S-methode bestaat erin om ervoor te zorgen dat alleen nuttige en bruikbare voorwerpen op de werkplek aanwezig zijn. Het is dus belangrijk om je materieel regelmatig na te kijken en indien nodig te vervangen.
Zo moet een lijmkam waarvan de tanden te ver afgesleten zijn door de voortdurende wrijving met de ondergrond, vervangen worden. De lijmrillen die met een dergelijke versleten lijmkam aangebracht worden, zullen immers dunner zijn dan verwacht.
Een lange rei die niet meer recht is, zal op
• Win kostbare tijd op de werf
• Ontdek handige rekentools
• Volg gratis infosessies en trainingen
• Stel je vraag aan onze experten
zijn beurt leiden tot bulten en holtes, waardoor het af te werken oppervlak onvlak zal worden.
Het is ook belangrijk om het materiaal enkel te gebruiken voor de taken waarvoor het bedoeld is. Indien je met je gereedschap moet wringen of er overdreven kracht op moet zetten, dan betekent dit dat het niet geschikt is voor de opdracht in kwestie en kies je beter voor een ander werktuig.
Of het nu gaat om klein gereedschap (zoals een lijmkam, een mixer of een lasermeter) of om grotere uitrustingen (zoals slijpmachines of zelfs je bestelwagen): orde en netheid zijn belangrijk. Daarom is het aangeraden om je bestelwagen en je opslagplaats praktisch en overzichtelijk in te richten. Als alles een vast plekje heeft en steeds netjes op zijn plek opgeborgen wordt, dan vind je immers snel wat je nodig hebt. Bovendien straalt een opgeruimde bestelwagen professionaliteit uit.
Door je gereedschap in koffers of vakken op te bergen, voorkom je dat er stof bij kan. Wanneer het materieel in de bestelwagen goed opgeborgen of vastgemaakt is, dan loopt het bovendien minder kans op schade bij bochten of bruuske manoeuvres.
Verder kan men op de bouwplaats veel tijd winnen door ervoor te zorgen dat al het materiaal proper en gebruiksklaar is.
Voor gereedschap dat gesmeerd moet
Overzichtelijke inrichting van een bestelwagen.
worden, is het aangeraden om op regelmatige basis een smeerbeurt in te plannen en hierbij gebruik te maken van een geschikt smeermiddel (bv. vet, olie of grafiet). Deze smeerbeurten worden best afgestemd op de gebruiksfrequentie en -duur van het materiaal. Hoe langer en hoe vaker je een bepaald gereedschap gebruikt, hoe vaker je met andere woorden zo’n smeerbeurt moet inplannen.
Om de doeltreffendheid ervan te waarborgen, moeten de drie voormelde stappen consequent en uniform toegepast worden. Dit kan bijvoorbeeld gecontroleerd worden in het kader van een werfrondgang.
De laatste stap van de 5S-methode bestaat erin om erover te waken dat de voorgaande stappen systematisch volgehouden worden.
Samenvatting van een artikel, verschenen op de pagina’s 14-15 van het Buildwise Magazine 2021/4 (juli-/augustus 2021). Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.
Kitting past perfect in het plaatje van de lean-filosofie van continue verbetering van de bedrijfsorganisatie. Deze logistieke oplossing beoogt dankzij een collaboratief beheer van de leveringen immers om tijdverlies te beperken en de werken vlotter te laten verlopen door het voorraadbeheer uit te besteden en de voorbereiding, het transport en de verlading van de materialen te stroomlijnen.
Wat is kitting?
Kitting bestaat erin om verschillende componenten die afkomstig zijn van één of meerdere leveranciers en die nodig zijn voor de uitvoering van één of meerdere taken in één enkele verpakking te verzamelen. Deze ‘kits’ kunnen vervolgens rechtstreeks op de betrokken werf geleverd worden. Zo zou een afwerkingsbedrijf op elk van zijn werven over een pallet kunnen beschikken met de exacte materialen die nodig zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Bovendien kunnen de materialen per kit geleverd worden naarmate de werf vordert.
Kitting kan op verschillende manieren aangepakt worden:
● individueel, op het niveau van elk bouwberoep, voor een optimale uitvoering van de specifieke taken voor vooraf geïdentificeerde zones
● collaboratief, door op eenzelfde pallet pakketten te verzamelen die bestemd zijn voor verschillende bouwberoepen
● voorgemonteerd, om de uitvoering op de werf te versnellen.
De kits kunnen op verschillende plaatsen samengesteld worden:
● rechtstreeks bij de leveranciers (voor zover ze de hele bestelling kunnen leveren)
● in de opslagplaats van het bedrijf door een persoon of ploeg die instaat voor deze voorbereiding
● via een gedecentraliseerd logistiek
Voorbeeld van een verpakking in kit met identificatie van de bestemming op de werf.
platform, ook wel ‘construction consolidation centre’ (CCC) of ‘bouwhub’ genoemd. Deze oplossing wordt met name gebruikt wanneer de te leveren materialen afkomstig zijn van verschillende leveranciers of wanneer een voormontage vereist is.
Naast de uitbesteding van het voorraadbeheer heeft kitting tot doel om de kits zo dicht mogelijk bij het tijdstip ( Just in Time) en de plaats ( Just in Place) van uitvoering te leveren. Hiervoor is er dus nood aan een goede werfplanning en een regelmatige opvolging van de voortgang van de werkzaamheden. Op organisatorisch vlak vergt kitting een zekere voorbereidingstijd en brengt ze mogelijk kosten met zich mee voor de diensten van de logisticus. De ervaring, vooral uit het buitenland, toont echter aan dat deze initiële kosten meer dan gecompenseerd worden door de voordelen die de bedrijven uit deze oplossing kunnen halen.
Wat de productiviteit betreft, zou kitting toegepast kunnen worden om tijd te winnen door de verlading en het voorraadbeheer op de werf (zoeken, verplaatsingen, opvolging, inventaris ...) te vereenvoudigen en te beperken. Dankzij Just-In-Time- en Just-In-Place-leveringen, die ruimte op de werf vrijmaken, de samenwerking tussen de ploegen bevorderen en de uitvoeringstermijnen verkorten, zou de productiviteit ook kunnen verbeteren. Kitting zou dus een positieve impact moeten hebben op het welzijn van de ploegen. Uit metingen op de werf is immers gebleken dat de ploegen soms 8 tot 10 km per dag moeten lopen en dat de materialen gemiddeld 7 tot 8 keer verladen worden. De logistiek is dan ook een belangrijk verbeterpunt voor de bedrijven.
Wat de mobiliteit en het milieu betreft, zou kitting moeten toelaten om de kits buiten de piekuren te leveren en zo moeten helpen
Voorbeeld van een verpakking in kit met identificatie van de bestemming op de werf.
om het verkeer op de wegen te beperken. Deze oplossing zou ook het gebruik van alternatieve vervoermiddelen moeten stimuleren die door hun geringe omvang gemakkelijker te manoeuvreren zijn (elektrische bestelwagens, cargofietsen ...). Door te werken met een bouwhub zal ook het aantal lege transporten verminderen . Zo kunnen de palletten die aangewend worden voor de verpakking van de kits en het verpakkingsafval tijdens de leveringen gerecupereerd worden.
Samenvatting van een artikel, verschenen op de pagina’s 18-19 van het Buildwise Magazine 2023/3 (mei-juni 2023). Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.
Ons lid Pierret Ramen en Deuren, specialist in buitenschrijnwerk, blijft groeien. In zijn vestiging van Transinne (Libin), in de provincie Luxemburg, gaat het € 100 miljoen investeren in een nieuwe fabriek voor pvc-raamkozijnen. Dit grote succesverhaal van een familiebedrijf is ons project van de maand.
Het begon allemaal in 1953.
Toen Georges Pierret zijn eigen schrijnwerkerij oprichtte in zijn kleine werkplaats in Jehonville (Bertrix), waar de wieg van het bedrijf stond. Aanvankelijk werkte de ambachtelijke schrijnwerker alleen met hout. In de loop der jaren is het kleine familiebedrijf exponentieel gegroeid. In de jaren 1970 werd pvc in de productie gei ntegreerd, in 1996 gevolgd door aluminium. Dat was ook het jaar waarin het bedrijf verhuisde naar de huidige locatie in Transinne, langs de E411, op een steenworp afstand van het beroemde Euro Space Center. Sinds 2017 wordt het familiebedrijf geleid door Daphnée (de CEO) en haar broer Arnaud Pierret (bestuurder), de kleinkinderen van oprichter Georges en kinderen van Jean-Luc, die tot dan toe ook in het bedrijf actief was.
Vandaag stelt Pierret Ramen en Deuren, tussen 530 en 540 voltijdse equivalenten tewerk en beschikt het over drie fabrieken: pvc (60%) in Transinne, aluminium (30%) in Bertrix en hout (10%) in Malonne, met de overname van Châssis Norma in 2006. Dagelijks worden er ongeveer 700 stuks pvc, 300 stuks aluminium en 100 stuks hout geproduceerd, wat neerkomt op ongeveer 1100 stuks per dag. Maar praat niet over massaproductie! "Wij zijn de industriële ambachtslieden van de raamindustrie en een familiebedrijf bij uitstek met een 100% Belgisch aandeelhouderschap", benadrukt Jean-Pierre Haccour, de directeur administratie en personeelszaken. "Voor pvc nemen we het hele productieproces in handen, van extrusie tot het monteren van de ramen. We bieden een uitstekend product op maat dat inspeelt op een zeer dynamische
markt: het isoleren van gebouwen met het oog op koolstofneutraliteit tegen 2050.”
Twee soorten markten
Het bedrijf is actief in twee soorten B2B-markten. "De eerste is gericht op dealers, d.w.z. onze schrijnwerkers/installateurs die lid zijn van ons netwerk en die onze producten bij particulieren plaatsen. We zijn vooral actief op de renovatiemarkt in Wallonië, Vlaanderen, Brussel, het Groothertogdom Luxemburg, twee derde van Frankrijk, waar we acht verkopers hebben, en een deel van Franstalig Zwitserland.”
De tweede niche is de dochteronderneming die rechtstreeks op bouwplaatsen werkt: Pierret Project. "Hier hebben we een link met Embuild. Dit is onze specifieke bouwafdeling. We hebben onze eigen monteurs die werken op openbare bouwplaatsen: sociale woningen, scholen, kinderdagverblijven, overheidsdiensten, enz. Ze werken ook in onderaanneming voor algemene aannemingsbedrijven.”
Het bedrijf zit goed in elkaar en werkt prima. Het bewijs: de omzet is gestegen van € 75 miljoen in 2018 naar € 134 miljoen in 2023. In de afgelopen vijf jaar heeft het bedrijf 200 mensen aangenomen. En het is niet van plan het hierbij te laten. In mei 2024 hield het bedrijf een persconferentie om een investering van € 100 miljoen aan te kondigen in een nieuwe fabriek voor pvc-raamkozijnen, een gloednieuw gebouw op slechts een paar honderd meter van de vestiging in Transinne. Het doel is om de productie te verdubbelen van 700 naar 1400 tot 1500 stuks. "Ik denk dat dit de grootste investering is die een Waals bedrijf de afgelopen jaren heeft gedaan", zegt
De werkzaamheden aan de nieuwe productie-eenheid zijn begin augustus begonnen en het gebouw van 25000 m² zal worden gebouwd door het consortium Thomas & Piron-Galère.
↑ Het bedrijf is gespecialiseerd in buitenschrijnwerk.
↗ Pierret Ramen en Deuren bevindt zich in Transinne, langs de E411, op een steenworp afstand van het beroemde Euro Space Center.
Jean-Pierre Haccour.
" Tegen 20302032 zullen we ongeveer 200 mensen aanwerven die geïntegreerd en opgeleid moeten worden."
Pierret,
De eerste gedachten over deze investering dateren van ruim twee jaar geleden, van april 2022. "Het begon allemaal met een vaststelling. We wilden onze groei voortzetten zodat we onze business verder konden uitbreiden maar we bereikten het verzadigingspunt van onze productiefaciliteiten, met 3500 stuks per week. Nu moet je weten dat de opslag en productie van onze pvc-producten enorm veel ruimte in beslag nemen. Dus moesten we onze productiefaciliteiten herzien en wat ruimte vrijmaken. Het project is in juni 2023 opgestart en in goede banen geleid door het zoeken naar partners, financiering en grond voor het gebouw", legt Jean-Pierre Haccour uit.
Gebouw beslaat 25000 m²
Deze nieuwe fabriek komt vlak naast het hoofdkantoor van het bedrijf, op het industrieterrein "Le Cerisier". "We hadden het terrein van 50000 m² al eerder gespot en de globale omgevingsvergunning werd begin juli verleend. De werkzaamheden zijn begin augustus begonnen en het gebouw van 25000 m² zal worden gebouwd door het consortium Thomas & Piron-Galère. De vooruitzichten zijn als volgt: voltooiing van de gesloten ruwbouw in april 2025, afwerking van het gebouw eind 2025 en start van de productie in januari 2026.”
Het is dan ook een grote uitdaging voor Pierret. "Ons personeel zal zich vertrouwd
moeten maken met deze nieuwe productiefaciliteiten en met deze nieuwe machines. De huidige werkplaats is onderverdeeld in ongeveer tien zones en we organiseren momenteel vergaderingen met iedereen om de behoeften vast te stellen, onder andere voor laad- en losmachines. We willen dat de faciliteiten zo gebruiksvriendelijk en ergonomisch mogelijk zijn.”
Groei betekent ook het aannemen van nieuw personeel. "Tegen 2030-2032 zullen we ongeveer 200 mensen aanwerven die gei ntegreerd en opgeleid moeten worden. We hebben allerlei soorten profielen nodig: monteurs, werfleiders, ingenieurs, elektromecaniciens, verkopers... Ik maak me geen zorgen, we vinden dat personeel wel!” Al deze nieuwe mensen moeten zich laten leiden door de vijf waarden die het familiebedrijf zo dierbaar zijn. "Werk, gezelligheid, collectief probleemoplossend vermogen, openheid en klanttevredenheid", zo somt Jean-Pierre Haccour op. Ons lid heeft de komende maanden dus werk aan de winkel. Pierret Ramen en Deuren, is zonder twijfel een Waals succesverhaal dat de trots is van Zuid-Wallonië, maar waarvan de reputatie veel verder reikt dan de grenzen van de provincie, die bekend staat om het logo met het everzwijn en de slogan "Une ardeur d’avance."
Een Mesh banner is een superieure keuze voor buiten, aangezien het tegen alle weersomstandigheden bestemd is.
Embuild heeft voor haar leden een Mesh banner ontworpen met vermelding van de gebruikelijke veiligheidspictogrammen en het teken dat de werf voor onbevoegden niet toegankelijk is. Het geperforeerde ontwerp is ook winddoorlatend, waardoor het risico dat het spandoek scheurt of losraakt aanzienlijk wordt verminderd. Daardoor is een mesh banner ideaal om op hekken te plaatsen.
Speciale verkoopprijs enkel voor de maand oktober 2024
Ledenprijs : 40,00 euro (excl. btw) + transportkost
Deze Mesh banner kan besteld worden via de website www.embuild.be of door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be
5 oplossingen voor meer koopkracht
• Bestel ze in slechts een paar klikken en volledig autonoom via MyEdenred ;
• Ze worden geladen op de Edenred-kaart, uw werknemers hoeven er alleen maar van te profiteren ;
• 5 oplossingen in één enkele kaart : maaltijdcheques, ecocheques, cadeaucheques en sport en cultuurcheques ;
• Begeleiding en advies : juridisch toezicht, toegewijd comercieel team, meldingen en inspirerende artikelen voor uw medewerkers , … ; Onze oplossingen zijn vrijgesteld van sociale lasten en belastingvrij voor de werknemer, en sommige zijn (gedeeltelijk) aftrekbaar.
Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel
Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel
Afgiftekantoor: Gent X
Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, Gerrit De Goignies tel. 02 545 57 30 peter.graller@embuild.be
Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be
Druk: Graphius
Reacties - vragen: communicatie@embuild.be
Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be
• Embuild Vlaanderen Johan Walewijns, tel. 02 545 57 51 johan.walewijns@embuild.be
• Embuild.Brussels Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be
• Embuild Wallonie Justine Danis tel. 02 545 59 56 justine.danis@embuild.be
Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 claude.bernaerts@embuild.be
Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be. Prijs jaarabonnement Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
Brussel leert je doorzetten, geduld hebben, onderhandelen… Je plan trekken, quoi. In meerdere talen. Op zoek naar een kandidaat met al die competenties uit de grootstad? Bij Actiris begeleidt een sectorexpert je in al je rekruteringen. Voor de meer uitdagende vacatures gaan we aan de slag met onze partners en jouw organisatie om samen Brusselaars te vormen voor de job. On y va ?
5000 bezoekers op de derde editie van Demo
De derde editie van Demo Days was volgens organisator Gregory Olszewski een succes. Deze drie dagen gewijd aan demonstraties en tests van bouwmachines lokten niet minder dan 5000 bezoekers naar de terril van SaintAntoine in Boussu. Ter herinnering: de organisatoren hadden besloten om over te stappen op een driedaags evenement, waarbij de oorlog om de klant dit jaar al op vrijdag van start ging. "Het bleek een uitstekende keuze", benadrukte Gregory Olszewski. "Vrijdag waren immers ondanks het regenachtige weer
aankopers en technisch managers van grote bouwbedrijven en lokale overheden massaal aanwezig.”
Bezoekers kregen de kans om meer dan 100 machines en trucks in reële werkomstandigheden te testen. Een van de hoogtepunten was het vrachtwagenparcours, met verschillende circuits en hindernissen waar exposanten de kracht en precisie van hun voertuigen konden demonstreren. Naast grondverzetmachines en trucks waren er stands van leveranciers van accessoires, GPS-systemen,
automatische smeersystemen en andere innovatieve technologieën. "De feedback van bezoekers en exposanten was erg positief", aldus de organisator. "We kijken echt uit naar de volgende Demo Days in september 2026. We zullen er opnieuw een platform van maken voor innovatie, demonstraties en de nieuwste trends in de sector.”
INFO : www.demodays2024.be
In België wordt in bijna 95% van de stadswoninguitbreidingen voor een plat dak gekozen. Deze trend, die het stedelijke landschap transformeert, biedt niet alleen extra woonruimte, maar stelt ook een uitdaging: het gebrek aan natuurlijk licht in de centrale kamers. VELUX pakt deze uitdaging aan met speciaal ontworpen ramen om de toestroom van natuurlijk licht te maximaliseren, tot wel 52% meer dan traditionele gevelramen, terwijl ze ook de ventilatie en thermisch comfort verbeteren.
VELUX innoveert ook met een nieuwe generatie ramen voor platte daken, verkrijgbaar in gebogen of vlak glas. Deze ramen combineren modern design, uitzonderlijke energieprestaties en geavanceerde technologie voor een ongeëvenaarde lichtbeleving.
Het VELUX-platdakraam met gebogen glas, verkrijgbaar in dubbel of driedubbel glas, is een echte revolutie. Dankzij de
CurveTech-technologie wordt het water optimaal afgevoerd via het gebogen glazen oppervlak, zelfs op volledig platte daken (met een helling van 0° tot 15°). Dit innovatieve design, met een slanke omlijsting en een onzichtbaar frame, biedt maximale natuurlijke lichtinval, terwijl het zowel binnen als buiten een strak en elegant esthetisch gevoel geeft.
INFO : www.velux.be
In het licht van de huidige energie-uitdagingen, innoveert Wienerberger met Wevolt, een revolutionaire reeks energiedaken. Deze reeks daken bestaat uit de systemen Wevolt X-Roof en X-Tile en belooft daken om te vormen tot duurzame energiebronnen, terwijl ze het energieverbruik verminderen om te voldoen aan de strikte normen voor milieuvriendelijk bouwen.
Wevolt X-Roof is een glas-glas zonnedaksysteem dat het dak volledig vervangt, dankzij zwarte glas-glas panelen
van 2 x 3,2 mm voorzien van hightech celtechniek. waarbij de gehele dakoppervlakte wordt benut om de energieopbrengst te maximaliseren. Het strakke ontwerp integreert de zonnepanelen naadloos in het dakvlak als vervanging van traditionele dakpannen en biedt een esthetische, mechanisch sterke, wind- en waterdichte en vliegvuurbestendige oplossing.
Wevolt X-Tile combineert energie-efficiëntie met een modern esthetisch ontwerp. Deze zonnepanelen zijn naadloos te combineren met de Koramic Actua 10 kleidakpannen, waardoor een strak en samenhangend dak ontstaat terwijl ze schone energie produceren. De panelen van gehard dubbel glas zijn robuust, hagelbestendig, wind- en waterdicht en vliegvuurbestendig en zijn uitvoerig getest door KIWA.
Door producten zoals de Wevolt energiedaken te ontwikkelen, zet Wienerberger zich actief in voor het bouwen van een duurzame toekomst.
INFO : www.wienerberger.be
Van 10 tot 15 september 2024 vond in Lyon de WorldSkills-competitie plaats, het wereldkampioenschap voor technische, technologische en wetenschappelijke beroepen. Het evenement trok meer dan 1400 deelnemers uit 65 landen. Onder hen waren 19 jonge Belgische deelnemers, van wie er 8 in de bouw werken.
Onze sectorvertegenwoordigers hebben goed gepresteerd. In de categorie park- en tuinaanleg kwamen Mathéo Bebronne (20 jaar, Luik) en Louis Lemaitre (20 jaar, Jalhay) net één punt tekort voor de medaille voor excellentie. Deze medaille wordt uitgereikt aan deelnemers die, hoewel ze geen podiumplaats veroveren, blijk geven van een hoog competentieniveau en dito prestaties op hun respectieve vakgebied en meer dan 700 op 800 punten behalen. De Belgische delegatie behaalde 7 medailles voor excellentie.
De andere wedstrijddeelnemers schoten niet tekort. In onze sector benadrukken wij graag de deelname van Santino Nika (21, Limbourg) in de categorie metselwerk, Mathis Lessire (16, Libin) in de categorie schrijnwerk, Jakob Depoortere (17, Roeselare) in de categorie schilderen en decoratie, Seppe
Couwenbergh (19, Loenhout) in de categorie meubelmakerij, Guillaume Battistoni Pounegnong (22, Luik) in de categorie sanitair en verwarming en Alexandre Van Oostenryck (23, Brussel) in de categorie metalen dakbedekking. "Het was fantastisch om de dynamiek van deze jongeren te zien. Zij zijn de toekomst van onze beroepen en wij moeten dit soort wedstrijden zoveel mogelijk ondersteunen. Met verschillende beroepsverenigingen van Embuild Connect hebben we dit gedaan", zegt Lawrence Steen, adjunct-directeur van Embuild Connect.
Acht kandidaten werkten in onze sector: v.l.n.r. , Alexandre Van Oostenryck, Santino Nika, Guillaume Battistoni Pounegnong, Mathis Lessire, Jakob Depoortere, Seppe Couwenbergh, Louis Lemaitre et Mathéo Bebronne.
Verwachte gemiddelde inflatie in 2025: 1,9%
1,9 %
In 2023 vertoonde de inflatie een opmerkelijke daling, grotendeels toe te schrijven aan een daling van de kosten van aardgas en elektriciteit. In 2024 bleef de bijdrage van energieproducten aan de daling van de inflatie minimaal. De inflatie bereikt dus tijdelijk hogere niveaus in 2024, maar zal naar verwachting weer dalen in 2025. Deze daling is ook toe
te schrijven aan de vertraging van de onderliggende inflatie en de recente daling van de olieprijzen.
Volgens het Federaal Planbureau zal de inflatie van de consumentenprijzen naar verwachting gemiddeld 3,2% bedragen in 2024 en 1,9% in 2025. Op dezelfde manier zal de groei van de gezondheidsindex naar verwachting 3,3% bedragen in 2024 en 2,1% in 2025.
DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH
W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET HEN DAAROP VOORBEREIDEN.
